Doorpakken met Duizend en één Kracht Schakelen tussen het beleid en de praktijk
Utrecht, april 2011 Auters: Petra Snelders, Jenny van Eyma en Annemarie van Hinsberg © MOVISIE
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
Inhoudsopgave 1 2 3
4
5
6
Inleiding .............................................................................................................................................1 Vraagstelling......................................................................................................................................3 Duizend en één Kracht(ige) vrouwen................................................................................................5 3.1 Duizend en één Kracht...............................................................................................................5 3.2 Diversiteit doelgroep .................................................................................................................5 3.3 Redenen voor deelname aan Duizend en één Kracht ...............................................................6 Wensen, behoeften en obstakels......................................................................................................7 4.1 Ambities en verwachtingen ten aanzien van het aanbod van Duizend en één Kracht .............7 4.2 Mate van huidige redzaamheid.................................................................................................8 4.3 Beschikbaarheid en toegankelijkheid vrijwilligersorganisaties ...............................................11 4.4 Lokale samenwerking en afstemming .....................................................................................12 Conclusies en aanbevelingen ..........................................................................................................14 5.1 Conclusies ................................................................................................................................14 5.2 Aanbevelingen .........................................................................................................................15 Bronnenlijst .....................................................................................................................................17
1
Inleiding In het Duizend en één Kracht programma ligt de focus op het bevorderen van de maatschappelijke participatie van allochtone vrouwen door middel van vrijwilligerswerk. Gedurende het programma is tot nu toe vooral gekeken hoe gemeentelijke beleidsterreinen en bestaande activiteiten van gemeenten en maatschappelijke organisaties met elkaar verbonden konden worden. Dat heeft geleid tot inzicht in de bestaande activiteiten en daar waar mogelijk schotten doen verdwijnen. En nog belangrijker, het heeft gedeeltelijk geleid tot een grotere maatschappelijke participatie van de doelgroep in het vrijwilligerswerk. Een deel van de doelgroep is echter onvoldoende bereikt. Vrijwilligerswerk blijkt niet aan te sluiten bij hun behoefte en deze vrouwen vallen buiten de boot. Gemeenten merken steeds vaker op dat er een groeiende groep vrouwen is die bijvoorbeeld liever als zelfstandig ondernemer aan de slag wil of door middel van een specifiek EVC traject gericht de route naar betaald werk wil bewandelen. Gaandeweg het programma bleek dat er onvoldoende oog is voor deze diversiteit binnen de doelgroep en hun wensen en behoeften. De opzet vraagt om meer maatwerk en gericht op de vraag van de vrouwen in plaats van op het aanbod. Er is in de afgelopen jaren al heel wat geleerd en de nodige kennis vergaard over de wensen en behoeften van vrouwen en de obstakels die ze in het Duizend en één Kracht programma tegenkomen. Bijvoorbeeld tijdens de vele empowerment- trainingen, in voorgaande en soms paralleltrajecten in gemeenten met bijvoorbeeld de Toolkit Participatie waarin ook nadrukkelijk vrouwen gevraagd is wat zij willen. En al werkend in Duizend en één Kracht met groepsbijeenkomsten, met individuele vragen en in EVC trajecten. Ook de focusgroepen die afgelopen jaar in vier gemeenten werden georganiseerd, heeft waardevolle informatie opgeleverd. Na drie jaar ervaring in Duizend en één Kracht was dus al veel bekend over hoe vrouwen het programma ervaren. Al deze kennis en inzichten waren echter nog te veel versnipperd om ze te kunnen gebruiken voor het maken van gefundeerde (beleids)keuzes. Ook bestonden er nog teveel witte vlekken. Zo bleken veel vrouwen af te haken omdat ze teleurgesteld waren in het aanbod van Duizend en één Kracht, maar was er in de praktijk nog onvoldoende zicht op de achterliggende redenen. In dit document “Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk” hebben we de beschikbare kennis en ervaringen over de wensen en behoeften van vrouwen in het Duizend en één Kracht programma bijeengebracht. Uitgangspunt hierbij was het verbinden van het beleid met de praktijk. De centrale vraag: hoe kunnen de verschillende (beleids)instrumenten met elkaar worden verbonden en worden ingezet om tegemoet te komen aan de diversiteit aan behoeften van de doelgroep.
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
1
Het document is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 2 staat de vraagstelling beschreven en hoe het onderzoek is verricht, in hoofdstuk 3 gaan we in op de kenmerken van de doelgroep (diversiteit en redenen voor deelname) en in hoofdstuk 4 worden de wensen en behoeften van de vrouwen beschreven en de obstakels die ze in het programma Duizend en één Kracht tegenkomen. Tot slot zijn de conclusies op een rij gezet en komen we met aanbevelingen.
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
2
2
Vraagstelling Vooronderstelling: In Duizend en één Kracht worden veel vrouwen bereikt die wel maatschappelijk actief willen worden, maar vervolgens toch afhaken omdat het aanbod van Duizend en één Kracht niet aansluit bij wat zij willen of zoeken. Zij melden zich bij Duizend en één Kracht met bepaalde verwachtingen, maar worden vervolgens teleurgesteld. Duizend en één Kracht voorziet in een aanbod waarin vrouwen maatschappelijk actief kunnen worden en zichzelf geleidelijk aan kunnen ontwikkelen, via laagdrempelige activiteiten op gebied van welzijn en ondersteuning naar vrijwilligerswerk en wellicht daarna nog richting arbeid of opleiding door bijvoorbeeld het volgen van een EVC traject. Veel vrouwen willen echter hun ambities via een andere route realiseren, bijvoorbeeld via zelfstandig ondernemerschap of opleiding. Duizend en één Kracht voorziet hierin onvoldoende, maar er is vaak wel aanbod op dit gebied binnen de gemeente. Alleen zijn de vrouwen hier niet goed van op de hoogte. Hierdoor haken veel vrouwen af na een eerste kennismaking of in de beginperiode van het traject. Daarnaast haakt een deel van de vrouwen vroegtijdig af omdat het vrijwilligerswerk zwaarder bleek dan ze verwacht hadden en/of moeilijk te combineren met persoonlijke verplichtingen/zorgtaken of omdat ze teleurgesteld werden in de – vooral overheersend autochtone – vrijwilligersorganisatie waarbij ze werkten. Klopt deze vooronderstelling? Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk richt zich op de vraag vanuit de profijtgroep en dat wat nodig is om te participeren. • • • •
Wat willen de vrouwen zelf? Waar lopen ze tegenaan? Waarom komen vrouwen niet of haken ze voortijdig af? Worden de aanwezige beleidsinstrumenten binnen de gemeenten voldoende effectief ingezet om tegemoet te komen aan wensen en behoeften van de vrouwen?
Om deze vragen te beantwoorden zijn de kennis en ervaringen van de afgelopen jaren naar de wensen en behoeften van vrouwen in het aanbod van Duizend en één Kracht en de obstakels die zij daarbij tegenkomen, geïnventariseerd en geanalyseerd. Er is gebruik gemaakt van diverse schriftelijke bronnen, zoals (interne) verslagen en evaluaties van de kansenbeurzen, (interne) verslagen en rapportages van lokale projecten en activiteiten
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
3
en tussen-, voortgang- en evaluatieverslagen van het landelijke programma. Verder zijn gesprekken gevoerd met enkele projectleiders en uitvoerders van Duizend en één Kracht programma. De bevindingen zijn vervolgens voorgelegd aan drie focusgroepen (in Groningen, Hengelo en Den Haag).
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
4
3
Duizend en één Kracht(ige) vrouwen
3.1
Duizend en één Kracht Duizend en één Kracht is specifiek gericht op het bevorderen van de maatschappelijke participatie van allochtone vrouwen. Daarbij gaat het niet zozeer om het creëren van nieuwe projecten en activiteiten, maar om de toegankelijkheid te vergroten van het bestaande aanbod. Aandacht voor maatschappelijke activering en participatie van allochtone vrouwen is immers niet nieuw. Er zijn op dit gebied talloze initiatieven. Duizend en één Kracht sluit zich zoveel mogelijk aan op die bestaande projecten. Lokale organisaties worden nadrukkelijk uitgenodigd om hun aanbod voor deze groep vrouwen meer of beter te profileren en, waar nodig, aan te vullen. Hoewel het Duizend en één Kracht programma niet gericht is op het creëren van nieuw aanbod, is het desondanks niet de bedoeling het bestaande aanbod centraal te zetten, maar de vraag van de vrouwen zelf. Daarbij moet rekening gehouden worden met de grote verscheidenheid binnen de doelgroep, zowel in achtergronden als in ambities en vaardigheden.
3.2
Diversiteit doelgroep Duizend en één Kracht richt zich op “geïsoleerde allochtone vrouwen in de Nederlandse samenleving”. Een algemene typering die een zeer grote diversiteit aan vrouwen in zich herbergt. De Duizend en één Kracht vrouwen zijn niet in één hokje te vatten. Overeenkomst binnen de doelgroep is een achterstand en/of –stelling in maatschappelijke participatie. De achtergronden binnen de doelgroep zijn heel verschillend. • Verschillen in opleidingsniveau en werkervaring. Er zijn grote verschillen te zien in opleidingsniveau en werkervaring. Daarbij is ook een onderscheid op te merken tussen vluchtelingenvrouwen en migrantenvrouwen die in het kader van gezinsmigratie naar Nederland zijn gekomen. Veel vluchtelingenvrouwen zijn hoogopgeleid en hadden al een carrière in het land van herkomst. Zij zoeken nu naar mogelijkheden om deze in Nederland voort te zetten of om een andere te starten. Het opleidingsniveau van migrantenvrouwen die de afgelopen jaren naar Nederland zijn gekomen (nieuwkomers), is over het algemeen hoger dan van de eerdere generaties (oudkomers). Een deel van de Duizend en één Kracht vrouwen heeft eerder deelgenomen aan de Nederlandse arbeidsmarkt, maar zijn door diverse omstandigheden (bedrijf opgeheven, uitval door te zware combinatie met zorgtaken, ziekte, ontslag) al enige tijd werkloos. • Verschil in mate huidige maatschappelijke participatie. Voor sommige vrouwen is deelname aan een activiteit van Duizend en één Kracht de eerste stap buiten de levenssfeer van gezin en familie. Anderen vrouwen zijn al
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
5
maatschappelijk actief, maar alleen in kleine kring, meestal als actief lid bij een eigen etnische vereniging. Weer anderen werken vrijwillig op de scholen van hun kinderen of in een buurthuis. Zij zoeken bij Duizend en één Kracht veelal informatie en ondersteuning om zich verder te kunnen ontwikkelen. Overigens hoeft de huidige actieve deelname aan de Nederlandse maatschappij nog niets te zeggen over het leven en de ervaringen van vrouwen in het land van herkomst. Veel vrouwen waren misschien daar wel maatschappelijk actief, maar hebben na hun komst naar Nederland nog niet hun plek weten te vinden in deze samenleving. • Verschil in leeftijd en verschil in hoe lang men al in Nederland woont. Hoe ouder een vrouw is en hoe langer zij al in Nederland woont, hoe vaster haar huidige - geïsoleerde - levenspatroon kan zijn geworden. En hoe moeilijker voor haar deze te doorbreken. Ook zijn er verschillen op te merken in de mate van ondersteuning die de vrouwen van huis uit krijgen. 3.3
Redenen voor deelname aan Duizend en één Kracht Vrouwen geven verschillende redenen aan waarom ze zijn gaan deelnemen aan het Duizend en één Kracht programma: • In contact komen met andere mensen. Voor de gezelligheid, ervaringen uit te wisselen met gelijkgestemden, elkaar te helpen. • De Nederlandse taal te leren/te oefenen. Om - meer - met autochtone Nederlanders om te gaan, ervaring te krijgen met Nederlandse cultuur en omgangsvormen. • Meer zelfvertrouwen te krijgen. Het leren herkennen van eigen kwaliteiten, competenties en krachten en deze vervolgens in te zetten. • Talenten te ontwikkelen en andere vaardigheden te leren. • Vrijwilligerswerk te doen als opstapje naar een opleiding of betaald werk. • Informatie en ondersteuning krijgen voor verdere ontwikkeling, opleiding, het vinden van een betaald werk, of het opzetten van een eigen onderneming. Een deel van de groep vrouwen van Duizend en één Kracht zijn door hun uitkeringsinstantie verplicht gesteld om deel te nemen aan het programma. Voor een andere groep vrouwen is deelname vrijwillig (de zogenaamde nuggers). Al deze verschillen en wensen zijn van betekenis voor de motivatie en ambitie van vrouwen voor hun – verdere – ontwikkeling binnen de Nederlandse samenleving. Voor Duizend en één Kracht betekent het: zorgen voor een diversiteit in aanbod en aanpak (inclusief strategische verbindingen leggen met relevante – lokale – samenwerkingspartners), het leveren van maatwerk en flexibiliteit in de uitvoering. Oftewel: het centraal stellen van de vraag van de individuele vrouw en daarop te reageren.
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
6
4
Wensen, behoeften en obstakels Hoewel exacte cijfers nog niet bekend zijn, weten we dat via het Duizend en één Kracht programma veel vrouwen bereikt worden. De redenen waarom vrouwen uiteindelijk toch na een eerste kennismaking of voortijdig afhaken zijn onder te verdelen in: 1. 2. 3. 4.
4.1
Ambities en verwachtingen ten aanzien van het aanbod van Duizend en één Kracht Mate van huidige redzaamheid Beschikbaarheid en toegankelijkheid vrijwilligersorganisaties Samenwerking en afstemming lokale partners
Ambities en verwachtingen ten aanzien van het aanbod van Duizend en één Kracht Duizend en één Kracht richt zich specifiek op deelname aan het vrijwilligerswerk in de welzijnsector. Veel vrouwen blijken dit echter te beperkt te vinden. Hun wens is het verkrijgen van betaald werk, eventueel in de vorm van een zelfstandig ondernemerschap. Waar ze tegen aan lopen is ze niet op de hoogte zijn welke weg te bewandelen om hun ambities waar te kunnen maken. Ze verwachten van Duizend en één Kracht hulp en ondersteuning hierbij en hebben vaak het gevoel dat ze deze niet – voldoende krijgen en haken na verloop van tijd af. Binnen verschillende Duizend en één Kracht gemeenten wordt opgemerkt dat vrouwen vooral op zoek zijn naar administratief werk, omdat zij hopen dat dit meer perspectief
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
7
biedt om in de toekomst een betaalde baan te kunnen vinden. Ook hebben vrouwen vooral interesse in die organisaties waarvan ze hopen dat daar hun vrijwilligerswerk tezijnertijd omgezet kan worden in een betaalde baan. Daarnaast geven vrouwen aan dat ze het jammer vinden dat in de meeste Duizend en één Kracht gemeenten voornamelijk vrijwilligerswerk in de welzijnsector aangeboden wordt en niet in andere arbeidsmarktsectoren. In verschillende gemeenten is daarom ook aansluiting gezocht met de zorgsector. Vrouwen die in het land van herkomst al een opleiding en/of carrière hadden, krijgen in Nederland met het extra probleem te maken. Hun diploma’s en werkervaring wordt vaak officieel niet erkend. Om in Nederland weer helemaal opnieuw te moeten beginnen, ervaren vrouwen als zeer frustrerend. Ze willen snel weer aan de slag en de route van Duizend en één Kracht via vrijwilligerswerk vinden velen in de praktijk te omslachtig en te traag. Tijdens de gesprekken met de focusgroepen blijkt verder dat vrijwilligerswerk bij veel vrouwen een slecht imago heeft. Ze geven aan dat hoewel ze eerder in het land van herkomst vrijwilligerswerk hadden gedaan, het daar niet zo genoemd wordt. Voor hen was in het begin onduidelijk wat er onder verstaan werd. Andere vrouwen vatten het onbetaalde werk op als een belediging. Waarom worden ze voor het werk dat ze doen niet gewoon betaald? Is hun werk minder waard? Sommigen vinden het programma van Duizend en één Kracht betuttelend. In plaats hen te helpen rechtstreeks een betaalde baan te vinden, wordt van hen verwacht dat ze eerst vrijwilligerswerk gaan doen. Andere vrouwen zijn echter wel positief over het vrijwilligerswerk. Ze zien het als een soort van stage om straks betaald aan het werk te kunnen gaan. En ieder geval, zo vinden zij, is het een manier om bezig te blijven en hun netwerk te vergroten. 4.2
Mate van huidige redzaamheid Redenen voor een andere groep vrouwen voor het niet beginnen aan een traject na een eerste kennismaking of het voortijdig afhaken ervan, hebben te maken met hun huidige vaardigheden en ervaringen en hun persoonlijke omstandigheden. Het enthousiasme om te beginnen is er, maar de realiteit maakt het moeilijk voor hen om dat enthousiasme vast te houden. Onvoldoende Nederlandse taalbeheersing Het verbeteren van de Nederlandse taal wordt door het merendeel van de vrouwen als voornaamste reden genoemd om mee te doen aan een activiteit in het kader van Duizend en één Kracht. In de praktijk blijkt echter dat een aantal vrouwen de Nederlandse taal nog te onvoldoende beheerst om al aan de slag te kunnen gaan binnen een vrijwilligersorganisatie. Of ze worden daarmee geconfronteerd wanneer ze ergens zijn gaan werken.
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
8
In enkele gevallen zijn ondanks duidelijke instructies naar taalinstituties toe, toch vrouwen meegenomen naar een Kansenbeurs, hoewel ze daar eigenlijk nog niet aan toe waren. Door onduidelijke verwachtingen te scheppen naar vrouwen toe, is de teleurstelling des te groter wanneer deze verwachtingen niet waargemaakt kunnen worden. Er blijkt onder vrouwen een grote behoefte te bestaan om de Nederlandse taal zo snel mogelijk onder de knie te krijgen. Daarvoor is intensieve oefening nodig. Vrouwen merken op dat een dag of twee per week werken in een vrijwilligersorganisatie onvoldoende is om in korte tijd hun Nederlands te kunnen verbeteren. Soms worden vrouwen doorverwezen naar intensieve taaltrainingen, maar in veel gemeenten is het aanbod daarvoor beperkt of een intensieve training wordt financieel niet vergoed en is te kostbaar voor vrouwen om zelf te bekostigen. In beide gevallen loopt de voortgang van iemands traject vertraging op, waarna vrouwen na verloop van tijd gedemotiveerd raken en afhaken. Weinig opleiding en werkervaring Een groep vrouwen heeft weinig opleiding en geen of nauwelijks ervaring in het werken buitenshuis. Na de stap te hebben genomen om mee te doen met Duizend en één Kracht willen vrouwen desondanks het liefst zo snel mogelijk praktisch aan de slag gaan. In plaats daarvan moeten ze vaak eerst andere leertrajecten doorlopen. De verwachtingen van de vrouwen waren in het begin van het traject hoog en de confrontatie met de werkelijkheid valt tegen. Vrouwen raken gefrustreerd en verdwijnen uit beeld. Thuissituatie De meeste vrouwen hebben de zorg thuis voor het huishouden en de kinderen. Hun tijd om vrijwilligerswerk te doen, is beperkt tot de uren dat de kinderen naar school zijn en/of afhankelijk van de aanwezigheid van kinderopvang. Het gebrek aan kinderopvang blijft structureel een prangend probleem voor vrouwen. Naast de verantwoording voor de zorgtaken thuis, zijn veel vrouwen ook nog mantelzorger. Ze zorgen voor één (soms zelfs meerdere) zieke of gehandicapte familieleden wat een extra zware belasting voor hen betekent. Ingewikkeld wordt het voor vrouwen wanneer ze te maken hebben met een thuisfront dat hen niet of te weinig ondersteunt in hun behoeften en ambities tot participatie en emancipatie. Veel vrouwen vinden dan ook dat Duizend en één Kracht meer moet doen om (hun) mannen bij het programma te betrekken. Enkele projectuitvoerders van Duizend en één Kracht willen graag benadrukt zien dat het nog wel eens onderschat wordt hoe druk en zwaar de Duizend en één Kracht vrouwen het hebben: ze zijn verantwoordelijk voor de zorg voor kinderen en huishouden, vaak ook voor andere familieleden, volgen een taalcursus en gaan ook nog een traject beginnen bij Duizend en één Kracht.
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
9
Multi-problematische omstandigheden Een deel van de Duizend en één Kracht vrouwen heeft te maken met een opstapeling van problemen, zoals lichamelijke gezondheidsproblemen, psychische problematiek (depressief, gestrest door de vele verwachtingen die ze om zich heen voelen, lang thuisgezeten, vluchtelingenachtergrond), financiële problemen (schulden), problemen met opvoeding van de kinderen, ervaringen met huiselijk geweld en/of eergerelateerd geweld, enz. Dit alles maakt vrouwen extra kwetsbaar. Belangrijk is dat binnen Duizend en één Kracht organisaties vaardigheden aanwezig zijn om zulke problemen te kunnen herkennen en ermee om te gaan en de kennis om vrouwen door te verwijzen naar deskundige hulp. Alle bovengenoemde factoren zijn van grote invloed op de mate van zelfvertrouwen en het zelfbeeld van deze groep vrouwen. Velen twijfelen aan hun eigen talenten en kwaliteiten. Een eerste bezoek naar een Duizend en één Kracht activiteit kan daarom al een enorme stap betekenen. Zelfs als die stap niet direct opgevolgd wordt met een afspraak voor het bepalen van een traject of het aanmelden bij een vrijwilligersorganisatie, het is een stap die zeker niet onderschat mag worden. Belangrijk is dat vrouwen geholpen worden hun talenten en kwaliteiten te “vertalen” naar begrippen van competenties en vaardigheden. Vrouwen kunnen vaak veel meer dan ze zelf denken.
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
10
4.3
Beschikbaarheid en toegankelijkheid vrijwilligersorganisaties Het bevorderen van de maatschappelijke participatie van vrouwen gaat in Duizend en één Kracht via de weg van het vrijwilligerswerk. Vrijwilligersorganisaties zijn daarmee onmisbare partners in het programma. Er zijn echter onvoldoende - geschikte vrijwilligersorganisaties te vinden die mee willen of kunnen doen met Duizend en één Kracht of genoeg plek hebben voor het aantal belangstellenden. Daarnaast liggen er knelpunten in de toegankelijkheid van de vrijwilligersorganisatie. Vrouwen blijken regelmatig op te lopen tegen de (werk)cultuur van een organisatie. Dit alles heeft negatieve gevolgen voor hun motivatie en functioneren. Geschiktheid vrijwilligersorganisaties Duizend en één Kracht gemeenten geven aan dat ze niet zozeer problemen ervaren om vrouwen te bereiken, maar wel bij het vinden van voldoende geschikte vrijwilligersplekken voor hen. Veel vrouwen die voor het eerst maatschappelijk actief worden en vrouwen die de zorg hebben voor kleine kinderen en/of zieke familieleden, vinden het belangrijk dat de vrijwilligersorganisatie niet te ver uit hun buurt ligt. Reizen naar een ander deel van de stad is een obstakel. Er blijken echter te weinig organisaties te vinden te zijn in de verschillende wijken van een gemeente. Een voorwaarde voor een vrijwilligersorganisatie om mee te doen met Duizend en één Kracht is dat ze vrouwen voor langere tijd en vooral in het begin intensief willen en kunnen begeleiden. Zij moeten in staat en bereid zijn deze (tijds)investering te leveren. Dit kan niet elke organisatie. Soms blijkt pas achteraf dat er niet de benodigde begeleiding gegeven kan worden, bijvoorbeeld wegens te weinig geschikt personeel of omdat de begeleiding intensiever was dan men in eerste instantie had in geschat. Naast een goede begeleiding, is het belangrijk dat vrouwen genoeg ervaring op kunnen doen, zowel met het werk zelf als met het werken met anderen. Er zijn situaties bekend waarbij vrijwilligersorganisaties van te voren te weinig stil hadden gestaan bij het feit dat het merendeel van hun andere vrijwilligers alleen ’s avonds kwam, terwijl veel Duizend en één Kracht vrouwen alleen overdag kunnen komen. Na de eerste stap gezet te hebben naar een Duizend en één Kracht activiteit, is het belangrijk dat er snel een vervolg op komt. In de praktijk blijkt soms dat na inschrijving bij een vrijwilligersorganisatie vrouwen lang moeten wachten voordat ze bericht krijgen voor een vervolgafspraak of dat ze op een wachtlijst worden geplaatst omdat er teveel vrouwen bij dezelfde vrijwilligersorganisatie willen werken. Het allereerste enthousiasme vervliegt dan weer snel. Een structureel probleem voor het aantal en de continuïteit van vrijwilligersplekken is dat veel projecten binnen vrijwilligersorganisaties slechts tijdelijk zijn. Dit heeft consequenties voor de mogelijkheid van continuering van de werkzaamheden van de vrouwen die via Duizend en één Kracht bij de organisatie zijn gaan werken.
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
11
Toegankelijkheid vrijwilligersorganisatie Veel vrouwen blijken afgehaakt te zijn door negatieve ervaringen met de werkcultuur en de monoculturele communicatie binnen vrijwilligersorganisaties (schriftelijke afspraken, contracten, stipt op tijd komen, bureaucratie, direct aangesproken worden op fouten, hoge verwachtingen naar de vrouwen toe, enz. ). Het werktempo en de cultuur zijn voor veel vrouwen nieuw. Ze moeten daaraan wennen, maar krijgen daar vaak niet de kans voor. Ze hebben het gevoel dat ze zich eenzijdig aan de organisatie moeten aanpassen en dat er geen openheid en flexibiliteit naar hen toe is. Ze voelen zich niet welkom, vaak ondergewaardeerd en negatief beoordeeld. Het merendeel van de vrouwen gaat niet de confrontatie aan, maar haakt teleurgesteld af. Vervolgens, zo vertellen ze, zijn ze teleurgesteld in zichzelf omdat ze niet meer voor zichzelf zijn opgekomen en ze haken geheel af. Een negatieve spiraal. Wat vrouwen verwachten van de organisaties is openheid naar hen toe en het gevoel te hebben dat ze welkom zijn, dat er ruimte en aandacht is om te leren en te experimenteren, dat ervaringen wederzijds en met respect met elkaar besproken worden en dat er waardering is - en uitgesproken wordt - voor het werk wat ze doen voor de organisatie. In een aantal gemeenten wordt een interculturele training aan alle Duizend en één Kracht organisaties aangeboden. In de meeste gemeenten is het volgen van dergelijke training echter geen voorwaarde om te mogen deelnemen aan Duizend en één Kracht. Ook blijkt een training niet altijd een garantie dat alle vrijwilligers binnen de organisatie daarmee bereikt worden of hoe lang de kennis beklijft. Goede ervaringen hebben vrouwen overigens bij het werken bij – allochtone vrouwenorganisaties. Vrouwenorganisaties leveren een onmisbare bijdrage aan Duizend en één Kracht. Als meedenkers, als wervers van vrouwen en als Duizend en één Kracht vrijwilligersorganisatie. Er is veelal een goede en persoonlijke begeleiding aanwezig, er is een veilige sfeer, kinderopvang is geregeld en er is veel aandacht voor het ontwikkelen en het uitvoeren van een persoonlijk ontwikkelingsplan. Wat vrouwen het meeste bevalt, is dat ze er aangesproken worden als een persoon, in plaats van als een werkkracht. Er is een open en positieve houding naar de vrouwen. Niet wat ze niet kunnen staat centraal, maar: wat wil je nu en wat heb je daarvoor nodig, wat wil je later en hoe kunnen we je daarbij helpen dat te bereiken. 4.4
Lokale samenwerking en afstemming Naast het niet aansluiten op ambities en verwachtingen, de mate van huidige zelfstandigheid en de beschikbaarheid en toegankelijkheid van vrijwilligersorganisaties, is er nog een vierde reden te benoemen voor de (vroegtijdige) uitvalt van vrouwen. Deze reden heeft te maken met knelpunten in de lokale samenwerking en de afstemming tussen de samenwerkingspartners.
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
12
Hoewel de afgelopen jaren de ketensamenwerking en integrale beleidsontwikkeling goed op gang is gekomen, verloopt deze voornamelijk op beleidsniveau. De ontwikkeling van ketenoverleg op uitvoeringsniveau blijft nog achter. Zo blijkt bijvoorbeeld weinig te worden teruggekoppeld wanneer een vrouw door haar begeleidster is doorverwezen naar een instantie voor een opleiding, een traject naar betaald werk of het opzetten van een eigen onderneming. De vrouw verdwijnt uit beeld en wordt niet verder geholpen als de doorverwijzing onverhoopt niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. Ook vrijwilligerscentrales geven aan problemen te ondervinden met het gebrek aan terugkoppeling. Soms krijgen zij pas na een tijdje te horen dat een vrouw is gestopt met haar vrijwilligerswerk. De reden waarom blijft onduidelijk, de vrouw uit het zicht is verdwenen. Een niet geringe groep Duizend en één Kracht vrouwen heeft een andere behoefte dan aan de slag te gaan in het vrijwilligerswerk. Deze vrouwen worden door Duizend en één Kracht wel bereikt, maar niet verder gevolgd, begeleid en/of ondersteund in hun traject. In de gemeenten is vaak wel een aanbod voor hen aanwezig, maar de keten van Duizend en één Kracht blijkt in de praktijk vaak te beperkt te zijn om de vrouwen effectief te kunnen helpen. Veel verschillende beleidsinstrumenten ten behoeve van participatie en re-integratie zijn aanwezig, maar lijken nog onvoldoende daadwerkelijk en efficiënt te worden ingezet. Veel valt en staat bij de regierol van de gemeenten. Er worden knelpunten genoemd op het gebied van interne afstemming en continuïteit. Zo is soms onvoldoende afstemming tussen ambtenaren van de verschillende afdelingen die betrokken zijn (of zouden moeten zijn) bij Duizend en één Kracht. Dit gaat onder meer ten koste van de doorstroming. Veel vrouwen vinden het bijvoorbeeld na het volgen van een inburgeringcursus moeilijk om een volgende stap te zetten. Ze worden niet direct doorverwezen naar Duizend en één Kracht. Ze blijven thuis, het opgedane taalniveau zakt weer en opgedane contacten verwateren. Een ander probleem ontstaat wanneer de gemeentelijke Duizend en één Kracht programmaleider vertrekt of wanneer door interne reorganisatie een andere programmaleider wordt aangesteld. Opgedane ervaringen moeten worden overgedragen en contacten opnieuw gelegd, met als gevolg dat de beleidsontwikkeling ten behoeve van Duizend en één Kracht vertraging oploopt.
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
13
5
Conclusies en aanbevelingen
5.1
Conclusies De centrale vragen bij het opstellen van dit onderzoek naar de wensen en behoeften van allochtone vrouwen in het aanbod van Duizend en één Kracht en de obstakels die ze daarbij ervaren, waren:
Wat willen de vrouwen zelf? Waar lopen ze tegenaan? Waarom komen vrouwen niet of haken ze voortijdig af? Worden de aanwezige beleidsinstrumenten binnen de gemeenten voldoende effectief ingezet om tegemoet te komen aan wensen en behoeften van de vrouwen?
De doelgroep van Duizend en één Kracht is zeer divers, en daarmee ook hun wensen en behoeften in het aanbod van Duizend en één Kracht. Dat betekent dat Duizend en één Kracht nog meer dan voorheen maatwerk moet leveren en gericht moet zijn op de vraag van de individuele vrouw in plaats van het aanbod. Er zijn een aantal redenen waarom vrouwen (voortijdig) afhaken. Deze hebben te maken met de ambities en behoeften van vrouwen waar het huidige aanbod van Duizend en één Kracht momenteel nog niet of onvoldoende aan tegemoet komt, de persoonlijke omstandigheden van vrouwen en de mate van vaardigheden waarover ze al beschikken, de beschikbaarheid (in de buurt van vrouwen) van vrijwilligersorganisaties en de toegankelijkheid ervan, en de lokale samenwerking en afstemming. Ook worden nog niet alle aanwezige beleidsinstrumenten binnen de gemeenten voldoende effectief ingezet om tegemoet te komen aan de wensen en behoeften van alle vrouwen van Duizend en één Kracht. Voor alle vrouwen geldt dat het belangrijk is dat er een persoonlijke benadering is, een vertrouwensband met hun begeleider gecreëerd wordt en dat er geen onduidelijke of onjuiste verwachtingen gewekt worden. Verwachtingen en mogelijkheden moeten goed doorsproken worden (zowel door de Duizend en één Kracht begeleiders, als de begeleiders binnen de vrijwilligersorganisaties), zodat misverstanden geen eigen leven gaat leiden en vrouwen uiteindelijk – voortijdig – afhaken. Daarnaast is het van belang om het activeringstraject gezamenlijk te bepalen en vrouwen in hun traject actief te begeleiden. Voor sommige vrouwen betekent dat een intensieve (tijds)investering voor de organisatie, voor andere in mindere mate. Om uitval tegen te gaan, is het echter van belang dat vrouwen zoveel mogelijk gevolgd worden, zodat in geval van problemen meteen gereageerd kan worden. Tot slot zijn er structurele obstakels te vinden: gebrek aan kinderopvang, problemen bij de erkenning van diploma’s en werkervaring die in het buitenland zijn behaald en opgedaan en feit dat veel projecten binnen vrijwilligersorganisaties voor slechts korte
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
14
termijn zijn. Het algemene probleem van de tijdelijkheid van projecten, heeft ook consequenties voor Duizend en één Kracht vrouwen. 5.2
Aanbevelingen 1. Het leveren van meer maatwerk en gericht op de vraag van vrouwen zelf in plaats van op het aanbod. Flexibiliteit in de uitvoering. 2. (Verder) vergroten van de diversiteit van het aanbod van Duizend en één Kracht met bestaande (beleids)instrumenten in de gemeente (inclusief bijbehorende strategische verbindingen leggen met de relevante lokale samenwerkingspartners), zoals: • Re-integratietrajecten • Duale trajecten, vrijwilligerswerk combineren met trainingen • Informatie en ondersteuning bij starten eigen onderneming, inclusief financiële mogelijkheden, zoals aanvragen microkrediet • EVC trajecten • Empowermenttrainingen • Vrijwilligerswerk in meerdere arbeidsectoren naast het welzijnswerk • Intensieve Nederlandse taaltrajecten en taalmaatjes • ….. 3. Verbetering in afstemming en samenwerking tussen ketenpartners, ook op uitvoeringsniveau. Terugkoppeling bij doorverwijzing vrouwen naar andere lokale instanties. Belangrijk is dat lokale organisaties van elkaar weten wat ze doen en meer op uitvoeringsniveau met elkaar samenwerken. 4. Interculturalisatie trainingen voor aangesloten vrijwilligersorganisaties, met terugkomdagen. Aanspreken van organisatie en aanbieden van instrumenten en handvatten voor verandering organisatiecultuur. 5. (Allochtone) vrouwenorganisaties intensiever betrekken als een volwaardige
samenwerkingspartner en Duizend en één Kracht meer (financieel) inbedden bij de (allochtone) vrouwenorganisaties. 6. Gemeentelijke regierol: niet alleen in afstemming ketenpartners door onder meer
organiseren van een ketenoverleg, maar ook samenwerking tussen de eigen verschillende beleidsterreinen. Ambtenaren op verschillende plekken moeten (pro)actiever samenwerken en zich verbinden. Aansluiting houden met de praktijk, bijvoorbeeld via de inzet van speciale ambassadeurs of een P-team (participatieteam).
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
15
7. Begeleiders die te maken krijgen met vrouwen met ernstige problemen (psychische problematiek, huiselijk geweld, schulden) moeten de deskundigheid hebben of aangeboden krijgen om dit te kunnen herkennen en ermee om te gaan, en weten waarheen ze vrouwen voor deskundige hulp kunnen doorgeleiden.
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
16
6
Bronnenlijst
Verslagen en rapportages: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Website www.duizendeneenkracht.nl Nieuwsbrieven Duizend en één Kracht Amsterdam - Kansenbeurs 24 april 2008 evaluatie, 23-09-2008 Amsterdam - Brainstormsessie voorlichtingsmateriaal 010507 10-10-2008 Amsterdam - Uitkomst meedenkbijeenkomst 090908 vrouwen 16-07-2009 Breda - verantwoording Duizend en één Kracht juli 2009 Delft – Nieuwsbrief, juni 2010 Delft - Stadskrant Delf, 11 juni 2010 Delft - Verslag follow-up traject Kansenbeurs 29 juni 2010 Den Haag - Kenmerken doelgroep, profielen en belemmeringen 26-09-2008 Den Haag - Profiel doelgroep en voorwaarden vrijwilligersplekken 26-09-2008 Den Haag - Voorwaarden organisaties voorbeelden vrijwilligersplekken 26-09-2008 Den Haag - Verslag evaluatie Kansenbeurs met deelnemende organisaties 9 april 2009, Den Haag - Succesfactoren Diversiteit op een rijtje, 16-07-2009 Den Haag - Doelgroep niet makkelijk te bemiddelen 22-07-2009 Den Haag - Pilots - profielen vrouwen + aanbod 15-07-2009 Groningen - Implementatietraject toegankelijkheid vrijwilligersorganisaties in het kader van Duizend en één Kracht in Groningen, augustus 2010 Haarlem – verslag kansenbeurs Haarlem 11 maart 2010. Helmond - Kansenbeurs 2010 Evaluatieverslag organisaties, 16-07-2010 Helmond - Kansenbeurs 2010 Interne eindevaluatie, 16-07-2010 Helmond – Eindverslag Zorgvrijwilligersmarkt Duizend en één Kracht, 10 juni 2010. Landelijke bijeenkomst Duizend en één Kracht – verslag 2008 Rotterdam - Voortgangsrapportage Duizend en één Kracht zomer 2009 Utrecht – Duizend en één Kracht. De Talenten van Utrecht, brochure 2010 Utrecht - 3 jaar Duizend- en Een-kracht jes, ppt presentatie. Verslag Landelijke conferentie Duizend en één Kracht, 16 september 2010
Gesproken met • • • • •
Annemarie van Hinsberg (projectleider Duizend en één Kracht MOVISIE) Jenny van Eyma (projectleider Duizend en één Kracht MOVISIE) Tanja Plasil (kort gesprek), Vrijwilligerscentrale Amsterdam Magda Bootsma, Vrouwencentrum Jasmijn, Groningen Juliette Meijering, Stiel Opbouwwerk, projectleider Duizend en één Kracht Groningen.
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
17
Focusgroepen • • • •
Groningen (Moedercentrum De Boei en Welzijnsorganisatie Stiel) Hengelo (Centrum voor Wereldvrouwen) Den Haag (Welzijnsorganisatie St. MOOI, Afghaanse vrouwen Buurthuis) Kerkrade (Multiculturele vrouwengroep De Octopus)
Utrecht, april 2011 Doorpakken met Duizend en één Kracht. Schakelen tussen het beleid en de praktijk.
18