Doorbraak WOZ Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
Onderzoekcentrum Drechtsteden dr. B.J.M. van der Aa drs. J.H. van Laarhoven juni 2013
Colofon Opdrachtgever Tekst Foto Drukwerk
Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden BN De Stem Impuls Publiciteit, Sliedrecht
Onderzoekcentrum Drechtsteden Raadhuisplein 3, Zwijndrecht Postbus 619, 3300 AP Dordrecht 078 – 770 39 05 www.onderzoekcentrumdrechtsteden.nl
[email protected] twitter.com/ocdrechtsteden
Partner voor beleid
Wij zijn partner voor beleid van de zes Drechtsteden gemeenten. Met onze 16 medewerkers voeren we onderzoek en adviestrajecten uit voor deze gemeenten en andere organisatieonderdelen van de Drechtsteden en externe partijen. We hebben ruim 40 jaar ervaring in het doen van allerlei soorten onderzoek voor gemeenten en nonprofit organisaties. Onze producten zijn onder andere beleidsvoorbereidend, -ondersteunend en evaluerend onderzoek, strategisch beleidsadvies, klanttevredenheidsonderzoek, monitoring van ontwikkelingen en trends, en het verzamelen, bewerken en beschikbaar stellen van (statistische) basisinformatie. Onze expertise beslaat een groot aantal beleidsterreinen, zoals bestuur, economie en arbeidsmarkt, welzijn en zorg, jeugd en onderwijs, leefomgeving en vrijetijd.
Overnemen van delen van de tekst is toegestaan onder voorwaarde van een duidelijke bronvermelding.
Inhoud
Managementsamenvatting .....................................................................5 1 Inleiding........................................................................................ 11 1.1 Aanleiding en doel .......................................................................... 11 1.2 Vraagstelling .................................................................................. 12 1.3 Opzet............................................................................................ 12 1.4 Leeswijzer ..................................................................................... 14 2 Gemeente Amersfoort ................................................................... 15 2.1 Voormelding in vogelvlucht .............................................................. 15 2.2 Dienstverlening .............................................................................. 16 2.3 Objectregistraties ........................................................................... 19 2.4 WOZ-waarde.................................................................................. 21 2.5 Bezwaren ...................................................................................... 23 3 Gemeentebelastingen Drechtsteden .............................................. 27 3.1 Voormelding in vogelvlucht .............................................................. 27 3.2 Dienstverlening .............................................................................. 28 3.3 Objectregistraties ........................................................................... 29 3.4 WOZ-waarde.................................................................................. 31 3.5 Bezwaren ...................................................................................... 32 4 Gemeentelijk Belastingkantoor Twente ......................................... 35 4.1 Voormelding in vogelvlucht .............................................................. 35 4.2 Dienstverlening .............................................................................. 36 4.3 Objectregistraties ........................................................................... 40 4.4 WOZ-waarde.................................................................................. 42 4.5 Bezwaren ...................................................................................... 44 5 Gemeente Rotterdam .................................................................... 49 5.1 Voormelding in vogelvlucht .............................................................. 50 5.2 Dienstverlening .............................................................................. 50 5.3 Objectregistraties ........................................................................... 52 5.4 WOZ-waarde.................................................................................. 53 5.5 Bezwaren ...................................................................................... 54
Managementsamenvatting Binnen de Doorbraak WOZ worden burgers meer en eerder betrokken bij de vaststelling van de WOZ-waarde. De interactieve WOZ moet leiden tot meer tevreden burgers en een betere uitvoering van de Wet WOZ. Maar willen woningeigenaren wel deelnemen? Verbetert de registratie van de objectkenmerken? Vermindert het aantal ingediende bezwaren? En is het wenselijk om de Doorbraak WOZ uit te rollen over de hele gemeente, dan wel meer gemeenten?
Het project Doorbraak WOZ is voor het belastingjaar 2013 uitgevoerd in drie gemeenten (Amersfoort, Rotterdam en Tilburg) en twee samenwerkingsverbanden (Drechtsteden en Twente). In vijf pilotgebieden voor de eerste keer, in twee gebieden voor het tweede achtereenvolgende jaar. De Rotterdamse voormelding richtte zich op beleggers, de overige op individuele woningeigenaren. Eigenaren kregen in de tweede helft van 2012 inzicht in de voorlopige WOZ-waarde van hun woning en de bijbehorende kenmerken. Zij konden hierop reageren. In dit rapport staan de bevindingen van vier pilots. De uitkomsten van de vijfde pilot (Tilburg) staan alleen in de samenvattende tabel op pagina 9. Ze worden verder beschreven in het rapport WOZ voormelding: Resultaten fase 2 Tilburg van Hypercube.
Uitkomsten pilots Naast overeenkomsten in elke pilot, kent iedere pilot ook zijn eigen accenten. De resultaten van de verschillende pilots zijn daardoor niet 1-op-1 met elkaar vergelijkbaar. Dat neemt niet weg dat we uit de pilots een aantal algemeenheden kunnen destilleren. We noemen hier de belangrijkste (zie ook de samenvattende tabel 1). Ze sluiten aan bij de onderzoeksvragen. We sluiten deze samenvatting af met enkele conclusies en aanbevelingen. Redelijke bereidheid tot deelname De bereidheid tot deelname aan een voormelding is redelijk in het eerste jaar. Het aandeel dat de website met informatie bekijkt, ligt rond de 40%. Het daadwerkelijke aandeel eigenaren dat een reactie geeft op de voormelding ligt duidelijk lager (tussen de 4% en 29% van alle benaderde eigenaren). Factoren die de deelname gunstig beïnvloeden, zijn het aantal reminders (herinneringsbrieven) en de toon/bewoording van de begeleidende brief. Vooral eigenaren die in het verleden ook al eens bezwaar maakten tegen de WOZ-beschikking, doen vaker mee aan de voormelding. Verder neemt de deelname toe naarmate de woningeigenaar een duurdere woning bezit. Omvangrijke non-respons We zien een grote groep woningeigenaren die niet reageert op de voormelding. Zij maken ook relatief weinig bezwaar. Van de Amersfoortse eigenaren die na het ontvangen van een uitnodiging om deel te nemen aan de voormelding wél de website bekeken, maar niet reageerden, geeft iets meer dan de helft aan dat zij zich kunnen vinden in de voorlopige WOZ-waarde en/of de objectkenmerken. Maar ook bijna twee op de tien reageren niet, omdat ze verwachten dat de gemeente niets met de resultaten zal doen. Tevreden woningeigenaren De meeste woningeigenaren – ongeacht of ze wel of niet op de voormelding reageerden – vinden het belangrijk dat ze de mogelijkheid krijgen om op de voorlopige WOZ-waarde en de onderliggende kenmerken te reageren. Ze willen graag dat de gemeente hier volgend jaar mee doorgaat. Bij de helft verbetert het inzicht in de wijze waarop de WOZ-waarde wordt vastgesteld.
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
5
Weinig objectkenmerken aangepast Ongeveer een vijfde van de deelnemers stelt een wijziging van de primaire of secundaire objectkenmerken voor. Min of meer de helft van de voorgestelde wijzigingen wordt uiteindelijk gehonoreerd door de gemeenten. Het aandeel woningen waarvan de objectkenmerken door de voormelding wordt bijgesteld in het hele pilotgebied is dan ook meestal laag, minder dan 2%. Dit komt mede doordat er is slechts in zeer beperkte mate sprake is van een domino-effect. Verreweg de meeste van door de gemeente doorgevoerde wijzigingen zijn rechtstreeks het resultaat van de wijzigingen die de eigenaar doorgaf. Betere kwaliteit WOZ-waarde De voorlopige WOZ-waarde van maximaal een kwart van de woningen, zoals in de voormelding in Amersfoort, wordt bijgesteld. Er worden meer woningen in waarde verlaagd dan verhoogd. Dit duidt op een selectieve deelname aan de voormelding: eigenaren die vinden dat de WOZ-waarde van hun woning te hoog is, participeren vaker dan eigenaren die vinden dat de WOZ-waarde te laag is. Als de WOZ-waarde van een woning naar beneden wordt bijgesteld na de voormelding, dan ligt de afname tussen de € 7.000 en € 12.000, oftewel tussen de -0,9% en -1,8%. De voorlopige WOZ-waarde voor het pilotgebied als geheel neemt af, met -0,3% tot -0,1%. Dit is vergelijkbaar met de gemiddelde waardeontwikkeling na bezwaar (-0,2%, www.waarderingskamer.nl). Aantal bezwaren neemt af Het aantal – gegronde en ongegronde – bezwaren in het pilotgebied na een voormelding halveert ongeveer ten opzichte van voorgaande jaren. Relatief veel bezwaren blijven afkomstig van eigenaren die ook deelnamen aan de voormelding. Zij zijn blijkbaar de betrokken burgers met een mening over de WOZ-waarde van hun woning. Doordat in de meeste voormeldingen nadrukkelijk wordt ingegaan op de primaire objectkenmerken, komen er minder bezwaren binnen met een dergelijke grief. Tegelijkertijd blijven er ook nog bezwaren komen vanuit de groep woningeigenaren die wel zijn aangeschreven voor de voormelding, maar niet reageerden. Nauwelijks invloed op no-pay-no-cure bureaus De voormelding heeft nauwelijks invloed op de mate waarin individuele burgers gebruik maken van de diensten die no-cure-no-pay bureaus aanbieden. In Sliedrecht nam het aandeel bezwaren dat via no-cure-no-pay bureaus binnenkwam toe van 4% naar 16%. In het overige deel van Sliedrecht, waar geen voormelding was, nemen we een vergelijkbare ontwikkeling waar: van 5% naar 20%. In het pilotgebied ligt het dus nog wel lager. Woningeigenaren versus beleggers De positieve resultaten bij de voormelding onder individuele woningeigenaren zien we terug bij de voormelding onder beleggers uit Rotterdam. De betrokken beleggers beschikken over minimaal 50 woningen en zij maakten voorheen veelvuldig bezwaar. Het vooroverleg levert voor beide partijen een tijds- en kostenbesparing op. Beleggers die voorheen geregeld bezwaar maakten, doen dat helemaal niet meer. Hierdoor bespaart de gemeente flink op de proceskostenvergoeding die niet meer hoeft te worden betaald. Het vooroverleg met beleggers kent twee extra voordelen boven de voormelding met individuele woningeigenaren. Ten eerste, verreweg de meeste beleggers staan open voor deelname aan het vooroverleg, waardoor het probleem van de non-respons zich niet voordoet. Sommige beleggers melden zich zelf aan bij de gemeente. Ten tweede, met een convenant zijn de gemaakte afspraken tussen gemeenten en belegger ook de komende jaren geldig. Bij het vooroverleg van volgend jaar hoeft dan niet helemaal van voren af aan te worden begonnen.
6
Doorbraak WOZ
Verschil in eerste of tweede deelname De pilots in de gemeente Borne en Tilburg (in Noord) maken inzichtelijk wat de effecten zijn als de voormelding twee jaar achter elkaar wordt uitgevoerd: • •
•
•
In het tweede jaar daalt het deelnamepercentage met ongeveer 15% tot 20%. De meeste eigenaren spreken weliswaar de intentie uit om volgend jaar opnieuw mee te doen, maar in praktijk blijkt dat de helft van hen niet opnieuw deelneemt. Ongeveer 10% van woningeigenaren die in het eerste jaar niet deelnam aan de voormelding, doet dat wel in het tweede jaar. Hierdoor wordt de responsgroep voor de helft vernieuwd. Het aantal woningeigenaren dat een wijziging van een primair objectkenmerk voorstelt halveert in het tweede jaar. Hierdoor neemt de benodigde tijd om de reacties te verwerken af. Doordat in het tweede jaar ook woningeigenaren reageren die dat in het eerste jaar niet deden, behoudt de interactieve WOZ nog wel z’n waarde.
Baten en lasten De pilots onder de noemer “Doorbraak WOZ” zijn door gemeenten in de eerste plaats opgezet met het doel om de dienstverlening aan burgers te vergroten. Dit pakt ook zo uit voor de burgers die ervoor open staan. Tegelijkertijd wordt ook de registratie van objectkenmerken verbeterd (hoewel beperkt in aantal) en neemt het aantal bezwaren af. Deelnemende gemeenten ervaren de voormelding als een succes. Het is een financieel rendabele vernieuwing, hetgeen ook blijkt uit hun keuze om er komend jaar mee door te gaan. Het is op dit moment lastig om te kwantificeren in welke mate de voormelding tot besparingen leidt. Er worden kosten gemaakt (aanschrijven woningeigenaren, verwerken reacties, deelname landelijke pilot), maar daar staan besparingen tegenover (minder bezwaren) alsmede lastig in geld uit te drukken baten (betere dienstverlening, meer tevreden burgers, betere registratie van objectkenmerken). Bovendien verwachten de betrokken gemeenten dat de kosten in de loop van de tijd zullen afnemen: na het doorvoeren van correcties kan in de vervolgjaren de noodzaak tot reageren voor een deel van de woningen vervallen. Gemeenten verwachten dat de respons op de voormeldingen zich uiteindelijk op een laag niveau zal stabiliseren.
Conclusies en aanbevelingen Op basis van de uitkomsten van de verschillende pilots trekken we de hoofdconclusie dat de interactieve WOZ leidt tot een verbetering van het WOZ-proces voor gemeenten en burgers. De voormelding is een prototype van een digitaal kanaal voor communicatie met de burgers: • • • • •
Er is draagvlak onder burgers, die op hun beurt inzicht en inbreng hebben in de registratiegegevens van hun eigen woning. Het leidt tot een betere registratie van de primaire objectkenmerken. Het geeft (nieuw) inzicht in de secundaire objectkenmerken die anders lastig zijn te verkrijgen (zoals onderhoud). Het leidt tot een afname van het aantal bezwaren en hun motivatie. De ontvangen reacties op de voormelding mogen van de Waarderingskamer worden meegeteld bij de 20% onderzoeksverplichting die elke gemeente jaarlijks heeft – mits er duidelijk een beoordeling heeft plaatsgevonden.
Uitbreiding van de pilot is wenselijk. We zien daarbij ook een aantal aandachtspunten.
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
7
Uitbreiden van de pilot Zowel woningeigenaren als gemeenten zijn (zeer) te spreken over de bereikte resultaten. Dit pleit ervoor om de pilot verder uit te breiden, zowel naar de gehele gemeente als naar meer gemeenten. De gemeenten die al deelnamen, geven ook aan er verder mee te gaan. Zij verruimen de voormelding naar de hele gemeente of het samenwerkingsverband. Of ze betrekken er andere doelgroepen bij (zoals beleggers). Of ze zetten de voormelding gerichter in (doelgroepen, zoals eigenaren die recentelijk bezwaar maakten of woningeigenaren die een hogere voorlopige WOZ-waarde hebben dan de beschikte WOZ-waarde in het voorgaande jaar). Het zou interessant zijn om hierbij ook een pilot uit te voeren onder eigenaren van courante niet-woningen. Uniformering pilots Deelnemende gemeenten hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in het (laten) ontwikkelen van software en het opzetten van pilots met verschillende accenten. Naast de verschillen wat elke pilot oplevert, vallen vooral de overeenkomsten op qua inhoudelijke reacties, door te voeren wijzigingen voor gemeenten en afname van het aantal bezwaren. Verdere uitbreiding van het aantal typen pilots hoeft geen prioriteit (meer) te hebben. Gemeenten zijn meer gebaat bij het uniformeren van de aanpak en de bijbehorende applicatie, waar woningeigenaren ten alle tijde wijzigingen kunnen doorgeven. Aandacht voor uitvoering Wet WOZ We constateren dat een redelijke groep woningeigenaren daadwerkelijk reageert op de voormelding en een nog kleinere groep wijzigingen voorstelt. Dit is geen probleem als de voormelding wordt beschouwd als een ‘mogelijke’ interactiviteit tussen overheid en burger, en niet als ‘verplichte’ interactiviteit. Tegelijkertijd worden de reacties van woningeigenaren nu zo door gemeenten verwerkt dat het achterwege blijven van domino-effecten eerder regel dan uitzondering is. De onderhoudstoestand van een woning zal vaak woningspecifiek zijn, maar dat is minder waarschijnlijk voor primaire objectkenmerken, zoals bouwjaar en inhoud. Zeker als het rijtjeswoningen betreft. Het niet volledig verwerken van voorstellen naar andere, vergelijkbare woningen kan een bedreiging vormen voor de rechtsgelijkheid van de Wet WOZ: “dat wat hetzelfde is dient bij de objectieve uitgangspunten en waarderingsvoorschriften van de Wet WOZ ook dezelfde uitkomst te krijgen” (uit: brief van de Waarderingskamer aan het College van B&W van Tilburg, d.d. 28 oktober 2011). Het is van belang om door gemeenten aangebrachte wijzigingen op basis van uitkomsten van de voormelding ook door te voeren voor vergelijkbare woningen waarvan de eigenaar niet deelnam aan de voormelding of geen wijziging voorstelde. Dit is van belang om de onderlinge waardeverhoudingen tussen vergelijkbare woningen in stand te houden. Communicatie naar burgers De keerzijde van de interactie moet duidelijk door gemeenten worden gecommuniceerd. De ene burger kan het met de waarde of objectkenmerken eens zijn, maar door het domino-effect kan er toch een – onverwachte – waardeaanpassing volgen. Het is wenselijk dat burgers – voor zover dat nu nog niet gebeurt – er op voorhand op gewezen worden dat de te beschikken waarde nog kan afwijken van de voorlopige waarde, zoals zij die op dat moment inzien. Ook eigenaren die van mening zijn dat de WOZ-waarde niet juist is, kunnen er op gewezen worden dat de gemeente uiteindelijk beslist of de waarde ook daadwerkelijk wordt aangepast. Hiermee kunnen bezwaren worden voorkomen.
8
Doorbraak WOZ
Tabel 1 Samenvattende tabel meetpunt
Amersfoort
dienstverlening aandeel dat inlogt of website bekijkt (uniek) aandeel dat deelneemt aan voormelding /reageert aandeel dat oordeelt: WOZ-waarde is (veel) begrijpelijker / inzichtelijker geworden registratiegegevens aandeel dat wijziging primair objectkenmerk voorstelde aandeel dat wijziging secundair objectkenmerk voorstelde aandeel woningen waarvan primair objectkenmerk is gewijzigd (inclusief domino-effect) aandeel woningen waarvan secundair objectkenmerk is gewijzigd (inclusief dominoeffect) aandeel woningen waarvan WOZ-waarde naar boven is bijgesteld (van eigenaren die reageerden) aandeel woningen waarvan WOZ-waarde naar beneden is bijgesteld (van eigenaren die reageerden) aandeel woningen waarvan WOZ-waarde naar boven is bijgesteld (inclusief domino-effect) aandeel woningen waarvan WOZ-waarde naar beneden is bijgesteld (inclusief domino-effect) absolute gemiddelde waardestijging WOZ-waarde absolute gemiddelde afname WOZ-waarde procentuele ontwikkeling WOZ-waarde na voormelding absolute ontwikkeling gemiddelde voorlopige WOZwaarde van een woning in het pilotgebied procentuele ontwikkeling totale WOZ-waarde pilotgebied na voormelding procentuele ontwikkeling totale WOZ-waarde pilotgebied WOZ 2012 t.o.v. WOZ 2012 na bezwaar bezwaren aantal bezwaren in pilotgebied WOZ 2012 aantal bezwaren in pilotgebied WOZ 2013 aandeel bezwaren WOZ 2013 vergeleken met 2012 inschatting kosten en besparingen geschatte personele kosten voormelding geschatte projectkosten voormelding geschatte besparing door afname bezwaren door voormelding
Drechtsteden
38% 22%
40% 4%
46%
n.b.
11%
Tilburg *
Twente *
N
W
B
37% 29%
34% 22%
H
n.b. 13%
n.b. 12%
54%
n.b.
39%
23%
27%
19%
20%
21%
22%
13%
-
-
0,4%
0,6%
7%
0,4%
1,5%
6%
0,2%
0,3%
-
-
12%
5%
1%
2%
4%
29%
37%
2%
12%
20%
6%
0,2%
0,4%
0,2%
0,4%
17%
1,3%
0,8%
1,6%
2,4%
€ 7.800 - € 7.200
€12.250 - €14.000
n.b. n.b.
n.b. n.b.
-0,9%
-1,8%
n.b.
n.b.
n.b.
- € 800
- € 150
€ 40
n.b.
n.b.
-0,3%
-0,1%
0%
n.b.
n.b.
-0,1%
-0,2%
-0,1%
-0,3%
-0,8%
69 37 54%
47 26 55%
198 87 43%
n.b. 138 n.b.
€ 12.000 € 8.000
€ 3.000 € 5.000
€ 16.000 € 26.000
n.b. n.b.
n.b. n.b.
€ 3.000
n.b.
€ 2.000
n.b.
n.b.
€11.500 - €11.300
52 28 54%
70 55 79%
* B=Borne, N=Tilburg-Noord (beide tweede jaar van voormelding), H=Haaksbergen, W=Tilburg-West (beide eerste jaar van voormelding). Rotterdam is niet opgenomen in deze tabel omdat de resultaten van die pilot voornamelijk in kaart zijn gebracht met telefonische interviews. Uitgangspunt: 1.400 uur = 1 fte = €50.000
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
9
10
Doorbraak WOZ
1
Inleiding
Iedere gemeente of samenwerkingsverband van gemeenten1 bepaalt jaarlijks de WOZwaarde van woningen. De onroerende zaakbelastingen (OZB) die over de WOZ-waarde wordt geheven, vormen een belangrijke inkomstenbron voor gemeenten. Tegelijkertijd zijn er uitvoeringskosten mee gemoeid, die voor een belangrijk deel bestaan uit de afhandeling van de ingediende bezwaren tegen de hoogte van de vastgestelde waarde. Vandaar dat er diverse pilots zijn opgezet om burgers meer en eerder te betrekken bij de vaststelling van de WOZwaarde.
1.1
Aanleiding en doel
Recentelijk is het idee ontstaan om burgers eerder te betrekken bij het WOZproces. In 2011 en begin 2012 zijn hier de eerste, positieve resultaten mee geboekt door de gemeente Tilburg en het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT). Voor dit jaar is de pilotgroep uitgebreid met de gemeenten Amersfoort en Rotterdam alsmede Gemeentebelastingen Drechtsteden (GBD). Alle pilot-partners hanteren een eigen aanpak (zie kader), maar tegelijkertijd hebben ze gemeenschappelijk dat ze de woningeigenaren eerder bij het WOZproces betrekken. Woningeigenaren krijgen inzicht in de geregistreerde (primaire en secundaire) objectkenmerken, de hoogte van de WOZ-waarde en de hoogte van de OZB voordat de aanslag begin 2013 wordt verzonden. In Amersfoort, Twente en Tilburg ontvangen woningeigenaren tevens een vragenlijst waarin ze hun mening over de interactie kunnen geven.
De aanpak in vijf gemeenten in het kort • Tilburg en GBT: zij herhalen de opzet van vorig jaar. Woningeneigenaren krijgen inzicht in het taxatieverslag (inclusief objectkenmerken en WOZwaarde), kunnen hierop reageren en krijgen een vragenlijst. Deze gemeenten vergroten nu pilotgebied en maken alle WOZobjectkenmerken zichtbaar; • Amersfoort: zij volgen in grote lijnen dezelfde aanpak als Tilburg; • GBD: waarde- en woonlastenoverzicht in Sliedrecht maakt inzichtelijk welk deel de OZB uitmaakt van de totale woonlasten. Woning-eigenaren kunnen hierop reageren als zij dit willen; • Rotterdam: vooroverleg over de objectkenmerken en de WOZ-waarde met 23 beleggers die elk meer dan 50 woningen bezitten.
Algemeen doel van de Doorbraak WOZ is om door middel van informele interactie een toenemend inzicht in, en begrip voor, de WOZ bij belanghebbenden te bewerkstelligen. In de vorige pilotfase kwam naar voren dat er op vier gebieden resultaten kunnen worden bereikt. Specifiek gaat het dan om: • • • •
1
een betere kwaliteit van de dienstverlening; een betere kwaliteit van de objectkenmerken; een vermindering van het aantal bezwaren; een verbetering van het gehele WOZ-proces (wat zich enerzijds uit in een kosten- en urenbesparing en anderzijds in een betere dienstverlening).
Waar we in dit onderzoek spreken over gemeenten, bedoelen we ook samenwerkingsverbanden van gemeenten.
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
11
Het doel van dit onderzoek is om in beeld te brengen in hoeverre de verschillende pilots een bijdrage leveren aan deze vier resultaatgebieden.
1.2
Vraagstelling
In het onderzoek beantwoorden we de volgende vragen: 1.
Deelname voormelding a. Zijn woningeigenaren bereid om deel te nemen aan de interactieve WOZ? b. Verschilt dit per woningeigenaar (leeftijd, woningtype, bouwjaar, WOZwaarde)? c. Is men tevreden over de gebruikte interactievorm? d. Wie neemt er niet deel?
2.
Objectregistratie a. Hoe vaak geven woningeigenaren wijzigingen door over de geregistreerde primaire en secundaire objectgegevens? b. Hoe vaak leidt dit tot een aanpassing van de geregistreerde gegevens en van de voorlopige WOZ-waarde van de betreffende woning? c. Werkt dit door naar andere woningen (domino-effect)? d. Wat is het effect van de interactieve WOZ op de totale WOZ-waarde?
3.
Bezwaar (vergeleken met het aantal bezwaren in het voorgaande jaar en/of met de referentiewijk) a. Leidt de interactieve WOZ tot minder bezwaren? b. Daalt het percentage (geheel of gedeeltelijk) gegronde WOZbezwaren? c. Zien we een verschuiving in de motivering van de WOZ-bezwaren (aard grieven)? d. Schakelen woningeigenaren minder vaak no-cure-no-pay bureaus in?
4.
Procesverbetering a. Leidt de interactieve WOZ tot een verbeterd WOZ-proces? b. Hoe zou dit uitpakken indien de aanpak over zo’n twee jaar over de hele gemeente wordt uitgerold?
Het was aanvankelijk de bedoeling om ook de omvang van de gewijzigde objectkenmerken mee te nemen als onderzoeksvraag. Deze informatie was uit geen enkel aangeleverd databestand te halen, waardoor we deze vraag niet hebben kunnen beantwoorden.
1.3
Opzet
We onderscheiden twee groepen pilots. Enerzijds de gemeente Rotterdam, dat vooroverleg voert met 23 beleggers. Anderzijds de overige gemeenten die individuele woningeigenaren benaderen. We zetten eerst de opzet voor deze laatste groep uiteen, daarna de opzet voor Rotterdam. Beide pilots hebben met elkaar gemeen dat het antwoord op de laatste onderzoeksvraag, over de procesverbetering, is gebaseerd op het inzicht van de gemeenten waar de pilot is uitgevoerd. Woningeigenaren De gemeenten voerden de pilots zelfstandig uit. De vier gemeenten bouwden databestanden op over de voormelding en de eventuele reactie van de woningeigenaar. Vervolgens leverden zij bestanden aan in een vooraf vastgesteld format. Op basis daarvan voerden wij analyses uit.
12
Doorbraak WOZ
Woningeigenaren in Amersfoort, de Drechtsteden (Sliedrecht), Tilburg en Twente (Borne en Haaksbergen) kregen informatie over onder meer hun woning, WOZ-waarde en bijbehorende OZB. Op basis daarvan besloten ze akkoord te gaan met de voorlopige WOZ-waarde of niet. De gemeente beoordeelde de binnengekomen wijzigingsvoorstellen en paste de definitieve WOZ-waarde al dan niet aan. Dit kan tot wijzigingen hebben geleid voor meerdere woningen (domino-effect). Vervolgens beschikten de gemeenten alle WOZ-waarden. Figuur 1.1 illustreert dit interactieve proces in grote lijnen. Elke pilot wordt door een individuele gemeente opgezet en uitgevoerd, waardoor er verschillen bestaan in de exacte opzet van de pilot, het aantal benaderde woningeigenaren, het aantal bezwaren dat zij in het verleden maakten, de informatie die zij hebben gekregen tijdens de pilot en op welk moment dit gebeurde.
Figuur 1.1 schematische weergave van de interactieve WOZ met voormelding gemeente: akkoord niet eens met kenmerken of WOZ-waarde voormelding: objectkenmerken en voorlopige WOZwaarde
reactie
gemeente: niet akkoord
domino-effect op andere woningen?
versturen definitieve WOZwaarde met objectkenmerken
eens met kenmerken en WOZ-waarde
De kracht van de verschillende uitgangssituaties en aanpakken is dat voor verschillende situaties kan worden aangegeven hoe de interactieve WOZ uitpakt. Dit vraagt wel om een afzonderlijke analyse en beschrijving van de pilots. Daarnaast kunnen de resultaten onderling worden vergeleken, zodat duidelijk wordt wat goed werkt en wat minder succesvol is. Beleggers In de gemeente Rotterdam werd vooroverleg gevoerd met 23 verschillende beleggers. Zij bezitten tussen de 50 en 3.000 woningen. De interactieve WOZ bestaat in Rotterdam uit een vooroverleg met individuele beleggers, waarin is gekeken of er een vaststellingsovereenkomst kon worden gesloten. Om te achterhalen hoe beleggers het vooroverleg hebben gewaardeerd voerden we telefonische interviews. Eerst werd samen bepaald welke zes beleggers zouden worden benaderd. Hierbij spraken we uiteindelijk vooral met individuele beleggers die hebben deelgenomen aan het vooroverleg. Bij de gesprekken ging het onder meer over het vertrouwen in de WOZ-waarde, de dienstverlening door de gemeente Rotterdam, het maken van bezwaar, de bereidheid om OZB te betalen, het gebruik van DigiD en mogelijke verbeterpunten. Als voorbereiding op de interviews hielden we een voorbereidend telefonisch gesprek met de gemeente Rotterdam.
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
13
1.4
Leeswijzer
We beschrijven de bevindingen in de verschillende pilots in afzonderlijke hoofdstukken. Telkens staan de vier onderzoeksvragen centraal, voor zover ze beantwoord kunnen worden in de betreffende pilot. Zo zijn er in de Drechtsteden geen vragenlijsten uitgezet over de tevredenheid over de voormelding. De resultaten van de pilot van de gemeente Tilburg staan beschreven in een afzonderlijk rapport van Hypercube WOZ voormelding: Resultaten fase 2 Tilburg. We beginnen elk hoofdstuk met een korte schets van iedere pilot en geven de belangrijkste uitkomsten in vogelvlucht. Daarna bespreken we de uitkomsten per pilot meer in detail. De resultaten: significant en anoniem Bijna alle cijfers die we in dit rapport presenteren zijn berekend met behulp van registratiebestanden. Dit betekent dat er geen steekproef is getrokken of andersoortige selectie is gemaakt. Alle verschillen zijn daardoor meteen ook daadwerkelijke verschillen (statistisch significant). De uitkomsten op de enquêtes onder burgers die in een eerdere fase waren benaderd voor de voormelding, vormen hierop een uitzondering. Bij de behandeling daarvan gaan we echter niet in op mogelijke verschillen tussen groepen. Alle resultaten worden anoniem gepresenteerd: de resultaten zijn niet te herleiden tot individuele woningeigenaren of beleggers. De algemeenheden en conclusies die we uit de verschillende pilots halen, hebben we beschreven in de managementsamenvatting aan het begin van dit rapport. Terminologie: jaartallen en voorlopige WOZ-waarde Wanneer we in dit rapport schrijven over de WOZ-waarde, dan bedoelen we de voorlopige WOZ-waarde. De interactie met de burger vindt namelijk plaats na het bepalen van de taxatiewaarde door de gemeente, maar vóór het vaststellen van deze taxatiewaarde als WOZ-waarde. Wat betreft het gebruik van de jaartallen: als we spreken over de pilot of voormelding 2012, dan bedoelen we de voormelding voor het belastingjaar 2012. De activiteiten behorende bij die voormelding begonnen al in de tweede helft van 2011. Analoog hieraan: spreken we over de voormelding 2013, dan bedoelen we de voormelding die in de tweede helft van 2012 begon voor het belastingjaar 2013.
14
Doorbraak WOZ
2
Gemeente Amersfoort
De gemeente Amersfoort doet in 2012/13 voor het eerst mee aan de pilot Doorbraak WOZ. Ze kopiëren grotendeels de aanpak van de gemeente Tilburg in het afgelopen jaar. De resultaten leest u in dit hoofdstuk.
Opzet pilot gemeente Amersfoort In de gemeente Amersfoort wonen bijna 150.000 mensen. De gemeente Amersfoort heeft voor deze pilot ruim 2.700 woningeigenaren in zes verschillende wijken geselecteerd. Dit is ingegeven vanuit praktische overwegingen: het werk is hiermee eenvoudig te verdelen over de taxateurs. De gemaakte keuze heeft als voordeel dat de woningeigenaren, en hun woningen, een redelijke afspiegeling vormen van de Amersfoortse bevolking en woningvoorraad. De woningen in het duurdere segment – en daarmee ook de vrijstaande – vallen buiten de pilot omdat die woningen op het moment van de voormelding nog niet waren gecontroleerd door taxateurs. De bewoners kregen in eind oktober 2012 een brief met het verzoek om op de website naar de voormelding van hun woning te kijken. Zij konden daar reageren op de voorgestelde referentiewoningen, de hoogte van de WOZwaarde en de primaire en secundaire objectkenmerken. De nadruk lag op vragen over de kwaliteit van het onderhoud en de voorzieningen (en minder op de oppervlakte, inhoud en het al dan niet hebben van een dakkapel). Medio januari, dus na afloop van de reactietijd op de voormelding, kregen alle woningeigenaren een vragenlijst over het wel of niet reageren op de voormelding, de WOZ-waarde, de gebruiksvriendelijkheid van de website en de gewenste communicatie. Eind januari 2013 verstuurde de gemeente Amersfoort de aanslagen. In de tussenliggende periode werden de reacties op de voormelding verwerkt en waar nodig de WOZ-waarde aangepast. De gemeente Amersfoort wees niet een referentiegroep aan: ze vergelijken het gedrag van de 2.700 woningeigenaren vooral met hun gedrag in voorgaande jaren.
2.1
Voormelding in vogelvlucht
Het doel van de Amersfoortse pilot lag, naast het verbeteren van de dienstverlening aan woningeigenaren, op het verbeteren van de objectkenmerken. En dan vooral de onderhoudstoestand. De gemeente kreeg ook veel opmerkingen over de onderhoudstoestand terug van de eigenaren. De gemeente is tevreden over de resultaten. Het is nog onbekend of de voormelding komend jaar wordt uitgebreid naar de gehele gemeente. Voor zover de baten zijn uit te drukken in geld, kost de voormelding de gemeente op dit moment per saldo meer dan het oplevert (tabel 2.1).
Tabel 2.1
Geschatte kosten en besparingen kosten personeel materieel € 12.000 € 8.000
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
besparingen afname bezwaren € 3.000
geschat saldo - € 17.000
15
Met een deelnamepercentage van 22% krijgt Amersfoort meer reacties dan andere gemeenten met een pilot onder individuele woningeigenaren. Er treedt ook duidelijk een domino-effect op (figuur 2.1).
Figuur 2.1
Stroomschema Amersfoort aangeschreven woningeigenaren 2.767 (100%)
website bekeken (uniek): 1.049 (38%)
reactie ingestuurd: 619 (22%)
niet gereageerd: 2.148 (78%)
geen voorstel wijzigen waarde of kenmerk: 266 (9%)
voorstel wijzigen waarde of kenmerk: 353 (13%)
domino effect: 239 (9%)
bezwaren gegrond: 1 ongegrond: 5
bezwaren gegrond: 4 ongegrond: 3
bezwaren gegrond: 4 ongegrond: 3
2.2
bezwaren gegrond: 6 ongegrond: 10
Dienstverlening
In deze paragraaf gaan we in op de vraag hoeveel woningeigenaren bereid zijn om deel te nemen aan de voormelding, welke juist wel deelnemen en welke minder en wat zij van de voormelding vinden. Deelname De gemeente Amersfoort schreef 2.767 woningeigenaren aan, waarvan 1.049 woningeigenaren de website bekeken (38%). In totaal namen 619 woningeigenaren de moeite om te reageren. Dit is 22% van alle aangeschreven woningeigenaren. We zien verschillen de in eigenaren die wel en niet reageren. Figuur 2.2 geeft dit weer. Vooral woningeigenaren die in het verleden bezwaar maakten, reageren vaker. Het aantal eigenaren in de pilotgroep dat in 2012 bezwaar maakte is redelijk klein (69 eigenaren), maar een relatief groot gedeelte reageerde op de voormelding (45%). Eigenaren die hun bezwaar niet gehonoreerd zagen, reageerden nog iets vaker dan eigenaren waarvoor dat (deels) wel geldt (47% om 42%). Sinds 2005 maakten 441 van de benaderde woningeigenaren minimaal één keer bezwaar. In totaal 151 van hen namen ook deel aan de voormelding (34%). Dit is duidelijk meer dan het gemiddelde (22%). Dit geldt nog iets meer voor eigenaren die vaker dan één keer bezwaar maakten (41%). Maar het maakt niet uit of zij dit bezwaar recentelijk of wat verder in het verleden maakten. Evenmin doet het er toe of dit bezwaar wel of niet (gedeeltelijk) is toegekend. Doordat in de regel maar een klein gedeelte van de woningeigenaren bezwaar maakt, blijft er grote groep deelnemers over die wel deelneemt aan de voormelding, maar voorheen geen bezwaar maakte (76%). Daarom is het ook goed om te kijken naar andere factoren die deelname bevorderen. Eigenaren nemen vaker deel naarmate ze ouder zijn of eigenaar zijn van een woning met
16
Doorbraak WOZ
een hogere WOZ-waarde. Vooral eigenaren van tussen de 60 en 80 jaar (30%), een WOZ-waarde van meer dan 300.000 (33%) of in een 2-onder-1 kapwoning (33%) reageren relatief vaak in Amersfoort. De ouderdom van de woning en de laatste WOZ-waarde ontwikkeling spelen nauwelijks een rol.
Figuur 2.2
Aandeel van de woningeigenaren dat reageert op de voormelding (n=619)
leeftijd hoofdbewoner >81 jaar
WOZ-waarde 2013 (x1.000) 401 of meer
24%
71-80 jaar
30%
61-70 jaar
31%
35% 33%
301-400 51-60 jaar 41-50 jaar
19%
31-40 jaar
25%
251-300
22%
201-250
21%
17%
<30 jaar
200 of lager
14% 0%
2 onder 1
10%
20%
30%
40%
50%
ontwikkeling WOZ 2011 - WOZ 2012 17%
appartem.
0%
10% 20% 30% 40% 50%
woningtype
18%
23%
daling 33% gelijk
21%
stijging
22%
24%
hoek rij
22% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
bezwaar WOZ 2012 bezwaar, (deels) toegekend
0%
10%
20%
40%
50%
aantal bezwaren sinds WOZ 2005 38%
3 of meer
42%
twee
bewaar, niet toegekend
30%
42%
47% 31%
een
geen bezwaar
22%
0%
10%
geen 20% 30%
40%
50%
20% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Uit figuur 2.2 blijkt ook wie er juist minder vaak gebruik maken van de voormelding: jongeren, bewoners die eigenaar zijn van een goedkopere woning en eigenaren van appartementen. Tevredenheid gebruikte interactievorm De gemeente Amersfoort heeft in samenwerking met het onderzoeksbureau Hypercube een vragenlijst verstuurd naar een selectie van de woningeigenaren die ook al waren benaderd voor de voormelding. In totaal 588 eigenaren vulden de vragenlijst in. In totaal 24% had ook al gereageerd op de voormelding. Hoe vonden zij de dienstverlening door de gemeente?
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
17
Reden niet reageren op voormelding In totaal 144 woningeigenaren bezochten wel de website, maar reageerden niet. De reden hiervoor weergegeven in figuur 2.3. De meesten vonden de WOZwaarde en/of de gegevens juist. In totaal 80 woningeigenaren (56%) gaven (een van) beide redenen op. Dat betekent tegelijkertijd dat bijna de helft van de mensen die het niet met de WOZ-waarde of gegevens eens zijn, toch niet reageren op de voormelding.
Figuur 2.3
Redenen om niet te reageren op de voormelding (n=144)
WOZ-waarde was juist
42%
WOZ-gegevens waren juist verwacht niet dat de gemeente er iets mee doet
33% 18%
onduidelijk hoe te reageren 7% anders
31% 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Toelichting: meerdere antwoorden mogelijk
Inzicht in totstandkoming WOZ-waarde Het inzicht in de totstandkoming van de WOZ-waarde is voor de meeste woningeigenaren gelijk gebleven of verbeterd (beide 46%). Voor een kleine groep woningeigenaren is het inzicht slechter geworden (figuur 2.4).
Figuur 2.4
Inzicht in totstandkoming WOZ-waarde is… (n=108)
veel beter geworden
6%
beter geworden ongewijzigd slechter geworden
44% 46%
veel slechter geworden weet niet / geen mening
Het inzicht in de totstandkoming van de WOZ verbetert bij een groter deel van de mensen dan dat ze vinden dat de WOZ-waarde ook daadwerkelijk de waarde van hun woning is. In totaal 33% is het eens met de stelling: “Door het gebruik van de WOZ-voormelding is mijn mening over de juistheid van de WOZ-waarde van mijn woning (veel) beter geworden.” Belang voormelding De meeste respondenten vinden het belangrijk dat de gemeente doorgaat met de voormelding (figuur 2.5). Verder, in totaal 63% van de respondenten zou volgend jaar (weer) van de mogelijkheid gebruik maken om de website te raadplegen. Ook de woningeigenaren die dit jaar geen reactie gaven, geven in meerderheid aan dat ze volgend wel weer de website zullen raadplegen.
18
Doorbraak WOZ
Figuur 2.5 Wat vindt u ervan als de gemeente deze WOZ-voormelding jaarlijks mogelijk maakt?… (n=454)
12%
heel belangrijk
19%
3% belangrijk
8%
onbelangrijk zeer onbelangrijk weet niet / geen mening
2.3
58%
Objectregistraties
Amersfoortse woningeigenaren konden hun mening geven over de referentiewoningen en de primaire en secundaire objectkenmerken. We kijken hier naar al deze aspecten. Eerst gaan we in op de wijzigingen die eigenaren hebben doorgegeven of voorgesteld, vervolgens wat de gemeente Amersfoort daarmee heeft gedaan en tot slot bekijken we het domino-effect. Wat zijn de consequenties voor de overige woningen waarvoor de pilot is uitgevoerd? Referentiewoningen De eigenaren konden hun mening geven over de drie voorgestelde referentiewoningen. Op drie kwart van de voorgestelde woningen kwam een reactie. Een derde van deze woningen vond men ‘goed’ en een derde vond de woning ‘matig’ (figuur 2.6). In totaal 16% van de voorgestelde referentiewoningen beoordeelde men als ‘slecht’.
Figuur 2.6 Reactie op referentiewoningen (n=1.857)
16% 25% slecht matig goed 29%
geen reactie 30%
De gemeente besloot om alleen de 302 ‘slechte’ referentiewoningen nader te bekijken. Daarvan werden 50 referentiewoningen vervangen, oftewel 17%. Welk effect heeft dit op de andere pilotwoningen? Tabel 2.2 vat dit samen. Naast de 50 woningen die een of twee andere referentiewoningen kregen, geldt dit ook nog eens voor 214 andere woningen. Door de voormelding heeft in totaal dus een op de tien pilotwoningen een andere referentiewoning gekregen.
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
19
Tabel 2.2 Wijzigingen van referentiewoningen: door reacties en domino-effect oorzaak absoluut aantal woningen reacties 50 619 domino-effect 214 2.148 totaal
264
2.767
relatief 8% 10%
10%
Primaire objectkenmerken Een op de tien woningeigenaren geeft aan dat de primaire objectkenmerken niet kloppen. Tabel 2.3 laat zien dat het in bijna alle gevallen gaat om de inhoud van de woning of een ontbrekend aspect (dakkapel, garage, aanbouw, serre). Alle voorstellen voor een ander bouwjaar worden overgenomen door de gemeenten. Dat geldt niet voor de inhoud en het perceel. De twee voorstellen voor een gewijzigd perceel worden niet overgenomen en slechts een op de tien voorstellen voor een andere inhoud. In totaal wordt 15% van de voorstellen voor een wijziging van de primaire objectkenmerken daadwerkelijk overgenomen door de gemeente.
Tabel 2.3 Voorstellen van woningeigenaren en doorgevoerde wijzigingen kenmerk voorstellen eigenaren wijzigingen gemeente absoluut aandeel a absoluut aandeel bouwjaar 4 1% 4 100% inhoud 59 10% 6 10% perceel 2 0% 0 0% totaal a
65
11%
10
15%
gepercenteerd over het aantal woningeigenaren dat reageerde op de voormelding
Voor de primaire objectkenmerken heeft de gemeente Amersfoort geen enkel domino-effect waargenomen. Door de voormelding is van 0,4% van de woningen in het pilotgebied een primair objectkenmerk gewijzigd (tabel 2.4).
Tabel 2.4 Wijzigingen van primaire objectkenmerken: door reacties en domino-effect oorzaak absoluut aantal woningen relatief reacties 10 619 2% domino-effect 0 2.148 0% totaal
10
2.767
0,4%
Secundaire objectkenmerken De secundaire objectkenmerken werden uitgebreid bevraagd door de gemeente Amersfoort. Dit gebeurde door vragen te stellen over onder andere de keuken, badkamer, isolatie, verwarming, energielabel, houtwerk en bijgebouwen. In totaal 484 deelnemers die reageerden wilden hier antwoord op geven (78%). In totaal werden van 129 pilotwoningen waarvan de eigenaar op de voormelding reageerde een of meerdere secundaire objectkenmerken gewijzigd. Dit komt neer op 21% van alle eigenaren die reageerden. In Amersfoort veranderen daarmee de secundaire objectkenmerken veel vaker dan de primaire. Dat is ook niet echt verrassend, aangezien daar de nadruk op lag bij de voormelding. In Amersfoort worden de secundaire objectkenmerken ‘opgehangen’ aan drie kapstokken: voorzieningen, onderhoud en kwaliteit. Een woning die ‘gemiddeld’ scoort op een aspect krijgt daarvoor een 7. De woningen waarvan de woningeigenaar reageerde, hadden een gemiddelde waarde van 7,038. Na het verwerken van de reacties door de gemeente daalde dit in een 7,012. In de
20
Doorbraak WOZ
reacties gaven de woningeigenaren dus vaker aan dat de woning benedengemiddeld scoort op de secundaire aspecten dan bovengemiddeld. Dit komt ook terug in figuur 2.7. Het geeft het aantal wijzigingen weer nadat de gemeente de reacties had verwerkt. Dat leidde vooral tot veel wijzigingen van de voorzieningen. Ook zien we dat alle drie aspecten – voorzieningen, onderhoud en kwaliteit – vaker in score zijn verlaagd dan verhoogd.
Figuur 2.7 Het aantal woningen waarvan secundaire objectkenmerken zijn gewijzigd
voorzieningen
-66
41
onderhoud
-28
omhoog
14
omlaag kwaliteit
-75
-12
-50
-25
9
0
25
50
75
Het domino-effect voor de secundaire objectkenmerken is beperkt. Naast de doorgevoerde wijzigingen bij 129 woningen van eigenaren die reageerden, kwamen er nog 41 wijzigingen voor de overige woningen bij. Door de voormelding is in Amersfoort van 6% van de pilotwoningen een secundair objectkenmerk gewijzigd (tabel 2.5).
Tabel 2.5 Wijzigingen secundaire objectkenmerken: door reacties en domino-effect oorzaak absoluut aantal woningen relatief reacties 129 619 21% domino-effect 41 2.148 2% totaal
2.4
170
2.767
6%
WOZ-waarde
De gemeente Amersfoort bracht de woningeigenaren op de hoogte van de voorlopige WOZ-waarde. Zij konden hierop reageren. Tegelijkertijd bekeek de gemeente of de WOZ-waarde moest worden aangepast op basis van de doorgekregen wijzigingen. Voorlopige WOZ-waarde De gemeente vroeg naar het oordeel over de voorlopige WOZ-waarde (figuur 2.8). Het aandeel eigenaren dat van mening is dat de WOZ-waarde te hoog is, ligt tien keer hoger dan het aandeel dat vindt dat de WOZ-waarde te laag is (41% versus 4%). Daarnaast vindt een derde de WOZ-waarde goed. De gemeente Amersfoort heeft hier verder geen acties mee gepleegd, tenzij een wijziging van de WOZ-waarde nodig was door een wijziging van de primaire of secundaire objectkenmerken.
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
21
Figuur 2.8
Reactie op voorlopige WOZ-waarde
4% 21% te laag
34%
goed te hoog geen reactie 41%
Aangepaste WOZ-waarde De WOZ-waarde is ruim twee keer vaker lager vastgesteld door de gemeente Amersfoort dan dat de WOZ-waarde omhoog is gegaan: van de 619 woningeigenaren die reageerden, is van 72 eigenaren de WOZ-waarde verhoogd (12%) en van 182 eigenaren verlaagd (29%). Dit heeft een effect op de totale WOZ-waarde van deze woningen: de waarde neemt af met € 995.000 (figuur 2.9).
Figuur 2.9
Gewijzigde WOZ-waarde op basis van reacties op voormelding (n=619)
aandeel wijzigingen
effect op voorlopige WOZ-waarde 2013 (€)
12%
-1,0
29%
-1,6 59%
-4
-3
-2
-1
0,6 0
1
2
3
4
miljoenen omhoog
gelijk
omlaag
omlaag
omhoog
saldo
De invloed van de voormelding verdubbelt als we het domino-effect meenemen. De totale WOZ-waarde van alle pilotwoningen ligt €2.153.000 lager dan de voorlopige WOZ-waarde (figuur 2.10). Dit komt neer op een afname van -0,3%. Om dit in perspectief te plaatsen: vorig jaar nam de totale WOZ-waarde 2012 na bezwaar af met 0,1% vergeleken met de opgelegde WOZ-waarde 2012. Van in totaal 17% van de woningen daalt de WOZ-waarde, van 6% gaat de WOZ-waarde omhoog. De 160 woningen die in waarde toenemen, doen dit gemiddeld met €7.800, terwijl de 475 woningen die in waarde dalen dit met gemiddeld €7.200 doen. De gemiddelde WOZ-waarde in het gehele pilotgebied daalt met €800 per woning.
22
Doorbraak WOZ
Figuur 2.10
Gewijzigde WOZ-waarde op basis van alle woningen (n=2.767)
aandeel wijzigingen
17%
effect op WOZ-waarde 2013 (€)
6%
-2,2 -3,4 -4
77%
-3
-2
1,2 -1
0
1
2
3
4
miljoenen omhoog
2.5
gelijk
omlaag
omlaag
omhoog
saldo
Bezwaren
In deze paragraaf gaan we in op de volgende vragen: Is het aantal woningeigenaren dat een bezwaar maakt gedaald en welk deel van de bezwaren is gegrond? Welke woningeigenaren maken bezwaar, in relatie tot hun geuite mening over de voorlopige WOZ-waarde en de definitieve beschikking? Welke grond(en) worden aangevoerd voor het ingediende bezwaar?
• • •
In Amersfoort is de invloed van no-cure-no-pay bureaus marginaal. Daar besteden we in dit onderzoek geen aandacht aan. Aantal bezwaren en gegrond Figuur 2.11 laat zien dat het aantal bezwaren van woningeigenaren in het pilotgebied in de gemeente Amersfoort gedaald is vergeleken met voorgaande jaren. Lag dit aantal voorheen tussen de 50 en 70, nu ligt het op 36. Maakte vorig jaar nog 2,5% van de woningeigenaren in het onderzoeksgebied bezwaar tegen de WOZ-waarde, dit jaar is dat gedaald tot 1,3%.
Figuur 2.11
Aantal ingediende bezwaren
80
69
60
40
49
69
50 36
20
0 WOZ 2009 WOZ 2010 WOZ 2011 WOZ 2012 WOZ 2013
De voormelding leidt zowel tot een afname van het aantal gegronde en ongegronde bezwaren. Het aantal ongegronde bezwaren lag vorig jaar op 43 en is nu gehalveerd tot 21 (figuur 2.12). Het aantal gegronde bezwaren daalt van 26 naar 15 (-42%).
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
23
Figuur 2.12
Aantal bezwaren, gegrond en ongegrond
80
60 43 ongegrond
40
gegrond 21 26
20
15 0 WOZ 2012
WOZ 2013
De afname van het aantal ongegronde bezwaren bij een voormelding, zien we ook terug wanneer we het vergelijken met de bezwaren vanuit de rest van Amersfoort. Van de 1.077 beoordeelde bezwaren (op een totaal van zo’n 1.300 bezwaren) zijn er 638 ongegrond, 439 gegrond. Oftewel, zonder voormelding zes op de tien bezwaren ongegrond, met voormelding vijf op de tien. Wie maakt bezwaar? Deze vraag valt op meerdere manieren te beantwoorden. We kijken hier naar de woningeigenaren die hebben deelgenomen aan de pilot, hoe zij over de voorlopige WOZ-waarde dachten en hoe de beschikte WOZ-waarde zich verhoudt tot de voorlopige WOZ-waarde. Absoluut meeste bezwaar van niet-deelnemers Uit figuur 2.13 maken we op dat in absolute zin de meeste bezwaren afkomstig zijn van eigenaren die niet deelnamen aan de voormelding, namelijk 23 woningeigenaren (waarvan zeven via het domino-effect).
Figuur 2.13
Aantal bezwaren, naar deelname aan de voormelding en ontwikkeling beschikte WOZ-waarde ten opzichte van de voorlopige WOZ-waarde
20 18 16 14 12 10
omhoog
4
gelijk
8 6
16 6
4 2
omlaag
4
3
3
meegedaan
domino-effect
0 geen deelname
Relatief meer bezwaar van deelnemers aan voormelding Naar verhouding komen de meeste bezwaren van woningeigenaren die ook al deelnamen aan de voormelding (2,1%, tabel 2.6), gevolgd door eigenaren die een andere WOZ-waarde kregen door het optreden van een domino-effect (1,8%).
24
Doorbraak WOZ
Tabel 2.6 Achtergrond bezwaarmaker WOZ 2013 achtergrond aantal bezwaren aantal eigenaren deelname voormelding 13 619 domino-effect 7 381 overig 16 1767 totaal
36
relatief 2,1% 1,8% 0,9%
2767
1,3%
Beperkte invloed eigen mening over voorlopige WOZ-waarde Deelnemers aan de voormelding konden aangeven of ze de WOZ-waarde te hoog, goed of te laag vonden. Is het nu zo dat de eigenaren vaker bezwaar maken als zij aangaven dat de WOZ-waarde te hoog was, terwijl hun beschikte WOZ-waarde niet naar beneden is bijgesteld? Of dat de voorlopige WOZ-waarde te laag zou zijn en niet naar boven is aangepast bij de beschikking? Uit tabel 2.7 kan worden opgemaakt dat dit niet zo’n vaart loopt. Zo gaven 26 eigenaren aan dat ze de WOZ-waarde te laag vonden en in 11 gevallen heeft de gemeente Amersfoort de beschikte WOZ-waarde niet verhoogd. Toch heeft geen van die 11 eigenaren een bezwaar ingediend. De relatief grootste groep bezwaarmakers bevindt zich onder de eigenaren die aangaven een ‘goede’ WOZ-waarde te hebben, terwijl de gemeente die toch in 59 gevallen naar boven of beneden heeft bijgesteld.
Tabel 2.7 Mening over WOZ-waarde, aanpassingen gemeente en bezwaren WOZ-waarde is mening afwijkend besluit aantal bezwaren te laag 26 11 0 goed 211 59 2 te hoog 251 136 2
relatief 0,0% 3,4% 1,5%
Reden voor bezwaar Als we kijken naar de toegekende bezwaren, welke reden voert men dan aan voor het bezwaar? In 2012 werd de onderhoudstoestand het vaakst aangevoerd als argument (8 keer, 23% van de toegekende bezwaren). In 2013 is dit afgenomen tot 2 (tabel 2.8). Dit lijkt een gevolg van de voormelding, die specifiek inging op het onderhoud. Ook de afname van het aantal bezwaren vanwege de opgegeven referentiewoning en afwijkende objectkenmerken lijkt aan de voormelding te kunnen worden toegeschreven.
Tabel 2.8 Grief naar toegekend bezwaar grief omschrijving A B C D E F G H L N
referentiewoningen niet vergelijkbaar met referentiewoningen onderhoudstoestand ligging afwijkende objectkenmerken verkoopprijs verkoopprijs vergelijkbaar object prijsontwikkeling geen motivatie taxatierapport
totaal
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
WOZ 2012 abs % 5 14%
5 8 3 4 3 3 2 1 1 35
14% 23% 9% 11% 9% 9% 6% 3% 3%
WOZ 2013 abs % 1 7%
1 2 2 1 1 3 2 1 1
7% 13% 13% 7% 7% 20% 13% 7% 7%
15
25
26
Doorbraak WOZ
3
Gemeentebelastingen Drechtsteden
Gemeentebelastingen Drechtsteden (GBD) voert de belastingwerkzaamheden uit voor vijf gemeenten in de Drechtsteden, waaronder de gemeente Sliedrecht. In deze gemeente voert de GBD voor het eerst een pilot uit door woningeigenaren een waarde- en woonlastenoverzicht toe te sturen. In dit hoofdstuk leest u wat dat heeft opgeleverd.
Opzet pilot gemeente Sliedrecht De gemeente Sliedrecht met ruim 24.000 inwoners is voor deze pilot in twee delen gesplitst: een deel ten westen en ten oosten van de Stationsweg/Kerkstraat. De wijken Oost en West lijken veel op elkaar qua woningeigendom huur/koop, woningtype en bevolkingssamenstelling. Bijna 2.200 woningeigenaren in ‘West’ kregen begin januari 2013 een waardeen woonlastenoverzicht. Dit is een via internet raadpleegbaar overzicht met daarop onder meer vermeld: de bij de woning behorende object- en marktgegevens, de onderhoudsstaat, de ontwikkeling van de WOZ-waarde en de verdeling van de woonlasten (inclusief de onroerende zaakbelasting). De woningeigenaren die het niet eens waren met de in de voormelding genoemde objectkenmerken, onderhoudsstaat of WOZ-waarde hadden tien dagen de tijd om digitaal te reageren. De woningeigenaren in ‘Oost’ kregen deze mogelijkheid niet, waardoor zij als controlegroep dienen. Eind februari 2013 koppelde de GBD naar de belanghebbende terug wat er is besloten. Ongeveer tegelijkertijd verstuurde de GBD de aanslagen in de gemeente Sliedrecht. In de tussenliggende periode werden de reacties op de voormelding verwerkt en waar nodig de objectgegevens, onderhoudsstaat en/of WOZwaarde aangepast.
3.1
Voormelding in vogelvlucht
Het doel van de pilot in Sliedrecht was gericht op de onderhoudstoestand van de woningen. Relatief veel woningeigenaren bekeken de website, maar weinigen reageerden (figuur 3.1). De reacties die binnenkwamen, bevatten wel bijna alle voorstellen voor wijzigingen. De pilot is daarmee zeer doelgericht geweest. De investeringen waren relatief laag, terwijl het aantal bezwaren ten opzichte van vorig jaar duidelijk afnam. De besparing door de afname van het aantal bezwaren is echter onbekend, waardoor er geen saldo beschikbaar is. Voor de GBD is de kwaliteit van de dienstverlening ook belangrijker dan het aantal geïnvesteerde uren. Ook de wethouder in Sliedrecht reageert positief. Dit leidt ertoe dat de pilot komend jaar wordt uitgebreid naar de rest van de gemeenten Sliedrecht.
Tabel 3.1
Geschatte kosten en besparingen kosten personeel materieel € 3.000 € 5.000
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
besparingen afname bezwaren n.b.
saldo
n.b.
27
Figuur 3.1
Stroomschema Drechtsteden
aangeschreven woningeigenaren 2.176 (100%)
website bekeken (uniek): 880 (40%)
reactie ingestuurd: 77 (4%)
niet gereageerd: 2.099 (96%)
geen voorstel wijzigen waarde of kenmerk: 2 (0%)
voorstel wijzigen waarde of kenmerk: 75 (4%)
domino effect: 0 (0%)
bezwaren gegrond: 0 ongegrond: 0
bezwaren gegrond: 0 ongegrond: 0
bezwaren gegrond: 0 ongegrond: 0
3.2
bezwaren gegrond: 0 ongegrond: 0
Dienstverlening
In deze paragraaf gaan we in op de vraag hoeveel woningeigenaren bereid zijn om deel te nemen aan de voormelding, welke juist wel deelnemen en welke minder. Deelname De GBD schreef 2.176 woningeigenaren aan. Zij konden hun waarde- en woonlastenoverzicht raadplegen en erop reageren als zij dit nodig vonden. In totaal 817 woningeigenaren raadpleegden het waarde- en woonlastenoverzicht. Daarnaast werd het overzicht nog eens 63 keer intern bekeken, waarvan het merendeel is verstuurd naar mensen zonder computer/internet. Het totaal komt daarmee op 880, of 40%. Uiteindelijk 77 woningeigenaren vulden ook het reactieformulier in. Dit is 4% van alle benaderde woningeigenaren. Zo’n 800 eigenaren zagen wel het overzicht in, maar ze reageerden er niet op. Over deze groep is verder niets bekend. We zien kleine verschillen in de eigenaren die wel en niet reageren. Figuur 3.2 geeft dit weer. Vooral woningeigenaren die bezwaar maakten tegen de WOZwaarde 2012 doen vaker mee aan de voormelding. Eigenaren waarvan het bezwaar (deels) werd toegekend, reageerden nog vaker op de voormelding (11%) dan eigenaren wiens bezwaar ongegrond werd verklaard (6%). Sinds 2005 maakten 247 van de benaderde woningeigenaren minimaal één keer bezwaar. In totaal 21 van hen namen ook deel aan de voormelding (9%). Verder nemen eigenaren vaker deel wanneer de hoofdbewoner tussen de 50 en 70 jaar oud is of wanneer ze eigenaar zijn van een woning met een hogere WOZ-waarde.
28
Doorbraak WOZ
Figuur 3.2
Aandeel van de woningeigenaren dat reageert op de voormelding (n=77)
leeftijd hoofdbewoner
>81 jaar
WOZ-waarde 2013 (x1.000) 401 of meer
0%
71-80 jaar
6%
4% 301-400
61-70 jaar
6%
51-60 jaar
6%
41-50 jaar
3%
5%
251-300
4%
201-250
4%
31-40 jaar 2% 200 of lager
<30 jaar 2% 0%
5%
10%
15%
0%
20%
woningtype
3% 5%
10%
15%
20%
ontwikkeling WOZ 2011 - WOZ 2012
appartement 2% daling
flat
3%
3%
vrij
5% gelijk
2 onder 1
4%
hoek
4%
4%
stijging
rij
0%
5%
10%
15%
20%
bezwaar WOZ 2012 bezwaar, (deels) toegekend
0%
5%
10%
15%
20%
aantal bezwaren sinds WOZ 2005
3 of meer
11%
0%
twee
bewaar, niet toegekend geen bezwaar
3%
3%
7%
6%
een 3%
0%
geen 5%
10%
15%
20%
9%
3% 0%
5%
10%
15%
20%
Uit figuur 3.2 blijkt ook wie er juist minder vaak gebruik maken van de voormelding: jongeren, bewoners die eigenaar zijn van een goedkopere woning en eigenaren van appartementen.
3.3
Objectregistraties
De Sliedrechtse woningeigenaren werden gevraagd te reageren op de objectkenmerken en de onderhoudsstaat. We gaan hier eerst in op de wijzigingen die eigenaren hebben voorgesteld, vervolgens wat de GBD daarmee heeft gedaan en tot slot bekijken we het domino-effect. Primaire objectkenmerken In totaal 17% van de woningeigenaren geeft aan dat de primaire objectkenmerken volgens hen anders zouden moeten zijn. Tabel 3.2 laat zien dat het in de twee derde van de gevallen gaat om de inhoud van de woning (inclusief dakkapellen, garages, berging).
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
29
Alle voorstellen voor een ander bouwjaar en ander type object werden overgenomen door de GBD. Twee derde van de voorstellen voor een andere inhoud werd geaccepteerd. De twee wijzigingsvoorstellen voor de perceelsomvang werden afgewezen. In totaal werd 67% van de voorstellen voor een wijziging van de primaire objectkenmerken daadwerkelijk overgenomen door de GBD.
Tabel 3.2 Voorstellen van woningeigenaren en doorgevoerde wijzigingen kenmerk voorstellen eigenaren wijzigingen gemeente absoluut aandeel a aandeel type object 2 3% 2 100% bouwjaar 2 3% 2 100% inhoud 12 16% 8 67% perceel 2 3% 0 0% totaal a
18
23%
12
67%
gepercenteerd over het aantal woningeigenaren dat reageerde op de voormelding
Bij de primaire objectkenmerken neemt de GBD alleen een domino-effect waar bij het type object: het type wordt van 2 andere objecten gewijzigd. Door de voormelding is uiteindelijk van 0,6% van de woningen in het pilotgebied een primair objectkenmerk gewijzigd (tabel 3.3).
Tabel 3.3 Wijzigingen van primaire objectkenmerken: door reacties en domino-effect oorzaak absoluut aantal woningen relatief reacties 12 77 16% domino-effect 2 2.099 0,1% totaal 14 2.176 0,6%
Secundaire objectkenmerken De GBD vroeg bij de secundaire objectkenmerken specifiek naar de staat van onderhoud en minder specifiek naar de ligging. De meeste opmerkingen komen dan ook over de onderhoudsstaat (11 voorstellen). In totaal kwamen er 17 voorstellen voor een wijziging van de secundaire objectkenmerken, of te wel van een op de vijf deelnemers aan de voormelding (tabel 3.4). Ongeveer drie op de tien voorstellen werden ook daadwerkelijk door de GBD gewijzigd. Dit betrof uitsluitend wijzigingen van de staat van onderhoud.
Tabel 3.4 Voorstellen van woningeigenaren en doorgevoerde wijzigingen kenmerk voorstellen eigenaren wijzigingen gemeente absoluut aandeel a aandeel ligging 6 8% 0 0% onderhoud 11 14% 5 45% totaal 17 22% 5 29% a
gepercenteerd over het aantal woningeigenaren dat reageerde op de voormelding
De slechte onderhoudstoestand van een woning heeft geen invloed op andere woningen. Daardoor treedt er geen domino-effect op volgens de GBD. Door de voormelding is in Sliedrecht van 0,2% van de pilotwoningen een secundair objectkenmerk gewijzigd (tabel 3.5).
30
Doorbraak WOZ
Tabel 3.5 Wijzigingen secundaire objectkenmerken: door reacties en domino-effect oorzaak absoluut aantal woningen relatief reacties 5 77 7% domino-effect 0 2.099 0% totaal
3.4
5
2.176
0,2%
WOZ-waarde
De GBD bracht de woningeigenaren op de hoogte van de voorlopige WOZwaarde. Zij konden hierop reageren. Tegelijkertijd bekeek de gemeente of de WOZ-waarde moest worden aangepast op basis van de doorgekregen wijzigingen. Voorlopige WOZ-waarde Bijna iedereen die meedeed aan de voormelding reageerde dat de voorlopige WOZ-waarde te hoog was naar hun mening, namelijk 92% (figuur 3.3). Dit komt mede doordat alleen die woningeigenaren het reactieformulier invulden die dat nodig vonden na het raadplegen van hun waarde- en woonlastenoverzicht.
Figuur 3.3
Reactie op voorlopige WOZ-waarde
5%
te laag goed te hoog
92%
Aangepaste WOZ-waarde Van de 77 woningeigenaren die reageerden, is van 4 eigenaren de WOZ-waarde verhoogd (5%) en van 28 eigenaren verlaagd (37%). Dit heeft een klein effect op voor de totale WOZ-waarde van de woningen in het pilotgebied: een afname van € 342.000 (figuur 3.4). De helft van de 32 aangepaste WOZ-waarden is het gevolg van een gewijzigd objectkenmerk. De 4 woningen die in waarde toenemen, doen dit gemiddeld met €12.250, terwijl 28 woningen gemiddeld met €14.000 afnemen. De gemiddelde WOZwaarde in het gehele pilotgebied daalt met €150 per woning.
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
31
Figuur 3.4
Gewijzigde WOZ-waarde op basis van reacties op voormelding (n=77)
aandeel wijzigingen
effect op voorlopige WOZ-waarde 2013 (€)
5%
-0,34
37% -0,39
0,05
58% -0,5
-0,4
-0,3
-0,2
-0,1
0,0
0,1
miljoenen omhoog
gelijk
omlaag
omlaag
omhoog
saldo
Mede gezien het grotendeels ontbreken van een domino-effect bij de objectkenmerken is het begrijpelijk dat de WOZ-waarde van de woningen van de eigenaren die niet reageerden ongewijzigd is gebleven. Dit leidt ertoe dat verreweg het overgrote deel van de woning in het pilotgebied dezelfde WOZwaarde houdt als voorlopig vastgesteld (98,5%). Van 1,3% van de woningen gaat de WOZ-waarde naar beneden, van 0,2% omhoog. De afname van -€ 342.000 komt neer op een daling van -0,1% voor het gehele pilotgebied. Ter vergelijking: vorig jaar nam de totale WOZ-waarde 2012 na bezwaar af met - 0,2% vergeleken met de opgelegde WOZ-waarde 2012.
3.5
Bezwaren
In deze paragraaf gaan we in op: het aantal woningeigenaren dat een bezwaar maakt en of dit gegrond wordt verklaard; wie deze woningeigenaren zijn; wie het bezwaar indiende (eigenaar of no-cure-no-pay bureau).
• • •
Aantal bezwaren en gegrond Figuur 3.5 laat zien dat het aantal bezwaren van woningeigenaren in het pilotgebied in de gemeente Sliedrecht duidelijk lager is dan in voorgaande jaren. Het aantal ligt op 32, tegenover 40 of meer in de jaren daarvoor. Maakte vorig jaar nog 2,2% van de woningeigenaren in het onderzoeksgebied bezwaar tegen de WOZ-waarde, dit jaar is dat gedaald tot 1,5%.
Figuur 3.5 Aantal ingediende bezwaren (n=2.176) 80
69
60
52 40
46 41
47
41 32
20
0 WOZ 2007 WOZ 2008 WOZ 2009 WOZ 2010 WOZ 2011 WOZ 2012 WOZ 2013
32
Doorbraak WOZ
Welke ontwikkeling zien we in het aantal bezwaren in de rest van Sliedrecht? Daar zien we ook een afname van het aantal ingediende bezwaren, maar deze is minder groot, namelijk van 106 vorig jaar tegenover 81 nu. Een afname van 24%, terwijl het aantal bezwaren in het gebied van de voormelding met 32% daalde.
Figuur 3.6 Aantal bezwaren, gegrond en ongegrond 60
45
11 ongegrond
30
36
onbekend
1
gegrond 15
23 2
0 WOZ 2012
WOZ 2013
Wie maakt bezwaar? Deze vraag valt op meerdere manieren te beantwoorden. We kijken hier naar de woningeigenaren die hebben deelgenomen aan de pilot, hoe zij over de voorlopige WOZ-waarde dachten en hoe de beschikte WOZ-waarde zich verhoudt tot de voorlopige WOZ-waarde in de voormelding. Woningeigenaren die ook al deelnamen aan de voormelding maken vaker bezwaar dan de overige woningeigenaren (5,2%, tabel 3.6). In totaal 4 woningeigenaren die deelnamen aan de voormelding maakten bezwaar. Vorig jaar maakten drie woningeigenaren uit deze groep bezwaar tegen de beschikte WOZ-waarde.
Tabel 3.6 Achtergrond bezwaarmaker WOZ 2013 achtergrond aantal bezwaren aantal eigenaren deelname voormelding 6 77 domino-effect 0 0 overig 26 2.099 totaal
32
2.176
relatief
7,8% 0% 1,2% 1,5%
Invloed van no-cure-no-pay bureaus Het aantal bezwaren dat afkomstig is van no-cure-no-pay bureaus neemt toe, ondanks het feit dat het totaal aantal bezwaren afneemt (figuur 3.7). Waren vorig jaar 2 bezwaren van hen afkomstig, dit jaar zijn dat er 5.
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
33
Figuur 3.7 Aantal bezwaren, naar indiener 60
45 eigenaar
30
no-cure-no-pay
46 27
15
0
2
5
WOZ 2012
WOZ 2013
In percentages uitgedrukt: vorig jaar was 4% van de bezwaren afkomstig van zulke bureaus, nu 16%. Deze ontwikkeling is vergelijkbaar met de rest van Sliedrecht, waar het ‘marktaandeel’ van de no-cure-no-pay bureaus is toegenomen van 5% naar 19%. In het pilotgebied ligt het aandeel bezwaren dat afkomstig is van no-cure-no-pay bureaus nog wel iets lager dan in de rest van Sliedrecht. Voorlopige en beschikte WOZ-waarde Deelnemers konden in de voormelding aangeven wat zij van de voorlopige WOZ-waarde vonden. Leidt het tot een bezwaar als de beschikte WOZ-waarde afwijkt van hun mening? Dit is wel het geval als ze aangaven dat de WOZwaarde te hoog was (tabel 3.7). De GBD verlaagde de WOZ-waarde van 43 woningen niet, terwijl de eigenaar wel had geantwoord de WOZ-waarde te hoog te vinden. Van deze groep maakten vier eigenaren bezwaar (9,3%).
Tabel 3.7 Mening over WOZ-waarde, aanpassingen GBD en bezwaren WOZ-waarde is mening afwijkend besluit aantal bezwaren te laag 4 0 0 goed 2 0 0 te hoog 71 43 4
relatief
0% 0% 9,3%
.
34
Doorbraak WOZ
4
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
Het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT) deed in 2012 al met de gemeente Borne mee aan de pilot. Dat is dit jaar uitgebreid naar de gemeente Haaksbergen. De aanpak is grotendeels hetzelfde gebleven. De resultaten beschrijven we hier voornamelijk voor Borne, waarmee duidelijk wordt wat de resultaten zijn als de interactieve WOZ voor het tweede jaar op rij wordt uitgevoerd.
Vorig jaar reageerde 15% van de woningeigenaren in de gemeente Borne. Het GBT kreeg als rapportcijfer een 7,5 voor het initiatief en 86% van de inwoners gaf aan dat het GBT door moest gaan met deze voormeldingen.
Opzet voormelding gemeente Borne en Haaksbergen Het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente is een samenwerkingsverband van vijf gemeenten. In 2011/12 deed het aan de pilot mee met de gemeente Borne (bijna 22.000 inwoners). In 2012/13 is het pilotgebied uitgebreid met de gemeente Haaksbergen, dat als laatste gemeente – namelijk vanaf 1 januari 2012 – is toegevoegd aan het samenwerkingsverband. In deze gemeente wonen ruim 24.000 mensen. Het aantal verstuurde voormeldingen aan particuliere woningeigenaren (dus exclusief de zakelijk gerechtigden) bedroeg 13.300, verdeeld over Borne (6.300) en Haaksbergen (7.000). De bewoners kregen in oktober 2012 een brief met het verzoek om op de website naar de voormelding van hun woning te kijken. Op verschillende tabbladen konden ze onderdelen aanpassen over: de objectkenmerken, de marktgegevens en het eigen verkoopcijfer, de referentiewoningen en de WOZwaarde. In november 2012 verwerkten de taxateurs de binnengekomen reacties en in december 2012 werden de woningeigenaren per e-mail op de hoogte gebracht van hoe de gemeente hun voormelding had verwerkt. Vanaf dat moment konden de woningeigenaren de portal opnieuw bekijken om te zien hoe de WOZ-waarde en bijbehorende objectkenmerken waren geworden. Eind februari 2013 verstuurde het GBT de definitieve aanslagen. Min of meer tegelijkertijd voerde het GBT een evaluatie uit onder de woningeigenaren in Haaksbergen. Zij kregen een vragenlijst over de gebruiksvriendelijkheid van de website, de waardering voor het initiatief en de gewenste communicatie.
4.1
Voormelding in vogelvlucht
Voor het GBT is de doorbraak WOZ een belangrijk project. Het levert een bijdrage aan het beeld van een transparante overheid en – meer concreet – het vertrouwen van de burger in de WOZ-waardebepaling. Wat dat betreft is de voormelding, ook in Haaksbergen, geslaagd: vier op de tien woningeigenaren geeft aan dat de WOZ-waarde (veel) begrijpelijker is geworden. Zo’n 12% à 13% van de benaderde woningeigenaren doet mee aan de voormelding (figuur 4.1). De vijf gemeenten in het samenwerkingsverband zullen volgend jaar allemaal worden betrokken bij de voormelding. Verder worden dan niet alleen individuele woningeigenaren benaderd, maar ook meerwoningbezitters, zoals woningcorporaties.
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
35
Figuur 4.1a
Stroomschema Borne
aangeschreven woningeigenaren 6.281 (100%)
reactie ingestuurd: 845 (13%)
niet gereageerd: 5.436 (87%)
geen voorstel wijzigen waarde of kenmerk: 513 (8%)
voorstel wijzigen waarde of kenmerk: 332 (5%)
domino effect: 0 (0%)
bezwaren aantal: 3 aandeel: 0,6%
bezwaren aantal: 13 aandeel: 3,9%
bezwaren aantal: 0% aandeel: 0%
Figuur 4.1b
bezwaren aantal: 71 aandeel: 1,3%
Stroomschema Haaksbergen
aangeschreven woningeigenaren 7.031 (100%)
reactie ingestuurd: 854 (12%)
niet gereageerd: 6.177 (88%)
geen voorstel wijzigen waarde of kenmerk: 472 (7%)
voorstel wijzigen waarde of kenmerk: 382 (5%)
domino effect: 0 (0%)
bezwaren aantal: 0 aandeel: 0,0%
bezwaren aantal: 13 aandeel: 3,4%
bezwaren aantal: 0% aandeel: 0%
4.2
bezwaren aantal: 125 aandeel: 2,0%
Dienstverlening
In deze paragraaf gaan we in op de vraag hoeveel woningeigenaren bereid zijn om deel te nemen aan de voormelding, welke juist wel deelnemen en welke minder en wat zij van de voormelding vinden. Verschilt de deelname in een tweede jaar van de deelname in een tweede jaar? Deelname 2013 Het GBT schreef 6.281 woningeigenaren in Borne aan. Het is onbekend hoeveel woningeigenaren de website bekeken. In totaal reageerden 845 eigenaren uit deze gemeente. Dit is 13% van alle aangeschreven woningeigenaren. We zien verschillen de in eigenaren die wel en niet reageren. Figuur 4.2 geeft dit weer. Mensen in Borne nemen vaker deel naarmate ze eigenaar zijn van een woning met een hogere WOZ-waarde. Verder zien we hogere deelnamepercentages bij eigenaren met een leeftijd van 60 tot 70 jaar (20% neemt deel) en bij een vrijstaande woning (16%). De ouderdom van de woning en de laatste WOZ-waarde ontwikkeling spelen nauwelijks een rol. Waar we in andere pilot-gemeenten zagen dat eigenaren die hun bezwaar tegen de laatste WOZ-waarde (2012) niet gehonoreerd zagen, juist vaker reageerden op de voormelding, zien we in Borne het tegenovergestelde. Zij reageren juist minder vaak (6%).
36
Doorbraak WOZ
Figuur 4.2
Aandeel woningeigenaren dat reageert op de voormelding, Borne (n=845)
leeftijd hoofdbewoner
WOZ-waarde 2013 (x1.000) 401 of meer
>81 jaar 4% 71-80 jaar 61-70 jaar
15%
41-50 jaar
12%
31-40 jaar
10%
<30 jaar
11% 0%
2 onder 1
14%
hoek
9%
rij
9%
appartement
9% 0%
201-250
15% 10% 0%
10%
bezwaar, (deels) toegekend
20%
30%
40%
50%
14%
bewaar, niet 6% toegekend geen bezwaar
10% 20% 30% 40% 50%
14%
0%
10% 20% 30% 40% 50%
Aandeel woningeigenaren dat reageert op de voormelding, Haaksbergen (n=854)
leeftijd hoofdbewoner >81 jaar
5%
71-80 jaar
8%
61-70 jaar
15%
51-60 jaar
14%
41-50 jaar
11%
31-40 jaar
13%
<30 jaar
14% 0%
WOZ-waarde 2013 (x1.000) 401 of meer
14%
301-400
12%
251-300
13%
201-250
14%
200 of lager
10% 20% 30% 40% 50%
woningtype
10% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
bouwjaar
10% 3% 11%
2 onder 1
13%
hoek
14%
rij
15%
bezwaar WOZ 2012
16%
vrij
251-300
10% 20% 30% 40% 50%
vrij
flat
15%
200 of lager
woningtype
appartem.
301-400 20%
51-60 jaar
Figuur 4.2
18%
12%
10% 0%
10%
20%
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
30%
40%
50%
2001 en later
15%
1991-2000
16%
1981-1990
14%
1971-1980
12%
1961-1970
9%
1946-1960
11%
voor 1945
9% 0% 10% 20% 30% 40% 50%
37
In Haaksbergen zien we juist dat de WOZ-waarde van de woning feitelijk geen rol van betekenis speelt in het wel of niet deelnemen aan de voormelding. Leeftijd doet er ook veel minder toe, waardoor ook de deelname door personen van beneden de 30 jaar zeer redelijk is. Van de woningtypen valt juist een categorie op die niet meedoet: de eigenaren van een flatwoning. Deelname in 2012 en 2013 daalt, wel andere deelnemers In het eerste pilotjaar in Borne, in 2012, namen 938 inwoners deel aan de voormelding. Van deze groep deden in 2013 426 eigenaren opnieuw mee. Dit betekent dat ruim de helft van de eigenaren ‘afhaakt’ na het eerste jaar. De totale respons in 2013 gaat veel minder achteruit. Dit komt doordat er ook ruim 400 eigenaren in 2013 wel deelnamen, terwijl zij dat het jaar ervoor niet deden. Figuur 4.3 visualiseert dat de respons per saldo iets achteruit gaat. Positief geredeneerd kan worden gesteld dat in het tweede jaar de groep deelnemende woningeigenaren voor de helft bestaat uit andere eigenaren.
Figuur 4.3
Deelname aan voormelding in Borne benaderde woningeigenaren in 2012 6.280 (100%)
in 2012
in 2013
wel deelname 938 (15%)
wel deelname 426 (7%)
uitval 512 (8%)
geen deelname 5.342 (85%)
nieuw 419 (7%)
geen deelname 4.923 (78%)
Invloed reacties pilot 2012 We kijken nog eens nader naar de 426 woningeigenaren die zowel in 2012 als 2013 hebben deelgenomen. Doen woningeigenaren, die in 2012 een voorstel voor een gewijzigde WOZ-waarde niet gehonoreerd zagen, vaker mee in 2013? Of wellicht juist minder vaak? Figuur 4.4 laat zien dat de deelname in 2013 in beperkte mate wordt beïnvloedt door de reactie en de verwerking van het GBT in het voorgaande jaar: • •
•
38
Van alle eigenaren die in 2012 deelnamen, neemt 45% weer mee in het tweede pilotjaar. Woningeigenaren die in het eerste jaar aangaven niet akkoord te gaan met de voorlopige WOZ-waarde, doen in het tweede jaar iets minder vaak mee als de waarde niet door het GBT is gewijzigd (namelijk 38%). Als de WOZ-waarde wel is gewijzigd, nemen eigenaren juist iets vaker wel mee in het tweede jaar (50%).
Doorbraak WOZ
Figuur 4.4 Deelname aan voormelding in Borne, reactie in 2012 deelname woningeigenaren 2012 938 (100%)
akkoord met opgegeven waarde 662 (71%)
niet akkoord met opgegeven waarde 276 (29%)
waarde ongewijzigd 638
waarde gewijzigd 24
waarde ongewijzigd 165
waarde gewijzigd 111
deelname 2013 298 (47%)
deelname 2013 10 (42%)
deelname 2013 62 (38%)
deelname 2013 56 (50%)
Welke woningeigenaren haken in het tweede jaar af? Tot slot kijken we nog naar de woningeigenaren die zijn afgehaakt na het eerste jaar. Figuur 4.5 toont de woningeigenaren die in 2012 wel deelnamen, maar niet in 2013. De grootste groep die besluit om niet meer deel te nemen in het tweede jaar, bestaat duidelijk uit woningeigenaren die in het eerste jaar aangaven akkoord te gaan met de voorlopige WOZ-waarde, en wat ook voor die waarde is beschikt door het GBT (66%). Eigenaren die aangaven akkoord te zijn met de voorlopige WOZ-waarde, en toch een gewijzigde WOZ-waarde kregen, doen juist vooral niet meer mee in het tweede jaar (slechts 3% doet nog mee).
Figuur 4.5 Deelname aan voormelding in Borne 2012, niet in 2013 wel deelname in 2012, niet in 2013 512 (100%)
akkoord met opgegeven waarde 354 (69%)
waarde ongewijzigd 340 (66%)
waarde gewijzigd 14 (3%)
niet akkoord met opgegeven waarde 158 (31%)
waarde ongewijzigd 103 (20%)
waarde gewijzigd 55 (11%)
Vragenlijst onder bewoners Haaksbergen Het GBT voerde alleen een evaluatie uit onder de woningeigenaren in Haaksbergen, niet in Borne. In totaal 325 woningeigenaren vulden de vragenlijst in (van de 845 mensen die reageerden op de voormelding, respons van 38%). Zij zijn overwegend positief: • • • • • •
algemeen rapportcijfer voor het initiatief: 7,3 aandeel dat vindt dat het GBT door moet gaan met dit initiatief: 77%, tegenover 7% dat het hiermee oneens is rapportcijfer duidelijkheid informatie: 7,1 rapportcijfer volledigheid informatie: 6,9 rapportcijfer duidelijkheid procedure: 6,9 in totaal 39% vindt dat door de voormelding (nog) duidelijker wordt hoe de WOZ-waarde tot stand komt, 22% is het hier niet mee eens
Bron: Newcom Research & Consultancy (2013) Evaluatie pilot Voormelding WOZ-waarde.
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
39
4.3
Objectregistraties
Woningeigenaren konden hun mening geven over de onderbouwende verkoopcijfers (de referentiewoningen) en de primaire objectkenmerken. We kijken hier naar beide aspecten. We signaleren bij de objecten in Borne en Haaksbergen geen domino-effecten. Onderbouwende verkoopcijfers De eigenaren konden hun mening geven over de drie voorgestelde woningen, oftewel de drie opgevoerde verkochte woningen. Het merendeel van de woningen werd geaccepteerd, namelijk zo’n 80% (figuur 4.6). In 2012 ging in Borne een iets groter aandeel niet akkoord met de voorgestelde woning (22%).
Figuur 4.6 Reactie op onderbouwende verkoopcijfers Borne (n=845)
19%
Haaksbergen (n=854)
20%
akkoord niet akkoord
81%
80%
Tabel 4.1 vat de uitkomst voor de gehele gemeente samen. Doordat er geen domino-effect optreedt, zien we dat van zo’n 2% van de particuliere woningen een wijziging van de woning wordt voorgesteld. In het eerste jaar in Borne was dit 3%.
Tabel 4.1 Voorgestelde onderbouwende verkoopwoningen, naar hele gemeente gemeente responsgroep hele gemeente voorstellen woningen relatief woningen relatief Borne 2012 210 845 22% 6.281 3% Borne 2013 157 845 19% 6.281 2% Haaksbergen 169 854 20% 7.031 2%
Primaire objectkenmerken Deelnemers aan de voormelding konden op twee aspecten hun wijzigingsvoorstellen doen, namelijk hun type woning en de bijbehorende onderdelen, zoals woning, carport, berging en hun bouwjaar, oppervlakte en inhoud. Tegelijkertijd nemen we hier de kadastrale gegevens mee, zoals sectie, perceelnummer en oppervlakte. Meer wijzigingsvoorstellen in het eerste jaar Het eerste dat opvalt in figuur 4.7 is dat de woningeigenaren in Haaksbergen veel vaker een voorstel doen dan de eigenaren in Borne. In totaal doen 300 eigenaren in Haaksbergen een voorstel (35%), tegenover 90 eigenaren in Borne (11%).
40
Doorbraak WOZ
Figuur 4.7 Aantal wijzigingsvoorstellen 400 350 300 302 250 200
2012 207
2013
150 100 90
50 0 Borne
Haaksbergen
Dit verschil komt deels doordat deze wijzigingen in Borne al in het voorgaande jaar waren doorgegeven. In het eerste jaar lag het aantal wijzigingsvoorstellen in Borne nog op 207 (22%). Dit verklaart echter niet hele verschil tussen beide gemeenten. Veel opmerkingen over onderdelen, weinig wijzigingen Van de 90 voorstellen in Borne in 2013, gaan de meeste opmerkingen over de onderdelen van de woning (tabel 4.2). Dit zien we ook terug het vorige jaar in Borne (138 opmerkingen) en in Haaksbergen (127). In Haaksbergen zien we daarnaast ook veel opmerkingen over het type object. Tegelijkertijd zien we dat het GBT tussen de 29% en 35% van de voorstellen overneemt. De opmerkingen over de kadastrale gegevens worden het vaakst overgenomen (50% tot 74%), die over de onderdelen het minst. In Borne wordt in 2013 uiteindelijk 12% van de voorstellen over onderdelen van woningeigenaren overgenomen, in Haaksbergen 20%. Er worden dus veel wijzigingsvoorstellen voor de onderdelen gedaan, terwijl het GBT die wijzigingen het minst vaak honoreert.
Tabel 4.2 Voorstellen van woningeigenaren en doorgevoerde wijzigingen kenmerk voorstellen eigenaren wijzigingen gemeente absoluut aandeel a aandeel Borne 2012 type object 28 3% onderdelen 138 4% kadastraal 41 15% totaal 207 22% n.b. n.b. Borne 2013 type object onderdelen kadastraal totaal Haaksbergen type object onderdelen kadastraal totaal a
16 58 16 90
2% 7% 2% 11%
11 7 8 26
69% 12% 50% 29%
132 127 43 302
15% 15% 5% 35%
48 25 32 105
36% 20% 74% 35%
gepercenteerd over het aantal woningeigenaren dat reageerde op de voormelding
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
41
Impact gemeentebreed Voor de primaire objectkenmerken nemen we geen enkel domino-effect waar. Door de voormelding is van 0,4% van de woningen in Borne en 1,5% van de woningen in Haaksbergen een primair objectkenmerk gewijzigd (tabel 4.3).
Tabel 4.3 Wijzigingen van primaire objectkenmerken gemeente responsgroep wijzigingen woningen relatief Borne 2013 26 845 3% Haaksbergen 105 854 12%
4.4
hele gemeente woningen relatief 6.281 0,4% 7.031 1,5%
WOZ-waarde
Het GBT bracht de woningeigenaren bij de voormelding op de hoogte van de voorlopige WOZ-waarde. Zij konden hierop reageren. Tegelijkertijd bekeek de gemeente of de WOZ-waarde moest worden aangepast op basis van de doorgekregen wijzigingsvoorstellen. Voorlopige WOZ-waarde Het GBT vroeg naar het oordeel over de voorlopige WOZ-waarde (figuur 4.8). De meerderheid vindt dat de WOZ-waarde correct is: 71% in Borne, 80% in Haaksbergen. In Borne zien we geen verschil met het eerste jaar. Ook toen ging 71% akkoord.
Figuur 4.8
Reactie op voorlopige WOZ-waarde Borne 2013 (n=845)
Haaksbergen (n=854)
20%
29%
akkoord niet akkoord 71% 80%
Gewijzigde WOZ-waarde Gezien de reactie van de woningeigenaren in Borne en Haaksbergen is het weinig verrassend dat het GBT de WOZ-waarde van de meeste woningen bij beschikking gelijk hield aan de voorlopige WOZ-waarde (figuur 4.9). Als de WOZ-waarde toch wordt aangepast, wordt de WOZ-waarde vijf tot zes keer vaker verlaagd dan verhoogd. Het is onbekend welk effect dit heeft op voor de totale WOZ-waarde van deze woningen.
42
Doorbraak WOZ
Figuur 4.9
Gewijzigde WOZ-waarden op basis van reacties op voormelding Borne 2013 (n=845) Haaksbergen (n=854) 4%
12%
20%
omlaag gelijk omhoog
76%
86%
Impact gemeentebreed Van in totaal 0,2% van de woningen in Borne wordt de WOZ-waarde verlaagd, van 1,6% wordt de WOZ-waarde verhoogd. In Haaksbergen liggen deze percentages op respectievelijk 0,4% en 2,4%. In Haaksbergen vaker wijziging door GBT In figuur 4.10 zien we wat er gebeurt met de WOZ-waarde van woningen waarvan de eigenaar in de voormelding heeft aangegeven niet akkoord te zijn met de voormelding. We zien hier een groot verschil tussen beide gemeenten: in Borne blijft de WOZ-waarde in het tweede jaar grotendeels hetzelfde (58% van de woningen), in Haaksbergen dalen de meeste woningen in waarde (70%). Dit verschil komt niet doordat in Borne de pilot al voor de tweede keer is uitgevoerd. In 2012 paste het GBT van hetzelfde aandeel woningen in Borne de beschikte WOZ-waarde aan. In dat eerste jaar gaven 276 woningeigenaren uit Borne aan niet akkoord te zijn met de voorlopige WOZ-waarde. Het GBT paste toen van 36% van deze woningen de beschikte waarde naar boven aan, van 4% naar beneden. Van 60% van de woningen bleef de WOZ-waarde ongewijzigd, vergelijkbaar met het percentage in 2013.
Figuur 4.10
Eigenaar niet akkoord met voorlopige WOZ-waarde en beschikte waarde… Borne 2013 (n=244) Haaksbergen (n=175) 3%
5%
37%
27%
omlaag gelijk omhoog
58%
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
70%
43
4.5
Bezwaren
In deze paragraaf gaan we in op de volgende vragen: • • •
Is het aantal woningeigenaren dat een bezwaar maakt gedaald? Welke woningeigenaren maken bezwaar, in relatie tot hun geuite mening over de voorlopige WOZ-waarde en de definitieve beschikking? Welke grond(en) worden aangevoerd voor het ingediende bezwaar?
Aantal bezwaren Figuur 4.11 laat zien dat het aantal bezwaren van woningeigenaren in de gemeente Borne aanzienlijk is gedaald vergeleken met voorgaande jaren. Lag dit aantal voorheen jaarlijks rond de 200, nu ligt het op 87. Oftewel, maakte voorheen iets meer dan 3% van de woningeigenaren in de gemeente bezwaar tegen de WOZ-waarde, dit jaar is dat gedaald tot 1,4%. Opmerkelijk genoeg heeft de pilot in het eerste jaar geen enkel effect gehad in Borne. Ook toen waren er bijna 200 bezwaren. Van de bezwaren in de gemeente Haaksbergen is geen historische reeks beschikbaar. Tegen de WOZ 2013 is door 138 eigenaren bezwaar gemaakt (2,0%).
Figuur 4.11 Aantal ingediende bezwaren, Borne 300 250 200 199
207
198
150 100 87 50 0 WOZ 2010
WOZ 2011
WOZ 2012
WOZ 2013
Wie maakt bezwaar? Deze vraag valt op meerdere manieren te beantwoorden. We kijken hier naar de woningeigenaren die hebben deelgenomen aan de pilot, hoe zij over de voorlopige WOZ-waarde dachten en hoe de beschikte WOZ-waarde zich verhoudt tot de voorlopige WOZ-waarde. Uit figuur 4.12 maken we op dat in absolute zin de meeste bezwaren afkomstig zijn van eigenaren die niet deelnamen aan de voormelding, namelijk 71 woningeigenaren in Borne en 125 in Haaksbergen.
44
Doorbraak WOZ
Figuur 4.12a: Aantal bezwaren, naar deelname aan de voormelding en ontwikkeling beschikte WOZ-waarde ten opzichte van de voorlopige WOZ-waarde, Borne 2013 160 140 120 100 omhoog 80
gelijk omlaag
60 40
71
20 14 2
0
meegedaan
domino-effect
geen deelname
Figuur 4.12b: Aantal bezwaren, naar deelname aan de voormelding en ontwikkeling beschikte WOZ-waarde ten opzichte van de voorlopige WOZ-waarde, Haaksbergen 160 140 120 100 omhoog 80
gelijk 125
60
omlaag
40 20
2 5
0
6
meegedaan
domino-effect
geen deelname
In Borne komen de meeste bezwaren ook naar verhouding vaker van woningeigenaren die ook al deelnamen aan de voormelding: 1,9% tegenover 1,3% door eigenaren die niet deelnamen (tabel 4.4). In Haaksbergen zien we juist het tegenovergestelde: deelnemers aan de voormelding maken naar verhouding minder vaak bezwaar dan eigenaren die niet deelnamen aan de voormelding.
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
45
Tabel 4.4 Achtergrond bezwaarmaker WOZ 2013 deelname voormelding aantal bezwaren Borne 2013 ja 16 nee 71 totaal 87
aantal eigenaren
relatief
845 5.436 6.281
1,9% 1,3% 1,4%
Haaksbergen ja nee
13 125
854 6.177
1,5% 2,0%
totaal
138
7.031
2,0%
Hoogte voorlopige WOZ-waarde Deelnemers aan de voormelding konden aangeven of ze akkoord gingen met de WOZ-waarde. Maken eigenaren vaker bezwaar als zij niet akkoord gingen met de voorlopige WOZ-waarde, terwijl hun beschikte WOZ-waarde niet is gewijzigd? Uit tabel 4.5 maken we op dat woningeigenaren relatief vaak bezwaar maken als, nadat zij als eigenaar hebben aangegeven niet akkoord te gaan met de voorlopige WOZ-waarde, het GBT de WOZ-waarde niet aanpast. In Borne maakt 9% van hen bezwaar, in Haaksbergen zelfs 19%.
Tabel 4.5 Mening over WOZ-waarde, aanpassingen gemeente en bezwaren WOZ-waarde is mening afwijkend besluit aantal bezwaren Borne 2013 niet akkoord 244 142 13 akkoord 601 14 0 Haaksbergen niet akkoord akkoord
175 679
47 75
9 2
relatief
9,2% 0,0%
19,1% 2,7%
Gronden De gronden waarop eigenaren hun bezwaar maken in de afgelopen twee jaar, zijn alleen beschikbaar voor de gemeenten Borne. We zien hierin het nut van de voormelding duidelijk terug. Zo zijn er beduidend minder bezwaren op grond van onjuiste primaire objectkenmerken, kadastrale gegevens of de vergelijkingsobjecten (tabel 4.6).
46
Doorbraak WOZ
Tabel 4.6 Grief voor bezwaar, Borne omschrijving Geen eigenaar/gebruiker van de onroerende zaak Object te ruim afgebakend, onjuist soort, omschreven, oppervlakte, inhoud, bouwjaar Vergelijkingsobjecten niet goed vergelijkbaar Vergeleken met verkoopcijfers/ WOZ-waarde vergelijkingsobjecten Vergeleken met door eiser genoemde verkoop bij waardebepaling geen rekening gehouden met verkopen in de buurt kredietcrisisargument Vergeleken met vorige waardepeildatum Vergeleken met taxatierapport Verzoek vermindering waarde vorig tijdvak Laag voorzieningenniveau Minder gunstige ligging geen wijzigingen aan object sinds vorige waardepeildatum stijging aanslag Vergelijking met aan- en verkoopprijs Geen rekening gehouden met ... Vergelijking met stichtingskosten, vraagprijzen, WOZwaarde andere objecten, indexcijfers Huurprijzen te hoog Waarde door eiser in bezwaar genoemd Geen inpandige opname Verzoek om horen Taxatiemethodieken Bezwaar tegen OZB tarief door eigenaar woning Pro-forma WOZ bezwaren eindtotaal
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
WOZ 2012 25
WOZ 2013 2
16 41
6 19
7 7
19 3
7 14 10 1 1 1 6 2 0 16 2
2 11 9 2
23 1 11 1 1 1 1 3
5
198
1 1 1 1 1
2 1
1 87
47
48
Doorbraak WOZ
5
Gemeente Rotterdam
De gemeente Rotterdam voerde voor de WOZ-waarde van 2013 vooroverleg uit met 23 verschillende beleggers die meerdere woningen bezitten. En met succes. In principe maken beleggers geen bezwaar meer en het levert de gemeente uiteindelijk tijdwinst en een besparing van de proceskosten op.
Opzet pilot gemeente Rotterdam De laatste jaren heeft het de gemeente Rotterdam veel tijd en geld geïnvesteerd om met de beleggers overeenstemming te bereiken over de WOZ-waarden. Dit komt mede door de hoge procesvergoeding, als gevolg van het feit dat beleggers no-cure-no-pay bedrijven inschakelen. Vandaar dat de gemeente Rotterdam in de pilot interactieve WOZ inzet op het vooroverleg met beleggers die over meerdere woningen beschikken. In het vooroverleg wordt per object gekeken of de WOZ-waarde voldoet, waar de waarde op gebaseerd is en waarom de waarde niet voldoet. In goed overleg wordt er gekeken of de waarde moet worden bijgesteld, zodat beide partijen zich kunnen vinden in de tijdens het overleg afgesproken waarde. Beleggers kunnen, net als de individuele woningeigenaren die deelnemen aan de voormelding in de pilots in andere gemeenten, nog wel bezwaar aantekenen tegen de beschikte waarde. Met drie beleggers is de gemeenten Rotterdam een stap verder gegaan: met hen is een vaststellingsovereenkomst afgesloten. Deze beleggers namen deel aan het overleg en ze zijn akkoord met de vastgestelde WOZ-waarde. In het convenant is opgenomen dat ze na dat akkoord over de waarde afzien van bezwaar en beroep. Verder worden er in het convenant afspraken gemaakt over de uitwisseling van gegevens, zoals objectafbakening en renovatie. In totaal zijn er door de gemeente Rotterdam 50 grote beleggers uitgekozen die voorheen geregeld bezwaar maakten. Bij het vaststellen van de WOZwaarde 2013 is met bijna de helft – in totaal 23 beleggers – vooroverleg gevoerd. Het aantal objecten dat ze met het vooroverleg hebben besproken ligt in totaal op 7.838. Voor 2014 is dit aantal inmiddels opgeschroefd naar 40 beleggers. Voor deze pilot benaderde het Onderzoekcentrum Drechtsteden telefonische zes beleggers die in 2012 deelnamen aan het vooroverleg of een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten. Eén belegger die weigerde deel te nemen aan het onderzoek is vervangen door een andere. De beleggers waarmee een interview is gehouden bezitten in totaal 3.214 woningen. In tabel 6.1 staat de verdeling van het aantal objecten naar geïnterviewde belegger. Door deze opzet met telefonische interviews ontbreken vaak de harde cijfers, over hoe vaak een WOZ-waarde is aangepast of hoe vaak een objectkenmerk is gewijzigd.
Tabel 5.1 Verdeling aantal objecten naar geïnterviewde belegger
belegger 1 2 3 4 5 6 totaal
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
aantal objecten 77 240 435 337 1.999 126 3.214
49
5.1
Voormelding in vogelvlucht
De gemeente Rotterdam, met 616.000 inwoners de grootste gemeente waar een pilot betrekt is uitgevoerd, betrekt woningeigenaren bij de totstandkoming van de WOZ-waarde door met beleggers in gesprek te gaan. Een belegger is in dit geval een persoon of instantie die veel woningen bezit in Rotterdam en deze verhuurt. Ook pensioenfondsen en woningcorporaties bezitten meerdere woningen die worden verhuurd. Met deze partijen zijn in het verleden al meerdere overleggen gevoerd. Zij zijn in deze pilot niet meegenomen. De gemeente Rotterdam geeft aan dat het voor hen een efficiëntieslag oplevert. Ze zijn minder tijd kwijt met het afhandelen van de bezwaarschriften en tegelijkertijd wordt er op de proceskosten bespaard. Voor alle beleggers is de tijdswinst ook een reden om deel te nemen aan het vooroverleg. Ze vinden het belangrijk dat de gemeente manieren inzet om te besparen en via deze weg doen ze dat volgens de beleggers op een goede manier. Er zijn zelfs een aantal beleggers geweest die zich bij de gemeente hebben gemeld met de vraag of zij ook aan de voormelding mee kunnen doen. Toch is de gemeente wel tijd kwijt met het vooroverleg. Wegen de kosten op tegen de baten? In totaal geeft de gemeente aan dat het vooroverleg een besparing van € 24.000 voor 2013 oplevert. Voor 2014 en 2015 levert het volgens berekeningen van de gemeente een besparing van nog eens € 19.000 en € 11.000 op, bovenop de eerdere besparingen (tabel 5.2). De totale besparing loopt in 2015 uiteindelijk op tot meer dan € 50.000.
Tabel 5.2
2013 2014 2015
Geschatte besparing besparing op bezwaar en proceskosten € 68.000 € 49.000 € 29.000
kosten vooroverleg € 42.000 € 30.000 € 18.000
besparing per jaar € 25.000 € 19.000 € 11.000
saldo per jaar € 24.000 € 43.000 € 54.000
Bron: Gemeente Rotterdam
5.2
Dienstverlening
In deze paragraaf gaan we in op het gebruik van E-herkenning, DigiD of Excelbestanden via de e-mail, de efficiëntie voor beleggers, de bereidheid om OZB te betalen en het vertrouwen in de WOZ-waarde. E-herkenning, DigiD of E-mail Met de introductie van het vooroverleg en de vaststellingsovereenkomst werd er met 23 beleggers overleg gevoerd waarin de WOZ-waarde in overleg kon worden bijgesteld. De gemeente Rotterdam gaat in gesprek met de beleggers en tijdens dit overleg worden de waarden besproken. De gemeente heeft een voorstel doorgegeven. Objecten waar de belegger niet mee akkoord ging – bijvoorbeeld vanwege een verkeerde objectafbakening of een slechte staat van onderhoud – worden door de gemeente waar nodig tijdens het overleg bijgesteld. De beleggers maken bij de uitwisseling van gegevens op dit moment nog voornamelijk gebruik van Excel-bestanden die via de e-mail worden verstuurd. De meesten vinden dit prettiger dan digitaal via DigiD met E-herkenning, wat eigenlijk handiger is voor de gemeente, bijvoorbeeld met het oog op de archivering. Als het digitaal gebeurt, zijn beleggers bang dat ze geen persoonlijk contact meer hebben en dat ze hun argumenten en opmerkingen digitaal heen en weer
50
Doorbraak WOZ
moeten versturen wat de efficiëntie niet bevorderd. Eén geïnterviewde heeft wel gebruik gemaakt van de digitale mogelijkheid. Dit verliep over het algemeen prettig en goed. Toch waren er kleine opstartproblemen, volgens belegger drie:
“We hadden wel kleine opstartproblemen doordat de aanslagen wel klaar stonden maar we niet in het bestand konden. Maar dat is goed opgelost.”
Efficiënt voor beleggers De geïnterviewde beleggers zijn van mening dat het vooroverleg efficiënt voor hen is. Wanneer er meerdere woningen dezelfde kenmerken hebben dan worden WOZ-waarden in één keer aangepast. Alle beleggers zijn te spreken over de pilot: • • • • •
ze geven in meerderheid aan dat het hen ook tijd bespaart; dat het geen gedoe meer oplevert; dat ze direct aan het begin van het jaar alle WOZ-waarden te zien krijgen; het sneller geregeld is; dat er samen naar nog efficiëntere manier wordt gezocht.
Tot dit jaar kregen de beleggers aanslagen waarop ze bezwaar konden maken. Dit vroeg veel van hun tijd en aandacht. Nu nemen ze in een overleg van 3 à 4 uur alles door met de gemeente. Het overleg voorkomt ook de gang naar de rechtbank. Volgens beleggers liet de gemeente het voorheen wel eens tot een rechtszaak komen. Vlak voor de rechtszaak wilde de gemeente toch nog om tafel om te kijken wat er geregeld kon worden. Maar dan hadden de beleggers al veel kosten gemaakt. Volgens de beleggers loont het voor de gemeente ook niet om de WOZ-waarde te hoog te waarderen. Belegger vier zegt het als volgt:
“Die paar euro’s die de gemeente verdient door de WOZ-waarde te hoog in te schatten raken ze vervolgens weer kwijt, doordat ze op ieder bezwaar moeten reageren en proceskosten moeten betalen.”
Ook voor de komende jaren is het volgens de beleggers de bedoeling dat de WOZ-waarde van hun woningen in lijn met de gemaakte afspraken worden aangepast, al naar gelang de marktwaarde van de woningen stijgt of daalt. Er hoeft dan alleen nog maar gesproken te worden over de woningen waarvan de WOZ-waarde volgens een van beide partijen anders zou moeten zijn. Als laatste geven beleggers aan dat het goed is dat de gemeente nu wel luistert naar verbeteringen van het proces en dat ze daar ook mee bezig blijven. Volgens een belegger is de gemeente nu bijvoorbeeld ook aan het kijken of de WOZ-waarde voor alle woningen van een belegger via één factuur kan worden verstuurd. Dat scheelt in de verzendkosten en bespaart tijd voor de belegger omdat deze in één keer het totaal bedrag kan overmaken in plaats van voor iedere woningen apart te betalen.
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
51
Bereidheid om OZB te betalen Zijn beleggers door het vooroverleg meer bereid om de OZB te betalen? De bereidheid om OZB te betalen neemt niet toe door het vooroverleg. De meeste beleggers zijn in ieder geval niet blij met de OZB. Zij zien de OZB als ‘melkkoe’. Wanneer de WOZ-waarden dalen dan gaat het OZB-percentage omhoog om op die manier toch weer dezelfde inkomsten binnen te halen, volgens de beleggers. De gevoeligheid tot de bereidheid om OZB te betalen onder deze doelgroep bleek eveneens toen wij als Onderzoekcentrum Drechtsteden een van de door de gemeente Rotterdam voorgedragen beleggers voor dit onderzoek benaderden. Deze belegger, die had deelgenomen aan het vooroverleg, reageerde emotioneel op de uitnodiging om deel te nemen aan dit onderzoek. Deze belegger vond niet alleen het hele systeem van de Wet WOZ discutabel en de wijze van waardevaststelling sterk omstreden. Ook weigerde deze belegger elke medewerking aan het onderzoek. Dit zou een verspilling van de door hem betaalde OZB zijn. Vertrouwen in de WOZ-waarde Hebben de beleggers meer vertrouwen in de WOZ-waarde gekregen door het vooroverleg? Beleggers geven aan dat ze het vooroverleg een prettige manier vinden om de WOZ-waarden te bespreken, maar dat het niet leidt tot meer vertrouwen in de WOZ-waarde. Ze zien volgend jaar wel weer hoe de WOZ-waarde dan wordt vastgesteld, en of het dan reëel is. In principe vinden de beleggers het wel prettig wanneer er marktconform wordt gewaardeerd en dat de WOZ-waarde waar nodig naar boven of beneden in gezamenlijk overleg kan worden bijgesteld. Ze hebben echter nog wel het idee dat de WOZ-waarde nog steeds niet marktconform is. De huidige uitkomst van het vooroverleg is volgens hen dan ook vooral een tussenstap naar een lagere WOZ-waarde in volgende jaren. Belegger drie zegt het zo:
“De WOZ-waarden zijn realistischer geworden, maar het duurt nog wel enige jaren voordat het echt een reële waarde heeft.”
De beleggers geven aan dat het succes van het vooroverleg waarschijnlijk staat of valt met de gemeentelijke medewerkers die je treft. Ze zijn hier goed over te spreken. Dat is hun ervaring met de gemeente Rotterdam, afdeling Fiscaal Technische Zaken, ook ten goede gekomen.
5.3
Objectregistraties
In het vooroverleg lag de nadruk vooral op de hoogte van de WOZ-waarde. Incidenteel heeft het overleg ook geleid tot een verbeterde registratie van de objectkenmerken. En dan gaat het vooral om de registratie van: •
• •
52
onderhoudstoestand, waaronder: o kwaliteit o renovatie voorzieningenniveau objectafbakening
Doorbraak WOZ
Vooral de eerste twee aspecten leiden – volgens de beleggers – vaak tot een te hoge WOZ-waarde. We gaan hier verder op in bij de paragraaf over de WOZwaarde.
5.4
WOZ-waarde
De gemeente Rotterdam ging met de beleggers om tafel om de hoogte van de voorlopige WOZ-waarde door te spreken voor ieder object. Beleggers konden hierop reageren. Tegelijkertijd bekeek de gemeente of de WOZ-waarde moest worden aangepast op basis van eventueel gewijzigde objectkenmerken. Voorlopige WOZ-waarde naar beneden bijgesteld In veel gevallen ging de belegger akkoord met de voorgestelde waarde, in sommige gevallen is de WOZ-waarde naar beneden bijgesteld door de gemeente Rotterdam. In incidentele gevallen gebeurde het wel eens dat de WOZ-waarde naar boven is bijgesteld, bijvoorbeeld doordat woningen waren verbouwd. Door het bijtrekken van een hele bovenetage was de totale oppervlakte van de woning toegenomen. Beleggers: Huurwoningen worden overgewaardeerd Volgens de beleggers is de WOZ-waarde van hun woning in de regel te hoog. Dit komt doordat er niet of nauwelijks verkoopprijzen beschikbaar zijn voor de woningen die zij verhuren. De WOZ-waarde van hun huurwoningen wordt daarom bepaald op basis van verkoopprijzen van koopwoningen, terwijl huurwoningen essentieel anders zijn dan koopwoningen, volgens beleggers. Beleggers hebben huurwoningen die in de regel minder waard zijn dan op het oog vergelijkbare particuliere koopwoningen, zo redeneren zij. Zij verbouwen de woningen minder vaak dan particuliere woningeigenaren. En als ze dit doen, dan gebeurt dit met goedkopere materialen. En daar hebben ze duidelijke redenen voor. Zoals belegger twee het verwoord:
“Het is toch niet gek dat ik geen dure keuken in een huurwoning ga zetten. Je moet de woningen na een tijdje dan weer eens zien. Het ziet er niet uit.”
Het gevolg is dat particuliere koopwoningen tijdens een verkoop meer op zouden leveren. De huurwoningen, waarvoor geen verkoopprijzen beschikbaar zijn, worden daardoor ook te hoog gewaardeerd. Daarnaast is het computerprogramma/softwarepakket van de gemeente – wederom volgens de beleggers – niet in staat om onderhoud, ligging en soortgelijke kenmerken mee te nemen in de bepaling van de WOZ-waarde. Hierdoor worden woningen volgens de geïnterviewden met elkaar vergeleken die moeilijk te vergelijken zijn. Dit alles leidt ertoe dat de WOZ-waarde van de beleggers naar beneden moet worden bijgesteld, volgens de beleggers. De gemeente Rotterdam geeft in een reactie aan dat dit geschetste beeld niet overeenkomt met de werkelijkheid. Het taxatiemodel van de gemeente is juist wél in staat om ook de waarde van een huurwoning juist vast te stellen door middel van kwaliteitscijfers in het model. Het is dan ook belangrijk om constateren dat uit het vooroverleg WOZ-waarden komen waar beide partijen zich in kunnen vinden.
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
53
5.5
Bezwaren
We stellen hier twee vragen centraal: • •
Hoe ontwikkelt zich het aantal bezwaren? Waarom maakt men bezwaar?
Sterke afname aantal bezwaren Vijf van de zes gesproken beleggers die aan het vooroverleg deelnamen, hebben geen bezwaar ingediend tegen de WOZ-waarde 2013. Dat is natuurlijk ook het uitgangspunt van het overleg, of een eis van de vaststellingsovereenkomst, zoals vastgesteld door de gemeente Rotterdam. De enige belegger die nog bezwaar maakte, deed dat omdat de gemeente een aantal WOZ-waarden het overleg wijzigde. De gemeente merkt deze woningen niet aan als ‘bezwaar’, maar als gecorrigeerd. Wat is, in termen van het aantal bezwaren, het voordeel ten opzichte van de andere jaren? Alle beleggers geven aan dat ze voorheen vaak bezwaar maakten. Daarop zijn ze door de gemeente ook geselecteerd voor het vooroverleg. Het levert voor de gemeente dus een grote efficiëntieslag op. Daarnaast levert het voor de gemeente Rotterdam een extra financieel voordeel op doordat er geen proceskostenvergoeding meer betaald hoeft te worden. In principe maken beleggers dus geen bezwaar meer nadat het overleg heeft plaatsgevonden. Zie figuur 5.1 voor ontwikkeling van het aantal bezwaren. Uitgaande van de ruim 3.000 woningen die zij beschikken, maakten ze vorig jaar nog bezwaar tegen de WOZ-waarde 2012 van meer dan een derde van hun woningen.
Figuur 5.1 Aantal ingediende bezwaren, geïnterviewde beleggers.
1400 1200
1.231
1000 800 600 400 400 200
330 0
0 WOZ 2010
WOZ 2011
WOZ 2012
WOZ 2013
In tabel 5.3 zien we het aantal bezwaren per belegger die deelnam aan het onderzoek.
Tabel 5.3 Aantal bezwaren belegger WOZ 2010 1 29 2 8 3 119 4 1 5 241 6 1
54
WOZ 2011
WOZ 2012
0 199 20 1 107 3
76 194 4 0 946 11
WOZ 2013 0 0 0 0 0 0
Doorbraak WOZ
Reden voor bezwaar De belangrijkste reden om voorheen bezwaar te maken tegen de WOZ-waarde lag in de waardering op basis van verkochte particuliere koopwoningen, terwijl de beleggers hun woningen verhuren. Zoals al eerder aangegeven zeggen beleggers dat hun huurwoningen minder waard zijn dan particuliere koopwoningen, doordat zij de woning minder grondig verbouwen of onderhouden. Slechts een belegger heeft na het vooroverleg alsnog bezwaar aangetekend tegen de WOZ-waarde 2013. Dit vanwege een, volgens de belegger, aantal verkeerd overgenomen WOZ-waarden. In enkele gevallen zijn andere WOZwaarden beschikt door de gemeente doordat deze na het vooroverleg nog zijn bijgesteld op basis van nieuw verkregen (markt)informatie. Deze, overigens volledig wettelijk toegestane aanpassing, is blijkbaar lastig te begrijpen voor de beleggers.
Naar een betere dienstverlening en uitvoering Wet WOZ
55