BORIS BOEF EN DAGOBERT DUCK Hoe de oprichters van Greenchoice het bedrijf bijna te gronde richtten
Een verhaal over fraude, geldzucht en verraad tegen de achtergrond van de stormachtige ontwikkelingen in de energiemarkt
Door Jurgen Sweegers september 2015
Copyright © SweegersFinance
Inhoud: Voorwoord 1 - Buffelen, totdat Samsom het beginnende Greenchoice vele nieuwe klanten bezorgde 2 - Opschalen, opschalen, opschalen 3 - Vattenfall verliet plotseling markt en bracht Greenchoice in de problemen 4 - Jonge honden versus oude nutsbedrijven: alles was geoorloofd om klanten te winnen 5 - It's easier to get rich quick when you don't follow the rules 6 - De militaire component van Greenchoice: 'Een commando geeft nooit op' 7 - Probleem: wat laat je zien aan Amerikaanse investeerders die onze energienetten komen opkopen? 8 - Liberalisering mondt uit in chaos, postzakken stapelen zich op in de gang van Greenchoice 9 – Intermezzo: energiebedrijven moeten op het matje bij minister Brinkhorst komen 10 - De Grote Gevechten met de netbeheerders beginnen, de eerste slag was gewonnen maar toen.... 11- 'Zij zijn groot en ik is klein'. Ja, en dus? Het was altijd baas boven baas 12 - Nieuwkomers vochten als leeuwen voor splitsing, maar botsten op tegen wangedrocht van Eerste Kamer 13 - Poging van Rexwinkel om de metermarkt naar zijn hand te zetten slaagde, vele jaren later 14 - Eten of gegeten worden was het credo maar je kindje verkopen doe je niet 15 - Het zoemt rond dat Greenchoice te koop staat, de komst van de grote rode duivel 16 - Miljoenen drijft directeuren uiteen. Van Rees laat Greenchoice versloffen, Rexwinkel eist nog meer macht op 17 - En toen ging het mis tussen Eneco en Greenchoice, de sfeer in de AVA was om te snijden 18- Intermezzo: hoe zit het nu met die gasgaranties? 19 - Rexwinkel spijtloos over verkoop, markante tuinderskoppen ploffen neer op zijn bank 20 - Zonnende krakers in de ramen van het Batavierhuis, wie moet er directeur worden? 21- Veel nieuwe stelletjes na uitje in Parijs, maar zakelijke Franse avonturen mislukken faliekant 22 - Lang voordat ACM ingreep was al duidelijk dat er van alles niet deugde aan Greenchoice 23 - Brabantse boeren, Rotterdamse vis, kwade bedoelingen, de schuldvraag en lastige (kookgas-) klanten 24 - Tribunes Kassa zaten vol. Leveranciers verscholen zich ten onrechte achter netbeheerders 1
25 - Intermezzo: eindelijk werd het leveranciersmodel dan toch realiteit 26 - Ruzie met Gasterra, schisma bij Energie-Nederland, spanning stijgt in afwachting van iets groots 27 - Duurzaamheidsfeest en dan, pats boem, een boete van zeven miljoen 28 - Van Rees drijft de zaken op de spits na een fietsritje en voelt zich fors voorgelogen door Rexwinkel 29 - 10 maart 2011, de dag dat ACM met twaalf man Greenchoice binnenviel 30 - ACM dreigt vergunning in te trekken, directie voelt zich gechanteerd en misleidt Eneco 31 - Eneco voelt zich 'genaaid', juridische bitch-fight begint en ACM doet kinderachtig 32- Bokhove in problemen, burgemeester Aboutaleb bemoeit zich ermee, De Haas vilein, Arensman stapt op 33 - Email-wisseling legt in volle glorie het graaigedrag van de directeuren bloot 34 - Hoe konden frauduleuze praktijken ontstaan en zo lang voortwoekeren, terwijl velen ervan wisten? 35 - Het verhaal van de uzi; Rexwinkel weigert te buigen voor luitenant Klein Schaarsberg 36 - Greechoice-zaak wordt lawyers paradise, Rexwinkel verliest vooralsnog alle zaken 37 - Liquiditeitspositie wordt negatief, slonzige mentaliteit, 'directie heeft geen kennis van energiebedrijf' 38 - Eneco brengt Greenchoice op rand afgrond, Rexwinkel wil van Van Westen af, zachte winter redt Greenchoice, mediation 39 - Financiële man Zijlmans sluist miljoenen weg naar Eneco, vertrekt en overlijdt 40 - Klatten en Slieker pakken biezen, graaier Cronheim aangepakt en Bliek wordt bestuurder 41 - De geheime zoektocht naar nieuwe investeerders, Van Rees wijst ene na andere voorstel af 42 - Van Rees start procedure om Rexwinkel weg te krijgen, heftige beschuldigingen over een weer 43 - Rexwinkel wordt uit EnergieConcurrent gezet, Eneco wint gevecht bij Ondernemingskamer 44 - Eind goed, niet al goed; malversaties blijven onbestraft, Greenchoice vindt weg naar boven
2
Voorwoord In 2001 is het groene energiebedrijf Greenchoice van start gegaan. Het bedrijf groeide stormachtig, dankzij het ondernemerschap van de drie oprichters: Michiel Rexwinkel, Rob van Rees en John Appeldoorn. Zij wilden de wereld verbeteren door de energievoorziening te verduurzamen, maar ze wilden tevens simpelweg veel geld verdienen. Het liep echter helemaal mis. In 2011 kreeg Greenchoice een boete van ruim 7 miljoen euro van de toezichthouder ACM. Rexwinkel en Appeldoorn kregen daarna persoonlijke boetes van 450.000 euro. Ze hadden op grote schaal geld van klanten achtergehouden. In mailtjes die werden onderschept spraken de directieleden elkaar aan met Dagobert Duck en Boris boef. De boetes mondden uit in moddergevechten: eerst tussen Eneco en Greenchoice, daarna tussen Greenchoice en de voormalige directie en vervolgens tussen de voormalige directieleden onderling. Tot op de dag van vandaag lopen de rechtszaken daarover. Wat is er precies gebeurd? Hoe kon het dat mensen die het goed voorhadden met de wereld zo ontspoorden? Dat is de vraag die ik me stelde bij het schrijven van het boek. Het verhaal van Greenchoice kan niet los gezien worden van de onstuimige ontwikkelingen in de energiemarkt van de afgelopen veertien jaar. De markten werden begin deze eeuw geliberaliseerd. Veel nieuwe bedrijven betraden de markt, zoals Durion, Oxxio, De Nederlandse Energiemaatschappij en Greenchoice. Geen middel werd onbenut gelaten om klanten te winnen. De energiemarkt werd een cowboymarkt en de eerste bedrijven gingen failliet. Klanten klaagden steen en been. De ingewikkelde procedures mondden uit in een administratieve chaos. De politiek probeerde orde in die chaos te scheppen en dat lukte in beperkte mate. Ex-minister Brinkhorst van Economische Zaken kwam met zijn splitsingswet, waardoor energiebedrijven zich moesten opsplitsen in een commercieel deel en een netwerkdeel. Die wet riep fel verzet op bij de grote energiebedrijven en heeft de sfeer in de sector jarenlang verziekt. De wet kwam met veel hangen en wurgen door het Parlement, maar nog steeds wordt die ter discussie gesteld. Daarna volgde een consolidatieslag. Het was eten of gegeten worden. Ondertussen klopten de duurzame jongens en meisjes steeds harder op de poorten van het fossiele energiecomplex. Het is in deze omgeving dat Rexwinkel, Van Rees en Appeldoorn hun bedrijf opbouwden. Ze moesten knokken om een plaatsje te veroveren in het bastion van oude machtige energiebedrijven. Keer op keer deden ze hun beklag bij de toezichthouder, die moest zorgen voor een goedwerkende energiemarkt maar daarin volgens de heren faalde. Uiteindelijk is die strijd ontaard. Rexwinkel overspeelde zijn hand bij de toezichthouder. De strijd om een plek in de nieuwe energiemarkt werd een strijd om zoveel mogelijk geld binnen te harken. Het is tevens een verhaal van vrienden die vijanden worden. 3
Dit verhaal wilde ik vertellen. Ik heb de ontwikkelingen bij Greenchoice en die in de energiemarkt in het algemeen nauw gevolgd. Vanaf 2001 schreef ik over de energiemarkt. Eerst voor Elsevier Weekblad, daarna voor de nieuwsdienst voor de energiesector Energeia en vanaf 2009 tot 2014 voor Kennisbank Energieenwater.net. In de jaren tot 2015 heb ik veel contact gehad met Rexwinkel en. Rexwinkel had altijd uitgesproken ideeën over wat er mis was met de vrije energiemarkt en hoe die gebreken het beste konden worden aangepakt. Regelmatig spraken we elkaar om die problemen te bespreken. Ik schreef daar dan stukken over. Na de boete van 2011 en alle rompslomp daarna kregen de gesprekken tussen mij en Rexwinkel een meer structureel karakter. Ik zag hem ongeveer een keer in de twee weken. Ik besloot pen en papier erbij te pakken en alles op te gaan schrijven. We hebben ongeveer 20 gesprekken met elkaar gevoerd begin 2014. Daarna bloedde het contact dood. Rexwinkel merkte dat het boek niet zou worden wat hij ervan verwacht had. Hij stelde de titel: De Afrekening voor. Het moest voor hem dus een afrekening worden, een rehabilitatie. Ik dacht meer aan de titel: Boris Boef en Dagobert Duck. Want dat er gesjoemeld was en dat er geldzucht in het spel was, was stond voor mij wel vast. Ik heb nog gesprekken gevoerd met enkele andere betrokkenen, zoals Bart Beekhuizen. Helaas wilden niet iedereen meewerken, zoals Eneco en Greenchoice zelf, in de persoon van woordvoerder Jurjen Algra. Ondanks dat heb ik geprobeerd om de gebeurtenissen en ontwikkelingen onbevooroordeeld te beschrijven, dat wil zeggen zonder partij te kiezen. Dat laatste wil niet zeggen dat oordelen achterwege blijven, maar wel dat zowel kritiek als lof alle partijen ten deel kan vallen. Tijdens de gesprekken met Rexwinkel werd mij steeds duidelijker hoe het er aan toe gaan in de wereld van managers en directeuren. Er is geen moreel kompas, zoals Joris Luyendijk ook constateerde in zijn analyse van wat er mis ging in de financiële sector, met de crisis van 2008 en daarna tot gevolg. Ik kwam erachter dat het er, bij het nemen van beslissingen, niet om gaat wat juist is of niet juist, en ook niet om wat mag en niet mag. Het gaat erom waarmee je wegkomt, onderwijl zoveel mogelijk cash in je zak stekend. Dat is het spel: uitzoeken tot hoe ver je kan gaan, in hoeverre je de regels kunt overtreden of op kunt rekken om er zelf van beter te worden, zonder gepakt te worden. Het motto van dit boek had dan ook kunnen zijn de beroemde zin uit het boek en de film ‘The wolf of Wallstreet’: "It's easier to get rich quick when you don't follow the rules." Allerlei haaien uit de financiële wereld doken op het bedrijf toen het in problemen kwam en alle bekende Nederlandse investeerders lieten hun gezicht zien toen er sprake was van een mogelijke verkoop. Het was een onbedoeld gevolg van mijn onderzoek. Ik had niet verwacht dat het er bij een duurzaam energiebedrijf als Greenchoice hetzelfde aan toeging dan bij willekeurig welk ander middelgroot bedrijf. Dat er eigenlijk nauwelijks verschil is in het handelen van de managers 4
van ‘foute bedrijven’ als de Nederlandse Energiemaatschappij aan de ene kant en bedrijven als Durion en Greenchoice, die zich voordeden en doen als bedrijven die de wereld willen verbeteren. Het gaat om geld en de klanten doen er niets meer toe. Die zijn echt helemaal uit het zicht verdwenen. Het verbaasde me ook om te lezen dat het verdienen van veel geld een van de doelen was van de oprichters van Greenchoice. Hopelijk heb ik iets van die inzichten over de financiële wereld kunnen brengen in dit boek En hopelijk krijgt u een goede indruk van hoe het er aan toeging in de eerste 14 jaar van de vrije energiemarkt.
Veel leesplezier!
Jurgen Sweegers
5
1 - Buffelen, totdat Samsom het beginnende Greenchoice vele nieuwe klanten bezorgde Maart 2001: Drie lange mannen liepen over de Keizersgracht in Amsterdam. Het waren Michiel Rexwinkel, Rob van Rees en John Appeldoorn. Ze waren op weg naar het kantoor van Greenpeace. De ene was sjofel gekleed, de ander in het net en de derde heeft vrijetijdskleding aan. Ze wisten niet wat ze aan moesten trekken, dus heeft ieder voor de zekerheid iets anders aan. Rob sjouwde een grote beamer meer. Bij Greenpeace gingen ze een presentatie houden. Er hing veel af van de presentatie. Als die overtuigend genoeg zou zijn mocht Greenchoice stroom gaan leveren aan alle mensen die zich bij Greenpeace daarvoor hadden aangemeld. Het zou duizenden nieuwe klanten op kunnen leveren. Campagne-leider Andrea van de Graaf deed open toen de mannen waren gearriveerd. Aan tafel binnen zat ook Diederik Samsom, de latere partijleider van de PVDA. Hij wilde dat Greenpeace zelf stroom ging leveren maar hij verloor het pleit. Nog maar een jaar eerder was Rexwinkel naar de Kamer van Koophandel gestapt. Hij wilde energie gaan leveren. Bij de Kamer begrepen ze hem niet. "Zoiets als Eneco doet?", zo vroegen ze hem. "Dat kan natuurlijk niet. We schrijven u in onder het kopje 'energie-advies". Maar Rexwinkel wilde wel degelijk energie gaan leveren. En het kon wél. Want op 1 juli 2001 zou de energiemarkt open gaan. Iedereen die dat wilde kon vanaf dat moment stroom gaan leveren, mits het groene stroom zou zijn. De markt voor grijze stroom en die voor gas zouden later opengaan. De eenmanszaak De Energie Concurrent was een feit. Het idee had Rexwinkel opgedaan bij Eneco, waar hij van 1994 tot 1998 gewerkt had. "Dat kan ik efficiënter", zo had hij gedacht. Als hij het alleen zou moeten doen zou het niets worden. Dus sprak hij met vrienden over zijn plannen. Die zagen er wel wat in. Een van die vrienden was Rob van Rees, met wie Rexwinkel als student had samengewoond in Rotterdam. Die werkte toen bij de KLM; hij zat echter niet lekker in zijn vel. Een andere vriend was John Appeldoorn. Die werkte toen, net als Rexwinkel, bij Infa software, een softwarebedrijfje op het gebied van persoonlijke financiën. Ook Appeldoorn had het wel zo'n beetje gezien bij zijn werkgever. Dus besloten ze gedrieën er voor te gaan. Rob en John zegden hun banen op. Rexwinkel bleef nog bij Infa werken. Het was sappelen in die eerste dagen. Ze besloten dat ze het zouden doen met de helft van het salaris wat ze tot dan toe verdienden. Dat betekende dat Rob en John geld kregen, maar dat Rexwinkel de helft van zijn salaris inleverde. Bij uitgaven van meer dan 200 euro moesten twee van de drie partners instemmen. 6
Ze schreven een businessplan, voor de wedstrijd New Venture, maar dat werd afgeserveerd. "Kansloos", zo kregen ze te horen. En dus probeerden ze op een andere manier financiering te krijgen. Ze kwamen terecht bij een vage Belgische investeerder, Reijtenbagh. Dat liep op niets uit en dat was maar goed ook, want die Belg werd later opgepakt omdat hij een schilderij van Rembrandt meerdere keren verpand had. Uiteindelijk hebben ze geld geleend van de vrouw van Van Rees en de pa van Rexwinkel, een huisarts uit Geldrop. Die staken ieder een ton in het nieuwbakken bedrijf.
Huis van Rexwinkel naast de school, toen nog met windmolentje op het dak Uitvalsbasis van De Energie Concurrent was het huis van Rexwinkel aan het G.W. Burgerplein in Rotterdam. Het is een mooi huis, met glas-in-lood-ramen en trappetjes die alle kanten inschieten. Vroeger zaten hier de Franciscaner paters, die lesgaven op de daarnaast gelegen school. Rexwinkel had het huis in de jaren negentig voor een schijntje (360.000 gulden) kunnen kopen. De buurt rond de Beukelsdijk was toen verloederd; junkies en hoertjes bepaalden het straatbeeld. Op een dag werd er een lijk gevonden in de Essenburgersingel, die aan één kant langs het plein loopt, tegenover het huis van Rexwinkel. Vanaf eind jaren negentig verbeterde de buurt. Yuppen trokken in de oude panden, en knapten ze op. Pim Fortuyn kwam er te wonen, totdat hij in mei 2001 vermoord werd. Tien jaar lang is er iedere week een man op een brommertje gekomen, om een kaarsje voor zijn huis op te steken ter ere van de vermoorde politicus.
7
G.W. Burgerplein Nu is het een net plein geworden, van een on-Rotterdamse schoonheid. Het ligt verscholen tussen de Beukelsdijk en het spoor, niet ver van het Centraal Station van Rotterdam. Iemand die de ingang vanuit de Beukelsdijk neemt wordt er blij door verrast. De weg loopt vanaf de ingang aan weerskanten van het plein weg en komt aan de achterkant niet bij elkaar. Daar wordt het plein afgesneden door de singel. Het plein zelf is een grasveldje, met wat bomen en het obligatie speeltuintje. Kinderen spelen op de toestellen; ouders praten met elkaar op enige afstand ervan. Aan de achterkant, aan de andere kant van de singel, ligt een woest stukje natuur. Prorail wilde het ooit ontginnen. Rexwinkel ging poolshoogte nemen, en kwam erachter dat het gebiedje helemaal niet van Prorail was, maar van de gemeente. Van de gemeente mocht het een natuurgebiedje blijven. De buurt heeft het ontwikkeld tot een soort natuurspeeltuin en gebruikt het om groenten en fruit te telen. De partner van Rexwinkel, Judith, is een van de trekkers. Achter het natuurgebiedje rijden de treinen langzaam van en naar Rotterdam Centraal. De school waar de paters ooit les gaven staat er nog steeds, alleen nu met een andere naam: City college St Franciscus. Het huis van Rexwinkel wordt er aan alle kanten door omsloten, zodat er nauwelijks een tuin is. Het gebouwtje pal naast het huis van Rexwinkel, dat dienst doet als ingang, moet er ergens in de jaren zeventig neergezet zijn want het is spuuglelijk. Leerlingen lopen af en aan, onder het gebouw door. In de pauze staan ze in groepjes op straat met elkaar te praten en af te en toe klinkt een zoemer. Niet gek dat de eerste werknemers leerlingen van deze school waren. Rexwinkel hing een briefje op het prikbord, met de vraag wie er wat geld wilde bijverdienen. Vijf euro per uur kregen ze voor klusjes als het inpakken van de post. Het liep een beetje uit de hand. Op een 8
gegeven moment was driekwart van het personeelsbestand van 35 personen afkomstig van de school. Enkele van die mensen werkten er in 2014 nog steeds, zoals Fernanda de Bruin. De oppas van de kinderen van Rexwinkel ging ook voor het bedrijf werken. Op zolder werd het eerste kantoortje ingericht. In februari 2002 kwam de eerste vaste medewerker. Toen werd het tijd om naar beneden te verhuizen. De woonkamer werd tot kantoor. Deze kamer kijkt uit over het plein. De deuren kunnen opengeslagen worden en geven toegang tot een klein terrasje, dat ook via de hoofdingang bereikt kan worden. De verbouwing was net op tijd klaar voor de komst van de nieuwe medewerker: Clementine. Om de tafel in de keuken, één verdieping lager, werd gegeten. Clementine ging later naar Eneco, maar ze bleef nog lange tijd trouw de bedrijfsfeesten bezoeken. Ze lieten foldertjes drukken bij een bevriende drukker aan de Beukelsdijk. Net als zoveel beginnende ondernemers dachten ze dat de klanten vanzelf wel binnen zouden komen waaien als ze maar eenmaal een gelikte website en foldertjes hadden. Zo ging het niet. Ze moesten zwoegen om klanten binnen te halen. Van Rees liep met een kinderwagen vol met foldertjes door de Rotterdamse wijk Hillegersberg. Hij belde aan bij de royale huizen en vertelde zijn verhaal. Het leverde slechts enkele tientallen klanten op. Maar de gesprekken die op gang kwamen bleken nuttig te zijn, zo realiseerde Van Rees zich later. "Wat was dat dan, die vrije energiemarkt?", zo wilden mensen weten. En dan deed Van Rees zijn best om dat uit te leggen. De zoon van de drukker werkte overigens ook nog lang bij Greenchoice. Lastig dus, dat klanten winnen voor een abstract product als energie. Daarbij hadden Greenchoice en de andere nieuwkomers een grote achterstand ten opzichte van de grote jongens; met name Nuon, Essent en Eneco. Die zetten hun eigen klanten massaal over van grijze stroom naar groene stroom, of die klanten dat nu wilden of niet. Die groene stroom was voor de grote energiebedrijven namelijk een vetpot. Er hoefde toen nog geen energiebelasting over afgedragen te worden. Over grijze stroom moest wel belasting betaald worden. Tegelijkertijd was de prijs van groene stroom gelijk of zelfs hoger dan die van grijze stroom. Dikke winst dus. Nuon verkocht groene stroom onder meer onder de naam Natuurstroom, die behoorlijk aan de prijs was. Het bedrijf beloofde de extra winst in duurzame energieprojecten te steken. Later in 2013 leverde dat nog een relletje op want Nuon kan niet aantonen dat het dat specifieke geld in duurzame energie had gestoken. De duurzame klanten van het eerste uur van Nuon stapten daarom in 2014 naar de rechter. Een of andere claimadvocaat heeft ze voor zijn karretje weten te spannen. De presentatie bij Greenpeace was een succes. Samsom en Van de Graaf besloten dat ze verder wilden met de drie opgeschoten jonge heren uit Rotterdam. De helft van het aantal 9
mensen dat zich bij Greenchoice had aangemeld voor groene stroom werd toegewezen aan Greechoice. De andere helft ging naar Echte Energie, een bedrijfje dat opgericht was door Freerk (geen spelfout) Bisschop. Dat was natuurlijk een geweldige opsteker voor het bedrijf. De eenmanszaak van Rexwinkel werd omgezet in een VOF. Bedrijfsomschrijving: 'Verkoop van groene stroom aan consumenten'. Het zou het begin zijn van een stormachtige ontwikkeling.
10
2 - Opschalen, opschalen, opschalen
Zomer 2001. Het was warm. De ramen van de zolderkamer van het huis van Rexwinkel aan het G.W. Burgerplein stonden wagenwijd open. Binnen hing Appeldoorn aan de telefoon. Hij wilde dat Greenpeace de bestanden met mensen die aangeven interesse te hebben in groen stroom door zou seinen. Het was namelijk zaak zo snel mogelijk contact op te nemen met die mensen. Dan was de kans het grootst dat ze inderdaad groene stroom zpidem gaan afnemen. De energiemarkt was net open gegaan. Mensen konden overstappen naar een andere stroomleverancier, mits die leverancier groene stroom leverde. De deal die de oprichters van Greenchoice begin 2001 met Greenpeace hadden afgesloten bleek een gouden greep te zijn. In totaal zouden ze zo'n 6000 leads, zoals dat in jargon heet, van Greenpeace ontvangen. Zo'n 5000 mensen zijn ook daadwerkelijk klant geworden. En dat terwijl Greenchoice zelf niets aan werving had hoeven te doen. Dat werd door Greenpeace gedaan. Frustrerend was wel dat de milieu-organisatie niet zo'n haast had met het opsturen van de bestanden van mensen die zich hadden aangemeld. Vandaar dat Appeldoorn vaak aan de telefoon hing. Maar de bestanden kwamen wel. Samen met een foldertje werd dan alvast een contract toegestuurd. Er waren meer fricties met de milieu-organisatie. Greenchoice verkocht de stroom tegen een prijs die lager was dan die van grijze stroom. De oprichters vonden het belangrijk om dat overal duidelijk te laten weten. Rexwinkel was van mening dat prijs voor mensen een belangrijke factor zou worden bij de keuze voor een andere energieleverancier, belangrijker dan het groene karakter van de stroom. Greenpeace wilde echter geen gewag maken van die lage prijs bij het werven van mensen via de eigen site. De insteek van de duurzame hippies was toen nog heel sterk dat duurzame stroom best wat meer mocht kosten dan grijze stroom. Duurzame energie was immers goed voor het milieu. Daar moesten mensen maar wat meer voor over hebben; en dat zouden ze ook wel hebben. Ook de oprichters van Echte Energie waren die mening toegedaan. Die verkochten de stroom dan ook met een flinke opslag. Rexwinkel kreeg uiteindelijk gelijk. De prijs was een belangrijke factor. Mensen wilden én groene stroom, én lage prijzen, én ook nog een goede klantenservice. Echte Energie ging ten onder en Greenchoice zou gaan floreren. Overigens ging Greenpeace Duitsland, in tegenstelling tot de Nederlandse afdeling, wel zelf groene stroom leveren. Dit legde de organisatie geen windeieren: Greenpeace Duitsland had in 2014 zo'n 400.0000 klanten. Het moet een geweldige bron van inkomsten zijn, dus wellicht had Greenpeace Nederland er goed aan gedaan ook die strategie te gaan volgen. De vrije energiemarkt stelde in die dagen niet veel voor. Wat er feitelijk gebeurde als iemand klant werd van Greenchoice was dat de rekeningen die bijvoorbeeld Nuon had opgemaakt niet 11
meer naar de klant werd gestuurd maar naar Greenchoice. Het adres in de database van de sector werd omgezet van het adres van de klant naar het adres van Greenchoice. Greechoice stuurde de rekening dan min of meer door naar de klant na aanpassing van de tarieven. Greenchoice inde de factuur en moest vervolgens Nuon betalen. Greenchoice gaf echter korting op de tarieven, een korting ten opzichte van de tarieven van het oude geïntegreerde bedrijf dat in die regio actief was. Dus in Rotterdam een korting van 0,25 cent per kWh ten opzichte van de tarieven van Eneco en in Amsterdam ten opzichte van die van Nuon. Dat betekende dat Greenchoice feitelijk meer moest betalen voor de stroom dan het ervoor kreeg van klanten. Dit werd echter meer dan goed gemaakt door het feit dat er geen energiebelasting hoefde te worden betaald. Om die energiebelasting terug te krijgen moest Greenchoice groencertificaten overleggen. Die waren voor een appel en een ei te koop, van met name de eigenaren van Scandinavische waterkrachtcentrales. Door aankoop van die certificaten en inlevering ervan 'vergroende' een energiebedrijf de stroom. Op het moment dat Greenchoice groencertificaten overhandigde aan Nuon, kreeg het de energiebelasting teruggestort op zijn rekening. De actie van Greenpeace was eenmalig. Dus er moesten andere manieren gezocht worden om nieuwe klanten te werven. Al snel kon Greenchoice tappen uit een ander vaatje: PMA Zorgverzekeringen. Dit is een organisatie die verzekeringen afsluit voor mensen die werken in de onderwijssector. Ze bestaat nog steeds en heeft nu zo'n half miljoen leden. In 2002 ging de organisatie ook energie-contracten aanbieden aan de leden. De leden konden dus collectief overstappen op een nieuwe aanbieder, die geselecteerd werd door PMA. Mogelijk bedong PMA, voordat het de contracten aanbood van Greenchoice, korting op de tarieven. Het moet een van de eerste collectieve inkooporganisaties in de energiesector zijn geweest. Dit leverde Greenchoice veel nieuwe klanten op. Er zijn zo'n 30.000 mensen via PMA overgestapt naar Greenchoice, zo vertelde Rexwinkel. Een andere bron van nieuwe klanten was de website Energiewereld.nl. Dit was in die eerste dagen van de vrije energiemarkt dé portal van de sector. Mensen konden via de site overstappen naar een nieuwe energieleverancier. De site was opgericht door Jan van den Tempel en Björn Huiskes, die tevens de oprichters van het energiebedrijf Evolta waren. Dat bedrijf zouden we later nog veelvuldig tegenkomen, toen het eerste energiebedrijf failliet ging. Daarnaast bleef Greenchoice langs de deuren gaan. Van Rees zette echter zijn kinderwagen in de schuur; de colportage werd op meer professionele wijze aangepakt. Er werd iemand voor in dienst genomen. Die was echter al weer snel weg want hij kon bij Shell meer verdienen. Groene stroom was zo hot in die tijd dat zelfs Shell het ging aanbieden. Mensen van het bedrijf Boic klopten vervolgens spontaan aan de deur. Zij boden aan de colportage op zich nemen. Dat liep compleet uit de hand. Boic nam de toevlucht tot misleidende verkooptactieken. Boic zou later de naam veranderen in Planet Promotions, een 12
naam die veelvuldig zou opduiken alle rechtszaken die gevoerd zouden worden door en tegen Greenchoice. Het was ‘Opschalen, opschalen, opschalen’, zo omschreef Rexwinkel die tijd. Hij had het gevoel dat hij telkens weer een nieuw bedrijf aan het opzetten was. "Nieuwe processen installeren, mensen aannemen, nieuwe kantoren betrekken. Best wel pittig", aldus Rexwinkel. Rob van Rees hield zich bezig met het inregelen van de processen. Rexwinkel automatiseerde ze vervolgens. Het aantal klanten nam gestaag toe; van ongeveer 20.000 eind 2002 naar 65.000 eind 2003.
Uitzicht vanuit woonkamer van Rexwinkel
Het kantoor in de woonkamer van huize Rexwinkel werd daarom al snel te klein. Er werd een nieuwe kantoorruimte gevonden in de van Duivenvoordestraat, niet ver van het G.W. Burgerplein. Daar werd een etage betrokken in een nieuw saai pand, boven de apotheek, samen met een software-bedrijf Databased. Dat bedrijf was opgericht door Bart Beekhuizen, die een grote rol zou gaan spelen in de verdere ontwikkeling van Greenchoice. Databased ging de automatisering voor Greenchoice verzorgen. Het duurde niet lang of het bedrijf ging louter en alleen voor Greenchoice werken; later is Databased opgegaan in Greenchoice. De drie oprichters werkten hard in die eerste jaren en maakten lange dagen. Klanten werven was het devies; dat was waar het allemaal om draaide. Hoe ze werden geworven maakte niet uit, als mensen maar klant van Greenchoice werden. Rexwinkel merkte echter tot zijn schrik dat zojuist geworven mensen ook weer overstapten naar een ander bedrijf. 'Hallo, dit was niet 13
de bedoeling; hebben we al die moeite gedaan om mensen naar Greenchoice te halen, gaan ze weer weg. Wat is er mis met Greenchoice?', zo vroeg hij zich af. Voor de mensen die overstapten naar een ander energiebedrijf moest een 'eindnota' worden opgemaakt. Daar waren natuurlijk de standen van de gasmeter en de elektriciteitsmeter voor nodig op twee momenten: de standen op het moment dat de klant naar Greenchoice over was gestapt en de standen op het moment dat die weer wegging. Die standen werden aangeleverd door de netbeheerders, zo was het geregeld in de energiesector. Vroeger kwamen echte meteropnemers bij de mensen langs, maar die praktijk raakte in onbruik. De netbeheerders schatten de standen meestal. Ze leverden de standen vervolgens aan de oude en de nieuwe leverancier. De oude leverancier kon de eindnota opmaken en de nieuwe leveranciers wist waar hij moest beginnen met factureren. 7 mei 2002: Rexwinkel maakt een serie eindnota's op, voor klanten die zijn overgestapt. De meterstanden heeft hij doorgekregen van de netbeheerders. Een klant krijgt nog veel geld terug, zo ziet hij. "Dat kan niet kloppen", zo dacht hij bij zichzelf. "Er moet iets mis zijn met die standen; ofwel de beginstanden zijn te hoog; ofwel de eindstanden zijn te laag. Deze leggen we even opzij." Hij zet in de database: “28834 Eind nota aangehouden. Als klant belt, graag vragen of hij nog klant wil blijven (of worden op nieuw adres). Alsnog eindnota sturen. 07-05-2002 0:00:00 ” Het kwam er niet meer van.
14
3 - Vattenfall verliet plotseling markt en bracht Greenchoice in de problemen September 2001: Martijn van Scherpenzeel nam plaats op de zwarte bank in de woonkamer van Rexwinkel. Rexwinkel kwam binnen met koffie en koeken op een dienblad. Van Scherpenzeel begon te vertellen. Hij had 200 klanten verzameld, zo zegt hij. Hij wilde een nieuw energiebedrijf opstarten, maar hij wilde niet zelf de administratie gaan doen. Dat was te ingewikkeld. Hij vroeg aan Rexwinkel of die de administratie op zich wilde nemen. Dan zou hij zelf de verkoop voor zijn rekening nemen. Hij zou Rexwinkel dan een fee per klant betalen. Rexwinkel zag er wel wat in, en liet Van Scherpenzeel weten dat hij een contract zou opmaken. Tevreden verliet Scherpenzeel het huis van Rexwinkel. Rexwinkel was natuurlijk niet de enige die het lumineuze idee had een energiebedrijf op te richten aan de vooravond van de vrijmaking van de energiemarkt. Er waren vele anderen. We hebben het al gehad over Echte Energie. Ook andere bedrijven zagen het licht, zoals Energiebedrijf.com, Caplare, Main Energie, Woonenergie en Anode. Energiebedrijf.com werd opgericht door een weggelopen werknemer van het energiebedrijf van Meppel en omgeving, Rendo: Kees Donkervoort. Het bedrijf startte al in 1999, toen de groene stroommarkt voor zakelijke klanten al vrij was gegeven. Later, in 2002, werd Eric de Heus daar de grote man. Anode is natuurlijk het product van Eric van Teeffelen, van wie we later nog veel zouden horen. Van Scherpenzeel en Rexwinkel kwamen er niet uit, waarna Van Scherpenzeel Durion oprichtte. Rexwinkel zou later nog wel eens willen dat hij iets meer zijn best had gedaan om tot een contract met Van Scherpenzeel te komen. De nieuwkomers waren vooral gespitst op het verkopen van energie. De backoffice van zo'n bedrijf opzetten was ingewikkeld. Dus gingen de jonge honden die een bedrijf wilden opstarten eerst langs bij anderen, zoals Van Scherpenzeel dat gedaan had. Veel bedrijven kwamen in eerste instantie terecht bij het Zweedse Vattenfall, zo ook Greenchoice.
15
Marktfacilitator Vattenfall nam allerlei administratieve taken op zich, zoals de inkoop van de stroom, de balancering en de zogenaamde programma-verantwoordelijkheid. Energiebedrijven moeten altijd ongeveer in evenwicht zijn. Dat wil zeggen dat de hoeveelheid aangekochte en zelf opgewekte stroom aan de ene kant gelijk moeten zijn aan de hoeveelheid verkochte en door klanten afgenomen stroom aan de andere kant. Daartoe moeten de bedrijven iedere dag opgeven bij de landelijke netwerkbeheerder Tennet wat de verwachtingen zijn voor de volgende dag. Als ze tekort komen moeten ze bijkopen, als ze een overschot hebben moeten ze verkopen. Dit heet nomineren, en degene die dit doet heeft 'programma-verantwoordelijkheid', ofwel: dat bedrijf is de PV-partij. Omdat het erg ingewikkeld is besteedden veel kleine bedrijven dit uit. Vattenfall was een van de eerste markt-facilitereerders, zoals dat genoemd kan worden. In ruil voor die diensten waren de nieuwkomers min of meer verplicht om groencertificaten van het Zweedse bedrijf af te nemen. Vattenfall kon groencertificaten leveren, omdat het de beschikking had over veel waterkrachtcentrales. Met die groencertificaten konden de nieuwe leveranciers hun stroom, die ze bij gewone grijze stroomleveranciers inkochten, 'vergroenen'. Op het moment dat ze die aangekochte stroomcertificaten inleverden hadden ze zogenaamd groene stroom verkocht. We hebben al gezien dat Greenchoice dan ook energiebelasting kreeg teruggestort.
Vattenfall besloot echter van de ene op de andere dag Nederland te verlaten. Een van de grote problemen die Vattenfall ondervond was de informatie-achterstand. Informatie was alles in die tijd, zo vertelde Rexwinkel. Het is wellicht moeilijk voor te stellen nu, maar omdat er zoveel achter de schermen gebeurde, was het niet vanzelfsprekend dat iedereen altijd op de hoogte was van wat er precies gebeurde. Niet iedereen had door hoe de markt functioneerde. De markt werd als het ware gemaakt du moment dat spelers bepaalde zaken deden en bedachten. Degene die daarvan het beste op de hoogte was, had een voorsprong op de rest. We zullen later zien dat Rexwinkel en Van Rees louter om deze reden allerlei overnamegesprekken aangingen. Voor een buitenlands bedrijf als Vattenfall was het echter moeilijk om op de hoogte te blijven van de laatste stand van zaken in de ingewikkelde Nederlandse energiemarkt. Het lukte ze niet om voet aan de grond te krijgen. Ook het Duitse ENBW, uit Baden-Württemberg, hield het voor gezien op een gegeven moment. Veel energiebedrijven kwamen in de problemen door het plotselinge vertrek van Vattenfall, zo ook Greenchoice. Vattenfall verscheurde simpelweg alle contracten die het met Greenchoice had; met een arrogantie die zo eigen is aan de grote nutsbedrijven. Daar was 16
Greenchoice niet blij mee. Het bedrijf kwam short te zitten; het had energie verkocht die het nu niet meer had. Rewwinkel moest als een gek energie gaan bijkopen. In een markt met stijgende prijzen leidt dat tot grote verliezen. Gelukkig kreeg Rexwinkel een gouden tip van iemand van PMA Zorgverzekeringen, die al veel lucratieve klanten naar Greenchoice had doorgeschoven. Greenchoice kon een 'derdebeslag' leggen op Shell. Shell was ook stroom gaan verkopen en het bedrijf moest op grond daarvan nog betalen aan Vattenfall. Bij zo’n derdebeslag mocht Shell dan niet betalen aan Vattenfall en als het bedrijf dat toch deed dan zou Shell aansprakelijk worden voor de vorderingen die Greenchoice op Vattenfall had. Dus liet Greenchocie een derdebeslag leggen. Vattenfall was woedend. “Dat beslag gaat er vandaag nog af", zo schreeuwde directeur IJsbrand Schouten door de telefoon. Nou, nee dus. De man van Shell, Ewald Breunesse, ging tamelijk ontspannen met de situatie om, zo vertelde Rexwinkel. De zaak heeft een jaar geduurd. De partijen gingen in mediation, waarna er een schikking uitrolde. Het voeren van rechtszaken zou daarna een constante blijven in het leven van Rexwinkel. “Heel de energiebranche bestaat uit rechtszaken”, zo zou hij later zeggen. Verwacht werd dat er partijen zouden omvallen door het vertrek van Vattenfall, maar dat viel mee. Het kleine ONS uit Schiedam stapte in het gat en ging de programmaverantwoordelijkheid, balancering en inkoop voor veel van de nieuwe bedrijven verzorgen. De toenmalige directeur Paul Levels was de man van de liberalisering. “Zonder hem was de liberalisering op een drama uitgelopen”, zo vindt Rexwinkel. Levels hield er aparte ideeën op na, die hem later in problemen zouden brengen. Zo vond hij dat de prijs van stroom en gas voor consumenten best flink op een neer mocht gaan, zoals ook de prijs van benzine aan de pomp flink op en neer ging. Als het onrustig is in het MiddenOosten dan stijgt de benzineprijs en als er olie in overvloed is dan daalt die juist. Zoiets moest ook mogelijk zijn bij de prijs van stroom, zo vond Levels. Hij ging daarom de prijs die hij bij zijn klanten in Schiedam in rekening bracht baseren op de prijs van stroom zoals die tot stand kwam op de stroombeurs APX. De inwoners van Schiedam schrokken zich rot. Sterk fluctuerende prijzen van stroom en gas werden niet geaccepteerd. Ook de politiek wilde er niets van weten. Het zou de vrije markt in diskrediet brengen. Zij vonden bovendien dat ONS op die manier een open, ongedekte positie had, terwijl eigenlijk juist het tegenovergestelde het geval was. Omdat Levels de prijzen die hij op de beurs betaalde één op één doorberekende aan de klanten liep hij juist geen enkel risico. Hij legde het risico bij de klant. Maar politici begrepen dat niet. Fluctuerende prijzen voor stroom en gas zouden nooit geaccepteerd worden. In Elsevier verscheen een artikel in die dagen van mijn hand over de gevolgen van die fluctuaties, onder de kop: 'Prijs van energie jakkert op en neer'. Daaruit bleek dat het Eindhovense NRE juist 27 miljoen euro had verloren door 'speculatie' met stroom op de beurs. Gemeld werd tevens dat 17
als het in Nice koud werd de stroom hier een stuk duurder werd. Dit had zich daadwerkelijk voorgedaan in december 2001. De stroomprijs in Nederland was toen omhoog geschoten nadat de Franse producent EDF de export plotseling stop had gezet omdat alle stroom in eigen land nodig was. De ondertoon van het stuk was dat dit belachelijk was, terwijl natuurlijk met evenveel recht gezegd kan worden dat dit volstrekt normaal is. Waar schaarste ontstaat stijgen de prijzen, dat is de markteconomie. Maar Elsevier is een reactionair-conservatief blad en mensen waren gewend aan stabiele energieprijzen. De echte prijspieken op de APX, die van de zomer van 2003, moesten toen overigens nog komen. Het was toen bloedheet in Nederland en de fossiele centrales moesten de lozing van koelwater op het oppervlaktewater beperken om milieuredenen. De vissen gaan dood als het water te warm wordt. De centrales konden vervolgens niet op volle kracht draaien terwijl juist als het warm is het stroomverbruik tot recordhoogte stijgt vanwege alle airco’s die aangaan. De prijzen schoten omhoog naar 2000 euro per MWh op de beurs, wat tevens het vooraf ingestelde maximum was. De waarschuwing 'code-rood' werd afgegeven door Tennet. Toen werd die term nog gebruikt om de mate van stroomschaarste aan; nu is die gereserveerd om de mate van terroristische dreiging aan te geven. Later zijn ook de normen voor lozing op oppervlaktewater versoepeld, zodat zo'n situatie zich niet snel meer zal voordoen. Natuurlijk bracht dit de vrije markt in diskrediet. Paul Levels moest inbinden. Maar diezelfde Paul Levels speelde een grote rol in het ondersteunen van de jonge honden van de energiesector. Samen met andere kleine nutsbedrijven werkte hij samen binnen Trianel, een dochter van een Duitse moeder met dezelfde naam. Hier zouden we later ook nog veel van horen. Bedrijven als Haarlemmermeergas, Intergas en Nutsbedrijven Maastricht werden partner van de club. Greenchoice mocht tot verdriet van Rexwinkel niet toetreden omdat het geen overheidsbedrijf was. ONS nam de rol van facilitator over van Vattenfall. De impact van de terugtocht van Vattenfall was dus relatief klein. Wel besloot Shell om te stoppen met de verkoop van energie aan particulieren, wat sowieso al een tamelijk bedrijfsvreemde activiteit was geweest. De 60.000 klanten werden aan Eneco verkocht.
18
Artikel in Elsevier over Jojo-prijzen
19
4 - Jonge honden versus oude nutsbedrijven: alles was geoorloofd om klanten te winnen Piet van de Zande uit Den Haag deed de deur open. Een bevallige jonge dame stond voor hem, een stapeltje papieren in de aanslag. 'Oh, nee', dacht Piet, 'die wil me iets verkopen'. Maar ze zag er wel heel leuk uit, dus hij deed de deur maar een keertje open en hoorde haar aan. Ze was van Nuon, zo vertelde ze en Nuon had een actie. Piet kon een contract afsluiten waardoor hij tien procent minder zou gaan betalen voor energie dan hij nu betaalde. Iets met de vrije energiemarkt. 'Klinkt goed', dacht Piet. "Wilt u dan hier even tekenen?" Ruim een week later plofte er een brief van Greenchoice op de mat. 'Welkom als nieuwe klant van Greenchoice', zo stond erin. Er was veel geld te verdienen in de energiemarkt. Tegelijkertijd was het niet makkelijk een energiebedrijf op te zetten. De vrije energiemarkt trok dus een bepaald soort ondernemers aan: mensen die rijk wilden worden maar die tevens niet op hun achterhoofd waren gevallen. Om het oneerbiedig te zeggen: patsers met brains. Het slimme ging in de loop van de tijd steeds meer over in sluwheid. De nieuwe bedrijven concurreerden niet zozeer tegen elkaar maar tegen de grote geïntegreerde energiebedrijven: Nuon, Essent, Eneco en Delta. Het was zaak zoveel mogelijk klanten van hen af te pakken. Alles was geoorloofd, zo was de gedachte, want de vrije markt moest op gang gebracht worden. De vrije markt zou alleen slagen als mensen zouden gaan overstappen, dus moest alles in het werk gesteld worden om dat voor elkaar te krijgen. Omdat de oude bedrijven alle middelen aangrepen om hun klanten te behouden, mochten de nieuwkomers alle middelen aangrijpen om de mensen juist te bewegen om naar hen over te stappen, zo vonden ze zelf althans. Het woordje 'vrij' werd hier erg letterlijk genomen. De markt werd een cowboy-markt. Dat moest wel tot ongelukken leiden. In 2003 ging het eerste energiebedrijf, EnergyXS, failliet. Even daarvoor had directeur Jaap van der Velde van EnergyXS nog met een grote foto in de Volkskrant gestaan. Hij stond naast een dure slee met op de achtergrond een fossiele energiecentrale. Zijn bedrijf had marktaandeel gekocht door de stroom goedkoop aan te bieden, maar had verzuimd zich in te dekken tegen stijgende prijzen bij de inkoop van stroom. Het Duitse Eon, bij wie EnergyXS de stroom inkocht, eiste een bankgarantie toen de prijzen gingen stijgen, maar die kon EnergyXS niet geven. Eon trok de stekker eruit. Pogingen werden gedaan om het bedrijf te redden, onder meer door het Eindhovense NRE en door Main Energie. Die mislukten. Main Energy had wel op slinkse wijze het klantenbestand van EnergyXS in handen gekregen. Dat werd vervolgens verkocht aan Energiebedrijf.com. Dat bedrijf kreeg opmerkelijk genoeg 20
van de curator als enige toestemming om aanbiedingen te doen aan de ex-klanten van EnergyXS, terwijl het nu juist de bedoeling van de vrije markt was dat iedereen klanten kon werven en iedereen naar wie dan ook kon overstappen. In het kielzog van EnergyXS werd een aantal andere bedrijven omver getrokken: Evolta en InfraXS. Evolta was dus van Jan van der Tempel en Björn Huiskes, de oprichters van Energiewereld.nl waar Greenchoice zoveel aan had gehad in de beginperiode. Ze hadden hun bedrijf gekoppeld aan EnergyXS. Evolta ging echter niet failliet. Er kon geboden worden op de ongeveer 20.000 klanten. Rexwinkel heeft nog geboden, maar hij bood te weinig. Daar had hij achteraf wel spijt van. Er moest echter in een avond besloten worden. Hij had graag samengewerkt met Van der Tempel en Huiskes. Zij wisten precies hoe mensen via internet over konden worden gehaald om over te stappen naar een ander energiebedrijf. Maar de andere aandeelhouders van Evolta besloten dat Energiebedrijf.com er met de buit vandoor mocht gaan. Uiteindelijk kwamen de klanten van Evolta samen met Durion bij Oxxio terecht. Van der Tempel en Huiskes werkten nog een paar jaar bij Energiebedrijf.com maar ze hadden het daar duidelijk niet naar hun zin. Dat ze inderdaad verstand hadden van internet-marketing bleek daarna. Ze begonnen een nieuw bedrijf, in de reisbranche. Het bedrijf heet Tjingo, ‘de vakantiematser’ en is in 2012 overgenomen door het Duitse Tomorrow Travel. Het ging er heftig aan toe in de energiemarkt in die tijd; het was een cowboy-markt. Klanten werden massaal overgezet, zonder dat ze het doorhadden en zonder dat ze daar toestemming voor hadden gegeven. Dat overzetten ging heel gemakkelijk. Het nieuwe energiebedrijf hoefde alleen maar de nieuwe klanten in te voeren in de systemen van de energiesector, en klaar was Kees. De oude leverancier kwam er niet aan te pas. Dus eigenlijk konden de energiebedrijven iedereen overzetten, zo gauw ze over die persoon wat gegevens bijeen hadden gesprokkeld, ook als die personen daar helemaal geen weet van had. En dat gebeurde dus ook, volgens het aloude principe dat er wat er aan fraude kan gebeuren, gebeurt. Klanten werden massaal overgezet, met name door Durion en later Oxxio. Bij Durion was inmiddels Ruud Koornstra ingestapt. Hij had zijn geld verdiend in de televisiewereld. Met zijn bedrijf Television was hij onder meer producent geweest van Villa Felderhof, Lingo en 'Wie is de Mol?'. In 1999 verkocht hij dit bedrijf aan VNU. Hij bleef nog anderhalf jaar als directeur in dienst, maar had het niet meer naar zijn zin. Toen richtte hij 'initiëringsmaatschappij' Tendris op. Dat bedrijf kocht zich in 2002 voor tweederde in bij Durion. Durion zou volop profiteren van de link met de bekende televisiepersoonlijkheid Rik Felderhof. Ook was er altijd een of andere vage link met de Postcode-loterij. De Stichting Doen van de Postcode-loterij had een belang genomen in Tendris.
21
Durion ging stad en land afbellen om klanten te winnen. De telefoon pakken was een ideale manier om iedereen te bereiken, ongeacht de vraag in welke wijk en plaats die woonde. En je moet weten: in die tijd waren mensen nog aardig naïef. Mensen die gebeld werden door iemand met een aanstekelijk verhaal geloofden de persoon aan de andere kant van de lijn over het algemeen nog. En trouwens het maakte eigenlijk niet zo veel uit wat de mensen antwoordden op het verhaal van de medewerker van Durion, dat vaak van A tot Z gelogen was. Ze werden toch wel overgezet. Maar sommigen lieten het er niet bij zitten. Iemand was zelfs zo ontevreden over Durion dat die een vliegtuigje inhuurde en dat boven Haarlem liet vliegen met op een banner daarachter de tekst: 'Durion Oplichters'. Durion kreeg een flinke boete van de toezichthouder ACM, van 220.000 euro en een last onder dwangsom. Het bedrijf moest de telemarketing op orde brengen anders zou het per dag nog een extra boete moeten betalen. Het persbericht wat de ACM hierover uitstuurde vatte goed samen hoe de bedrijven toen te werk gingen. 'De ACM heeft de volgende overtredingen van de Elektriciteitswet geconstateerd: -Durion stuurt consumenten die slechts om informatie vragen, vaak tegelijkertijd een contract. -Durion maakt in het telefonische verkoopgesprek niet voldoende duidelijk of en tegen welke voorwaarden consumenten een contract met Durion aangaan. -Durion wekt bij consumenten de indruk dat zij worden benaderd door hun huidige energiebedrijf dat een korting op de energierekening aanbiedt. - Durion doet onjuiste mededelingen over bedragen die consumenten kunnen besparen door een contract met Durion te sluiten. De mogelijkheid om op te zeggen wordt niet goed vermeld aan consumenten.' Telemarkting raakte hierna in onbruik. Mensen konden zich op een gegeven moment in laten schrijven in een 'bel-me-niet-register', wat ze massaal deden. Hierna gingen de energiebedrijven zich massaal op colportage storten. De meest beruchte leugen uit die tijd was het verhaal dat de telemarketeer of de colporteur van het oude vertrouwde nutsbedrijf was, en dus niet van een nieuwkomer zoals in werkelijkheid, en dat de mensen gewoon bij het oude energiebedrijf zouden blijven als ze in zouden gaan op de specifieke aanbieding die hen werd voorgeschoteld. 'U blijft gewoon bij Nuon, Essent of Eneco', zo werd er dan gezegd. Terwijl de mensen dus wel degelijk naar een ander energiebedrijf gingen. De nieuwkomers hadden hun smoesje klaar als iemand er moeilijk over zou gaan doen. De klant zou wel degelijk bij het oude bedrijf blijven, maar dan als zijnde de netwerkbeheerder. De grote energiebedrijven waren met de vrijmaking van de markt immers gescheiden in een commercieel bedrijf en een netwerkbedrijf, de beheerder van de kabels en leidingen in de 22
grond. Mensen konden overstappen naar een nieuwe energieleverancier, maar ze zouden altijd bij hetzelfde netwerkbedrijf blijven. In die zin zouden ze dus bij hun oude energiebedrijf blijven. 'Dat was alles wat we bedoeld hadden te zeggen', zo huichelden de jonge honden dan. 'We hebben alleen wat uitleg willen geven over de ingewikkelde energiemarkt, maar juist omdat die zo ingewikkeld is hebben de mensen het helemaal verkeerd begrepen', zo zeiden ze later in de rechtszalen. Maar ondertussen hadden bedrijven als Greenchoice en Oxxio wel degelijk bewust gesuggereerd dat mensen bij het oude energiebedrijf zouden blijven, om hen zo over te halen voor de specifieke aanbieding te kiezen. Durion ging in 2005 samen met Energiebedrijf.com en doopte zichzelf om tot Oxxio. Het was een mooie manier voor Koornstra en kornuiten om zich te ontdoen van de naam Durion, die inmiddels een behoorlijke negatieve lading had gekregen. Verbazingwekkend was wel dat Oxxio gewoon op de oude voet doorging. Het bedrog was inmiddels onuitroeibaar geworden. Het gratis dagblad De Pers, dat nu ter ziele is, bracht in 2007 een artikel over hoe het er aan toe ging bij Oxxio, op basis van uitspraken van voormalige medewerkers van het callcentrum. Die vertelden de krant dat Oxxio 20.000 mensen die geen klant meer waren simpelweg weer had aangemeld als nieuwe klant. Ook werden klanten die belden naar het dure 0900-nummer extra lang in de wacht gezet, zodat Oxxio hier flink aan kon verdienen. De Pers rectificeerde het artikel een dag later, maar dat heeft de krant onder grote druk van Oxxio gedaan, zo vertelde de journalist van het stuk, Jan-Hein Strop. 'Het blad zou kapot worden gemaakt als De Pers niet rectificeerde', zo lieten juristen van Oxxio aan de hoofdredactie van de nog jonge krant weten. Op het internet wemelde het trouwens van klachten van mensen die meldden dat ze ongewild klanten waren geworden van Oxxio en dat het bedrijf bedragen van hun rekening bleef afschrijven. De energiebedrijven kregen veel kritiek te verduren. Programma's als Kassa en Radar besteedden er aandacht aan, maar het deed de bedrijven niets. Sterker nog, ze leken het wel stoer te vinden, al die aandacht. 'Rumour around the brand', zo vatte Koornstra het op, en dat was goed voor de business. 'Het maakt niet uit wat ze over je zeggen, als ze maar iets over je zeggen', zo zou de Nederlandse variant kunnen luiden. Iedere keer als weer iemand van Durion of Oxxio op het matje bij de toenmalige presentator van Kassa Felix Meurders was geweest stond de telefoon roodgloeiend in de dagen erna, niet vanwege klagers maar vanwege mensen die zich wilden aanmelden als klant, zo zei Koornstra. En ach, de ontevreden mensen... De redenering was: 'En dan gaan er 5.000 mensen klagen nadat ze onterecht zijn overgezet. Wat dan nog? Dan zetten we die toch gewoon terug. Gevalletje bedrijfsschade. We hebben inmiddels 100.000 nieuwe klanten kunnen bijschrijven in de boeken, dus per saldo hebben we 95.000 klanten gewonnen. Geen kattenpis.'
23
Greenchoice deed net zo hard mee. We hebben al gezien dat Greenchoice het colportagebureau Boic in de armen nam, later omgedoopt tot Planeta Promotions. Medewerkers van deze organisatie lieten mensen aan de deur een contract tekenen zonder dat de mensen doorhadden dát ze een contract tekenden. In 2011 zou Greenchoice een boete krijgen van de toezichthouder en uit de documenten die toen vrij kwamen bleek wat er allemaal was mis gegaan. "Veel benaderde consumenten begrepen niet dat zij aangesproken werden voor een overstap van energieleverancier. Op basis van het verhaal van de colporteur verkeerden ze in de veronderstelling dat zij bijvoorbeeld tekenden voor een korting voor de energie van hun huidige leverancier of voor het ontvangen van een informatiepakket", aldus de NMA (nu: ACM*). Even later kwam de Consumentenautoriteit, toen nog gescheiden van de NMA, daar nog eens overheen met een boete van 525.000 euro. Colporteurs van Greenchoice hadden misleidende informatie gegeven over de korting die mensen konden krijgen, ze hadden verzwegen dat mensen een overstapboete konden krijgen als ze zouden overstappen naar Greenchoice, ze hadden niet gemeld dat de persoon een bedenktijd had van acht dagen en ze hadden gezegd dat de korting alleen geldig was als de persoon aan de deur meteen zou beslissen, waarmee de persoon aan de deur ten onrechte onder druk werd gezet. Aldus de Consumentenautoriteit. * Om de leesbaarheid te vergroten zullen we vanaf nu spreken over de ACM, ook al heette de toezichthouder destijds nog NMA. De NMA ging in januari 2013 samen met de Consumentenautoriteit en Opta, de toezichthouder voor de telecomsector, op in de ACM, Autoriteit Consument en Markt
24
5 - It's easier to get rich quick when you don't follow the rules 'I have an offer you can't refuse', zo zei Eric de Heus in 2005 tegen Rexwinkel en Van Rees. Hij wilde dat Greenchoice zich aansluit bij Oxxio, zodat de bedrijven samen naar de beurs konden worden gebracht. Oxxio was zojuist ontstaan uit een samenvoeging van Energiebedrijf.com, Evolta en Durion. Voor de aandeelhouders van die bedrijven, waaronder Ruud Koornstra, lokte nu het grote geld. Vandaar de beursplannen. Maar De Heus had geen pistool bij zich, zoals de maffiosi in de film The Godfather, waar het citaat uit komt, wel altijd hadden. De heren bedankten beleefd voor het aanbod van De Heus. De beursgang van Oxxio ging niet door. Beleggers waren kritischer geworden, onder meer door het debacle rondom World Online. De koers van dit bedrijf zakte als een plumpudding in elkaar nadat het in 2000 voor 30 euro per aandeel naar de beurs was gebracht. Niet lang daarna werd duidelijk dat oprichter Nina Brink al van te voren haar aandelen gedumpt had. Potentiële beleggers gingen sindsdien meer dan voorheen in het prospectus en de jaarstukken duiken voordat ze aandelen kochten. En als ze in de jaarstukken van Oxxio doken zagen ze niet enkel mooie dingen. Zo voerde het bedrijf marketingkosten op als investeringskosten, die dan in de loop der jaren werden afgeschreven. Hierdoor hoefde het bedrijf dus niet alle kosten in een keer te nemen, waarmee de winst in de eerste jaren kunstmatig wordt opgekrikt. Ook gaf Oxxio kortingen weg bij de werving van de klanten, maar die werden pas uitbetaald aan het einde van het eerste contractjaar. Er was, in andere woorden, twijfel over de financiële degelijkheid van Oxxio en daarmee over kans van slagen van een beursgang. Daarnaast dachten sommigen dat Oxxio nog niet de omvang had die nodig leek te zijn voor een beursgang, namelijk een waarde van zo’n 100 miljoen. Alexander van Rossum, destijds bankier bij ING corporate finance, is er flink mee aan het rekenen geweest. Die baalde er dan ook van dat de beursgang niet doorging. Uiteindelijk werd het bedrijf al in juni 2005 verkocht aan het Britse gasbedrijf Centrica, voor 132 miljoen euro. Veel plezier heeft Centrica, dat was afgesplitst van het gasbedrijf British Gas, er niet van gehad. In 2009 werd het weer te koop gezet, waarna Centrica er jarenlang mee heeft lopen te leuren. Pas in 2011 werd Eneco bereid gevonden Oxxio in te lijven, voor een schamele 72 miljoen euro. Het had toen 426.000 klanten. Een nieuwe 'ster' meldde zich aan het firmament. Harald Swinkels en Pieter Schoen richtten samen met twee anderen de Nederlandse Energiemaatschappij op. Die laatste twee emigreerden en werden later uitgekocht. Een van hen is ene Donald, die in Madrid terecht kwam. Hij zat bij Rexwinkel onder rugby. Volgens Rexwinkel heeft Donald het kunstje bij hem afgekeken. 25
Net als Van Scherpenzeel van Durion ging Swinkels in eerste instantie bij Rexwinkel langs met de vraag of die de administratie voor het nieuwe bedrijf wilde gaan doen. De gesprekken liepen weer op niets uit. Swinkels en zijn maten gingen langs bij Oxxio. Eric de Heus had wel waardering voor de bravoure van het stel. Het plan was om een joint-venture op te richten. Maar uiteindelijk, toen ze een presentatie moesten geven voor heel de raad van bestuur werden ze met pek en veren weggestuurd, zo zegt Swinkels. “Het spel is gespeeld; de kaarten zijn geschud”, zo werd hen gezegd. De heren van de Nederlandse Energiemaatschappij waren te laat gekomen. “We kregen hier enorme energie van”, zo zegt Swinkels. De uitspraak 'Het spel is gespeeld, de kaarten zijn geschud' staat nu prominent op de muur van de brede gang in het gigantische kantoor van de Nederlandse Energiemaatschappij in Rotterdam. Het is onderdeel geworden van de bedrijfsfolklore. Vraag is wel of het verhaal klopt. Want de raad van bestuur van Oxxio bestond destijds vooral uit Eric de Heus. De financiële man Lex Broekhuizen, had niet zoveel in de melk te brokkelen. Vraag is dus hoe de raad van bestuur tot een heel andere conclusie kon komen dan Eric de Heus. Nog even over Oxxio: Volgens Swinkels was er van begin af aan sprake van een dual track bij de verkoop van Oxxio; de eigenaren zetten zowel in op een beursgang als op een onderhandse verkoop. Het verhaal rondom de beursgang was vooral bedoeld om de interesse van kopers op te wekken en om de prijs omhoog te stuwen. Partnerkeuze De Nederlandse Energiemaatschappij mocht dus niet meedoen met de nieuwkomers van het eerste uur. Het bedrijf vond uiteindelijk onderdak bij ONS uit Schiedam. Een stabiele relatie heeft er voor het bedrijf echter nooit ingezeten. ONS werd overgenomen door Eneco, waarna de contracten met de Nederlandse Energiemaatschappij verscheurd werden. Het bedrijf ging toen een relatie aan met RWE. Dat bedrijf nam op een gegeven moment Essent over, waarna RWE de Nederlandse Energiemaatschappij, een van de belangrijkste concurrenten van Essent, dumpte. Het bedrijf van Swinkels ging toen samenwerken met Dong. Dat bedrijf heeft inmiddels Nederland gedag gezegd en zegde de samenwerking met Nederlandse Energiemaatschappij op. Toen kon het bedrijf weer op zoek naar een partner. Bijzonder is wel dat de Nederlandse Energiemaatschappij dus altijd voor het ontzorgingsmodel, zoals Swinkels het noemt, is blijven kiezen. Waar bedrijven als Durion en Greenchoice nog deden alsof ze het goed voorhadden met de wereld, liet de Nederlandse Energiemaatschappij die pretentie maar geheel achterwege. Het bedrijf kwam op een moment waarop de hele energiemarkt was vrijgemaakt (juli 2004) en waarop het dus niet noodzakelijkerwijs alleen maar groene stroom hoefde aan te bieden. Het credo was gewoon geld verdienen en het maakte niet uit hoe. In de kamer van Harald Swinkels hangt niet voor niets een wand-vullend portret van de (oude) Godfather uit de gelijknamige film aan de muur. "Om een familie-gevoel te creëren", zei Swinkels. 'Ja, ja.' 26
Duidelijk is in ieder geval dat de film The Godfather een populaire film was in de energiewereld. Dat was niet zomaar. Met name Pieter Schoen ging over lijken. Die pikte rustig 's avonds een commerciële man van Greenchoice weg, terwijl hij diezelfde dag nog vriendelijk met Rexwinkel had zitten praten. 'Handel is handel', zei hij dan. "Schoen zou zijn eigen moeder nog verkopen", zo zei Rexwinkel. Schoen leeft op grote voet, heeft een kast van een huis en is aan zijn derde vrouw toe. Hij geeft feesten in het boothuis bij zijn huis in Hilligersberg en dan vloeit de champagne rijkelijk en worden er oesters geserveerd. Swinkels staat daarentegen bekend als 'Harald de Hamster'. Zelf vindt Swinkels dat Pieter het gaspedaal is en hij de rem. Swinkels is daarbij echter heel uitgekookt. Als een bedrijf iets wil doen wat Swinkels onwelgevallig is begint hij een dossier aan te leggen over dat bedrijf, dat hij in stelling kan brengen op het moment het bedrijf de plannen doorzet. "Zo iemand hadden wij ook moeten hebben", zegt Rexwinkel. In 2005 legde het programma Kassa de dubieuze methoden van onder meer de Nederlandse Energiemaatschappij haarfijn vast op camera. Een van de medewerkers van het programma was undercover mee op stap geweest met colporteurs van een aantal bedrijven. De kijker zag hoe de colporteurs van het bedrijf van Swinkels door de stad liepen. Ze waren op zoek naar "schoteltjeswijken" want "die allochtonen begrijpen er toch maar de helft van", zo legde een van hen uit aan de nieuweling (de journalist). Ze belden aan en zeiden dat de energiemeter moest worden vervangen. Als de persoon aan de deur daar dan voor tekende, was hij meteen klant van het bedrijf. Ook toonde het programma hoe de sales king, zoals hij werd genoemd, rekeningnummers van mensen wist te ontfutselen, waar dan later makkelijk de bedragen vanaf konden worden geschreven. Dezelfde methoden dus als die van de andere bedrijven, zoals we in het vorige hoofdstuk zagen.
Undercover op pad met colporteurs van de Nederlandse Energiemaatschappij (Screenshot Kassa 2005) Ondertitels: 'Allochtonen gaat ook makkelijk want die begrijpen de helft niet'. 27
Energiebedrijf Eneco spande eind 2005 een kort geding aan tegen de Nederlandse
Energiemaatschappij en won dat, en de toezichthouder ACM liet extra voorwaarden in de vergunning voor het bedrijf opnemen. De NEM, zoals het bedrijf kortweg kwam te heten, moest elke klant een formulier laten ondertekenen waarin stond dat hij begrijpt dat hij een leveringsovereenkomst met het bedrijf is aangegaan en deze formulieren moest de NEM overleggen aan de ACM. Het bedrijf stopte daarop met het werven van klanten aan de deur. Later, in hoger beroep heeft de NEM overigens nog gelijk gekregen. De dwangsommen die de rechtbank van Rotterdam had opgelegd werden geschrapt. Net als Durion bedienden ook Swinkels en Schoen zich van de tactiek om regelmatig de naam van het bedrijf te veranderen, om zo af te komen van de negatieve connotatie die aan hun bedrijf was komen te hangen. De Nederlandse Energiemaatschappij of NEM werd NLEnergie en NLE. De grote geïntegreerde bedrijven, die nooit iets gezien hadden in de vrije markt, zagen het even aan en dachten toen bij zichzelf: 'Ah, zo gaat dat in zijn werk: die vrije energiemarkt. In zo'n markt is blijkbaar zo'n beetje alles geoorloofd om klanten van elkaar af te pakken. Nou, dat kunnen wij ook. We hebben nooit gevraagd om die vrije markt, maar als die er dan toch moet komen spelen we het spelletje wel mee', zo was kort samengevat de houding. En dus gingen die grote bedrijven honderden slimme en sluwe marketing- en communicatie-mensen aantrekken. Ze richtten dochterondernemingen op die net zo te werk gingen als de marktbestormers. Essent kwam met Energiedirect en Eneco met MKB Energie. Er werden beursvloeren ingericht en de snelle jongens sjeesden met stepjes door de gangen van het hoofdkantoor van Nuon in Amsterdam. De markt werd een cowboymarkt, die langzaam maar zeker ontspoorde.
28
Harald Swinkels in het kantoor van zijn bedrijf in Rotterdam De nieuwbakken ondernemers, de 'patsers met hersens', waren al slim toen ze de markt betraden en dat slimme moet langzaam maar zeker zijn overgegaan in sluwheid. Klanten pakken en pikken, dat was het enige wat telde. Ze moeten elkaar daarbij flink hebben aangestoken in hun verwerpelijke wervingsmethoden. Er is echter wel een excuus. Het was, en is, namelijk echt best wel lastig om een nieuw energiebedrijf uit de grond te stampen, waarbij opgebokst moest worden tegen de oude, zelfvoldane, gevestigde orde. Een nieuw bedrijf was pas echt levensvatbaar als het een zekere massa had: als het de drempel van, zeg, honderdduizend klanten had gepasseerd. Daarbij kwam dat de energiemarkt ontzettend complex was en de nieuwe bedrijfjes echt op vele manieren werden tegengewerkt door de oude zelfvoldane garde. Het kerkhof van de energiesector ligt bezaaid met bedrijfjes die ooit veelbelovend waren, maar die het niet hebben gered. Die bedrijven kregen niet voldoende massa. Zo zijn Evolta, EnergieXS, Echte Energie, ONS en Caplare ter ziele gegaan. Daar zijn in recente jaren nog vele mislukkingen bijgekomen, zoals die van NHEC, Trianel en Orro Energy. Er zullen nog wel wat meer bedrijven sneuvelen. 'Zonder een zak met miljoenen voor marketing redt een bedrijf het niet', zo zei voormalig directeur Rolf Heynen van NHEC ooit. Maar dat is het niet alleen. De kar moest getrokken worden door mensen met commercieel bloed in de vaten. Ze moseten er alles voor over hebben om klanten te winnen; dat moest het hoogste doel zijn, en ze moesten bereid zijn om regels te overtreden om van hun bedrijf een succes te maken. De energiemarkt was trouwens nog zo nieuw dat er op veel gebieden nog geen regels waren. De jonge honden bedachten zelf 29
ter plekke de regels en dat deden ze op zo'n manier dat ze er zelf beter van werden. "Er moet een beetje gerommeld worden om groot te worden", zo gaf Rexwinkel in 2010 in een interview toe. Het was duidelijk dat deze opvatting op een opgegeven moment de communis opinio was in de energiemarkt. Het doet denken aan het motto van 'The wolf of Wall Street', over de handelaar/oplichter Jordan Belfort die behept was met exceptioneel veel lef en bravoure: "It's easier to get rich quick when you don't follow the rules."
30
6 - De militaire component van Greenchoice: 'Een commando geeft nooit op' De drie directeuren van Greenchoice zijn heel verschillend. Rob van Rees is innemend, hij weet mensen voor zich te winnen. Hij heeft er plezier in om toespraakjes te houden en weet goed met journalisten om te gaan. Niet vreemd dus dat Van Rees zo langzamerhand het gezicht van Greenchoice naar buiten werd. Hij was degene die altijd om tafel zat met de netbeheerders. Een opkomend energiebedrijf had veel te stellen met netbeheerders in die tijd. Van Rees zat derhalve niet veel achter zijn bureau. Hij was veel op pad. Hij hield zich naar eigen zeggen bezig met "de buitenkant van het bedrijf, externe relaties, lobby, vertegenwoordiging, imago en marketing”. Lefgozer De rossige Van Appeldoorn is introverter, hoewel hij zich wel kan laten horen als hij dat echt nodig vindt. Hij werd in die eerste dagen van Greenchoice tot commercieel manager gebombardeerd, maar feitelijk was hij meer de operationeel manager. Zo stuurde hij het personeel aan. Van Appeldoorn is een goed netwerker, hij liep vaak bij de medewerkers binnen om te vragen hoe het gaat. Rexwinkel was de lefgozer van de drie. Hij durfde alles. Hij plaatste bijvoorbeeld een windmolentje op zijn huis, zonder de daarvoor benodigde vergunning aan te vragen bij de gemeente. Vervolgens kreeg hij mot met zijn buren. Rexwinkel is uitgesproken en hij heeft overal een mening over. Dat is de reden dat hij naar eigen zeggen geen algemeen directeur wilde worden. Dan zou hij helemaal dominant worden binnen het bedrijf. Volgens Rexwinkel was de directie met Rob van Rees als algemeen directeur "in balans". Een directie moet uit drie verschillende personen bestaan, zo zei Rexwinkel, een opmerking die Steve Jobs van Apple ooit gemaakt heeft. Rexwinkel werd financieel directeur. Feitelijk was Rexwinkel eigenlijk toch de hoogste baas en later werd hij ook even echt de algemeen directeur. De drie heren waren dus heel verschillend. Maar er waren twee belangrijke overeenkomsten: er was de militaire component en de Rotterdam-component.
31
Michiel Rexwinkel in zijn huis Rexwinkel (1967) is geboren in Utrecht maar groeide op in Geldrop, in Zuidoost Brabant. Hij woonde vlak bij de Peijnenburgfabriek, in het centrum van Geldrop. Zijn vader was huisarts en had een praktijk aan de Dommeldaalseweg; zijn moeder was ‘humanistisch raadsvrouw’. Ze bezocht gevangenissen en begeleidde uitvaarten voor mensen die niet religieus waren. Rexwinkel is dus niet religieus opgevoed. “Dat is wel een gemis”, zegt hij. Hij heeft een zus die anderhalf jaar ouder is. Rexwinkel ging naar het Strabrecht College in Geldrop. Hij viel op omdat hij lang is en van die typerende wenkbrauwen heeft. Het is net alsof hij ze altijd opgetrokken houdt. Een groepje leerlingen die een klas lager zaten dan hij, pestte hem ermee. Als ze hem tegenkwamen haalden de de gangmakers van het stel hun eigen wenkbrauwen op. Een keer zetten ze zelfs stokjes tussen hun ogen. Boeren waren het, uit Heeze en Leende. Na de middelbare school wilde Rexwinkel bedrijfskunde gaan studeren maar daar werd hij voor uitgeloot. Toen ging hij maar economie studeren. Je kon twee richtingen kiezen: algemene economie en bedrijfseconomie. Rexwinkel koos voor algemene economie want macro-economie sprak hem aan. Zijn belangstelling ging vooral uit naar de bedrijfseconomische kant van de publieke sector. Hij volgde daarom de afstudeerrichting 'Openbare financiën', de vakgroep waar hoogleraren als Eduard Bomhoff en Jo Ritzen actief waren. Die zouden later allebei minister zouden worden. Hij was actief binnen de Rotterdamse roeivereniging Skadi en hij ging rugby spelen in het derde jaar. Ondertussen had hij ook nog de studie rechten opgepakt. Hij woonde in huize Zeezicht, aan de Palestina-straat. Wie daar ook woonde was Rob van Rees. Rexwinkel leerde bij Skadi zijn latere partner Judith Bokhove kennen.
32
Judith Bokhove als Groenlinks-politica
Rexwinkel kreeg problemen met zijn studie. Hij haalde de propadeuse (zoals het eerste jaar destijds genoemd werd) met vlag en wimpel maar toen ging het mis. Rexwinkel vond dat hij een schop onder zijn kont nodig had en besloot in dienst te gaan. Het beeld van urenlange verveling in normale kazernes met dienstplichtigen vervulde hem echter met afschuw. Dat wilde hij zeker niet. Hij tekende daarom in bij de Korps commandotroepen, gelegerd in de Engelbrecht van Nassaukazerne Roosendaal, waar hij de befaamde groene baret kon halen. Hij had een officiersopleiding kunnen volgen, maar die zou 18 maanden duren. Een opleiding als soldaat duurde maar 14 maanden en kon in verband met studie verkort worden naar 12 maanden. Voor dat laatste koos Rexwinkel; dan kon hij na een jaar de studie weer oppakken. Rexwinkel wist niet wat hij moest verwachten. Hij had zijn kamer onderverhuurd maar het bleek dat hij ieder weekeinde thuis was. Toch was het zwaar, heel zwaar. Waar het op de universiteit om inhoud ging, en vorm er niet toe deed, ging het in het leger louter om vorm, de inhoud deed er niets toe. Zo kreeg hij bijvoorbeeld les in de werking van een stopwatch. Op een dag dommelde Rexwinkel weg. Het was heet in het leslokaal. Hij moest voor straf vier meter hoger op een van de balken van het dak gaan zitten. "Dan zorg je wel dat je niet in slaap valt." Van de 120 'cursisten' die er aan begonnen, haalden maar 20 mensen de eindstreep, waaronder Rexwinkel. En die 120 hadden allemaal een zware keuring doorstaan. Het was niet alleen fysiek zwaar maar ook geestelijk. De leiders drong er bij de soldaten constant op aan zich te laten "ontheffen", ofwel er de brui aan te geven. Maar Rexwinkel hield zich stoer. "Het was pittig maar wel leuk", zo zegt hij later over zijn tijd in dienst. "Lekker veel sporten. Het was een soort jongenskamp en er werd veel kattenkwaad uitgehaald. De groene baret was prima te halen, ten minste als je geen blessures kreeg.” Later in 2013 was er een reünie van de groep commando's van toen. Ze waren allemaal totaal 33
verschillende kanten opgegaan. Een van de twintig mensen was overleden. Een ander was Richard Eikelenboom, die inmiddels in Colorado op de top van een berg in een groot huis woonde en een bloeiende onderneming had. Eikelenboom is veel in het nieuws geweest, omdat hij de Deventer moordzaak en de Schiedammer Parkmoord heeft opgelost. Voor die laatste moord zat iemand, Cees B., jarenlang ten onrechte vast. Saillant detail is dat de praktijk van Eikelenboom gebaseerd is op DNA-gegevens die hij illegaal heeft meegenomen van het Nederlands Forensisch Instituut te Rijswijk. De medewerkers mochten de DNAgegevens niet meenemen; toch heeft hij zelf een database met die DNA-gegevens opgezet en meegenomen. Na twaalf maanden keerde Rexwinkel terug in de collegebankjes. Toen ging het beter. Hij pakte onder meer het vak Financiering en Belegging op en nam een bestuursfunctie binnen roeivereniging Skadi op. Het was de tijd dat iemand die een bestuursfunctie bekleedde nog een jaar uitstel kreeg voor de studie. Ook Robbert Bliek was daar binnen Skadi actief. Hij zou later bestuurder van Energieconcurrent worden. Bliek herinnert zich dat Rexwinkel mensen over het bierfust gooide. "IJzersterk was ie".
Robbert Bliek
Bliek is zelf trouwens ook door en door een militair, zowel in voorkomen als in denkbeelden. Hij heeft gediend bij het Korps Mariniers, dat gelegerd is in Rotterdam vlakbij de Erasmus Universiteit. Daarna ging hij studeren aan de Erasmus Universiteit. Bliek is nog steeds reserve-officier en gaat prat op de houding die volgens hem eigen is aan een militair. Als militair heeft hij naar eigen zeggen bepaalde waarden meegekregen, die buitenstaanders vaak niet goed begrijpen. Die waardes zijn bijvoorbeeld dat mensen gedisciplineerd moeten zijn en dat ze hun afspraken moeten nakomen. Je mag je naasten volgens Bliek nooit afvallen. In het gewone leven zijn de gevolgen daarvan nog wel redelijk beperkt, maar als militairen dat doen dan kan dat mensen hun leven kosten. "De natuur heeft bepaalde wetten. Je kunt beslissen om die te overtreden maar dan loop je risico.” Overigens was Bliek niet alleen bevriend met Rexwinkel maar ook met Van Rees. Ze hielden 34
met een groepje lange hikes, wandeltochten met rugzak, waarbij dan in de open lucht geslapen werd. Bliek vindt nu dat Van Rees 'de wetten van de natuur' heeft overtreden.
Rob van Rees Van Rees kwam uit Hendrik-Ido Ambacht. Hij studeerde ook aan de Erasmus Universiteit; hij was een jaar eerder begonnen dan Rexwinkel. Van Rees had gekozen voor de richting Bedrijfseconomie, afstudeerrichting Commerciële Beleidsvorming. Van Rees was een goede basketballer en speelde vrij hoog in een team van Baros, de basketbalclub van de Erasmus Universiteit. Hij leerde zijn vrouw Harriet Baars kennen tijdens zijn studie. Van Rees woonde dus in hetzelfde studentenhuis als Rexwinkel, in de Palestina-straat. Ze zaten samen op rugby en bij dezelfde jaarclub van studentenvereniging Sanctus Laurentius. In het laatste jaar van zijn studie ging Van Rees in dienst; hij werd officier in de cavalerie. Zijn kop werd kaalgeschoren en hij was altijd moe, zo herinnert Rexwinkel zich. Hij moest zijn scriptie nog afmaken. Hij kreeg een lage beoordeling, een 6-, maar dat vond hij voldoende. De partners Bokhove en Baars konden eveneens goed met elkaar overweg. Ze zijn zelfs nog een keer met elkaar op vakantie geweest. Rexwinkel en Van Rees bleven elkaar na de studie nog regelmatig zien, zo'n twee keer per maand. Rexwinkel werd zelfs voogd van de kinderen van Van Rees. Appeldoorn is opgegroeid in ’s Gravendeel. Hij moet niet de makkelijkste geweest zijn want hij werd nogal eens van school gestuurd. Als roodharige moest hij van zich afbijten. Appeldoorn werd ook soldaat. Hij heeft als soldaat in het voormalige Joegoslavië gediend als monteur. Een sterke Rotterdamse component dus, en een sterke militaire component. Die militaire achtergrond en de invloed die dat had op het karakter van de hoofdrolspelers zouden van groot belang zijn voor de verdere ontwikkelingen bij Greenchoice. Het verklaart het doorzettingsvermogen dat nodig is om van een klein onbeduidend energiebedrijf een speler van formaat te maken, een vastberadenheid die zelfs omsloeg in verbetenheid. Maar het verklaart ook waarom het later zo gigantisch mis ging. De directeuren konden niet opgeven, loslaten. “Van Rees weet dat ik een commando ben en niet zomaar opgeef”, zo zei Rexwinkel later.
35
7 - Probleem: wat laat je zien aan Amerikaanse investeerders die onze energienetten komen opkopen? Een medewerker van Eneco deed de gietijzeren deur van het trafohuisje onder de brug over de Coolhaven open. Een zestal Amerikanen wurmde zich naar binnen. Don't touch anything, riep de medewerker snel, zich realiserend dat de Amerikanen de Nederlandse waarschuwingsbordjes niet konden lezen. Veel viel er niet te zien. ‘Maar ja, wat moet je dan laten zien aan Amerikaanse taxateurs die over waren komen vliegen om namens grote Amerikaanse investeerders het Nederlandse netwerk te taxateren? Je kunt moeilijk een putje in een weiland gaan graven.’ Gelukkig had Rexwinkel dit voorzien. Hij had een grote touringbus gehuurd en na de teleurstellende blik in de armetierige ruimte onder de brug reed hij de Amerikanen naar de Pilgrims fathers' church, even verderop in Delfshaven. Prachtig vonden ze het. Een paar bezoekers hadden Nederlandse voorouders. Niet veel later werd de transactie bezegeld. Het gasnetwerk van Eneco was verkocht aan de Amerikanen.
Binnen in een transformatorhuisje in Rotterdam Met het schrijven van zijn scriptie kwam Rexwinkel voor het eerst in aanraking met de energiesector. Het onderwerp van de scriptie was namelijk de aardgasbaten van de overheid. De gewiekste student vroeg zich af hoe de overheid ervoor kan zorgen dat die baten wat stabieler zouden worden van jaar tot jaar. De aardgasinkomsten schieten immers op en neer, 36
wat met name te maken heeft met de koppeling van de gasprijs aan de wispelturige olieprijs. Die fluctuaties hebben ook invloed op de uitgavenkant van de overheid, zo betoogde Rexwinkel: als aardgasprijzen stijgen dan stijgt de energierekening van de Nederlander en dit heeft weer invloed op de inflatie. Waarna de uitkeringen verhoogd moeten worden. Kun je nu niet zorgen voor een wat stabielere gasprijs? Ja, dan kan: ontkoppeling van de gasprijs en de olieprijs. Later hebben de komst van gasbeurzen en de vrije markt voor de inkoop van energie gezorgd voor een zekere ontkoppeling, maar nog steeds is er geen sprake van een volledige ontkoppeling tussen de gas- en olieprijs. En toen, acht jaar na het begin van de studie in Rotterdam, in 1993, was Rexwinkel klaar voor de arbeidsmarkt. Alleen: er kwamen geen banen. Rexwinkel solliciteerde zich suf; het was een dagtaak. Hij had zijn zinnen gezet op een baan bij de overheid ( 'de publieke zaak dienen'), maar de overheid zag hem niet zo zitten. Het ministerie van Financiën, de Rekenkamer en zelfs een gemeente; ze wezen hem allemaal af. En, pikant gezien de latere strijd met de toezichthouder, ook de toezichthouder ACM wees hem de deur nadat Rexwinkel daar gesolliciteerd had. Rexwinkel kwam een aantal keer ver in de procedure maar delfde dan toch nog het onderspit. Het was dan een moeilijke tijd, zo net na de crisis van de jaren tachtig; de werknemers lagen voor het oprapen. De overheid koos liever mensen met ervaring. Maar de dames en heren van de afdeling P&O schrokken wellicht terug voor zijn karakter. Rexwinkel betrok met zijn partner Judith als anti-kraak een pand aan de Hoofdweg in de Rotterdamse Alexanderpolder, en zijn eerste kind kwam ter wereld. Judith had al werk als logopediste. Rexwinkel had tijdelijke banen als economie-docent bij een nabijgelegen school en via het uitzendbureau, onder meer in het Dijkzicht ziekenhuis. Hij zou vier kinderen krijgen. Later zou hij een donkere jongen die geen ouders had adopteren. In de zomer van 1994 had Rexwinkel dan eindelijk beet. Het gemeentelijk energiebedrijf (GEB) nam hem aan. Dit semi-publieke bedrijf kon zijn keuze voor het vak Financiering en Belegging en het onderwerp van zijn scriptie wel waarderen. Het GEB Rotterdam ging even later fuseren met twee andere gemeentelijke energiebedrijven: die van Den Haag en Dordrecht. Het bedrijf ging verder onder de naam Eneco, wat stond voor Energie en communicatie (waarmee telecom bedoeld werd). In 1995 werd die fusie beklonken. Rexwinkel kwam te werken bij de afdeling Treasury. Aan Rexwinkel de taak alle financiële stromen in het nieuw fusiebedrijf op orde te brengen. te centraliseren als het ware. Daarvoor moest heel wat weerstand bij de voormalige baasjes van de gemeentelijke energiebedrijven worden overwonnen. Die waren gewend om zelf de cheques uit te schrijven en dat mocht nu ineens niet meer. "Het was schipperen", zo omschrijft Rexwinkel die periode. "Als zo’n baasje dan toch een taart bestelde met een chequeboekje dat nog niet ingeleverd was, omdat hij dat nu eenmaal zo gewend was, moest ik niet meteen op mijn achterste benen gaan staan", 37
zo vond Rexwinkel. Hij heeft er veel geleerd over de energiebranche. In de ban van de ring Bij Eneco kwam Rexwinkel steeds meer in aanraking met de verleidelijke krochten van de wereld van haute finance. Rexwinkel ging zich bezighouden met het afsluiten van een cross border lease. Het idee was volgens Rexwinkel afkomstig van iemand van Credit Suisse First Boston, de investeringstak van de Zwitserse bank Credit Suisse: Aarnout Snouck Hurgronje, tegenwoordig directeur bij AXA. Die vertelde enthousiast over de voordelen van cross border leases voor de energiewereld. Rexwinkel vond het verhaal van Snouck overtuigend. En dus klopte hij met het verhaal aan bij zijn baas, die zich eveneens liet overtuigen. Vervolgens was de financieel-directeur van Eneco aan de beurt, toen de directie en als laatste de raad van commissarissen. Die raad, die toen nog mede was samengesteld uit politici van de gemeenten die aandeelhouder waren van Eneco, stemde ook in, hoewel ze waarschijnlijk geen flauw idee hadden gehad waar het nu allemaal over ging. Het was de tijd dat Eneco werd geleid door Wim Naeije. De missie was geslaagd, zo ervoer Rexwinkel het.
Cross border leases Bij een cross border lease (CBL) worden bezittingen verkocht aan investeerders en dan weer teruggeleasd. Bij een CBL in de energiesector wordt het energienetwerk verkocht en vervolgens voor een groot aantal jaren geleased door het energiebedrijf. Aan het einde van de looptijd van de lease gaat het netwerk weer terug naar het energiebedrijf. Het voordeel voor de Amerikanen bestaat eruit dat ze in staat zijn hun belastingbetaling te verleggen naar de toekomst. Ze schrijven gedurende de looptijd af op hun investering in het net (minder belasting) en halen op het einde een flinke boekwinst, ter compensatie van lage lease-opbrengsten. De winst wordt gedeeld met het energiebedrijf. Het waren deals waar enorme bedragen mee gemoeid waren. Zo was de waarde van het gasnet van Eneco zo’n 1,5 miljard. De cross border lease leverde Eneco onmiddellijk 60 miljoen dollar op. Dat was geld dat in wezen toebehoorde aan Amerikaanse belastingbetalers. Die laatste terugkoop-optie aan het einde van de looptijd moest uitgevoerd worden, anders was er geen fiscaal voordeel. Maar die transactie aan het einde van de looptijd mocht ook weer geen verplichting zijn, want anders was er geen sprake van een true lease, zoals dat volgens Amerikaanse wetgeving heet. De deal was alleen een true lease als de Amerikanen daadwerkelijk risico liepen. Het was dus schipperen. Een andere voorwaarde was dat er een link met de eindklanten van het netwerk zou blijven bestaan; de eindklanten die dus betaalden voor het gebruik van het net. Die
38
moesten in de systemen zichtbaar blijven. Nog steeds staan om die reden de namen van klanten die aangesloten zijn op het netwerk in het aansluitregister, wat strikt genomen niet nodig is. Bijna alle andere energiebedrijven waren het voorbeeld van Eneco gevolgd. Maar er waren bedrijven die er wel problemen mee hadden. Het Zeeuwse energiebedrijf Delta bijvoorbeeld zag er in eerste instantie van af. Het benadelen van de fiscus van een ander land hoort niet, zo vond het bedrijf, op aangeven van de provincie Zeeland, de belangrijkste aandeelhouder van Delta. Het was de tijd dat de provincie zich nog niet had laten inpakken door de managers van Delta. Later zijn er wel cross border leases gesloten. Later zou er in het Parlement met afschuw gesproken worden over de cross border leases, die werden gezien als een uitverkoop van het Nederlandse energienetwerken aan Amerikaanse investeerders. Wat ze in feite ook waren. De vraag die opkwam was wat er zou gebeuren als Eneco of een van de andere energiebedrijven in financiële problemen zouden komen. Er stonden clausules in de contracten die reden gaven tot zorg. De deal zou al teruggedraaid kunnen worden als de rating van het energiebedrijf, zoals gemeten door Standard & Poors, zakte tot B of lager. Dan zouden er hoge boetes moeten worden betaald, in de orde van grootte van 80 miljoen euro. De CBL's zouden een grote rol spelen in de splitsingsdiscussie zoals die later gevoerd zou worden. De energiebedrijven, fel tegenstander van splitsing, deden het voorkomen alsof de splitsing de Amerikanen ertoe zouden aanzetten om grote schadeclaims in te dienen. De splitsing zou namelijk de kredietwaardigheid in gevaar brengen. Hiervan is echter geen sprake geweest en de uitspraken van leiders van de energiebedrijven hieromtrent moeten dan ook gezien worden als bangmakerij. Splitsing zou er juist voor zorgen dat de kredietwaardigheid van de bedrijven waar de netwerken waren ondergebracht zou stijgen. Ze zouden immers definitief in handen van de overheid blijven en de risicovolle commerciële takken zouden worden afgesplitst. Bestuursvoorzitters als Michiel Boersma, later president-commissaris bij de Telegraaf, hebben helaas nooit verantwoording af hoeven te leggen voor hun leugens uit die tijd. Juristen hebben er in ieder geval goud geld aan verdiend, zoveel is duidelijk.
"Het was een spannende deal", zo vond Rexwinkel. Spannend was de vraag of die zou slagen. En dat is dus gelukt. Opwindend was natuurlijk ook de wereld van haute-finance waar hij in terecht kwam. Dan zat hij in New York ergens boven in een wolkenkrabber met een tiental mensen te praten over de miljardendeal. Taxateurs kwamen naar Nederland om de vervangingswaarde van de netten te kunnen beoordelen. Dat was verplicht volgens Amerikaanse wetgeving. Maar hoe toon je nu een gasnet, dat grotendeels onder de grond ligt? Rexwinkel brak zich er het hoofd over en huurde een touringcar. 39
Morele problemen had Rexwinkel niet gehad met de deal. Hij stelde zich heel praktisch (of gemakzuchtig) op het standpunt dat het slechts zijn taak was om de risico’s inzichtelijk te maken en dat de beslissing vervolgens bij anderen lag. Daarnaast hield Rexwinkel zich bij Eneco bezig met de herfinanciering van stadsverwarmingsnetten en met gasexpansie-units. Die werden geherfinancierd met groenleningen. ING moest een bestemming vinden voor de miljarden van de in die tijd populaire groenfondsen en was hier daarom nauw bij betrokken. Met name Richard Paardenkooper hield zich hiermee bezig. Gas-expansievaten wekten energie op met de warmte die vrij kwam bij het terugbrengen van het gas van 30 bar tot 4 bar. Dat kon met enige goede wil gezien worden als groene stroom. Nadat de CBL voor het gasnet was afgerond wilde de directie van Eneco dat Rexwinkel zich ging bezighouden met een soortgelijke deal, maar dan voor de stroomnetten. Rexwinkel had er geen zin meer in. Als hij 'ja' zou zeggen zou hij daar weer een jaar mee bezig zijn. "Maar je hebt het toch goed gedaan?", zei zijn baas volgens hem. Maar Rexwinkel wilde niet. "Uiteindelijk gaat zo’n financiële transactie helemaal nergens over”, zo zei hij in 2013 met de wijsheid van nu. Wat niet meehielp was een stukje op de achterflap van het bedrijfsblad van Eneco. Iedere keer werd daar een medewerker uitgelicht en dat was op een gegeven moment Rexwinkel. De laatste vraag was standaard: "Wat wil je nog kwijt?". "De afdeling P&O", had hij gezegd. Die was overal banen aan het schrappen maar dijde zelf flink uit. "Niet zo handig gedaan", zei zijn baas. Rexwinkel wilde binnen Eneco meer de richting op van controlling. Hij kreeg echter via zijn buurman de mogelijkheid om te gaan werken bij het software-bedrijf Infa Software, waar hij in 1998 aan de slag ging. Het bedrijfje, gevestigd in Capelle aan de IJssel, ontwikkelde software op het gebied van fiscaliteit en persoonlijke financiële planning. Het was een klein bedrijf, dat overigens nog steeds bestaat. Nu onder de naam Figlo. Rexwinkel had inmiddels de postdoctorale studie fiscaal recht opgepakt, die hij overigens nooit afmaakte. Schat In de zomer van 1999 zaten Rexwinkel en Judith voor hun tent op een camping in Frankrijk. De wijn was ontkurkt, de avond was nog warm. “Schat, ik heb een idee", zo begon Rexwinkel voorzichting. "Wat zou je er van denken als ik een energiebedrijf begin?" Judith keek hem ongelovig aan. "Een energiebedrijf? Zoals Eneco, bedoel je?" Rexwinkel knikte, tot haar verbazing keek hij heel serieus. “De markt voor groene energie gaat open. Daar liggen echt grote kansen.” Judith hield zich op de vlakte. 'Hij is niet goed geworden', dacht ze. 'Het waait wel weer over.' Maar Rexwinkel zette door en toog naar de Kamer van Koophandel. En hier begint het verhaal van Greenchoice. Rexwinkel startte zijn eenmanszaak op en vroeg vrienden of ze mee wilden doen. De eenmanszaak werd omgezet eerst in een VOF, De groene 40
energie-administratie, en later, in november 2002, in een BV. Er kwam een holding boven te hangen, de EnergieConcurrent, die in handen was van de drie oprichters. Ieder zat er met zijn eigen BV voor eenderde in: Van Rees management, Rexwinkel BV en Appeldoorn BV. Geld verdienen was een motivatie voor hen alle drie, al vanaf het begin. Later tijdens een rechtszaak merkte John van Rees het volgende op over die beginperiode: "Bij de oprichting van het bedrijf waren we alle drie veel jonger en zaten we er anders in dan tien jaar later. Bij de start waren voor allen de doelen min of meer gelijk: een eigen bedrijf oprichten, iets moois presteren, het groot maken en na vijf jaar zouden we allen rijk zijn wanneer het bedrijf naar de beurs zou gaan of we op een andere manier onze aandeelhouderswaarde te gelde konden maken."
41
8 - Liberalisering mondt uit in chaos, postzakken stapelen zich op in de gang van Greenchoice De postbode belde aan bij het kantoor van Greenchoice. Fernanda deed open. De postbode, die de ene zak na de andere zak post bij Greenhoice afleverde de afgelopen maanden, kwam het bedrijf bedanken. "Maar wij moeten u toch bedanken?", zo zei Fernanda. "Nee, ik moet u bedanken". De postbode had namelijk een bonus ontvangen omdat hij het meeste post had bezorgd van alle postbodes in Nederland.
Leveranciersmodel Even wat achtergrond: Met de vrijmaking van de energiemarkt waren de oude geïntegreerde energiebedrijven opgesplitst in netwerkbeheerders aan de ene kant en energieleveranciers- en producenten aan de andere kant. Die laatste divisies werden commerciële bedrijven die moesten gaan concurreren op de markt. Mensen konden van leverancier wisselen maar de netwerkbeheerder, die verantwoordelijk was voor de kabels en leidingen in de grond, zou altijd dezelfde blijven. Mensen konden immers niet naar een ander netwerkbedrijf overstappen, want er lag maar één netwerk in de grond. De netwerkbedrijven waren 'natuurlijke monopolies', zoals dat genoemd werd. De commerciële delen van de oude nutsbedrijven gingen concurreren met de jonge honden, zoals Greenchoice. De netwerkbedrijven brachten transportkosten in rekening, en stonden onder toezicht van de ACM. De leveringsbedrijven brachten de kosten voor de levering van de stroom en het gas in rekening. Maar de netwerkbedrijven en de commerciële delen van de oude bedrijven zaten nog wel in een en dezelfde holding. Ze stuurden één rekening aan mensen die het bedrijf trouw waren gebleven; waar zowel de netwerkkosten opstonden als de kosten voor de levering van de energie. Het gevaar dreigde dat iemand die zou overstappen bedolven zou worden onder de rekeningen. Hij zou dan een rekening van de nieuwe groene stroomleverancier krijgen en aparte rekeningen voor de transportkosten van de netwerkbeheerders. Met een beetje pech gingen de netwerkbeheerders zelfs iedere maand twee rekeningen sturen; eentje voor het transport voor gas en eentje voor dat van stroom, zoals Stedin dat inderdaad zou gaan doen. Daarnaast zou de klant ook nog een rekening voor de levering van gas krijgen; de gasmarkt was in die eerste jaren immers nog niet vrij; de klant kon nog niet kiezen voor een andere gasleverancier. De oude energiebedrijven waren wel voorstander van dit netwerkmodel. De nieuwkomers onder leiding van Rexwinkel gingen als gekken tegen de mogelijke 42
komst van het netwerkmodel tekeer. Ze wilden, net als de oude bedrijven één rekening kunnen sturen naar de klant, anders zou dit een te grote barrière zijn voor het overstappen van mensen naar een ander leverancier. Iemand die weet dat hij overspoeld wordt door een tsunami aan rekeningen op het moment dat hij overstapt zal dit overstappen wel uit zijn hoofd laten. De nieuwkomers wilden, in andere woorden, het leveranciersmodel gaan hanteren: ze wilden de transportkosten namens de netbeheerders gaan innen. De toezichthouder ACM en de politiek zagen hier het belang wel van in; het zou cruciaal zijn voor het welslagen van de vrije energiemarkt. De nieuwkomers kregen hun zegen. Nieuwkomers die dat wilden mochten het leveranciersmodel gaan hanteren. De netwerkbedrijven moesten hieraan meewerken.
Post Het werd een chaos. De netwerkbedrijven stuurden stapels post naar de nieuwkomers. Ze konden de rekeningen voor mensen die waren overgestapt nu niet meer naar de mensen zelf sturen, dus stuurden ze die maar naar de nieuwe energiebedrijven. Die bedrijven hadden niet de capaciteit om al die rekeningen individueel 'in te gaan kloppen'. De postzakken stapelden zich op in de gangen van de nieuwe energiebedrijven als Echte Energie en Greenchoice. Het leek een soort wraak te zijn van de oude geïntegreerde energiebedrijven. 'Jullie wilden toch zo graag zelf de netwerkkosten innen. Nou, hier dan zijn de rekeningen. Zoek het maar lekker zelf uit'. De toenmalig directeur Derk van Wijk van Echte Energie zat op een gegeven moment met zijn handen in het haar. Echte Energie zat in een smal grachtenpand aan de Noorderrmarkt in Amsterdam. Bij het bedrijf, dat nog ooit geleid was door Diederik Samsom nadat hij Greenpeace had verlaten, was er geen doorkomen meer aan door al die zakken. Van Wijk raakte zo gefrustreerd dat hij journalisten uitnodigde een kijkje te komen nemen. Zijn boodschap was dat de grote energiebedrijven willens en wetens de kleine energiebedrijven aan het kapot maken waren door ze te bedelven onder al die post. Die openheid was in die tijd echt not-done, want juist door de vuile was buiten te hangen bracht hij de liberalisering van de energiemarkt in gevaar. Mensen zouden niet meer overstappen. Maar Van Wijk deed het toch. De grote tv-zenders kwamen filmen aan de Noordermarkt en zonden de items uit in hun journaals. De beelden van die postzakken in de gang staan waarschijnlijk op het netvlies gegrift van iedereen die toen werkzaam was in de energiesector.
Ontvangstbewijs Ook bij Greenchoice stonden de zakken opgestapeld. Elke dag kregen ze wel één of twee volle postzakken, soms meer, zo vertelde Rexwinkel. Vandaar de bonus voor de postbode. Voor elke klant werd iedere maand minstens een rekening opgestuurd. Een bedrijf met 43
100.000 klanten bijvoorbeeld kreeg iedere werkdag zo’n 5.000 losse facturen (100.000/20 werkdagen). Dat waren dan alleen nog maar de rekeningen voor het transport. Daarnaast werden de jaarrekeningen opgestuurd. Op een gegeven moment stonden er tien zakken in de gang van het kantoor van Greenchoice. Eén persoon was constant bezig om de échte post eruit te halen. De rest was 'rotzooi', zoals Rexwinkel dat noemde: rekeningen van de netwerkbedrijven voor de klanten van Greenchoice. Er klopten niets van die rekeningen, zo vond Rexwinkel. De directeuren van Greenchocie hebben de onenigheid hierover, in tegenstelling tot Van Wijk, nooit publiekelijk uitgevochten, met dus in het achterhoofd dat mensen dan niet meer zouden overstappen. Toch heeft Van Rees wel eens een keer een daad gesteld. Hij huurde een bestelbus en heeft ooit alle postzakken van Nuon op de stoep van het hoofdkantoor in Amsterdam afgeleverd. Hij vroeg om een ontvangstbevestiging en kreeg die tot zijn verbazing ook nog. Tot 2010 is netwerkbeheerder Continuon die jaarlijkse en maandelijkse netwerkfacturen per post aan de nieuwe bedrijven blijven versturen. Hieruit blijkt wel dat er veel kwaadwilligheid in het spel was want het sturen van fysieke rekeningen was toen al lang niet meer nodig. Vergast Echte energie heeft het niet gered. Het bezweek onder de ladingen post. Maar de ondergang van Echte Energie was niet alleen te danken aan die post en de administratieve chaos. Het bedrijf vond dat groene stroom best duurder kon zijn dan gewone stroom. Duurzame energie was immers goed voor de planeet en daar mochten mensen best wel wat meer voor over hebben, zo dachten ze bij Echte Energie. Een dure misrekening, die Greenchoice niet maakte. Mensen wilden zowel groene stroom als goedkope stroom, én ook nog een goede klantenservice, zo had Rexwinkel al vroeg door. En vanuit de klant geredeneerd zou het logisch zijn dat groene stroom juist goedkoper was dan grijze stroom. Hij redt er toch er het milieu mee? Dus daar wil hij dan ook wat voor terug. Of, in economisch jargon, groene stroom heeft externe schaalvoordelen, die in de prijs tot uitdrukking zou moeten komen. Uiteindelijk kwamen de klanten van Echte Energie toch nog in handen van Greenchoice. De klanten werden in 2005 verkocht aan het kleine, vooruitstrevende energiebedrijf ONS uit Schiedam. Niet veel later delfde ONS zelf het onderspit en kwamen deze 'puur-natuurklanten' van het eerste uur bij Eneco terecht. Toen Eneco een aandeel in Greenchoice kocht werden deze duurzame energieklanten van het eerste uur overgeheveld naar Greenchoice. Van Wijk had overigens niets te klagen ondanks de ondergang van zijn energiebedrijf. Hij had nog veel andere noten op zijn zang. Zo verdiende hij een fortuin met de verkoop van machines waarmee kippen en ander gevogelte vergast konden worden, sneller dan dat met andere middelen kon. Naar die machines was grote vraag, ten tijde van de (eerste) uitbraak van vogelgriep in de jaren rond 2003.
44
9 – Intermezzo: energiebedrijven moeten op het matje bij minister Brinkhorst komen Het werd dus een administratieve chaos vanwege dit leveranciersmodel en de onwil van de oude bedrijven om zich er echt naar te gedragen. Maar er was meer. Het liep ook fout omdat netbeheerders het daadwerkelijk opmeten van meterstanden steeds meer achterwege lieten. Autisme Afgesproken was dat de netwerkbeheerders verantwoordelijk zouden zijn voor het vaststellen van de meterstanden. Die meterstanden zijn op een aantal momenten nodig: bij het opmaken van de jaarrekening, bij verhuizingen en bij het overstappen van iemand naar een andere leverancier. Best wel een ingewikkeld proces. Als iemand switched naar een andere leverancier moet er een eindnota door de oude leverancier worden opgemaakt en de nieuwe leverancier moet de stand weten op het moment van overstap, zodat die het jaar daarop de jaarnota kan opmaken. De netbeheerders moesten die standen aanleveren, dus die moesten die zowel naar de oude als de nieuwe leverancier sturen. Als iemand verhuist dan moet de stand op de laatste dag in het oude huis afgelezen worden, zodat de eindnota voor dat adres kan worden opgemaakt, en de beginstand van de meter in de nieuwe woning moet worden opgemaakt. In een deel van de gevallen verhuizen mensen naar een gebied met een andere netwerkbeheerder, dan zijn er dus twee netbeheerders betrokken bij het afsluiten van de oude rekening en het opmaken van de rekening voor het nieuwe huis. Het opmaken van een jaarrekening is nog het simpelst. De netbeheerder stelt de stand vast en levert die aan de leverancier, zodat die de jaarnota kan opmaken. Maar ook hier ging het vaak mis. Het vergde een hoop communicatie om de vrije energiemarkt goed te laten functioneren. Het was teveel gevraagd voor een sector, waar nog voornamelijk ingenieurs werkzaam waren. In het op orde houden van het net blonk de sector uit, maar administratie was nooit hun sterkste kant geweest. Meterstanden kwamen niet, of ze kwamen veel te laat. Daarnaast gingen van bovenaf opgelegde bezuinigingen hun tol eisen. De meteropnemers werden wegbezuinigd. De netbeheerder was weliswaar een niet-commercieel deel van de energieconcerns, maar deze onderdelen hadden niets te vertellen; ze zaten onder de knoet van de bazen van de holding die een steeds commerciëlere insteek kregen, inclusief het gebedel om hoge bonussen wat eigen is aan de graaiers in de top. Meteropnemers kwamen derhalve niet meer langs voor het opnemen van de meter bij een overstap of bij een verhuizing. In plaats daarvan gingen de netwerkbedrijven de standen schatten. Die geschatte standen klopten veelal voor geen meter. Ook ten behoeve van het opmaken van een jaarrekening maakten de netbeheerders veelal schattingen. Ze zouden 45
minstens eens per drie jaar moeten langskomen, zo waren de afspraken in de sector, maar hier kwam veelal niet veel van terecht. Koren op molen De chaos had dus niet alleen met het leveranciersmodel te maken, maar ook met de splitsing van de grote energiebedrijven in netwerkbeheerders en leveranciers, de afspraak dat de netbeheerders de standen zouden vaststellen en de communicatie die nodig was tussen netwerkbeheerders en leveranciers omdat de leveranciers de standen nodig hadden voor het opmaken van de rekening. Daarnaast hadden de grote bedrijven er geen belang bij om echt hun best te doen de administratieve chaos aan te pakken. Die chaos was koren op hun molen want mensen zouden denken: 'ik stap nog maar even niet over', wat de reden was dat er zo lang geheimzinnig over die chaos werd gedaan. En de grote energiebedrijven deden er alles aan om het nieuwkomers zo moeilijk mogelijk te maken. Het sturen van die karrenvrachten aan facturen was daar een uiting van. Ook had een netbeheerder, zeg Continuon, er niet zo'n belang bij om de juiste standen snel op te sturen als een klant van moederbedrijf Nuon naar Greenchoice was overgestapt. 'Laat de nieuwkomers maar lekker spartelen', zo moet het bestuur van de holding Nuon hebben gedacht. Zij hadden er ook belang bij expres te hoge standen door te geven als iemand was overgestapt. Ze zouden dan een extra hoge rekening kunnen sturen. Opvallend was echter dat de grote concerns zelfs de administratie voor hun eigen klanten niet op orde kregen. Zo had Nuon op een gegeven moment grote problemen met de administratie van verhuizingen, van klanten die gewoon bij Nuon bleven.
Op het matje bij Brinkhorst De administratieve chaos was een van de redenen waarom de toenmalige minister Brinkhorst van Economische Zaken de liberalisering van de volledige energiemarkt had uitgesteld naar 1 juli 2004. Kamerleden pleitten voor verder uitstel, maar daar wilde Brinkhorst niet aan. Alles zou goed gaan, zo bezwoer hij; Brinkhorst verbond er zelfs zijn politieke lot aan. Alles ging goed, zo zei Brinkhorst eind 2004 nog. "Er hadden hem toen geen signalen bereikt dat het niet goed ging." Maar toen.... Begin 2005 plaatste Nuon een paginagrote advertentie in de kranten, waarin het bedrijf zijn excuses aanbood voor de administratieve chaos rondom verhuizingen. Er was grote vertraging ontstaan bij het sturen van eindafrekeningen. Iedereen stond op zijn achterste benen. De energiebedrijven kregen bergen kritiek over zich heen, ook omdat ze hun directeuren hoge bonussen bleven uitbetalen. Er was trouwens ook veel kritiek op het feit dat Nuon zoveel geld besteedde aan het plaatsen van de advertenties, wat ook een soort verkapte marketingcampagne leek te zijn. PVDA-Kamerlid Ferd Crone vroeg een spoeddebat aan, en minister Brinkhorst riep de grote energiebedrijven op het matje. 46
Eerder, eind 2003, had de minister de bedrijven ook al eens op het matje geroepen, naar aanleiding van administratieve chaos in de markt voor middelgrote bedrijven. Die markt was al in 2002 open gegaan. De werkgevers klaagden toen over het grote aantal foute facturen. "Meer dan driekwart van de bedrijven die zijn ‘geswitcht’, heeft over 2002 nog geen afrekening ontvangen van de nieuwe leverancier", zo meldde MKB-Nederland begin 2003, terwijl een maandelijks factuur voor dergelijke grote afnemers gebruikelijk was. Oorzaak van de problemen was toen volgens MKB-Nederland dat de nieuwe leveranciers geen meetgegevens ontvangen van de netbeheerders. Peter Gast van Enexis Netbeheer, die jarenlang betrokken is geweest bij pogingen om de informatie-stromen in goede banen te leiden, zegt: "De sector stond onder curatele van toenmalig minister Brinkhorst. We moesten bijna dagelijks op het matje komen. En het was ook verschrikkelijk voor de eindgebruiker." Olifant Brinkhorst stippelde een tijdpad uit. Voor 1 april 2005 moesten de energiebedrijven de helft van hun problemen met het verzenden van facturen hebben opgelost en op 1 juli van dat jaar moest alles op orde zijn. Anders riskeerden de bedrijven een boete. Brinkhorst ontkende echter dat er sprake was van chaos. Chaos was er volgens hem pas als mensen geen energie meer zouden krijgen. Hij antwoordde eens in de Kamer op de vraag wanneer er dan wel chaos was: "Je herkent een olifant als je hem ziet aankomen." De ACM ging naar aanleiding van de chaos en de commotie die daarover ontstond onderzoek doen naar de administratieve achterstanden bij Nuon, Essent, Eneco, Delta, Oxxio en Greenchoice. De toezichthouder kwam vervolgens met een driemaandelijks scorekaart, die dan aangaf hoe het stond met de achterstanden bij het sturen van eindafrekeningen en jaarrekeningen. Later werden ook de prestaties van de klantenservices gemeten en de resultaten ervan kwamen ook te staan op de scorekaarten. Greenchoice zou later erg slecht scoren, in deze onderzoeken van de ACM. Een van de problemen met die scorecards was echter dat de cijfers waarmee beoordeeld werd of de achterstanden in de administratie al dan niet waren weggewerkt, door de energiebedrijven zelf werden aangeleverd. Er is altijd het vermoeden geweest dat de bedrijven sjoemelden met deze cijfers. Deze vermoedens leidde eind 2005 tot een inval door de ACM bij de bedrijven Delta en Oxxio. Oxxio kreeg begin 2006 een last onder dwangsom opgelegd. De onrust over administratieve chaos is in de jaren daarna zo'n beetje als een kaars uitgedoofd. De sector en de autoriteiten deden zo'n beetje alsof de achterstanden waren weggewerkt en alles weer koek en ei was met de administratie. Maar het is nooit koek en ei geworden. Daartoe getuigen onder meer de vele klachten op internet en de vele keren dat consumentenprogramma's als Kassa en Radar aandacht hebben besteed aan de 47
klachten van mensen over hun energierekening en andere aspecten van de energiemarkt.
48
10 - De Grote Gevechten met de netbeheerders beginnen, de eerste slag was gewonnen maar toen.... Veel regelgeving was nog 'in de maak' in die eerste jaren van de vrije energiemarkt. De heren van Greenchoice mengden zich actief in de discussie over hoe die regelgeving eruit moest komen te zien. Dit laatste is een understatement. Ze gooiden zich volop en met overgave in de strijd; om zo te zorgen dat de regels in het voordeel van Greenchoice zouden zijn. Rexwinkel was hierin fel, verbeten zelfs. Hij was niet alleen een lefgozer, maar ook een vechtersbaasje; letterlijk en figuurlijk. Hij had in het leger gediend en zat onder rugby. "Sterk als een beer", zoals zei Robbert Bliek eens zei. In figuurlijke zin vocht hij heel wat gevechten uit over de ordening van de energiemarkt. Gevechten Zo was daar het gevecht om namens de netwerkbeheerders de transportkosten te mogen innen, ofwel om het leveranciersmodel te mogen toepassen (zie hoofdstuk 8). Hierdoor zouden de nieuwe klanten van Greenchoice nog steeds maar één rekening op de deurmat vinden, net als de klanten van de grote energiebedrijven. Onderdeel van dit leveranciersmodel was dat niet de netbeheerder maar de leverancier verantwoordelijk zou worden voor het vaststellen van de meterstanden. Dan was er het gevecht om te zorgen dat de geïntegreerde bedrijven zich voldoende zouden opsplitsen in een netwerkdeel en een commercieel leverings- en productiebedrijf. In eerste instantie was alleen een ‘administratieve opsplitsing’ verplicht. Er waren echter allerlei vormen van kruissubsidie tussen de verschillende onderdelen van het bedrijf. De netwerkbedrijven sponsorden de eigen leveringsbedrijven, waardoor zij een concurrentievoorsprong hadden op de nieuwkomers. Rexwinkel was dan ook groot voorstander van het voorstel van ex-minister Brinkhorst om de bedrijven helemaal op te splitsen, niet allen administratief, maar ook op eigendomsniveau. Brinkhorst kwam in 2003 met die plannen. Verder had Rexwinkel uitgesproken ideeën over de metermarkt, de markt voor het plaatsen en uitlezen van de energiemeter bij mensen thuis en bij bedrijven. Die markt was, net als de markt voor de levering en productie van energie, vrij gemaakt. Dit betekende in de praktijk dat mensen en bedrijven in principe een ander bedrijf voor het plaatsen en uitlezen van de meter in de arm konden nemen. Rexwinkel wilde die markt opvallend genoeg weer dicht hebben: hij nam hiermee een positie in die lijnrecht stond tegenover die van de andere nieuwe energiebedrijven zoals als Oxxio. In de volgende twee delen van dit feuilleton ga ik in op die metermarkt en op de splitsing. Hier ga ik nog even in op het gevecht om het leveranciersmodel, wat nog een lange staart zou krijgen. 49
Vroege brief van Greechoice
Tumult De eerste slag om het leveranciersmodel te mogen toepassen was gewonnen, zoals we zagen. Nieuwkomers mochten de transportkosten gaan innen namens de netwerkbeheerders, als ze dat wilden. Maar toen ging in augustus 2003 EnergyXS failliet. En met EnergyXS ging nog een aantal bedrijven ten onder, zoals InfraXS en Evolta. Iedereen besefte zich ineens dat het mis kon gaan; dat bedrijven failliet konden gaan. Het was echt een vrije markt geworden. De fysieke gevolgen van het faillissement vielen mee. De levering van energie aan de klanten van EnergyXS bleef natuurlijk gewoon doorgaan. De huizen en gebouwen van alle afnemers zijn immers verbonden met het openbare gasnet en het stroomnet en zolang dat net goed functioneert blijven ze stroom en gas ontvangen. Dee levering zou niet eens stop gezet kúnnen worden bij een faillissement, tenzij er een monteur bij alle klanten langs zou gaan om mensen daadwerkelijk af te sluiten. Zonder energieleverancier blijft de energievoorziening gewoon functioneren. Een leverancier is daarom welbeschouwd niet meer dan een administrateur; hij maakt de rekeningen op en verstuurt die. Als een energiebedrijf failliet ging werden de klanten in eerste instantie overgezet naar de netbeheerder die van oudsher in dat gebied actief was. Die zou die klanten dan gaan beleveren; die zou, in andere woorden, dan de rekening gaan sturen. Zo was het geregeld in die eerste dagen. Later is dat veranderd en werden de klanten overgezet naar alle leveranciers 50
die in de markt actief waren, naar rato van hun marktaandeel. In die, fysieke, zin had het faillissement van EnergyXS dus niet veel gevolgen. Maar in regeltechnische en administratieve zin had het wel gevolgen. De partijen die het hardste schreeuwden te midden van al het tumult waren de netbeheerders. Zij waren namelijk miljoenen misgelopen. Dat kwam zo. EnergyXS paste, net als de andere nieuwkomers, het leveranciersmodel toe en had dus al veel transportkosten geïnd. Op het moment van faillissement waren er miljoenen geïnd, maar nog niet overgemaakt aan de netbeheerders. Sterker nog; het verhaal ging dat EnergyXS geld dat al was overgemaakt aan de netbeheerders had laten storneren door ABN Amro. De netbeheerders liepen dus miljoenen mis en dachten dat ze nu het recht hadden om bij de afnemers opnieuw het geld voor het transport van stroom en gas in rekening te gaan brengen. Die afnemers zouden dan dan twee keer moeten betalen; ze hadden al een keer betaald aan EnergyXS. Hier stak de toezichthouder gelukkig een stokje voor. De afnemers hadden 'bevrijdend' betaald, zo heet dat in jargon. Ze hadden de rekening voor het transport betaald en ze konden daarvoor niet nog eens aangeslagen worden als buiten hun schuld het geld niet bij de netbeheerders terecht was gekomen. Later kwam deze regel in de wet terecht. Eenzijdige contracten Het zat de netbeheerders niet lekker, gewend als ze waren om altijd hun zin te krijgen. Ze maakten namelijk nog steeds deel uit van die grote, van oudsher machtige energiebedrijven en de directies van die bedrijven legden zich niet zomaar neer bij een nederlaag. Dat zou een constante blijven in de geschiedenis van de energiesector. De netbeheerders lieten het er dus niet bij zitten. Ze gingen het leveranciersmodel weer ter discussie stellen. Als het dan zo was dat ze niet onder alle omstandigheden hun geld zouden krijgen, wilden ze zelf de penningen weer bij de mensen thuis gaan ophalen. Ze wilden, in andere woorden, het 'netwerkmodel' weer gaan hanteren, door zelf de rekening te gaan sturen aan mensen die waren overgestapt naar een ander energiebedrijf. Maar de netbeheerders moesten weer inbinden. De toezichthouder bepaalde dat de nieuwkomers het leveranciersmodel mochten blijven toepassen. Rexwinkel en anderen ijverden ervoor om dat leveranciersmodel een wettelijke basis te geven. Het zou dan een 'verplicht leveranciersmodel' worden. De autoriteiten zagen daar wel wat in. Het zou echter nog tot 2013 duren voordat het leveranciersmodel in de wet verankerd was. Maar de netbeheerders legden zich wederom niet bij het verlies neer. En dus gingen ze rigide contracten onder de neus van de nieuwkomers leggen, om op die manier het risico op wanbetaling te beperken. Als de nieuwkomers dan zo graag de transportkosten wilden gaan innen dan moesten ze wel eerst even een doorwrocht contract met de netbeheerders tekenen. Op zich was het niet onlogisch dat er schriftelijke contracten aan de relatie tussen netbeheerders en leveranciers ten grondslag zouden komen te liggen. Er werden ten slotte jaarlijks wel miljoenen euro’s tussen de bedrijven heen en weer geschoven en tot dan toe was 51
de relatie eigenlijk alleen op algemene regelgeving gebaseerd. Het Platform Versnelling Energieliberalisering (PVE) was al eerder gekomen met een modelcontract, om de incassorelatie tussen netbeheerder en leverancier te regelen. De contracten waar netbeheerders zelf mee kwamen waren echter wel heel erg eenzijdig, zo vond althans Rexwinkel. Zo wilde Enexis (de netwerkbeheerder van Essent) bijvoorbeeld dat Greenchoice in het vervolg de netwerkkosten drie maanden vooruit zou gaan betalen; als Greenchoice dat niet deed dan moest het bedrijf bankgaranties afgeven. Rexwinkel weigerde en dreigde een hoop kabaal te gaan maken in de pers en door politici in te schakelen. Dat hielp. De ACM greep in. Politici en ambtenaren waren toen erg gevoelig voor argumenten van nieuwkomers als zouden de oude energiebedrijven de concurrentie op de markt de nek om willen draaien. De toezichthouder kwam met een andere oplossing voor het risico op wanbetaling als gevolg van een faillissement. Netbeheerders die schade leden door een faillissement van een energieleverancier zouden hiervoor gecompenseerd worden, wat dan betaald zou worden uit een lichte verhoging van de transportkosten, zoals die bij alle afnemers in rekening zou worden gebracht. In andere woorden: de kosten van een faillissement voor de netbeheerder werden 'gesocialiseerd', zoals dat genoemd wordt. Het was volgens Rexwinkel de laatste keer dat de toezichthouder iets goeds heeft gedaan.
52
11- 'Zij zijn groot en ik is klein'. Ja, en dus? Het was altijd baas boven baas Maar de gevechten met de netbeheerders waren hiermee niet ten einde voor Rexwinkel. Eigenlijk begonnen ze pas. Het was altijd 'baas-boven-baas', bij Rexwinkel. De grote energiebedrijven dachten dat ze heer en meester waren in energieland maar Rexwinkel accepteerde dat niet en niet alleen dat: hij ging met een hoop bluf en kabaal dwars tegen de wensen van de grote bedrijven in. Een Calimero-houding was hem vreemd, om het zo maar te zeggen. Rexwinkel kon ook geen 'nee' accepteren. Waar de grote bedrijven simpelweg achterover leunden en dachten dat ze met de oude vertrouwde machtspolitiek die lastige Rexwinkel wel klein zouden krijgen ging Rexwinkel juist actief op allerlei manieren het gevecht aan, onder meer door mensen van de toezichthouder en het ministerie te blijven bestoken met zijn ideeën over hoe de markt vorm zou moeten worden gegeven. Dit zou hem uiteindelijk opbreken. Met alle drie de grote netbeheerders braken er grote gevechten uit. Er waren zoveel zaken die speelden dat het niet gek was dat Van Rees heel wat van zijn tijd met de netbeheerders om tafel zat. Gebakkelei - Er waren dus ten eerste die meterstanden. De netbeheerders waren verantwoordelijk voor het vaststellen van die standen en moesten die doorgeven aan de leveranciers zoals Greenchoice. Volgens Rexwinkel klopten die standen niet en hij legde de facturen die hierop gebaseerd waren ter zijde. Hierdoor kregen veel klanten van Greenchoice geen eindafrekening. Rexwinkel wilde dat de verantwoordelijkheid voor het vaststellen van de standen bij de leverancier kwam te liggen. Dat zou ook een onderdeel van het verplichte leveranciersmodel moeten worden. Maar de netbeheerders waren hier natuurlijk fel tegen. Die lieten zich niet zomaar de 'macht over de meterkast' uit handen nemen. - Ten tweede was er ook op geaggregeerd niveau onduidelijkheid over de hoogte van de verschuldigde bedragen. Greenchoice maakte natuurlijk niet alle individuele bedragen die het namens de netwerkbeheerder geïnd had één voor één over naar de netbeheerder. We hebben het gehad over het gedoe met al die papieren facturen. Nuon heeft dat sturen van die facturen nog tot 2008 volgehouden. Stedin (Eneco) leverde tot 2005 individuele papieren nota's aan. Vanaf 2005 stuurde het bedrijf verzamelnota's, ook nog op papier. Vanaf 2007 leverde Stedin de facturen digitaal aan. Greenchoice keurde echter weer om een of andere reden het formaat waarmee die bestanden waren opgemaakt af en weigerde de geaggregeerde bedragen die Stedin in rekening bracht te betalen. Met Liander, onderdeel van Nuon, was er grote onenigheid over de vraag hoe hoog de verschuldigde bedragen nu eigenlijk waren en hoeveel Greenchoice nu eigenlijk betaald 53
had. Liander vond dat Greenchoice in de jaren vanaf 2005 86 miljoen had over moeten maken terwijl Greenchoice maar 80 miljoen had overgemaakt. - Ten derde kregen de partijen ruzie over een vergoeding voor de incasso-kosten die Greenchoice moest maken. Rexwinkel ging een vergoeding voor die kosten van de netwerkbedrijven eisen. Hij stelde zelfs in een rechtszaak later dat Stedin aan 'zelfverrijking' had gedaan door zo'n vergoeding niet te geven. De netwerkbeheerders weigerden die te betalen. Dat was niet zo gek want Rexwinkel had natuurlijk zelf altijd gevochten als een leeuw om die transportkosten te mógen incasseren. Maar het tekent Rexwinkel. De netwerkbeheerders leggen grote claims bij hem neer en Rexwinkel gaat daar dan met nog grotere claims overheen. Op de achtergrond speelde mee dat de netbeheerders aan hun eigen leveranciers wel een vergoeding gaven voor deze incasso-kosten. Dus Stedin gaf zusterbedrijf Eneco een vergoeding voor het incasseren van de netwerkkosten bij de eigen klanten, maar gaf Greenchoice niet zo'n vergoeding voor de incasso bij haar klanten. Het was nog gekker. Stedin mocht van de ACM de kosten van die vergoeding verhalen op de eigen klanten. Dus iedereen in Stedin gebied (Zuid-Holland, Utrecht) betaalde voor de incassokosten die Eneco maakte, ook als ze helemaal geen klant waren van Eneco omdat ze waren overgestapt naar een ander energiebedrijf, bijvoorbeeld Greenchoice. Dat klopt natuurlijk niet en hier had Rexwinkel een punt. Het ging om miljoenen. Ga maar na! Eneco kreeg 17,50 euro per klant, dus ongeveer 40 miljoen euro per jaar. Greenchoice kreeg dat geld niet en dus liep Greenchoice (toen het zo'n 350.000 klanten had) volgens Rexwinkel zo'n 7 miljoen per jaar mis. De ACM zou later in een soort smeekbrief de grote bedrijven vragen om te stoppen met het geven van een vergoeding voor de incasso, voordat dit in 2013 wettelijk werd vastgelegd. - Dan was er het gedoe rond de gratis reclame die de netwerkbeheerders voor hun eigen leveranciers maakten. Dit heeft te maken met de splitsing die later door de politiek geëist zou worden. Dagelijks rijden er honderden busjes van de netwerkbeheerders door het land, om storingen te verhelpen en nieuwe netten aan te leggen. Op al die busjes stond de naam van de commerciële takken van de energiebedrijven; dus op de busjes van Stedin stond Eneco en op die van Liander stond Nuon. Rexwinkel vond dat deze reclame niet kon. Het was een voorbeeld van hoe de commerciële delen van de oude geïntegreerde bedrijven volop profiteerden van het bezit van de netwerken. En dan waren er de meterkaartjes die door netbeheerders werden gestuurd naar de klanten en waarop de klanten dan hun meetgegevens moesten invullen. Die kaartjes waren in de plaats gekomen van de oude vertrouwde meteropnemer. Hoe druk Rexwinkel zich gemaakt heeft over het feit dat op al die kaartjes Eneco stond, in plaats van Stedin! Het is bijna niet voor te stellen. Al die gratis reclame was echter wel een van de vele vormen van kruissubsidies tussen
54
netbeheerders en de commerciële delen van de grote energieconcerns. Door het bezit van de netten hadden Nuon, Essent, Eneco en Delta allerlei voordelen die de energiebedrijven zonder netten niet hadden. Dit leidde tot een ongelijk speelveld. Die kruissubsidies waren dan ook een van de redenen waarom de Brinkhorst op een gegeven moment met zijn splitsingswet kwam. - En, ten slotte, de netwerkbedrijven wilden dus dat de nieuwkomers rigide contracten gingen ondertekenen om de betaling van de netwerkgelden veilig te stellen, iets waar Rexwinkel niet voor voelde. De netbeheerders bleven echter aandringen. Uiteindelijk heeft Greenchoice pas in 2009 een contract met Enexis getekend voor het afdragen van netwerkkosten. - Er waren nog vele andere factoren die tot spanningen tussen de nieuwkomers en de netwerkbedrijven leidden, zoals de manier waarop de metermarkt gereguleerd zou moeten worden.
De onenigheid tussen Greechoice en de netwerkbeheerders kreeg zijn beslag in de talrijke rechtszaken die later zouden worden uitgevochten met de drie grote netbeheerders. Die zouden in de jaren vanaf 2009 hun beslag krijgen. Met de vierde grote netbeheerder van het land, Delta Netbeheer, waren er ook problemen maar “Delta was te klein om op te pakken”, zo zei Rexwinkel later. Het aantal klanten van Greenchoice in Deltagebied (Zeeland) was beperkt. Het ging er heftig aan toe. Stedin liet in 2010 derde-beslag leggen ten laste van Greenchoice en deze netwerkbeheerder, dochter van Eneco, dreigde toch weer zelf facturen voor de transportkosten te gaan sturen aan de klanten van Greenchoice. Dit terwijl moederbedrijf van Stedin, Eneco, toen al een belang van 30% in Greenchoice had. Liander, dat stelde dat Greenchoice miljoenen euro's ten onrechte had achtergehouden, eiste in een kort geding dat Greenchoice de boeken opende. In 2009, hetzelfde jaar dat er eindelijk een contract tussen Greenchoice en Enexis tot stand kwam stuurde Enexis Greenchoice een dagvaarding. Enexis eiste een bedrag van ruim een miljoen. Greenchoice eiste ’in reconventie’ 10 miljoen van Enexis. Weer was het: 'baas boven baas'. Terriër Rexwinkel voerde dus op allerlei terreinen een kruistocht tegen de netwerkbeheerders en de traditionele energiebedrijven. Hij had constant het gevoel dat hij werd tegengewerkt door de grote bedrijven en dat de bedrijven het de nieuwkomers onmogelijk maakten om een bedrijf op te bouwen, wat in zekere zin ook wel zo was. Hij vond dat hij dit aan de kaak moest stellen en dat de autoriteiten hier iets tegen moesten doen. Hij bestookte de ACM en het ministerie van Economische Zaken derhalve met brieven en mailtjes en hij regelde gesprekken met de hoogste ambtenaren, zoals André Jurjus die toen bij het ministerie van Economische Zaken 55
werkte. Die autoriteiten benaderden Rexwinkel in het begin welwillend omdat hij en zijn bedrijf de energiemarkt hadden helpen openbreken, hij zorgde ervoor met zijn branie dat de mensen gingen overstappen naar andere energiebedrijven, wat wel het minste was wat nodig was om de vrije markt op gang te brengen. Hij was in staat om echt aan te wijzen wat de grote energiebedrijven fout deden en wat hen in staat stelden hun macht te behouden en hij kwam met voorstellen om daar iets aan te doen. Het is echter waarschijnlijk dat Rexwinkel hierin doorsloeg. Zijn voorstellen waren namelijk altijd ook wel erg in het belang van Greenchoice. En soms voelden de ACM en het ministerie gewoon niets voor zijn voorstellen. Het is waarschijnlijk dat hierdoor de stemming omsloeg en ze langzamerhand een hekel kregen aan dat opgewonden standje van Greenchoice, dat altijd maar bleef doorgaan, doorgaan. Hierdoor is de liefde tussen de twee partijen waarschijnlijk flink bekoeld. "Had je je niet wat minder druk moeten maken over de werking van de energiemarkt en je wat meer moeten beperken tot het reilen en zeilen van Greenchocie?", zo vroeg ik hem in 2012. Rexwinkel: "Nee, dat is de aard van het beestje. Daarom ben ik ook niet zo'n goede algemeen directeur."
56
12 - Nieuwkomers vochten als leeuwen voor splitsing, maar botsten op tegen wangedrocht van Eerste Kamer Vaak halen mensen, ook politici, liberalisering en privatisering door elkaar. Liberalisering heeft betrekking op de vraag of de mensen kunnen kiezen tussen verschillende aanbieders, privatisering op de vraag wie de eigenaren van de bedrijven zijn. De wetgeving op het gebied van energie was gericht op liberalisering, niet op privatisering. De Nederlandse energiebedrijven waren in de eerste jaren van de vrije markt vrijwel allemaal nog stevig in handen van lokale overheden: gemeenten en provincies. Basis Aan de basis van de vrijmaking van de energiemarkt stond Europese wetgeving; in eerste instantie een richtlijn uit 1996 (96/92/EG ) die bepaalde dat er mededinging moest komen op de elektriciteitsmarkt. Mensen moesten kunnen kiezen tussen verschillende energieleveranciers. Daarvoor moest een scheiding gemaakt worden tussen netwerkbedrijven aan de ene kant en leverings- en productiebedrijven aan de andere kant. Die scheiding werd geregeld in de Tweede Elektriciteitsrichtlijn van de EU (2003/54/EG). De netwerkbedrijven beheren de gas- en stroomnetwerken in de grond. De liberalisering van de energiemarkt had alleen betrekking op het andere deel: de levering- de productiekant. Dat is logisch want mensen kunnen van leverancier veranderen, maar niet van netwerkbedrijf. Er ligt immers maar één netwerk in de grond waar de huizen van afnemers aan verbonden zijn en het zou raar zijn om andere bedrijven toe te staan om daar een netwerk naast te leggen. Netwerken waren 'natuurlijke monopolies', een begrip dat later nog een grote rol zou spelen in de hele splitsingsdiscussie. Maar mensen moesten wel kunnen overstappen naar andere leveranciers dan de traditionele leverancier die in dat gebied actief is. Het is iets wat velen (ter linkerzijde van het politieke spectrum) vaak en gedurende lange tijd niet onder ogen zagen: liberalisering van de energiemarkt was simpelweg voorgeschreven door Europa. Er was geen keus wat dat betreft. Fulmineren tegen die liberalisering in het Nederlandse Parlement had dan ook niet zo veel zin.
Privatisering betekent dat het eigendom van publieke naar private handen overgaat. De energiebedrijven waren in publieke handen maar verkoop aan private partijen was in die eerste jaren niet uitdrukkelijk verboden. De vraag of dit wenselijk was of niet, was simpelweg nog nooit aan de orde gekomen. Zo kon het gebeuren dat twee lokale energiebedrijven inclusief netwerken in handen kwamen van een privaat bedrijf. 57
Gehaaid Het Duitse RWE is er als enig privaat bedrijf ooit in geslaagd Nederlandse netwerkbedrijven in handen te krijgen. Het nam Obragas (Helmond en omgeving) en Haarlemmermeergas over; de geïntegreerde bedrijven dus. Het bedrijf wilde ook Intergas (Oosterhout en omgeving) inlijven. De toenmalige minister van Economische Zaken Annemarie Jorritsma van de VVD vond het allemaal wel best; zij is immers een liberaal van het type laissez-faire, ofwel: ‘laat maar waaien’, ofwel ‘vrijheid blijheid’. De Tweede Kamer was echter op zijn hoede en kon nog net op een tijd een stokje steken voor nieuwe verkopen van geïntegreerde energiebedrijven, waarmee een verdere uitverkoop van de Nederlandse netten werd voorkomen. Zo nam de Kamer in 2001 een motie aan waarin bepaald werd dat het juridische eigendom van de netten in handen van de overheid moest blijven. Het economische eigendom mocht voor maximaal 50% wel verkocht worden aan private partijen. Iemand met 'economisch eigendom' heeft niet het blote eigendom, maar draagt wel alle lasten en hij kan genieten van alle lusten van het object. Het onderscheid komt uit de vastgoedwereld. Het gebruik van deze termen, die eigenlijk louter fiscaal zijn, was opmerkelijk. Door deze discussies in het Parlement kon de overname van Intergas door RWE niet doorgaan. Ook een voorgenomen verkoop van het Utrechtse Remu aan het Spaanse Endesa in 2002 mislukte om die reden. De directies van de energiebedrijven schreeuwden moord en brand over het grote onrecht dat hen werd aangedaan en ze dreigden met grote schadeclaims. Daar is later verder weinig meer van gehoord. Er werd nog meer in die motie bepaald. Het was een nauwkeurige blauwdruk van hoe de eigendomsverhoudingen in de energiesector in de toekomst geregeld zouden worden. Het belang van een onafhankelijk Parlement dat in durft te gaan tegen de wil van de regering is hiermee onderstreept. Kom daar nu nog maar eens om. Slinger Het beeld werd destijds geschapen alsof het slechts een kwestie van tijd zou zijn voordat netwerkbedrijven weer wel helemaal verkocht zouden mogen worden. In anticipatie op die toekomstige toestemming nam het Australische investeringsfonds Macquarie in 2005 een belang van 49% in het netwerkbedrijf van NRE (omgeving Eindhoven). Het bedrijf dacht later wel eventjes heel het netwerk in handen te kunnen krijgen. De politieke slinger ging echter juist gedecideerd de andere kant op en privatisering van de netwerken werd in toenemende mate als onwenselijk gezien door de politiek en door het publiek. Zelfs tegen de verkoop van een minderheidsaandeel rezen toenemende bezwaren. Omdat netwerken 'natuurlijke monopolies’ zijn horen ze in handen van de overheid, zo was de gedachte. Op die manier kunnen de belangen van de afnemers die aangesloten zijn op het 58
netwerk en het belang van een goede energievoorziening in het algemeen, het beste gewaarborgd worden. Met name toenmalig Kamerlid Ferd Crone van de PVDA – later burgemeester van Leeuwarden - heeft zich hard gemaakt voor het veiligstellen van de energienetwerken. Hij heeft het zo vaak over natuurlijke monopolies gehad dat de term nauw aan hem verbonden lijkt te zijn. Er hadden maar net wat andere mensen in de Tweede Kamer hoeven te zitten of het was allemaal heel anders gelopen en de hele Nederlandse energie-infrastructuur was definitief in handen gekomen van grote buitenlandse bedrijven. Probleem was nu wel dat ook die delen van de energiebedrijven die zich in principe wel lenen voor verkoop (productie- en levering) niet verkocht konden worden. De netten moesten immers in overheidshanden blijven. Verkoop zou alleen kunnen als de bedrijven zich op eigendomsniveau zouden opsplitsen. Gelijke monniken Bedrijven waren zich al wel aan het splitsen in administratieve zin. Dat was voorgeschreven in de Interventie & Implementatiewet, die in juni 2004 werd aangenomen. Het woordje 'implementatie' sloeg op de implementatie van Europese wetgeving, namelijk die van de Tweede Europese elektriciteitsrichtlijn, op grond waarvan bedrijven zich dus in administratieve zin moesten splitsen. De netwerken moesten gescheiden worden van de commerciële delen van het bedrijf en de zogenaamde 'onafhankelijk derde-toegang' (third party acces) kreeg kracht van wet. Dit laatste betekent dat de netwerkbeheerders iedereen in gelijke mate toegang moesten geven tot de energie-netwerken. Ze mochten niet bijvoorbeeld hun eigen leverancier bevoordelen. Het economisch eigendom over die netten moest bij de netbeheerder komen te liggen, en mocht dus niet een laag hoger bij de holding liggen, zoals tot dan toe het geval was. Zo zou de macht van de commerciële holding van het bedrijf over de netwerkbedrijven verminderd worden. Het woordje 'Interventie' had betrekking op allerlei manieren om de energiesector te reguleren. Afnemers werden namelijk meer dan voorheen beschermd en het toezicht op de energiemarkt werd versterkt; deze taak kwam te liggen bij de DTE (Dienst Toezicht Energiesector), onderdeel van de NMA, later opgegaan in de ACM. Donderslag En toen, in maart 2003, kwam als een donderslag bij heldere hemel Elsevier Weekblad met het nieuws dat toenmalig minister Brinkhorst van Economische Zaken energiebedrijven wilde gaan verplichten om zich op te gaan splitsen op eigendomsniveau. Het was een geniaal plan, hoewel dat laatste eigenlijk alleen gezien werd door mensen die thuis waren in de energiesector en die geen belangen hadden bij het voortbestaan van de grote geïntegreerde energiebedrijven. Het was dé, zo niet de enige, manier om de Gordiaanse knoop te ontwarren. Als die bedrijven 59
eenmaal gesplitst waren dan konden de eigenaren, de gemeenten en provincies dus, rustig de commerciële delen verkopen. Op die manier zouden ze geen grote commerciële risico's meer lopen, wat ze toen nog wel deden. Tegen de commerciële risico's werd in toenemende mate met gefronste wenkbrauwen gekeken. Onder meer door de Ceteco-affaire uit 1999 waarbij de provincie Zuid-Holland miljoenen verloor op leningen aan handelshuis Ceteco, waren gemeenten zich bewust geworden van de commerciële risico’s die ze liepen door het hebben van belangen in commerciële bedrijven. Tegelijkertijd konden de netwerken bij een splitsing in handen van de overheid blijven. Alleen als de bedrijven gesplitst waren hoefden die netwerken immers niet meeverkocht te worden als lokale overheden hun risico's wilden verminderen. Op die manier kon de overheid blijven waken over de, voor een land zo belangrijke energie-infrastructuur. De overheid kon er op toezien dat de netwerkbedrijven de netten goed zouden blijven onderhouden en dat ze rekening zouden blijven houden met de belangen van de afnemers, die niet konden overstappen naar andere netwerkbeheerders. Ook schiep het de mogelijkheid voor de directies van de nieuwe netwerkbedrijven om een koers uit te zetten die meer in het algemeen belang was en niet slechts in het belang van de commercieel ingestelde moederbedrijven waarvan ze deel uit maakten. Ze konden zich, om het plastischer uit te drukken, eindelijk ontrukken aan de beklemmende houtgreep waarmee de holdings hen vasthielden. Verder zou er op deze manier een einde komen aan kruissubsidies tussen netwerkbedrijven en commerciële leveringsbedrijven. We hebben het de vorige keer al gehad over de honderden busjes van netwerkbeheerders die dagelijks op pad zijn en waar de namen van de commerciële leveringsbedrijven op stonden, iets waar Rexwinkel zich groen en geel aan ergerde, en over de meterkaartjes die rond werden gestuurd. Dat was een groot marketingvoordeel ten opzichte van nieuwkomers, die dergelijke busjes en kaartjes niet hadden. Ook konden de grote bedrijven aantrekkelijke commerciële aanbiedingen doen, ofwel: onder de kostprijs verkopen, louter en alleen door die netwerken, die garant stonden voor een stabiele stroom aan inkomsten. De netwerken konden de klappen opvangen als de grote (buitenlandse) avonturen die de directies op touw hadden gezet weer eens op niets waren uitgelopen. Een ander voordeel van het bezit van netten was dat de geïntegreerde bedrijven goedkoop geld konden lenen, door de netten die in de grond zaten als onderpand aan te bieden. Het stellen van garanties aan de grote gasleverancier Gasterra was bovendien een stuk makkelijker voor grote bedrijven; kleine bedrijven gingen ten onder aan die eisen van onze nationale gasmonopolist. Gasterra eiste garanties om zich er van te verzekeren dat het afgenomen gas wel betaald zou worden. Verder bevoordeelde het netwerkbedrijf op allerlei andere manieren de eigen leverancier. Netbeheerders deden bijvoorbeeld nogal eens moeilijk als energieleveranciers die concurreerden met de eigen leverancier een windmolenpark of 60
biovergistingsinstallatie aan wilden sluiten op hun netwerk. Ook tuinders klaagden steen en been over dit gedrag. Dit ondanks het feit dat die third-party access al geregeld was in de wet. Dit alles was natuurlijk tot groot ongenoegen van de nieuwkomers en de grote buitenlandse bedrijven die in Nederland actief waren. Die hadden geen eigen netwerk en hadden al die voordelen van de netten niet. Zij waren dan ook grote en felle voorstanders van de plannen van Brinkhorst. Dit leidde later tot een breuk in de branchevereniging Energiened. De bedrijven RWE, Eon, Oxxio en Electrabel, die geen netten in Nederland hadden, scheidden zich af en gingen verder onder de naam VME.
Groepsverbod De splitsing zou vormgegeven worden door een artikel in de wet op te nemen waarmee bepaald werd dat commerciële bedrijven die zich bezighouden met de productie en/of levering van energie geen belangen mochten hebben in netwerkbedrijven, en vice versa. Dit was het zogenaamde ‘groepsverbod’. Daarnaast was er nog het zogenaamde 'verbod op nevenactiviteiten'. De netbeheerders mochten kortweg geen activiteiten ontplooien als die strijdig zijn met goed netbeheer. Dit werd uitgelegd als een verbod op activiteiten die niets met netbeheer van doen hebben. De netbeheerders moesten zogenaamde 'vette netbeheerders' zijn en geen 'magere netbeheerders'. Dat wil zeggen dat de netbeheerders niet alles wat er uit te besteden valt mogen uitbesteden. Anders zouden de netbeheerders immers toch weer alles gaan uitbesteden aan de voormalige moeders, die daardoor hun dominante posities in de markt zouden behouden. Hier is wel de hand mee gelicht.
Vuile campagne Voor de grote bedrijven was de gedwongen splitsing onbespreekbaar. Er werden allerlei argumenten aangedragen. Zo zouden de afgesplitste bedrijven ten prooi vallen aan grote buitenlandse concurrenten. Een hoop werkgelegenheid zou daarmee verloren gaan, zo was de bangmakerij. Een ander argument tegen de splitsing waren de cross border leases (zie hoofdstuk 7). Het argument van de grote bedrijven was dat als de energiebedrijven gesplitst zouden worden Amerikaanse investeerders de overeenkomsten konden opzeggen en grote schadeclaims zouden kunnen gaan indienen. 'Dat zouden ze natuurlijk ook doen, want het waren Amerikanen', zo was dan de suggestie. Als de rating onder de B zou komen dan konden de Amerikanen de lease opzeggen, en een hoop schade gaan claimen, zo was de stelling. Die CBL's aandragen als argument tegen de splitsing was echter ongeloofwaardig, zoals eerder gestekd, want de CBL's zouden na splitsing bij het netwerkbedrijf blijven en die netwerkbedrijven zouden alleen maar kredietwaardiger worden als de risicovolle commerciële delen afgesplitst zouden worden. Wel was het zo dat het voor de Amerikanen van belang was 61
dat de relatie met de eindklanten zou blijven bestaan. Dat gaf hen namelijk voldoende zekerheid dat er een stabiele inkomstenstroom zou zijn. Die relatie zou mogelijk verloren gaan als de netwerkbedrijven zouden worden afgesplitst en de eindklanten over zouden gaan naar de leverancier. Dan zouden netwerkbedrijven mogelijk alleen nog te maken hebben met een stuk of tien leveranciers, die volgens het leveranciesmodel de netwerkkosten bij de klanten zouden innen en dat geld dan zouden afdragen aan de netwerkbeheerders. Een cashflow is zekerder als die van miljoenen klanten afkomstig is dan als die van een stuk of tien leveranciers moet komen. Daarom was het voor de Amerikanen van belang dat netbeheerders een relatie met al die miljoenen eindklanten zouden behouden. Dit had onder meer tot gevolg dat de de netbeheerders ervoor zorgden dat de naam van de klant in de aansluitregisters bleef staan, zodat de relatie met klanten toch nog kon worden aangetoond. Strikt genomen zou het voldoende zijn geweest als alleen de naam van de leverancier in die registers had gestaan. Tot op de dag van vandaag staan om die reden de namen van alle afnemers in de aansluitregisters van de netbeheerder. De stelling dat splitsing tot grote schadeclaims zou leiden kon nauwelijks hard gemaakt worden en werd er met de haren bijgesleept om nog maar een argument tegen de splitsing te hebben. Boze brief Rexwinkel kende Diederik Samsom nog van de tijd dat die laatste bij Greenpeace werkte. Samsom werd niet lang daarna directeur van Echte Energie, totdat hij in 2003 'naar de Kamer werd geroepen', waar we tot op de dag van vandaag volop van kunnen genieten (ahum). Rexwinkel en Samsom hielden nadien min of meer contact. Later zou de PVDA-politicus nog een toespraakje houden bij de opening van het nieuwe pand van Greenchoice aan de Pieter de Hooghstraat. Toen Samsom in de Kamer terecht kwam werd hij natuurlijk ineens een stuk belangrijker: hij was nu iemand die de wet- en regelgeving kon beïnvloeden en dus ging Rexwinkel hem met nog meer enthousiasme benaderen om zijn ideeën over de inrichting van de energiemarkt over het voetlicht te brengen. Rexwinkel schreef in een mailtje aan Diederik Samsom in 2005 het volgende over de relatie tussen splitsing en de CBL's. ‘Het belangrijkste genoemde argument is dat de creditrating (S&P) minder zou worden na splitsing en daardoor de deals afgekocht dienen te worden tegen hoge kosten. Een mogelijke afkoop is inderdaad schreeuwend duur, maar bij de financieel deskundigen is bekend dat de creditrating van een gesplitste netbeheerder juist beter is zonder risicovolle leverancier. Ik kan daar diep op ingaan, maar feit blijft dat de kans voor het behoud van de hoge creditrating (single A) voor een solitaire netbeheerder hoger is, dan voor een gecombineerd bedrijf. Het behoud van de hoge creditrating voor een gecombineerd bedrijf is alleen mogelijk als de gehele liberalisering ongedaan wordt gemaakt, want dan is de leverancier weer monopolist 62
en zodoende minder risicovol. Het huidige pleidooi van Nuon, Eneco en Essent zien wij dan ook meer als een poging de liberalisering terug te draaien. Voor de splitsingsdiscussie is het naar onze mening non-argumentatie.’ Leugens De grote energiebedrijven lieten echter geen middel onbenut om de splitsing van tafel te krijgen. Ze waren daarvoor zelfs bereid bekende personen om te kopen. De bedrijven schakelden Wouter van Dieren, lid van de befaamde club van Rome, in en gaven hem 1,7 miljoen euro om te komen met een rapport waaruit zogenaamd zou blijken dat splitsing slecht is voor een transitie naar een duurzame economie. Het beeld werd geschapen dat de bedrijven na de splitsing berooid zouden achterblijven en dat ze dus geen geld meer zouden hebben om te investeren in duurzame energie-installaties. De verduurzaming van de samenleving zou daarmee spaak lopen. In het programma Nova (voorloper van Nieuwsuur) verspreidde Van Dieren vervolgens allerlei leugens over Brinkhorst. Naar verluidt heeft deze Van Dieren anderen volop mee laten delen in zijn nieuw verworven welvaart. Onderbuik De leiders van de grote bedrijven lieten vooral hun onderbuik spreken. Zij waren altijd gewend zelf de energievoorziening vorm te geven en ze konden het simpelweg niet verkroppen dat de politiek zo sterk ingreep in de bedrijfsprocessen. 'Baas in eigen bedrijf', had hun lijfspreuk kunnen zijn in die tijd. Bovendien zag de toekomst er voor die baasjes bleek uit na de splitsing. Ze konden hetzij directeur worden van het netwerkbedrijf (saai!), hetzij directeur blijven van het commerciële bedrijf maar dan zouden ze mogelijk gauw moeten verdwijnen omdat die bedrijven zouden worden overgenomen door grote buitenlandse concerns. De leiders van de grote energiebedrijven startten een campagne tegen de splitsingswet op. In advertenties, die onder meer opdoken op de voorpagina van de Telegraaf, werd Brinkhorst betiteld als "die schijnliberaal van D66". Vooral Essent-directeur Boersma en Eneco-directeur Ronald Blom speelden een grote, kwalijke rol in de campagne tegen de landelijke overheid, terwijl de bedrijven waarvan ze de baas waren in handen van de lokale overheden waren. De ondernemingsraden van de vier grote bedrijven verenigden zich in het LME. Het LME kreeg op het hoofdkantoor van Essent alle ruimte en faciliteiten om van leer te trekken tegen de splitsing. In een tijd dat het ene na het andere Néderlandse bedrijf duizenden werknemers op straat zette werd betoogd dat splitsing er toe zou leiden dat als de Nederlandse energiebedrijven in handen zouden komen van grote buitenlandse partijen dit er toe zou leiden dat grote groepen mensen op straat zouden komen te staan. Niet gemeld werd dat een groot deel van het productiepark al in buitenlandse handen was, namelijk in die van Eon en Electrabel. Ook werd voor het gemak vergeten dat juist directeur Ludo van Halderen van Nuon in zijn vorige baan als baas van Epon (voorloper van 63
Electrabel) nota bene 800 mensen op straat had gezet. Tevens was het zo dat splitsing niet noodzakelijkerwijs tot verkoop zou hoeven te leiden, ook al lag dat dan wel in de lijn der verwachtingen. Maar de beslissing om al dan niet te verkopen lag in handen van de aandeelhouders en die konden er ook na splitsing voor kiezen om het commerciële deel in eigen hand te houden. Het LME dreigde nog even de stroom uit te schakelen tijdens een interland van Nederland die in Eindhoven werd gespeeld, en kreeg toen prompt een kort geding van de KNVB aan zijn broek. De LME – en met name diens voorman Jan de Jong- werd compleet aangestuurd door de directie van Essent, zoveel was duidelijk. Volgens oud-directeur Wim Naeije van Eneco was ‘straatvechter’ Blom –zijn opvolger bij Eneco- echter de felste tegenstander van de splitsing. Wangedrocht De splitsingswet werd ondanks alle tegenstand en de miljoenen kostende campagne in 2006 aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer torpedeerde vervolgens een soepele inwerkingtreding. De Eerste Kamer nam de wet aan, maar nam tevens een motie aan waarin gesteld werd dat de wet alleen in werking mocht treden als aan bepaalde voorwaarden werd voldaan. Zo mochten energiebedrijven geen misbruik maken van hun netten. En ze mochten geen buitenlandse avonturen opstarten, die zouden worden gefinancierd met de opbrengsten van de netwerkbedrijven. De motie werd daarmee in feite een wetswijziging, en het was dan ook een tamelijk unieke, om niet te zeggen illegale constructie. De Eerste Kamer heeft namelijk niet het recht om wetten te wijzigen. De Eerste Kamer mag alleen wetten aannemen of verwerpen, en moties indienen. Met name de rol van Eerste Kamerlid Joyce Sylvester van de PVDA was opvallend geweest. Waar de PVDA in de Tweede Kamer onder leiding van Ferd Crone de grootste pleitbezorger van de splitsing was geweest was zijn tegenvoeter in de Eerste Kamer, Sylvester, tegen. Uit de debatten bleek dat ze in het geheel niets van de materie begrepen had. Directeur Naeije van Eneco zei tijdens een interview later dat de energiebedrijven Sylvester (later burgemeester van Naarden) gefêteerd zouden hebben, door haar een toezichthoudend baantje aan te bieden. In 2007 had de toenmalige minister Maria van der Hoeven echter genoeg van het gedoe. Ze greep een overname door Delta van het Belgische Indaver aan om de splitsingswet in werking te laten treden. De motie van de Eerste Kamer gaf haar daarvoor immers een handvat. Juridische gevecht De energiebedrijven Eneco, Delta en Essent stapten naar de rechter. Het Gerechtshof van Den Haag gaf de energiebedrijven in 2010 gelijk. Iedereen was met stomheid geslagen, zelfs de tegenstanders van de splitsing. Veruit het grootste deel van de bedrijven, waaronder Nuon en Essent, had zich namelijk al lang en breed bij de splitsing neergelegd en had zich al opgesplitst. Alleen Eneco en Delta hadden dat nog niet gedaan. Het netwerkbedrijf van Nuon ging zelfstandig verder onder de naam Alliander en dat van Essent onder de naam Enexis. 64
Beetje zwanger Hoe was het gerechtshof tot die opmerkelijke conclusie gekomen? Het gerechtshof nam het zogenaamde privatiseringsverbod als uitgangspunt. Dat is het verbod op de verkoop van de netten, zoals dat in verschillende wetten was vastgelegd. Het Hof oordeelde echter in haar onmetelijke wijsheid dat dit verbod 'niet absoluut' was. Er bestond een mogelijkheid dat de netwerkbedrijven verkocht konden worden, zo vonden de rechters. Dit leidde er weer toe dat het Gerechtshof vond dat de Europese regels van het vrije verkeer van kapitaal van toepassing waren op de energiebedrijven. Dat vrije verkeer kan alleen om "zeer dwingende redenen van algemeen belang" terzijde worden geschoven. Er was veel kritiek op de uitspraak, alleen al op de uitspraak dat het privatiseringsverbod niet absoluut was. Hoe kan een verbod niet absoluut zijn? Iets is verboden of iets is niet verboden, er is geen tussenweg; net zoals een vrouw niet een beetje zwanger kan zijn. Exminister Van der Hoeven was deze mening ook toegedaan, zo liet ze weten. Verder waren er wel degelijk dwingende redenen van algemeen belang. Het zeker stellen van de energievoorziening en het waarborgen van de belangen van mensen die voor hun energievoorziening afhankelijk zijn van een monopolist zijn wel degelijk dergelijke 'dwingende redenen'. Maar de Haagse rechters vonden van niet. Die konden dergelijke dwingende redenen niet vinden. Nu is het rare dat het Hof vervolgens concludeert dat dús de splitsingswet ongeldig is. Bedrijven konden al niet investeren in netwerkbedrijven (want er was dat privatiseringsverbod) en ze konden dat nog steeds niet als de splitsingswet buiten werking zou worden gesteld, want dan zou dat privatiseringsverbod (al dan niet absolutistisch) er nog steeds zijn. Maar toch stelden de rechters de splitsingswet buiten werking met als argument het bedrijven belemmert om te investeren in netwerkbedrijven. Dat klopte natuurlijk voor geen meter. De Nederlandse Staat ging dan ook in cassatie bij de Hoge Raad en de regering zorgde er voor de zekerheid voor dat het verbod op privatisering van de netwerken steviger in de wet werd verankerd dan voorheen. De Hoge Raad durfde geen uitspraak te doen en stelde zogenaamde prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie, die werden beantwoord in oktober 2013. Volgens het Europese Hof was de Nederlandse Staat gerechtigd om een splitsing te eisen van de energiebedrijven. Daarna lag de bal weer bij de Hoge Raad, die in 2015 steeds geen definitieve uitspraak had gedaan.
Ondertussen waren echter wel alle bedrijven behalve Eneco en Delta opgesplitst. De nieuwkomers konden dus redelijk tevreden zijn over de uitkomst van het proces. Voor de netwerkbeheerders die zich mochten afsplitsen was het niets minder dan een 65
bevrijding. Zij konden eindelijk hun eigen weg bewandelen. Van nature waren de mensen die daar werkten (die nog van de tijd van de oude nutsbedrijven waren) gewend om in termen van het algemeen belang te denken en de bevrijde netwerkbeheerders gingen zich dan ook met veel enthousiasme op dat algemeen belang storten. Ze gingen zich bijvoorbeeld actief bemoeien met de verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening. Wat was nodig vanuit de kant van de netwerkbeheerders om die verduurzaming tot stand te brengen?, zo vroegen ze zich af. Dat sloeg ook weer een beetje door, want de netwerkbedrijven gingen allerlei zaken oppakken die wellicht ook door bedrijven in de vrije markt opgepakt konden worden. Maar toch, dit was beter dan de naargeestige houding die de bedrijven aan de dag legden toen ze nog onderdeel van de commerciële bedrijven waren. Het verschil is ook nu nog goed te merken door Stedin en Delta, die nog onderdeel uitmaken van geïntegreerde energiebedrijven, te vergelijken met de bevrijde netwerkbeheerders. Bij Stedin en Delta Netwerkbeheer is die naargeestige houding nog volop aanwezig. De combinatie van de arrogantie van de oude nutsbedrijven en de onwil om de klant centraal te stellen aan de ene kant en de wil om zoveel mogelijk winst te maken aan de andere kant pakt desastreus uit.
66
13 - Poging van Rexwinkel om de metermarkt naar zijn hand te zetten slaagde, vele jaren later Met de liberalisering van de energiemarkt werd de metermarkt ook vrijgemaakt. Mensen en bedrijven konden vrijelijk kiezen welke meteropnemer ze in de arm zouden nemen. Rexwinkel was tegen de vrije metermarkt. Hij trok fel van leer tegen deze vrijheid en regelde bijeenkomsten met ambtenaren van het ministerie van Economische Zaken. Gesprekspartner was André Jurjus, die later voorzitter zou worden bij de ‘rebelse’ belangenvereniging VME, Energie Nederland en Netbeheer-Nederland. Drie partijen Er waren, volgens de wet dan, drie belangrijke partijen in de energievoorziening: de netbeheerders, de leveranciers/producenten, en de meetbedrijven, ofwel de ‘meetverantwoordelijken’. Het meetbedrijf was in principe eigenaar van de meter en las die meter uit. Dat bedrijf leverde de meetgegevens aan bij de netbeheerder, waarmee dan de rekening werd opgemaakt. Afnemers, klein en groot, waren vrij om hun eigen meetbedrijf te kiezen. Grote bedrijven zagen hier de voordelen wel van in. Zij namen een eigen meetbedrijf in de arm, zoals bijvoorbeeld Cycle Systems, die nieuwe digitale meters installeerden en die ook de meetgegevens verzamelden en analyseerden. Vanzelfsprekend boden die bedrijven ook meteen allerlei diensten aan die te maken hadden met het besparen van energie. Het stelde grote ketens als bijvoorbeeld Albert Heyn in staat om in één keer hun hele energiebeheer te rationaliseren, zodat bijvoorbeeld de meters van alle vestigingen realtime, of om het uur of zo, op afstand konden worden uitgelezen. Bij particulieren deed die nieuw verworven vrijheid niets. De traditionele energiebedrijven richtten meetbedrijven op, die dan formeel gezien de meters gingen beheren en uitlezen. De meeste mensen zullen er niets van gemerkt hebben. Weinig particulieren wisten dat ze over konden stappen op een ander meetbedrijf en nog minder mensen zullen de behoefte hebben gevoeld om dat daadwerkelijk te gaan doen. Maar de nieuwe energiebedrijven wisten hier wel natuurlijk wel van en zagen kansen. Oxxio zag in die vrije metermarkt een mogelijkheid om klanten te winnen en om die voor lange tijd aan zich te binden. Het bedrijf stuurde mensen langs de deur en bood de bewoners een slimme meter aan. Als ze die dan namen dan kregen ze er meteen een leveringscontract bij, iets wat velen zich op dat moment niet beseft zullen hebben. De colporteurs deden zich voor als mensen van het traditionele energiebedrijf of van de netbeheerder en ze deden het voorkomen alsof de oude meter vervangen moest worden omdat die niet meer goed was, of zoiets. Zo heeft Oxxio een paar honderd duizend slimme meters weten te slijten. Later, toen de 67
metermarkt weer gesloten werd, moesten netbeheerders die meters van Oxxio overnemen tegen een bepaalde door de ACM vastgestelde prijs. Niet blij De meeste nieuwkomers waren dus blij met die vrije metermarkt. Zo niet Rexwinkel. De reden voor de tegenstand van Rexwinkel was de angst dat netbeheerder Stedin (onderdeel van Eneco) alle meters in handen van het commerciële leveringsbedrijf Eneco zou gaan geven. Eneco zou daarmee een machtig wapen in handen hebben om switches te blokkeren. Eneco zou bijvoorbeeld kunnen zeggen tegen mensen die wilden overstappen dat ze dat alleen maar konden doen als ze tevens een andere meter zouden nemen, want de meter was immers van Eneco. Weinig mensen zullen hier trek in hebben gehad, waarmee de bereidheid van mensen om over te stappen flink zou afnemen, wat ten koste zou gaan van bedrijven als Greenchoice. Dit zou Greenchoice direct raken. Ook zou Eneco moeilijk kunnen gaan doen bij het vaststellen van de meterstanden bij mensen die gingen overstappen. Als mensen een hoop administratieve ellende staat te wachten op het moment dat ze de telefoon pakken om over te stappen, zullen ze dit laatste wel uit hun hoofd laten. Misbruik De meetverantwoordelijke (het meetbedrijf) was in principe eigenaar van de meter. Hij kon voor het beschikbaar stellen van die meter en voor het uitlezen van de meter een meterhuur vragen. De metermarkt was vrij en viel niet onder het toezicht van de ACM. Dat betekende dat de meetbedrijven in principe net zo’n hoog of laag tarief konden vragen als ze wilden. Daar maakten ze dan ook dankbaar misbruik van. De meettarieven (ook soms meterhuur of meetkosten genoemd) stegen flink in de eerste jaren na die liberalisering van de markt. Het leek of de bedrijven op die manier wraak wilden nemen voor de maxima die waren gesteld aan de netwerktarieven. Alsof ze de gederfde inkomsten daar, die het gevolg waren van de maxima die de ACM oplegde, wilde compenseren door hogere meettarieven te vragen. Nu was het onderscheid tussen meetbedrijf en netwerkbedrijf bij de geïntegreerde energiebedrijven vooral academisch. De meter werd door de bedrijven zelf, en eigenlijk door de meeste mensen, gezien als een onderdeel van het netwerk, het laatste sluitstuk (of voorpost) van dat netwerk. 'De meter was van de netbeheerder', was zo'n beetje de geldende opvatting, en daar moest je met je handen vanaf blijven. Het was derhalve één pot nat. De meteropnemers, voor zover die er nog waren, waren waarschijnlijk nog gewoon in dienst van de netwerkbedrijven. Maar in principe waren de meetbedrijven vrij en onafhankelijk en ze konden, als ze dat wilden, een eigen factuur sturen, voor meterhuur of meterkosten of wat dan ook. Er waren drie partijen en konden er ook drie facturen zijn. We hebben gezien dat op basis van het leveranciersmodel de leverancier de rekening van de netbeheerder kon sturen. Maar kon hij 68
ook de factuur van het meetbedrijf sturen? Niet noodzakelijkerwijs. Als meetbedrijven een eigen rekening wilden sturen was er niets wat hen hiervan kon weerhouden. De enige die dat goed begreep was Westland Infra. Die begon een aparte rekening te sturen voor de meter, onder meer naar klanten van Greenchoice. Rexwinkel was natuurlijk woedend. De ACM heeft daar later een einde aan gemaakt. De ACM heeft trouwens na vele klachten over de hoogte van de meettarieven op een gegeven moment ook maxima ingesteld voor deze tarieven. Toen werd de metermarkt toch weer een beetje uit de vrije markt gehaald en onder toezicht van de ACM gesteld. Niet iedereen was blij met die maximummeettarieven. Want het was een gemiddelde van de huur voor meters met een dubbel tarief en meters met een enkel tarief, waardoor de bezitters van die laatste meters flink meer moesten gaan betalen. Het geld dat zo is verdiend is na de splitsing van de energiebedrijven grotendeels terecht gekomen bij de commerciële delen van de bedrijven en daarmee bij de nieuwe eigenaren (Vattenfall, RWE, etc.). Rexwinkel berekende dat consumenten 200 miljoen euro per jaar teveel betaalden en maakte hier stampij over. Voormalig Kamerlid Paulus Jansen van de SP heeft zich hier toen nog erg druk om gemaakt. Ook werd rekening gehouden met de verwachting dat de bedrijven flink moesten gaan investeren in de plaatsing van slimme meters. Zo werden de miljoenen de arme consumenten overmaakten naar de energiebedrijven vergoeilijkt door de vrienden van de sector. Hardware en software Rexwinkel wilde een scheiding tussen de 'hardware' en de 'software'. De hardware (de meter) zou in handen moeten komen van de netbeheerder, en de software, de meetgegevens, zou in handen moeten komen van de leverancier. Die laatste zou verantwoordelijk moeten worden voor het verzamelen en het vaststellen van de standen op de meter. Uiteindelijk is dit de situatie zoals die het is geworden, maar dat zou nog lang duren (Hoofdstuk 25). Het verzet van Rexwinkel wekte natuurlijk de woede op van bedrijven als Oxxio, die de slimme meter volop aan het uitrollen waren. Maar de netbeheerders waren daarentegen wel blij met zijn verzet. Zij hadden nooit wat in die vrije metermarkt gezien. Coup Om een mogelijke coup in de metermarkt van Eneco voor te zijn vatte Rexwinkel het plan op om alle klanten van Greenchoice nieuwe meters te geven en die onder te brengen bij Cycle Systems. Gesprekken daarover werden gevoerd met directeur Philip Blaauw van Cycle Systems en de contracten werden getekend. Het plan was om 200.000 meters te plaatsen en die over te zetten naar Cycle systems. Omdat het onzinnig was om alle oude meters bij de klanten van Greenchoice weg te halen en er dan nieuwe voor in de plaats te hangen stelde Rexwinkel de netbeheerders voor om de oude 69
meters te laten hangen en dan een soort huur te gaan betalen aan de eigenaren van de meters, de traditionele bedrijven. Die huur zou dan bijvoorbeeld 10 euro per jaar worden, veel lager dan wat de afnemers aan huur betaalden. Anders zouden de meters worden weggehaald, zo was het impliciete dreigement van Rexwinkel. Op die manier werden twee vliegen in één klap gevangen. De meterhuur zou drastisch naar beneden gaan en voorkomen zou worden dat de leveranciers er met de meters vandoor zouden gaan. Maar de traditionele bedrijven wilden hier natuurlijk niets van weten en gingen vol in de tegenaanval. Zij dreigden alle klanten van Greenchoice een brief te sturen waarin werd gesteld dat ze als ze van meetverantwoordelijke zouden veranderen de meter bij hun thuis zouden weghalen. Uiteindelijk zijn er slechts 20 meters overgegaan.
70
14 - Eten of gegeten worden was het credo maar je kindje verkopen doe je niet Overnemen of overgenomen worden was het devies in de jaren vanaf 2005. Iedereen praatte echt met iedereen in die tijd om te kijken of een fusie of overname zinvol zou zijn. Rexwinkel wilde zijn bedrijf niet verkopen. 'Greenchoice is mijn kindje en kinderen verkoop je niet, ook niet als je daar sloten geld voor krijgt.' Rob van Rees zat er heel anders in. Die zag Greenchoice meer als een belegging. De heren deden wel mee aan allerlei fusie- en overnamegesprekken. Rexwinkel ging het echter niet om het resultaat, maar om de informatie die dat opleverde. De gesprekken gaven hem de gelegenheid om veel over de andere bedrijven en over de markt als geheel te weten te komen. Informatie was alles in die tijd en wie beschikte over de meeste informatie had de beste papieren om de concurrentieslag in de markt te winnen. Ding-a-dong De ene fusie na de andere werd in die jaren aangekondigd. En op het moment dat zo’n verkoop aangekondigd werd door de directie was die eigenlijk al in kannen en kruiken, ook al moesten de gemeenteraden en provinciale staten van de aandeelhouderde overheden nog toestemming geven. Op het moment dat de plannen werden voorgelegd aan de gemeenteraden of Provinciale Staten hadden de besturen van de overheden met de grootste belangen al en breed ingestemd en dan was er eigenlijk geen weg meer terug. De volksvertegenwoordigers stonden met hun rug tegen de muur. Als ze niet zouden instemmen zou de gemeenten of provincie miljoenen of miljarden mislopen en ‘dat wilden de geachte afgevaardigden toch niet op hun geweten hebben?’, zo was zo’n beetje de impliciete boodschap van B&W’s en provinciebesturen die achter ieder debat schuilging. En soms ging er geld onder de tafel, zoals bij de verkoop van Rendo aan Electrabel. De debatten waren van een bedroevend laag niveau. Zo werd er tijdeens een vergadering van de gemeenteraad van Hoogeveen smalend over Dong gesproken, die ook interesse had getoond in Rendo. ‘Ding-a-dong’ werd het bedrijf genoemd door een raadslid. Kwartiermaker van Dong in Nederland Jaap Tesselaar die net op de publieke tribune zat, zag het met lede ogen aan. We hebben gezien (hoofdstuk 5) dat in 2005 Energiebedrijf.com samen ging met Evolta en Durion, waarna Oxxio ontstond. Ook Greenchoice had aan tafel gezeten maar sloeg het bod van De Heus af, ondanks zijn binnenkomer: 'Ik heb een offer you can't refuse.' Het bedrijf zou naar de beurs gebracht worden, maar dat kwam er niet van. Uiteindelijk zou het verkocht worden aan Centrica. 71
Een ander vroeg fusieplan was dat tussen Intergas, NRE en Greenchoice. NRE, dat actief was in Eindhoven en omgeving had een directeur, Paul Dijkstra, die ver op de troepen vooruit liep. NRE was het eerste bedrijf dat zich vrijwillig opgesplitste. Eerder was Dijkstra al opgevallen door zijn speculaties op de Amsterdamse stroombeurs APX. Dit leidde tot een strop van 27 miljoen euro in 2000. Hierover werd bericht in Elsevier. Dijkstra wilde vervolgens het afgesplitste leveringsbedrijf van NRE samen met dat van Intergas (Oosterhout en omgeving) verkopen aan een buitenlands energiebedrijf. En ook Greenchoice werd uitgenodigd om aan de gesprekken deel te nemen. Het Deense Dong was geïnteresseerd in een overname van de drie retailbedrijven. Het was niet eens zo'n heel slecht plan maar het mislukte faliekant. Intergas haakte af, onder meer omdat Dijkstra erop stond dat het netwerk van Intergas dan samen met dat van NRE verkocht zou worden aan het Australische investeringsfonds Macquarie. De bestuurders van Intergas zagen dat niet zitten. Ze namen in andere woorden hun verantwoordelijkheid, wat tamelijk uniek is in de energiesector in die tijd. Het was inmiddels wel duidelijk dat een verkoop van netwerken aan private bedrijven geen politiek draagvlak had. De politieke slinger was inmiddels helemaal naar de kant van het 'in publieke handen houden van netwerken' uitgeslagen. Eerder was een voorgenomen overname van heel Intergas door RWE om die reden mislukt. Rexwinkel en de zijne haakten ook af, maar waren weer veel te weten gekomen over bedrijven als NRE, Intergas en Dong.
Herrieschopper Het leveringsbedrijf van NRE werd uiteindelijk – in 2005 - stand-alone aan Eon verkocht, voor 80 miljoen euro. Het netwerk ging toen voor 49% naar het Australische investeringsfonds Macquarie, waarbij het de bedoeling was dat de rest te zijner tijd zou volgen. We hebben gezien dat dit de Haagse politiek alarmeerde. De geschiedenis van NRE zou roerig blijven. Het bedrijf nam in 2007 de netwerkbedrijven Obragas en Haarlemmermeergas over van het Duitse energiebedrijf RWE, die als enig privaat bedrijf Nederlandse netwerken in handen had gekregen. RWE had inmiddels wel door dat het aanhouden van netwerken in Nederland een kansloze zaak was. Zo bevatte de Splitsingswet artikelen die speciaal waren geschreven om ervoor te zorgen dat RWE zich weer zou ontdoen van de netwerken. Dijkstra wilde ze met alle plezier inlijven. Het was tamelijk ongelooflijk dat de belangrijkste aandeelhouder van NRE, de gemeente Eindhoven, daar toestemming voor gaf. Het kan niet anders of Dijkstra had de betreffende wethouder in zijn zak. Vele verkeerde beslissingen die toen en later werden genomen zijn het gevolg van de omstandigheid dat lokale politici weinig kaas hadden gegeten van de energiemarkt en hun oor eigenlijk alleen maar te luisteren legden bij de directie van het energiebedrijf, waar ze aandelen in hadden. Het voormalige netwerkbedrijf van RWE werd bij dat van NRE 72
gevoegd, en hier kreeg Macquarie dus ook een belang van 49% in. Uiteindelijk zou de gemeente Eindhoven Macquarie uitkopen. De megalomane en solitaire Dijkstra, die inmiddels met iedereen ruzie had gekregen, werd eind 2007 abrupt aan de kant geschoven. De drie netwerken (NRE, Obragas en Haarlemmermeergas) werden samengevoegd tot Endinet. De netten zaten nog vol met schulden, vandaar dat de nieuwe directeur Ralf van der Hof in 2008 de noodklok luidde. NRE was niet in staat om de slimme meter uit te rollen en om het netwerk op orde te brengen Alliander wierp zich op als reddende engel en nam de netten in 2010 over. Alleen het leveringsbedrijf van Intergas kwam in handen van Dong, voor ongeveer 300 euro per klant. Het netwerk van Intergas kwam in 2009 handen van Enexis.
Tactiek Rexwinkel verzette zich met hand en tand tegen een algehele verkoop. De officiële reden die hij aandroeg is dat het bij verkoop gedaan zou zijn met de onafhankelijkheid van Greenchoice. De verkoop van een minderheidsaandeel was wel bespreekbaar. Dan kan hij zelf zijn aandelen houden; de andere twee directeuren konden cashen. Een verkoop moest wel voordelen bieden voor Greenchoice als bedrijf. Van Rees zag de verkoop van een minderheidsaandeel als compromis tussen hem en Rexwinkel. Rexwinkel ontkent dat deze verschillende opvattingen tot onenigheid leidden binnen de directie. ‘We respecteerden elkaars visie’, zo zegt hij. Toch zou het later een grote splijtzwam blijken te zijn. De verschillende opvattingen mondden in die tijd in ieder geval uit in een bepaalde onderhandelingstactiek tijdens verkoopgesprekken. Rob van Rees ging altijd als eerste aan tafel zitten met mogelijke kopers en hij wist de andere kant van de tafel enthousiast te krijgen. Door zijn voortvarendheid en enthousiasme kregen de gesprekspartners de indruk dat het wel snor zat met de transactie en openden ze zich. Maar dan kwam Rexwinkel en werd het langzaam duidelijk dat niet meer dan een minderheidsaandeel verkocht zou worden. Dat was even slikken, maar de zakenpartner kwam er meestal wel overheen. Ook al leidde het gesprek niet tot een transactie; de directie van Greenchoice had wel ongelooflijk veel informatie naar binnen geharkt. Toch zou deze strategie waarbij de tegenpartij in feite op het verkeerde been werd gezet Greenchoice later, toen daadwerkelijk een minderheidsbelang verkocht werd, nog lelijk opbreken. Losers Echte Energie redde het niet, zoals we zagen. Het bedrijf kon de zakken met facturen die op de gang stonden niet meer wegkrijgen. Maar er waren ook andere oorzaken voor de neergang. Het bedrijf maakte de fout dat het vond dat mensen maar wat meer moesten betalen voor groene energie. Echte Energie speelde nog even een rol bij gesprekken over een fusie tussen Main Energy en EnergyXS, vlak voor het faillissement van die laatste. In 2004 werden de 73
klanten verkocht aan het Schiedamse energiebedrijf ONS. Maar Openbare Nutsbedrijf Schiedam (ONS) redde het zelf ook niet. Net als Dijkstra liep directeur Paul Levels van ONS te veel op de troepen vooruit, of ernaast, zo zou je ook kunnen zeggen. Zijn idee dat energieprijzen op en neer moesten kunnen jakkeren werd niet geaccepteerd door de goegemeente. Paul Levels was aardig commercieel ingesteld maar hij gaf de behaalde voordelen snel weg en nam de nadelen vaak voor eigen rekening. Daarnaast werden de risico’s te groot voor het kleine ONS uit Schiedam. Het bedrijf had maar 30.000 klanten (met name inwoners van Schiedam), maar het nam ondertussen wel zo’n 5% van de energie-inkoop in Nederland voor zijn rekening. Zo verzorgde Levels de inkoop voor Greenchoice, maar ook voor de Nederlandse Energie Maatschappij (NEM) en voor diverse grootverbruikers. Je moet dan zogenaamde margin-calls aanhouden of financiële zekerheden geven, die ONS niet meer op kon brengen. Een ander probleem was dat de systemen niet goed werkten; dit werkte in het nadeel van ONS. Het bedrijf verzorgde de facturatie voor de Nederlandse Energiemaatschappij, maar door haperende systemen liet de afhandeling te wensen over. De gemeenteraad van Schiedam heeft er een einde aan gemaakt. Eneco had al een belang van 30% in het bedrijf uit Schiedam en kreeg in november 2006 ook het resterende belang in handen. Paul Levels had geen zin om voor Eneco te gaan werken en trad in dienst bij adviesbureau Energy Global. Hij is nog een jaar in dienst geweest van Greenchoice om de afdeling zakelijke markt te professionaliseren. Paul Levels overleed overigens al in 2009, op 46-jarige leeftijd. Bij de begrafenis waren mensen van alle nieuwe energiebedrijven aanwezig, die hun bestaan voor een deel te danken hadden aan Levels. Bloedhond Eneco ontbond na de overname van ONS veel samenwerkingsverbanden tussen ONS en anderen, wat voor veel onrust zorgde in de markt. De Nederlandse Energiemaatschappij bijvoorbeeld moest op stel en sprong op zoek naar een andere leverancier. Ook werd de stekker gehaald uit een ambitieus project waar ONS een belang van 50% in had gehad: ZEPP van het bedrijf SEQ. Zepp (zero emission power plant) was een superschone centrale. De centrale zou elektriciteit opwekken met gas en zuurstof. De CO2 die bij verbranding zou vrijkomen werd daarbij afgevangen en in de grond gestopt, in een bijna-leeg gasveld. Hiermee zouden dan weer de laatste restjes gas uit het veld gehaald kunnen worden, zodat een min of meer gesloten cirkel ontstond. Eerst zou dat een gasveld in Drachten zijn (het Akkrum-gasveld), later werd samenwerking met Hoogovens gezocht. Het project is echter nooit van de grond gekomen. Eneco, dat met de overname van ONS een belang van 50% in handen kreeg, trok er de stekker uit. Het project zou niet rendabel te exploiteren zijn. De rechtszaken tussen Eneco en SEQ over dat project liepen in 2014 nog steeds. ONS leverde ook diensten aan Greenchoice. Die werden in eerste instantie na de 74
overname door Eneco voorgezet, maar de sfeer tussen de twee bedrijven werd allengs grimmiger. Miljardenstrop Eneco zelf werd niet gesplitst en niet verkocht, hoewel dat oorspronkelijk wel de bedoeling was. De grootste aandeelhouders van Eneco zijn de gemeenten Den Haag, Rotterdam en Dordrecht. Zij hebben samen 57% van de aandelen in handen. In 2007 maakte B&W van Den Haag het voornemen bekend om Eneco van de hand te doen. "Op 11 december 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders ingestemd met het besluit tot voorbereiding van de verkoop van de aandelen in het handelsbedrijf van Eneco". In die brief stond ook dat Eneco een duurzaam energiebedrijf moest worden. Eneco moet "uitsluitend investeren in duurzame productie-capaciteit met als doel al haar afnemers gegarandeerd van groene stroom te kunnen voorzien." En het bedrijf moest van de aandeelhouders op zoek naar partners die actief zijn op het gebied van duurzaamheid. De directie verzette zich met hand en tand tegen een verkoop, en dit is waarschijnlijk de belangrijkste reden geweest dat het plan niet is doorgezet. Dit heeft de gemeente, en daarmee de Nederlandse burgers, miljarden gekost. Want de waarde van de energiebedrijven kelderde in de jaren daarna flink. Het is een rare gedachte: Hadden de aandeelhouders toen doorgezet dan waren ze miljarden rijker geweest dan nu en dan ze ooit zullen zijn als ze alsnog besluiten om Eneco te verkopen. Met name directievoorzitter Jeroen de Haas heeft de Nederlandse burger miljarden door de neus geboord. Het plan om Eneco te verkopen werd in de ijskast gezet; waarschijnlijk is dit ook een vrijbrief geweest voor de directie om allerlei samenwerkingsprojecten, zoals die in de ZEPP, af te stoten en om zich harder te gaan opstellen richting partners als Greenchoice. Het was niet zo nodig meer zich een groen imago aan te meten, om zo de verkoopwaarde op te krikken. Daarbij komt dat Eneco geld nodig had voor de bouw van een gasgestookte centrale. Eneco had, in tegenstelling tot veel andere bedrijven, nauwelijks de beschikking over eigen productiecapaciteit. Die centrale, Enecogen, zou samen met Dong in de Europoort gebouwd gaan worden. Die centrale zou één grote mislukking blijken te zijn. Door de overcapaciteit op de Nederlandse productiemarkt voor stroom en de relatief lage kolenprijzen in de jaren na oplevering stond de centrale goeddeels stil. Een van de gasmotoren is er op een gegeven moment uit gehaald en naar Israël verscheept. Andere kleine energiebedrijven splitsten zich op. Het commerciële deel van Westland Energie ging naar Essent. Het netwerk Westland Infra bleef onafhankelijk. Rendo (omgeving Hoogeveen) kwam in 2006 voor 66,5 miljoen euro in handen van de Belgische energiemonopolist Electrabel en ook Cogas ging naar dit bedrijf. Directeur Maus van Loon van Electrabel schoof een miljoen euro onder de tafel in de richting van directeur Richard Woldring van Rendo, om Rendo in handen te krijgen. Woldring werd er 75
in 2012 voor opgepakt. Later dat jaar werden hij en een opvolger nog een keer opgepakt vanwege fraude bij de bouw van een energiecentrale in Steenwijk in 2007. Die was ondergebracht in een eigen BV, waardoor er miljoenen van Rendo naar de heren gingen. Het ligt voor de hand te denken dat ook bij de aankoop van Cogas mensen zijn omgekocht. Het netwerk van Rendo zou uiteindelijk in handen komen van Enexis. De grote twee Uiteindelijk zijn met veel hangen en wurgen ook de twee grote bedrijven opgesplitst. Nuon en Essent wilden in eerste instantie samengaan, maar de ACM stak een stokje voor de fusie. Nuon en Essent zouden samen te groot worden voor de Nederlandse markt. Daarop startte de directies van de twee grote bedrijven aparte verkooptrajecten. Opvallend want in de jaren daarvoor hadden ze zich met hand en tand verzet tegen een gedwongen splitsing met het verhaal dat de bedrijven dan uitgeleverd zouden worden aan grote buitenlandse bedrijven, met alle nare gevolgen van dien. Maar het waren de bestuursvoorzitters zelf die hun bedrijven vervolgens uitleverden aan buitenlandse concerns. Het commerciële deel van Nuon werd begin 2009 in delen verkocht aan Vattenfall. Op 1 juli van dat jaar ging 49% naar het Zweedse staatsbedrijf, voor een bedrag van 4,9 miljard euro, en in de jaren daarna tot 2015 zou de rest worden overdragen. De zeggenschap ging al wel meteen naar Vattenfall. Begin 2010 werd Nuon Deutschland verkocht, waarmee tegemoet werd gekomen aan bezwaren van de Europese Commissie die vond dat Vattenfall anders te groot werd op de Duitse markt. In 2011 is de Belgische tak verkocht voor 157 miljoen aan het Italiaanse Eni. Op 31 juli 2009 zou Essent voor 9,3 miljard euro naar RWE gaan. Er was echter ruzie over dochter EPZ, waarin de kern- en kolencentrale Borssele zijn ondergebracht en waar Essent samen met Delta eigenaar van was. Delta wilde niet dat het belang naar een privaat bedrijf zou gaan en stapte naar de rechter. Daarom ging de kerncentrale in eerste instantie niet mee, waardoor er zo'n miljard van de prijs afging. Later ging toch weer wel een minderheidsdeel in de centrale (30%) naar RWE, waardoor er weer geld van RWE naar de aandeelhouders van Essent ging; mogelijk zo'n 60% van 1 miljard dus. De Duitse dochter Kom-strom van Essent kwam in 2009 in handen van Dong, voor 27 miljoen euro. Agressieve jager Eten of gegeten worden dus; dat was het credo in die tijd. De gedachte bij velen was dat de commerciële leverings- en productiebedrijven, als ze eenmaal afgesplitst waren van de netwerken, niet zelfstandig zouden kunnen blijven bestaan in de grote Europese markt. Dat was het argument waarmee gedreigd was tijdens de splitsingsdiscussie, maar het was onzin. Talrijke energiebedrijven die veel en veel kleiner waren dan Nuon en Essent en die geen netwerk hadden kwamen op, groeiden als kool en overleefden, tot op de dag van vandaag.
76
Eneco is in de afgelopen tien jaar de meest agressieve jager op het nationale energie-jachtveld geweest. We hebben al gezien dat Oxxio, ONS, Echte Energie en Remu in handen kwamen van het voortvarende Rotterdamse bedrijf. In 2009 kocht Eneco grote delen op uit de boedel van het duurzame energieprojectenbedrijf Econern, dat in juni 2009 failliet was gegaan. Eneco kocht de onderdelen Ecofys (advies), Evelop (projecten, met name windmolens) en Ecostream (zonnepanelen). De zonnepanelenbusiness werd later stop gezet, waardoor een boekverlies van 32 miljoen euro moest worden genomen. Begin 2014 nam Eneco de klanten van Dong over. Het waren er nog maar zo'n 90.000. In 2006 werden gesprekken tussen Eneco en Greenchoice gestart. De koop van een belang van 30% in Greenchoice door Eneco die hieruit resulteerde zou een faliekante mislukking blijken te zijn en zou nog lang zijn diepe sporen nalaten in het Nederlandse energielandschap.
77
15 - Het zoemt rond dat Greenchoice te koop staat, de komst van de grote rode duivel Op een gegeven moment zoemde het in de markt rond dat de directie van Greenchoice wel in was voor een verkoop. Het bedrijf had immers al met verschillende partijen gesprekken gevoerd. Dat trok meteen allerlei ‘haaien’ aan, of premiejagers zoals ze in de Star War-films genoemd worden. Een van die premiejagers was Dirk Brouwer van Sequoia. Die kwam dan met mooie rapporten aanzetten; van die ringbanden met glanzend papier die volstonden met allerlei staafdiagrammen waarmee de waarde van de energiebedrijven werd uitgebeeld. Iedere staaf stond voor een bepaald onderdeel van het bedrijf en als je de waarde van al die staven bij elkaar optelde dan kreeg je de totale waarde van het bedrijf. Rapporten waren er ook over de grote jongens: Nuon en Essent. De gigantische bedragen die later voor deze bedrijven betaald zijn vinden hun oorsprong in de ringbandjes die toen door Sequoia gefabriceerd werden. Voor Greenchoice werd ook zo’n rapportje gemaakt. Dat was vleiend, zo vond Rexwinkel: dat er zoveel aandacht aan je bedrijf werd besteed. In het rapport stond voor hoeveel geld andere bedrijven verkocht waren, hoeveel klanten die hadden en op de laatste pagina stond als een soort climax de waarde van Greenchoice: zo’n 70 miljoen in die dagen. Een aanlokkelijk vooruitzicht. Maar verkoop zou nog lang op zich laten wachten. Van Rees wilde wel verkopen, maar Rexwinkel niet, althans geen meerderheidsbelang. Maar toch gingen de heren allerlei gesprekken aan. Daarbij werd de genoemde strategie gehanteerd dat Van Rees als eerste enthousiast de gesprekken inging en ervoor zorgde dat de partij aan de andere kant van de tafel enthousiast werd. Later zou Rexwinkel aanschuiven en zou duidelijk worden dat er niet meer dan de verkoop van een minderheidsaandeel inzat. Gesprekken Er werden gesprekken gevoerd met Electrabel, Dong en later nog met Econcern. Voor voormalig directeur Maus van Loon van Electrabel was de aankoop van slechts een minderheidsaandeel echter onbespreekbaar. Hij wilde de meerderheid hebben. De gesprekken met Electrabel ketsten om die reden af. Tekenend voor de houding van Van Loon was een opmerking die hij toen maakte. “Dan gaan we toch een reclame-campagne doen voor 10 miljoen euro. Dan hebben we hetzelfde aantal klanten als we met de koop van Greenchoice binnenhalen”. Die tien miljoen hebben ze waarschijnlijk wel besteed, zo denkt Rexwinkel, maar die aantallen klanten hebben ze nooit meer binnengehaald. Rexwinkel zegt overigens dat Van Loon hem geen geld onder de tafel heeft aangeboden, zoals Van Loon wel geld aan de directeuren van Rendo had geschonken. 78
Van Loon heeft later nog een rol gespeeld bij het opzetten van CO2-compensatie-bossen in Ecuador, voor de organisatie Face-the-future. Dat was nog een uitvloeisel van een beslissing om de uitstoot van een nieuwe kolencentrale te gaan compenseren, in de tijd dat de elektriciteitsproducenten nog verenigd waren binnen de SEP, de samenwerkende elektriciteitsproductiebedrijven. Wie kwam er ook bij Face-the-future vandaan? Denis Slieker. Die zou later teamleider business development worden bij Greenchoice en vanaf 2012 operationeel-directeur in plaats van John Appeldoorn. De volgende gesprekspartner was Dong. Daarvoor reisden de heren van Greenchoice af naar Kopenhagen. Voor Dong was de verkoop van een minderheidsbelang wel bespreekbaar, zo bleek. Maar hier klapten de gesprekken om een andere reden. De systemen waren de bottleneck. Dong eiste dat Greenchoice over zou stappen op SAP, maar daar voelde de directie van Greenchoice niets voor. "We keken elkaar aan. ‘Dat gaat hem niet worden’, zeiden we tegen elkaar", aldus Rexwinkel. "Implementatie van SAP zou betekenen dat alle flexibiliteit weg is en dat Greenchoice langzaam zou worden ‘opgevreten’ door Dong", zo zegt Rexwinkel. Greenchoice had zijn eigen klantensysteem gebouwd en daarin blonk Greenchoice volgens Rexwinkel uit. Vraag is of er niet meer speelde. Waarom was het voor Greenchoice zo belangrijk de eigen systemen te behouden? Rexwinkel was later, toen hij op een zijspoor was gezet, blij dat Greenchoice besloten had om de eigen systemen toch maar te behouden. Er was sprake van geweest dat die vervangen zouden worden. De komst van de grote rode duivel En toen, midden 2006, kwam Eneco in beeld. Van wie kwam het initiatief voor het aangaan met gesprekken aan Eneco? "Ach je weet hoe dat gaat", zo zei Rexwinkel. "Je komt elkaar steeds maar weer tegen; je maakt samen eens een reisjes naar het buitenland." De reisjes van met name branche-vereniging Energiened waren befaamd. Zo organiseerde Energiened een reisje naar Italië, om de metermarkt daar te onderzoeken. En daar raakten mensen met elkaar in gesprek. Er is vast heel veel onderzocht in Italië, maar de metermarkt hoorde daar waarschijnlijk niet bij. Gesprekspartner voor Greenchoice was directeur Retail David Tuohy van Eneco. Een jaar hebben de gesprekken geduurd. Eneco wilde aanvankelijk een meerderheid in het bedrijf, net als Electrabel, maar kwam er langzaam achter dat dat er niet inzat. Eneco had twee dingen kunnen doen: de besprekingen afblazen of accepteren dat het slechts een minderheid zou verkrijgen. Het bedrijf deed geen van beide. Het rondde de besprekingen af, maar accepteerde niet dat het bij een minderheidsbelang zou blijven. Eind 2006 was er de hand shake, nadat er een Letter of intent was opgesteld. In het half jaar daarna werden alle details uitgewerkt. Eneco nam 30% van de aandelen over, voor een bedrag van 19,5 miljoen euro. De niet-operationele kaspositie werd daarbij opgeteld. Het bedrag van 79
bijna 20 miljoen was onder de marktwaarde, volgens Rexwinkel. De reden hiervan was dat Eneco slechts een minderheid zou verwerven. Wel werd geregeld dat belangrijke besluiten alleen met instemming van Eneco genomen konden worden. Daar moest een meerderheid van 70% plus één voor zijn. De lijst met besluiten waarvoor zo’n gekwalificeerde meerderheid vereist was werd tamelijk lang en hiermee werd dus eigenlijk afbreuk gedaan aan de wens van Rexwinkel om onafhankelijk te blijven. Dit zou later een grote banvloek worden voor Greenchoice. Eneco wist gedaan te krijgen dat er afspraken werden gemaakt over een eventuele uitbreiding van het belang. Eneco kreeg een optie op nog eens 15% van de aandelen. De contraten bevatten de methode waarop de prijs zou moeten worden bepaald als Eneco die optie zou willen uitoefenen. Tevens legden de partners vast dat bij uitoefening van die optie gesprekken zouden plaatsvinden over de volledige overname van Greenchoice door Eneco. Hieruit blijkt wel dat Eneco koste wat het kost een meerderheid wilde hebben. Greenchoice leek het bedrijf tegemoet te komen door in te stemmen die clausules over uitbreiding van een meerderheidsbelang. Maar wat Eneco niet wist was dat Rexwinkel ook toen al zeker was dat hij nooit zou gaan instemmen met een uitbreiding van het belang. En de clausules gaven genoeg aanknopingspunten om dit te frustreren. De partijen zouden het simpelweg nooit eens worden over de prijs van een extra belang. Greenlab Daarnaast werd overeengekomen dat er een gezamenlijk een groen laboratorium zou worden opgezet: een groene incubator die ‘Greenlab werd genoemd. Het zou een joint-venture worden waarin kleinschalige duurzame energie-projecten zouden worden ondergebracht. Opvallend is dat er ontzettend gedetailleerde afspraken werden gemaakt over dit Greenlab, wat nooit iets geworden is. De afspraken werden gemaakt door Rob van Rees en Tuohy. Rexwinkel heeft er naar eigen zeggen destijds weinig aandacht aan geschonken. Hij vond het van meer belang dat de andere overeenkomsten goed in elkaar zouden zitten. Die zouden van meer belang zijn voor de toekomst van Greenchoice. In een tweede overeenkomst – de dienstenovereenkomst – werd namelijk geregeld dat Eneco energie zou gaan inkopen voor Greenchoice en dat het de programma-verantwoordelijkheid op zich zou nemen. Programma-verantwoordelijk is een taak die nodig is om de balans op het net te handhaven. Energiebedrijven moeten elke dag voor de volgende dag aangeven wat de stroom is die ze aankopen en/of produceren en de stroom die ze verkopen. Dit moet met elkaar in evenwicht zijn. Als het dat niet is kunnen de bedrijven een boete krijgen. Het is een tamelijk ingewikkeld kwarweitje en veel kleine energiebedrijven besteedden het uit. De dienstenovereenkomst was eigenlijk een overeenkomst die in het verlengde lag van de bestaande overeenkomst tussen Eneco en Greenchoice, en die het gevolg was van de overname door Eneco van ONS uit Schiedam. De programma-verantwoordelijkheid voor de grote klanten van Greenchoice kwam later bij PV-Ned terecht, een joint-venture van Eneco en 80
Delta. Daarnaast was er nog een gasgarantie-overeenkomst. Eneco zou zich garant stellen voor de aankoop van gas door Greenchoice bij Gasterra of andere grote leveranciers. Dit was van belang omdat Gasterra waarborgen vroeg bij de aankoop van gas in de wintermaanden. Voor grote bedrijven als Eneco was het overleggen van dergelijke garanties geen probleem, maar dat was het wel voor nieuwkomers als Greenchoice. 'Partijen zullen proberen te bewerkstelligen dat Greenchoice, zolang Eneco een belang heeft in Greenchoice, kan profiteren van de financiële kracht van Eneco', zo stond er in het contract. Voor Rexwinkel was dit laatste punt cruciaal. Hij was van mening dat de verkoop van aandelen alleen wenselijk was als dit niet alleen de aandeelhouders maar ook het bedrijf Greenchoice tot voordeel zou strekken. En dit was de manier waarop Greenchoice als bedrijf kon profiteren. Greenchoice had een partner nodig om de risico’s bij de aankoop van gas af te kunnen dekken. Maar ook Van Rees zag wel het belang in van de samenwerking met Eneco, zo stelde hij later in een rechtszaak. "Het bedrijf had geld nodig voor de garantstellingen voor de verkoop van gas. Dit betrof vele miljoenen euro’s die nodig waren; zoveel geld had het bedrijf niet. Oplossing was een bedrijf als partner zoeken en de relatie bestendigen door een (minderheids-) aandeel aan te bieden. Die partner werd Eneco." Er werd ook weer een zogenaamde contra-garantie afgegeven. Greenchoice zou uiteindelijk weer opdraaien voor de kosten van Eneco als de gasleverancier de garantie die Eneco had gegeven zou aanspreken. Als Greenchoice niet kon betalen dan had Eneco recht op de ‘handelsvorderingen’ van Greenchoice. Uiteindelijk zou Eneco zelfs de aandelen van de holding EnergieConcurrent in Greenchoice in handen kunnen krijgen. Deze clausule zou later een stok worden waarmee Eneco Greenchoice kon slaan. Welles/nietes Interessant is verder dat bij alle formele documenten ook het persbericht al was opgesteld. Dat zag al eind 2006 het licht. De strekking van het persbericht was dat er gezamenlijk een Greenlab opgericht werd. Pas verderop werd gesproken over de verkoop van het belang van 30%, wat natuurlijk het eigenlijke nieuws was. Na de handshake moesten alle details nog uitgewerkt worden. Er kwam een accountant van Clifford Change uit Londen over om de boeken van Greenchoice te controleren; de zogenaamde due diligence. Een behoorlijk arrogant type. Hij stelde dat er allerlei zaken niet klopten. Het ging over de liquiditeit. "Dat klopt niet", zo zei de bankier. "Het klopt wel", zo zei Rexwinkel. Het werd een welles-nietes gesprek. De toon van het gesprek werd onprettig. “Volgens mij kunnen we dit gesprek beter beëindigen”, zo zei Rexwinkel, en hij wees hem de deur. "Maar ik kom helemaal uit Londen." "Ze keken hoever ze konden gaan", zo verklaart Rexwinkel het gedrag van deze man. Als er niet aan de voorwaarden van de transactie werd voldaan kon er iets van de prijs worden afgehaald. Er werd niet meer met de accountant uit Londen gesproken; daarvoor in de plaats 81
kwam er iemand van Eneco, en toen kwam de deal snel rond. Op 24 juli 2007 vond de formele overdracht van de aandelen plaats. Cirkel Greenchoice kreeg tijdens die onderhandelingen ook nog de gelegenheid expliciet te bieden op de klanten van Echte Energie en die kwamen zo bij Greenchoice terecht. De cirkel was toen wel zo’n beetje rond, gezien het feit dat Echte Energie en Greenchoice in 2001 samen aan de energierace waren begonnen door de klanten van milieu-organisatie Greenpeace te verdelen.
82
16 - Miljoenen drijft directeuren uiteen. Van Rees laat Greenchoice versloffen, Rexwinkel eist nog meer macht op De journalist belde aan bij de grote groene deur van het huis van Rexwinkel. De hond begon te blaffen en besprong hem zo gauw de deur open zwaait. De bezoeker werd in de woonkamer geleid en mocht op de riante bank plaatsnemen. Rexwinkel zei dat hij er zo aankomt. Zijn dochter kwam binnen lopen en knoopte een praatje aan. Allemaal bedacht, dacht de journalist. Rexwinkel kwam binnen met koffie en bonbons op een dienblad. De hond bleef opgewonden op en neer lopen door de kamer totdat hij door Rexwinkel naar de mand werd gedirigeerd. De bezoeker die komt voor een gesprek over Greenchoice krijgt meteen heel de familie van Rexwinkel met alles erop en eraan erbij cadeau. Dikke portemonnee Rexwinkel had niet verkocht. Het belang van 30% voor Eneco was afkomstig van Appeldoorn en Van Rees, die ieder 15 procentpunt van hun belang in Greenchoice hadden ingeleverd. Het belang van hun gezamenlijke bedrijf EnergieConcurrent in Greenchoice werd teruggebracht van 100% naar 70%. Maar binnen EnergieConcurrent veranderde de verhoudingen zodanig dat het belang van Rexwinkel in Greenchoice gelijk bleef. Zijn oude belang werd dus vermenigvuldigd met 10/7. Hij kreeg 49% in Energie Concurrent en Rob van Rees en Appeldoorn ieder 22%. De rest van de aandelen was in handen van medewerkers van het bedrijf. Tien miljoen hadden de twee verkopende directeuren dus ineens op hun bankrekening staan. Van Rees en Appeldoorn reageerden heel verschillend. Van Rees ging het geld beleggen. Hij richtte een bedrijf op, 'Wipe-out' genaamd, waar het geld in werd gestopt. Hij ging minder werken en hij ging meer genieten van het leven. Dat wekte jaloezie. Van Rees woonde vlakbij Rexwinkel in Rotterdam, in de Burgemeester Meinezlaan, een zijstraat van de Heemraadssingel. Partner van Rexwinkel Judith Bokhove kwam Van Rees regelmatig tegen op straat. Ze zag Van Rees dan op zijn gemak de kinderen naar school brengen, terwijl haar man ’s ochtends vroeg al de deur uit was gegaan op weg naar het kantoor van Greenchoice en ’s avonds laat pas weer thuiskwam. Van Rees ging ook minder scherp op de uitgaven letten volgens Rexwinkel. Zijn aandacht verslapte. De directeuren hadden met Eneco afgesproken nog minimaal drie jaar in het bedrijf te blijven. Appeldoorn kreeg juist extra energie. Hij realiseerde zich dat hij zijn dikke portemonnee aan Greenchoice te danken had. Hij kocht een dijkhuisje in Strijen en ging dat verbouwen. De rest van het geld zette hij op een spaarrekening. Hij zette een bedrijf op in geurkaarsen: Scents & Senses. "Daar kon hij alle dingen toepassen die hij geleerd had", aldus Rexwinkel. Rexwinkel heeft niet verkocht. Waarom niet? "Ik wil scherp blijven", zegt hij. Maar er 83
speelde meer. Hij beschouwt zijn bedrijf als zijn kindje en: "Je kindje verkoop je niet". Hij hekelde de opvatting dat je je bedrijf moet verkopen zodra je er een goede prijs voor kunt krijgen. "Het gaat niet alleen om geld". Op zich valt daar natuurlijk goed in te komen. Maar de manier waarop Rexwinkel naar zijn bedrijf keek is wel bijzonder.
Aandeelhouderswaarde We kennen de Angelsaksische visie op een onderneming, waarbij het vooral gaat om het creëren van aandeelhouderswaarde, oftewel de waarde van het bedrijf moet omhoog gestuwd worden. De aandeelhouders hebben immers de start van het bedrijf mogelijk gemaakt en hebben daarbij risico gelopen; zij zijn degenen voor wie het management het allemaal doet. Naast deze opvatting wordt vaak het Rijnlandse, ofwel Duitse, model gezet. Volgens dit beeld hebben ondernemers een verantwoordelijkheid niet alleen richting aandeelhouders, maar ook voor klanten, werknemers en hun lokale omgeving. De blik is bij dit soort ondernemingen vaak meer op de lange termijn gericht. Iedereen heeft natuurlijk veel meer sympathie voor dit laatste model, helemaal na de ontsporingen van de jaren negentig van de twintigste eeuw, toen het Angelsaksische model hoogtij vierde. Hoewel de ondernemer in het Duitse model verder kijkt dan de belangen van de aandeelhouder en meer dan in het Angelsaksische model een langetermijn visie heeft, lijkt er nog wel een scheiding te zijn tussen privé en zakelijk; tussen de familie en vrienden van de ondernemer en zijn bedrijf, hoewel het natuurlijk wel zo is dat familie en vrienden meewerken in het bedrijf.
Rexwinkel lijkt nog een stap verder te gaan dan de aanhangers van het Rijnlandse model. Bij hem is de scheiding tussen privé en zakelijk er niet. Hij zag, en ziet Greenchoice als een familiebedrijf, een idee wat ongetwijfeld is versterkt door het feit dat het bedrijf in zijn huis is ontstaan en dat jan en alleman uit zijn omgeving erbij betrokken was. Maar daar bleef het niet bij. Greenchoice is zelfs meer dan alleen een familiebedrijf. Rexwinkel ziet zijn bedrijf, zijn familie en vrienden als één onlosmakelijk geheel. Zijn bedrijf is zijn leven, maar niet in de enge zin dat hij alleen oog heeft voor het bedrijf als zodanig en niet voor zijn omgeving, maar in de zin dat hij alles van buiten het bedrijf naar zijn bedrijf trekt en allerlei zakelijke dingen integreert hij met zijn privéleven. De bezoeker komt in 'huize Rexwinkel’, ook als hij een zakelijke gesprek heeft over Greenchoice en hij krijgt meteen te maken met allerlei niet-zakelijke aspecten van het huis. Het is niet zozeer een Angelsaksisch of Rijnlands model als wel een 'tropisch model', maar dan zonder de achteloosheid of laksheid die men wellicht bij een tropische manier van leven zou verwachten.
84
Huize Rexwinkel Die verwevenheid tussen huize Rexwinkel en Greenchoice is er van begin af aan geweest. Het bedrijf is opgestart op de zolder van het pand aan het G.W. Burgerplein. Toen het daar te groot voor werd en de eerste arbeidskracht aangenomen werd, moest de woonkamer ontruimd worden. Kinderen hielpen mee, de oppas ging allerlei klusjes doen en de eerste werknemers van Greenchoice werden van de naburige school geplukt. Ook ondernemers zoals de drukker van de foldertjes en de aannemer voor de renovatie van een nieuw bedrijfspand waren mensen die in de buurt woonden. "Het bedrijf wordt je tweede huis", zo zei Rexwinkel ooit. Ook zijn partner Judith Bokhove is altijd sterk betrokken geweest bij Greenchoice. Ze gaf als logopediste spraakles aan nieuwe medewerkers die aan de telefoon kwamen te zitten. Ze kende, net als de directeuren, veel mensen in het bedrijf persoonlijk. En ze bemoeide zich met het beleid. Ze heeft ook wel eens een reclamecampagne tegengehouden. Een reclamebureau had een campagne ontwikkeld rondom de kernramp in Fukushima, in maart 2011. De duurzame activiteiten van Greenchoice werden in de campagne afgezet tegen de desastreuze gevolgen van die ramp. "Niet doen", zo vond Judith. En achteraf had ze gelijk, zo vond Rexwinkel: "Je gaat gauw mee in de verkooppraatjes van marketeers”, zo zegt hij. "Maar een campagne moet bij het bedrijf passen." Verwevenheid Met Van Rees en Appeldoorn had Rexwinkel meer dan alleen een zakelijke band. Van Rees en Rexwinkel kenden elkaar al sinds hun studententijd. Ze zaten bij elkaar in de jaarclub, hadden vanaf 1986 zes jaar lang bij elkaar in een studentenhuis gewoond en zaten samen op rugby. Na de studie zijn ze elkaar ook vaak blijven zien. Elke maand minimaal twee keer. Harriet Baars, de vrouw van Rob, kon het goed vinden met Judith Bokhove en zij zijn ook nog met elkaar op vakantie geweest. Rexwinkel was getuige op de bruiloft van Van Rees en organiseerde de bachelors. Judith Bokhove en Rexwinkel werden voogd van de kinderen van Van Rees. Allemaal tekenen van die grote verwevenheid tussen privé en zakelijk bij Rexwinkel. Toch hoeft dit blijkbaar niet noodzakelijkerwijs tot de opvatting te leiden dat verkoop van aandelen onwenselijk is. Want bij Van Rees was er immers ook die grote verwevenheid. Hij had ook persoonlijke banden met jan en alleman binnen het bedrijf, maar Van Rees had er geen enkele moeite mee om zijn aandelen te verlopen, zo gauw hij er een goede prijs voor kon krijgen. Hij heeft Greenchoice altijd meer als een belegging gezien. Rexwinkel vindt dat te economisch gedacht: "De vraag is waarom je ondernemer bent. Ik ben geen ondernemer om veel geld te verdienen; ik wil van de onderneming een succes maken. Het zou verraad zijn om de ziel van het bedrijf te verkopen aan de hoogste bieder." Die gedrevenheid en dat hart voor de zaak komen op zich sympathiek over. Maar ze herbergden een groot gevaar in zich. De kans was groot dat persoonlijke, niet-zakelijke afwegingen een grote rol zouden gaan spelen bij het maken van beslissingen. En die niet85
zakelijke afwegingen zijn niet in het belang van de onderneming. Rexwinkel zelf zag dit laatste gevaar niet. Geld leidt tot verwijdering Van Rees had steeds meer moeite met de opstelling van Rexwinkel. "Na de verkoop begon de relatie tussen Michiel en mij te veranderen. Het voelde alsof Michiel vond dat hij meer zeggenschap had en meer kon beslissen dan ik (of anderen). Bij mij leidde dit enigszins tot verwijdering van het bedrijf. Dat zat hem soms in kleine dingen, maar voor mijn gevoel begon Michiel meer zijn mening door te duwen. Als ik met een plan kwam, werd het veelal door Michiel verworpen. Als hij met een idee kwam, duwde hij het vol energie door alle discussies heen; zijn ideeën moesten doorgaan. Na verloop van tijd werd hij er in mijn ogen uiterst dwingend in. Hij kreeg in discussies meestal de steun van John; daar groeide een speciale band. Overigen in het besluitvormende management team waren niet gewaagd aan de dwingende discussiekracht van Michiel. Ik was veelal de enige die een afwijkend geluid liet horen. Wanneer het aankwam op het polsen van de mening of stemming, won Michiels’ standpunt. Die meeste beslissingen waren wel goed voor het bedrijf, maar sommige ook niet en ik vond het geen gezond besluitvormingsproces. Tevens kregen Michiel en ik wat verschil van inzicht over hoe het bedrijf te runnen. Ik was voorstander om het management van buitenaf te versterken met ervaren mensen. Michiel wilde dat niet. Hij wilde minder overhead en een cultuur waarbij mensen van binnenuit doorgroeiden. Ik vond dat vers bloed en ervaring nodig waren om tot een meer gezonde besluitvorming te komen en de gegroeide organisatie had mijn inziens behoefte aan meer professioneel management. Ook in deze discussie won Michiels standpunt." Van Rees bevestigt dat Michiel hem verweet dat hij "er met minder energie in zat" en hij ontkende dat niet. “We spraken erover en probeerden beiden wat te veranderen, maar dat lukte niet. Michiel luisterde voor mijn gevoel totaal niet meer naar mijn mening." Bord voor kop Rexwinkel kwam nog vele malen voor de vraag te staan of hij zijn belang al dan niet zou verkopen en iedere keer zei hij 'nee'. “Maar waarom zou je niet verkopen?”, zo vroeg de journalist hem in 2013. "Je bent voor verduurzaming van de energievoorziening. Met de opbrengst van de verkoop van je aandelen kun je allerlei nieuwe projecten opzetten, die dit doel dichterbij brengen." Rexwinkel: "Dan zou ik precies zoiets gaan doen als wat ik nu al doe. Een leuk bedrijf opzetten, met een leuke klantenkring en een leuk werknemersbestand. Maar dat heb ik nu al, dus waarom dan opnieuw beginnen?", zo antwoordde hij. De journalist in kwestie is de schrijver van dit verhaal. Rexwinkel was toen nog volop bezig met het opzetten van duurzame energieprojecten binnen 86
de holding van Greenchoice, EnergieConcurrent. Het idee om dan, na een verkoop, nieuwe duurzame projecten op te gaan zetten klonk Rexwinkel in de oren als niet meer dan een slap excuus om te kunnen cashen. "We gaan cashen en we hebben heel veel geld, maar we gaan er wel goede dingen mee doen, dus dan mag het." "Maar is het niet gewoon halsstarrigheid of eigenwijsheid die maakt dat je niet wil verkopen, heb je niet een bord voor je kop?”, zo vroeg de journalist. "Een bord voor mijn kop heb ik zeker", zo zei Rexwinkel. Mogelijk dat Rexwinkel onbewust of bewust dacht dat het bedrijf nog veel meer waard kon worden en dat hij daarom niet tot verkoop is overgegaan. Dat er ergens diep verborgen toch nog economische motieven aan zijn gedrag ten grondslag lagen. Dan is hij, vooralsnog in ieder geval, van een koude kermis thuis gekomen. Energiebedrijven zijn alleen maar minder waard geworden in de jaren nadien. Zo nam de waarde van Oxxio af van 132 miljoen euro in 2005 naar 72 miljoen euro in 2011. RWE en Vattenfall hebben inmiddels miljarden af moeten boeken op de dochters die ze in 2009 overnamen. En waar Dong bij de overname van Intergas nog 300 euro per klant betaalde kreeg het zelf bij de verkoop van de Nederlandse activiteiten aan Eneco in 2013 naar schatting niet meer dan 100 euro. Het kan allemaal natuurlijk nog veranderen. Volgens Rexwinkel zelf was Greenchoice in 2014 niet minder waard dan een aantal jaren daarvoor. De prijs per klant is wellicht gedaald, maar het aantal klanten is toegenomen. In 2013 steeg het aantal klanten. Dus zelfs als hij op een economische wijze naar zijn bedrijf kijkt heeft hij er goed aan gedaan om niet te verkopen, zo zei hij zelf. In 2014 zou er een bod van 85 miljoen op het bedrijf worden gedaan.
87
17 - En toen ging het mis tussen Eneco en Greenchoice, de sfeer in de AVA was om te snijden Pieter Rexwinkel had video-apparatuur meegebracht naar de aandeelhoudersvergadering. Hij stelde zich netjes voor aan de financieel-directeur van dat moment: Jeppe Machielsen. Die had niet door dat het een zoon van Rexwinkel betrof, hoewel Pieter duidelijk zijn naam had gezegd. Het tekende volgens Rexinkel het autisme van bestuurders als Machielsen. En dit tekende weer de enorme cultuurkloof tussen familieman Rexwinkel en de kille bestuurders van Eneco. Blokkerende minderheid De verwachting was gewekt dat Eneco het belang in Greenchoice geleidelijk zou kunnen vergroten; eerst naar 45% en dan naar 100%. In de contracten stond immers dat Eneco een optierecht had op nog eens 15% van het bedrijf en dat, op het moment dat dat recht werd uitgeoefend, gesprekken zouden plaatsvinden over de koop van heel het bedrijf. Van Rees was wel in voor een nieuwe verkoopronde. John Appeldoorn stond er vrij neutraal in. Maar Rexwinkel was fel tegen de verkoop van nog meer aandelen aan Eneco. Hij vreesde dat Eneco teveel macht zou krijgen. Dat die verwachting juist was is later wel gebleken, zo vond Rexwinkel zelf. Ook zonder die extra 15% werd de macht van Eneco al te groot. Eneco had een blokkerende stem in de aandeelhoudersvergaderingen. Rexwinkel ging dwars voor de verkoop van nog meer aandelen liggen. Hij had middelen genoeg om zijn zin te krijgen. Er waren weliswaar afspraken gemaakt in de overeenkomsten van 2007 maar om die gestand te doen moest zoveel geregeld worden dat die afspraken altijd getorpedeerd konden worden. Zo moest er overeenstemming bereikt worden over de prijs. Daar kon natuurlijk eeuwig over gebakkeleid blijven worden. Maar er was wel een probleem. Want er waren verwachtingen gewekt bij Eneco. Als de directeuren van Greenchoice vóór de verkoop van het minderheidsbelang hadden gezegd: ‘Het is en blijft 30%’ dan was er niet zoveel aan de hand geweest. Dan had Eneco conclusies kunnen trekken: 'We stellen ons tevreden met die 30% of we doen het niet'. Maar dat hadden de directeuren niet gezegd. Ze hadden expliciet de verwachting gewekt dat Eneco bij kon kopen. Het Rotterdamse energiebedrijf dacht dan ook een eerste stap te maken naar een volledige overname. En eigenlijk dacht iedereen in de sector dat die volledige overname een kwestie van tijd was. Het feest ging niet door en Eneco kon zich daar niet bij neerleggen. Niet blij De situatie bleef zoals die was, waar Appeldoorn dus eigenlijk als enige gelukkig mee was. Hij had aardig kunnen incasseren, maar hij kon toch in het bedrijf blijven werken, precies wat 88
hij wilde. Van Rees was niet tevreden want hij wilde meer verkopen aan Eneco, en Rexwinkel had eigenlijk helemaal niet willen verkopen en ging zich in toenemende mate irriteren aan de houding van Eneco. Wraak Eneco zag het even aan en gaf Greenchoice zelfs complimenten. Maar ondertussen probeerde het Rotterdamse energiebedrijf wel de eigen structuur op te leggen aan Greenchoice. In 2009 werd het Eneco duidelijk dat ze het plan om Greenchoice volledig over te nemen op hun buik konden schrijven. Het bedrijf liet Greenchoice per brief formeel weten dat het afzag van verdere uitbreiding van het belang. En toen begon de ellende, want toen is Eneco een andere koers gaan varen. 'Nu gaan we Greenchoice terugpakken', zo was een beetje de houding van Eneco volgens Rexwinkel. Daar kwam bij dat er nog onafgeronde zaken uit het verleden speelden. Zo was er wrevel ontstaan bij de afwikkeling van het contract tussen ONS en Greenchoice; het contract dat met de overname van ONS door Eneco bij Eneco terecht was gekomen. Verder was er ruzie over bedragen die Greenchoice aan Eneco-dochter Stedin, de netbeheerder, verschuldigd was. Greenchoice inde volgens het leveranciersmodel de netwerkkosten bij klanten die in Stedingebied woonde en moest die afdragen aan Stedin. En er kwam een rechtszaak over de gasgaranties. Aandoenlijk Toch kwam Eneco destijds nog wel met een interessant voorstel. Het bedrijf stelde voor om alle duurzame energieklanten bij Greenchoice onder te brengen. Het bedrijf zou dan wel zijn onafhankelijkheid verliezen: de aandelen kwamen voor 100% in handen van Eneco. Dat laatste was dus onverteerbaar voor Rexwinkel. Maar hij was toch op een of andere manier vereerd dat een miljardenconcern als Eneco blijkbaar zoveel vertrouwen had in het merk Greenchoice dat het daar alle groene klanten in onder wilde brengen. "Het had iets aandoenlijks." Vraag is natuurlijk of CEO Jeroen de Haas van Eneco, die dat voorstelde, het echt meende. “De Haas dacht echt: Dit gaat ie worden”, zo zegt Rexwinkel. “Alleen die directieleden moeten nog even uittreden.” Maar dat gebeurde dus niet. Rexwinkel ging er voor liggen. Hij voelde zich er bijna schuldig om, zo zegt hij een aantal jaren later. Het was blijkbaar allemaal een beetje teveel voor Eneco, zo verklaart het Rexwinkel het. "Ruzie om de afwikkeling van ONS-contracten, een gerechtelijke procedure over de gasgaranties, een redelijk overname-voorstel dat zonder blikken of blozen naar de prullenbak verwezen werd door de directeuren van Greenchoice en ruzie over transportkosten." En Greenchoice wil eveneens niet meeliften bij het optuigen van duurzame energieprojecten door Eneco.
89
Windhandel Ondertussen bleef iedereen met iedereen in gesprek, zoals gebruikelijk in de energiesector. Eneco sprak met het duurzame energiebedrijf Econcern over een samenwerking en zelfs over een fusie. Al in 2007 zou daarover een serieus gesprek zijn gevoerd tussen Ad van Wijk en Jeroen de Haas, in een restaurantje in Rotterdam, zo staat beschreven in het boek 'Windhandel', dat handelt over de ondergang van Econcern. De twee heren zijn zelfs nog een keer naar New York gevlogen om de groene bankbestuurder Herman Wijffels over te halen om commissaris te worden van het nieuwe fusiebedrijf. Wijffels, die toen bewindvoerder bij de Wereldbank was, had echter nauwelijks tijd voor de twee heren. In het vliegtuig terug naar Nederland vroegen de twee energiebazen zich hardop af waar ze eigenlijk mee bezig waren, zo staat in Windhandel. Er wordt toch nog een plan op papier gezet. Het financiële kaartenhuis Econcern zou Eneco overnemen, in plaats van andersom. De Haas zou in die constructie tweede man worden. Hier blijkt maar weer eens uit hoe totaal wereldvreemd Ad van Wijk was. Hij vond tevens dat Eneco dan eerst het netwerk moet verkopen, wat wel weer een realistisch gezichtspunt was. Er was een leuke naam bedacht voor het fusieconcern: E2. Maar de Rabobank maakte als aandeelhouder van Econcern duidelijk dat hij tegen de fusie was, hoewel het voor Econcern waarschijnlijk de redding zou zijn geweest. Eneco-medewerkers kregen daarnaast steeds meer argwaan. Deugdelijke cijfers over Econcern blijven uit, zo staat te lezen in Windhandel. Die cijfers waren er helemaal niet. En verder kon De Haas het waarschijnlijk niet uitstaan dat hij tweede man zou worden bij het nieuwe fusiebedrijf. Niemand was er rouwig om dat de fusie niet doorging, behalve Van Wijk wellicht. Hockeystick model Ook de directie van Greenchoice trad in gesprek met Econcern, om te komen tot samenwerking. Deels hebben de Greenchoice-directeuren naar verluidt samen met Eneco aan tafel gezet om te praten over een fusie of een overname. De gedachte was volgens Rexwinkel dat Econcern duurzame energie-installaties zou opzetten, waarmee dan de stroom voor klanten van Greenchoice zou worden opgewekt. Het mes sneed zo aan twee kanten. Greenchoice was verzekerd van groene stroom en hoefde daarmee geen hoge garanties meer af te geven aan leveranciers en voor Econcern was de afzet van stroom gegarandeerd. Bij Econcern zou dan eindelijk iets van een kasstroom binnenkomen, namelijk de voorschotnota’s van de klanten van Greenchoice. "Willen jullie het kanaal naar de eindverbruiker zijn?", zo was de vraag van Ad van Wijk. Er werd serieus gesproken over een fusie van beide bedrijven. De fusie is uiteindelijk niet doorgezet. Rexwinkel zei dat hij er op tijd achter kwam dat het plaatje niet klopte. Econcern was volgens hem een soort ‘hockystickmodel’: de waarde van het bedrijf verdrievoudigde ieder jaar. Greenchoice heeft er goed aan gedaan niet met Van Wijk in zee te gaan. In juni 2009 ging het bedrijf failliet. Eneco nam langzaam maar zeker 90
steeds meer onderdelen uit de failliete boedel over. Geen lab Het Greenlab liep ook op de klippen. Namens Greenchoice zat Richard van Pelt erin. Ook Eneco maakte speciaal iemand vrij. Die kwam tegenover Rexwinkel te zitten in het kantoor van Greenchoice. Bij Greenchoice zouden de trekkers van het project zich meer vrijelijk kunnen bewegen dan als ze bij Eneco zouden komen te zitten, vandaar. De mannen zetten een stuk of drie projecten op; kleine windmolens, de Tocardo (een turbine die onder water stroom opwekt) en de opzet van een CO2-footprint. Eneco trok dat laatste project echter naar zich toe en wilde daarvoor geen vergoeding betalen aan de VOF, waarin Greenlab was ondergebracht. Toen zagen de mensen van Greenchoice er geen heil meer in. “Hier steken we geen energie meer in”, zo was de gedachte bij Greenchoice. Het project is langzaam doodgebloed. In 2009 werd de stekker er definitief uitgetrokken en is de VOF opgeheven. Duimschroeven In de eerste jaren na de koop was Eneco vrij toegeeflijk richting Greenchoice, met in de achterhoofd de gedachte dat er een moment zou komen dat het Greenchoice zou inlijven. Toen duidelijk werd dat dat er niet inzat werd Eneco zakelijker. Het bedrijf ging de overeenkomsten met Greenchoice eens goed tegen het licht houden en ging Greenchoice de duimschroeven aandraaien. Het ging de kosten verhogen voor het leveren van bepaalde diensten aan Greechoice, zoals de inkoop van energie. Die kosten waren in de overeenkomst van 2007 gesteld op 2 ton voor grijze stroom, en 1 ton voor groene stroom. (De inkoop van gas verzorgde Greenchoice zelf.) Eneco verhoogde de kosten voor de inkoop van de stroom ineens naar 560.000 per jaar. Greenchoice weigerde die te betalen, waarna Eneco in juli 2010 de dienstenovereenkomsten opzegde, per 1 januari 2010. Hiermee dreigde het gevaar dat Eneco zich niet meer garant zou stellen bij de aankoop van gas door Greenchoice. Die garanties waren van cruciaal belang voor Greenchoice en waren voor Rexwinkel juist dé reden geweest om het avontuur met Eneco aan te gaan. Op die manier zou het bedrijf Greenchoice immers profiteren van de samenwerking. Zonder gasgaranties dreigde Greenchoice het loodje te leggen, want de op de Nederlandse markt dominante gasleverancier Gasterra zou dan gaan eisen dat Greenchoice het gas vooruit zou gaan betalen. Dat ging om vele miljoenen euro's per jaar. De liquiditeit zou dan in gevaar komen, met name aan het einde van een strenge winter. Het gas moest vooruit betaald worden, maar de klanten zouden pas later het extra verbruik gaan betalen; bij het opmaken van de jaarrekening. Nul op rekest Greenchoice ging eind 2009 naar de rechter, en won. Eneco mocht de diensten-overeenkomst 91
niet zomaar opzeggen, zo oordeelde de rechter. De overeenkomsten die gesloten waren bij de verkoop van het belang van 30% in 2007 waren volgens de rechter onlosmakelijk met elkaar verbonden. Rexwinkel kon zich daarbij terecht beroepen op het argument dat hij alleen in had willen stemmen met de verkoop als die garantieovereenkomsten getekend zouden worden; want hij was immers van mening geweest dat verkoop alleen bespreekbaar was als Greenchoice zou profiteren. Partijen moesten van de rechter om de tafel met elkaar om te komen tot een nieuwe overeenkomst. Op straffe van een dwangsom van 50.000 euro per dag moest Eneco bovendien een nieuwe garantie-overeenkomst blijven aanbieden zolang er een dienstenovereenkomst zou zijn. Opvallend was dat Eneco in die rechtszaak allerlei eisen ging stellen die niets met gasgaranties te maken hadden; in een rechtszaak dus die was aangespannen door Greenchoice dus. Zo eiste Eneco ineens dat Greenchoice geen zakelijke klanten meer zou beleveren en dat Greenchoice dividend ging uitbetalen. Het was duidelijk dat Eneco Greenchoice op allerlei manieren de voet dwars ging zetten. Maar helaas voor Eneco: ook op al die andere punten delfde het bedrijf in die eerste rechtszaak het onderspit. De partijen gingen om de tafel zitten, zoals de rechter had bevolen, en uiteindelijk kwamen ze tot een nieuw tarief voor de inkoop van stroom: 3 ton. Voor de garantiestelling zou 22.000 euro betaald worden door Greenchoice, zo kwamen de kemphanen overeen. Pyrrusoverwinning Maar het bleek een Pyrrusoverwinning te zijn voor Greenchoice. Het kwaad was geschied. De verhouding was verpest. Vanaf dat moment was er ieder jaar gedonder over het stellen van de gasgaranties. De mogelijkheid werd daartoe geschapen omdat er een tegenstrijdigheid zat in de stukken die waren getekend bij de verkoop van het 30%-belang. Eneco mocht namelijk wijzigingen doorvoeren in de overeenkomsten als daar goede redenen voor waren en als het bedrijf die ook in de interne organisatie doorvoerde. De divisie Eneco Energy & Trade (EET) moest Greenchoice net zo behandelen als het bedrijf de andere onderdelen van het eigen bedrijf behandelde. Dus als EET meer in rekening ging brengen bij Eneco retail dan mocht EET ook meer in rekening gaan brengen bij Greenchoice. Als Greenchoice die wijzigingen dan niet accepteerde dan mocht Eneco de overeenkomst opzeggen. Maar tegelijkertijd moest Eneco wel garant staan voor Greenchoice. Dat was tegenstrijdig. Want wat gebeurde er als Eneco wijzigingen wilde doorvoeren en Greenchoice deze wijzigingen niet wilde accepteren? Deze vaagheid leidde tot veel problemen. Eneco was ieder jaar alleen maar bereid de garanties te stellen tegen aangescherpte condities en Rexwinkel c.s weigerden om deze nieuwe condities te accepteren. En dus was er ieder jaar gedoe om de gasgaranties. Het moet de directies enorm veel tijd, energie en geld hebben gekost. Econcern-directeur Van Wijk heeft nog een bemiddelingspoging opgezet, maar die slaagde niet. In de winter van 2013 op 92
2014 heeft Eneco helemaal geen garanties meer willen stellen. Gelukkig was het een zachte winter, anders had Greenchoice het loodje gelegd. Eneco ging in beroep tegen de uitspraak van eind 2009. Het Gerechtshof van Den Haag zwakte de eerdere uitspraak in januari 2012 af. Zo hoefde Eneco geen dwangsommen meer te betalen en de rechter oordeelde toen dat de dienstenovereenkomst en de gasgarantieovereenkomst niet onlosmakelijk met elkaar samenhingen. Maar de essentie van de eerdere uitspraak dat Eneco de diensten moest blijven leveren aan Greenchoice bleef wel overeind. Er was weliswaar geen verband tussen de dienstenovereenkomst en de gasgarantieovereenkomst, zo oordeelde deze rechter, maar wel tussen de gasgarantie-overeenkomst en het belang van Eneco in Greenchoice. Het Gerechtshof stelde dat een gasgarantieovereenkomst moest worden aangeboden zolang Eneco een belang heeft in Greenchoice. IJzige sfeer Het bleef niet bij onenigheid over die gasgaranties. Eneco ging Greenchoice ook op andere manieren de pas afsnijden. Zo ging Eneco plannen van Rexwinkel om te gaan investeren in duurzame energie-projecten blokkeren. Eneco gebruikte hiervoor de aandeelhoudersvergaderingen. Dat kon het bedrijf doen omdat in de overeenkomst van 2007 was bepaald dat een groot aantal beslissingen met een gekwalificeerde meerderheid van 50% plus 1 moesten worden genomen. Volgens Rexwinkel wilde Eneco zo voorkomen dat Greenchoice een al te serieuze concurrent werd. Eneco was zich immers meer en meer gaan profileren als een duurzaam energiebedrijf. Eneco zelf droeg als argument aan dat de investeringen te risicovol zouden zijn. Dat kan in zekere zin waar zijn, maar het is duidelijk dat Eneco expliciet probeerde om te voorkomen dat Greenchoice al te groot in de productie van groene stroom zou worden. Het is ook niet ondenkbaar dat Eneco Greenchoice op een gegeven moment simpelweg kapot wilde maken, ook al had het een belang van 30% in het bedrijf. De sfeer in de aandeelhoudersvergaderingen was om te snijden. Eneco ging eisen dat de aandeelhoudersvergaderingen opgenomen zouden worden. Rexwinkel vond het best. De volgende vergadering maakte de zoon van Rexwinkel – Pieter - zijn opwachting, die dus niet herkend werd door Machielsen. Mantra Eneco wilde Greenchoice in zijn geheel overnemen. Zolang dat niet lukte bleef het bedrijf Greencoice de voet dwars zetten. Zelfs in 2014 speelde dat nog, in mediation-gesprekken die opgezet waren om te zorgen dat er een oplossing kwam voor de patstelling tussen de twee kemphanen. '50% plus 1', '50% plus 1', '50% plus 1', was volgens Rexwinkel de mantra van Eneco.
93
18- Intermezzo: hoe zit het nu met die gasgaranties? De belangrijkste bron van onenigheid tussen Eneco en Greenchoice waren de gasgaranties die Eneco zou stellen. Kleine energiebedrijven konden nauwelijks overleven als ze niet een sterke partij vonden die bereid was om zich garant te stellen bij de aankoop van gas. Enige uitleg over gasgaranties is op zijn plaats. Wat zijn dat nu? Slochteren Gasgaranties zijn de garanties die energiebedrijven moeten afgeven aan de grote gasleveranciers bij de inkoop van het gas. In Nederland werd en wordt nog steeds het meeste gas afgenomen van Gasterra (in handen van Shell en Esso), omdat die al het gas verkoopt wat uit het Slochterenveld komt en de kleine velden op de Noordzee. De contracten met Gasterra zijn meestal van het type: Gasterra levert wat de bedrijven nodig hebben (voor hun klanten), tegen een redelijk hoge prijs per kubieke meter. De afname is dus niet van te voren bekend, maar hangt af van het verbruik van de afnemers en dat hangt natuurlijk weer vooral af van het weer. Het Slochterenveld fungeert daarmee als een soort ventiel, zoals het is komen te heten. Onderpand Die garanties die Gasterra vroeg zijn best wel fors; altijd geweest. De energiebedrijven moesten een bankgarantie overleggen ter waarde van de afname van gas gedurende twee of drie wintermaanden. De bank garandeerde dan de betaling door het energiebedrijf van het gas dat gedurende de winter wordt afgenomen. Bedrijven die garanties overlegden mochten achteraf betalen. Ze moesten dan betalen de negentiende van de maand na de maand waarin het gas is afgenomen. Bedrijven die de garanties niet kunnen of willen afgeven moesten vooraf betalen. Nu is het stellen van bankgaranties voor de grote energiebedrijven als Nuon, Essent en Eneco niet zo’n probleem. Banken zijn al gauw bereid om de garanties te stellen, waarbij de bedrijven allerlei activa kunnen inbrengen als onderpand. Bedrijven die beschikken over netten zitten er helemaal warmpjes bij. Die netten zijn miljarden waard en kunnen dus goed als onderpand dienen. Het bezit van die netten werd mede om deze reden als een vorm van kruissubsidie gezien, in het splitsingsdebat. Grote energieconcerns hebben bovendien vaak een kredietlijn bij de bank lopen, wat mogelijk ook kan dienen als geruststelling voor het veeleisende Gasterra. De kosten voor het verkrijgen van die garanties zullen voor de grote concerns relatief laag zijn. Maar het stellen van garanties wel een probleem voor de nieuwkomers in de energiemarkt, met name die bedrijven die al enige omvang hebben gekregen. Zij kunnen weinig activa inbrengen terwijl de waarde van het gasverbruik in de winter wel al op enkele tientallen miljoenen euro's ligt. Banken zijn niet happig om hen de felbegeerde bankgaranties te 94
verstrekken, of ze willen dat alleen maar doen tegen hoge kosten. Die bankgaranties of waarborgen die Gasterra vroeg werden door de nieuwkomers op de markt op dan ook op een gegeven moment gezien als een belangrijke toetredingsdrempel en als een factor die leidde tot een ongelijk speelveld. Het weerhield nieuwkomers ervan de markt te betreden en zij die dat toch deden hadden een groot concurrentie-nadeel ten opzichte van de grote concerns. De ACM kon zich wel vinden in dit standpunt en wist op een gegeven moment te voorkomen dat Gasterra de eisen nog verder opschroefde. Het bedrijf wilde de garanties verhogen van de waarde van twee maanden gasverbruik naar drie maanden. Rexwinkel heeft er voor gepleit om de kosten voor Gasterra in geval van een faillissement te socialiseren; dat wil zeggen om te slaan over alle afnemers van energie in Nederland. Maar hier is het nooit van gekomen. Liquiditeit Gasterra heeft ook wel enige reden om garanties te stellen. De liquiditeitspositie van een energiebedrijf kan flink afnemen na een strenge winter. Dat komt omdat de inkomsten van een energiebedrijf door het jaar heen constant zijn terwijl de uitgaven sterk fluctueren. Klanten betalen immers een vast bedrag per maand, middels voorschotnota’s. Dit terwijl het verbruik van gas in de winter natuurlijk veel hoger ligt dan in de zomer. Dit heeft als gevolg dat de liquiditeitspositie van de energiebedrijven sterk op en neer gaat gedurende het jaar. Ze geven in de zomer veel minder uit dan ze binnen krijgen (stijgende kaspositie) terwijl ze in de winter veel meer uitgeven dan ze binnenkrijgen. Hieronder een schematische voorstelling van de ontwikkeling van de liquiditeitspositie bij een energiebedrijf. De cijfers op de y-as (als er miljoenen euro's achter gedacht worden) komen ongeveer overeen met die van Greenchoice in het jaar 2013. Op de x-as de maanden van het jaar
95
Aan het begin van de maand komen de voorschotnota’s binnen, en aan het einde van de maand betaalt het bedrijf de rekening voor de inkoop van gas, (en die van elektriciteit maar dat is een veel minder grote kostenpost). In oktober zijn de uitgaven net zo groot als de inkomsten; daarna neemt de liquiditeit af.
Controle Dit is dus de ontwikkeling van de liquiditeit als het bedrijf aan het einde van een bepaalde maand betaalt voor het gas dat in die maand is verbruikt. Als een bedrijf vooraf moet gaan betalen verslechtert die nog verder . Dan wordt de liquiditeitspositie van het bedrijf in de maand april negatief, met als gevolg dat lopende uitgaven niet meer betaald kunnen worden. Vandaar het belang om achteraf te mogen betalen. Het onder controle krijgen van die schommelende liquiditeitspositie is derhalve een van de grote uitdagingen van een energiebedrijf. Niet gek ook dat er bij tijd en wijle door de energiesector gepleit wordt voor afschaffing van de voorschotnota’s en verzending van nota’s die gebaseerd zijn op het werkelijk verbruik. Dit was tot nog toe echter zo goed als onmogelijk omdat energiebedrijven geen inzicht hebben in het verbruik van individuele klanten per maand. Met de komst van de slimme meter kan dit mogelijk veranderen. Dan kan de stand iedere maand op afstand door de bedrijven worden uitgelezen. Iets wat de komst van realistische maandelijkse nota’s ook kan gaan bevorderen is Europese wetgeving, die min of meer voorschrijft dat nota’s gebaseerde zijn op het werkelijke verbruik. Lift Zover is het nog niet. Vooralsnog zijn de kleine bedrijven nog aan het worstelen met hun liquiditeitspositie door het jaar heen. Niet gek dus dat veel kleine partijen aansluiting zochten bij de grote energieconcerns ten behoeve van de inkoop van gas, en ook wel voor de aankoop van stroom. Daar klopten ze vaak toch al aan omdat ze steun zochten voor ingewikkelde back-office activiteiten als het uitvoeren van de programma-verantwoordelijkheid. Zo hebben 96
we gezien dat zowel de oprichters van Durion als die van de Nederlandse energiemaatschappij bij Rexwinkel op de koffie gingen. Oxxio vond onderdak bij Centrica, de voormalige Britse gasmonopolist; waarmee de aanvoer van gas verzekerd was. De Nederlandse Energiemaatschappij kwam eerst bij ONS, toen bij RWE en nog later bij Dong terecht. Het spreekt vanzelf dat de dochters van grote Nederlandse energiebedrijven dit soort taken aan het moederbedrijf overlieten. Zo liftte Energiedirect mee met moeder Essent en MKB Energie met Eneco. En Greenchoice sloot zich dus eerst aan bij ONS en toen bij Eneco.
97
19 - Rexwinkel spijtloos over verkoop, markante tuinderskoppen ploffen neer op zijn bank
De Belgische tuinders ploften op de zwarte leren bank van Rexwinkel neer. Verweerde gezichten, knoestige handen, een getergde blik. Helemaal naar Rotterdam waren ze komen rijden, toen ze miljoenen dreigden te verliezen door een naderend faillissement van Anode. Toen Rexwinkel koffie serveerde kwam Anode-directeur Eric van Teeffelen binnenlopen. De hond werd door Judith naar een andere kamer gedirigeerd. De sfeer was ijzig gespannen. De tuinders zaten er geharnast in. Ze zouden niet weggaan voordat er zekerheid was over hun geld, zo hadden ze zich voorgenomen. Op straat voor de terrasdeuren stonden plukjes leerlingen met elkaar te praten, onwetend over het miljoenenspel dat zich aan de andere kant van de deuren afspeelde. Spijtloos Tot op de dag van vandaag houdt Rexwinkel vol dat de verkoop van een belang van 30% in Greenchoice aan Eneco in 2007 geen slechte zaak was. Dat wekt verbazing want de twee partijen hebben sinds 2007 alleen maar ruzie gemaakt; met de ene rechtszaak na de andere tot gevolg. Eneco eiste in 2012 voor de Ondernemingskamer zelfs dat de aandelen van de drie oprichters zouden worden afgepakt. Volgens Rexwinkel heeft Greenchoice echter per saldo geprofiteerd van de verkoop. Ten eerste is dat door de ontwikkeling van de stroomprijzen. Die prijzen daalden in de jaren na 2008. Als Greenchoice toen niet via Eneco stroom had kunnen inkopen was het waarschijnlijk in grote problemen gekomen, zo stelt Rexwinkel. Dat komt omdat energiebedrijven van te voren stroom inkopen op de termijnmarkt; voorheen een jaar of twee jaar van te voren. Ze zitten dus ‘long’. Als de prijs daalt hebben ze tegen een hoge prijs ingekocht en moeten ze tegen een lagere prijs verkopen. Nu is de prijs voor consumenten wel aardig sticky (kleverig, zeg maar). Het wil zeggen dat de prijs niet zo snel omlaag gaat. Maar de banken gaan dan ineens allerlei zekerheden eisen en zelfs daaraan kan een bedrijf kapot gaan. Want het bedrijf moet die zekerheden (margin calls) wel op kunnen brengen. Geenchoice zat meer long dan andere energiebedrijven. Die andere bedrijven hadden langzaam hun positie teruggebracht omdat ze vonden dat ze er teveel risico mee liepen. Hierdoor gingen bedrijven korter van te voren inkopen; dus één jaar in plaats van twee jaar van te voren. Greenchoice had dat niet gedaan en had dus meer last van de dalende prijzen dan andere energiebedrijven. Omdat Greenchoice via Eneco was gaan inkopen hoefde het 98
echter niet van die hoge hoge margin calls af te geven. Tuinders Anode is er ook bijna aan onderdoor gegaan. Anode nam energie van de Belgische tuinders af tegen een vaste, hoge prijs, maar de prijzen daalden flink in die tijd. Dus Anode kon de stroom alleen met verlies kwijt, en kon daardoor niet meer aan zijn financiële verplichtingen richting de tuinders voldoen. Van Teeffelen stelde een plan op waarbij een deel van de financiële verplichtingen zou worden nagekomen en een deel niet. De ongeveer 70 tuinders accepteerden het voorstel niet en eisten een betalingsregeling inclusief 2,5 miljoen euro voor toekomstige schade en ze eisten dat de leveringscontracten half april 2010 beëindigd zouden worden. Als Van Teeffelen dat niet zou accepteren zou die de aandelen van Anode België en Anode Nederland moeten overdragen aan de WON, de organisatie waarin de tuinders zich in verenigd hadden. Daar ging Van Teeffelen weer niet mee akkoord. Anode België werd in juni 2010 failliet verklaard. De tuinders gingen naar de rechter. Die zaak heeft zich jaren voortgesleept. In die jaren is er gesproken over deelname van Greenchoice in Anode, om het bedrijf op te been te houden, zo zegt Rexwinkel. Van Teeffelen en de tuinders kwamen bijeen in het huis van Rexwinkel om een oplossing te vinden. Apart volk, die tuinders. "Markante koppen, waar je een schilderij van zou kunnen maken", zo zei Rexwinkel. "Maar wel aardige lui". Greenchoice zou de helft van het verlies van ongeveer 5 miljoen euro op zich nemen. In ruil daarvoor zou het bedrijf een meerderheidsbelang in Anode krijgen. Van Teeffelen zou nog ongeveer 20% houden. De tuinders gingen echter niet akkoord; ze wilden geen enkel verlies nemen, net als particuliere beleggers nooit verlies willen nemen. "In de zakenwereld is echter een wat andere houding vereist", zo zei Rexwinkel. "Als je weet dat je verlies gaan leiden kun je er beter voor kiezen om dat verlies zoveel mogelijk te beperken." Het plan faalde dus. De tuinders gingen onverrichter zake weer naar huis, nog meer dan voorheen vastbesloten om via het gerecht hun gelijk te halen. Ze namen een advocaat in de armen die de zaak zoveel mogelijk opklopte en die hoog spel speelde om er zoveel mogelijk voor de tuinders uit te halen. Dat is faliekant mislukt. Uiteindelijk is Van Teeffelen er goed uitgesprongen, doordat hij een klinkende overwinning in de rechtszaal behaalde. Gasgaranties Prijsfluctuaties zijn dus één reden waarom Greenchoice volgens Rexwinkel geprofiteerd heeft van Eneco. Ten tweede zijn er de gasgaranties. Zonder die garanties, die Eneco volgens de overeenkomsten met Greenchoice moest stellen, had Greenchoice Gasterra vooruit moeten betalen, in plaats van achteraf (zie het vorige hoofdstuk). Daarmee was de liquiditeitspositie van het bedrijf in gevaar gekomen. Hoewel er altijd gedonder over de gasgaranties is geweest zijn ze uiteindelijk wel (bijna altijd) gesteld. Het jaar waarin ze niet zijn gesteld was toevallig 99
een jaar met een zachte winter, waardoor Greenchoice niet in problemen kwam. Ook het feit dat later in aandeelhoudersvergaderingen veel beslissingen door Eneco zijn tegengehouden vindt Rexwinkel opmerkelijk genoeg geen groot bezwaar, zo zei hij in 2013. De projecten waar Eneco ‘nee’ tegen zei in de aandeelhoudersvergadering van Greenchoice werden doodleuk opgepakt door Van Rexwinkel binnen het kader van EnergieConcurrent, het gezamenlijke bedrijf van Rexwinkel, Van Rees en Appeldoorn. Daar hingen in 2014 zo’n tien tot vijftien projecten onder. "Daar zie ik toekomst in". Er kwam echter een hoop gedonder van. Nagel Volgens Rexwinkel heeft Greenchoice dus voordeel gehad bij de verkoop, hoewel het ieder jaar weer een gevecht was om de garantie-overeenkomst voor elkaar te krijgen. Maar vraag is of Rexwinkel niet slechts een beslissing van toen probeerde goed te praten. Immers er kan net zo goed gezegd worden dat Eneco de nagel aan de doodskist was van het bedrijf. De partijen maakten alleen maar ruzie en stonden in de jaren vanaf 2009 voortdurend voor de rechter. Eneco blokkeerde het ene na het andere investeringsplan van Greenchoice en er was voortdurend gedonder over betalingen over en weer en over die gasgaranties. Greenchoice had er waarschijnlijk goed aan gedaan niet in zee te gaan met Eneco. De situatie werd helemaal hopeloos toen Eneco in 2012 naar het gerecht stapte om de drie directeuren bij het bedrijf weg te krijgen. Daar kwam bij dat begin 2014 de holding Energie Concurrent begon te wankelen nadat Van Rees een rechtszaak tegen Rexwinkel had opgestart. Van Rees had dat waarschijnlijk nooit gedaan zonder de expliciete of impliciete steun van Eneco. Maar hier staat tegenover dat de samenwerkingspartners niet voor het oprapen lagen. Verschillende overnamegesprekken waren immers toen al mislukt. De verkoop van 30% aan Eneco was nog z'n beetje de enige overgebleven optie. Het beste zou wellicht nog zijn geweest als de samenwerking met het Deense Dong was gelukt of als een partij van buiten de energiesector was ingestapt.
100
20 - Zonnende krakers in de ramen van het Batavierhuis, wie moet er directeur worden?
'Die verdomde krakers. Mooi leventje hebben die', dacht Rexwinkel. 'De hele godganse dag hangen ze in de open ramen te zonnen met een biertje in de hand, of ze scharrelen wat rond in de grote nagenoeg lege ruimtes van het gebouw, waar dan onder het mom van kunst iets geproduceerd wordt’. Rexwinkel, staande voor het raam van zijn eigen kantoor, laat zijn oog begerig dwalen over het pand schuin aan de overkant van de straat, waar de krakers hun luizenleventje leiden. ‘Het heeft allure en het is een stuk ruimer dan het pand waar ze nu in zitten. Het zou perfect zijn als nieuw kantoor voor het snelgroeiende Greenchoice. Alleen wat te doen met die krakers?’
Het pand in de Duivenvoordestraat
Krakers Nadat Greenchoice uit het jasje van het woonhuis van Rexwinkel was gegroeid betrok het eind 2002 een verdieping aan de Duivenvoordestraat, niet ver van het G.W Burgerplein. De verdieping werd samen gehuurd met het IT-bedrijf Databased van Bart Beekhuizen. Databased werd in 2004 geheel in de Greenchoice-organisatie geïntegreerd. Het bedrijf ging werd de IT-afdeling van Greenchoice; de andere activiteiten werden afgestoten. 101
In 2006 werd een echt pand betrokken: het zogenaamde Wyt-gebouw, aan de Pieter de Hoochweg 111, nabij de Coolhaven. Ook dat pand werd al weer snel te klein. Het souterrain werd verbouwd zodat er een extra werkplek kwam alsmede een kantine voor de werknemers en een bovenverdieping aan de achterzijde van het pand werd betrokken. "De in het raam zittende en van de zon genietende krakers voor het pand aan de overzijde van de straat trekken onze aandacht", zo schreef Rexwinkel later in een boekje. Greenchoice besloot tot aankoop over te gaan van het pand op nummer 108 ondanks de krakers. Het pand werd het Batavierhuis genoemd. Vroeger was er het hoofdkantoor van de Batavierlijn gevestigd, een scheepvaartlijn tussen Rotterdam en Londen. Die lijn was onderdeel van de bekende onderneming Wm. H.Müller & Co, die geleid werd door de Rotterdamse ondernemer Kröller. We kennen deze namen natuurlijk nog van het bekende kunstmuseum in Otterloo. Die statige sfeer van vroeger ademde het pand nog steeds uit. Greenchoice kocht het pand in 2009 voor 1,2 miljoen euro, inclusief de krakers. 'Daar zou wel een oplossing voor komen', zo dacht de directie.
Het nieuwe kantoor van Greenchoice in het ochtendgloren
Het Batavierhuis moest echter nog flink verbouwd worden. De originele details werden natuurlijk zoveel mogelijk behouden. De afspraak met de krakers was dat ze er tijdens de verbouwing in mochten blijven zitten, maar dat ze de bovenste verdieping zouden vrijmaken. Daar werd dan gestart met de verbouwing en langzaam zou naar beneden gewerkt worden. Elektriciteit en gas kregen ze gratis van Greenchoice, het was immers een energiebedrijf. De 102
krakers stemden toe. Ze hadden echter geen rekening gehouden met het feit dat bouwvakkers de neiging hebben nogal vroeg te beginnen. De krakers waren binnen twee maanden verdwenen. Ze kwamen nog wel naar de opening in januari 2011. "Wat is onze vergoeding?" , vroegen ze nog. "We hebben in het pand geïnvesteerd." Bleek er ergens in een hoek van een grote ruimte een krakkemikkig doucheje te staan. Terugtocht De verbouwing koste veel energie en werd ook weer uitgevoerd door een bedrijf van iemand die Rexwinkel kende: Bosporus-bouw, van een Turk die gevestigd was op de Beukelsdijk, vlak bij waar Rexwinkel woonde. Er was echter geen aannemer of architect of iets dergelijks. Het oude pand aan de overkant van de Pieter de Hoochweg werd wel behouden. En dat was maar goed ook. Want het nieuwe pand werd al weer snel te klein. De bovenste verdieping van het oude pand werd in eerste instantie verhuurd, maar later weer terug gehuurd. Op de eerste verdieping werd een deel terug gehuurd, waar voorheen een architect gezeten had. Het pand zou later, toen de rechtbank bij Greenchoice een nieuwe directeur parachuteerde, weer helemaal vol komen. Onder hem nam het aantal personeelsleden toe met 50%, van 110 naar 160. Afgesproken was met Eneco dat de drie directeuren in ieder geval tot 2010 bij het bedrijf zouden blijven werken. In 2010, toen die drie jaar bijna om waren, maakte Van Rees duidelijk dat hij er mee wilde gaan stoppen. Hij wilde een sabbatical. Later tijdens een procedure zou Van Rees zeggen dat hij wilde terugtreden vanwege de administratieve onregelmatigheden die aan het licht waren gekomen. Hij had die aangekaart bij de andere directieleden, maar die hadden niets met de opmerkingen gedaan. Volgens Rexwinkel is dit een leugen. Van Rees wilde alleen maar minder gaan werken volgens hem. Maar Rexwinkel zei ook dat Van Rees wist wat er aan de hand was. Dat laatste kan betekenen dat Van Rees zich wel degelijk om die reden terug wilde trekken.
103
Stijlvolle trap
Parttime-directeur De motivatie van Rob van Rees leek al wat te zijn wegge-ebt na de verkoop van een deel van zijn belang in Greenchoice, waarna hij zo’n 10 miljoen kon bijschrijven op zijn rekening. En het liefst verkocht hij heel zijn belang. Er werden gesprekken gevoerd over verkoop van het resterende belang van Van Rees aan de andere twee aandeelhouders, Rexwinkel en Appeldoorn. Die gesprekken kwamen redelijk ver; er is zelfs nog ooit een notariële akte opgesteld. Maar uiteindelijk klapte de deal omdat de heren het niet eens konden worden over de prijs. Van Rees eiste volgens Rexwinkel op het laatste moment meer geld en betaling ineens, en dat konden Rexwinkel en Appeldoorn zich niet permitteren. Maar feit was dat algemeen directeur Van Rees wilde stoppen. De vraag kwam aan de orde wie er dan algemeen directeur moest worden. Freerk Bisschop, de eerdere directeur van Echte Energie, werd aangezocht. Maar daar ging minderheidsaandeelhouder Eneco niet mee akkoord. Bisschop was namelijk eerder met slaande ruzie weggegaan bij Eneco, waar hij terecht was gekomen met de overname door Eneco van Econcern. Van Rees was altijd een geschikte algemeen directeur geweest. Het leiden van de vergaderingen deed hij goed en hij was natuurlijk het gezicht naar buiten. Het idee kwam op om Van Rees dan maar algemeen directeur voor één dag in de week te maken. Maar dit werd geblokkeerd door de Raad van Advies, die Greenchoice in het leven had geroepen. Overigens was de voorzitter van de Raad van Advies Gerrit Jan Zijlstra, die ook voorzitter van de Raad van Commissarissen van Econcern was. Hij zou later, in 2014, door de curatoren van 104
Econcern aansprakelijk worden gesteld voor de schuldenberg die Econcern had achtergelaten. Aanpoten Rexwinkel wilde iemand uit de eigen organisatie. Hij was zelf op dat moment directeur Business Development. Hij had bovendien de IT-afdeling onder zijn hoede genomen, nadat Bart Beekhuizen er begin 2010 mee gestopt was. Beekhuizen wilde een vergelijkingssite opzetten en later wellicht een energiebedrijf op gaan richten in Frankrijk, een project wat faliekant mislukte. Ook ging Beekhuizen tussendoor nog een aantal maanden met sabbatical. “Het is altijd de vraag hoe mensen terug komen van zo'n verlof maar Beekhuizen maakte duidelijk dat hij niet meer aan het hoofd van de IT-afdeling wilde staan.” Het is de vraag waarom hij dat niet meer wilde. Hij is toen minder gaan werken, onder Rexwinkel op de ITafdeling. John Appeldoorn was Commercieel-directeur, maar dat werd in de praktijk meer Operationeel directeur. Hij was verantwoordelijk voor de klantenservice, personeelsbeleid en netbeheerderszaken. Egbert Willekes was sinds 2007 financieel-directeur.
Fernanda de Bruijn
Rexwinkel had niet zo veel zin om algemeen directeur te worden. Hij was er naar eigen zeggen niet de man voor. Hij was al erg dominant en als hij dan ook nog de baas van heel de toko zou worden zou hij helemaal oppermachtig worden. Een directie moest volgens hem gebalanceerd zijn, zoals het dat tot dan toe was geweest. Hij citeerde Steve Jobs, die ergens in de biografie die over hem verschenen is zegt dat een directie uit drie personen moet bestaan. Rexwinkel was voor de optie om iemand uit het management-team (de laag onder de directie) algemeen directeur te maken. De Raad van Advies van Greenchoice zag dit ook wel zitten. Bas Waldekker, hoofd Greenchoice Zakelijk, zou het kunnen worden, zo dacht Rexwinkel, of operationeel manager Fernanda de Bruijn. Maar hiermee ging Eneco ook niet akkoord. En de Raad van Advies begon uiteindelijk toch ook moeilijk te doen over een 105
interne kandidaat. Er zat dus niets anders op dan dat Rexwinkel algemeen-directeur werd. In eerste instantie deed hij het nog samen met Van Rees. Die laatste was de directeur naar buiten en Rexwinkel was dat intern. Zo kreeg de pers geen lucht van de bestuursperikelen bij Greenchoice. Begin 2011 stopte Van Rees er helemaal mee. Rexwinkel was toen algemeendirecteur, directeur Business development en hoofd IT. "Het was effe aanpoten."
Ontwikkeling aantal klanten Greenchoice* jaar
aantal klanten
2003
65.000
2004
95.000
2005
125.000
2006
160.000
2007
200.000
2008
230.000
2009
260.000
2010
285.000
2011
325.000
2012
365.000
2013
375.000
*volgens Rexwinkel
Greenwashing Maar toch ging het begin 2011 hartstikke goed volgens Rexwinkel. En er was wel reden om tevreden te zijn. Greenchoice kreeg de ene prijs na de ander; van de Consumentenbond en van de Vereniging Eigen Huis. Het aantal klanten steeg naar ruim 300.000. De afdeling IT draaide begin 2011 op rolletjes, zo vond Rexwinkel zelf althans. Het koste weinig tijd meer. Denis Slieker nam in april van dat jaar de taken op het gebied van Business Development over van Rexwinkel en Rexwinkel kon zich storten op zijn algemeen directeurschap. Slieker (1974) was in 2011 bij Greenchoice aan komen waaien. Hij was directeur van Climate Neutral Group en oprichter van onder meer Face The Future; dat zijn bedrijven die CO2compensatie aanbieden voor vervuilende activiteiten als het verbruiken van energie. Face-the106
future legde daarvoor bossen aan in Ecuador en in Tanzania. Ook stond Slieker aan de wieg van het duurzaam auto-verhuurbedrijf Greenlease, daarna onderdeel van Terbergleasing. Dat bedrijf stelde klanten eveneens in staat bomen te planten ter compensatie van hun CO2uitstoot.
Denis Slieker Greenchoice was zelf één van die bedrijven die CO2-compensatie aanbod voor het verbruik van gas door de klanten. Voor klanten die van Greenchoice gas afnamen werd ieder jaar 10 hectare bos aangelegd, zo stond er op de website van Greenchoice. Het ging op een bepaald moment slecht met Face-the-future. Het bedrijf, waar vijf mensen werkten, trok toen in bij Greenchoice, dat 50% van de aandelen in handen kreeg. Greenchoice kon de activiteiten van Face-the-future goed inpassen. Slieker werd in april 2011 voor 50% van de tijd team-leider Business Development van Greenchoice en voor 50% van de tijd bleef hij directeur van Facethe-future. Rexwinkel had zelf ook een CO2-compensatiebedrijf opgezet: Forest for ever. Dat bedrijfje was in handen van zijn vader. Het richtte zich op de aankoop van bossen in Brazilië, in het Amazone-gebied. Michiel Rexwinkel is er regelmatig naar toe gegaan (later meer).
107
21- Veel nieuwe stelletjes na uitje in Parijs, maar zakelijke Franse avonturen mislukken faliekant Met slaperige hoofden kwamen de medewerkers van Greenchoice rond acht uur de eetzaal binnen lopen. Hier en daar vormden zich stelletjes die nauwelijks verholen lieten blijken dat ze samen een geweldige nacht hadden gehad. 'OK, dat wist ik niet', denkt Rexwinkel bij zichzelf. Greenchoice was een jong bedrijf dus het is wel logisch dat er heel wat afgevoosd werd op een fuif zoals deze in Parijs. Avonturen Rexwinkel wilde energie gaan leveren in België en Frankrijk. Eneco hield allerlei investeringsprojecten in de aandeelhoudersvergadering tegen. Het bedrijf vond die te risicovol maar Rexwinkel was er van overtuigd dat Eneco dat alleen maar deed om Greenchoice de voet dwars te zetten. Rexwinkel is toen binnen de holding EnergieConcurrent, waar Eneco niets over te zeggen had, zelf energieprojecten op gaan zetten. Zo werd er een windmolenproject in Schotland opgezet, werd er geïnvesteerd in waterkrachtcentrales in Frankrijk, samen met International Hydro, en was er een project in Duitsland dat uit de plaatsing van drie molens in de omgeving van Berlijn bestond. Die tweebladige molens zouden afkomstig zijn van het Nederlandse bedrijf WES, dat weer voortbouwde op de molens zoals Henk Lagerweij die al vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw in de markt had gezet. De projecten zouden later tot veel onenigheid leiden met Van Rees, die niet zo veel zag in deze risicovolle projecten en die meer geneigd was zich neer te leggen bij de wensen van Eneco. Het is nooit tot de levering van energie in België en Frankrijk gekomen. Voor België was een leveringsvergunning verkregen, voor Frankrijk niet. Toch heeft Greenchoice nog een kantoortje gehad in Orléans. Uitje Het hoofd van de IT afdeling, Bart Beekhuizen, wilde een vergelijkingssite opzetten in Frankrijk, en daarna mogelijk een leveringsbedrijf. Hij huurde een kantoortje in de Franse stad en huurde iemand in: een Nederlander die in Frankrijk woonde. Beekhuizen is daar in de jaren 2009, 2010 en 2011 mee bezig geweest, maar het is nooit wat geworden. In 2010 was er een uitje van heel het duurzame energiebedrijf naar Parijs, ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van Greenchoice. Een deel van de werknemers dook daar lekker gezellig het bed in met elkaar. Het feestje moet een lieve duit gekocht hebben. Het doet daarmee denken aan het grote driedaagse feest van Econcern op Malta, eind 2008, niet lang voordat het bedrijf ten onder ging. Greenchoice ging niet failliet, maar dat er zaken toen al fout aan het lopen waren werd snel duidelijk. Met duurzaamheid had het allemaal niet zo veel meer te 108
maken. Rexwinkel greep het feest in Parijs aan om een bezoek te brengen aan het kantoortje van Beekhuizen in Orléans en schrok. Hij zag dat het niets zou worden. Bart had geen controle over het project. Rexwinkel heeft naar eigen zeggen het bloeden gestelpt door het mes te zetten in de uitgaven. Het heeft Greenchoice volgens Rexwinkel enkele tonnen gekost. Uiteindelijk hebben de nieuwe bestuurders Van Westen en Denis Slieker er pas in 2012 definitief de stekker uit getrokken. Beekhuizen was teleurgesteld, maar hij begreep het wel, zo zei Rexwinkel. Handel en wandel Al eerder had Beekhuizen een site voor Greenchoice opgezet: Energievergelijken.nl. Die kwam in 2010 negatief in het nieuws, na een onderzoek naar vergelijkingssites door de ACM. Die concludeerde dat de site niet onafhankelijk was omdat de eigenaar, Beekhuizen, op de loonlijst van Greenchoice stond. Ook financierde Greenchoice de site, wat niet duidelijk was voor bezoekers. "Er deugde niets van", zo zegt Maya van der Steenhoven die destijds bij de ACM verantwoordelijk was voor dit dossier en het opmaken van het rapport. Bezoekers die hun gegevens invulden op de site kwamen altijd op een aanbod van Greenchoice uit. Het bedrijf bood bovendien lage, zogenaamd vaste prijzen aan, maar die prijzen werden stiekem verhoogd nog voordat de termijn van het contract om was. De site werd uit de lucht gehaald, maar opmerkelijk genoeg kwam die in 2012 weer terug. Het verhaal op de nieuwssite voor de energiesector Energeia was dat de banden met Greenchoice waren doorgesneden, maar Beekhuizen werkte nog steeds voor Greenchoice (of beter: weer) en had trouwens ook aandelen in het bedrijf. De site werd gerund samen met vier anderen. Intussen was Beekhuizen samen met zijn partners begonnen met een Europese variant: The Switch Company. "In Frankrijk is het lastig klanten winnen, maar in Polen heeft het bedrijf mogelijk meer succes", zo vertelde Beekhuizen in 2014 in café Loos in Rotterdam. "Daar is de vrije energiemarkt nog maar net op gang gekomen." Blijkens filmpjes op de site richtte het bedrijf zich ook op Friesland en Denemarken. Opvallend is dat de vergelijkingssite Greenprices.nl in handen is van dezelfde vijf mensen: Bart, Marc-Peter, Elger, Maikel en Ricardo. Die site was vroeger van Econcern en is waarschijnlijk na het faillissement van dit bedrijf, in juni 2009, overgenomen van Econcern. De andere site van Econcern, Energieprijzen.nl, werd door Arjin van As, die inmiddels bij Eneco terecht was gekomen, voor miljoenen verkocht aan Sanoma. Daarmee verdiende Eneco meteen een groot deel terug van het totale bedrag dat het voor de restanten van Econcern had betaald. Van As had bij het naderende faillissement van Econcern snelde bestanden van de site op een CD-rom laten branden zodat hij die, waar hij ook naar toe zou gaan, altijd bij zich zou hebben. Hij beshouwde Energieprijzen.nl als zijn geesteskind.
109
Handig Op de site Greenprcies.nl worden alleen de voornamen van de vijf uitbaters genoemd, waarschijnlijk om te voorkomen dat er al te snel een link wordt gemaakt met de eigenaren van de andere sites. Het is kenmerkend voor de manier waarop mensen als Beekhuizen te werk gaan. Een beetje op de achtergrond rommelen met de systemen zodat ze op een stiekeme manier overal een slaatje uit kunnen slaan, waarbij de regels zoveel mogelijk omzeild worden en snel kan worden weggedoken indien er gevaar dreigt. Het beeld doemt op van een kleine scharrelaar, een handige flikker (figuurlijk gezien), die echter als hoofd IT van Greenchoice perfect op de hoogte moet zijn geweest van alle administratieve processen binnen Greenchoice, en waarschijnlijk actief heeft meegewerkt aan de bouw van de geautomatiseerde systemen van dit bedrijf.
110
22 - Lang voordat ACM ingreep was al duidelijk dat er van alles niet deugde aan Greenchoice
September 2009. Fernanda zag de postbode komen. Het was dezelfde postbode als die van enkele jaren geleden. "Ik kom u bedanken", zo had hij toen gezegd. "Ik heb een bonus ontvangen omdat ik het meeste post van alle postbodes in Nederland heb bezorgd". Het was in de tijd van de administratieve chaos. Evelien maakte die dag in september, enkele jaren later, de verse zak met post open en sorteert de post, zoals ze iedere dag deed. Er zat een 'rode kaart' tussen. Iemand wilde dat Greenchoice niet langer automatisch zou incasseren. Ze liep er mee naar de kamer van Appeldoorn. "Wat moet hiermee gebeuren?", zo vroeg ze. "Gooi maar weg", zei Appeldoorn. Greenchoice trok zich niets aan van rode kaarten. De automatische incasso werd gewoon doorgezet als iemand die opstuurde. Er was veel meer mis met Greenchoice in die tijd. Het bedrijf ging gewoon door met de incasso van een groot bedrag, zelfs als een klant had aangegeven dat de jaarafrekening waar die incasso op gebaseerd was helemaal niet klopte. Greenchoice weigerde verder een onjuiste rekening aan te passen als de klant daar om vroeg, zelfs als de klant met bewijzen kwam omtrent de door hem aangedragen beginstanden en de eindstanden van de energierekening en, het ergste, Greenchoice had een trucje bedacht om te voorkomen dat klanten overstapten naar een ander energiebedrijf. Dat zijn ernstige beschuldigingen. En ze kloppen want de genoemde gedragingen van Greenchoice zijn allemaal door mij persoonlijk zo ervaren. Ik heb er uitgebreid over geschreven op de website Energieenwater.net. Hieronder een samenvatting van die verhalen. Het verhaal van Greenchoice wordt nu dus wat persoonlijker. Dat is om aan te kunnen tonen wat er allemaal fout zat.
Rode kaart In april 2008 was ik van Amsterdam naar Den Haag verhuisd. Voorjaar 2009 kreeg ik mijn eerste jaarafrekening. De standen van de elektriciteitsmeter klopten, maar die van de gasmeter niet; zowel de beginstanden als de eindstanden waren verkeerd. Over die beginstanden kon echter geen misverstand bestaan, want die had de makelaar opgeschreven op een formulier ten tijde van de aankoop van het huis. Volgens Greenchoice moest ik 577 euro bijbetalen terwijl ik eigenlijk geld tegoed had. Het bedrag zou in vijf dagen worden afgeschreven. Je denkt in al je naïviteit dat je dan even moet bellen en dat het dan opgelost wordt. Niet dus. Ik mailde dat Greenchoice de incasso moest stopzetten en ik mailde het bedrijf de 111
juiste standen met het verzoek om de rekening aan te passen. Het bedrag werd echter tot mijn verassing gewoon afgeschreven. Ik liet het storneren en belde het bedrijf. De dame aan de andere kant van de lijn beloofde me dat ze de rekening zou gaan aanpassen. Een tijdje later kreeg ik inderdaad een nieuwe jaarafrekening. Nu klopten de eindstanden wel maar de beginstanden nog steeds niet. Nog maar eens bellen. Enfin, om een lang verhaal kort te maken, wat ik ook belde of mailde, de rekening werd niet aangepast. Een medewerker vertelde me dat de netbeheerder, dat was in mijn geval Stedin, toestemming moest geven om de meterstanden aan te passen en dat die toestemming uitbleef. Was het werkelijk zo? En waarom gaf Stedin dan geen toestemming? Ik had nog een digitale versie van het formulier dat de makelaar had opgemaakt bij aankoop van het huis waarop de beginstanden opstonden opgestuurd, dus er kon geen twijfel over de juistheid van die standen bestaan. Toen ik eind dat jaar nog steeds geen fatsoenlijke jaarafrekening had stuurde ik een rode kaart op om de automatische incasso door Greenchoice te blokkeren. Denkt u dat het bedrijf zich iets aantrok van die rode kaart? Nee dus. Toen ging ik de termijnbedragen maar storneren zo gauw ze waren afgeschreven. Verlossing Ik had het email-adres van Michiel Rexwinkel, van de tijd dat ik nog bij nieuwsdienst Energeia werkte. Ik stuurde hem een mailtje waarin ik zo vriendelijk mogelijk de hele geschiedenis uitlegde. Hij antwoordde en schreef terug dat "dit de moeilijkste zaken zijn omdat de netbeheerder zich soms echt hard opstelt". "De netbeheerder zegt: Dit zijn de standen waarop wij de oude bewoner hebben afgerekend en daarmee klaar. Ze willen geen correcties naar het verleden doen." Rexwinkel beloofde er in te duiken. Het hielp. In oktober kreeg ik een nieuwe nota met de juiste eind- en beginstanden. Een flinke maand later kreeg ik een bedrag, inmiddels een stuk lager dan de oorspronkelijke vordering door de ingehouden termijnbedragen, op mijn rekening gestort. Eind goed, al goed. Dacht ik. Maar het was nog niet het einde van mijn vervelende ervaringen met Greenchoice. Dong Want ondertussen had ik het wel gehad met Greenchoice en ik besloot om over te stappen naar een andere energiebedrijf. Het werd na enig vergelijkingswerk het Deens energiebedrijf Dong; dat leek me wel OK. Ik vulde het formulier op de website in waarmee ik aangaf te willen overstappen naar Dong. Na een tijdje kreeg ik bericht dat ik niet kon overstappen omdat ik een vast contract had bij Greenchoice, dat nog niet verlopen was. Maar ik had geen vast contract! Ik belde nog even naar Greenchoice en de dame aan de andere kant van de lijn bevestigde dat ik geen vast contract had. Sterker nog, de medewerker vertelde me dat bij Greenchoice iedereen altijd kon overstappen zonder opzegtermijn. Het was allemaal wel heel raar dit. Zou Greenchoice expres de overstap tegenhouden door te stellen dat ik een contract met bepaalde duur had? Het zou toch niet.
112
Hallo bakker Uiteindelijk, na het sturen van vele mailtjes met stoere taal, ben ik dan alsnog overgezet naar Dong. Dat gebeurde per 1 april 2010. Ik dacht: het zal mij niet weer overkomen dat de standen van de eindafrekening niet kloppen dus ik stuurde de meterstanden op de dag van de overstap op naar zowel Stedin, Dong als Greenchoice. De eindafrekening volgde even later. Maar, u raadt het al: de eindnota klopte weer niet. De eindstand voor het gebruik van gas bij Greenchoice was 800 kubieke meter hoger dan die in werkelijkheid was. Ik heb natuurlijk Greenchoice gebeld. Die stelde dat ik bij Dong moet zijn, omdat die de standen heeft aangeleverd. Dat is wel wat ik verwacht had, want ik wist dat het er zo aan toeging in de energiemarkt. Iemand wiens eindafrekening niet klopt na een overstap moet bij de nieuwe energieleverancier aan de bel trekken. Zo was het geregeld in energieland. Dat is natuurlijk raar. Stel dat dit in andere markten ook zo zou zijn, dan ziet u hoe absurd het is. U gaat naar de bakker. “Hallo bakker. Vroeger haalde ik mijn brood bij een andere bakker. Die stuurde echter een rekening die niet klopt. Kunt u hem alstublieft aanpassen?” Daar komt het ongeveer op neer. Fiets Maar goed; er zat niets anders op, dus ik heb gedaan wat er van me verwacht werd. Ik belde naar Dong. Een medewerkster kwam met het bekende verhaal. De netbeheerder Stedin wilde de standen niet aanpassen. In haar computer stonden de standen zoals ik die netjes had doorgegeven, maar die waren genegeerd door de netbeheerder. Die kon ze niet aanpassen en ik moest maar gewoon de rekening betalen. Absurd natuurlijk. De netbeheerder besluit op eigen houtje om standen vast te stellen die nergens op slaan en ik zou verplicht zijn om die standen te accepteren en de rekening die op basis daarvan wordt gemaakt te gaan betalen? Ik zou Greenchoice dus 400 euro meer moeten betalen dan het bedrag dat ik hen verschuldigd ben? Zoals verwacht ging Greenchoice gewoon door met het incasseren van het bedrag dat ik volgens hen verschuldigd zou zijn. Een rode kaart hielp niet, zo had ik ervaren. Dan maar meer drastische maatregelen. Op een zaterdag fietste naar het kantoor van ABN Amro in het centrum van de stad, het enige kantoor dat op zaterdag open was. Het was te gek voor woorden. Eind goed, niet al goed Eindelijk was Dong dan toch bereid om de standen aan te passen. Het bedrijf meldde dat de eindafrekening zou worden aangepast. Er was een correctie bij Stedin aangevraagd en Stedin had die correctie doorgevoerd. Toen kon Greenchoice natuurlijk niet achterblijven. Ik meldde Greenchoice half juni dat Dong had toegezegd de standen aan te passen. Reactie van Rozemarijn de Blaaij van de helpdesk (letterlijk citaat): "Mocht uw eindstanden niet kloppen dient u contact op te nemen met uw nieuwe leverancier. Onze eindstanden zijn de beginstanden van uw nieuwe leverancier." Terwijl ik dus zojuist gemeld dat Dong had toegezegd om de standen aan te passen. De Blaaij had dus niet eens
113
de moeite genomen mijn mail te lezen voordat ze antwoordde.
Vergrijp Het feit dat Greenchoice op oneigenlijke gronden een overstap tegenhield is natuurlijk een ernstige zaak. Woordvoerder Jurjen Algra van Greenchoice gaf destijds de volgende verklaring voor het mislukken van de overstap. Alle klanten krijgen volgens hem een bepaalde einddatum mee als ze worden in gevoerd in het zogenaamde 'contract controle protocol'. Dit is een database waarin alle huishoudens staan en waarin de einddatum van hun contract staat. Energiebedrijven weten dan of klanten die zich bij hen aanmelden kunnen worden overgezet. Volgens Algra móet er een datum worden ingegeven, ook als het contract geen einddatum heeft. En er zijn nogal wat van die contracten. Dat zijn de contracten die mensen ten allen tijden kunnen opzeggen. Er kan volgens Algra echter niet zoiets worden ingevuld als ‘flexibel contract’ of ‘ten alle tijden opzegbaar’. Dat zou betekenen dat bij iemand die wel altijd kan opzeggen de einddatum van de volgende maand moet worden ingegeven en dat die datum dan iedere maand herzien moet worden, van alle klanten. Dat was een hoop werk. Hier had Greenchoice echter geen zin in, vandaar dat een einddatum in de toekomst is ingegeven. Dat zou een datum een jaar later zijn, aldus nog steeds Algra. Klopt dit verhaal? Volgens Maya van der Steenhoven, die destijds bij de ACM werkte, klopt er niets van. Energiebedrijven hadden wel degelijk de mogelijkheid om in de systemen aan te vinken dat iemand een flexibel contract had. Andere energiebedrijven hadden immers geen last van dit probleem terwijl bedrijven als Nuon en Essent honderdduizenden klanten met een flexibel contract hadden. Van oudsher heeft namelijk iedereen een flexibel contract. Alleen mensen die waren overgestapt naar een ander energiebedrijf konden een contract met bepaalde duur hebben. Van der Steenhoven had het nagevraagd bij andere bedrijven en die was het ook opgevallen dat switches vanuit Greenchoice altijd geblokkeerd werden. Het lijkt er derhalve op dat Greenchoice inderdaad met een truc voorkwam dat mensen over konden stappen. Als die klanten vervolgens Greenchoice belden dan kregen ze volgens Van der Steenhoven te horen dat er een fout in het systeem zat, zoals ze ook kregen te horen bij andere klachten. Volgens Van der Steenhoven was dit blokkeren van switches slechts een van de vele manieren waarop Rexwinkel en de zijnen fraudeerden. In mijn geval lag de einddatum van het contract trouwens meer dan een jaar in de toekomst, zo had de medewerker van mijn nieuwe energiebedrijf Dong verteld, en niet een jaar zoals Algra gezegd had. Dit duidt er ook op dat Algra loog. Toen ik de uitleg van Algra later voorlegde aan Rexwinkel moest hij er eerst smakelijk om lachen, toen corrigeerde hij zichzelf en trok hij zijn gezicht in de plooi.
114
Echt onderzoek In die tijd kwam de ACM met de jongste resultaten van een onderzoek naar de klantenservice van de energiebedrijven. Ieder kwartaal kwam de toezichthouder met de resultaten van een nieuwe peiling, die was ingesteld naar aanleiding van de administratieve chaos van 2005. In juni 2010 werden de uitkomsten gepresenteerd; het onderzoek was uitgevoerd door Newcom. Van alle bedrijven die al vaker in het onderzoek waren meegenomen scoorde Greenchoice het slechtst. Het rapportcijfer was een 4,7, terwijl het gemiddelde slechts een 5,1 was. De conclusies van Newcom logen er niet om. Het aantal mensen met klachten dat vond dat hun klacht goed werd afgehandeld was bij Greenchocie het laagst; het aantal klanten dat drie maanden of langer moest wachten op de afhandeling was het hoogst, het aantal klanten dat belde en dat iemand aan de lijn kreeg met verstand van zaken was het laagst en de medewerkers van Greenchoice bleken volgens de klanten het vaakst onduidelijk te zijn en hun afspraken niet na te komen (slechts 15% kwam de afspraken na). Nog slechter dan Greenchoice scoorden overigens de nieuwkomers in het onderzoek: de Nederlandse Energiemaatschappij, Centrica en Essent-dochter Energie-direct. Klachten bleken overigens het vaakst te gaan over de jaarafrekening, de eindafrekening (bij overstappen of verhuizen) en de meterstanden die als basis voor de afrekening worden gehanteerd. Twee andere grote problemen waren 'ongewenste switches' (mensen worden overgezet zonder dat ze het zelf wilden) en contractuele problemen. Ongewenste overstappen kwamen relatief vaak voor bij Energie-direct. Verder was het opvallend dat met name klanten van Greenchoice en Eneco klaagden over de marketing door deze bedrijven en dat klanten van Delta ontevreden waren over de mogelijkheden om persoonlijke gegevens aan te passen. De klachten waren door de energiebedrijven zelf aangeleverd. Niet bekend is in hoeverre zij nog een selectie konden maken, voordat ze de gegevens overlegden aan de toezichthouder. Daar zijn wel twijfels over gerezen. Maar de resultaten van het onderzoek van de ACM kwamen dus in ieder geval overeen met mijn eigen ervaringen met Greenchoice. Telefoon Een stukje over het ACM-onderzoek verscheen op Energieenwater.net. Die week kreeg ik een telefoontje van Rexwinkel. Hij weigerde te geloven dat de klantenservice van zijn bedrijf zo slecht is als ik stelde dat die was, ook als was er geen woord gelogen van de berichten zoals ik die geschreven had. Ook kon hij zich niet vinden in de conclusies van het onderzoek van de ACM naar de klachtenafhandeling van Greenchoice. Andere onderzoeken wijzen volgens Van Rexwinkel uit dat klanten van Greenchocie tevreden zijn. Het is inderdaad zo dat Greenchoice steeds goed naar voren kwam in onderzoeken van bijvoorbeeld de Consumentenbond of de Vereniging Eigen Huis. Een mogelijke verklaring hiervoor was dat de enquêtes van deze organisaties vooral ingevuld worden door mensen die al jaren klant zijn van de bedrijven en die verder niets doen. Dus bijvoorbeeld niet gaan verhuizen, geen vragen hebben, hun rekeningen netjes betalen en niet al te nauwkeurig 115
nakijken, etc. Als je geen wijzigingen doorgeeft en netjes je facturen betaalt heb je nooit te maken met de klantenservice van het bedrijf en dan heb je geen reden om ontevreden te zijn. Daarnaast stelden die onderzoeken van de belangenclubs waarschijnlijk niet al te veel voor. Rexwinkel stelde dat de verhalen op mijn website schadelijk zijn voor het bedrijf. Ja, dat kan zijn, maar dat is natuurlijk geen reden om ze niet te publiceren. We spraken af dat ik langs zou komen voor een interview. We gingen een visje eten op het Heemraadsplein.
116
23 - Brabantse boeren, Rotterdamse vis, kwade bedoelingen, de schuldvraag en lastige (kookgas-) klanten
Juli 2010, Een mooie warme dag. Ik kwam aan op het Heemraadsplein te Rotterdam. Het was lang geleden dat ik er geweest was, misschien wel twintig jaar. Ik had er gewoond als student, samen met andere studenten. Het was op de bovenste verdieping van een statig hoekpand. In het souterrain en op de bagane-grond was een hoerentent gevestigd. Soms als de bel ging en we van bovenaf met een touwtje de deur opentrokken kwam er een hoerenloper de trap op strompelen. Die had dan verkeerd gebeld. Het plein zag er wat beter uit dan in mijn tijd, zo leek het. Op het plein stond nu een gebouwtje waar een visboer in zat. Niet ver van het Heemraadsplein was de Coolhaven, waar ik ook had gewoond. Dat was weer vlak bij de Pieter de Hooghweg waar Greenchoice zat. De Heemraadssingel moet voor Rexwinkel een soort levenslijn zijn geweest bedacht ik me. De lange singel verbond zo'n beetje de kantoren van Greenchoice aan de ene kant van de singel met het huis van Rexwinkel aan de andere kant.
Viswinkel op Heemraadsplein
Visje Kortom, het voelde vertrouwd aan, daar in Rotterdam. Het werd nog vertrouwder, want toen Rexwinkel kwam aanlopen herkende ik hem. Ik wist natuurlijk dat Rexwinkel baas was van 117
Greenchoice en ik wist zo'n beetje hoe hij eruit zag. Ik had bij Energeia regelmatig contact met hem gehad. Maar toen hij kwam aanlopen realiseerde ik me pas dat ik hem kende omdat we beiden op dezelfde Middelbare school hadden gezeten: het Strabrecht College in Geldrop. Hij zat een klas hoger dan ik. Ik herinnerde me hem omdat hij van die hoge wenkbrauwen heeft. Ik ging toen veel om met een groepje jongens. U weet hoe dat gaat. Je noemt ze je vrienden maar eigenlijk zijn het geen vrienden. Je moet toch wat tijdens de lange pauzes en al die uitvallende lessen op school. Die luitjes, boeren eigenlijk, deden nogal kinderachtig. Ze trokken hun wenkbrauwen op als ze Rexwinkel tegenkwamen, op een overdreven manier. Ooit zette een van hen, de leider van het stel, zelfs een luciferhoutje tussen hun ogen. Te kinderachtig om er veel aandacht aan te besteden. Maar ja, je weet niet wat voor invloed dat op iemand heeft. Misschien is het wel een van de oorzaken dat het later zo ontzettend uit de hand gelopen is. Dan zouden Adri uit Kreijl, Niek uit Sterksel en Tedje van Es uit Geldrop aan de basis hebben gelegen van de latere bijnaondergang van Greenchoice. Dat Greenchoice bijna ten onder zou gaan wist ik toen natuurlijk nog niet. Het was 2010. We bestelden vis en Rexwinkel vertelde over zijn vrouw en zijn vier kinderen en ik had bewondering voor hem. 'Hij heeft het goed gedaan', dacht ik en ik voelde iets van jaloezie. We hadden hetzelfde uitgangspunt. Na de middelbare school in Geldrop waren we allebei economie gaan studeren in Rotterdam. 'Maar hij heeft nu miljoenen op de bank en ik ben maar een armzalige journalist', dacht ik. Nadat de visjes weggewerkt waren gingen we naar het Wyt-gebouw, het kantoor aan de Pieter de Hooghweg tegenover het Batavierhuis, waar het officiële deel van het interview kon beginnen.
118
Wyt-gebouw
Intenties Rexwinkel was redelijk open tijdens het interview. Hij vertelde over het windmolentje dat hij op zijn huis had geplaatst. "Heb je daar dan geen vergunning voor nodig?" "Ja", zei Rexwinkel, maar hij had hem geplaatst zonder er een aan te vragen. Bravoure dus. Hij zei dat de intenties in de energiemarkt waren veranderd. In de eerste jaren na de opening van de markt in 2001 was het een markt geweest van techneuten. De intenties waren goed, maar de systemen moesten nog opgebouwd worden. 'Hoe kunnen we de markt vrijmaken? Hoe kunnen we er voor zorgen dat mensen zo makkelijk mogelijk kunnen overstappen?' Dat waren de vragen die toen speelden. In 2004 was de energiemarkt echter een markt van marketeers geworden. Het adagium was toen: 'Hoe kunnen we overstappen zo lastig mogelijk maken?' De systemen waren toen volgens Rexwinkel wel op orde, maar de intenties waren niet meer zo goed. Ik vroeg het hem ronduit, met in het achterhoofd de problemen die ik zelf met Greenchoice had gehad: "Is het nodig om de grenzen van de wet op te zoeken om te overleven?" Het was een stelling die meer en meer opgeld deed in de energiewereld, zo had ik gehoord. Ik had alleen niet verwacht dat ook een bedrijf als Greenchoice zich er door liet infecteren. Rexwinkel beaamde echter dat het zo was. USP Bedrijven moeten een unique selling point hebben, maar voor elk bedrijf geldt dat het een beetje moet rommelen om groter te worden, zo stelde Rexwinkel. Voorbeelden bij uitstek zijn 119
het vroegere Durion, later opgegaan in Oxxio, en de Nederlandse Energiemaatschappij (NEM); bedrijven die de energiemarkt volgens Rexwinkel verziekt hebben. Klanten van Durion huurden zelfs een vliegtuigje om de mensen te tonen hoe corrupt het bedrijf was. De NEM zocht steeds weer de grenzen op, eerst bij verkoop aan de deur en later middels marketingacties. Rexwinkel vertelde dat hij niets heeft met dit bedrijf, maar dat hij dat dan weer wel bewondert in Harald Swinkels en zijn maat Pieter Schoen. Het was het eerste bedrijf dat grote groepen mensen wist over te halen om over te stappen. Rexwinkel beklaagde zich er toen, in 2010, over dat het nieuwe marktmodel nog niet was vastgelegd in wetgeving. Dat nieuwe marktmodel omvatte onder meer de formele invoering van het zogenaamde leveranciersmodel. Ik heb het er eerder in deze reeks over gehad. Het leveranciersmodel houdt in dat mensen maar één rekening krijgen, waarop zowel de kosten voor het netbeheer als die voor de levering van energie staan. Die rekening wordt gestuurd door de leverancier, die dus de netbeheerkosten namens de netwerkbeheerder int. De leverancier sluist deze netwerkkosten vervolgens door naar de netbeheerder. Het heeft als voordeel dat klanten die overstappen naar nieuwkomers nog steeds maar één factuur krijgen, waarmee een belemmering om over te stappen is weggehaald. Het nieuwe marktmodel was onderdeel van de Slimme meterwet, die in de Eerste Kamer was gestrand. De Eerste Kamer had moeite met de privacy-aspecten van de slimme meter. Het leveranciersmodel was dan niet wettelijk maar wel de facto al ingevoerd. Klanten kregen allemaal slechts één rekening: voor zowel de leveringskosten als de netwerkkosten. En dit leidde tot een ongelijk speelveld, zo vond Rexwinkel. De grote bedrijven kregen namelijk een stevige vergoeding van het eigen netwerkbedrijf voor de incasso. Nieuwkomers als Greenchoice kregen deze vergoeding niet. Vooral Eneco zou zich hier in negatieve zin onderscheidde. Dat bedrijf verdiende miljoenen door incassokosten in rekening te brengen bij Stedin, die die kosten vervolgens rustig doorberekende aan alle eigen klanten, of ze nu afnemer waren van Eneco of niet. Een ander aspect van de wet was dat de leveranciers verantwoordelijk zouden worden voor de meterstanden. Dat wilde zeggen dat de leveranciers de meterstanden zouden kunnen aanpassen als dat nodig, zonder dat daar nog de netbeheerder aan te pas zou komen. Volgens Rexwinkel wilde de netbeheerder vaak niet instemmen met andere meterstanden en leidde dit tot veel problemen bij de facturatie. Greenchoice kon de rekening niet aanpassen, ook al had de klant aangegeven dat de standen van de netbeheerder niet klopten. Dit was het argument wat Greenchoice had gebruikt toen het mijn rekening niet wilde aanpassen. 'We wilden de rekening wel aanpassen maar we mochten het niet van de netbeheerder'. Maar klopte dit verhaal wel? "Het is een hel", zo zegt Van Rexwinkel. Stedin is de grootste boef Ook hier onderscheidde Stedin zich volgens hem weer in negatieve zin. De klanten stuurden standen op naar de netbeheerder, meestal via zo'n meterstandenkaartje dat één keer in het jaar 120
in de bus viel. Bij Stedin werden standen van klanten die niet binnen een bepaalde bandbreedte vielen er automatisch uitgegooid. Dan werden de eigen schattingen van Stedin daarvoor in de plaats gesteld. Die standen werden dan opgestuurd naar de leverancier, die daar de factuur op baseerde. Die standen bleken vaak nergens op te slaan. Een witte raaf was volgens Rexwinkel Liander (onderdeel Alliander, het voormalige netwerkbedrijf van Nuon). Die keek eerst naar de standen als er iets niet leek te kloppen. Dat kon zinvol zijn, want een veel voorkomende fout was dat klanten ook de cijfers 'achter de komma' (op het telraam in de meterkast) invulden op de meterstandenkaart terwijl die weggelaten moesten worden. Dat zag je in één oogopslag. Ook gebeurde het vaak dat een huis een tijdje leeg stond na een verhuizing zodat het verbruik daardoor relatief laag was. Dan was er dus een goede verklaring van 'afwijkende' standen. Rexwinkel wilde Liander niet ophemelen, want ook dit bedrijf maakte fouten, maar ook anderszins onderscheidde deze netwerkbeheerder zich in positieve zin. Als een nieuwe bewoner in het gebied van Liander zich niet aanmeldde bij een energiebedrijf dan wees Liander hem op álle energiebedrijven waarvan hij klant kon worden. In tegenstelling tot Stedin die de nieuwe bewoners een contract van Eneco onder de neus duwde. Rexwinkel wond zich er erg over op, wat hem waarschijnlijk de drive gaf om door te gaan. Hij had die week de schrik van zijn leven gekregen toen bleek dat de grote bedrijven aan het polsen waren of niet toch het netbeheerdersmodel ingevoerd kon worden, waarbij dus de netbeheerders een eigen rekening naar alle klanten sturen en de netbeheerders verantwoordelijk zouden blijven voor de meterstanden. Ook met de vernietiging van de splitsingswet door het Gerechtshof van Den Haag was Van Rexwinkel niet blij, zo liet hij weten. Greenchoice is altijd een groot voorstander van de splitsing geweest. Eneco zal zich uiteindelijk opsplitsen, zo dacht Rexwinkel, maar dit zou weer drie jaar langer duren. Hij begreep niet dat semi-overheden op die manier tegen het beleid van de landelijke overheid tekeer aan het gaan waren. Schuld We hadden het natuurlijk ook over de problemen die ik had gehad met zijn bedrijf en over de uitkomsten van het onderzoek van de ACM. Die problemen waren de schuld van Stedin, die de rekeningen niet wilde aanpassen, zoals hij ook aan de telefoon had beweerd. Vreemd was echter dan wel dat Greenchoice doorging met de incasso zelfs nadat ik had aangegeven dat de standen niet klopten. Je kunt die incasso dan tenminste stil zetten. Vraag is daarnaast of Greenchoice echt de rekening niet kon aanpassen zonder toestemming van de netwerkbeheerder, of dat het bedrijf zich simpelweg verschool achter de netbeheerder. Er stond nergens in de wet dat een energiebedrijf toestemming nodig had van de netbeheerder om standen aan te passen als het evident duidelijk was dat de standen niet klopten. Er stond wel in de wet dat de cijfers op de 'meetinrichting' leidend waren en dat daar de rekening op gebaseerd moest worden. Greenchoice had gewoon mijn standen kunnen gebruiken in plaats 121
van die van de netbeheerder en dan de juiste rekening kunnen opsturen. Rexwinkel dacht dat zijn bedrijf fouten maakte, maar niet dat de organisatie in zijn geheel niet deugde. En het gesprek met mij was zeker niet bedoeld om de negatieve publiciteit om te buigen in meer positieve verhaaltjes. Anderen stonden daar weer heel anders in. "Je gaat toch niet met hem praten", zo had Algra in 2010 tegen Rexwinkel gezegd. Maar dat ging die dus wel doen. Lastige klanten Later zou Rexwinkel zeggen dat ik een 'lastige klant' was. Zo werd dat gezien bij het energiebedrijf. Een lastige klant is dan waarschijnlijk iedereen die zijn factuur een beetje napluist op fouten en die niet meteen blind het bedrag overmaakt omdat hij er niets van snapt of omdat hij de tijd niet heeft om er in te duiken. En er was volgens Greenchoice bij mij sprake geweest van de ‘wet van Murphy’; alles wat fout kon gaan ging ook fout. Dat was dan wel heel toevallig; dat dat net bij mij gebeurde. Greenchoice had nog een paar van die lastige klanten. De bekende zonne-energie specialist Peter Segaar van PolderPV was ook zo’n gast. Segaar woont in een blok met huurwoningen in Leiden, die zijn aangesloten op het stadsverwarmingsnet. Maar er is ook gas, want er wordt gekookt op gas. In het woonblok wemelt het van de meterkasten, want voor ieder huis moet het verbruik van warmte, elektriciteit, water en gas gemeten worden. Wat gebruikt een huishouden aan gas als hij dat alleen voor het koken gebruikt? Niet veel, een paar kubieke meter per jaar. Segaar neemt dus een heel klein beetje gas af en Greenchoice was hiervan de leverancier. Greenchoice gaat er vanuit dat mensen veel gebruiken in de winter en weinig in de zomer, zoals het geval is bij mensen die het huis met het gas verwarmen. Maar voor iemand die het gas alleen voor het koken gebruikt gaat dat dus niet op; die heeft een gelijkmatig patroon. Omdat prijzen variëren door het jaar heen, heeft het gebruikte profiel invloed op de kosten. We hebben het dan eerder over eurocenten dan over euro's of tientallen euro's. Toch ontstonden hierover ieder jaar weer discussies. Als Peter drie medewerkers had gehad kwam hij bij Rexwinkel terecht. Die moest dan toegeven dat hij gelijk had. "Het liep altijd mis bij Peter. Zijn redenering klopte altijd”, zo zegt Rexwinkel, die het naar eigen zeggen wel leuk vond om het probleem op te lossen. En dan was het opgelost en dan begon het gezeik het jaar daarna weer van voren af aan. Maar Segaar kwam wel regelmatig naar de jaarlijkse bosdag van Greenchoice. Dan emmerde hij lang met Rexwinkel over de problemen die hij had met het kookgas en over andere factureringszaken en aspecten van de energiemarkt.
122
Jaarlijkse bosdag Rexwinkel stelde echter dat een bedrijf blij moet zijn met lastige klanten omdat het daar veel van kan leren. Een management dat daar niet voor open staat komt volgens hem geen steek verder. Zo zouden na mijn klacht over het negeren van de rode kaart de procedures zijn aangepast, zo stelde Rexwinkel in 2014. "Pas erop", zo zou Rexwinkel gezegd hebben tegen zijn medewerkers, "mensen hebben het recht om de automatische incasso stop te zetten, ook als wij nog geld van ze tegoed hebben". "Maar als we het toch incasseren, dan hebben we het toch?", zo werd er dan volgens Rexwinkel dan tegengesputterd. Hij legde de schuld dus duidelijk bij anderen in het bedrijf, net zoals hij de schuld voor de foute factuur bij anderen had gelegd.
123
24 - Tribunes Kassa zaten vol. Leveranciers verscholen zich ten onrechte achter netbeheerders Nu was ik natuurlijk niet de enige die een probleem had met de eindnota, of de jaarnota. Het programma Kassa van de Vara besteedde in april 2010 een hele uitzending aan het onderwerp en de tribunes in de studio zaten vol met mensen die hetzelfde probleem hadden: de nota klopte niet en tegelijkertijd lukten het deze mensen niet om die aangepast te krijgen. Directeur Peter Plug van het energieonderdeel van de ACM was uitgenodigd om tekst en uitleg te geven. Ook Arjin van As van de vergelijkingssite Greenprizes was te gast in de uitzending. "Netbeheerders weigeren de standen aan te passen als ze denken dat die niet juist zijn", zo zei Van As. Naadje Ik wilde wel eens het naadje van de kous weten, en regelde een interview met de ACM. Edwin Edelenbos en Pauline Gras van de ACM legden me het uit tijdens dat interview in mei 2010, in de sombere kantoortoren van de ACM in Den Haag. Hoe ging het volgens hen in zijn werk? Netbeheerders maakten schattingen van het jaarverbruik van kleine afnemers, het zogenaamde SJV (standaard jaarverbruik) geheten. Als de stand die de klant doorgaf aan zijn leverancier binnen een bepaalde marge lag rond die schatting 'mocht' de leverancier de stand van de klant overnemen. Stel dat de schatting van de stand op enig moment 13.000 kWh was. Dan kon de leverancier de stand zelf aanpassen zolang de stand waar de klant mee kwam tussen bijvoorbeeld 11.500 en 14.500 kWh lag. Als de stand echter buiten de marges viel dan moest de netbeheerder eerst toestemming geven voor het aanpassen van de meterstanden, zo was de afspraak binnen de sector. Als de netbeheerder weigerde de standen aan te passen dan was de klant dus de pineut. Blijkbaar gebeurde dat dus veel, gezien de volle tribunes bij Kassa.
124
ACM-toren in Den Haag "Als de netbeheerder weigerde om de standen aan te passen dan konden mensen de netbeheerder verzoeken om iemand langs te sturen", zo zei Plug in de uitzending. Dat wist echter niemand en niemand vroeg daar naar. Dat was niet gek. Het probleem van deze aanpak was dat mensen vaak pas te horen krijgen dat de netbeheerder de stand niet wil aanpassen, maanden of zelfs jaren na de dag waarop die stand betrekking had. Dat gebeurde namelijk pas bij het opmaken van de eindafrekening of de jaarrekening. De beginstand op die rekening was de stand van een jaar of wat geleden en die was niet meer te achterhalen, zelfs niet als iemand langs kwam. Het was nog erger. De netbeheerder weigerde zelfs de standen aan te passen als die binnen de door henzelf gehanteerde bandbreedte lagen, zo bleek tijdens de uitzending. "Blijkbaar waren hier misverstanden over", zo zei Plug. Hij wilde de misverstanden uit de weg ruimen en zei dat hij met de bedrijven om tafel ging zitten om nog eens uit de doeken te doen wanneer de bedrijven de meterstanden van de klant konden gebruiken en wanneer niet. Aan de problemen zou overigens volgens Plug definitief een einde komen met de komst van de digitale meter. Want zo'n meter (ook wel slimme meter genoemd) leest de meterstand op afstand af, op het moment van een overstap, of het opmaken van de jaarrekening.
Putjesgravers Al eerder waren de energiebedrijven op het matje geroepen vanwege de administratieve chaos 125
(zie hoofdstuk 9). Met die uitzending van Kassa kregen die problemen een soort van rationele verklaring. Het grote probleem was dat de netbeheerder als een spil in het facturatieproces was, terwijl de netbeheerder eigenlijk niet zoveel met de facturatie te maken heeft. Mensen betalen voor de, door hen afgenomen hoeveelheid energie en die wordt geleverd door de energieleverancier; die ook niet voor niets ‘leverancier’ heet. De leverancier levert de goederen die gekocht worden en waarvoor dus betaald moeten worden. De netwerkbeheerder is primair verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud van de infrastructuur. Het is, een beetje oneerbiedig gesproken, een kabel- en leidingenboer. Het is dus raar dat die putjesgravers zo'n centrale rol in het facturatie-proces kregen. Schoenmaker houd je bij je leest! De afnemer zou eigenlijk alleen met die energieleverancier van doen moeten hebben als hij de rekening betaalt. Maar die netbeheerder speelde dus nog steeds een cruciale rol. Die mocht de standen 'vaststellen', zoals dat heet. Dat lijkt een triviaal punt, maar dat woordje 'vaststellen' had grote betekenis in de energiewereld. Op de vastgestelde standen moest de rekening zijn gebaseerd. Daar ging althans iedereen van uit. En bij dit vaststellen van de standen ging het vaak fout. Want als de standen teveel afweken van de schattingen van de netbeheerder dan gebruikte die netbeheerder dus doodleuk de eigen schattingen, zoals uit de uitzending van Kassa bleek. Maar er kunnen goede redenen zijn voor een afwijking tussen de schatting van de netbeheerder en het daadwerkelijke verbruik. Die schattingen waren een soort extrapolatie of gemiddelde van het historische verbruik. Maar er kan natuurlijk altijd iets gebeuren waardoor het verbruik drastisch verandert. Als de samenstelling van een huishouden verandert kan het verbruik ook omhoog of omlaag schieten. Zo daalt het verbruik drastisch als een energieslurpende tiener het huis uit gaat, of als een relatie stuk gaat, waarna het huishouden nog maar uit één persoon bestaat. Er kan een nieuw, kleiner, huishouden in de woning zijn gaan wonen. Want zelfs met nieuwe bewoners hielden de netbeheerders geen rekening. Mensen kunnen hun huis geïsoleerd hebben, of ze hebben zonnepanelen op het dak gelegd, waarna de meter terugloopt als de zon schijnt, etc. De netbeheerder had hier echter niets mee te maken, zo vond die zelf. Netbeheerders stuurden vaak geen meteropnemer meer langs. Daar waren ze te lui voor of daar wilde het moederbedrijf geen geld meer voor uittrekken. Mensen moesten zelf de meterstandenkaart invullen. Vervolgens zei de netbeheerder dan: 'Sorry, maar die standen kloppen niet. We hebben het doorgeven van de standen wel aan u overgelaten, maar u weet er eigenlijk niets van. We weten het beter.' Dat klopt natuurlijk niet.
Meetinrichting De klant kreeg een verkeerde rekening, ging klagen bij de leverancier en die laatste wilde de 126
rekening vervolgens niet aanpassen omdat toestemming van de netbeheerder uitbleef. Dit was dan de verklaring van de markt voor het feit dat er zo veel fout ging. Toch klopt dit verhaal ook weer niet helemaal. Iedereen ging er namelijk vanuit dat de rekening gebaseerd moest zijn op de door de netbeheerder vastgestelde standen, maar dit was helemaal niet zo. Overal in wet- en regelgeving stond dat de rekening gebaseerd moest zijn op 'wat de meetinrichting aangeeft', dus wat er daadwerkelijk aan standen op de meter stond. Er kan worden vanuit gegaan worden dat de klant, voordat hij zijn meterstandenkaartje invulde, eerst op de meter kijkt. De standen die de klant doorgeeft zijn derhalve 'wat de meetinrichting aangeeft', en niet de standen van de netbeheerder. Natuurlijk, er zullen best mensen zijn geweest die af en toe gesmokkeld hebben, maar dat zal zich waarschijnlijk niet in grote getale hebben voorgedaan. Leveranciers hadden dus gewoon die eigenzinnige netbeheerder kunnen negeren en de standen van de klant kunnen overnemen. Dat deden ze niet. En daar hadden ze wellicht ook wel weer belang bij. Als iemand die overstapte van Nuon naar Oxxio een rekening kreeg met een veel te hoge eindstand, dan had netbeheerder Liander (onderdeel van Nuon) er geen belang bij om die stand naar beneden bij te stellen. Het moederbedrijf zou dan geld mislopen. Verder hadden netbeheerders er belang bij dat het overstappen tot veel administratieve problemen leidden omdat dit mensen ervan zou weerhouden om over te stappen. Ten slotte verscholen nieuwe leveranciers zich zelf waarschijnlijk ook ten onrechte achter de netbeheerders als dit hen zou uitkwam. De nieuwe leverancier vermeldde een te lage beginstand of een te hoge eindstand op de eindafrekening. De klant ging klagen en de leverancier weigerde de standen aan te passen met als argument dat de netbeheerder daar geen toestemming voor gaf, terwijl dit laatste mogelijk helemaal niet het geval was. De leverancier had wellicht niet eens contact gezocht met de netbeheerder.
Citaten Zie hier enkele citaten die bewijzen dat de stand op die van de energiemeter gebaseerd moest zijn: De omvang van de getransporteerde energie wordt vastgesteld 'op basis van de gegevens verkregen met behulp van de meetinrichting van de contractant'. (Algemene voorwaarden voor aansluiting en transport elektriciteit kleinverbruikers, art 12,1) En: 'Eénmaal per jaar, maar ook als u overstapt naar een andere leverancier of wanneer u verhuist, ontvangt u van uw leverancier een gespecificeerde rekening die gebaseerd is op uw daadwerkelijk verbruik zoals dit door de meters is gemeten.' (Toelichting algemene voor-waarden) En: 'De standen van een meter die voldoet aan de IJkwet, zijn bindend voor u en voor de 127
leverancier (en voor de netbeheerder).' (Toelichting algemene voorwaarden) En: 'De netbeheerder gebruikt voor zijn facturen voor u de meterstanden die afkomstig zijn van de erkende meetverantwoordelijke. Krijgt hij niet tijdig de goede gegevens van de erkende meetverantwoordelijke, dan mag de netbeheerder geschatte standen gebruiken. Krijgt de netbeheerder later echter alsnog de goede standen, dan moet hij tot correctie overgaan.' (Toelichting algemene voorwaarden) En (bij een switch): 'De beoogde nieuwe leverancier vraagt bij de desbetreffende aangeslotene de meterstand(en) op die betrekking heeft(hebben) op de beoogde switchdatum'. (Informatiecode 2.7.4)
Energiemeter Sommige klanten durfden het aan om hun geschil met het energiebedrijf voor de rechter te brengen. Die mensen hadden een rekening gekregen waarop de beginstand veel te laag was ingeschat, waardoor de klant dus veel meer moest betalen aan zijn laatste energiebedrijf dan wat hij verbruikt had. Zie maar eens te bewijzen dat de stand door het energiebedrijf een jaar of wat geleden veel te laag is ingeschat. Dat is lastig; mensen waren nog niet gewoon een foto met datum van de energiemeter te nemen ten tijden van een overstap. De rechter oordeelde echter dat de bewijslast bij het energiebedrijf lag. In één zaak oordeelde de rechter dat de klant niet gebonden was aan de codes, de afspraken zoals die in de energiesector gemaakt waren. Dus of energiebedrijven al dan niet hebben afgesproken dat schattingen leidend zijn als de afwijking te groot is doet niet ter zake. Een klant was dan ook 128
niet gedwongen om een rekening te betalen die was gebaseerd op een stand als die stand volgens hem fout was. Dat was een heel logische uitspraak want afnemers zijn natuurlijk nooit bij het maken van die afspraken betrokken geweest en hebben nooit hun handtekening daar onder gezet. De afspraken of codes zijn ook niet omgevormd tot wetten, die aangenomen zijn door het Parlement, hoewel er wel ergens in de wet staat dat de sector codes moet opstellen, die door de ACM moeten worden goedgekeurd. Boerenverstand Daarnaast is het natuurlijk gewoon boerenverstand dat een rekening gebaseerd moet zijn op het daadwerkelijk afgenomen verbruik. Niemand kan gedwongen worden om te betalen voor een hoeveelheid die groter is dan hij daadwerkelijk heeft gekocht. Dat zou tegen alle fundamentele regels van de vrije markteconomie zijn. Stel dat het in een andere markt wel het geval was. Dan krijg je deze situatie: Klant: 'Ha, die bakker. Kan ik even die broden afrekenen die ik vanochtend heb meegenomen?' Bakker: 'Ja hoor. Even denken: u heeft zes broden afgenomen; dat is tien euro.' Klant: 'Nee, het waren vijf broden, ik heb ze thuis nog liggen.' Bakker: 'Nee mijn schatting is dat het zes broden waren. U neemt namelijk altijd zes broden af. U moet dus zes broden betalen.' Klant: 'Maar echt bakker, het waren vijf broden, de oudste is het huis uit, we eten wat minder.' Bakker: 'Niets mee te maken. Het gaat om mijn schatting, zo hebben we dat nu eenmaal afgesproken als bakkers onder elkaar.' Klant: 'Ik betaal voor vijf broden.' Bakker: 'Dan stuur ik een deurwaarder op u af.' Vervang bakker door energieboer en broden door eenheden energie, en u heeft de situatie zoals die zich daadwerkelijk voordeed. Klanten hebben rechtszaken moeten voeren om deurwaarders van zich af te slaan. De ACM had trouwens ook duidelijk gesteld dat een energiebedrijven 'een tijdige, volledige en
juiste rekening' moesten opstellen. De energierekening moest dus gewoon juist zijn. Reconciliatie Maar er is weer een nuance. Er was mogelijk echter wel echt een probleem voor leveranciers die de juiste standen wel wilden gebruiken bij het opmaken van de factuur, maar die te maken hadden met een weerbarstige netbeheerder. Dit heeft te maken met het ingewikkelde vraagstuk van reconciliatie. Energiebedrijven krijgen geld van de klant voor de energie die ze leveren, maar ze moeten natuurlijk ook afrekenen voor de door hen ingekochte hoeveelheid energie. Die laatste hoeveelheid werd op de door de netbeheerder vastgestelde standen 129
gebaseerd. Als de leverancier de factuur van de klant aanpaste (naar beneden) zonder dat de netbeheerder hetzelfde wilde doen ontstond er een verschil tussen de inkomsten voor dat bedrijf voor de levering en de kosten voor de aankoop. Die laatste waren dan veel hoger dan de eerste. Dat was mogelijk ook een belangrijke reden om te kiezen voor de standen van de netbeheerder. Context De onwil van de netbeheerder om de juiste standen vast te stellen zou later de belangrijkste verdedigingslinie worden van Rexwinkel nadat hij van fraude werd beschuldigd. Vandaar dat we er hier zoveel aandacht aan hebben besteed. Netbeheerders lijken inderdaad niet best gepresteerd te hebben als het ging om het vaststellen van de standen, maar dit was dus niet heel het verhaal. Leveranciers hadden best de netbeheerders kunnen negeren. Daarnaast waren ze dit, in morele en in juridische zin, verplicht omdat een leverancier nu eenmaal een juiste factuur moet opstellen, en geen foute factuur mag opstellen. We leven niet in een bananenrepubliek. Als de leverancier een factuur opstelt die ertoe leidt dat de klant meer moet betalen dan hij heeft afgenomen grenst dat, of ís dat, oplichting. De schuld werd door de nieuwe leveranciers te makkelijk bij de netbeheerders gelegd. Er was haat en nijd tussen de twee partijen en dat bracht leveranciers ertoe ook maar wat aan te rommelen. Dat het probleem niet geheel bij de netbeheerders lag bleek ook wel uit mijn casus (hoofdstuk 22). Zelfs als netbeheerder Stedin inderdaad niet bereid was geweest om de foute meterstanden te vervangen door de, door mij doorgegeven goede meterstanden, zoals Rexwinkel stelde, had Greenchoice best kunnen besluiten om de incasso-procedure op te schorten, in afwachting van die benodigde toestemming. Er is nogal een verschil tussen toestemming nodig hebben om een factuur aan te passen en rücksichtslos een factuur innen, zelfs nadat de klant heeft aangegeven dat die fout is. Greenchoice deed dat laatste. In deze casus had Greenchoice er dan ook, toevallig of niet, tevens groot belang bij om de standen niet aan te passen.
130
25 - Intermezzo: eindelijk werd het leveranciersmodel dan toch realiteit Er zat dus iets fundamenteel fout in de energiesector. De netbeheerder had veel macht omdat hij als een spil in het facturatieproces zat terwijl dit niet echt een doel diende; het leidde alleen maar tot heel veel ruis en onduidelijkheid. Gekamde haren Voor iedereen is het zo klaar als een klontje dat de standen van de meter de enige ware standen zijn en dat alleen op die standen de factuur gebaseerd kan zijn. Als de netbeheerder er andere standen op nahoudt dan de klant doorgeeft op basis van wat hij op de meter ziet, moet hij die aanpassen. Als de netbeheerder de standen van de klant niet vertrouwt moet hij een mannetje langs sturen. Het kan niet zo zijn dat iemand gedwongen wordt om voor een heel ander verbruik te betalen dan zijn daadwerkelijk verbruik. Dit is in tegenspraak met de meest elementaire regels van het economisch verkeer; mensen betalen voor wat ze afnemen en kunnen nooit gedwongen worden te betalen voor meer dan wat ze afnemen. Dat laatste komt neer op oplichterij. Het is simpelweg boerenverstand dat tot die conclusie leidt, maar zoals we in het vorige hoofdstuk hebben gezien wordt die conclusie voldoende gestaafd door wet- en regelgeving. Maar de oubollige netwerkbeheerders en hun leveranciers wilden dit niet accepteren. Zij leefden nog in de goede oude tijd van voor de liberalisering, toen de energiebedrijven zelf de bron waren van de meetgegevens omdat er nog zoiets was als een meteropnemer. De meteropnemer was een keurige meneer met netjes gekamde haren. Hij belde een keer per jaar aan en vroeg beleefd of hij een kijkje in de meterkast kon nemen. Dat was toen. Toen was de netbeheerder inderdaad de enige bron van de ware standen. Maar nu niet meer. De meteropnemer kwam niet of nauwelijks meer langs, mensen werd gevraagd zelf de standen door te geven, maar de netbeheerders hadden zich nog niet bij de door hun zelf gecreëerde werkelijkheid neergelegd. "Onze standen zijn de enige ware standen’, zo dachten ze, een beetje zoals Jezus stelt dat hij de weg, de waarheid en het leven is. Ook al ging het om schattingen die nergens op sloegen. Oplossing De oplossing was simpel: snijd heel die overbodige netbeheerder uit het facturatieproces. Dat was precies de bedoeling. Ook het ministerie van Economische Zaken en de toezichthouder ACM hadden namelijk de incongruentie gezien. Al sinds 2005 werd er gewerkt aan invoering van het zogenaamde 'marktmodel'. Volgens dit model kunnen de afnemer en de leverancier samen de meterstand vaststellen, en de netbeheerder zou die dan moeten accepteren. Verder zou de leverancier het enige 131
aanspreekpunt van de klant worden. Ook bij vragen over de netwerkkosten zou de afnemer in eerste instantie bij de leverancier terecht kunnen. Alleen bij fysieke storingen in de energietoevoer zou de klant nog direct de netbeheerder moeten bellen. De meter zou weer in handen komen van de netbeheerder. De scheiding tussen hardware en software, waar Rexwinkel zo voor gelobbyd had (zie hoofdstuk 13) zou daarmee een feit worden. Aansluitregister Onderdeel van dit model was ook de invoering van het capaciteitstarief. De transportkosten zouden niet meer afhankelijk zijn van het verbruik maar zouden een vast bedrag worden. Dan was er helemaal geen reden meer voor netbeheerders om zich te bemoeien met het facturatieproces. Ze hoefden dan immers de standen niet meer te weten. Uiteindelijk werd het niet helemaal een vast bedrag maar kwamen er bandbreedtes. Dus mensen betalen een bepaald vast bedrag als hun verbruik tussen de 500 en 5000 kubieke meter gas ligt en een ander tarief als het daarboven of daaronder ligt. Veruit de meeste huishoudens zitten in deze bandbreedte, dat wel. Tegelijkertijd werd gewerkt aan een Centraal Aansluitregister. Dan zouden netbeheerders niet allemaal hun eigen register hebben, maar zou er slechts één register zijn. Dit is vooral handig bij verhuizingen want dan gaat de afnemer (in een deel van de gevallen) van het gebied van de ene netbeheerder naar het gebied van de andere netbeheerder. Zo’n Centraal Aansluitregister stelt de netbeheerder, of wie dan ook, in staat om de verhuizing centraal door te voeren, waarmee ook de kans op fouten kleiner wordt. Macht over de meterkast Eerst zou het model al per 2005 worden ingevoerd, maar het werd steeds uitgesteld. Dit is ongetwijfeld te danken aan tegenwerking van de netbeheerders, die de ‘macht over de meterkast’ niet zomaar uit handen wilden geven. Het faillissement van EnergyXS (zie hoofdstuk 4) had niet echt meegeholpen om het leveranciersmodel salonfähig te maken, zoals we hebben gezien. Netbeheerders waren degenen die het hardst gingen roepen dat ze benadeeld waren en ze wilden het netwerkmodel weer invoeren, waarbij ze zelf een rekening naar de klant konden sturen. Uiteindelijk kwam er toch een wettelijke regeling. De bedoeling was dat de artikelen over het leveranciersmodel op 1 januari 2010 in zouden gaan. Helaas werden die artikelen in dezelfde wet gestopt als de wet waarin de invoering van de slimme meter geregeld werd. Dat was een grote fout van het ministerie van Economische Zaken; als het ene onderdeel van de wet zou worden afgeschoten zou de invoering van andere delen van de wet jaren vertraging oplopen. Dat gebeurde dus ook.
132
Wettelijke basis De Elektriciteitswet en de Gaswet zouden met twee artikelen aangepast worden om het leveranciersmodel mogelijk te maken. Het eerste artikel (95ca E-wet, 44a G-wet) bepaalt dat de leverancier een meetbedrijf in de arm neemt voor het opnemen van de standen. De factuur wordt gebaseerd op deze meetgegevens. Alleen mensen of bedrijven met een grote fysieke aansluiting mogen de meter nog zelf blijven opnemen. Het is dan de leverancier die de standen vaststelt. Dan zou het dus niet meer aan afnemers zelf zijn om een meetbedrijf in de armen te nemen. De sluiting van de metermarkt was daarmee tevens een feit. Het tweede artikel (95cb, 44b) stelt dat de leverancier de netwerktarieven voor de netwerkbeheerder moet gaan innen. De afnemer betaalt 'bevrijdend'. Dat wil zeggen dat de afnemer, als het geld om één of andere reden niet bij de netbeheerder terecht komt (bijvoorbeeld omdat de leverancier failliet gaat, zoals bij EnergyXS), niet verplicht kan worden om nog een keer te betalen. Dit tweede artikel was al de gangbare praktijk. Nagenoeg alle leveranciers inden de netwerkkosten al namens de netwerkbeheerder. Maar nu werd dit dus verplicht.
Lange baan Zag er goed uit, die wettelijke basis. Helaas. De Eerste Kamer deed moeilijk over de slimme meter. De Eerste Kamer doet nogal vaak moeilijk als het om energiewetten gaat. We hebben het al gehad over de Splitsingswet en de blokkade die de Kamer daarbij op had geworpen. Ook de Wet Voorrang voor Duurzaam zou jaren in de Eerste Kamer bivakkeren door het getreuzel van Eerste Kamerleden. En nu was het dus weer de Slimme meterwet waar moeilijk over gedaan werd. Eerste Kamerleden wisten vaak van toeten noch blazen als het om energie ging, maar ze vonden zichzelf wel te belangrijk om de wetten zomaar te laten passeren, vooral als een lobbyclub flink van zich liet horen. In geval van de Slimme meterwet was de lobbyclub van dienst de Consumentenbond. De Eerste Kamer had, op instigatie van die Consumentenbond, met name moeite met een mogelijke inbreuk op de privacy bij mensen die een slimme meter hadden laten plaatsen. Dat was op zich een terecht punt. Netbeheerders kunnen met zo’n meter in principe oneindig vaak de meterstanden aflezen, en kunnen dus ook vrij precies nagaan wat er gebeurt in een huishouden waarvoor de gegevens verzameld worden. De Kamer wilde daarom dat mensen het recht hadden om de meter te weigeren en wilde niet dat mensen een economisch delict zouden plegen als ze de slimme meter zouden weigeren. Dat laatste was hoe het ministerie het in eerste instantie had geregeld. Dus Eerste Kamer dwong voormalig minister van Economische Zaken Maria van der Hoeven, in april 2009, de wet aan te passen. De Eerste Kamer heeft natuurlijk geen amendementsrecht maar de Kamer kan altijd dreigen de wet weg te stemmen als de regering niet over de brug 133
komt. Van der Hoeven moest met een ‘novelle’ komen, die toen natuurlijk weer eerst door de Tweede Kamer moest worden goedgekeurd. Hierdoor kwam die wet in de ijskast te liggen. Ook de invoering van het leveranciersmodel kwam daardoor op de lange baan terecht. Opmerkelijk genoeg kon het capaciteitstarief dan weer wel ingevoerd worden, ook zonder wettelijke basis. Dat gebeurde per 1 januari 2009. En de meters kwamen ook weer in handen van de netbeheerders, nog voordat het leveranciersmodel officieel in werking trad. Dat gebeurde per 1 januari 2013. De meters die Oxxio had opgehangen moesten worden overgenomen door de netbeheerders. Het opmerkelijke feit deed zich toen voor dat de meters in handen waren van de netbeheerder, maar dat het de afnemer vrij stond om een eigen meetbedrijf in de armen te nemen om de standen op te meten. Het gevolg was dat de onduidelijkheid over wie er nu verantwoordelijk was voor het vaststellen van de meterstanden nog jaren voortduurde. Netbeheerders moesten de standen blijven goedkeuren. Maar eindelijk werd de Slimme meterwet dan toch aangenomen. De twee artikelen omtrent het leveranciersmodel zouden op 1 april 2013 ingaan. Maar zelfs dat werd niet gehaald. De sector vroeg op het laatste moment uitstel aan tot 1 augustus. De minister keurde dat uitstel goed. En toen op 1 augustus 2013 trad dan eindelijk het leveranciersmodel in werking. De scheiding tussen hardware en software was een feit. De hardware (de meter) was in handen van de netbeheerders. Maar het meten was in handen van de leverancier en de klant. Met de komst van de slimme (op afstand uitleesbare) meter wordt dat uitlezen echter toch weer gedaan door de netwerkbeheerders die de gegevens linea recta naar de leveranciers moeten sturen. Wijze mensen hebben er daarna voor gepleit om te zorgen dat de meetgegevens ook echt eigendom zijn en blijven van de klant, zodat het voor de leveranciers en netbeheerders moeilijker wordt om die gegevens op een commerciële manier te gebruiken. Hier is het nog niet van gekomen. Wijze mensen hebben het in dit land niet voor het zeggen.
Smeekbrief Overigens werd in de Slimme meterwet nog iets anders geregeld; namelijk dat netbeheerders niet langer mogen meebetalen aan het opmaken van de rekening voor het netbeheer en de incasso daarvan door de leverancier. Zoals we hebben gezien betaalde Stedin een vergoeding aan Eneco betaalde voor de incasso. Dit leverde Eneco miljoenen euro's op. Alle leveranciers inden echter deze kosten; dat was immers het leveranciersmodel. De nieuwe leveranciers zoals Greenchoice en de Nederlandse Energie Maatschappij kregen hiervoor echter geen vergoeding van een netbeheerder, want ze hadden geen eigen voormalige netbeheerder. Dit was dus valse concurrentie. Daar kwam nog bij dat Stedin die kosten in rekening mocht brengen van de ACM bij haar eigen klanten; de mensen die dus in Stedin-gebied woonden, maar die niet noodzakelijkerwijs 134
klant van Eneco waren. Zo kwam het voor dat klanten van Greenchoice die in Stedingebied woonden, meebetaalden aan het sturen van de factuur door Eneco aan de eigen Eneco-klanten. In de Slimme meterwet was geregeld dat aan deze situatie een einde zou komen. Daarvoor zorgde het zinnetje: 'De leverancier brengt hiervoor geen kosten in rekening aan de netbeheerder', in artikel 95cb van de Elektriciteitswet. Door het uitstel van de behandeling van de wet kwam aan deze praktijk echter maar geen einde en konden traditionele leveranciers als Eneco doorgaan met het innen van een vergoeding. De ACM was daar op een gegeven moment niet blij mee en vroeg in een soort smeekbrief aan de leveranciers of ze alstublieft wilden ophouden met het vragen van een vergoeding aan de netbeheerder. Opmerkelijk was dat de toezichthouder het de netbeheerders niet simpelweg verbood om deze vergoeding door te berekenen aan de eigen klanten. Over de machteloosheid van de toezichthouder zullen we het later nog uitgebreid hebben. Met de komst van het leveranciersmodel kwam er alsnog een einde aan deze ongelijkheid tussen nieuwe en oude leveranciers.
135
26 - Ruzie met Gasterra, schisma bij Energie-Nederland, spanning stijgt in afwachting van iets groots
Harald Swinkels zat achter zijn gigantische bureau in het kantoor van de Nederlandse Energie Maatschappij (NEM) in hartje Rotterdam. Aan de muur hing een meer dan levensgroot portret van The Godfather. "Dat is om een familiegevoel te creëren", zo zei hij nadat ik hem er naar gevraagd had. 'Ja, ja', dacht ik toen. Enige meedogenloosheid was de heren van de NEM niet vreemd, zo was inmiddels duidelijk geworden. Uitgebreid deed Harald de geschiedenis van het bedrijf uit de doeken. We waren inmiddels aanbeland in 2011. De NEM wilde samen met Dong en Greenchoice uit Energie-Nederland stappen. 'Wacht nog maar even", zo werd hem verteld. "Binnenkort staat de markt op zijn grondvesten te schudden."
Receptie in het kantoor NEM
Gedwongen winkelnering Rexwinkel belde me af te toe op als hem weer iets dwars zat. Een van die dingen waar hij zich aan stoorde was de prijs die hij voor gas aan Gasterra moest betalen. Hij beklaagde zich er begin 2010 over dat hij oude prijzen voor nieuwe klanten moest rekenen. Dat kwam zo. Gasterra stelt op 1 januari van een bepaald jaar de prijs vast die Greenchoice moet betalen voor het gas dat het leverde aan de eigen klanten. Ook het gas voor nieuwe klanten die Greenchoice in de periode daarna weet te winnen moest dan tegen die prijs afgerekend worden. Rexwinkel had daar veel moeite mee, zo vertelde hij. Greenchoice was een groeiend bedrijf en ondervond daar veel nadeel van, gezien het feit dat in die periode de prijzen daalde. Pijnpunt Een ander pijnpunt was het verbod van Gasterra om ook elders te gaan shoppen. Greenchoice 136
wilde een deel van het gas bij andere leveranciers gaan inkopen omdat het daar goedkoper was, maar daar stak Gasterra een stokje voor. Greenchoice had een zogenaamd 'exclusiviteitscontract' met Gasterra. Zo’n contract houdt in dat het bedrijf net zoveel geleverd krijgt als het nodig heeft (afhankelijk van wat de klanten van Greenchoice afnemen), tegen die vastgestelde prijs. De gaskraan staat dan in feite altijd open. Energiebedrijven hadden in het algemeen van oudsher allemaal zo'n contract met Gasterra. Achteraf wordt bepaald wat de klanten van de energiebedrijven hebben afgenomen en dan wordt er afgerekend voor al die klanten. Eén nadeel was dus dat de prijs relatief hoog was. Een ander nadeel was dat Greenchoice niet elders mocht gaan shoppen, volgens Gasterra althans. "Je kiest er zelf voor; maar het is toch gedwongen winkelnering", zo zegt Rexwinkel. Het alternatief is dat het bedrijf zelf bepaalde hoeveelheden gas van tevoren inkoopt, op de Nederlandse gasmarkt, de TTF. De gasprijs is dan weliswaar lager, maar als het uiteindelijke verbruik van de klanten groter of lager is dan de hoeveelheid die is ingekocht dan is er de kans dat het bedrijf niet in evenwicht is en dat levert een boete op. De kans dat dit gebeurt is groot want het gasverbruik van de klanten van een energiebedrijf is moeilijk van tevoren in te schatten. Dat verbruik hangt met name af van het weer in de winter. Ruzie In de elektriciteitsmarkt geldt een vergelijkbaar systeem maar daar is dat minder een probleem dan in de gasmarkt. Want de stroommarkt kent veel partijen die stroom produceren en verhandelen en die kunnen dan nog op het laatste moment stroom leveren of kopen. Dus het is relatief makkelijk om op het laatste moment bij te kopen of te verkopen, waarna het bedrijf weer in balans is. Bovendien betalen bedrijven maar een lichte boete als ze op de elektriciteitsmarkt in 'onbalans' zijn (als ze achteraf gezien, teveel of te weinig hebben ingekocht). "In de gasmarkt ligt dat lastiger", zo zegt Rexwinkel. "Dat is nog een beetje een onvolwassen markt, die voor wat betreft de afname voor kleingebruik, gedomineerd wordt door één speler." Rexwinkel trad in overleg met Gasterra. In eerste instantie legde Greenchoice zich neer bij de bepalingen van de gasmonopolist, want ruzie met de dominante partij op de Nederlandse gasmarkt, kan vervelende consequenties hebben. Rexwinkel liet me echter weten dat hij een gang naar de rechter of naar de toezichthouder overwoog als ze er niet uit zouden komen. Toen liet Gasterra Greenchoice weten dat het bedrijf het exclusiviteitscontract met Greenchoice per 2012 zou beëindigen. Dit had weer allerlei vervelende consequenties, zoals we later zullen zien. Partner Eneco, die zich garant had gesteld voor de betaling van de gasinkopen, vond dat het nu veel meer risico liep dan voorheen en verhoogde de prijs die het vroeg voor het stellen van deze garanties. Het was het begin van een jarenlange slepende ruzie tussen de twee partners. Een ander pijnpunt van Greenchoice was dat het bedrijf steevast het idee had dat het voor veel meer gas moest betalen dan de hoeveelheid die daadwerkelijk door de eigen klanten werd 137
afgenomen. Rexwinkel was van mening dat het verschil tussen de daadwerkelijke vraag van zijn klanten en de hoeveelheid waarvoor hij moest betalen zo’n 3% was, zo liet hij weten. Bij een gemiddeld verbruik van 1.600 kuub per jaar en 350.000 klanten komt dit toch neer op een bedrag van zo’n 5 miljoen euro per jaar. Dit verschil was volgens hem te wijten aan onduidelijkheid over de juiste meterstanden. Gasterra zei simpelweg: "Regel maar dat die standen in orde zijn". Maar we hebben gezien dat dit nog geen sinecure was, met die eigenzinnige netwerkbeheerders die zich een belangrijke rol in het facturatieproces hadden toegeëigend. "Er was geen discussie over de factuur van Gasterra mogelijk", zo zei Rexwinkel. "Bizar." Overigens is Gasterra van mening dat het bedrijf Greechoice destijds bij de start nog geholpen heeft om een positie in de energiewereld te veroveren, zo zei een medewerker ooit. Afsplitsing en samenvoeging De frustratie bij de 'jonge honden' over de grote energiebedrijven werd ondertussen steeds groter, niet alleen bij Greenchoice maar ook bij partijen als Dong en de Nederlandse Energiemaatschappij. In 2011 vatten ze het plan op om zich af te scheiden van brancheorganisatie Energie-Nederland. Het was net nadat een eerdere scheuring in de brancheorganisatie ongedaan gemaakt was. Eerst iets over dat laatste. In 2007 splitsten de bedrijven Eon, RWE, Oxxio en Electrabel zich af van de heersende en oppermachtige branche-organisatie Energiened. De reden hiervoor was met name onvrede over het officiële standpunt van Energiened omtrent de splitsing. Energiened werd gedomineerd door de grote Nederlandse energiebedrijven, Nuon, Essent, Eneco en Delta, die fel tegen de splitsing waren. ‘Splitsing was fout’, was dan ook het officiële standpunt van Energiened zoals dat in alle activiteiten van Enegiened doorklonk: in persberichten en in lobby-activiteiten richting de politiek. De nieuwkomers en de buitenlandse energiebedrijven die in Nederland actief waren, waren hier niet blij mee. Zij waren voorstander van de splitsing. Ze hadden geen netten in Nederland en afstoting van de netten door de vier grote Nederlandse bedrijven zou hen in een meer gelijk speelveld creëren. Het bezit van de netten was een groot commercieel en strategisch voordeel en het speelveld in de energiemarkt was dus verre van gelij. Overigens hadden de buitenlandse bedrijven RWE, Electrabel en Eon in hun thuismarkten natuurlijk wel grote netwerken onder zich, waar ze volop van profiteerden, en in die zin waren het krokodillentranen die deze bedrijven huilden.
138
André Jurjus Koleninvloed Hoe het ook zij, de vier energiebedrijven Eon, RWE, Oxxio en Electrabel scheidden zich af; ze richtten de VME op, de Vereniging voor Marktwerking in Energie. Voorzitter werd André Jurjus, die van het ministerie van Economische Zaken afkomstig was. Achteraf kan gezegd worden dat de nieuwe club best wel wat invloed heeft gehad, maar dat dit vooral op het terrein van de kolencentrales ligt. De buitenlandse bedrijven waren namelijk alle drie bezig met plannen om een nieuwe kolencentrale te bouwen in Nederland en daarbij werd ze geen strobreed in de weg gelegd door het ministerie van Economische Zaken. Sterker nog , die heeft waarschijnlijk goed geholpen. Jurjus had zo zijn contacten nog. De tijd heelt alle wonden en eind 2009 werd het mij duidelijk dat er weer gesprekken werden gevoerd over samenwerking. Energiened heette inmiddels Energie-Nederland en aan het hoofd stond Hans Alders. In september 2010 voegde de VME zich weer bij moeder Energiened. Jurjus kwam onder Alders te werken. Bonje Maar niet lang daarna ontstond er weer bonje. Oxxio was inmiddels nieuwkomer-af; nu het was ondergebracht bij het grote Britse Centrica. Maar Dong, Energie-Nederland en Greenchoice hadden nog steeds het gevoel dat hun belangen niet goed verdedigd werden. Het ging om een aantal zaken. Belangrijk geschilpunt was de kolenbelasting. Een kolenbelasting was er al, maar energiebedrijven met kolencentrales hoefden die niet te betalen. Het tarief was op nul gesteld. Steeds meer stemmen gingen op in de politiek om die uitzonderingspositie voor energiebedrijven te schrappen; de Europese klimaatdoelen voor 2020 zouden bij lange na niet gehaald worden door al die kolencentrales in Nedeland, zoveel was al duidelijk. De bedrijven met kolencentrales of kolencentrales in aanbouw (Nuon, Essent, RWE, Electrabel en Eon) waren fel tegen invoering van een tarief en trokken weer eens flink van leer, achter de schermen vooral. De drie nieuwkomers waren echter vóór het afschaffen van de vrijstelling en ze vonden dat Energie-Nederland moest uitdragen dat er ook bedrijven vóór die belasting 139
waren. Machtspolitiek Daarnaast was er de vrees dat de gevestigde energiebedrijven de befaamde 'saldering' de nek zouden omdraaien. Saldering betekent dat mensen met zonnepanelen op het dak de eigen opwek af mogen trekken van het verbruik vóórdat de energierekening wordt opgemaakt. Die eigen opwek levert daarmee dus precies net zoveel op als het verbruik kost, inclusief alle belastingen. Het betekent in feite dat iemand met zonnepanelen geen belasting hoeft te betalen over zijn verbruik, in die mate dat hij zelf stroom heeft opgewekt. Deze saldering is altijd een geweldige stimulans geweest voor het plaatsen van zonnepanelen door particulieren. De grote energiebedrijven zagen het echter met lede ogen aan. Zij zagen omzet en marge weglekken; alles wat mensen zelf opwekten konden ze immers zelf niet meer verkopen en ze wilden die stimulans schrappen. Publiekelijk zouden ze dat niet zo snel roepen want dan zouden ze het imago krijgen tegen duurzaamheid te zijn. Er was echter een werkgroepje opgericht binnen Energie-Nederland en daar werd duidelijk hoe de grote bedrijven over de saldering dachten. Een derde en wellicht het belangrijkste geschilpunt was echter het gedoe rond de meterstanden. We hebben gezien dat er een wetgevingstraject was opgestart om de netbeheerder uit het factureringsproces te snijden; om, in andere woorden, het leveranciersmodel verplicht te stellen en de leverancier verantwoordelijk te maken voor het vaststellen van de meterstanden. Het traject liep al sinds 2005, maar de wet waarin dit geregeld was werd maar niet aangenomen. Het nieuwe marktmodel was onderdeel van de Slimme meterwet en omdat de Eerste Kamer bezwaren had tegen de privacy-aspecten van die meter lag de behandeling van heel de wet stil. De netbeheerders zagen hun kans schoon en probeerden de plannen terug te draaien. Ze gingen zich verzetten tegen een ‘systeemverandering’ en binnen EDSN, dat zich bezig hield met het berichtenverkeer tussen de energiebedrijven (onder meer over de standen dus), werd besloten om netbeheerders weer een stem te geven bij het vaststellen van de standen, zo stelde Rexwinkel. Dan zouden er twee partijen verantwoordelijk worden voor het vaststellen van de standen en dat zou tot nog meer problemen en chaos leiden dan de oorspronkelijke situatie. De grote bedrijven en al hun dochterbedrijven hebben al gauw de meerderheid in gremia als de EDSN. ”Het is pure machtspolitiek die bedreven wordt", zo zei Rexwinkel, "het gaat niet meer om de inhoud." Gebedel Een week eerder in de Tweede Kamer was al gebleken dat er grote verschillen van inzicht waren tussen Greenchoice en Energie-Nederland, de club van Hans Alders. Er vond toen een hoorzitting plaats in de Kamer, waar zowel Rexwinkel als Hans Alders aan deelnamen. Het ging over de vraag hoe de productie van duurzame energie gestimuleerd kon worden. 140
Rexwinkel was voor een producentenverplichting: een verplichting voor eigenaren van kolencentrales om een bepaalde hoeveelheid biomassa mee te stoken in hun centrales. Energie-Nederland was voorstander van een leveranciersverplichting. Dat laatste betekent dat de leveranciers, en dus niet de producenten, verplicht worden een bepaald aandeel aan duurzame energie te leveren. Volgens Rexwinkel zouden de producenten met kolencentrales dan echter alleen biomassa in de centrale gooien als dat voldoende geld zou opleveren. Daar had hij een punt. Want Alders had al herhaaldelijk gedreigd dat de grote bedrijven alleen meer dan 10% aan biomassa zouden bijstoken in hun centrales als ze honderden miljoenen euro's aan subsidie zouden krijgen. Rexwinkel hekelde en plein public het 'gebedel' van de energiebedrijven met wie hij samen in Energie-Nederland zat. Kink Allemaal redenen waarom de liefde tussen nieuwkomers en Energie-Nederland nogal bekoeld was. Rexwinkel van Greenchoice, Edward Sigar van Dong en Harald Swinkels van de Nederlandse Energiemaatschappij overwogen dan ook om eruit te stappen. Ook zouden ze samen een inkoop-organisatie voor energie gaan oprichten. Dit speelde in de loop van 2011. Echter, er kwam een kink in de kabel. Er was iets groots aanstaande; zo merkte Swinkels. Hij kon beter even wachten met het nemen van grote stappen. Swinkels had al argwaan gekregen omdat de ACM niets naar buiten wilde brengen over plannen om de energierekening te vereenvoudigen, waar ook Swinkels bij betrokken was geweest. Daar hadden ze eerder in dat jaar met zijn allen aan gewerkt en het zou het vertrouwen van de consument in de energiemarkt moeten vergroten. Daarvoor was nodig dat er uitgebreid publiciteit rond de vereenvoudiging zou worden gegenereerd. Maar de berichtgeving hierover werd opgeschort, vanwege de storm die aanstaande was. Het zou niet zoveel zin hebben om hierover te gaan berichten, gezien dat wat komen ging. Dus Swinkels en Sigar besloten om de zaak te laten rusten en om de afscheidingsplannen in de ijskast te zetten. Prachtig icoon Rexwinkel had zijn lidmaatschap van Energie-Nederland al opgezegd. Officieel moest dat een jaar van tevoren, maar dat vond hij onzin. Hij nodigde mij uit en we aten weer een visje op het Heemraadsplein. Hij vertelde het verhaal dat hij uit Energie-Nederland wilde stappen. De namen Dong en de Nederlandse Energiemaatschappij liet hij weg. Ik voelde wel dat er iets niet klopte, maar ik kon er de vinger niet achter leggen wat het was. Het was vlak voordat de hel losbrak, zo bleek later. Ik schreef een artikel over de plannen van Rexwinkel. Directeur André Jurjus van EnergieNederland schreef op mijn verzoek een reactie. "Ik weet dat Greenchoice speelt met de gedachte om de vereniging te verlaten. Als directeur 141
van Energie-Nederland vind ik dat erg jammer. Greenchoice is een zeer vooruitstrevend energiebedrijf, dat in de praktijk van de energiemarkt een positie opbouwt gebaseerd op een aanpak met duurzame energie. Vanuit dat perspectief is Greenchoice wat mij betreft een prachtig icoon van de brug tussen marktwerking en verduurzaming." Een diplomaat in hart en nieten dus, die Jurjus. Jurjus bevestigde dat de netbeheerders toch weer een positie in het facturatie-proces hadden weten te bemachtigen. "Ik heb veel begrip voor de frustratie die Michiel Rexwinkel heeft opgedaan in NEDUverband (waar EDSN onderdeel van uitmaakt, JS) over de uitwerking die daar is gegeven aan de wet die het nieuwe marktmodel voor de retailmarkt heeft vormgegeven. In het spel van geven en nemen dat daar plaatsvindt tussen netbeheerders en leveranciers worden wel eens operationele afspraken gemaakt die weliswaar pragmatisch zijn, maar ook een inbreuk vormen op de volledige verantwoordelijkheid van de leverancier. Zo is afgesproken dat bij consumenten die niet over een slimme meter beschikken, de netbeheerder het op zich neemt om nog eens in de drie jaar de fysieke stand te komen opnemen en die stand dan in het gemeenschappelijke meetregister van de sector opneemt. Die stand wordt dan gebruikt bij de afrekening van klanten, een duidelijke verantwoordelijkheid van de leveranciers."
Mooie woorden Jurjus gaf tevens toe dat er aan afschaffing van de fantastische saldering gedacht werd. Er werd verschillend over dat onderwerp gedacht en dat was helemaal niet vreemd. Hij wilde dat Greenchoice aan tafel bleef zitten, zo zei hij. Jurjus meende er waarschijnlijk niet zo veel van; hij had heel wat te stellen gehad met Rexwinkel en zijn affiniteit lag waarschijnlijk nog steeds bij de grote energiebedrijven, wiens belang hij immers jarenlang had gediend. Maar hij moest dit als voorzitter van de brancheorganisatie nu eenmaal zeggen. Ook moet Jurjus trouwens toen al geweten hebben van de storm die aanstaande was.
142
27 - Duurzaamheidsfeest en dan, pats boem, een boete van zeven miljoen
11 november 2011, Nacht van de duurzaamheid, Music Hall Amsterdam - Ruud Koornstra kwam het podium op. Gekleed in een glimmend groen trainingspak en met een zwarte zonnebril op zijn neus deed de dikkige Koornstra een heuse rapact. Even later kwam 'transitie-wetenschapper' Jan Rotmans op: swingend en met de armen boven het hoofd zwaaiend als een rockster.
Optreden tijdens de Nacht van de Duurzaamheid
Wonderlijk Het was een wonderlijke avond. Tussen toespraken van onder meer Rotmans en DJ Isis traden goede bands belangeloos op, zoals Jungle by Night, de band van Nynke Laverman en Chef's Special, waar een deel van het publiek speciaal voor gekomen leek te zijn. ‘Duurzaamheid is hip en jong en leuk en lekker en onontkoombaar’ was de boodschap van de avond en zo werd het ook gevoeld door de aanwezigen. Niet langer stond duurzaamheid gelijk aan geitenwollensokken en lange tanden bij het eten van zeewier en Goji-bessen. De zaal was wat te groot ten opzichte van het aantal bezoekers. Tegen de achterwand stond een tribune. Daar zaten veel oudere mensen; de verduurzamers van het eerste uur. Zij waren al bezig met duurzaamheid sinds de jaren zeventig toen het rapport van de Club van Rome 143
uitkwam: 'Grenzen aan de groei'. De pioniers dus. Ze moeten met genoegen hebben geconstateerd dat duurzaamheid hip was geworden en dat, althans een deel van de jongere generatie zich met verve ging inzetten voor verduurzaming van de samenleving. De tijden waren zelfs zodanig veranderd dat er een grote Music Hall kon worden afgehuurd om met zijn allen een duurzaamheidsfeestje te vieren, en verduurzaming een verdere boost te geven natuurlijk. Ze moesten waarschijnlijk met enige weemoed denken aan die tijd dat ze nog roependen in de woestijn ware en op zolder met wat pijpen een provisorische zonneboiler in elkaar aan het knutselen waren.
Crea-bea’s aan het werk
Ghadaffi Terug naar Greenchoice. Ergens in die te grote zaal stonden Michiel Rexwinkel en Jurjen Algra en nog wat anderen bij elkaar. Aan de andere kant van de zaal stond Rob van Rees die met Andrea van de Graaf aan het praten was. Van de Graaf werkte toen bij afvalbedrijf Meerlanden. Hé, dat was raar? Ze hielden duidelijk een grote afstand tot elkaar. Wat was er aan de hand? Ik knoopte een gesprekje aan met Van Rees en hij vertelde dat hij weg was bij Greenchoice, al sinds 1 januari van dat jaar. Dat had het bedrijf aardig geheim weten te houden, want ik wist het niet en ook andere journalisten hadden er niet van gerept. Op de vraag waarom antwoordde Van Rees dat hij na tien jaar Greenchoice toe was aan iets anders. Hij begon zich als Ghadaffi te voelen, de voormalige leider van Libië die meer dan veertig jaar aan de macht was. Hij wilde meer tijd aan zijn familie besteden. Het klonk allemaal niet echt overtuigend. 144
Ook vertelde hij over het nieuwe bedrijf: 'Do the bright thing', waar ik wel al over gehoord had, en over geschreven had. Mensen konden via de site producten aankopen, waarna er dan zonnepanelen aangeschaft zouden worden. Die werden dan betaald uit de commissie de het bedrijf kreeg voor het verkopen van de producten op de site. Het is nooit echt wat geworden met dat bedrijf. Rexwinkel had daar wel een verklaring voor. Er stonden drie dezelfde soort directeuren aan het hoofd; behalve Van Rees waren dat Maurits Groen en Richard van Pelt, die ook werkzaam was bij Greenchoice. Het zijn alle drie charismatische mensen, die goed over komen en weten te netwerken. “Maar je hebt ook poetsers nodig”, aldus Rexwinkel, die daarbij waarschijnlijk aan zichzelf dacht en zijn rol bij Greenchoice. Het was duidelijk toen op 11/11/11 dat Van Rees niet het achterste van zijn tong liet zien. Er was iets aan de hand. Je zag het aan de getormenteerde blik van Van Rees. Er was ruzie geweest, of iets dergelijks. Ik sprak met Andrea van de Graaf, die toen vertelde over het moment dat ze –tien jaar daarvoor - de drie lange heren had zien aankomen over de Keizersgracht, op weg naar het kantoor van Greenpeace. Het begin van Greenchoice. Die goeie ouwe tijd, toen was er nog een wereld te winnen. De boete Enkele weken later werd voor de buitenwereld duidelijk wat er aan de hand was geweest. De ACM bracht op 16 december 2011 een persbericht uit. De toezichthouder legde Greenchoice een boete op van 7,2 miljoen euro. Greenchoice heeft jarenlang geen, of te laat eindafrekeningen verstuurd aan klanten die overstapten naar een andere leverancier, zo luidde de aanklacht. In de periode 2005-2011 zou Greenchoice 20% van de eindafrekeningen niet binnen twee maanden verstuurd hebben, de tijd die daar maximaal voor staat. "Ruim de helft van de eindafrekeningen in deze groep werd helemaal niet verzonden. Het gaat hier vooral om consumenten die geld terug moesten krijgen." Het niet op tijd versturen van rekeningen is één ding. Maar als dit expres gebeurt om geld achter te houden dan praten we over iets dat in een andere categorie valt, een criminele categorie. Dit laatste is wat de ACM suggereerde met de volgende opmerking: "Aan het licht is gekomen dat Greenchoice deze eindafrekeningen in haar administratie wel opmaakte, maar niet verstuurde. Deze klanten wisten hierdoor niet dat ze nog recht op geld hadden. De klanten die vroegen om hun eindafrekening, kregen die wel alsnog toegestuurd. In totaal werd er ongeveer 8,6 miljoen euro niet uitgekeerd aan klanten in de onderzoeksperiode." Directeur Peter Plug stelde expliciet dat de directie zo gehandeld heeft om persoonlijk gewin.
145
Bommetje Het nieuws sloeg in als een bom. Velen waren geschokt dat juist Greenchoice, dat zich altijd voordeed als de witte raaf onder de energiebedrijven, zich schuldig had gemaakt aan een dergelijke vorm van grootschalige fraude. Het was net of veel mensen het nieuws niet konden, of wilden bevatten. ‘Het kon gewoon niet waar zijn’, zo zag je bijna veel mensen denken. 'Er zal nog wel iets naar buiten komen waaruit blijkt dat het allemaal niet waar is', zo leken velen te denken. Het beeld van Greenchoice was zo positief onder mensen die verduurzaming een warm hart toedroegen en dat positieve beeld zat zo diep geworteld dat het simpelweg versturen van een persberichtje door de ACM dat beeld niet zomaar ongedaan kon maken. Mensen hadden in de loop der jaren Greenchoice en de drie vrolijke bestuurders in hun hart gesloten. Van Rees en Rexwinkel waren beide uiterst charmante heren, die heel toegankelijk waren. Velen in de duurzame wereld kenden hen persoonlijk en ze hadden bewondering voor hen omdat ze er als enigen in geslaagd waren een groot duurzaam energiebedrijf op te bouwen. Daarnaast hadden velen ook klinkende munten aan hen te danken. De heren van Greenchoice strooiden met leuke, lucratieve opdrachten voor allerlei goedwillende zzp-ers en hippe kleine bedrijfjes. De klanten van Greenchoice waren ook tevreden. Greenchocie kreeg de na de andere prijs van organisaties als de Consumentenbond en de VEH. De klanten lazen dat en hun beeld van een mooi duurzaam energiebedrijf werd weer eens bevestigd. Cognitieve dissonantie. De peilingen vonden plaats onder een groep mensen, waarvan het grootste deel nooit iets heeft of wil. Ze betalen de maandelijkse voorschotten, die ongeveer overeenkomen met hun verbruik en er is geen reden om de telefoon te pakken of een emailtje te sturen. Mensen die zich nooit genoodzaakt zien aan de bel te trekken, komen niet te weten hoe het bedrijf functioneert als er dan iets is en ze hebben dus geen reden om hun positieve oordeel over dat bedrijf, dat ze hadden toen ze klant werden, bij te stellen.
Wantrouwen
Peter Plug
146
Ook ikzelf was, eerlijk gezegd, niet overtuigd van de schuld van de oude directie. Ik bracht het nieuws natuurlijk, zoals het een goede journalist betaamt en ik vroeg een gesprek aan met directeur Energie Peter Plug van de ACM. Die stemde toe, zo liet een woordvoerder weten. Op het laatste moment werd het gesprek echter afgezegd. Dat had ongetwijfeld te maken met de afspraken over het persbeleid die gemaakt waren, waar ik toen geen weet van had. Later hoorde ik dat de betreffende woordvoerder die het gesprek had geregeld niet lang daarna de wacht was aangezegd. Niet alleen tegen mij maar ook tegen andere media zweeg de toezichthouder in alle toonaarden. Het maakte me wantrouwig. Een toezichthouder die een bedrijf een miljoenenboete oplegt dient daarover verantwoording af te leggen. Die toezichthouder opereert immers namens en, als het goed is, in het belang van de samenleving. Daar kwam bij dat Greenchoice een alom geliefd bedrijf was, een bedrijf dat tegen de gevestigde orde inging en daarmee de samenleving op een hoger plan wilde brengen. Zo’n bedrijf verdiende juist bescherming van de toezichthouder. Daarnaast kende ik Rexwinkel inmiddels zo’n beetje en ik kende zijn klacht dat de toezichthouder altijd de kleintjes moest hebben en de grote jongens niet aan durfde te pakken. Die laatste schuiven immers meteen een hele batterij aan advocaten naar voren. De megaboete voor Greenchoice leek deze stelling te onderschrijven. Wat me verder wantrouwig maakte was dat er geen besluit was, iets waar de ACM toch bekend om stond. Van die vuistdikke rapporten waren dat, waarin minutieus stond beschreven op welke wet- en regelgeving de boete gebaseerd was, op welke punten het bedrijf in kwestie die regelgeving had overtreden, wat de boete was en wat de overwegingen waren bij het vaststellen van die boete, etc. Niets van dit alles. Greenchoice was kapot gemaakt op basis van een persberichtje van enkele regels. En ten slotte was de ACM zelf ook verwikkeld in een onverkwikkelijke fraudezaak, waarin de algemeen-directeur Kalbfleisch centraal stond. Hij had er als rechter in Den Haag voor gezorgd dat een zaak in de Chipshol-affaire (die draaide om het bebouwen van grond nabij Schiphol) op het bordje van een bevriende rechter kwam en hij zou die rechter geïnstrueerd hebben uitspraak te doen in het voordeel van een vriend die betrokken was bij Chipshol. Vragen, vragen, vragen Ik had dus veel vragen. Een belangrijke vraag was of alleen creditnota’s waren aangehouden, of zowel debet –als creditnota’s. Met andere woorden: stuurde Greenchoice alleen de rekening niet als de klant nog geld tegoed had of ook niet als Greenchoice nog geld tegoed had? Dat maakt nogal wat uit. Als het eerste het geval was dan was er duidelijk opzet in het spel. In het laatste geval was er mogelijk een goede verklaring voor het niet of niet tijdig verzenden van de jaarnota’s. Greenchoice stelde zelf in een persbericht dat de rekening niet verstuurd werd als er twijfel was over de juistheid van de meterstanden of als meterstanden niet beschikbaar waren. Gezien 147
de administratieve puinhoop in de energiesector was dit niet geheel ondenkbaar. Woordvoerder Jurjen Algra ontkende ten stelligste dat het de Greechoice-directeuren om geld te doen was geweest. "Het heeft niets met financieel gewin te maken", zo zei hij. Rexwinkel was verbolgen over de stelling van de ACM dat 'persoonlijk financieel gewin' aan zijn handelen ten grondslag lag, zo bleek uit een tekst op de website. "Om iemand persoonlijk te schaden door te suggereren dat 'financieel gewin' de achtergrond is geweest, vind ik ongepast." Geen slordigheidje Ik stuurde de vragen per email en daar kwamen dan toch antwoorden op. De ACM stelde dat hij alle eindafrekeningen had onderzocht en niet slechts een steekproef. Van die eindafrekeningen was 10% niet verstuurd en 10% te laat; dat wil zeggen langer dan twee maanden na de verhuizing, of de switch. ACM: "De 10 procent van de eindafrekeningen die nooit verstuurd werden, betrof voornamelijk klanten die nog geld tegoed hadden. De 10 procent klanten van wie de eindafrekening te laat verstuurd werd, maar die uiteindelijk wel een eindafrekening kregen, betrof zowel klanten die nog moesten bijbetalen als die nog geld tegoed hadden.” Dit lijkt dus wel te duiden op opzet. De toezichthouder meldde verder dat alleen eindafrekeningen waren onderzocht (die verstuurd worden bij verhuizingen en switches) en geen reguliere jaarafrekeningen. Ook meldde de ACM desgevraagd dat niet onderzocht was wat er gebeurde als eindafrekeningen wel verstuurd waren maar als die volgens de klant niet bleek te kloppen. Paste Greenchoice de rekening dan aan, ook als de klant meer geld terugkreeg dan volgens de eerste rekening? In mijn geval had Greenchoice dat geweigerd en hier leek toch ook wel opzet in het spel geweest te zijn. Maar de ACM had hier dus niet naar gekeken, zei die zelf (of ze hadden geen bewijs gevonden en maakten er om die reden geen melding van). Greenchoice stelde dat het bedrijf facturen niet stuurde omdat er onduidelijkheid was over de standen. Kan dit kloppen volgens de ACM? "Twijfel over meterstanden is geen reden om helemaal geen eindafrekening te versturen. Er is een overtreding geconstateerd bij 20 procent van de eindafrekeningen over de periode 2005 nu. De ACM legt geen boete van 7,2 miljoen euro op voor een slordigheidje." Rotte appel De ACM was inderdaad niet over één nacht ijs gegaan. Aan de beboeting ging een lange geschiedenis vooraf. Zo was de toezichthouder ook bij andere energiebedrijven op bezoek gegaan voordat het persbericht werd uitgestuurd. Swinkels van de Nederlandse 148
Energiemaatschappij vertelde dat mensen van de ACM twee weken bij hem op kantoor hadden rondgelopen, voordat er een persbericht over Greenchoice naar buiten werd gebracht. De toezichthouder wilde er zeker van zijn dat ze kon zeggen dat Greenchoice de rotte appel in de schaal was en dat later niet zo blijken dat andere bedrijven zich ook aan deze vorm van fraude schuldig maakten. Want als dat laatste het geval was dan was met het aanpakken van Greenchoice het probleem niet opgelost, zoals de ACM wilde gaan claimen, en zou het vertrouwen in de sector wederom naar het nulpunt dalen. Bij de Nederlandse Energiemaatschappij werden overigens geen onregelmatigheden gevonden, zo zei Swinkels.
149
28 - Van Rees drijft de zaken op de spits na een fietsritje en voelt zich fors voorgelogen door Rexwinkel
Zomer 2010: Van Rees zag Rexwinkel het kantoor uitgaan en vertrok ook. Ze troffen elkaar in de fietsenstalling. "Ik fiets even met je mee", zei Van Rees. Ze woonden niet ver van elkaar aan het andere eind van de Heemraadsingel. Het was bewolkt, maar het regende nog net niet. Rexwinkel had er duidelijk niet zo'n zin in. Hij zag de bui al weer hangen. "Wat mot je?", zo was zijn houding. Maar Van Rees was vastbesloten. "Ik wil dat het stopt", zo zei hij. "Wat stopt?". "Het niet uitbetalen van tegoeden aan klanten". Rexwinkel reageerde woedend. "Bemoei je met je eigen zaken", zo zei hij. Hij ging op de trappers staan en ging er keihard vandoor. Stoelendans De boete van eind 2011 voor Greenchoice. kwam voor de buitenwereld uit de lucht vallen, maar in feite had die een lange voorgeschiedenis. Al in 2010 was het de ACM duidelijk dat er dingen niet goed zaten bij Greenchoice. De directie werd op het matje geroepen door Peter Plug en zijn medewerkers. Er was een lijst met zo’n 20 punten die niet deugden, zo zegt oudmedewerker van de ACM Maya van der Steenhoven. Er was dus een hele lijst aan zaken die fout gingen bij Greenchoice, volgens de ACM. Het achterhouden van debetnota’s was er daar maar één van. De ACM wist dat Greenchoice mensen belette om over te stappen, door te doen alsof mensen een vast contract hadden, terwijl ze dat in feite niet hadden. De vermoedens die ik had op basis van mijn eigen ervaring waren dus blijkbaar ook geconstateerd door de ACM. Daarnaast verhoogde Greenchoice de prijs van gas bij mensen die een vast contract met vaste prijzen hadden afgesloten, nog voordat het contract was verlopen. Ook boekte Greenchoice geen groencertificaten af, althans in dezelfde mate als dat het groene stroom verkocht aan klanten. Dat afboeken van groencertificaten is nodig om stroom die in feite is opgewekt in fossiele energiecentrales, te vergroenen. Bij andere bedrijven ging het ook mis, maar nergens was het zo structureel en misdadig als bij Greenchoice, zo vertelde Van der Steenhoven. Ze voegde er aan toe dat de ACM een goed beeld had van wat energiebedrijven allemaal aan het uitspoken waren. Hoe de ACM aan die informatie komt wilde Van der Steenhoven niet zeggen. De toezichthouder confronteerde Rexwinkel met deze zaken. Hij moest op het matje komen. Hij ontstak in woede. Hij smeet met stoelen en liep kwaad weg van het overleg.
150
Mailtje In 2008 al stelde een teamleider binnen Greenchoice, ene Galiena, vragen aan Rexwinkel over het proces, dat later beboet zou worden. "Ook de aangehouden eindnota’s bleek een doorn in het oog bij meerdere collega’s te zijn. Hoewel iedereen wel begreep dat we soms onkosten voor klanten maken (bv. Her brieven), begrijpen ze niet waarom we dit met alle ‘grote’ terugbetalingen doen. Als het om terugbetalingen van wanbetalers of slechte betalers zou gaan, dan Ala. Maar om voor klanten die altijd goed betalen ook nota’s aan te houden, vinden ze dit erg onbetrouwbaar overkomen.” Antwoord Rexwinkel: "Belangrijkste reden om de nota aan te houden is echter dat deze klanten geen contact met ons gezocht hebben om op te zeggen. (...) Wij zijn daar zeer soepel mee, zonder boetes, etc. Maar om deze toch ‘lompe’ klanten ook nog te belonen met een terugbetaling vind ik zelf niet gepast." Rexwinkel deed dus niets met het mailtje. Klanten die overstapten waren volgens hem lomp. Van belang hierbij is op te merken dat het, bij een switch naar een ander energiebedrijf, niet nodig is om contact te zoeken met het oude energiebedrijf. De regelgevers hadden het proces juist op deze manier ingericht om mensen het overstappen zo makkelijk mogelijk te maken. Andere kamer Een van de punten was dus het niet uitkeren van bedragen als de klant nog geld tegoed had. Rexwinkel stelde onder meer dat meterstanden vaak herzien worden en dat, als Greenchoice zou overgaan tot betaling van de tegoeden bij gevallen waar de meterstanden te laag lijken te zijn, die tegoeden later wellicht weer moesten worden teruggehaald. Van Rees leek zich in eerste instantie te kunnen vinden in de uitleg van Rexwinkel. "Het was in deze gevallen evident dat we geen goede informatie van de netbeheerder hadden gekregen", zo schrijft hij later. "We spraken af dat Michiel het proces zou toelichten tijdens een algemeen overleg zodat voor iedereen duidelijk zou zijn dat dit een correct proces is”. Hij had op dat moment geen aanleiding te denken dat Greenchoice de regels overtrad, zo schreef hij. Dit speelde dus allemaal lang voor de boete. Van Rees kwam echter op de kamer van Appeldoorn te zitten, waardoor de twee directeuren meer dan voorheen contact hadden. "Media 2010 kreeg ik een stevig signaal van Appeldoorn". Appeldoorn stelde dat het niet goed zat met die eindnota’s. Sommige medewerkers vonden dat het niet door de beugel kon. Het zou inmiddels gaan om honderden nota’s per maand, ter waarde van honderdduizenden euro’s die niet uitbetaald werden. Van Rees sprak Rexwinkel er enkele keren op aan. Dat kon echte niet meer in een directie-overleg, want dat was afgeschaft, zo stelt Van Rees. Het was tegen zijn zin in gebeurd. Er was wel een, breder, management team-overleg maar daarin konden dit soort zaken niet besproken worden, 151
want dan zou het voor iedereen duidelijk zijn dat er een groot verschil van inzicht was tussen de twee directeuren.
Heemraadsingel
Fietsritje Michiel erkende dat er losse eindjes aan het proces zaten, maar hij weigerde het te veranderen, zo zei Van Rees. "Ik voelde me tijdens die gesprekken niet serieus genomen en me met een kluitje in het riet gestuurd." En: "Rexwinkel wilde niets aanpassen en werd boos als ik zijn mening ter discussie stelde". In die drie maanden na de zomer van 2010 probeerde Van Rees naar eigen zeggen vrienden te blijven met Rexwinkel. Maar: "Ik vond het onethisch en dan is het moeilijk om vrienden te blijven." Van Rees deed enkele mondelinge suggesties om het proces te verbeteren, maar hij kreeg maar geen gehoor. Ook op suggesties per email ("voorzichtig geformuleerd om hem mee te krijgen") kreeg Van Rees geen reactie. De onenigheid escaleerde tijdens het fietsritje van het kantoor naar huis. Van Rees dreef de zaken op de spits. Hij belegde eind 2010 een vergadering met de leden van de directie, waar behalve de drie oprichters ook de financiële man Egbert Willekes toe behoorde. Rexwinkel stelde te begrijpen dat het eigenlijk anders zou moeten. Hij verdedigde het proces door te stellen dat mensen die nog geld tegoed hadden wel zouden bellen, waarna er een rekening kon worden opgemaakt. Ook stelde Rexwinkel dat Greenchoice nog net zoveel geld tegoed had als gevolg van het niet versturen van nota’s dan dat het nog geld moest uitbetalen. 152
Rexwinkel stelde dus dat niet alleen creditnota’s (klant heeft geld tegoed) werden achtergehouden, maar ook debetnota’s (Greenchoice heeft geld tegoed), als de standen teveel afweken van wat verwacht mocht worden. Dit zou Rexwinkel in de jaren daarna blijven volhouden. De ACM stelde echter bij het opleggen van de boete onomwonden dat de nota's die niet werden verstuurd vooral creditnota's waren en de nota's die te laat waren zowel creditals debetnota's. Verder stelde Rexwinkel volgens Van Rees dat klanten aan wie niet betaald werd vaak klanten waren die tevens nog enkele voorschotbedragen moesten betalen. Ze hadden dus ook een kleine schuld. Dit zou dan tegen elkaar wegvallen. En zo waren er nog wat argumenten om het proces te verdedigen. Van Rees vertrok eind 2010 bij Greenchoice. Rexwinkel zou met een projectteam aan de slag gaan met het probleem. Van Rees: "Ik verliet met een vervelend gevoel het bedrijf, maar wel opgelucht dat het opgelost zou worden". Van Rees is er naar eigen zeggen later achter gekomen dat die argumenten niet klopten. Hij voelde zich achteraf "fors verkeerd voorgelicht en voorgelogen" over het proces. Dolkstoot Van Rees zelf stelt dat hij is weggegaan vanwege het gerommel met de eindnota’s en de onwil van Rexwinkel om er iets aan te doen. "Deze houding is voor mij reden om echt volledig weg te willen bij het bedrijf", zo schreef hij. In de rechtszaak voor de Ondernemingskamer die Eneco later aanspande zou Van Rees ook stellen dat zijn vertrek "verband hield met de omstandigheid dat hij eind 2010 het niet kloppende proces ten aanzien van de eindafrekeningen bij zijn (indirecte) medebestuurders Rexwinkel en Appeldoorn aan de orde had gesteld en bij hen geen gehoor had gevonden". Rexwinkel heeft hem dat laatst ontzettend kwalijk genomen, zo vertelde hij mij. Het voelde als een dolkstoot in de rug, van iemand die ooit zijn vriend was, zo liet hij weten. Volgens Rexwinkel is Van Rees weggegaan omdat hij een sabbatical wilde, zoals Van Rees dus ook daadwerkelijk tegen mij verteld had tijdens de Nacht van de Duurzaamheid. Het was verraad, een doodzonde voor mensen met een militaire opleiding als Rexwinkel, zoals Bliek had gezegd (zie hoofdstuk 6). Paradoxen Er zit iets tegenstrijdigs in de opvatting van Rexwinkel. Rexwinkel zegt dat Van Rees van alles op de hoogte was. Als Van Rees van alles op de hoogte was kan dat natuurlijk wel degelijk een reden zijn om te zeggen: "Ik stop er mee". Tegen de buitenwereld zeg je dan mogelijk dat je met sabbatical wil. De vraag in hoeverre Van Rees nu echt geprobeerd heeft om het proces te veranderen blijft dan even in het midden. Volgens Rexwinkel had Van Rees echter geen interesse in het gerommel in de administratie. Het boeide hem niet echt. "Hij had er niet echt interesse voor, anders had hij het proces ook 153
zelf kunnen wijzigen als hij dat echt had gewild. Er was gewoon een andere reden om weg te gaan: hij had genoeg van zijn verantwoordelijkheden en bezigheden. Mogelijk zat hij toen tegen overspannenheid aan, want het werk uit handen nemen hielp ook niet meer. Maar dat kan ik niet helemaal inschatten, ik ben geen arts, alleen zoon van een huisarts." Aan de andere kant is de opstelling van Van Rees ook onduidelijk. Van Rees deed namelijk soms tijdens de procedures alsof hij niets wist van het gerommel met de administratie. Dit is tegenstrijdig: weggaan omdat het je niet lukt iets te doen aan het gerommel in de administratie en tegelijkertijd zeggen dat je van niets wist. Het is duidelijk dat hij wilde voorkomen dat hij aansprakelijk gesteld werd door te zeggen dat hij niet op de hoogte was van de frauduleuze praktijken.
154
29 - 10 maart 2011, de dag dat ACM met twaalf man Greenchoice binnenviel
Rexwinkel liep naar beneden om de deur uit te gaan. Hij had een belangrijke afspraak op het ministerie van Economische Zaken. In de hal was het tot zijn verrassing een drukte van belang. Een grote groep mensen was binnengekomen en praatte met een aantal Greenchoicemedewerkers. Het bleken medewerkers van de ACM te zijn. Rexwinkel had niet zo'n zin in gedoe en wil naar buiten gaan om naar zijn afspraak te aan. “Ik zou de afspraak maar afzeggen”, zo wordt hem vriendelijk doch dringend verzocht. "We stellen een onderzoek in. U bent verplicht om mee te werken." Rampweek De eerste drie maanden van 2011 verliepen uitmuntend, volgens Rexwinkel althans. Op 9 maart 2011 echter legde de ACM Greenchoice een megaboete van meer dan 2 miljoen op voor misleidende colportage-praktijken. Energiedirect, dochter van Essent, kreeg op die dag een boete van een miljoen euro. Rexwinkel snapte er niets van. “Wij deden op kleine schaal wat andere bedrijven als Nuon op grote schaal deden. Waarom krijgen wij dan een megaboete?” Een dag later stond de ACM met 12 man sterk op de stoep van het kantoor aan de Pieter de Hooghweg. Verhoren Eén man van het invalteam liep direct naar de IT-afdeling, om te voorkomen dat er zaken gewist zouden worden. De twee directeuren Rexwinkel en Appeldoorn werden verhoord. Uren duurden die verhoren. Af te toe werden er andere mensen opgeroepen. Onder begeleiding van iemand van de ACM moesten Rexwinkel en Appeldoorn die dan gaan halen. Die werden dan apart verhoord. De ongenode bezoekers legden in eerste instantie niet uit waarvoor ze kwamen. Ze zeiden alleen dat ze onderzoek gingen doen. Rexwinkel belde zijn advocaat. Die kon erbij gaan zitten. Na twee uur werd duidelijk dat het om de eindnota’s ging. “De noodzaak tot de inval zag ik niet. Er gebeurde niets stiekems bij Greenchoice”, zo vond Rexwinkel. "Nog steeds denkt de ACM dat we stiekem deden. Maar alles was bij Greenchoice bij iedereen bekend. Er werd niets onder de pet gehouden. Nieuwe mensen doorliepen een inwerktraject en wisten na twee weken precies hoe het met die eindnota’s zat. Het ‘schonen van de eindafrekeningen’, was een bekende term."
155
Verraad? Volgens Rexwinkel was de ACM getipt door iemand van binnen de organisatie en dat zou volgens hem heel goed Van Rees hebben kunnen zijn, al durfde hij dit niet met 100% zekerheid te zeggen. Het moet volgens hem wel iemand uit het hoger echelon geweest zijn, want de ACM kende bepaalde termen die alleen daar bekend zijn. Rexwinkel vond het in ieder geval opvallend dat Van Rees nooit verhoord is. Hij was begin 2011 al weg bij Greenchoice, maar hij is natuurlijk wel jarenlang algemeen-directeur geweest: van 2002 tot en met 2010. "Een algemeen-directeur is verantwoordelijk voor het hele bedrijf. Waarom is Van Rees dan nooit verhoord?" Later kregen Rexwinkel en Appeldoorn persoonlijke boetes, maar Van Rees niet. "Vreemd", vond Rexwinkel. De stelling dat Van Rees naar de ACM is gestapt is aannemelijk. Maar het kan ook iemand anders zijn geweest, zoals Richard van Pelt, Bart Beekhuizen of Bas Waldekker. Zegel De mensen van de ACM kopieerden e-mailboxen, databases en bedrijfsdocumenten. Alles werd op CD’s gebrand; in tweevoud. Eén versie nam de ACM mee; de andere versie werd in een verzegelde envelop gedaan; met zo’n ouderwetse zegel erop. Die moest Greenchoice bewaren in de kluis. Op het verbreken van de zegel stond een boete en het schijnt dat er bedrijven zijn die daar daadwerkelijk een boete voor gehad hebben. Waarschijnlijk is de bedoeling van deze kopie dat het verdachte bedrijf later in de rechtbank niet kan zeggen dat de bestanden veranderd zijn door de ACM.
Greenchoice-medewerkers aan het werk 156
Gekonkel Twee dagen zijn de medewerkers van de ACM gebleven. Ze zaten verspreid door heel het gebouw. Het spreekt vanzelf dat de organisatie van slag was. In het management-team werd er openlijk over gesproken. In dat team zaten een stuk of zeven mensen, waaronder Jurjen Algra (communicatie), Fernanda de Bruin (operationeel manager) en Bas Waldekker (zakelijke markt). Bas en Jurjen hebben ook aandelen in het bedrijf. Die mensen waren geschrokken. Er was best wel veel ontzag voor de toezichthouder. Rexwinkel kreeg naar eigen zeggen de schuld. "Mensen gingen zich anders gedragen", zo zei Rexwinkel terugkijkend op die roerige periode. Er werd aan de poten onder zijn stoel gezaagd. Normaal vroegen ze Rexwinkel om advies. Maar dat gebeurden nu niet meer. “Vroeger werd je mening belangrijk gevonden. Nu niet meer. Er vindt gekonkel plaats achter je rug. Men gaat er rekening mee houden dat je weggaat. Dat maakt het lastig om sturing te blijven geven aan de organisatie.” Appeldoorn werd het kwalijk genomen dat hij de zijde van Rexwinkel bleef kiezen. Rexwinkel verbaasde zich er over hoe mensen plotseling 180 graden van mening kunnen veranderen. “Hoe werkt dat in hun hoofd? Ze hebben zelf de processen en queries gemaakt en plotseling weten ze van niets meer. Plotseling is het allemaal de schuld van Michiel. Mensen denken zich vrij te pleiten en ze gaan er voetstoots vanuit dat de toezichthouder gelijk heeft. Die kan zich echter ook vergissen”. Met name Bart Beekhuizen heeft volgens hem boter op het hoofd. "Bart wist meer dan wie ook van het proces. Als ik processen wilde veranderen moest ik aan hem vragen hoe dat moest. Hij zette jarenlang de eindnota’s klaar die eruit moesten worden gehaald. Nu zegt hij dat het fout was en dat hij van niets wist."* Persadvies Er werd geen ruchtbaarheid gegeven aan de inval, niet door de ACM en niet door Greenchoice. Wel werd de branche op de hoogte gesteld van de bestuurswisseling eerder dat jaar. Rexwinkel huurde Veronique van Zanten in voor het geven van persadvies. Er werden interviews gegeven aan het dagblad Trouw en aan het blad van VNO-NCW. Het laatste leverde een mooi artikel op, maar het was een mooi-weer show. Geen woord over de inval en de harde onderhandelingen die daarna werden gevoerd. Trouw nam Rexwinkel zelfs nog op in de duurzame top-100, een lijst van mensen die zich volgens de krant het meest inzetten voor verduurzaming van het land. Rexwinkel stond op plaats 65. Envelop Na een maandje kwam er een envelop. "We zijn geschokt", zo liet de ACM weten. "Het is veel erger dan gedacht". "We nemen het hoog op" en "we houden alle opties open", waren termen die de toezichthouder in de mond nam. De ACM wilde afspraken maken met de directie van Greenchoice anders zou de vergunning voor het leveren van energie worden 157
ingetrokken. Rexwinkel voelde zich gechanteerd, zei hij later. Het werd nu volgens hem één groot lawers paradise. De advocaat van Greenchoice, Robbert de Bree, trad in overleg met de ACM. Rexwinkel mocht hier naar eigen zeggen niet bij zijn. Van Rees zou wel bij die gesprekken zijn geweest. De Bree kwam terug bij Rexwinkel na het eerste gesprek met de opmerking: "Wat hebben ze tegen jou? Het ging alleen maar over jou." Rexwinkel had het dus flink verbruid bij de toezichthouder, dat was wel duidelijk. De druk werd opgevoerd volgens Rexwinkel. Ze wilden meer binnenhalen, maar er was volgens hem niet meer. Op 27 mei 2011 legde de Consumentenautoriteit (toen nog gescheiden van de ACM) nog eens een boete van 525.000 euro op vanwege de colportage-praktijken. Dat kon er ook nog wel bij. Bonje Volgens Van Rees heeft Rexwinkel na de inval nog snel de queries** aangepast. Op 3 augustus stuurde de ACM namelijk een e-mail waarin stond dat het achterhouden van 80% van de nota’s niet kon worden verklaard door de queries die de toezichthouder had aangetroffen bij het bedrijfsbezoek. Van Rees: "We besluiten er niet op te antwoorden. Later hoorde ik dat Michiel tijdens de inval van de ACM nog snel de instelling van een van de queries heeft veranderd, voordat de queries zijn verstrekt aan de ACM." Hierdoor vielen minder eindnota's 'door de mand', dan voorheen. De instelling was volgens Van Rees in eerste instantie zo dat het verschil tussen het geschat verbruik en het werkelijk verbruik niet groot hoefde te zijn om de nota achter te houden (praktisch nul), terwijl de ACM een querie aantrof die liet zien dat dit verschil het verbruik van twee of drie maanden moest zijn. Volgens Van Rees werd de houding van de ACM hierna scherper. Overigens zijn deze opmerking van Van Rees in tegenspraak met het beeld dat Rexwinkel schetste als zou hij vrij nonchalant zijn geweest tijdens de inval en het liefst zijn afspraak bij het ministerie van Economische Zaken zou zijn nagekomen. Van Rees ging zich weer bemoeien met het bedrijf. Volgens hem werden Van Pelt en Beekhuizen aangesteld om de door de ACM gevraagde informatie boven water te halen. Opvallend is volgens Van Rees hoe boos Rexwinkel op de ACM was en hoe hij het gewraakte proces bleef verdedigen. "Hij wilde nog steeds niet meewerken aan een oplossing", zo zegt Van Rees. "Onze relatie raakte zo verstoord dat we feitelijk geen normaal gesprek meer met elkaar konden voeren", zo zegt Van Rees. Rexwinkel hield zich echter op een gegeven moment wel gedeisd, zo zei Van Rees. Dat heeft er wellicht toe bijgedragen dat er inderdaad afspraken konden worden gemaakt, hoewel er later veel onduidelijkheid zou zijn over de aard van de afspraken. *Beekhuizen was niet beschikbaar voor een reactie. ** Een opdracht aan een database om een bepaalde actie uit te voeren
158
30 - ACM dreigt vergunning in te trekken, directie voelt zich gechanteerd en misleidt Eneco Juli 2011 - Rexwinkel liep door de stijlvolle gang van het Greenchoice-gebouw. Medewerkers schoten snel weg. Ze wilden koste wat het kost een gesprek vermijden. Rexwinkel ging naar de kamer waar het managementteam bijeen zou komen. Er hing een gespannen sfeer. Er was iets besloten, dat voelde Rexwinkel wel. Willekes opende de vergadering en had niet veel tijd nodig om de beslissing aan Rexwinkel mee te delen. Het managementteam vond dat Rexwinkel in het belang van de onderneming moest vertrekken. Rexwinkel ontstak in woede. De medewerkers van Greenchoice keken met angst en beven toe. Ze hielden van de man, maar op zulke momenten waren ze bang van hem. Afspraken Na de inval en de mededeling van de ACM dat de situatie ernstig was gingen de partijen om tafel zitten om afspraken te maken. De ACM wilde voorkomen dat Greenchoice ten onder zou gaan. Afgesproken werd dat Greenchoice van accountant zou wisselen en dat er een compliance officer zou worden aangesteld. Er zou een ‘verbetertraject’ worden ingezet, zodat de gemaakte overtredingen niet nog eens begaan zouden worden. Verder zou Greenchoice het geld dat klanten nog tegoed hadden terug betalen. De directie zou aftreden per 1 januari 2012. De financiële man Willekes zou aanblijven om de continuïteit van de onderneming te waarborgen. Hij zou per 1 juli 2012 aftreden. Dit alles zou bekend worden gemaakt tegelijkertijd met het uitbrengen van een persbericht over de boete. In de periode daarna zou de ACM op verzoek van Greenchoice een terughoudend persbeleid voeren. De communicatie naar buiten toe zou op elkaar afgestemd worden. Dit was de reden dat de ACM de pers waaronder mij niet te woord wilde staan. Hier de afspraken op een rijtje, zoals verwoord door Natalie Breen, die Clustermanager Onderzoek & Informatiemanagement was.
159
De afspraken (of beter gezegd dictaten van ACM) op papier
Strafrecht Greenchoice zou dus niet in beroep mogen gaan tegen de boetes die de ACM had opgelegd, zo was afgesproken, en ook niet tegen de eerdere boete voor de colportage-praktijken. Er was veel discussie over de vraag of er persoonlijke boetes opgelegd zouden worden. Volgens Van Rees wilde Rexwinkel onder geen beding dat hij en Appeldoorn een persoonlijke boete zouden krijgen én dat ze zouden aftreden als directeuren. Het was voor Rexwinkel of het één of het ander. Als Rexwinkel een persoonlijke boete zou krijgen wilde hij zich kunnen verdedigen als directielid, zo zei hij zelf later. Juristen adviseerden hem echter om een kleine boete van zo’n 15.000 te accepteren. Dat zou het later tevens lastiger maken voor het Openbaar Ministerie nog een strafrechtelijke vervolging in te stellen. Maar Rexwinkel weigerde. De vergunning van Greenchoice zou niet ingetrokken worden, zo was de belofte. Hoogstens zou die aangepast worden om de eisen omtrent de interne organisatie daarin op te kunnen nemen. Sommigen binnen de ACM waren het hier hartgrondig mee oneens. "Als dit geen reden was om een vergunning in te trekken, wat dan nog wel? Waarom hebben we dan een vergunningenstelsel?", zo vroeg Maya van der Steenhoven zich af. Maar het werd van groot 160
belang geacht dat Greenchoice zou blijven bestaan. Missie mislukt Als Greenchoice zou verdwijnen zou dat de zoveelste nieuwkomer zijn die de markt zou verlaten en zou gezegd kunnen worden dat de liberalisering van de energiemarkt was mislukt. Dit zou ook op de ACM afstralen, want het was juist een van de taken van de toezichthouder om van die vrije markt een succes te maken. Na het verscheiden van het zoveelste energiebedrijf zou dat niet meer volgehouden kunnen worden. En dat terwijl ACM al jarenlang persberichten uitstuurde met als strekking dat de vrije markt wel een succes was. Hoog werd opgegeven van het percentage mensen dat jaarlijks overstapte. Greenchoice moest dus in leven worden gehouden; dat was waarschijnlijk een oekaze die van bovenaf kwam. Maar de ACM kon het handhaven van de vergunning natuurlijk alleen rechtvaardigen als er drastische maatregelen bij Greenchoice zouden worden genomen. Op het moment dat de boete werd opgelegd kon de toezichthouder dan zeggen dat maatregelen waren genomen om herhaling te voorkomen en dat de perspectieven voor het energiebedrijf op dat moment weer goed waren. De rest van de markt was gezond, zo zou ACM zeggen, iets wat daadwerkelijk was onderzocht. Greenchoice was de rotte appel geweest en dan specifiek Michiel Rexwinkel. Met het verwijderen van de rotte appel was de markt weer oppietoppie. Consumenten hadden geen reden om het vertrouwen in de markt te verliezen. Vadertje ACM had tijdig en grondig ingegrepen. Dat zou het verhaal worden. Daarom werden gesprekken over een hersteltraject gestart. Aan tafel zat onder meer advocaat De Bree, van het kantoor Wladimiroff, die dus opmerkte dat de gesprekken vooral over Rexwinkel gingen. Die had het totaal verbruid bij de toezichthouder. Chantage Voorwaarde voor het handhaven van de vergunning was wel dat het 'hersteltraject' in gang gezet werd en dat de directie zou vertrekken. Rexwinkel stond met zijn rug tegen de muur, zo voelde hij het. Als de leiding van Greenchoice niet zou instemmen met de eisen van de ACM zou de toezichthouder de vergunning intrekken en dat zou het feitelijk einde zijn van Greenchoice. Daarmee zou het bedrijf waardeloos zijn geworden, en dus ook het belang dat de drie directeuren in het bedrijf hadden. Het was volgens hem "chantage". Het is een woord wat ook Van Rees in de mond neemt. "Dit lijkt een soort chantage in onze ogen." Daar komt bij dat Greenchoice weliswaar een zienswijze mocht indienen naar aanleiding van het opleggen van de boete, maar dat die zienswijze gedicteerd werd door de ACM. Door Greenchoice gewenste wijzigingen mochten niet worden opgenomen. De toon van Breen in een email in reactie op de door Greenchoice gewenste veranderingen is hard: "Mochten we op dat moment geen overeenstemming hierover hebben bereikt dan zal ik e.e.a. gaan escaleren omdat ik bang ben dat onze afspraken dan ter discussie staan." 161
Duidelijk was dus dat de directie moest verdwijnen. Van Rees stelde dat Rexwinkel zich daar met hand en tand tegen verzette. Volgens Van Rees wilde echter iedereen dat Rexwinkel zich terugtrok. "In een vergadering waar Michiel niet bij aanwezig was, wordt besloten dat Michiel moet aftreden en weg moet blijven. Dit leidt tot grote woede bij Michiel en tot veel gesprekken meteen erna. Uitkomst is dat Michiel toch bleef. Hij wilde proberen met de nieuwe directie samen te werken." Rexwinkel was met een nieuwe directeur op de proppen gekomen: Richard Klatten.
Richard Klatten
De Klat erin Klatten (1964) was werkzaam geweest bij advocatenkantoor Kennedy van der Laan, dat hij samen met anderen had opgericht. Als advocaat was hij onder meer voor Greenchoice actief geweest. Daarnaast was hij partner bij innovatie-adviesbureau Growinn en directeur van Dnamo Incubator, een organisatie die zich richtte op het begeleiden van startende ondernemers. Klatten heeft "intensieve ervaringen met diensteninnovatie in een groot advocatenkantoor", zo schreef hij op de site van Growinn. Niet duidelijk was waarom juist hij geschikt was als directeur van een energiebedrijf, dat een ondernemende directeur nodig heeft. Klatten, zegde zijn baan op en werd benoemd als directeur en ging aan de slag. Denis Slieker, die al werkzaam was bij Greenchoice, werd benoemd tot tweede directeur.
162
Stiekemheid Minderheidsaandeelhouder Eneco wist natuurlijk dat de ACM bij Greenchoice was binnengevallen maar werd niet op de hoogte gehouden van wat er daarna gebeurde. Zo deed Rexwinkel tot op het laatste moment alsof hij niet wist hoe ernstig de situatie was. Tijdens een aandeelhoudersvergadering in september zei Rexwinkel: "Wij verwachten volgende maand een besluit. Ik vind dat wel spannend wat er uit gaat komen. Maar wat het gaat worden, weet ik niet precies." Op 2 december 2011 zeiden Willekes en Rexwinkel tijdens de aandeelhoudersvergadering dat ze in afwachting waren van de uitkomsten van het onderzoek van de ACM. "Willekes heeft ontkennend geantwoord op de vraag van Eneco of er al indicaties zijn en Rexwinkel heeft daaraan toegevoegd er niet gerust op te zijn." Ook over de reden van het aandragen van twee nieuwe directeuren bleef Eneco in het ongewisse. Rexwinkel stelde later dat hij dit verzweeg op advies van zijn advocaat. De ACM had namelijk gesteld dat de gesprekken tussen Greenchoice en de ACM over het reparatietraject vertrouwelijk waren. Het zou niet in het belang van de onderneming zijn om volledige openheid van zaken te geven aan de minderheidsaandeelhouder. Aap uit mouw Op 14 december vroeg Rexwinkel nog even snel een bevestiging van de instemming van Eneco met de benoeming van Klatten. De eis die Eneco daarbij stelde was dat er een financieel specialist benoemd werd, die ook in het management team zou zitten. Rexwinkel stemde daarmee in. Eneco voelde dus wel degelijk aan dat er iets aan de hand was. Eind november had het bedrijf in een discussienota al geconstateerd dat de verhouding "stapsgewijs moeizamer was geworden". Het bedrijf deed voorstellen om een nieuwe start te maken, waaronder uitbreiding van het belang in Greenchoice. Op 15 december meldt Rexwinkel dan eindelijk aan de financiële man van Eneco Guido Dubbeld:"We hebben wel vernomen dat er morgen een persartikel vanuit de ACM verstuurd gaat worden over hun bevindingen. Daarin staat ook dat we een enorm hoge boete gaan ontvangen voor de te laat verstuurde eindnota's. Boetebedrag is, schrik niet, 7 miljoen euro."
163
31 - Eneco voelt zich 'genaaid', juridische bitch-fight begint en ACM doet kinderachtig Jeroen de Haas was woedend toen hij het bericht van Rexwinkel aan zijn financiële man Dubbeld onder ogen kreeg. Hij wist dat er wat speelde maar dat Greenchoice een boete van 7 miljoen zou krijgen en ook nog eens 9 miljoen aan onbetaalde credit-facturen terug moest betalen had hij in de verste verte niet kunnen bevroeden. Hij had het gevoel dat hij een jaar lang door de directie, en dan met name Rexwinkel, voor de gek was gehouden. Dit zou Rexwinkel gaan voelen, dat was duidelijk. De Haas liet zijn advocaten uitzoeken wat de mogelijkheden waren om voor eens en altijd met Rexwinkel af te rekenen. Wisseling van de wacht Op 16 december werd de overeenkomst over het aantreden van Klatten als algemeen-directeur van Greenchoice getekend, nota bene op dezelfde dag als die van de aankondiging van de boete door de ACM. Op 1 januari 2012 gaat Richard Klatten van start. Denis Slieker wordt directeur business development. Dit laatste stond althans is het persbericht dat wordt uitgebracht. Volgens Rexwinkel werd hij echter operationeel directeur. Om de verwarring compleet te maken: Slieker zelf noemde zichzelf op zijn Linked-in pagina operationeel directeur al vanaf mei 2011. We hebben eerder gezien dat hij in mei 2011 volgens Rexwinkel 'slechts' teamleider Business Development werd. In ieder geval is Egbert Willekes op 1 januari 2012 nog financieel directeur en zou dat dus nog tot 1 juni blijven. Hij zorgde voor enige continuïteit in de organisatie. Accountant werd op 1 mei KPMG, in plaats van François Flooren verbonden aan Borrie, die er duidelijk met de pet naar had gegooid.
François Flooren
164
Eneco op ramkoers Nadat op 16 december de boete werd opgelegd voelde Eneco zich ongelooflijk "genaaid". Ten eerste omdat Greenchoice de boel belazerd had, maar ook omdat Rexwinkel niets had verteld over de op handen zijnde boete en ook niet over de werkelijke reden van het aandragen van Klatten als nieuwe bestuurder. Het is begrijpelijk dat Eneco boos was, maar het bedrijf sloeg op hol. Het bleef dit punt jarenlang benadrukken in de rechtszaal. Het is duidelijk dat het de situatie ten volle wilde gaan uitbuiten, om zo de macht bij Greenchoice in handen te krijgen. Eneco gooide dus de kont tegen de krib. Zo wilde Eneco niet meer meewerken aan de benoeming van Klatten tot statutair directeur. De medewerking van Eneco was echter nodig omdat een statutaire directeur alleen in de aandeelhoudersvergadering benoemd kon worden. Eneco ging daar echter allerlei voorwaarden aan verbinden. Zo wilde Eneco dat de holding EnergieConcurrent eerst toezegde om op te draaien voor de schade die het gevolg was van het geknoei met de eindafrekeningen. Ook zou Greenchoice moeten meewerken aan een onderzoek door Deloitte, de huis-accountant van Eneco, waarbij Deloitte inzage zou krijgen in de boeken en moest Greenchoice opdracht geven tot een forensisch onderzoek naar de werkwijze van Greenchoice in de afgelopen jaren. Verder moesten de drie heren aftreden, wat dus al toegezegd was aan de ACM. Het bedrijf wilde tijdens de aandeelhoudersvergaderingen van 16 en 19 januari 2012 bovendien de jaarrekening over 2010 niet goedkeuren. De reden was duidelijk. Eneco was bang dat een goedkeurend stempel de mogelijkheden tot het eisen van een schadevergoeding, later voor de rechter, zou verkleinen. Machtsvacuüm Het was alsof Eneco ook nog eens voor eigen rechter ging spelen, nadat de ACM dat ook al gedaan had. Het bedrijf ging Rexwinkel aanpakken. De handelswijze van Eneco was een beetje overdreven, gezien het feit dat het bedrijf slechts een minderheidsaandeelhouder was. Voor Rexwinkel c.s. waren de eisen die Eneco stelde onaanvaardbaar. Rexwinkel stelde bovendien dat Eneco al ingestemd had met de benoeming van Klatten, en daar nu niet allerlei eisen aan kon verbinden. Rexwinkel was afgetreden als directielid maar hij weigerde terug te treden uit EnergieConcurrent en hij weigerde EnergieConcurrent terug te trekken als bestuurder van Greenchoice. Onduidelijk was of dit moest volgens de afspraken die met de ACM waren gemaakt. De drie heren mochten 'geen directe invloed meer hebben in de aansturing van de onderneming', zo stond in de afspraken, maar hoorde hiertoe ook de zeggenschap die ze als aandeelhouder hadden, via het belang van EnergieConcurrent in Greenchoice? Hier zou nog veel over gesteggeld worden. Volgens Rexwinkel van niet. Volgens ACM wel. Maar het leek alsof ACM zich in eerste instantie niet goed had gerealiseerd dat Rexwinkel via EnergieConcurrent nog zo'n stevige greep op Greenchoice kon houden. Later zocht de 165
toezichthouder naar argumenten om die greep alsnog te verminderen, net als Eneco. Rexwinkel had daarnaast nog een andere verdedigingslinie. Hij zei dat EnergieConcurrent niet kón aftreden omdat Eneco niet akkoord ging met de benoeming van Klatten tot statutair directeur. Als EnergieConcurrent zich in dat geval zou terugtrekken had het bedrijf geen statutair bestuurder meer. Dit zou als consequentie hebben dat belangrijke beslissingen niet genomen konden worden, zoals bijvoorbeeld de aankoop van energie. Irreële ideeën Eneco stelde 20 januari 2012 nog eens dat EnergieConcurrent moest opkrassen als bestuurder. Van Rees wilde wel onderhandelen met Eneco om tot een oplossing te komen, maar Rexwinkel niet. “Ook hier is hij degene die liever het gevecht aangaat”, zo stelt Van Rees. De Raad van Advies van Greenchoice was echter ook van mening dat dat Rexwinkel moet vertrekken en liet dat ook weten in een brief. Maar hier was Rexwinkel al helemaal niet gevoelig voor. Volgens Rexwinkel werd die raad gedomineerd door Van Rees. Van Rees was inderdaad toegetreden tot de Raad van Advies nadat hij weggegaan was als directeur. De weigering van Rexwinkel om op te stappen was reden voor de Raad van Advies om zich begin 2012 op te heffen. Eneco komt op 25 januari met een ‘vaststellingsdocument’. "De eisen die hierin zijn neergelegd gaan wat ver", zo vond zelfs van Rees. Het bedrijf eist nu, in aanvulling op de eerdere eisen, dat het een financieel bestuurder kan benoemen. Van Rees doet naar eigen zeggen toch een onderhandelingspoging. In een vergadering zonder Rexwinkel wordt besloten om Eneco tegemoet te komen. Van Rees c.s. willen voorstellen dat EnergieConcurrent de schade vergoedt aan Greenchoice die het gevolg is van de boete, dat EnergieConcurrent zich terugtrekt en dat samen met Eneco gezocht wordt naar een nieuw bestuur. Maar Michiel weigert wederom. "Na een lastige discussie, met in mijn ogen uiterste irreële ideeën en argumenten van Michiel, besluiten Michiel en John het gevecht met Eneco en de Ondernemingskamer aan te gaan." Wanhoopsbrief Rexwinkel denkt dat Eneco er alleen maar op uit was om de controle over Greenchoice te verkrijgen. Hij stuurde een soort wanhoopsbrief naar ACM-bestuurder Peter Plug, waarin hij hem vraagt een rol te spelen in het conflict. Wat er dan gebeurde is vrij wonderlijk. Op 28 februari 2012 trad Appeldoorn af als bestuurder van EnergieConcurrent. Rob van Rees was al eerder uitgestapt. Volgens de rechter was het bedrijf van Van Rees eerder die maand formeel terug getreden als bestuurder van de holding, zoals ook uit het handelsregister zou blijken. Echter, in het handelsregister stond vermeld dat Van Rees al in april 2011 was uitgeschreven. Rexwinkel ging op vakantie. Niet lang daarna gingen Appeldoorn en Rexwinkel, alsof er niets aan de hand is, naar Brazilië om poolshoogte te nemen bij de bosprojecten die daar worden 166
opgezet, om te zorgen voor compensatie van de CO2-uitstoot van de klanten van Greenchoice. Tussen het vertrek naar Brazilië en de vakantie in deelde Rexwinkel tussen neus en lippen mee dat hij zijn partner Judith heeft benoemd tot bestuurder van Rexwinkel BV. Judith wordt daarmee de enige bestuurder van EnergieConcurrent en daarmee van Greenchoice. De zet was niet helemaal onlogisch, hoewel er later een hoop misbaar over is gemaakt in de pers. Rexwinkel moest weg, dat was duidelijk. En hij vond dus dat EnergieConcurrent zich niet geheel kon terugtrekken. Het lag niet voor de hand dat Rexwinkel een compleet vreemde zouden aanstellen als bestuurder. Dus dan maar zijn partner. Dat die ook gemeenteraadslid was voor Groenlinks in de gemeente Rotterdam, belangrijke klant van Greenchoice en aandeelhouder van Eneco, was lastig maar niet onoverkoombaar. Volgens Van Rees en de zijne was de aanstelling van Judith echter onaanvaardbaar. “Het was duidelijk dat de ACM hier meteen doorheen zou prikken”, zo stelden ze.
Partijen staan in groepjes bijeen tijdens een pauze van een rechtszaak, Rexwinkel links met gebogen hoofd
Juridische bitch-fight Eneco stapte naar de Ondernemingskamer. Eneco wilde dat er onderzoek gedaan zou worden naar het beleid bij Greenchoice in de voorgaande jaren, dat er een nieuwe bestuurder zou worden aangesteld, waarna EnergieConcurrent geschorst zou worden en dat het beheer van de aandelen van EnergieConcurrent in Greenchoice in handen van een derde gebracht zou 167
worden. De Ondernemingskamer was Eneco gunstig gezind, want die gaf Eneco in alles gelijk, in een uitspraak van 17 april 2012. De Ondernemingskamer besliste dat de aandelen van EnergieConcurrent in Greenchoice in handen zouden komen van een derde, dat hij die derde zelf zou benoemen en dat hij ook een bestuurder zou aanwijzen. Verder zou er een onderzoek komen naar de gang van zaken. De onderzoeker kreeg twee opdrachten mee: 1) Uitzoeken in hoeverre de oud-directie schuldig was voor de te late betalingen en 2) uitzoeken in hoeverre mede-aandeelhouder Eneco informatie was onthouden over het onderzoek van de ACM naar de administratieve puinhoop. De rechter benoemde een paar dagen later Frans van Westen als bestuurder van Greenchoice. De aandelen van de drie voormalige directieleden kwamen in handen van Willem van der Schoot, woonachtig te Bussum, en het onderzoek zou worden uitgevoerd door Paul Cromhein van advocatenkantoor De Brauw en Blackstone en Westbroek. Malversaties De rechter sprak onomwonden van ‘malversaties’, waar Rexwinkel Eneco van op de hoogte had moeten stellen. "De ernst en omvang van de malversaties, de betrokkenheid van (feitelijke) bestuursleden daarbij en de wetenschap dat een en ander voorwerp was van onderzoek door de ACM bracht mee dat Greenchoice daarover openheid diende te betrachten jegens haar aandeelhouders…" En: De bevindingen van de ACM geven aanleiding “om ernstig te twijfelen aan de integriteit van de natuurlijke personen die de afgelopen jaren als feitelijke bestuurders leiding hebben gegeven aan Greenchoice." Maar wie dacht dat de rol van Rexwinkel hiermee uitgespeeld was, kwam bedrogen uit. Beslag En toen, als een donderslag bij heldere hemel, kwam het bericht in juli 2012 dat de ACM alsnog persoonlijke boetes oplegde aan Rexwinkel en Appeldoorn. Dat waren geen kleine boetes van 15.000 euro, zoals eerder verwacht door de advocaat, maar boetes van 450.000 euro per persoon. De heren gingen in beroep, maar ze moesten de boetes toch betalen, zo werkt dat met bestuurlijke boetes. Er werd beslag gelegd op het huis van Rexwinkel, die vervolgens een lening moest afsluiten om de boete te voldoen. Rexwinkel stond volkomen met lege handen, zo leek het: uit Greenchoice gezet, de aandelen afgenomen, EnergieConcurrent buiten spel gezet en als klap op de vuurpijl een boete van bijna een half miljoen.
168
Des duivels
Advocaat Robbert de Bree Rexwinkel was natuurlijk (weer) des duivels. Volgens hem was het onderdeel van de afspraken geweest dat er geen persoonlijke boetes zouden worden opgelegd. Het is de vraag of het waar is. Het lijstje van Breen (zie hoofdstuk 30) bevat een dergelijke afspraak niet. Er was daarnaast al gespeculeerd over een boete. De advocaat van Greenchoice, Robbert de Bree, stelde in een brief van 23 juni 2011. "Maar geheel geen persoonlijke boete is niet een ‘realistisch eindpunt’ zo is mij gezegd." Hij stelde in deze brief dat een kleine boete van zo’n 15.000 euro nog zo gek niet is omdat dit de kans op strafrechtelijke vervolging verkleint. Nadat de ACM zich volgens Van Rees scherper ging opstellen omdat bleek dat Rexwinkel de queries had aangepast schreef de advocaat volgens Van Rees dat een boete van 300.000 tot 450.000 in de lijn der verwachtingen lag. Toch is het wel waarschijnlijk dat er iets van een toezegging is gedaan. In een andere brief van de advocaat staat namelijk dat is afgesproken dat de directie weggaat en dat er geen persoonlijke boetes worden opgelegd. Hij doet in die brief van 20 september verslag van een bijeenkomst met Peter Plug. Het eerste punt dat hij noemt is: " -directie vertrekt, geen persoonlijke boetes". Even verderop: “Zojuist ben ik gebeld door mevrouw Breen met de mededeling dat de Raad van Bestuur akkoord is" [met de afspraken dus]. Deining In die eerste brief schrijft De Bree ook dat hij heeft aangeven dat: "er grote deining is binnen Greenchoice door deze acties (ook die tegen de directeuren) en dat er deels ook onbegrip is. Plug sprak uit dat hij daarvoor begrip heeft en dat hij zeer hoopt dat deze nare episode met een goed akkoord kan worden afgesloten zodat Greenchoice weer het bedrijf wordt dat hij kende en het weer een luis in de pels is." De Bree meldt in die brief overigens ook dat Plug hem te verstaan heeft gegeven dat aan het einde van het traject een melding zal worden gedaan bij het openbaar ministerie. De advocaat van Greenchoice hoorde in maart 2012 van het plan van de ACM om alsnog de vergunning van Greenchoice in te trekken en "andere maatregelen" te treffen. Onder dat laatste moet dan waarschijnlijk het opleggen van persoonlijke boetes worden verstaan. De 169
advocaat deed toen in 2012 alle mogelijke moeite om de ACM te bewegen af te zien van het nemen van deze 'verdere maatregelen'. Hij meldde uit den treure dat Greenchoice zich aan veel van de afspraken heeft gehouden en nog druk bezig is om de processen die ontspoord waren weer goed op de rails te krijgen. Tevergeefs dus. Wraak Het blijft een beetje gissen waarom de ACM zes maanden na het opleggen van de boete ineens weer is gaan morrelen aan de afspraken en allerlei veel verdergaande maatregelen wilde gaan nemen. De verklaring is dat de ACM het niet kon velen dat Greenchoice bezwaar had aangetekend tegen de boete, en daarmee een van de afspraken had geschonden. Dat werd pas veel later pas echt duidelijk, tijdens een zitting in de procedure tegen de boete van de ACM.
170
32- Bokhove in problemen, burgemeester Aboutaleb bemoeit zich ermee, De Haas vilein, Arensman stapt op
Op 17 augustus 2012 verscheen er een bericht in het Financieele Dagblad, met als kop: 'Politica laat na positie in energiebedrijf te openbaren'. Bokhove zou haar functie als bestuurder bij EnergieConcurrrent niet gemeld hebben bij de gemeente terwijl dat wel verplicht was. Het was een rellerig artikel, alsof er door Bokhove een ernstige misdaad was gepleegd. Dat lijkt wel mee te vallen. Bokhove was twee maanden bestuurder geweest en had dat niet opgegeven bij de gemeente. Laakbaar misschien maar geen misdaad. Tip Het kan niet anders dan dat iemand de schrijver van het artikel, Vasco van der Boon, had getipt, zo zei Rexwinkel later. Een journalist gaat niet uit zichzelf naar een gemeente om te checken of een bepaald persoon wel alle bijbanen heeft opgegeven. En naar alle waarschijnlijkheid is het Eneco geweest die de journalist getipt heeft, of anders de advocaat van Eneco: Bart Gerretsen van Nautah Dutilh, een echte vechtadvocaat. Later heeft Enecobaas Jeroen de Haas persoonlijk doorgeven bij de gemeente dat Bokhove een vergoeding voor het bestuurderswerk gekregen zou hebben, om op die manier Bokhove zwart te maken (zie beneden). Dat hij dit laatste gedaan heeft is zeker, dus is het erg waarschijnlijk dat het lek toen in 2012 ook bij Jeroen de Haas zat. In vorige hoofdstuk bleek dat hij zich 'genaaid' voelde. Etentje in cognito Het artikel in het FD verscheen op vrijdag 17 augustus. ’s Avonds gingen Michiel Rexwinkel en Judith eten; in Schiedam zodat de kans wat kleiner was dat ze bekenden tegen zouden komen. Judith kwam volop onder druk te staan. Het landelijk bestuur van Groenlinks onder leiding van Heleen Weening wilde een integriteitsonderzoek laten doen. Bokhove wilde aftreden als raadslid. Rexwinkel probeerde haar ervan te overtuigen nog even te wachten. "Ik wilde dat ze zou wachten tot zondag met het nemen van een beslissing", zo zei Rexwinkel, "en niet dat ze vanwege de druk zou aftreden. Ik wilde een verstandige beslissing". Judith zat constant te bellen. Rexwinkel wist haar te overtuigen, die vrijdagavond in het restaurant. "Opstappen heeft geen zin, zo heb ik geleerd", zo voegde hij er later veelbetekenend aan toe, waarmee hij aangaf spijt te hebben van zijn beslissing om te vertrekken bij Greenchoice. En dan te bedenken dat het allemaal niet veel uitmaakte wie er aan het roer stond bij EnergieConcurrent aangezien de rechter Energieconcurrent inmiddels compleet buiten spel had gezet.
171
Heleen Weening Formaliteit Bokhove stapte dus niet op. Weening liet inderdaad een onderzoek doen. Ze gaf daartoe opdracht aan Bing (Bureau Integriteit Nederlandse gemeente). Volgens Rexwinkel kwam daaruit naar voren dat Bokhove niets te verwijten viel. Ze zou zich niet schuldig gemaakt hebben aan belangenverstrengeling, zo was de uitkomst van het onderzoek. Ze was bij het begin van de raadsperiode al aandeelhouder geweest van Greenchoice; ze vertegenwoordigde 80% van de aandelen in Rexwinkel BV, toen een van de eigenaren van EnergieConcurrent. Maar op het formulier van de gemeente waarmee nevenfuncties moesten worden gemeld had ze dat niet in kunnen vullen; daar was namelijk alleen plaats om bestuursfuncties te melden, en niet om aandeelhoudersbelangen op te geven, zo was de verdediging van het paar. Daarom had Bokhove deze informatie maar achterop het formulier vermeld. Dit is haar redding geweest, volgens Rexwinkel. Het aandeelhoudersbelang bleek volgens hem inderdaad achterop het formulier te staan. Naar aanleiding van dit incident zou het formulier van de gemeente Rotterdam zijn aangepast, zodat raadsleden in de toekomst ook aandeelhoudersbelangen kunnen melden. Verder heeft Bokhove zich onthouden van bemoeienis met het energiedossier als dat aan de orde kwam in de gemeenteraad van Rotterdam, aldus Rexwinkel. Bing Dat voor wat betreft het aandeelhouderschap. Maar hoe zit het dan met het niet melden van de bestuursfunctie bij Greenchoice, die ze in februari is gaan bekleden? In het FD stond dat Bokhove 'achter was met de actualisatie van haar nevenfunctie'. Volgens Rexwinkel had Bokhove het wel vermeld, maar was het de gemeente die achter was met de verwerking van de gegevens. Bing concludeerde dat het raadslid de Gemeentewet “lichtjes heeft geschonden” door de nevenfunctie niet onmiddellijk te melden. De organisaties stelde daarnaast dat Bokhove de functie beter niet had kunnen aannemen. Bokhove zelf zou het daar achteraf mee eens zijn geweest, zo stelde het FD. Maar vraag is of het echt zo is dat Bokhove de functie zou hebben 172
moeten weigeren. Raadslid is geen betaalde baan; alle raadsleden hebben er een baan en bijbehorende inkomsten naast. Daar is niets mis mee, zolang Bokhove zich in de raad maar onthield van bemoeienis met energie-zaken. Seksrel Overigens hoefde dat bureau Bing niet echt serieus te worden genomen. Voorzitter was Jaap ten Wolde. Die Ten Wolde was ook degene die onderzoek had gedaan naar de zogenaamde Wassenaarse seksrel. Die rel bestond eruit dat een wethouder een raadslid een seksueel getint voorstel had gedaan. Het onderzoek van Bing deugde van geen kanten, zo oordeelde de tuchtrechter achteraf, omdat een aantal mensen die een hoofdrol hadden gespeeld in de zaak niet waren gehoord door Bing, terwijl Bing stevige conclusies trok op grond van het onderzoek. De wethouder werd vrijgepleit. Ten Wolde had dus half werk geleverd, waarbij dubieuze onderzoeksmethoden niet werden geschuwd. Er zouden ook andere tuchtzaken tegen Ten Wolde hebben gelopen. Op grond hiervan twijfelden sommigen aan het rapport dat was opgemaakt voor Groenlinks. 'Die Ten Wolde schrijft gewoon op wat de opdrachtgever wil horen', zo was de conclusie. Valse notulen/energiebazen Later in een rechtszaak zou Bokhove nog veel harder aangevallen worden door de voormalige huisvriend Rob van Rees en consorten. Toen werd ze er onder meer van beschuldigd dat ze een vergoeding had gekregen voor haar bestuurswerk, en weer werd gedaan alsof dat heel erg crimineel is. Echt ernstig was de beschuldiging dat ze notulen van de aandeelhoudersvergaderingen van Energie Concurrent had vervalst en dat er geld was verdwenen bij EnergieConcurrent. De rol van Eneco-directeur Jeroen de Haas hierbij is niet fris. Hij had dit relletje aangezwengeld. Hij meldde begin 2014 aan de gemeentesecretaris van de gemeente Rotterdam dat Bokhove een vergoeding had gehad voor haar bestuurswerk voor Greenchoice. Bokhove moest daarna op het matje komen bij de burgemeester Aboutaleb. Rexwinkel was des duivels. Hij vond het bijzonder laag bij de grond dat De Haas zijn partner op die manier in de zaak betrok. De verkiezingen voor de gemeenteraad van 2014 waren in aantocht; Bokhove was zojuist tot fractievoorzitter van Groenlinks gekozen. Als dit uit zou komen zou Bokhove moeten aftreden en zou Groenlinks grote schade leiden bij de verkiezingen. Dus De Haas moet zijn actie nauwkeurig hebben gepland. Rexwinkel belde op een vrijdag met De Haas over de zaak. Die belde maandag terug. Het was duidelijk dat er juristen om hem heen zaten. Informatieverzoek De Haas verdedigde zich door te stellen dat er een 'informatieverzoek' van de gemeente Rotterdam is geweest. Eneco zou het moeten melden als er iets aan de hand was wat niet door de beugel kon, zo meldde De Haas. Bokhove heeft uitgezocht of dit inderdaad zou was. Dit 173
bleek niet het geval te zijn geweest, zo stelde Rexwinkel. De Haas stelde dat het informatieverzoek al dateerde van april/mei 2012. Dat is onwaarschijnlijk, zo vindt Rexwinkel. "Het is zeer onwaarschijnlijk dat de gemeente over een raadslid informatie gaat inwinnen bij Eneco. Ook bij navraag bij de griffie bleek dat verhaal van De Haas niet te kloppen", aldus Rexwinkel. Het lijkt inderdaad wat vergezocht: een gemeente die een energiebedrijf verzoekt om te melden als er iets fout zit bij een ander energiebedrijf, waar een raadslid toevallig een belang in heeft. Aan de andere kant is het niet uit te sluiten dat er iets van een informatieverzoek is geweest. De directie van Eneco en de gemeente Rotterdam als grootste aandeelhouder zitten regelmatig om de tafel. De grote makke is juist altijd geweest dat de banden zo innig zijn, wat er toe heeft geleid dat Eneco nog steeds niet gesplitst is, in tegenspraak met wettelijke voorschriften, en dat het bedrijf niet verkocht werd in de hoogtij-dagen, waardoor de publieke aandeelhouders van Eneco miljarden zijn misgelopen. De directie was fel tegen deze opties.
Mailtje van De Haas, waarin hij toegeeft de gemeente geïnformeerd te hebben
Maar in ieder geval is het natuurlijk niet toevallig dat De Haas dit meldde vlak voor de verkiezingen van 2014, terwijl de zaak al jaren speelden. Dit is hufterig. Er werd ook duidelijk van een mug een olifant gemaakt. Want het is geen zonde als een raadslid 174
bestuurswerk doet en daarvoor een vergoeding ontvangt. Het was niet iets wat 'niet door de beugel kon'. En De Haas wist dit natuurlijk ook wel. Maar als je de juiste journalisten voor je karretje spant dan kan zelfs iets met een tamelijk onschuldig karakter heel crimineel overkomen, zoals we inmiddels hebben gezien. Vestzak broekzak Maar heeft Bokhove nu wel of niet een vergoeding gehad? Volgens Rexwinkel niet. Bokhove had ook aan Bing gemeld dat ze het werk onbezoldigd had gedaan. Daar kunnen echter wel vraagtekens bij gezet worden. Want Rexwinkel BV kreeg in ieder geval wel een vergoeding. Die ontving ieder jaar tot afgrijzen van Van Rees 85.000 euro voor bestuurswerk, ook nadat EnergieConcurrent door de rechter als bestuurder buiten spel was gezet (en Rexwinkel BV nog de enige bestuurder van EnergieConcurrent was). Dus wellicht doelden De Haas en later Van Rees c.s. op die vergoeding. Het maakt in wezen niet zo veel uit of iemand als persoon een vergoeding krijgt of dat een persoonlijke BV die vergoeding krijgt. En daarnaast ontving Rexwinkel nog een salaris van 70.000 euro per jaar van Rexwinkel BV (zie brief onder). De beschuldigingen waren dus wel op 'iets' gebaseerd.
Peter Arensman
Nieuw bloed Er trad in augustus een nieuwe bestuurder tot EnergieConcurrent toe: Pieter Arensman. Het was een kandidaat die was voorgedragen door Van Rees en consorten, zo stelde Rexwinkel. Zij verzetten zich tegen Rexwinkel als enig bestuurder van de holding. Maar Rexwinkel kende Arensman van Hydro Investment Projects, dat waterkrachtcentrales wilde ontwikkelen. Zowel Greenchoice als Arensman via zijn investeringsmaatschappij WIM waren hier eigenaar van. Arensman heeft het niet lang volgehouden bij EnergieConcurrent. In april 2013 stapte hij op. Arensman was op vakantie toen Rexwinkel op een vrijdag aan de bel trok bij de beheerder van zijn aandelen Van der Schoot. De liquiditeit van Greenchoice was tot schrikbarende niveaus gedaald. Van der Schoot vroeg Rexwinkel één en ander op papier te zetten. Dat deed 175
Rexwinkel. Het was een felle brief. De kop was: 'Urgent: verzoek tot onmiddellijke actie'. Rexwinkel vond dat de door de rechter aangestelde bestuurder Van Westen en de financiële man Zijlmans op moesten stappen. Rexwinkel wilde de brief namens EnergieConcurrent versturen en legde hem op een zaterdag aan Arensman voor. Die wilde er echter niet zijn handtekening onder zetten. “Ik wil niet meedoen”, zo zei Arensman. “Ik vind het prima dat jij de relatie goed wilt houden. Dan stuur ik hem als privé-persoon”, zo brieste Rexwinkel. Voor Arensman was dat echter ook onaanvaardbaar. Hij trad af.
Ook het bevriende accountantskantoor Borrie deed onderzoek naar de zaak. Vlak na publicatie van deze brief werd een accountant van Borrie Accountants uit het register geschrapt. PS. Eneco is meerdere malen gevraagd om een reactie; maar wil niet reageren.
176
33 - Email-wisseling legt in volle glorie het graaigedrag van de directeuren bloot
Als je na de affaire Rexwinkel en Appeldoorn intikte in Google stuitte je al gauw op de namen van de bekende stripfiguren Dagobert Duck en Boris Boef. Het zijn twee namen waar Rexwinkel voor altijd mee geassocieerd zal worden, zo verzuchtte hij eens, en waardoor hij ook niet makkelijk ergens anders aan de bak zal kunnen komen. Vuile was Dat kwam allemaal door de publicatie van een rapport van de ACM, begin juli 2012 en de daaropvolgende aandacht die dit rapport kreeg in de media. Alle journalisten pikten hetzelfde eruit en dat is niet gek. Rexwinkel en Appeldoorn hadden elkaar in een mailtje aangesproken met Boris Boef en Dagobert Duck. De schuld van Rexwinkel en Appeldoorn was hiermee voor het eerst voor iedereen duidelijk. ‘Ze waren zo schuldig als wat’, zo concludeerde ook ik. Later zou Rexwinkel het gebruik van deze namen in emailtjes afdoen als studentikoze grapjes, maar het is de vraag of dat juist was en of daarmee alles gezegd was. Aan de knoppen Het bericht dat Appeldoorn en Rexwinkel een boete van 450.000 euro kregen kwam dus als een donderslag bij heldere hemel. "Gelet op de rol van de voormalig leidinggevenden bij de overtredingen, legt de ACM ieder persoonlijk een boete op van EUR 450.000." Verdere argumentatie ontbrak in het persbericht. Maar die was er wel in de twee rapporten van ongeveer 18 pagina’s die de ACM even later naar buiten bracht. In die rapporten werd uitgebreid naar de email-wisseling verwezen, die de ACM had buit gemaakt bij de inval ruim een jaar eerder (zie hoofdstuk 29). De nadruk in die rapporten lag op de betrokkenheid van Rexwinkel en Appeldoorn bij de overtredingen, waar Greenchoice eerder al voor beboet was. De ACM toonde aan, niet alleen dat Rexwinkel en Appeldoorn er van wisten, maar ook dat ze zelf degenen waren die de overtredingen hadden begaan en degenen die de processen zodanig ingericht hadden dat de overtredingen begaan konden worden. Ze hadden, in andere woorden, aan de knoppen gezeten. Jong geleerd De fraude, zoals de ACM die had geconstateerd, kwam er op neer dat eindafrekeningen niet werden verstuurd als bij het opmaken daarvan bleek dat de klant nog geld tegoed kreeg. Eindafrekeningen in de energiesector worden gestuurd als iemand overstapt naar een ander energiebedrijf, en als iemand verhuist. Een klant van een energiebedrijf heeft nog geld tegoed als hij op dat moment aan voorschotnota’s meer betaald heeft dan wat hij moet betalen op basis van zijn verbruik. Deze creditnota’s werden er op het allerlaatste moment uitgevist, als 177
de PDF van de rekening al was opgemaakt, en ook de betaling die daaruit had moeten volgen werd opgeschort. De fraude met de eindafrekeningen begon al vroeg, in maart 2005 zo stelde de ACM en het ging door tot de dag van de inval in maart 2011. Elders wordt een citaat aangehaald waaruit blijkt dat de heren al veel eerder startten met het opzij leggen van eindafrekeningen: 'Twee directieleden hebben verklaard dat er vanaf 2002/2003, respectievelijk 2003/2004 al werd gewerkt met handmatige schoning van eindafrekeningen. Ook uit de klantendatabase blijkt dat de handelwijze waarbij eindafrekeningen werden aangehouden in ieder geval al vanaf 2003 bestond.' In hoofdstuk 1 hebben we al gezien dat Rexwinkel vroeg begon met het opzij leggen van eindafrekeningen. 7 mei 2002: “28834 Eind nota aangehouden. Als klant belt, graag vragen of hij nog klant wil blijven (of worden op nieuw adres). Alsnog eindnota sturen. 07-05-2002 0:00:00 ”
Schonen Uit het relaas van de ACM blijkt dat de heren dit ‘schonen’ van eindafrekeningen, zoals ze het zelf noemden, in het begin handmatig deden. Later werden daarvoor queries ontwikkeld, geautomatiseerde opdrachten die binnen de databases van Greenchoice werkten. "In het begin deden we een visuele check op de eindafrekeningen. Op enig moment zijn de aspecten waarop bij de handmatige check altijd werd gelet, geautomatiseerd. Hierdoor werden de vreemde gevallen door middel van de query geselecteerd en door middel van de stored procedures aangehouden." Die queries werkten zo dat rekeningen eruit gefilterd werden als aan bepaalde voorwaarden werd voldaan. 'De query selecteert afnemers die in de afgelopen 90 dagen geen contact hebben opgenomen met Greenchoice. Uit die groep afnemers selecteert de query een drietal te onderscheiden groepen, te weten: a. afnemers die op basis van hun eindafrekening geld tegoed hebben van Greenchoice en waarvan de leveringsovereenkomst is beëindigd wegens wanbetaling; of b. afnemers die op basis van hun eindafrekening tussen de € 50,- en € 100,- tegoed hebben van Greenchoice en die blijkens hun meterstanden meer dan 40% minder verbruikt hebben dan te verwachten was op basis van hun standaardjaarverbruik; of c. afnemers die op basis van hun eindafrekening meer dan € 100,- tegoed hebben, waarbij geen rol meer speelt hoe groot de afwijking van het verbruik is ten opzichte van het standaardjaarverbruik.' Vervolgens zorgde een stored procedure (een binnen de databank opgeslagen procedure) ervoor dat er niet betaald werd. Ten eerste werd bij de betreffende afnemers in het contactpunt van de klantendatabase opgenomen de eerder genoemde tekst: 'Eind nota aangehouden. Als klant belt, graag vragen of hij klant wil blijven (of worden op 178
nieuw adres). Anders reden opzegging verwerken en alsnog eindnota sturen.' Ten tweede zorgt de stored procedure ervoor dat die eerder in het proces geïnitieerde betaling niet zal worden verricht (…).' [Uitspraak Gerechtshof Amsterdam, 27 april 2012].
Dubbel bedrog Dus: als aan één van de drie voorwaarden werd voldaan dan werd de eindnota aangehouden. Als de klant in de 90 dagen voor het moment van de overstap of de verhuizing wel contact had opgenomen maakte Greenchoice wel een rekening op. Maar het idiote was dat die vervolgens ook niet de deur uitging. Die werd niet aangehouden, maar toch werd die ook niet verstuurd, zo meldde de ACM. Hij werd op het laatste moment handmatig uit de PDF-file met eindafrekeningen geknipt door een medewerker van Greenchoice. [ACM, Boete Greenchoice, p. 10] Rexwinkel paste die queries herhaaldelijk aan om het aantal rekeningen dat 'buiten de boot viel' te verhogen. "John, ik heb je query iets aangepast, zodat iedereen met alleen maar oude contactpunten (meer dan drie maanden oud) ook automatisch geschoond wordt." En: "Veel meer nota’s kunnen automatisch geschoond worden volgens mij. Als er een recent contactpunt is geweest, dan wordt er niet automatisch geschoond. Maar je kan aan [medewerker A] vragen of hij daarbij de (automatische) contactpunten met in de tekst 'andere leverancier' kan negeren. Dat scheelt je 25% schoning denk ik." Illegaal Ten minste 29.000 rekeningen zijn als gevolg van deze fraude niet verstuurd, waarmee een totaal bedrag van 9,3 miljoen euro werd achtergehouden. Dit is namelijk het aantal rekeningen dat alsnog in 2011 op last van de ACM is verstuurd. De directieleden wisten dat wat ze deden illegaal was, want al vroeg werd er over 'illegaal schonen' gesproken. "John, Ik probeer vanavond ook nog eindnota’s te maken, dan kunnen we weer 'illegaal schonen' morgen. Michiel ." Dit mailtje dateert al van december 2004.
179
Hertenbiefstuk De houding was al heel snel cynisch, of beter gezegd: abject, zo blijkt uit dit mailtje uit december 2006: "Ter indicatie. Het nieuwe bestand levert mij 583 records te schonen op. Dat wordt dus even doorbijten. Tussen de hertenbiefstuk en het toetje met een glaasje Calvados door pak ik er weer een paar.” De heren namen het ervan, zo wordt uit dit mailtje duidelijk, ten koste van hun klanten en dat de klanten benadeeld werden interesseerden hun niets. Rexwinkel verachtte klanten die overstapten: "Belangrijkste reden om de nota aan te houden is echter dat deze klanten geen contact met ons gezocht hebben om op te zeggen. (...) Wij zijn daar zeer soepel mee, zonder boetes, etc. Maar om deze toch ‘lompe’ klanten ook nog te belonen met een terugbetaling vind ik zelf niet gepast." Van belang hierbij om te weten is, zoals eerder gemeld, dat iemand die overstapt geen contact met de oude leverancier hoeft op te nemen. Dit was juist bedoeld om het overstappen te vergemakkelijken en zo de concurrentie op gang te brengen. Het is dus volledig ten onrechte dat Rexwinkel hen dit verwijt. En verder is er een hele stroom aan mailtjes waarmee de twee directeuren elkaar op de hoogte hielden van het schoningsproces. Appeldoorn aan Rexwinkel in december 2004: "Met de nieuwe procedure van de eindnota’s houden we deze ronde €20.846 aan. De batch was ongeveer 1000 eindnota’s groot, ofwel 20 euro per ex – klant ." 180
Antwoord Rexwinkel: "Dit zijn de betere rapportages." Rexwinkel: "Ze staan weer geschoond klaar. Schoningsresultaat 14.500,-." (maart 2005) Rexwinkel: "Jaarnota betalingen geschoond. Controleer jij of de laatste 2 ook goed gaan? Voer je ook jaarnota_fonds nog uit na het doorrekenen? Succes." (mei 2005). Overigens lijkt uit dit mailtje te volgen dat ook jaarnota’s werden geschoond. Appeldoorn: "Eindnota is verstuurd kleine 18.000 euro binnen gehouden." (september 2005) En dan, Appeldoorn: "Oom Dagobert, De eindnota score was 11.100 euro Boris Boef." (september 2005) En het ging jaren door:. Appeldoorn in oktober 2009: "Op 900 nota’s is het bedrag wat wordt aangehouden ruim 30.000 euro van meer dan 100 nota’s." Onrust Bij sommigen medewerkers van Greenchoice knaagden het, blijkens de eerder genoemde email van een medewerker, Galiena, aan Rexwinkel in 2008: "Ook de aangehouden eindnota’s bleek een doorn in het oog bij meerdere collega’s te zijn. Hoewel iedereen wel begreep dat we soms onkosten voor klanten maken (bv. Her brieven), begrijpen ze niet waarom we dit met alle 'grote'terugbetalingen doen. Als het om terugbetalingen van wanbetalers of slechte betalers zou gaan, dan Ala. Maar om voor klanten die altijd goed betalen ook nota’s aan te houden, vinden ze dit erg onbetrouwbaar overkomen.'Rexwinkel deed niets me deze informatie. Het vond het immers ongepast om "deze toch lompe klanten" die opzegden zonder iets van zich te laten horen "ook nog te belonen met een terugbetaling". Het mailtje bevestigt wel het beeld dat iedereen binnen Greenchoice zo’n beetje van de praktijken wist, en dat zelfs mensen die net waren aangenomen al tijdens de korte opleiding van twee weken te horen kregen hoe het zat, zoals Rexwinkel tegen mij had gezegd. Sprookje uit Tot eind 2011. Toen was het sprookje uit. Van Rees, een medewerker of meerdere medewerkers waren uiteindelijk naar de ACM gestapt. Toen de ACM een boete voor het bedrijf zelf oplegde dacht iedereen nog zo’n beetje: ‘OK, kan gebeuren. Er zitten mogelijk twee kanten aan het verhaal. Er worden zo vaak boetes uitgedeeld in de energiesector en dit is gewoon een van de vele. Het zal allemaal uiteindelijk wel mee blijken te vallen'. Maar met de publicatie van de besluiten van de ACM omtrent de persoonlijke boetes werd voor iedereen 181
duidelijk hoe fout de directeuren wel waren geweest. In volle glorie lag hun graaigedrag open en bloot op straat, met name door de publicatie van alle pikante mailtjes van de directeuren. Het was een gouden greep van de ACM, die in een keer aan alle twijfel een einde maakte. Wakkere krant De pers had de publicatie van de boetebesluiten in eerste instantie niet eens zo door. Sommige media hadden het geval Greenchoice al weer zo’n beetje weggestopt, waaronder ondergetekende; je kunt niet eeuwig met een bepaald onderwerp in de weer blijven. De Telegraaf was echter wel op zijn qui vive, waarschijnlijk omdat het FD enkele dagen tevoren het bericht over de faux pas van Judith Bokhove had gepubliceerd. De krant publiceerde op 21 augustus een kort maar explosief bericht, waarin de meest sappige details uit de besluiten waren opgenomen. De Telegraaf is daar een meester in. De kop luidde: 'Dagobert Duck en Boris Boef tegen de lamp'. Het was de aanzet tot de publieke veroordeling van de twee directeuren; de ACM had toch gelijk gehad. De namen van de stripfiguren werden daarna door honderden media en sites overgenomen, waardoor Rexwinkel en Appeldoorn voorlopig nog wel het stempel van graaiende boeven met zich mee zullen moeten dragen. Door het recht om vergeten te worden, zoals dat Google recentelijk onder dwang is opgelegd, wordt de associatie in de toekomst mogelijk minder.
182
34 - Hoe konden frauduleuze praktijken ontstaan en zo lang voortwoekeren, terwijl velen ervan wisten?
In de rechtszaken die volgden op de boetes heeft Rexwinkel nooit echt ontkend dat eindbetalingen uitbleven. Rexwinkel stelde echter altijd at er een verklaring was voor wat er was gebeurd en dat het gerechtvaardigd was. Chaos De praktijken hadden volgens Rexwinkel te maken met de chaotische manier waarop de netbeheerders de meetgegevens aanleverden. Er kon pas een eindnota opgemaakt worden voor een klant als de meterstanden van het moment dat de klant overgestapte of verhuisde bekend zijn, zoveel is duidelijk. De netbeheerders waren verantwoordelijk voor het doorgeven van die standen, zo hebben we gezien. Vaak klopten die standen niet, dat was ook een feit. Als de standen leidden tot een energieverbruik dat heel anders was dan het verbruik in eerdere jaren was het vermoeden gerechtvaardigd dat er iets niet klopte. Volledig, tijdig en juist Rexwinkel verdedigde zich door te stellen dat hij in dat geval geen rekening kón sturen, hoe graag hij het ook wilde. De ACM wilde toch dat Greenchoice juiste rekeningen zou sturen en niet zomaar een rekening die nergens op gebaseerd was? Dat had de toezichthouder zelf zo bepaald in een beleidsregel van februari 2005. Met die regel werd geprobeerd om een artikel in de Elektriciteitswet en de Gaswet nader te onderbouwen, namelijk het artikel waarin staat dat energieleveranciers op: ‘betrouwbare wijze en tegen redelijke tarieven en voorwaarden zorg dienen te dragen voor de levering van elektriciteit onderscheidenlijk gas'. De uitleg van de ACM in de beleidsregel was: 'Rekeningen moeten volledig, tijdig en juist zijn.' Rekeningen moeten dus ook gewoon kloppen, wat tamelijk voor de hand ligt. Maar wat als de rekening niet klopt en het heel veel tijd kost om die rekening kloppend te maken; zoveel tijd dat de rekening niet tijdig verstuurd kan worden? Wat, in andere woorden, als er gekozen moet worden tussen ‘tijdig’ en ‘juist’? Als er het vermoeden was van fouten moest dat eerst uitgezocht worden, zo stelde Rexwinkel. Rammelende bewijsvoering Het bewijs van het feit dat hij het allemaal niet zo kwaad bedoelde was volgens Rexwinkel zelf dat niet alleen creditnota's (klant heeft geld tegoed) werden aangehouden, maar ook debetnota’s (Greenchoice heeft geld tegoed). Jarenlang zou dit de verdedigingslinie zijn die Rexwinkel voor zichzelf optrok. Hij kón de rekeningen niet versturen omdat de gegevens niet 183
klopten en het bewijs van zijn stelling dat er geen fraude was gepleegd was dat er zowel debet- als creditnota’s worden aangehouden. Uit het relaas van de ACM volgt echter een heel ander beeld. Als klanten geen contact opnamen werd er simpelweg geen creditnota gestuurd, en werd ook niet uitgezocht of de rekening al dan niet klopte. Er was dus duidelijk geen vervolgtraject. Het was niet zo dat Greenchoice tijd nodig had om een rekening kloppend te maken, want Greenchoice deed helemaal niets. "Daarbij bestond er bij Greenchoice geen proces ter opvolging, ten gevolge waarvan aangehouden eindafrekeningen later alsnog werden verzonden", zo meldde de ACM. Ernstig is ook de constatering dat "de rekeningen voor toepassing van de facturatie processen wel als verzonden werden beschouwd". Dit wil dus zeggen dat de winst feitelijk hoger was dan die gerapporteerd werd, of gerapporteerd zou worden op het moment dat er een jaarrekening gepubliceerd zou worden. Volgens de boeken was er betaald, terwijl er in werkelijkheid niet betaald was. In dat laatste geval zou ook de kaspositie van het bedrijf illegaal steeds zijn afgeroomd. Ik heb wel eens een opmerking gehoord dat er inderdaad miljoenen weggesluisd werden door Rexwinkel. Dit zou een reden kunnen zijn voor het feit dat de accountant van Greenchoice, Borrie, nooit heeft ingegrepen. Hij wist het niet. In een rechtszaak van juni 2015 waarin de AFM de verwijdering uit het register van een accountant van Borrie eiste blijkt echter dat die accountant wel degelijk van de illegale praktijken wist, maar dat hij nooit heeft ingegrepen.* Straf Alleen als mensen die waren overgestapt zelf contact opnamen werd de rekening niet aangehouden. Dan werd meteen gevraagd naar de reden van vertrek en werd nog een poging ondernomen deze persoon te behouden voor Greenchoice. Het niet sturen van de eindafrekening werd zo een marketinginstrument. Het stelde Greenchoice in staat te proberen om klanten te behouden. En het niet sturen van de creditnota was tevens een soort straf voor overstappende klanten. Ze waren zelf overgestapt dus ze moesten niet zeuren, zo vond Rexwinkel blijkens de mailtjes die in het ACM-rapport worden aangehaald. Het waren 'lompe klanten', zo zei hij tegen zijn medewerkers. Maar waarom nam Greenchoice dan zelf niet contact op met een klant als er twijfel was over de juistheid van een rekening? Volgens Rexwinkel mocht een leverancier geen contact opnemen met iemand die al was overgestapt naar een andere leverancier. Dat laatste kan waar zijn, maar het blijft vreemd. Een energiebedrijf moet een rekening opmaken en denkt dat de standen niet kloppen maar kan geen contact opnemen met die klant om een en ander recht te zetten. En het is opvallend dat Rexwinkel tegenover zijn medewerkers dus een heel andere reden noemt dan het niet op orde zijn van de aangeleverde 184
meetgegevens (‘lompe klanten’) . Het is dan ook onwaarschijnlijk dat die chaos in de meetgegevens de echte reden was. Het lijkt eerder een gelegenheidsargument te zijn. De chaos in de metermarkt diende als excuus voor de frauduleuze activiteiten. Daarbij is het de vraag of Greenchoice behalve creditnota's ook echt debetnota’s aanhield, zoals Rexwinkel stelde. We hebben hier niet echt bewijs van kunnen vinden, hoewel Rexwinkel wel geprobeerd heeft dat te geven, aan mij maar ook tijdens procedures. Ook de rechter en de onderzoeker die door de Ondernemingskamer was aangesteld waren hier niet van overtuigd. In het onderzoeksverslag wat de door de Ondernemingskamer aangestelde Cronheim opstelde staat dat het argument dat zowel debet- als creditnota’s werden aangehouden "niet valide" is aangezien "tijdens de eindcontrole juist rekeningen met een creditsaldo werden aangehouden". Het antwoord van de ACM op een door mij gestelde vraag hierover was: "De 10 procent van de eindafrekeningen die nooit verstuurd werden, betrof voornamelijk klanten die nog geld tegoed hadden." Rationalisatie Waarschijnlijk heeft de chaos bij de aanlevering van de meterstanden een rol gespeeld bij de start van het 'illegaal schonen'. In het allereerste begin was het mogelijk echt zo dat Rexwinkel rekeningen opzij schoof omdat de standen naar zijn mening niet klopten, zoals uit de opmerking van mei 2002 bleek. Hij liet die rekening dan liggen en merkte dat er geen haan meer naar kraaide. 'Hé, dat smaakt naar meer', zo moet hij gedacht hebben. Toen is hij het opzij leggen van rekeningen die gebaseerd waren op 'rare meterstanden' wat systematischer gaan aanpakken. Hij moet geweten hebben dat het zou leiden tot het achterwege blijven van de betalingen, maar hij wist ook dat hij het voor zichzelf en anderen kon rechtvaardigen. Het was immers een grote chaos in de metermarkt en daarom was het nodig om rekeningen met rare meterstanden even opzij te leggen. 'Die verdomde netbeheerders ook.' Er lag dus altijd een smoesje klaar, wel zo handig als je bezig bent geld achterover te drukken. Het is crimineel gedrag, zonder dat de dader voor zichzelf hoeft toe te geven dat het crimineel is. Zoiets als iemand die belastingontduiking voor zichzelf legitimeert met als argument dat die 'hoge heren in Den Haag' er toch maar een potje van maken, of dat het heffen van belasting eigenlijk ook een soort diefstal is. Automatisme De toon wordt in de loop der jaren argelozer, cynischer en abjecter. De heren gaan tussen de hertenbiefstuk en de soep met glaasje Calvados nog even wat rekeningen schonen en ze spreken elkaar aan met Boris Boef en Dagobert Duck, zoals we in het vorig hoofdstuk hebben gezien. Nog later wordt het een automatisme om de eindafrekeningen die geld kosten (een betaling aan de klant betreffen) achter te houden. Het kost best wel veel tijd om die er allemaal uit te vissen. 'Kan dat niet geautomatiseerd worden?', denkt Rexwinkel, dat scheelt 185
hem veel tijd. 'Ja, dat kan.' En dat gebeurt. Queries worden opgesteld en verder verfijnd. Het begint klein De praktijk van het ‘illegaal schonen’ is derhalve waarschijnlijk langzaam gegroeid; het ontstond tamelijk onschuldig en het is uitgegroeid tot een monsterlijke handelswijze waardoor klanten miljoenen euro's afhandig werd gemaakt. Daarbij is de houding van Rexwinkel waarschijnlijk gevoed door zijn afkeer en zelfs haat van de netbeheerders en de traditionele energiebedrijven, die natuurlijk ook allesbehalve lievertjes waren. De traditionele energiebedrijven hebben in de eerste jaren echt alles op alles gezet om te voorkomen dat mensen naar de nieuwkomers zouden overstappen. Ze maakten op alle mogelijke manier misbruik van het feit dat ze bestonden uit een netbeheerder en een groot leverings- en productiebedrijf. De netbeheerders maakten volop reclame voor het moederbedrijf en bevoordeelden het commerciële leveringsbedrijf als ze daartoe de kans kregen. Voorbeelden te over. Als iemand overstapte van het moederbedrijf naar een nieuwkomer schatte de netbeheerder van dat moederbedrijf de meterstanden op dat moment veel te hoog in, zodat de klant dus veel meer moest betalen aan dit moederbedrijf dan wat hij eigenlijk verschuldigd was. Deze handelspraktijken hebben waarschijnlijk de weerzin gevoed bij Rexwinkel om die standen zomaar over te nemen. Het waren echt niet alleen maar fouten van de netbeheerders; de foute meterstanden waren ongetwijfeld in een aantal gevallen, of zelfs vaak, het resultaat van bewuste misleiding, oplichterij of valsheid in geschrifte; hoe je het ook wilt noemen. Daarbij waren het doelbewuste pogingen om de vrije energiemarkt te frustreren. Hoe meer problemen het overstappen zou geven, hoe meer mensen bij hun huidige, traditionele leverancier zouden blijven. 'Als de grote energiebedrijven alles op alles zetten om te voorkomen dat nieuwkomers als wij groot worden, dan zijn voor ons ook alle middelen geoorloofd om groot te worden', zo moet Rexwinkel gedacht hebben. Het cynisme van de emails is dan ook met name gevoed door haat tegen de andere energiebedrijven en tegen een toezichthouder, die volgens Rexwinkel maar niet wilde ingrijpen, en niet zozeer vanwege een verachting van de klant. De klanten waren uit beeld verdwenen, ze waren simpelweg het kind van de rekening. De energiebedrijven waren zo druk met zichzelf bezig dat de klant eigenlijk min of meer vergeten werd. Deep down Werknemers van Greenchoice hadden moeite met het geknoei van de directie. Zij waren bij Greenchoice komen werken met de gedachte dat dit bedrijf anders was dan de andere bedrijven; een bedrijf dat het goed voorhad met de klanten en met de wereld. Die mensen kwamen van een koude kermis thuis. Het begon bij enkelen van hen te knagen en ze stelden de praktijken aan de kaak, wat op zich al best moedig is. Maar ze kregen nul op het rekest. Rexwinkel hing zijn lulverhalen op en hoewel die niet echt overtuigend waren slikten de 186
medewerkers hun kritiek maar in. Het is niet makkelijk om tegen je baas in het verweer te gaan. Rexwinkel is bovendien een snelle denker en een niet zo begenadigd spreker en velen zullen hem vaak niet eens helemaal begrepen hebben. Hij is, anders gesteld, vaak niet te volgen. Ze dachten dan wellicht: 'Hij heeft mogelijk gelijk, misschien begrijp ik het niet'. Daarnaast heeft hij voor alles wat hij doet een reden, die op het eerste gehoor wel aannemelijk is. Hij is overtuigd van zichzelf en hij komt enthousiast over. In dat laatste heeft hij zelfs lessen gevolgd. Daarbij heeft hij ook wel iets sympathieks. Ergens, heel erg deep down, meent hij het wel goed. Dat zien mensen die met hem werken. Zijn kruistocht tegen de netbeheerders en tegen de traditionele energiebedrijven was oprecht en terecht, zo leek het. En ook al was het dan misschien misdadig wat hij deed; ze vergaven het hem ergens wel; ze lieten het er dan maar bij zitten in plaats van dat ze aan de bel trokken. Maar daarnaast is het natuurlijk ook zo dat medewerkers hun baan wilden behouden. Rexwinkel kan in woede uitbarsten, zo weten we, en een woedende baas heb je liever niet tegenover je. En het is nog altijd zo dat iemand die wantoestanden binnen zijn bedrijf aan de kaak stelt, en daarin volhardt, grote kans heeft ontslagen te worden. Ook zijn carrière daarna is mogelijk naar de Filistijnen, zo hebben de talrijke klokkenluiderszaken uit het recente verleden wel aangetoond. En zo heeft het waarschijnlijk kunnen gebeuren dat de frauduleuze praktijken zo lang hebben kunnen voortwoekeren bij Greenchoice, ondanks het feit dat velen in het bedrijf er min of meer van op de hoogte waren. * De accountant heeft zelf tijdens zijn boekenonderzoek bij Greenchoice volgens de AFM-klacht meermaals ’onverklaarbare en onbegrijpelijke’ afwijkingen gevonden in de financiële administratie. Volgens de AFM noteerde de accountant aanvankelijk wel aanwijzingen voor frauderisico’s binnen Greenchoice. Uit een steekproef concludeerde hij dat klanten van Greenchoice geen eindafrekeningen ontvingen. ’Mag dat?’, vroeg de accountant zich in een interne notitie af. Onder de gesignaleerde frauderisico’s omschreef de accountant ’het als betaald aanmerken van het opzettelijk niet verzenden van jaarnota’s’. (FD, 12 juni 2015)
187
35 - Het verhaal van de uzi; Rexwinkel weigert te buigen voor luitenant Klein Schaarsberg We zaten weer in de voorkamer van het huis van Rexwinkel aan het G.W. Burgerplein. De hond had me weer uitgebreid begroet, waarbij ik zoals altijd bang was geweest dat hij mijn kleding aan stukken zou scheuren. Ik zat op één van de banken en keek uit over het plein, door de zojuist aangelegde schuifpui aan de voorkant van het huis. Groepjes leerlingen hingen rond op het groene plein; wat een heerlijk leventje hebben leerlingen toch. Als ze het maar eens wisten. Had ik het vroeger maar geweten. Koetshuis Rexwinkel vertelde met horten en stoten, zoals gewoonlijk, dat hij een pand in het 'Euromastpark' in Rotterdam gekocht had. Belangstellenden hadden zich daarvoor kunnen inschrijven en Rexwinkel was uitverkozen. Heeft raadslid Bokhove daar misschien de hand in gehad?, zo vroeg ik me meteen bij mezelf af, argwanend als ik ben. Rexwinkel probeerde uit te leggen welk gebouw het precies is. Het moet het gebouwtje naast het voormalige restaurant Zochers zijn. Zochers zelf lijkt niet meer te bestaan, zo had ik op een recente wandeling vastgesteld. Ik herinner me het nog vaag, van de tijd dat ik daar als student rondzwierf. Rexwinkel noemt het gebouw het koetshuis. Er woont nog een oude dame in, aan een kant. Van de andere kant kan een café of restaurant gemaakt worden en dat was Rexwinkel ook van plan. Hij wil er zelfs ooit gaan wonen, zo zegt hij. Als de kinderen straks het huis uit zijn dan wordt het huis aan het G.W Burgerplein veel te groot, zo zegt hij. Feuten Rexwinkel vertelde een verhaal over zijn tijd als soldaat. Hij kreeg een conflict met een officier. Dat zat zo. Je had binnen de groep waarin Rexwinkel zat militairen van verschillende rangen: dus soldaten, sergeanten, luitenants, vaandrigs, etc. Die militairen met een hogere rang oefenden de leiding uit. Daarnaast had je echter de staf van de opleiding. Het hogere kader binnen de compagnie zat echter constant te vitten op de andere ‘cursisten’. Het waren geen fijne lui. Een vraag die bijvoorbeeld telkens gesteld werd was: 'Wil je ontheven worden?' (Geef je op?), als iemand blijk gaf van onvrede of vermoeidheid. Wat dat betreft lijkt het wel wat op de ontgroening die studentenverenigingen als het corps. De leiders moesten er volgens Rexwinkel voor zorgen dat de groep een team vormde, maar dat hadden de militairen met een hogere rang niet goed begrepen. Angstzweet 188
De manschappen sliepen weinig; niet meer dan drie of vier uur. Op een gegeven moment waren ze hun etensbakjes aan het schoonmaken. De bedoeling was dat de soldaten hun Uzi in dat geval om hielden, want een soldaat moet te allen tijde voorbereid zijn op het gevecht. Rexwinkel had hem echter even afgedaan. Hij keek op een gegeven moment op van zijn schoonmaakwerkzaamheden en toen was ie weg. Het angstzweet brak hem uit want de volgende dag moet je die Uzi wel kunnen laten zien bij het appèl. Hij zocht overal maar zag de Uzi nergens en vroeg aan iedereen of die het wapen gezien had maar niemand had het gezien. Straf De volgende ochtend verscheen Rexwinkel om die reden Uzi-loos op het appèl. "Waar is je wapen?", vroeg de luitenant, ene Huub Klein Schaarsberg. Rexwinkel moest toegeven dat hij hem kwijt was. "Kijk maar eens onder mijn deken." Rexwinkel pakte het wapen. Hij gaf toe dat hij het niet naast zich had moeten neerleggen. Die avond moest hij straf-wachtlopen. Michiel stelde: "Ik zal het doen, maar ik vind het niet terecht." "Commentaar?", zo vroeg Klein Schaarsberg bars. "Nee, nee, ik doe het al", zo zei Rexwinkel snel. Hij hield die nacht de wacht. Het was de tweede nacht dat hij niet sliep. Opdrukken Vrijdag gingen ze naar huis voor het weekeinde. Klein Schaarsberg wilde dat Rexwinkel zijn excuses aan zou bieden. Rexwinkel weigerde. Ik heb al twee nachten niet geslapen door het incident, ik ga niet ook nog eens mijn excuses aanbieden. "Jij zal zeker je excuses aanbieden", zei Klein Schaarsberg. "Anders gaan we het melden aan de inspecteurs." Rexwinkel weigerde, hoewel iedereen hem aanried om toch maar zijn excuses aan te bieden. "Excuses aanbieden kan geen dienstbevel zijn", zo vond de koppige soldaat. "Hij ligt eruit", dacht iedereen. Rexwinkel moest zich vijftig keer opdrukken. "Kijk me aan als je je opdrukt", zo zei de luitenant. "Als je weer een keer een bevel niet opvolgt mag je je weer vijftig keer opdrukken. Wegwezen nu!" Verraad Klein Schaarsbergen ging het melden aan de inspecteur, maar hij kreeg het deksel op zijn neus. Rexwinkel kreeg gelijk en Klein Schaarsberg werd eruit gegooid. De reden, volgens Rexwinkel, van deze onverwachte afloop was dat de staf van de opleiding vond dat een luitenant zijn manschappen had moeten verdedigen en niet had moeten verraden. Rexwinkel kan een goede commando worden, zo vonden ze, althans volgens Rexwinkel zelf. Weerspannig Uit dit voorval blijkt het weerspannige karakter van Rexwinkel, wat hem later in zijn tijd bij 189
Greenchoice zou opbreken. Vooralsnog was hij er echter trots op, zo bleek die middag in Rotterdam tijdens het gesprek in de woonkamer. "Van Rees weet dat ik bij de commando’s heb gezeten en dat ik nooit opgeef", zo zei hij. Maar Van Rees gaf ook niet zomaar op.
190
36 - Greechoice-zaak wordt lawyers paradise, Rexwinkel verliest vooralsnog alle zaken Rexwinkel startte de ene na de andere procedure op, na de boete van 2011 en hij verloor ze allemaal, vooralsnog. Bezwaar Ten eerste was daar het bezwaar tegen de boetes van de ACM, dat bij de toezichthouder zelf ingediend moest worden. In eerste instantie was het louter een bezwaar van Greenchoice tegen de boete van 7 miljoen; het bezwaar dus dat het bedrijf volgens de ACM niet had mogen opstarten. Later kwam daar het bezwaar van Rexwinkel en Appeldoorn bij, nadat de ACM hen persoonlijke boetes had opgelegd. Vervolgens ging Rexwinkel zich verzetten tegen de nieuwe bestuurder Frans van Westen, die door de Ondernemingskamer was aangesteld, en tegen Chris Zijlmans, die halverwege 2012 financieel directeur was geworden. Rexwinkel startte een procedure op bij de Ondernemingskamer, om aan te tonen dat Van Westen ongeschikt was als bestuurder en dat hij weg moest. Terwijl Van Westen dus door de Ondernemingskamer zelf was aangesteld. En vervolgens stelde hij ook nog het graaigedrag van de onderzoeker Cronheim bij de rechter aan de kaak. Kansloos Het bezwaar tegen de boetes van de ACM was een kansloze zaak; bezwaar indienen tegen een boete bij de organisatie die de boete heeft opgelegd. In januari 2013 deed de ACM uitspraak. De dienst gaf zichzelf grotendeels gelijk. De boete voor Greenchoice bleef staan op 7,2 miljoen euro. Wel werden de persoonlijke boetes voor Rexwinkel en Appeldoorn iets naar beneden bijgesteld; van 450.000 euro naar 404.000 euro. Als reden gaf de ACM dat de heren na het constateren van de fraude hebben meegewerkt aan het weer op de rails krijgen van Greenchoice. Voor de rest wees de toezichthouder alle bezwaren van de twee ex-directeuren af. Die laatsten hadden aangevoerd dat de nota’s niet kónden worden verstuurd omdat de meterstanden niet klopten. De ACM had gevraagd om voorbeelden hiervan te overleggen. Greenchoice overlegde 20 voorbeelden, maar de ACM vond dat een niet-representatief aantal. Rexwinkel zou later zeggen dat het bedrijf veel meer voorbeelden had kunnen overleggen, maar dat hij dacht dat 20 voldoende was.
191
Knullig Rexwinkel en Appeldoorn voerden aan dat ze twee keer in hun vermogen werden getroffen; één keer door de boete aan Greenchoice (die tot minder winst en dus minder dividendinkomsten zou leiden) en één keer door de persoonlijke boetes. Dan worden ze dus twee keer gestraft voor hetzelfde feit en dat mag niet. De ACM bracht hiertegen in het geweer dat het in 2012 heel voorspoedig ging met Greenchoice, en dat de eigenaren dus weinig last hebben gehad van een terugval in dividendinkomsten als gevolg van de boetes. De dienst haalde daarbij een uitspraak aan van de nieuwe directeur, Klatten , die had gezegd dat het goed gaat met het bedrijf, ondanks alle negatieve publiciteit die het bedrijf had gehad. Een nogal knullig argument want een directeur van een bedrijf dat te maken heeft met dit soort tegenslag zegt altijd dat het goed gaat met het bedrijf, het is noodzakelijk om het vertrouwen van klanten en zakenpartners in het bedrijf te herstellen. En of het nu goed ging of niet, het punt was dat ze twee keer werden gestraft. De ex-directeuren voerden verder aan dat beloofd was in de gesprekken met ACM dat geen persoonlijke boetes zouden worden opgelegd. Dat was onderdeel geweest van de afspraken geweest. De ACM bracht daar tegenin dat Rexwinkel en Appeldoorn zich niet aan de afspraken hadden gehouden en dat de ACM zich dus ook niet aan de afspraken hoefde te houden. Rexwinkel en Appeldoorn zouden aftreden na het wereldkundig maken van de boetes. Volgens de ACM hadden ze dat niet gedaan. Voorspelbaar De uitkomst van de bezwaarprocedure bij de ACM was natuurlijk voorspelbaar. Het is net als bezwaar indienen tegen een verkeersboete of tegen een belastingaanslag: 'de slager keurt zijn eigen vlees'. De zaak is kansloos omdat dezelfde instantie die de boete oplegt gaat oordelen over de juistheid van die beslissing. Rexwinkel noemde de bezwaarprocedure bij de ACM om die reden een farce. "Dat zou het niet moeten zijn. Het is qua rechtszekerheid niet logisch dat een bezwaarprocedure bij dezelfde instantie verloopt en je van te voren al weet dat het bezwaar zal worden afgewezen", zo zei hij. Het hoeft geen verwondering te wekken derhalve dat Rexwinkel naar de rechter stapte. Appeldoorn sloot zich daarbij aan. Die heeft zich in alle procedures aan de zijde van Rexwinkel geschaard, net zoals hij Rexwinkel altijd behulpzaam is geweest toen ze nog samen in het bedrijf zaten. Ook het bedrijf Greenchoice ging overigens in beroep tegen de boete voor het bedrijf.
192
Weer wachten op de gang tijdens een van de vele rechtszaken
Warrig De zitting bij de rechter tegen de boetes diende in september 2013. De vraag kwam weer aan de orde waarom de ACM toch was overgegaan tot het opleggen van persoonlijke boetes hoewel dat indruiste tegen de afspraken die in 2011 gemaakt waren. Het betoog van de advocaten van de ACM kwam warrig over. Eerst werd ontkent dat er afspraken waren gemaakt, toen werd gezegd dat Greenchoice Eneco misleid had en dat om die reden boetes gerechtvaardigd waren, en daarna heette het dat de directeuren zich niet aan de afspraak hadden gehouden door niet af te treden. Het leken allemaal een beetje uitvluchten te zijn. Het niet goed informeren van minderheidsaandeelhouder Eneco bijvoorbeeld is wellicht laakbaar, maar kan niet een reden zijn om ineens tot het opleggen van persoonlijke boetes van bijna een half miljoen over te gaan, daar waar dat eerst niet gebeurde. Bovendien was dit informeren van de minderheids-aandeelhouder nu juist geen onderdeel van de afspraken geweest. Directe invloed Dan was er het argument dat de heren niet waren opgestapt, zoals beloofd. Aan de validiteit van de stelling van de ACM kon worden getwijfeld. Rexwinkel en Appeldoorn waren afgetreden als directielid. Er was een andere directie benoemd. Ze waren weliswaar niet afgetreden als bestuurder van EnergieConcurrent, dat een controlerend belang in Greenchoice had, en dus als bestuurder van Greenchoice. Dat is waar. Maar dat leek niet de afspraak te zijn geweest. In de lijst met afspraken, zoals die door Beens was gemaild (zie hoofdstuk 30) stond dat Rexwinkel en Appeldoorn zouden aftreden 'als directielid'. Zij zouden zo geen 'directie 193
invloed' meer hebben in het bedrijf. Invloed van aandeelhouders is meer indirecte invloed. De ACM leek ook tevreden in eerste instantie. "De huidige directieleden nemen hun verantwoordelijkheid en treden terug", zo schreef de ACM destijds in het persbericht. Bestuurdersloos Er was niet expliciet afgesproken dat EnergieConcurrent zich als bestuurder zou terugtrekken. Volgens Rexwinkel kon dat niet omdat Greenchoice dan zonder bestuurder zou zitten. Eneco blokkeerde immers de aanstelling van Klatten als bestuurder, ofwel als statutair directeur. Eneco ging daar ineens allerlei eisen aan stellen nadat de boete was opgelegd. Het was bovendien ook niet zo makkelijk voor de drie heren om zich terug te trekken uit EnergieConcurrent, zo kan ter verdediging van hen worden opgemerkt. Dan zouden er namelijk nieuwe bestuurders voor Energie Concurrent benoemd worden, maar dit zouden noodzakelijkerwijs toch weer vrienden zijn van de drie heren. Uiteindelijk is dat dus wel gebeurd en werd Bokhove benoemd tot bestuurder. De ACM kan niet verwachten dat ze dan drie volstrekt vreemden op die stoel zetten. Draai Daar kwam bij dat Greenchoice in eerste instantie zelf meldde dat Rexwinkel nog adviesdiensten voor het bedrijf zou blijven verrichten. Rexwinkel zou dus helemaal niet definitief van het toneel verdwijnen. Volgens Rexwinkel had de ACM bovendien expliciet toegezegd dat de heren hun aandelen mochten houden, waarmee ze automatisch een zekere invloed op Greenchoice zouden behouden. De invloed van Rexwinkel op het reilen en zeilen binnen Greenchoice was echter groot, zo bleek in de maanden na het opleggen van de boete, veel groter waarschijnlijk dan de ACM gedacht had. In de media verschenen ook berichten als zou Rexwinkel feitelijk nog aan het roer staan bij het energiebedrijf. Het is waarschijnlijk dat de ACM hier geen rekening mee had gehouden en daarom begin 2012 de eisen aanscherpte, of liever: een wat andere draai gaf aan eerder gemaakte afspraken. De grote invloed van Rexwinkel zou het lastig maken om het vertrouwen van consumenten in het bedrijf te herstellen. Het zou zo goed als onmogelijk worden om een nieuwe start te maken zolang die invloed zo groot zou blijven, nog even afgezien van de mogelijkheid dat dubieuze praktijken zouden blijven dooretteren. En bovendien zou het de toezichthouder wellicht later kwalijk worden genomen dat hij niet hard genoeg had ingegrepen bij het bedrijf, waardoor partijen die schade zouden lijden de toezichthouder aansprakelijk zouden gaan stellen. Rexwinkel en Appeldoorn moesten ook als bestuurders vertrekken, zo moet de ACM geconcludeerd hebben. Frustratie De ACM stelde tijdens de rechtszaak dat de banden tussen Greenchoice en de twee 194
directieleden nog steeds innig zijn. "Ik moet hieruit concluderen dat de ACM overloopt van frustratie, want dit is een onzinnige opmerking", aldus de advocaat Robbert de Bree van Greenchoice. Een scherpe opmerking, maar ACM had wel een punt. Zoete wraak Maar toch was dit alles niet de hoofdreden van de ACM om uiteindelijk toch persoonlijke boetes uit te delen. De aap kwam even later tijdens de rechtszaak uit de mouw. De echte reden was dat Greenchoice, aangestuurd door Rexwinkel, bezwaar had aangetekend tegen de boete en daarmee volgens de ACM de afspraken had geschonden. Beide stellingen waren juist. Greenchoice had inderdaad bezwaar aangetekend en dat was tegen de afspraken. De persoonlijke boetes waren de wraak van de ACM tegen de beslissing van Greenchoice en de directeuren om bezwaar aan te tekenen. Dit komt overeen met een opmerking die Rexwinkel ooit naar zijn hoofd kreeg: "Als je in beroep gaat, gaan we je persoonlijk pakken", zo hoorde Rexwinkel naar eigen zeggen van de ACM. Pro-forma onzin Greenchoice verdedigde zich door te stellen dat wel het bezwaar móest aantekenen omdat Eneco naar de Ondernemingskamer was gestapt. Het was slechts een pro-forma bezwaar, zo had de advocaat al in 2012 aan de ACM geschreven. Als het bedrijf geen bezwaar zou aantekenen dan zou dit door de rechter mogelijk als een schuldbekentenis worden gezien. Greenchoice zou bereid zijn om het bezwaar niet verder in te kleden, zo schreef de advocaat, waarmee het bezwaar volgens hem feitelijk zou worden ingetrokken. De advocaat schreef dit op een moment waarop er berichten kwamen dat de ACM overwoog om nieuwe maatregelen tegen Greenchoice te nemen, waaronder het aanpassen van de vergunning van Greenchoice en het opleggen van persoonlijke boetes. Overigens meldde de advocaat ook dat hij ‘voor de zekerheid’ het bezwaar inmiddels met enkele gronden had voorzien. Dit is dan wel weer enigszins tegenstrijdig. Het was dus niet alleen meer een pro-forma bezwaar. Maar de stelling dat Greenchoice het bezwaar zou laten 'verlopen' kwam al niet erg geloofwaardig over. Even eerder had de advocaat immers nog betoogd dat als Greenchoice geen bezwaar zou aantekenen dit als een schuldbekentenis zou kunnen worden gezien. Gold dat dan niet als Greeenchoice het bij een pro-forma bezwaar zou laten, het niet verder zou inkleden en het liet verlopen? Duidelijk bleek hieruit wel dat ACM inderdaad had beloofd geen persoonlijke boetes uit te delen als Greenchoice niet in bezwaar zou gaan. Conference call Saillant detail is dat de ACM de boetes oplegde vlak nadat directeur Chris Fonteijn van de toezichthouder contact had gehad met Eneco over het onderwerp. Op 31 januari 2012 was er een conference-call geweest 'over de stappen die Eneco wilde nemen ten aanzien van 195
Greenchoice'. Deelnemers waren Jeroen de Haas en andere mensen van Eneco, algemeendirecteur Chris Fonteijn van de ACM en zijn directeur energie Peter Plug. De Haas gaf daarin volgens een interne notitie van ACM-medewerker 'Jochen' aan geen vertrouwen meer te hebben in de ex-directeuren van Greenchoice. "Eneco zal haar claim tegen Greenchoice te allen tijde doorzetten." Chris Fonteijn heeft op zijn beurt na het gesprek aangegeven er geen vertrouwen in te hebben dat het bezwaar tegen de boete wordt teruggetrokken. Hij gaf tegen Peter Plug aan dat hij rapport wilde opmaken tegen de twee ex-directeuren. Hieruit blijkt ook dat dit de belangrijkste reden was om toch persoonlijke boetes op te gaan leggen. Overigens was Chris Fonteijn afkomstig van advocatenkantoor Nauta Dutilh. Een van de grootste klanten van de energietak van dit kantoor, waar Fonteijn de leiding over had toen hij daar nog werkte, was... Eneco. Het initiatief tot het opleggen van de persoonlijke boetes is dus duidelijk van Fonteijn afkomstig en het was mogelijk zeer tegen de zin van Plug. Peter Plug verliet niet lang daarna de ACM. De geruchten gaan dat dit komt omdat hij op dit punt overruled werd door Fonteijn. "De ACM had niet het vertrouwen dat het nog goed zou komen", zo stelde de ACM in de rechtszaal. "De ACM had er gewoon geen zin meer in en greep de strubbeling tussen Eneco en Greenchoice aan om onder de afspraken uit te komen", zo zei de advocaat van Greenchoice. Kul De advocaten van Greenchoice en de twee ex-directeuren haalden er natuurlijk allemaal argumenten bij om de boetes van tafel te krijgen. Die waren niet allemaal even overtuigend. Zo stelden ze dat de relatie tussen de klant en een energieleverancier een privaatrechtelijke zaak is, waar de ACM niets over heeft te zeggen. Die wordt geregeld in het Burgerlijk Wetboek. In de Elektriciteits- en gaswet is het toezicht op de energiemarkt echter expliciet toegekend aan de ACM. Ander argument: Er staat in de Elektriciteitswet (artikel 95b) dat een energiebedrijf 'op betrouwbare wijze en tegen redelijke tarieven en voorwaarden energie moet leveren'. Er staat niet, zo betoogden de advocaten, dat ze zich daadwerkelijk aan die algemene voorwaarden moeten houden. Als een bedrijf dat niet doet kan de klant naar de rechter, op grond van het Burgerlijk wetboek. "De ACM houdt geen toezicht op het BW." De advocaten vonden de boetes te hoog. "De directie heeft ingezien dat hij moest opstappen en dat het geld dat klanten nog tegoed hadden moest worden terugbetaald. Greenchoice is in staat geweest om zich als groen, flexibel en smaakmakend energiebedrijf te handhaven." De advocaten van Rexwinkel en Appeldoorn betoogden verder dat het niet verzenden van de rekeningen te maken had met de wanorde bij de aanlevering van meterstanden door de netbeheerders. "Juist omdat we veel klachten kregen van klanten over de eindstanden. We waren de enige in de branche die niet blind de standen van de netbeheerder volgden", zo 196
betoogde Rexwinkel. "Rekeningen moesten niet alleen op tijd zijn, maar ook juist zijn. Dat moet van de ACM zelf. Dus de ACM is de eigen regels niet nagekomen", zo was het verweer. "Rexwinkel en Appeldoorn hebben de problemen zo praktisch mogelijk willen oplossen", aldus advocaat De Boer van de twee directieleden. De heren hadden inmiddels een andere advocaat moeten nemen, omdat ze niet dezelfde advocaat mochten hebben als het bedrijf Greenchoice. Vogelvrij De Boer wees op de moeilijkheden bij de invoering van het leveranciersmodel, die steeds werd uitgesteld. Het laatste uitstel, dat van 1 april naar 1 augustus 2014, werd door minister Kamp van Economische Zaken toegeschreven aan het nog niet op orde zijn van de ICTsystemen. Ofwel: het is allemaal super-ingewikkeld, zo wilde de advocaat maar zeggen. "En nu wil de ACM twee directeuren bestraffen vanwege het niet correct afhandelen van switches", zo was het betoog. "De ACM weigert om de directeuren serieus te nemen en om het verhaal van de andere kant te horen. Het is zo omdat het zo is en wij vinden het redelijk, dus we leggen de wetgeving zo uit', zo is de houding van de ACM volgens De Boer. 'Als wij het zo niet uitleggen dan zou de consument vogelvrij zijn', zo redeneert de ACM volgens De Boer, maar dat is onzin volgens haar want er is nog altijd het Burgerlijk Wetboek. Vijanden Het was een bijzondere zitting, in september 2013 in het nieuwe, maar evengoed kille gebouw van de rechtbank van Rotterdam aan de voet van de Erasmusbrug in Rotterdam-Zuid. De bestuurders van Greenchoice aan de ene kant en Rexwinkel en Appeldoorn aan de andere kant waren inmiddels gezworen vijanden geworden, maar nu stonden ze zij aan zij, om zich te verweren tegen de boetes die de ACM had opgelegd. De partijen stonden in groepjes bijeen; het groepje van Greenchoice-mensen, waaronder Jurjen Algra, Van Westen en de advocaten van Greenchoice en het groepje rond de directieleden: Rexwinkel, zijn vrouw Judith, Appeldoorn en de advocaten. Zelfs de twee zonen van Rexwinkel kwamen nog even langs. Greenchoice–zaken waren nog steeds familie-zaken voor Rexwinkel, zo kon daaruit worden opgemaakt. Of wellicht haalde hij zijn familie er bij om sympathie bij de rechter op te wekken. 'Hoe moest het voor die kinderen zijn om hun vader zo terecht te zien staan?', zo vroeg ik me af. Zelf hield ik me afzijdig van iedereen; ik wilde niet bloot geven dat ik inmiddels nogal goed op de hoogte was. Scherpe rechter De rechter liet zich niet vermurwen, niet door de aanwezigheid van de familie-Rexwinkel en ook niet door de argumenten van de advocaten van Rexwinkel en Greenchoice. Dat bleek al tijdens de zitting. De rechter was scherp. Meestal wordt slechts gesproken van het niet 197
versturen van rekeningen, alsof het één handeling betreft. Maar er waren verschillende handelingen geweest, zo vatte de rechter samen. In eerste instantie viste Greenchoice facturen die gebaseerd waren op onrealistische meterstanden eruit. En vervolgens werden van die facturen die werden opgemaakt waren en die klaar stonden ter verzending, de creditnota’s eruit gevist. "Klopte dat?", zo wilde de rechter herhaaldelijk weten. Rexwinkel, die toen zelf het woord nam, ontkende niet, maar praatte erover heen. Uitspraak De rechter gaf de ACM dan ook grotendeels gelijk. De rechter beaamde dat meterstanden niet altijd klopten maar concludeerde toch dat er wel degelijk opzet in het spel was. "De overtredingen zijn te wijten aan opzet. Dat Greenchoice in een aantal gevallen niet tijdig kon beschikken over juiste dan wel tijdige gegevens van de netbeheerder doet hier niet aan af". Dit lijkt me een juiste conclusie. Ja, het was een chaos en ja, dit maakte het lastig om facturen te sturen, maar er was fraude en opzet in het spel. Greenchoice kreeg op één punt wel gelijk. Volgens de rechter heeft de ACM twee keer de boete verhoogd op basis van de gedachte dat de rekeningen expres te laat werden verstuurd. Daarom werd de boete voor het energiebedrijf verlaagd met een miljoen, naar 6,2 miljoen. De persoonlijke boetes voor de ex-directeuren bleven gehandhaafd. Opvallend was dat de rechter nauwelijks inging op de bezwaren van de twee ex-directeuren. In de uitspraak van 17 december 2013 wordt hier nog geen pagina aan besteed. De rechtbank stelde, net als de ACM, dat de heren zich niet aan de afspraak hadden gehouden per 1 januari 2012 af te treden. De ACM hoefde zich daarom ook niet meer aan de afspraken te houden, zo vond de rechter.
198
37 - Liquiditeitspositie wordt negatief, slonzige mentaliteit, 'directie heeft geen kennis van energiebedrijf'
Begin 2013 kreeg Rexwinkel twee anonieme brieven van medewerkers van Greenchoice. Ze gingen onder meer over de liquiditeit bij Greenchoice. Die was ineens schrikbarend gedaald. In april 2013 zou die zelfs negatief zijn geworden. In de notitie stond hoe het zo uit de hand heeft kunnen lopen. Geen actie Het bedrag aan openstaande debiteuren nam begin 2013 ineens sterk toe, naar zo'n 38 miljoen euro. Dit zat hem vooral in de zakelijke debiteuren, zo blijkt uit de notitie. Waar die post 'zakelijke debiteuren' begin 2012 nog zo'n 10 miljoen euro was, schoot die begin 2013 omhoog naar 28 miljoen euro. De oorzaak was gelegen in foute facturen, waarna zakelijke afnemers gestopt zijn met betalen. "Hier is tot vorige weken (eind maart 2013) weinig/geen actie op ondernomen", aldus de klokkenluiders. Geen kennis Daarnaast waren er niet-gefactureerde bedragen van 8 miljoen. Als reden wordt genoemd: ICT-problemen, onder meer door de verhoging van de BTW per 1 oktober 2012. Verder werden zakelijke switches niet opgepakt. Een andere reden was "een gebrek aan kennis en motivatie van de mensen die de processen moeten uitvoeren. Er heerst een mentaliteit van: het komt volgende week wel", aldus de klokkenluiders, naar alle waarschijnlijkheid Beekhuizen en Waldekker. Verdwijnend geld Er waren volgens de twee Greenchoice-medewerkers ook andere redenen voor het verdwijnende geld. Zo werden de BTW-verhoging en de verhoging van de energiebelasting per 1 januari 2013 niet doorberekend aan de klanten. Dit kostte acht miljoen. Volgens de twee klokkenluiders werd er verder een bedrag van 1,5 miljoen aan de divisie EET van Eneco betaald, terwijl dit bedrag nog in dispuut was. Ook betaalde de directie rekeningen van netbeheerder en Eneco-dochter Stedin, terwijl niet duidelijk was om wat voor rekeningen het ging. Externe inhuur Daarnaast was het gasverbruik hoger dan verwacht, waardoor Greenchoice meer gas moest inkopen. Verder waren er hoge kosten van externe inhuur (waarschijnlijk onder meer het salaris van de financiële man Chris Zijlmans) en waren de transportkosten die aan 199
netbeheerders moesten worden afgedragen hoger dan verwacht (liefst 10 miljoen euro). "Kan ik niet verklaren", aldus de schrijvers van de brief. De BTW en de energiebelasting van rekeningen die oninbaar bleken te zijn (en die al wel was afgedragen) werd niet teruggevorderd van de Belastingdienst. Kennisloze directie De klokkenluiders waren uiterst kritisch over de directie. "De huidige directie heeft geen kennis van het runnen van een energiebedrijf en weinig financiële kennis. Men heeft de afgelopen maanden alleen maar de focus op de grote winst gehad. Dat een energiebedrijf allerlei liquiditeitsrisico's loopt heeft men niet willen zien. Interne specialisten hebben de directie daar meerdere malen op gewezen en zagen dit al aankomen. Het is totaal geen verrassing dat de liquiditeiten nu laag zijn als je weet wat de cijfers en rapportages betekenen. Bij deze directie is deze kennis niet aanwezig." Negatieve bestedingsruimte Het was koren op de molen van Rexwinkel, die nooit vertrouwen heeft gehad in de nieuwe bestuurder Frans van Westen en al snel na diens aanstelling ruzie kreeg met de algemeendirecteur Richard Klatten. Het is dan ook goed mogelijk dat de ‘klokkenluidersbrief’, zoals Rexwinkel hem steevast noemt, gekomen is op instigatie van diezelfde Rexwinkel. Maar de problemen rondom de liquiditeit waren wel reëel. Van Westen meldde in een email van 4 april dat er eind april een ‘negatieve bestedingsruimte’ werd verwacht. Noodmaatregelen En op 3 april: "De liquiditeitsontwikkeling heeft de volle aandacht van het hele directieteam en vele teamleiders en medewerkers." "Met het wegwerken van het tekort is men hier met man en macht DAGELIJKS mee bezig", zo schrijft hij. "Omdat het erom zal spannen of het gaat lukken, staan er ook vast een aantal noodmaatregelen klaar", aldus Van Westen. Pleit In zijn pleitnota in de zaak waarin hij Van Westen weg probeert te krijgen gaat Rexwinkel volledig los. Hij stelt dat er zo’n 50 miljoen euro in een jaar verdwenen is. De rekensom is als volgt: Op 1 januari 2012 was er nog 71 miljoen in kas. De winst over 2012 bedroeg 35 miljoen, dus zou er eind 2012 106 miljoen in kas moeten zitten. Echter, er zat slechts 53 miljoen in kas. Er is dus zo’n 53 miljoen euro verdwenen, zo concludeerde Rexwinkel. Daarnaast waren er volgens Rexwinkel steeds grote verschillen tussen de prognoses van de liquiditeit en de werkelijke standen. Zo werd in oktober 2012 nog een liquiditeitspositie van 120 miljoen voor eind 2012 verwacht. De werkelijke liquiditeit was 53 miljoen euro. Terwijl de werkelijke hoeveelheid geld in oktober nog 160 miljoen was. Omdat de winter tot die tijd zacht was geweest kan die sterke daling niet goed verklaard worden door de aankoop van gas. 200
Zoek de verschillen Ook is er een groot verschil tussen de prognose voor eind januari 2013, gemaakt op 17 januari, en de werkelijke stand op die datum. Die prognose was 40 miljoen euro te laag. Telkens vroeg EnergieConcurrent naar de reden van die verschillen. Steeds werd verwezen naar het gedoe rond de gasleveranties. Het argument leek te zijn dat, omdat er nog geen gasgaranties gesteld waren door Eneco, de liquiditeit lager was dan verwacht. Er moest mogelijk om die reden geld opzij worden gezet als voorziening, voor het geval de gasgaranties niet gesteld werden. Toen die dan wel gesteld werden konden de voorzieningen worden afgebouwd en steeg de liquiditeit.
Een deel van de klokkenluidersbrief
201
38 - Eneco brengt Greenchoice op rand afgrond, Rexwinkel wil van Van Westen af, zachte winter redt Greenchoice, mediation
Ondertussen escaleerde de ruzie over de gasgaranties volledig. We hebben al gezien dat die ruzie een jaarlijks ritueel aan het worden was. Eneco moest zich op grond van een overeenkomst uit 2007 garant stellen voor Greenchoice, bij de aankoop van gas van grote leveranciers als Gasterra. Eneco hield zich echter niet aan de afspraken. Greenchoice ging al in 2009 naar de rechter en kreeg gelijk. Eneco moest die gasgaranties stellen zolang het bedrijf een belang heeft in het groene energiebedrijf, zo stelde de rechter. Eneco is echter hardleers. Stiekem In 2010 kwamen de partijen, nadat ze op verzoek van de rechter om de tafel waren gaan zitten, overeen dat Eneco een tarief van 22.000 euro in rekening zou brengen voor het stellen van die garanties. Eneco verhoogde het tarief eind 2012, toen Rexwinkel en de zijnen waren afgetreden, echter ineens naar 1,3 miljoen euro per jaar. Rexwinkel was wederom des duivels toen hij er van hoorde en sommeerde Van der Schoot, die namens hem de aandeelhoudersvergadering bijwoonde, om te zorgen dat Van Westen niet in zou stemmen met die overeenkomst. Van der Schoot deed enkele pogingen om de overeenkomst van tafel te krijgen, maar die mislukten. De nieuwe bestuurder Van Westen stemde eind januari 2013 toch in met de overeenkomst. Kansloos Dat was voor Rexwinkel de druppel die de emmer deed overlopen. Hij kwam tot de conclusie dat Van Westen ongeschikt was voor zijn baan. Wat hij toen deed mag vrij uniek worden genoemd. Rexwinkel startte een procedure op om Van Westen weg te krijgen als bestuurder van Greenchoice. Hij diende daartoe een enquête-verzoek in bij de Ondernemingskamer, dat is dus dezelfde rechtbank die Van Westen had aangesteld en die dat gedaan had omdat Rexwinkel en zijn maatjes ongeschikt werden bevonden om nog langer aan te blijven als bestuurder. Kansloze zaak dus. Waslijst Rexwinkel verweet Van Westen een hele waslijst aan zaken, die er op neerkwam dat Van Westen vooral het belang van Eneco diende en niet zozeer dat van de meerderheidsaandeelhouder EnergieConcurrent. De zaak diende op 3 oktober 2013, niet lang na de zitting over de boetes. Van Westen en Greenchoice stelden in de rechtszaal dat Van der Schoot tijdens de aandeelhoudersvergadering had ingestemd met het tekenen van de gasgarantie-overeenkomst. 202
Rexwinkel stelde dat dat niet het geval was. Waarheid De waarheid ligt waarschijnlijk ergens in het midden. Eind januari schrijft Van der Schoot aan Eneco en Greenchoice dat "er op 19 december 2012 noch op 17 januari 2013 goedkeuring is verleend aan het sluiten van een nieuwe gasgarantieovereenkomst." In de notulen van de vergadering van 17 januari staat volgens Rexwinkel: "Van der Schoot geeft aan geen inzicht te hebben gekregen in de uiteindelijke deal en dat niet acceptabel te vinden." En: "Er mag geen nieuwe garantieovereenkomst worden gemaakt." Echter, Eneco haalt weer andere opmerkingen aan uit het verslag van 19 december 2012: "De vergadering besluit vooralsnog akkoord te gaan met het geformuleerde voorstel." Volgens Eneco is Van der Schoot later weliswaar gaan tegenstribbelen, maar het besluit was toen in december al genomen. Verkeerde been Hoe het ook zij, feit is dat Eneco Van Westen op het verkeerde been had gezet. Het Rotterdamse energiebedrijf had namelijk gedaan alsof er geen overeenkomst ten grondslag lag aan het lage bedrag van 22.000 euro, dat voorheen voor de diensten van Eneco betaald werd, terwijl dat wel zo was. "Dat heeft er toe geleid dat ik mij door Eneco behoorlijk op het verkeerde been gezet voel", aldus Van Westen in een email van 16 april 2013. "Eneco heeft geprofiteerd van die naïviteit van Van Westen, die niet bekend is met de energiemarkt", zo stellen de aanklagers. Het is voor hen bewijs dat Van Westen niet geschikt is voor zijn taak. Ongelijk De uitspraak kwam snel, al nauwelijks twee weken later. De rechter stelde Rexwinkel en Appeldoorn in het ongelijk. Van Westen mocht blijven. Die vergoeding voor het stellen van de gasgaranties (van 2,5% van de exposures bij Gasterra) is wel wat aan de hoge kant, zo vond de rechter, maar "dat betekent niet dat Van Westen niet in redelijkheid heeft kunnen handelen zoals hij gedaan heeft". Risco De rechter onderschreef het argument van Eneco dat Greenchoice (en dus ook Eneco, die garant stond) meer risico was gaan lopen doordat Greenchoice een ander soort overeenkomst met Gasterra had afgesloten. Greenchoice was namelijk overgestapt van een zogenaamd PPSall-in -product van Gasterra naar shipping. Het eerste betekent dat Greenchoice alles wat er geleverd wordt aan klanten inkoopt tegen een hoge variabele prijs. Het tweede is een meer professionele aanpak, waarbij er van te voren een vaste hoeveelheid wordt ingekocht tegen een relatief lage prijs, en er snel moet worden bijgekocht op de beurs als die hoeveelheid te laag blijkt te zijn (bijvoorbeeld als gevolg van een strenge winter). De risico’s van die laatste 203
aanpak zijn groot omdat de prijs op de beurs op zo’n moment door het dak kan schieten. Deze omschakeling was een punt wat Rexwinkel totaal verzweeg in de rechtszaak. Het voert terug naar de onvrede van Rexwinkel over de vaste, hoge tarieven die de Gasunie voor alle nieuwe klanten van Greenchoice in rekening bracht, ook als de prijs op de beurzen inmiddels gezakt was. Geen openheid Dat neemt niet weg dat een plotselinge prijsverhoging van 22.000 naar 1,3 miljoen euro exorbitant is. Ergens in de overeenkomst uit 2007 stond dat Eneco-dochterbedrijf EET Greenchoice hetzelfde zou behandelen als het de andere dochters van het concern zou behandelen. Dus de berekening van de heffing door EET zou voor Greenchoice hetzelfde zijn als voor de andere dochterondernemingen van Eneco. Eneco stelde dat EET de eigen dochterondernemingen inderdaad hetzelfde heeft behandeld als Greenchoice maar de argumentatie was zwak. "Hoewel de systematiek niet identiek is, is de opslag vergelijkbaar". Eneco wilde bovendien geen openheid geven over die systematiek: "Het betreft hier bedrijfsvertrouwelijke informatie die zich niet voor publicatie leent". Maar hoe het ook zij, zelfs als EET de andere dochters heel veel geld in rekening zou brengen, is het vestzak-broekzak. Het geld blijft dan natuurlijk binnen Eneco. Interpretatie De daling in de liquiditeit rekende de rechter Van Westen niet zwaar aan. Hij vond juist dat de bestuurder adequate maatregelen had genomen nadat duidelijk was geworden dat die liquiditeit in gevaar was gekomen. Zo zie je maar weer, hoe mensen op heel verschillende manieren naar dezelfde feiten kunnen kijken. Iemand kan zeggen: het feit dat Van Westen het zover heeft laten komen is volstrekt onacceptabel en maakt hem ongeschikt als bestuurder van een energiebedrijf, zoals Rexwinkel deed. Maar iemand anders legt de nadruk op wat Van Westen deed toen bekend werd dat de bodem van de kas in zicht was gekomen en komt tot de conclusie dat hij adequaat had gehandeld. Muur Die dubbelzinnigheid was er ook over de gasgaranties. Over het tekenen van die gasgarantiecontracten zegt Eneco vals: "Greenchoice kon toch ergens anders heen voor het verkrijgen van garanties?" Met andere woorden: 'Als je de nieuwe heffing niet aanstaat, ga je toch lekker ergens anders shoppen om garanties te krijgen'. Nu is het opmerkelijke dat Rexwinkel dit in feite ook zegt: "Er waren alternatieven, Van Westen had niet hoeven te tekenen". De twee kemphanen waren het hier dus over eens, hoewel om heel verschillende redenen. Eneco wilde zichzelf vrijpleiten, terwijl Rexwinkel Van Westen zwart wilde maken. De rechter was het met allebei oneens. "Van Westen stond met zijn rug tegen de muur en moest wel tekenen", zo oordeelde hij. En dat laatste pleit hem juist vrij, zo oordeelde de 204
rechter. Wat is het nu? Had Van Westen alternatieven of stond hij met de rug tegen de muur? En wat voor bestuurder ben je eigenlijk als je je door een minderheidsaandeelhouder tegen de muur laat zetten? Gelijk Eigenlijk had de rechter wel gelijk. Veel alternatieven waren er niet, en dat wist Eneco ook wel. Andere energiebedrijven zouden zich niet zo snel garant stellen voor de aankoop van gas door een concurrent, helemaal niet in die tijd waarin Greenchoice op instorten leek te staan en beide aandeelhouders bovendien rollebollend over straat gingen. Ook banken waren om die laatste reden waarschijnlijk huiverig. Daarbij kwam dat Van Westen expliciet de taak had om de verhouding met minderheidsaandeelhouder Eneco te normaliseren. De vele grote aanpassingen in de voorspellingen van de liquiditeit hadden volgens de rechter te maken met de onzekerheid over de vraag of het gasgarantiecontract getekend zou worden, zoals ik reeds had vermoed (zie hoofdstuk 37). Als dat contract niet getekend zou worden zou Greenchoice vooruit moeten betalen aan Gasterra, wat een aanslag zou zijn geweest op de liquiditeit. Het geld werd apart gezet, zo begrijp ik uit de stukken. Omdat het contract uiteindelijk in januari 2013 wel getekend werd liep de verwachte liquiditeit weer op. Gehakt De rechter maakte gehakt van de redenering van Rexwinkel dat 53 miljoen euro zou zijn verdwenen. Die redenering deugt niet omdat "EnergieConcurrent in dat betoog de onderscheiden betekenissen van de begrippen winst, liquiditeit en werkkapitaal miskent." Kou in de lucht Ook voor de winter van 2013/2014 zal het gasgarantiecontact weer een fel strijdpunt worden, zo voorspelde de advocaat van Rexwinkel en Appeldoorn. "Eneco eist voor 2014 een nog hogere vergoeding. Dit is een acuut probleem waarvoor een spoedige oplossing nodig is. Als de gasgaranties 2014 niet op tijd worden gesteld moet Greenchoice in november a.s. beginnen met het overmaken van miljoenen euro’s aan GasTerra en Statoil [een andere gasleverancier, JS]. Ik benadruk dat dit punt van levensbelang is voor Greenchoice. De onderneming is in 2013 langs de rand van de afgrond gegaan, alleen al door het slechte liquiditeitenbeheer van Van Westen. Zonder gasgaranties voor 2014 zal (nog) een gat van tientallen miljoenen euro’s vallen en zal de onderneming niet meer aan haar verplichtingen kunnen voldoen."
Mediation Uiteindelijk zou er gedurende de hele winter van 2013/2014 geen gasgarantiecontract gesteld worden. Er werden wel veel pogingen ondernomen om tot overeenstemming te komen. Zo waren Eneco en Greenchoice inmiddels een mediation-traject gestart. Gepoogd werd om daar 205
de problemen op te lossen. Er was sprake van dat Eneco Greenchoice een lening zou verschaffen tegen een rente van 5% als er problemen zouden zijn met de betaling van het gas, wat dus als een soort garantie kon dienen voor Gasterra. Begin 2014 werd het plan besproken op een AVA, maar Eneco hield het weer tegen. Daarmee liep Greenchoice best wel veel risico. Gelukkig voor het bedrijf werd het een zachte winter en hoefde het bedrijf veel minder gas te leveren aan klanten dan verwacht. De redding van Greechoice was dus dat de winter extreem zacht was. Als het een strenge winter was geweest dan was het waarschijnlijk 'einde oefening' voor Greenchoice geweest.
206
39 - Financiële man Zijlmans sluist miljoenen weg naar Eneco, vertrekt en overlijdt
Rexwinkel slaagde er niet in Van Westen weg te krijgen. Maar hij slaagde er wel in vele andere weg te krijgen. Richard Klatten en Denis Slieker ruimden in mei 2013 hun bureau op. Samen vertrokken ze naar Qurrent. De financieel directeur Zijlmans stapte per 1 juli 2013 op. De beschuldigingen van Rexwinkel aan het adres van Zijlmans waren snoei-hard. Ze werden onder meer geuit in het proces tegen Van Westen. Verduistering Rexwinkel beschuldigde Zijlmans ervan dat hij miljoenen verduisterd had. Zijlmans zou op goede voet staan met Eneco en zou Eneco bevoordelen bij het nemen van financiële beslissingen. Dat Zijlmans op goede voet stond met Eneco is zeker. Zijlmans (1953) was namelijk van Eneco afkomstig. Hij werkte daar van 2007 tot en met 2010 als ad interim, in het laatste jaar bij Stedin. Met de overname van Oxxio door Eneco stapte hij over naar Oxxio. Richard Klatten haalde hem midden 2012 naar Greenchoice. Bevoordeling Volgens Rexwinkel heeft hij zijn oude werkgever bevoordeeld. Zo was hij verantwoordelijk voor het overmaken van geld naar Eneco en naar dochterbedrijf Stedin, zoals de klokkenluiders dat aan de orde hadden gesteld, terwijl er nog discussie was over de juistheid van de facturen. Zijlmans ging ieder week bij Eneco op de koffie, zo stelde Rexwinkel. Rexwinkel hield hem verder verantwoordelijk voor de problemen met de liquiditeit. Daarnaast was Zijlmans er nog steeds niet in geslaagd een jaarrekening over 2010 te produceren, terwijl hij volgens Rexwinkel juist daarvoor was aangenomen. Cijferloos Dit ontbreken van een jaarrekening over 2010 en later belemmerde het energiebedrijf bij het doen van zaken met andere bedrijven, zoals bij het afsluiten van bankgaranties. Banken zullen zich wel twee keer bedenken een garantie te overleggen aan een bedrijf dat niet eens in staat is een jaarrekening van drie/vier jaar geleden op te leveren. Volgens Rexwinkel blokkeerde Eneco de productie van een jaarrekening. Een jaarrekening moest worden goedgekeurd in de aandeelhoudersvergadering. Eneco zou de instemming niet willen geven omdat dat de kans op het verhalen van de schade als gevolg van de malversaties met de eindafrekeningen zou bemoeilijken. En misschien dat Eneco Greenchoice op die manier ook extra in de problemen wilde brengen. 207
Kruisje Zijlmans heeft verder de gasgarantie-overeenkomst met Eneco getekend, zo stelde Rexwinkel. Rexwinkel schetste een beeld als dat Zijlmans de belangrijke beslissingen voorkookte en dat de onervaren Van Westen dan bij het kruisje een handtekening zette. "Het is gebleken dat Eneco tracht te profiteren van het feit dat Van Westen als tijdelijk bestuurder van Greenchoice onvoldoende zorgvuldig handelt, onvoldoende kritisch is op informatie die van Eneco afkomstig is en zich door Eneco heeft laten beïnvloeden". “Er zijn miljoenen weg en ik weet niet waar ze zijn gebleven”, zo zei Rexwinkel. Malversaties Ernstig was het verwijt dat Zijlmans, kennelijk met instemming van Van Westen, facturen heeft gestuurd voor het verrichten van administratieve diensten voor de holding EnergieConcurrent, terwijl die diensten volgens Rexwinkel nooit verricht zijn. Het zou dan gaan om het invullen van de BTW-aangifte. Maar Rexwinkel stelde eveneens dat Zijlmans de handtekening van Greenchoice onder een BTW-aangifte van EnergieConcurrent heeft gezet, waarna de teruggave op de rekening van Greenchoice werd gestort. Zijlmans wilde dat geld vervolgens niet overboeken naar EnergieConcurrent omdat EnergieConcurrent nog onbetaalde rekeningen van Greenchoice had. Als dit waar is dan heeft Greenchoice dus wél diensten voor EnergieConcurrent verricht, in tegenstelling tot wat Rexwinkel stelde. Kluwen Gevraagd naar de reden van het doen van BTW-aangifte voor EnergieConcurrent door Zijlmans antwoordde Rexwinkel dat de gegevens van Energieconcurrent op het kantoor van Greenchoice aan de Pieter de Hooghweg liggen, waar Rexwinkel overigens al enige tijd niet meer welkom was. Hieruit wordt wel duidelijk dat EnergieConcurrent, Greenchoice en waarschijnlijk ook de drie BV’s van de oprichters een onontwarbare kluwen van financiële relaties en belangen was. Graaien Ten slotte verweet Rexwinkel Zijlmans graaigedrag. Hij zou 1.500 euro per dag opstrijken en had derhalve midden 2013 al zo’n 4,5 ton uit de onderneming 'getrokken'. Rexwinkel wilde hem om al die redenen weghebben. In eerste instantie stemde hij, eind 2012, nog in met verlenging van zijn contract tot 1 juli 2013. Greenchoice wilde hem echter weer herbenoemen, buiten de aandeelhoudersvergadering om. Rexwinkel verzette zich heftig en trok uiteindelijk aan het langste eind.
208
Voorliegers Ik schreef een stukje over Zijlmans op basis van wat Rexwinkel had verteld. Ik vroeg Greenchoice om een toelichting op het vertrek. Woordvoerder Jurjen Algra zei dat er niets aan de hand was. De arbeidsovereenkomst liep op 1 augustus af en dat was zoals gepland. Dat was dus gelogen, want er lag een voorstel om de overeenkomst tot 1 oktober te verlengen. Ook legde ik hem de stelling voor dat Zijlmans moet opstappen omdat de jaarrekening over 2010 nog niet opgeleverd was. Algra antwoordde die vrijdag dat de jaarrekening tijdens de aandeelhoudersvergadering de maandag daarop besproken zou worden. De jaarrekening werd niet besproken en het is zeer waarschijnlijk dat Algra dat al wist. Het kan dat het punt op de agenda stond en daar op het laatste moment vanaf gevoerd is, maar dat is onwaarschijnlijk. (En als dat wel zo is dan was het een doelbewuste poging van Greenchoice en Eneco om Rexwinkel die al jaren aandrong op een jaarrekening om de tuin te leiden.) Wederhoor Greenchoice dreigde met een rechtszaak als ik het artikel niet zou terugtrekken. Algra stelde dat ik geen wederhoor had gepleegd. Dat was deels waar. Ik had hem wel gevraagd naar de reden van het vertrek van Zijlmans maar ik had niet alle stellingen van Rexwinkel voorgelegd zoals die in het artikel genoemd werden. Ik stelde Algra voor alsnog te reageren op die stellingen maar hij wilde daar geen gebruik van maken. Krokodillentranen dus. Ook Rexwinkel heeft flink wat kritiek op het stuk gekregen, zo zei hij later tegen mij. Hij had vertrouwelijke gegevens naar buiten gebracht, zo verweet Eneco hem. Rexwinkel vroeg Eneco aan te geven wat dan de vertrouwelijke gegevens waren, maar daarop bleef Eneco het antwoord schuldig. "Zo gaan we niet met elkaar om", was een ander verwijt van Eneco [dingen naar de pers lekken dus, JS]. Rexwinkel voerde aan dat hij altijd voor transparantie was geweest. Zo stonden vroeger bijvoorbeeld ook de salarissen van de drie directeuren van Greenchoice op de site. Het was misschien niet de stijl van Eneco, zo wierp hij tegen, maar het was wel zijn stijl om transparant te zijn. Afgesneden Ook de verhouding met de beheerder van de aandelen, Van der Schoot, werd op de proef gesteld door het artikel op Energieenwater.net, zo zei Rexwinkel. "Ik word afgesneden van informatie door Van der Schoot", zo zei hij. Van der Schoot verweet hem net als Eneco dat hij vertrouwelijke gegevens naar buiten had gebracht. Zo had hij bedragen genoemd. Rexwinkel zag er het kwaad niet zozeer van in. "Maar het komt wel weer goed. Het moet af en toe wringen in een relatie", zo zei hij. "Als het altijd koek en ei is is het ook niet goed." Met Zijlmans liep het slecht af. Die overleed niet veel later, in november 2013. Mij is niet bekend waaraan hij overleed. 209
40 - Klatten en Slieker pakken biezen, graaier Cronheim aangepakt en Bliek wordt bestuurder
De twee directeuren Denis Slieker en Richard Klatten hadden al in mei 2013 hun biezen gepakt. Ze gingen beiden naar Qurrent, het bedrijf dat opgericht was door Igor Kluin en waar toen miljoenen euro’s aan geld van de Postcode-loterij in was gepompt. De heren hadden bedongen dat ze allebei naar Qurrent konden. 'Het was allebei, of geen van beiden', zo hadden ze geëist. Het leek min of meer een vlucht te zijn. Verdachtmakingen Het moet echter niet makkelijk zijn geweest voor Klatten en Slieker om Greenchoice te besturen, gezien de bemoeienis van Rexwinkel en alle aanvallen die vanuit de oud-directie op Greenchoice werden afgevuurd. Daar kwam mogelijk bij dat hen de grond te heet onder de voeten werd door de verdachtmakingen van Rexwinkel over ‘verdwenen miljoenen’. Mogelijk is er daadwerkelijk geld verdwenen in de zakken van Zijlmans. Van Westen was jurist en die is dus voorzichtig en waarschijnlijk was hij ronduit bang. Het was niet lang nadat de liquiditeit van het bedrijf tot onder nul was gezakt en Rexwinkel Van Westen voor de rechter ging slepen vanwege, zoals hij het noemde, wanbeleid. Verder leek Klatten het trouwens ook niet erg naar zijn zin te hebben bij Greenchoice, althans volgens Rexwinkel. Hij verliet vaak al snel de vrijdagmiddagborrel en zou ook niet goed gelegen hebben bij het personeel. Feit is dat hij een jurist is en geen ondernemer. Opmerkelijk is dan weer wel dat Rexwinkel hem zelf ooit bij Greenchoice had gehaald. “Dat is een grote fout geweest”, zo zei hij eens. Plannen Dat het minuscule Qurrent de twee aangeslagen heren aannam was opmerkelijk. Eigenlijk had het bedrijf geen twee duurbetaalde directeuren nodig. Het had slechts enkele honderden klanten en dan dat kastje, de Qbox, waarvan in de markt gezegd werd dat het niet goed functioneerde. Die klanten waren overigens met het faillissement van de dienstverlener Trianel, eind 2012, overgezet naar Eneco. (Trianel leverde backoffice-diensten voor kleine energiebedijven als Qurrent en door het faillissement kwamen veel kleine bedrijven in problemen.) Dus wellicht had Eneco nog een vinger in de pap gehad bij deze transfer. Mogelijk dat Eneco grote plannen had met Qurrent en dat het van Qurrent een soort nieuw Greenchoice wilde maken; dus een bedrijf dat duurzame energie-projecten opzet en dat de duurzaam georiënteerde klanten aan zich bindt. Een andere optie is dat de ‘kliek’ rond de Postcodeloterij, waaronder Ruud Koornstra, plannen met Qurrent had. Misschien wilde die hetzelfde trucje gaan uithalen als ze destijds met Durion hadden uitgehaald. De toekomst zal het 210
uitwijzen. Lulkoek In ieder geval was het antwoord van woordvoerder Jurjen Algra op de vraag waarom de twee directeuren weg waren gegaan lulkoek. Volgens Algra vonden Klatten en Slieker het prettig om weer wat dichter bij de markt te staan. "Greenchoice is een groot energiebedrijf". "Het is voor hen een uitdaging om weer producten aan de man te brengen", aldus Algra. Woordvoerster Noortje Bakker van Qurrent had een soortgelijk verhaal. De nieuwe directeuren vinden het "erg interessant om te kijken hoe ze klanten op weg kunnen helpen met energiebesparing, en hoe ze middelen kunnen aanreiken om collectieven verder te helpen. Dat vinden ze interessanter dan alleen de levering van energie", aldus de woordvoerder. Denk er van wat u er van wilt denken. Filosoof Het vertrek van Klatten hing wel in de lucht. In februari 2013 had ik een interview met de nieuwe directeur van Greenchoice gehad, op zijn kamer in het Greenchoice-kantoor. Het was een ideetje van Rexwinkel geweest. ‘Greenchoice valt niet meer om’, zo zei Klatten toen blufferig. Ik vroeg hem of hij een interim-bestuurder was of iemand die er voor langere tijd zou zitten. "De tijd zal het leren. Zei Sartre niet: 'Het leven is wat er gebeurt terwijl je iets anders aan het plannen was'?” “De ACM heeft gezegd: 'We zullen het jullie niet meer lastig maken'. Ik ben de stappen aan het zetten waarmee de strategie tot uitvoer wordt gebracht. We hebben ongelooflijk veel stappen gemaakt, maar er moet nog wel wat gebeuren, net zoals in elk bedrijf. Maar de toezichthouder is tevreden. In mei of juni hopen we tot een afronding te komen." Kromme hein En dan was er nog Cronheim, de man die door de Ondernemingskamer was aangesteld om onderzoek te doen naar de gang van zaken bij Greenchoice, voorafgaande aan de ontdekking van de fraude. Hij moest het ook ontgelden. De jurist, werkzaam bij De Brauw Blackstone Westbroek, had een budget van 50.000 euro meegekregen. Dat vond hij te laag en hij vroeg, en kreeg, een extra 75.000 euro. Maar hij wilde nog meer. Cronheim vroeg de Ondernemingskamer in april 2013 het budget te verhogen naar 225.000 euro. Alle kosten van de beslissing van de Ondernemingskamer kwamen voor rekening van Greenchoice. Dus Greenchoice betaalde de salarissen van Cronheim, Van Westen en Van der Schoot. Miljoenen lekten er om die reden weg uit het energiebedrijf. Kriegelig Het was dus enigszins begrijpelijk dat Rexwinkel als eigenaar van het bedrijf hier kriegelig van werd. Zoals gewoonlijk reageerde hij weer fel. Hij ging Cronheim voor de rechter dagen, 211
zo zei hij. “Cronheim vraagt 400 euro per uur, zijn medewerker krijgt 285 per uur en de typiste verdient nog het lieve sommetje van 125 euro per uur. Cronheim declareert zelfs de uren die hij kwijt is aan de rechtszaak die tegen hem wordt aangespannen omdat hij zoveel declareert”, zo stelde Rexwinkel. "Er is een graaicultuur bij De Brauw Blackstone." Tijd rekken Daar kwam nog bij dat in eerste instantie verwacht werd dat het onderzoek na een paar maanden zou zijn afgerond; dus in juli 2012. Maar een jaar later was Cronheim nog bezig. Ook verweet Rexwinkel Cronheim dat die niet of nauwelijks met hem sprak. Eerst had die met alle nieuwe bestuurders gesproken en pas heel laat met Rexwinkel, zodat hij al bevooroordeeld bij hem was gekomen. Rexwinkel vertrouwde Cronheim voor geen cent. Hij wilde de opnames van de gesprekken hebben, en Rexwinkel wilde dat de notulen van de gesprekken aangepast zouden worden als hij daar in de geluidsopnames aanleiding toe zag. Deksel op neus Rexwinkel kreeg weer op alle punten ongelijk. In eerste instantie hield de Ondernemingskamer de beslissing over verhoging van het budget nog aan. De rechter wilde een urenspecificatie. Cronheim kwam met een overzicht. Volgens Rexwinkel telde de bedragen van dat overzicht op tot…(slechts) 125.000 euro. Maar eind juni stelde de Ondernemingskamer het budget dan toch vast op 225.000 euro. In december van dat jaar werd de vergoeding daadwerkelijk op 225.000 euro gesteld. Opvallend was dat de Ondernemingskamer toen doodleuk stelde dat er geen bezwaar was binnen gekomen tegen deze declaratie. Terwijl Rexwinkel dus moord en brand had geroepen toen Cronheim zijn verzoek tot uitbreiding van het budget had gedaan. Het was een beetje kort door de bocht van de Ondernemingskamer. Rexwinkel had blijkbaar niets meer van zich laten horen bij de daadwerkelijke toekenning, maar hij had wel bezwaar aangetekend tegen de verhoging van het budget eerder dit jaar. Hij had het niet meer bij de rechter aanhangig gemaakt. Geluidsopnamen Wel voor de rechter kwamen de verzoeken van Rexwinkel aan Cronheim om de geluidsbanden van de interviews te overleggen en om aanpassingen te verwerken in het onderzoeksrapport. De Ondernemingskamer had deze verzoeken in mei 2013 afgewezen. Waarna Rexwinkel, gebeten als altijd om zijn gelijk te krijgen, naar de Hoge Raad ging. Ook die stelde hem echter, in april 2014, in het ongelijk. Toen was het onderzoeksverslag al lang klaar. Het zou een wapen worden voor Van Rees in de strijd om Rexwinkel weg te krijgen. Poppetjes Bestuurder van EnergieConcurrent Arensman had al snel zijn conclusies getrokken toen Rexwinkel een procedure tegen Van Westen startte, zoals we zagen (hoofdstuk 32). Hij stapte 212
op. Rexwinkel zelf had zijn vrouw Bokhove in juli 2013 weer vervangen als bestuurder van Rexwinkel BV. Er was geen noodzaak meer om die functie door zijn vrouw te laten bekleden, nu de Ondernemingskamer EnergieConcrurrent als bestuurder geschorst had, zo zei Rexwinkel. Van Rees en Appeldoorn hadden afscheid genomen van EnergieConcurrent, zodat Rexwinkel de enige bestuurder was van de holding. Een nieuwe bestuurder zou gewenst zijn. Daar moest dan wel overeenstemming over zijn met de andere aandeelhouders en dat viel nog niet mee. Begin 2014 schoof Rexwinkel Robbert Bliek naar voren. Van Rees was tegen. Dat was opmerkelijk want Bliek en Van Rees kenden elkaar goed. Militair econoom Bliek is een militair in hart en nieren, hoewel hij geen beroepsmilitair is. Hij komt oorspronkelijk uit Veere en is opgegroeid in een bakkersnest, zoals hij zelf zei. "Altijd hard werken." Hij ging in militaire dienst in Rotterdam, bij het Korps Mariniers. Daarna ging hij economie studeren in Rotterdam, net als zoveel andere betrokkenen bij Greenchoice gedaan hebben. Na onder meer babyvoeding van Nutricia aan de man te hebben gebracht bij supermarkten startte hij een eigen bedrijf. Bedrijven in de telecomsector en de energiesector waren zijn opdrachtgevers. Maten Het wonderlijke van Bliek is dat hij zowel Van Rees en Rexwinkel als de financiële man van Eneco Dubbeld kent. Met Dubbeld gaat of ging Bliek iedere week hardlopen. Rexwinkel kent Bliek nog van de studententijd in Rotterdam. Bliek zat net als Rexwinkel bij de roeivereniging Skadi. En met Van Rees ging Bliek regelmatig hiken, onder meer op de Veluwe en in Schotland. Bliek leek dus de ideale man te zijn om de verhoudingen binnen EnergieConcurrent en Greenchoice weer wat recht te trekken, maar uit een gesprek met Bliek in juni 2014 blijkt dat hij volledig op de hand was van Rexwinkel. Hij moest niets meer van Van Rees hebben. Beresterk Bliek denkt en handelt als een militair, zo bleek tijdens dat interview op het terras van een hotel in Voorburg. Hij heeft in zijn tijd als militair bepaalde waarden meegekregen, die buitenstaanders vaak niet goed begrijpen, zo zei hij. Die waardes zijn onder meer: discipline en het nakomen van afspraken. Je moet je naasten volgens Bliek nooit afvallen. Dan is het einde zoek. In het echte leven is dat nog niet zo erg, maar als een militair zijn maten afvalt kan dat hun het leven kosten. "De natuur heeft bepaalde wetten. Je kunt beslissen om die te overtreden maar dan loop je risico." Van Rees had volgens hem de wetten van de natuur overtreden. Hij viel zijn maten Rexwinkel en Appeldoorn af. De reden was volgens Bliek dat Van Rees teveel beïnvloed werd door zijn omgeving, die hem er blijkbaar toe zette om zoveel 213
mogelijk afstand van Rexwinkel te nemen. Dat was laf. Van Rees weigerde om verantwoordelijkheid te nemen voor wat hij gedaan heeft als directeur en dit leidde tot een glijdende weg naar beneden. Daarnaast kon Van Rees niet kiezen. "Ik geloof niet dat je goed kan functioneren als je angstig en onzeker bent", zo zei hij tijdens het gesprek. Hij suggereerde zelfs dat Van Rees een beetje de weg kwijt was. Over Rexwinkel was hij lovend. "Rexwinkel is beresterk. Die fysieke component heb ik gemeen met Rexwinkel." Het niet bedriegen van klanten hoort blijkbaar niet tot de militaire waarden van Bliek. Problemen Rexwinkel benoemde Bliek als bestuurder. In eerste instantie zou Van Rees daar niet veel bezwaar tegen gehad hebben. Maar later ging hij volgens Rexwinkel flink tegen de aanstelling van Bliek tekeer. Waarom? Volgens Rexwinkel omdat daarmee een deel van de gronden van de rechtszaak tegen hem was weggevallen. Het is voor de rechter moeilijk vol te houden dat je Rexwinkel weg wilt hebben als bestuurder met als argument dat hij wanbeleid voert terwijl je net met Rexwinkel overeenstemming hebt bereikt over de benoeming van een nieuwe bestuurder die de problemen moet gaan oplossen. Ook zou Van Rees zijn positie steeds nauw hebben afgestemd met Eneco. Die laatste zou geen belang hebben bij de benoeming van Bliek; Eneco zou zelfs geen belang hebben bij een oplossing van het conflict. "Hun enige doel is mij kapot maken", zo zei Rexwinkel. Maar het was aan de andere kant wel duidelijk dat Bliek volledig op de hand was van Rexwinkel, ondanks die eerdere hike-tochtjes met Van Rees. Bliek moest overigens eind 2014 aftreden onder de dreiging van een rechtszaak, aangespannen door een andere bestuurder bij EnergieConcurrent (zie later).
214
41 - De geheime zoektocht naar nieuwe investeerders, Van Rees wijst ene na andere voorstel af
En nog een andere persoon diende zich aan om de problemen te lijf te gaan: Willem-Jan Schutte. Rexwinkel zei zelf al eens: als bekend is dat een bedrijf in de etalage staat komen er haaien op het bedrijf als bijen op honing. Hetzelfde geldt denk ik voor een bedrijf dat in problemen is geraakt. Rexwinkel verdedigt de komst van Schutte echter. Haai Schutte zou een rol spelen bij het aantrekken van nieuwe investeerders voor het bedrijf. "Hij stort zich er met veel energie op", aldus Van Rexwinkel. Schutte noemt zichzelf een interneten technologie-ondernemer. Hij is onder meer oprichter van Stech company, dat zich richt op financiering en business development van grote bedrijven. Hij bracht de eigenaren van Greenchoice in contact met duurzame ondernemers als Ruud Sondag en Van Ogtrop. Zakgeld Eerder had de ondernemer Marcel Broekhoorn interesse getoond deel te nemen in Greenchoice. Broekhoorn was rijk geworden met de verkoop van Telfort aan KPN en investeerde later onder meer in de High Tech Campus van Philips. Hij stond erom bekend bedrijven die het moeilijk hadden op te kopen en door te verkopen aan een grote partner. Dat was wellicht niet helemaal wat Rexwinkel voor ogen had, of beter gezegd: helemaal niet. Serieuzer waren de gesprekken geweest met Ruud Sondag, die in 2012 afvalbedrijf Van Gansewinkel had moeten verlaten omdat hij niet meer door één deur kon met de vertegenwoordigers van de nieuwe eigenaren van het bedrijf: de private aandelenfondsen CVC en KKR. Sondag die echt met duurzaamheid begaan is, schijnt zo’n 20 miljoen euro verdiend te hebben bij de verkoop van het afvalbedrijf aan de twee private fondsen. Dus hij had wel wat investeringsgeld op zak. Afspraken Van der Schoot regelde de gesprekken met Sondag. De bedoeling was dat alle partijen wat zouden verkopen, dus zowel Eneco als de drie oprichters van Greenchoice. Van Rees zou dan bijvoorbeeld zijn aandeel van 15% verkopen en Eneco 5%, zodat Sondag 20% zou krijgen. Maar Sondag wilde 33% en Eneco ook. Dan zou Rexwinkel zelfs nog aandelen aan Eneco moeten gaan verkopen. "No way." Rexwinkel vermoedde dat er afspraken gemaakt waren tussen Sondag, die De Haas goed kende, en Eneco. Sondag zou dan later met een dikke winst zijn aandeel aan Eneco verkopen. Dit feest ging dus niet door. 215
Goede sprinkhaan In 2013 kwamen twee nieuwe gegadigden op de proppen: Robert-Jan Van Ogtrop en Rolly van Rappard. Van Ogtrop is een redelijk onbekende voor de buitenwacht, maar toch een behoorlijk grote naam in het wereldje. Hij stond aan het roer bij Bols, na de afsplitsing van Bols Wessanen in 1998 en bij Remy Cointreau na de fusie van Bols met dit bedrijf. Hij is voorzitter van een stichting, African Parks, die parken beheert in Afrika en die is opgezet door wijlen Fentener van Vlissingen. De laatste jaren is hij zich gaan richten op duurzame energie en duurzame technologie. Zo is hij is de investeerder in het kleine nieuwe energiebedrijf VandeBron. VandeBron kwam in 2014 veel in de publiciteit als bedrijf dat directe investeringen in duurzame energie mogelijk maakt, dus zonder tussenkomst van een energiebedrijf. (Wat echter onzin is). Van Ogtrop is verbonden aan het aandelenfonds CVC, net als de Rolly van Rappard. Van Rappart (1960) is mede-oprichter van CVC, maar zou als privé-persoon willen investeren in Greenchoice. Dus mogelijk dat de heren via Sondag bij Greenchoice terecht zijn gekomen. Trucje De twee investeerders deden een bod van 85 miljoen euro op EnergieConcurrent, inclusief een earn-out, een bedrag dat alleen wordt uitbetaald als het bedrijf bepaalde resultaten weet te behalen. Voor de eigenaren moet dit een teleurstellend laag bedrag zijn geweest, maar het was niet anders. Een hele trits aan voorstellen volgden. Het eerste voorstel was dat de eigenaren hun belang in Energie Concurrent zouden verkopen aan Ogtrop en Van Rappart. Rexwinkel zou dan een terugkoop-optie hebben van 50%. Dit laatste was niet aan iedereen bekend. Het werd daarom afgedaan als een trucje van Rexwinkel. Volgens die laatste was het echter geen trucje omdat van begin af aan duidelijk was geweest dat dit de opzet was. Maar waarom zou je eerst 50% verkopen en dan weer terugkopen?, zo vroeg ik me af. Dan konden Ogtrop en Van Rappard eerst orde op zaken stellen, zo was de verklaring van Rexwinkel. Het klonk niet erg geloofwaardig. Van Rees ging niet akkoord. Hij wilde toch niet alles verkopen, zo zei hij. Raar gedrag Het volgende voorstel was dat Rob een deel zou verkopen, Appeldoorn alles en Rexwinkel ook een deel van de aandelen in EnergieConcurrent (dat 70% van Greenchoice had). Dan zou, een trapje lager, Rob een belang van 10% in Greenchoice overhouden, Eneco 30%, Rexwinkel 30% (nu 40%) en de ‘Belgen’ ook 30%. Ogtrop zou Greenchoice gaan leiden. Het totaal bedrag inclusief earn-out van 25 miljoen euro was nu 80 miljoen euro. Volgens Rexwinkel zou deze deal tegemoet komen aan de wensen van Van Rees, maar die laatste dacht daar toch anders over. Hij wees het voorstel weer af. Het bod was te laag. Hij wilde een “offer I can’t refuse’, zo liet hij volgens Rexwinkel weten. Terwijl hij volgens Rexwinkel 216
alles kreeg wat zijn hartje begeerde. Hij kon een deel van zijn aandelen houden en hij zou niet aansprakelijk gesteld worden voor wat er was gebeurd bij Greenchoice toen hij directeur was. Er kwam een derde voorstel dat inhield dat Van Ogtrop de BV van Appeldoorn over zou nemen, waarmee hij 22% in Energieconcurrent en daarmee 15% in Greenchoice zou krijgen. Van Rees zou zijn aandelen dan houden. Ook dat bod werd, eind mei 2014 afgeslagen door Van Rees met als argument dat het geen totaaloplossing was. Rexwinkel dacht dat dit op instigatie van Eneco is gebeurd, zo vertelde hij me begin juni. Kwartje Rexwinkel was die dag in juni 2014 wel een stuk realistischer dan hij ooit tevoren was geweest. Die middag zou er een gesprek plaatsvinden tussen de financiële man van Eneco Dubbeld en Rexwinkel over hoe verder. “Het is net als bij een huwelijk”, zei Rexwinkel. "De partijen kunnen niet meer door een deur. Dan moeten ze van elkaar scheiden." Dit was zo ongeveer de kop van een column die ik eerder, in juli 2013 had geschreven: 'Eneco en Greenchoice kunnen beter uit elkaar gaan, ACM moet ingrijpen.' Het was een hele stap voor Rexwinkel, zo dacht ik, omdat hij eerder nog had gesteld dat het rationeel was om te blijven vechten tegen Eneco, en om Eneco geen gelijk te geven ook al waren daar geen goede argumenten voor te vinden. Scheiding "De vraag is hoe je kunt gaan scheiden?", zo zei Rexwinkel nu. Hij zou dit die middag ter sprake brengen. Hij stelde dat er drie opties waren. De eerste optie was een zakelijke uitkoop van Eneco, door de aandelen over te nemen. Als dat "door emoties" niet lukt dan komt optie 2 in beeld: de omvorming van Greenchoice naar een structuurvennootschap, waarbij de aandeelhouders op flinke afstand van de directie komen te staan. "Dan is het huis van geen van beiden", zo zei Rexwinkel. Er zou dan een onafhankelijke raad van commissarissen komen. Een derde optie was het opstarten van een uitrookprocedure tegen Eneco. Die zou dan gedwongen worden om zijn aandelen te verkopen. De rechtspraak voorziet in zo’n procedure, waarbij natuurlijk wel goede argumenten moeten worden aangedragen. Boekhouder Rexwinkel verwachtte niet veel van het gesprek. Dubbeld is een boekhouder, die blijft pielen op de vierkante millimeter. "Waarom voer je het gesprek dan niet met De Haas?", zo vroeg ik hem. "Dat ligt allemaal heel gevoelig binnen Eneco", zo zei Rexwinkel. Er kwam ook niet veel uit. Volgens Rexwinkel verzette Eneco zich tegen de instelling van een onafhankelijke raad van commissarissen. En dus ging de juridische strijd verder.
217
42 - Van Rees start procedure om Rexwinkel weg te krijgen, heftige beschuldigingen over een weer
Begin 2014 was het even crisis in huize Rexwinkel. Van Rees was een procedure gestart om Rexwinkel weg te krijgen als bestuurder van EnergieConcurrent. Hij had dit samen gedaan metde andere kleine aandeelhouders van Greenchocie, waaronder al die mensen die in dit verhaal al vaak de revue zijn gepasseerd, waaronder Bas Waldekker, Jurjen Algra en Bart Beekhuizen. Ze dienden daarvoor een enquête-verzoek in bij de Ondernemingskamer, eenzelfde verzoek als Rexwinkel had gedaan om Van Westen weg te krijgen. De aandelen van Rexwinkel zouden in beheer van iemand anders moeten worden gebracht en hij zou geschorst moeten worden als bestuurder, zo eisten de aanvallers. Ik was er al aan gewend geraakt dat Rexwinkel om het minste of geringste een rechtszaak opstartte maar ik had er niet op gerekend dat de tegenpartij dat ook zou kunnen doen. Njet Rexwinkel liet me de tekst van het enquête-verzoek lezen en vertelde wat over de voorgeschiedenis. Er waren verschillende verzoeken van Van Rees en zijn advocaat aan vooraf gegaan. Rexwinkel moest instemmen met een bepaalde oplossing, zonder dat hij die oplossing kende, zo klaagde hij tegen me. Hij zei dat hij zelfs bereid was geweest om af te treden als bestuurder van EnergieConcurrent, maar niets was goed genoeg geweest voor Van Rees. Allerlei andere opties werden onderzocht, om te kijken of op die manier de rechtszaak afgewend kon worden. Op een gegeven moment werd er volop gepraat over de optie dat Van Rees zou ‘afzakken’, zoals dat dat heette. Hij zou dan een belang in Greenchoice nemen, en dat in EnergieConcurrent van de hand doen. Dit plan verdween ook weer van tafel. Het leek inderdaad wel of Van Rees, gesteund door Eneco, de rechtszaak om Rexwinkel weg te krijgen koste wat het kost wilde doorzetten. Fel De beschuldigingen van Van Rees aan Rexwinkel waren legio. Zo zou Rexwinkel Van Rees volstrekt niet informeren over alles wat hij als directeur van EnergieConcurrent aan het doen was. Verder startte Rexwinkel volgens Van Rees allerlei rechtszaken op, zonder hem daarin te kennen. Die rechtszaken waren bovendien meer in het belang van Rexwinkel zelf, dan in dat van EnergieConcurrent. Voorbeelden waren de procedure om Van Westen weg te krijgen en die om de opnames van de interviews van Cromhein in handen te krijgen. Ook informeerde Rexwinkel Van Rees niet over het verloop van de mediation-gesprekken met Eneco en over de belangstelling die potentiële investeerders aan de dag legden. 218
De pleitnota van Van Rees en zijn companen was doorspekt met felle beschuldigingen. Het heftigst waren wel de beschuldigingen dat Judith Bokhove de notulen van de aandeelhoudersvergaderingen vervalst zou hebben, in de tijd dat ze bestuurder van EnergieConcurrent en Greenchoice was en dat er geld ontvreemd werd uit EnergieConcurrent. Valsheid Zo zou Bokhove de tekst van een van de aandeelhoudersvergaderingen zo veranderd hebben dat het leek alsof de bestuurder van EnergieConcurrent Arensman uit eigener beweging was opgestapt, terwijl hij in feite zou zijn opgestapt vanwege het gedrag van Rexwinkel, zo stelde Van Rees. Ook zou Bokhove een zin hebben toegevoegd waardoor het leek alsof de andere aandeelhouders een investering in een windmolenpark in Schotland wel hadden zien zitten. "De andere aandeelhouders geven aan het een mooie investeringen te vinden, maar stemmen tegen de investeringsbeslissing omdat de financiering te onzeker is. Besloten wordt dat op basis van deze meerderheid van aandelen de investering doorgang vind." Volgens Van Rees was het eerste deel van de zin gelogen. Hij stelde dat het doen van dergelijke investeringen niet in overeenstemming zijn met de statuten van EnergieConcurrent. Heikel Die investeringen door EnergieConcurrent waren altijd al een heikel punt geweest. Ik heb het er vaak met Rexwinkel over gehad. Voor Rexwinkel was het een manier om door te kunnen gaan met waar hij mee bezig was toen hij uit Greenchoice was gezet. Of, iets minder negatief gezegd, om te kunnen blijven doen wat hij het liefste deed: investeren in duurzame energieprojecten. Hij zette verschillende projecten op. Zo werd er, zoals eerder gemeld, een windmolenproject in Schotland opgezet, werd er geïnvesteerd in waterkrachtcentrales in Frankrijk, samen met International Hydro, en was er een project in Duitsland dat uit de plaatsing van drie twee-bladige molens in de omgeving van Berlijn zou bestaan. Die tweebladige molens zijn die van het Nederlandse bedrijf WES, die weer voortbouwde op de molens zoals Henk Lagerweij die al vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw in de markt zette. Vrolijk Rexwinkel ging dus vrolijk aan de slag binnen EnergieConcurrent. Pas veel later werd het me duidelijk dat Van Rees en de kleine aandeelhouders hier helemaal niets in zagen. Zij zagen teveel risico’s, zo bleek uit de verslagen van de aandeelhoudersvergaderingen. Dat was begrijpelijk want Rexwinkel leek EnergieConcurrent louter te gebruiken om verder te gaan met waar hij mee bezig was toen hij Greenchoice had moeten verlaten. Hobbyisme dus. Overduidelijk blijkt echter dat Rexwinkel EnergieConcurrent als zijn bedrijf zag en dat die andere aandeelhouders niets te zeggen hadden. Hij dacht dat hij binnen dat bedrijf kon doen en laten wat hij wilde. Het project in Duitsland lag stil als gevolg van de tegenwerking van 219
Van Rees, begreep ik uit de woorden van Rexwinkel. De projecten in Frankrijk zouden verkocht zijn. Geld Ernstiger was de beschuldiging van Van Rees c.s. dat er geld is verdwenen bij EnergieConcurrent. Rexwinkel meldde eind januari 2013 desgevraagd dat er begin januari nog 2,6 miljoen in de kas zat en dat dat op dat moment nog 1,7 miljoen was. Er was 1,5 miljoen nodig voor de investering in Schotland, zodat er nog 2 ton zou resteren. Op 29 april meldde partner Judith Bokhove als bestuurder echter dat er nog maar enkele duizenden euro’s in kas zaten. Ze stelde een aantal opties voor om dit bedrag aan te zuiveren, waaronder de optie dat de aandeelhouders geld bij zouden storten. De minderheidsaandeelhouders wilden weten wat er met het geld gebeurd is en stuurden daar mailtjes over, maar kregen naar eigen zeggen geen goed antwoord. Rexwinkel BV zou zich verder ten onrechte nog steeds een jaarsalaris van 85.000 euro toeeigenen. Judith was feitelijk bestuurder van Rexwinkel BV; dus hier komt het verhaal vandaan dat Judith zich heeft laten betalen voor haar dienst. Knijpen Judith zat zich intussen behoorlijk te knijpen, begin 2014. De gemeenteraadsverkiezingen kwamen eraan en Judith was lijsttrekker voor Groenlinks in Rotterdam. Als dit alles naar buiten zou komen dan had ze waarschijnlijk moeten aftreden. Ik wist ervan maar hield mijn mond, tegen alle journalistieke principes in. Slaap Rexwinkel kreeg dus keihard de deksel op zijn neus na zijn poging om Van Westen weg te krijgen. Er werd nu gepoogd hém weg te krijgen. Hij deed alsof het hem niet zoveel deerde. "Slaap je nog wel goed?", zo vroeg ik hem. Hij lag er wel eens wakker van, zo gaf hij toe. “Maar de toekomst van Greenchoice wordt niet beslist in de rechtbank”, zo stelde hij en dat kwam over als een helder inzicht. Ook als Rexwinkel weg zou zijn als bestuurder, kon EnergieConcurrent niets doen zonder zijn instemming, zo vond hij. Het zou dan volgens Rexwinkel bijvoorbeeld ondenkbaar zijn dat Van Rees zijn pakket aandelen aan Eneco zou kunnen verkopen, zonder de instemming van Rexwinkel en Appeldoorn. Dat was niet een beslissing die genomen kon worden door de directeur, maar eentje waarmee de andere twee aandeelhouders moesten instemmen. Volgens Rexwinkel zat Eneco achter de rechtszaak. Het belang van Rob bij die zaak was hem niet duidelijk. De enige manier om tot deze zaak te beëindigen was door met alle partijen om de tafel te gaan zitten om tot een oplossing te komen. Maar zover kwam het dus niet. De mediation had tot niets geleid en werd op een gegeven moment geheel gestaakt door Eneco. Eneco wilde naar eigen zeggen eerst de uitkomst van deze zaak afwachten. 220
Afzakkertje Rexwinkel verdacht Van Rees ervan dat die al geheime afspraken had gemaakt met Eneco, om zijn aandelen te kunnen verkopen nadat hij was 'afgezakt' (aandelen in Greenchoice had gekregen in ruil voor die in EnergieConcurrent). De reden van de opwinding die zich van hem meester maakte, die dag dat ik bij hem op bezoek was, was namelijk één zin in de pleitnota: 'Verzoekers zijn in constructief overleg over een integrale oplossing in het belang van Greenchoice, EnergieConcurrent en de stakeholder'. "Dit duidt erop dat Van Rees in gesprek is met Eneco, achter mijn rug om", zo zei Rexwinkel. "Terwijl hij mij verwijt dat ik hem niet op de hoogte houdt van de interesse van andere investeerders." Maar Van Rees kan hem precies hetzelfde verwijten. 'Rexwinkel verwijt mij dat ik met Eneco om de tafel zit zonder hem op de hoogte te houden, terwijl hij zelf wel met allerlei partijen om de tafel zit', zo had hij kunnen zeggen en heeft hij wellicht wel gezegd. Rexwinkel was immers in gesprek geweest met potentiële investeerders. Nog een voorbeeld: Rexwinkel verwijt de onderzoeker Cronheim dat die de opnamen van de gesprekken met hem niet wilde overleggen, maar Rexwinkel wilde zelf ook niet de notulen van de aandeelhoudersvergaderingen van Greenchoice overleggen aan Van Rees. Slecht huwelijk Het was, in andere woorden, net een huwelijk dat op de klippen is gelopen: de twee echtelieden kunnen niet meer met elkaar praten zonder ruzie te krijgen. Ze kunnen alleen nog in verwijtende zin met elkaar praten. Het was door en door een persoonlijk conflict geworden, tussen Van Rees en Rexwinkel, dat voor de rechtbank werd uitgevochten. De rechter zal een uitspraak doen, maar hij kan nooit echt beoordelen wie er nu gelijk heeft. Het is niet zo dat één van de partijen gelijk heeft en de andere niet. Het is simpelweg een onwerkbare situatie geworden. Een scheiding is het enige wat erop zit. Dolkstoot De militaire insteek van een groot aantal betrokkenen was hier van belang, zoals eerder gesteld. Rexwinkel voelde zich verraden door zijn voormalige vriend Van Rees. De uitspraak van Van Rees tijdens een zitting van de procedure bij de Ondernemingskamer als zou hij Greenchoice hebben verlaten vanwege de malversaties had Rexwinkel getroffen als een dolkstoot in de rug. Van Rees was precies op de hoogte geweest van wat er gebeurde en had daar zelfs impliciet mee ingestemd, zo stelde Rexwinkel. Van Rees stelde daar tegenover dat Rexwinkel teveel zijn eigen zin doordreef en niet luisterde naar zijn argumenten. Hij voelde zich niet serieus genomen, zo bleek uit de brief die hij voegde bij het enquête-verzoek. Verschillende keren had hij Rexwinkel verzocht om de 221
processen aan te passen, maar die had dat steeds geweigerd. Hij bleef goedpraten dat wat krom was. Eigenwijze klootzak Rexwinkel heeft duidelijke opvattingen over de brief die Van Rees voegde bij de stukken. Die ademt volgens hem de sfeer uit van: 'Ich habe es nicht gewusst.' Rexwinkel: "Het leest als een verhaal en de onderzoeker Cronheim heeft er veel uit geput. Dit is hoe Van Rees denkt. Hij neemt geen verantwoordelijkheid voor wat er gebeurd is, maar hij wijst met het vingertje. Het is puur uit angst om aansprakelijk gesteld te worden. Feiten heeft hij erbij verzonnen. Ik blijf het iets geks vinden dat iemand zo als een blad aan de boom kan draaien. Je kan me een eigenwijze klootzak vinden, maar dat was ik tien jaar geleden ook al. Ik ben weinig veranderd." Rexwinkel raakte steeds gefrustreerder. Begin 2014 vertelde hij me dat hij een nieuwe poging wilde doen om Van Westen weg te krijgen. Hij wilde opnieuw een enquête-verzoek indienen bij de Ondernemingskamer; absurd natuurlijk. Zijn argument was dat hij tegengas moest geven. "De rechter kan mij niet meer zo makkelijk uit functie zetten als blijkt dat de nieuwe bestuurder faalde", zo redeneerde hij. Ook stelde hij dat hij zo extra spreektijd zou krijgen in de rechtbank; hij was van oordeel dat dit in zijn voordeel zou werken. Genoeg Ik raadde het hem af. Niet dat ik echt de illusie had dat ik Rexwinkel ergens vanaf zou kunnen brengen, maar ik begon toch wel de morele plicht te voelen hem af en toe van advies te dienen, om hem af te remmen. Dat deed waarschijnlijk niemand in zijn omgeving. Zijn advocaten hadden er belang bij dat hij rechtszaken tot in het oneindige zou voeren, dus zij zouden hem altijd adviseren om door te gaan, dóór te gaan. Maar op een gegeven moment moest hier toch een einde aan komen. Iemand moest zeggen: 'Nu is het wel genoeg geweest. Laat nu maar een keertje. Ik laat het maar begaan.' Topadvocaat Maar voorlopig was het nog niet zo ver. De tweede procedure om Van Westen weg te krijgen werd gelukkig niet opgestart, maar veel andere zaken bleven lopen. En Rexwinkel bereidde een procedure voor om Eneco als minderheidsaandeelhouder uit te roken. Hij moest, weer, laten zien dat hij baas-boven-baas was. En, op verzoek van Van Ogtrop had Rexwinkel zelfs een andere, 'topadvocaat' in de arm genomen: ene Johan Kleyn van Jones Day. Die had ook de directrice van het Slotervaart ziekenhuis bijgestaan toen die op moest krassen nadat ze het te bont had gemaakt.
222
43 - Rexwinkel wordt uit EnergieConcurrent gezet, Eneco wint gevecht bij Ondernemingskamer
De rechtszaak over het verzoek van Van Rees en zijn companen om Rexwinkel uit EnergieConcurrent te zetten vond plaats op 17 april 2014, samen met de zitting over de procedure die Eneco had aangespannen. Zaak boven zaak De zaak die Eneco bij de Ondernemingskamer had aangespannen liep immers ook nog. In eerste instantie, in april 2012, had de Ondernemingskamer tijdelijke voorzieningen opgelegd. Nu ging het om de vraag of er meer definitieve voorzieningen moeten worden opgelegd. Het onderzoeksrapport van Cronheim zou daarbij als leidraad dienen. Eneco eiste dat het beheer voor drie jaar in handen van Van der Schoot zou blijven, dat Van Westen drie jaar zou aanblijven en dat de rechter zou uitspreken dat er sprake was geweest van wanbeleid en dat Rexwinkel en Appeldoorn hiervoor de hoofdverantwoordelijken waren. Woordje Rexwinkel had zijn woordje natuurlijk klaar. Hij stelde dat nergens in het onderzoek stond dat hij en Appeldoorn, behalve slechte directeuren en bestuurders, ook slechte aandeelhouders waren geweest. Er was dus geen reden om de aandelen in beheer te laten bij Van der Schoot. Verder vond Rexwinkel het onlogisch dat de Ondernemingskamer uitspraak zou doen over wanbeleid voordat de zaak die liep tegen de boetes van de ACM was afgerond. Hier had hij wel een punt. De rechter moest zich immers nog definitief uitspreken over de vraag of de boetes tegen Greenchoice en de bestuurders al dan niet terecht waren. Stel dat de Ondernemingskamer de heren nu zou veroordelen maar dat een andere rechter straks zou oordelen dat de boetes onterecht waren geweest. Dat zou een rare situatie opleveren. Alles goed Rexwinkel ontkende natuurlijk dat de notulen vervalst waren door Bokhove. En hij zei tegen mij dat het kasgeld van EnergieConcurrent naar de investeringsprojecten in Duitsland en Frankrijk is gegaan. "Die daling heeft te maken gehad met een lening aan hydroprojecten in Frankrijk en investering in een windontwikkelaar in Duitsland. Beide projecten kent Van Rees ook volledig, dus de vragen die hij stelt hebben een ander doel." Opvallend is dat in de notulen daarentegen werd gesproken over een investeringen in het Schotse project. Met die investering zou ook niets mis zijn, zo zei Rexinkel desgevraagd. De beslissing hierover zou
223
genomen zijn door Gilwind, een samenwerkingsverband van EnergieConcurrent en een Schots bedrijf, en die jointventure had daartoe het mandaat. Baas Rexwinkel verdedigde zijn stilzwijgen over de mediation door te zeggen dat nu eenmaal is afgesproken dat de gesprekken vertrouwelijk zouden blijven. En hij stelde verder dat hij als bestuurder het recht heeft om rechtszaken aan te gaan namens EnergieConcurrent en dat hij daar niet eerst de toestemming van de aandeelhouders voor nodig heeft. Maar zelfs als dat wel nodig was, dan zouden die toch de zegen van de meerderheid van die aandeelhouders krijgen. Appeldoorn en hij hebben immers veruit de meerderheid. Gemeen Het werd pas echt gemeen toen Van Westen Rexwinkel ervan beschuldigde dat hij bij de koffie-automaat een medewerker lastig had gevallen toen hij een keer in het Greenchoicegebouw kwam. Mediation-gesprekken vonden nog plaats daar. Uitspraken Op 9 juli deed de rechter uitspraak in de zaak die door Eneco was aangespannen. Rexwinkel en Appeldoorn kregen op de meeste punten weer ongelijk. EnergieConcurrent werd definitief 'ontslagen' als bestuurder. Het beheer van de aandelen in Greenchoice bleef nog voor drie jaar bij Van der Schoot. Van Westen bleef voorlopig nog bestuurder bij Greenchoice. Er kwam een raad van commissarissen, bestaande uit drie personen, die op zoek zouden gaan naar een nieuwe bestuurder. Die raad van commissarissen zou een groot aantal besluiten mogen gaan nemen, die tot dan toe door de aandeelhoudersvergadering werd genomen. Op die manier probeerde de Ondernemingskamer de voortdurende patstelling tussen Eneco en Greenchoice te doorbreken. De rechters bepaalde voor een deel welke beslissingen over zouden gaan naar de commissarissen. Voor een deel moesten de partijen daar zelf uit zien te komen, in een recordtijd van enkele weken na het moment van de uitspraak. Ook in die andere zaak, aangespannen door Van Rees, moest Rexwinkel het nodige incasseren. Hij werd afgezet als bestuurder van EnergieConcurrent. Wat de rechter daarbij vooral van belang vond was het conflicterende belang tussen Rexwinkel en EnergieConcurrent. Het bedrijf Greenchoice hield EnergieConcurrent immers aansprakelijk voor alle schade als gevolg van de eindnota-affaire. De vraag was of EnergieConcurrent daar vervolgens weer een of meerdere aandeelhouders aansprakelijk voor kon stellen. Dat was niet denkbeeldig en dus was er een conflicterend belang.
Onderzoek Er zou een onderzoek komen naar het financiële reilen en zeilen binnen EnergieConcurrent. Uit de uitspraak bleek dat Appeldoorn en Rexwinkel ieder 1.205.000 euro hadden opgenomen 224
van hun rekeningcourant bij EnergieConcurrent. Met een deel van dat geld (405.000 euro) hebben ze de boete betaald die de ACM hen had opgelegd. Dat was niet verkeerd geweest, zo stelde de rechter. Maar opvallend was dat Appeldoorn helemaal geen tegoed had op die rekening bij EnergieConcurrent. Hij stond daarentegen al zo’n drie ton in het rood en dat werd dus ongeveer 1,5 miljoen nadat hij 1,2 miljoen had opgenomen. Het argument van Rexwinkel dat ze de rente-lasten van Energie Concurrent hadden willen drukken komt dan wel vreemd over. Gelijkpuntjes Op een groot aantal punten kreeg Rexwinkel in deze zaak echter gelijk. De uitkering van 85.000 euro per jaar als management fee door EnergieConcurrent aan Rexwinkel BV was gerechtvaardigd en niet buitensporig hoog, zo stelde de rechter. Het was begrijpelijk dat Rexwinkel Van Rees niet informeerde over de voortgang bij de mediation-gesprekken, aangezien deze gesprekken vertrouwelijk waren en daarvoor ook een document was ondertekend. Rexwinkel had als bestuurder de andere aandeelhouders niet op de hoogte hoeven te stellen van de gesprekken die hij voerde met Sondag, of andere potentiële investeerders. De plannen waren daarvoor nog te weinig concreet, zo wist de rechter. De investeringen in duurzame energie-projecten waren niet bij voorbaat in strijd met het karakter van EnergieConcurrent en Van Rees had de rechter er niet van kunnen overtuigen dat de notulen vervalst waren. In ieder geval is dat geen reden om te komen tot de conclusie dat er sprake was van wanbeleid. Uitkomst Al met al is het nog vrij wonderlijk dat de rechter dan wel Rexwinkel afzette als bestuurder van EnergieConcurrent. Dat had dus vooral te maken met die mogelijke tegenstrijdige belangen. Grote vriend Robbert Bliek mocht daarbij wel blijven zitten als bestuurder. En ook werd het beheer van de aandelen van Rexwinkel BV in EnergieConcurrent niet in handen gegeven van een derde, zoals dat wel gebeurd was met de aandelen van EnergieConcurrent in Greenchoice. Rexwinkel had dus nog steeds veel mogelijkheden om zijn invloed te laten gelden binnen EnergieConcurrent, dat trouwens ook gevestigd was op het adres van zijn woonhuis. Als nieuwe bestuurder werd benoemd T.J.M. Lenders, afkomstig uit het Brabantse Hapert. P.V. Eijsvoogel uit Amsterdam ging onderzoek doen naar de gang van zaken bij Energie Concurrent. De benoeming van de raad van commissarissen liet behoorlijk lang op zich wachten. Er is eind 2014 een raad van commissarissen geïnstalleerd bestaande uit gelouterde zakenmensen. Lenders wilde Bliek weghebben als medebestuurder en slaagde daar in oktober in.
225
44 - Eind goed, niet al goed; malversaties blijven onbestraft, Greenchoice vindt weg naar boven
En toen, in september 2014, kwam de uitspraak inzake het hoger beroep dat Greenchoice en de twee directeuren Rexwinkel en Appeldoorn hadden aangespannen bij het College voor Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) tegen de boetes van de ACM. Gelijk De twee frauderende vechtersbazen kregen gelijk. De boetes waren van tafel. De beslissing was gebaseerd op een procedureel oordeel, niet op een inhoudelijk oordeel. ACM had de boetes niet mogen uitdelen, zo oordeelde het CBB. De boetes waren gebaseerd op een artikel in de wet, dat door ACM verkeerd geïnterpreteerd was, zo stelde het CBB. In de wet stond dat energiebedrijven energie tegen 'redelijke voorwaarden' moesten aanbieden. ACM had geconcludeerd, net als iedereen met een greintje boerenverstand, dat dit artikel impliceerde dat de bedrijven zich dus ook moesten gedragen naar die redelijke voorwaarden. Maar dat stond er niet, volgens CBB. Er stond alleen dat de bedrijven redelijke voorwaarden moesten hebben, niet dat ze zich er naar moesten gedragen. Onzin Volgens CBB was de letterlijke interpretatie van de tekst, de tekst zoals de wetgever het bedoeld had. Je reinste onzin, als je het mij vraagt. Want de artikelen waren bedoeld om de consument te beschermen tegen de macht van energiebedrijven; ze waren opgesteld in een tijd dat de sector onder vuur lag vanwege wanpraktijken. Je beschermt de consument niet door louter te stellen dat de algemene voorwaarden van bedrijven in orde moeten zijn, zonder te bedoelen dat de bedrijven zich ook aan die zelf opgestelde voorwaarden moeten houden. De gedachte dat de politiek alleen heeft willen bepalen dat energiebedrijven redelijke voorwaarden moeten hebben, maar dat ze zich niet daaraan hoeven te houden is absurd. Het staat wat krakkemikkig in de tekst, dat is wel waar. Toekomst Rexwinkel en Greenchoice hebben uiteindelijk gewonnen. De uitspraak van de Ondernemingskamer blijft echter vooralsnog overeind. Rexwinkel staat nog steeds buitenspel. Maar mogelijk gaat hij nu procedures aanspannen om die uitspraak van tafel te krijgen. Want als de boetes van ACM onterecht zijn, dan zijn de uitspraken van de Ondernemingskamer om Rexwinkel uit het bedrijf te zetten ook ineens op drijfzand gebaseerd. Wat er nu gebeurt weet ik niet. Mogelijk dat er nog gesproken wordt over verkoop van een 226
deel van het belang van EnergieConcurrent in Greenchoice aan externe investeerders. De gesprekken zouden makkelijker moeten lopen nu de boetes van tafel zijn. Claims over aansprakelijkheid door Eneco zijn daarmee ook van tafel. Aan de andere kant maakt de komst van een raad van commissarissen het minder aantrekkelijk voor externen om in te stappen. Ze kunnen minder invloed uitoefenen op het bedrijf. Misschien dat Van Rees en Rexwinkel het wel weer bij weten te leggen. Wie weet. Maar dat de oprichters terugkeren als directeur lijkt heel erg onwaarschijnlijk te zijn. Daarvoor zijn ze teveel beschadigd. De ACM zou dat nooit toestaan. Contact Het contact met Rexwinkel is min of meer verbroken. Hij is boos om een of andere reden. Hij wilde ineens dat ik niet over zijn partner zou schrijven, wat vrij absurd is want Bokhove is bestuurder geweest van Greenchoice en speelde en speelt een grote rol in het bedrijf. Bovendien is ze als fractievoorzitter van Groenlinks een publiek figuur. Ook wilde Rexwinkel niet dat uit zou komen dat ik veel gesprekken met hem gevoerd had. Dat is ook opmerkelijk want die gesprekken zijn uitdrukkelijk gevoerd om het schrijven van een boek mogelijk te maken. Bij publicatie van het boek zou sowieso uitkomen dat die gesprekken gevoerd zijn. Rexwinkel is een opmerkelijk persoon. Het is daardoor dat Greenchoice groot is geworden, maar het is ook daardoor dat het in problemen is gekomen.
Eind Het lijkt nu wel goed te gaan met Greenchoice. Het bedrijf stelt 400.000 klanten te hebben en geeft hoog op van prijzen die gewonnen worden. Directeur is nog steeds Hans Mart Groen. Uiteindelijk is de ingreep van Eneco, de gang naar de Ondernemerskamer, goed geweest voor het bedrijf, iets wat ik ook nooit had kunnen bevroeden. Er is daardoor een redelijk professioneel bestuur gekomen bij Greenchoice en het opgewonden standje Rexwinkel is buiten spel gezet. Toch zijn de problemen niet opgelost. Een eerste probleem is dat de huidige medewerkers zich uit de naad werken om de kas te spekken van de eigenaren, die het bedrijf zijn uitgezet wegens fraude.Dat moet een heel onbevredigend gevoel geven. Daarnaast is de huidige situatie niet permanent. Aandelen zijn, bij mijn weten, nog steeds in handen van de oprichters en ooit zal de bevoegdheid terug moeten naar die drie oprichters, tenzij ze voor die tijd hun aandelen verkopen. Dat laatste zou het beste zijn. De aandelen kunnen verkocht worden aan derden of aan Eneco. Dat laatste is het meest waarschijnlijk. Dan trekt Eneco toch nog aan het langste eind.
EINDE
227
228