D o c e n t e n h a n d l e i d i n g P s y c h i a t r i e Docenten: Peter Haagsma, Henk Haaijema en Angela Rondhuis Cohort 2013/2014 Bestemd voor de opleidingen: MBO-‐V, SAW en MZ niveau 3 en 4
Inleiding
Voor je ligt de docentenhandleiding voor het vak Psychiatrie. In deze handleiding staat een opbouw van dit lesblok per thema met de daarbij behorende literatuur en of verwijzingen. Tevens kun je de opdrachten in deze handleiding vinden.
Lesdoelen: Aan het eind van deze lessenserie wordt je student veronderstelt: • Te reflecteren over de begrippen ‘normaal’ en ‘abnormaal’ gedrag •
Kennis te hebben van de meest voorkomende psychiatrische aandoeningen en deze te herkennen in je werkpraktijk
•
Een informatiemarkt te organiseren waarbij de student de verworven kennis in de praktijk brengt
Opdrachten: In de studentenhandleiding staan verschillende opdrachten. Deze opdrachten zijn bedoeld als verdieping. Zij dienen wel worden gemaakt maar gelden niet voor de toetsing.
Toetsing: De toetsing bestaat uit twee onderdelen: 1. Een MC-‐toets 2. De groepsopdracht ‘Informatiemarkt’ Het cijfer vormt een gemiddelde
Lesmateriaal: Benodigdheden bij deze lessenserie: • Studentenhandleiding •
Verplichte literatuur: Bos, A., Hoekstra, T., Polhuis, D., Timmermans, G., Visscher, P., Cusveller, B., et al. (2011). Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg, basisboek. Amersfoort: Thieme\meulenhoff.
Lesprogramma 1. Somatoforme stoornissen 2. Schizofrenie
3. Persoonlijkheidsstoornissen
4. Eetstoornissen
5. Forensische psychiatrie
6. Verslavingsproblematiek 7. Toetsweek: Tentamen 8. Informatiemarkt
Bronnen: Internet:
www.trimbos.nl www.e-‐psychiater.nl www.sabn.nl www.zelfverwonding.mysites.nl www.trimbos.nl/onderwerpen/alcohol-‐en-‐drugs http://www.vnn.nl/meer-‐weten-‐over/verslaving/ http://www.forensischepsychiatrie.nl/
Boeken Bassant, J., & Bassant-‐Hensen, M. (2010). Mensenwerk, Oriëntatie op doelgroepen in het sociaal werk. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Bos, A., Hoekstra, T., Polhuis, D., Timmermans, G., Visscher, P., Cusveller, B., et al. (2011). Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg, basisboek. Amersfoort: Thieme\meulenhoff. Rooijendijk, L., Dijt, A., Wijers, G. J., & Delft, F. v. (2011). De Mens in Thema's. Een thematische behandeling van de menselijke levensloop. (11de druk ed.). Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Henk T. Van der Molen e.a, Klinische psychologie – theorieën en psychopathalogie ,Uitgeverij Wolters-‐ Noordhoff , 2e druk 2007
Thema 1: Somatoforme stoornissen
Lesplanformulier Docent : Henk Haaijema
Leerjaar: 1 Opleidingen: SAW, MBO-‐VZ,VP Lesonderwerp: Psychiatrie Lessenserie, onderwerp Somatoforme Stoornissen Beginsituatie (Leerlingen, jijzelf, omgeving): De leerlingen volgen een mbo-‐v, mbo-‐saw/mz opleiding en volgen in het kader van hun toekomstig beroep de lessencyclus psychiatrie in de gezondheidszorg en welzijn. De lessenserie bestaat uit een aantal thema’s en vandaag behandelen we het thema Somatoforme stoornissen Algemene doelstellingen van deze les begrippen: Vaardigheden: • Somatisatiestoornis (Syndroom van • De leerlingen kunnen samenwerken in Biquet) een groep. • Conversiestoornis • De leerlingen kunnen groepsafspraken • Pijnstoornis maken en dit evaluren. • Hypochondrie • Stoornis van de lichaamsbeleving (Body Dysmorphic Disorder) • Ongedifferentieerde somatoforme stoornis Concrete lesdoelen doel 1: De leerlingen kunnen 4 van de 6 stoornissen benoemen die vallen onder de somatoforme stoornissen. doel 2: De leerlingen kunnen het begrip hypochondrie uitleggen. doel 3: De leerlingen kunnen een conversiestoornis herkennen doel 4: De leerlingen kunnen het begrip BDD uitleggen en een voorbeeld benoemen
geplande lesdoel tijd nr.
5 30 5 25 5 5 15 10
lesinhoud (lesstof)
didactische werkvormen leeractiviteit: wat doet de leerling?
Activeren van voorkennis. “Wat zijn somatoforme stoornissen”? Presentatie over somatoforme stoornissen, inclusief 2 filmpjes Plenair bespreken van de theorie en de filmpjes. Wat was herkenbaar en wie heeft eventueel voorbeelden Aflevering bekijken van “je zult het maar hebben” aflevering Hypochondrie Plenair de aflevering nabespreken Instructie zelfwerkzaamheid In groepen van 4 leerlingen wordt er op een vel papier (A2 formaat) een van de 5 stoornissen in beeld gebracht. Tevens wordt er een “signalerings-‐ en behandelplan” gemaakt en besproken, Presentatie en evaluatie werkstukken
Reageren op de vraag, stellen van vragen. Luisteren, vragen stellen, kijken naar filmpjes. Luisteren naar elkaar, vertellen van ervaringen Kijken naar de film Reageren op de aflevering Luisteren Info opzoeken op laptop, printen plaatjes en schrijven teksten op papier Presenteren voor de klas
hulpmiddelen
onderwijsactiviteit: wat doe ik? Vragen stellen, luisteren Instructie geven, vertellen, vragen stellen, beamer bedienen Vragen stellen, luisteren Bedienen van beamer en laptop Vragen stellen, luisteren Instructie geven Rondlopen, adviseren, vragen beantwoorden Luisteren en vragen stellen
Beamer, laptop -‐ Beamer, laptop Laptops, printer, papier (A2 formaat), scharen, lijm, plakband
Groepsopdracht: Zoek op internet relevante artikelen, filmpjes, etc. over dit onderwerp. Wat valtj je op? Maak een beschrijving van wat je hebt gelezen of gezien.
Thema 2. Schizofrenie Lesplanformulier
Docent : Henk Haaijema Leerjaar
: 1
Opleiding : SAW, MBO VZ/VP Lesonderwerp Lessenserie Psychiatrie, onderwerp Schizofrenie Beginsituatie (Leerlingen, jijzelf, omgeving): De leerlingen volgen een mbo-‐v, mbo-‐saw/mz opleiding en volgen in het kader van hun toekomstig beroep de lessencyclus psychiatrie in de gezondheidszorg en welzijn. De lessenserie bestaat uit een aantal thema’s en vandaag behandelen we het thema schizofrenie Algemene doelstellingen van deze les begrippen: vaardigheden: • Schizofrenie • De leerlingen kunnen een verpleegplan • Kwetsbaarheid opstellen voor een cliënt met • Coping schizofrenie • Hallucinaties • Wanen • Stress Concrete lesdoelen Doel 1: De studenten kunnen 4 belangrijke verschijnselen van het ziektebeeld schizofrenie benoemen Doel 2: De studenten kunnen de aandachtspunten benoemen die van belang zijn bij het verplegen van een cliënt met schizofrenie .
geplande tijd
lesdoel nr.
lesinhoud (lesstof)
Filmpje Jack Wouterse 8 min
Vragenrondje: wat is schizofrenie
10 min
1
Uitleg schizofrenie 20 min
1 Ervaringsoefening
10 min
30 min
2
30 min
15 min
Feedback coach
1 Belangrijke punten bij de verpleging van cliënten met schizofrenie
didactische werkvormen leeractiviteit: wat doet de student? Kijken en luisteren naar het filmpje, reageren Actief reproduceren wat ze hebben gelezen / geleerd Volgen van de presentatie, vragen stellen. Oefening uitvoeren
onderwijsactiviteit: wat doe ik? Filmpje starten
Video
Vragen naar kennis over schizofrenie. Iedereen aan de beurt laten
Noteren van genoemde punten op whiteboard / flapover. PowerPoint
Presentatie over schizofrenie
Oefening introduceren en uitvoeren Aanvullen van Hoofdpunten hoofdpunten presenteren, uit presentatie studenten stimuleren om aan te vullen
Gezondheidspatronen / Studenten verpleegplan vertellen hoe zij hun verpleegplan hebben opgesteld. Video Je zal het maar Hebben
hulpmiddelen
Gebruik document Verplegen van cliënten met Schizofrenie Vragen stellen, Document AMV doorvragen, feedback /Boek geven verplegen in de GGZ
Reflectie student
Ervaringsoefening o
Eén van de studenten is de ‘cliënt’. Drie anderen spelen de stemmen. De docent voert een gesprek met de ‘cliënt’. De ‘stemmen’ spelen hun rol links, rechts en recht achter de ‘cliënt’ volgens de aanwijzingen.
o
Nabespreken: welke invloed hadden de stemmen op het gesprek? Lukte het om je te concentreren op de docent? Hoe voelde je je door de stemmen?
Stem 1: herhaalt steeds met wisselende tussenpozen de naam van de cliënt. Stem 2: herhaalt steeds dat de cliënt (met naam) waardeloos is en niet deugd. Sluit aan op het gesprek wat gaande is met negatieve reacties, bijvoorbeeld: wat zit je toch weer stom te kletsen; je hebt ook nergens verstand van; je bent een loser; zit niet zo stom te flirten, enz. Stem 3: praat steeds over de persoon met wie de cliënt in gesprek is, bijvoorbeeld: wie is die vent / dat mens; wat wil die van je; waarom zit hij / zij steeds naar je te kijken; volgens mij vindt hij / zij je leuk; hij is vast wat van plan; ik zie aan zijn ogen dat hij / zij niet deugd, enz. Afsluiten: zo kan het dus voelen als je stemmen hoort die de hele dag van alles tegen je zeggen of je opdrachten geven.
Thema 3: Persoonlijkheidsstoornissen Lesplanformulier Persoonlijkheidsstoornissen
Docent: Angela Rondhuis
Leerjaar: 1 Opleiding(en): mbo-‐v, saw, mz Psychiatrie-‐lessenserie, thema 5 Beginsituatie (Leerlingen, jijzelf, omgeving): De leerlingen volgen een mbo-‐v, mbo-‐saw/mz opleiding en volgen in het kader van hun toekomstig beroep de lessencyclus psychiatrie in de gezondheidszorg en welzijn. De lessenserie bestaat uit een aantal thema’s en vandaag behandelen we thema 5 Persoonlijkheidsstoornissen Algemene doelstellingen van deze les begrippen: vaardigheden: -‐ persoonlijkheidsstoornis -‐ de student weet waar de 3 clusters voor staan -‐ 3 clusters van persoonlijkheidsstoornissen en kan bij ieder cluster minimaal 2 ziektebeelden -‐ oorzaken van persoonlijkheidsstoornissen benoemen -‐ de student Concrete lesdoelen: doel 1: doel 2:
geplande tijd 90 min 0-‐15 15-‐25 25-‐45 45-‐60 60-‐85 85-‐90
Les-‐ doel nr. 1 1
lesinhoud (lesstof)
didactische werkvormen
hulpmiddelen
Activeren van voorkennis: Wat weet je van persoonlijkheidsstoornissen? Ga in drietallen brainstormen, wat weet je al? Welke begrippen, woorden, gedachten komen bij je op? Plenair bespreken van de opdracht: Flapovers worden opgehangen en groep geeft hun antwoorden. Ik schrijf de belangrijkste woorden op het bord Theorie: persoonlijkheidsstoornissen 3 clusters, soorten ziektebeelden, de verschillen. Uitgelicht borderline en obsessief-‐compulsieve stoornis Symptomen, gevolgen, behandeling Ter illustratie Filmpje: “De kracht van binnen, aflevering 2, Borderline” Onderwijsleergesprek: wat viel op in het filmpje? Vervolg theorie Aan de slag met de opdrachten: 1. Ziel onder je arm – wat zit er in je tas? 2. Zijn wie je bent – wat is dat? 3. Casus Sanne Afsluiten van de les. De materialen worden allemaal opgeruimd.
leeractiviteit: wat doet de leerling? De leerlingen brainstormen over het onderwerp in drietallen, ze schrijven hun bevindingen op flapovers. Groep vertelt aan de klas wat ze hebben opgeschreven. De anderen luisteren aandachtig. Groep luistert aandachtig en maakt desgewenst aantekeningen De leerlingen kijken aandachtig en schrijven op wat ze zien. De leerlingen maken drietallen en gaan aan de slag met de opdracht.
onderwijsactiviteit: wat doe ik? Uitleggen van de opdracht. Ik deel papier en stiften uit, loop langs de drietallen en kijk of de opdracht goed wordt uitgevoerd Ik geef beurten en schrijf de belangrijkste begrippen op het bord. Ik doceer Ik zorg dat de apparatuur startklaar staat en na het bekijken van het filmpje stuur ik het onderwijsleergesprek Ik zorg voor de coördinatie, ik beantwoord vragen en/ of onduidelijkheden.
Flapover, stiften, bord Bord Prezi/ppt/bord PC, beamer PC, studentenhand-‐ leiding, lesmateriaal.
Opdrachten 1. Ziel onder je arm – wat zit er in je tas? En wat zegt dat over jou? Vrijwel iedereen heeft een tas, rugzak, schoudertas die je de hele dag bij je draagt. Bijna een soort kleine versie van je persoonlijke wereld. Iedereen loopt als het ware met een letterlijke ‘ziel onder de arm. Is het ballast dat je meedraagt? Of juist zekerheid? ik heb alles bij me wat ik nodig heb en wat heb je dan nodig? is het zekerheid? stel ik dat ik wat vergeet of is je tas erg leeg, klaar om gevuld te worden met ervaringen? Kortom, in die tas zitten allemaal verborgen verhalen en schatten-‐ een fotootje, kam, agenda, sleutels, het zijn allemaal objecten waar een persoonlijk verhaal bij kan zitten. a. Nodig een paar mensen uit hun tas te laten zien b. Laat 1 item uit je tas zien en vertel daar kort iets bij. c. Wat zegt dit over jou? Door middel van objecten kun je een bruggetje maken naar persoonlijke verhalen, herinneringen, ervaringen en, discussiëren over identiteit. 2. Zijn wie je bent-‐ wat is dat? Je anders kleden, wat zegt je uiterlijk over je innerlijk/ je onderscheiden van anderen. Misschien besluit je wel dat je al anders en origineel genoeg bent omdat je jezelf bent. 1. Zoek foto’s op van mensen die opvallen. 2. Zijn zij gek of juist krachtig omdat ze zoiets durven? 3. Wanneer gaat iemand hierin te ver volgens jou? 4. Wat is (ab)normaal? 3. Casus Sanne (Bron: www.zelfverwonding.mysites.nl) Sanne is een meisje van 19 jaar die lijd aan de borderline persoonlijkheidsstoornis. Sanne is thuis opgegroeid in een gezin van vier kinderen, ze heeft 2 broers en 1 zus. Sanne was een nakomeling in het gezin, haar broers en zussen gingen al naar de hogere school in de stad, terwijl zij nog naar de basisschool in het dorp ging. Aangezien Sanne haar ouders vroeg naar het werk ging, konden die in de ochtend uren niet voor haar zorgen. De buren van Sanne, het echtpaar De Vries waren al ouder en gepensioneerd. Beide hielden ze erg veel van kinderen en op die manier is tot stand gekomen dat Sanne ‘s morgens gewekt werd door de buren. De buurman hielp dan Sanne bij het aankleden en de buurvouw zorgde voor het ontbijt. Sanne is in die tijd altijd misbruikt door haar buurman zonder dat iemand dat maar in de gaten had. Voor Sanne werd het “normaal”, ze dacht dat het erbij hoorde. Verschillende kleren trok ze aan, zodat de buurman kon zien wat het leukste stond. En dan moest ze op schoot zitten en dat betaste de buurman haar. Sanne heeft hier nooit mee om kunnen gaan, thuis kwam het probleem aan het licht. De buurman is toen verhuisd, maar verder werd er nooit over gesproken in huis. Het was een groot taboe. Daardoor keerde Sanne in haarzelf en begon zelf ook te geloven dat er niks gebeurd was. Sanne had veel woede in zich als jonge meid van 15, voelde weinig begrip van buitenaf. Ze had weinig zelfrespect en kon moeilijk vriendschappen aangaan. Ze voelde zich vaak machteloos alsof ze nergens controle over had. Om het idee dat ze ergens controle over kreeg, begon ze in haarzelf te snijden. Ze had op die manier iets onder controle, haar eigen pijn.
Sanne sneed zichzelf in haar armen, benen en omdat er weinig plekken overbleven op haar armen en benen begon ze zichzelf in haar buik te snijden. Met voorwerpen die scherp waren, die op dat moment maar kon vinden: Schaar, scheermesje, messen en soms pennen als ze maar iets had wat scherp was. Sanne wist dit maar al te goed te verborgen te houden voor de buitenwereld. Ze droeg kleren met lange mouwen en ze had altijd lange broeken aan. Het ging een keer mis, Sanne kwam thuis, uit school vandaan en was zo kwaad op alles en iedereen, dat ze direct naar haar kamer toeliep en zichzelf begon te verwonden. Door haar kwaadheid vergat ze haar slaapkamer deur dicht te doen. Op moment dat ze haarzelf in haar buik sneed, kwam haar moeder binnen. Die was geshockt, wist niet wat ze moest doen en stuurde Sanne onder de douche. Toen ze Sanne na de douche zag, wist ze niet wat ze er mee aan moest. Ze besloot die avond, dat Sanne per direct opgenomen moest in psychiatrisch instelling voor jongeren. Vier dagen later vertrok Sanne naar de instelling. Huidige situatie van Sanne: Het is nu drie maanden geleden dat Sanne is opgenomen. Sanne is zeer op zichzelf, en maakt geen tot weinig contact met andere lotgenoten of het personeel. Sanne trekt zich vaak terug. Bepaalde momenten neemt het automutileren toe. Ook als familieleden op bezoek zijn geweest, is Sanne stil. Op deze momenten probeert Sanne te automutileren. overal vindt sanne voorwerpen om zich te automutileren. Sanne reageert vaak kwaad en is moeilijk te corrigeren. Jij werkt als woonbegeleider/ verpleegkundige op de groep van Sanne. Jij en je collega’s maken zich zorgen over de situatie van Sanne. Het personeel heeft besloten dat het zo niet langer kan, en gaat haar handelingsplan/ verpleegplan bijstellen. 1. Hoe ga je dit aanpakken? 2. Is de hulpvraag helder? 3. Welke informatie heb je hiervoor nodig? 3. Stel een doel op voor Sanne. Formuleer deze SMART
Materialen: o o o
Filmmateriaal: Youtube: De kracht van binnen, aflevering 2, Borderline, duur 13.30 minuten Powerpoint
Thema 4: Eetstoornissen Lesplanformulier Eetstoornissen
Docent: Angela Rondhuis
Leerjaar: 1 Opleiding(en): mbo-‐v, saw, mz Psychiatrie-‐lessenserie, thema 5 Beginsituatie (Leerlingen, jijzelf, omgeving): De leerlingen volgen een mbo-‐v, mbo-‐saw/mz opleiding en volgen in het kader van hun toekomstig beroep de lessencyclus psychiatrie in de gezondheidszorg en welzijn. De lessenserie bestaat uit een aantal thema’s en vandaag behandelen we thema 5 Eetstoornissen. Algemene doelstellingen van deze les begrippen: vaardigheden: -‐ eetstoornis, -‐ de student kan het verschil onderscheiden -‐ verstoord zelfbeeld tussen afvallen en een eetstoornis -‐ anorexia nervosa, boulima nervose en BED. -‐ de student kan een verstoord eetpatroon -‐ symtomen van eetstoornissen herkennen -‐ de student kan voorlichtingsmateriaal maken voor patiënten en zorgverleners ten aanzien van dit onderwerp. Concrete lesdoelen: doel 1 De student kent de definities van AN, BN en BED doel 2: De student kan aan de hand van de verworven kennis aan de slag met het ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal voor patiënten en zorgverleners
geplande tijd 90 min 0-‐15 15-‐25 25-‐45 45-‐60 60-‐85
Les-‐ doel nr. 1 1 1 1 1,2
lesinhoud (lesstof)
didactische werkvormen
hulpmiddelen
Activeren van voorkennis: Wat weet je van eetstoornissen? Ga in drietallen brainstormen, wat weet je al? Welke begrippen, woorden, gedachten komen bij je op? Plenair bespreken van de opdracht: Flapovers worden opgehangen en groep geeft hun antwoorden. Ik schrijf de belangrijkste woorden op het bord Theorie: eetstoornissen Wat is AN, BN, BED? Symptomen, gevolgen, behandeling, bejegening, hulp Ter illustratie Filmpje: “De kracht van binnen, aflevering 3” Onderwijsleergesprek: wat viel op in het filmpje? Vervolg theorie Aan de slag met de opdracht: 1. Ga in drietallen aan de slag met een voorlichtingsbrochure. a. Wat is hierin belangrijk? b. Wat wil je laten zien? c. Welk doel heeft je brochure? d. Kijk naar bestaand voorlichtingsmateriaal en bedenk hierbij hoe jij het anders wil. e. Maak de brochure op de computer. Let hierbij de tekst, afbeeldingen en eventuele verwijzingen. DEZE OPDRACHT KAN ONDERDEEL UITMAKEN VAN DE GROTE OPDRACHT: VOORLICHTINGSBIJEENKOMST ORGANISEREN Afsluiten van de les. De materialen
leeractiviteit: wat doet de leerling? De leerlingen brainstormen over het onderwerp in drietallen, ze schrijven hun bevindingen op flapovers. Groep vertelt aan de klas wat ze hebben opgeschreven. De anderen luisteren aandachtig. Groep luistert aandachtig en maakt desgewenst aantekeningen De leerlingen kijken aandachtig en schrijven op wat ze zien. De leerlingen maken drietallen en gaan aan de slag met de opdracht.
onderwijsactiviteit: wat doe ik? Uitleggen van de opdracht. Ik deel papier en stiften uit, loop langs de drietallen en kijk of de opdracht goed wordt uitgevoerd Ik geef beurten en schrijf de belangrijkste begrippen op het bord. Ik doceer Ik zorg dat de apparatuur startklaar staat en na het bekijken van het filmpje stuur ik het onderwijsleergesprek Ik zorg voor de coördinatie, ik beantwoord vragen en/ of onduidelijkheden.
Flapover, stiften, bord Bord Prezi/ppt/bord PC, beamer PC, mediatheek, tijdschriften, kranten, papier en scharen en overige materialen die nodig zijn.
85-‐90
Feedback coach
worden allemaal opgeruimd.
De leerlingen ruimen het lokaal weer op.
Reflectie student
Opdrachten les eetstoornissen bij de theorie 1. Welke rol spelen gender, leeftijd, etniciteit en sociaal-‐economische status in de ontwikkeling van eetstoornissen? 2. Wat zijn de belangrijkste risicogroepen voor het ontwikkelen van een eetstoornis? 3. Welke risicofactoren spelen een rol in de ontwikkeling van eetstoornissen? 4. Leidt vroegtijdige onderkenning tot een betere prognose bij patiënten met anorexia nervosa en boulimia nervosa en Binge Eating Disorder (BED) (eetbuistoornis)? 5. Welke gegevens uit anamnese en lichamelijk onderzoek dienen in de eerste lijn verzameld te worden, om de diagnose eetstoornissen te stellen? 6. In welke situaties dient een huisarts een patiënt met een eetstoornis te verwijzen naar de tweede lijn? 7. Wat zijn overwegingen bij het toepassen van gedwongen behandeling of opname bij anorexia nervosa? 8. Wat is de effectiviteit van zelfhulpgroepen en zelfhulpboeken? 9. Heeft zelfhulp effect op de ontwikkeling van motivatie voor behandeling? 10. Kan zelfhulp aangeboden worden naast professionele hulpverlening bij patiënten met een eetstoornis? Motiveer je antwoord. 11. Wat zijn de risico's van zelfhulp via internet?
Groepsopdracht 1. Ga in drietallen aan de slag met een voorlichtingsbrochure. a. Wat is hierin belangrijk? b. Wat wil je laten zien? c. Welk doel heeft je brochure? d. Kijk naar bestaand voorlichtingsmateriaal en bedenk hierbij hoe jij het anders wil. e. Maak de brochure op de computer. Let hierbij de tekst, afbeeldingen en eventuele verwijzingen. DEZE OPDRACHT KAN ONDERDEEL UITMAKEN VAN DE GROTE OPDRACHT: VOORLICHTINGSBIJEENKOMST ORGANISEREN
Materialen: o o o o o
Studentenhandleiding Docentenhandleiding Filmmateriaal: Youtube: De kracht van binnen, aflevering 3, Anorexia Nervosa, duur 13.30 minuten Powerpoint
Thema 5: Forensische Psychiatrie Lesplanformulier naam docent : Peter Haagsma opleiding : jaar :
naam school : coach : klas : datum van de les:
Lesonderwerp Forensische psychiatrie, onderdeel van de leerlijn GGZ Beginsituatie (Leerlingen, jijzelf, omgeving): MBO –V, SAW, MZ niveau 3 en 4 algemene doelstellingen van deze les begrippen: vaardigheden: Wat is forensische psychiatrie, TBS, justitieel gespreksvaardigheden, onderzoek. Mening kader, terugvalpreventie, delictscenario, verwoorden, met elkaar in gesprek discussie beveiliging gaan Concrete lesdoelen doel 1: De student kan beschrijven wat forensische psychiatrie is doel 2: De student kan 3 juridische titels noemen waarmee een cliënt gedwongen opgenomen kan worden. doel 3: De student kan 2 behandelvormen beschrijven uit de forensische psychiatrie doel 4: De student kan 3 belangrijke aspecten van het verpleegkundig werken in de forensische psychiatrie benoemen. eigen leerdoelen van de student: doel 1: doel 2:
geplande tijd
5 min
10 min
10 min
7 min
7 min
10 min
lesdoel nr.
1
1
1,2
2,3,4
3,4
1-‐4
lesinhoud (lesstof) Introductie van het onderwerp / filmpje Reacties en voor kennis vaststellen
didactische werkvormen leeractiviteit: onderwijsactiviteit: wat doet de wat doe ik? leerling? Filmpje bekijken Filmpje laten zien
Reageren op filmpje, mening ervaringen en visie op TBS / forensische psychiatrie geven Presentatie volgen, vragen stellen / beantwoorden
(door)Vragen naar (voor)kennis, meningen en ervaringen. Punten opschrijven. Forensische Presentatie theorie psychiatrie Forensische psychiatrie. Vragen stellen / beantwoorden Verplegen van Kijken en luisteren Presenteren van cliënten in de naar presentatie, belangrijkste forensische beantwoorden van aandachtspunten bij psychiatrie vragen het verplegen van cliënten in de FP, stellen van vragen aan de studenten. Gezondheidsp Luisteren en Behandelen van atronen van meedenken / vragen gezondheids-‐patronen Gordon beantwoorden van Gordon voor de FP Voorbereiden Voorbereidings-‐ Opdracht toelichten werkbezoek opdracht t.b.v. en instructie geven. FPK werkbezoek Begeleiden bij de uitvoeren (zie opdracht. bijlage 1)
hulpmiddelen
Trailer TBS (film)
Flipover
PowerPoint
PowerPoint
Flipover
Formulieren met de opdrachten.
Opdracht: Prestatie: Werken in de forensische psychiatrie Korte inhoud: Forensische psychiatrie heeft een justitieel karakter. Cliënten met een psychiatrische stoornis, die na het plegen van een misdrijf zijn opgenomen in de forensische psychiatrie worden daar verpleegt. Ook kan er onderzoek gedaan worden naar de toerekeningsvatbaarheid van een cliënt. Jullie gaan op werkbezoek naar Forensisch psychiatrische kliniek. Naar aanleiding van het werkbezoek ga je een verslag schrijven. Voorwaarden: • Je hebt je voorbereid op het werkbezoek • Je formuleert 5 vragen die een relatie hebben met je verpleegkundige/sociotherapeut beroepsuitoefening t.a.v. deze cliënten. • Je verslag moet de volgende onderdelen bevatten: Inleiding Jou persoonlijke ervaring t.a.v. het werkbezoek en wat dit werkveld voor jou als verpleegkundige/ sociotherapeut zou betekenen. De 5 vragen die je gesteld hebt met een antwoord Reflectie en wat je geleerd hebt tijdens dit werkbezoek.
Materialen: o o o o
Studentenhandleiding Docentenhandleiding Powerpoint Video Forensische psychiatrie
Thema 6: Verslaving Lesvoorbereidingsformulier naam docent: Peter Haagsma opleiding : jaar :
naam school : coach : klas : datum van de les:
Lesonderwerp Workshop Verslaving Beginsituatie (Leerlingen, jijzelf, omgeving): De studenten volgen deze les in het kader van de leerlijn psychiatrie. De studenten zijn oppervlakkig op de hoogte van verslavende middelen, wellicht hebben ze zelf wel eens geëxpirmenteerd. algemene doelstellingen van deze les begrippen: vaardigheden: Verslaving, middelen, feitenkennis. Concrete lesdoelen doel 1: Studenten kunnen beschrijven wat verslaving is en hoe dat kan ontstaan doel 2: Studenten kunnen de werking en risico’s van tenminste drie middelen benoemen doel 3: Studenten kunnen feiten van fabels over drugs en alcohol onderscheiden. doel 4: eigen leerdoelen van de student: doel 1: doel 2:
geplande tijd
lesdoel nr.
5 min
15 min
10 min
5 min
didactische werkvormen lesinhoud (lesstof) leeractiviteit: Onderwijs wat doet de activiteit: leerling? wat doe ik? Introductievideo en Video bekijken, Gesprek met nabespreking interactie studenten over de video Feiten en Fabels Reageren op Stellen van vragen testen van kennis vragen / stellingen. en uitleg geven bij onder studenten feiten en fabels. Theorie verslaving Luisteren en kijken Theorie en alcohol en en vragen stellen presenteren, drugs: wat is het en voorbeelden wat doet het noemen. Benoemen kenmerken Vragen Individueel vragen Vragen ind. Laten beantwoorden beantwoorden beantwoorden en
Vragen bespreken 10 min
Terugkoppelen van antwoorden
Willekeurig laten terugkoppelen van antwoorden.
hulpmiddelen
Video Verslaving
Vragenlijst Feiten en fabels PowerPoint
Vragen uit docenten handleiding / reader bijlage 3
TEST Geef antwoord op de volgende vragen Ja Nee 1. Heb je wel eens de tijd uit het oog verloren als je geblowd had? 2. Maakt het blowen je leven thuis ongelukkig? 3. Word je reputatie door drugsgebruik beïnvloed? 4. Heb je ooit spijt gehad, nadat je had geblowd, geslikt of gesnoven? 5. Gebruik jij wekelijks hasj, wiet, XTC of speed? 6. Vind jij dat je eigenlijk te vaak drugs gebruikt? 7. Laat jij je wel eens door je vrienden overhalen om te gebruiken? 8. Heb je wel eens last van vergeetachtigheid na het blowen? 10. Zijn je studieresultaten hierdoor achteruitgegaan? 11. Heb je ooit persoonlijke bezittingen verkocht om drugs te kunnen kopen? 12. Leen je wel eens geld om drugs te kunnen kopen? 13. Blow je wel eens om je zorgen te ontvluchten? 14. Heb je wel eens last van slapeloosheid n.a.v. je drugsgebruik? 15. Heb je wel eens geprobeerd om te stoppen? 16. Probeer jij je drugsgebruik voor je ouders geheim te houden? 17. Begin jij de dag wel eens met een joint? 18. Ben je wel eens vrienden kwijtgeraakt door jouw drugsgebruik? 19. Heb je wel eens andere problemen gekregen vanwege jouw gebruik? Wanneer je meer dan vijf vragen met "ja" hebt beantwoord, kun je jezelf tot een probleemgebruiker rekenen en is het verstandig hulp te zoeken! Geef antwoord op de volgende vragen Ja Nee 1. Als ik alcohol drink weet ik achteraf precies hoeveel ik gedronken heb. 2. Ik heb mezelf in de hand; ik weet wanneer ik aan mijn tax zit. 3. Zonder alcohol maak ik net zo gemakkelijk contact als met alcohol. 4. Ik drink heel gemakkelijk wel eens een paar weken helemaal geen alcoholhoudende drank. 5. Als ik drink houd ik er rekening mee dat veel alcohol slecht is voor mijn gezondheid. 6. Ik zorg er wel voor dat ik geen black-‐out krijg. 7. Als ik maandag een proefwerk heb drink ik in het weekend bewust minder. 8. Ik drink nooit als ik nog moet rijden. Ik ben de sterkste. Als je altijd “ja” hebt gescoord dan ben jij sterker dan drank. Ik ben meestal sterker. Als je twee keer “nee” hebt ingevuld zijn twee “nee’ s” wel je zwakke punten.
Op zich hoeft dat geen ramp te zijn; hier kan verandering in komen. Hou het wel voor jezelf in de gaten. Ben ik wel de sterkste? Als je 3 of 4 vragen met “nee” hebt gescoord dan moet je op je tellen gaan passen. Het lijkt erop dat alcohol de baas is. Zorg er in ieder geval voor dat alcohol niet nog sterker wordt. Kijk eens goed op welke vragen je “nee” hebt geantwoord. Verander op deze punten je drinken. Je verliest van drank. Heb je 5 keer “nee” geantwoord, zet dan alles voor jezelf op een rijtje. Het is duidelijk dat alcohol het bij jou voor het zeggen heeft. Verander je drinkgedrag en praat erover met anderen hoe je dat kunt doen. Alcohol is sterker. Heb je meer dan 5 keer “nee” gezegd dan is de kans aanwezig dat je een alcoholprobleem hebt. Dan is alcohol veel sterker dan jij. Probeer hier wat aan te doen. Schaam je niet om advies te vragen aan een vriend of vriendin. Vind je dat moeilijk, aarzel dan niet om deskundige hulp in te roepen.
Materiaal: o Studentenhandleiding o Docentenhandleiidng o Videomateriaal “De Hoop o Powepoint