Sociaal Plan Hersenen/Psychiatrie
De Raad van Bestuur van het UMC Utrecht en de werknemersorganisaties, Overwegende: -
-
-
-
dat de Raad van Bestuur wordt geconfronteerd met budgettaire bezuinigingen door landelijke ontwikkelingen; dat er eind 2011 tussen de Raad van Bestuur en de werknemersorganisaties overleg is geweest dat heeft geresulteerd in een aparte Reorganisatiecode en een apart Sociaal Beleidskader en vervolgens samengevoegd zijn in één nota; dat er als gevolg van een organisatieverandering bij de divisie Hersenen/Psychiatrie een Veranderplan aan de Ondernemingsraad ter advisering is aangeboden waaruit blijkt dat het Veranderplan zonder nadere maatregelen tot gedwongen ontslag zou leiden voor meer dan tien medewerkers (artikel 1.8 sub b CAO UMC); dat tussen de Raad van Bestuur en de werknemersorganisaties is afgesproken dat het Sociaal Beleidskader onverkort van toepassing is en dat in het Sociaal Plan Hersenen/Psychiatrie aanvullende regelingen worden opgenomen; dat er toekomstige regelgeving met betrekking tot maximering ontslagvergoeding in de publieke sector wordt verwacht.
komen het navolgende overeen: 1.
Werkingssfeer Het Sociaal Plan Hersenen/Psychiatrie is van toepassing op de personele gevolgen van het Veranderplan Psychiatrie.
2.
Interne en/of externe herplaatsing
2.1
Door het Loopbaancentrum wordt een zorgvuldige analyse gemaakt ten aanzien van de interne herplaatsingskansen van de betrokken medewerker. De analyse wordt schriftelijk vastgelegd.
2.2
Indien uit de analyse blijkt dat de kans op een succesvolle plaatsing binnen de organisatie klein is, dient ook ingezet te worden op externe herplaatsing ten behoeve van het vinden van werk buiten de eigen organisatie.
1
2.3
Ten behoeve van het vinden van werk buiten de eigen organisatie wordt op initiatief van de leidinggevende dan wel op verzoek van de medewerker een door het UMC Utrecht te bepalen (extern) bureau ingeschakeld.
2.4
De externe bemiddeling zal plaatsvinden gedurende het aantal resterende maanden van de herplaatsingstermijn.
3.
Vergoeding reis- en verhuiskosten Medewerkers die bij aanvaarding van hun functie, al dan niet extern, worden geconfronteerd met de noodzaak verhuiskosten te maken dan wel meer kosten moeten maken aan woon- werkverkeer, krijgen de verhuiskosten vergoed op basis van de regeling zoals die in de CAO UMC is opgenomen voor verhuisverplichtingen, indien de reisafstand op basis van de openbaar vervoersmogelijkheden meer bedraagt dan anderhalf uur overeenkomstig de normering van het UWV, tenzij de nieuwe werkgever alle vergoedingen verstrekt. Het meerdere aan reiskosten wordt gedurende een periode van twee jaar op basis van een vergoeding van 19 eurocent per kilometer gecompenseerd, tenzij de nieuwe werkgever een vergoeding geeft. Als deze vergoeding lager is dan de 19 eurocent per kilometer of de daadwerkelijke kosten, wordt het verschil gedurende dezelfde periode gecompenseerd.
4.
Vrijwillige vertrekpremie Medewerkers die geplaatst zijn in het herplaatsingstraject ontvangen een vertrekpremie als zij zelf ontslag nemen. De vertrekpremie is de uitwerking van hoofdstuk 8.4 onder 6b van het Sociaal Beleidskader. De hoogte van de vertrekpremie is een maandsalaris (art. 4.1. CAO UMC) per gewerkt dienstjaar met een maximum van 15 maanden. Deze premie wordt naar rato van de lengte van de verstreken herplaatsingsperiode verminderd. De vertrekpremie is exclusief de normale afrekening bij einde dienstverband (conform CAO UMC) en wordt alleen toegekend onder finale kwijting waarbij geen gebruik wordt gemaakt van andere in het Sociaal Beleidskader en dit Sociaal Plan opgenomen maatregelen dan wel aanspraken op WW/BWUMC.
5.
Remplaçantenregeling
5.1
Een medewerker uit de divisie Hersenen/Psychiatrie die niet met ontslag bedreigd wordt, kan de leidinggevende toestemming vragen om gebruik te maken van de Remplaçantenregeling. Aan deze medewerker zal alsdan ontslag op eigen verzoek worden verleend onder toekenning van een vertrekpremie.
5.2
Om voor de Remplaçantenregeling in aanmerking te komen moet aan alle volgende criteria worden voldaan: de medewerker heeft een aanstelling voor onbepaalde tijd; door het vertrek van de medewerker wordt ontslag voorkomen van een herplaatsingskandidaat; de vrijkomende functie is passend voor de herplaatsingskandidaat dan wel de herplaatsingskandidaat kan binnen 1 jaar aan de eisen van de functie voldoen.
2
5.3
Het management van de divisie/directoraat beslist op het verzoek om gebruik te maken van de Remplaçantenregeling en stelt de ontslagdatum vast.
5.4
De medewerker aan wie toestemming wordt verleend om gebruik te maken van de Remplaçantenregeling, ontvangt een vertrekpremie. Deze bruto vergoeding bedraagt maximaal vijf maanden salaris, inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering naar rato. De op de datum van ontslag niet genoten vakantie-uren worden uitbetaald. De hoogte van de vertrekpremie is afhankelijk van het moment waarop toestemming wordt gevraagd, gerekend vanaf het moment dat bekend is geworden welke medewerkers niet in de nieuwe organisatie geplaatst kunnen worden en daarover schriftelijk van op de hoogte zijn gesteld, conform onderstaande tabel: - binnen 1 maand: 5 maanden salaris - binnen 2 maanden: 4 maanden salaris - binnen 3 maanden: 3 maanden salaris - binnen 4 maanden: 2 maand salaris - daarna: 1 maand salaris
5.5
De leidinggevende verleent de medewerker geheel of ten dele ontheffing van eventuele terugbetalingsverplichtingen.
6.
Stimulering starten eigen bedrijf Medewerkers die door hun vertrek geen herplaatsingskandidaat worden en die overwegen een vorm van zelfstandig ondernemerschap aan te gaan, zullen een redelijke ondersteuning daarbij krijgen, dit onder de voorwaarde dat door externe financiers economische levensvatbaarheid wordt erkend en zo nodig een bedrijfskrediet zal worden verstrekt. De ondersteuning bestaat uit: a. b.
c.
eenmalig de kosten van het ontwikkelen van een businessplan voor de helft vergoeden met een maximum van €1000,- per medewerker. binnen redelijke grenzen buitengewoon verlof verlenen voor het onderzoek naar de mogelijkheid van het starten van een eigen bedrijf tenzij de bedrijfsvoering daardoor ernstig geschaad zou worden. zo mogelijk adviezen verstrekken ten behoeve van het starten van een eigen bedrijf.
Slaagt het starten van een eigen bedrijf niet dan wordt de periode van de herplaatsingstermijn -onder aftrek van het aantal maanden dat aan het starten van een eigen bedrijf is gewerkt- gebruikt voor het vinden van een passende functie,. Als men gebruik maakt van deze faciliteiten heeft men geen aanspraak meer op de andere faciliteiten uit het Sociaal Beleidskader of dit Sociaal Plan met uitzondering van de vrijwillige vertrekpremie, onder aftrek van het aantal maanden dat aan het starten van een eigen bedrijf is gewerkt. Voor remplaçanten geldt deze regeling met uitzondering van b en is de vertrekregeling conform artikel 5.
3
7.
Looptijd van het Sociaal Plan De looptijd van dit Sociaal Plan is twee jaar en eindigt op 1 januari 2014. Als de reorganisatie nog niet is afgerond dan zal de looptijd ongewijzigd worden verlengd met de termijn die nader tussen partijen zal worden afgesproken. In dat geval zullen partijen hierover drie maanden voor het einde van de looptijd met elkaar in overleg treden.
4
Aldus in vijfvoud opgemaakt te Utrecht d.d. 21 december 2011. Namens het UMC Utrecht:
Namens de werknemersorganisaties:
Prof.dr. J.L.L. Kimpen Voorzitter Raad van Bestuur
De heer G.J.M. Boggia Namens de ABVAKABO-FNV
Mevrouw K. Kasper Namens CNV Publieke Zaak
Mevrouw mr. B. Sprokholt Namens AC / FBZ
De heer D. Hamaker MSc Namens CMHF
5