Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Cuijk Ondergetekende, partijen bij overeenkomst: a.
de gemeente Cuijk in deze ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door mr. W.A.G. Hillenaar, burgemeester, handelend ter uitvoering van het besluit van de gemeenteraad d.d. 31 oktober 2011, hierna te noemen: de gemeente
en b.
De Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs in deze vertegenwoordigd door drs. E.M.G.H. Bernard MPM, voorzitter, en J.M.C. van Dijk MPM, ambtelijk secretaris, hierna te noemen: OMO.
In aanmerking nemende dat: 1. ingevolge het bepaalde in artikel 76b van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) (Stb. 402 1996) de zorg voor de onderwijshuisvestingsvoorzieningen is opgedragen aan de gemeente, waaronder begrepen de op het grondgebied van de gemeente gelegen gebouwen en terreinen behorende tot de onder OMO vallende scholen voor voortgezet onderwijs; 2. de gemeenteraad ingevolge het bepaalde in artikel 76v WVO, onder door hem te stellen voorwaarden, kan besluiten in overeenstemming met OMO dat ten behoeve van het door dit bevoegd gezag op het grondgebied van de gemeente in stand gehouden scholen een jaarlijks bedrag voor huisvestingskosten wordt verschaft waarmee OMO redelijkerwijs kan voorzien in de huisvestingsbehoefte van deze scholen; 3. het toepassen van de onder 2 genoemde wettelijke uitzonderingsmogelijkheid, welke ook bekendheid geniet onder de term "doordecentralisatie", past binnen het landelijk en gemeentelijk beleid ten aanzien van de autonomie vergroting van de bevoegde gezagsorganen; 4. een gezamenlijke keuze van partijen voor doordecentralisatie door de gemeente resulteert in de overdracht van diens zorgplicht voor dat gedeelte van de onderwijshuisvesting dat onder verantwoording van OMO valt, alsmede limitering van de financiële risico's. Doordecentralisatie leidt tot het optimaliseren van mogelijkheden met de bedoeling om adequaat te kunnen inspelen op onderwijskundige ontwikkelingen. 5. de partijen wensen, voor zover althans bij deze overeenkomst uitdrukkelijk bepaald, in afwijking van het bepaalde in Titel III, afdeling IA, hoofdstuk I WVO, alsmede de daarop gebaseerde gemeentelijke Verordening Voorzieningen Huisvesting onderwijs, hun onderlinge rechtsverhouding nader te regelen; 6. de gemeenteraad van Cuijk heeft op 31 oktober 2011 (zie bijlage raadsbesluit d.d. 31 oktober 2011) besloten het Homburgcampus project te beëindigen; 7. de partijen plannen in ontwikkeling hebben om te komen tot een nieuwe locatie van het Merletcollege in het gebied nabij Sportpark de Groenendijkse Kampen, ten noorden van de Beersebaan en ten oosten van de Katwijkseweg, onder gelijktijdige afstoting van de locaties aan de Grotestraat en de Robijnlaan; 8. de gemeenteraad van Cuijk op 31 oktober 2011 groen licht heeft gegeven voor de ontwikkeling van een scholencomplex voor het Merletcollege op basis van het raadsvoorstel van 27 september 2011 (zie bijlage); 9. het college van B&W voornemens is de gemeenteraad uiterlijk eind 2012 voor te stellen een definitief besluit te nemen over de locatiekeuze voor nieuwbouw van het Merletcollege alsmede over de voorliggende doordecentralisatieovereenkomst; 10. Cuijk de vestigingsplaats is van de hoofdvestiging van het Merletcollege. Dit zal ook in de toekomst het geval zal zijn, tenzij in op overeenstemming gericht overleg tussen OMO en gemeente anders wordt overeengekomen.
Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Cuijk
1/7
Verklaren overeengekomen te zijn als volgt: Artikel 1. Definities Gemeente: de gemeente Cuijk dan wel het gemeentebestuur; Bevoegd gezag: de Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs; Scho(o)l(en): Merletcollege Schoolgebouwen: de op het grondgebied van de gemeente en onder OMO ressorterende voor het voortgezet onderwijs bestemde terreinen en gebouwen zoals deze in gebruik zijn bij voornoemde scholen voor voortgezet onderwijs, alsmede leer- en hulpmiddelen en het meubilair van de school; WVO: de Wet Voortgezet Onderwijs zoals gepubliceerd in Staatsblad 1996, 402 en hierna gewijzigd weergegeven in de Staatsbladen. Artikel 2. Omschrijving terreinen en schoolgebouwen 1. OMO is juridisch eigenaar van de volgende gebouwen en terreinen:
Merletcollege, Cuijk gebouwen gebouwdeel bouwaard bouwjaar aantal m² BVO bijzonderheden
Grotestraat 144 447701 A 447701 B Permanent Permanent 1980 1994 8.111 176 3 gymzalen
878011 A Permanent 1964 4.034 1 gymzaal
878011 B Permanent 1995 460
Robijnlaan 77 250319 A 250320 A 250321 A Permanent Kassen Boerderij Noodlokalen 2001 1990 1990 1984 747 230 128 156
terrein terreincode C 3953 A 3336 2.
oppervlakte 11750 10943
bebouwd / onbebouwd bebouwd bebouwd
opmerking Locatie Grotestraat 144 Locatie Robijnlaan 77
Het economisch claimrecht van bovenstaande gebouwen en terreinen worden niet overgedragen aan OMO. Beide locaties blijven economisch eigendom van de gemeente Cuijk. Het juridisch eigendom van deze locaties zal aan de gemeente Cuijk worden overgedragen zodra de inhuizing in het gebied nabij Sportpark de Groenendijkse Kampen, ten noorden van de Beersebaan en ten oosten van de Katwijkseweg een feit is.
Artikel 3. Overdracht verantwoordelijkheden voor de huisvestingsvoorzieningen 1. De gemeente draagt haar zorgplicht voor de voorzieningen in de huisvesting zoals bedoeld in artikel 76b, eerste lid WVO, welke voorzieningen zijn opgesomd in artikel 76c WVO en vertaald in de Verordening voorzieningen huisvesting van de gemeente Cuijk, voor wat betreft de in artikel 1 genoemde scholen over aan OMO, die deze zorg integraal over neemt. OMO ontvangt voor de uitvoering van de in dit lid genoemde zorg een jaarlijks bedrag als omschreven in artikel 8 van deze overeenkomst; 2. OMO neemt bij deze zorgplicht steeds de ter zake geldende wettelijke voorschriften in acht, in het bijzonder de wettelijk eisen ter zake van de onderhoudsplicht en oppervlakte en indeling van gebouwen en terreinen; 3. OMO maakt voor de in lid 1 genoemde voorzieningen geen aanspraak op vergoeding van gemeentewege op basis van de gemeentelijke verordening voorzieningen huisvesting onderwijs.
Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Cuijk
2/7
Artikel 4. Rechten en verplichtingen bevoegd gezag 1. OMO draagt zorg voor een adequaat aanbod van voortgezet onderwijs in de gemeente Cuijk en krijgt op basis van deze overeenkomst daarvoor van de gemeente de volledige verantwoordelijkheid. Hierbij heeft OMO de verplichting het aanbod van voortgezet onderwijs minimaal op het huidige niveau te handhaven, binnen minimaal de huidige kwaliteit, mits de exploitatie van de school, gelet op de leerlingenaantallen, dit op een verantwoorde wijze toelaat; 2. OMO verplicht zich nieuwbouw voor het Merletcollege inclusief sportvoorzieningen te realiseren in het gebied nabij Sportpark de Groenendijkse Kampen, ten noorden van de Beersebaan en ten oosten van de Katwijkseweg, in Cuijk; 3. OMO heeft het recht tot het primaire gebruik tijdens schooltijden van de door de gemeente Cuijk ter beschikking te stellen buitensportvoorziening op bovengenoemde locatie; 4. OMO betaalt hiervoor een exploitatie- en beheer vergoeding van € 15.000,- per jaar. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd volgens de VNG index voor huisvesting (aangeduid als prijsbijstellingsfactor) die door de gemeente ook wordt gehanteerd in de verordening. 5. Medegebruik van de schoolgebouwen, sportvoorzieningen en terreinen door of via de gemeente wordt door OMO op vrijwillige basis, tegen betaling van een nader overeen te komen vergoeding, toegestaan; 6. OMO is verplicht de schoolgebouwen behoorlijk te gebruiken, te onderhouden en adequaat te verzekeren. Ter zake van het onderhoud verplicht OMO zich jegens de gemeente dit uit te voeren op basis van een deugdelijk, periodiek te actualiseren, meerjarenonderhoudsplan, welk plan ter kennis wordt gebracht aan de gemeente; 7. OMO draagt er zorg voor dat de schoolgebouwen, steeds voldoen aan alle daaraan wettelijk te stellen eisen, waaronder de in artikel 76c, tweede lid WVO geformuleerde eisen; 8. OMO ziet jegens de gemeente af van het indienen van aanvragen die betrekking hebben op de huisvesting van de in artikel 1 genoemde scholen, waaronder begrepen: a. voor opneming van een huisvestingsvoorziening op het programma als bedoeld in artikel 76e WVO; b. met een spoedeisend karakter zoals bedoeld in artikel 76i WVO. 9. OMO is gerechtigd (een gedeelte van) de schoolgebouwen en sportvoorzieningen te verhuren zonder dat daarvoor de toestemming van de gemeente is vereist, als omschreven in artikel 76s, lid 1, WVO. De overige bepalingen van artikel 76s WVO zijn evenmin van toepassing; 10. OMO is gehouden een periodiek te actualiseren huisvestingsplan te ontwikkelen waarin de visie op het onderwijs van de scholen en de daaraan verbonden huisvestingsgevolgen zijn beschreven. OMO is gehouden dit plan aan de gemeente te overleggen. Indien uit dit plan wijzigingen met gevolgen voor het spreidings- en locatiebeleid voor de huisvesting van de scholen voortvloeien den zullen gemeente en bevoegd gezag voorafgaand aan de uitvoering van deze planner hierover op overeenstemming gericht overleg voeren. Dit geldt tevens indien sprake is van huisvestingsconsequenties die raken aan het spreidings– en locatiebeleid van scholen voor primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en beroepsonderwijs in de gemeente; 11. OMO is gehouden om de gemeente in een jaarlijks te houden overleg te informeren omtrent de realisatie van de in dit artikel opgenomen verplichtingen.
Artikel 5. Informatievoorziening en verantwoording 1. OMO is verplicht jaarlijks inzicht te geven in de financiering van de in artikel 1 vermelde scholen, middels het overleggen van de jaarrekening ; 2. OMO zal jaarlijks na de wettelijke teldatum van 1 oktober aan de gemeente bescheiden overleggen waarvan onomstotelijk vaststaat hoeveel leerlingen de scholen onder het bevoegde gezag in de gemeente in het desbetreffende cursusjaar bezoeken. Artikel 6. Rechten en verplichtingen partijen 1. De gemeente is ontslagen van haar verplichting overleg te voeren met het bevoegde gezag over de aanpassing en vaststelling van de verordeningen en daaruit voortvloeiend het programma, zoals omschreven in artikel 76f, lid 1 van de WVO; 2. De gemeente ziet af van het vorderingsrecht dat toekomt aan de gemeente op grond van artikel 76r van de WVO;
Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Cuijk
3/7
3. 4.
5. 6.
Ter realisering van de volledige nieuwbouwlocatie betaalt de gemeente aan OMO éénmalig een bedrag van € 3,775 miljoen; 50% van dit bedrag wordt uitgekeerd bij het aangaan van de DDC-overeenkomst (1 januari 2013) en de overige 50% op 1 januari 2015. De gemeente betaalt de kosten die voortvloeien uit het bouwrijp maken van de grond van de nieuwbouwlocatie en het wijzigen van het bestemmingsplan alsmede de aan die activiteiten gepaard gaande interne- externe projectadvieskosten. Ook mogelijke planschade valt hieronder. Hiervoor heeft de gemeente een bedrag ter beschikking gesteld van maximaal € 1,1 miljoen eventuele hogere kosten voor de betreffende activiteiten zijn voor rekening van OMO; OMO is verantwoordelijk voor de realisatie van een adequate school- en sportvoorziening; Er vindt geen financiële verrekening plaats over de jaren 1997 tot en met de ingangsdatum van dit contract.
Artikel 7. Bestedingsvrijheid OMO zal met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 de bedragen, door de gemeente beschikbaar gesteld voor de voorzieningen in de huisvesting van de scholen, dusdanig aanwenden dat op behoorlijke wijze wordt voldaan aan de verantwoordelijkheid van OMO met betrekking tot de huisvesting, overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en de aan de huisvesting te stellen wettelijke eisen. OMO heeft de vrijheid, met inachtneming van het bepaalde in de eerste volzin, de bedragen die zij van de gemeente ontvangt naar eigen inzicht aan te wenden.
Artikel 8. Jaarlijks bedrag 1. De gemeente verschaft jaarlijks aan OMO ten behoeve van de zorg voor de voorzieningen in de huisvesting van de scholen de jaarlijkse bijdrage als bedoeld in het vijfde lid van dit artikel. Uit de desbetreffende bedragen dienen tevens de kosten voor OZB en verzekering te worden bestreden; 2. Het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt jaarlijks door de gemeente, binnen het lopend kalenderjaar, in twaalf gelijke maandelijkse termijnen aan OMO beschikbaar gesteld; 3. Het bedrag per leerling is berekend op basis van de totale geraamde investeringskosten gedurende de gehele looptijd van de overeenkomst; 4. Het jaarlijks bedrag is gebaseerd op een gefixeerd (gemiddeld aantal leerlingen over een periode van 5 jaar gebaseerd op de gemeentelijke prognose) aantal leerlingen van 1.200 leerlingen per 1 januari 2013 (op basis van het huidige aantal leerlingen, de actuele bevolkingsgegevens en de gemeentelijke analyse). Gedurende de looptijd van de overeenkomst wordt jaarlijks bezien of er op dat moment sprake is van een afwijking (positief, dan wel negatief) van het gefixeerde aantal leerlingen groter dan 5%. Indien hiervan sprake is, zal op basis van een nieuwe op te stellen prognose in overleg het gefixeerd leerlingenaantal worden bijgesteld en daarmee ook naar rato de jaarlijkse bijdrage 5. De gemeente verschaft per 1 januari 2013 aan OMO een jaarlijkse bijdrage van € 510.000,(hetgeen neerkomt op € 425,- per leerling per jaar uitgaande van 1.200 leerlingen). De jaarlijkse bijdrage wordt per 1-1-2013 als volgt geïndexeerd. De prijsindex die wordt gehanteerd bij de doorcentralisatie van middelen is dezelfde index die wordt toegepast bij de algemene uitkering Gemeentefonds. Deze index is gebaseerd op de index materiële overheidsconsumptie (IMOC) uit de Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Plan Bureau (CPB).
Artikel 9. Overdracht economisch claimrecht, voorkeursrecht gemeente 1. Het economisch claimrecht van de huidige schoolgebouwen en terreinen worden niet overgedragen aan OMO. Beide locaties blijven economisch eigendom van de gemeente Cuijk. Er vindt derhalve geen verrekening van boekwaarden plaats; 2. Het juridisch eigendom van deze locaties zal aan de gemeente Cuijk worden overgedragen zodra de inhuizing in het gebied nabij Sportpark de Groenendijkse Kampen, ten noorden van de Beersebaan en ten oosten van de Katwijkseweg een feit is; de locaties zullen in ontruimde staat, zogenaamd bezemschoon aan de gemeente worden opgeleverd. 3. OMO krijgt zowel het juridisch als het economisch claimrecht van het te realiseren
Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Cuijk
4/7
4. 5.
6. 7.
schoolgebouw en sportvoorzieningen in het gebied nabij Sportpark de Groenendijkse Kampen, ten noorden van de Beersebaan en ten oosten van de Katwijkseweg; De gemeente draagt de grond waarop het schoolgebouw in het gebied nabij Sportpark de Groenendijkse Kampen, ten noorden van de Beersebaan en ten oosten van de Katwijkseweg gerealiseerd zal worden, om niet over aan OMO; Indien (één van) de gebouwen en terreinen aan de onderwijsboulevard in het gebied nabij Sportpark de Groenendijkse Kampen, ten noorden van de Beersebaan en ten oosten van de Katwijkseweg, niet langer nodig zijn (of is) voor het onderwijs, zal OMO het allereerst aan de gemeente te koop aanbieden; Indien OMO gebouwen en terreinen ten behoeve van het verzorgen van voortgezet onderwijs in eigendom verkrijgt, deelt OMO dit schriftelijk mee aan de gemeente; Indien OMO voornemens is gebouwen of terreinen, of een gedeelte daarvan, blijvend niet meer voor de school te gebruiken, doet OMO hiervan onverwijld mededeling aan de gemeente. De gemeente is gehouden binnen 8 weken na ontvangst van deze mededeling OMO meedelen of de gemeente gebruik wil maken van het recht van eerste koop. In geval de gemeente gebruik maakt van het recht van eerste koop, zullen partijen afspraken maken over nadere (verkoop)voorwaarden. In geval de gemeente geen gebruik maakt van het recht van eerste koop, is OMO vrij tot andere bestemming en vervreemding over te gaan.
Artikel 10. Looptijd overeenkomst Deze overeenkomst treedt in werking vanaf 1 januari 2013 en wordt aangegaan voor een periode van 50 jaar. Beide partijen spreken af dat zij na 50 jaar de samenwerking voort willen zetten op de alsdan nader te bepalen voorwaarden. Indien deze samenwerking niet wordt voortgezet zal op basis van de geleverde inbreng van beide partijen, gepleegd gedurende de afgelopen 50 jaar, de terugname van de onderwijsvoorzieningen door de gemeente nader worden overeengekomen, waarbij ieders aandeel tenminste naar rato zal worden gewaarborgd, bezien vanuit de hele contractperiode. Artikel 11. Wijziging overeenkomst Wijziging van de overeenkomst is slechts mogelijk indien beide partijen dat uitdrukkelijk wensen. Partijen komen nu reeds overeen de overeenkomst te zullen wijzigen indien één der volgende situaties zich voordoet: a. wezenlijke wijzigingen in de wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeente voor de huisvesting van het voortgezet onderwijs op het grondgebied van de gemeente; b. wezenlijke wijzigingen in de wet- en regelgeving ten aanzien van het voortgezet onderwijs met betrekking tot aan de schoolgebouwen te stellen bouwkundige, onderwijskundige, Arbo- en milieutechnische eisen, voor zover uit de wet- en regelgeving valt te herleiden dat de gemeente als gevolg van deze wijzigingen extra middelen ontvangt; c. wezenlijke wijzigingen in de uitkering uit het Gemeentefonds die de gemeente ontvangt ten aanzien van het voortgezet onderwijs indien en voor zover deze betrekking hebben op aanpassing van het budget dat benodigd is voor onderwijshuisvesting. Met betrekking tot het onder c. bepaalde komen partijen overeen dat, indien en voor zover naast de algemene uitkering die de gemeente uit hoofde van het Gemeentefonds ontvangt, aan haar van Rijkswege of anderszins een doeluitkering betaalbaar wordt gesteld, die bestemd is voor de huisvesting en/of inventaris van het voortgezet onderwijs, de gemeente alsdan, ongeacht het leerlingenaantal dat de school alsdan bezoekt, deze uitkering(en) aan OMO zal uitkeren. Indien in zodanige situatie meerdere scholen voor voortgezet onderwijs binnen de gemeente hun hoofd- of nevenvestiging hebben, dan zal de gemeente de betreffende uitkering(en) naar rato van het aantal leerlingen, dat in de gemeente aan die scholen onderwijs volgt, toerekenen aan de besturen van de betreffende scholen, waaronder OMO. Artikel 12. Beëindiging overeenkomst 1. Partijen hebben over en weer de bevoegdheid deze overeenkomst op te zeggen indien zich onvoorziene omstandigheden van dien aard voordoen dat van een van hen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer kan worden verlangd dat deze
Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Cuijk
5/7
2.
overeenkomst ongewijzigd in stand blijft. Partijen verplichten zich in zodanig geval ten opzichte van elkaar om op basis van redelijkheid en billijkheid te komen tot een afwikkeling van over en weer aangegane verplichtingen en reserveringen. Ter zake van de in de eerste volzin bedoelde opzegging nemen partijen een termijn van ten minste één kalenderjaar in acht. Partijen gaan niet eerder over tot opzegging dan nadat is vastgesteld dat in de situatie die is ontstaan niet kan worden voorzien door het met wederzijds goedvinden wijzigen van deze overeenkomst respectievelijk onderdelen hiervan; Onverminderd het bepaalde in het eerste lid heeft de gemeente de bevoegdheid deze overeenkomst te ontbinden zonder deswege tot vergoeding van kosten en/of schade van OMO te zijn gehouden indien OMO: a. surséance van betaling aanvraagt; b. in staat van faillissement wordt verklaard; c. ondanks sommatie zijdens de gemeente in gebreke blijft bij nakoming van verplichtingen die zij jegens deze is aangegaan.
Artikel 13. Fusie, bestuursoverdracht, gemeentelijke herindeling 1. In geval van bestuursoverdracht, als bedoeld in artikel 50 van de WVO, gaan de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst over op het nieuwe bevoegd gezag; 2. Naar analogie van het bepaalde in het eerste lid gaan bij een gemeentelijke herindeling de uit deze overeenkomst voor de gemeente voortvloeiende verplichtingen over op diens rechtsopvolger.
Artikel 14. Geschillen 1. Er is sprake van geschillen indien zulks door tenminste een partij als zodanig aan de andere partij(en) kenbaar wordt gemaakt; 2. Alle geschillen die naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaan of daarmee verband houden, worden onderworpen aan de beoordeling van drie arbiters. Zowel de gemeente als OMO benoemen ieder een arbiter; de aldus benoemde arbiters wijzen in overleg een derde arbiter aan die bij voorkeur jurist is. De arbiters zullen recht spreken als goede mensen naar billijkheid en in het hoogste ressort. Het oordeel van de arbiters is derhalve bindend. De in het ongelijk gestelde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de arbitrage tenzij anders wordt overeengekomen door de gemeente en OMO.
Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Cuijk
6/7
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend
op XX-XX-XXX te XXXXXXXX,
De gemeente Cuijk
De Vereniging OMO
mr. W.A.G. Hillenaar, burgemeester
drs. E.M.G.H. Bernard MPM, voorzitter
J.M.C. van Dijk MPM, ambtelijk secretaris
bijlagen: Raadsvoorstel Homburg Campus van 27 september 2011 Raadsbesluit van 31 oktober 2011
Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Cuijk
7/7