Monumentennota Gemeente Cuijk 2012
Vastgesteld :
MONUMENTENNOTA GEMEENTE CUIJK 2012
1.Inleiding De voorliggende notitie beschrijft het kader voor het Cuijks Monumentenbeleid in relatie tot andere beleidsterreinen in algemene zin en de uitwerking daarvan in 2 verordeningen: de Erfgoedverordening 2012 en de Verordening Ruimtelijke Kwaliteitszorg. Als de gemeenteraad het monumentenbeleid vaststelt zal het college van burgemeester en wethouders later de Beleidsregel Onderhoud gemeentelijke monumenten vaststellen in het kader van de te verlenen subsidie. Bij het opstellen van dit beleid is aansluiting gezocht bij het monumentenbeleid van de gemeente Grave en is het beleid waar nodig vertaald naar de Cuijkse situatie. De Verordening Ruimtelijke kwaliteitszorg is 27 september 2011 vastgesteld door de gemeenteraad van Grave en bij instemming van de Cuijkse gemeenteraad zal een gezamenlijke commissie worden ingesteld. 2.Doel van deze nota Modern monumentenbeleid moet ervoor zorgen dat de kwaliteit, identiteit en herkenbaarheid van onze leefomgeving gewaarborgd is, en verder wordt uitgebouwd. Omdat erfgoed integraal deel uitmaakt van de identiteit en ontwikkeling van Cuijk en de omliggende kerkdorpen is het van belang cultuurhistorie vroegtijdig mee te wegen in de ontwikkeling van ruimtelijk beleid. Door uit te gaan van ‘behoud door ontwikkeling’ in plaats van louter conservering, wordt het aanwezige erfgoed als toegevoegde waarde en niet als beperking ervaren. Deze instandhoudingfilosofie past binnen de 3 pijlers voor een moderne monumentenzorg (beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg), waarvan de uitgangspunten zijn: 1. Cultuurhistorische belangen meewegen in de ruimtelijke ordening 2. Krachtiger en eenvoudiger regelgeving 3. Het bevorderen van herbestemming. Wat willen we bereiken? Het erfgoed van Cuijk wordt zichtbaar, herkenbaar en beleefbaar gemaakt. Het vergroten van het cultuurhistorisch bewustzijn, het vormen van draagvlak en de relaties met externen zijn belangrijke uitgangspunten. Het erfgoed wordt vanaf het begin van het proces bij planvorming en ontwikkelingen betrokken. Samenwerking tussen vertegenwoordigers van alle relevante disciplines staat voorop. De cultuurhistorische identiteit en dynamiek van Cuijk wordt behouden en versterkt. De duurzame instandhouding van cultuurhistorisch erfgoed is uitgangspunt. Naast het ontwikkelen en vaststellen van (sectoraal) cultuurhistorisch beleid ligt de nadruk op het bereiken van integratie met andere beleidsvelden en een integraal planproces. 3. Juridische basis Het huidige juridische kader voor de monumentenzorg wordt gevormd door de Monumentenwet 1988. Op 1januari 2009 is de nieuwe Monumentenwet 1988 in werking getreden. Op grond hiervan is de gemeente verantwoordelijk voor het beheer van rijksmonumenten en moet zij zelf voor de vergunningverlening en handhaving zorgen. In diezelfde wet is het Europese verdrag van Malta vertaald in wetgeving. Doelstellingen van het verdrag van Malta zijn het behoud van het archeologisch erfgoed in de bodem en het opnemen van archeologische waarden in de ruimtelijke ordening. De uitgangspunten van het verdrag van Malta zijn vast gelegd in het Archeologisch beleidsplan, dat door de raad op 11 mei 2009 is vastgesteld. Het op praktische wijze omgaan met behoud en beheer van archeologische waarden staan hierin centraal. De ambitie van de gemeente Cuijk is daarnaast om archeologie meer te gaan benutten als inspiratiebron voor de ruimtelijke kwaliteit. Uitgangspunt daarbij is het vinden van een goede balans tussen het zo min mogelijk belasten van vergunningaanvragers en een verantwoorde omgang met het bodemarchief. Daarom is er een onderverdeling gemaakt tussen gebieden met een lage archeologische verwachting en gebieden met een hoge en middelhoge archeologische verwachting. Op grond van artikel 15 van de Monumentenwet 1988 dient de gemeenteraad een verordening vast te stellen waarin tenminste de inschakeling wordt geregeld van een commissie op het gebied van monumentenzorg, die burgemeester en wethouders adviseert over aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet. Het betreft hier de monumentenvergunning voor beschermde monumenten.
2 van 9
MONUMENTENNOTA GEMEENTE CUIJK 2012
Deze monumentencommissie is opgenomen in de erfgoedverordening die door de raad is vastgesteld op 9 november 2009. Dezelfde verordening regelt de aanwijzing van de gemeentelijke monumenten. 4. Basis gemeentelijk beleid De laatste jaren komt in de ruimtelijke ordening meer de nadruk te liggen op de ruimtelijke identiteit en kwaliteit. Omdat (monumentaal) erfgoed integraal deel uitmaakt van de identiteit en ontwikkeling van Nederland en in dit kader van Cuijk en de omliggende kerkdorpen is het van belang om naast rijksmonumenten ook gemeentelijke monumenten aan te wijzen en deze cultuurhistorie vroegtijdig mee te wegen in de ontwikkeling van ruimtelijk beleid. Met dit doel heeft het college onlangs de lijst karakteristieke objecten opgesteld. Daarbij is een eerste inventarisatie van de historisch bouwkunst uitgevoerd. Het uitgangspunt waren de zogenaamde MIP-rapportages van de provincie Noord Brabant, die 20 jaar geleden zijn uitgevoerd en die zich concentreerden op objecten uit de periode 1850-1940. Bij de inventarisatie van de karakteristieke objecten zijn naast het plaatsen van nieuwe objecten op de lijst, bestaande objecten afgevoerd omdat zij naar de huidige inzichten niet langer een status als karakteristiek object behoeven of omdat zij eenvoudigweg niet meer zijn aangetroffen. Deze geactualiseerde lijst wordt nu gebruikt bij de opstelling van bestemmingsplannen voor het grondgebied van de gemeente Cuijk (aanduiding karakteristieke bebouwing). Zo wordt geprobeerd het gemeentelijk gebouwd erfgoed te beschermen. Maar met de aanduiding karakteristieke objecten in het bestemmingsplan wordt alleen voorkomen dat de karakteristiek objecten mogen worden gesloopt. Door naast rijksmonumenten ook gemeentelijke monumenten aan te wijzen en ten behoeve van de gemeentelijke monumenten uitvoeringsinstrumenten vast te stellen en adviescommissies ter ondersteuning van het college in het leven te roepen, ontstaat modern gemeentelijk monumentenbeleid dat ervoor zorgt dat de kwaliteit, identiteit en herkenbaarheid van onze leefomgeving gewaarborgd wordt en verder wordt uitgebouwd. Omdat erfgoed (zowel boven als in de grond) integraal deel uit maakt van de identiteit en ontwikkeling van Cuijk en de omliggende kerkdorpen is het van belang cultuurhistorie vroegtijdig mee te wegen in de ontwikkeling van ruimtelijke beleid. 5. Gemeentelijke monumenten De gemeentelijke Erfgoedverordening is op 9 november 2009 vastgesteld. Deze verordening is door de invoering van nieuwe wetgeving, waaronder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) verouderd. De geactualiseerde Erfgoedverordening 2012 is aangepast aan de laatste stand van het recht en geldt als (verplicht) juridisch kader, naast de Monumentenwet 1988 en andere wet- en regelgeving. De verordening, die nu kan worden vastgesteld, regelt onder andere de aanwijzing van gemeentelijke monumenten. 5. 1 aanwijzing Gemeentelijke monumenten Het college heeft een aanvang gemaakt met de procedure om te komen tot een gemeentelijke monumentenlijst. Op dit moment is sprake van 284 karakteristieke objecten met in begrip van de rijksmonumenten. De conceptlijst gemeentelijke monumenten bestaat uit ca. 40 objecten. Het veldwerk en de eerste beoordeling zijn uitgevoerd door bureau Croonen, waarbij in eerste aanleg is geïnspecteerd vanaf de openbare weg. Bij de beoordeling zijn de volgende criteria gehanteerd: A Cultuurhistorische waarden Belang van het object als bijzondere uitdrukking van (plaatselijke) culturele, sociaaleconomische en/of geestelijke ontwikkeling(en); Belang van het object als bijzondere uitdrukking van (plaatselijke) geografische, landschappelijke en/of bestuurlijke ontwikkeling; Belang van het object als bijzondere uitdrukking van technische en/of typologische ontwikkelingen; Belang van het object wegens innovatieve waarde of pionierskarakter. B Architectuurhistorische waarden Bijzonder belang van het object voor de geschiedenis van de (plaatselijke) architectuur en/of bouwtechniek;
3 van 9
MONUMENTENNOTA GEMEENTE CUIJK 2012
Bijzonder belang van het object voor het oeuvre van een (plaatselijke) bouwmeester of architect; Belang van het object wegens de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp; Belang van het object wegens het bijzondere materiaalgebruik en/of de ornamentiek; Belang van het object wegens de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur. C Ensemblewaarden Bijzondere betekenis van het object als essentieel onderdeel van een groter geheel, dat cultuurhistorisch, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig van belang is voor de gemeente Cuijk; Bijzondere betekenis van het object wegens de situering, verbonden met de ontwikkeling/uitbreiding van de streek, dorp of wijk; Bijzondere betekenis van het object wegens de wijze van verkaveling/inrichting voorzieningen; Bijzondere betekenis van het object voor het aanzien van de streek, dorp of wijk; Belang van het object wegens de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing en de historischruimtelijke relatie met groenvoorzieningen, wegen, wateren en/of bodemgesteldheid. D Herkenbaarheid/ gaafheid Belang van het object wegens de architectonische gaafheid van ex- en/of interieur;; Belang van het object wegens de hoogwaardige architectonische kwaliteit van de samengestelde onderdelen; Belang van het object in relatie tot de structurele en/of visuele gaafheid van de omgeving. E Zeldzaamheid Belang van het object wegens architectuurhistorische, bouwtechnische, typologische en functionele zeldzaamheid, eventueel verbonden met bijzondere ouderdom; Uitzonderlijk belang van het object wegens één of meer van de onder A tot en met D genoemde kwaliteiten. De technische staat waarin het gebouw verkeert, is in de beoordeling van monumentale waarden buiten beschouwing gelaten. Het is vervolgens aan de Monumentencommissie zoals genoemd in de Erfgoedverordening om de definitieve voordracht aan de hand van de lijst potentiële gemeentelijke monumenten aan het college van burgemeester en wethouders te doen. In het Cuijks model is dit aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (zie verder onder 6). 5.2 Aanwijzingsprocedure De beslissingsbevoegdheid van het plaatsen van objecten op de gemeentelijke monumentenlijst berust bij burgemeester en wethouders. Zij kunnen een object plaatsen op voordracht van de Commissie Ruimtelijke kwaliteit, maar ook op verzoek van eigenaren, zakelijk gerechtigden en andere belanghebbenden. Plaatsing op voordracht van de Commissie Ruimtelijke kwaliteit is de meest gebruikelijke weg. De voorgestelde gemeentelijke monumentenlijst bevat een groot aantal panden die in particulier bezit zijn. Eigenaren kunnen om uiteenlopende redenen bezwaar maken tegen plaatsing van hun eigendom op de gemeentelijke monumentenlijst. Voordat wordt overgegaan tot plaatsing van hun eigendom op een gemeentelijke monumentenlijst zullen alle particuliere eigenaren uitgebreid moeten worden geïnformeerd over het gemeentelijk erfgoedbeleid en vervolgens worden gehoord. Gedacht kan worden aan een voorlichtingsbijeenkomst voor alle belanghebbenden en waar gewenst een individueel gesprek. In de besluitvorming moet de afweging van de individuele belangen ten opzichte van de te beschermen monumentale waarden uitdrukkelijk naar voren komen. De aanwijzing op zich geeft geen recht op schadevergoeding, omdat daardoor over het algemeen niets verandert aan het gebruik van het monument. Het is van belang om goede nota te nemen van de wensen en verlangens van eigenaren omdat het te beschermen monument baat heeft bij een goed erfgoedbeleid dat uitgaat van samenwerking met particuliere eigenaren en waarbij draagvlak voor het beleid van groot belang is.
4 van 9
MONUMENTENNOTA GEMEENTE CUIJK 2012
Het is gewenst om deze nota en de daaraan gekoppelde instrumenten vast te stellen, voordat de belanghebbenden van potentiële gemeentelijke monumenten daarvan op de hoogte worden gesteld. Op het moment dat zij worden geconfronteerd met het voornemen hun eigendom aan te wijzen als beschermd gemeentelijk monumenten, is dan ook bekend welke instrumenten daarmee verbonden zijn. Met name de in deze nota gepresenteerde subsidie kan als compensatie werken en daardoor mogelijke weestanden tegen de aanwijzing wegnemen. 6. Geïntegreerde welstand-monumentenadviescommissie en commissie ruimtelijke kwaliteit. De erfgoedverordening vereist de o.a de instelling van een monumentencommissie. De werkzaamheden van een monumentencommissie zijn tweeledig: enerzijds de toetsing van concrete uitvoeringsaspecten in het kader van vergunningverlening, anderzijds de toetsing aan erfgoedbeleid bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen. 6.1 Geïntegreerde welstand-monumenten adviescommissie Aangezien de beoordeling van bouwplannen in dit kader zowel het welstandstoezicht als de monumentenwet en erfgoedverordening inhoudt vraagt dit om nauwe samenwerking om burgemeester en wethouders op adequate wijze te kunnen adviseren over geïntegreerde ruimtelijke kwaliteitszorg. Er is in formele zin sprake van twee adviezen, maar ter voorkoming van doublures en tegenstrijdige advisering is het zinvol om het monumenten- en welstandsaspect in één commissie te behandelen. Praktisch gezien zijn de twee adviezen tot één advies terug te brengen, wanneer gewerkt wordt met één geïntegreerde welstand/monumentencommissie. Om te voldoen aan de eisen van de Monumentenwet dient de welstandscommissie in voorkomende gevallen één of meer leden op te nemen met deskundigheid ten aanzien van monumenten. In voorkomende gevallen kan volstaan worden met de afvaardiging van het betreffende lid van de Commissie Ruimtelijk Kwaliteit. 6.2 Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Naast de hierboven beschreven taak ( beoordeling van monumentenplannen door de geïntegreerde welstand-/monumentencommissie) zal een commissie voor de ruimtelijke kwaliteit worden ingesteld voor de beleidsadvisering met als doel dat het erfgoed vanaf het begin van het proces bij planvorming en ontwikkelingen wordt betrokken en om integratie met andere beleidsvelden en een integraal planproces.te bereiken. Zoals uit het landelijk beleid blijkt, (m.n. beleidsbrief Modernisering Monumenten) dienen cultuurhistorische belangen mee te wegen in de ruimtelijke ordening. De adviezen van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit kunnen betrekking hebben op uitvoering van bestaand beleid, maar ook op uitvoering van beleidsvoornemens en planvorming, waarbij de visuele kwaliteit van de gebouwde omgeving een rol speelt. De commissie dient in ieder geval deskundigheid te bezitten op het gebied van bouwkundige aspecten van restauraties, architectuur en bouwhistorie in het algemeen en lokale bouwhistorie in het bijzonder, archeologie en (geschiedenis van het) landschap. Om het draagvlak voor het ruimtelijk beleid van de gemeente te vergroten wordt aan diverse organisaties de mogelijkheid geboden de vergadering van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit bij te wonen en de commissie desgevraagd van advies te dienen. Concreet valt daarbij in eerste instantie te denken aan de advisering met betrekking tot de vaststelling van de gemeentelijke monumentenlijst en advisering met betrekking tot de jaarlijkse subsidieaanvragen. 7. Uitvoeringsinstrumenten Met het aanwijzen van gemeentelijke monumenten staan wij als gemeente voor dat deze panden in stand worden gehouden. Hiervan uitgaande is de eigenaar in die zin beperkt dat hij niet anders dan na schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders het pand mag wijzigen of slopen. Het toestemming vragen op grond van het vergunningenstelsel houdt, anders dan in de beeldvorming van sommige eigenaren , niet uitsluitend een verbod in. Inzet is derhalve om de beeldvorming van een beleid van:’niets mag’ om te zetten in: ‘veel kan, maar in goed en deskundig overleg’. Het is dus zaak de eigenaar bij het beheren van zijn eigendom te ondersteunen. Eén van de mogelijkheden is de ondersteuning van de Monumentenwacht.
5 van 9
MONUMENTENNOTA GEMEENTE CUIJK 2012
6.1 Monumentenwacht De stichting Monumentenwacht is een particuliere instelling die per provincie is georganiseerd en op abonnementsbasis periodieke inspecties verricht en waar nodig kleine herstelwerkzaamheden uitvoert. Doordat de stichting wordt gesubsidieerd door de provincie zijn de kosten laag, terwijl de kennis groot is. Door een 2-jaarlijkse inspectie voor woonhuismonumenten kan verval worden voorkomen. Bovendien geeft de grondige inspectie de eigenaar inzicht in de algehele staat van onderhoud van het pand. Kleine gebreken worden tijdens de inspectie verholpen. De kosten daarvan worden bij de eigenaar in rekening gebracht. Voor eventuele verdere gebreken die niet direct kunnen worden verholpen, worden door de Monumentenwacht in een inspectierapport aanbevelingen gedaan voor verder herstelwerkzaamheden. Van de eigenaar wordt verwacht dat hij deze door een ter zake kundig bedrijf laat herstellen. Er is een constructie denkbaar om gemeentelijke monumenteneigenaren financieel tegemoet te komen door de kosten van het abonnement jaarlijks en de eerste bouwkundige inspecties van de Monumentenwacht te voldoen. (De eerste bouwkundig inspectie zal ongeveer 14 uur vergen, de vervolginspectie ca. 8 uur per 2 jaar.) Daarvoor kan een collectief abonnement worden afgesloten. In de Beleidsregel Onderhoud gemeentelijke monumenten is gekozen voor een constructie waarbij subsidie en inspectie met elkaar in relatie worden gebracht hetgeen leidt tot een duidelijk onderhoudsgerichte subsidiëring. Doordat ook de gemeente een kopie krijgt van het inspectierapport van de Monumentenwacht heeft dit als voordeel dat de gemeente het pand niet zelf hoeft op te nemen bij verzoek om subsidie. 6.2 Subsidiëring op grond van Beleidsregel Onderhoud gemeentelijke monumenten Het actief inzetten van subsidiegelden wordt gezien als de belangrijkste inzet van de gemeente in het ondersteunen van monumenteneigenaren. Voorwaarde hiervoor is het beschikken over een subsidieverordening waarin deze subsidiemogelijkheden zijn vastgesteld. Na instemming van de raad zal het college een beleidsregel vaststellen die expliciet de subsidie ten behoeve van onderhoud van gemeentelijke monumenten regelt. Bij de invulling van deze beleidsregel wordt onderscheid gemaakt tussen onderhoud en restauratie. Beide begrippen worden hieronder gedefinieerd: Onderhoud: Periodieke werkzaamheden aan een beschermd monument welke dienen om het beschermde monument als zodanig in stand te houden. Het beschermde monument moet in een bouwkundig goede staat verkeren. Het kan ook gedeeltelijk in goede staat zijn, maar dan kan alleen aan die onderdelen onderhoud, als bedoeld in deze definitie , gepleegd worden. Restauratie: Werkzaamheden aan een beschermd monument, het normale onderhoud te boven gaand, die voor het herstel en het conserveren van het beschermd monument noodzakelijk zijn. Gemeentelijke subsidiëring van restauratie en onderhoud is bedoeld om het monumentenbestand op een goed niveau te krijgen en te houden. Hierbij wordt uitgegaan van het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van de eigenaar van het monument. Dit laatste blijkt met name uit het feit dat ook bij inschakeling van de Monumentenwacht de eigenaar zelf regelmatig onderhoud moet (laten) plegen. De technische staat van het monumentenbestand Het verkrijgen van inzicht in de technische staat van het potentieel monumentbestand is erg belangrijk. Door een regelmatige inspectie van monumenten kan een goed beeld worden verkregen van de toestand van gemeentelijke monumenten. Dit is ook van belang voor het bepalen van het benodigde budget voor restauratiesubsidie: het beschikbare budget, de te kiezen subsidiemethode , subsidiebedragen en de te verwachten vraag van monumenteneigenaren hangen nauw met elkaar samen. Dit is echter sterk afhankelijk van de restauratie- c.q. onderhoudsbehoefte en de technische staat van de monumenten. Om dit laatste inzicht te krijgen moet een technische boordeling van de panden worden uitgevoerd. Daar niet alle panden die op de conceptlijst gemeentelijke monumenten zijn opgenomen, daadwerkelijk zullen worden aangewezen als gemeentelijk monument, zijn de totale kosten voor de technische inspectie nog niet bekend. Het heeft pas zin de technische inspectie uit te voeren wanneer de definitieve lijst gemeentelijke monumenten is beoordeeld door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en naar aanleiding van dit advies is vastgesteld door
6 van 9
MONUMENTENNOTA GEMEENTE CUIJK 2012
burgemeester en wethouders. Met de uit te voeren bouwkundige inspecties door de Monumentenwacht wordt naar verwachting binnen twee jaar de technische staat van het monumentenbestand bekend, afhankelijk van het aantal eigenaren dat zich aanmeld voor een abonnement bij de Monumentenwacht. Deze kennis zal in de toekomst kunnen gaan leiden tot een uitbreiding van de subsidieverordening voor wat betreft restauratie van de gemeentelijke monumenten. Als een monumenteneigenaar echter de Monumentenwacht geen toegang wil geven tot zijn pand, dan wordt ook niets over de technische staat van het monument bekend en komt de eigenaar niet in aanmerking voor subsidie. Onderhoudssubsidie voor gemeentelijke monumenten De gemeente Cuijk kiest ervoor alleen subsidie te verlenen aan gemeentelijke monumenten. De gemeentelijke subsidieregeling is dus niet toegankelijk voor eigenaren van rijksmonumenten. Zij kunnen gebruik maken van goedkope laagrentende leningen en hebben daarnaast de mogelijkheid onderhoud aan hun eigendom als aftrekpost op te geven bij de belastingaangifte. Ook zijn er nog diverse cultuurhistorische instanties die rijksmonumenten kunnen ondersteunen. Gemeentelijke monumenteneigenaren hebben deze privileges niet. Het uitgangspunt bij gemeentelijke subsidiëring is om de eigenaren te stimuleren tot actie. Een aantal eigenaren voelt zich mogelijk beperkt in hun vrijheid door het feit dat hun woning als monument wordt aangemerkt. Dit gevoel kan wellicht worden verzacht of weggenomen door het toekennen van subsidie. Bij gebruikmaking van de subsidiemogelijkheden zal daarentegen van een eigenaar worden verlangd dat deze onderhoud pleegt en dat op de naleving ervan wordt gecontroleerd. Om in aanmerking te komen voor subsidie dient een eigenaar middels de inspectierapporten van de Monumentenwacht aan te tonen dat er regelmatig onderhoud wordt gepleegd. Mede door de regelmatige (tweejaarlijkse) inspectie worden eigenaren gestimuleerd in het onderhouden van hun pand. In eerste instantie is alleen sprake van onderhoudssubsidie en wordt ervan uitgegaan dat een jaarlijkse voeding van het budget van € 20.000 de vraag naar onderhoudssubsidie kan dekken. Het is duidelijk dat niet elk jaar voor elk pand subsidie verleend kan worden. Maximaal wordt, afgezien van de tegemoetkoming in de abonnementskosten voor de Monumentenwacht, per gemeentelijk monument per 5 jaar maximaal 50% van de onderhoudskosten met een maximum van € 2.500 uitgekeerd. Zoals reeds aangegeven wordt voorgesteld de jaarlijkse abonnementskosten en de kosten voor de eerste bouwkundige inspectie voor rekening van de gemeente te laten komen. De kosten voor de tweejaarlijkse vervolginspecties komen voor rekening van de eigenaar. Hiermee verkrijgt de gemeente de controle over de kwaliteit van het uitgevoerde onderhoud, terwijl de eigenaren van de monumenten door de periodieke rapportage meer betrokken raken bij de technische toestand van hun monument. Een eigenaar die in aanmerking wil komen voor subsidie dient abonnee te zijn en te blijven van de Monumentenwacht. Vier jaar na inwerkingtreding van de Beleidsregel Onderhoud gemeentelijke monumenten ( en met intervallen van 4 tot 5 jaar daarna) zal er onderzoek moeten plaatsvinden naar de effecten van de subsidieregeling op het onderhoudsgedrag van de eigenaren van gemeentelijke monumenten. Bij deze evaluatie wordt de technische staat van de monumenten en de aanspraak op de genoemde subsidieverordening betrokken. De resultaten van de evaluatie zullen mogelijk leiden tot een stimuleringsregeling ten behoeve van de restauratie van gemeentelijke monumenten. Daarvoor zijn de inspectierapporten van de Monumentenwacht van groot belang. Het is gelet op de beperkte beschikbare middelen nodig om bij subsidiëring uit te gaan van vooraf benoemde subsidiabele kosten. De subsidiabele kosten worden omschreven als de kosten, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn om (de onderdelen van) een gemeentelijk monument op sobere en doelmatige wijze te onderhouden. Bij de subsidiabele kosten is ervoor gekozen om te werken met een maximumbijdrage per object.
7 van 9
MONUMENTENNOTA GEMEENTE CUIJK 2012
Resumerend wordt in de beleidsregel een incidentele subsidie ten behoeve van onderhoud opgenomen en daarnaast een budgetsubsidie in de vorm van abonnementskosten, direct te betalen aan de Monumentenwacht. Subsidie voor rijksmonumenten Voor subsidie aan rijksmonumenten wordt geen geld opgenomen in de begroting. Wanneer de eigenaar van een rijksmonument een subsidieverzoek indient, wordt een aparte overweging gemaakt. Het gaat dan een incidentele vraag waarbij een op zichzelf staand afwegingskader wordt toegepast. Een belangrijk criterium is dat het rijksmonument ook een maatschappelijke en openbare functie heeft of krijgt. Op het moment dat er sprake is van maatschappelijke meerwaarde wordt deze meerwaarde financieel vertaald. Nu de financiële middelen ontbreken, wordt de hoogte van de te verstrekken subsidie op voorstel van het college door de raad bepaald. Een specifieke regeling voor rijksmonumenten is nu dan ook niet opgenomen omdat op unieke situaties geen algemeen beleid te maken is. Bij de evaluatie van dit beleid zal deze werkwijze worden beoordeeld. Wellicht dat dan in samenspraak met het Bouwfonds een bedrag kan worden gereserveerd om ook laagrentende leningen te verstrekken. Voor de goede orde wordt nog opgemerkt dat de beleidsregel Onderhoud gemeentelijke monumenten, waarin de tegemoetkoming in onderhoudskosten van gemeentelijke monumenten geregeld wordt, een hardheidsclausule bevat, die kan worden toegepast als strikte toepassing van de beleidsregel in strijd is met het te dienen belang en waarmee schrijnende situaties kunnen worden voorkomen. Mocht het bestuur van mening zijn dat toch subsidie verleend moet worden aan een rijksmonument dan behoort dat, met verwijzing naar de hardheidsclausule, tot de mogelijkheden. 8. Implementatie monumentenbeleid Na vaststelling van dit beleid zal een brief uitgaan naar de eigenaren van potentiële gemeentelijke monumenten en rijksmonumenten om hen uit te nodigen voor een informatiebijeenkomst. Hiervoor kan dan de Monumentenwacht en ook andere organisaties ‘uit het veld’ worden uitgenodigd. Nadat de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit is ingesteld en een advies heeft uitgebracht over de gemeentelijke monumenten, zal de aanwijzingsbeschikking worden verzonden. Hiertegen staat nog bezwaar en beroep open. Bij de aanwijzingsbeschikking zal de eigenaar gevraagd worden om zich aan te sluiten bij de Monumentenwacht. Dan wordt ook duidelijk hoeveel subsidie voor het abonnement en de bouwkundige inspectie moet worden gereserveerd. Op grond van de subsidieverordening zal het eerste jaar geen onderhoudssubsidie worden toegekend. Dit bedrag kan dan voor de bouwkundige inspecties worden gereserveerd. Om erfgoedbeleid onder de aandacht te brengen en te houden wordt voorgesteld jaarlijks monumenteneigenaren uit te nodigen mee te doen aan de open monumentendag. Voor de organisatie ervan kan aansluiting worden gezocht bij de gemeente Grave, die dit al jaren doet. Daarvoor zal in de eerste jaren materiaal moeten worden aangeschaft als vlaggen voor geopende monumenten, monumentschildjes en ander informatiemateriaal. Ook kan gedacht worden om samen met de VVV een ‘erfgoedfietstocht’ te ontwikkelen, die in de toekomst grensoverschrijdend kan worden. Verwacht wordt dat de vaststelling van het Monumentenbeleid voor het huidige begrotingsjaar (2012) nog geen financiële consequenties heeft.. Vanaf 2013 zijn wel extra financiële middelen nodig. Deze worden -op grond van de huidige inzichten- geraamd op structureel een bedrag tussen de € 20.000 <> € 25.000. In de zomer van 2012, bij het opstellen van de meerjarenbegroting 2013-2016, zal het financiële effect definitief worden berekend en verwerkt.
8 van 9
MONUMENTENNOTA GEMEENTE CUIJK 2012
9.Overzicht investeringskosten nieuw beleid 2012 a. onderhoudssubsidie b Technische inspectie gemeentelijke monumenten c. Abonnement Monumentenwacht (max. 39 X 55€) d. Overig: implementatie, communicatie, open monumentendag, toerisme etc.
2013 +10.000 8.000 2200
2014 +10.000 8.000 2200
Etc. +10.000 1.000 2200
2000
2000
2000
Bijlagen: Erfgoedverordening gemeente Cuijk 2012 Verordening Ruimtelijke kwaliteitszorg 2012
9 van 9