Voldoet NELOS aan de Europese normen ?
Verhandeling aangeboden in het kader van het behalen van de titel van 3*instructeur
Koen Van Dyck – 2*I nr 917 – Aquanauten Mortsel April 2005
Deze verhandeling is opgedragen aan Armand Jansen, 3*D bij de WDS, die mij in mei 1994 voor de eerste maal liet proeven van de Oosterschelde. De sterren zijn ondertussen veranderd, het respect blijft.
2
Inleiding Toen de nieuwe NELOS-reglementering werd gepubliceerd in januari 2005, kwam er veel reactie los in de duikgemeenschap. De duikforums op internet zijn nog nooit zo in trek geweest. Velen vonden de aanpassingen van de stijgproeven en het accent op de duikleidingen een hele verbetering, anderen reageerden teleurgesteld op de verstrengde dieptebeperkingen maar één reactie heeft bij mij de wenkbrauwen doen fronsen. NELOS zou hebben nagelaten om zich op één lijn te brengen met de recent gepubliceerde Europese normen. Hier had ik direct een resem vragen bij :
Wat zijn die normen juist ? Wie is de auteur ervan ? Wat is de impact van deze normen ? Op welke domeinen stemt NELOS niet overeen ? Wat zijn hiervan de consequenties ?
Na het slagen in het theorie-examen, leek dit me een goed onderwerp om te behandelen in mijn verhandeling, te meer daar mijn oorspronkelijk onderwerp ‘ Zijn onze 4*D goed opgeleid voor hun taken’ door diezelfde nieuwe reglementering volledig was achterhaald.
3
1. Wat zijn Europese normen ? Volgens Van Dale betekent het woord norm : “een manier van handelen waarnaar een categorie van personen zich kan of moet richten”. In tegenstelling tot wetten, Koninklijke Besluiten, decreten enzovoort zijn normen niet wettelijk afdwingbaar. Het zijn vrijwillige afspraken waarmee men instemt om zich eraan te houden. Het leven zonder deze afspraken zou in deze moderne maatschappij quasi onmogelijk zijn. Stel u eens voor dat bijvoorbeeld elke platenfirma zijn eigen Cd-formaat zou hebben of dat de stopcontacten voor elektrische apparaten bij Philips anders zou zijn dan bij Sony. De industrie maakt gretig gebruik van deze afspraken om hun producten te standaardiseren, kwaliteit te garanderen en zodoende een grote afzetmarkt te bereiken. Op wereldvlak worden zulke afspraken geformaliseerd door de International Organization for Standardization (ISO). Op Europees vlak behartigt het Centre Européen de Normalisation (CEN) deze dienstverlening. De CEN, met hoofdzetel te Brussel, bundelt de nationale normeringinstituten van 22 Europese landen waaronder het Belgische Instituut voor Normalisatie 1. De normen die de CEN uitgevaardigd worden Europese Normen (EN) genoemd. België is verplicht, net als de andere leden van de CEN, om alle EN om te zetten in nationale normen binnen een termijn van 6 maanden. Zoals elke normeringsinstituut is de CEN georganiseerd in een aantal technische comités (TC) die elk hun specialisatie hebben. Het CEN/TC 329 behandelt normen in verband met ‘Tourism Services’. Het secretariaat van dit technisch comité wordt verzorgd door het Deutsches Institut für Normung (DIN). Op zijn beurt is dit technisch comité onderverdeeld in een vijf verschillende workgroups. De workgroup 3 van dit CEN/TC 329 heeft de normen opgesteld voor het recreatief sportduiken waarover deze verhandeling gaat. Het valt niet te achterhalen welke personen en organisaties juist betrokken waren in dit CEN/TC 329 maar op het internet is terug te vinden dat ondermeer PADI en de NOB hier hun steentje hebben bijgedragen 2. Zeker de invloed van PADI is te merken in een aantal formuleringen en oefeningen die duidelijk hun stempel dragen. Voor het recreatief sportduiken zijn 2 normen opgesteld : 1. EN-14153 : de minimum vereisten voor de opleiding van recreatieduikers 2. EN-14413 : de minimum vereisten voor de opleiding van scuba-instructeurs.
1
Landen die verbonden zijn aan de CEN : België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ijsland, Ierland, Italië, Luxembourg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk,Portugal,Tsjechië, Slowakije, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. 2 Zie op www.scuba-publications.com
4
Deze twee normen zijn uitgesplitst in verschillende documenten. Deze documenten zijn als “attachment” toegevoegd aan deze verhandeling. Het behelst de volgende vijf documenten : 1. 2. 3. 4. 5.
EN-14153-1 : Level 1 Supervised Diver EN-14153-2 : Level 2 Autonomous Diver EN-14153-3 : Level 3 Dive Leader EN-14413-1 : Level 1 Scuba instructor EN-14413-2 : Level 2 Scuba instructor.
De EN-14153-normen (scuba diver) zijn goedgekeurd in september 2003 en zijn van kracht als nationale standaard vanaf mei 2004. De EN-14413 (scuba instructor) zijn goedgekeurd in december 2003 en zijn van kracht als nationale standaard vanaf augustus 2004. In maart 2004 heeft België deze normen als nationale norm overgenomen en bekrachtigd in het Belgisch Staatsblad. In elk van de EN-documenten komt quasi dezelfde structuur terug : 1. Scope 2. Normative references 3. Terms and definitions 4. Competencies 5. Prerequisites for training 6. Introductory information 7. Required theoretical knowledge 8. Required scuba skills ( confined water + open water) 9. Practical training parameters 10. Assessment , certification Sommige van deze onderdelen zijn tevens quasi identiek over de verschillende documenten heen (1,2,3, 5, 6 en 10). De gestandaardiseerde opbouw van deze documenten maakt een horizontale vergelijking van de verschillende levels mogelijk. De EN-normen hebben volgend toepassingsgebied : “ This European Standard applies only to contractual training and certification in recreational scuba diving. “ Dat de normen enkel zijn uitgevaardigd voor recreatieduikers en niet voor beroepsduikers, ligt voor de hand. Het woord “contractual” is op zijn plaats voor de commerciële duikorganisaties. De facto is het ook van toepassing binnen NELOS, kandidaat-duikers worden lid van een NELOS-club met het oog op het ontvangen van een opleiding. Dat dit niet geformaliseerd is in een contract, doet mijn inziens geen afbreuk aan het feit dat er een impliciete overeenkomst tot opleiding is tussen de kandidaat en de desbetreffende club. Sinds de introductie van de normen is het duidelijk geworden dat er behoefte was aan een onafhankelijke en gerespecteerde organisatie om organisaties te controleren die de wens hebben om te beweren dat hun opleidingen aan de vereisten voldoen. Om in deze behoefte te voorzien is de "EUF Certification Body" opgericht, wat een samenwerking is tussen de European Underwater Federation (EUF) en het
5
norminstituut van Oostenrijk. De belangrijkste leden van de EUF zijn CMAS, BSAC, FFESSM, NOB en RSTC-Europe 3. De erkenning door de "EUF Certification Body" volgt na een gedetailleerd controleproces, wat duikorganisaties toestaat te bewijzen dat hun opleidingsprogramma"s volledig voldoen aan de vereisten welke in de Europese norm zijn opgenomen.
3
De RSTC (Recreational Scuba Training Council) overkoepelt de commerciële duikorganisatie met onder andere PADI, IDD, IDEA, SSI, ….
6
2. Werkwijze De EN-documenten zijn beschikbaar in het Engels, het Frans en het Duits. Je kan deze documenten aanschaffen bij een nationaal normeringsinstituut voor een prijs van ongeveer 25 euro het stuk. Maar met een beetje creatief surfen kan je deze documenten eveneens gratis downloaden van het web. Ik heb me gebaseerd op de Engelstalige documenten. Omdat een foutieve vertaling de nuance in de formulering zou teniet doen, opteer ik ervoor om de oorspronkelijke teksten niet te vertalen. Ik zal telkens item per item de respectievelijke teksten van EN en NELOS citeren en naast elkaar plaatsen. Dit heeft onvermijdelijk het effect dat deze verhandeling het voorgeschreven maximum aantal pagina’s zal overschrijden maar het werken met paginaverwijzingen zou een ongunstig effect hebben op de leesbaarheid van dit document en zou van de lezer een te grote inspanning verlangen om steeds de teksten op te zoeken. Bij vergelijkingen gebruik ik de volgende symbolen : < = > : De EN-normen en de NELOS-reglementering stemmen overeen, < + > : De NELOS-reglementering is strenger dan de EN-normen, < - > : De EN-normen zijn strenger of explicieter dan de NELOS-reglementering. Voor de items waar we de score < - > halen, zal ik in het laatste hoofdstuk concrete aanbevelingen formuleren hoe we dit kunnen ombuigen. In deze verhandeling zal ik de EN-levels met de NELOS-brevetten en –titels vergelijken en een mapping voorstellen. Vervolgens zal ik dieper ingaan op de drie pijlers van het duikonderricht : theorie, zwembad en openwaterproeven. Ik heb gekozen voor een aanpak per onderdeel in plaats van een vergelijking brevet per brevet omdat dit mijn inziens een beter beeld geeft van het al dan niet conform zijn van NELOS ten opzichte van de EN. Het is in deze verhandeling niet de bedoeling om een waardeoordeel te vellen over de Europese Normen. Of ze goed zijn of slecht, volledig of onvolledig laat ik in het midden. Mijn vertrekpunt is dat de EN bestaan en dat we ze als dusdanig moeten aanvaarden. Het doel is om een zo objectief mogelijk vergelijking te maken van de « requirements » van de EN en de expliciete vermelding van dezelfde « requirements » in de NELOS-documenten 4. Het woord « expliciet » neemt hier een belangrijke plaats in. Het gaat over de vergelijking van reglementen. Het feit dat we in de praktijk sommige zaken impliciet en “en passant” aanleren tijdens de opleiding speelt niet mee. Als NELOS ooit wenst te voldoen aan de EN-normen, zal onze reglementering voor 100% en expliciet moeten voldoen aan deze normen. 4
Onder NELOS-documenten verstaan we de infomap, het vademecum en het veiligheidsreglement.
7
Het is ook belangrijk te beseffen dat het over minimum normen gaat. Veelal zal blijken dat NELOS qua reglementering (bijvoorbeeld buddy-combinaties, proefdieptes, …) strenger is dan EN. Dit is dus geen enkel probleem. Enkel als de EN-normen strenger of explicieter zijn dan de onze, dient er ingegrepen te worden. Deze stelling wordt tevens bevestigd in de EN-documenten : “The requirements specified are minima : they do not preclude the provision of additional training or the assessment by a service provider of additional competencies”. Wat ook gaat opvallen is dat de EN voornamelijk geboden - zaken waaraan men moet voldoen - beschrijft. Er zijn in de EN nagenoeg geen verboden - zaken die niet mogen - te vinden 5. In de NELOS-reglementeringen vindt men wel beiden terug. De verboden van NELOS zijn de facto strenger dan EN en vallen dus buiten schot voor deze verhandeling.
5
Deco-duiken zijn evenwel verboden voor EN1 en EN2.
8
3. Mappen van de EN-levels en de NELOS-brevetten/titels De EN beschrijven in totaal 6 levels : Eigen afkorting EN1 EN2 EN3 EN4 EN5 EN6
Level Supervised diver Autonomous diver Dive leader Scuba instructor, level 1 Scuba instructor, level 2 Scuba instructor-trainer
Document EN-14153-1 EN-14153-1 EN-14153-1 EN-14413-1 EN-14413-1
In de eerste kolom staan de afkortingen die ik verder zal gebruiken in dit document. Voor de eerste vijf levels vinden we het desbetreffend EN-document in de laatste kolom. Het level Scuba Instructor-trainer heeft geen eigen EN-document maar wordt aangehaald bij EN4 en EN5 onder punt 12. Vermits NELOS 4 brevetten en 3 titels kent, is het onmogelijk om een één op één – matching te maken tussen de 6 EN-levels en de 7 NELOS-brevetten/titels. Het positioneren van een NELOS-brevet tussen twee EN-normen in ( bijvoorbeeld onze 4*D zit tussen EN3 en EN4), is niet aan te bevelen omdat dit de duidelijkheid van de brevetten niet ten goede zal komen. Juist één van de opzetten van de EN is om minimale normen op te stellen waaraan een brevet van een bepaalde organisatie moet voldoen zodat brevetten van verschillende organisaties makkelijk met elkaar te vergelijken zijn 6. Na grondige lectuur van de normen ben ik tot de volgende vaststelling gekomen. Ter staving van mijn vaststelling, meld ik ook de mapping die PADI heeft bekomen. EN-Level EN1 EN2 EN3 EN4 EN5
Omschrijving Supervised diver Autonomous diver Dive leader Scuba instructor level 1 Scuba instructor level 2
NELOS 1*D 2*D 3*D 4*D 1*I
PADI PADI scuba diver Open water diver Divemaster Assistant instructor Open water scuba instructor
Het EN6 level (Scuba instructor trainer) komt bij NELOS overeen met de titels 2*I en 3*I. Op deze manier is het probleem van de 6 EN-levels en de 7 NELOSbrevetten/titels opgelost. Er dient wel opgemerkt te worden dat vergelijkbaarheid van brevetten niet gelijkstaat met het inschalen van brevetten. Inschalingen worden bilateraal geregeld tussen duikfederaties . Het is niet zo dat iemand met een brevet met een bepaald EN-level zich automatisch het overeenkomstig NELOS-brevet zou mogen toe-eigenen of zich zou mogen aanbieden voor het volgende brevet. Dit zullen de desbetreffende 6
The above mentioned European Standards represent a tool for comparison of existing (or future) qualifications.
9
federaties in onderling akkoord moeten overeenkomen. Het voldoen aan de ENnormen langs de beide kanten kan dit proces wel stroomlijnen. Sommige inschalingregels gelden evenwel op wereldvlak ( bijvoorbeeld CMASPADI) en overstijgen dus het Europese niveau.
10
4.Vergelijking van de profielen van de verschillende levels 4.1. Vergelijking EN1 t.o.v. 1*D A scuba diver at level 1 – Supervised Diver - … is deemed to have sufficient knowledge, skill and experience to dive in open water under the direct supervision of a dive leader. -
Recommended maximum depth of 12 meter under the direct supervision of a dive leader, Dive in groups of up to four level 1 scuba divers per dive leader, Make dives which do not require in-water decompression stops, Dive only when appropriate support is available at the surface, Dive under conditions that are equal or better than the conditions where they were trained, If accompanied by a scuba instructor, a EN1 may gain progressiver experience beyond these parameter and develop competency in managing more challenging diving conditions designed to lead to higher qualifications, Where further instruction is required this can only be provided by a suitably qualified scuba instructor. Where only further experience is required, this may be supervised by a dive leader.
Een 1*D is een duiker die bekwaam is om veilig en correct gebruik te maken van zijn duikuitrusting in een beschermde trainingsomgeving en die klaar is om openwater ervaring op te doen, begeleid door een ervaren duiker. Hij moet kunnen functioneren volgens het buddy-systeem van de CMAS. Zowel naar de geest als naar de letter komt de EN1 overeen met onze 1*D. Onze maximale diepte (15 meter voor de eerste 5 duiken) ligt iets dieper dan de aanbevolen 12 meter. In de infomap staat evenwel expliciet dat de voorziene maximale diepte van 15 meter niet noodzakelijk hoeft bereikt te worden bij de eerste duiken. Na de eerste duiken mag men zowel een EN1 als een 1*D dieper gaan. NELOS zet de maximumdiepte op 20 meter. Qua buddy-combinatie is NELOS strenger dan EN, vermits de eerste 15 duiken worden afgenomen door minstens een 4*D, terwijl EN maar een EN3 voorschrijft. NELOS schrijft geen maximum aantal 1*D voor per ploeg, terwijl EN dit beperkt tot 4. Voor de doopduiken raadt NELOS wel voor dat de duik liefst gebeurt met twee en een 3*D mag maar één 1*D in zijn ploeg hebben. In onze wateren zijn grote duikploegen nagenoeg onbekend. Het verbod om geen deco-duiken te maken is mijn inziens door PADI geïnspireerd maar komt bij ons in de praktijk – gezien de dieptebeperking van 20 meter - slechts uitzonderlijk voor 7 . 7
De US NAVY-tabellen hebben een nultijd van 50 minuten voor een diepte van 21 meter.
11
4.2. Vergelijking EN2 t.o.v. 2*D A scuba diver at level 2 – Autonomous Diver - … is deemed to have sufficient knowledge, skill and experience to dive with other scuba divers of a least the same level in open water without supervision of a scuba instructor. -
-
Dive to a recommended maximum depth of 20 meter with other scuba divers of the same level, Make dives, which do not require in-water decompression stops, Dive only when appropriate support is available at the surface, Dive under conditions that are equal or better than the conditions where they were trained; if diving conditions are significantly different from those previously experienced, an EN2 requires an appropriate orientation from a dive leader, If accompanied by a scuba instructor, an EN2 may gain progressive experience beyond these parameters and develop competency in managing more challenging diving conditions (eg increased depth and current, reduced visibilty, extreme temperatures) designed to lead to higher qualifications.
Een 2*D : -
-
Heeft enige onderwater ervaring opgedaan, Kan manifeste duikongevallen herkennen en er adequaat op reageren, Is in staat onder leiding van een ervaren duiker alle recreatieve duiken uit te voeren, Hij moet kunnen functioneren volgens het buddy-systeem van de CMAS, Kan als duikleider fungeren bij eenvoudige duiken (18 jaar, 3 duikleidingen uitgevoerd, maximaal 1 mededuiker, geen bijzondere duik, gekende duikplaats, geen decompressieduik, bij stroming/slechte zichtbaarheid toestemming van en instructeur ter plekke) Mag tot 30 meter duiken onder begeleiding van minstens een 3*D, Mag tot 20 meter duiken als samen met een andere 2*D.
Ook voor deze brevetomschrijvingen komen grotendeels overeen. NELOS is iets strenger qua voorschriften in verband met autonoom duiken van twee 2*D. De EN is dan weer iets explicieter – weerom onder invloed van PADI – in verband met deco-duiken. Vermits een 2*D mag duiken tot 30 meter (dus een nultijd van 25 minuten) kan dit soms wel voorkomen.
12
4.3. Vergelijking EN3 t.o.v. 3*D Scuba divers at level 3 – Dive leader - … is deemed to have sufficient knowledge, skill and experience to plan, organise and conduct their dives and lead other recreational scuba divers in open water. -
Conduct any specialised recreational scuba diving activities for which they have received appropriate training, Plan and execute emergency procedures appropriate for the diving environment and activities, May help to control students and improve safety but may not assess or teach any skills or knowledge to students.
Een 3*D : -
Moet in staat zijn “zelfstandig” te duiken; Is in staat duiken te leiden die geen uitzonderlijke moeilijkheidsgraad hebben (bvb. geen duiken met volslagen beginnelingen, …) Moet hierbij alle veiligheidsmaatregelen kunnen treffen, alle duikongevallen kunnen herkennen en er gepast op kunnen reageren, Maximale diepte 40 meter ( behalve “oude” 3*D 57 meter ) Duikleider vanaf 2*D behalve 1*D met 15 duiken.
Deze twee beschrijvingen komen eveneens overeen. NELOS is iets explicieter in buddy-combinaties en in maximale dieptes. Eveneens merken we in de EN3-competencies een PADI-invloed. “Appropriate training” duidt op de speciality-brevetten8 en de PADI-divemaster mag wel controleren en gedelegeerde taken uitvoeren maar geen lesgeven of examens afnemen. Dit is voorbehouden voor de zogenaamde ‘Professionals’, zijnde Assistant Instructor of hoger .
8
Deze specialities zijn night dives, limited visibility dives, divers in underwater currents, deep dives, wreck dives, dry suit dives.
13
4.4. Vergelijking EN4 t.o.v. 4*D An EN4 are deemed to be qualified to -
-
Teach and assess students up to EN1 on their theoretical knowledge Teach and assess students up to EN1 in confined water If supervised and authorised by an EN5 o Gain progressive experience in teaching and assessing the theoretical knowledge of EN2 and EN3 o Teach any level of scuba diver in confined water o Gain progressive experience in teaching and assessing open water surface skills If supervised and directly observed by an EN5 gain progressive experience in teaching and evaluating in confined and open water.
Een 4*D : -
Moet in staat zijn “zelfstandig” te duiken Hij moet in staat zijn duiken te leiden in alle waters die courant bezocht worden door Belgische duikers. Hij moet in staat zijn beginnende of onervaren duikers te begeleiden en tevens onder de verantwoordelijkheid van instructeurs bepaalde taken van deze laatste over te nemen. Hierbij moet hij alle veiligheidsmaatregelen kunnen treffen, alle duikongevallen kunnen herkennen en er gepast op kunnen reageren.
Onze 4*D is het zorgenkind van NELOS voor het globaal behalen van de EN-normen. Voor NELOS is de 4*D het hoogste technische brevet waarna er geen diepte- en buddybeperkingen meer bestaan. Onze 4*D is eigenlijk een expert 3*D die verschillende (diepe) proeven, doorgedreven duikleidingen en een veeleisend zwembad- en theorie-examen heeft afgelegd. Hierdoor krijgt hij ook de kwalificatie van sportduiker in plaats van recreatieduiker. Hij is tevens bekwaam en opgeleid om onder delegatie bepaalde proeven 9 af te nemen van 1*D, 2*D en 3*D. Evenwel zit in zijn opleidingstraject geen didactische aspecten in. Deze bekwaamheden komen pas aan bod in de modulaire opleiding voor 1*I. Helaas is daardoor de vroegere APBO-cursus niet langer toegankelijk voor 4*D. Gezien 4*D zeer veel in de clubs worden ingeschakeld in de zwembadopleidingen, vind ik dit een inherent nadeel van het nieuwe modulaire opleidingssysteem . Een alternatief zou zijn om onze 1*I te koppelen aan EN4 maar dan zijn de nadelen nog groter. Een EN4 mag enkel maar autonoom EN1 opleiden en examineren. In onze taal zou dat willen zeggen dat onze 1*I enkel maar 1*D zou mogen opleiden. Deze degradatie van de 1*I-titel is niet aanvaardbaar.
9
Het betreft hier de doopduiken, de duikleidingen en de 500/1000 meter palmen.
14
4.5. Vergelijking EN5 t.o.v. 1*I An EN5 are deemed to be qualified to : -
Plan, organise and conduct dives and lead other recreational scuba divers of all levels in open water, including rescue activities Teach and assess students up to EN1, EN2 and EN3 Supervise EN4 Plan, organise and conduct scuba diver training courses With suitable additional training or experience to plan, organise and conduct appropriate speciality or diving operational activities
Een 1*I is actief in zijn duikschool en moet in staat zijn : -
Een duikschool organisatorische en administratief te leiden Te kunnen instaan voor de opleiding van duikers, zowel praktisch als theoretisch Proeven af te nemen volgens de bevoegdheden in de protocollen De volledige organisatie van een clubduik in al zijn facetten op zich kunnen nemen De in de protocollen beschreven delegaties kunnen uitvoeren Taken te delegeren aan een 4*D Deel te nemen aan de vergaderingen van de Commissie Duikonderricht Zich voortdurend up-to-date houden van veranderde administratieve verplichtingen, aanpassingen van het duikonderricht en duiktechnische nieuwigheden.
Voor de mapping tussen EN5 en 1*I zijn er geen noemenswaardige problemen te melden. Het is tevens het bewijs dat het beter is om onze 1*I te koppelen aan EN5 ( instructor level 2) in plaats van aan EN4 (instructor level 1), ondanks dat je op basis van de naam juist geneigd zou zijn om het tegenovergestelde te doen.
15
4.6. Vergelijking EN6 t.o.v. 2*I / 3*I Scuba instructors-trainers : -
-
Shall be responsible for instructor training and certification, Shall be scuba instructors of senior standing and of higher qualification than a level 2 scuba instructor and shall have received specific training in the education and development of scuba instructors, Shall have an extensive knowledge of pedagogy and relevant educational systems and shall be qualified and sanctioned by a training organisation or competent public authority as being able to teach and evaluate scuba instructors, May take the role of trainers or examiners of scuba instructor candidates in accordance with the procedures defined by such training organisations or competent public authorities.
The process of training and certification of scuba instructor candidates shall involve at least one scuba instructor-trainer and one level 2 scuba instructor of senior standing. NELOS 2*I : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Deel uit maken van jury voor het 4*D theorie- en zwembadexamen Mee te werken aan de opleiding 1*I Bepaalde openwaterproeven voor 1*I afnemen Hulp bieden aan 3*I tijdens andere proeven voor 1*I Actief deelnemen aan de vergaderingen van de Commissie Duikonderricht Deelnemen aan regionale jury’s bij duikclubs Andere clubs en scholen bijstaan in geval van onvoldoende kader Als duikleider kunnen optreden van ploegen van meer dan 3 duikers ( in al zijn facetten, inclusief van een boot) 9. Duiken organiseren voor omvangrijke groepen, zowel in zee als elders. NELOS 3*I : 1. 2. 3. 4.
Een examensessie voor 4*D organiseren In staan voor de opleiding en vorming van instructeurs Als jurylid deelnemen aan de examens voor instructeurs Op treden als organisator van duikuitstappen, scholing- en vervolmakingstages en daarbij zelfs onbekende duikplaatsen aandoen 5. Medeverantwoordelijk zijn voor het in stand houden, verspreiden en ontwikkelen van het NELOS-duikonderricht in de breedste betekenis. Mijn inziens beschrijven onze brevetomschrijvingen voor 2*I en 3*I ruimschoots de vereisten voor Scuba instructor-trainer. 3*I examineren en certificeren onze 1*I (=EN5) terwijl de 2*I instaan voor de examens van de 4*D (=EN4). Tevens werken de 2*I sinds het invoeren van het modulaire systeem voor 1*I actief mee aan de openwaterproeven en de zwembadstages.
16
5. Algemene voorwaarden Zowel EN als NELOS kennen voorwaarden waaraan moet voldoen worden alvorens men zich kan aanbieden voor een brevet. NELOS kent tevens voorwaarden die we – vanzelfsprekend – nooit in de EN vinden :
Lid zijn van een NELOS-club voor de technische brevetten Administratief in orde zijn en voorgesteld zijn door de duikschoolleider en voorzitter.
Het niet lid hoeven te zijn van een duikfederatie past in het kraam van de commerciële duikfederaties waar enkel de instructeur lid van is en niet de opgeleide duiker.
5.1. Leeftijd De EN leggen geen minimumleeftijd vast voor EN1 en EN2. Bij NELOS is dit specifieker en start het volwassen duiken pas vanaf 14 jaar 10. De EN stipuleren wel het volgende : “Documented parental or legal guardian consent shall be obtained when the applicant is a minor.” Hoewel het een gangbare praktijk is bij verschillende NELOS-clubs en zeker bij NELOS-jeugdduikclubs, legt NELOS geen schriftelijke ouderlijke toestemming voor minderjarigen op. EN3 vereist de leeftijd van 18 jaar voor het duikleidingen terwijl dit bij NELOS maar 16 jaar is. Je mag dus wel duikleidingen uitvoeren als 16-jarige 3*D maar niet als 17jarige 2*D. Een 2*D dient 18 jaar te zijn als duikleider voor een buddy die ook 2*D is. Om de zaken te vereenvoudigen en om conform te zijn aan EN, stel ik voor om de minimum leeftijd van 3*D op te trekken naar 18 jaar. Vanaf zowel EN4 als vanaf 4*D wordt de minimum leeftijd van 18 jaar naar voor geschoven11.
5.2. Medische keuring NELOS vereist van elke duiker een bewijs van medische geschiktheid en dit via een jaarlijks dokteronderzoek. Bovendien dient men vanaf 45 jaar om de vijf jaar een elektrocardiogram onder belasting uit te voeren. Bij EN1 en EN2 volstaat een medische vragenlijst ingevuld door de duiker zelf. In geval van twijfel zal pas een doktersonderzoek verplicht zijn. Deze gang van zaken is mijn inziens tot stand gekomen onder invloed van commerciële duikscholen die leven van vakantiegangers die plots besluiten om een duikcursus te volgen en dus uiteraard geen onderzoek kunnen laten uitvoeren bij hun vertrouwde huisarts. 10
De specifieke reglementering voor het jeugdduiken vanaf 8 jaar valt buiten schot van deze verhandeling omdat deze jongelui geen 1*D worden maar wel bronzen/zilveren/gouden dolfijn. Deze kwalificaties zijn niet beschreven in de EN-normen. 11 Ter volledigheid : NELOS stelt de minimum-leeftijd voor 3*I op 21 jaar.
17
Voor EN3, EN4 en EN5 is het bewijs van een medisch onderzoek wel verplicht. Pas vanaf EN4 dient dit jaarlijks te gebeuren. Het staat buiten kijf dat de NELOS-reglementering qua medische keuringen de ENnormen ruimschoots overtreft.
5.3. Verplicht aantal duiken Volgende tabel geeft een overzicht van het verplicht aantal duiken per brevet. Qua aantal duiken haalt NELOS ook hier fluitend de EN-normen. EN-Level EN1 EN2 EN3 EN4 EN5
Aantal duiken 2 4 60 Onbepaald Onbepaald
NELOS 1*D 2*D 3*D 4*D 1*I
Aantal duiken 5 15 60 120 200
Voor EN1 en EN2 wordt een minimum duikduur van 15 minuten voorgeschreven voor een geldige kwalificatieduik. NELOS schrijft geen minimum duur voor 1*D en 2*D maar door het hoger aantal vereiste duiken, halen onze duikers probleemloos het minimum aantal duikminuten. Voor EN3 geldt de volgende supplementaire eis : “At least 30 open water dives shall include as wide a range of environmental factors as possible to ensure that the student has a wide range of experience. Examples of more demanding environmental factors may be : low visibility, currents, cold water. If the local environment does not include any such factors, the candidate’s diving experience should be broadened by completing a greater number of dives and/or including divers of greater depth (e.g. more than 30 m).” NELOS eist officieel slecht 4 duiken in Zeeland of in een ander getijdenwater met beperkte zichtbaarheid van haar 3*D. Maar door de ligging van België en de daarbij horende moeilijkheid van onze wateren (Noordzee, Oosterschelde, steengroeven, zandputten) mogen we stellen dat NELOS een natuurlijk thuisvoordeel heeft om deze norm te halen.
18
5.4. Vorig brevet Om een hoger NELOS-brevet te halen, dient steeds het vorige behaald te zijn. Dat is vanzelfsprekend in ons systeem. Tevens kennen we een systeem van verplichte wachttijden en/of verplicht aantal duiken sinds het vorig brevet alvorens zich te mogen aanbieden voor een volgende stap. Op die manier wordt de overhaastte ‘brevettenjacht’ tegengegaan. Brevet 3*D 4*D 1*I 2*I 3*I
Wachttijd 6 maand 12 maand 0 12 maand 12 maand
Aantal duiken sinds vorig brevet/titel 0 0 20 duikleidingen 25 duikleidingen en 20 zeeduiken vanaf een boot 20 duikleidingen en 10 zeeduiken vanaf een boot
In de EN-normen kent men deze aanpak niet. Het is zelfs verrassend dat men zich mag aanbieden voor EN2 zonder EN1 te bezitten. Een EN3 moet wel minstens een EN2 zijn. Maar daarentegen staat dan weer dat een EN3 zich probleemloos mag aanbieden voor EN5 zonder EN4 te hebben gehaald. Ook hier merken we een invloed van PADI en andere die hun Advanced Openwater Diver en Openwater Instructor aanbieden zonder het verplicht aflopen van elk voorafgaand brevet.
5.5. Materiaalvereisten EN Fins, mask, snorkel, weight system Demand regulator, cylinder, cylinder-support system Alternative breathing gas system : this could range from a simple octopus system to a duplicate breathing system with a separate breathing gas supply Alternative breathing gas system : this could range from a simple octopus system to a duplicate breathing system with a separate breathing gas supply Buoyancy compensator
NELOS Basisuitrusting : snorkel, duikbril, zwemvinnen, loodballast Ademlucht duikapparatuur
S
= =
Voor duiker : Verplicht van 1/1/2006 maar nu reeds ten zeerste aangeraden: een tweede luchtbron die toelaat een mededuiker lucht te geven zonder wisselademhaling
=
Voor duikleider : Verplicht van 1/1/2006 maar nu reeds ten zeerste aangeraden: de tweede luchtbron moet volledig afzonderlijk zijn, dit wil zeggen een tweede kraan met afzonderlijke ontspanner of een afzonderlijke tweede fles met ontspanner
+
Voor diepe en extreme duiken vanaf 31 m: trimvest (flesje en/of inflator), ook verplicht bij duiken met droogpak zonder eigen drijfvermogen en wrakduiken
-
19
Submersible pressure gauge (breathing gas pressure monitor) Means to measure depth and time and to safely limit exposure to inert gas Diving suit (if appropriate)
Specific environments may require additional equipement (e.g. an underwater navigational aid, knife/cutting device)
Manometer enkel verplicht voor diepe en extreme duiken vanaf 31 m
-
Voor duikleider : dieptemeter en uurwerk of gecombineerd toestel : deco-computer Voor duikleider : tabellen De uitrusting van de sportduiker dient aangepast te zijn aan de voorgenomen duik, rekening houdende met de plaatselijke en klimatologische omstandigheden. Voor iedere duiker : duikmes Voor duikleider : kompas Voor duikleider en bij Noordzeeduiken : OSB
-
Qua verplicht materiaal scoort NELOS niet optimaal. Items die in de praktijk deel uit maken van ieders uitrusting zijn reglementair slechts conditioneel verplicht. De manometer, toch een belangrijk uitrustingsstuk ter preventie van out-of-air situation, is slecht verplicht vanaf 30 meter, een diepte waar onze 2*D , die de bevoegdheid hebben van duikleider, niet mogen gaan. Idem dito voor de trimvest, deze is enkel verplicht voor diepe duiken, wrakduiken en duiken met een droogpak zonder drijfvermogen. Laat ons hier de reglementeringen vereenvoudigen en in lijn brengen met de ENnormen. Mijn voorstel is om de manometer en de trimvest 12 gewoon voor iedereen verplichten ongeacht de diepte. Het verplichten van instrumenten (dieptemeter, tijdsindicator) is een minder geslaagd idee van EN. Voornamelijk bij doopduiken is dit eerder een zegen dan een last. Ook in het jeugdduiken worden deze instrumenten afgeraden voor de jongelingen. Als positieve noot merken we op dat de nieuwe NELOS-reglementering qua alternatieve luchtbronnen al volledig in lijn zijn met de EN 13.
12
De EN spreekt van buoyancy compensator. Dit kan geïnterpreteerd worden als de gebruikelijke trimvest, de ietwat verouderde Fenzy of de in opmars zijnde wing. 13 Onder invloed van de franse reglementering heeft NELOS geopteerd om voor de duikleider een gescheiden systeem aan te bevelen.
20
= +
6. Vergelijking van theorievereisten Eén van de drie pijlers van een goed duikonderricht is de theoretische kennis die aan een brevet gekoppeld is. In dit hoofdstuk gaan we de theorievereisten van de EN gedetailleerd per brevet vergelijken met deze van NELOS. De vraag is of onze NELOS-reglementen expliciet en volledig aan de EN-norm voldoet. Opmerkingen als ‘ja maar, dat vertel je er in de les toch bij’ zijn niet ter zake. We vergelijken nationale reglementen en geen lokale praktijken.
6.1. Theorie EN1 EN1
NELOS : 1*D
The pratical use of diving equipment items
De vereisten van het basismateriaal kennen
Equalisation (eg ears and mask) Breathing (not holding breath and effect of pressure on air consumption)
Samenstelling van lucht kennen, weten hoe te reageren als men buiten adem is
Buoyancy and how to control it Increasing pressure : ears, sinuses, masks, lungs, suits, teeth Decreasing pressure : ears, sinuses, lungs, stomach, intestines, teeth Decompression illness ( decompression sickness, arterial gas embolism) Physical and mental stress
Het principe kennen van het ontstaan van de volgende duikongevallen : longoverdruk – sinussen – oren – kolieken – tanden – decompressieongeval
=
-
Effects of temperature on the scuba diver Medication, drugs, alcohol Basic knowledge concerning the local and general conditions of the environment and their possible effects on the scuba diver and the scuba diver’s impact on the environment Correct actions in the event of separation from the group or their buddy
S =
Weten hoe zich te gedragen tijdens de duik : op reserve gaan – verliesprocedure – plaats in de duikploeg
+
Over de theorievereisten van onze 1*D zijn wel enkele bedenkingen te formuleren : Geen expliciete aandacht voor masksqueeze, terwijl dit juist de risicogroep is voor dit fenomeen Geen aandacht voor paksqueeze terwijl deze groep veelal in het begin gaat duiken met niet perfect passende huurpakken
21
Geen aandacht – zowel bij EN als bij NELOS -voor essoufflement en kramp wegens foute palmtechniek Geen expliciete aandacht op invloed van druk op luchtverbruik
Voorst merken we op dat EN een geschreven of mondeling examen voorschrijft terwijl bij NELOS een systeem van permanente evaluatie van kracht is. Wat we ook telkens merken bij de EN is de aandacht voor ‘zachte’ items : physical en mental stress, environmental awareness.
6.2. Theorie EN2 EN2 Physical characteristics, operating principles, maintenance and use of equipment
Sound Light Buoyancy Pressure/gas laws Temperature How to determine dive profiles which do not require in-water decompression stop for single and repetitive divers. Be able to determine required stage decompression. Planning and preparation with emphasis on the prevention of out-of-breathing gas situations and emergencies Emergency procedures Accident management/prevention Communications, both under-water and on the surface Diver assistance (self/buddy) Recommended diving practices (eg separation procedures, safety stops)
NELOS : 2*D Grondige kennis hebben van de vereisten die aan het basismateriaal worden gesteld, de belangrijkste vermeldingen op de duiktoestellen en de wettelijke bepalingen kennen, praktisch gebruik en onderhoud van het courante duikmateriaal kennen Weten dat men onderwater de richting van waaruit een geluid komt niet kan bepalen Weten dat er uitfiltering is in water en dat alle objecten groter en dichterbij lijken dan zij zijn. Elementaire kennis bezitten van de wet van Archimedes en zijn praktische toepassingen ervan in de duiksport Elementaire kennis bezitten van de wet van Boyle & Mariotte en de toepassingen ervan in de duiksport. Het gebruik van de tabel voor enkelvoudige duiken en de tabel voor opeenvolgende duiken kennen en dit in frequent voorkomende en eenvoudige toepassingen. Het gemiddeld luchtverbruik kunnen berekenen. De uitzonderingsregels kennen. Zie bij medische onderwerpen De verplichte duiktekens (CMAS) kunnen toepassen. Weten wat de functies van de rangsluiter zijn Weten hoe zich te gedragen tijdens de duik (bijvoorbeeld op reserve gaan, verlies van de ploeg, plaats in de groep)
22
S =
= = = = =
= = = = = =
Procedures for diving from boats Proper use of personal diving log Increasing pressure : ears, sinuses, masks, lungs, suits, teeth Decreasing pressure : ears, sinuses, lungs, stomach, intestines, teeth Decompression illness ( decompression sickness, arterial gas embolism)
Nitrogen narcosis
Hypercapnia (excess carbon dioxide) Oxygen toxicity Contaminated breathing gas Physical stress (incl. fatigue and exhaustion) Exposure, hypothermia, hyperthermia In-water injuries Drowning Hyperventilation Airway control and related problems Medication, drugs, alcohol Cardio-pulmonary resuscitation (CPR) Normobaric oxygen first aid Mental stress, panic, overconfidence Water : temperature, thermoclines, visibility, movement (surface action, currents, tides and the like), density (fresh and salt water) Topography : bottoms, shorelines Aquatic life : animal, plant Environmental awareness: preventive behaviour, conservation, preservation Other topics : weather conditions, precautions for diving in new diving environments, surface hazards, overhead environments, entanglement
Het principe van longoverdruk, duikerskolieken, squeeze (masker en duikpak) kennen, de symptomen herkennen, het kunnen voorkomen en de behandeling kunnen toepassen Het mechanisme en de oorzaken van het decompressieongeval kennen; de symptomen herkennen (zonder meer) en de levensnoodzakelijke acties kunnen ondernemen. De bezwarende factoren van het decompressieongeval kennen. Het principe van “dronkenschap der diepte’ (stikstofnarcose) kennen, in staat zijn om symptomen te kunnen onderkennen en er gepast op te kunnen reageren.
Het hyperventilatiemechanisme en de gevaren ervan kennen en begrijpen. De techniek van de mond aan mond beademing en de hartmassage kunnen toepassen (zonder meer) Zie bij medische onderwerpen
=
=
=
= = = -
Met de nieuwe reglementering van 2005 is onze 2*D opgewaardeerd tot zelfstandig duikleider onder optimale condities (evenwel beperkt tot 20 of 30 al naar gelang het brevet van de buddy). Daarom valt het aan te bevelen om basisinzichten qua vergiftigingen, verdrinking en invloed van temperatuur mee te geven.
23
Tijdens de theorielessen moet het specifieke van duiken vanaf een boot ook op basisniveau worden bijgebracht. Onze 2*D springt immers autonoom van een boot tijdens zijn vakantie. Ook hier komen weer een deel ‘zachte’ items naar voor : physical stress, mental stress, panic, overconfidence, environmental awareness.
6.3.Theorie EN3 EN3 Equipment
Physics of diving
NELOS : 3*D Elementaire kennis bezitten van het werkingsprincipe van de mondontspanner;
S +
Het praktisch gebruik en onderhoud van het courante duikmateriaal kunnen uitvoeren. Eenvoudige berekeningen kunnen + maken met het begrip druk; De volgende wetten (Boyle & Mariotte, Archimedes, Henry en Dalton) kennen en begrijpen en alle courante toepassingen ervan in de duiksport kunnen verklaren Weten dat er uitfiltering van kleuren is onder water en dat alle objecten groter en dichterbij lijken dan zij zijn. Het gedrag van geluidsgolven onder water kennen alsook de gevaren ervan tijdens het duiken inzien.
24
Medical issues related to diving
De mechanismen van de bloedsomloop en de ademhaling in verband kunnen brengen met de duiksport ;
+
De bouw van het menselijk oor kennen en de drukveranderingen die het ondergaat tijdens het duiken (equilibreren) De principe kennen en begrijpen, de symptomen kunnen herkennen en de acties kunnen ondernemen in geval van : longoverdruk duikkolieken squeeze hyperventilatie hyperoxie decompressieongeval dronkenschap der diepte CO en CO2-vergiftiging verdrinking buiten adem zijn buiten adem zijn
Diving environment Dive planning and dive management Communications, both underwater and on the surface Recommended safe diving practices Boat diving procedures Night diving procedures Limited visibility diving procedures Deep diving procedures
In staat zijn een reanimatie uit te voeren (mond-aan-mond beademing en hart massage) In staat zijn als duikleider een briefing te geven, voor de courante duiken in zijn regio Inzicht hebben in de organisatie van een duik
= = -
Kennis bezitten van de uitzonderingsregels en de andere gebruiksregels Inzicht hebben in de organisatie van een duik met een boot Inzicht hebben in de organisatie van een duik in getijdenwaters Het gebruik van de tabel voor enkelvoudige duiken en de tabel voor opeenvolgende duiken kunnen toepassen( incl. duiken met inspanning)
= = = =
25
Tides and currents Limitations of diving with no direct access to the surface
Navigation Lost diver procedures Competencies scuba diver at EN1, EN2 Awareness and understanding of diving related legislation and legal requirements
Inzicht hebben in de organisatie van een duik in getijdenwaters Het gebruik van de tabel voor enkelvoudige duiken en de tabel voor opeenvolgende duiken kunnen toepassen( incl. duiken met inspanning)
= =
=
De functie van rangsluiter kunnen waarnemen Impliciet in NELOS-systeem Kennis hebben van de belangrijkste vermeldingen op de duiktoestellen en de wettelijke bepalingen ;
= =
Voor het algemeen scoren onze theorievereisten voor 3*D hier uitstekend. Er zijn slecht twee kleine knelpunten : het expliciet vermelden van navigatie (wat de kandidaat 3*D tevens moet toepassen in duikleiding CL3 en CL4) en expliciet verwijzen naar het veiligheidsreglement qua nachtduiken. In de praktijk worden regelmatig nachtduiken uitgevoerd, expliciet met een verbod op proeven en duikleidingen. Maar verrassend genoeg staat het organiseren van nachtduiken niet bij de theorievereisten noch van 3*D, noch van 4*D. Gelieve ook de subtiele bewoording : Limitations of diving with no direct access to the surface op te merken. CMAS-duikers kunnen dit interpreteren als deco-duiken terwijl het woord deco-duik er expliciet niet instaat zodat PADI zijn dogma van nodeco-diving kan blijven bewaren.
6.4. Theorie EN4 EN4 Extensive knowledge EN1,EN2,EN3 Be able to give presentations for EN1, EN2, EN3 Medical and psychological contraindications for scuba diving The training requirements for EN1, EN2, EN3 The duty of care of a scuba instructor Safety regulations affecting scuba diving service provision Methods of safely filling diving cylinders including relevant local regulations concerning cylinder working pressures and testing requirements
NELOS : 4*D Zie infomap 40-42
S = -
Impliciet in NELOS-systeem
= -
26
Relationships and communication with relevant public authorities (e.g. police, customs, rescue organisations, firebrigade) Teaching principles and methodology Selection of confined water dive sites
-
Methodes om duikplaatsen op te zoeken en terug te vinden (op elementair niveau)
=
De zwakke score van de theorie 4*D ten opzichte van de EN4 toont juist de Achillespees aan indien NELOS de EN-normen wenst te behalen. NELOS legt geen accent op didactiek en pedagogie voor het 4* brevet. De medische en psychologische contra-indicaties worden bij ons niet aangeleerd vermits wij werken met een medische fiche voor de huisarts en geen vragenlijst en beoordeling door de instructeur van het duikcentrum. Ook methodes voor het vullen van flessen is niet opgenomen in onze duikopleiding vermits we de mensen niet opleiden om een duikcentrum of duikwinkel uit te baten. Wat men juist verstaat onder Relationships and communication with relevant public authorities is me onduidelijk.
6.5. Theorie EN5 EN5 Extensive knowledge EN1,EN2,EN3 Be able to give presentations for EN1,EN2, EN3 Medical and psychological contraindications for scuba diving The training requirements for EN1, EN2, EN3 and EN4 The duty of care of a scuba instructor Safety regulations affecting scuba diving service provision Methods of safely filling diving cilinders including relevant local regulations concerining cylinder working pressures and testing requirements Relationships and communication with relevant public authorities (e.g. police, customs, rescue organisations, firebrigade)
NELOS : 1*I Module 2 : specifiek gedeelte Module 2 : algemeen gedeelte
S = = -
Module 3 : stages lesgeven in het zwembad en lesgeven theorie Module 5 : academische zitting met toespraak ivm deontologie van de instructeur
= = -
-
27
Administration within a diving centre/club/organisation with regard to diving and training activities Teaching principles and methodology Selection of water dive sites using appropiate navigational aids (e.g. maps, navigational charts, tide tables)
Een duikschool organisatorisch en administratief te leiden
=
Module 4 : examen didactische les theorie en examen didactische les zwembad Module 2 : specifiek gedeelte, vak zeemansschap
= =
De theorievereisten voor 1*I komen er weer beter uit. Evenwel geldt dezelfde opmerking als bij EN4 in verband met medische contra-indicaties en het flesvullen.
28
7. Zwembad-proeven De EN schrijft voor de levels EN1 en EN2 ‘required scuba skills’ voor die de kandidaten moeten demonstreren in ‘confined water’14 .
7.1. Zwembad EN1 t.o.v 1*D EN1 Use of mask, fins and snorkel Diving equipment assembly and disassembly (at water’s edge) Entry and exit Mouthpiece clearing – snorkel and regulator Regulator/snorkel exchanges, swimming at the surface
Proper descent and ascent procedures (e.g. equalising pressure in ears and mask) Swim under-water Mask-clearing, including removal and replacement Under-water and surface buoyancy control Under-water regulator recovery Basic instrument monitoring Surface operation of the quick release of the weight ballast system Act as receiver of an alternative breathing gas source Equipement care Basic hand signals 50 meter distance swimming 5 minutes survival swim/float
NELOS 1*D 100 meter zwemmen met ABCuitrusting Fles monteren en demonteren
S =
GP : rechte voorwaartse sprong15 De kandidaat mag de zwembadtrap met zijn vinnen beklimmen
=
=
GP : hij neemt de ontspanner uit de mond en verwisselt die met de snorkel. Daarna steekt hij de snorkel weg en zwemt op ontspanner 25 meter aan de oppervlakte De kandidaat maakt een rechte voorwaartse sprong in het diep. Op het einde stijgt hij als voorgeschreven. 10 meter in apnea 1 maal masker ledigen
=
Equiperen en rechtopstaand dalen
=
=
= -
GP : wisselademhaling
=
Fles monteren en demonteren Doorheen de oefeningen 100 meter zwemmen
= = + -
14
Confined water : swimming pool with a depth appropriate to the activity or body of water that offers similar conditions with regard to visibility, depth, water movement and acess. In onze contreien betekent dit dus expliciet een zwembad vermits we door de temperatuur en het zicht geen opleidingen kunnen geven in baaien, inhammen en dergelijke. 15 GP : gecombineerde proef
29
7.2. Vergelijking zwembad EN2 t.o.v. 2*D EN2 Use of mask, fins and snorkel Diving equipment assembly and disassembly (at water’s edge) Pre-dive inspection of diving equipement and in and out of water buddy checks Entries and exits
Proper weighting Mouthpiece clearing – snorkel and regulator Proper descent and ascent procedures (e.g. equalising pressure in ears and mask) Swim under-water efficiently with appropriate buoyancy and attitude control Mask-clearing, including removal and replacement Controlled breathing under-water without mask Buddy-system techniques (e.g. appropriate hand signals, staying close, monitoring the buddy) Under-water and surface buoyancy control Under-water problem solving (e.g. regulator recovery) Monitoring instruments Surface snorkel swimming with full diving equipement Surface operation of the quick release of the weight ballast system Removal and replacement of weight ballast system
NELOS 2*D GP : 50 meter aan de oppervlakte op snorkel
S = -
GP : achterwaartse val; Rechte voorwaartse sprong bij parcours tussen de flessen De kandidaat mag de zwembadtrap met zijn vinnen beklimmen Proef met trimvest Snorkel : in de GP Ontspanner : tussen de flessen Eendenduik, laten zakken bij de 30 seconden stilstaande apnea
=
Proef met trimvest
=
GP : masker afnemen, driemaal ademen en masker terug opzetten en leegblazen GP : masker afnemen, driemaal ademen en masker terug opzetten en leegblazen Proef met trimvest en 2de ontspanner
=
Proef met trimvest en 2de ontspanner
=
= = =
= =
Proef met trimvest : tonen manometer GP : parcours op snorkel
= =
GP : uitdoen en aangeven loodgordel
= -
30
Procedures allowing a scuba diver to ascend to the surface in the event of an out-of-breathing gas situation, acting as both receiver and donor. This may include emergency ascents and the use of alternative breathing gas supply (own and buddy’s) Equipement care and maintenance 50 meter swimming 10 minutes survival swim/float
Proef met trimvest en 2de ontspanner , 30 meter wisselademhaling
200 meter zwemmen
=
+ -
Voor EN3 en hoger zijn er geen zwembadproeven voorzien
7.3. Beoordeling en aanbevelingen zwembadproeven Voor het algemeen voldoet NELOS redelijk goed aan de zwembadvereisten. Wat direct opvalt is het totaal ontbreken van de term apnea. Moet ik hier weeral op de invloed van PADI wijzen ? Er zijn wel enige kanttekeningen te plaatsen : Er wordt niet expliciet getest op het leegblazen van de eigen ontspanner. Onze mensen blazen wel ontspanners leeg tijdens het parcours tussen de flessen en bij de gecombineerde oefening maar niet de eigen ontspanner. Deze (eenvoudige) oefening wordt ook opgelegd bij de openwater-proeven. NELOS leert geen techniek aan om de eigen ontspanner te recupereren in geval van verlies. PADI biedt hier wel een eenvoudige techniek aan. Het loont de moeite om dit te integreren in ons duikonderricht. Bij EN dient de bril te worden afgezet , terwijl wij voor 1*D deze enkel laten leegblazen. De reglementering van 2005 schafte de loodreflex af terwijl deze in de ENzwembadprotocols wel voorkomt. Onze 2*D dient zijn materiaal niet langer op te tuigen tijdens het zwembadexamen. EN vraagt nog wel een ‘diving equipment assembly and dissambly (at water’s edge)’ We hebben wel een ezelbruggetje om een fles te monteren (O-TRIM-SPANFU-MAN) . NELOS schrijft echter niet zoiets voor bij de ‘pre-dive inspection and the buddy checks’ 16. Een lang vergeten zwembadproef “ het x-minuten blijven drijven” steekt met de EN-normen terug de kop op. Een EN1 moet 5 minuten survival swim/float demonstreren en een EN2 10 minuten alvorens de eerste openwater duik te mogen aanvatten.
16
PADI gebruikt hiervoor het volgende geheugensteuntje “Vlugge Leeuw Schiet Lekker Op” dat staat voor Vest, Lood, Sluitingen, Luchtvoorraad, OK-teken.
31
8. Openwaterproeven Ook bij de openwaterproeven merken we andere accenten bij EN tegenover NELOS. Wat opvalt is het ontbreken van minimale dieptes om de proeven uit te voeren. Hier wordt de vrijheid gelaten aan de duikfederatie. Veel van de proeven in openwater zijn eigenlijk een herhaling van de zwembadprotocols. Bij NELOS worden openwaterproeven veeleer ingevuld als reddingsoefeningen van op diepte.
8.1. OW-proeven EN1 t.o.v.1*D NELOS kent geen echte openwaterproeven voor de 1*D zoals gebruikelijk bij de andere technische brevetten. Evenwel in hoofdstuk 8 van de vereisten van 1*D staan concrete oefeningen die tijdens de doopduiken dient te checken. EN1 Use of mask, fins and snorkel Diving equipment assembly and disassembly (at water’s edge) Entry and exit Mouthpiece clearing – snorkel and regulator Regulator/snorkel exchanges swimming at the surface Proper descent and ascent procedures (e.g. equalising pressure in ears and mask) Swim under-water Mask-clearing Under-water and surface buoyancy control Under-water regulator recovery Basic instrument monitoring Surface operation of the quick release of the weight ballast system Act as receiver of an alternative breathing gas source Equipement care Basic hand signals
NELOS 1*D De juiste en efficiënte vinbeweging, horizontale positie Impliciet tijdens de vijf doopduiken
S =
Impliciet tijdens de vijf doopduiken De kandidaat durft zijn mondstuk uit te nemen
= =
=
Het zuignapeffect van het masker, Het op tijd klaren bij het stijgen
=
De juiste en efficiënte vinbeweging, horizontale positie Hij is tevens bekwaam op deze diepte éénmaal zijn masker leeg te maken De juiste uitloding, d.w.z. de kandidaat is gewichtloos op 3 m op het einde van de duik (trimvest leeg)
= = = -
De kandidaat durft zijn mondstuk uit te nemen en wisselen met de instructeur op kleine diepte Impliciet tijdens de 5 duiken Het juist gebruik en de kennis van de communicatiemiddelen
= = =
32
8.2. OW-proeven EN2 t.o.v. 2*D EN2 Use of mask, fins and snorkel Diving equipment assembly and disassembly (at water’s edge) Pre-dive inspection of diving equipement and in and out of water buddy checks Entries and exits Proper weighting Mouthpiece clearing – snorkel and regulator Regulator/snorkel exchanges at the surface Proper descent and ascent procedures (e.g. equalising pressure in ears and mask) Swim under-water efficiently with appropriate buoyancy and attitude control Mask-clearing, including removal and replacement Controlled breathing under-water without mask Buddy-system techniques (e.g. appropriate hand signals, staying close, monitoring the buddy) Under-water and surface buoyancy control Under-water problem solving (e.g. regulator recovery) Monitoring instruments Surface snorkel swimming with full diving equipement (50 m) Surface operation of the quick release of the weight ballast system Removal and replacement of weight ballast system Removal of scuba system on the surface Procedures allowing a scuba diver to ascend to the surface in the event of an out-of-breathing gas situation, acting as both receiver and donor. This may include emergency ascents and the use of alternative breathing gas supply (own and buddy’s) Equipement care and maintenance
NELOS 2*D B1 : 500 meter palmen Impliciet in de 15 duiken
S = =
BL 1-3 : Elementaire duikleiding
=
Impliciet in de 15 duiken Impliciet in de 15 duiken
= = -
B2 : opstijgen van zone (13-15) tot 0 m aan 10 m/min
=
Impliciet in de 15 duiken
= -
BL 1-3 : duikleidingen
=
Impliciet in de 15 duiken
= -
BL 1-3 : duikleidingen B1 : 500 meter palmen
= + -
B4 : Stijgen op tweede ontspanner van zone (13-15) naar oppervlakte
=
Impliciet in de 15 duiken
=
33
Diver assistance techniques ( self/buddy) (i.e. to assist a buddy to the surface and provide support on the surface) Simple under-water navigation
B2 : Redding van zone (8-10) tot 0 m – 50 m slepen – ondeelbaar – 02
=
BL 1-3 : Elementaire duikleiding
=
8.3. OW-proeven EN3 t.o.v. 3*D EN3 Use of mask, fins and snorkel Diving equipment assembly and disassembly (at water’s edge) Pre-dive inspection of diving equipement and in and out of water buddy checks Entries and exits Proper weighting Mouthpiece clearing – snorkel and regulator Regulator/snorkel exchanges at the surface Proper descent and ascent procedures (e.g. equalising pressure in ears and mask) Swim under-water efficiently with appropriate buoyancy and attitude control Mask-clearing, including removal and replacement Controlled breathing under-water without mask Buddy-system techniques (e.g. appropriate hand signals, staying close, monitoring the buddy) Under-water and surface buoyancy control Under-water problem solving (e.g. regulator recovery) Monitoring instruments Surface snorkel swimming with full diving equipement ; the diver shall be able to swim back to the point of safe exit Surface operation of the quick release of the weight ballast system Removal and replacement of weight ballast system Removal of scuba system on the surface
NELOS 3*D C1 : 1000 m palmen CL1-2 : duikleiding
S = =
CL1-2 : duikleiding
=
CL1-2 : duikleiding CL1-2 : duikleiding
= = -
C2 : Opstijgen van zone (25-30) + OSB
=
Impliciet in de 60 duiken
= -
CL1-2 : duikleiding
=
Impliciet in de 60 duiken
= -
CL3 : Duikleiding OSB + kompas C1 : 1000 m palmen
= = -
34
Procedures allowing a scuba diver to ascend to the surface in the event of an out-of-breathing gas situation, acting as both receiver and donor. This may include emergency ascents and the use of alternative breathing gas supply (own and buddy’s) Equipement care and maintenance (at water’s edge) Diver assistance techniques( self/buddy) (i.e. to assist a buddy to the surface and provide support on the surface) Under-water navigation Use of a surface marker buoy (delayed or permanent) Demonstrate diver rescue skills by completing at least one open water rescue Students shall complete a course in FirstAid and CPR and have a valid qualification or certificate Students shall have completed training in emergency administration of oxygen.
C4 : zone (25-30) : enkele statische wisselademhalingen + stijgen op tweede ontspanner naar oppervlakte
=
Impliciet in de 60 duiken
=
C3 : redding van zone (8-10) tot 0 m – 100 m slepen – CPR ondeelbaar – O2 CL3 : Duikleiding OSB + kompas C2 : opstijgen van zone (25-30) + OSB C5 : redding van zone (25-30) m tot 10 m
=
C3 : redding van zone (8-10) tot 0 m – 100 m slepen – CPR ondeelbaar – O2 C3 : redding van zone (8-10) tot 0 m – 100 m slepen – CPR ondeelbaar – O2
-
= = =
=
8.4. Aanpassingen aan de openwaterproeven Over het algemeen stemmen onze openwaterproeven zeer goed overeen met de ENnormen. Om een 100% matching te hebben, moeten we enkele proeven uitbreiden en een extra demonstratie inbouwen. Voor de 1*D valt het te overwegen om enkele extra openwater-demonstraties in te bouwen na de eerste doopduiken :
Het terugvinden van de eigen ontspanner onderwater Aan de oppervlakte wisselen tussen ontspanner en snorkel Het expliciet laten checken van de luchtvoorraad ( manometer dient verplicht te zijn) Het zelfstandig uitdoen van de loodgordel aan de oppervlakte
Voor de 2*D en 3*D zou ik de openwaterproef B1 en C1 (500/1000 meter palmen) lichtjes aanpassen zodat de vereiste skills van EN worden geïntegreerd. Ik zou voorstellen om de laatste 50 meter van het traject over te schakelen op ontspanner en bij aankomst de loodgordel en de duikuitrusting aangeven aan de kant (simulatie van een aankomst bij een bootduik). Vervolgens zouden we een nieuwe proef moeten uitwerken die eigenlijk meer een demonstratie is dan een klassieke stijgproef. Tijdens een duik dienen onze kandidaten 2*D en 3*D een demonstratie te geven van ademen zonder masker in openwater, bril 35
leegblazen en eigen ontspanner terugvinden. Voor 2*D kunnen we dit laten uitvoeren op bijvoorbeeld 5 meter en voor 3*D bijvoorbeeld op 10 meter. Dit soort demonstraties neemt men bij voorkeur af in zoetwaterputten of in Nemo 33. Deze proef lijkt me geschikt om te delegeren aan een 4*D omdat er geen stijging in zit verwerkt. Voor de 3*D merken we nog de bijkomende eis op van ‘a valid qualification or certificate in First-Aid and CPR’. De vaardigheden worden getest in de proef C3 Redding met slepen, CPR en O2. Voor de certificatie moeten we verwijzen naar het brevet Duiker-Hulpverlener. Deze eis tot certificatie is volgens mij geïnspireerd op het Rescue Diver brevet bij de commerciële organisaties. Voor EN4 en EN5 zijn er geen openwater-proeven voorgeschreven : The scuba instructor candidates shall be able to perform all of the personal scuba skills of the personale scuba skills of EN1, EN2 and EN3 to demonstration quality. NELOS gaat duidelijk verder in zijn openwater beoordeling van zijn 4*D en 1*I met de verschillende proeven. Qua duikleidingen is er geen probleem . De voorgeschreven briefing van EN stemt overeen met de modelbriefing van NELOS.
36
9. Conclusie en aanbevelingen 9.1. Moet NELOS de Europese normen halen ? Op de hamvraag van deze verhandeling “Voldoet NELOS aan de Europese normen ?” moeten we voorlopig spijtig genoeg negatief antwoorden. Maar de afwijkingen en de noodzakelijke aanpassingen vallen al bij al goed mee en zouden makkelijk in het duikonderricht kunnen geïntegreerd worden. Impliciet komt er een tweede vraag – even belangrijke vraag - op de proppen : ”Moet NELOS zich oplijnen met de Europese normen ?”. Deze beslissing ligt uiteraard niet bij mij , brave 2*I, maar wel bij het college der 3*I. Ik hoop dat deze verhandeling aan een deel van het voorbereidende werk tegemoet komt. Deze adviezen wens ik in die context evenwel te formuleren :
Als marktleider in Vlaanderen zijn we bijna verplicht om aan internationale kwaliteitsnormen te voldoen. Als wij het niet doen, doet iemand anders op onze markt het waarschijnlijk wel. Het halen van de EN kan publicitair extra worden uitgebuit op de website, affiches, hippocampus, … Het halen van deze normen kan een gunstig effect hebben op subsidiedossiers. Het is mijns inziens aangewezen om deze discussie te voeren in overleg met LIFRAS en VVW, onze twee zusterorganisaties onder de BEFOS-koepel. Ik zou nog een supplementaire studie aanraden in verband met de CMASnormen om te kijken of hier geen conflict dreigt. We merken dat andere CMAS-bonden een andere mapping voorstellen dan diegene die ik heb geformuleerd. Onze duikers zullen er in het buitenland van profiteren als op hun brevetkaart een verwijzing staat naar de Europese normen.
Om deontologische redenen heb ik geen contact opgenomen met het CEN in verband met vragen over de kostprijs en de te volgen procedure.
9.2. Aanbevelingen los van de Europese normen Tijdens de gedetailleerde studie van de EN, kwamen er een aantal items naar voor die interessant zijn, wars of we de Europese normen al dan niet wensen te halen.
17
Het NELOS-secretariaat zou een formulier kunnen ontwerpen in verband met ouderlijke toestemming voor minderjarigen. Dit formulier zouden de clubsecretarissen kunnen downloaden van de NELOS-website. In bijlage vindt u een voorbeeld van zulk formulier 17. Bij een mogelijk ongeval zal dit formulier een troef zijn voor bij aansprakelijkheidsgeschillen. Het sowieso verplicht stellen van de manometer en de trimvest om een éénduidige en makkelijke regelgeving te hebben die in lijn is met de praktijk.
Met dank aan AJD.
37
De minimum leeftijd van 3*D optrekken naar 18 jaar zodat er een uniforme en heldere regel is in verband met duikleidingen en leeftijd. Uitbreiden van de theorievereisten voor 1*D met basiskennis over mask- en paksqueeze, essouflement en kramp. De 1*D zijn juist de grootste risicogroep voor deze fenomenen. Uitbreiden van de theorievereisten voor 2*D met elementaire kennis over bootduiken. De nieuwe 2*D wordt meer en meer een duikleider, zeker op vakantie. Uitbreiden van de theorievereisten voor 3*D en 4*D ivm nachtduiken. Nachtduiken worden geregeld uitgevoerd zowel in de Oosterschelde als op vakantie. Ons duikkader dient kennis te hebben van soort duiken. Aanleren in het zwembad van de techniek om de eigen ontspanner te recupereren.
9.3. Verplichte wijzigingen indien we wensen te voldoen aan de EN. Indien NELOS besluit om aan de EN te voldoen, zullen we buiten de hierboven vermelde wijzigingen nog een aantal zaken moeten aanpassen. Het grootste probleem in dit hele verhaal is het 4*D-brevet. Dit komt het slechtste overeen met EN4 vermits er geen accenten liggen op pedagogie en didactiek. Hier zijn er 2 mogelijke scenario’s. In het eerste scenario breiden we de theorievereisten van de 4*D uit met pedagogische onderwerpen. We zouden een zeer compacte en zeer praktisch georiënteerde mini-versie van de vroegere APBO kunnen uitwerken en als een derde dossier 18 aanbieden. Ook een stukje psychologie, stressmanagement, … zou hierin kunnen geïntegreerd worden. Dit ligt in lijn met de nieuwe duikleidingen DL1 (duik met beginneling) en DL4 (proefafname duikleiding). Voordeel van deze dossiervorm is dat ‘oude’ 4*D en 3*D die al in de clubs mee meedraaien voor de zwembadopleidingen dit eveneens kunnen aanschaffen. Een tweede scenario is een quickwin. We mappen onze 4*D niet in aan EN4 maar wel aan EN3. NELOS biedt dan in zijn gamma geen EN4 aan. Nergens in de EN-normen staat dat een organisatie alle vijf de levels moet aanbieden. Het is wel een kleine degradatie van onze 4*D tov buitenlandse 3*D. Intern in de NELOS-keuken maakt het echter niet uit. Wij kunnen de verschillen in rechten en plichten tussen 3*D en 4*D behouden. Buiten het probleem van de 4*D is er nog een waslijst van kleine aanpassingen aan ons duikonderricht die dienen te gebeuren alvorens we aan de EN voldoen :
Materiaal : verplichten dieptemeter, tijdsindicator en tabellen voor elke duiker Administratie : ontwerpen van een aangepaste brevetkaart 1*D waar de verplichte openwater-demonstraties (bril ledigen, korte wisselademhaling, onderwater-communicatie, …) wordt genoteerd.
18
De twee NELOS-dossiers die reeds bestaan zijn het dossier OSB en het dossier Oriëntatie Onder Water.
38
Theorie : alle brevetten : aandacht voor stress, medicatie, environment en andere ‘zachte’ onderwerpen Theorie : 1*D : invoeren van theorie-examen Theorie : 2*D : vergiftigingen, verdrinking, temperatuur Theorie : 3*D : navigatie en communicatie Theorie : 1*I : contra-indicaties voor sportduiken Theorie : 1*I : safety regulations, flesvulmethodes, … Zwembad : 1*D : bril afzetten voor leegblazen Zwembad : 1*D : uitdoen loodgordel in gecombineerde oefening Zwembad : 1*D : 5 minuten survival swim/float Zwembad : 2*D : montage fles terug in protocols Zwembad : 2*D : gestructureerde methode pre-dive en buddy checks Zwembad : 2*D : uitdoen en aandoen lood Zwembad : 2*D : 10 minuten survival swim/float Openwater : 1*D, 2*D, 3*D : openwaterduik met demonstratie masker ledigen, adem zonder masker, ontspanner recuperatie Openwater : 2*D, 3*D : uitbreiden proef B1 en C1 ( 500/1000 meter palmen) met extra vaardigheden : wisselen snorkel / ontspanner voor de laatste meters, lood en duikuitrusting uitdoen in het water en aangeven aan de kant ( als voorbereiding op bootduiken).
39
Bibliografie
EN-14153-1 : Level 1 Supervised Diver EN-14153-2 : Level 2 Autonomous Diver EN-14153-3 : Level 3 Dive Leader EN-14413-1 : Level 1 Scuba instructor EN-14413-2 : Level 2 Scuba instructor NELOS Infomap 2005.1.1 NELOS Medische informatie 0.0.2 NELOS Vademecum 2005.1.1
Geraadpleegde websites Code BIN
BVD CEN CMAS DIN EUF ISO LIFRAS NELOS NOB PADI RSTC
Omschrijving
Belgisch instituut voor normalisatie Belgisch Staatsblad Belgische vereniging voor duikers Comité européen de normalisation Conféderation Mondial des Activités Subaquatis Deutsches Institute für Normung European Underwater Federation Duikzoekertjes International Organization for Standardization Ligue Francophone de recherches et d'activités sous-marines Nederlandstalige Liga voor Onderwateronderzoek en -sport Nederlandse Onderwatersport Bond Professional Association of Diving Instructors Recreational Scuba Training Council Europe Scuba publications
Website
www.ibn.be www.just.fgov.be www.bvduikers.be www.cenorm.org www.cmas2000.org www2.din.de www.euf.org.uk www.zoekertjes.duiken.be www.iso.org www.lifras.be www.nelos.be www.nob-nl.nl www.padi.com www.rstc-eu.org www.scuba-publications.com
40
Bijlage : formulier toelating ouder/voogd voor minderjarigen Hernieuwing aanvraag toetredend lid 2005 Ondergetekende(n), dhr., mevr. (*), Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Adres: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Postcode: . . . . . . . . . . . . . . . . Woonplaats: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Optredend in de hoedanigheid van ouder(s) / voogd(en) (*) vraagt / vragen de hernieuwing van het toetredend lidmaatschap aan bij de vzw AVOS-Jeugdduikclub voor: Voornaam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geboortedatum: . . . . . / . . . . ./ . . . . . Geboorteplaats: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Nationaliteit: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geslacht: M / V (*) Duikbrevet: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Brevetnummer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ondergetekende(n) bevestigt / bevestigen (*) op de hoogte te zijn van de risico’s en gevaren van de duiksport en het duiken met perslucht en de verplichting voor het toetredende lid om, comform de NELOS reglementering, jaarlijks een medisch onderzoek voor de duiksport te ondergaan. Ondergetekende(n) bevestigt / bevestigen (*) kennis te hebben van de formaliteiten die moeten worden vervuld voor het lidmaatschap. Bij gebrek aan het vervullen van al deze voorwaarden is de persoon op wie de aanvraag betrekking heeft, niet verzekerd en kan hem / haar de toegang tot het zwembad worden geweigerd. Ondergetekende(n) bevestigt / bevestigen (*) van de vzw AVOS-Jeugdduikclub, nuttige informatie en contactadressen en een lijst van geneesheren van de medische commissie NELOS te hebben ontvangen. Ondergetekende(n) bevestigt / bevestigen (*) inzage te hebben gekregen in de statuten en het Reglement van Inwendige Orde van de vzw AVOS-Jeugdduikclub. De ondertekening van dit aanvraagformulier houdt de onvoorwaardelijke aanvaarding in van de bepalingen voorzien in de statuten en in het Reglement van Inwendige Orde van de vzw AVOS-Jeugdduikclub. Ondergetekende(n) geeft / geven toestemming / geen toestemming (*) om de naam van het toetredend lid op te nemen in de ledenlijsten van de club om deze te publiceren in een clubpublicatie. Voor dringende gevallen kan de vereniging contact opnemen met: Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Telefoon: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GSM: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-mail: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Opgemaakt te: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Datum: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Handtekening: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het lidgeld: Wordt betaald per overschrijving op de bankrekening Is contant betaald aan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . op datum van : . . . . . / . . . . ./ . . . . . (*): schrappen wat niet past
41