het magazine van de belgische ont wikkelingssa menwerking
tweemaandelijks magazine september-oktober 2009
P308613 A fgiftekantoor B russel X
Dossier: Cultuur en ontwikkeling
september-oktober
2009
dimensie
1
nr.4
Dossier : "Cultuur is geen luxe..."
04 Dossier : Sensibiliseren voor ontwikkeling
10
“Het vlot in de mond genomen woordpaar ‘cultuur en ontwikkeling’ creëert de illusie dat het om twee onderscheiden begrippen gaat die – meesurfend op de trendy golven van endogenisering of diversiteit - elkaar nu plots vinden. Alsof het een vrijwillige optie is om ontwikkeling en cultuur al dan niet te laten samengaan; alsof ontwikkeling zónder cultuur ook mogelijk zou zijn.”
De cultuur van het welzijn
Joseph Stiglitz, een vermaard economist die in 2001 de Nobelprijs voor economie ontving, stelde onlangs voor om niet langer het BNP (Bruto Nationaal Product) van een land te berekenen, maar het BNW: het Bruto Nationaal Welzijn. Dit betekent een ommezwaai in de ‘berekening’ van het menselijk welzijn. Er wordt afgestapt van een voornamelijk economisch en westers gerichte berekeningswijze om te kiezen voor meer menselijke waarden: billijke en duurzame sociaal-economische ontwikkeling, behoud en bevordering van culturele waarden, natuurbehoud en goed bestuur. Deze invalshoek brengt ons opnieuw bij de zin van ontwikkeling: is menselijk leed te herleiden tot minder dan één dollar per dag?
Dossier : Joost Dessein, antropoloog
De stelling van Africalia
14
De inheemse volkeren van Zuid-Amerika hebben zo hun eigen visie op ontwikkeling. Voor hen geldt buen vivir: in harmonie leven met de medemens en de natuur (zie p.9). Uit een studie van de Wereldbank kwam naar voren dat achtergestelde gemeenschappen de erkenning van hun waardigheid belangrijker vinden dan het materiële. Ook UNFPA, het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties, houdt in zijn laatste rapport een pleidooi voor een ontwikkelingssamenwerking waarin een cultuurgerichte aanpak niet ontbreekt. Siri Tellier, directrice van UNFPA in Genève, vat het als volgt samen: "Ontwikkeling is meer dan bruggen en energiecentrales bouwen. Eén van haar grondvesten is een verandering in mentaliteit en gedrag". Het interview met cultuurantropoloog. Thierry Verhelst (p.18) toont aan hoe belangrijk de plaats van cultuur in ontwikkelingsprojecten is.
Interview : Thierry Verhelst
18 Verblijvend in België, speelt de Burundees Ntakiyica met zijn eigen identiteit en parodieert hij René Magritte.
HET MAGAZINE VAN DE BELGISCHE ONT WIKKELINGSSA MENWERKING
TWEEMAANDELIJKS MAGAZINE SEPTEMBER-OKTOBER 2009
P308613 A
B
En voorts is er ‘Cultuur met grote C’, kortom de kunst die de geest verrijkt en glans geeft aan het alledaagse. Deze Cultuur kan de sociale samenhang en de democratie versterken, werkgelegenheid scheppen en het nationale inkomen vergroten. Er gaat ook een therapeutisch effect van uit (p.17). In het ontwikkelingsbeleid werd ze lang terzijde geschoven, maar sinds de Overeenkomst van Cotonou is cultuur voor Europa hoe langer hoe meer een prioriteit. In mei ll. stond ze op de agenda van de conferentie Culture and creation, factors of development (p.4) en ze is intussen ook een wezenlijk onderdeel van nieuwe programma’s die de internationale filmproductie bevorderen (Media en ACP film - p.6). Het opzet van deze programma’s is het Zuiden de kans te geven zelf films te maken… en de eigen identiteit een gezicht te geven.
.4
X
DOSSIER: CULTUUR EN ONTWIKKELING
En verder...
2009
dimensie
1
Het blad van de Belgische ontwikkelingssamenwerking Tweemaandelijks tijdschrift uitgegeven door de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGOS) Redactie: DGOS Directie Sensibiliseringsprogramma’s Karmelietenstraat, 15 | B-1000 Brussel Tel: 0032 (0)2 501.48.81 – Fax: 0032 (0)2 501.45.44 E-mail:
[email protected] www.diplomatie.be | www.dgos.be Redactiesecretariaat: Elise Pirsoul, Jean-Michel Corhay, Chris Simoens Lay-out en productie: www.propaganda.be De artikels geven niet noodzakelijk het officiële standpunt weer van DGOS of van de Belgische regering. Overname van de artikels is toegestaan mits bronvermelding en een kopie voor de redactie. Dimensie 3 verschijnt 5 maal per jaar om de 2 maanden, behalve in de zomer. Abonnement: gratis in België en in het buitenland. Gedrukt op chloorvrij papier.
2
dimensie
september-oktober
2009
04
Cultuur moet een politieke prioriteit worden
08
Ontwikkeling? Da's buen vivir
09
Wisselende beelden en stemmen uit Zuid en Noord
10
De stelling van Africalia
14
"Les Recluses", theater over een sociale gedaanteverwisseling
17
"Onderontwikkeling kan je becijferen noch fotograferen"
18
Help, het internet is traag!
20
De Andere Kant van de Wereld
21
Puntkomma
22
Afrika ontmaskerd
24
Het internationale ontwikkelingsjargon hanteert het begrip ownership (verzelfstandiging, eigen inbreng van de plaatselijke bevolking), maar hoe breng je hier iets van terecht zonder een sterk zelfbeeld? Culture is not for cows luidt de slagzin van Africalia (een Belgische vereniging die werkt rond culturele samenwerking met en in Afrika - p.14): de mens is geen dier voor wie eten en slapen volstaan om zich goed te voelen. Is door deze vernauwde aandacht voor basisbehoeften de aandacht voor het ‘geestelijke voedsel’ verdwenen?
© Couverture : Aimé Ntakiyica
-
"Cultuur is geen luxe, maar een noodzaak"
Cultuur kan ook bijdragen tot zelfkennis en kennis van de andere. Daarom maakt de Belgische ontwikkelingssamenwerking middelen vrij voor culturele evenementen of kunstwerken in België en voor een Belgisch publiek (p.10). Vanuit eenzelfde visie werkte het Afrikamuseum van Tervuren de tentoonstelling Persona uit: Afrikaanse maskers krijgen er opnieuw betekenis. Deze kunstzinnige en sacrale objecten gaan de confrontatie aan met werk van hedendaagse kunstenaars die hun land zijn ontvlucht, die nagedacht hebben over het lot van hun voorouders en die nu hun weg zoeken in een hybride identiteit. Voor dit dossier mochten wij een paar foto’s van deze prachtige werken gebruiken.
De redactie.
september-oktober
2009
dimensie
3
Dossier
Cultuur en ontwikkeling
"Cultuur is geen luxe, maar een noodzaak"
¹
© Angèle Etoundi Essamba
Past het om in tijden van economische crisis over culturele samenwerking met de ‘arme’ landen te spreken? Neen, als je denkt dat cultuur overbodig is, niet rendabel of voorbehouden aan een elite. Ja, als je bedenkt dat muziek 5% uitmaakt van het BBP van Jamaica, zonder de 3% nationale jobs te tellen die hiermee verband houden Ja, als je bedenkt dat die landen vooral ‘imagoarm’ zijn, dat cultuur bijdraagt tot het welslagen van ontwikkelingsprojecten, tot sociale cohesie, democratie, de positieve identiteit van een gemeenschap… én tot economische groei. Een visie die ook op de Europese conferentie ‘Culture and creation, factors of development’ werd bevestigd.
Cultuur en culturen Eerst even verduidelijken: er is cultuur en er zijn culturen. De ‘culturen’ in de brede en antropologische betekenis van het woord zijn eigen aan elke groep, elk individu, en liggen ten grondslag aan alle menselijke relaties. Met ‘cultuur’ in de enge zin bedoelt men de cultuurcreatie, de kunst: het domein van de kunstenaar. Er is een verband tussen de twee omdat de cultuurcreatie uitdrukking geeft aan waarden en een identiteit, ze schept het beeld dat een maatschappij van zichzelf heeft en dat ze uitdraagt.
Identiteitscrisis en Verklaring van Parijs "Enkele jaren geleden interviewde ik in Afrika een ambassadeur over de rol van cultuur, en hij zei toen het volgende: "Er zijn basisnoden die belangrijker zijn." Een onverbiddelijke logica. En toch. Ik keek naar dit groene land
in Afrika als naar een tuin van Eden. De mensen die er woonden waren weliswaar in lompen gekleed, maar hadden een glimlach op hun gezicht. Ze vroegen me om raad, omdat ik blank ben. En ik, die meer dan duizend mijl van huis verwijderd was, ik kon hen niet vertellen hoe ze beter konden leven in het land van hun voorouders. Het was alsof de oorlogen en de decennialange economische overheersing hen hun voorouders en het vertrouwen in hun eigen kennis hadden ontnomen”, betreurt E., een jonge ontwikkelingswerkster. Er is vandaag veel sprake over ownership (eigenaarschap), maar hoe kan je dit bereiken als er geen sterk bewustzijn van de eigen identiteit is? Is door deze vernauwde aandacht voor basisbehoeften de aandacht voor het ‘geestelijke voedsel’ verdwenen? In ontwikkelingsprojecten wordt een mensgerichte doelstelling vooropgesteld. Het welslagen van een project kan dus afhangen van de meeweging van de culturele waarden van een gemeenschap. Dit is de opvatting van gewezen Eurocommissaris voor ontwikkelingssamenwerking, Louis Michel: "Ontwikkeling is
een weg en elk land moet zijn eigen weg kiezen. Cultuur (…) bakent deze weg af." In de Verklaring van Parijs worden de ‘ontwikkelingslanden’ als volwaardige partners beschouwd. Ze moeten dan ook de kans krijgen een sterke identiteit aan de dag te leggen en niet langer uitsluitend een passieve rol van begunstigde aan te nemen. Maar het Zuiden lijdt aan een miskenning van een positief zelfbeeld. Het beeld dat door westerse media wordt gefilterd, is verarmd en negatief. Het Zuiden mist structuren om haar cultuur te verspreiden die nochtans een ongekende rijkdom en diversiteit kent.
Rendabel, maar gebrek aan industrie en politieke wil Bijna tien jaar na de Millenniumverklaring brengt de economische crisis het bereiken van de Millenniumdoelen nog meer in het gedrang. Om de doelen alsnog te behalen tegen 2015, is sterke economische groei absoluut nodig. De culture sector kan hier zijn steentje aan bijdragen door banen te scheppen en commerciële goederen aan te bieden.
1 Citaat van Gao Xinjiang, Nobelprijswinnaar literatuur 2 Deze cijfers komen uit het document ‘Potentialité et enjeux de la création et la culture pour le développement’ van Francisco Ayi J. d’Almeida, dat op de website van de conferentie staat. 3 Uit een toespraak op de conferentie ‘Culture and creation, factors of development’
4
dimensie
september-oktober
2009
In de geïndustrialiseerde landen is de cultuursector goed voor een niet te verwaarlozen deel van het nationale inkomen: 3,2% van het Noorse Bruto Binnenlands Product, 3% in Groot-Brittannië. In ontwikkelingslanden is de cultuurmarkt al te vaak een informele markt, omdat de structuren voor een echte industrie ontbreken. In dat opzicht is politieke aandacht van groot belang. Kijk naar Brazilië. Onder impuls van het ministerie van Cultuur was de cultuurindustrie in 1998 goed voor 6,7% van het BBP en 5% van de nationale tewerkstelling. Dit is meer dan wat de voedingsmiddelenindustrie in tal van Europese landen vertegenwoordigt. En de filmindustrieën in India – Bollywood stelt meer dan 4 miljoen mensen tewerk - en in Nigeria – Nollywood is ongeveer 2,3 miljard US dollar waard – genereren meer inkomsten dan Hollywood. Afrika kent geen gebrek aan kunstenaars, maar weinigen slagen er in te leven van hun kunst. Wie zich het best uit de slag kan trekken, het beroemdst is, kan soms subsidies krijgen – vaak westerse en aan voorwaarden gekoppelde subsidies. Zelfs producties die erkenning krijgen, geraken met moeite over de grens, zelfs binnen het continent, omdat er amper distributiesystemen voor handen zijn. En ze hebben praktisch geen toegang tot de Europese markt, die zichzelf moet beschermen om niet overspoeld te worden door Noord-Amerikaanse producties. In dat opzicht zijn thematische festivals van wezenlijk belang, zoals Fespaco (zie kader) en Fespad (het Festival van de pan-Afrikaanse kunsten) in Afrika of zoals Couleur Café (zie kader) en het Afrika Filmfestival in België.
Boodschappers ten dienste van ontwikkeling Van oudsher vervult de kunstenaar een onbetwiste sociale rol. De griot, de nar, de dichter, de troubadour vertelden de geschiedenis van een gemeenschap, brachten waarden over of oefenden scherpzinnige kritiek uit op de maatschappij of de machthebbers. “Kunstenaars hebben vaak nog eerder dan het volk de opstandigheid onder woorden gebracht en hiermee uitdrukking gegeven aan de verwachtingen van dat volk. Ze geven gestalte aan de democratie”, bevestigde Eurocommissaris Louis Michel.
Ousmane Sembene, de Senegalese stichter van de Afrikaanse film, trok met zijn films van dorp tot dorp. Voor hem is de bioscoop een ‘school’, een vertelkunst die het mogelijk maakt thema’s aan te brengen, verhalen te vertellen die iedereen begrijpt, ook analfabeten. In een interview met Knack vertelde de beroemde dr. Piot – voormalig hoofd van UNAIDS - dat hij jongeren veel doelmatiger voor aids kon sensibiliseren via muziek dan via een brochure.
Europese conferentie: meer aandacht in het ontwikkelingsbeleid? Dit uitgangspunt stond centraal in de debatten op de conferentie ‘Culture and creation, factors of development’ die op 2 en 3 april 2009 in Brussel plaatsvond. 150 deskundigen uit de cultuursector van Europa en de landen in Afrika, het Caribische Gebied en de Stille Oceaan (ACS) staken de koppen samen. Het was de bedoeling cultuur op de ontwikkelingsagenda te plaatsen in het kader van de
samenwerking van de Europese Commissie met de ACS-landen. België verleende financiële en logistieke steun voor deze conferentie en werd er vertegenwoordigd door de minister van Ontwikkelingssamenwerking. De werkzaamheden werden afgesloten met de Brussels Declaration by artists and cultural professionals and entrepreneurs. Daarin bevelen de deskundigen aan dat de lokale overheden van de ACS-landen cultuur als prioriteit aanmerken in hun programma’s en strategieën voor armoedebestrijding. Vervolgens dienen ze beleidsmaatregelen uit te werken die gericht zijn op de inrichting van structuren voor de cultuursector. De Europese Commissie van haar kant moet de culturele dimensie in aanmerking nemen in haar aanpak van het ontwikkelingsbeleid en kunstenaars erkennen als ontwikkelingsactoren. Deze oproep valt misschien niet in dovemansoren omdat de Eurocommissaris beloofde een comité voor opvolging van deze verklaring >
Steun voor de cultuursector in het Zuiden vanuit België en Europa In België is cultuur een bevoegdheid van de taalgemeenschappen. De Franse Gemeenschap is bevoegd voor de steun aan projecten met het Zuiden via de WBI (Wallonie Bruxelles International – ex CGRI). Bij de Vlaamse Gemeenschap loopt de steun via het VAIS - Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking. De twee ministeries van Cultuur nemen deel aan cultuurprojecten in het buitenland indien er een verband is met of een belang voor hun gemeenschap. De Belgische ontwikkelingssamenwerking financiert culturele producties en realisaties in België die gericht zijn op de sensibilisering van het grote publiek (zie artikel p.10). In fragiele staten of in staten in een postconflictsituatie kan ze ook projecten financieren die duidelijk bijdragen tot vredesopbouw en conflictpreventie.
Africalia (zie p.14 ) – ooit opgericht als cultureel instrument van de Belgische ontwikkelingssamenwerking en inmiddels een onafhankelijke vereniging die losstaat van de Gemeenschappen - steunt culturele structuren in 6 landen in Sub-SaharaAfrika. De Europese Commissie beschikt voor culturele samenwerking over een budget van de Europese Unie en over het ACScultuurfonds (30 miljoen euro voor culturele activiteiten) dat afhangt van het Europees ontwikkelingsfonds. De OIF (Organisation Internationale de la Francophonie) beschikt over een belangrijk hulpfonds dat enkel voor Afrika is bestemd. (Deze lijst is niet volledig gezien de complexiteit van de kanalen en het grote aantal kleine structuren)
september-oktober
2009
dimensie
5
Dossier
Cultuur en ontwikkeling > in het leven te roepen. Enkele Oost-Afrikaanse landen zoals Burkina Faso en Ivoorkust nemen de culturele sector al op in hun regionaal ontwikkelingsprogramma. De Europese Commissie heeft aangekondigd dat ze de banden wil aanhalen tussen de Europese cinematografie en kunstenaars uit de hele wereld. Het programma MEDIA zal over 40 miljoen euro beschikken om 40 projecten te financieren: vorming, promotie, distributie, filmprojecties en andere acties die het publiek in Europa en de wereld aanmoedigen om buitenlandse films te ontdekken. Daarnaast zal het ACS-filmprogramma 24 audiovisuele projecten steunen voor 6,5 miljoen euro. Doel is de ACSlanden toe te laten hun eigen beelden vorm te geven. De klemtoon ligt op vorming en numerieke technologie, en in een tweede fase op de opening van de markten. Wordt dus vervolgd.
Overeenkomsten waarin de krijtlijnen van het Europees cultuurbeleid in het kader van de ontwikkelingssamenwerking worden uiteengezet.
Een festival van goudwaarde voor Burkina Faso
stedelijk stadion bij te zijn, de overheid past de werkuren aan opdat iedereen filmvoorstellingen kan bijwonen, de nationale en vaak ook internationale tv-zenders brengen dagelijks verslag uit. Straten en straatverlichting krijgen een opfrisbeurt. Uit alle hoeken van het land stromen filmliefhebbers en handelaars toe. De Burkinezen die van nature een gastvrij volk zijn, ontvangen de duizenden buitenlanders met open armen.
De wieg van talent en projecten Elise Pirsoul
Het festival wakkert de interesse voor kunst aan en is een voedingsbodem voor talent: Burkinese filmmakers krijgen wereldwijd erkenning, het land heeft een filmschool met studenten uit elf landen. Er worden films bekeken, er zijn contacten tussen producers en acteurs, financiers komen nieuwe projecten bespreken.
online
Een project van het Vlaamse departement cultuur, jeugd, sport en media. Op de conferentie "Culture and creation, factors of develoment", in april 2009 in Brussel, ontmoetten talrijke professionelen en cultuurpersoonlijkheden elkaar.
© M.Knol / Poppunt
• In de Overeenkomst van Cotonou (2000 en herzien in 2005) wordt cultuur als volwaardig luik van de samenwerkingsstrategie opgenomen in het partnerschap tussen de landen van Afrika, het Caribische Gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen) en de Europese Gemeenschap. Voortaan wordt cultuur beschouwd als katalysator van het ontwikkelingsproces. Dit vertaalt zich in een nieuw Europees politiek raamwerk.
Batsha (= jeugd) is een grootschalig programma in Zuid-Afrika (3 miljoen euro). Bedoeling is allerlei activiteiten te organiseren voor kansarme jongeren uit townships: actieve cultuurbeleving, kunst, erfgoed, sport… Eén van de organisaties uit Vlaanderen die bij Batsha betrokken is, is Poppunt, het Vlaamse aanspreekpunt voor de popsector. Poppunt organiseert in Zuid-Afrika workshops rond opname en promotie van popmuziek, copyrights, optredens enzomeer. Vlaamse en ZuidAfrikaanse artiesten gaan ook samen musiceren. CS online www.cjsm.vlaanderen.be > cultuur > internationaal
6
dimensie
september-oktober
2009
• In 2005 werd het UNESCO-Verdrag betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen goedgekeurd. Daarin wordt opnieuw het soevereine recht van de staten om een cultuurbeleid te voeren bevestigd. 56 landen bekrachtigden het verdrag. Het verdrag versterkt de internationale samenwerking met als doel de cultuuruitingen van alle landen te bevorderen. UNESCO ontvangt jaarlijks van DGOS om en bij de 1 miljoen euro, onder meer voor haar algemene werking en voor de instandhouding van natuurreservaten in DR Congo. • De Europese consensus voor ontwikkeling beschrijft cultuur als een cruciaal aspect van het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie en brengt cultuur in verband met de verwezenlijking van de Millenniumdoelen. • Met het oog op de verwezenlijking van de Europese consensus en van het Unesco-verdrag stelde de Europese Commissie in 2007 een Europese agenda voor cultuur op. Daarin wordt voorgesteld de culturele dimensie stelselmatig mee in aanmerking te nemen in het geheel van beleidsmaatregelen, projecten en programma’s in het kader van buitenlandse betrekkingen en ontwikkeling.
Een goede internationale uitstraling Het festival is een trekpleister voor toeristen, kunstenaars, professionals uit de filmwereld, geldschieters en de internationale media. Dit kleine land dat op toeristisch gebied niet heel veel te bieden heeft, verwerft aldus wereldfaam en wordt alsnog een toeristische bestemming.
© Elise Pirsoul / DGOS
© D. Andelean / DGOS
Website van de Europese conferentie: www.culture-dev.eu
Economisch effect
Burkina Faso is economisch gesproken een arm land maar wel een land met een grote culturele rijkdom. De organisatie van het filmfestival vergt een aanzienlijke financiële inspanning, maar het Het Cineastenmonument in Ouagadougou symboliseert de gehechtheid van de Burkinesen aan de 7de kunst. heeft ook een groot terugverdieneffect, aldus de minister van Cultuur. Het schept werkgelegenheid en genereert inkomsten via het toerisme, de horeca, de luchtvaart. De economie van het Wie in de maand maart van een oneven jaar naar Burkina Faso reist, deelt tot zijn verbazing het vliegtuig met film- en cultuur- land krijgt er flink wat zuurstof door. Een studie over het economisch effect van Fespaco die professionals (acteurs, regisin 1995 in opdracht van de seurs, producers, beleidsoverheid werd gemaakt met makers), journalisten en toesteun van de Europese Unie, risten met één en dezelfde toonde aan dat Burkinese bestemming: het festival filmmakers, handelaars en der festivals van de panzakenmensen een veelvoud Afrikaanse film, Fespaco. Dit aan contracten binnenhalen. tweejaarlijkse film- en teleEn er zijn niet alleen de films, visiefestval in Ouagadougou maar ook evenementen in de is al 40 jaar lang een niet te Marie-Clémence Paes, marge van het festival zoals missen gebeurtenis. Het zet Malagassisch regisseur. een kunstambachtenmarkt, niet alleen voor filmliefhebconcerten, toneelopvoeringen, een beurs voor filmprofessiobers dit kleine West-Afrikaanse land op de kaart. Het heeft ook nals, conferenties, enz. voor de regio een sociaal-economische impact die goud waard is. EP
"Het is een grote fout om enkel in termen van vitale behoeften te denken. Mensen behandelen alsof ze enkel behoefte hebben aan voedsel en zorgen, is mensen behandelen als vee",
Sociaal bindmiddel Het festival is in de eerste plaats een nationaal volksfeest. Een week lang leeft het land op het ritme van het filmfestival: vele Burkinezen proberen er met de feestelijke opening in het hoofd-
online www.fespaco.bf
september-oktober
2009
dimensie
7
dossier
DOSSIER
Stemmen uit het Zuiden
© thisfabtrek
De voormalige Malinese Minister van Cultuur, Cheick Oumar Sissoko, is naast politicus ook een gewaardeerd filmmaker. Beter dan wie ook is hij bekend met de problematiek van de Afrikaanse film. Hij ijvert voor authenticiteit en ZuidZuidnetwerken. Het politieke belang van cultuur voor de economie en de vrede is voor hem een evidentie.
Cheick Oumar Sissoko Na zijn studies aan de universiteit in Parijs in sociale wetenschappen, geschiedenis en Afrikaanse sociologie, volgt Cheick Oumar Sissoko filmlessen aan de Ecole nationale Louis Lumière. Terug in Mali maakt hij films, De grote triomf komt in 1995. Zijn film "Guimba" ("De tiran") wordt bekroond met prominente prijzen op het Festival van Locarno en op het Fespaco (Panafrikaans festival van film en televisie in Ouagadougou). In 1999 sleept "La Genèse" opnieuw tal van prijzen in de wacht op het Fespaco. Van 2002 tot 2007 is hij minister van Cultuur in Mali. Vandaag wordt Sissoko nog steeds beschouwd als een van de grootste Afrikaanse filmmakers. Sissoko legt in de eerste plaats de nadruk op de schoonheid van de Afrikaanse identiteit. "Omdat altijd een rampzalig beeld wordt geschetst van het Afrikaanse continent is het zover gekomen dat jonge immigranten zich schamen voor hun continent en zijn menselijke en spirituele rijkdom uit het oog verliezen", zegt hij. Sissoko ziet film als een middel om het nationale en panafrikaanse bewustzijn wakker te maken. Wanneer hij "Guimba" aan leerlingen van de filmschool van Burkina Faso (ISIS) toont, houdt hij hen het volgende voor: "Een Afrikaanse film moet het erfgoed helpen in stand houden. Als locatie voor Guimba heb
8
dimensie
september-oktober
2009
ik gekozen voor Djenné, een zeer belangrijke historische stad. U wellicht onbekend, maar u kent Europa dan ook veel beter. Ik maakte gebruik van het materiële erfgoed (Djenné staat op de erfgoedlijst van de Unesco), van het immateriële erfgoed (het lied, de ruiters), van het natuurlijke erfgoed (de klif, de rivier, de Olifantenvallei), en van het spirituele erfgoed (de "confrérie des chasseurs", de verhouding tussen het zichtbare en het onzichtbare)." Toch had hij, net als alle Afrikaanse kunstenaars, te kampen met problemen in verband met financiering, technologie en distributie. Omdat film een duur medium is dat aangewezen is op technologische middelen, moet het vaak voldoen aan de eisen van het Noorden. "Mijns inziens is culturele ontwikkeling nauw verweven met internationale solidariteit. Momenteel heeft het Noorden immers het geld, de technologie en de know how. Internationale samenwerking vervult in dit opzicht een belangrijke rol maar nu de beurzen door de crisis dichtgaan, is een andere aanpak nodig. De landen van het Zuiden moeten hun cultuureconomie herstructureren en een reële industrie oprichten." Om de financiële en technologische beperkingen te verhelpen, pleit Sissoko voor zuidZuidnetwerken. "Toen ik mijn film Guimba wilde maken, vond ik in Niger camera’s die nog nooit waren gebruikt; de montage en de geluidsmenging gebeurden in een studio in Burkina; de technici waren Malinesen en Burkinesen. Zo werkt het Zuid-Zuidnetwerk. Het materiaal en de hoge kostprijs zorgen voor ernstige problemen. Als we nu voor verschillende landen een gemeenschappelijke infrastructuur hadden, zouden we een voorkeurtarief kunnen hanteren."
En hij gaat verder, "Overal duiken filmscholen op: in Niger, Burkina, Ghana. Nu, met de crisis, kunnen we overwegen één grote school voor de hele subregio op te richten. In de andere scholen kan bijscholing worden gevolgd op het gebied van de technologische evolutie op continentaal of regionaal niveau". Ook voor de filmdistributie ziet Sissoko veel heil in het ZuidZuidnetwerk. "Elk land heeft zijn culturele producten. Netwerken bieden ons de mogelijkheid om deze goederen op grotere schaal te verspreiden. Een Afrikaanse film moet eerst in Afrika worden vertoond. Als de film succes heeft in een continent met 1 miljard inwoners, zullen producenten hem te allen koste willen hebben. De kiem is al gelegd: Nollywood. Nigeria maakte in 2008 1.700 films die tegen minder dan 1 euro per DVD worden verkocht." Gevraagd naar de grootste moeilijkheden waarmee hij als minister van Cultuur werd geconfronteerd, antwoordt hij: "Een te klein budget. Cultuur is voor de Afrikaanse regeringen geen prioriteit terwijl ze nochtans zeer rendabel kan zijn, met name muziek. Het grote probleem is dat Afrika geen cultuurindustrie heeft die professionele goederen en diensten aanmaakt waarmee de markt kan worden uitgebreid. Men moet beseffen dat cultuur een belangrijke economische hefboom is, dus ook een factor van ontwikkeling en, in het door conflicten verscheurde Afrika van vandaag, een factor van stabiliteit en vrede." Tekst en gesprek opgetekend in Burkina Faso door Elise Pirsoul
(de tekst bevat ook korte uittreksels van een interview dat Cheick Oumar Soussoko gaf op de RFO)
Ontwikkeling? Da’s buen vivir De inheemse volkeren van Latijns-Amerika hebben zo hun eigen visie op ontwikkeling. Ze spreken liever over buen vivir: leven in harmonie met de medemens en de natuur. Blijkbaar is cultuur niet alleen belangrijk voor ontwikkeling. Het is ook de cultuur die bepaalt voor welk soort ontwikkeling men kiest.
De Europese kolonisatie is als een pletwals over Latijns-Amerika geraasd. Toch is het gros van de oorspronkelijke inheemse volkeren blijven bestaan. Vandaag leven er nog tussen de 40 en 50 miljoen 'inheemsen', ongeveer 8 à 10% van de totale bevolking. 90% leeft in de Andeslanden (Peru, Bolivia, Ecuador, Colombia) en in Midden-Amerika (Guatemala en Mexico). In Bolivia en Guatemala vormen de zogenaamde Amerindianen met 60% zelfs de meerderheid.
© Valdi Fischer / DGOS
Cultuur moet een politieke prioriteit worden
Stemmen uit het Zuiden
"Misschien wel het grootste succes van het fonds is de vorming van leaders van inheemse afkomst", beklemtoont Fischer. "Leaders die de stem van hun volk vertolken op zowel nationaal als gemeentelijk niveau, zijn essentieel om de inheemsen uit hun onderdrukking te halen. Zowel in Bolivia, Ecuador als Venezuela bekleedt een ex-student van het fonds momenteel een ministerpost."
Buen vivir Fondo Indigena Jarenlang had de dominerende Latijnse cultuur geen oog voor de Amerindianen. Pas in de jaren '80 kwam daar geleidelijk verandering in. Naar aanleiding van de 500ste verjaardag van de ontdekking van Amerika door Columbus, werd in 1992 het Fondo Indigena opgericht: een forum waar de inheemse volkeren in overleg konden treden met de overheid. Naast Spanje en Portugal is België het enige externe lid (zie kader). "Dankzij het Fondo Indigena zijn de Amerindianen meer op het voorplan getreden", zegt Valdi Fischer, vertegenwoordiger van België in het Fondo Indigena. "Overheden erkennen nu tenminste hun bestaan. De meeste staten hebben hun grondwet aangepast en er werd een zekere vooruitgang geboekt." Het fonds ondersteunt ook onderwijsprogramma’s. Een mooi voorbeeld is de Inheemse Interculturele Universiteit, een netwerk van universitaire centra in LatijnsAmerika en Spanje die cursussen geven over onder meer traditionele gezondheidszorg en de rechten van inheemsen
Naarmate de Amerindianen zich meer bewust worden van hun rechten, treedt ook het begrip 'ontwikkeling met identiteit' of 'endogene ontwikkeling' op de voorgrond. Het slaat op de mogelijkheid van een inheems volk om op een eigen territorium
België steunt In Latijns-Amerika richt de Belgische ontwikkelingssamenwerking zich tot de allerarmsten. En die allerarmsten zijn de inheemse volkeren. Dat was dan ook de beweegreden voor het toetreden van België tot het Fondo Indigena in 1993. Sindsdien heeft ons land 5 miljoen euro bijgedragen. Onlangs werd nog eens 2 miljoen euro toegezegd. Hiermee worden onder meer privé-initiatieven van inheemsen gesteund (bv. productie van alpacawol, quinoa en aardappel). Dankzij zijn lidmaatschap houdt België voeling met wat er leeft onder de inheemse volkeren van Latijns-Amerika en kan het zijn beleid hierop afstemmen.
en volgens de eigen cultuur en traditie zijn levenskwaliteit te verbeteren. "In feite houden de Amerindianen niet van het woord ontwikkeling", zegt Fischer. "Het klinkt te veel als 'beter willen zijn dan de ander'. Ze hebben het liever over 'buen vivir', goed leven." Amerindianen willen in harmonie leven met de medemens en de natuur, en de rijkdom van de natuur op een evenwichtige manier benutten. "Best een inspirerende visie," vindt Fischer, "zeker in een tijd van financiële en ecologische crisissen die de gebreken van ons westers economisch model blootleggen. Bolivia heeft de notie 'buen vivir' al in zijn nationaal plan opgenomen." Maar het economische vooruitgangsmodel slaagt er niet altijd in harmonisch samen te gaan met het buen vivir-model. Dat bewijzen de recente strubbelingen in Peru. Inheemsen protesteren er tegen de ontginning van natuurlijke rijkdommen op hun territorium. Volgens de overheid zal de ontginning het land helpen ontwikkelen, maar ten koste van wie en wat? En welk soort ontwikkeling? Voor de lokale leaders passen de ontginningsplannen niet in het buen vivir-model van hun gemeenschappen. Het Fondo Indigena heeft duidelijk nog een lange weg voor de boeg. Chris Simoens online www.fondoindigena.org
september-oktober
2009
dimensie
9
dossier
Sensibilisering
Wisselende beelden en stemmen uit Zuid en Noord Sensibiliseren voor ontwikkeling doe je via cultuur!
© Esperanzah !
Publieksreacties op het festival Esperanzah!
Vindt u dat Esperanzah! bijdraagt tot wereldsolidariteit? Isabelle (44 jaar) : Ja, dit is het enige festival in de Franstalige Gemeenschap dat die taak vervult. Het heeft een minder uitgesproken commercieel karakter dan andere festivals en elk jaar wordt er een ‘engagementsthema’ ontwikkeld op conferenties, in films, enz.
In uw dienst zijn 'cultuur' en ‘ontwikkeling’ twee begrippen die vaak worden gebruikt en waartussen een wisselwerking bestaat. Waarom ? Veel projecten die bij ons worden ingediend, zijn van nature culturele producties en creaties, zoals muziek- en filmfestivals, tentoonstellingen, toneelstukken, documentaires… Je zou kunnen zeggen dat ‘cultuur’ er ten dienste staat van ontwikkeling. Bovendien is het vaak de bedoeling de rijkdom van de zogenaamde ‘ontwikkelingslanden’ te tonen, waarbij niet enkel een positief beeld van deze landen wordt opgehangen, maar ook wordt getoond hoe de situatie ter plaatse is en wat de verschillende knelpunten zijn op het vlak van ontwikkeling en de Noord-Zuidbetrekkingen.
Couleur Café Met de woorden "de Belgische publieke opinie sensibiliseren", wordt in art. 3 van de Wet van 1999 betreffende de Internationale samenwerking de opdracht van de Directie Sensibiliseringsprogramma’s beschreven*. Deze directie, die deel uitmaakt van DGOS, is onderverdeeld in twee diensten. De ene dienst zet een programma op van tentoonstellingen, evenementen en publicaties, met onder andere ons tijdschrift Dimensie 3. De andere dienst, ‘Sensibilisering door derden’, verleent financiële steun aan private initiatieven. In dit nummer richt de ene dienst zich tot de andere: Dimensie 3 had een gesprek met Thérèse Loncke, hoofd van deze dienst die bijzonder veel belang hecht aan het culturele leven.
Kunnen culturele creaties en voorstellingen over het Zuiden daadwerkelijk bijdragen tot een sterker en ruimer maatschappelijk draagvlak voor de nodige Noord-Zuidsolidariteit, die haar weerslag vindt in het ontwikkelingsbeleid?
dat het in het belang van iedereen is de solidariteit tussen de volkeren te behouden en te versterken, willen we aan onze kinderen een evenwichtige, duurzame wereld nalaten waarin er eerbied is voor ieder individu.
In België, een kruispunt van gemeenschappen en Via ‘cultuur’ krijgt de publieke opinie voe- culturen in het hart van ling met andere volkeren, andere culturen Europa, zijn er talrijke en en andere realiteiten die men leert ken- zeer diverse intellectuele nen in een aangename, zelfs feestelijke en gemoedelijke sfeer. Door deze ‘ontmoetingen’ komt het vaak tot een beter wederzijds begrip omdat clichés en vooroordelen worden afgebouwd. Het publiek wordt gedwongen de geest en het hart open te stellen. De kennis van elkaar groeit, de dialoog begint, de erkenning, ja zelfs de waardering van verschillen en gelijkenissen verdringen de angst… Stuk voor stuk stappen op weg naar een grotere solidariteit. Deze interculturele uitwisselingen geven de creatieve geesten in deze landen de kans te tonen dat ze op tal van vlakken iets te bieden hebben. De uitwisselingen helpen ons beseffen dat we vandaag in een wereld vol wisselwerkingen leven, en
In België vinden er elk jaar tal van niet te missen muziekfestivals plaats. Place to be is onder andere het alom bekende Couleur Café, met zijn karakteristieke mengeling van kleuren en klanken dat tot ver buiten de nationale grenzen een goede reputatie geniet vanwege zijn hoogstaand niveau. De oprichter en directeur ervan, Patrick Wallens, verklapt ons zijn recept. Herman Bertiau, verantwoordelijk voor de programmatie van de tentoonstellingen, geeft een toelichting bij Cool Art Café…
Cultuur en ontwikkeling, bestaat er volgens u een wisselwerking tussen beide? Herman Bertiau : "Cultuur en ontwikkeling zijn nauw met elkaar verbonden. Het zijn allebei pijlers van de beschavingen: het ene bestaat niet zonder het andere."
Patrick Wallens : "Het festival Couleur Café zoomt in op de culturen van de wereld en brengt uiteraard tal van concerten, maar in het brandpunt staan ook gastronomie, handwerk, plastische kunsten en solidariteit. Het is een cultuurgebeuren, feestelijk en volks van opzet, dat een mentaliteitswijziging bij het brede publiek teweeg wil brengen. Al 20 jaar lang draagt Couleur Café bij tot de strijd tegen intolerantie. Het wil namelijk kennis bijbrengen, kennis over wie de anderen zijn, hun culturen, de verschillen en de rijkdom waarin iedereen mag delen. Couleur Café schept het ideale kader voor deze multiculturele uitwisselingen."
In welke mate draait de artistieke programmatie van Cool Art Café rond deze wisselwerking??
Solidarity Village…
Cathy (45 jaar) : Muziek uit andere delen van de wereld te ontdekken is ‘een plezier, een geluk’. Je krijgt de gelegenheid je open te stellen voor andere culturen, maar muziek op zich is niet voldoende, zonder een bepaalde context (zoals een themafestival, bijvoorbeeld). Muziek is een middel, maar moet omkaderd zijn door andere soorten activiteiten (conferenties, debatten, films) wil ze in staat zijn de solidariteit te versterken.
...en Cool Art Café
Wat kan het Belgische publiek opsteken van een cultureel en ontspannend evenement als Couleur Café? Waarom denkt u dat dergelijke culturele happenings nodig zijn?
>
Kan wereldmuziek bijdragen tot wereldsolidariteit?
de rechten van de vrouw, van sans-papiers, de uitbuiting van kinderen, het milieu, het belang van water. Dit dorp is een waardevolle informatiebron voor het publiek dat duidelijk naar participatieve solidariteit verlangt. Solidarity Village is een kleinood binnen Couleur Café dat het specifieke concept van het festival verrijkt en er meer zin en inhoud aan geeft."
De Belgische ontwikkelingssamenwerking is één van de sponsors van Couleur Café. De steun is meer in het bijzonder bedoeld voor Solidarity Village. Op het programma staan ludieke en pedagogische animaties voor kinderen en hun ouders, tentoonstellingen, creatieve workshops en debatten. Welke meerwaarde geeft deze ruimte aan het Festival? P. W. : "Het best leer je door vreugde te beleven aan wat je doet. Couleur Café is een feest waar bewust bij dingen wordt stilgestaan. Solidarity Village is de plaats binnen het festival waar even halt wordt gehouden. Hier is ruimte voor observatie, ontdekking, ontmoeting, deelname, informatie, vertier in het kader van de bewuste kennismaking met een thema dat elk jaar verschilt:
H. B. : "Couleur Café is een pluridisciplinair festival waar de plastische kunsten sinds jaren een eigen plek hebben, namelijk het Cool Art Café. Cool Art Café is erop gericht moderne kunst en inheemse volkskunst, artiesten uit Noord en Zuid, grote namen en minder bekende kunstenaars samen te brengen, synergieën te doen ontstaan, vruchtbare ontmoetingen tussen kunstenaars uit te lokken, de confrontatie met een ruim publiek aan te gaan… Het publiek wordt uitgenodigd kunstenaars te ontdekken die elk op hun manier een bepaald thema behandelen. Zo worden duizenden personen gesensibiliseerd die zich openstellen voor uiteenlopende artistieke strekkingen, standpunten en relevante visies op de ontwikkeling van onze samenlevingen. Cultuur wordt hier in een feestelijke sfeer voorgesteld en zo gedeeld dat ze ertoe aanzet de andere beter te leren kennen. En iemand beter leren kennen, betekent dichter bij hem komen, hem beginnen waarderen. Het is een stap naar solidariteit." JMC
online www.couleurcafe.be
(*) Wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking, artikel 3 (laatste paragraaf) : "(…) Teneinde de doelstelling van duurzame menselijke ontwikkeling te realiseren zal de Belgische internationale samenwerking de socio-economische en socio-culturele ontwikkeling en de versterking van het maatschappelijk draagvlak in de partnerlanden helpen bevorderen alsook de Belgische publieke opinie sensibiliseren."
10
dimensie
september-oktober
2009
september-oktober
2009
dimensie
11
dossier
Sensibilisering > en culturele producties. Is dit een troef voor onze sensibiliseringsopdracht? België bevindt zich inderdaad in een bevoorrechte positie wat de aanwezigheid van verschillende gemeenschappen en culturen betreft. En hun aantal neemt nog altijd toe, vanwege de aanwezigheid van de Europese instellingen in Brussel en de uitbreiding van de Unie, en niet te vergeten de aanwezigheid van de gemeenschappen van Afrikaanse, Turkse, Marokkaanse afkomst, enz. Die nabijheid biedt ons extra kansen om de verschillende groepen samen te brengen en hen te leren elkaar te waarderen en met andere culturen samen te leven.
Er is veel ruimte voor intellectuele en culturele activiteiten rond het Zuiden en ontwikkeling, gaande van televisieprogramma’s en films, over tal van culturele en vrijetijdsevenementen zoals muziek- of filmfestivals, installaties en tentoonstellingen in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, tot de meer eclectische tentoonstellingen in de Bozar met een sterker
kelingssamenwerking te voldoen.
Wat betekent ‘wereldburger zijn’? Laetitia (39 jaar) : ‘Wereldburger’ zijn betekent met respect naar andere culturen kijken, trachten ze te verstaan en een ‘rustige en vergelijkende’ kijk hebben.
uitgesproken artistiek karakter. Slaagt uw dienst erin zo’n brede waaier aan programma’s en evenementen te ondersteunen? Wij krijgen inderdaad veel aanvragen voor projecten die qua omvang en inhoud sterk verschillen en zich tot zeer uiteenlopende doelgroepen richten. DGOS wil aandacht schenken aan die hele waaier aan activiteiten. Onze budgetten kennen weliswaar een positieve ontwikkeling. Het budget voor de ondersteuning van audiovisuele producties is tussen 2005 en 2009 meer dan verdubbeld en bedraagt dit jaar 1,5 miljoen euro. Toch moeten we rationaliseren en projecten selecteren waarvan we een belangrijke impact kunnen verwachten en die het meest geschikt zijn om aan onze opdracht van sensibilisering voor ontwik-
Die keuze gebeurt aan de hand van criteria – die in detail op onze website staan – en die vooral betrekking hebben op aspecten als ‘inhoud / thema’s / landen’ en doelgroepen. Elk cultureel project dat betrekking heeft op de prioritaire thema’s (gender, kinderrechten, …) en verband houdt met de sectorale en geografische prioriteiten van de Belgische ontwikkelingssamenwerking of met de actuele mondiale thema’s (globalisering, klimaatopwarming, mensenrechten…) krijgt voorrang. Hetzelfde geldt voor projecten voor het ‘brede publiek’ – volgens onze omschrijving: publiek van verschillende achtergrond dat niet vertrouwd is met de ontwikkelingsproblematiek – en voor jongeren binnen of buiten het schoolmilieu. Er wordt eveneens voorrang gegeven aan vernieuwende projecten met een multiplicatoreffect die een interactief en pedagogisch luik bevatten en het publiek tot actieve deelname aanzetten.
Verslag van Jean-Michel Corhay
Afrikamuseum onthult rijkdommen van Afrika voor een groot publiek Onbekend is onbemind, zegt men. Is ook het omgekeerde waar? In elk geval, wie meer te weten komt over 'de ander' – een andere, 'vreemde' cultuur – kan er meer begrip voor opbrengen en toleranter worden. De kennis over de ander brengt hem/haar immers dichterbij; hij/zij wordt herkenbaar als een mens zoals u en ik, met gemeenschappelijke noden en bezorgdheden. Een kerntaak van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) in Tervuren is dan ook kennis verspreiden over Afrikaanse samenlevingen. Tentoonstellingen en workshops voor jongeren en volwassenen hebben als doel een beter begrip van die 'ander' te creëren. Het museum ontvangt hiervoor fondsen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Zo loopt momenteel de tentoonstelling Persona die aan de hand van maskers en hedendaagse kunst dieper ingaat op het begrip identiteit (zie achtercover). © MRAC / KMMA
CS
12
online www.africamuseum.be
dimensie
september-oktober
2009
BOZAR toont cultuur van partnerlanden Het Paleis voor Schone Kunsten - BOZAR - is vandaag een toonaangevend cultuurhuis in België. Gelegen in hartje Brussel is het een aantrekkelijke plek waar ons land zich in al zijn diversiteit kan tonen. Maar het is meer dan dat. Met zijn breed opgezette evenementen laat BOZAR het Belgische - en Europese - publiek kennismaken met de buitenwereld. Ook de partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking komen aan bod. Regelmatig plaatst BOZAR de cultuur - en de kunstenaars - van een partnerland in de kijker: kunstvoorwerpen, film, muziek, theater, literatuur… Essentieel hierbij is een positief beeld te
BRUSSELS FESTIVAL VAN DE MEDITERRANE FILM "Het brede publiek kennis laten maken met films die in België niet of minder in omloop worden gebracht en de toeschouwers ervan overtuigen dat deze films vaak meer plezier, emoties en vreugde teweegbrengen dan sommige films met een groot budget", dat is waar het Festival van de Mediterrane Film voor staat. Net als andere filmfestivals in België die de financiële steun van de Belgische ontwikkelingssamenwerking genieten, wil het festival bijdragen tot ontmoetingen en uitwisselingen tussen Noord en Zuid, professionele banden helpen aanknopen en een dialoog tussen het publiek en de prominente gasten op gang brengen. We spraken met Patrick Mathijs, algemeen coördinator van het festival.
tonen. De organisatie van een evenement stimuleert bovendien de artistieke creativiteit in het betreffende land. Sinds 2004 zijn al meerdere partnerlanden de revue gepasseerd: Mali, DR Congo, Palestina. In november 2009 is het de beurt aan Marokko. Het Marokko-festival brengt een mix van Marokkaanse, Arabische en Berberse kunst en cultuur. BOZAR ontvangt hiervoor steun van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. CS online www.bozar.be
Tot voor kort stuurden de internationale distributeurs hun films kosteloos op, maar vandaag hebben velen onder hen van de festivals een soort tweede economie gemaakt voor allerlei soorten films. Hierbij komt dat de financiële steun van privépartners voor filmfestivals vermindert. Ze bieden liever diensten aan (lenen van voertuigen, drank voor cocktails, publiciteitsruimte, enz.) en geven weinig of geen geld.
"De film van de zon uit de schaduw halen"
De Kruidtuin in Brussel is het toneel van het Festival van de Mediterrane Film. U wordt er al jaren geconfronteerd met de grote moeilijkheid om bij ons films uit het Zuiden te vertonen. ‘Kwestie van geld…’ Waarom is de hulp van de overheidspartner die filmfestivals zoals dat van de mediterrane film ondersteunen, zo nodig voor de verspreiding van deze films? Patrick Mathijs: "De internationale filmproductie is nog nooit zo rijk en divers geweest. Toch moet je vaststellen dat de commerciële bioscopen steeds meer gemonopoliseerd worden door één bepaald soort film.
Een festival is in de eerste plaats bedoeld om films te tonen en te promoten. Dat tonen kost veel geld: het transport van alle kopieën uit een vijftiental landen, de reis en het verblijf van de regisseurs, acteurs of nog de producers om ze de kans te geven het publiek en de Belgische vakmensen uit de audiovisuele sector te ontmoeten, de organisatie van debatten met specialisten, maar ook meer feestelijke momenten ter (her) ontdekking van de muzikale cultuur van de landen aan de Middellandse Zee, waarop voorrang wordt gegeven aan lokale artiesten. De overheidspartners zijn dan ook zeer belangrijk voor het voortbestaan van het festival dat films wil tonen, die in al hun verscheidenheid de culturele rijkdom van het Zuiden weerspiegelen en die in hun cinematografische uitdrukkingsvormen vaak afwijken van de uniforme werken uit het commerciële internationale circuit.” JMC
online www.cinemamed.be
september-oktober
2009
dimensie
13
dossier
Partner
De stelling van Africalia
© Slum TV
Ook op het platteland kijken kinderen geboeid toe naar beelden van elders.
Africalia werd in 2001 in het leven geroepen op initiatief van de Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking. Het is een vereniging zonder winstoogmerk die in België wordt beheerd door een tiental permanente medewerkers. Africalia is het werk van de twee gemeenschappen. Ze is voornamelijk actief op het Afrikaanse continent en bevordert de culturele actie als strategisch onderdeel van een duurzaam economisch en sociaal beleid. Africalia heeft sinds 2006 een radicale koerswijziging van haar doelstellingen doorgevoerd. Ze zijn nu in de eerste plaats afgestemd op de Verklaring van Parijs en de Millenniumdoelen. De actie van Africalia is ingegeven door een hedendaagse benadering van cultuur. Ze is toegespitst op 6 landen (DR Congo, Kenia, Zimbabwe, Burkina Faso, Zuid-Afrika, Senegal). De vereniging hanteert een eenvoudige strategie: ze kiest voor een benadering die is gericht op structurering, opleiding, emancipatie; de Afrikaanse professionele culturele werkers helpen de culturele identiteiten op te waarderen, plaatsen van creativiteit en cultuurverspreiding uit te bouwen, de cultuureconomie te beheren en te bemiddelen tussen de culturele actie op het terrein, de maatschappelijke inzet en de uitdagingen op wereldniveau. De vereniging ondertekende een overeenkomst (2009-2011) met de Belgische ontwikkelingssamenwerking en vraagt op gezette tij-
14
dimensie
september-oktober
2009
den hulp aan instellingen zoals de Europese Unie. In België heeft ze als taak bij gelegenheid acties op te zetten of daaraan mee te werken. Deze acties behelzen het opwaarderen van de Afrikaanse culturen (uitgeven van boeken in medebeheer, werken tentoonstellen op openbare plaatsen, coproductie van documentaires, seminaries).
Cultuur en armoe Africalia heeft een bestaansreden die zowel existentieel (de identiteit en de plaats van de mens in de maatschappij) als politiek is (meer mensen toegang bieden tot de rijkdommen van het erfgoed en tot de hedendaagse kunst). De eerste taak voor Africalia en haar Afrikaanse partners is kijken hoe CULTUUR zich verhoudt tot ARMOEDE en proberen te meten welke mogelijke impact cultuur kan hebben op armoede. Over welk soort armoede gaat het? Armoede waardoor mensen niets te eten hebben, onzekerheid, gebrekkig onderwijs, geen toegang tot gezondheidszorg of justitie, het ontbreken van een reële democratie? Muziek, theater en film kunnen niet rechtstreeks iets doen aan dit soort armoede. Maar deze kunstvormen kunnen wel een invloed hebben op het bewustzijn, ze kunnen het gedrag veranderen en de dialoog en de luisterbereidheid bevorderen. De culturele actie kan een rol vervullen daar waar de maatschappelijke zekerheden wankelen, waar mensen niet meer met elkaar praten, waar samenleven nauwelijks nog mogelijk is als
gevolg van vrees en onwetendheid, waar de confrontatie met de moderne wereld moeizaam verloopt, waar godsdiensten en ideologieën het denken aan banden leggen, waar het zoeken is naar de zin van het leven, waar minderheden zich verstoten voelen. Armoede verhindert de toegang tot de wereldculturen en laat de armsten op hun intellectuele honger. De culturele actie gaat hand in hand met onderwijs, dat ze vertaalt in gevoelens en creativiteit en doortrekt op relationeel en sociaal niveau. Africalia is van mening dat de culturele actoren moeten helpen om bevolkingsgroepen makkelijker toegang te verlenen tot culturele uitdrukkingsvormen die bijdragen tot emancipatie en de ontmoeting met de andere(n) stimuleren.
opgezette initiatieven op lange termijn vruchten zullen afwerpen. Een aantal lokale artiesten en actoren kunnen er weliswaar van leven. Soortgelijke initiatieven zijn evenwel fnuikend voor de creativiteit van de echte Afrikaanse artiesten die uit Afrika moeten wegtrekken om elders ongemoeid uitdrukking te kunnen geven aan de culturele kracht die ze in zich hebben.
"Elk optreden van een Afrikaanse artiest is als een oproep waarachter het zwijgen schuilgaat van degenen met wie hij omgaat, met wie hij alles deelt: de ontberingen, de vervolging, de onrechtvaardigheid." Alle metropolen hebben zulke projecten waarvan duizenden mensen zo goed en kwaad als het kan proberen te leven. Africalia heeft zich tot taak gesteld te helpen bij het opzetten van professionele structuren voor beloftevolle kwaliteitsprojecten. Het wil eveneens de netwerken steunen die ijveren om de werken en de artiesten te promoten.
Dat is zeer jammer, te meer omdat in Afrika alle artiesten zich terdege bewust zijn van de sociale rol van kunst, in tegenstelling tot het Westen. Het merendeel van de Afrikaanse artiesten en culturele actoren is geëngageerd. Ze zijn zich maar al te goed bewust van de realiteit op het terrein. Problemen laten hen niet onverschillig. Ze beleven ze en dragen ze met zich mee in de hoop dat hun kunst iets kan veranderen. De Afrikaanse artiest die onbaatzuchtig beslist in Afrika te blijven, neemt geen blad voor de mond. In gemeenschappen waarvan de meeste bewoners ongeletterd zijn of die koppig vasthouden aan tradities, zien jongeren de Afrikaanse artiest als iemand die hen nieuwe ideeën aanreikt en hen wakker schudt. Elk optreden van een Afrikaanse artiest is als een oproep waarachter het zwijgen schuilgaat van degenen met wie hij omgaat, met wie hij alles deelt: de ontberingen, de vervolging, de
Freddy Tsimba, de “eenzaamheid van de kunstenaar in hart en nieren”
Cultuureconomie en duurzame ontwikkeling
De verleiding om cultuur te instrumentaliseren
Cultuur is een krachtige economische hefboom die tal van mogelijkheden inhoudt. Maar de Afrikaanse cultuurmarkt staat nog in haar kinderschoenen. De Afrikaanse culturele producties volledig of gedeeltelijk bevrijden uit de impasse van de parallelle economie is een doelstelling die in de lijn ligt van de Millenniumdoelen. Ze worden meestal gemaakt en gebruikt in de grootste anonimiteit, zonder enig reguleringsmechanisme en met geen enkele voorziening ter bescherming van de
Om ontwikkelingsprogramma’s (gezondheidszorg, justitie, onderwijs, openbare werken, enz.) makkelijker te doen aanvaarden, kan de culturele actie dienen als communicatiemiddel ten dienste van ontwikkelingstechnici. Sensibiliseringstheater, tentoonstellingen met opgelegde thema’s, in opdracht gemaakte films, demonstratieve stripverhalen, het zijn allemaal middelen waarvan de resultaten zullen worden vastgelegd in rapporten en statistieken. Africalia gelooft niet dat deze artificieel
© Mirko Popovitch
werknemers. Auteursrechten worden met voeten getreden en mensen die van cultuur moeten leven, hebben niet de minste zekerheid. Dit neemt niet weg dat elke dag duizenden projecten het licht zien, van lokale artisanale producten tot nationale evenementen: opnames die worden bekostigd door de auteurs zelf, lokale video’s, publicaties met een beperkte oplage.
© Mirko Popovitch
"Waar kunst en cultuur gedijen zijn mensen bezig met meer dan overleven alleen. Kunst en cultuur verwijzen immers naar begrippen zoals ‘normen’ en ‘waarden’, dialoog, verleden en toekomst, het beeld dat we van onszelf hebben en van de wereld die ons omringt. Kunst en cultuur dragen bij tot bewustmaking, duurzame ontwikkeling en een stabiele samenleving”: deze stelling is de leidraad van de acties van Africalia.
Een fait divers in Brussel
In mei jongstleden kwamen handelaars en inwoners van de "Matongé-wijk" van Brussel (Elsene) bij het gemeentebestuur van Elsene hun “gestolen” beeld van de kunstenaar Freddy Tsimba opeisen. Het beeld was even verplaatst om te worden hersteld. Maar dit fait divers geeft aan hoe fel de inwoners, van wie de meesten van Congolese origine zijn, gehecht zijn aan dat beeld dat als opschrift heeft "Au delà de l'espoir", en dat werd gemaakt met honderden patroonhulzen afkomstig uit het Congolese gevechtsgebied. Het beeld werd in Elsene ingehuldigd op initiatief van Africalia en de gemeente Elsene, een zustergemeente van Kalamu (DR Congo).
onrechtvaardigheid. De weinige Afrikaanse artiesten die erin slagen zich toegang te verschaffen tot de global village proberen het Noorden te vertellen hoe het ginder is, maar ze worden zelden gehoord. Door de taalbarrière is het niet makkelijk om te begrijpen wat ze willen zeggen. Maar artiesten die zich in het Frans of het Engels uitdrukken helpen ons te beseffen hoe recht voor de raap bepaalde genres zijn zoals rap, afro-reggae, rumba. Sommige >
Kuruka Maisha: Re-integratie via kunst van achtergestelde jongeren in Nairobi Dit project wordt beheerd door een vereniging van leerkrachten en kunstenaars en is gericht op de re-integratie van achtergestelde jongeren uit de "krottenwijken" van Nairobi. Na twee jaren les in verschillende artistieke disciplines (circus, traditionele dans, percussie, beeldhouwen, schilderen) heeft al deze jongeren voldoende zelfvertrouwen om opnieuw een sociaal en creatief leven op te bouwen. Met hun opvoeringen leve-
ren ze elke keer weer het bewijs voor degenen die in de getto’s gebleven zijn, dat het mogelijk is uit de problemen te geraken en met zijn talent een leven op te bouwen. Het festival Couleur Café steunde eveneens dit project.
online www.africalia.be
september-oktober
2009
dimensie
15
DOSSIER
DOSSIER
Partner
De specifieke plaats van cultuur in de ontwikkelingssamenwerking Cultuur is geen officiële aangelegenheid, zeker niet in Afrika, waar het cultuurbeleid, voor zover er al een is, en de talrijke hedendaagse initiatieven van verenigingen hooguit dertig jaar geleden uit de grond rezen. In België en Frankrijk dateert het cultuurbeleid, in een net-
jes omschreven vorm, ook maar pas uit de jaren vijftig: het terrein van de culturele actie is dan ook nog voor een groot deel onontgonnen terrein, in het Zuiden én in het Noorden. Een degelijk cultuurbeleid voeren in Afrika zal dus tijd vergen, ook al omdat slechts weinig landen over een echte wetgeving ter zake beschikken. Administratieve bronnen laten aan duidelijkheid te wensen over, beheersopleidingen zijn nog steeds onvoldoende aangepast aan de realiteit en de cultuurbudgetten zijn belachelijk laag of onbestaande. Een ander gegeven is dat de initiatieven van de overheden wereldwijd weinig voorstellen: cultuur is maar voor enkelen weggelegd. Het uitstippelen van echte cultuurbeleidsmaatregelen, de organisatie van opleidingen cultuurmanagement en de handhaving van acties op het terrein, deze drie punten moeten gelijke tred houden en uiteindelijk leiden tot meer emancipatie en autonomie van de culturele actoren.
Sinds 2001 steunde Africalia meer dan 700 projecten in Afrika en in België. Momenteel is er steun voor de volgende projecten in 6 partnerlanden: de versterking van artistieke capaciteiten van meer dan 300 jongeren uit townships, alsook voor 25 culturele organisaties verdeeld over 9 provincies.
© Mirko Popovitch
In DR Congo ondersteunt Africalia onder meer:
In willekeurige volgorde: : • In Burkina Faso: culturele decentralisatie naar de provincies om te vermijden dat jongeren massaal naar de hoofdstad vertrekken voor de talrijke festivals. • In Senegal: partnerschap met de Provincie Louga (Solidair toerisme en cultuur), samen met de Provincie Namen. • In Zimbabwe: een opleiding hedendaagse dans van twee jaar voor 10 dansers dankzij Dance Trust, teneinde een ruimer publiek te bereiken en de kijk op de wereld te verbreden. • In Zuid-Afrika: steun voor het Cultural Development Trust, een programma voor
16
dimensie
september-oktober
2009
• Het collectief van striptekenaars Kin Label, een twintigtal auteurs die op regelmatige basis een stripmagazine uitgeven met hoge artistieke, pedagogische en economische ambities. • De groep Taccems uit Kisangani, die een programma aanbiedt dat in overeenstemming met het Théâtre de Poche en de Delegatie Wallonië-Brussel wordt beheerd. • UNAREP, een vereniging van meer dan vijftig fotografen die professionele steun aan de sector biedt in het kader van een artistiek en economisch project. • In het district Sankuru toont een mobiele bioscoop in de meest afgelegen dorpen betekenisvolle fictiefilms uit Afrika.
Kun je de impact van cultuur op ontwikkeling meten? Op het niveau van de culturele actie kun je de gevolgen moeilijk meten omdat ze veeleer cerebraal zijn en wellicht sporen achterlaten in de gedragingen. Cultuur werkt zoals homeopathie: ze kan een zekere impact hebben op de lokale economie, ze kan ontmoetingen en gesprekken in de hand werken, aanzetten tot verdraagzaamheid, de kritische geest aanwakkeren, uitnodigen tot creativiteit en maatschappelijk bewustzijn.
"Les Recluses", theater over een sociale gedaanteverwisseling Zuid-Burundi. Een nog tastbaar gevolg van de voorbije burgeroorlog: de verkrachtingen. Taboes verhinderen de slachtoffers om te spreken maar ook om te leven, te werken. Voor de productie "Les Recluses" verzamelde theater Varia de getuigenissen van deze vrouwen en verwerkte ze tot een toneelstuk. Door hun eigen rol te vertolken hebben de vrouwen hun stem laten horen en hebben ze zichzelf bevrijd. De regisseur, Denis Mpunga, vertelt ons over het project.
De wil van de Afrikaanse culturele actoren om cultuur tot bij de armsten uit te dragen en het feit dat ze daar ook toe in staat zijn, is voor het verlenen van ontwikkelingshulp een belangrijk gegeven. Maar het volstaat niet de impact van een culturele actie op het publiek te meten, dat zou immers alleen maar een reeks cijfers opleveren. Een degelijke evaluatie vereist een grondige analyse op lange termijn: in welke mate werkt een programma echt door op een sociale groep en hoe kun je dat meten? Dat kan uiteraard met cijfers over het aantal toeschouwers en bezoeken, statistische gegevens over opleidingen en workshops, de in cm² uitgedrukte ruimte die cultuur inneemt in de media. Je kunt aan het programma ook paginalange lofbetuigingen wijden of foto’s nemen van de massa mensen die aanwezig waren. Maar het is onmogelijk om de impact van een toneelvoorstelling op een publiek op kwalitatieve wijze te toetsen. Op cultuurgebied vergt de analyse van de impact van een actie veel tijd en middelen en dan gaat het nog steeds louter om een interpretatie. De instelling die erin slaagt een watervoorzieningsproject op te zetten dat 5.000 hectoliter water oplevert, goed voor 50 hectare landbouwgrond, maakt Specifieke, Meetbare, Acceptabele, Realistische, Tijdgebonden (SMART) indicatoren aan. De professionele en geplande culturele actie vergt van haar voorvechters een reële overtuiging en inzet op zeer lange termijn. Het heeft letterlijk eeuwenlang geduurd vooraleer de debatten over de afschaffing van foltering en doodstraf - door schrijvers op gang gebracht - ook de meerderheid van de Europeanen konden overhalen. Zo ook is het meten van de impact van de culturele actie een kwestie van veel geduld en doorzettingsvermogen. Mirko Popovitch Directeur van Africalia
Viel er bij de vrouwen een verandering waar te nemen?
© Frank Uger
> auteurs van het Zuiden hebben ons via hun literair werk getoond waartoe duivelse krachten in staat zijn. Filmmakers gaven een schertsbeeld van de dagelijkse corruptie, de misbruiken van gemeenschappen die alleen aan tradities hechten, het egoïsme en de oneerlijkheid van de messieurs tout le monde. Beeldende kunstenaars en fotografen tonen een opname van onaanvaardbare toestanden, ze sublimeren ze, stellen ze aan de kaak, en de bourgeois van het Noorden en van het Zuiden wordt aangetrokken door de esthetische taal van deze “onruststokers”. Tal van Afrikaanse artiesten hebben een hoge prijs betaald voor deze vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid.
Theater
De meesten waren erg onder de indruk. De echtgenoten vreesden voor hun reputatie tot ze inzagen in welke mate de inbreng van hun vrouw voor bevrijding zorgde, het gezin een bepaald elan gaf en, niet onbelangrijk, geld in het laatje bracht! Een aantal vrouwen is op die manier genezen. Wanneer hun omgeving ons kwam bedanken voor de "goede zorgen" werden wij ons bewust van het therapeutisch aspect van theater.
Waar en voor wie werd het stuk Werd het stuk "Les Recluses" vooral al opgevoerd? Is het niet moeilijk gecreëerd om te sensibiliseren? om de plattelandsbevolking in Aanvankelijk was het geen kwestie van preventie Afrika te bereiken? maar ging het erom een metamorfose tot stand te brengen. Vrouwen die hun leven hadden zien instorten raakten op die manier aan werk. Het was het eerste arbeidscontract dat ze op eigen houtje binnenhaalden. Het was van belang dat de vrouwen dit proces eerst doorliepen alvorens anderen te sensibiliseren. Maar het stuk "Les Recluses" geeft ook een kijk op een veel grootser opzet, op het werk op het terrein.
Het stuk werd opgevoerd in Bujumbura, Butare,
"Les Recluses": hoe het gestalte kreeg Het theaterproject "Jaz" ontstond naar aanleiding van een projectoproep voor “sensibilisering rond seksueel geweld tegen vrouwen via het theater”, uitgaande van de gemengde
Hoe is het om te werken met vrouwen die het voorwerp waren van geweld en die moeten omgaan met taboes en schaamte? Het is aftasten. De vrouwen moesten ermee instemmen in een gespreksgroep het woord te nemen. Niet makkelijk. Ze waren immers bang. We hebben ze op hun gemak gesteld en slaagden erin hun ongeluk om te buigen in een overwinning. Koffi Kwahulé gebruikte de getuigenissen van de gespreksgroep en hanteerde daarbij twee parameters: een boeiend stuk maken en acteurs opleiden. Er was ook een sociale dimensie: vrouwen blijven normaal meer op de achtergrond. Hun echtgenoten waren het er vaak niet mee eens dat ze hun verhaal in de openbaarheid brachten. Sommige vrouwen hebben afgehaakt. Daarom hebben we de echtgenoten regelmatig bij onze activiteiten betrokken.
Commissie tussen Burundi en WallonieBruxelles International. Hierbij ging auteur-dramaturg Koffi Kwahulé aan de slag met getuigenissen van slachtoffers van seksueel geweld. Dit resulteerde in het stuk "Les Recluses" waarin de slachtoffers hun stem konden laten horen. De onderneming startte in september 2007 met 20 vrouwen van het Maison des femmes in Bujumbura.
Kigali en Bukavu. Na de opvoering werden vrij interessante gesprekken gevoerd. In Bukavu werden elke dag ontmoetingen georganiseerd met organisaties die werkzaam zijn op het gebied van seksueel geweld (onder meer Monuc, de vredesmissie van de VN in DR Congo). Wat het platteland betreft, is er inderdaad een tekort aan zalen in Burundi. De enige zaal is die van het Centre culturel français. Daarom werd het idee opgevat om te werken met "Udukinos", kortere stukken die later in de dorpen opgevoerd worden.
Kan een cultureel werk sociale veranderingen helpen teweegbrengen? Ja, ik heb geleerd dat theater een instrument kan zijn om dingen te veranderen. Dat verkrachtingen nog steeds gebeuren neemt niet weg dat 20 mensen hun leven hebben zien veranderen. Voor mij lijdt het niet de minste twijfel dat cultuur een goede zaak is voor ontwikkeling. Maar in Afrika zijn weinig besluitvormers daarvan overtuigd. Ik zal u een anekdote vertellen. Toen ik nog in mijn Kasaï-dorp in Congo woonde, kregen we op een dag het bezoek van een protestantse missie. De eerste dag had een blanke op een fiets een plaat bij van James Brown, een ZWARTE die in de Verenigde Staten woont! Plots droomden we met z’n allen van de VS. De week nadien kwam diezelfde man terug met een fles cocacola. De week daarop had hij een jeans bij zich omdat cultuur in de eerste zaak een commerciële kwestie is. Pas na dat alles liet hij ons kennismaken met de bijbel, de school, de Kerk. Dus eerst de cultuur, dan pas de Kerk. Elise Pirsoul online www.varia.be Het project van théâtre Varia werd onder meer gefinancierd met een microkrediet van de Ambassade van België voor de deelname van het project aan het festival Inabuntu. "Les Recluses" (kirundi, ondertitels in NL en FR) wordt in de maand november opgevoerd in Brussel, Antwerpen en Luik.
september-oktober
2009
dimensie
17
dossier
Culturen: Interview
"ONDERONTWIKKELING KAN JE BECIJFEREN NOCH FOTOGRAFEREN"
"Ontwikkelingssamenwerking is niet universeel. Het is een westers project. We moeten het daarom niet afschrijven, maar er wel heel voorzichtig mee omgaan."
U bent eigenlijk jurist van opleiding, gespecialiseerd in Afrikaans gewoonterecht. Toch staat u bekend als expert in cultuur en ontwikkeling. Hoe komt dat? In de jaren ’70 werkte ik voor Broederlijk Delen. Het viel me meteen op dat heel wat projecten van talrijke ngo’s niet op maat van de lokale cultuur waren gemaakt. Ze liepen dan ook faliekant af. Wat er in ontbrak, was de culturele dimensie. Hoe zit het met de mentaliteit van de mensen? Wat zijn hun waarden, verwachtingen, verzuchtingen, vaardigheden en sociale organisatiepatronen? Hoe beslechten ze conflicten en nemen ze beslissingen? Deze vragen werden en worden veel te weinig gesteld. Zowel bij het uitdenken van het project, als bij de uitvoering en de evaluatie waarom het verkeerd is gegaan.
rond de link tussen lokale culturen en economie, de plaats van de vrouw, milieuproblematiek, technologie… We spreken hier dus niet over cultuur in de nauwe zin - als kunst – maar over cultuur in de brede, antropologische zin. Deze heeft drie onlosmakelijk verbonden dimensies. Ten eerste, de symbolische dimensie met daarin de waarden, het geloof, de ethiek, de archetypen, de zin van tijd en ruimte… Dan is er de sociale dimensie met haar organisatiepatronen, zoals de structuur van de familie, de kaste, de rol van de chef… En ten derde is er de technologische dimensie. We kiezen voor cultuur in de breedst mogelijke zin om ontwikkelingsorganisaties attent te maken op het bestaan en het belang ervan.
ativiteit, het vertrouwen en het zelfrespect. Als je een negatief zelfbeeld hebt, en je hoort voortdurend van anderen dat je onwetend, arm en onderontwikkeld bent, dan ga je dat discours verinnerlijken en zelf beginnen geloven. En dán begint pas echte onderontwikkeling. Maar zolang het vuur van het zelfvertrouwen smeult, is er nog hoop. De taak van de coöperant is om samen met anderen dat smeulend vuur aan te wakkeren. Onderontwikkeling is dus geen louter materiële kwestie. Onderontwikkeling kan je becijferen noch fotograferen, want het zit in het hoofd en in het hart. Het gaat over vertrouwen in je eigen creativiteit en het kunnen mobiliseren van je cultuur ten dienste van je levensproject, als individu of als groep.
De gedachte dat cultuur een basisbehoefte is, Deze bezorgdheid, die ik deelde met ande- wint langzamerhand veld ren, leidde tot de oprichting van het Zuid- in het ontwikkelingswerk.
Ontwikkeling is een op westerse leest geschoeide gedachte…
Noord Netwerk Culturen en Ontwikkeling. Gedurende 15 jaar hebben we, met de steun van de Europese Commissie, veldwerk verricht: participatief actieonderzoek
Absoluut! De koloniale periode, de ontwikkelingssamenwerking en de globalisering kennen een sterke parallel. In die drie periodes staat de blanke man centraal,
18
dimensie
september-oktober
2009
Zeer zeker, en dat is maar goed ook. We hebben de neiging om de mens te beperken tot zijn lichamelijke behoeften. Maar daarin ontbreekt de weerbaarheid, de cre-
als model voor de anderen. De visie van Cultuur en Ontwikkeling is opgebouwd tegen dit arrogant etnocentrisme. In plaats van problemen te definiëren, moeten we de mensen zelf over hun problemen laten spreken. Men zegt nog veel te vaak: "Jullie hebben problemen, wij hebben de oplossing". Dát is nu net de fundamentele dubbelzinnigheid van ontwikkelingssamenwerking. Het gaat gepaard met een superioriteitsgevoel, een ingebakken etnocentrisme. We beoordelen alles aan de hand van onze eigen westerse standaarden. Maar het komt er niet op aan een project te bedenken voor anderen. Dat geldt overigens ook voor de evaluatie. Evaluaties gebeuren op basis van de vragen die wij stellen en de criteria die wij hanteren. Waarom evalueren we niet samen?
Het doet me denken aan de woorden "Look at the tears of the people and listen to their dreams". Een geniale zinsnede van Zuid-Amerikaanse inboorlingen. Waar zit de pijn van de mensen en wat zijn hun verzuchtingen? Van daaruit moet het ontwikkelingswerk originele projecten opzetten, in plaats van onze eigen ideeën te parachuteren.
Hoe kunnen we af van die etnocentrisch ingekleurde ontwikkelingsgedachte? Het is niet allemaal kommer en kwel. Ik zie ook positieve signalen. Heel wat jonge ontwikkelingswerkers trekken vandaag naar het zuiden om er zelf iets bij te leren, om er hun kennis en bekwaamheden te delen. Ze zijn meer luisterbereid dan hun oudere collega’s, die er in hun tijd veeleer op uit waren om de anderen iets bij te leren. Die
Men hoort wel eens het cliché dat mensen in het zuiden naïef, dom en weinig inventief zijn. U zegt dat de realiteit net andersom is. In het zuiden spreekt men vaak over hoe rijk wij zijn op technologisch vlak, maar ook over hoe arm we zijn in onze geesten en in onze menselijke relaties. "Europeanen hebben een uurwerk, Afrikanen hebben tijd." Zo verwoorden Afrikanen hun onbegrip over onze levensstijl en ons blindstaren op economische groei. Economie is voor mij een uitgesproken etnocentrisch axioma. De homo economicus van Adam Smith treft men niet overal aan in Azië, Afrika en onder de indianen van Zuid-Amerika, en toch exporteren wij dat mensbeeld als een universeel geldend concept. Hoe kun je overigens een hele beschaving funderen op zo’n onwijze stelling? Bij de Wereldbank heb ik, onlangs nog, zodanig veel economen ontmoet die volledig in de ban zijn van hun eigen professionalisme en waarheden, dat ik me de vraag stel of er nog ruimte is om te luisteren naar anderen.
© J-M. Corhay / DGOS
© D. Andelean / DGOS
Welke invloed hebben lokale culturen op de slaagkansen van ontwikkelingsprojecten? Dimensie 3 zocht een antwoord bij cultuurantropoloog Thierry Verhelst. Verhelst deed jarenlang onderzoek naar lokale culturen, doceert interculturele relaties in Afrika en Europa en is mede-oprichter van het Zuid-Noord Netwerk Culturen en Ontwikkeling en het Centrum voor Intercultureel Management en Internationale Communicatie. In 1986 verscheen zijn boek Het recht anders te zijn. Naar nieuwe vormen van solidariteit. De cultuurantropologische inzichten die hij daarin uiteenzette, speelden een pioniersrol in de discussie over hoe culturen de slaagkansen van ontwikkelingsprojecten determineren.
postkoloniale arrogantie hoor ik niet meer. Jonge mensen beseffen dat niemand de waarheid in pacht heeft. Als we de huidige crisissen willen aanpakken, zullen we moeten leren van traditionele wijsheden en nieuwe culturele mengvormen. Aan jonge coöperanten geef ik graag een metafoor mee: "Ga niet als ontwikkelingswerker, maar ga als vroedvrouw". Wat doet een vroedvrouw? Ze bepaalt niet wat de baby zal zijn, zij begeleidt iets dat gebeurt. Desnoods brengt ze haar kennis in om het proces beter te laten verlopen. Dat is eigenlijk de houding die een ontwikkelingswerker zich moet aanmeten.
In een dorp wordt een waterput geplaatst - zo hoeven de waterdraagsters geen uren meer te wandelen – maar de put wordt systematisch gesaboteerd. Men ontdekt dat de waterdraagsters zelf de schuldigen zijn. Hun reden? Door de waterput hebben de meisjes geen tijd meer om even alleen te zijn, om zaken te bespreken zonder de mannen. Hoe voorzie je zoiets? Een treffend voorbeeld! Er is maar één oplossing: door langdurig in het dorp te verblijven, te luisteren naar de mensen en hun vertrouwen te winnen. Maar dat is dan weer een probleem voor de haastige ontwikkelaar. Wie haastig is, is gedoemd te mislukken. Participatieve observatie – de studie van de lokale gemeenschap door er langdurig te verblijven - is noodzakelijk om een op maat gemaakt project met goede slaagkansen te kunnen uittekenen.
Hoe kan men een ontwikkelingsproject screenen op de mate waarmee het rekening houdt met de culturele dimensie? Bestaan er hiervoor indicatoren? Helaas niet. We hebben daar lang naar gezocht. Cultuur is een holistische realiteit. De vraag naar indicatoren is een mechanische benadering. Men kan een holistische realiteit niet evalueren met een mechanische benadering. Dat betekent natuurlijk niet dat je geen gerichte vragen kan stellen bij de creatie van een project. In mijn boek vind je een overzicht van dergelijke vragen. Thomas Hiergens Meer info • Thierry Verhelst, "Het recht anders te zijn. Naar nieuwe vormen van solidariteit", CIMIC, EPO, 2003. • Thierry Verhelst, “Des racines pour l’avenir. Cultures et spiritualités dans un monde en feu”, L’Harmattan, 2008. • Voor de visie van antropoloog Joost Dessein op cultuur en ontwikkeling, zie www.dgos.be/nl/actualiteit/
september-oktober
2009
dimensie
19
internet
Interview
Informatie- en communicatietechnologie
Help, het internet is traag!
Televisie
De Andere Kant van de Wereld
Velen hebben het al ondervonden: communicatie per e-mail met ontwikkelingslanden verloopt vaak moeizaam. Wat zijn daar de problemen van het internet en hoe kan men het met weinig kosten verbeteren? Rudy Gevaert – van de directie ICT aan de Universiteit Gent - vertelt over zijn ervaringen in 1 Ethiopië. Hij werkt er mee aan twee ICT-projecten, onder de koepel van VLIR-IUS .
Menig bezoeker aan ontwikkelingslanden wordt geconfronteerd met een trage internetverbinding. Vaak duurt het meerdere minuten om een webpagina op te laden. Of erger nog: je schrijft een halfuur aan een mail om dan te merken dat de verbinding weggevallen is en je werk verloren is. Dat probleem doet zich onder andere voor aan de universiteiten van Jimma en
Vrije software ‘Vrije software’ houdt vier vrijheden in: • Vrijheid 0: De vrijheid om het programma te gebruiken voor elk doel. • Vrijheid 1: De vrijheid om de manier waarop het programma werkt te bestuderen, en aan te passen aan je behoeften. Hiervoor heb je de broncode nodig. • Vrijheid 2: De vrijheid om het programma te verspreiden, zodat je je naasten kunt helpen. • Vrijheid 3: De vrijheid om het programma te verbeteren en te verspreiden, zodat de hele gemeenschap daar voordeel van heeft. Ook hiervoor is de broncode noodzakelijk. Een programma valt onder de noemer 'vrije software' wanneer de gebruikers al die vrijheden hebben. Je zou het dus moeten kunnen kopiëren, met of zonder veranderingen, en het aan iedereen moeten kunnen geven, gratis of tegen betaling. Het betekent ook dat je daarvoor niet om toestemming hoeft te vragen. online
Mekelle. En het is daar dat ontwikkelingssamenwerking in ICT haar nut bewijst. De universiteit van Jimma, met zijn 1.500 computers, maakt gebruik van een internetverbinding (uplink) van 8 Mbit/s. Een standaard internetabonnement in België biedt een thuisgebruiker 15 Mbit/s. Een individuele gebruiker aan de universiteit van Jimma surft trager dan dat wij vroeger per modem surften. De universiteit van Mekelle moet het zelfs stellen met een uplink van 4 Mbit/s. Terwijl de Universiteit Gent beschikt over een gezamenlijke uplink van 2 GBit/s (= 2000 MBit/s). .
Snellere uplink? Uit bovenstaande cijfers valt maar één conclusie te trekken: een uplink van 8 Mbit/s is te weinig. Gelukkig zijn er verschillende oplossingen. De ene al meer haalbaar dan de andere. De eenvoudigste en duurste oplossing is een snellere uplink aanschaffen. Helaas is dat in Ethiopië niet mogelijk. Het land heeft slechts één telecommaatschappij. Er is geen concurrentie, waardoor de prijzen hoog zijn. Daarnaast ligt Ethiopië niet aan de zee, het kan niet rechtstreeks kabels trekken. Men moet er altijd vertrouwen op de telecomdiensten van een buurland. Daardoor is de uplink naar 'het internet' vanuit Ethiopië begrensd en al verzadigd. Internet via satelliet is ook mogelijk, maar niet op de schaal die nodig is. Dat is bovendien zeer duur.
Bandbreedte beter benutten De enige oplossing is de beschikbare bandbreedte beter benutten. Anders gezegd, bandwidth management and optimization (BMO) toepassen. Hier zijn een aantal trucs voor:
• Het installeren van software waarmee populaire websites lokaal worden bijgehouden (caching) en het aanbieden van een lokale downloadserver (mirror). • Het aanbieden van een lokale mailserver. 95 procent van het e-mailverkeer blijft dan binnen het universitaire netwerk. Als iedereen gebruik maakt van Yahoo! of Hotmail wordt er immers zeer veel bandbreedte verspild. • Bezochte webpagina's 'in real time' controleren op virussen en illegale inhoud. • Bepaalde websites niet toelaten, of ze alleen maar toelaten buiten de kantooruren. Sites als Facebook en YouTube verspillen zeer veel bandbreedte.
Duurzaam Daarnaast zijn er andere moeilijkheden waar elk ontwikkelingsproject mee te kampen heeft. Personeelsverloop, gebrek aan degelijke opleidingen, gebrekkige stroomvoorziening, noem maar op. Op deze externe factoren hebben we weinig tot helemaal geen invloed. We kunnen enkel en alleen de beperkte bandbreedte optimaal benutten. Moeilijk is dit niet. Maar, omdat we duurzame oplossingen nastreven, duurt de uitvoering langer. Deze duurzaamheid houdt in dat we resoluut de kaart trekken van 'Vrije software' (zie kader). We investeren ook veel tijd in het opleiden van de lokale mensen, zodat zij zelf problemen kunnen oplossen. En dan ligt de wereld voor hen open. Rudy Gevaert
online iuc.vliruos.be
www.gnu.org/philosophy/free-sw.nl.html 1 Samenwerking van de Vlaamse universiteiten met universiteiten uit het Zuiden
20
dimensie
september-oktober
2009
© J-M. Corhay / DGOS
Trager dan modem
Haar stralende ogen verraden een zeldzame gedrevenheid. Ze is zangeres, VJ (video-jockey), presentatrice, van Belgisch-Congolese afkomst… en net terug van Oeganda. Daar blikte Leki - haar ID zegt Karoline Kamosi - het TV-programma '2015 - De andere Kant van de Wereld' in. Het programma ontving steun van de Belgische ontwikkelingssamen-werking en is vanaf september te zien op de Vlaamse jongerenzender JIMtv. In het programma doorkruisen 3 VJ’s Oeganda, Vietnam en Ecuador, op zoek naar jongeren die elk op hun eigen manier de realisatie van de Millenniumdoelen een beetje dichterbij brengen.
We zien je in het programma regelmatig zelf de handen uit de mouwen steken: je kuist riolen uit in Kampala, je zeult met bakstenen, je laadt jerrycans water op een fiets. Typeert dat jou? Ik wil inderdaad geen verre toeschouwer zijn. Ik vind het fijn om ter plekke mijn steentje bij te dragen. Toen we met de TV-ploeg uit Oeganda vertrokken, liet het ons ook niet los. Vooral in Lira, in het noorden van het land, was ik erg onder de indruk van de sporen die het conflict heeft nagelaten. Alcoholisme bij ouderen, kinderen met trauma’s en angst, gelatenheid. Maar we zagen ook verhalen van hoop, bijvoorbeeld 2 jongens die met het kweken van zwijnen hun 10 jongere broers en zussen konden onderhouden en school laten lopen. Eenmaal thuis dachten we meteen na over hoe we deze kinderen kunnen helpen. Niet dat ze per se geld nodig hebben, ze hebben vooral nood aan kind kunnen zijn. Ik was dan ook erg blij toen de ngo Vredeseilanden me kort nadien vroeg om het meterschap op te nemen van een nieuw project voor kinderboerderijen in het noorden van Oeganda. Ik stelde wel een voorwaarde: ik wil niet louter als gezicht voor
een postercampagne dienen, maar ook actief in het project betrokken worden. En ondertussen hebben we het project al ter plaatse opgestart.
Heb je het gevoel dat dit TV-programma jongeren warm kan maken voor ontwikkelingssamenwerking? Het programma heeft niet de bedoeling enkel mooie beelden te tonen, het wil iets wakker maken bij de kijkers. Dat zal allicht niet bij iedereen lukken, maar ik ben er van overtuigd dat er jongeren zullen zijn die via het programma meer over ontwikkelingssamenwerking willen te weten komen. Opdat jongeren ook zelf meer solidair gaan leven, denk ik dat je dat wat moet durven prikkelen. Het is normaal dat het niet bij iedereen vanzelf gaat, maar het lijkt me menselijk dat iets doen voor een ander, ergens het verschil in iemands leven betekenen, uiteindelijk ook grote voldoening schenkt. Ik denk dat jongeren het programma zullen bekijken, en als VJ en zangeres kan ik mijn bekendheid aanwenden als voorbeeld. Jongeren houden ons in de gaten, en zijn benieuwd naar de zaken waarmee we bezig zijn. In Oeganda plaatste ik vaak berichtjes over onze bezigheden op Facebook, en ik kreeg daar heel veel positieve reacties op.
Je moeder is Belgische, je vader is Congolees. Tot je 6de woonde je in Afrika. Doet Congo je nog iets? Absoluut. Twee jaar geleden ging ik in een VRT-programma op zoek naar mijn roots in Congo, en bezocht er het geboortedorp van mijn vader en grootvader, Malambo. Ik vond er de overwoekerde funderingen en muren terug van de kliniek die mijn vader jaren terug begon te bouwen, maar niet heeft kunnen afwerken. Al die tijd vroeg ik me af hoe ik dat project alsnog tot een goed einde kon brengen, waarmee 250.000 mensen in de ruime omgeving gezondheidszorg zouden kunnen genieten. Stilaan begint dat plan vorm te krijgen, en voor volgend jaar plannen we een eerste prospectie. Als kind was ik al een idealist, maar pas nu, onder meer door de reizen naar Congo en Oeganda, krijg ik ook een duidelijker zicht op de manier waarop. En besef ik vooral dat een betere wereld geen ver-van-mijn-bedshow is: het is voor iedereen mogelijk om eraan bij te dragen. Reinout Van Vaerenbergh online www.jim.be/blog/2015-de-andere-kantvan-de-wereld
september-oktober
2009
dimensie
21
Puntkomma
BTC vervangt met duurzaamheidsverslag 2008 zijn klassiek jaarverslag BTC, het Belgisch agentschap voor ontwikkelingssamenwerking, publiceert zijn jaarverslag 2008. Voor het eerst neemt het de vorm aan van een duurzaamheidsverslag. Het agentschap sluit zich daarmee aan bij de groeiende internationale tendens om te rapporteren over de duurzaamheid van zijn werking. Concreet betekent dit dat niet alleen over de activiteiten en de financiën van het afgelopen jaar wordt gerapporteerd, maar ook over de bestuurlijke zaken, de milieuprestaties en de sociale aspecten. BTC is het eerste openbare agentschap in België dat resoluut voor duurzaamheidsverslaggeving kiest. "Dat is een bewuste strategische keuze”, zegt directeur-generaal Carl Michiels. "De Belgische projecten in het zuiden moeten duurzame menselijke ontwikkeling tot stand brengen. Als we enigszins geloofwaardig willen zijn, moeten we ook in onze eigen werking duurzaamheid vooropstellen en daar open over communiceren.”
Kerncijfers De Belgische directe bilaterale samenwerking blijft jaar na jaar toenemen. Dat vertaalt zich in een almaar grotere omzet voor BTC: 217 miljoen euro in 2008 (tegenover 213 in 2007). Afrika blijft het zwaartepunt van de Belgische inspanningen: bijna de helft (48%) van de bilaterale uitgaven gaat naar Midden-Afrika (DR Congo, Rwanda, Burundi en Oeganda), terwijl Noord- en West-Afrika nog goed is voor ruim 20%. Latijns-Amerika vertegenwoordigt 8% van de uitgaven, Oost- en zuidelijk Afrika 7%, en Azië ten slotte 6%. online www.btcctb.org
"Eén van de meest genereuze donoren"
Bureau Ontwikkelingssamenwerking in Lubumbashi weer open Het Bureau Ontwikkelingssamenwerking van het Belgische Consulaat-generaal in Lubumbashi heropende op vrijdag 21 augustus haar deuren. Daarmee kan de Belgische ontwikkelingssamenwerking in Katanga – de grondstoffenrijke regio van DR Congo – er opnieuw haar volle capaciteit inzetten in de strijd tegen de armoede. Philip Heuts werd gevraagd om de functie van Attaché Ontwikkelingssamenwerking in Lubumbashi te vervullen. Heuts staat er, naast de opvolging van de projecten in Katanga en de verdere verbetering van de doeltreffendheid van onze hulp, ook in voor de projecten in het door aanhoudend geweld geteisterde Oost-Congo.
Heropening bureau in belangrijke regio Het Consulaat-generaal van België in Lubumbashi was gesloten sinds juni 2008. Gelijktijdig met de heropening van het Consulaat-generaal op vrijdag 21 augustus, hernam het bureau ontwikkelingssamenwerking er haar activiteiten. Lubumbashi is de hoofdstad van het reusachtige Katanga, de grondstoffenrijke regio in het zuidoosten van DR Congo. Katanga telt 8,2 miljoen inwoners en beslaat 500.000 km². België heeft er projecten in de sectoren basisinfrastructuur, water en sanering, onderwijs, gezondheidszorg en landbouw. Naast Katanga zal het bureau ook de Belgische acties in Oost-Congo sturen en opvolgen. Deze regio wordt sinds decennia geteisterd door oorlog en geweld. Ons land werkt er diverse programma’s uit in onder meer de strijd tegen de straffeloosheid en seksueel geweld.
België pompt via de FAO, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties, 6,6 miljoen dollar noodhulp in dringende landbouw- en voedselkwesties. Het geld is bestemd voor boerengezinnen in Burundi, Niger, Ethiopië en DR Congo. Voor de FAO is België "één van de meest genereuze donoren".
Kidonaki een gloednieuw systeem van veilen en schenken Net als bij klassieke veilingsites organiseert 'Kidonaki' commerciële transacties tussen een koper en een verkoper. Het grote verschil met een klassieke veiling, is dat er nog een derde partij deelneemt aan de overdracht: de begunstigde (een vereniging, ngo of een goed doel). De verkoper doet dus afstand van de opbrengst van de verkoop door het aan een derde, de begunstigde, te schenken. De koper ontvangt op zijn beurt het object dat hij gekocht heeft en het betaalde bedrag belandt bij de vereniging of ngo. • Dit concept creëert concrete mogelijkheden voor al wie een goed doel wil steunen. Men heeft daarbij de keuze tussen verschillende projecten. Die zijn onderverdeeld in thema’s zoals milieu, spoedhulp, integratie van gehandicapten… • Het doel is om een tweede leven te geven aan ongebruikte en overbodige producten die van pas kunnen komen in het leven van anderen. Een vorm van recyclage dus, die verankerd is in een filosofie van duurzame ontwikkeling.
"Kidonaki is de enige website die grootmoeders soepmixer omzet naar een valies gevuld met vaccinaties." Email:
[email protected] • Tel: +32 474 34 20 20 et +32 474 99 54 51
Nieuw Belgisch financieringsbeleid maakt multilaterale hulp doeltreffender
Het bericht is afkomstig van de FAO zelf: "België is één van de meest genereuze donoren die de noodhulp van de FAO mogelijk maken. Deze laatste bijdrage brengt het totaal van de Belgische hulp aan FAO-projecten in Afrika op 80 miljoen dollar over de voorbije 6 jaar. De gulle hand helpt de levensomstandigheden en de voedselveiligheid van tienduizenden arme boeren te verbeteren."
Waarvoor dient het geld? 2,6 miljoen dollar vloeit naar landbouwgezinnen die het slachtoffer geworden zijn van het politieke geweld in DR Congo. Voor gewezen soldaten en ontheemde boerengezinnen die in buurland Burundi getroffen werden door overstromingen en hoge voedselprijzen, is een fonds van 2 miljoen dollar voorzien. De rest van het Belgische budget omvat steun voor Nigerese en Ethiopische landbouwgezinnen die zwaar te lijden hebben onder de droogte.
online online www.kidonaki.be www.fao.org
Op de zomersessie van de Economische en Sociale Raad van de VN (ECOSOC) heeft België zijn nieuwe multilaterale donorpolitiek voorgesteld. Core funding, of de financiering van de algemene budgetten van de multilaterale partnerorganisaties, krijgt voortaan de voorkeur op earmarked funding, de financiering van apart opgezette projecten. Het nieuwe financieringsbeleid komt de doeltreffendheid van de multilaterale ontwikkelingssamenwerking ten goede en verhoogt de onafhankelijkheid van de partnerorganisaties. België vergroot daarmee ook zijn gewicht in deze instellingen.
22
dimensie
september-oktober
2009
Minder versnippering, meer resultaatgericht Minister van Ontwikkelingssamenwerking Charles Michel besliste dat België in de toekomst vooral zal bijdragen aan de algemene budgetten van multilaterale partnerorganisaties (core funding), wat neerkomt op een versterking van hun onafhankelijke kernbudgetten. Apart opgezette projecten (earmarked funding) worden tot een minimum herleid. De minister wil zo de doeltreffendheid van de multilaterale hulp verhogen. De organisaties zien zich gegarandeerd van de
voorspelbaarheid van hun middelen, en er is minder versnippering – een gevolg van grote aantallen kleine projecten. Tegelijk wint België aan gewicht in de algemene vergadering van de betrokken instellingen en kan ons land zo hun algemeen beleid beter beïnvloeden. De Belgische ontwikkelingssamenwerking wil er vooral voor zorgen dat de organisaties onafhankelijker en meer resultaatgericht gaan werken.
online www.un.org/french/ecosoc
DGOS stelt nieuwe tentoonstelling over landbouw en voedselzekerheid ter beschikking Er is een nieuwe tentoonstelling beschikbaar over het thema "Landbouw en voedselzekerheid", bestaande uit 9 roll-up banners. De tentoonstelling belicht het belang van en de bedreigingen voor de landbouw, en stelt ook oplossingen voor. Drie Belgische projecten verduidelijken hoe de voedselproblematiek kan aangepakt worden. Elke banner wordt geïllustreerd door sprekende beelden.
De nieuwe tentoonstelling sluit aan bij de groeiende aandacht van de Belgische ontwikkelingssamenwerking – en de internationale gemeenschap – voor landbouw en plattelandsontwikkeling. Verenigingen, scholen en gemeenten kunnen de tentoonstelling gratis (vervoer en opstelling) ontlenen.
online www.dgci.be/nl/sensibilisering/tentoonstelling/
september-oktober
2009
dimensie
23
Afrika ontmaskerd
Persona plaatst 180 Afrikaanse maskers in de context van hun gebruik en betekenis. Deze worden immers niet alleen gemaakt voor hun schoonheid - zoals de westerse bril dit ziet - maar zijn in de eerste plaats rituele gebruiksvoorwerpen. Maskers stellen vaak een onstoffelijk wezen voor, zoals een godheid of een natuurgeest. De danser die het masker draagt, plaatst zijn eigen persoonlijkheid op de achtergrond opdat de god of geest in hem kan incarneren. Het opgeroepen wezen kan onrecht bestrijden, vruchtbaarheid bevorderen of bepaalde gunsten mogelijk maken. Dierenmaskers functioneren dikwijls als kritiek op het menselijke gedrag. Bij de inwijding van jongens tot verantwoordelijke mannen worden ook maskers gebruikt. De jongens ondergaan er een symbolische dood en verkrijgen een nieuwe identiteit. Kortom, de maskers zijn een antwoord op fenomenen die we allemaal kennen: omgaan met problemen, moraal, opgroeien tot volwassene…
De persona van migranten De tentoonstelling wil echter niet blijven steken in stereotypen. Afrika verandert met de tijd, zijn maskers evolueren mee. Heel wat hedendaagse kunstenaars vonden in Europa een nieuwe thuishaven. Maar in hoeverre zijn ze thuis? En in hoeverre moeten ze zich een ander persona (= masker, rol, personage) aanmeten in de Europese
24
dimensie
september-oktober
2009
samenleving? Het KMMA heeft 14 migrantenkunstenaars gevraagd hierop een antwoord te geven via hun werk. Mpane heeft zichzelf uitgebeeld als een fragiel personage gemaakt van lucifers. De figuur staat voor een douchebekken en kijkt toe hoe de namen van zijn voorouders oplossen en met het water in de afvoer verdwijnen. Mpane wil de verscheurdheid uitdrukken die een Congolese migrant in Brussel beleeft. "Enerzijds moet ik de traditie respecteren en mijn in Congo gebleven familie helpen, anderzijds moet ik in Europa het masker dragen van de succesvolle immigrant!" Maar identiteit is geen onwrikbaar gegeven. "Het anders-zijn, de ander zijn, is
veelvuldig en grenzeloos zijn." De in België wonende Burundees Ntakiyica speelt met zijn eigen identiteit door te paraderen als Schotse danser, Spaanse toreador of Tiroolse wandelaar. Of nog, met een parodie op René Magritte... Kunst laat de ander kennen, in zijn eigenheid én in zijn gelijkheid. online www.africamuseum.be/persona
© Aimé Ntakiyica
Verantwoordelijke Uitgever: Dirk Achten, Voorzitter van het directiecomité, Karmelietenstraat 15, B-1000 Brussel
Nog tot 3 januari 2010 loopt in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) in Tervuren een boeiende tentoonstelling. Persona verkent het begrip identiteit aan de hand van het masker in letterlijke en figuurlijke zin.