Dit verhaal Een Goede Lezing
• “Waar moet ik op letten als ik een lezing geef” • Voldoet deze lezing aan wat hij zelf zegt?
Hans L. Bodlaender
2
Overzicht •
Voorbereiding van een lezing – –
• •
3
Voorbereiding •
Opbouw Vormgeving
Wat voor lezing ga je geven: – – – –
Geven van lezing Conclusies
4
Waarover? Voor wie? Waarom? Hoe lang?
De stof • Boven de stof staan! • Niet te veel detail in de lezing
Hoe ga je de presentatie geven? • Met beamer – Powerpoint – LaTeX en pdf-file
– Hangt af van publiek
• Foutvrije lezing (oefenen en controleren)
• • • •
5
6
Multimedia • Animaties • Demonstratie(s) – Aan het eind van de lezing?
Maken van slides • Begin op tijd • Zorg voor goede inhoud • Zorg voor goed uiterlijk
• Geluidseffecten • Niet overdrijven!
7
Met overhead slides Op bord Anders… Combinatie
8
Inhoud van slides • • • • •
Wat wil je vertellen met deze slide? Waarom? Op dit moment gedurende de lezing? Geschikt voor dit publiek? Duidelijk
9
Vormgeving van slides • Zorg voor goede hoeveelheid tekst per slide – Leesbaar! – Probeer altijd te streven naar compacte formuleren en vermijd dus te lange zinnen; probeer daar eens wat woorden weg te halen, zodat je – nog steeds de boodschap overbrengend – dezelfde informatie in minder woorden overbrengt
• Rustig, maar interessant
10
Plaatjes en diagrammen • Een voorbeeld zegt meer dan 1000 woorden! • Wil je de plaatjes
Goede informatiedichtheid • Slides dienen ter houvast • Geef: – Belangrijke definities, stellingen, technieken – Puntsgewijze opsomming van ideeen – Voorbeelden en visualisatie
– Op het bord tekenen? (Tijdens / van te voren?) • Voordeel: geeft rust, afwisseling • Nadeel: kost meer tijd, kans op fouten
– In de presentatie? • Meer tijd bij voorbereiding • Let op dat het goed leesbaar is 11
• Nummer je slides • Geen volledige zinnen! • Voor jezelf: aantekeningen op papier 12
Uiterlijk • Goed leesbare letter (bijv. 28 punts), maar ook weer niet te groot
Psychologie • Welk effect wil je bij het publiek oproepen? – – – – – –
• Te groot staat vreemd! • Niet te veel zinnen (max 10 regels) • Kleurgebruik: ondersteunend aan lezing; maakt slides boeiender • Inspringen helpt om structuur aan te geven 13
Informeren Prikkelen Aan het denken zetten Verrassen Inspireren Naar vooropgezette conclusie leiden
14
Opbouw lezing • Eerst: titelslide: Titel lezing en naam spreken (en andere auteurs) • Begin met overzicht van lezing – Alleen misschien overslaan bij korte lezingen (< 30 min)
• Inleiding • Kern • Conclusies 15
Inleiding 1. Beschrijving van probleemstelling • •
Motivatie Wat en hoe
2. Terminologie 3. Overzicht van wat al bekend is van de probleemstelling 4. Beschrijving van de eigen/nieuwe bijdrage 16
Kern
Over de conclusies
• • • • •
Wat is het belangrijkste idee? Eventueel (eerst) eenvoudiger versie Voorbeeld(en) Evt.: waarom kan het niet beter? Vaak kunnen details niet verteld worden: alleen een schets van het bewijs/idee • Of, een enkel detail uitwerken, en de rest tot grote lijnen beperken • Bedenk steeds: doel van lezing en publiek
• Herhaal de belangrijkste punten/bijdragen/boodschap • Open eindjes: vervolgonderzoek?
17
18
Controleer en oefen • Controleer je slides vooraf: – Spelling – Zinsbouw – Correctheid
Voor de lezing • Kom op tijd • Zorg dat de apparatuur goed werkt – Ook als iemand anders dat doet! – Lezing geven aan organisator op USB-stick of – Verifieer dat je laptop met beamer samenwerkt
• Oefen je lezing – – – – – 19
Tegen de spiegel of knuffelbeer Tegen een leek Tegen een kenner Is de lezing duidelijk? Is de lengte goed?
• Kleding, uiterlijke verzorging
20
Lezing
Spreken • Duidelijk, verstaanbaar
• Spreken • Houding
– Niet mompelen – Niet voorlezen
• Melodie in stem: probeer eentonige stem te vermijden • Goed tempo – Niet te snel – Ook: niet te snelle overgangen van slides: lezers moeten alles goed hebben kunnen lezen! – Niet te langzaam 21
22
Houding • Actieve houding – Handen uit de zakken
• Wees niet bang je handen te gebruiken • Eventueel af en toe wat op het bord schrijven • Kijk de zaal in! – Maar niet steeds naar dezelfde persoon 23
Lengte • Let op goede tijdsduur (ook al bij oefenen) • Vuistregel: 2 – 3 minuten per slide – Klopt vaak niet…
• Trucje: maak wat reservemateriaal aan het eind voor als je tijd overhoudt • Wat kan je inkorten als het te lang duurt? • Houd tijd in de gaten, en houd je aan de tijd! • Een geoefende lezing gaat vaak sneller in `het echt’ 24
Vragen • Een paar minuten aan het eind voor het beantwoorden van vragen
Niet doen: • Slide met alleen de tekst vragen?
– Wees niet bang – Wees eerlijk – Wees beleefd
Vragen?
• Vragen tijdens de lezing: – Houd de regie in handen – Zorg dat de lezing “door blijft gaan”, maar ga wel op zinvolle vragen in 25
26
Ook niet doen: • Te irritante animaties of clipart • Witte of juist te drukke achtergrond • Bullets 1 voor 1 laten verschijnen – Maar dan wel snel doorklikken
• • • • • • • 27
Onrustig zijn Om jezelf lachen Te veel opscheppen Zo lang bij 1 dia spreken dat de schermbeveiliging aangaat Met de pointer de beamer per ongeluk uitzetten Over snoeren struikelen Veel te lang doorgaan
Een goede lezing • Neem je publiek serieus! • Een enkel grapje tijdens de lezing maakt ‘m beter ☺ – Goede smaak – Echt grappig hoeft niet eens ?
• Persoonlijk element inbrengen
28
Zenuwen • Beetje zenuwachtig is goed • Te zenuwachtig: – Vaker oefenen helpt! – Niet nodig!
29
Conclusies • • • • • • • 30
Bereid je goed voor Maak een goede lezing op slides Oefen Let tijdens de lezing op houding, spreken en tijd Neem je publiek serieus Was dit een goede lezing? Worden goede sprekers geboren of gemaakt?