Donald Duck Deftig of driftig?
Een onderzoek naar de verbale en visuele weergave van beledigingen in het Donald Duck weekblad van 1953 tot 2006
Sabrina van Vianen Studentnummer: 1478591 Ingolstadt, 11 augustus 2011 Rijksuniversiteit Groningen Communicatie- & Informatiewetenschappen Begeleider: dr. C.L.A. Sauer Tweede lezer: dr. M. Huiskes
Donald Duck Deftig of driftig?
Een onderzoek naar de verbale en visuele weergave van beledigingen in het Donald Duck weekblad van 1953 tot 2006
1
Voorwoord Voor u ligt de scriptie `Een onderzoek naar de verbale en visuele weergave van beledigingen in het Donald Duck weekblad van 1953 tot 2006´. Deze scriptie is geschreven als afstudeeropdracht in het kader van de studie Communicatie- en Informatiewetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dit onderzoek is verricht gedurende februari 2006 en augustus 2011. Een lange tijd, waarin dit onderzoek meerdere malen tot stilstand gekomen en aan verandering onderhevig is geweest. Vooral de statistische analyse en een nieuwe onderzoeksrichting in het midden van mijn onderzoek hebben voor radeloze momenten gezorgd. Ik wil vanaf deze plaats dan ook in het bijzonder mijn begeleider dr. C.L.A. Sauer bedanken, die mij nieuwe moed wist te geven toen ik al op het punt stond om het bijltje er bij neer te gooien. Zonder zijn raad en aanwijzingen zou deze scriptie niet tot stand zijn gekomen. Daarnaast wil ik Mike Huiskes bedanken voor zijn inzet en hulp, vooral bij de presentatie van mijn statistische resultaten. Tot slot wil ik mijn familie en vrienden bedanken. Ondanks dat ze mij eindeloos bestookt hebben met de vragen: ´Hoe staat het met Donald´ en ´Wanneer ben je nou eens klaar´, zou ik zonder hun liefde en steun nooit deze scriptie hebben ingeleverd. Om na een pauze van bijna vier jaar dit onderzoek weer op te pakken, bleek een echte challenge te zijn die gepaard ging met veel up´s en down´s. Maar ondanks dat heb ik het als uiterst leerzaam en uitdagend ondervonden deze scriptie te schrijven. En ik kan u verzekeren dat ik na dit onderzoek nooit meer op dezelfde manier een Donald Duck stripverhaal zal lezen als vroeger. Sabrina van Vianen Ingolstadt, augustus 2011
2
Samenvatting De vraag die in deze scriptie centraal stond is in hoeverre beledigingen in de Donald Duck tussen 1953 en 2006 voorkomen en hoe deze verbaal en in beeld gerealiseerd worden. Deze scriptie is een examenonderdeel voor het behalen van de mastergraad van de opleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tegenwoordig wordt er veel gediscussieerd over de invloed die computergames hebben op de kinderen die ze spelen. Nog niet zo heel lang geleden werd dezelfde discussie gevoerd over het effect van beeldverhalen op het gedrag van kinderen. Vergeleken met computergames lijkt de discussie over geweld in beeldverhalen achterhaald op grond van het statische karakter van dit medium. Maar is deze discussie werkelijk achterhaald? Hoe staat het vandaag de dag met geweldsuitingen in stripverhalen en hoe worden deze tot uiting gebracht? Het doel was om te achterhalen of de frequentie, vorm en weergave van geweldsvormen, ofwel negatieve spanningen in zestig jaar stripdiscussie veranderd zijn en waar mogelijk een verklaring te geven voor deze veranderingen. Uit het vooronderzoek is gebleken dat beledigingen als negatieve spanning het meeste voorkwamen en de grootste groei hebben ondergaan. In het hoofdonderzoek is getoetst hoe deze verbaal en visueel worden weergegeven en of er veranderingen te constateren zijn. Het betreft hier een verklarend onderzoek, toetsend en empirisch van aard. Voor zes decennia zijn stripverhalen uit de Donald Duck verzameld, vier verhalen voor elk decennia. In deze 24 verhalen zijn in totaal 379 spanningen gevonden, waarvan meer dan de helft uit beledigingen bleek te bestaan. Voor elk van deze beledigingen is bepaald welke waarde erdoor geschonden werd. Daarnaast zijn voor deze uitingen de compositorische en symbolische middelen bepaald die voor de visuele ondersteuning gebruikt zijn. Er is een duidelijke stijging van het aantal beledigingen te zien, met een ruime verdubbeling als we het eerste decennia met het laatste vergelijken. Blijkbaar zijn deze uitingen door de tijd heen een belangrijkere rol gaan spelen in de Donald Duck stripverhalen. Aan de hand van de frequenties is te zien dat ook de waarden die met beledigingen geschonden worden in zes decennia veranderd zijn. Waarden zoals bekwaamheid, geestelijke gezondheid en schoonheid zijn met de tijd belangrijker geworden, en waarden als uiterlijke verschijning en eerlijkheid juist minder. Statistisch konden verbanden worden aangetoond tussen de geschonden waarde en het gekozen plan, het decennia waarin beledigd werd en het daarbij gebruikte lettertype en tot slot tussen het gekozen plan voor de belediging en de gebruikte gezichtshoek en beeldgrootte. De gevonden verbanden zijn op sterkte getoetst en zijn zwak tot matig sterk te noemen. Al met al kan geconcludeerd worden dat het gebruik van beledigingen in de Donald Duck verhalen van 1953 tot 2006 duidelijk is toegenomen. In de visuele weergave van deze uitingen heeft zich in zestig jaar een verschuiving voorgedaan. Beledigingen worden tegenwoordig steeds vaker door visuele middelen, zoals de keuze van de gezichtshoek en de beeldgrootte ondersteund dan vroeger het geval was. Daarnaast zijn beledigingen frequenter geworden en tegelijkertijd vond er een verschuiving plaats in de waarden die in deze beledigingen geschonden werden. Dit is een bijzondere constatering voor een tijdschrift met stripverhalen dat vooral jonge kinderen als doelgroep kent.
3
Inhoudsopgave
Voorwoord Samenvatting
Pagina nummer 2 3
1. Inleiding 1.1. Donald Duck 1.2. Aanleiding 1.3. Vraagstelling 1.4. Doelstelling 1.5. Opzet
6 6 6 7 8 8
2. Historie & Theorie 2.1. Het stripverhaal 2.1.1. Een stukje geschiedenis 2.1.2. De populariteit van het stripverhaal 2.1.3. Kenmerken 2.1.4. Niet alleen maar schattig 2.2. Negatieve spanningen 2.2.1. Discriminatie 2.2.2. Pesten 2.2.3. Conflicten 2.2.4. Verwensingen en vloeken 2.2.5. Beledigingen en scheldwoorden 2.3. Striptechniek 2.3.1. Compositorische middelen 2.3.1.1. De keuze van het plan 2.3.1.2. De keuze van de gezichtshoek 2.3.1.3. De keuze van de beeldgrootte 2.3.2. Symbolische middelen 2.3.2.1. Formele symbolische middelen 2.3.2.2. Inhoudelijke symbolische middelen
10 10 10 10 11 12 12 13 14 14 15 16 17 17 19 21 22 23 23 25
3. Analysemethode en werkwijze vooronderzoek 3.1. Samenstelling corpus 3.2. Methode en werkwijze vooronderzoek 3.2.1. Discriminatie 3.2.2. Pesten 3.2.3. Conflicten 3.2.4. Verwensingen en vloeken 3.2.5. Scheldwoorden en beledigingen 3.3. Categoriseringstabellen
27 27 28 28 28 29 29 29 30
4. Analyseresultaten vooronderzoek
31
5. Analysemethode en werkwijze hoofdonderzoek 5.1. Belediging en scheldwoord 5.2. ´Bildliche Darstellungsmittel´ 5.2.1. Keuze van het plan 5.2.2. Keuze van de gezichtshoek 5.2.3. Keuze van de beeldgrootte 5.2.4. Lettertypes 5.3. Categoriseringstabellen
34 34 34 35 36 36 36 37
4
6. Exemplarische analyses
39
7. Analyse en Resultaten 7.1. Frequenties van de variabelen 7.1.1. Beledigingen 7.1.2. Keuze van het plan 7.1.3. Keuze van de gezichtshoek 7.1.4. Keuze van de beeldgrootte 7.1.5. Lettertypes 7.2. Chi-kwadraat toets 7.3. Cramer´s V toets
41 41 41 44 45 46 47 48 55
8. Conclusie
57
9. Discussie 9.1. Betrouwbaarheid data en analyse 9.2. Nieuwe onderzoeksvragen 9.3. Reflectie
61 61 61 62
Literatuurlijst Literatuur Ondersteunende literatuur WWW-bronnen Materiaal corpus
63 63 63 64 65
Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV
67 68 82 95
: Analyseresultaten vooronderzoek en het corpus op CD : Analyseresultaten vooronderzoek zonder uitingen en argumentatie : Analyse Donald Duck verhalen hoofdonderzoek : Resultaten van de Chi-kwadraat en Cramer´s V toets
5
1. Inleiding “Mickey, Pluto en Goofy en de hele bende zijn altijd leuk geweest om mee te werken. Maar zoals zo veel grote families hebben wij ook een zwart schaap. Inderdaad, dat is Donald Duck.”
Deze woorden komen van Walt Disney, de grondlegger van het Disney-concern en de bedenker van Donald Duck. Hij sprak deze woorden tijdens een Amerikaanse televisieshow in 1953. Tot het einde van zijn leven in 1966 zou Walt Disney zich regelmatig negatief uitlaten over een van zijn succesvolste creaties (BN/DeStem 2004). Donalds carrière wordt zijn hele leven lang gekenmerkt door twaalf ambachten en dertien ongelukken. Zijn voortdurende frustratie wordt daarbij onveranderlijk omgezet in tomeloze agressie, maar zijn drie neefjes zijn hem daarbij altijd te slim af. Deze frustratie en driftigheid zijn kenmerkend voor Donald Duck en voor mij de voornaamste reden geweest om naar vormen van geweld in Donald Duckverhalen te kijken. 1.1. Donald Duck De Disney Bros. Studio, de eerste animatiefilmstudie van Hollywood, komt tot leven op 16 oktober 1923, op het moment dat Walt Disney de opdracht krijgt om een dozijn films te maken (Stenveld 2005, 1). Samen met zijn broer en een handjevol anderen maakt hij allerlei tekenfilms waarin dieren centraal staan. In 1934 vervaardigt Disney het filmpje The Wise Little Hen waarin een bescheiden bijrol vervuld werd door de „eigenzinnige‟ Donald Duck. In zijn eerste optreden had Donald welgeteld één zinnetje tekst. Hij schetterde het uit en kreeg daarmee meteen de lachers op zijn hand. In de daaropvolgende zeven jaar keerde hij in niet minder dan 26 Mickey-films terug (Wikipedia 2006: Donald Duck). Donald stal geleidelijk aan het voetlicht en nam de macht op het toneel over. Mickey Mouse belichaamde de brave kant van Walt Disney, de padvinder. De vroege Donald Duck belichaamde daarentegen de duistere kant van Walt Disney, namelijk de driftkop. De aanvankelijke bijrolspeler Donald schoof hoofdrolspeler Mickey steeds meer opzij. De eerste uitgave van Donald Duck in Nederland was op 25 oktober 1952 en ook vandaag de dag is er nog steeds een wekelijkse uitgave van deze populaire strip. In deze bijna zestig jaar hebben zich vele ontwikkelingen voorgedaan in onze maatschappij waarvan er velen ook weer in stripverhalen terug te vinden zijn. Zo werken de neefjes Kwik, Kwek en Kwak in menig verhaal met de computer en internet en wordt er tegenwoordig ook in Duckstad met de euro betaald. Daarom lijkt het mij niet onwaarschijnlijk dat ook de weergave van negatieve spanningen, zoals discriminatie en beledigingen in Donald Duck verhalen door de tijd heen veranderd zijn, aangezien ook deze spanningen aan maatschappelijke verandering onderhevig waren. 1.2. Aanleiding Er wordt de afgelopen jaren veel gediscussieerd over het effect dat gewelddadige games hebben op kinderen. Nog niet zo heel lang geleden werden dezelfde discussies gevoerd over de effecten van beeldverhalen op het gedrag van kinderen. In de aanloopfase van deze scriptie kwam ik volgend artikel uit het Algemeen Dagblad tegen. Bern – Het aantal misdrijven waarmee Mickey Mouse en Donald Duck in aanraking komen, is sinds de jaren ´50 enorm gestegen. Aan de andere kant komt het verschil tussen goed en slecht in de Disneystrips veel duidelijker naar voren, zegt de Zwitserse hoogleraar strafrecht Karl-Ludwig Kunz. Hij heeft 43 jaargangen van Mickey Mouse, de Zwitserse Donald Duck, nageplozen op sabotage van de Zware Jongens of witwaspraktijken van Oom Dagobert. In de verhalen van Donald Duck is de groei van geweld het duidelijkst te zien: in 1952 werd daarin 121 keer een strafbaar feit gepleegd en in 1995 was dat opgelopen tot 804 (Algemeen Dagblad 1998).
En ook het volgende artikel trok mijn aandacht:
6
Vandaag las ik een verhaal over een stelletje bandieten dat in een ver land een bank beroofde. Ze begonnen met het graven van een 80 meter lange tunnel. Daar deden ze een paar maanden over, waarna ze het voorzagen van een houten vloer, verlichting en airconditioning. Toen, in een mooi weekend in augustus, boorden ze een gat in de twee meter dikke muur van de grote kluis en gingen er in alle rust vandoor. Met het equivalent van 58 miljoen euro in hun zakken, weliswaar. “Ik kan het nog sterker vertellen, maar dan moet ik liegen,” hoor ik u denken? “Mooi verhaal voor de Donald Duck,” zegt u? “Leuke aanzet voor een jongensboek, “ draagt u aan? Ik ben het helemaal met u eens. De waarheid is alleen weer eens vreemder dan de fantasie. Het verhaal stond namelijk niet in een stripboek, maar in de krant (Berger 2005).
Als volwassenen al door stripverhalen beïnvloedt worden, in hoeverre worden kinderen dan niet door deze uitingen van geweld beïnvloedt? Ik denk dat de meeste mensen het met me eens zullen zijn als ik zeg dat de Disney Classics vooral gekenmerkt worden door schattige figuurtjes en grappige momenten, een sterke moraal, maar toch vooral een happy end. Wanneer ik een willekeurig persoon naar het meest kenmerkende van Disney zou vragen, zal er niet snel iets negatiefs naar boven komen. Toch zijn de Disney verhalen niet alleen maar schattig, grappig en verzekerd van een goede afloop. Disney heeft vanaf begin af aan in al zijn verhalen een duidelijk onderscheid gemaakt tussen goed en kwaad. Denk maar aan Sneeuwwitje en de boze koningin of Assepoester en de slechte stiefmoeder. Het goede zal in deze verhalen altijd het kwade overwinnen, maar om dit te verwezenlijken moet er in deze verhalen altijd sprake zijn van een botsing tussen goed en kwaad. Beide partijen houden er immers verschillende doelstellingen op na die tot spanningen leiden. Uit het vooronderzoek blijkt inderdaad dat dit soort spanningen in de stripverhalen van Donald Duck voorkomen; discriminatie in sommige, pesten, conflicten, vloeken en verwensingen vaak en beledigingen en scheldwoorden zeer vaak. Toonder bevestigt in zijn onderzoek de aanwezigheid van negatieve spanningen in kinderverhalen van Disney, maar deed dit niet voor strips, maar voor tekenfilms (Toonder 1946). Deze aanwezigheid komt volgens hem omdat tekenfilms gebaseerd moeten zijn op menselijke karaktereigenschappen. Om de aandacht van het publiek te trekken moeten materiële en geestelijke conflicten symbolisch worden weergegeven. Als dit voor de tekenfilms van Disney opgaat, lijkt het mij een logische veronderstelling dat dit ook voor de strips geldt die door Disney vervaardigd zijn en daarmee dus ook voor Donald Duck. 1.3. Vraagstelling Dit heeft er voor mij toe geleid de Donald Duck te gaan onderzoeken op de bovengenoemde soorten geweld. Mijn vraagstelling luidt: In welke mate komen negatieve spanningen voor in de Nederlandse stripreeks Donald Duck tussen 1953 tot en met 2006 en hoe worden deze verbaal en in beeld gerealiseerd? Er bestaan vele soorten geweld, die ik in dit onderzoek onder de noemer “negatieve spanningen” behandel. Onder deze negatieve spanningen worden discriminatie, pesten, conflicten, vloeken en verwensingen en beledigingen en scheldwoorden verstaan. Het reikt te ver om al deze negatieve spanningen te onderzoeken. Ik wil dan ook aan de hand van een vooronderzoek bepalen in hoeverre deze negatieve spanningen in de Donald Duck terug te vinden zijn en in welke mate. De deelvraag voor dit vooronderzoek luidt dan ook:
7
In welke mate komen discriminatie, pesten, conflicten, vloeken, verwensingen, beledigingen en scheldwoorden voor in de Nederlandse stripreeks Donald Duck van 1953 tot en met 2006? Aan de hand van dit vooronderzoek zal dan de spanning die het meeste frequent voorkomt worden bepaald en in het verdere onderzoek centraal staan. Naar aanleiding van de resultaten van het vooronderzoek is besloten de aanwezigheid van beledigingen in de Donald Duck verder te onderzoeken. De keuze voor beledigingen is voortgekomen uit het feit dat de mate waarin deze in de Donald Duck verhalen voorkomen, afweek van die van de andere spanningen. Er is sprake van een duidelijke stijging, waarbij de jaren ´80 licht afwijken in het patroon. De standpunten in de maatschappij ten opzichte van beledigingen zijn niet altijd hetzelfde geweest, denk maar aan de discussies over beledigingen op basis van huidskleur of geaardheid. Het is goed mogelijk dat de beledigingen en hun weergave in de oudere strips verschillen van die in recentere uitgaven. Ik wil dit bepalen aan de hand van het soort beledigingen en hoe deze worden weergegeven in de onderzochte zes decennia. Dit heeft geleidt tot deelvraag 2: Hoe worden beledigingen in de Donald Duck verbaal en in beeld gerealiseerd tussen 1953 tot en met 2006? Welk doel er met deze vraagstelling nagestreefd wordt, komt in § 1.4 aan de orde, waarna in § 1.5 nader toegelicht wordt hoe het onderzoek opgezet is. 1.4. Doelstelling In dit onderzoek wordt een poging gedaan inzicht te geven in de manier waarop negatieve spanningen zich door de tijd heen hebben ontwikkeld in het weekblad Donald Duck, met een specifieke focus op beledigingen en hoe deze verbaal en visueel worden weergegeven in de verhalen tussen 1953 tot en met 2006. Natuurlijk zijn beledigingen slechts één van de vele elementen die in de Donald Duck weekbladen aan de orde komen. Door inzicht te geven in de waardes die geschonden worden bij de beledigingen in de Donald Duck, kan belangrijke informatie geven over de wijze waarop dit soort elementen in het populaire stripverhaal worden neergezet en de manier waarop deze zich door de jaren heen hebben ontwikkeld. Door duidelijkheid te scheppen in de manier waarop beledigingen visueel weergegeven worden, kunnen we een beter beeld krijgen van hoe deze visuele technieken zich de afgelopen decennia ontwikkeld hebben, en hoe zij de verbale uitingen ondersteunen. 1.5. De opzet Na de inleiding van het onderzoek in dit hoofdstuk, wordt in het tweede hoofdstuk de theorie besproken die voor dit onderzoek gebruikt is. Daaraan vooraf gaat een stukje geschiedenis over het stripverhaal op zich, waarbij wordt ingegaan op de historie, de kenmerken en de populariteit van het medium. Hieruit zal naar voren komen dat stripverhalen, en de Donald Duck in het bijzonder vaak als schattig en leuk worden beschouwd, maar dit lang niet altijd het geval is. Het imago van het stripverhaal is door de tijd heen meerdere malen veranderd, waarbij geweld vaak een discussiepunt was. Mede daarom worden volgende negatieve spanningen besproken: discriminatie, pesten, conflicten, verwensingen, vloeken, beledigingen en scheldwoorden. Tot slot zal worden ingegaan op verschillende visuele technieken en hun ondersteunende rol in het stripverhaal. Het derde hoofdstuk houdt zich bezig met de analysemethode en de werkwijze van het vooronderzoek. Dit vooronderzoek is nodig om te bepalen welke negatieve spanning voor de rest van het onderzoek in de voorgrond komt te staan. In dit hoofdstuk wordt als eerste het soort onderzoek dat is uitgevoerd verantwoord met behulp van de eerste deelvraag. Vervolgens zullen de variabelen uit deze vraagstellingen worden geoperationaliseerd. Verder wordt er ingegaan op het corpus dat voor dit onderzoek gebruikt is en tot slot zal de werkwijze besproken worden.
8
Hoofdstuk vier bevat de analyseresultaten van het vooronderzoek. Uit dit vooronderzoek zal naar voren komen dat beledigingen het meeste voorkwamen door de jaren heen en ook het meest duidelijk een bepaalde trend door de tijd heen lieten zien. In dit hoofdstuk worden slechts de hoofdlijnen van het vooronderzoek besproken. De complete analyse is in de bijlage mee opgenomen. Hoofdstuk vijf bevat de analysemethode en de werkwijze van het hoofdonderzoek. Ook hier worden eerst de variabelen uit de tweede deelvraag geoperationaliseerd. Er wordt nogmaals ingegaan op beledigingen (de verbale uitingen) en de “bildliche Darstellungsmittel”(de visuele uitingen) die in het hoofdonderzoek gebruikt zullen worden. Tot slot zal worden ingegaan op de werkwijze. Hoofdstuk zes bevat de analyseresultaten van het hoofdonderzoek. Ook hier zullen slechts de hoofdlijnen van het onderzoek worden opgenomen, omdat een complete weergave van de analyseresultaten teveel zou zijn. De uitgebreide analyses zijn uiteraard opgenomen in de bijlagen. Het geheel zal worden afgesloten met een conclusie en een discussie. De conclusies uit het vooronderzoek en het hoofdonderzoek zullen worden weergegeven en in de discussie kritisch worden besproken.
9
2. Historie & Theorie 2.1. Het stripverhaal De oudste vorm van communicatie die wij kennen bestaat uit beeldschriften. Iedereen heeft weleens van de rotstekeningen uit de prehistorie gehoord, of het hiërogliefenschrift uit het oude Egypte. Deze beeldschriften kunnen als de voorlopers van het huidige stripverhaal worden gezien. Strips vormen een op zich staand medium: het verhaal wordt op een unieke manier verteld door zowel beeld als taal én de wisselwerking tussen beide. Sommigen beweren dat het lezen van strips leesluiheid tot gevolg zal hebben; het beeld zou het woord vervangen en de fantasie verlammen. Bovendien zouden strips verkeerde inzichten geven in de maatschappelijke verhoudingen (Ten Hoor & Middel 1988, 8-9). Anderen stellen dat de teksten van strips aansluiten bij de interesses van lezers en dat ze daarom ingezet kunnen worden in de verspreiding van leerzame informatie en normen en waarden. Er bestaat dus nogal wat onenigheid over de relevantie van het stripboek als medium. Maar wat is een strip eigenlijk precies? 2.1.1. Een stukje geschiedenis De strip is de oudste verhaalvorm van de wereld. Bij een matige ontwikkeling van de taalvaardigheden, laat staan het schrift, waren beelden een duidelijke manier om elkaar gebeurtenissen of gedachten mee te delen. Er is veel bewijs gevonden dat onze voorouders in de prehistorie al ijverig met beeldverhalen aan de slag gingen. Men kan deze in diverse grotten tegenkomen. Niet alleen prehistorische tekeningen willen ons iets vertellen door gebruik te maken van beelden. Ook de Egyptische hiërogliefen, het Mesopotamische geschrift en de Chinese karakters zijn gebaseerd op illustraties. Wanneer we een sprong in de tijd maken, richting 13 jaar na Christus, komen we het eerste beeldverhaal tegen dat een politieke toepassing had. Het verhaal was maar liefst 200 meter lang en omringde een 30 meter hoge zuil. 155 scènes brachten de geslaagde veldtocht van de Romeinse keizer Trajanus tegen de Daciërs in beeld. Een ander voorbeeld dat absoluut genoemd moet worden is het wandtapijt van Bayeux. Het borduurwerk van 70 meter is een beeldverhaal dat de slag bij Hastings in 1066 in 58 afzonderlijke scènes uitbeeld, begeleidt door een korte uitleg in het Latijn. Deze vandaag de dag gerespecteerde kunstwerken van een onschatbare waarde, zijn in feite stripverhalen. In de negentiende eeuw kreeg de strip zijn definitieve vorm. De dagbladen zorgden voor een snelle verspreiding. Overigens praten we hier al over de strip in zijn moderne vorm: beelden met tekstballonnen of beelden met een onderschrift. De verspreiding van strips in dagbladen en tijdschriften gaf het beeldverhaal zijn bekendheid in de eerste twee decennia van de twintigste eeuw. De basis van strips is rond deze periode gelegd en de daarop volgende decennia verschijnen er zowel strips in kranten, tijdschriften en in stripbladen. Stripheld Dick Bos deed in 1940 zijn intrede en de Donald Duck veroverde Nederland in 1952 (Mens en samenleving, Infonu 2009). 2.1.2. De populariteit van het stripverhaal Zo lang als er strips zijn, zo lang is er kritiek. Vanuit alle kanten van de maatschappij werd er afgegeven op het beeldverhaal. Ouderen, maar ook veel jongere mensen, herinneren zich nog wel de kwalijke blik van de strenge bibliotheek juffrouw wanneer het aantal geleende strips de geleende hoeveelheid ´verantwoorde´ literatuur overtrof. De meest gehoorde redenen voor kritiek waren de morele verderfelijkheid, de fantasie die niet geprikkeld werd, de slechte spelling en beroerd taalgebruik én de hoeveelheid gewelddadige scènes. Vooral deze laatste reden maakt deze discussie zo interessant voor dit onderzoek. Stripverhalen worden opgebouwd uit een aantal personages. Uiteraard het hoofdpersonage, vaak vergezeld door meebelevers, sterke vrienden en andere (onschuldige) karakters. In veel stripverhalen wordt ook een vijand ten tonele gebracht. En het is juist het gedrag van de stripheld ten opzichte van deze vijand die de discussie over de ´slechtheid´ van strips voedde. Terwijl het moreel had kunnen zijn ´met praten lossen we alles op´, wordt in de wereld van de strip meestal gekozen voor een
10
gewelddadige confrontatie. Uit angst voor kopieergedrag was de aanwezigheid van gewelddadige scènes destijds een goed argument om de jeugd strips te ontzeggen. Immers, een mensenleven leek in sommige strips nauwelijks iets waard te zijn en de beslissing om tot geweld over te gaan kwam in één tekstballonnetje tot stand. De vergelijking met de tegenwoordige discussie over gewelddadige games is duidelijk (Mens en samenleving, „Infonu 2009). Maar de wereld lijkt 180 graden gedraaid te zijn binnen de opinie tegenover strips. De functies die strips tegenwoordig vervullen zouden de pedagogen uit de jaren ´50 doen gruwen. Zelfs literaire werken zijn niet meer heilig voor het medium dat zo toegankelijk is voor alle lezers. Terwijl men vroeger met afschuw keek naar de slechte invloeden van strips op het taalgebruik en de woordenschat van jongeren, worden strips tegenwoordig veelvuldig gebruikt in het taalonderwijs. Voor eventuele rampzalige gevolgen op taalkundig gebied hoeven pedagogen niet meer te vrezen. In 1993 is uit onderzoek gebleken dat een kind in een stripboek maar liefst twee keer zoveel nieuwe woorden leest als in het gemiddelde kinderboek. Het stripboek lijkt zelfs de educatieve waarde van een gemiddelde conversatie met een volwassene voorbij te streven, want een kind leert in een stripboek maar liefst vijf keer zo veel nieuwe woorden. Het is dan ook niet verrassend dat gebleken is dat striplezers bij de betere studenten behoren (Mens en samenleving, Infonu 2009). In 1977 zijn er volgens Stichting Speurwerk al ruim een miljoen boeken met stripverhalen verkocht. Strips zijn “in”, wel of niet met ieders welnemen. Er is een vereniging van stripliefhebbers, stripcatalogi noteren hoge prijzen voor oude jaargangen, en kiosken en de boekhandel hebben een striphoek. Jongelui, soldaten, vaders, moeders, intellectuelen, kritische en luie lezers weten zich van tijd tot tijd in de ban van dit communicatiemiddel (Bouwers 1979, 5). De Boer en Brennecke signaleren in hun onderzoek verschillende veranderingen in de media (De Boer & Brennecke 2003). Een van deze veranderingen, die ook in de periode van dit onderzoek aan de orde komt, is de opkomst van nieuwe beeldende communicatiemiddelen. Vooral de televisie in de jaren ´70 en de opkomst van het internet in de jaren ´90 zijn van belang voor de ontwikkeling van het stripverhaal. Deze hebben van deze flitsende visuele media steeds meer concurrentie gekregen. Bewegende beelden hebben door hun dynamische karakter een attractiviteit gekregen waarmee statische beelden en het gedrukte woord zich nauwelijks kunnen meten. Een striptekenaar moet met zijn tijd meegaan, om succesvol te blijven. En deze nieuwe technologieën zijn ook voor striptekenaars van voordeel. Zo zijn nieuwe grafische technieken, zoals letteren, kleuren en inkten mogelijk geworden. Deze zijn minder tijdrovend als de oude methodes en maken de stripverhalen tegelijkertijd steeds aantrekkelijker. Ook maken moderne strips nauwelijks meer gebruik van tekst onder de plaatjes, maar worden er bijna uitsluitend nog ballonteksten gebruikt. Op deze manieren proberen stripverhalen hun flitsende concurrentie bij te houden. 2.1.3. Kenmerken Een strip bestaat uit een aantal grafische afbeeldingen, zodanig gerangschikt, dat er een voortschrijdende handeling uit naar voren komt. Deze afbeeldingen zijn vaak voorzien van een tekst, die het verhaal ondersteunt. Volgens de Amerikaanse definitie van een strip kan de tekst alleen maar in de afbeelding voorkomen en niet eronder. In Europa zijn beide vormen gangbaar, zowel in de afbeelding als eronder. In alle gevallen zijn het de tekeningen die het belangrijkste zijn. De tekeningen alleen moeten voldoende zijn om het verhaal dat verteld wordt grotendeels te kunnen volgen. De tekst die aanwezig is mag alleen bedoeld zijn om het verbeelde te verduidelijken. Verder is het mogelijk dat het verhaal een extra betekenislaag krijgt, doordat de tekst bijvoorbeeld anders is dan de plaatjes doen vermoeden (Ten Hoor & Middel 1988, 15). In een strip kunnen tekst en beeld op verschillende manieren worden verwerkt: 1. Half tekst, half beeld. De tekst staat dan blokvormig onder de afbeeldingen (de zogenaamde blokstrip of tekststrip).
11
2. Verhalende tekst in de afbeelding. De tekst staat hier binnen het kader van de afbeelding, meestal in een hoekje, met een rechthoekige omlijning. De tekst is in de derde persoon geschreven. 3. De ballonstrip: veel beeld, weinig tekst. De ballonnen in de afbeelding bevatten tekst die door de verhaalfiguren gezegd of gedacht wordt (Ten Hoor & Middel 1988, 15-16). De stripverhalen in het Donald Duck weekblad zijn ballonstrips. De figuren zeggen of denken door middel van tekstballonnetjes. In stripverhalen treffen we meestal personen aan met ´flat characters´, wat wil zeggen dat een dergelijk persoon in de loop van het verhaal en in de volgende verhalen nauwelijks verandert. Vooral de hoofdfiguren blijven vrijwel gelijk wat betreft karakter, postuur, kleding, leeftijd, etc. Tegenover de ´flat characters´ staan de ´round characters´, die wel een ontwikkeling doormaken, maar die in stripverhalen nauwelijks voorkomen. Ook de opbouw van het verhaal is vaak hetzelfde; problemen die opgelost moeten worden en meestal een goede afloop. Ten Hoor & Middel concluderen dat het vooral de spanning en de dynamiek in stripverhalen is, die de lezer gevangen houdt. De strip valt volgens hen te plaatsen tussen (teken-)films en lectuur/ literatuur (Ten Hoor & Middel 1988, 18). 2.1.4. Niet alleen maar schattig In de inleiding is besproken dat stripverhalen over het algemeen als leuk en schattig gezien worden. Vooral in de oudere stripverhalen wordt meestal een veilige wereld gecreëerd en het verhaal loopt altijd goed af. De lezer kan helemaal wegdromen bij het verhaal. Maar is het echt allemaal zo schattig en leuk? Zijn er dan helemaal geen negatieve aspecten in stripverhalen te ontdekken? Nee, niet alles wat in de stripverhalen voorkomt is leuk en schattig en ja, er zijn zelfs regelmatig negatieve spanningen te ontdekken. Dit laatste kenmerk werd in de inleiding al kort besproken. Het ging hierbij om de verschillende karaktereigenschappen van de mens, zowel goede als slechte en de spanningen die hieruit kunnen ontstaan en daarmee de conclusie dat negatieve spanningen daardoor ook in stripverhalen aan de orde komen. Voor tekenfilms is er tegenwoordig de Kijkwijzer, een classificatiesysteem dat wordt gebruikt om bioscoopfilms, videofilms, dvd‟s en televisieprogramma´s van informatie te voorzien over hun mogelijke schadelijke effecten op jeugdige kijkers (Valkenburg, e.a. 2004: 3). Maar een dergelijk classificatiesysteem bestaat tot op de dag van vandaag niet voor stripverhalen, terwijl er tegenwoordig menig stripverhaal te vinden is waarin vormen van taalgebruik, discriminatie en seksualiteit voorkomen, die traditioneel niet in een stripverhaal thuishoren. De schrijvers van de Kijkwijzer delen fictieve programma´s in drie categorieën, namelijk slapstickcartoons of –animaties, een andersoortige tekenfilm of animatie, of een andersoortig fictie/dramaproduct. De eerste wordt niet gecodeerd, omdat ervan uitgegaan wordt dat kinderen vanaf drie jaar het geweld in deze producties niet serieus nemen. De andere twee soorten fictieve programma´s worden wel ingedeeld, omdat kinderen van jonger dan zeven jaar, het geweld in tekenfilms blijkbaar wel serieus nemen (Valkenburg, e.a. 2004: 14-15). In het geval van Disney bestaan er tegenwoordig zowel strips als tekenfilms met dezelfde figuren in de hoofdrol en een vergelijkbare verhaalafloop. Waarom zou een kind het geweld in de tekenfilm wel serieus nemen en dat in het stripverhaal niet? 2.2. Negatieve spanningen Stripverhalen zijn dus niet alleen maar leuk en schattig. Doordat in de verhalen van Disney een sterke moraal aanwezig is waarbij het goede (bijna) altijd het kwade overwint, kan het haast niet anders of ook negatieve elementen spelen in de verhalen een rol. Ik wil in deze paragraaf een aantal negatieve spanningen bespreken die in een stripverhaal tussen de verschillende partijen kunnen voorkomen en die ik in dit onderzoek nader ga bekijken. Dit zijn: discriminatie, pesten, conflicten, verwensingen, vloeken, beledigingen en scheldwoorden.
12
2.2.1. Discriminatie Het woordenboek van Van Dale geeft de volgende definitie van het begrip discriminatie: dis·cri·mi·na·tie (de ~ (v.)) 1 ongeoorloofd onderscheid dat gemaakt wordt op grond van bepaalde kenmerken => achterstelling 2 onderscheiding (Van Dale Online 2007)
Als we uitgaan van deze definitie gaat het bij discriminatie dus om het maken van een onderscheid, een ongeoorloofd onderscheid, gebaseerd op grond van bepaalde kenmerken. In onze grondwet staat welke kenmerken het hier betreft. Artikel 1 van de Nederlandse grondwet luidt als volgt: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan (Ter Haar 1996).
De definitie van het begrip discriminatie wordt daarmee wat duidelijker. Het betreft het maken van een ongeoorloofd onderscheid op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, of op welke grond dan ook. Deze laatste toevoeging „of op welke grond dan ook‟, maakt de definitie toch nog wat onduidelijk. Hieronder kan alles vallen en zorgt daardoor niet voor een goede afbakening. De antidiscriminatiewet van België is hier wel duidelijk in. Artikel 2, §1 van deze wet luidt als volgt: Er is sprake van directe discriminatie indien een verschil in behandeling dat niet objectief en redelijkerwijze wordt gerechtvaardigd, rechtstreeks gebaseerd is op het geslacht, een zogenaamd ras, de huidskleur, de afkomst, de nationale of etnische afstamming, seksuele geaardheid, de burgerlijke staat, de geboorte, het fortuin, de leeftijd, het geloof of de levensbeschouwing, de huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap of een fysieke eigenschap (Verwilghen, M. 2003).
Dit is de duidelijkste definitie van discriminatie die ik gevonden heb en ik zal deze dan ook aanhouden in mijn onderzoek. Tot slot hangt het begrip discriminatie nauw samen met de begrippen ´vooroordeel´ en ´stereotype´. Volgens Wilke worden deze twee begrippen ook wel als synoniemen opgevat (Wilke in: Stenveld 2005). Ze geeft daarbij wel aan dat het moeilijk is een eenduidige definitie te geven van het begrip „vooroordeel‟. Ze komt uiteindelijk met de volgende definitie: Etnische bevooroordeeldheid is een antipathie, gebaseerd op een verkeerde en niet veranderbare generalisatie. Het kan worden gevoeld of uitgedrukt. Het kan gericht zijn op een groep als geheel of op een individu, omdat hij lid is van die groep (Stenveld 2005, 8).
Discriminatie kan dan opgevat worden als de effecten die deze specifieke gedachten hebben op het gedrag. Het vooroordeel kan dan worden gezien als de houding en de discriminatie als het gedrag. Het is echter niet zo dat deze beide onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Iemand kan een negatieve houding ten aanzien van een bepaalde groep bezitten, zonder dat deze houding leidt tot afwijzend gedrag (Stenveld 2005, 8). Discriminatie kan hiermee worden omschreven als: het maken van een ongeoorloofd onderscheid op basis van het geslacht, een zogenaamd ras, de huidskleur, de afkomst, de nationale of etnische afstamming, seksuele geaardheid, de burgerlijke staat, de geboorte, het fortuin, de leeftijd, het geloof of de levensbeschouwing, de huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke eigenschap en vooroordelen ten aanzien van een specifieke groep in de samenleving of ten aanzien van een individu als lid van een specifieke groep in de samenleving.
13
2.2.2. Pesten Het begrip pesten wordt in de literatuur vaak aan iets anders gekoppeld, zoals pesten op het werk of de meest voorkomende vorm: pesten op school. De definities van pesten die in deze literatuur gegeven worden, kunnen echter ook voor pesten in het algemeen worden gebruikt. Pesten wordt door de meeste auteurs pas gezien als pesten wanneer het pesten door het slachtoffer ook werkelijk als pesten wordt ervaren. In het boek „Treiteren op school‟ hanteert Olweus (1992) de volgende definitie: “Een persoon wordt getreiterd of gepest als hij of zij herhaaldelijk en langdurig blootstaat aan negatieve handelingen verricht door één of meer personen”.
Deze definitie geeft al een vrij goede weergave van wat we nou eigenlijk onder pesten moeten verstaan. En toch kan ook deze definitie nog iets duidelijker. Van der Meer (1999) geeft een nog specifiekere definitie, namelijk: “Pesten is het systematisch uitoefenen van psychische en/ of fysieke mishandeling door een leerling of een groep leerlingen van één of meer klasgenoten, die niet (meer) in staat zijn zichzelf te verdedigen”.
Uit deze definitie vallen heel duidelijk de verschillende partijen te halen, die bij het pesten betrokken zijn, namelijk de pester(s) en het/de slachtoffer(s). Ook het machtsverschil tussen deze beide partijen komt hieruit naar voren; de pesters hebben de machtspositie over de slachtoffers. Doordat het slachtoffer telkens weer gekleineerd wordt, zal deze op een gegeven moment een minderwaardigheidsgevoel ontwikkelen waardoor hij of zij niet meer in staat is zichzelf te verdedigen. Verder valt af te leiden dat pesten ernstiger is als plagen. Bij plagen ligt de machtspositie eerder bij beide partijen, ze zijn nog enigszins aan elkaar gelijk. Ook plagen kan niet leuk zijn, maar het is niet systematisch en niet bedreigend. Pesten echter is wel degelijk bedreigend en pesterijen zijn ook niet incidenteel, maar gebeuren regelmatig. Met andere woorden, er is sprake van een systematische uitvoering. Doordat de slachtoffers door de pesters gedomineerd worden en door de systematische druk, kan pesten volgens Van der Meer uiteindelijk psychische en/ of fysieke schade toevoegen aan de slachtoffers. Uiteindelijk kan pesten dan als volgt worden gedefinieerd: het gaat bij pesten voornamelijk om het systematisch uitoefenen van psychische en/ of fysieke mishandeling door de pester op het slachtoffer. Deze pester kan een enkele persoon zijn, maar het kan ook meerdere personen betreffen. Hetzelfde geldt voor het slachtoffer. Door de pesterijen zal het slachtoffer een minderwaardigheidsgevoel ontwikkelen waardoor hij of zij op den duur niet meer in staat is zichzelf te verdedigen. 2.2.3. Conflicten Ook hier als eerste de definitie zoals deze in het woordenboek van Van Dale terug te vinden is. Deze luidt: con·flict (het ~, ~en) 1 verschil van mening, botsing, strijd (Van Dale Online 2007)
Dit is een erg algemene definitie van conflict, aangezien deze niets zegt over degenen die betrokken zijn bij het conflict. Een uitbreiding op deze definitie geeft Brown in Pinto (2009). Hij omschrijft conflict als volgt: „Het onverenigbare gedrag van partijen waarvan de belangen verschillen‟. Hier worden naast het gedrag zelf ook de belangen van de partijen in het conflict tot uitdrukking gebracht. De emotionele kant van conflicten, wordt door Likert en Likert nog eens benadrukt (Likert & Likert 1976, 7). Zij definiëren conflict als volgt: “The active striving for one‟s own preferred outcome which, if attained, precludes the attainment by others of their own preferred outcome, thereby producing hostility”.
14
Door dit emotionele aspect ontstaan er gevoelens van vijandigheid. Deze gevoelens helpen ons bij het maken van onderscheid tussen enerzijds zaken als competitie en wedstrijd en anderzijds conflict. Toch is ook deze definitie niet waterdicht. Er wordt nog steeds ruimte gelaten voor de mogelijkheid dat slechts één van de betrokken partijen de situatie als een conflict beschouwt. Verder blijkt uit beide voorgaande definities niet dat het conflict er voor beide partijen hetzelfde uitziet. In de encyclopedie van Wikipedia wordt conflict als volgt omschreven: Een conflict is een situatie waarin twee of meer partijen doelstellingen nastreven of waarden aanhangen die onverenigbaar zijn en daardoor in botsing komen. Het is een onopgeloste tegenstrijdigheid. Conflicten kunnen optreden tussen mensen, organisaties en landen. Een conflict kan gaan om de inhoud van de kwestie of om de relatie tussen de betrokkenen. Elk van de partijen voelt zich betrokken bij de oplossing van het conflict en zal in min of meerdere mate verantwoordelijkheid voelen voor de relatie met de andere partij(en). (Wikipedia 2006: Conflict)
Ook hier wordt nadruk gelegd op onverenigbare doelstellingen waardoor botsingen tussen de partijen ontstaan. En in deze omschrijving wordt ook geen ruimte gelaten voor de mogelijkheid dat slechts één van de betrokken partijen de situatie beschouwt als een conflict. Daarom zal deze definitie in het onderzoek gehanteerd worden. 2.2.4. Verwensingen en vloeken In de onderzoeksperiode hebben vooral drie maatschappelijke veranderingen geleid tot een mentaliteitsverandering tegenover vloeken: de liberalisering van de maatschappij, het verleggen van de tolerantiegrens en de marginalisering van de godsdienst (De Jong 2005: 32). Deze drie ontwikkelingen hebben ertoe bijgedragen dat vloeken, verwensingen en ook scheldwoorden steeds meer een onderdeel van de Nederlandse taal zijn geworden. In de meeste kringen is een soort gewenning aan scheldwoorden en vloeken opgetreden, waardoor deze niet meer tot mensen doordringen of ze volkomen geaccepteerd worden. Ook het soort vloeken en verwensingen is door deze drie maatschappelijke veranderingen veranderd. Waar vroeger nog met religieuze vloeken en verbasteringen daarvan gesmeten werd, wordt er tegenwoordig eerder gebruik gemaakt van het seksuele taboe, met andere woorden van namen voor seksorganen en natuurlijke lichaamsfuncties. De niet-religieuze vloeken komen tegenwoordig vaker voor dan de religieuze vloeken. Wanneer er in dit onderzoek gesproken wordt over vloeken, zijn er twee hoofdbetekenissen te onderscheiden, namelijk „vloekwoorden gebruiken‟ en „verwensen‟. In de Van Dale staan de volgende definities van vloeken en verwensingen: Vloek 1. 2. 3.
Tot onheil strekkende uitspraak met magische kracht Uitdrukking die een verwensing, een godslastering behelst Iets dat als een vloek ervaren wordt
Vloeken 1. Godslasterende woorden spreken, krachttermen gebruiken 2. Schril aftekenen tegen Verwensing 1. Het verwensen 2. Vloek
(Van Dale Online 2007)
Dit zijn vrij algemene omschrijvingen waarbij de termen vloek en verwensing door elkaar heen gebruikt worden. De definities die Van Sterkenburg geeft zijn specifieker. Hij verstaat onder vloekwoorden gebruiken: Het bezigen van godslasteringen, godslasterlijke taal of daarvan afgeleide krachttermen gebruiken, vloekwoorden gebruiken, verwensingen uiten om zichzelf emotioneel te ontladen maar niet om iemand schade te berokkenen of te vernietigen (Van Sterkenburg 2001: 11).
15
Verwensingen worden als volgt gedefinieerd: Iemand onder al of niet uitdrukkelijke aanroeping van God, van hogere of helse machten, met onheil bedreigen; een vloek of een doem uitspreken over iemand, iemand vervloeken, iemand verwensen, iemand uit haat onheil toewensen. Het hoofdbegrip is hier „een vloek leggen op, doemen, verwensen‟ (Van Sterkenburg 2001: 11).
Het verschil tussen beide is dat er bij verwensingen altijd sprake is van een persoon op wie een verwensing gericht is. Deze persoon is het lijdend voorwerp in de verwensing die gedaan wordt. In de eerste definitie is van een dergelijke persoon geen sprake. Hier worden vloekwoorden gebruikt om aan negatieve emoties zoals woede, verdriet, afkeer en vijandigheid uiting te geven (Van Sterkenburg 2001: 11). De aanwezigheid van deze persoon maakt in dit onderzoek ´t verschil tussen verwensing en vloek. 2.2.5. Beledigingen en scheldwoorden Het begrip belediging is moeilijk te definiëren. In de Van Dale staat de volgende omschrijving van dit begrip: be·le·di·ging (de ~ (v.)) 1 het beledigen 2 (~en) uiting waarmee men iem. beledigt => affront, een klap in het gezicht, insult, insultatie, krenking, kwetsing 3 [jur.] verzamelnaam voor de misdrijven smaad, smaadschrift, laster, eenvoudige belediging en lasterlijke aanklacht (Van Dale Online 2007)
Echt duidelijk komt hier niet naar voren wat een belediging precies is. Gommer is daar in zijn onderzoek gelukkig duidelijker over. Volgens hem gaat het bij beledigingen taalkundig gezien om het aantasten van iemands eer en goede naam, waarbij met eer de „outer honor‟ bedoeld wordt: de erkenning als gelijkwaardig en volwaardig lid van de maatschappij. Dankzij deze erkenning kan een individu functioneren in een sociale omgeving. Het geeft het individu eigenwaarde en identiteit. Door een belediging wordt deze eigenwaarde en identiteit aangetast (Gommer 2005: 9). Klooster maakte in zijn onderzoek de volgende indeling van typen beledigingen. Beledigingen in algemene termen (vuile klootzak, hondenlul, kankerkop) Discriminatoire beledigingen (vieze homo, vieze pot, roetmop) Toewensen van ziektes (krijg de tering, krijg het aan je hart, kankerlijer) Racistische beledigingen (vuile vieze turk, rot op naar je eigen land) Seksistische beledigingen ( kutwijf, slet, stinkhoer, je moet je laten neuken) Feitelijke beledigingen (Hitlergroet, spugen) (Klooster in: Gommer 2005: 9)
Nu vertonen de beledigingen die Klooster onderscheidt bijzonder veel overeenkomst met scheldwoorden. Over schelden staat in de Van Dale het volgende: schel·den (onov.ww.) 1 krenkende of beledigende woorden uitspreken op heftige of ruwe toon => kijven, lelijke taal uitslaan scheld·woord (het ~) 1 beledigend woord => beschimping, invectief, schimpwoord (Van Dale Online 2007)
Schelden is dus iemand, meestal op heftige of ruwe toon, met krenkende, spottende of verwijtende woorden uitmaken voor iets lelijks. Het scheldwoord heeft in tegenstelling tot de vloek een referentiële betekenis. Scheldwoorden kunnen metaforen zijn (bijvoorbeeld bij de vergelijking met dieren: ezel, kwal) dan wel beroepen (boef, hoer) of pars-pro-toto‟s (klootzak, luilebol), terwijl de
16
vloek helemaal losgetrokken is van zijn oorspronkelijke betekenis en slechts emoties uitdrukt als schrik, verbazing, verwondering, woede, pijn, irritatie, teleurstelling, etc. (De Jong 2005: 35-36). Men richt zich bij het schelden op een concrete gesprekspartner die men door middel van het scheldwoord wil treffen en kleineren. Door te schelden willen we de uitgescholden persoon afschilderen als iemand die van de norm afwijkt, of ook wel als schender van waarden die wij belangrijk vinden. Deze waarden zijn bij het schelden van groot belang, omdat scheldwoorden zonder deze geen effect zouden hebben (Van Oudenhoven 2004, 156-158). Het woord leugenaar wordt alleen als scheldwoord gezien omdat wij de waarde eerlijkheid hierin als tegenhanger herkennen. En omdat wij intelligentie en wijsheid als belangrijke waarden beschouwen, zien we de term domkop als scheldwoord. Datzelfde geldt voor viespeuk wat naar hygiëne verwijst, zoals gek dat naar geestelijke gezondheid doet. Wanneer iemands eigenwaarde of identiteit wordt aangetast door het schenden van een waarde zal in dit onderzoek sprake zijn van een belediging of scheldwoord. Deze zeven spanningen zullen in het vooronderzoek verder onder de loep genomen worden. 2.3. Striptechniek De strip- en de filmtechniek hebben veel met elkaar gemeen. Beiden laten met behulp van verschillende technieken de kijker een beeld op een bepaalde manier interpreteren. Chandler schreef een artikel over de ´grammatica´ van televisie en film. Deze grammatica bestaat uit bepaalde algemene overeenkomsten die gelden in de wereld van televisie en film (Chandler 1994). In zijn artikel bespreekt hij specifieke cameratechnieken, onder andere: - De afstand van het object tot de camera, ook wel shotgrootte genoemd. - De hoek van waaruit het shot gemaakt wordt. Een shot kan bijvoorbeeld vanaf een hoog of van een laag camerastandpunt gemaakt worden. Dezelfde technieken worden ook in strips toegepast, al hebben ze andere namen. De shotgrootte bijvoorbeeld wordt in de striptechniek omschreven als plankeuze en de hoek van waaruit een shot gemaakt wordt, heet in de striptechniek de keuze van de gezichtshoek. De Jong maakt in haar onderzoek naar beeldtechnieken gebruik van de categorisering van Wermke (De Jong 2005). Deze zogenoemde beeldende middelen die in een strip worden gebruikt voor het overbrengen van een bepaalde boodschap, noemt Wermke de „bildliche Darstellungsmittel‟ en juist haar categorisering is voor mijn onderzoek ideaal om te analyseren hoe beledigingen visueel ondersteund worden, ook al is de literatuur al wat verouderd (Wermke 1976: 96). Deze beeldende middelen kunnen opgedeeld worden in compositorische middelen en symbolische middelen. 2.3.1. Compositorische middelen Compositorische middelen kunnen als het ware gezien worden als filmische middelen. Volgens Wermke is namelijk het enige verschil tussen film en strip het feit dat bij film en televisie het beeld beweegt waar het in een strip stilstaat. Het knip-principe komt uit de filmwereld. Hierbij wordt het verhaal verknipt in afzonderlijke afbeeldingen, de zogenoemde ´platen´. Een dergelijke plaat moet interessant, optisch aantrekkelijk, begrijpelijk en noodzakelijk in samenhang zijn. Hoe een verhaal verknipt wordt is dus totaal afhankelijk van de inhoud. Het verknippen van de platen kan gemanipuleerd worden om ervoor te zorgen dat een bepaald effect verkregen wordt. Deze manipulaties zijn vaak weer te koppelen aan het filmische aspect dat strips hebben. Zo kan de indruk van een draaiende camera verkregen worden door één bepaald beeld te verdelen over twee verschillende platen (zie figuur 1).
17
Figuur 1: fragment uit Donald Duck extra 2001, nummer 2
Een snelle opeenvolgende wisseling van perspectieven kan ook een beweging realiseren. Ook sterke verschillen in grootte tussen voor- en achtergrond hebben dit effect (zie figuur 2).
Figuur 2: fragment uit Donald Duck 2002, nummer 17
De tijdsprongen die tussen de verschillende platen optreden kunnen in lengte verschillen. Er is dan sprake van een verschil tussen de verteltijd en de vertelde tijd, waar ook boeken vaak gebruik van maken. Wanneer de verteltijd langer is dan de vertelde tijd worden de gebeurtenissen als belangrijk afgebeeld. Wanneer de verteltijd korter is dan de vertelde tijd kan de gebeurtenis als minder vermeldenswaardig worden beschouwd. In films wordt ook vaak met de reikwijdte van het beeld gespeeld. Dit geldt voor strips net zo. Doordat de tekenaar verschillende camerastanden nabootst kunnen er verschillende beelden gepresenteerd worden. Zo kan dan een plaat getekend worden waar een totaalbeeld uit blijkt, er kan alleen een detail getoond worden, maar ook vergezichten zijn dan een optie. Naast het spelen met de reikwijdte van de beelden, biedt ook het gebruik van verschillende kleuren vele mogelijkheden (Wermke 1976: 97). Wanneer men in films probeert een griezelig effect te creëren zullen vooral donkere kleuren en schaduweffecten worden gebruikt. Dit geldt voor de tekenaars van stripverhalen net zo. Het onderstaande fragment is daar een voorbeeld van.
18
Figuur 3: Fragment uit Donald Duck 1993, nummer 1
Het tegenovergestelde kan natuurlijk ook gecreëerd worden. Wanneer men een vrolijke, zonnige dag aan het strand wil uitbeelden zullen juist vrolijke en lichte kleuren gebruikt worden. Door kleurgebruik kan meer echtheid aan het beeld gegeven worden, het doet levendiger aan. Sommige oude strips worden nog steeds in zwart-wit uitgegeven en het verschil is duidelijk te merken. Wij zien de werkelijkheid immers ook in kleur. Wel kan er, door in een kleurenstrip opeens een bepaalde plaat in zwart-wit weer te geven, extra aandacht naar deze plaat getrokken worden. En andersom geldt natuurlijk hetzelfde. Deze compositorische middelen kunnen per strip verschillen. Waar Wermke deze compositorische middelen zeer beknopt bespreekt, geeft Roux (1970) een meer gedetailleerde analyse. Hij heeft de middelen die in strips gebruikt worden grondig geanalyseerd en de beelden in strips aan de hand van de volgende compositorische middelen ontleedt. 2.3.1.1. De keuze van het plan a. Het „plan d‟ensemble‟ In deze plankeuze worden niet alleen de figuren maar ook de achtergrond van deze figuren weergegeven (Roux 1970: 31). Deze plankeuze zullen we dus vaak in het begin van een strip aantreffen wanneer het van belang is om de figuren in een bepaalde omgeving te plaatsen. Een decor of een achtergrond leent zich hiervoor bijzonder goed (zie figuur 4).
Figuur 4: Een 'plan d'ensemble' uit Donald Duck 1993, nummer 1
19
b. Het „gros plan‟ Hier is nog wel sprake van een achtergrond, maar de figuren worden hier weer voluit afgebeeld en krijgen ook de volledige aandacht. Het decor doet hier eerder dienst als een vage situering en drukt volgens Roux eerder psychologische toestanden uit. c. Het „plan moyen‟ De volgende plankeuze die Roux bespreekt is het „plan moyen‟. Dit plan verschilt niet bijzonder veel van het „gros plan‟. Ook hier zijn de figuren volledig te zien en is ook sprake van een vage achtergrond. Het verschil met het „gros plan‟ is dat de aandacht in het „plan moyen‟ meer gericht is op de actie (zie figuur 5). De expressiviteit van de figuren is hier volgens Roux puur formeel en niet meer psychologisch zoals dat bij het „gros plan‟ het geval was.
Figuur 5: Een voorbeeld van een 'plan moyen' uit Donald Duck 1982, nummer 22
d. Het „plan américain‟ Bij het plan américain worden de figuren niet meer voluit getoond, maar zijn nog slechts tot aan de taille afgebeeld. Doordat de figuren daardoor automatisch groter getoond worden, kunnen ook gezichtsuitdrukkingen en gebarentaal in dit plan worden gebruikt. Juist door deze voordelen wordt het „plan américain‟ volgens Roux vooral in narratieve passages gebruikt. Het decor speelt nog maar een kleine rol.
Figuur 6: Een 'plan américain' uit Donald Duck 1985, nummer 21
e. Het „plan rapproche‟ Hier worden de figuren niet meer tot de taille getoond, maar worden alleen het hoofd en de schouders van de figuren afgebeeld. Het decor wat hier nog aan de orde is, is te verwaarlozen.
20
Figuur 7: Voorbeeld van een 'plan rapproche' uit Donald Duck 1978, nummer 30
f. De „close up‟ De laatste plankeuze van Roux is de „close up‟. Hier worden slechts details van een lichaam weergegeven, zoals alleen het hoofd, een voet of een oor (zie figuur 8).
Figuur 8: Een 'close up' uit Donald Duck 2000, nummer 43
2.3.1.2. De keuze van de gezichtshoek a. Het „vogelperspectief‟ Wanneer dit perspectief gebruikt wordt, lijkt het voor de lezer alsof deze van boven neerkijkt op het gebeuren. Dit perspectief wordt vaak gebruikt wanneer men een overzicht wil geven, maar is ook uiterst geschikt om inferioriteit mee aan te tonen. Het volgende fragment is een voorbeeld van het vogelperspectief.
Figuur 9: 'Vogelperspectief' in Donald Duck 2000, nummer 43
b. Het „kikkerperspectief‟ Bij dit perspectief vindt precies het tegenovergestelde plaats. Hier kijkt de lezer vanaf de grond mee en kijkt daarmee tegelijkertijd tegen de figuren op. Maar ook dit perspectief kan gebruikt worden om een overzicht te geven, namelijk van dat wat zich boven „de camera‟ afspeelt. En waar het vogelperspectief gebruikt wordt om inferioriteit te suggereren, wordt het kikkerperspectief juist gebruikt om superioriteit af te beelden (zie figuur 10).
21
Figuur 10: Het kikkerperspectief in Donald Duck 2002, nummer 50
2.3.1.3. De keuze van de beeldgrootte Onder de keuze van de beeldgrootte wordt de variatie van de beeldgrootte en de panoramische beweging verstaan. De tekenaar heeft bij het tekenen van zijn strip namelijk de mogelijkheid om de platen te vergroten of te verkleinen. Er zijn vier soorten beeldgrootte mogelijk, namelijk de keuze tussen een klein of een groot beeld en de keuze tussen een horizontale of een verticale uitrekking. Deze keuzes zijn volgens Roux op bepaalde principes gebaseerd en hebben natuurlijk ook mooiere namen.
a. „élargissement‟ Door het beeld horizontaal uit te rekken kan een bepaalde beweging worden versterkt (figuur 11).
Figuur 11: voorbeeld van een 'élargissement' uit Donald Duck 2006, nummer 16
b. „élongement‟ Door het beeld verticaal uit te rekken wordt de nadruk op stijgen en dalen in de afbeelding versterkt.
Figuur 12: 'élongement' uit Donald Duck 2005, nummer7
c. „Travelling‟ Hier wordt een overzicht gegeven doordat de „camera‟ zich als het ware terugtrekt van de situatie. In sommige gevallen wordt de „camera‟ juist dichterbij gezet. Door „travelling‟ kan een figuur in zijn vertrouwde omgeving getoond worden, zonder dat de nadruk meteen op de figuur zelf valt.
22
Figuur 13: 'Travelling' in Donald Duck 2006, nummer 16
d. „Split panel‟ Van „split-panel‟ is sprake wanneer verschillende velden tegelijkertijd in een plaatje gerepresenteerd kunnen worden. De lezer moet zich een bepaald tijdsverloop kunnen voorstellen, zonder dat dit met woorden wordt aangegeven. Zo wordt in strips regelmatig de toevoeging „minuten later‟ of „de volgende dag‟ geplaatst, terwijl ook met alleen beeld een bepaald tijdsverloop aangetoond kan worden. Het „split-panel‟ is hier een voorbeeld van. Daarbij worden twee of meer platen door eenzelfde achtergrond met elkaar verbonden. Deze achtergrond strekt zich over beide platen uit. De handelende figuren kunnen dan door elk plaatje van links naar rechts bewegen, als het ware langs de achtergrond. Figuur 14 is hier een voorbeeld van.
Figuur 14: 'Split-panel' uit Donald Duck 1977, nummer 44
2.3.2. Symbolische middelen Wermke onderscheidt naast de compositorische middelen ook nog de symbolische middelen. Zij deelt deze middelen op in twee subcategorieën: de formele en de inhoudelijke symbolische middelen. 2.3.2.1. Formele symbolische middelen Onder deze middelen vallen de leestekens, de aard die deze leestekens kunnen hebben en de mimiek en geste die in beelden gebruikt kunnen worden.
23
a. Leestekens Heel karakteristiek voor strips is de grote hoeveelheid leestekens die gebruikt wordt. In de Donald Duck wordt bijzonder vaak gebruik gemaakt van het uitroepteken maar ook vraagtekens en een combinatie van beide wordt regelmatig aangetroffen. Deze leestekens kunnen gebruikt worden om een bepaalde gemoedstoestand van een figuur weer te geven. Zo kan een vraagteken wijzen op verrassing of een aarzeling en het gebruik van een uitroepteken kan wijzen op onthutsing of ontsteltenis van een figuur. Een combinatie van beide leestekens analyseert een gegeven reactie in haar context. Het vraagteken duidt erop dat de figuur eerst niet weet wat er gaande is en praktisch meteen daarna staat hij versteld door wat hij ziet of hoort; het uitroepteken. Alle gemoedstoestanden kunnen versterkt worden, door een bepaald leesteken meerdere malen achter elkaar te gebruiken, zoals in figuur 15 gebeurd.
Figuur 15: Gebruik van leestekens in Donald Duck 1973, nummer 34
b. De aard van de leestekens Informatie kan extra duidelijk worden gemaakt door de aard van de leestekens aan te passen. Zo kunnen de grootte en de kleur, maar ook het type van de letters aangepast worden. Door bijvoorbeeld bepaalde letters groot af te beelden kan duidelijk worden wie er schreeuwt en door kleine letters wordt gefluister aangetoond. Door dikgedrukte letters kan extra nadruk gelegd worden op bepaalde uitingen (figuur 16).
Figuur 16: Aard van lettertekens in Donald Duck 1985, nummer 21
c. Mimiek en geste Niet alleen met lettertypes kunnen emoties worden uitgedrukt. We kunnen ons lichaam ook inzetten om emoties tot uiting te brengen. De meeste stripfiguren hebben de gave om hun gezicht in de meest bijzondere uitdrukkingen te zetten, waardoor de lezer precies weet welke emotie er bedoeld wordt. Aan het gezicht kunnen we het meeste aflezen, maar ook bepaalde lichaamsposes kunnen hiertoe
24
bijdragen. Mimiek heeft vooral betrekking op het gezicht en geste eerder op het gehele lichaam. Omdat er altijd maar één emotie tegelijk tot uiting gebracht kan worden, zijn beide wel onlosmakelijk met elkaar verbonden (figuur 17).
Figuur 17: Mimiek en geste in Donald Duck 1985, nummer 21
2.3.2.2. Inhoudelijke symbolische middelen Bij de inhoudelijke symbolische middelen maken we een analyse die verder de diepte in gaat. Er wordt dan gelet op de volgende aspecten. a. De personen, types en figuren De meeste figuren die een rol spelen in stripverhalen hebben een „flat character‟. Dit wil zeggen dat een dergelijk figuur in de loop van het verhaal geen bijzondere ontwikkelingen doormaakt en ook in volgende verhalen nauwelijks verandert. Dit gaat vooral op voor de hoofdpersonen van een verhaal. Zo blijft Donald Duck in alle verhalen een pechvogel met een opvliegend karakter. Maar het hoeft hier niet alleen het karakter te betreffen. Het beroep van een bepaald figuur kan ook al veel zeggen. In de beelden zullen de kleding, het postuur, maar ook de blik van andere figuren op een persoon veel kunnen vertellen. Figuur 18 is hier een voorbeeld van.
Figuur 18: Fragment uit Donald Duck 1994, nummer 12
b. De tijd Het verhaal dat verteld wordt en de gebeurtenissen die daarin plaatsvinden, spelen in een bepaalde tijd. De beelden die wij zien geven ons een bepaald tijdsbesef. Wat we bijvoorbeeld aan kleding, leefgewoontes, rangverschillen, techniek en omgeving zien kan de lezer een duidelijk beeld geven van het wanneer waarin een bepaalde gebeurtenis speelt. Er zijn daarbij drie mogelijkheden. Het verhaal speelt óf in het verleden, óf in het heden, óf in de toekomst. De techniek kan gebruikt worden om sprongen in de verschillende tijden mogelijk te maken. Zo vindt bijvoorbeeld Willie Wortel regelmatig
25
iets uit waardoor Donald Duck en de neefjes door de tijd heen kunnen reizen en daardoor in het verleden of in de toekomst terecht kunnen komen.
Figuur 19: Tijd in Donald Duck extra 2003, nummer 6
c. Plaats Het laatste inhoudelijk symbolische middel is de plaats waarin bepaalde gebeurtenissen zich afspelen. Ook hier zijn het de omgevingsfactoren die een lezer laten zien in welke context een gebeurtenis geplaatst kan worden. In welk landschap, of milieu speelt het verhaal zich af?
Figuur 20: Fragment uit Donald Duck 2002, nummer 17
Het vergt van de lezer enige concentratie, maar wanneer de strip niet slechts oppervlakkig gelezen wordt, maar het beeld aandachtig bestudeerd wordt, kan hij of zij veel verborgen aspecten ontdekken. De ´bildliche Darstellungsmittel´ van Wermke zullen helpen om te achterhalen hoe beledigingen door de tijd heen in de Donald Duck weergegeven worden.
26
3. Analysemethode en werkwijze vooronderzoek In dit hoofdstuk wordt nader toegelicht hoe ik mijn corpus wil analyseren om mijn vraagstelling te kunnen beantwoorden. 3.1. Samenstelling corpus Het eerste Donald Duck Weekblad dat in Nederland is uitgebracht, kwam in 1952 van de pers rollen. Tot op de dag van vandaag bestaat dit blad nog en verschijnt er trouw iedere week een uitgave. Mijn broertje is een fervent Donald Duck lezer waardoor het eenvoudig was om aan de edities vanaf 2000 te komen. Een vriend van mij is echter een regelrechte fan en heeft vanaf 1970 bijna alle weekbladen op zolder liggen, waarvan ik voor het samenstellen van mijn corpus gebruik kon maken. Minder eenvoudig bleek het te zijn om aan uitgaves te komen vanaf 1952 tot en met 1969. Gelukkig beschikt de bibliotheek van de Rijksuniversiteit van Groningen over de weekbladen uit 1953 en 1954. Verdere bladen uit dit decennia heb ik niet kunnen achterhalen, vandaar dat ik in mijn analyse alleen gebruik maak van uitgaves uit deze beide jaren. Voor weekbladen uit de jaren zestig ben ik in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag terecht gekomen. Deze beschikt over een zeer grote collectie Donald Duck Weekbladen, waaronder ook vele weekbladen uit de jaren 1960 tot en met 1969. Ik heb uit elk decennia vier weekbladen gekozen om in dit onderzoek te analyseren. De enige voorwaarden die ik daarbij gesteld heb, zijn dat de vier zo goed mogelijk over het hele decennia verdeeld zijn, en dat het allereerste verhaal in het weekblad een Donald Duck verhaal is. Dit laatste wil ik kort toelichten. Het Donald Duck Weekblad bestaat uit meerdere verhalen, waarvan het verhaal waarmee het blad begint het belangrijkste en langste verhaal is. De overige verhalen zijn vaak kort en beslaan in bijna alle gevallen niet meer dan 7 pagina´s. Om een variabele als de lengte van een verhaal uit te kunnen sluiten heb ik ervoor gekozen alleen de eerste verhalen uit het weekblad in mijn corpus op te nemen. Deze zijn namelijk in lengte het beste met elkaar te vergelijken, waardoor ook de vergelijking van analyseresultaten uit deze verhalen betrouwbaarder wordt. In negen van de tien gevallen zal een Donald Duck Weekblad beginnen met een verhaal waarin Donald Duck een rol speelt. Maar in sommige gevallen begint het weekblad met een ander verhaal, zoals dat over de boze wolf. Mijn onderzoek richt zich alleen op Donald Duck verhalen, daarom zijn weekbladen die met een ander verhaal beginnen niet in het corpus opgenomen, ook als bleek dat verderop in het weekblad wel een Donald Duck verhaal stond. Daarmee heb ik geprobeerd verborgen variabelen zoals de plaats in het weekblad, zoveel mogelijk uit te sluiten. In de loop van de jaren is de lay-out van het weekblad veranderd. In de eerste uitgave van 1953 staan bijvoorbeeld twee verhalen door elkaar heen afgebeeld. Op pagina 3 bevindt zich het Donald Duck verhaal, op pagina 4 een verhaal over de grote boze wolf, pagina 5 is weer een pagina Donald Duck, pagina 6 het boze wolf verhaal, etc. In mijn corpus gaat dit op voor de verhalen uit de jaren 1953 en 1954, waarbij in een dergelijk geval alleen het Donald Duck verhaal is opgenomen. In totaal bestaat mijn corpus uit 24 verhalen, vier uit ieder decennia. Ik heb geprobeerd deze verhalen zo goed mogelijk over het hele decennia te verspreiden. De uitzonderingen hierop zijn de verhalen uit de jaren ´50. Hier had ik alleen beschikking over de verhalen uit 1953 en 1954, vandaar dat er in dit decennia twee verhalen uit hetzelfde jaar gekozen zijn. Ook voor het laatste decennia bestaat een uitzondering. In 2007 heb ik mijn corpus samengesteld. Het laatste afgeronde jaar en daarmee dus ook het laatste complete jaar Donald Duck Weekbladen was 2006. Dit ´decennia´ beslaat dus slechts zes jaar. Het complete corpus is in bijlage 1 terug te vinden. Tot slot wil ik nog een laatste belangrijk feit met betrekking tot mijn corpus vermelden. Omdat vele exemplaren uit de collectie Donald Duck Weekbladen in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag zeer zeldzaam zijn, was het alleen mogelijk deze in te zien, niet om ze uit te lenen. Daardoor was ik helaas
27
ook gebonden aan de kopieermogelijkheden van de bibliotheek zelf, welke op dat moment helaas alleen beschikte over een zwart-wit kopieerapparaat. Alle andere verhalen zijn wel in kleur opgenomen, maar door deze uitzondering speelt de variabele kleur in dit onderzoek geen rol. 3.2. Methode en werkwijze vooronderzoek Om mijn vraagstelling te beantwoorden heb ik deze in twee deelvragen opgesplitst. Het antwoord op de eerste deelvraag is van essentieel belang voor de beantwoording van deelvraag twee. Aan de hand van een vooronderzoek wil ik deelvraag één beantwoorden, waaruit moet blijken in welke mate gedefinieerde negatieve spanningen in de Donald Duck verhalen van 1953 tot en met 2006 voorkomen. De exacte vraagstelling luidt: In welke mate komen discriminatie, pesten, conflicten, vloeken, verwensingen, beledigingen en scheldwoorden voor in de Nederlandse stripreeks Donald Duck van 1953 tot en met 2006? Deze spanningen zijn in voorgaand hoofdstuk al besproken. Ik wil de zeven begrippen hier nog eens kort bespreken op een manier die ze voor het vooronderzoek bruikbaar maakt. 3.2.1. Discriminatie Discriminatie is uitgebreid aan de orde gekomen in paragraaf 2.2.1. van het theoretisch kader. Er zijn een aantal kenmerken van het begrip discriminatie besproken aan de hand waarvan een nieuwe definitie van discriminatie is ontstaan. Discriminatie is:
Het maken van een ongeoorloofd onderscheid op basis van geslacht, ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, fortuin, leeftijd, geloof of levensbeschouwing, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap, fysieke eigenschap alsmede vooroordelen ten aanzien van een specifieke groep in de samenleving of ten aanzien van een individu als lid van een specifieke groep in de samenleving.
Uit deze definitie kunnen een vijftal kenmerken worden afgeleid die voor de analyse zelf van nut zijn. Hieronder staan ze nog eens opgesomd: 1. Er wordt een ongeoorloofd onderscheid gemaakt. 2. Er wordt onderscheid gemaakt op basis van niet ter zake doende kenmerken, zoals leeftijd, geslacht, etc. 3. Het onderscheid wordt op basis van vooroordelen gemaakt. 4. Het onderscheid heeft betrekking op een specifieke groep uit de samenleving. 5. Het heeft betrekking op één of meerdere individuen als lid van een specifieke groep uit de samenleving. Wanneer deze vijf kenmerken terug gevonden worden in een relatie tussen figuren in de verhalen, is er sprake van discriminatie. 3.2.2. Pesten Het tweede begrip dat hier aan de orde komt is pesten. In paragraaf 2.2.2. zijn verschillende definities van pesten besproken aan de hand waarvan ook weer een aantal specifieke kenmerken zijn af te leiden welke voor de analyse relevant zijn. Ook hier betreft het weer een vijftal kenmerken die hier kort weergegeven worden: 1. Pesten komt systematisch voor. 2. Bij pesten betreft het een psychische en/ of een fysieke mishandeling. 3. Het slachtoffer bestaat uit één of uit meerdere personen. 4. Ook de pester bestaat uit één of uit meerdere personen. 5. Een laatste essentieel punt is dat het slachtoffer niet in staat is zichzelf te verdedigen.
28
Wanneer deze vijf kenmerken teruggevonden worden in een relatie tussen figuren in de verhalen, is er sprake van pesten. 3.2.3. Conflicten Ook het begrip conflicten is in paragraaf 2.2.3. al besproken. De verschillende definities en omschrijvingen zijn hierin opgenomen en aan de hand daarvan zijn ook hier weer een viertal kenmerken geselecteerd: 1. Bij een conflict zijn minimaal twee partijen betrokken. 2. De door de ene partij gewenste doelstelling of uitkomst is onverenigbaar met de door anderen gewenste doelstelling of uitkomst. 3. Deze onverenigbaarheid tussen de verschillende uitkomsten roept negatieve gevoelens op of leidt tot botsingen tussen de partijen. 4. Een conflict hoeft niet noodzakelijkerwijs door de partijen als een conflict erkend te worden. Dit laatste kenmerk vereist enige uitleg. Niet alle auteurs waren het erover eens dat een conflict ook als zodanig erkend moet worden door de partijen, voordat er werkelijk sprake is van een conflict. De partijen kunnen het conflict dus ieder op hun eigen wijze interpreteren, waardoor het mogelijk is dat de ene partij het als veel zwaarder beschouwd als de ander. Vandaar dit laatste kenmerk. Wanneer deze vier kenmerken gevonden worden in de relaties tussen de verschillende figuren is er sprake van een conflict. 3.2.4. Verwensingen en vloeken Ook de verwensingen en vloeken zijn al eerder aan de orde geweest. Aan de hand van de verschillende definities die hier gegeven zijn, kunnen ook enkele kenmerken aangegeven worden. Voor verwensingen zijn dit: 1. Er is sprake van een persoon op wie de verwensing zich richt, iemand die vervloekt, gelasterd of verwenst wordt. 2. Het betreft hier godslasteringen, godslasterlijke taal of daarvan afgeleide krachttermen, waaronder ook de bastaardvloeken vallen. Voor vloekwoorden kunnen de volgende kenmerken onderscheiden worden: 1. Het betreft hier godslasteringen, godslasterlijke taal of daarvan afgeleide krachttermen, waaronder ook de bastaardvloeken vallen. 2. Deze worden gebezigd om zichzelf emotioneel te ontladen maar niet om iemand schade te berokkenen of te vernietigen. Wanneer deze kenmerken teruggevonden worden in de relaties tussen de verschillende figuren in de verhalen, is er sprake van verwensingen of vloeken. 3.2.5. Scheldwoorden en beledigingen En tot slot de beledigingen en scheldwoorden. En zijn verschillende definities en uitingen besproken en aan de hand daarvan zijn een aantal kenmerken voor de analyse te noemen: 1. Door de belediging of het scheldwoord wordt de eigenwaarde en de identiteit van iemand aangetast. 2. Iemand met krenkende, spottende of verwijtende woorden uitmaken voor iets lelijks, meestal op heftige of ruwe toon. 3. Men richt zich met een scheldwoord of belediging direct op een concrete gesprekspartner die men wil treffen en kleineren. 4. Door middel van schelden of beledigen wordt iemand afgeschilderd als van de norm afwijkend. Wanneer deze vier kenmerken teruggevonden worden in de relaties tussen de figuren in de Donald Duck verhalen, is er sprake van scheldwoorden en/ of beledigingen. Een scheldwoord bestaat daarbij uit een enkel woord, terwijl een belediging meerdere zinnen kan beslaan.
29
3.3. Categoriseringstabellen In het vooronderzoek heb ik gebruik gemaakt van een categoriseringstabel om de spanningen te analyseren. Deze ziet er als volgt uit: Jaar Nummer Blz Cartoon Negatieve Zender Ontvanger Betrokken Uiting Argumentatie spanning partijen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. Ad 1. Hier wordt het jaartal aangegeven waarin de negatieve spanning voorkomt. Ad 2. Hier wordt het bladnummer weergegeven waarin de negatieve spanning voorkomt. Ad 3. Het bladzijdenummer komt overeen met het paginanummer van het betreffende Donald Duck Weekblad. Ad 4. Het cartoonnummer komt overeen met het nummer van het ´plaatje´ op de bladzijde en de tekst op dit ´plaatje´ op de betreffende pagina. De verschillende plaatjes waaruit een bladzijde is opgebouwd, worden ook cartoons genoemd. De eerste cartoon op een bladzijde heeft daarmee altijd cartoonnummer 1, enz. Ad 5. Hier wordt de desbetreffende spanning genoemd waarvan sprake is. Ad 6. Hier wordt de naam van de zender genoteerd. Indien de zender niet één van de hoofdpersonen uit de strip is (dat wil zeggen niet Donald Duck, de neefjes, Dagobert Duck, Katrien, Guus Geluk, Bolderbast of Willie Wortel) noch de auteur (bij een epische tekst) dan wordt hier, naast de eventuele naam ook het beroep of de gedaante van de zender vermeld. Bijvoorbeeld: de melkboer, of de passant. Ad 7. Hier wordt de naam van de ontvanger genoteerd. Indien de ontvanger niet één van de hoofdpersonen uit de strip is (dat wil zeggen niet Donald Duck, de neefjes, Dagobert Duck, Katrien, Guus Geluk, Bolderbast of Willie Wortel) dan wordt hier, naast de eventuele naam ook het beroep of de gedaante van de ontvanger vermeld. Bijvoorbeeld: de melkboer, of de passant. Ad 8. In het geval van een conflict is er geen zender of ontvanger te bepalen, maar worden de betrokken partijen bij het conflict vermeld. Indien één of beide betrokken partijen niet één van de hoofdpersonen uit de strip is (dat wil zeggen niet Donald Duck, de neefjes, Dagobert Duck, Katrien, Guus Geluk, Bolderbast of Willie Wortel) dan wordt hier, naast de eventuele naam ook het beroep of de gedaante van de betrokken partij vermeld. Bijvoorbeeld: de melkboer, of de passant. Ad 9. Hier wordt de uiting genoemd aan de hand waarvan de negatieve spanning te herkennen is. Wanneer dit geen concrete tekst is, zoals bij een conflict vaak het geval is, wordt omschreven hoe de negatieve spanning tot uiting komt. Ad 10. Hier wordt een argumentering gegeven om aan te tonen waarom het de benoemde spanning betreft. De resultaten van het vooronderzoek worden in het volgende hoofdstuk besproken.
30
4. Analyseresultaten vooronderzoek Het gaat te ver om in dit hoofdstuk alle analyseresultaten van het vooronderzoek weer te geven. Daarom zullen hier alleen de belangrijkste resultaten besproken worden. Een overzicht van alle analyseresultaten is in bijlage 1 terug te vinden. De bedoeling van het vooronderzoek was relevante informatie te vinden waarmee de eerste deelvraag te beantwoorden is, namelijk: In welke mate komen discriminatie, pesten, conflicten, verwensingen, vloeken, beledigingen en scheldwoorden voor in de stripverhalen van Donald Duck van 1953 tot en met 2006? De complete analyse is terug te vinden in bijlage 1. Dezelfde analyseresultaten staan nog eens in bijlage 2, maar dan zonder de uitingen zelf en de argumentatie. Dit omdat het bij deze laatste vaak lappen tekst betreft die het overzicht geen goed doen. Daarom is in bijlage 2 alleen een overzicht opgenomen waaruit de spanningen zelf naar voren komen, maar zonder hun verschijningsvorm. In totaal zijn er 379 negatieve spanningen teruggevonden in het corpus. Opgesplitst per spanning levert dit de volgende resultaten op: 4x discriminatie, 95x pesten, 48x conflicten, 35x vloeken, 1x verwensing, 156x beledigingen en 40x scheldwoorden. Gepresenteerd in een taartdiagram ziet dit er als volgt uit:
Scheldwoord
Discriminatie Pesten
Belediging
Conflict Verwensing Vloek
Diagram 1: overzicht negatieve spanningen
Uit dit diagram blijkt dat de meerderheid van de gevonden spanningen bestaat uit beledigingen en scheldwoorden. Het zijn dan ook deze negatieve spanningen die in het vervolg van dit onderzoek centraal zullen staan. Om ook iets over de ontwikkeling binnen de geselecteerde tijdsperiode te kunnen zeggen, zijn de resultaten verder gecategoriseerd naar de zes decennia die het corpus beslaat. Door de resultaten niet per jaar, maar per decennia op te splitsen hoop ik iets over de ontwikkeling van de negatieve spanningen te kunnen zeggen. Omdat vloeken en verwensingen in dezelfde categorie vallen heb ik deze twee spanningen in de opsplitsing samen getrokken tot één categorie. Dit houdt in dat de enkele verwensing die tijdens het vooronderzoek gevonden is, in de categorie vloeken is opgenomen. Ditzelfde is gedaan voor de spanningen ´belediging´ en ´scheldwoord´. Het verschil tussen beide is relatief klein, daarom zijn ook deze twee in één categorie samengevoegd in de volgende diagrammen.
31
2
30 25
1,5
20
1
Discriminatie
15
Pesten
10
0,5
5
0
0
´50 ´60 ´70 ´80 ´90 ´00
´50 ´60 ´70 ´80 ´90 ´00
Diagram 2: Ontwikkeling discriminatie
Diagram 3: Ontwikkeling pesten
Uit diagram 2 valt af te lezen dat er in de jaren ´50 tot en met ´70 een enkel geval van discriminatie terug te vinden valt in de Donald Duck verhalen. Maar vanaf de jaren ´80 tot en met 2006 zijn deze niet meer gevonden. Omdat het in de decennia waarin discriminatie aangetroffen is, slechts één of twee gevallen betreft, zou ik hier niet willen spreken over een duidelijke ontwikkeling een bepaalde kant op. Diagram 3 laat een constante verschijning van de aangetroffen pesterijen zien. Ook hier valt niet te concluderen dat deze een bepaalde kant op gaat. Het aantal pesterijen in de jaren ´50 is ongeveer net zo hoog als in de jaren ´90, maar ook de twee dipjes in de jaren ´60 en ´00 verschillen nauwelijks van elkaar. 16 14 12 10 8 6 4 2 0
10 8 6 Conflicten
Vloeken
4 2 0
´50 ´60 ´70 ´80 ´90 ´00
Diagram 4: Ontwikkeling conflicten
´50 ´60 ´70 ´80 ´90 ´00
Diagram 5: Ontwikkeling vloeken en verwensingen
Ook het aantal aangetroffen conflicten in het vooronderzoek toont geen duidelijke ontwikkeling een bepaalde kant op (diagram 4). Als we de jaren ´90 even buiten beschouwing laten, zouden we misschien over een lichte daling van het aantal conflicten kunnen spreken, maar omdat het ook hier weer verschillen van slecht enkele gevallen betreft, wil ik deze conclusie niet trekken. Voor diagram 5 is wel een bepaalde verschuiving te zien. Als we ook hier de jaren ´90 even buiten beschouwing laten is er sprake van een duidelijke stijging van het aantal vloeken. Maar ook hier betreft het weer sprongen van slecht een enkel geval waardoor ik ook hier een dergelijke conclusie niet betrouwbaar vindt.
32
50 40 30 Beledigingen
20 10 0 ´50 ´60 ´70 ´80 ´90 ´00
Diagram 6: Ontwikkeling beledigingen en scheldwoorden
Voor de ontwikkeling van het aantal beledigingen en scheldwoorden kunnen we voor het eerst spreken over een duidelijke verschuiving. Hier is naar mijn mening wel sprake van een duidelijke stijging. De jaren ´80 wijken licht af van dit patroon, maar omdat het bij de stijging hier niet slechts een enkel geval betreft, maar een significant aantal extra gevallen, is hier wel van een stijgende ontwikkeling te spreken. Voor het overzicht staan de vijf categorieën hieronder nog eens samen afgebeeld. In de literatuur is de theorie van Toonder besproken die aangeeft dat strips in zouden moeten gaan op de karaktereigenschappen van de mens en dat verschillende materiële en geestelijke conflicten symbolisch weergegeven moeten worden. En karaktereigenschappen van mensen bestaan uit goede en slechte eigenschappen. De materiële en geestelijke conflicten die hij bespreekt verwijzen rechtstreeks naar de conflicten die in het Donald Duck weekblad gevonden zijn. Deze theorie wordt in het vooronderzoek dus bevestigd. Er komen verschillende negatieve spanningen in het Donald Duck weekblad aan de orde. Wanneer we al deze spanningen per decennia samen nemen, krijgen we ook een overzicht van de ontwikkeling van de negatieve spanningen in het algemeen. Worden deze minder of juist meer aangetroffen naarmate de tijd verstrijkt of valt een dergelijke ontwikkeling helemaal niet te herkennen? Diagram 7 laat de ontwikkeling zien van de jaren vijftig tot ons huidige decennia. 90 80 70 60 50 Negatieve spanningen
40 30 20 10 0 ´50
´60
´70
´80
´90
´00
Diagram 7: Ontwikkeling negatieve spanning
Uit dit diagram valt voorzichtig af te leiden dat er door de jaren heen sprake is van een lichte stijging van het aantal negatieve spanningen. Daarmee is deelvraag één beantwoordt. In het verdere onderzoek staan beledigingen en scheldwoorden in de schijnwerpers.
33
5. Analysemethode en werkwijze hoofdonderzoek Uit het vooronderzoek is gebleken dat beledigingen en scheldwoorden samen meer dan de helft van alle gevonden negatieve spanningen uitmaken. Daarom zullen deze beide spanningen in het vervolgonderzoek nader onderzocht worden. De verdere analyse moet uiteindelijk een antwoord geven op de tweede deelvraag, namelijk: Hoe worden beledigingen in de Donald Duck verbaal en in beeld gerealiseerd tussen 1953 tot en met 2006? In dit hoofdstuk wil ik bespreken hoe ik tot een antwoord op deze vraag wil komen. 5.1. Belediging en scheldwoord We spreken in dit onderzoek van een belediging wanneer de eer of de goede naam van iemand wordt aangetast, ofwel als de eigenwaarde en identiteit van iemand aangetast wordt. Door te beledigen schilderen we de betreffende persoon af als iemand die van de norm afwijkt, of als een schender van belangrijke algemene waarden. Van Oudenhoven stelt immers dat, wanneer de waarden niet algemeen gedeeld zouden worden, of niet als belangrijk ervaren worden, een belediging of een scheldwoord geen effect zou hebben (Van Oudenhoven 2004:156-158). Leugenaar kan alleen beledigend opgevat worden, omdat het verwijst naar eerlijkheid als belangrijke tegenovergestelde waarde. Domkop bestaat omdat intelligentie en wijsheid belangrijke algemene waarden zijn, etc. Klooster maakte in zijn onderzoek de volgende indeling van typen beledigingen. Beledigingen in algemene termen (vuile klootzak, hondenlul, kankerkop) Discriminatoire beledigingen (vieze homo, vieze pot, roetmop) Toewensen van ziektes (krijg de tering, krijg het aan je hart, kankerlijer) Racistische beledigingen (vuile vieze turk, rot op naar je eigen land) Seksistische beledigingen ( kutwijf, slet, stinkhoer, je moet je laten neuken) Feitelijke beledigingen (Hitlergroet, spugen) (Klooster in Gommer 2005: 63)
Aan deze verschillende typen kunnen ook de geschonden waarden worden herkend. Zo hoort bij de belediging vieze homo de waarde heteroseksualiteit en bij de belediging kankerlijer de waarde lichamelijke gezondheid. Voor alle gevonden beledigingen is de geschonden waarde bepaald en in de categoriseringstabel mee opgenomen. De geschonden waarden die gevonden werden zijn: Wijsheid en intelligentie, eerlijkheid, bekwaamheid, uiterlijke verschijning, hygiëne, lichamelijke gezondheid, geestelijke gezondheid, gulheid, hartelijkheid, opgewektheid, beschaafdheid, moed, schoonheid, jeugdigheid, bescheidenheid en welvaart. De beledigingen die niet in één van deze categorieën vielen zijn in de categorie “overig” mee opgenomen. 5.2. ´Bildliche Darstellungsmittel´ In hoofdstuk 2 zijn de ´bildliche Darstellungsmittel´ van Wermke besproken. Deze zullen gebruikt worden om de beelden uit het corpus te analyseren. Allereerst nog eens kort een samenvatting van de besproken middelen. Compositorische middelen 1. De keuze van het plan 1a. Het plan d´ensemble 1b. Het gros plan 1c. Het plan moyen
34
1d. Het plan américain 1e. Het plan rapproché 1f. De close up 2. De keuze van de gezichtshoek 2a. Het vogelperspectief 2b. Het kikkerperspectief 3. De keuze van de beeldgrootte 3a. Élargissement 3b. Élongement 3c. Travelling 3d. Split-panel 4. Het kleurgebruik Symbolische middelen 1. Formele symbolische middelen 1a. Leestekens 1b. Aard van de leestekens 1c. Mimiek en geste 2. Inhoudelijke symbolische middelen 2a. De personen, typen, figuren 2b. Tijd 2c. Plaats Van deze ´bildliche´ middelen worden de volgende in het onderzoek mee opgenomen: ´Bildliche Darstellungsmittel´ Keuze van het plan Keuze van de gezichtshoek Keuze van de beeldgrootte Leestekens Aard van de lettertekens
Enkele beeldende middelen worden uitgesloten van onderzoek. En dit vraagt om een korte uitleg. Een van deze middelen is het kleurgebruik. Bij het samenstellen van mijn corpus was het helaas niet mogelijk om alle verhalen in gekleurde versie te bemachtigen. Door technische tegenslag in de vorm van een zwart-wit kopieerapparaat, was het niet mogelijk de verhalen uit de jaren ´60 in kleur te kopiëren. Daarom is het middel kleurgebruik in het onderzoek niet mee opgenomen. Verder zijn van de formele symbolische middelen ´mimiek en geste´ niet geanalyseerd. De reden hiervoor is dat deze middelen door het hele verhaal heen gebruikt worden en in principe in elk verhaal hetzelfde zullen zijn. Donald Duck is altijd opvliegend en Guus Geluk in elk verhaal een opschepper. Tot slot worden ook de ´inhoudelijke symbolische middelen´ buiten beschouwing gelaten. Uit de literatuur is al gebleken dat personen, typen & figuren in stripverhalen constant blijven, zo ook in Donald Duck verhalen. Ook het middel ´tijd´ is niet te evalueren, omdat de verhalen zich door de tijd heen afspelen. Soms komt dit door een uitvinding van Willie Wortel die de personages door de tijd heen stuurt, andere keren zijn het voorwerpen of herinneringen die onze personages terug in de tijd zetten. Ook het middel ´plaats´ wordt niet mee opgenomen. Alle verhalen vinden hun basis in Duckstad en omgeving, waardoor de plaats door alle verhalen heen stabiel blijft. Het beeldgebruik zal als volgt geanalyseerd worden. Allereerst wordt gekeken naar de ´keuze van het plan´. 5.2.1. Keuze van het plan Dit middel is in het onderzoek opgenomen, omdat het noodzakelijkerwijs in iedere strip en op elke cartoon aanwezig moet zijn. Dit middel is ook op een eenvoudige manier te analyseren, namelijk door
35
de plankeuzes per bladzijde te tellen. Voor elke cartoon moet een tekenaar immers kiezen in welk plan hij zijn personages wil laten optreden. De werkwijze die ik hierbij wil hanteren, werkt als volgt: 1. Allereerst zijn de plankeuzes van Wermke zelf ingedeeld waarbij elk plan een cijfer gekregen heeft. Het plan d´ensemble wordt 1, het gros plan wordt samen met het plan moyen onder 2 gevat. Dit omdat uit de literatuur is gebleken dat het onderscheid eerder psychologisch van aard is en daardoor niet duidelijk genoeg om concreet onderscheid te maken. Het plan américain wordt 3, het plan rapproché is 4 en de close-up tenslotte wordt aangeduid met 5. 2. Daarna worden per stripverhaal alle cartoons waarin een belediging geuit wordt uit het corpus geanalyseerd en wordt het juiste plan bepaald. Zo wordt per belediging een plankeuze toebedeeld die in de categoriseringstabel mee opgenomen wordt. 5.2.2. Keuze van de gezichtshoek Door verschillende gezichtshoeken te gebruiken kan een strip realistischer gemaakt worden. In de filmwereld is dit trucje alom bekend en dit filmische trucje wordt ook in strips gebruikt. Door van ´bovenaf´ op de personages neer te kijken wordt een onderdrukking van deze uitgedrukt. De figuurtjes zijn klein en nietig. Het tegenovergestelde geval komt ook voor, namelijk dat we van onderop tegen de personages opkijken. Dit duidt op een dominantie vanuit het personage. Deze zogenoemde vogel- en kikkerperspectieven zijn in paragraaf 2.3.1. al aan de orde gekomen. Ook hier is weer per stripverhaal naar de cartoons met een belediging gekeken om te zien hoe vaak deze perspectiefkeuzes voorkomen. De resultaten zijn in de categoriseringstabel terug te vinden. 5.2.3. Keuze van de beeldgrootte Ook de beeldgrootte zelf zal worden geanalyseerd. Ook dit is weer een filmisch trucje wat steeds vaker in stripverhalen terug te vinden is. Om te kijken of dit ook in de verhalen van het Donald Duck Weekblad het geval is, is ook deze rubriek in het onderzoek mee opgenomen. Je zou kunnen verwachten dat naarmate we dichter bij de huidige tijd komen, er vaker sprake is van afwijkende beeldgroottes. De beeldgroottes die hier onderscheiden worden zijn: élargissement, élongement, travelling en split-panel. Ook hier zal per stripverhaal voor de cartoons met een belediging bekeken worden hoe vaak een afwijkende beeldgrootte wordt aangetroffen en ook dit wordt in de tabel vastgelegd. 5.2.4. Lettertypes Ook het gebruik van leestekens is voor de 24 verhalen alleen bekeken in de cartoons waarin een belediging of scheldwoord gebruikt wordt. Dit is gedaan om een mogelijk verband te constateren in het gebruik van leestekens om deze negatieve spanning te benadrukken of te ondersteunen. Als er gebruik gemaakt wordt van leestekens, zijn deze letterlijk in de beschrijvingen van de uitingen mee opgenomen en dus in de analyseresultaten van zowel bijlage 2 als bijlage 3 terug te vinden. In de analyse wordt gelet op groot geschreven tekst, dik gedrukte tekst, het gebruik van andere lettertypes, het gebruik van kleuren en het gebruik van bijzondere leestekens (combinaties, accenten, aanhalingstekens, etc.) De frequentie waarin deze leestekens gebruikt zijn en de aard van deze leestekens door de verhalen heen, worden in de resultaten besproken. Uitroeptekens vormen hier een uitzondering. Deze worden in elk verhaal gebruikt. Bijna elke zin die in de cartoons wordt afgebeeld, sluit af met een uitroepteken in plaats van met een punt. Daarom zullen uitroeptekens op zich staand niet als bijzondere leestekens worden gezien. Ik heb de werkwijze hierboven volledig uitgelegd. Per Donald Duck verhaal wordt een categoriseringstabel ingevuld op basis van het volgende principe.
36
5.3. Categoriseringstabellen Aan de hand van het bovenstaande kunnen de volgende categoriseringstabellen opgesteld worden voor het gebruik van beledigingen en scheldwoorden in de stripverhalen uit het Donald Duck Weekblad. Categoriseringstabel beledigingen Case Nr.
Jaar
Nummer Blz Cartoon Zender Ontvanger Belediging Geschonden waarde
1.
2.
3.
Plankeuze Keuze van de gezichtshoek 10. 11.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
keuze van Lettertype de beeldgrootte 12. 13.
Ad 1. Hier wordt een casenummer aan iedere belediging en scheldwoord gegeven. Dit om later in het onderzoek eenvoudig terug te kunnen verwijzen naar een bepaalde uiting. Er zal een standaard nummering gehanteerd worden. Ad 2. Hier wordt het jaartal aangegeven waarin de belediging of het scheldwoord voorkomt. Ad 3. Hier wordt het bladnummer weergegeven waarin de belediging of het scheldwoord voorkomt. Ad 4. Het bladzijdenummer komt overeen met het paginanummer van het betreffende Donald Duck Weekblad. Ad 5. Het cartoonnummer komt overeen met het nummer van ´plaatje´ en de tekst op dit ´plaatje´ op de betreffende pagina. De verschillende plaatjes waaruit een bladzijde is opgebouwd, worden ook cartoons genoemd. De eerste cartoon op een bladzijde heeft daarmee altijd cartoonnummer 1, enz. Ad 6. Hier wordt de naam van de zender genoteerd. Indien de zender niet één van de hoofdpersonen uit de strip is (dat wil zeggen niet Donald Duck, de neefjes, Dagobert Duck, Katrien, Guus Geluk, Bolderbast of Willie Wortel) noch de auteur (bij een epische tekst) dan wordt hier, naast de eventuele naam ook het beroep of de gedaante van de zender vermeld. Bijvoorbeeld: de melkboer, of de passant. Ad 7. Hier wordt de naam van de ontvanger genoteerd. Indien de ontvanger niet één van de hoofdpersonen uit de strip is (dat wil zeggen niet Donald Duck, de neefjes, Dagobert Duck, Katrien, Guus Geluk, Bolderbast of Willie Wortel) dan wordt hier, naast de eventuele naam ook het beroep of de gedaante van de ontvanger vermeld. Bijvoorbeeld: de melkboer, of de passant. Ad 8. Hier wordt de daadwerkelijke belediging of het scheldwoord beschreven waarvan in de cartoon sprake is. Ad 9. Hier wordt de waarde weergegeven die door de belediging of het scheldwoord geschonden wordt. A. Wijsheid en intelligentie I. Hartelijkheid Q. Overig B. Eerlijkheid J. Opgewektheid C. Bekwaamheid K. Beschaafdheid D. Uiterlijke verschijning L. Moed E. Hygiëne M. Schoonheid F. Lichamelijke gezondheid N. Jeugdigheid G. Geestelijke gezondheid O. Bescheidenheid H. Gulheid P. Welvaart Ad 10. Hier wordt de keuze van het plan weergegeven die in de cartoon van de belediging gebruikt wordt. 1. Plan d´ensemble 2. Gros plan/ plan moyen 3. Plan américain 4. Plan rapproché
37
5. Close up Ad 11. Hier wordt de keuze van de gezichtshoek weergegeven die in de cartoon van de belediging gebruikt wordt. 0. Normaal 1. Vogelperspectief 2. Kikkerperspectief Ad 12. Hier wordt de keuze van de beeldgrootte weergegeven die in de cartoon van de belediging gebruikt wordt. 0. Normaal 1. Élargissement 2. Élongement 3. Travelling 4. Split-panel Ad 13. Hier wordt weergegeven of er bij de uiting van de belediging gebruik gemaakt wordt van bijzondere lettertypes. 0. Normaal 1. Groot geschreven 2. Dikgedrukt 3. Groter lettertype 4. Kleurgebruik 5. Gebruik van bijzondere leestekens Wanneer een bepaalde belediging of een bepaald scheldwoord nadere uitleg vraagt, zal dit onder de categoriseringtabel nader toegelicht worden. Het zou kunnen dat niet alle mogelijke varianten in deze categoriseringstabel zijn opgenomen en dus zo niet vastgelegd kunnen worden. Wanneer in het corpus varianten gevonden worden die niet in de tabel geïmplementeerd kunnen worden, zullen deze onder de categoriseringstabel nauwkeurig geanalyseerd worden. Ik verwacht de volgende verbanden te vinden. Ik denk dat onafhankelijke variabele decennia van invloed zou kunnen zijn op de geschonden waarden van de gevonden beledigingen. Mijn verwachting is dat de waarden die met beledigingen geschonden worden door de tijd heen veranderd zijn. Verder verwacht ik een verband tussen de variabele decennia en de ´bildliche Darstellungsmittel´ van Wermke. Doordat er in 60 jaar tijd nieuwe striptechnieken ontwikkeld zijn verwacht ik ook een verandering in de technieken die door de tijd heen gebruikt zijn in Donald Duck. En tot slot verwacht ik een verband tussen de geschonden waarde en de ´bildliche Darstellungsmittel´, om de verschillende waarden ook met verschillende technieken af te beelden. Voor de verwerking van de gegevens uit de categoriseringstabellen zal ik gebruik maken van het analyseprogramma SPSS. Naast een percentuele weergave van de gevonden waarden, zal met behulp van de chi-kwadraat toets en de cramer´s V toets worden gekeken of de verwachte verbanden ook daadwerkelijk aanwezig waren en of iets over de sterkte van deze verbanden gezegd kan worden (De Vocht 2002: 256). Omdat de variabelen in de categoriseringstabel op nominaal niveau gevonden zijn, zijn andere toetsen voor de analyse niet mogelijk. In het volgende hoofdstuk zijn de categoriseringstabellen van twee van de Donald Duck verhalen te zien als voorbeeld van de gebruikte methoden. Het complete overzicht van alle categoriseringstabellen van alle verhalen is in bijlage 3 terug te vinden.
38
6. Exemplarische analyses In dit hoofdstuk zijn een tweetal exemplarische analyses van Donald Duck verhalen weergegeven op basis van de in het voorgaande hoofdstuk beschreven analysemethode. Het casenummer, het jaar en het nummer zijn in de tabellen weggelaten. Voor het overzicht in bijlage 3 worden deze boven elke analyse apart gemeld. De categoriseringstabellen zijn voorbereid voor een analyse in SPSS, waardoor de variabelen al aan nummers verbonden zijn. Om de nummers in de tabellen betekenis te geven is de legenda bijgevoegd. Legenda Geschonden waarde Wijsheid en A intelligentie
Plankeuze Gros 1 d´ensemble Gros plan/ 2 plan moyen Plan 3 américain Plan 4 rapproché 5 Close up
B Eerlijkheid C Bekwaamheid Uiterlijke D verschijning E Hygiëne
Gezichtshoek
Beeldgrootte
Lettertype
0 Niks
0 Niks
0 Niks
1 Vogelperspectief
1 Elargissement
1 Groot geschreven
2 Kikkerperspectief
2 Elongement
2 Dikgedrukt
3 Travelling 4 Split-panel
3 Groter lettertype 4 Kleurgebruik Gebruik van bijzondere 5 leestekens
Lichamelijke F gezondheid Geestelijke G gezondheid H Gulheid I Hartelijkheid J Opgewektheid K Beschaafdheid L Moed M Schoonheid N Jeugdigheid O Bescheidenheid P Welvaart Q Overig
Ik heb het stripverhaal uit 1967 en het stripverhaal uit 2005 voor de exemplarische analyses gekozen. Blz
Cartoon Zender
Ontvanger
5 7
8 Donald Duck Jantje 3 Donald Duck Jantje
8
1 Donald Duck Jantje
9
3 Neefjes
11 4 4 4 4 5 5 5
4 3 4 6 8 1 4 5
Jantje
Donald Duck Geit Buurvrouw Hoepenhobbel Jantje Buurvrouw Hoepenhobbel Donald Duck Donald Duck Jantje Donald Duck Jantje Donald Duck Jantje Donald Duck Jantje Donald Duck Jantje
Belediging Die bok is zo lui en vet als een varken! Wat ´n brutaal snertbeest! Nu kan m´n krantje tenminste niet meer worden verslonden door die malle bok! Dat beest heeft ´t voedsel voor twee weken in een dag verslonden! Wat ´n hongerlap! Of het nou een bok of een geit is, dat beest moet m´n huis uit! Ga daar in! Monsterlijk monster! Nare eend! Stommerd! Beest Beest Dat ellendige beest zit hier ergens in huis! Die bokkepruik eet m´n ijskast leeg!
Geschonden Plankeuze Keuze van de keuze van de Lettertype waarde gezichtshoek beeldgrootte M 3 0 0 0 O 2 0 0 0 G
3
0
0
0
O
2
1
0
2
M M B A D D D J
3 2 2 2 3 1 2 2
0 1 0 1 0 1 1 0
0 0 0 0 0 0 0 0
2 0 0 0 0 0 0 0
Tabel 1: Analyse Donald Duck verhaal 1967 (nummer 28)
39
Blz
Cartoon Zender
Ontvanger
5 7 7
5 Guus Geluk Donald Duck 1 Katrien Guus Geluk 7 Katrien Donald Duck
8
1 Moeder
Donald Duck
11 13
7 Katrien 1 Katrien
Donald Duck Don Juan
13 13 13
4 Moeder 5 Katrien 7 Raymond
Don Juan Don Juan Guus Geluk
15 5 13
6 Moeder 1 Katrien 2 Katrien
Donald Duck Donald Duck Don Juan
Belediging Je neemt me de woorden uit de snavel neef! Opgehoepeld! Ongevoelige geldwolf! Voortaan doet die smeerkees het zelf maar! Je had toch geregeld dat die onheilseend WEG zou zijn? Donald is een hopeloos geval en deze daad is zwaar overdreven…maar ik mis die druiloor nu al! Laat me los, engerd! Zelfingenomen slijmjurken als jij zouden ze moeten opsluiten! Pak aan, gladjakker! Het is die bluffer die beweert zo´n bofkont te zijn! Mijn dochter is ervandoor gegaan met een eenvoudige margarinemedewerker! Neem maar weer mee, plurk! Hoepel op, griezel!
Geschonden Plankeuze Keuze van de keuze van de Lettertype waarde gezichtshoek beeldgrootte C 2 0 0 0 H 2 0 1 0 E 2 0 0 0 Q
3
0
1
1
G M
2 3
0 0
0 0
5 0
O K O
2 2 2
0 0 0
0 1 0
0 0 0
Q M M
2 2 2
0 0 0
0 1 0
0 0 0
Tabel 2: Analyse Donald Duck verhaal 2005 (nummer 7)
40
7. Analyse en Resultaten In dit onderzoek is gekozen voor een analyse van het Donald Duck Weekblad van 1953 tot en met 2006. Uit ieder decennia zijn vier verhalen geselecteerd, die geleid hebben tot een corpus van in totaal 24 verhalen. Het betreft in alle gevallen het eerste verhaal uit een weekblad, om ook de lengtes van de verhalen vergelijkbaar te houden en in alle gevallen is Donald Duck de, of één van de hoofdpersonen. De verhalen zijn geanalyseerd met behulp van verschillende visuele variabelen, namelijk de ´bildliche Darstellungsmittel´ van Wermke en één verbale variabele, namelijk het gebruik en de aard van beledigingen en scheldwoorden. Allereerst zullen de frequenties waarin de variabelen voorkomen en hun ontwikkeling door de tijd heen worden besproken in §7.1. Voor een aantal variabelen waarvan een mogelijk verband werd verwacht, wat aan de hand van de chi-kwadraat toets (χ2) is getoetst. Welke verbanden het hier betreft komt in §7.2. aan de orde. Voor de gevonden verbanden naar aanleiding van de chi-kwadraattoets, is met behulp van de Cramer´s V toets getoetst hoe sterk deze verbanden waren. De resultaten worden in §7.3. besproken. 7.1. Frequenties van de variabelen 7.1.1. Beledigingen Naar aanleiding van de resultaten uit het vooronderzoek is het taalgebruik van de figuren verder geanalyseerd op het gebruik van beledigingen en scheldwoorden. Is er sprake van een toename van dergelijke uitdrukkingen of kunnen we juist een afname van deze uitingsvorm concluderen? Daarnaast is gekeken of er ook verschuivingen in het soort belediging zichtbaar zijn door de tijd heen. In onderstaande tabel zijn de gevonden beledigingen terug te vinden per decennia: Decennia Aantal beledigingen
´50
´60
´70
´80
´90
´00
19
20
36
26
48
47
Tabel 3: Aantal beledigingen en scheldwoorden
Er is een duidelijke stijging van het aantal beledigingen te zien, met een ruime verdubbeling als we het eerste decennia met het laatste vergelijken. Blijkbaar zijn deze uitingen door de tijd heen een belangrijkere rol gaan spelen in de Donald Duck stripverhalen. Alleen dit is al een bijzondere constatering voor een stripverhaal met jonge kinderen als doelgroep. Wat voor soort belediging het betreft is aan de hand van de geschonden waarden bepaald. In de onderstaande diagrammen is weergegeven met wat voor soort beledigingen we het te maken hebben in de verschillende decennia en hoe vaak deze werden aangetroffen.
41
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Decennia ´50 Decennia ´60 Decennia ´70 Decennia ´80 Decennia ´90
A.
C.
am e li Lich
Uite r li B.
D.
E.
Gulh eid
ge zo ndhe id Gee s telijk e
jke g
ez on d
he id
Hy gie ne
ing jke v ersc hijn
eid Be kw aa m h
Eerlij
ligen Wijs heid en
intel
khei d
Decennia ´00
tie
Aantal X gevonden
Beledigingssoorten door de tijd heen
F.
G.
H.
Diagram 8: Beledigingssoorten door de tijd heen; A-H
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Decennia ´50 Decennia ´60 Decennia ´70 Decennia ´80 Decennia ´90
K.
L.
M.
N.
O.
P.
Ove rig
art We lva
enh eid Be s che id
Je u g
di g
heid
heid Sch
oon
Moe d
J.
fdh eid
Opg ewe kth
I.
Be s cha a
Ha r telij kh
eid
Decennia ´00
e id
Aantal X gevonden
Beledigingssoorten door de tijd heen
Q.
Diagram 9: Beledigingssoorten door de tijd heen; I-Q
A. Wijsheid en intelligentie De eerste indruk laat een voorzichtige negatieve trend zien. Het aantal beledigingen en scheldwoorden op basis van wijsheid en intelligentie is in zes decennia licht afgenomen. B. Eerlijkheid Beledigingen en scheldwoorden op basis van eerlijkheid laten door de jaren heen een negatieve trend zien. De eerste drie decennia herbergen meer beledigingen van deze soort dan de laatste drie wat erop duidt dat deze waarde met de tijd minder belangrijk is geworden.
42
C. Bekwaamheid Beledigingen en scheldwoorden op basis van bekwaamheid zijn in 60 jaar juist gestegen. Hier is een positieve trend te zien, vooral in de jaren ´90 en ´00. D. Uiterlijke verschijning Beledigingen en scheldwoorden op basis van uiterlijke verschijningen laten eerder een negatieve trend zien. Deze soort van beledigingen werd minder teruggevonden, naarmate de tijd verstreek. E. Hygiëne Beledigingen en scheldwoorden op basis van hygiëne zijn slechts sporadisch gevonden, verdeeld door de jaren heen. Hier is geen sprake van een duidelijke trend. F. Lichamelijke gezondheid Beledigingen en scheldwoorden op basis van lichamelijke gezondheid zijn slecht in één decennia gevonden. Ook hier is geen sprake van een duidelijke trend. G. Geestelijke gezondheid Dat geldt niet voor beledigingen en scheldwoorden op basis van geestelijke gezondheid. Hier is een positieve trend te zien naarmate de tijd verstrijkt. Deze beledigingssoort kwam vaker voor in de latere decennia dan in de jaren ´50 en ´60. H. Gulheid Beledigingen en scheldwoorden op basis van gulheid zijn slechts sporadisch gevonden in twee verschillende decennia. Hier is geen sprake van een duidelijke trend. I. Hartelijkheid Beledigingen en scheldwoorden op basis van hartelijkheid zijn ook slechts zelden ontdekt, in drie gevallen verdeeld over verschillende jaren. Ook hier is geen sprake van een duidelijke trend. J. Opgewektheid Beledigingen en scheldwoorden op basis van opgewektheid werden in de laatste twee decennia wat vaker gevonden als voorheen, maar in lage hoeveelheden. Hier zou men van een voorzichtig positieve trend kunnen spreken. K. Beschaafdheid Beledigingen en scheldwoorden op basis van beschaafdheid zijn in 60 jaar wel duidelijk gestegen. Vanaf de jaren ´70 werd deze vorm van beledigingen regelmatig aangetroffen, in tegenstelling tot de twee voorgaande decennia. L. Moed Beledigingen en scheldwoorden op basis van moed zijn slechts sporadisch gevonden in de twee laatste decennia. De gevonden gevallen zijn te zeldzaam om hier van een trend te spreken. M. Schoonheid Beledigingen en scheldwoorden op basis van schoonheid werden door alle decennia heen aangetroffen, in frequente vorm. Een duidelijke trend is echter niet te zien, het aantal gevonden gevallen wisselt per decennia. N. Jeugdigheid Beledigingen scheldwoorden op basis van jeugdigheid zijn weliswaar gevonden, maar zonder duidelijke trend. De gevonden gevallen zijn zeldzaam, en lukraak door de tijd heen gevonden.
43
O. Bescheidenheid Beledigingen op basis van bescheidenheid werden vooral in het laatste decennia frequent gevonden. Daarvoor is eerder van een licht negatieve ontwikkeling te spreken. P. Welvaart Beledigingen en scheldwoorden op basis van welvaart zijn slechts sporadisch gevonden in twee verschillende decennia. Voor een duidelijke trend is dit te weinig, al is het wel opvallend dat de meeste gevallen zich in het decennia ´00 voordoen. Q. Overig Tot slot zijn er ook twee gevallen van beledigingen en scheldwoorden gevonden die niet in één specifieke categorie te plaatsen zijn. Het betrof hier de uitingen “Bleh” en “Lekker Puh”. Twee uitingen die als belediging bedoeld waren, maar geen duidelijke waarde als achtergrond hebben. De decennia waarin deze beledigingen aangetroffen werden, laten geen duidelijke trend zien. Hiermee wordt duidelijk dat de waarden die met beledigingen geschonden worden door de tijd heen veranderd zijn. Blijkbaar zijn waarden zoals bekwaamheid, geestelijke gezondheid en schoonheid met de tijd belangrijker geworden, en waarden als uiterlijke verschijning en eerlijkheid juist minder. 7.1.2. Keuze van het plan De stripvorm maakt het noodzakelijk voor de tekenaar en de auteur om over de plankeuze na te denken. De tekenaar moet voor elke cartoon de beslissing nemen in welk plan hij of zij het personage wil laten optreden. Voor elke geanalyseerde strip zijn de plankeuzes per bladzijdes geteld. Daarbij heeft elk plan een nummer gekregen: 1. Plan d´ensemble 2. Gros plan/ plan moyen 3. Plan américain 4. Plan rapproché 5. Close up Aan de hand hiervan is het totale aantal plankeuzes berekend door de aantallen bij elkaar op te tellen. Om een bepaalde verandering te kunnen waarnemen, zijn de plankeuzes per verhaal percentueel weergegeven. Het totale aantal plankeuzes is gelijk gesteld aan honderd procent. Per plankeuze is het percentage van het totaal aantal plankeuzes berekend. Keuze van het plan ´Plan d´ensemble´(1) ´Gros plan´ en ´plan moyen´ (2) ´Plan américain´ (3) ´Plan rapproché´ (4) ´Close-up´ (5) Totaal
´50
% 10
´60 3%
154 49% 127 40% 22 7% 2 1% 316 100%
% 28
´70
%
´80
%
´90
11%
54
14%
15
5%
129 53% 68 28% 20 8% 0 0% 246 100%
220 88 23 1 386
57% 23% 6% 0% 100%
197 84 21 0 316
62% 26% 7% 0% 100%
% 16
´00 6%
173 64% 74 27% 6 2% 3 1% 270 100%
% 19
6%
152 52% 91 31% 28 10% 2 1% 291 100%
Tabel 4: Percentage plankeuze per decennia
44
In diagramvorm ziet dit er als volgt uit: Plankeuze door de jaren heen 70% 60% ´Plan d´ensemble´(1) 50% ´Gros plan´ en ´plan moyen´ (2)
40%
´Plan américain´ (3) 30%
´Plan rapproché´ (4)
20%
´Close-up´ (5)
10% 0% ´50 %
´60 %
´70 %
´80 %
´90 %
´00 %
Diagram 10: Plankeuze door de jaren heen
Het gebruik van het ´plan d´ensemble´ is door de jaren heen constant gebleven. De uitschieter in de jaren ´70 is door één verhaal te verklaren dat zich grotendeels in de lucht afspeelt, wat het veelvuldig gebruik van het ´plan d´ensemble noodzakelijk maakt. Het diagram laat een stijging zien in het gebruik van het ´gros plan` en het ´plan moyen` met een afzwakking in het decennia ´00. Dit in tegenstelling tot het gebruik van het ´plan américain´ dat tot aan de jaren ´80 juist stagneert. Daarna krijgt het gebruik ervan een lichte opleving. Het ´plan rapproché´ en de ´close-up´ worden door de jaren heen constant ingezet door de tekenaar. Maar een trend, zowel positief als negatief, is hierin niet te ontdekken. 7.1.3. Keuze van de gezichtshoek Door verschillende gezichtshoeken te gebruiken kan een strip realistischer gemaakt worden. In dit onderzoek zijn het vogel- en het kikkerperspectief bekeken. Ook hier is per stripverhaal bekeken hoe vaak deze perspectiefkeuzes voorkomen. Het totale aantal vogelperspectieven en kikkerperspectieven is berekend als percentage van het totale aantal plankeuzes wat uit de voorgaande analyse naar voren is gekomen. Keuze van het plan Vogelperspectief Kikkerperspectief Totaal
´50 6 0 316
´50 % ´60
´60 % ´70
2% 0% 2%
5% 1% 6%
12 3 246
´70 % ´80
9 4 386
2% 11 1% 7 3% 316
´80 % 3% 2% 5%
´90 10 2 270
´90 % 4% 1% 5%
´00 27 12 291
Tabel 5: Percentage vogel- & kikkerperspectieven per decennia
45
´00 % 9% 4% 13%
In diagramvorm ziet dit er als volgt uit: Gezichtshoekkeuze door de jaren heen 16%
14%
12%
10% Vogelperspectief 8%
Kikkerperspectief Totaal
6%
4%
2%
0% ´50 %
´60 %
´70 %
´80 %
´90 %
´00 %
Diagram 11: Gezichtshoekkeuze door de jaren heen
Zowel bij het gebruik van het vogelperspectief alsook het kikkerperspectief is een duidelijke trend te zien. Beide worden naarmate de tijd verstrijkt, vaker door de tekenaar toegepast. Wanneer we het totaal van beide bekijken, is een duidelijk positieve trend door de zes decennia te zien. 7.1.4. Keuze van de beeldgrootte Ook de beeldgrootte zelf is geanalyseerd, in de vorm van de volgende vier beeldgroottes: élargissement, élongement, travelling en split-panel. Ook hier is per stripverhaal bekeken hoe vaak een afwijkende beeldgrootte is aangetroffen en in tabelvorm vastgelegd. Het totale aantal afwijkende beeldgroottes is net als de perspectieven als percentage van het totale aantal plankeuzes berekend. Keuze van het plan Elargissement Elongement Travelling Split-Panel Totaal
´50 1 0 1 1 316
´50 % 0,3% 0,0% 0,3% 0,3% 1%
´60 25 0 0 1 246
´60 % ´70 10,2% 0,0% 0,0% 0,4% 11%
4 0 0 5 386
´70 %
´80
1,0% 7 0,0% 0 0,0% 0 1,3% 1 2% 316
´80 % 2,2% 0,0% 0,0% 0,3% 3%
´90 23 0 0 0 270
´90 % 8,5% 0,0% 0,0% 0,0% 9%
´00
´00 %
24 2 1 3 291
Tabel 6: Percentage afwijkende beeldgroottes per decennia
46
8,2% 0,7% 0,3% 1,0% 10%
In diagramvorm ziet dit er als volgt uit: Beeldgrootte door de jaren heen 12,0%
10,0%
8,0% Elargissement Elongement 6,0%
Travelling Split-Panel Totaal
4,0%
2,0%
0,0% ´50 %
´60 %
´70 %
´80 %
´90 %
´00 %
Diagram 12: Beeldgrootte door de jaren heen
Het gebruik van het ´élargissement´ is in 60 jaar toegenomen. De jaren ´60 vallen hier bijzonder op, door de frequentie van deze beeldgrootte. Zo sterk is het in de overige decennia niet gebruikt, maar ondanks dat valt wel een positieve trend te zien. Voor het ´élongement´ valt dit niet te zeggen. Dit is in de jaren ´00 voor het eerst aangetroffen en daarmee niet frequent genoeg om van een trend te kunnen spreken. Ditzelfde geldt voor ´travelling´. Ook deze beeldgrootte werd slecht twee keer aangetroffen, in verschillende decennia. Ook hier kan niet van een trend gesproken worden. Het ´Split-Panel´ wordt wat vaker gebruikt, maar laat daarbij geen duidelijke trend zien door de jaren heen. Maar al deze beeldgroottes bij elkaar genomen, is een opwaartse trend te herkennen. Het gebruik van verschillende beeldgroottes is door de jaren heen toegenomen. 7.1.5. Lettertypes In onderstaande tabel zijn de gevonden leestekens te zien voor de cartoons met een belediging: Decennia
Aard leestekens/ lettertekens
´50
´60
´70
´80
´90
´00
Groot geschreven Dikgedrukt Groter lettertype
0
2
7
12
19
17
0 0
4 0
7 5
13 8
3 2
14 6
Kleurgebruik Gebruik van leestekens Totaal
0 0
0 2
0 3
2 2
0 0
0 1
40 35 30 25 20 15
0
8
22
37
24
38
10 5
Tabel 7: Aantal lees- en lettertekens per decennia
Uit deze tabel wordt al duidelijk dat het gebruik van lees- en lettertekens door de tijd heen toegenomen is. In diagramvorm ziet deze ontwikkeling er als volgt uit:
47
0
Aard leestekens/lettertekens door de tijd heen
Aantal leestekens gevonden
40 35 Decennia ´50
30
Decennia ´60
25
Decennia ´70
20
Decennia ´80
15
Decennia ´90
10
Decennia ´00
5
l Tota a
van leest eken s Gebr ui k
ebru ik Kleu rg
let te rt ype Grot er
t Dikg edru k
Groo tg
esc h reve n
0
Diagram 13: Aard leestekens/ lettertekens door de jaren heen
Het gebruik van groot schrift neemt door de decennia heen duidelijk toe in de cartoons waar sprake is van een belediging of scheldwoord, met een lichte daling in ´00. Maar al met al kunnen we hier van een positieve trend spreken. Ook het gebruik van dikgedrukte woorden komt vaker voor naarmate de tijd verstrijkt. De verhalen in de jaren ´90 vormen hier de uitzondering. Maar zelfs met deze uitzondering is er sprake van een positieve ontwikkeling. Dit geldt in lichtere mate voor het gebruik van grotere lettertypes. Deze worden tot de jaren ´70 niet gevonden en worden pas daarna frequenter gebruikt. De jaren ´90 en ´00 ondervinden echter een lichte dip wat dit symbolische middel betreft. Het gebruik van kleuren om beledigingen en scheldwoorden te benadrukken is slechts in één verhaal gevonden. Daardoor kan van een trend geen sprake zijn. Omdat bijna alle zinnen in de cartoons sluiten met uitroeptekens in plaats van een punt, zijn deze leestekens op zich staand niet in de analyse meegenomen. Het gebruik van bijzondere leestekens zoals combinaties van vraagteken met uitroepteken of accenten is weliswaar toegenomen in 60 jaar, maar niet significant genoeg om van een trend te kunnen spreken. Het gebruik komt te weinig en te verdeeld door de decennia heen voor. 7.2. Chi-kwadraat toets Voor een aantal variabelen waarvan een mogelijk verband werd verwacht, is met de χ2-toets in SPSS getoetst of er ook daadwerkelijk sprake is van verbanden (De Vocht 2002: 160). Welke verbanden het hier betreft wordt verderop nog eens besproken. Voor alle verbanden is voldaan aan de voorwaarden die voor de geldigheid van het chi-kwadraat gesteld worden. Eén van die voorwaarden is dat maximaal 20% van de verwachte celfrequenties tussen de één en vijf mag liggen. Ook het aantal vrijheidsgraden moet relatief laag zijn en de gegevens zijn van nominaal niveau. Om dit te bereiken zijn de variabelencategorieën voor sommige variabelen ingekrompen tot minimaal 2x2 tabellen. De kans op significante verbanden wordt hierdoor vergroot. Bij het chi-kwadraat toets wordt voor iedere cel in SPSS de verwachte celfrequenties vergeleken met de feitelijke of waargenomen celfrequentie. Indien de waargenomen en verwachte frequenties in alle
48
cellen aan elkaar gelijk zijn, zal de waarde van het chi-kwadraat gelijk zijn aan nul. De variabelen zijn dan statistisch onafhankelijk van elkaar. Aan de hand van de overschrijdingskans kan de uitkomst van de chi-kwadraattoets geïnterpreteerd worden. De overschrijdingskans in mijn onderzoek is 0,05. Dit houdt in dat wanneer deze grens overschreden wordt, een verband als niet betrouwbaar zal worden gezien. Ik ga daarmee in mijn onderzoek uit van een significantieniveau van 95%. Dit houdt in dat voor 95% zeker is dat de gevonden uitkomst ook echt betrouwbaar is en dat er dus 5% kans bestaat op een onbetrouwbaar verband. Ondanks het feit dat mijn steekproef relatief klein is, heb ik voor dit hoge significantieniveau gekozen. Maar het zou kunnen gebeuren dat er door dit hoge significantieniveau nauwelijks tot geen significante verbanden te constateren zijn. Ik ga in mijn analyse allereerst uit van de nulhypothese, namelijk dat er geen verband bestaat tussen de variabelen. Pas als de overschrijdingskans van de toets kleiner is dan 0,05 procent, wordt de nulhypothese verworpen en kan er van een verband gesproken worden. Ik vermoedde dat er tussen een aantal variabelen een verband bestond en deze verbanden zijn door middel van de chi-kwadraat toets getoetst. De uitkomsten hiervan staan ook nog eens in bijlage 4 vermeld. Naar aanleiding van de frequenties verwachtte ik een aantal verbanden tussen verschillende variabelen. Ik verwachtte dat de onafhankelijke variabele decennia van invloed zou zijn op de geschonden waarden van de gevonden beledigingen. Mijn verwachting was dat de waarden die met beledigingen geschonden worden zich door de tijd heen veranderd zouden hebben. Verder verwachtte ik een verband tussen de variabele decennia en de bildliche Darstellungsmittel van Wermke. Doordat er in 60 jaar tijd nieuwe striptechnieken ontwikkeld zijn verwachtte ik een verandering in de technieken die door de tijd heen gebruikt zijn in Donald Duck. En tot slot verwachtte ik een verband tussen de geschonden waarde en de bildliche Darstellungsmittel, om de verschillende waarden ook met verschillende technieken af te beelden. Sommige categorieën van de onafhankelijke variabelen zijn bij de analyse in SPSS veranderd, om aan de voorwaarden van de χ2 toets te voldoen. Zo zijn de categorieën van de onafhankelijke variabele decennia teruggebracht naar twee, namelijk jaren ´50 - ´70 en jaren ´80 - ´00. De categorieën van de afhankelijke variabele geschonden waarde zijn teruggebracht van 17 naar 5 categorieën. 1) 2) 3) 4) 5)
Gezondheid / verstand Verschijningsbeeld Onveranderlijke eigenschap Gemoedstoestand Karaktereigenschap
En ook de categorieën van de andere afhankelijke variabelen zijn teruggebracht naar maximaal twee (voor de exacte categorieën: zei bijlage 4). Door het aantal categorieën te verkleinen werd de kans op significante resultaten groter. Ik wilde weten of het tijdsverloop iets te maken had met de waarden die geschonden worden bij het beledigen. Aan de hand van de analysegegevens heb ik getoetst of er afhankelijkheden waren tussen deze variabelen (α ≤ 0,05). De resultaten waren: Decennia3 * geschondenwaarde2 Crosstabulation Count
gezondheid/ verstand Decennia3
Total
decennia '50 - '70 decennia '80 - '00
geschondenwaarde2 OnveranderVerschijningslijke beeld eigenschap
Gemoedstoestand
Karaktereigenschap
Total Gezondheid/ verstand
23
11
17
3
21
75
44
8
23
12
34
121
67
19
40
15
55
196
49
Chi-Square Tests
Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Value 5,961(a) 6,060
4 4
Asymp. Sig. (2sided) ,202 ,195
1
,908
df
,013 196
a 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 5,74.
SPSS : Statistics -> Summarize -> Crosstabs
Dat het jaar waarin beledigd werd iets te maken had met de waarde die werd geschonden heeft een waarschijnlijk van 0,202. Deze ligt boven de 0,05 en daardoor kan de nulhypothese dus niet verworpen worden. De geschonden waarde van een belediging is onafhankelijk van het tijdsverloop. Verder vermoedde ik dat het tijdsverloop iets te maken had met het gekozen plan en de beeldgrootte die gebruikt werden om de belediging te ondersteunen. De resultaten voor deze toetsing waren: Decennia3 * Plankeuze2 Crosstabulation Count Plankeuze2
Decennia3
decennia '50 - '70 decennia '80 - '00
Total
Plan d'ensemble & Gros plan/ plan moyen 42 78 120
plan americain/ plan rapproché/ close up 33 43 76
Total 75 121 196
Chi-Square Tests Value 1,397(b)
Asymp. Sig. (2-sided) ,237
df
Exact Sig. (2-sided)
Exact Sig. (1-sided)
Pearson Chi-Square 1 Continuity 1,063 1 ,303 Correction(a) Likelihood Ratio 1,390 1 ,238 Fisher's Exact Test ,291 ,151 Linear-by-Linear 1,390 1 ,238 Association N of Valid Cases 196 a Computed only for a 2x2 table b 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 29,08. Decennia3 * Gezichtshoek2 Crosstabulation Count
Dat de plankeuze die gebruikt werd om een belediging te ondersteunen door de tijd heen Gezichtshoek2 veranderd is, heeft een waarschijnlijk van 0,237. Deze kans ligt boven de 0,05 en de vogel- / nulhypothese kan dus niet verworpen kikkerpers worden. De plankeuze die bij een belediging gebruikt pectief Total werd is onafhankelijk van hetnormaal tijdsverloop. Decennia3
decennia '50 - '70 decennia '80 - '00
70 111 gezichtshoek 181
5 75 10 121 ter 15 ondersteuning 196
DeTotal waarschijnlijk dat de die van een belediging in zes decennia veranderd is, is 0,683. OokChi-Square deze kans ligt boven de 0,05 en het verband tussen Tests decennia en gezichtshoek is dus niet significant. Asymp. Sig. Exact Sig. Exact Sig. Pearson Chi-Square Continuity Correction(a) Likelihood Ratio
Value ,167(b)
df 1
(2-sided) ,683
,018
1
,895
,170
1
,680
(2-sided)
(1-sided)
Fisher's Exact Test ,787 ,455 Linear-by-Linear ,166 1 ,683 Association N of Valid Cases 196 a Computed only for a 2x2 table b 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 5,74.
50
Of het tijdsverloop iets te maken had met de beeldgrootte en het lettertype dat ter ondersteuning van een belediging gebruikt werd, is in de resultaten hieronder te vinden. Daarna worden alle vier besproken. Decennia3 * Beeldgrootte2 Crosstabulation Count Beeldgrootte2 elargissement/ elongement/ travelling/ splitnormaal panel Decennia3
Total
decennia '50 - '70
73
2
75
decennia '80 - '00
110
11
121
183
13
196
Total
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square
Asymp. Sig. (2sided)
df
3,086(b)
1
,079
Continuity Correction(a)
2,135
1
,144
Likelihood Ratio
3,495
1
,062
Exact Sig. (2-sided)
Fisher's Exact Test
Exact Sig. (1-sided)
,137
Linear-by-Linear Association
3,070
N of Valid Cases
196
1
,067
,080
a Computed only for a 2x2 table b 1 cells (25,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 4,97. Decennia3 * Lettertype2 Crosstabulation Count Lettertype2 speciaal normaal lettertype Decennia3
decennia '50 - '70
10
75
90
31
121
155
41
196
decennia '80 - '00 Total
Total
65
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square
Asymp. Sig. (2sided)
df
4,225(b)
1
,040
Continuity Correction(a)
3,515
1
,061
Likelihood Ratio
4,437
1
,035
Fisher's Exact Test
Exact Sig. (2-sided)
Exact Sig. (1-sided)
,047
Linear-by-Linear Association
4,204
N of Valid Cases
196
1
,028
,040
a Computed only for a 2x2 table b 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 15,69.
SPSS : Statistics -> Summarize -> Crosstabs
Het verband tussen het decennia en het gekozen plan bleek niet significant te zijn.
51
Dat het jaar waarin beledigd werd te maken had met de beeldgrootte die ter ondersteuning van de belediging dient, heeft een waarschijnlijkheid van 0,079. Deze kans ligt niet boven de grens van 0,05 maar valt nog onder de 0,1. Daarom wil ik dit verband als marginaal significant aanduiden. De beeldgrootte bij een belediging is marginaal afhankelijk van het tijdsverloop (zie ook tabel 8). Dat het gebruikte lettertype bij een belediging door de tijd heen een verandering heeft ondergaan, heeft een waarschijnlijkheid van 0,040. De nulhypothese kan verworpen worden en er is dus een relatie tussen het decennia en het gebruikte lettertype bij een belediging. Rapportering χ2-toets onafhankelijkheid indelingen In tabel 8 staat in hoeverre er een relatie is tussen het decennia en de keuze van de gezichtshoek, beeldgrootte en lettertype. Tabel 8 De keuze vande gezichtshoek, beeldgrootte en lettertype in relatie met het decennia (scores zijn aantal cases; N=196) Decennia 50 - 70
Decennia 80 - 00
5
10
Afwijkende beeldgrootte
2
11
Afwijkend lettertype
10
31
Afwijkende gezichtshoek
Het aantal afwijkende gezichtshoeken stond los van het decennia (χ2=0,167, α=0,683). Het aantal afwijkende beeldgroottes en het decennia vertoonde een marginale samenhang (χ2=3,086, α=0,079). Maar de duidelijkste samenhang werd gevonden tussen het aantal afwijkende lettertypes en het decennia (χ2=4,225, α=0,040).
Verder vermoedde ik dat de waarde die bij een belediging geschonden werd in relatie stond met de plankeuze die voor de belediging gebruikt werd. Ook hiervoor is aan de hand van de analysegegevens getoetst of er afhankelijkheden waren tussen deze variabelen (α ≤ 0,05). De resultaten luidden: geschondenwaarde2 * Plankeuze2 Crosstabulation Count Plankeuze2
geschondenwaarde2
Plan d'ensemble & Gros plan/ plan moyen
plan americain/ plan rapproché/ close up
gezondheid/ verstand
36
31
67
verschijningsbeeld
16
3
19
onveranderlijke eigenschap
25
15
40
6
9
15
37 120
18 76
55 196
gemoedstoestand karaktereigenschap Total
Total
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Asymp. Sig. (2sided)
df
9,534(a) 10,008
4 4
,049 ,040
,676
1
,411
196 a 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 5,82.
SPSS : Statistics -> Summarize -> Crosstabs
52
De waarschijnlijkheid dat de plankeuze in relatie stond met de geschonden waarde van een belediging was 0,049. De nulhypothese kon dus ook hier verworpen worden; er bestaat een relatie tussen beide variabelen. Rapportering χ2-toets onafhankelijkheid indelingen In tabel 9 staat in hoeverre er een relatie is tussen het gekozen plan en de geschonden waarde van de belediging. Tabel 9 De geschonden waarde van de belediging in relatie met het gekozen plan (scores zijn aantal cases; N=196)
Geschonden waarde
Plankeuze 1,2
Plankeuze 3,4,5
Gezondheid/ verstand
36
31
Verschijningsbeeld
16
3
Onveranderlijke eigenschap
25
15
Gemoedstoestand
6
9
Karaktereigenschap
37
76
De geschonden waarde van een belediging stond in samenhang met de keuze van het plan (χ2=9,534, α=0,049). Er bestaat een relatie tussen beiden.
Tot slot verwachtte ik dat het gekozen plan van een belediging tevens van invloed was op het gebruikte lettertype, de gezichtshoek en de beeldgrootte bij dezelfde belediging. Ook hiervoor is aan de hand van de analyseresultaten getoetst of dit het geval is, met volgende resultaten: Plankeuze2 * Lettertype2 Crosstabulation Count Lettertype2 speciaal normaal lettertype Plankeuze2
Total
Plan d'ensemble & Gros plan/ plan moyen
99
21
120
plan americain/ plan rapproché/ close up
56
20
76
155
41
196
Total
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square
Asymp. Sig. (2sided)
df
2,186(b)
1
,139
Continuity Correction(a)
1,686
1
,194
Likelihood Ratio
2,149
1
,143
Fisher's Exact Test Linear-by-Linear Association
Exact Sig. (2-sided)
,152 2,175
1
Exact Sig. (1-sided)
,098
,140
N of Valid Cases 196 a Computed only for a 2x2 table b 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 15,90.
SPSS : Statistics -> Summarize -> Crosstabs
53
Plankeuze2 * Gezichtshoek2 Crosstabulation Count Gezichtshoek2 vogel- / kikkerpersp normaal ectief Plankeuze2
Plan d'ensemble & Gros plan/ plan moyen plan americain/ plan rapproché/ close up
Total
Total
107
13
120
74
2
76
181
15
196
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square
Asymp. Sig. (2sided)
df
4,429(b)
1
,035
Continuity Correction(a)
3,344
1
,067
Likelihood Ratio
5,102
1
,024
Exact Sig. (2-sided)
Fisher's Exact Test
Exact Sig. (1-sided)
,051
Linear-by-Linear Association
4,406
N of Valid Cases
196
1
,029
,036
a Computed only for a 2x2 table Plankeuze2 * Beeldgrootte2 Crosstabulation Count Beeldgrootte2 elargissement/ elongement/ travelling/ splitnormaal panel Plankeuze2
Plan d'ensemble & Gros plan/ plan moyen plan americain/ plan rapproché/ close up
Total
Total
108
12
120
75
1
76
183
13
196
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction(a) Likelihood Ratio Fisher's Exact Test Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
5,667(b) 4,351 6,992
Asymp. Sig. (2sided)
df 1 1 1
Exact Sig. (2-sided)
,017 ,037 ,008 ,018
5,638
1
Exact Sig. (1-sided)
,013
,018
196
a Computed only for a 2x2 table b 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 5,04.
SPSS : Statistics -> Summarize -> Crosstabs
Dat het gekozen plan van invloed was op het lettertype dat bij een belediging gebruikt werd, lag met een waarschijnlijkheid van 0,139 boven de grens van 0,05. Hier werd de nulhypothese niet verworpen, het lettertype en het gekozen plan zijn onafhankelijk van elkaar.
54
De waarschijnlijkheid dat de plankeuze van invloed is op de gezichtshoek die gebruikt werd bleek 0,035 te zijn. De nulhypothese kon hier dus wel verworpen worden, er bestaat een relatie tussen het gekozen plan en de gezichtshoek. De kans tenslotte dat het gekozen plan ook in verband stond met de beeldgrootte die bij een belediging gebruikt werd, had een waarschijnlijkheid van 0,017. Deze kans is ook weer lager dan 0,05 waarmee een afhankelijkheid tussen beide werd bevestigd. Rapportering χ2-toets onafhankelijkheid indelingen In tabel 10 staat in hoeverre er een relatie is tussen het gekozen plan en de keuze van de gezichtshoek, beeldgrootte en lettertype. Tabel 10 De keuze van de gezichtshoek, beeldgrootte en lettertype in relatie met het gekozen plan van een belediging (scores zijn aantal cases; N=196) Plankeuze 1,2
Plankeuze 3,4,5
Afwijkende gezichtshoek
13
2
Afwijkende beeldgrootte
12
1
Afwijkend lettertype
21
20
Het aantal afwijkende gezichtshoeken vertoonde een samenhang met het gekozen plan (χ2=4,429, α=0,035). Hetzelfde gold voor de samenhang tussen het aantal afwijkende beeldgroottes en het gekozen plan (χ2=5,667,α=0,017). Het aantal afwijkende lettertypes toonde geen samenhang met de plankeuze (χ2=2,186, α=0,139).
De Chi-kwadraat toets geeft alleen informatie over het al dan niet voorkomen van een statistisch verband tussen twee variabelen, maar zegt niets over de sterkte van het verband (De Vocht 2002: 163). Hiervoor is een aantal associatiematen beschikbaar, waarvan Cramer´s V de meest geschikte op Chikwadraat gebaseerde associatiemaat is. 7.3. Cramer´s V toets Voor de gevonden verbanden is met de associatiemaat Cramer´s V de sterkte van de verbanden getoetst. De Cramer´s V ligt altijd tussen de waarden 0 en 1. Hoe dichter de waarde bij nul ligt, hoe zwakker het verband. Hoe dichter de Cramer´s V bij 1 ligt, hoe sterker het verband. Helaas zijn de vier significante verbanden geen zeer sterke verbanden te noemen. Het sterkste verband werd gevonden tussen de variabelen geschonden waarde en plankeuze. Het resultaat van deze toets was: Symmetric Measures
Value Nominal by Nominal
Approx. Sig.
Phi
,221
,049
Cramer's V
,221
,049
Contingency Coefficient
,215
,049
N of Valid Cases
196
a Not assuming the null hypothesis. b Using the asymptotic standard error assuming the null hypothesis.
SPSS : Statistics Summarize Symmetric Measures
Met een Cramer´s V waarde van 0,221 is er van een matig sterk verband te spreken.
55
De resultaten van de Cramer´s V toets voor de overige verbanden zijn in bijlage 4 te vinden. Voor alle andere verbanden lag de Cramer´s V onder de 0,2 waardoor deze als zwakke verbanden aangeduid moeten worden.
56
8. Conclusie Het doel van het onderzoek was de volgende vraagstelling te beantwoorden: In welke mate komen negatieve spanningen voor in de Nederlandse stripreeks Donald Duck tussen 1953 tot en met 2006 en hoe worden deze verbaal en in beeld gerealiseerd? Deze vraagstelling is voor het onderzoek opgesplitst in twee deelvragen: 1. In welke mate komen discriminatie, pesten, conflicten, verwensingen, vloeken, beledigingen en scheldwoorden voor in de stripverhalen van Donald Duck van 1953 tot en met 2006? 2. Hoe worden beledigingen in de Donald Duck verbaal en in beeld gerealiseerd tussen 1953 tot en met 2006? Deelvraag één is in het vooronderzoek al beantwoord. Er is in de Nederlandse stripreeks Donald Duck wel degelijk sprake van negatieve spanningen die door de jaren heen een licht stijgende ontwikkeling hebben doorgemaakt. Voor discriminatie, pesten en conflicten werd geen duidelijke trend door de verhalen heen gevonden. Deze spanningen werden slechts sporadisch in de stripreeks ontdekt. Het aantal vloeken dat in de Donald Duck gevonden werd heeft zich in 60 jaar vervijfvoudigd, een duidelijke trend. Maar in aantal spanden de gevonden beledigingen en scheldwoorden in het vooronderzoek de kroon, met ook hier een stijgende lijn naarmate de tijd verstreek. Daarom is in het verdere onderzoek de weergave van deze beledigingen verder onderzocht, met als doel de tweede deelvraag te beantwoorden. De hoeveelheid beledigingen is in 60 jaar duidelijk toegenomen met een ruime verdubbeling als we het laatste decennia met het eerste decennia vergelijken. Deze uitingen zijn door de tijd heen een belangrijkere rol gaan spelen in de Donald Duck stripverhalen. Alleen dit is al een bijzondere conclusie voor een stripverhaal met jonge kinderen als doelgroep. Ook zijn er een aantal verschuivingen zichtbaar in de waarden die door deze beledigingen geschonden worden (zie ook § 5.2.). Na toetsing aan de hand van de χ2-toets in SPSS kon niet bevestigd worden dat de geschonden waarden bij beledigingen door de zes decennia heen significant veranderd zijn. Maar aan de hand van de frequenties valt alsnog iets over de verandering in geschonden waarden te zeggen. Waarden als bekwaamheid, geestelijke gezondheid en schoonheid werden in de laatste drie decennia vaker geschonden dan in de eerste drie decennia. Dit in tegenstelling tot de waarden eerlijkheid en uiterlijke verschijning, die in de laatste 30 jaar juist minder vaak geschonden werden als voorheen. Er wordt ook vandaag de dag nog veel waarde gehecht aan uiterlijke verschijning, maar de laatste paar jaar wordt er meer aandacht aan het innerlijk van mensen geschonken, de zogenoemde “inner beauty”. Het is bijzonder om te zien dat de Donald Duck blijkbaar in deze trend meegegaan is. Iets soortgelijks kan ook voor de waarde geestelijke gezondheid worden gezegd. Vrij recent nog las ik in de krant over het steeds groter wordende aantal mensen dat een psychiater bezoekt. Geestelijke gezondheid is de laatste jaren steeds belangrijker geworden, en ook deze trend wordt in de analyseresultaten weerspiegeld. Naarmate de verhalen recenter werden, werden steeds meer beledigingen gevonden die deze waarde schonden. De makers van het weekblad Donald Duck zijn wat betreft de nadruk op bepaalde maatschappelijke waarden blijkbaar met de tijd meegegaan. Al is het een verontrustende gedachte om dan ook te moeten concluderen dat eerlijkheid naar aanleiding van de resultaten tegenwoordig blijkbaar minder belangrijk gevonden wordt. Ook de weergave van deze beledigingen is met de tijd veranderd. Uit de frequenties bleek al dat in het laatste decennia vaker van plan gewisseld werd door de tekenaars dan in de eerdere decennia. De chikwadraat toets toonde een significant verband aan tussen de plankeuze en de geschonden waarde, dat na toetsing met de Cramer´s V toets een matig sterk verband bleek te zijn.
57
Figuur 21 laat twee voorbeelden van beledigingen zien waarbij de waarde welvaart geschonden wordt. In alle gevallen waar deze waarde geschonden werd, werd plankeuze 4 gebruikt waarin de figuren van dichtbij weergegeven worden. Dit benadrukt zowel de reactie van de beledigde partij als ook die van de beledigende partij.
Figuur 21: Verband plankeuze en geschonden waarde welvaart
Voor de beledigingen waarbij de waarde uiterlijke verschijning geschonden werd, was juist het tegenovergestelde het geval. De beledigingen in deze afbeeldingen waren niet op personen, maar op dieren en voorwerpen gericht, wat de reactie van de partij niet essentieel maakte. En dit werd in het gekozen plan voor deze uitingen weerspiegeld: er werd een ruim beeld van de figuren en hun omgeving gegeven (zie figuur 22), maar in geen enkel geval een close-up. Het soort belediging bepaalt blijkbaar de plankeuze die gebruikt wordt om de uiting te visualiseren.
Figuur 22: Verband plankeuze en geschonden waarde uiterlijke verschijning
Uit de resultaten is verder gebleken dat er vaker afwijkende lees- en lettertekens gebruikt worden naarmate de strip recenter is. In de jaren ´50 is zelfs geen enkel afwijkend leesteken gevonden, terwijl deze tekens in de laatste drie decennia juist steeds frequenter worden ingezet. In figuur 23 staan twee afbeeldingen, beide met een belediging waarbij de waarde bekwaamheid geschonden wordt, en beide met dezelfde plankeuze. Tussen beide afbeeldingen ligt 20 jaar. Dit voorbeeld visualiseert hoe letteren leestekens beledigingen ondersteunen en hoe deze zich door de tijd heen ontwikkeld hebben. In de eerste afbeelding benadrukt alleen een combinatie van vraag- en uitroepteken de belediging, wat al uitzonderlijk was in de onderzochte periode. Twee decennia later werden zowel kleur, grotere lettertypes én dikgedrukte tekst gebruikt om eenzelfde soort belediging te visualiseren. Hoe recenter het materiaal uit het corpus is, hoe vaker afwijkende letter- en leestekens gebruikt worden om beledigingen te ondersteunen. Dit verband werd door de chi-kwadraat toets bevestigd.
58
Figuur 23: Gebruik van lees- & lettertekens door de tijd om beledigingen te visualiseren
Het verband tussen de variabelen decennia en keuze van de beeldgrootte bleek na uitvoering van de chi-kwadraat toets marginaal significant te zijn. Hoe recenter het materiaal uit het corpus is, hoe vaker afwijkende beeldgroottes gebruikt werden om beledigingen te ondersteunen. In de eerste 30 jaar werd slechts twee maal een afwijkende beeldgrootte aangetroffen, en in de laatste 30 jaar zes maal zoveel. Vooral in het laatste decennia werd door de tekenaars steeds vaker met verschillende beeldgroottes gewerkt. Al deze voorbeelden samen laten concluderen dat er in de laatste drie decennia steeds vaker visuele middelen, zoals afwijkende beeldgroottes en bijzondere lettertypen, werden ingezet om beledigingen door én tussen de personages in de Donald Duck verhalen te benadrukken. Een verklaring voor dit frequentere gebruik zou de opkomst van de nieuwe media TV en internet vanaf de jaren ´70 respectievelijk ´90 kunnen zijn. Zoals uit de literatuur naar voren kwam, is de striptechniek door de opkomst van deze nieuwe media veranderd. De verandering in de gevonden beeldgroottes en het gebruikte soort lees- en lettertype bij beledigingen heeft wellicht met deze trend te maken en maakt de belediging daarmee nog realistischer voor de lezer als voor de opkomst van deze media. Tot slot werden er ook verbanden gevonden tussen de plankeuze als onafhankelijke variabele en de gezichtshoek en de beeldgrootte als afhankelijke variabelen, al waren deze verbanden niet zeer sterk. Maar aan de hand van de frequenties valt alsnog iets over hun richting te zeggen. Uit de resultaten blijkt dat naarmate het gebruikte plan groter is en daarmee de focus minder sterk op de beledigende personages ligt, er vaker bijzondere beeldgroottes en gezichtshoeken werden aangetroffen ter visualisering van de belediging. Grotere plankeuzes kenmerken zich door een achtergrond ofwel decor die als context dient. Deze context is voor de variabelen gezichtshoek en beeldgrootte juist onmisbaar en beperkt het gebruik ervan tot de grotere plankeuzes. De plankeuze bepaalt dus het visuele middel dat ter ondersteuning van een belediging gebruikt wordt.
Figuur 24: Gebruik van speciale gezichtshoeken en beeldgroottes bij grotere plankeuze
59
Al met al kan geconcludeerd worden dat het gebruik van beledigingen in de Donald Duck verhalen van 1953 tot 2006 duidelijk is toegenomen. Beledigingen zijn frequenter geworden en tegelijkertijd vond er een verschuiving plaats in de waarden die in deze beledigingen geschonden werden. Ook in de visuele weergave van deze spanningen was in 60 jaar een verschuiving zichtbaar. Beledigingen worden tegenwoordig steeds vaker door visuele middelen, zoals de keuze van de gezichtshoek en de beeldgrootte, ondersteund dan vroeger.
60
9. Discussie 9.1 Betrouwbaarheid data en analyse In de periode 1953 tot 2006 zijn 2600 Donald Duck weekbladen uitgegeven. Van deze 2600 verhalen zijn uiteindelijk slechts 24 verhalen in het corpus mee opgenomen, wat 1 op de 108 verhalen is. Om de externe validiteit van dit onderzoek te verhogen, zou het goed zijn meer verhalen uit de Donald Duck weekbladen in het onderzoek mee op te nemen en te analyseren. De verschuivingen die gevonden zijn, zouden bij een groter corpus duidelijker naar voren kunnen komen en aan validiteit kunnen winnen. Ook de factor thematiek zou hierdoor wegvallen. Elk Donald Duck verhaal heeft een bepaalde moraal als basis, maar de thematiek van het verhaal is elke keer anders. Omdat in dit onderzoek slechts 1 op de 108 verhalen onderzocht is, zou de thematiek van deze enkele verhalen van invloed geweest kunnen zijn op de gevonden spanningen. Wanneer meer verhalen in de analyse meegenomen zouden worden, zou deze factor uitgesloten kunnen worden. Er is getracht de tellingen die zijn gedaan zo objectief mogelijk uit te voeren. Maar ik ben mij er van bewust dat dit niet altijd voor honderd procent het geval geweest zal zijn. Zo zijn er tijdens de analyse een aantal twijfelmomenten geweest bij het vaststellen van bijvoorbeeld de juiste plankeuze of de juiste negatieve spanning. Een andere persoon zou deze misschien anders geïnterpreteerd hebben. In dit onderzoek is echter beoogd de verschillende verhalen zo objectief mogelijk te vergelijken. En daarvoor is een constante analyse van belang. De gehanteerde werkwijze is voor alle 24 verhalen dezelfde geweest en ook de definities die voor de analyse gebruikt zijn, waren voor alle verhalen dezelfde. De criteria voor de keuzes die tijdens de analyse gemaakt zijn, waren in het onderzoek constant. En omdat aan deze voorwaarde is voldaan, is de objectiviteit van het onderzoek niet in gevaar gebracht. Verder zijn de onderzochte verhalen door verschillende tekenaars en auteurs van Disney gecreëerd. Daardoor bestaat de mogelijkheid dat iedere tekenaar en auteur zijn of haar eigen stijl in het verhaal ingebracht heeft. Het is daarom niet helemaal uit te sluiten dat deze verschillende mensen daarmee de validiteit van de onderzoeksresultaten beïnvloed hebben. Toch ben ik ervan overtuigd dat deze invloed te verwaarlozen is. Disney hanteert uiterst strenge richtlijnen voor de creatie van de verhalen, om imago en stijl te garanderen. Daardoor zijn de tekenaars en auteurs gebonden aan bepaalde voorwaarden bij het creëren van de Donald Duck verhalen. Voor een eventueel vervolgonderzoek zou het interessant zijn om de factoren tekenaars en auteurs uit te sluiten en slechts verhalen van één enkele tekenaar en auteur te analyseren. 9.2. Nieuwe onderzoeksvragen Het doel van dit onderzoek was een antwoord te vinden op de vraag of negatieve spanningen in de Nederlandse stripreeks van het Donald Duck weekblad voorkomen en of de verbale en visuele weergave van één van hen door de tijd heen veranderd is. Interessant zou zijn ook de andere gevonden spanningen, zoals discriminatie, pesten, conflicten en vloeken op verschuivingen in weergave te onderzoeken. Deze spanningen zijn in dit corpus in mindere mate gevonden, maar bij een groter corpus zullen deze spanningen ook vaker optreden, wat de analyse van deze spanningen ten goede zou komen. Door de nominale waarde van mijn data was ik gebonden aan een gelimiteerd aantal toetsen in SPSS. Daardoor kon ik weliswaar verbanden en hun sterkte vaststellen, maar helaas niets over de richting van deze verbanden zeggen. Door data van minimaal ordinaal niveau te gebruiken, zou dit wel mogelijk zijn en zouden mijn vermoedens over de richting bevestigd of verworpen kunnen worden.
61
Daarnaast gaat de ontwikkeling bij Donald Duck gewoon door, zoals onderstaand artikel nog maar eens duidelijk maakt. Donald Duck op Twitter; storytelling ‘like it ought to be.’
Het vrolijk weekblad Donald Duck, wie is er niet mee opgegroeid? Elke zaterdagmorgen werd er bij ons thuis een kleine oorlog uitgevochten, wie zich als eerst mocht verliezen de avonturen van Donald, Katrien, Dagobert en de vele andere kleurrijke personages in dit blad. Anno 2011 zijn deze karakters stuk voor stuk het drukwerk ontgroeid en inmiddels is hun lief en leed al een jaar lang dagelijks te volgen op Twitter. Het resultaat? Een geweldige case, dat de mogelijkheden van Twitter voor storytelling, op een praktische en zéér vermakelijke wijze laat zien. (Geurtsen 2011)
Zoals Geurtsen in dit artikel al zegt; inderdaad een geweldige case voor een vervolgonderzoek om het taalgebruik van Donald Duck op Twitter te vergelijken met de originele verhalen in het tijdschrift. 9.3. Reflectie Ik ben in 2006 begonnen met dit onderzoek en rond dit in 2011 af. Achteraf ben ik er van overtuigd dat deze tijdspanne van vijf jaar van invloed is geweest op mijn resultaten. Er heeft onder andere veel tijd gezeten tussen het voor- en het hoofdonderzoek. Ik kan niet garanderen dat mijn zichtwijze in al die tijd exact dezelfde geweest is. Een eventueel vervolgonderzoek in een kortere tijdspanne zou moeten aantonen of de gevonden resultaten alsnog gelden, of dat deze een andere wending nemen. Verder vind ik het jammer dat mijn gevonden resultaten door de beperkte grootte van mijn corpus niet sterker zijn. Wellicht dat dit in de toekomst door iemand anders nog geoptimaliseerd kan worden. Maar ondanks dit alles heb ik het als uiterst leerzaam en uitdagend ondervonden deze scriptie te schrijven en na een lange pauze weer in dit onderzoek te duiken. Vooral de statistische analyse en een nieuwe onderzoeksrichting in het midden van mijn onderzoek bleken een echte uitdaging te zijn. En ik kan u verzekeren dat ik na dit onderzoek nooit meer op dezelfde manier een Donald Duck stripverhaal zal lezen als vroeger.
62
Literatuurlijst
Literatuur: Berger, A.A. (1998) Media analysis techniques. Second edition. Thousand Oaks, Sage Publications. Bouwers, L.L. (1979) Strips, voer voor luie lezers? Groningen, De Vuurbaak. De Boer, C. & S. Brennecke (2003) Media en publiek. Theorieen over media-impact. Amsterdam, Uitgeverij Boom. Gommer, H. (2005) Eenvoudige belediging, een onderschat misdrijf. Heerlen, Open Universiteit. Jong, A. de (2005) De ontwikkelingen van sociolinguïstische variabelen en beeldtechnieken in de stripreeks Suske en Wiske in de periode 1970 tot en met 2000. Groningen. Rijksuniversiteit Groningen. Likert, R. & J.G. Likert (1976) New ways of managing conflict. New York, McGraw-Hill. Meer, B. van der (1999) Pesten op school, overzicht van artikelen. Utrecht, Algemeen Pedagogisch Studiecentrum. Middel, A. & C. Ten Hoor (1988) Strips in de basiseducatie. Een handreiking voor het lezen en schrijven. Groningen, De Stiep. Olweus, D. (1992) Treiteren op school, omgaan met pestkoppen en zondebokken in de klas. Amersfoort, College Uitgevers. Oudenhoven, J.P. van (2004) Wichser, klootzak, cabrón. Schelden in Duitsland, Nederland en Spanje. Onze Taal 6: 156-158. Roux, A. (1970) La bande dessinée peut être éducative. Parijs, L´ecole. Stenveld, J. (2005) Discriminatie in Disney Classics door de jaren heen. Groningen, Rijksuniversiteit Groningen. Sterkenburg, P.G.J. van (2001) Vloeken. Een cultuurbepaalde reactie op woede, irritatie en frustratie. Den Haag, SDU Uitgevers. Toonder, M. (1946) Tekenfilm. Amsterdam: Uitgeverij Jacob van Campen. Valkenburg, P., e.a. (2004) Kijkwijzer 1.2: Een verantwoording. Hilversum: NICAM. Vocht, A. De (2002) Basishandboek SPSS 11 voor Windows. Utrecht, Bijleveld Press. Wermke, J. (1976) Wozu Comics gut sind? Kronenberg, Taunus. Ondersteunende literatuur: Baarda, D.B. & M.P.M. de Goede (1997) Basisboek methoden en technieken. Praktische handleiding voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek. Houten, Stenfert Kroese. Ensink, T. (2002) Methodologie. Groningen, Rijksuniversiteit Groningen. Redeker, G. & Y. Rijskamp (2001) Technische verzorging van werkstukken. Groningen, Rijksuniversiteit Groningen.
63
WWW- Bronnen: Algemeen Dagblad (1998) Meer geweld in Duckstad. http://tvgeweld.nl/tvgeweld/scriptie_sabine.pdf Berger, R. van (2005) Er was eens... http://enwatdannog.blogspot.com/2005/08/er-was-eens.html#links BN/De Stem (2004) Donald Duck snatert driftig door. http://www.donaldduckweb.nl/artikelen/krantenartikelen/bndestem Chandler, D. (1994) Semiotics for beginners www.aber.ac.uk/media/Documents/S4B Geurtsen, J. (2011) Donald Duck op Twitter; storytelling ´like it ought to be.´ http://www.marketingfacts.nl/berichten/20110705_donald_duck_op_twitter_storytelling_like_it_ought _to_be/ Paschja (2009) Stripcultuur: hoe er vroeger over strips gedacht werd. http://mens-en-samenleving.infonu.nl/sociaal-cultureel/31621-stripcultuur-hoe-er-vroeger-over-stripsgedacht-werd.html Paschja (2009) Stripcultuur: hoe er tegenwoordig over strips gedacht wordt. http://mens-en-samenleving.infonu.nl/sociaal-cultureel/31624-stripcultuur-hoe-er-tegenwoordig-overstrips-gedacht-wordt.html Paschja (2009) Stripcultuur: een kennismaking. http://mens-en-samenleving.infonu.nl/sociaal-cultureel/31614-stripcultuur-een-kennismaking.html Pinto, D. (2009) Conflicten. David Pinto en het ICI. http://www.davidpinto.nl/index.php?option=com-content&view=article&id=129:conflicten-insoorten-en-maten-&catid=51:in-de-allochtonenkrant-&Itemid=125 (27 september 2009) Ter Haar, O. (1996) Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden. http://utopia.knoware.nl/users/oterhaar/wetten/grondwet.htm Van Dale Uitgevers (2007) Van Dale Online. www.vandale.nl Verwilghen, M. (2003) Anti-discriminatiewet. http://www.fevlado.be/themas/discriminatie/documenten/antidiscriminatiewet.pdf Wikipedia (2006) Conflict. http://nl.wikipedia.org/wiki/conflict_%28onenigheid%29 Wikipedia (2006) Donald Duck. http://nl.wikipedia.org/wiki/Donald_Duck_(figuur) Wikipedia (2006) Walt Disney. http://nl.wikipedia.org/wiki/Walt_Disney
64
Materiaal corpus: Disney, W.E. (1973) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad. Nummer 34. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (1974) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad. Nummer 47. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (1977) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad. Nummer 44. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (1978) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad. Nummer 30. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (1981) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad. Nummer 33. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (1982) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad. Nummer 22. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (1985) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad. Nummer 21. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (1987) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad. Nummer 36. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (1991) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad. Nummer 49. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (1993) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad. Nummer 1. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (1994) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad. Nummer 12. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (1999) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad. Nummer 25. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (2000) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad. Nummer 43. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (2002) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad. Nummer 17. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (2002) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad: 1953. Nummer 1. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (2002) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad: 1953. Nummer 52. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (2003) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad: 1954. Nummer 4. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (2003) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad: 1954. Nummer 19. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (2004) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad: 1960. Nummer 1. Hoofddorp, Sanoma.
65
Disney, W.E. (2004) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad: 1964. Nummer 21. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (2004) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad: 1967. Nummer 28. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (2004) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad: 1969. Nummer 39. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (2005) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad. Nummer 7. Hoofddorp, Sanoma. Disney, W.E. (2006) Walt Disney´s Donald Duck: een vrolijk weekblad. Nummer 16. Hoofddorp, Sanoma.
66
Bijlage I: Analyseresultaten vooronderzoek en het corpus op CD
67
Bijlage II: Analyseresultaten vooronderzoek zonder uitingen en argumentatie
Jaar Nummer Bladzijde Cartoon
Negatieve Spanning
Zender
Ontvanger
Betrokken partijen
x Guus Geluk Donald Duck Een van de neefjes Donald Duck een van de neefjes Guus Geluk Guus Geluk Guus Geluk Donald Duck Guus Geluk Donald Duck Donald Duck x Guus Geluk Guus Geluk Donald Duck Donald Duck Baldeelnemer 1 Baldeelnemer 1 Baldeelnemer 2 Baldeelnemer 3 Baldeelnemer 3 Donald Duck Donald Duck Lorre Lorre
x x x
1953 1953 1953
1 1 1
3 6 7
6 6 1
Vloeken Belediging Belediging
Donald Duck Donald Duck Guus Geluk
1953 1953
1 1
10 18
2 6
Pesten Pesten
Guus Geluk Guus Geluk
1953 1953 1953 1953 1953 1953 1953 1953 1953 1953 1953 1953 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954
1 1 1 1 1 1 1 52 52 52 52 52 4 4 4 4 4 4 4 4 19 19
19 22 22 23 24 24 24 3 18 22 23 24 3 18 18 19 19 22 22 + 23 23 3 5
5 1 5 8 4 5 6 7 3 4+5 7+8 4 2 6 5+6+7 2+3 8 1 8+1 8 6 3
Belediging Pesten Pesten Pesten Scheldwoord Scheldwoord Scheldwoord Pesten Conflict Pesten Pesten Pesten Belediging Belediging Pesten Pesten Pesten Pesten Pesten Belediging Discriminatie Belediging
Katrien Neefjes Donald Duck Donald Duck Guus Geluk Donald Duck Guus Geluk Guus Geluk X Neefjes Donald Duck Guus Geluk Katrien Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Baldeelneemsters Katrien Neefjes Zeeman
x x x x x x x x x x Donald Duck en Guus Geluk x x x x x x x x x x x x x
Jaar Nummer Bladzijde Cartoon
Negatieve Spanning
Zender
Ontvanger
Betrokken partijen
1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1954 1960 1960 1960 1964 1964
19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 1 1 1 21 21
5 6 6 7 7 8 9 9 9 10 10 10 10 10 10 15 15 15 15 16 16 16 3 6 7 3 5
4 2 3 4+5 8 2 1 5 8 1 3 3 4+5+6 6 8 1 3 4 4+6+7 3 3 8 2 2 4 5 1
Belediging Belediging Conflict Conflict Belediging Vloeken Pesten Pesten Belediging Conflict Belediging Pesten Conflict Pesten Belediging Conflict Pesten Belediging Conflict Conflict Belediging Pesten Belediging Belediging Belediging Vloeken Vloeken
Lorre Donald Duck X X Donald Duck Neefjes Lorre Lorre Donald Duck X Lorre Lorre x Melkboer Lorre x Passante Lorre x x Lorre Donald Duck Willie Wortel Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck
Neefjes Lorre x x Lorre x Kat Hond Lorre x Melkboer Donald Duck x Donald Duck Passante x Donald Duck Katrien x x Donald Duck Lorre Donald Duck Willie Wortel Willie Wortel x x
1964
21
5
3
Conflict
x
x
1964
21
6
1+2+3
Conflict
x
x
x x Donald Duck en Lorre Donald Duck en de neefjes x x x x x Donald Duck en Lorre x x Donald Duck en de melkboer x x Donald Duck en de passante x x Donald Duck en Katrien Donald Duck en Lorre x x x x x x x Harry de onverwoestbare en Dagobert Duck Harry de onverwoestbare en Dagobert Duck
69
Jaar Nummer Bladzijde Cartoon
Negatieve Spanning
Zender
Ontvanger
Betrokken partijen
1964 1964
21 21
7 7
3 4
Vloeken Pesten
Dagobert Duck Dagobert Duck
x Donald Duck
1964
21
8
1+2
Conflict
x
1964 1964 1964 1967 1967
21 21 21 28 28
8 10 10 3 3
2 1 3 3 5+6+7+8
Pesten Belediging Vloeken Discriminatie Conflict
1967
28
4
3
Scheldwoord
1967 1967 1967 1967 1967 1967 1967 1967 1967 1967 1967 1967 1967 1967 1967 1967 1967 1967 1969
28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 39
4 4 4 4 5 5 5 5 6 6 6 7 7 8 9 9 11 11 4
4 6 7 8 1 4 5 8 2 4 1+2+3+4 3 5+6 1 3 8 4 6 2
Scheldwoord Scheldwoord Pesten Scheldwoord Scheldwoord Scheldwoord Scheldwoord Belediging Pesten Pesten Conflict Belediging Conflict Belediging Belediging Pesten Belediging Discriminatie Belediging
Derde bendelid Dagobert Duck Donald Duck Donald Duck x Buurvrouw Hoepenhobbel Buurvrouw Hoepenhobbel Donald Duck Jantje Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Hondenvanger Jantje x Donald Duck x Donald Duck Neefjes Jantje Donald Duck Donald Duck Donald Duck
x Donald Duck en Dagobert Duck Fred Zeester x Jantje x
x x Dagobert Duck, Donald Duck en derde bendelid x x x x Jantje
Jantje
x
Donald Duck Jantje Donald Duck Jantje Jantje Jantje Jantje Jantje Donald Duck Hondenvanger x Jantje x Jantje Jantje Donald Duck Geit Geit Schrijver
x x x x x x x x x x Jantje en de hondenvanger x Donald Duck en Jantje x x x x x x
70
Jaar Nummer Bladzijde Cartoon
Negatieve Spanning
Zender
Ontvanger
Betrokken partijen
1969 1969
39 39
4 7
4 1
Belediging Vloeken
Donald Duck Donald Duck
x x
1969 1969 1973 1973 1973 1973 1973
39 39 34 34 39 39 39
9 12 5 9 9 9 10
7 1 7 4 4 5 3
Belediging Scheldwoord Belediging Belediging Pesten Belediging Belediging
Donald Duck Donald Duck Donald Duck Groene draakje Groene draakje Groene draakje Guus Geluk
1973 1973 1973 1974 1974 1974 1974 1974 1974 1974 1974 1974 1974 1974 1974 1974 1974 1974 1974 1974
39 39 39 47 47 47 47 47 47 47 47 47 47 47 47 47 47 47 47 47
10+11 12 13 Compleet 6 7 7 7 8 8 9 9 9 9+10 10 10 11 11 12 12
compleet 3 6 compleet 5 1 3 4 5 7+8 2 4 8 8+1 2 8 4 5+6+7+8 3 4
Pesten Vloeken Pesten Conflict Vloeken Pesten Belediging Belediging Belediging Pesten Belediging Pesten Belediging Pesten Belediging Pesten Vloeken Pesten Pesten Vloeken
Donald Duck Donald Duck Guus Geluk x Donald Duck Mc Snekke Mc Snekke Mc Snekke Donald Duck Mc Snekke Mc Snekke Mc Snekke Mc Snekke Mc Snekke Mc Snekke Mc Snekke Bolderbast Mc Snekke Mc Snekke Donald Duck
Schrijver x Otto van Drakenstein Boek Wolken Guus Geluk Donald Duck Donald Duck Donald Duck Guus Geluk en Katrien x Donald Duck x x Donald Duck Donald Duck Donald Duck Mc Snekke Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck x Donald Duck Donald Duck x
x x x x x x x x x x Mc Snekke en Donald Duck x x x x x x x x x x x x x x x x
71
Jaar Nummer Bladzijde Cartoon
Negatieve Spanning
Zender
Ontvanger
Betrokken partijen
1974 1974 1974 1974 1974 1974 1974 1977 1977 1977 1977 1977 1977 1977 1977 1977 1977
47 47 47 47 47 47 47 44 44 44 44 44 44 44 44 44 44
12 12 12 12 13 13 13 4 5 5 5 5 5 6 6 7 8
5 6 7 8 1 8 8 4 3 4 5 6 8 4 7 1 1+2+3+6+7+8+9
Pesten Scheldwoord Pesten Pesten Pesten Pesten Scheldwoord Belediging Belediging Belediging Conflict Pesten Belediging Pesten Pesten Belediging Pesten
Donald Duck Mc Snekke Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Bolderbast Bolderbast x Bolderbast Donald Duck Bolderbast Bolderbast Donald Duck Donald Duck
x x x x x x x x x x Bolderbast en Donald Duck x x x x x x
1977 1977 1977 1977 1977 1977 1977 1977 1977 1977 1977
44 44 44 44 44 44 44 44 44 44 44
8 9 9 9 9 11 11 12 12 12 12
5 2 2 3 5 5+6+7+8 8 2 3 7 7+8
Discriminatie Pesten Belediging Pesten Belediging Pesten Belediging Pesten Belediging Scheldwoord Pesten
Bolderbast Bolderbast Bolderbast Bolderbast Donald Duck Donald Duck Bolderbast Donald Duck Donald Duck Bolderbast Bolderbast
1977
44
13
1
Belediging
Neefjes
Mc Snekke Donald Duck Mc Snekke Mc Snekke Mc Snekke Mc Snekke Mc Snekke Bolderbast Donald Duck Donald Duck x Donald Duck Bolderbast Donald Duck Donald Duck Bolderbast Bolderbast Donald Duck (indirect) Donald Duck Donald Duck Donald Duck Bolderbast Bolderbast Donald Duck Bolderbast Bolderbast Donald Duck Donald Duck Donald Duck & Bolderbast
x x x x x x x x x x x x
72
Jaar Nummer Bladzijde Cartoon
Negatieve Spanning
Zender
Ontvanger
Betrokken partijen
1977 1977 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1981 1981 1981 1981 1981
Belediging Conflict Belediging Belediging Belediging Scheldwoord Belediging Conflict Conflict Vloeken Vloeken Conflict Belediging Scheldwoord Belediging Conflict Conflict Vloeken Belediging Belediging Pesten Belediging Vloeken Pesten Pesten Conflict Belediging Belediging Vloeken Pesten
Neefjes x Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck x x Donald Duck Donald Duck x Donald Duck Donald Duck Donald Duck x x Vreemde snuiter Donald Duck Vreemde snuiter Vreemde snuiter Vreemde snuiter Vreemde snuiter Vreemde snuiter Jingo x Donald Duck Donald Duck Neefjes Neefjes
Donald Duck & Bolderbast x Kat Hond Vogel Huisdieren Huisdieren x x x x x Jingo Jingo Jingo x x x Neefjes Jingo Neefjes Neefjes x Neefjes Vreemde snuiter x Oom William Oom William x Donald Duck
x Bolderbast en Donald Duck x x x x x Donald Duck en de neefjes Donald Duck en de neefjes x x Donald Duck en Jingo x x x Donald Duck en de neefjes Donald Duck en de neefjes x x x x x x x x Donald Duck en de neefjes x x x x
44 44 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 33 33 33 33 33
13 13 4 4 4 4 4 4 6 6 7 9 9 10 11 11 12 13 14 15 15 15 15 15 16 4 4 4 5 8
3 8 1 2 3 6 8 9+10 7 11 7 9+10+11 12 7 7 7+8+9 7 12 7 5 8+9+10 11 11 12 4+5 4+5+6 3 4 7 8
73
Jaar Nummer Bladzijde Cartoon
Negatieve Spanning
1981 1981 1981 1981 1981 1981 1981 1982 1982
33 33 33 33 33 33 33 22 22
9 10 10 11 12 12 13 4 6
3 3+4 6+7+8 1 1 2 1+2+ 5 5
Pesten Pesten Pesten Vloeken Pesten Pesten Conflict Belediging Vloeken
1982
22
6
8
1982 1982 1982 1982
22 22 22 22
8 9 9 9
1982 1982 1982 1982 1982 1985 1985 1985 1985
22 22 22 22 22 21 21 21 21
1985 1985 1985 1985 1985
21 21 21 21 21
Zender
Ontvanger
Betrokken partijen
Donald Duck Donald Duck Donald Duck x Donald Duck Donald Duck x Neefjes x
x x x x x x Donald Duck en de neefjes x x
Belediging
Neefjes Neefjes Neefjes Donald Duck Koper Neefjes x Donald Duck Donald Duck Eigenaar van de garage
Donald Duck
1+2 3 6 8
Conflict Vloeken Vloeken Vloeken
x Donald Duck Donald Duck Donald Duck
x x x x
10 11 12 13 13 4 4 4 4
1+2 1 6 2 5 1 4 5 7
Conflict Belediging Vloeken Pesten Belediging Belediging Scheldwoord Belediging Scheldwoord
x Donald Duck Donald Duck Neefjes Richard Roderug Donald Duck Donald Duck Neefjes Donald Duck
6 6 6 7 8
2 4 8 2+3+4 4
Belediging Belediging Belediging Pesten Belediging
Donald Duck Neefjes Neefjes Donald Duck Donald Duck
x Richard Roderug x Donald Duck Donald Duck Neefjes Duiven Donald Duck Duiven Mevrouw Pluym de Verelaer Donald Duck Donald Duck Neefjes Neefjes
x Donald Duck en Richard Roderug x x x Donald Duck en Richard Roderug x x x x x x x x x x x x x
74
Jaar Nummer Bladzijde Cartoon
Negatieve Spanning
Zender
1985 1985 1985 1985 1985 1985 1985 1985 1987 1987 1987 1987
21 21 21 21 21 21 21 21 36 36 36 36
9 9 11 11 12 13 13 12+13 4 4 4 5
4 7+8 1+2 7 6 7 8 Allen 1 8 8 4
Belediging Pesten Conflict Scheldwoord Belediging Belediging Scheldwoord Pesten Belediging Scheldwoord Scheldwoord Scheldwoord
Mevrouw Pluym de Verelaer Donald Duck x Donald Duck Donald Duck Neefjes Donald Duck Neefjes Katrien Autobezitter Katrien Autobezitter
1987 1987 1987 1987 1987 1987 1987 1987 1987 1987 1987 1987 1991 1991 1991
36 36 36 36 36 36 36 36 36 36 36 36 49 49 49
5 8 9 10 10 10 11 12 12 13 13 13 3 4 4
7+8 8 5+6 2 5 Allen 4 5 7+8 1 6 7 4 5 7+8
Pesten Pesten Pesten Belediging Belediging Pesten Pesten Vloeken Pesten Conflict Belediging Vloeken Conflict Belediging Conflict
Donald Duck Donald Duck Katrien Katrien Katrien Katrien Katrien Donald Duck Katrien x Katrien Donald Duck x Donald Duck x
1991
49
4
8
Belediging
Neefjes
Ontvanger
Betrokken partijen
Neefjes Neefjes x Neefjes Neefjes Donald Duck Neefjes Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Spelende kinderen Katrien Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck x Donald Duck x Donald Duck Katrien? x Bolderbast x Donald Duck en Bolderbast
x x Donald Duck en de neefjes x x x x x x x x x x x x x x x x x x Katrien en Donald Duck x x Donald Duck en Bolderbast x Donald Duck en Bolderbast x
75
Jaar Nummer Bladzijde Cartoon
Negatieve Spanning
Zender
Ontvanger
Betrokken partijen
1991 1991 1991 1991 1991 1991 1991 1991 1991 1991
49 49 49 49 49 49 49 49 49 49
4 5 5 5 5 6 6 6 6 6
8 3+4 5 7 8 1+2 5 6 4+5+7+8 8
Belediging Pesten Vloeken Belediging Belediging Pesten Belediging Belediging Pesten Belediging
Neefjes Bolderbast Donald Duck Bolderbast Bolderbast Bolderbast Donald Duck Bolderbast Donald Duck Donald Duck
x x x x x x x x x x
1991
49
7
1
Belediging
Neefjes
1991 1991 1991 1991 1991 1991 1991 1991 1991 1991 1991 1991 1991 1991 1991 1991 1991 1991
49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49
7 7 7 7 7 7 8 8 9 9 10 10 11 11 11 11 11 11
1 2+3 4 5 7 8 1 5+7 5 6+7 3+4 5+6+7 1 1 4 5 5 6
Belediging Pesten Pesten Pesten Pesten Pesten Belediging Pesten Belediging Pesten Pesten Pesten Pesten Pesten Belediging Belediging Scheldwoord Scheldwoord
Neefjes Bolderbast Donald Duck Bolderbast Bolderbast Donald Duck Donald Duck Bolderbast Donald Duck Bolderbast Donald Duck Bolderbast Donald Duck Bolderbast Donald Duck Bolderbast Bolderbast Donald Duck
Donald Duck Donald Duck x Donald Duck Donald Duck Donald Duck Bolderbast Donald Duck Bolderbast Bolderbast Donald Duck en Bolderbast Donald Duck en Bolderbast Donald Duck Bolderbast Donald Duck Donald Duck Bolderbast Bolderbast Donald Duck Bolderbast Donald Duck Bolderbast Donald Duck Bolderbast Donald Duck Bolderbast Donald Duck Donald Duck Bolderbast
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
76
Jaar Nummer Bladzijde Cartoon
Negatieve Spanning
1991 1991 1993 1993
49 49 1 1
12 12 5 6
3+4+5 8 3 1
Conflict Conflict Belediging Belediging
1993 1993
1 1
6 7
8 6
Belediging Vloeken
1993
1
8
5+6+7
1993
1
9
1
1993 1993
1 1
9 9
1993
1
1993
1
Zender
Ontvanger
Betrokken partijen
x x Donald Duck Hotelgast Mevrouw van Snobbestein Donald Duck
x x Hotelbediening Donald Duck
Papegaai 1 en papegaai 2 Donald Duck en Bolderbast x x
Hotelbediening x x
Belediging
x Mevrouw van Snobbestein
x x Donald Duck en mevrouw van Snobbestein
2 5
Belediging Belediging
Donald Duck Donald Duck
10
2
Belediging
Donald Duck
Donald Duck Mevrouw van Snobbestein Monteur Mevrouw van Snobbestein
10
2
Conflict
x
x Meneer en mevrouw van Snobbestein Mevrouw van Snobbestein
Conflict
1993
1
10
4
Belediging
Donald Duck
1993
1
11
6
Belediging
1993
1
11
7
Scheldwoord
Donald Duck Mevrouw van Snobbestein
1993 1993
1 1
11 12
7 1+2
1993
1
12
4
1993
1
13
1+2
Belediging Conflict Scheldwoord
Donald Duck x Mevrouw van Snobbestein
Conflict
x
x x x x Donald Duck en mevrouw van Snobbestein
x x
Donald Duck Mevrouw van Snobbestein x
x
Donald Duck
x Donald Duck en mevrouw van Snobbestein
x
x Donald Duck en hotelbediening
77
Jaar Nummer Bladzijde Cartoon
Negatieve Spanning
Zender
Ontvanger
Betrokken partijen
1993 1993
1 1
13 13
4+5+6 8
Conflict Belediging
x Donald Duck
x Hotelbediening
1993
1
14
6+7
Conflict
x
x
Donald Duck en hotelbediening x Donald Duck en mevrouw van Snobbestein
Neefjes Katrien x Guus Geluk Donald Duck x Parkwachter Donald Duck Donald Duck Donald Duck x Donald Duck Parkwachter Donald Duck Donald Duck x Donald Duck Parkwachters Guus Geluk Donald Duck x Passagiers Passagiers Passagiers Passagiers
Donald Duck en mevrouw van Snobbestein Donald Duck x Donald Duck Parkwachter x Donald Duck Parkwachter Parkwachter Chauffeur x Parkwachter Donald Duck Apen Apen x Parkwachters Donald Duck Donald Duck Arts x Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck
x x Donald Duck en parkwachter x x Donald Duck en neushoorn x x x x Donald Duck en leeuwen x x x x Donald Duck en apen x x x x Donald Duck en de neefjes x x x x
1993 1994 1994 1994 1994 1994 1994 1994 1994 1994 1994 1994 1994 1994 1994 1994 1994 1994 1994 1994 1999 1999 1999 1999 1999
1 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 25 25 25 25 25
14 5 5 6 6 7 7 8 8 8 9 9 9 11 11 11 13 13 13 13 7 7 7 8 9
7 3 5 2 3 1+2 6+7 4 5 8 1+2+3 4 7 2 7 8 1 2 4 7 1 6 7 3 5
Belediging Belediging Conflict Pesten Belediging Conflict Pesten Belediging Belediging Belediging Conflict Belediging Pesten Belediging Belediging Conflict Belediging Belediging Belediging Scheldwoord Conflict Scheldwoord Scheldwoord Belediging Belediging
78
Jaar Nummer Bladzijde Cartoon
Negatieve Spanning
Zender
Ontvanger
Betrokken partijen
1999 1999 1999 1999 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000
25 25 25 25 43 43 43 43 43 43 43 43 43 43
10 10 11 12 4 4 4 5 5 5 5 7 8 8
1+2 5 4 3 1 4 7 1 1 1 2 1 1 1
Pesten Pesten Belediging Belediging Pesten Belediging Scheldwoord Conflict Scheldwoord Scheldwoord Vloeken Belediging Belediging Belediging
Passant Donald Duck Passante Donald Duck Lubbers Loempia Donald Duck Donald Duck x Donald Duck Bolderbast Willie Wortel Donald Duck Donald Duck Guus Geluk
x x x x x x x Donald Duck en Bolderbast x x x x x x
2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2002 2002 2002 2002
43 43 43 43 43 43 43 43 43 43 43 43 17 17 17 17
8 8 8 8 9 9 9 10 10 11 12 12 5 5 5 5
3 6 7 8 3 4 8 2 3 2 2 7 5 6 7 7
Belediging Belediging Belediging Belediging Belediging Belediging Vloeken Conflict Vloeken Vloeken Vloeken Belediging Belediging Belediging Scheldwoord Belediging
Bewoonster Guus Geluk Donald Duck Guus Geluk Donald Duck Guus Geluk Guus Geluk x Guus Geluk Donald Duck Guus Geluk Donald Duck Guus Geluk Guus Geluk Donald Duck Guus Geluk
Donald Duck Neefjes Donald Duck Passagiers Donald Duck Bolderbast Bolderbast x Bolderbast Donald Duck x Lootjesverkoper Guus Geluk Donald Duck Donald Duck en Guus Geluk Donald Duck Guus Geluk Donald Duck Guus Geluk Donald Duck x x x x x Neefjes Donald Duck Donald Duck Guus Geluk Donald Duck
x x x x x x x Donald Duck en reuzenhaai x x x x x x x x
79
Jaar Nummer Bladzijde Cartoon
Negatieve Spanning
Zender
Ontvanger
Betrokken partijen
2002 2002 2002 2002 2002 2002 2002 2002 2002 2002
17 17 17 17 17 17 17 17 17 17
6 6 7 7 8 9 10 12 12 14
2 5 2 3 7 1 1 3 4 3
Scheldwoord Vloeken Belediging Vloeken Belediging Belediging Belediging Pesten Belediging Pesten
Donald Duck Donald Duck Guus Geluk Donald Duck Guus Geluk Guus Geluk Donald Duck Guus Geluk Guus Geluk Donald Duck
x x x x x x x x x x
2002 2005 2005 2005 2005 2005 2005 2005 2005
17 7 7 7 7 7 7 7 7
14 5 5 5 6 6 7 7 8
4 1 2 5 1 2 1 7 1
Pesten Scheldwoord Pesten Belediging Verwensing Vloeken Belediging Belediging Belediging
Guus Geluk Katrien Katrien Guus Geluk Donald Duck Guus Geluk Katrien Katrien Moeder
Guus Geluk x Donald Duck x Donald Duck Donald Duck Guus Geluk Donald Duck Donald Duck Guus Geluk Donald Duck en neefjes Donald Duck Donald Duck Donald Duck Guus Geluk x Guus Geluk Donald Duck Donald Duck
2005 2005 2005 2005 2005 2005 2005 2005 2005 2005
7 7 7 7 7 7 7 7 7 7
11 11 13 13 13 13 13 13 15 15
1+2 7 1 2 4 4+5 5 7 6 7
Conflict Belediging Belediging Scheldwoord Belediging Pesten Belediging Belediging Belediging Pesten
x Katrien Katrien Katrien Moeder Moeder Katrien Raymond Moeder Moeder
x Donald Duck Don Juan Don Juan Don Juan Don Juan Don Juan Guus Geluk Donald Duck Donald Duck
x x x x x x x x x Ouders van margarietje en Raymond x x x x x x x x x
80
Jaar Nummer Bladzijde Cartoon
Negatieve Spanning
Zender
Ontvanger
Betrokken partijen
2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006
Belediging Belediging Scheldwoord Scheldwoord Conflict Belediging Vloeken Conflict Belediging Pesten Scheldwoord Belediging Pesten Belediging Belediging Belediging
Katrien Donald Duck Donald Duck Katrien x Donald Duck Katrien x Donald Duck Donald Duck Neefjes Neefjes Donald Duck Neefjes Neefjes Neefjes
Donald Duck Katrien Katrien Donald Duck x Katrien x x Neefjes Neefjes Donald Duck Donald Duck Katrien Donald Duck Donald Duck Donald Duck
x x x x Donald Duck en Katrien x x Donald Duck en neefjes x x x x x x x x
16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16
6 6 6 6 6 6 6 8+9+10 10 10 10 10 11 11 14 14
1 2 3 3 3 4 5 Allen 6 6+7+8 8 8 1 3 7 8
81
Bijlage III: Analyse Donald Duck verhalen hoofdonderzoek Legenda Geschonden waarde A Wijsheid en intelligentie B C D E
Eerlijkheid Bekwaamheid Uiterlijke verschijning Hygiëne
F G H I J K L M N O P Q
Lichamelijke gezondheid Geestelijke gezondheid Gulheid Hartelijkheid Opgewektheid Beschaafdheid Moed Schoonheid Jeugdigheid Bescheidenheid Welvaart Overig
Plankeuze 1 Gros d´ensemble Gros plan/ plan 2 moyen 3 Plan américain 4 Plan rapproché 5 Close up
Gezichtshoek 0 Niks 1 Vogelperspectief 2 Kikkerperspectief
Beeldgrootte 0 Niks 1 2 3 4
Elargissement Elongement Travelling Split-panel
Lettertype 0 Niks 1 2 3 4
Groot geschreven Dikgedrukt Groter lettertype Kleurgebruik Gebruik van bijzondere 5 leestekens
82
Analyse Donald Duck verhaal 1953 (nummer 1) Blz
Cartoon Zender
Ontvanger
Belediging
Geschonden Plankeuze waarde
Keuze van de keuze van de gezichtshoek beeldgrootte
Lettertype
6 7 19
Geef hem een kop thee, jongens! Zijn verstand is 6 Donald Duck Guus Geluk weggevroren 1 Guus Geluk Donald Duck Je was aan ´t opscheppen als een soeplepel! 5 Katrien een van de neefjes Je hebt toen opgeschept als 10 negerkoks!
A O O
3 3 3
0 0 0
0 0 0
0 0 0
24 24 24
4 Guus Geluk Donald Duck 5 Donald Duck Guus Geluk 6 Guus Geluk Donald Duck
L B O
3 2 3
0 0 0
0 0 0
5 0 0
W-Wat? ´n Lafaard? Omdat ik niet gezwommen heb? Hou je mond, naarling! Zwijg, vervelende opschepper!
Analyse Donald Duck verhaal 1953 (nummer 52) X Analyse Donald Duck verhaal 1954 (nummer 4) Blz
Cartoon Zender
Ontvanger
3 18
2 Katrien Donald Duck 6 Donald Duck Baldeelnemer 1
23
8 Katrien
Donald Duck
Belediging Je mag nog wel eens heel goed oefenen! Wou jij met Katrien dansen, mooie walskoning? Ik wed, dat je de eerste prijs wint als de best verklede landloper!
Geschonden Plankeuze Keuze van de keuze van de Lettertype waarde gezichtshoek beeldgrootte C 2 0 0 0 M 2 0 0 0
D
2
0
0
0
83
Analyse Donald Duck verhaal 1954 (nummer 19) Blz
Cartoon Zender
Ontvanger
5
3 Zeeman
Lorre
5 6 7
4 Lorre Neefjes 2 Donald Duck Lorre 8 Donald Duck Lorre
9
8 Donald Duck Lorre
10
3 Lorre
Melkboer
10
3 Lorre
Melkboer
10
8 Lorre
Passante
15 16
4 Lorre 3 Lorre
Katrien Donald Duck
Belediging Och, nemen jullie ´m ook eigenlijk maar! Dat beest heeft me op alle zeven zeeen ´t leven onmogelijk gemaakt! Geeft me weg aan ´n paar doodgewone landrotten! Fijn, hoor! ´T leek wel een ouwe kijvende vrouw! Wat is ´t voor ´n beest? Hebben de neefjes die verdraaide papegaai al thuis gebracht? Neem dat waterige afgietsel maar weer mee... ´T is te slecht om mee te schrobben! Neem dat waterige afgietsel maar weer mee, jij levende melkfles! ´T is te slecht om mee te schrobben! Alle hens aan dek! Kijk ´ns, wat ´n zeilschip! Ze heeft een gezicht als ´n patroospoort! Hallo, ouwe modderschuit! Om je gezicht lachen de vissen zich dood! U heeft ook alles in de gaten kapitein!
Geschonden Plankeuze waarde
Keuze van de keuze van de gezichtshoek beeldgrootte
Lettertype
M
2
0
0
0
K N D
2 2 3
0 0 0
0 0 0
0 0 0
G
2
0
0
0
C
2
0
0
0
D
2
0
0
0
M
4
0
0
0
M A
3 3
0 0
0 0
0 0
Analyse Donald Duck verhaal 1960 (nummer 1) Blz
Cartoon Zender
Ontvanger
3
2 Willie Wortel Donald Duck
6
2 Donald Duck Willie Wortel
7
4 Donald Duck Willie Wortel
Belediging Je bent zo mager dat ik je haast niet zie staan! Ik neem nooit meer ´n middeltje van jou in, begrijp je dat! Als je nog ´ns wat weet, Willie, kom er dan alsjeblieft niet mee bij mij aan!
Geschonden Plankeuze Keuze van de keuze van de Lettertype waarde gezichtshoek beeldgrootte M 3 0 0 0 C
3
0
0
0
A
2
0
0
0
84
Analyse Donald Duck verhaal 1964 (nummer 21) Blz
Cartoon Zender
10
Ontvanger
1 Dagobert DuckFred Zeester
Belediging Fred Zeester, wie had verwacht dat je zo´n vals spelletje met me wilde spelen!
Geschonden Plankeuze waarde B
Keuze van de keuze van de gezichtshoek beeldgrootte 1
0
Lettertype
1
0
Analyse Donald Duck verhaal 1967 (nummer 28) Blz
Cartoon Zender
Ontvanger
5 7
8 Donald Duck Jantje 3 Donald Duck Jantje
8
1 Donald Duck Jantje
9
3 Neefjes
11 4 4 4 4 5 5 5
4 3 4 6 8 1 4 5
Jantje
Donald Duck Geit Buurvrouw Hoepenhobbel Jantje Buurvrouw Hoepenhobbel Donald Duck Donald Duck Jantje Donald Duck Jantje Donald Duck Jantje Donald Duck Jantje Donald Duck Jantje
Belediging Die bok is zo lui en vet als een varken! Wat ´n brutaal snertbeest! Nu kan m´n krantje tenminste niet meer worden verslonden door die malle bok! Dat beest heeft ´t voedsel voor twee weken in een dag verslonden! Wat ´n hongerlap! Of het nou een bok of een geit is, dat beest moet m´n huis uit! Ga daar in! Monsterlijk monster! Nare eend! Stommerd! Beest Beest Dat ellendige beest zit hier ergens in huis! Die bokkepruik eet m´n ijskast leeg!
Geschonden Plankeuze Keuze van de keuze van de Lettertype waarde gezichtshoek beeldgrootte M 3 0 0 0 O 2 0 0 0 G
3
0
0
0
O
2
1
0
2
M M B A D D D J
3 2 2 2 3 1 2 2
0 1 0 1 0 1 1 0
0 0 0 0 0 0 0 0
2 0 0 0 0 0 0 0
Analyse Donald Duck verhaal 1969 (nummer 39) Blz
Cartoon Zender
4 4 9 12
Ontvanger
Belediging
Die verhaaltjes zijn bedacht door een dromer of een zeezieke matroos Die sprookjes zijn misschien wel leuk, maar ik wil 4 Donald Duck Schrijver die onzin niet in mijn huis! 7 Donald Duck Otto van Drakenstein Wat nou! Vliegen we er overheen, of zo?! 1 Donald Duck Boek belachelijk boek 2 Donald Duck Schrijver
Geschonden Plankeuze waarde
Keuze van de keuze van de gezichtshoek beeldgrootte
Lettertype
G
4
0
0
0
A G G
2 4 3
0 0 0
0 0 0
0 5 0
85
Analyse Donald Duck verhaal 1973 (nummer 34) Blz
Cartoon Zender
Ontvanger
5 9
7 Donald Duck Wolken 4 Groene draakje Guus Geluk
9 10
5 Groene draakje Donald Duck 3 Guus Geluk Donald Duck
Belediging LASTPAKKEN! vervelende miezerige neefje Blijf je hier sloom liggen of ben je van plan om daar ´n stokje voor te steken? Waarom gaat ie niet op regenwolken jagen?
Geschonden Plankeuze Keuze van de keuze van de Lettertype waarde gezichtshoek beeldgrootte K 1 0 0 3 M 2 0 0 0 J G
2 3
0 0
0 0
0 0
Analyse Donald Duck verhaal 1974 (nummer 47) Blz
Cartoon Zender
7
Ontvanger
3 Mc Snekke
Donald Duck
7 8 9 9 10
4 5 2 8 2
Donald Duck Mc Snekke Donald Duck Donald Duck Donald Duck
10 12 13
2 Mc Snekke Donald Duck 6 Mc Snekke Donald Duck 8 Donald Duck Mc Snekke
Mc Snekke Donald Duck Mc Snekke Mc Snekke Mc Snekke
Belediging Die stomme melkman van u heeft zojuist al zijn flessen melk hier voor m´n deur stukgegooid! Waarom ontslaat u die sufferd niet en neemt u geen nieuwe melkman in dienst? Brompot Die stomme melkman van u …. Grrr! Dat had je gedacht, lelijke melkduck! Hoe durf je, lelijke lawaaischopper! Je haalt iedereen uit de slaap met je onhandige geklungel! Jij lelijke… WINDBUIL!
Geschonden Plankeuze waarde
Keuze van de keuze van de gezichtshoek beeldgrootte
Lettertype
G
2
0
0
0
G J G M M
3 3 3 3 3
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
C M K
3 2 2
0 0 0
0 4 0
0 2 3
86
Analyse Donald Duck verhaal 1977 (nummer 44) Blz
Cartoon Zender
4 5 5 5 7 9 9 11 12 13 13 12
Ontvanger
Belediging
Bah! Die Bolderbast ook altijd! Die brengt nooit terug wat hij leent! JOUW pot stopverf? Jij hebt van je leven nog nooit Donald Duck één pot sotpverf gekocht! Donald Duck Je bent nog erger dan een dief! Bolderbast Dit zal die verdraaide Bolderbast berouwen! Bolderbast Die ellendeling… Donald Duck Eendje! Bolderbast Wat is die man gemeen! Donald Duck Bedrieger! Jij gemene bedrieger! Bolderbast Stopverf-ventje Donald Duck & Bolderbast .. die twee halfgaren….. Donald Duck & Bolderbast Jullie zien eruit als standbeelden! Donald Duck Laaghartige oplichter!
Geschonden Plankeuze waarde
Keuze van de keuze van de gezichtshoek beeldgrootte
Lettertype
4 Donald Duck Bolderbast
B
4
0
0
0
3 4 8 1 2 5 8 3 1 3 7
H B G B D B B N G D B
3 2 2 2 2 2 4 2 3 2 3
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1 0 0 0 0 0 2 0 0 0 0
Bolderbast Bolderbast Donald Duck Donald Duck Bolderbast Donald Duck Bolderbast Donald Duck Neefjes Neefjes Bolderbast
Analyse Donald Duck verhaal 1978 (nummer 30) Blz
Cartoon Zender 4 4 4 4 9 11 14 15 15 4 10
Ontvanger
1 Donald Duck Kat 2 Donald Duck Hond 3 Donald Duck Vogel 8 Donald Duck Huisdieren 12 Donald Duck Jingo 7 7 5 11 6 7
Donald Duck Jingo Donald Duck Neefjes Vreemde snuiter Jingo Vreemde snuiter Neefjes Donald Duck Huisdieren Donald Duck Jingo
Belediging Verdraaid beest! Opgehoepeld! En maak jij ook dat je wegkomt met je vlooienpels! Stilzitten op die stok! Met je gefladder mors je allemaal vogelzaad op mijn schone vloer! Lawaaischoppers! Hier jij, lelijke aap! Zorg dat jullie die verdraaide aap onmiddellijk kwijt raken! Die dekselse kwajongens! Wat kan mij dat beest schelen? Jullie koppige kwajongens! Lastposten Monster!
Geschonden Plankeuze Keuze van de keuze van de Lettertype waarde gezichtshoek beeldgrootte G 2 0 0 0 E 1 0 0 0 E K M
3 3 2
0 0 0
0 0 0
0 0 0
G K D K K M
2 2 2 4 2 2
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
2 0 0 0 0 0
87
Analyse Donald Duck verhaal 1981 (nummer 33) Blz
Cartoon Zender 4 4
Ontvanger
3 Donald Duck Oom William 4 Donald Duck Oom William
Belediging Moet je zien wat een krot! die bouwval
Geschonden Plankeuze Keuze van de keuze van de Lettertype waarde gezichtshoek beeldgrootte M 1 0 0 0 M 2 0 0 0
Analyse Donald Duck verhaal 1982 (nummer 22) Blz
Cartoon Zender
4 6 11 13
Ontvanger
Belediging
Ik heb nu geen tijd voor die kinderachtige spelletjes 5 Donald Duck Neefjes van jullie! 8 Eigenaar van de Donald garage Duck Ik word al moe als ik alleen al naar u kijk! 1 Donald Duck Richard Roderug … die snoeshaan…. U heeft me duidelijk laten zien dat u egoistisch, 5 Richard Roderug Donald Duck onvriendelijk en niet behulpzaam bent.
Geschonden Plankeuze waarde
Keuze van de keuze van de gezichtshoek beeldgrootte
Lettertype
N J O
2 1 1
0 0 0
0 0 0
0 0 0
I
3
0
0
0
Analyse Donald Duck verhaal 1985 (nummer 21) Blz
Cartoon Zender
Ontvanger
Belediging
Geschonden Plankeuze waarde
Keuze van de keuze van de gezichtshoek beeldgrootte
Lettertype
4 4 6
Zelden zag de wereld grotere nietsnutten dan die drie 1 Donald Duck Neefjes lieve neefjes van mij! 5 Neefjes Donald Duck U zou niet eens de goede TREIN vinden! 2 Donald Duck Mevrouw Pluym deZe Verelaer is zelf een rare vogel!
A G D
2 4 2
0 0 0
1 0 0
0 3 0
6
4 Neefjes
Donald Duck
P
4
0
0
3
6
8 Neefjes
Donald Duck
G
3
0
0
3
D M D
2 2 2
0 0 0
0 0 0
3 3 0
G C D C N
3 3 2 3 3
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
3 0 0 0 0
8 9 12
4 Donald Duck Neefjes 4 Mevrouw Pluym Neefjes de Verelaer 6 Donald Duck Neefjes
13 4 4 11 13
7 4 7 7 8
Neefjes Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck
Donald Duck Duiven Duiven Neefjes Neefjes
In dit huishouden moet toch IEMAND geld verdienen! Hij kan nog geen SPIJKER van een SCHROEF onderscheiden! Die snotneuzen verdienen DUIZEND GULDEN met een zefgetimmerd kippenhok? En neem die BOUWVAL mee! Parkietekooi Daar hebben we een HEEL VREEMDE VOGEL in gevangen! .. waardeloze vogels.. En wat kost zo´n beest niet aan voer? Die mislukte architecten.. Snotapen!
Analyse Donald Duck verhaal 1987 (nummer 36) 88
Blz
Cartoon Zender
4 10 10 13 4 4 5
Ontvanger
1 Katrien
Donald Duck
2 5 6 8 8 4
Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck
Katrien Katrien Katrien Autobezitter Katrien Autobezitter
Belediging Dit was de laatste keer dat jij mijn servies hebt stukgegooid! Ik heb genoeg van jouw driftbuien! Oh! Maar ik had gevraagd om een KNAPPE, charmante man. John Ween is een waardeloos acteur! Jij hebt geen smáák! Drommelse raddraaier! Driftkop Grrr! Waar is die vandaal gebleven?
Geschonden Plankeuze waarde
Keuze van de keuze van de gezichtshoek beeldgrootte
Lettertype
K
2
0
1
2
M C K B K K
2 2 2 3 3 2
0 0 0 1 1 0
0 0 0 0 0 0
3 0 5 0 0 0
Analyse Donald Duck verhaal 1991 (nummer 49) Blz
Cartoon Zender
4 4 4 5 5
5 8 8 7 8
6 6 6
5 Donald Duck 6 Bolderbast 8 Donald Duck
7 7 8 9 11 11 11 11
1 1 1 5 4 5 5 6
Donald Duck Neefjes Neefjes Bolderbast Bolderbast
Neefjes Neefjes Donald Duck Donald Duck Donald Duck Bolderbast Bolderbast Donald Duck
Ontvanger
Belediging
Om KINDERACHTIGE kleinzieligheden! Die Bolderbast Boldebast wordt nooit volwassen! Donald Duck en Bolderbast Die dingen geven nog een GEFLATTEERD beeld! Donald Duck Kom mee naar binnen en gedraag u naar uw leeftijd! Donald Duck Heh! Heh! Die eend kan niet koken! Heh! Heh! Donald Duck Mislukte kok! Heh! Heh! Met dit ondergrondse apparaatje zal ik die grijns Bolderbast eens van zijn lelijke gezicht SPOELEN Donald Duck Wat een kip zonder kop is die eend! WHA! HA! Bolderbast HA! HA! HA! Jij bent meer ´n bokkende EZEL! Dit soort achterbaks geknok hoort in de prehistorie Donald Duck en Bolderbast thuis! Donald Duck en Bolderbast … vechtersbazen… Bolderbast Dat houdt die domkop wel even bezig! Bolderbast Ja, mislukt afvalprodukt van een bavianenkwekerij! Bolderbast …. die lastpost.. Donald Duck ..naar dat ei van een eend… Donald Duck BLEH! Bolderbast LEKKER PUH!
Geschonden Plankeuze waarde
Keuze van de keuze van de gezichtshoek beeldgrootte
Lettertype
G G G C C
3 3 3 2 2
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
1 1 0 0 0
M K F
2 2 2
0 0 0
0 0 0
1 1 1
L K A M K G Q Q
2 2 2 4 3 3 3 3
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 1 1
Analyse Donald Duck verhaal 1993 (nummer 1)
89
Blz
Cartoon Zender
Ontvanger
5 6 6
3 Donald Duck Hotelbediening 1 Hotelgast Donald Duck 8 Mevrouw van Snobbestein Hotelbediening
9 9 9
1 2 5
10 10 11
2 4 6
11 13
7 8
14 11
7 7
12
4
Belediging
Ik heb niet de hele dag de tijd! Wat een druktemaker, zeg! Beter laat dan nooit, bemoeial! Die miezerige garnaal viel me niet alleen aan… hij Mevrouw van Snobbestein Donald Duck noemde me ook nog een beer! Donald Duck Mevrouw van Snobbestein U moet gewoon beter uit uw doppen kijken! Donald Duck Monteur Ah, u komt het nummer maken, dat werd tijd! Het is uw EIGEN schuld! Als u niet zo DIK was zou Donald Duck Mevrouw van Snobbestein u ook niet KLEM komen te zitten in de draaideur! Donald Duck Meneer en mevrouwPUH! van Snobbestein Het zou een stuk rustiger zijn! Donald Duck Mevrouw van Snobbestein Nee, gelukkig niet! Ik had een stootkussen! Wie stond er MIDDEN op de piste! Ik kon er NOOIT Donald Duck Mevrouw van Snobbestein meer omheen! Donald Duck Hotelbediening Wat een armzalig hotelletje! Door dit geschreeuw ontstaat er nog Neefjes Donald Duck en mevrouw LAWINEGEVAAR van Snobbestein ook! Mevrouw van Snobbestein Donald Duck Gemene PISTE-PIRAAT,… Ik wil dat onderkruipsel nooit meer tegenkomen, Mevrouw van Snobbestein Donald Duck begrepen?
Geschonden Plankeuze Keuze van de keuze van de Lettertype waarde gezichtshoek beeldgrootte C 3 0 0 0 K 3 0 0 0 K 2 0 0 0 M F C
2 3 2
0 0 0
0 0 0
0 0 0
M K M
2 3 3
0 0 0
0 0 0
1 1 0
C D
2 1
0 0
0 0
1 0
K K
2 2
0 0
1 0
1 1
M
2
0
0
0
90
Analyse Donald Duck verhaal 1994 (nummer 12) Blz
Cartoon Zender
Ontvanger
5 6 8
3 Katrien Donald Duck 3 Donald Duck Parkwachter 4 Donald Duck Parkwachter
8
5 Donald Duck Parkwachter
8 9 11 11 13 13
8 4 2 7 1 2
Donald Duck Chauffeur Donald Duck Parkwachter Donald Duck Apen Donald Duck Apen Donald Duck Parkwachters Parkwachters Donald Duck
13 13
4 Guus Geluk Donald Duck 7 Donald Duck Arts
Belediging Had je dat niet even kunnen navragen? Ach, zeur toch niet zo, pietlut! …die slome… En dat noemt zichzelf bewaker! Hij moet eerst maar eens leren uit zijn doppen te kijken! Waardeloze chauffeur! Het personeel hier is duidelijk onbekwaam! Zeur niet! Die suffe apen hebben niets in de gaten! Onopgevoede snotapen! ..stelletje sukkels! Natuurlijk ben je een eend! En ik ben ´n giraffe! Gelukkig was ik bij je, Katrien! Donald was in zo´n situatie beslist in paniek geraakt! Kwakzalver!
Geschonden Plankeuze Keuze van de keuze van de Lettertype waarde gezichtshoek beeldgrootte A 3 0 0 0 J 3 0 0 0 J 1 0 0 0 F
2
0
0
0
C J G N G G
2 2 2 2 2 2
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
L C
2 2
0 0
0 1
0 0
Analyse Donald Duck verhaal 1999 (nummer 25) Blz
Cartoon Zender
8 9 11 12 7 7
Ontvanger
Belediging
3 Passagiers
Donald Duck
Zeg, gaan we nog rijden of hoe zit dat? We zijn al veel te laat!
C
2
0
0
0
5 4 3 6 7
Donald Duck Donald Duck Passagiers Donald Duck Donald Duck
Gas geven, chauffeur! Ik heb niet de hele dag de tijd! Laat me los, mafketel! Dat gezeur de hele tijd hangt me de keel uit! Waar blijft die snertbus toch? Dat zou tijd worden, slampamper!
C G J M M
2 2 3 2 2
0 0 0 0 0
1 0 0 0 0
0 0 0 0 0
Passagiers Passante Donald Duck Passagiers Passagiers
Geschonden Plankeuze waarde
Keuze van de keuze van de gezichtshoek beeldgrootte
Lettertype
91
Analyse Donald Duck verhaal 2000 (nummer 43) Blz
Cartoon Zender
4 7 8 8 8 8 8 8 9 9 12 4 5 5
4 1 1 1 3 6 7 8 3 4 7 7 1 1
Donald Duck Donald Duck Donald Duck Guus Geluk Bewoonster Guus Geluk Donald Duck Guus Geluk Donald Duck Guus Geluk Donald Duck Donald Duck Donald Duck Bolderbast
Ontvanger
Belediging
Op van het uitzicht op die bullebak van een buurman Bolderbast Bolderbast word ik ook niet vrolijker! Lootjesverkoper Ben je betoeterd? Guus Geluk Kijk uit waar je loopt, uilskuiken! Donald Duck Kijk! Kijk! Daar heb je neef pechvogel! Donald Duck en Guus WatGeluk een herrieschoppers! Donald Duck Nu zal ik die opschepper een lesje leren! Guus Geluk Wat zeg je hiervan, snoever? Donald Duck Dat deze een stuk groter is, blaaskaak! Guus Geluk Wat dacht je van deze,slijmjurk? Donald Duck Een guppy vergeleken met deze, armoedzaaier! Neefjes Dat gaat jullie geen snars aan! Bolderbast Sukkel! Bolderbast DROPNEUS! Donald Duck KLEPSNAVEL! VANDAAL!
Geschonden Plankeuze waarde J G A C K O O O K P K G D K
Keuze van de keuze van de gezichtshoek beeldgrootte 3 2 2 2 2 2 2 2 2 4 2 3 1 1
0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 1
Lettertype
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3 3
92
Analyse Donald Duck verhaal 2002 (nummer 17): Blz
Cartoon Zender
Ontvanger
5
5 Guus Geluk Donald Duck
5 5
6 Guus Geluk Donald Duck 7 Guus Geluk Donald Duck
7
2 Guus Geluk Donald Duck
8 9
7 Guus Geluk Donald Duck 1 Guus Geluk Donald Duck
10
1 Donald Duck Guus Geluk
12 5
4 Guus Geluk Donald Duck 7 Donald Duck Guus Geluk
6
2 Donald Duck Guus Geluk
Belediging M´n onfortuinlijke neef! Ik had het kunnen weten! Alleen viespeuken wroeten in de smurrie! Laat me raden: twee ijsstokjes en een stinkende mossel? Ach gut, wat prulletjes! Oh ja, ik krijg ook nog een euro van JOU! Betaal maar als je eentje hebt…over honder jaar of zo! HA! HA! Als we daar Don de strandjutter niet hebben! Hij heeft drie eendjes gevonden! Laat me niet lachen! Gelukkig waait die windbuil een heel andere kant op! Trouwens, zonder mijn geluk had je die schat toch niet gevonden! Arrogante kwal! Als strandjutter heb je méér nodig dan dom geluk, opschepper!
Geschonden Plankeuze waarde
Keuze van de keuze van de gezichtshoek beeldgrootte
Lettertype
E
2
1
0
0
C C
2 3
0 0
0 0
0 0
P
4
0
0
1
C G
4 2
0 1
0 0
0 0
K
1
0
1
0
C O
2 3
0 0
0 0
0 0
O
3
0
0
5
93
Analyse Donald Duck verhaal 2005 (nummer 7) Blz
Cartoon Zender
Ontvanger
5 7 7
5 Guus Geluk Donald Duck 1 Katrien Guus Geluk 7 Katrien Donald Duck
8
1 Moeder
Donald Duck
11 13
7 Katrien 1 Katrien
Donald Duck Don Juan
13 13 13
4 Moeder 5 Katrien 7 Raymond
Don Juan Don Juan Guus Geluk
15 5 13
6 Moeder 1 Katrien 2 Katrien
Donald Duck Donald Duck Don Juan
Belediging Je neemt me de woorden uit de snavel neef! Opgehoepeld! Ongevoelige geldwolf! Voortaan doet die smeerkees het zelf maar! Je had toch geregeld dat die onheilseend WEG zou zijn? Donald is een hopeloos geval en deze daad is zwaar overdreven…maar ik mis die druiloor nu al! Laat me los, engerd! Zelfingenomen slijmjurken als jij zouden ze moeten opsluiten! Pak aan, gladjakker! Het is die bluffer die beweert zo´n bofkont te zijn! Mijn dochter is ervandoor gegaan met een eenvoudige margarinemedewerker! Neem maar weer mee, plurk! Hoepel op, griezel!
Geschonden Plankeuze Keuze van de keuze van de Lettertype waarde gezichtshoek beeldgrootte C 2 0 0 0 H 2 0 1 0 E 2 0 0 0 Q
3
0
1
1
G M
2 3
0 0
0 0
5 0
O K O
2 2 2
0 0 0
0 1 0
0 0 0
Q M M
2 2 2
0 0 0
0 1 0
0 0 0
Analyse Donald Duck verhaal 2006 (nummer 16) Blz
Cartoon Zender
Ontvanger
6
1 Katrien
6
2 Donald Duck Katrien
6 10 10 11 14 14 6 6 10
4 6 8 3 7 8 3 3 8
Donald Duck Donald Duck Neefjes Neefjes Neefjes Neefjes Donald Duck Katrien Neefjes
Donald Duck
Katrien Neefjes Donald Duck Donald Duck Donald Duck Donald Duck Katrien Donald Duck Donald Duck
Belediging Je bent zo romantisch als een baksteen, weet je dat? Als je me DAARMEE denkt te veranderen, moet je zelf naar een psychiater! Mevrouw accepteert me niet zoals ik ben! Mevrouw kan niet tegen de WAARHEID! Droom lekker verder, jongens! U bent gemeen! Zelfs niet met Pasen? Oh, die heeft weer kuren! Af en toe kan hij ZIJN EI NIET KWIJT! Ik heb hem trouwens WEL teruggegeven, zeurpiet! Ongevoelige lomperik! Wat een luizenstreek!
Geschonden Plankeuze waarde
Keuze van de keuze van de gezichtshoek beeldgrootte
Lettertype
I
2
1
0
0
G
1
0
0
1
K G B L G Q J I B
3 3 2 3 3 3 3 3 2
0 0 2 0 0 0 0 0 2
0 0 0 0 0 0 0 0 0
1 0 0 0 0 3 1 0 0
94
Bijlage IV: Resultaten van de Chi-kwadraat en Cramer´s V toets Resultaten van de Chi-kwadraat toets Naar aanleiding van de frequenties verwachtte ik een aantal verbanden tussen verschillende variabelen. Ik verwachtte dat de onafhankelijke variabelen decennia van invloed zou zijn op de geschonden waardes van de gevonden beledigingen. Mijn verwachting was dat de waarden die met beledigingen geschonden worden zich door de tijd heen veranderd zouden hebben. Verder verwachtte ik een verband tussen de variabele decennia en de ´bildliche Darstellungsmittel´ van Wermke. Doordat er in 60 jaar tijd nieuwe striptechnieken ontwikkeld zijn verwachtte ik een verandering in de technieken die door de tijd heen gebruikt zijn in Donald Duck. En ik verwachtte een verband tussen de geschonden waarde en de ´bildliche Darstellungsmittel´, om de verschillende waarden ook met verschillende technieken af te beelden. Sommige waarden van de onafhankelijke variabelen zijn bij de analyse in SPSS veranderd, omdat er in de oorspronkelijke versie teveel mogelijkheden waren om significante resultaten te vinden. Zo zijn de categorieën van de onafhankelijke variabele decennia teruggebracht naar twee, namelijk jaren ´50 ´70 en jaren ´80 - ´00. De categorieën van de afhankelijke variabele ´geschonden waarde´ zijn teruggebracht van 17 naar 5 categorieën. 1) 2) 3) 4) 5)
Gezondheid / verstand Verschijningsbeeld Onveranderlijke eigenschap Gemoedstoestand Karaktereigenschap
En ook de categorieën van de andere afhankelijke variabelen zijn teruggebracht naar maximaal twee. Voor de variabele plankeuze zijn de categorieën plan d´ensemble, gros plan en plan moyen samengevoegd als één categorie, net als plan americaine, plan rapproche en close up. Voor de variabele gezichtshoek zijn het vogel- en kikkerperspectief samengevoegd in één categorie en staan daarmee samen tegenover de categorie normaal. Ook voor de variabele beeldgrootte zijn de vier afwijkende categorieën samengevoegd in één categorie en staan samen tegenover de normale beeldgroottes. En tot slot zijn de vijf afwijkende categorieën voor de variabele lettertype samengevoegd tot één categorie en staan als één categorie tegenover alle uitingen zonder bijzondere letter- & leestekens. Door het aantal categorieën te verkleinen werd de kans op significante resultaten groter. Voor alle verbanden is voldaan aan de voorwaarden die voor de geldigheid van het chi-kwadraat gesteld worden. Voor een aantal verwachte verbanden zijn significante uitkomsten gevonden. Hieronder zal per verband worden aangegeven welke overschrijdingskansen er naar aanleiding van het chi-kwadraat voor de verwachtte verbanden gevonden zijn. Ik wilde weten of het tijdsverloop iets te maken had met de waarden die geschonden worden bij het beledigen. Aan de hand van de analysegegevens heb ik getoetst of er afhankelijkheden waren tussen deze variabelen (α ≤ 0,05). De resultaten waren: Decennia3 * geschondenwaarde2 Crosstabulation Count
gezondheid/ verstand Decennia3
Total
decennia '50 - '70 decennia '80 - '00
geschondenwaarde2 OnveranderVerschijningslijke beeld eigenschap
Gemoedstoestand
Karaktereigenschap
Total Gezondheid/ verstand
23
11
17
3
21
75
44
8
23
12
34
121
67
19
40
15
55
196
Chi-Square Tests
Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Value 5,961(a) 6,060
4 4
Asymp. Sig. (2sided) ,202 ,195
1
,908
df
,013 196
a 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 5,74.
SPSS : Statistics -> Summarize -> Crosstabs
Verder vermoedde ik dat het tijdsverloop iets te maken had met het gekozen plan en de beeldgrootte die gebruikt werden om de belediging te ondersteunen. De resultaten voor deze toetsing waren: Decennia3 * Plankeuze2 Crosstabulation Count Plankeuze2
Decennia3
decennia '50 - '70 decennia '80 - '00
Total
Plan d'ensemble & Gros plan/ plan moyen 42 78 120
plan americain/ plan rapproché/ close up 33 43 76
Total 75 121 196
Chi-Square Tests Value 1,397(b)
Asymp. Sig. (2-sided) ,237
df
Exact Sig. (2-sided)
Exact Sig. (1-sided)
Pearson Chi-Square 1 Continuity 1,063 1 ,303 Correction(a) Likelihood Ratio 1,390 1 ,238 Fisher's Exact Test ,291 ,151 Linear-by-Linear 1,390 1 ,238 Association N of Valid Cases 196 a Computed only for a 2x2 table b 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 29,08. Decennia3 * Gezichtshoek2 Crosstabulation Count
Dat de plankeuze die gebruikt werd om een belediging te ondersteunen door de tijd heen Gezichtshoek2 verandert is, heeft een waarschijnlijk van 0,237. Deze kans ligt boven de 0,05 en de vogel- / nulhypothese kan dus niet verworpen kikkerpers worden. De plankeuze die bij een belediging gebruikt pectief Total werd is onafhankelijk van hetnormaal tijdsverloop. Decennia3
decennia '50 - '70 decennia '80 - '00
70 111 gezichthoek 181
5 75 10 121 ter15ondersteuning 196
DeTotal waarschijnlijk dat de die van een belediging in zes decennia veranderd is, is 0,683. Ook deze kans ligt boven de 0,05 en het verband tussen decennia en Chi-Square Tests gezichtshoek is dus niet significant. Asymp. Sig. Exact Sig. Exact Sig. Pearson Chi-Square Continuity Correction(a) Likelihood Ratio
Value ,167(b)
df 1
(2-sided) ,683
,018
1
,895
,170
1
,680
(2-sided)
(1-sided)
Fisher's Exact Test ,787 ,455 Linear-by-Linear ,166 1 ,683 Association N of Valid Cases 196 a Computed only for a 2x2 table b 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 5,74.
96
Of het tijdsverloop iets te maken had met de beeldgrootte en het lettertype dat ter ondersteuning van een belediging gebruikt werd, is in de resultaten hieronder te vinden. Decennia3 * Beeldgrootte2 Crosstabulation Count Beeldgrootte2 elargissement/ elongement/ travelling/ splitnormaal panel Decennia3
Total
decennia '50 - '70
73
2
75
decennia '80 - '00
110
11
121
183
13
196
Total
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square
Asymp. Sig. (2sided)
df
3,086(b)
1
,079
Continuity Correction(a)
2,135
1
,144
Likelihood Ratio
3,495
1
,062
Exact Sig. (2-sided)
Fisher's Exact Test
,137
Linear-by-Linear Association
3,070
N of Valid Cases
196
1
Exact Sig. (1-sided)
,067
,080
a Computed only for a 2x2 table b 1 cells (25,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 4,97. Decennia3 * Lettertype2 Crosstabulation Count Lettertype2 speciaal normaal lettertype Decennia3
Total
decennia '50 - '70
65
10
75
decennia '80 - '00
90
31
121
155
41
196
Total
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square
Asymp. Sig. (2sided)
df
4,225(b)
1
,040
Continuity Correction(a)
3,515
1
,061
Likelihood Ratio
4,437
1
,035
Fisher's Exact Test
Exact Sig. (2-sided)
,047
Linear-by-Linear Association
4,204
N of Valid Cases
196
1
Exact Sig. (1-sided)
,028
,040
a Computed only for a 2x2 table b 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 15,69.
SPSS : Statistics -> Summarize -> Crosstabs
97
Verder vermoedde ik dat de waarde die bij een belediging geschonden werd in relatie stond met de plankeuze die voor de belediging gebruikt werd. Ook hiervoor is aan de hand van de analysegegevens getoetst of er afhankelijkheden waren tussen deze variabelen (α ≤ 0,05). De resultaten luidden: geschondenwaarde2 * Plankeuze2 Crosstabulation Count
geschondenwaarde2
Plankeuze2 Plan plan americain/ d'ensemble & plan Gros plan/ plan rapproché/ moyen close up 36 31 16 3
gezondheid/ verstand verschijningsbeeld onveranderlijke eigenschap gemoedstoestand karaktereigenschap
Total
Total 67 19
25
15
40
6 37 120
9 18 76
15 55 196
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Asymp. Sig. (2sided)
df
9,534(a) 10,008
4 4
,049 ,040
,676
1
,411
196 a 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 5,82.
SPSS : Statistics -> Summarize -> Crosstabs
Tot slot verwachtte ik dat het gekozen plan van een belediging tevens van invloed was op het gebruikte lettertype, de gezichtshoek en de beeldgrootte bij dezelfde belediging. Ook hiervoor is aan de hand van de analyseresultaten getoetst of dit het geval is, met volgende resultaten: Plankeuze2 * Lettertype2 Crosstabulation Count Lettertype2 speciaal normaal lettertype Plankeuze2
Total
Plan d'ensemble & Gros plan/ plan moyen
99
21
120
plan americain/ plan rapproché/ close up
56
20
76
155
41
196
Total
Chi-Square Tests
Value 2,186(b) 1,686 2,149
df
Asymp. Sig. (2sided) ,139 ,194 ,143
Exact Sig. (2-sided)
Pearson Chi-Square 1 Continuity Correction(a) 1 Likelihood Ratio 1 Fisher's Exact Test ,152 Linear-by-Linear 2,175 1 ,140 Association N of Valid Cases 196 a Computed only for a 2x2 table b 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 15,90.
Exact Sig. (1-sided)
,098
SPSS : Statistics -> Summarize -> Crosstabs
98
Plankeuze2 * Gezichtshoek2 Crosstabulation Count Gezichtshoek2 vogel- / kikkerpersp normaal ectief Plankeuze2
Plan d'ensemble & Gros plan/ plan moyen plan americain/ plan rapproché/ close up
Total
Total
107
13
120
74
2
76
181
15
196
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square
Asymp. Sig. (2sided)
df
4,429(b)
1
,035
Continuity Correction(a)
3,344
1
,067
Likelihood Ratio
5,102
1
,024
Exact Sig. (2-sided)
Fisher's Exact Test
Exact Sig. (1-sided)
,051
Linear-by-Linear Association
4,406
N of Valid Cases
196
1
,029
,036
a Computed only for a 2x2 table Plankeuze2 * Beeldgrootte2 Crosstabulation Count Beeldgrootte2 elargissement/ elongement/ travelling/ splitnormaal panel Plankeuze2
Plan d'ensemble & Gros plan/ plan moyen plan americain/ plan rapproché/ close up
Total
Total
108
12
120
75
1
76
183
13
196
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction(a) Likelihood Ratio Fisher's Exact Test Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
Asymp. Sig. (2sided)
df
5,667(b) 4,351 6,992
1 1 1
Exact Sig. (2-sided)
,017 ,037 ,008 ,018
5,638
1
Exact Sig. (1-sided)
,013
,018
196
a Computed only for a 2x2 table b 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 5,04.
SPSS : Statistics -> Summarize -> Crosstabs
99
Naar aanleiding van het chi-kwadraat toets zijn er vier significante verbanden gevonden waarbij de overschrijdingskans kleiner was dan 0,05. (zie ook tabel 11). Het verband tussen de variabele decennia en keuze van de beeldgrootte is marginaal significant te noemen bij een overschrijdingskans van 0,079. Deze is groter dan 0,05 en daarmee niet significant, maar is bij een p-waarde van onder de 0,1 nog marginaal significant te noemen. Onafhankelijke kans variabele Decennia
Afhankelijke variabele Geschonden waarde
Overschrijdings (p-waarde) niet significant
Decennia
Plankeuze
niet significant
Decennia
Keuze van de gezichtshoek
niet significant
Decennia
Keuze van de beeldgrootte
0,079 (marginaal significant)
Decennia
Lettertype
0,040
Geschonden waarde
Plankeuze
0,049
Plankeuze
Keuze van de gezichtshoek
0,035
Plankeuze
Keuze van de beeldgrootte
0,017
Plankeuze
Lettertype
niet significant
Tabel 11: Samenvatting resultaten toetsing met chi-kwadraat toets
Het verwachte verband tussen de variabele decennia en geschonden waarde werd niet gevonden. Het resultaat van de chi-kwadraat toets was niet significant. Hetzelfde gold voor de verwachte verbanden tussen de variabelen decennia en plankeuze en decennia en keuze van de gezichtshoek. Het verband tussen de variabelen decennia en beeldgrootte was met een overschrijdingskans van 0,079 niet significant, maar is omdat het nog onder de significantiemaat van 0,1 valt marginaal significant te noemen. Het verwachte verband tussen de variabelen decennia en lettertype was met een overschrijdingskans van 0,040 significant. Ook tussen de variabelen geschonden waarde en plankeuze werd een verband gevonden, met een overschrijdingskans van 0,049. De laatste drie verwachte verbanden hadden alle drie de variabele plankeuze als onafhankelijke variabele. Het verband tussen de plankeuze en de keuze van de gezichtshoek en het verband tussen de plankeuze en de keuze van de beeldgrootte zijn met p-waarden onder de 0,05 significant. Het verband tussen de plankeuze en het lettertype bleek niet signifant te zijn. Resultaten van de Cramer´s V toets De Chi-kwadraat toets geeft alleen informatie over het al dan niet voorkomen van een statistisch verband tussen twee variabelen, maar zegt niets over de sterkte van het verband. Hiervoor is een aantal associatiematen beschikbaar, waarvan Cramer´s V de meest geschikte op Chi-kwadraat gebaseerde associatiemaat is. Voor de gevonden verbanden is met de Cramer´s V toets de sterkte van het verband berekend. Hieronder staan voor deze verbanden de resultaten van de Cramer´s V toets weergegeven.
100
Het resultaat voor het verband tussen het decennia waarin beledigd werd en het gebruikte lettertype was: Symmetric Measures
Value Nominal by Nominal
Approx. Sig.
Phi
,147
,040
Cramer's V
,147
,040
Contingency Coefficient
,145
,040
N of Valid Cases
196
a Not assuming the null hypothesis. b Using the asymptotic standard error assuming the null hypothesis.
SPSS : Statistics Summarize Symmetric Measures
Het resultaat voor het verband tussen de geschonden waarde bij de belediging en het gekozen plan was: Symmetric Measures
Value Nominal by Nominal
Approx. Sig.
Phi
,221
,049
Cramer's V
,221
,049
Contingency Coefficient
,215
,049
N of Valid Cases
196
a Not assuming the null hypothesis. b Using the asymptotic standard error assuming the null hypothesis.
SPSS : Statistics Summarize Symmetric Measures
Het resultaat voor het verband tussen het gekozen plan van de belediging en de gezichtshoek was: Symmetric Measures
Value Nominal by Nominal
Phi
Approx. Sig.
-,150
,035
Cramer's V
,150
,035
Contingency Coefficient
,149
,035
N of Valid Cases
196
a Not assuming the null hypothesis. b Using the asymptotic standard error assuming the null hypothesis.
SPSS : Statistics Summarize Symmetric Measures
Het resultaat voor het verband tussen het gekozen plan van de belediging en de gebruikte beeldgrootte was: Symmetric Measures
Value Nominal by Nominal
Phi
Approx. Sig.
-,170
,017
Cramer's V
,170
,017
Contingency Coefficient
,168
,017
N of Valid Cases
196
a Not assuming the null hypothesis. b Using the asymptotic standard error assuming the null hypothesis.
SPSS : Statistics Summarize Symmetric Measures
101
Het sterkste verband werd gevonden tussen de variabelen geschonden waarde en plankeuze, waar een Cramer´s V van 0,221 gevonden werd en er gesproken kan worden van een matig sterk verband. Alle overige verbanden lagen tussen 10% en 20% waarmee er sprake is van zwakke verbanden.
102