DORVAL CONVICTIONS. PROSPECTUS GBF conform de Europese normen

DORVAL CONVICTIONS

PROSPECTUS GBF conform de Europese normen

Naamloze vennootschap met een kapitaal van 296 747,50 €  RCS Paris B 391 392 768  APE-code 6630 Z  Erkenning AMF GP 93-08 Pagina | 1

DORVAL CONVICTIONS I. ALGEMENE KENMERKEN Vorm van de icbe: Naam

DORVAL CONVICTIONS

Rechtsvorm

Gemeenschappelijk beleggingsfonds (GBF) naar Frans recht.

Oprichtingsdatum

Deze icbe is door de Autorité des Marchés Financiers erkend op 29/12/2007. Ze werd opgericht op 31/12/2007.

Samenvatting van het aanbod: Categorie van het deelbewijs

ISIN-code

Uitkering van de inkomsten

Uitdruk-kingsvaluta

Oorspro Aanbevolen nke-lijke beleggingsduur waarde

Minimuminleg

Deelbewijs P: Alle inschrijvers

FR0010557967

Kapitalisatie

EUR (€)

100 €

minimaal 3 jaar

Een duizendste van een deelbewijs

Deelbewijs I: Alle inschrijvers

FR0010565457

Kapitalisatie

EUR (€)

1000 €

minimaal 3 jaar

500 000 euro

Informatie voor de houders: De laatste jaarlijkse en periodieke documenten worden verstuurd binnen een termijn van één week na eenvoudige schriftelijke aanvraag door de houder aan:

Dorval Finance 1, rue de Gramont 75002 Parijs Fax: + 33 (0) 1 42 94 18 37 [email protected]

Institutionele cliënten: Dhr. Denis LAVAL Tel.: + 33 (0)1 44 69 90 43 E-mail: [email protected] Cliënten externe verkoop en particulieren: Mw. Gaëlle GUILLOUX Tel.: + 33 (0) 1 44 69 90 45 E-mail: [email protected]


II – PARTIJEN Beheermaatschappij

DORVAL FINANCE 1 rue de Gramont 75002 PARIJS. Portefeuillebeheermaatschappij erkend door de AMF (onder nummer GP 93-08) op 15 juni 1993.

Bewaarder en Centralisatiekantoor van de inschrijvings- en terugkooporders

CACEIS Bank France

Houder van de registers van deelbewijzen

CACEIS Bank France

Commissaris

KPMG Vertegenwoordigd door Gérard GAULTRY [1, Cours Valmy 92923 PARIS LA DEFENSE]

Distributeur Boekhoudkundig beheer gedelegeerd aan Adviseurs

DORVAL FINANCE CACEIS Fund Administration Nihil

III. WERKING EN BEHEER Kenmerken van de deelbewijzen: Deelbewijs P: ISIN-code Deelbewijs I: ISIN-code

FR0010557967 FR0010565457

Rechten gekoppeld aan de De rechten van de mede-eigenaars van het GBF worden uitgedrukt in deelbewijzen deelbewijzen, waarbij elk deelbewijs overeenstemt met eenzelfde fractie van het vermogen van het fonds. Elke houder van deelbewijzen beschikt over een medeeigendomsrecht op de activa van het fonds in verhouding tot het aantal deelbewijzen dat hij bezit. De uit te keren bedragen zijn gelijk aan het nettoresultaat van het boekjaar, verhoogd of verlaagd met het saldo van de overlopende rekeningen van de inkomsten die behoren tot het afgesloten boekjaar. De beheermaatschappij beslist over de verdeling van de opbrengsten. Zij opteert voor kapitalisatie. Inschrijving in een register

De rekeninghouder/registerhouder is Euroclear France.

Stemrechten

Er is geen enkel stemrecht verbonden aan de deelbewijzen; de beslissingen worden genomen door de beheermaatschappij.

Vorm van de deelbewijzen

Aan toonder.

Fracties van deelbewijzen

Inschrijving of terugkoop in duizendsten van deelbewijzen.

Afsluitingsdatum van het boekjaar

De laatste werkdag van de maand december. Het eerste boekjaar werd afgesloten op 31 december 2008.

Belastingstelsel

Het GBF is niet onderworpen aan de vennootschapsbelasting, maar over de uitkeringen of de meer- of minderwaarden zijn door de houders belastingen verschuldigd. Al naargelang uw belastingstelsel kunnen er belastingen verschuldigd zijn over de


eventuele meerwaarden en inkomsten uit het bezit van deelbewijzen van de icbe. Wij adviseren u hierover inlichtingen in te winnen bij de distributeur van de icbe. Fiscale bepalingen

GBF dat in aanmerking komt als levensverzekeringscontract.

Bijzondere bepalingen: Classificatie

Gediversifieerde icbe

Beheerdoelstelling



Referentie-index

50% de EONIA Capitalization index 7 D (Bloomberg-code: OISEONIA) en 50% de index Euro Stoxx 50 NR (EUR) (Bloomberg-code: SX5T) berekend met herbelegde nettodividenden (vanaf 1 januari 2013). Ter info over deze referentie-indices: 



Beleggingsstrategie

De beheerdoelstelling bestaat erin een beter rendement te verwezenlijken dan de referentie-index (voor 50% samengesteld uit de EONIA Capitalization Index 7 D (Bloomberg-code: OISEONIA) en voor 50% uit de EUROSTOXX 50 NR (EUR) berekend met herbelegde nettodividenden) (Bloomberg-code: SX5T)) over de beleggingsduur van minimaal drie jaar, door een flexibele spreiding over de aandelenmarkten en de rentemarkten. Het fonds wordt volledig discretionair beheerd.

EONIA (Euro Overnight Index Average) Capitalization Index 7 D (Bloombergcode: OISEONIA), rente die dagelijks door de ECB wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal transacties dat dagelijks wordt verricht tussen de meest actieve banken van de eurozone. De EONIA vertegenwoordigt de risicoloze rente van de eurozone. Euro Stoxx 50 NR (EUR): index van de 50 meest representatieve beursgenoteerde aandelen van de eurozone met de grootste kapitalisatie. Deze index wordt berekend met herbelegde nettodividenden. (Bloombergcode: SX5T)

De beleggingsstrategie bestaat in een discretionair beheer van gediversifieerde Franse en buitenlandse effecten. Meer precies bestaat de beleggingsstrategie erin: -

De activaspreiding over aandelenmarkten en renteproducten actief te beheren, door een tactische en strategische spreiding op basis van een economisch scenario van stijgende markten en beheersing van het risico van de portefeuille. Deze activaspreiding wordt bepaald door het beheerteam dat verantwoordelijk is voor het fonds, op basis van een proces dat in vier fasen verloopt: vaststelling van de blootstellingsgraad aan Franse en Europese aandelen, identificatie van de beleggingsthema's, spreiding volgens kapitalisatiegrootte en individuele selectie van de bedrijven.

-

Aandelen of effecten met een aandelenkarakter (met een kleine, middelgrote of grote kapitalisatie) te selecteren op basis van de overtuigingen van de gespecialiseerde teams van beheerders/analisten van DORVAL FINANCE. Dit beleggingsproces streeft naar een thematische benadering en een individuele effectenselectie (zoeken naar ondergewaardeerde bedrijven of impopulaire bedrijven). In dat kader besteden de beheerders bijzondere aandacht aan de individuele waardering van aandelen, op basis van modellen van gedisconteerde kasstromen en beursvergelijkingen (rendementen, koerswinstverhoudingen).


-

Samenstelling van de activa

De rest van de portefeuille wordt belegd in geldmarktinstrumenten en renteproducten om het kapitaal te beschermen en de globale volatiliteit van de portefeuille te beperken. Ter herinnering: het specifieke beheer van de compartimenten van de obligatiemarkt en de kredietmarkt, vertegenwoordigt niet de finale beheerdoelstelling.

Er wordt gestreefd naar een positie van 50% in aandelen en 50% in renteproducten, ofschoon die kan variëren afhankelijk van de marktomstandigheden en de kansen die zich aan de beheerder kunnen aandienen. Aandelen of effecten met een aandelenkarakter: Het fonds kan 0 tot 100% van zijn vermogen beleggen op de aandelenmarkten. Kenmerken van de gehouden aandelen of effecten met een aandelenkarakter: - Effecten verhandeld op gereglementeerde markten. - Aandelen die vrijwel uitsluitend zijn uitgegeven door Europese bedrijven. - Aandelen van niet-Europese bedrijven, inclusief van bedrijven uit opkomende markten van Oost-Europa, Latijns-Amerika en Azië, worden in bijkomende orde gehouden en maximaal voor 10% van het totale vermogen. - Maximaal 40% van het totale vermogen kan worden belegd in aandelen van bedrijven die genoteerd zijn in een andere valuta dan de euro. - Aandelen die behoren tot alle economische sectoren. - Aandelen met een kleine, middelgrote of grote kapitalisatie. - Aandelen die door het GBF worden gekocht, zijn niet noodzakelijk opgenomen in de referentie-index. Schuldbewijzen en geldmarktinstrumenten: Het fonds kan 0 tot 100% van zijn vermogen beleggen op de rentemarkten. Kenmerken van de gehouden renteproducten: - Verhandelbare obligaties of schuldbewijzen. - Effecten uitgegeven door landen of overheidsinstellingen. - Effecten met een minimumrating van BBB- (rating volgens Standard & Poor's of gelijkwaardig). - De duration van de gehouden effecten ligt tussen 0 en 6. - Het GBF kan beleggen in converteerbare obligaties. Aandelen of deelbewijzen van andere icb's: Het fonds kan 0 tot 10% van zijn vermogen beleggen in icb's om de beheerdoelstelling te verwezenlijken of om rente te verdienen op de kaspositie van het fonds. Beleggingen in door Dorval beheerde icb’s zijn toegestaan. Kenmerken van de gehouden deelbewijzen van icb's: - Europese icbe's of abf's toegankelijk voor niet-professionele cliënten. Derivaten: De icbe kan gebruikmaken van financiële termijninstrumenten en voorwaardelijke financiële instrumenten. Aard van de markten: - gereglementeerde, georganiseerde markten. Types risico's: - aandelenrisico - renterisico - valutarisico


Aard van de beleggingen: - voor afdekkingsdoeleinden en voor beleggingsdoeleinden Aard van de instrumenten: - Futures - Opties Strategie voor het gebruik van derivaten om de beheerdoelstelling verwezenlijken: - blootstelling of afdekking (aandelen, renteproducten) - afdekking van een compartiment: geografisch, type kapitalisatie - Derivaten worden gebruikt binnen de limiet van 100% van de portefeuille.

te

Effecten met besloten derivaten: Types risico's: - aandelenrisico Aard van de beleggingen: - blootstelling of afdekking om de beheerdoelstelling te verwezenlijken Aard van de instrumenten: - warrants of inschrijvingsrechten die worden verhandeld op gereglementeerde markten - converteerbare obligaties die worden verhandeld op gereglementeerde markten Strategie voor het gebruik van besloten derivaten: - afdekking van een compartiment of een effect: geografisch, activiteitensector, specifiek effect, ... Deposito's: Deze transacties kunnen binnen de grenzen van de reglementering worden gebruikt om rente te verdienen op kasposities volgens hun vergoedingsniveau in vergelijking met andere geldmarktproducten Ontlening van contanten: Nihil Effectenleningen: Nihil Repotransacties: Nihil Tijdelijke aankopen en verkopen van effecten: Nihil Risicoprofiel

De portefeuille is blootgesteld aan de volgende risicofactoren: In het algemeen is het mogelijk dat de intrinsieke waarde een hoge volatiliteit kent vanwege de samenstelling van de portefeuille van het fonds. Niettemin streeft de beheerstrategie ernaar om een globaal volatiliteitsniveau te handhaven dat gemiddeld onder dat van de aandelenmarkten ligt. Ter herinnering: de samenstelling van de portefeuille kan in aanzienlijke mate afwijken van die van de referentie-index van het fonds en het fonds wordt volledig discretionair beheerd: zo kan het rendement van het GBF aanzienlijk hoger of lager liggen dan dat van zijn referentie-index. Risico in verband met discretionair beheer: De discretionaire beheerstijl berust op het anticiperen van de ontwikkeling van de verschillende markten (aandelen, renteproducten). Er bestaat een risico dat de icbe niet op elk ogenblik belegt op de best renderende markten.


Dit risico kan voor de houder een risico inhouden dat er een lager rendement wordt verwezenlijkt dan de referentie-index of een risico van kapitaalverlies. Aandelenrisico: Als de aandelenmarkten dalen, kan de intrinsieke waarde van het fonds ook dalen. De portefeuille is blootgesteld aan het risico van de evolutie van de koersen van Europese aandelen. Er kan ook worden belegd in aandelen met een kleine en middelgrote kapitalisatie. Het volume van deze beursgenoteerde effecten is beperkt, en de marktschommelingen zijn dus meer uitgesproken (zowel in positieve als in negatieve zin) en vinden sneller plaats dan bij grote kapitalisaties. De intrinsieke waarde van het fonds kan dus hetzelfde gedrag vertonen. Renterisico: De portefeuille is blootgesteld aan de evolutie van de obligatiekoersen, die zelf zijn blootgesteld aan de risico's van een stijging van de rentevoeten. Dit risico wordt gemeten door de duration, die beoordeelt in welke mate de obligatiekoersen worden beïnvloed door de evolutie van de rentevoeten. Het fonds kan 0% tot 100% van zijn vermogen beleggen op de markt van de renteproducten. Als de rentevoeten stijgen, kan de intrinsieke waarde van het fonds dalen. Deze rente-instrumenten zijn kortlopende effecten, waardoor ze in mindere mate zijn blootgesteld aan het renterisico. Kredietrisico: De portefeuille is blootgesteld aan het risico dat emittenten in gebreke blijven of dat hun kredietkwaliteit verslechtert. Als hun kredietkwaliteit verslechtert, dan zou dit tot gevolg kunnen hebben dat de koersen van hun obligaties sterker dalen dan die van vergelijkbare staatsobligaties. Dit risico wordt omkaderd door het feit dat de gehouden effecten zijn uitgegeven door landen of overheidsinstellingen met een rating van A of hoger, met een minimumrating van BBB-. Het fonds kan niettemin converteerbare obligaties houden. Ter herinnering: het specifieke beheer van de compartimenten van de obligatiemarkt en de kredietmarkt, vertegenwoordigt niet de finale beheerdoelstelling, aangezien renteproducten worden gehouden om de globale volatiliteit van de portefeuille te beperken. Valutarisico: Het betreft het risico van een waardedaling van de gehouden effecten ten opzichte van de referentievaluta van de portefeuille: de euro. Houders die inwoners zijn van de eurozone zijn mogelijk aan dit valutarisico blootgesteld tot 40% van de portefeuille. Risico van beleggingen in opkomende markten: Het fonds kan tot 10% van zijn vermogen beleggen in aandelen uit opkomende markten van Oost-Europa, LatijnsAmerika en Azië. De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op het feit dat de omstandigheden voor de werking van en het toezicht op de bovenvermelde markten, kunnen verschillen van de normen die gelden op de grote internationale beurzen. Garantie of bescherming Doelgroep

Standaardprofiel belegger

Nihil (er geldt geen kapitaal- of rendementswaarborg). Deelbewijzen P en I: Alle beleggers, inclusief verzekeringsmaatschappijen in het kader van levensverzekeringscontracten die zijn uitgedrukt in rekeneenheden.

van

de Dit GBF is bedoeld voor beleggers die streven naar kapitaalgroei via een instrument dat op flexibele wijze wordt belegd in aandelen en renteproducten en dat ernaar streeft om over een beleggingsduur van minimaal drie jaar een beter rendement te behalen dan de referentie-index. Het bedrag dat redelijk is om in deze icbe te beleggen, hangt af van uw persoonlijke situatie. Om dat bedrag te bepalen, dient u rekening te houden met


uw persoonlijke vermogen, uw behoeften op dit moment en over meer dan drie jaar, maar ook met uw bereidheid om risico's te nemen of, in het andere geval, uw voorkeur voor een voorzichtige belegging. Er wordt ook sterk aanbevolen om uw beleggingen voldoende te diversifiëren, zodat ze niet alleen worden blootgesteld aan de risico's van deze icbe. Het GBF komt in aanmerking voor levensverzekeringscontracten. Aanbevolen beleggingsduur

Minimaal drie jaar.

Bestemming van inkomsten Uitdrukkingsvaluta

Euro (€)

de Kapitalisatie-GBF.

Vorm van de deelbewijzen

Aan toonder.

Fracties van deelbewijzen

Inschrijving of terugkoop in duizendsten van deelbewijzen.

Procedure voor inschrijving en terugkoop: Inschrijvings- en terugkoopaanvragen worden elke werkdag tot 13.00 uur (tijd in Parijs) gecentraliseerd aan de loketten van de bewaarder en worden uitgevoerd op basis van de intrinsieke waarde van dezelfde dag. Inschrijvingen op en terugkopen van fracties van deelbewijzen (duizendsten) zijn mogelijk. Initiële waarde van het deelbewijs

Deelbewijs P: 100 € Deelbewijs I: 1000 €

Minimumbedrag voor vervolgbeleggingen

Deelbewijs P: 1 duizendste van een deelbewijs Deelbewijs I: 1 duizendste van een deelbewijs

Centralisatiekantoor voor de CACEIS Bank France inschrijvings- en terugkooporders Datum en frequentie van de berekening van de intrinsieke waarde

Dagelijks, behalve op feestdagen, ook als de betreffende beurs of de beurzen zijn geopend; in dat geval vindt de berekening plaats op de eerstvolgende werkdag. Ze wordt berekend op basis van de laatste gekende intrinsieke waarde voor icb's, en voor andere effecten, op basis van de laatste noteringskoers op de waarderingsdag.

Methode voor de berekening Inschrijvingen en terugkopen worden verwerkt tegen een onbekende intrinsieke en vaststelling van de waarde. De regels voor de vaststelling van de intrinsieke waarde worden intrinsieke waarde gedetailleerd beschreven in de paragraaf 'Waarderingsregels en administratieve verwerking van de activa'. Plaats en procedure voor publicatie of bekendmaking van de intrinsieke waarde

Deze informatie kan worden verkregen bij DORVAL FINANCE-1 rue de Gramont 75002 PARIJS en op de website http://www.dorvalfinance.fr

INFORMATIE OVER DE KOSTEN, DE PROVISIES EN HET BELASTINGSTELSEL Kosten en provisies

Inschrijvings- en terugkoopprovisies: De inschrijvings- en terugkoopprovisies komen bovenop de inschrijvingsprijs die wordt betaald door de belegger of worden afgehouden van de terugbetalingsprijs. De provisies voor de icbe moeten de kosten compenseren die de icbe draagt om de toevertrouwde activa te beleggen of te verkopen. De niet-verworven provisies komen ten goede aan de beheermaatschappij, de distributeur, enz.


Kosten ten laste van de belegger, ingehouden bij inschrijvingen en terugkopen Inschrijvingsprovisie die niet toekomt aan de icbe Inschrijvingsprovisie die toekomt aan de icbe Terugkoopprovisie die niet toekomt aan de icbe Terugkoopprovisie die toekomt aan de icbe

Grondslag

Tarief

Intrinsieke waarde X aantal deelbewijzen Intrinsieke waarde X aantal deelbewijzen Intrinsieke waarde X aantal deelbewijzen Intrinsieke waarde X aantal deelbewijzen

Maximaal 2% Nihil Nihil Nihil

Operationele en beheerkosten: Deze kosten dekken alle kosten die rechtstreeks aan de icbe worden gefactureerd, met uitzondering van de transactiekosten. De transactiekosten omvatten de bemiddelingskosten (makelaarskosten, beursbelasting, enz.) en in voorkomend geval de transactieprovisie, die in het bijzonder door de bewaarder en door de beheermaatschappij kan worden geïnd. De operationele en beheerkosten kunnen worden vermeerderd met:  prestatievergoedingen. Deze belonen de beheermaatschappij als de icbe haar doelstellingen heeft overtroffen.  transactieprovisies gefactureerd aan de icbe;  een deel van de inkomsten uit tijdelijke aankopen en verkopen van effecten. Kosten gefactureerd aan de icbe

Grondslag

Beheerkosten

Nettovermogen

Externe beheerkosten van de beheermaatschappij (CAC, bewaarder, distributie, advocaten)

Nettovermogen

Maximale indirecte kosten (provisies en beheerkosten)

Nettovermogen

Transactieprovisie

Inhouding op elke transactie

Prestatievergoeding

Nettovermogen

Tarief Deelbewijs P: 1,60% all-in Deelbewijs I: 0,80% all-in Maximumtarief Deelbewijs P: X% all-in Deelbewijs I: X% all-in Maximumtarief Deelbewijs P: X% all-in Deelbewijs I: X% all-in Maximumtarief Aandelen: volgens de markten, met een maximum van 0,35% all-in Obligaties: 0,03% all-in Geldmarktinstrumenten en derivaten: Nihil 20% van het positieve rendement van het GBF boven dat van zijn referentieindex.

De vergoeding van de tijdelijke aankopen en verkopen van effecten wordt integraal betaald aan de icbe. (*) Prestatievergoeding: Variabel deel op basis van een vergelijking tussen het rendement van het gemeenschappelijke beleggingsfonds en de samengestelde referentie-index over het boekjaar: - Als het rendement van het gemeenschappelijke beleggingsfonds tijdens het boekjaar hoger is dan dat van de referentie-index en hoger is dan 0, dan bedraagt het variabele deel van de beheerkosten 20% van het verschil tussen het rendement van het gemeenschappelijke beleggingsfonds en dat van de index. - Als het rendement van het GBF in de loop van het boekjaar sinds het begin van het boekjaar hoger is dan dat van de samengestelde referentie-index, berekend over dezelfde periode, en hoger is dan 0, dan wordt er voor dit positieve rendementsverschil bij de berekening van elke intrinsieke waarde een voorziening aangelegd uit hoofde van de variabele beheerkosten. - Als het rendement van het GBF tijdens het boekjaar lager is dan dat van de samengestelde referentie-index, dan is het variabele deel van de beheerkosten gelijk aan nul. - Als het GBF minder goed presteert dan de samengestelde referentie-index tussen twee berekeningen van de intrinsieke waarde, zal elke eerder berekende voorziening worden aangepast door een terugneming op de voorziening. De terugnemingen op de voorziening zijn beperkt tot het totaal van de vroegere toevoegingen.


-

Dit variabele deel wordt pas definitief geïnd aan het einde van elk boekjaar n, uit hoofde van het boekjaar n, als het rendement van het GBF tijdens deze periode hoger is dan dat van de samengestelde referentie-index en hoger is dan 0. In alle andere gevallen worden er aan het einde van het boekjaar geen variabele beheerkosten ingehouden.

Deze variabele kosten worden rechtstreeks geboekt op de resultatenrekening van het fonds bij elke berekening van de intrinsieke waarde en worden jaarlijks ingehouden. De volgende formule vertegenwoordigt de gedetailleerde berekeningswijze van de variabele beheerkosten uit hoofde van het boekjaar dat begint op 0 en eindigt op n:  Als IW(n) <= IW(0), dan CumulVBK(n) = 0  Berekening van de voorziening tussen twee opeenvolgende berekeningen van de intrinsieke waarde: Voor elke variabele i tussen 1 en n: als IW(i) > IW(0) dan: CumulVBK(i) = Max(0, 0,20 * [N(i)*IW(i) - Bench(i)/Bench(0)*N(i)*IW(0)]) waarbij - IW(n) de intrinsieke waarde is aan het einde van het boekjaar, na vaste beheerkosten, zonder enige variabele beheerkosten, - IW(0) de intrinsieke waarde is aan het einde van het vorige boekjaar. Deze intrinsieke waarde geldt als referentie voor het lopende boekjaar. - CumulVBK(n) is het bedrag van de ingehouden prestatievergoeding over het boekjaar, - N(i) is het totale aantal deelbewijzen van het gemeenschappelijke beleggingsfonds op de datum van de intrinsieke waarde (i), - IW(i) is de intrinsieke waarde per eenheid op dag (i) na vaste beheerkosten, zonder enige variabele beheerkosten, - Benchi is de waarde van de index, op deze zelfde datum: -

-

N(i)*IW(i) vertegenwoordigt het zuivere vermogen, na vaste kosten, N(i)*IW(0) vertegenwoordigt het equivalente vermogen sinds het begin van het boekjaar, Bench(i)/Bench(0)*N(i)*IW(0) vertegenwoordigt het equivalente vermogen van de benchmark,

De dagelijkse voorziening kan dan als volgt worden uitgedrukt: VoorzieningVBK(i) = CumulVBK(i)-CumulVBK(i-1) waarbij - VoorzieningVBK(i) het bedrag is van de variabele beheerkosten, voorzien of teruggenomen op de voorziening, bij de intrinsieke waarde op i, Procedure voor de selectie van de tussenpersonen: De tussenpersonen en tegenpartijen worden voor elke transactie door het beheerteam geselecteerd via een aanbestedingsprocedure binnen een lijst van bevoegde tussenpersonen. Meer informatie vindt u in het jaarverslag van de icbe.

IV - COMMERCIËLE INFORMATIE MSG-criteria in ons beleggingsbeleid: DORVAL FINANCE beheert geen MSG-fondsen. Daardoor zijn de criteria met betrekking tot milieu, sociale doelstellingen en governance (MSG) niet stelselmatig en gelijkmatig in ons beleggingsbeleid opgenomen. Niettemin houden wij bij de analyse van de effecten waarin wij beleggen naast de traditionele financiële criteria ook rekening met bepaalde criteria inzake governance, milieu en sociale doelstellingen. De distributie wordt verzekerd door:

DORVAL FINANCE.


Terugkoop of terugbetaling van de deelbewijzen: De procedures de inschrijving en terugkoop zijn beschreven in de paragraaf 'Procedure voor inschrijving en terugkoop'. De verspreiding van informatie over de icbe wordt verzekerd door: Dorval Finance 1, rue de Gramont 75002 Parijs Fax: + 33 (0) 1 42 94 18 37 [email protected]

Institutionele cliënten: Dhr. Denis LAVAL Tel.: + 33 (0)1 44 69 90 43 E-mail: [email protected] Cliënten externe verkoop en particulieren: Mw. Gaëlle GUILLOUX Tel.: + 33 (0) 1 44 69 90 45 E-mail: [email protected]

De website van de AMF www.amf-france.org bevat bijkomende informatie over de lijst van reglementaire documenten en het geheel van voorschriften met betrekking tot de bescherming van de beleggers. Publicatiedatum van het prospectus: 18/05/2015

V – BELEGGINGSREGELS Het GBF is onderworpen aan de wettelijke beleggingsregels die gelden voor gecoördineerde icbe's die ten hoogste 10% beleggen in deelbewijzen of aandelen van icbe's of beleggingsfondsen.

VI – GLOBAAL RISICO De berekeningswijze van de ratio van het globale risico van de icbe is de methode van de aangegane verplichtingen ('commitment approach').

VII – REGELS VOOR DE WAARDERING EN ADMINISTRATIEVE VERWERKING VAN DE ACTIVA Regels voor de waardering van de activa: Bij de berekening van de intrinsieke waarde van het deelbewijs wordt rekening gehouden met de waarderingsregels die hierna worden beschreven: -

Financiële instrumenten en effecten die worden verhandeld op een gereglementeerde markt worden gewaardeerd tegen de marktprijs, volgens de volgende principes: De waardering vindt plaats tegen de laatste officiële beurskoers. De beurskoers die in aanmerking wordt genomen, is afhankelijk van de markt waar het effect genoteerd is: Europese noteringsmarkten: Laatste beurskoers van de dag van de intrinsieke waarde Aziatische noteringsmarkten: Laatste beurskoers van de dag van de intrinsieke waarde Noord- en Zuid-Amerikaanse noteringsmarkten: Laatste beurskoers van de dag van de intrinsieke waarde

De koersen die in aanmerking worden genomen, zijn degene die de volgende ochtend om 9 uur (tijd in Parijs) gekend zijn en die worden verkregen via informatieleveranciers: Fininfo of Bloomberg. Als een effect niet genoteerd is, wordt de laatste gekende beurskoers gebruikt. De volgende instrumenten worden echter gewaardeerd volgens de volgende specifieke methoden:


-

-

Financiële instrumenten die niet op een gereglementeerde markt worden verhandeld, worden gewaardeerd tegen hun waarschijnlijke verhandelingswaarde, onder de verantwoordelijkheid van de beheermaatschappij. In het bijzonder worden schuldbewijzen en gelijkgestelde verhandelbare waarden waarmee geen significante transacties worden verricht, gewaardeerd op basis van een actuariële methode, waarbij het in aanmerking genomen cijfer gelijk is aan dat van de uitgiftes van gelijkwaardige effecten, in voorkomend geval aangepast met een afwijking die representatief is voor de intrinsieke kenmerken van de emittent van het effect. Indien er echter geen specifieke gevoeligheid is, kunnen verhandelbare schuldbewijzen met een resterende looptijd van ten hoogste drie maanden worden gewaardeerd volgens de lineaire methode. Contracten (vaste of voorwaardelijke termijntransacties) worden gewaardeerd tegen marktwaarde of tegen een waarde die geschat wordt volgens de procedure die wordt bepaald door de beheermaatschappij. De waarderingsmethode voor de niet in de balans opgenomen verplichtingen, bestaat in een waardering tegen marktkoers voor vaste termijncontracten en een omzetting in een equivalent onderliggend actief voor voorwaardelijke transacties.

De koersen die in aanmerking worden genomen voor de waardering van vaste of voorwaardelijke termijntransacties stemmen overeen met die van de onderliggende effecten. Ze verschillen al naargelang de markt waar ze genoteerd zijn: Europese noteringsmarkten:

Verrekeningskoers op de dag van de intrinsieke waarde indien verschillend van de laatste koers

Aziatische noteringsmarkten:

Laatste beurskoers van de dag van de intrinsieke waarde indien verschillend van de laatste koers

Noord- en Zuid-Amerikaanse noteringsmarkten: Laatste beurskoers van de dag van de intrinsieke waarde indien verschillend van de laatste koers Indien een vast of voorwaardelijk termijncontract niet is genoteerd, wordt de laatste bekende koers in aanmerking genomen. Effecten die het voorwerp uitmaken van tijdelijke aankoop- of verkoopcontracten, worden gewaardeerd in overeenstemming met de geldende reglementering. Ontvangen effecten in het kader van een repotransactie worden op hun aankoopdatum opgenomen in de rubriek 'Vorderingen die ontvangen effecten in het kader van een repotransactie vertegenwoordigen' tegen hun waarde die door de tegenpartij van de betreffende beschikbaarheidsrekening is vastgesteld in het contract. Zolang de effecten worden aangehouden, behouden ze die waarde, die wordt verhoogd met de aangegroeide rente op de repotransactie. Geleverde effecten in het kader van een repotransactie worden van hun rekening gehaald op de dag van de repotransactie en de overeenstemmende vordering wordt opgenomen in de rubriek 'Geleverde effecten in het kader van een repotransactie', die worden gewaardeerd tegen marktwaarde. De schuld die representatief is voor de geleverde effecten in het kader van een repotransactie wordt door de tegenpartij van de betreffende beschikbaarheidsrekening opgenomen in de rubriek 'Schulden die de geleverde effecten in het kader van een repotransactie vertegenwoordigen'. Ze behoudt de waarde die is vastgesteld in het contract en wordt bezwaard met de rente op deze schuld. -

Andere instrumenten: Gehouden deelbewijzen of aandelen van icbe's worden gewaardeerd tegen de laatste bekende intrinsieke waarde. Financiële instrumenten waarvan de koers niet werd vastgesteld op de waarderingsdag of waarvan de koers werd gecorrigeerd, worden gewaardeerd tegen hun waarschijnlijke verhandelingswaarde, onder de verantwoordelijkheid van de beheermaatschappij. Deze waarderingen en hun verantwoording worden gecommuniceerd aan de commissaris bij zijn controles.

Methodes voor administratieve verwerking: Administratieve verwerking van de inkomsten: De rente op obligaties en schuldbewijzen wordt berekend volgens de methode van de aangegroeide rente. Administratieve verwerking van de transactiekosten: De transacties worden administratief verwerkt zonder opgenomen kosten.


DORVAL CONVICTIONS. PROSPECTUS GBF conform de Europese normen

Recommend Documents