Dossier energieprijzen Vlaams Belang
DEEL I ‐ PETROLEUMBRANDSTOFFEN 1. Algemene context
Grafiek: de prijs van een vat olie (in US Dollar) op de internationale markten
Tussen 2000 en 2008 steeg de prijs van een vat olie van 30 dollar naar 140 dollar. Als we de euro als maatstaf gebruiken is de prijsstijging nog altijd spectaculair: van 31 euro naar 83 euro. Terwijl de prijs van een vat olie tussen 2000 en 2008 meer dan verviervoudigd is in dollar, is hij in euro ‘slechts’ iets meer dan verdubbeld. Dit verschil heeft natuurlijk te maken met de toegenomen sterkte van de euro. De euro is vandaag een bijna even sterke munt als de voormalige Deutsche Mark. In België steeg de prijs van een liter diesel aan de pomp van gemiddeld 0,81 euro in het jaar 2000 naar 1,44 euro op 16 juni 2008. Tussen 2000 en 16 juni 2008 steeg de prijs van benzine van gemiddeld 1,07 euro naar 1,60 euro. In 2000 kostte huisbrandolie gemiddeld 0,37 euro. Op 16 juni 2006 was de prijs van huisbrandolie naar 0,95 euro gestegen.
2. Samenstelling van de prijzen aan de pomp van diesel en benzine (maximumprijs diesel op 16/06/2008: 1,44 euro per liter; maximumprijs benzine 95 op 16/06/2008: 1,60 euro per liter) De prijzen van diesel en benzine zijn samengesteld uit vier componenten. 1. Basisprijs: dit is de prijs van de ruwe olie + een aantal vaste verwerkingskosten, waaronder de raffinagekosten. Voor benzine bedraagt deze component 35% van de eindprijs. Voor diesel gaat het hier om bijna 50%. 2. Distributiemarge: dit is de kost van het vervoer naar de pompstations. Zowel voor diesel als benzine maakt deze component ongeveer 10% uit van de eindprijs. 3. Accijns: de accijns wordt bepaald door de federale regering. De laatste jaren evolueert de accijns volgens methodes (positief en negatief kliksysteem) die hieronder beschreven staan. Bij benzine maakt de accijns 37% uit van de eindprijs en bij diesel is dit 22%. 4. BTW: de BTW op diesel en benzine bedraagt 21%. Dat wil zeggen dat het totaal van de basisprijs + distributiemarge + accijns nog eens verhoogd wordt met 21%. Ten opzichte van de eindprijs maakt de BTW 17,36% uit.
Basisprijs Distributiemarge Accijns BTW
Grafiek: samenstelling eindprijs diesel
Basisprijs Distributiemarge Accijns BTW
Grafiek: samenstelling eindprijs benzine 95
3. Samenstelling van de eindprijs van huisbrandolie (maximumprijs op 16/06/2008: 0,95 euro per liter) De eindprijs van huisbrandolie is samengesteld uit vier componenten: 1. Basisprijs: deze component maakt 72% uit van de eindprijs 2. Distributiemarge: 7% procent van de eindprijs 3. Accijns: in vergelijking met diesel en benzine gaat het hier om een peulschil. In augustus 2003 is de accijns verhoogd van 0,0136 naar 0,0185 euro per liter. De accijns bedraagt nog geen 2% van de eindprijs 4. BTW: de BTW bedraagt ook hier 21%. Dat wil zeggen dat het totaal van de basisprijs + distributiemarge + accijns nog eens verhoogd wordt met 21%. Ten opzichte van de eindprijs maakt de BTW 17,36% uit.
Basisprijs
Distributiemarge
Accijns
BTW
Taartgrafiek: samenstelling eindprijs huisbrandolie
4. Prijsevolutie De olieprijs heeft op maandag 16 juni 2008 bijna de grens van de 140 dollar per vat bereikt. Ook de Belgische fiscus verdient goed aan de sterk stijgende brandstofprijzen omdat die bijkomende belastinginkomsten opleveren. De fiscale meeropbrengsten zijn vooral het gevolg van de BTW. Het percentage BTW (21%) komt immers bovenop de som van alle andere prijscomponenten (zie hierboven), waaronder de productie‐ en distributiekosten en de accijnzen. Hoe hoger die som, hoe hoger de BTW‐ opbrengst. Omdat de prijzen van olieproducten fors stijgen, surfen de BTW‐opbrengsten mee omhoog. De belastingdruk op benzine aan de pomp is sinds de periode 2002‐2003 gestegen met 19 eurocent per liter. De belastingen op een liter diesel zijn gestegen met 15 eurocent per liter. 1,8 1,6 1,4 1,2 1 0,8 0,6 0,4 0,2 0
Totale eindprijs
Taksen (accijnzen + BTW)
Grafiek: Evolutie van de taksen en eindprijs van superbenzine 95 (in euro per liter)
1,6 1,4 1,2 1 0,8 0,6 0,4 0,2 0
Totale eindprijs Taksen (accijnzen + BTW)
Grafiek: Evolutie van de taksen en eindprijs van diesel (in euro per liter)
1 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0
Totale eindprijs Taksen (accijnzen + BTW)
Grafiek: Evolutie van de taksen en eindprijs van huisbrandolie (in euro per liter) Om de hoge brandstofprijzen te doen zakken, moet de regering Leterme op Europees niveau, samen met andere landen, eisen dat de BTW meteen verlaagd wordt. Maar dat gebeurt niet. De regering‐Leterme had op de jongste Europese top van 19 juni samen met de Franse president Sarkozy kunnen pleiten voor een BTW‐verlaging, maar ze deed precies het tegenovergestelde. De belastingen in dit land zijn veel te hoog. Dáár ligt het kalf gebonden. Ruim 55 procent van de prijs van benzine aan de pomp gaat naar de staatskas. Bij diesel vloeit 40 procent naar de staatskas. Ter vergelijking: in de Verenigde Staten van Amerika gaat slechts 11 procent van de prijs aan de pomp naar belastingen. De regering draait de bevolking een rad voor de ogen, wanneer ze beweert dat ze helemaal niets kan doen aan de hoge brandstofprijzen.
5. De voorstellen van het Vlaams Belang Het Vlaams Belang wil dat de BTW op diesel, benzine en huisbrandolie verlaagd wordt van 21 naar 6 procent. Voor steenkool eist onze partij een verlaging van 12 tot 6 procent. Het Vlaams Belang heeft hiervoor begin juni 2008 een wetsvoorstel ingediend in de Kamer van volksvertegenwoordigers. Klik hier: http://www.dekamer.be/FLWB/pdf/52/1238/52K1238001.pdf Hoeveel bespaart men door een verlaging van de BTW op brandstof van 21 naar 6 procent? Voor superbenzine 95 betekent dit een daling van de maximumprijs van 1,60 naar 1,40 euro per liter. Op een tankbeurt van 50 liter bespaart men hierdoor 10 euro. Voor diesel betekent dit een daling van de maximumprijs van 1,44 naar 1,26 euro per liter. Op een tankbeurt van 50 liter bespaart men hierdoor 9 euro. Voor huisbrandolie betekent dit een daling van de maximumprijs van 0,95 naar 0,84 euro per liter. Op een tankbeurt van 2000 liter levert dit een besparing op van 220 euro.
DEEL II ‐ AARDGAS EN ELEKTRICITEIT 1. Prijsevolutie Het voorbije jaar werd gekenmerkt door fors stijgende energieprijzen. Dit toonde nog maar eens aan hoe afhankelijk wij zijn van olie‐ en gasexporterende landen. Juist daarom is het zo belangrijk dat wij op langere termijn beroep kunnen blijven doen op kernenergie. Wij vinden het dan ook volstrekt onbegrijpelijk dat zowel de vorige als de komende regering blijven vasthouden aan het plan om uit de kernenergie te stappen. Dit zal de verbruiker en dus elk gezin op termijn gigantisch veel geld kosten. Eind november wierpen de socialisten zich plots op als de kampioen van de energieprijzen, met een voorstel om een plafond te zetten op gas‐ en elektriciteitsrekeningen. Maar dit was boerenbedrog. Alle deskundigen, ook die van Testaankoop, de belangenverdediger van de verbruikers, getuigden in het parlement dat dit de concurrentie nog moeilijker zou maken, waardoor de prijzen op termijn enkel zouden verhogen. Zo’n maximumprijs zou zodanig in het voordeel spelen van de grote producenten Distrigas en Electrabel (meer dan 80% van de elektriciteitsproductie!), dat zij nóg machtiger zouden worden, met nog grotere winsten tot gevolg. De prijzen van gas en elektriciteit kunnen alleen maar in de hand gehouden worden wanneer de concurrentie drastisch verbeterd wordt. Daar moet dus dringend werk van gemaakt worden. 16 15,5 15 14,5 Elektriciteitsprijs
14 13,5 13 12,5 2002
2003
2004
2005
2006
2007
Grafiek: elektriciteitsprijs voor huishoudelijk gebruik van een gemiddeld Vlaams gezin (in euro per 100 KWh / taksen inbegrepen)
16 14 12 10 8
Aardgasprijs
6 4 2 0 2002
2003
2004
2005
2006
2007
Grafiek: aardgasprijs voor huishoudelijk gebruik van een gemiddeld Vlaams gezin (in euro per Giga Joule / taksen inbegrepen)
2. Prijssamenstelling aardgas en elektriciteit De elektriciteits‐ en aardgasprijzen bestaan uit drie componenten: 1. De energieprijs is de gefactureerde prijs voor het product zelf, elektriciteit of aardgas. Die prijs is goed voor: - Ongeveer 50 % van de totale factuur voor elektriciteit - Ongeveer 60 % van de totale factuur voor aardgas. De energieprijs van aardgas omvat ook de transportkosten. 2. De nettarieven dekken de transport‐ en distributiekosten. Die tarieven zijn gereguleerd en verschillen naargelang van de distributienetbeheerder. Ze worden elk jaar of elk trimester goedgekeurd door de CREG en zijn dezelfde voor alle leveranciers. Ze bedragen ongeveer 30% van de totale factuur voor elektriciteit en 20% van die voor aardgas. 3. De overheid legt de bijdragen en (aanvullende) belastingen vast die de leverancier aan de klant factureert. Ze zijn gelijk voor alle energieleveranciers en bedragen ongeveer 20% van de eindfactuur voor elektriciteit en aardgas. Het gaat hier vooral om de Belasting over de Toegevoegde Waarde (BTW) die 21% bedraagt t.o.v. de som van de energieprijs en de nettarieven.
Energieprijs Nettarief Belastingen (voornamelijk BTW)
Grafiek: samenstelling van de prijs van elektriciteit
Energieprijs Nettarief Belastingen (voornamelijk BTW)
Grafiek: samenstelling van de prijs van aardgas
3. De voorstellen van het Vlaams Belang 1. Een verlaging van de BTW op aardgas en elektriciteit van 21 naar 6 procent Het Vlaams Belang diende hiervoor in januari 2008 een wetsvoorstel in in de Kamer van volksvertegenwoordigers. Aardgas en elektriciteit zijn basisproducten en geen luxeproducten. Klik hier http://www.dekamer.be/FLWB/pdf/52/0752/52K0752001.pdf Hoeveel bespaart men door een verlaging van de BTW op aardgas en elektriciteit van 21 naar 6 procent? Dit betekent dat de jaarlijkse factuur van een gemiddeld Vlaams gezin daalt van 1.580 naar 1.384 euro. Dit levert dus een besparing op van 196 euro.
DEEL III ‐ KERNENERGIE Regering Leterme: besluiteloosheid troef Het energiehoofdstuk in het regeerakkoord is uiterst warrig en gekenmerkt door grote besluiteloosheid. Waar tijdens de oranje‐blauwe besprekingen een consensus was gegroeid dat men de uitstap uit kernenergie zou terugdraaien, werd nu beslist om niets te beslissen. In plaats van knopen door te hakken inzake kernenergie, doet de nieuwe regering precies het tegenovergestelde: ze stelt de keuzes uit in afwachting van een nieuwe studie van internationale experts over de ‘ideale energiemix in België’. De regering wil pas tegen het einde van 2009 beslissingen nemen. Op dat moment bestaat de regering‐Leteme misschien al niet meer. Tegelijk had PS‐minister Magnette wel de opdracht gekregen om 250 miljoen euro te vragen bij de producenten van kernenergie Electrabel (96%) en SP.E (4%) op basis van de hoge winsten die deze firma’s hadden kunnen boeken omdat de kerncentrales reeds lang afgeschreven zijn. Het Vlaams Belang heeft van bij de regeringsvorming betwijfeld dat de 250 miljoen euro zomaar door de betrokken producenten zou opgehoest worden, zonder enige tegenprestatie. De regering heeft hiermee een gouden kans gemist om een sterk en verdragend akkoord te sluiten met deze sector, waarbij eindelijk zou afgestapt worden van de lichtzinnige beslissing om de kerncentrales tussen 2015 en 2025 te sluiten. De herroeping van de uitstap uit kernenergie had kunnen leiden tot een veel grotere financiële tegemoetkoming vanwege de producenten. Het Vlaams Belang heeft zich altijd verzet tegen de dwaze beslissing van Verhofstadt en co om de kerncentrales vanaf 2015 te sluiten. Onze partij is dus van oordeel dat die wet teniet moet gedaan worden. Klik hier voor meer informatie: http://www.dekamer.be/FLWB/pdf/52/1210/52K1210001.pdf Rapport – D’Haeseleer Het Vlaams Belang tilt zwaar aan de wijze waarop de regering het cruciale dossier van de kernenergie aanpakt. Vergeleken met paars gaan we hier zelfs nog een stap verder achteruit in plaats van vooruit. Het was immers Marc Verwilghen die als energieminister de studie “Energie 2030” van professor D’Haeseleer had besteld. Op 19 juni 2007 legde de “Commissie Energie 2030” haar definitief rapport neer dat hij samen met een aantal experten in opdracht van de vorige minister van Energie, Marc Verwilghen, had opgesteld. Zodra zij behoorlijk was samengesteld, heeft de commissie Bedrijfsleven van de Kamer onder impuls van haar voorzitter (Vlaams Belang‐volksvertegenwoordiger Bart Laeremans) beslist professor D’Haeseleer uit te nodigen om zijn rapport toe te lichten. Nadien werd aan
de verschillende fracties gevraagd om voorstellen te formuleren inzake bijkomende hoorzittingen en plaatsbezoeken. Dit resulteerde in uitgebreide hoorzittingen gedurende vier zittingsdagen en in vier plaatsbezoeken (de sites van C‐power in Oostende en Distrigas in Zeebrugge, de kerncentrale van Doel, Belgoprocess en het SCK van Mol en de Steg (gas)‐ centrale van SP.E in Seraing). Het Eindrapport ‘Energie 2030’ is een zeer uitgebreid document waarin onder meer onderzocht wordt wat de kostprijs voor energie zal zijn indien de kernuitstap wordt gehandhaafd. Nadruk ligt hierbij vanzelfsprekend op de productie van elektriciteit. De prognoses van de kostprijs voor industrie, tertiaire sector en residentiële verbruiker in 2030 worden gemaakt op basis van diverse hypotheses. De belangrijkste van de vele aanbevelingen is dan ook dat de levensduur van de bestaande kerncentrales moet verlengd worden en dat er kan overwogen worden een nieuwe kerncentrale te bouwen. Tegelijk pleit de commissie voor een evenwichtige energiemix, waarin ook hernieuwbare energie een belangrijke rol speelt. In een resolutie ter afsluiting van de werkzaamheden rond ‘Energie 2030’ heeft de Vlaams Belang‐fractie van de Kamer een voorstel van resolutie ingediend waarin, mede op basis van bevindingen van hoorzittingen en plaatsbezoeken, sterk gepleit wordt voor het behoud van kernenergie en voor een snelle beslissing ter zake. Klik hier: http://www.dekamer.be/FLWB/pdf/52/1237/52K1237001.pdf Dit is van cruciaal belang voor de bevoorradingszekerheid en voor het behoud van een gezond investeringsklimaat. Bovendien is het de enige betaalbare manier om de opgelegde CO2‐normen te behalen. Het is dan ook bijzonder cynisch dat uitgerekend diegenen die het hardst roepen over de opwarming van de aarde en de noodzaak de CO2‐uitstoot te beperken, onze kip met de gouden eieren willen slachten. Dat terwijl tal van andere Europese landen nieuwe kerncentrales bouwen. Door de kernuitstap te handhaven, dreigen we totaal afhankelijk te worden van enerzijds grillige regimes buiten Europa voor de aankoop van grote bijkomende hoeveelheden fossiele brandstoffen en anderzijds van dure kernenergie uit onze buurlanden. Hierdoor dreigt ook zeer belangrijke know how die hier vandaag nog steeds aanwezig is, voorgoed verloren te gaan. Zodra de kernuitstap definitief wordt, dreigt het vermaarde Studiecentrum voor Kernenergie van Mol volledig te verschrompelen. Wetenschapslui zullen weggekocht worden door buitenlandse onderzoekscentra. Vandaag reeds is er een tekort aan kernfysici. In dit verband is het van het grootste belang dat er snel knopen worden gehakt inzake de steun aan het befaamde MYRRHA‐project, dat momenteel wordt voorbereid in Mol. Dit project bereidt de kerncentrales van de vierde generatie voor. Daarbij wordt het nuttig gebruik van natuurlijk uranium verhoogd met een factor vijftig, terwijl het volume radioactief afval wordt gereduceerd met een factor 200. Europa toont grote belangstelling, maar het project kan pas hier gehouden worden als het door ons land wordt gefinancierd. De regering blaast in dit dossier warm en koud. Premier Leterme zegde zijn steun toe, maar PS‐minister Magnette schuift het dossier op de lange baan.
Handhaving van de kernenergie biedt op termijn ook perspectieven voor duurzaam transport inzake de CO2‐uitstoot van het transport wordt er op nationaal en Europees niveau nauwelijks projecties gemaakt of normen gesteld op lange termijn. De doelstellingen blijven voorlopig beperkt tot het verlagen van de CO2‐uitstoot, maar blijkbaar is het de bedoeling om nog zeer lang met fossiele brandstoffen te blijven rijden. Biobrandstoffen werden lang als een nuttige aanvulling gezien, maar ten gevolge van de snel stijgende voedselprijzen lijkt ook dit een eindig verhaal te zijn. Waterstof is de enige duurzame oplossing waarmee de transportsector op termijn economisch rendabel kan gehouden worden. Het Vlaams Belang pleit dan ook voor een versnelde omschakeling van ons voertuigenpark. Wij kunnen daarin het voortouw nemen, ook al omdat wij nu reeds over het best uitgebouwde waterstoftransportnet ter wereld beschikken. Groot voordeel is bovendien dat de omschakeling naar waterstof fors zal bijdragen tot de leefbaarheid van onze steden: het vervoer zal veel stiller verlopen en de uitstoot blijft beperkt tot gewone waterdamp. Gedaan dus met fijn en ultrafijn stof. Met het perspectief van een verhoging van het vrachtverkeer op ons grondgebied met 50% tegen 2030 is een versnelde omschakeling levensnoodzakelijk. Waterstof wordt geproduceerd met behulp van elektriciteit. Een zoveelste reden waarom de productie op lange termijn, zelfs in geval van geslaagde besparingscampagnes, minstens op peil moet gehouden blijven en waarom kerncentrales broodnodig zijn. Hernieuwbare energie Voor een land zonder eigen energiebronnen is diversiteit de enige nuttige strategie. Naast kernenergie zal ook hernieuwbare energie in de toekomst een groot gedeelte van onze stroom leveren. De nadruk zal hierbij onvermijdelijk liggen op windenergie, in grote mate gewonnen via windmolenparken in zee. Ter zake hebben we moeten vaststellen dat de geplande initiatieven tot op heden slechts in zeer beperkte mate van overheidswege gesteund werden. De capaciteit die de Thorntonbank en andere zandbanken bieden, wordt bovendien zwaar onderbenut. Reeds herhaaldelijk werd minister PS‐minister Magnette over de ontwikkelingsperspectieven van de offshore‐windenergie ondervraagd, maar hij blijft hierover erg vaag. Een stappenplan om de 13% hernieuwbare energie te behalen in 2020 (waarvan windenergie het leeuwendeel zal leveren) is er nog steeds niet. Van een hechte samenwerking of gemeenschappelijke strategie met het Vlaams gewest (dat bevoegd is voor hernieuwbare energie) is al evenmin sprake. En het was pas na parlementair aandringen (o.a. van de Vlaams Belangfractie) dat de minister een financieel tussenkomst beloofde voor de kabelinfrastructuur tussen windmolenpark en kust. Nochtans kan enkel op deze wijze gesproken worden van een gelijke behandeling tussen de producent van hernieuwbare energie en de klassieke operatoren.
BESLUIT
De jongste jaren zijn de brandstofprijzen spectaculair gestegen. Dat is ondermeer een gevolg van de internationale context, maar ook de Belgische regering heeft boter op het hoofd en profiteert via verschillende taksen schaamteloos van de stijgende prijzen op de internationale markt. Om de koopkracht van de gezinnen te waarborgen, pleit het Vlaams Belang op korte termijn voor een verlaging van de belastingen op petroliumbrandstof, aardgas en elektriciteit. Aangezien de kans groot is dat de olie‐ en aardgasprijzen op lange termijn zullen blijven stijgen, moet extra geïnvesteerd worden in alternatieve energiebronnen. Het Vlaams Belang is voorstander van een diversiteit in het energieaanbod, waarin ook hernieuwbare energie (zonne‐energie, windenergie,…) een belangrijke inneemt. Daarnaast zal ook kernenergie een belangrijke rol blijven spelen. Het Vlaams Belang pleit voor het openhouden van de bestaande installaties én voor investeringen in kerncentrales van de ‘vierde generatie’. De uitstap uit de kernenergie is in de gegeven omstandigheden onverantwoord en moet ongedaan gemaakt worden.