SCHEMA 1 WAT HET WESTEN VEROVERDE 22 Welke westerse landen veroverden of verwierven rechten in welke delen van dit gebied en in welke eeuw? Gebruik voor het antwoord het historisch overzicht van hoofdstuk 14 en 15. Vul je antwoord aan met informatie uit het AB blz. 208‐209 en de kaarten in het HB op blz. 254‐255, 288. De cursieve antwoorden zijn aanvullingen op de antwoorden uit het historisch overzicht en de tekst op blz. 208-209 van het AB en kunnen gehaald worden uit de kaarten op de genoemde bladzijden.
Latijns‐Amerika en Caraïbisch gebied
15de eeuw
16de eeuw
17de eeuw
- Spanje: Spaans Amerika: alle gebieden waar veel Indianen woonden (van Californië en Florida tot Chili) - Portugal: een deel van de kust van Brazilië Kaarten blz. 255: - Spanje: (delen van) de huidige staten Mexico, Guatamala, El Salvador, Honduras, Nicaragua, Costa Rica, Panama, Cuba, Dom. Rep, Puerto Rico, Trinidad, Venezuela, Colombia, Ecuador, Peru, Bolivia, Peru, Chili, Uruguay, Paraguay, Argentinië de - Nederland: Noordoost-Brazilië (1621 tot 2 helft 17de eeuw, veroverd op de Portugezen), een deel van Guyana (o.a. Suriname) en van het Caraïbisch gebied (o.a. Curaçao). - Portugal: herovert Noordoost-Brazilië van de Nederlanders. - Groot-Brittannië, Frankrijk en Denemarken: delen van Guyana en het Caraïbisch gebied. - Frankrijk: deel van Hispaniola: Saint Domingue, nu Haïti Kaarten blz. 255: - Nederland: Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, St. Maarten, St. Eustatius - Portugal: rest van Brazilië. - Groot-Brittanië: Belize, Jamaica, Bahama’s, andere eilanden, o.a. Antigua, Dominica, Barbados, St. Vincent, Grenada - Frankrijk: Frans Guyana, eilanden in het Caraïbisch gebied, o.a. Guadeloupe, Martinique, St. Lucia, Tobago - Denemarken: een aantal Virgineilanden of Maagdeneilanden
Midden‐Oosten en Noord‐Afrika
Zwart‐Afrika
Azië
- Portugal: factorijen aan de kust van WestAfrika
- Portugal:
- Portugal: Goa (Westkust van India) - Spanje: Filipijnen (AB blz. 208)
- Groot-Brittannië, Frankrijk, Nederland, Denemarken: factorijen aan de kust van WestAfrika - Nederland: kolonie in Zuid-Afrika
Angola
- Nederland: factorijen aan de kust van India - Groot-Brittannië en Frankrijk: factorijen in India - Nederland (1639-1854): krijgt als enige Europese land recht om op beperkte schaal handel te drijven in Japan
18de eeuw
- Groot-Brittannië: deel van India
19de eeuw
- VS: deel Cuba, Puerto Rico (AB blz. 208)
- Frankrijk: Algerije, Tunesië, (grote invloed in Libanon en Syrië als beschermer van de christelijke minderheden aldaar). Spanje: deel van Marokko, - Groot-Brittannië: Cyprus, Egypte en steunpunten langs handelsroutes aan de Rode Zee en de Perzische Golf - Duitsland: verwerft rechten om olie en andere grondstoffen te winnen in het Turkse rijk - Italië: Libië Kaart blz. 254: - Frankrijk: deel van Marokko, deel van Libië - Spanje: Canarische eilanden (niet met naam op de kaart) - Groot-Brittannië: deel van Libië
- Groot-Brittannië: Asante, Nederlandse kaapkolonie, Natal, Oranje Vrijstaat en Transvaal (bij elkaar huidige Zuid-Afrika); Rhodesië; Soedan, Goudkust, Nigeria, Kenya - Frankrijk: Dahomey, Guinee - België: Congo - Duitsland: Tanganjika, Zuidwest-Afrika - Portugal: Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdische eilanden Kaart blz. 254: - Groot-Brittannië: de huidige landen Sierra Leone, Oeganda, deel van Somalië, Zambia, Botswana Niet met naam op de kaart: Gambia, Malawi - Frankrijk: Opper-Volta, Congo en de huidige landen Mauretanië, Mali, Senegal, Ivoorkust, Niger, Tsjaad, Centraal-Afrikaanse Republiek, Madagaskar Niet met naam op de kaart: Djibouti - Duitsland: Kameroen, Togo, deel van de Centr.–Afrik. Republiek Aan de docent: Rwanda en Burundi waren deel van Duits OostAfrika, maar werden in WO I door de Belgen veroverd en werden in 1919 (Verdrag van Versailles) Belgische mandaatgebieden. De beide landen zijn op de kaart in de eerste oplage abusievelijk ‘Belgisch’ gekleurd. - Spanje: Westelijke Sahara (niet met naam op de kaart), Equatoriaal-Guinea (niet met naam op de kaart) - Italië: deel van Somalië; het huidige Eritrea (niet met naam op de kaart)
- Groot-Brittannië: rest van India - Groot-Brittannië: eiland Hongkong (tot 1997) - Groot-Brittannië, VS en Frankrijk: rechten in vijf andere Chinese ‘verdragshavens’ - VS, Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland en Nederland: rechten in bepaalde Japanse steden - VS: Filipijnen en Guam (AB blz. 208) de Aan het eind van de 19 eeuw werd een groot deel van Azië tot kolonie van Europese landen gemaakt. Kaart blz. 288: - Groot-Brittannië: Maleisië, Brunei, Singapore, Australië, deel van Papoea Nieuw Guinea - Frankrijk: Vietnam, Laos, Cambodja Nederland: Indonesië Portugal: Macao Duitsland: deel van Papoea Nieuw-Guinea
20ste eeuw
VS: deel Panama (AB blz. 209)
- Frankrijk: Marokko (deels ook Spaans) - Frankrijk en Groot-Brittannië: verwerven mandaatgebieden (Frankrijk: o.a. Syrië, Libanon; Engeland: o.a. Palestina)
SCHEMA 2 23
DE INHEEMSE BEVOLKING EN DE EUROPEANEN
Hoe was tijdens de kolonisatie de verhouding tussen de inheemse bevolking en de Europeanen? Zoek per aspect (in de linkerkolom) twee voorbeelden. Spreid de voorbeelden zoveel mogelijk over de werelddelen. NB Dit ingevulde schema bevat veel voorbeelden. Van de leerlingen verwachten wij niet een volledig ingevuld schema.
Aspecten
Latijns‐Amerika en Caraïbisch gebied
Midden‐Oosten en Noord‐Afrika
a discriminatie en racisme
Indianen werden tweederangsburgers in hun eigen land. (blz. 261) Afrikaanse slaven hadden geen rechten. Er werd onderscheid gemaakt tussen 'echte' Europeanen en creolen. (blz. 265)
b bestuurlijk ingrijpen in de inheemse cultuur
Vooral de Spanjaarden (Portugezen in minder mate) grepen in de inheemse cultuur in: ze ontnamen Indianen hun zelfstandigheid (behalve in het Amazone-gebied; blz. 260). Spanjaarden maakten van de veroverde gebieden een Spaans-Amerika. (blz. 263) Portugezen lieten het binnenland van Brazilië ongemoeid. (blz. 264)
Europeanen grepen in dit gebied veel minder in de cultuur in dan elders: - Europeanen kregen wel steeds meer invloed in het Turkse rijk; maar dat bleef zelfstandig. (blz. 270-271) - Europeanen hebben slechts een deel als kolonie bezet (Noord-Afrika). (blz. 271) - Na WO I hielden Frankrijk en GrootBrittannië toezicht in delen van het MiddenOosten (mandaatgebieden). (blz. 273)
c westers respect voor inheemse cultuur
Individuele Europeanen (Gordon en Lawrence of Arabia) hadden respect voor moslims en hun cultuur (de Mahdi, de Arabieren) (blz. 270, 273)
d aanpassing van de inheemsen aan de westerse cultuur
Er werd veel overgenomen: - het christendom (katholieke geloof) (blz. 260) - de taal (Spaans, Portugees) (blz. 263) - de stedelijke cultuur: tegenstelling tussen stad en platteland (blz. 263) - denkbeelden van de Verlichting en de Franse Revolutie (blz. 265)
In het Turkse rijk werd voor WOI overgenomen: - modernisering van het leger - westerse scholen en boeken - (officieren) westerse denkbeelden (blz. 270) In de Arabische wereld wilden reformisten technologie overnemen (blz. 271)
Zwart‐Afrika
Azië
Europeanen vonden dat zij superieur waren aan de Afrikanen. - Ze verhandelden miljoenen Afrikanen als slaaf. (blz. 264, 275) - In de 19de eeuw uitte het racisme zich in gewelddadige onderdrukking. (blz. 278) - In de 20ste eeuw kreeg een meer paternalistische aanpak de overhand. (blz. 278) - In de 16de en 17de eeuw weinig ingrijpen in de inheemse cultuur. Er was alleen contact via factorijen met toestemming van Afrikaanse heersers. (blz. 261, 275) - Vanaf eind 19de eeuw werd Afrika onderworpen en werd er veel meer ingegrepen via direct (Frankrijk, België, Portugal) of indirect bestuur (GrootBrittannië). (blz. 261, 278)
In China was sprake van sinocentrisme. (blz. 258) Het Westen werd als ondergeschikt beschouwd. Onderhandelen met hen wilde China niet: dat zou erkenning van gelijkheid betekenen. (blz. 290)
Vooral stadsbewoners namen veel over: - de taal van de koloniale machthebber - kleding - christendom - geneeskunst - sport - politieke partijen (blz. 260, 278, 280)
In een deel van Azië veel ingrijpen in de cultuur: - In Nederlands-Indië dwong Nederland de Javaanse boeren voor de Europese markt te werken. (blz. 262) - In India zorgde de Britse regering. voor belangrijke veranderingen; ze schaften bijvoorbeeld gebruiken af die zij barbaars vonden. (blz. 284-285) China en Japan bleven onafhankelijk: - Imperialistische mogendheden toonden respect voor China zolang de autoriteiten wilden meewerken. (blz. 290) - Japan werd met rust gelaten tot halverwege de 19de eeuw. (blz. 293) - India: de Britten streefden naar goede verhoudingen met de bovenlaag in India (maar schaften gebruiken af die zij barbaars vonden). (blz. 285) - Japan: de Nederlanders pasten zich geheel aan de Japanse cultuur aan in de Deshimatijd. (blz. 293) - De bovenlaag in India paste zich aan (industriële productiewijze, Engelse taal, onderwijs, kennis van democratie en nationalisme, politieke partijen, het Britse recht werden overgenomen). (blz. 285) - Japan (niet gekoloniseerd) nam sinds de tweede helft van de 19de eeuw steeds meer over van het Westen. (blz. 293-294) - China (niet gekoloniseerd) ging na 1900 moderniseren (vooral in het onderwijs) (blz. 290-291)
e de inheemse cultuur com‐ bineren met de westerse cultuur
Creolen (Bolivar) en (voormalige) slaven Reformisten wilden de islam zuiveren en (Toussaint Louverture) wilden westerse daarnaast een deel van het Westen denkbeelden (uit de Verlichting en de Franse (technologie) overnemen. (blz. 271) Revolutie) in hun cultuur toepassen. (blz. 265, 268)
f volledig afwijzen van de westerse cultuur en verzet bieden
Zie schema 2 (vervolg)
Sommige Afrikanen probeerden een - China: bovenlaag wilde hervormingen naar mengvorm tot stand te brengen tussen de westers voorbeeld via ‘zelfversterking’ en Europese en de Afrikaanse cultuur. (blz. 278) ‘Periode van Honderd Dagen’ (1898) (blz. 290) - India: Gandhi deed een beroep zowel op het geboorterecht van elke Indiër (onafhankelijkheid, zelfbestuur) als op de rechtsregels van de Britse parlementaire democratie. (blz. 286)
DE INHEEMSE BEVOLKING EN DE EUROPEANEN
SCHEMA 2 (vervolg)
23 Hoe was tijdens de kolonisatie de verhouding tussen de inheemse bevolking en de Europeanen? Zoek per aspect (in de linkerkolom) twee voorbeelden. Spreid de voorbeelden zoveel mogelijk over de werelddelen. f volledig afwijzen van de westerse cultuur en verzet bieden
Latijns‐Amerika en Caraïbisch gebied
Midden‐Oosten en Noord‐Afrika
Zwart‐Afrika
17de eeuw
18de eeuw
- Opstand van Indianen in Peru onder leiding van Tupac-Amaru (1780) (blz. 265) - Opstand van slaven en mulatten op Hispaniola (1791): stichting van een onafhankelijke staat: Haïti (1804) (blz. 265, 268)
19de eeuw
20ste eeuw
- Fundamentalisten willen de westerse invloed - Gewapend verzet van de Zulu in Zuid-Afrika terugdringen (blz. 271) (1879) (blz. 279) - Guerrillaoorlog in West-Afrikaans moslimrijk van Samori Touré (1882-1898) (blz. 279) - Opstand van de Mahdi in Soedan (18851898) (blz. 270, 279) - Fundamentalisten willen de westerse invloed - Gewelddadig verzet in moslimstaat Sokoto terugdringen (blz. 271) (West-Afrika) (1902-1903) (blz. 279) - Stakingen, demonstraties en opstanden in - Maji-Maji-opstand in Tanganjika (1905) (blz. mandaatgebieden (blz. 273) 279) - Verzet van Herero’s in Zuid-west-Afrika (1904-1908) (blz. 279)
Azië
Japan: sjogoen zet Portugezen en Spanjaarden het land uit; van 1639 tot 1854 was Japan een bijna gesloten land (blz. 293)
- India: Sepoyopstand (1857) (blz. 285) - China: Opiumoorlog (1839-1842) (blz. 290) - Japan: om kolonisatie te voorkomen zetten daimyo en samoerai uit West-Japan de sjogoen af en dragen de macht over aan keizer Meiji (1868) (blz. 293) - India: Protesten via geweldloosheid en burgerlijke ongehoorzaamheid (na WO I) (blz. 286) - India: ‘Verlaat-India’-campagne (tijdens WO II) om de Britten uit India te krijgen (blz. 287) - China: Bokseropstand (1900); poging om hervormingen tegen te houden en de invloed van westerse mogendheden teniet te doen (blz. 290) - Vietnam en Indonesië vochten zich direct na WO II vrij van Frankrijk en Nederland. (blz. 295) - In Maleisië verzetten tussen 1950 en 1954 communisten zich tegen de Britten. (blz. 297)
DE DEKOLONISATIE
SCHEMA 3 24
Wanneer en op welke manier kwam de onafhankelijkheid tot stand in (delen van) de onderstaande gebieden?
Latijns‐Amerika en Caraïbisch gebied
Midden‐Oosten en Noord‐Afrika
Zwart‐Afrika
Azië
19de eeuw
- Haïti (1804): na een gewelddadige opstand tegen de Fransen - Spaans-Amerika (vanaf 1810): na opstanden ontstonden 17 zelfstandige republieken - Brazilië (1822): bijna zonder strijd tegen Portugal
Eerste helft 20ste eeuw
- Egypte (1922): (behalve het Suez-kanaal) vreedzaam door Groot-Brittannië - Britse mandaatgebieden (voor WO II): na opstand
- Zuid-Afrika (1910): na Boerenoorlogen (tegen Groot-Brittannië)
- India en Pakistan (1947): vreedzaam tussen nationalisten en Britten; maar met gewelddaden tussen hindoes en moslims - Indonesië (1949): na een strijd tegen Nederland vanaf 1946 - Vietnam (1954): na een strijd tegen Frankrijk van 1945 - Filipijnen (1946): vreedzaam van de VS
Tweede helft 20ste eeuw
- Franse mandaatgebieden (Syrië, Libanon) (1945): onder druk grote mogendheden - Libië (1945): na Italiaanse nederlaag in WO II - Israël (1948): na verdelingsplan VN - Marokko en Tunesië (1956): vreedzaam door Frankrijk - Suez-kanaal (Egypte) (1956): nationalisatie door Nasser van Suezkanaalmaatschappij; kanaal onder dwang van VS en Rusland door Groot-Brittannië en Frankrijk afgestaan - Algerije (1962): na zware strijd tegen Frankrijk
- Goudkust / Ghana (1957): vreedzaam na in 1954 verkregen zelfbestuur van Groot-Brittannië - Nigeria (1960): vreedzaam van GrootBrittannië - Guinee (1958): vreedzaam van Frankrijk - alle overige Franse gebieden in zwart Afrika (1960): vreedzaam - Belgisch Congo (1960): gewelddadig - Kenya (1963): na zware strijd in de jaren ’50 (Mau-Mau-beweging) met Groot-Brittannië - Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, KaapVerdische eilanden (1974-1975): na guerrillaoorlog met Portugal - Rhodesië (1980): na guerrillaoorlog tegen de blanke regering van Britse kolonisten
- Maleisië (1957): na een periode van strijd (1950-1954) uiteindelijk vreedzaam