DoeBoek Buiten westen Antwoorden opdrachten
Opdracht 2
Opdracht 5
Wat is dat voor een ding? Dit is een huisaltaar. Het verhaal hieronder is het juiste verhaal bij het altaar.
Dit is een huisaltaar. Het is gemaakt van hout. Bovenop het altaar ligt een plank: de tavu. Hierop stonden vroeger schedels van de voorouders van de bewoners van het huis, en een bord voor offers. De bewoners van het huis geloofden dat de geesten van voorouders woonden in deze schedels. De rechtopstaande plank heeft de vorm van een mens. Op zijn borst zie je sieraden: een gouden borstplaat en armbanden. De mensfiguur heeft geen benen. Op de borstplaat zie je een masker. De versieringen bestaan vooral uit krullen. De bank onder het altaar was de zitplaats van de heer des huizes. Deze tavu is gemaakt in 1847 op Fordata, een Indonesisch eiland. De bewoners van het huis waar deze tavu vandaan komt waren mensen van hoge adel.
Opdracht 6
Een beeld van cijfers en puntjes
Dit is het beeld dat je krijgt als je alle lijntjes van 1 tot 80 getekend hebt. Het is een neushoornvogel.
Opdracht 7
Een schilderij om mee te dansen
De Spaanse schilder Joan Miró vond de boombastdoeken uit Nieuw-Guinea zo mooi dat hij er zelf een paar had gekocht. Op zijn schilderijen wemelt het ook van de vormpjes die soms aan dieren doen denken.
Deze schilderijen van Willem Imandt en Charles Sayers hangen in de tentoonstelling NederlandsIndië. Zij hielden van de kunst en de natuur van Nederlands-Indië. Zij woonden er zelfs.
Vincent van Gogh, de schilder van de zonnebloemen, hield ook van kunst uit Azië. Hij hield vooral van Japanse prenten.
Opdracht 8
Waar groeien autobanden?
Koffie: Koffieplanten komen oorspronkelijk uit Afrika en West-Azië. Aan het eind van de 17de eeuw (ongeveer 1690) brachten de Nederlanders de koffieplanten naar het Indonesische eiland Java. Daar kwamen toen veel koffieplantages. Later brachten de Nederlanders de planten ook naar Suriname. Van daaruit verspreiden de planten zich over Zuid-Amerika. Nu komt de meeste koffie uit ZuidAmerika.
Palmolie: Palmolie is plantaardige olie, die wordt geperst uit de vruchten van de oliepalm. Palmolie wordt gebruikt voor het maken van zeep, margarine, chips, koekjes en als brandstof voor de opwekking van groene stroom. De meeste palmolie komt nog steeds uit Indonesië en Maleisië.
Thee: Theeplanten komen oorspronkelijk uit China. In de tijd van de VOC kwamen de eerste theeplantages op de Indonesische eilanden Java en Sumatra.
Suikerriet: de suiker uit suikerriet heet rietsuiker. Suikerriet komt oorspronkelijk uit Indonesië en Nieuw-Guinea. Het wordt nu in bijna alle tropische en subtropische landen verbouwd. De VOC nam de suiker uit Indonesië vaak mee naar Japan om de lege schepen wat zwaarder te maken.
Kinine: kinine is een bittere stof die de koorts verlaagd. In de tropen werd kinine vooral gebruikt tegen de ziekte malaria. Op het eiland Java, bij de plaats Bandung was een grote kinine-fabriek. Daar werd de chemische stof kinine uit de bast van de kinabomen gehaald.
Agave: deze plant komt oorspronkelijk uit Amerka. Vooral in Mexico zijn veel soorten te vinden. Het is een cactusachtige plant. Uit de vezels wordt touw gemaakt. Uit het sap van een soort agave wordt een bekende Mexicaanse drank gemaakt: tequila.
Rubber: Rubber wordt gemaakt van latex. Dat is een witte vloeistof die uit rubberbomen wordt getapt. Dat zie je op dit plaatje. Rubber is elastisch en kan bij het maken van veel producten gebruikt worden. Kauwgom bijvoorbeeld en handschoenen en lijm. Bij het maken van rubberbanden wordt de rubber zo behandeld dat hij hard wordt. Om de banden nog steviger te krijgen wordt er roet bij gedaan, houtskoolpoeder. Daarom zijn autobanden zwart.
Rubberbomen komen oorspronkelijk uit het Amazonegebied in Brazilië. In de 19de eeuw werden ze verspreid over de hele tropen. Nu staan de meeste rubberbomen in Zuidoost-Azië. Vooral in Indonesië en Maleisië.
Opdracht 9
Wie zijn wij? Anna ElinK Toean AnwAr BonNe de Jonge MargareTha Engelen Jacob Cremer HimpIes CharLes Sayers Het woord is KANTJIL.
Charles Sayers was een kunstenaar. Hij volgde zijn kunstopleiding in Nederland. Als kunstenaar reisde hij vooral veel op zijn motor over het eiland Bali. Charles Sayers stierf in de Tweede Wereldoorlog toen hij in Thailand moest werken aan de bouw van een spoorweg. Anna Elink-van Maarseveen was verpleegster en de vrouw van een predikant. Met haar man woonde ze in het zuiden van het eiland Sulawesi. Dat eiland heette toen Celebes. Anna werkte hard aan de gezondheid van de mensen daar. Haar man vertelde er over Jezus Christus. Bonifatius ‘Bonne' de Jonge was de op een na laatste Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië, de belangrijkste Nederlander. Alleen zijn familie noemde hem Bonne. Bonifatius de Jonge wilde niet dat Nederlands-Indië van de Indonesiërs werd. Toean Anwar komt voor in het verhaal De Raadsman van H.J. Friedericy. Toean Anwar was een hoge ambtenaar in Nederlands-Indië. Maar niet een hele hoge. Omdat hij geen Nederlander was maar een Indonesiër kon hij niet de hoogste baantjes krijgen. Willem ‘Himpies' van Kleyntjes heeft niet echt bestaan. Hij komt voor in het verhaal De 10.000 dingen van Maria Dermoût. Himpies was een militair in Indië. Voor zijn opleiding tot militair ging hij naar de KMA (Koninklijke Militaire Academie) in Breda. Later werd hij in het oerwoud van het eiland Seram met een pijl doodgeschoten. Jacob Cremer werd rijk met het verbouwen van tabak op het Indonesische eiland Sumatra. Later werd hij ook nog minister van Koloniën van Nederland. Hij was een van de oprichters van het Tropenmuseum. Margaretha Engelen-Koets was de dochter van een dominee. Zij ging met haar man naar Indië. Maar ze was daar erg ongelukkig. Toen haar zoon naar school moest ging hij naar Nederland. In Indië waren de scholen niet zo goed. Margaretha miste haar zoon en ze miste Nederland.
Opdracht 10
Indië kun je ruiken De belangrijkste kruiden waarvoor de VOC naar Indië ging waren peper, kruidnagels en nootmuskaat en foelie. Peper vond de VOC vooral op Sumatra. Kruidnagels op de eilandengroep de Molukken. Heel speciaal waren de Banda-eilanden. Alleen daar groeide nootmuskaat. En foelie komt daar ook vandaan. Foelie is het velletje om de nootmuskaatnoot.
Van links naar rechts: peper, kruidnagel, nootmuskaat en foelie
Opdracht 11
Indische woorden De zin die overblijft als je alle woorden hebt weggestreept is: Orang oetans leven op Sumatra en Borneo
Hier staan alle Indische woorden uit de puzzel met hun betekenis. • • •
• • • • • • • •
• •
• • • • • • • •
• • • •
Ambon: eiland behorend bij de eilandengroep de Molukken Barang: bagage Batikken: manier om stoffen te versieren. Wat niet gekleurd moet worden, wordt afgedekt met vloeibare was. Dan gaat de stof in een verfbad. Wat niet met was bedekt was is nu gekleurd. Kaketoe: papegaai-achtige vogel met een rechtopstaande kuif Kakkies: voeten Kapok: vlokkerig materiaal van de kapokboom. Vroeger veel gebruikt om kussen op te vullen. Katjang: [in het Indonesisch kacang] pinda Ketjap: [in het Indonesisch kecap] sojasaus Klapper: [in het Indonesisch kelapa] kokosnoot Kroepoek: [in het Indonesisch kerupuk] krokante gefrituurde snacks, meestal gemaakt van meel en gemalen garnalen Nasi goreng: letterlijk gebakken rijst. Het is een rijstgerecht waar behalve rijst bijna alles in kan als het maar lekker is. Werd vaak gemaakt van restjes van de vorige dag. Padie: rijstveld Pakkie-an: "Dat is niet mijn pakkie-an" betekent: dat hoef ik niet te doen, dat is niet mijn taak. Het komt van het Indonesische woord bagian, dat afdeling (of deel) betekent. Letterlijk betekent het dan: "dat is niet mijn deel". Maar de meeste Nederlanders dachten bij "pakkie" aan: dat is niet een kostuum dat bij mij past. Daarom werd het pakkie-an en niet bagian. Pisang: banaan Pienter: [in het Indonesch pintir] slim Rimboe: wildernis Sambal: heel hete pasta gemaakt van Spaanse pepers Sarong: kokerrok Sateh ajam: gegrilde kleine stukjes kippenvlees aan een stokje Senang: op je gemak, prettig Snoeshaan: vreemde figuur, rare man. Het woord komt van Susuhunan. Dat was de benaming van de sultan van Solo een grote stad op het eiland Java. Soebatten: vleiend vragen Soesa: onaangename drukte Toko: winkel Wajang: poppenspel
Opdracht 12
Kai awase, kai awatte...? Stuur je foto’s van je eigen Kai Awase naar
[email protected], dan komen ze binnenkort op de site.
Opdracht 14
1. A. 18.000 eilanden De laatste telling van de eilanden leverde op dat er in totaal 18.000 eilanden zijn. Op 3.000 eilanden wonen mensen. Veel eilanden zijn alleen maar een stel rotsen of een zandbank. 2. D. Garnalen Kroepoek (in het Indonesisch kerupuk) is een soort Indonesische chips. Kroepoek wordt gemaakt van meel en wordt krokant gefrituurd. In Indonesië zijn ongeveer 30 verschillende soorten kroepoek. De ingrediënten zijn per soort zeer verschillend. De bekendste soort kroepoek in Nederland is gemaakt van meel en gemalen garnalen: de kroepoek oedang. 3. A. Op Sumatra en Borneo Orang oetan betekent letterlijk: mens van het bos. Orang =mens en oetan = bos. De orang oetans zijn een bedreigde diersoort. Er leven nu nog ongeveer 30.000 orang oetans in het wild. Dat is net zoveel als er mensen in Winterswijk wonen. 4. B. Een pisang is een banaan Er bestaan heel veel soorten bananen in Indonesië. Grote, kleine, groene, gele. In het Nederlands bestaat het woord pisang in een uitdrukking: ik ben altijd de pisang. Dat betekent: mij moeten ze altijd hebben, ik heb nooit geluk. 5. B. Een rok Een sarong is een lange rechthoekige doek die als een koker om wordt geknoopt. In de tentoonstelling Textiel uit Indonesië in het Tropenmuseum zijn een aantal van die doeken te zien. 6. C. Een Indonesisch orkest 7. A. Tsunami Een groot deel van de kusten van Azië werd in 2005 getroffen door een tsunami: een metershoge vloedgolf overspoelde de kusten. Vooral in Aceh in het noorden van het eiland Sumatra was de schade enorm. Er vielen veel doden en gewonden. 8. D. Jakarta Jakarta is de hoofdstad van Indonesië. In de tijd van Nederlands-Indië heette die stad Batavia. 9. B. Nederlands-Indië In 1945 verklaarde Indonesië zich onafhankelijk van Nederland. Vanaf toen heette het de Republik Indonesia. 10. C. Gebakken rijst Nasi betekent rijst en goreng betekent gebakken.