1 Colofon:
Dit onderzoek is verricht door de Projectgroep Toegankelijkheid Stations Arnhem – Zutphen. Deze projectgroep is ingesteld door de Samenwerkende Bonden van Ouderen in Gelderland (SBOG) op initiatief van de themagroep Verkeer en Vervoer van de SBOG. De projectgroep bestaat uit: Dhr. H. Kuiper Dhr. D. Westra Dhr. J. Holtslag Dhr. H. Parmentier Mw. M. Smits Eindredactie: Mw. M. Smits (Beleidsmedewerker SBOG) Dit rapport is tegen verzendkosten te bestellen bij de SBOG. Stuur uw gegevens via e-mail:
[email protected] of bel naar 0481-453680
2
3 Inhoudsopgave: Voorwoord
blz . 5
1. Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doel- en vraagstelling 1.3 Maatschappelijke relevantie
blz. blz. blz. blz.
2. Onderzoeksopzet 2.1 Criteria 2.2 Indicatoren 2.3 Basisvoorzieningen 2.4 Wijze van onderzoek
blz. 9 blz. 9 blz. 9 blz. 10 blz. 11
3. Openbaar vervoer langs de IJssellijn 3.1 Regio Arnhem – Zutphen 3.2 Stations langs de spoorlijn Arnhem – Zutphen 3.3 Relevante organisaties en begrippen
blz. 12 blz. 12 blz. 12 blz. 13
4. Stations 4.1 Arnhem centraal 4.2 Arnhem Velperpoort 4.3 Arnhem Presikhaaf 4.4 Velp 4.5 Rheden 4.6 Dieren 4.7 Brummen 4.8 Zutphen
blz. 14 blz. 14 blz. 20 blz. 23 blz. 26 blz. 28 blz. 30 blz. 33 blz. 35
5. Conclusies en aanbevelingen 5.1 Conclusies 5.2 Aanbevelingen
blz. 39 blz. 39 blz. 40
Bronnenlijst Bijlage:
7 7 7 7
Toetskaart lijn Arnhem - Zutphen
4
5 Voorwoord: De SBOG heeft voor de vijfde keer een toegankelijkheidsonderzoek gedaan voor stations. Deze keer betreft het de lijn Arnhem-Zutphen. De SBOG is het samenwerkingsverband van drie ouderenbonden in Gelderland: de ANBO, de KBO en de PCOB. Zij dienen en bevorderen het welzijn van alle senioren in Gelderland, zodat deze de regio over hun eigen leven kunnen voeren. Dit doel sluit aan bij één van de provinciale beleidsdoelen in Gelderland, namelijk: ‘het stimuleren van voorzieningen die mensen in staat stellen zelfstandig te wonen en te participeren in de samenleving”. Dit is in lijn met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Mobiliteit is hierin een basisbehoefte voor het onderhouden van maatschappelijke en economische contacten. Langs en om het spoor en treinvervoer zijn de laatste jaren veel ontwikkelingen gaande. De resultaten van eerdere onderzoeken naar de toegankelijkheid van treinstations langs regionale spoorwegverbindingen, waren voor de Samenwerkende Bonden van Ouderen in Gelderland (SBOG) aanleiding om opnieuw een werkgroep in het leven te roepen voor een onderzoek naar de stations aan de spoorlijn Arnhem – Zutphen. De hoofdvraag van dit onderzoek is: Hoe functioneren de treinstations met betrekking tot toegankelijkheid voor de ouderen en minder validen. Hierbij gaat het om de vraag van fysieke toegankelijkheid, voorzieningen en veiligheid. Deze worden via indicatoren vastgesteld die in dit rapport vermeld worden. In 2004 werd in Oost Gelderland het eerste stationsonderzoek uitgevoerd (in de Achterhoek). In 2007 werd de toegankelijkheid van de stations in Zuid Gelderland en het Rivierengebied onder de loep genomen. In 2012 verscheen het rapport naar de toegankelijkheid van stations in het Gelderse gedeelte van de Stedendriehoek. Nu, in februari 2014, zijn wij verheugd het rapport over de stations langs de lijn Arnhem – Zutphen te mogen overhandigen aan Mevr. C. Bieze, gedeputeerde Openbaar Vervoer bij de Provinciale Staten van Gelderland. Wij hopen dat dit rapport aanzet zal geven tot de aanbevolen verbeteringen en zo zal bijdragen aan de mobiliteit van ouderen in Gelderland. Het bestuur van de SBOG dankt de projectgroep die het onderzoek heeft uitgevoerd, bestaande uit: Dhr. H. Kuiper (voorzitter), Dhr. D. Westra, Dhr. J. Holtslag, Dhr. H. Parmentier en Mw. M. Smits (beleidsmedewerker SBOG).
Namens het bestuur van de SBOG, Mw. M. Grandia voorzitter SBOG
6
7 1. Inleiding 1.1 Aanleiding De Themagroep Verkeer en Vervoer initieerde reeds vier keer eerder een toegankelijkheidsonderzoek voor stations aan regionale spoorwegverbindingen in Gelderland. In 2004 onderzocht een projectgroep de stations in Oost Gelderland. In 2007 verscheen een rapport over de toegankelijkheid van de stations in Zuid Gelderland. In 2011 werd het rapport over de toegankelijkheid van de stations aan de Valleilijn gepresenteerd. En in 2012 waren de stations in de Stedendriehoek aan de beurt. De rapporten beschrijven de situatie en de eventuele tekortkomingen van de stations aan een bepaalde spoorverbinding met betrekking tot toegankelijkheid en doen aanbevelingen voor verbetering hiervan. In maart 2013 is een projectgroep van de SBOG van start gegaan om de aan de lijn ArnhemZutphen gelegen stations aan een onderzoek te onderwerpen. Het rapport van dit onderzoek ligt nu voor u. 1.2 Doel- en vraagstelling Doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de mate van toegankelijkheid, in de breedste zin van het woord, voor oudere en minder valide reizigers van de stations aan de lijn Arnhem Zutphen. Door het inzichtelijk maken van de tekortkomingen op het gebied van toegankelijkheid, kunnen maatregelen worden getroffen die leiden tot verbeteringen die aansluiten bij de behoeften van de doelgroep. De vraagstelling luidt als volgt: Hoe functioneren de treinstations met betrekking tot toegankelijkheid voor de oudere en minder valide reiziger? Om antwoord te kunnen geven op deze vraag zijn de stations en de directe stationsomgeving beoordeeld aan de hand van een aantal criteria op het gebied van fysieke toegankelijkheid, (sociale) veiligheid en aanwezige voorzieningen. Hierover kunt u in hoofdstuk 2 meer lezen. 1.3 Maatschappelijke relevantie De reiziger voor wie dit onderzoek wordt uitgevoerd is de 60-plusser, die soms uitstekend ter been is, maar soms ook mobiliteitsproblemen en/of een visuele of een auditieve beperking heeft. Het zijn deze fysieke problemen die het reizen met de trein bemoeilijken en soms zelfs nagenoeg onmogelijk maken. Deze groep ouderen zal de komende jaren in omvang toenemen en een groter gedeelte van de Gelderse bevolking zal, mede als gevolg van overheidsmaatregelen, naar verwachting moeite krijgen met zelfstandig reizen per openbaar vervoer. Een deel van deze mensen is nu voor vervoer afhankelijk van het zogenaamde Vervoer op Maat en de financiële regelingen die gemeenten voor dit vervoer aanbieden. Deze financiële ruimte neemt echter af en mede met het oog daarop is toegankelijkheid van het reguliere openbaar vervoer voor mensen met een fysieke beperking noodzakelijk. Daarnaast is het zo lang mogelijk zelfstandig kunnen zijn, ook met betrekking tot mobiliteit, een speerpunt in het ouderenbeleid. Maar uiteraard is dit onderzoek niet alleen relevant voor deze doelgroep. Een goede toegankelijkheid dient alle reizigers, ook zij die geen beperkingen hebben. Bovendien profiteren van een aantal voorzieningen die voor 60-plussers van belang zijn, zoals bijvoorbeeld een
8 openbaar toilet, ook andere doelgroepen. Denk hierbij aan ouders met jonge kinderen of toeristen. ProRail en NS, die samen verantwoordelijk zijn voor het beheer en de toegankelijkheid van de stations, hanteren een aantal criteria om te bepalen welke stations zelfstandig toegankelijk moeten zijn, te weten: 1. Het aantal in- en uitstappers (tenminste 2000 in-, uit- en overstappers per dag) 2. Stations op knooppunten waar meerdere lijnen samenkomen en reizigers overstappen 3. Regionale spreiding; binnen een straal van 15 km langs het spoor moet tenminste één station zelfstandig toegankelijk zijn. Bezien in het licht van deze criteria zou een aantal stations dat in dit onderzoek is opgenomen niet zelfstandig toegankelijk hoeven zijn. De SBOG is echter voorstander van het zelfstandig toegankelijk maken van alle stations, zeker gezien de bezuinigingen op het aangepast vervoer voor de doelgroep ouderen en minder validen.
9 2. Onderzoeksopzet 2.1 Criteria Om de hoofdvraag van dit onderzoek Hoe functioneren de treinstations met betrekking tot toegankelijkheid voor de oudere en minder valide reiziger? te kunnen beantwoorden is het van belang te weten aan welke criteria de stations dienen te voldoen om tegemoet te komen aan de wensen van de oudere reiziger en minder valide reiziger. In eerdere stationsonderzoeken zijn hiervoor al criteria opgesteld, die bij dit onderzoek zijn geactualiseerd. -
Fysieke toegankelijkheid Voorzieningen (Sociale) Veiligheid
Onder fysieke toegankelijkheid vallen de looproutes van, naar en op de stations. Ook horen hiertoe de (loop)routes van en naar andere vervoersmodaliteiten (auto, bus). Onder voorzieningen vallen de elementen die het (oudere en minder valide) reizigers mogelijk maken op het station te vertoeven, zoals zitgelegenheid of de mogelijkheid zich te oriënteren op de omgeving. Onder (sociale ) veiligheid vallen de elementen die ervoor zorgen dat de doelgroep zich veilig voelt op een station, zoals voldoende verlichting, beschutting en afscherming van gevaarlijke plaatsen. 2.2 Indicatoren Per criterium zijn indicatoren opgesteld, die worden geformuleerd in de volgende deelvragen: 1. Fysieke toegankelijkheid: Mogelijkheden om zonder obstakels gebruik te maken van verschillende vervoersmodaliteiten: - Is er een parkeerterrein (hoe is dit te bereiken, wat is het aantal plaatsen) - Zijn er zogenaamde ‘Park& Ride’ plaatsen (max. 30 min. parkeren) - Zijn er gemarkeerde taxistandplaatsen - Is er speciale parkeergelegenheid voor gehandicapten - Zijn er haltes voor overig OV-vervoer - Is er een fietsenstalling (voldoende ruimte, fietskluizen) Looproutes: - Zijn de looproutes duidelijk aangegeven - Zijn de looproutes vrij van obstakels - Zijn de looproutes goed toegankelijk voor minder validen (en zijn deze geschikt voor rolstoelen/scootmobielen e.d.) - Zijn de looproutes voor mensen met een visuele beperking duidelijk gemarkeerd 2. -
Voorzieningen: Is er een loketservice Zijn de ticketautomaten goed toegankelijk en bruikbaar Is er een goed zichtbare omgevingsplattegrond aanwezig
10 -
Zijn er publieke toiletten, ook voor minder validen Is er de mogelijkheid tot het kopen en nuttigen van een consumptie Is er een telefooncel Is er een pinautomaat Zijn er voldoende afvalbakken Zijn er zichtbaar opgestelde bagagekluizen Zijn er servicemedewerkers beschikbaar, eventueel voor assistentie aan minder validen Heeft het station (beschutte) zitplaatsen Is er een EHBO-post of een alarmzuil Is er een verrijdbare brug voor rolstoel- of scootmobielgebruikers
3. -
(Sociale) Veiligheid Zijn de looproutes voldoende afgeschermd van gevaarlijke plaatsen Is er een service/alarmzuil Is het station en de omgeving voldoende verlicht Zijn station en perrons overal goed zichtbaar (geen bosschages langs looproutes bijvoorbeeld)
2.3 Basisvoorzieningen Uiteindelijk is uit de lijst van indicatoren een selectie gemaakt van elementen die de projectgroep wezenlijk acht voor een goede toegankelijkheid van stations voor de doelgroep. Deze ‘basisvoorzieningen’ komen niet altijd overeen met de basiseisen die NS Stations of ProRail stellen aan een station. Eerder is aangegeven dat de SBOG het belangrijk vindt dat ieder station zelfstandig toegankelijk is voor iedereen. Gekozen is om toch de door de SBOG gewenste voorzieningen op te nemen in de lijst van basisvoorzieningen, ook al is de kans dat deze op korte termijn aangebracht zullen worden niet groot (omdat zij niet overeenkomen met de door Pro Rail en NS als noodzakelijk geachte voorzieningen). Overige voorzieningen zijn zeker gewenst en kunnen naar verwachting het gebruik van de stations vergroten, maar worden niet gerekend tot het basispakket van absoluut noodzakelijke voorzieningen.
1 2
Basisvoorziening Parkeermogelijkheid voor auto’s
Parkeermogelijkheid voor brengers en afhalers 3 Parkeergelegenheid voor taxi’s 4 Parkeergelegenheid voor gehandicapten 5 Mogelijkheid tot eenvoudig overstappen op overig ov 6 Mogelijkheid tot fietsen stallen 7 Toegankelijke looproutes naar de perrons 8 Toegankelijke route voor gebruikers van rolstoel/scootmobiel, etc. 9 Toegankelijke route voor visueel gehandicapten 10 Veilige doorgang tot perrons 11 Voldoende sociale veiligheid
Indicatoren Parkeervoorziening met enige vrije plaatsen beschikbaar Parkeerbord ‘P&R’zone Gemarkeerde standplaats Gemarkeerde parkeerplaats (en) Instaphaltes overig ov op max. 5 minuten loopafstand, zonder obstakels te bereiken Fietsenstalling met enige vrije plaatsen beschikbaar Korte, overzichtelijke routes zonder obstakels Korte, overzichtelijke routes zonder obstakels Doorlopende looplijn van entree tot perron Afscherming van gevaarlijke plaatsen Goede verlichting, vrij zicht
11 12 Mogelijkheid tot oriëntatie op omgeving 13 Publieke toiletten (ook voor minder validen) 14 Mogelijkheid beschut zitten 15 Voldoende mogelijkheid tot leren kennen dienstregeling 16 Mogelijkheid tot gesproken informatie over actuele vertrekstaten ontvangen 17 Mogelijkheid tot aanschaf vervoersbewijs 18 Mogelijkheid tot in- en uitgaan van trein met rolstoel/scootmobiel 19 Aanwezigheid medische voorzieningen
Plattegrond omgeving Minimaal 1 toilet, ook geschikt voor minder validen Minimaal 4 beschutte zitplaatsen per perron Minimaal één goed leesbaar bord per perron en stationshal Goed verstaanbare luidsprekers/omroepinstallatie Loketservice of ticketautomaat, goed toegankelijk voor mensen in een rolstoel/scootmobiel Verrijdbare brug voor rolstoelen, scootmobielen, minimaal één per perron AED, service/alarmzuil per perron of minimaal één servicemedewerker per station
Deze basisvoorzieningen zijn opgenomen in een ‘toetskaart’, aan de hand waarvan ieder station is onderzocht. Eenzelfde soort toetskaart is voor eerdere stationsonderzoeken gebruikt. Er zijn voor dit onderzoek enige lichte aanpassingen gedaan. U vindt de gebruikte toetskaart in de bijlagen (bijlage 1). De toetskaart ‘Toegankelijkheid stations lijn Arnhem - Zutphen’ is het uitgangspunt geweest voor de schriftelijke verslagen die, na observatie, per station zijn opgesteld. 2.4 Wijze van onderzoek De opgestelde toetskaart was leidend tijdens dit onderzoek, maar uiteraard hebben de projectgroepleden ook verder gekeken dan de punten die hierop vermeld staan. Zo is ook gekeken naar de stationsomgeving en naar de ‘ambiance’ van het station. Dit is immers de kwaliteit van het geheel zoals dat wordt ervaren door de bezoeker. Om er voor te zorgen dat de toetskaart door de leden van de projectgroep op dezelfde manier geïnterpreteerd zou worden, is een eerste station door de volledige projectgroep onderzocht. Hierbij is afgestemd op welke wijze waarnemingen opgenomen en beoordeeld zullen worden. Vervolgens is ieder station meerdere malen onderzocht, in een steeds wisselende samenstelling van projectgroepleden, om in verschillende situaties en op verschillende tijdstippen een beeld te krijgen van het station. De bevindingen zijn daarna uitgebreid besproken in de projectgroep. De stations zijn onderzocht in de periode maart 2013 tot en met oktober 2013. De stations zijn onderzocht op werkdagen (maandag tot en met vrijdag). De bevindingen van de gezamenlijke onderzoeken zijn weergegeven in schriftelijke verslagen. Deze verslagen zijn ter inzage en correctie neergelegd bij de Regionale Samenwerkende Bonden van Ouderen in Rijn IJssel, de afdelingsbesturen van ouderenbonden in de gemeenten Zutphen, Brummen, Rheden/Rozendaal en Arnhem. Ook de eventueel aanwezige gehandicapten-platforms uit betreffende gemeenten is gevraagd om hun ervaring met de stations en eventuele aanvullingen op de verslagen. Per station zal een beschrijving worden gegeven, waarna wordt aangegeven welke basisvoorzieningen dit station mist. Daarnaast zal ook een aantal kritische punten worden genoemd, die, hoewel niet horende bij de basisvoorzieningen, toch mogelijkerwijs aangepakt zouden moeten worden om de toegankelijkheid van het station te vergroten. Dit resulteert in aanbevelingen die per station zullen worden gedaan.
12 3. Openbaar Vervoer langs de IJssellijn 3.1 Regio Arnhem – Zutphen De spoorlijn tussen Arnhem en Zutphen is 27 kilometer lang en ligt vrijwel volledig tussen het IJsseldal en de Veluwe (Arnhem tot Rheden: Veluwezoom). Ten oosten van de spoorlijn is het land vlak, met weilanden en uiterwaarden. Ten westen van de spoorlijn is het land heuvelachtig, met bossen en grote heidevelden (m.n. Nationaal Park Veluwezoom). Het is vanwege de landschappelijke kwaliteiten een toeristisch gebied. Arnhem is de hoofdstad van Gelderland met circa 150.000 inwoners. Zutphen is een Hanzestad aan de IJssel, met ruim 35.000 inwoners. Arnhem heeft een belangrijke economische functie in de regio. Verder is er een groot aantal (beroeps)opleidingen aanwezig, waaronder de Hogeschool Arnhem Nijmegen. 3.2 Stations langs de Spoorlijn Arnhem – Zutphen In 1860 begint de Staat der Nederlanden met de aanleg van ‘Staatslijn A’, onderdeel van het eerst aangelegde spoorwegennet van Nederland. Staatslijn A verbindt de steden Arnhem, Zutphen, Deventer, Zwolle en Leeuwarden met elkaar. Vanaf 1865 wordt het stuk spoor tussen Arnhem en Zutphen in gebruik genomen. De meeste (oorspronkelijke) stations die in dit onderzoek zijn opgenomen dateren dan ook uit deze periode. Het traject tussen Arnhem en Zwolle, waarvan het gedeelte Arnhem – Zutphen deel uitmaakt, heet de IJssellijn. Tussen Arnhem en Zutphen rijden intercity’s (Zwolle – Roosendaal) die stoppen op de haltes Arnhem, Dieren en Zutphen (twee maal per uur in beide richtingen). Verder rijden er stoptreinen tussen Arnhem en Zutphen, die stoppen op alle tussengelegen, in dit onderzoek opgenomen, stations. Deze stoptreinen rijden twee keer per uur in beide richtingen. De treinverbinding tussen Arnhem en Zutphen wordt vooral gebruikt door forenzen en studenten/scholieren. De reistijd met de stoptrein tussen Arnhem en Zutphen bedraagt 30 minuten. De stations die in dit onderzoek zijn opgenomen, zijn: Arnhem Centraal, Arnhem Velperpoort, Arnhem Presikhaaf, Velp, Rheden, Dieren, Brummen en Zutphen. Arnhem Centraal is de laatste jaren ingrijpend verbouw; een proces dat nog niet voltooid is. De beoordeling van dit station berust dan ook op meerdere momentopnames binnen een ingrijpend veranderingsproces; een beeld van het afgeronde station kan dus nog niet worden gegeven. Het is wenselijk het station na afloop van het bouwproces opnieuw te onderzoeken om een eindopname te kunnen maken. Voor station Arnhem – Velperpoort en omgeving bestaan ook verregaande verbouwingsplannen. Station Arnhem Presikhaaf is de ‘jongste’ halte (1969).
13 3.3 Relevante organisaties en begrippen Het openbaar vervoer in de gehele Provincie Gelderland is een gemeenschappelijke aangelegenheid van de Nederlandse Spoorwegen, de Provincie Gelderland en de Stadsregio Arnhem Nijmegen Hoofdrailnet: Het hoofdnetwerk van spoorwegen in Nederland wordt beschouwd als van nationaal belang en daarvoor is het Ministerie van Verkeer en Waterstaat verantwoordelijk. Tot 2015 rijdt uitsluitend NS Reizigers op dit hoofdrailnet. De verbinding tussen Arnhem en Zutphen maakt deel uit van het hoofdrailnet. NS Reizigers: De bedrijfseenheid van de Nederlandse Spoorwegen die verantwoordelijk is voor het reizigersvervoer. NS reizigers voert de treindienst tussen Arnhem en Zutphen uit. ProRail: De taakorganisatie die het spoorwegennet in Nederland beheert (aanleg, beheer en onderhoud van de railinfrastructuur en bijbehorende voorzieningen). Qua voorzieningen draagt ProRail verantwoordelijkheid voor looproutes, verlichting, bewegwijzering, reizigersinformatie, perrons en traversen, zitbanken, wachtruimtes en de betaalde fietsenstalling. NS Stations: Het bedrijfsonderdeel van de Nederlandse Spoorwegen dat zich bezig houdt met exploitatie en beheer van de stations. Het betreft onder andere het beheer van commerciële ruimtes in de stationsgebouwen, toezicht op de veiligheid, het schoonhouden en uitvoeren van onderhoud van de stations. De kaartautomaten zijn eigendom van NS Stations (echter weer verhuurd aan de Provincie). NS Commercie: NS Commercie is het onderdeel van de Nederlandse Spoorwegen dat zich bezig houdt met de reis en het verblijf van de reiziger. Zij vertaalt de visie van NS en de wens van de reiziger in ontwerpen en specificaties van diensten en producten. De diensten en producten moeten leiden tot een betere dienstverlening aan de klant. Busstations: De busstations zijn deels eigendom van de Provincie, deels van de gemeente waar zij toe behoren. Gemeenten: Gemeenten zijn als wegbeheerder verantwoordelijk voor de directe omgeving van de stations (de parkeerplaatsen, het voorplein) en van de gemeentelijke wegen die daar naar toe leiden. De stations langs de lijn Arnhem – Zutphen liggen in een viertal gemeenten: Arnhem, Rheden, Brummen en Zutphen.
14 4. Stations 4.1 Arnhem Centraal Algemeen: Arnhem heeft een station sinds 1845 (gelijk met de oplevering van de Rhijnspoorweg). Momenteel vinden er grote bouwwerkzaamheden plaats in en rond het station. Deze bouwwerkzaamheden maken onderdeel uit van het project Arnhem Centraal, waarbij zowel het trein- als het busstation vernieuwd worden en daarnaast ook kantoren, winkels en woningen rondom het station gerealiseerd worden. Een grootschalig project, dat al sinds 1997 loopt en zeker nog een paar jaar zal voortduren. Station Arnhem ligt noordwestelijk van het centrum van de stad. Het station heeft een hoofdingang aan de zuidzijde (centrumzijde) en een kleinere ingang aan de noordelijke zijde (Sonsbeekzijde) van het station. Voorterrein (centrumzijde): Naast het hoofdgebouw is aan de centrumzijde een aantal parkeerplaatsen, taxistandplaatsen en P&R standplaatsen aanwezig, evenals enige parkeerplaatsen voor gehandicapten. Er is een grote ondergrondse parkeergarage, die bereikt kan worden vanuit de oostzijde van het voorterrein, of vanuit de verkeerstunnel aan de westzijde van het voorterrein. Geleidelijnen lopen vanaf het voorterrein naar de stationshal. De looproutes zijn echter niet overal vrij van obstakels. Dit komt deels door de bouwwerkzaamheden, deels doordat voetgangers en fietsers zich niet lijken te houden aan de voor hen aangewezen zones. Overal staan fietsen tegen de hekken langs de looproutes geparkeerd. Vanaf de centrumzijde is vlak vóór de hoofdingang de fietsenstalling te bereiken. Deze fietsenstalling bestaat uit een bewaakt en een onbewaakt gedeelte. Men kan er fietsen huren, kleine reparaties laten doen en de e-bike opladen. Er bevindt zich nog een kleine, omheinde, rommelige fietsenstalling aan de zijkant van het busstation. Deze is voorzien van een slot en dus niet openbaar. Net als aan de voorzijde van het station staan fietsen buiten de hekken gestald. Schuin voor de hoofdingang ligt het busstation. Het busstation is erg slecht verlicht en rommelig. Het is moeilijk te bepalen welke bus men moet nemen; het informatiebord staat opgesteld net buiten de stationshal, wat niet logisch is voor mensen die uitsluitend van het busstation gebruik maken. Bij de perrons staat niet duidelijk aangegeven welke bussen er vertrekken. Passagiers wachten op de kop van het busstation, een smal platform, en moeten om het vertrekperron te bereiken een aantal onduidelijk aangegeven treden afstappen, en de “straat” oversteken, waarover voortdurend bussen rijden. Op het vertrekperron mag niet gewacht worden (dit is ook zeer smal). Het smalle wachtplatform dient tegelijkertijd als looproute naar de stationshal. Op het busstation ontbreken geleidelijnen.
15 Aan de voorzijde van de stationshal is een plattegrond aanwezig en bewegwijzering naar het busstation, de taxi’s en het centrum van de stad. Stationshal: De entree van het station bestaat uit een breed voorportaal. In dit brede gedeelte zijn toiletten aanwezig (ook geschikt voor invaliden), evenals bagagekluizen. Ook is hier zitgelegenheid (verderop in de tunnel niet). Hier staan de vertrekstaten, ticketautomaten en een pinautomaat. De informatiekiosk van de NS bevindt zich ook in dit gedeelte. De perrons zijn bereikbaar middels een brede tunnel. Aan het begin van de tunnel staan de in- en uitcheckzuilen voor de OV-chipkaart (op dit station zowel NS als Arriva en Breng). In de tunnel is een aantal winkels.De stationshal is volledig voorzien van geleidelijnen en is goed verlicht. De perrons staan duidelijk aangegeven. De stationshal is nog niet voltooid, hetgeen de situatie er over een aantal jaren heel anders uit zal doen zien. Perrons: Alle perrons zijn bereikbaar d.m.v. trappen, roltrappen en liften. De leuningen van de trappen zijn, voor de gebruiker aan de rechterzijde, voorzien van braille. Op de treden zijn duidelijk contrasterende stippen aanwezig. Alle perrons zijn voorzien van een kiosk met een AED-apparaat en op het laatste moment van onderzoek werd er gewerkt aan een overdekte en verwarmde wachtruimte op ieder perron. Daarnaast is er nog een groot aantal bankjes op het perron aanwezig. Vertrekstaten zijn aanwezig en reizigers worden door middel van digitale informatieborden op de hoogte gehouden van de actuele stand van zaken m.b.t. de vertrek- en aankomsttijden van de treinen. De omroepinstallatie is goed verstaanbaar. De klok is duidelijk zichtbaar. Op alle perrons zijn in- en uitcheckzuilen voor de OV-chipkaart aanwezig (Arriva, Breng en NS), waarbij heldere instructie staat voor mensen die overstappen en daarbij wisselen van vervoerder. Eveneens zijn er stempelautomaten op de perrons. De rand van het perron is duidelijk gemarkeerd met een witte lijn. Geleidelijnen zijn aanwezig, maar verspringen regelmatig en zijn hier en daar versmald vanwege obstakels op de routes. De aansluiting tussen trein en perron is goed (geen grote ‘gaten’). Op station Arnhem wordt in- en uitstapassistentie verleend en er is dan ook op ieder perron een verrijdbare brug aanwezig. Achterzijde station: Middels trappen en roltrappen is een loopbrug over de sporen te bereiken, waarmee men het station aan de achterzijde (Sonsbeekzijde) kan verlaten. De trapleuningen zijn voorzien van braille en de traptreden van contrasterende stippen. Op elk perron is een lift naar deze loopbrug toe. In de loopbrug zijn geleidelijnen aanwezig, die precies naar dat deel van de trappen leiden waar braille aanwezig is (rechterzijde vanaf de loopbrug). In de kleine stationshal aan de noordzijde staan ticketautomaten en een stempelautomaat. Vertrekstaten zijn duidelijk zichtbaar. In- en uitcheckzuilen staan bij de ingang. In de hal is een kiosk aanwezig en er hangt een digitaal informatiesysteem dat de reiziger op de hoogte houdt van de actuele stand van zaken. Er is een plattegrond aanwezig.
16 Wanneer men de straat oversteekt is er een onoverdekte, onbewaakte, fietsenstalling aanwezig. Deze is overvol. Een kleine bewaakte fietsenstalling direct aan de zijkant van de uitgang biedt echter nog voldoende plaats. Parkeergelegenheid is zeer beperkt: er is een aantal P&R-plaatsen maar voor langdurig parkeren zal men toch gebruik moeten maken van de parkeergarage die via de voorkant van het station te bereiken is. Conclusie: Ontbrekende basisvoorzieningen : - geen Kritische punten: - het busstation is zeer rommelig, donker en gebruikersonvriendelijk - doorgaande bouwwerkzaamheden zorgen voor overlast en onduidelijkheid - de looproutes worden weliswaar niet direct geblokkeerd, maar zijn zeer rommelig door geparkeerde fietsen en elkaar kruisend verkeer (dat zich niet in de eigen zone begeeft)
17
18
19
20 4.2 Arnhem Velperpoort Algemeen: Station Arnhem Velperpoort is een viaductstation (verhoogd station dat tevens de functie van viaduct heeft). Het oorspronkelijke station dateert uit 1893. Het huidige stationsgebouw dateert uit 1988 en is eigenlijk niet meer dan een trappenhuis. Gemeente Arnhem heeft bouwplannen voor station Arnhem Velperpoort en het gebied er om heen. Deze zijn echter nog in ontwikkeling. Voorterrein (centrumzijde): Station Arnhem Velperpoort wordt door middel van borden duidelijk aangegeven. Het gehele station is voorzien van camerabewaking. Bij het station is een zeer beperkt aantal parkeerplaatsen aanwezig. Wel is de parkeergarage Velperpoort dicht bij (ongeveer 100 m.). Er zijn drie taxistandplaatsen; een gehandicaptenparkeerplaats ontbreekt. Ook ontbreekt een P&R-plaats. Bushaltes liggen aan de kruisende weg, op ongeveer twintig meter van het voorterrein. Aan de voorzijde (centrumzijde) is de fietsenstalling te klein, hetgeen resulteert in fietsen die in de looproutes geparkeerd staan. Naast de fietsenstalling staat een omgevingsplattegrond. Aan de voorzijde van het station zijn een overdekte ticketautomaat en een kiosk (zonder loketfunctie) aanwezig. De geleidelijnen op het voorterrein zijn zeer verwarrend: één loopt er recht tegen een muur aan. Toegang tot perrons: Onderaan de toegang tot de perrons hangen digitale informatieborden met de actuele vertrektijden. Geleidelijnen lopen tot aan de trappen die zijn voorzien van braille op de leuning en contrasterende stippen op de treden. Aan beide zijden van de perrons hebben de trappen halverwege een bordes zonder geleidelijnen. Bij de trappen hangen stempelautomaten. Het trappenhuis is goed verlicht. De opgang tot het perron aan de achterzijde is niet goed onderhouden. Stukken steen ontbreken en er ligt veel zwerfafval. Het station beschikt niet over hellingbanen of liften. Hierdoor is het station volkomen ontoegankelijk voor mensen in een rolstoel. Perrons: Station Arnhem Velperpoort heeft twee perrons. Beide perrons hebben een overdekte wachtruimte met zitgelegenheid. Op de perrons zelf staan ook nog bankjes. Op beide perrons staat een alarmzuil. Een AED ontbreekt. De klok is goed leesbaar en de vertrekstaten zijn duidelijk zichtbaar. Beide perrons zijn voorzien van geleidelijnen en de perronrand wordt gemarkeerd met een witte streep. Deze is hier en daar wel flink beschadigd. De aansluiting op de treinen lijkt goed, maar doordat de perrons hier en daar wat verzakt zijn, moet men soms een grote stap nemen om in de trein te komen. Het noordelijke perron (aan de achterzijde van het station) heeft een ticketautomaat (bij het zuidelijke perron staat deze bij de opgang tot het perron). De perrons zijn voorzien van goede verlichting, een omroepinstallatie en camerabewaking.
21 Op het station wordt geen in- en uitstapassistentie verleend (er is dan ook geen verrijdbare brug aanwezig). Achterzijde: Een ruime fietsenstalling bevindt zich aan de achterzijde van het station. Echter ook hier staan fietsen in de looproute, ondanks nog beschikbare ruimte in de stalling. Er is een groot aantal verouderde fietskluizen aanwezig, waarvan de meeste leeg zijn. Ook aan deze zijde van het station zijn taxistandplaatsen aanwezig. Conclusies: Ontbrekende basisvoorzieningen: - Publiek toilet - Verrijdbare brug/in- en uitstapassistentie - Hellingbaan/lift - AED - Parkeerplaats voor gehandicapten - P&R zone Kritieke punten: - Het station maakt een verloederde en slecht onderhouden indruk - Er staan veel fietsen buiten de stalling, in de looproute - Geleidelijnen op het voorterrein lopen onlogisch
22
23 4.3 Arnhem Presikhaaf Algemeen: Station Arnhem Presikhaaf is het meest oostelijk gelegen station van Arnhem en dateert uit 1969. Het station wordt veelvuldig gebruikt door studenten van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), die op een paar minuten afstand gelegen is. Voorterrein: Heldere bewegwijzering naar het station ontbreekt. Het voorterrein van het station ligt ten noorden van de perrons. Aan beide zijkanten van het voorterrein is een aantal parkeerplaatsen aanwezig (geen gehandicaptenparkeerplaats, geen Park&Ride). Op de momenten van het onderzoek zijn er nog parkeerplaatsen vrij. Hetzelfde geldt voor de fietsenstalling. De vraag is of dit ’s avonds en in het weekend ook zo is, vermoedelijk heeft een groot aantal studenten zijn of haar fiets permanent bij het station geparkeerd om vanuit hier snel naar de campus van de HAN te komen. Fietskluizen zijn aanwezig en er hangt een bord met tips om je fiets zo goed mogelijk te beschermen tegen diefstal. Op het voorterrein van het station staat een overdekte ticketautomaat. Ook is er een plattegrond aanwezig. Er lopen geen geleidelijnen over het voorterrein. Voor de opgang naar het noordelijke perron (richting Arnhem CS) staat een digitaal informatiebord met hierop de actuele vertrektijden. Bushaltes zijn gelegen aan de kruisende weg, op ongeveer twintig meter van het voorterrein. Toegang tot perron: De trapleuningen naar beide perrons zijn voorzien van brailletekens. Tevens zijn de trappen voorzien van contrasterende stippen. Hellingbanen en liften ontbreken. Dat betekent dat dit station ontoegankelijk is voor minder validen die geen gebruik kunnen maken van een trap. Bij de trappen naar beide perrons staat een digitaal informatiebord. Hier staan ook de stempelautomaten. Om het zuidelijke perron te bereiken moet men, over een voetpad langs een doorgaande weg, onder het spoor door lopen. Aan deze zijde zijn geen aparte voorzieningen als parkeergelegenheid, ticketautomaat, plattegrond e.d. Het is echter maar een paar meter van het voorterrein verwijderd. Geleidelijnen voeren vanaf de stoep naar de trap richting perron toe. Perrons: Op beide perrons staat een ov-chipzuil. Op het noordelijke perron ook een alarmzuil. Vertrekstaten zijn op beide perrons aanwezig. Op beide perrons is overdekte wachtruimte zonder zitgelegenheid. Er staan wel onoverdekte bankjes op beide perrons. De perrons zijn schoon en er zijn voldoende prullenbakken. De klok is duidelijk zichtbaar. De perrons zijn voorzien van geleidelijnen. De afscheiding van het perron is gemarkeerd met een witte lijn. Deze is op het zuidelijke perron wel wat beschadigd en minder duidelijk. Een AED ontbreekt. Op het station wordt geen in- en uitstapassistentie verleend; een verrijdbare brug is dan ook niet aanwezig. Conclusie: Ontbrekende basisvoorzieningen: - Publiek toilet
24 -
Verrijdbare brug/in- en uitstapassistentie Hellingbaan AED Geleidelijnen op het voorterrein Alarmzuil op het zuidelijke perron Beschutte zitgelegenheid Gehandicaptenparkeerplaats
Kritische punten: - Het zuidelijke perron is minder goed onderhouden.
25
26 4.4 Velp Algemeen: Velp heeft al een station sinds 1865. In 1973 werd het bestaande stationsgebouw afgebroken en vervangen door een eenvoudig glazen wachtlokaal. Het huidige stationsgebouw stamt uit 1982. In het gebouw zat lang een kiosk maar momenteel staat het te huur. Voorterrein: Het onbemande station beschikt over ruime parkeergelegenheid. Hoewel er tijdens de onderzoeken steeds plaatsen beschikbaar waren, stonden er toch veel auto’s in de omliggende wijk geparkeerd. Wellicht is het terrein rond het spitsuur vol. Het voorterrein is voorzien van een P&R-plaats en twee gehandicapten-parkeerplaatsen. De bushaltes voor verder OV liggen aan de Rijksweg op meer dan 200 meter afstand. Geleidelijnen ontbreken. Voor het stationsgebouw staan twee ticketautomaten, overdekt en beschut. Volgens de stickers op de automaten kunnen ook reisbewijzen voor Syntus en Arriva worden geleverd. Naast de automaten staan een zuil met spoorweginformatie en een omgevingsplattegrond. Daarnaast staat er een digitaal informatiebord, op één van de momenten van onderzoek werd deze buiten dienst aangetroffen. Aan weerszijden van het stationsgebouw zijn ruime, onbewaakte rijwielstallingen aanwezig met ongeveer zestig fietskluizen. Men kan een OV-fiets huren (drie kluizen). Toegang tot perrons: Rechts naast het stationsgebouw bevindt zich de opgang van enkele treden naar het eerste perron. Hier zijn ook de in -en uitcheck zuilen, stempelautomaat en alarmzuil te vinden. Aansluitend aan het eerste perron is de fietsenstalling, gedeeld door een eveneens op het perron uitkomend voetpad. Ook deze opgang is voorzien van een in -en uitcheck zuil. Aan het eind van het eerste perron is eveneens een opgang, voorzien van een sluis met een in -en uitcheck zuil. Perron 2 is te bereiken vanaf het voorterrein via een voetpad over het spoor. Perrons: Perron 1 beschikt over zitplaatsen en overdekte wachtruimte. Een afsluit- en verwarmbare wachtruimte bevindt zich in het stationsgebouwtje, dat te huur staat. Links van het stationsgebouwtje ligt een voetpad dat toegang geeft tot het tussen de sporen gelegen tweede perron (perron 2 is een zogenaamd eilandperron). Aan de linkerkant van dit voetpad, voor de overweg, treft men een in -en uitcheck zuil en een stempelautomaat aan. De overweg is beveiligd door slagbomen. De achterzijde van perron 2 is over de gehele lengte beveiligd door een hek, evenals beide einden. Ook op perron 2 is overdekte wachtruimte aanwezig, alsmede een aantal bankjes. Een alarmzuil ontbreekt. Beide perrons beschikken over geleidelijnen. De belijning op de perrons ter afscheiding zijn wit en schoon. De klokken zijn goed zichtbaar. Verlichting is op de perrons aanwezig en de omroepinstallatie is goed te verstaan. Er zijn voldoende prullenbakken op het perron. Conclusie: Ontbrekende basisvoorzieningen: - Openbaar toilet - Verrijdbare brug/ in- en uitstapassistentie
27 -
AED Alarmzuil op perron 2 Haltes voor busvervoer in de nabijheid
Kritische punten: - Geleidelijnen lopen niet over het gehele voorterrein
28 4.5 Rheden Algemeen: Het station werd geopend in 1882 als halteplaats aan de lijn Arnhem-Zutphen. Het station deed dienst tot 1927, toen het weer werd gesloten. In 1952 werd een nieuw station geopend, ter vervanging van het tot dan toe bestaande station De Steegh – Rheden. Station Rheden ligt in een rustige woonomgeving. Het station bestaat uit twee, door een weg gescheiden perrons, schuin tegenover elkaar (zogenaamde bajonetligging). De perrons liggen aan weerszijde van de overweg met de Groenestraat (50 km-zone). Voorterrein: Van een voorterrein is geen sprake omdat de woonhuizen slechts door een straat en een smalle groenstrook van het perron 2 worden gescheiden. Het smalle stationsgebouw is voor de helft afgebroken (2007). Het overgebleven deel doet nu dienst als rijwielzaak. Op de door de sloop vrijgekomen plek zijn een tweetal abri’s geplaatst, elk voorzien van een ticketautomaat. Ondanks de donker gemaakte ruiten van de abri’s slaagt de zon er toch in de beeldschermen van de ticketautomaten te beschijnen. Deze voorziening bedient tevens het aan de overzijde van de weg gelegen perron 1. Een bewegwijzering vanaf de weg naar de perrons is niet aangetroffen. Vanaf het perron is de bewegwijzering duidelijk. Men wordt geattendeerd op een informatiepunt en het nabijgelegen Posbanktransferium. Er is een beperkt aantal parkeerplaatsen aanwezig, één invalidenparkeerplaats, maar geen P&R of taxistandplaatsen. In de omgeving is geen bushalte. Een plattegrond is te vinden bij de ingang naar perron 1, evenals de vertrekstaten en overige informatie en mededelingen. Digitale informatievoorziening is niet aanwezig. Aan de overzijde van de kruisende weg, tegenover perron 1 bevind zich een ruime onbewaakte fietsenstalling met vijftien fietskluizen (en vijf kluizen waaruit men een OV-fiets kan huren). Toegang tot perrons: Vanaf de straat loopt men direct perron 2 op. Perron 1 ligt aan de overzijde van de kruisende Groenestraat. Er ontbreekt een veilige oversteekplaats voor voetgangers. Ook worden de automobilisten niet geattendeerd op eventuele overstekende voetgangers. Beide perrons zijn via een lichte hellingbaan te bereiken. De omgevingsplattegrond bevindt zich bij de opgang naar perron 1. Perrons: Perron 2 is direct gelegen aan de voorzijde van het station. Er zijn geleidelijnen op het perron aanwezig, al lopen die enigszins onlogisch. De banken op het perron staan bijzonder dicht op de looproute. Ongeveer een meter voor de bank wijkt de lijn uit, passeert de bank en gaat dan weer terug naar de oorspronkelijke lijn. Opmerkelijk is het, dat een afvalbak naast de bank wel ongeveer 50 cm naar achteren is geplaatst. Dit lijkt precies de ruimte die nodig is voor een veiliger loopbaan voor visueel beperkten en de huidige stand van de banken, in de logische route van de geleidelijnen, lijkt onhandig. De rechterkant van perron 2 is voorzien van een lichte en korte hellingbaan die direct op de rijbaan uitkomt. De linkerkant van perron 2 loopt achter het gebouwtje van de rijwielzaak licht af, achter de abri’s langs, tot de overweg. De geleidelijnen buigen schuin naar links, om een signaallicht en hekwerk heen en eindigen schuin voor de treinbaan. Een vijftal metalen paaltjes met een ketting ertussen moet voorkomen dat men direct na de oversteek de rijbaan wil oversteken om op perron 1 de trein te halen. De ketting tussen de laatste twee paaltjes is verdwenen.
29 Verder zijn de looproutes vrij van obstakels en er zijn voldoende lichtpunten aanwezig. Beide perrons beschikken over een overdekte wachtruimte met bankjes. Op beide perrons zijn voldoende in- en uitcheck- en stempel voorzieningen. Een AED is op het gehele complex niet aanwezig. Alleen op perron 1 is een alarmzuil. Vreemd lijkt het, dat er bij de in-en uitcheckpalen wel een signalering op de geleidelijnen is aangebracht (noppentegel), terwijl dit niet het geval is bij de stempelautomaat of bij de ingangen van de wachtruimten. Aan het einde van de hellingbaan van perron 1 eindigt deze abrupt, haaks op het voetpad, zonder enige signalering (bijvoorbeeld een noppentegel). De witte rand ter markering van de rand van het perron is op perron 1 bijzonder bruin. Aan het eind van het perron 1 is geen hekwerk. Conclusie: Ontbrekende basisvoorzieningen: - Openbaar toilet. - Verrijdbare brug/in- en uitstapassistentie - AED-apparaat - Alarmzuil perron 2 - Overig OV in de directe omgeving - Niet overal veilige looproute, o.a. ketting tussen paaltjes ontbreekt, hekwerk ontbreekt Kritische punten: - Niet overal, waar nodig, noppentegels - Onbeveiligde oversteek Groenestraat
30 4.6 Dieren Algemeen: Station Dieren dateert uit 1865 en ligt redelijk centraal in Dieren. Het stationsgebouw dateert uit 1902 en is in de loop der jaren enigszins aangepast. Het station heeft een dubbelzijdig perron met aan de zuid-oostzijde (voorkant station) één en aan de andere zijde vier sporen. Het spoorgebouw staat op een zogenaamd eilandperron. Twee van deze sporen worden in het vakantieseizoen gebruikt door Veluwsche Stoomtrein Maatschappij die toeristen het stukje Gelderland tussen Apeldoorn en Dieren laat zien. Station Dieren wordt naast de stoptrein ook door de intercity Zwolle – Roosendaal aangedaan. Voorterrein: Zuid-Oostzijde (voorkant) Station Dieren beschikt over een onbewaakte fietsenstalling. Deze is tijdens de momenten van onderzoek niet vol; toch staan er hier en daar fietsen los tegen de hekken langs de opgang naar het perron. Op het voorterrein zijn P&R plaatsen aanwezig, evenals een taxistandplaats. Hier zijn ook de bushaltes voor verder vervoer. Geleidelijnen lopen van de straat richting perron, echter niet vanaf de bushaltes. Informatie over de vertrektijden van de bussen wordt digitaal weergegeven. Men kan vrij parkeren. De parkeerplaats is dan ook vol. Er staan ook auto’s van een naburig bedrijf, het lijkt dus niet om alleen ‘stationsverkeer’ te gaan. Opgang naar perron: De opgang naar het perron aan de voorzijde (middels een hellingbaan) kruist de spoorbaan richting Zutphen. De voetgangersoversteek is beveiligd met spoorbomen. De hellingbaan heeft geleidelijnen. Bewegwijzering en verlichting zijn goed. Aan de andere zijde van het spoor gaat een tunnel onder de spoorbaan door. Trappen leiden van en naar deze tunnel. Geleidelijnen ontbreken. Ook ontbreekt braille op de trapleuning. De trappen beschikken wel over contrasterende stippen. De trap naar beneden is breder dan de tunnel, zodat een slechtziende de kans loopt tegen het smalle deel van de tunnelbuis te lopen. Een waarschuwing hiervoor ontbreekt. Bij deze tunnel bevindt zich een ticketautomaat. In de nabije toekomst zal ten behoeve van de voetgangers een zogenaamde passerelle (loopbrug) worden aangelegd bij het station. Perrons: Op het eilandperron, waar ook het stationsgebouwtje staat, zijn ticketautomaten, stempel- en in-en uitcheck zuilen aanwezig. De klok en de omroepinstallatie werken naar behoren. Een kiosk, een beschutte wachtruimte en een toilet, ook toegankelijk voor minder validen, hebben onderdak gevonden in het antieke stationsgebouw. De geleidelijnen lopen niet verder dan het stationsgebouw (er zijn geen markeringen om de ingang van bijvoorbeeld de kiosk aan te geven). De rand van het perron is over de gehele lengte voorzien van een witte streep. Een alarmzuil, prullenbakken en een plattegrond behoren tot de inventaris. Een AED, bagagekluizen en een pinautomaat daarentegen weer niet. Op station Dieren wordt geen in- en uitstapassistentie verleend; er is dan ook geen verrijdbare brug aanwezig. Aan de noord-oostelijke zijde van het station bevindt zich een extra perron dat uitsluitend gebruikt wordt door de Veluwsche Stoomtreinmaatschappij t.b.v. toeristische ritten.
31 Achterzijde: Aan de noord-westzijde van het station ligt een woonwijk, waar men vrij kan parkeren. De omliggende straten zijn dan ook bezet met geparkeerde auto’s. In de nabije toekomst zal er nieuwe, ruime parkeergelegenheid gecreëerd worden bij station Dieren. De onbewaakte rijwielstalling aan de achterzijde is vol en er staan veel fietsen in de gangpaden. Deze fietsenstalling beschikt over 148 fietskluizen. Tegenover de ingang, op het grasveld, is een plattegrond aanwezig. Conclusie: Ontbrekende basisvoorzieningen: - Verrijdbare brug/in- en uitstapassistentie - Voldoende parkeergelegenheid - AED - Geleidelijnen naar de bushalte Kritische punten: - Het tunneltje van de achterzijde (noordwestzijde) van het station naar het perron toe is zeer gebruikersonvriendelijk, met name voor visueel beperkte reizigers. - Gebruikers van een rolstoel/scootmobiel kunnen het perron alleen vanaf de voorzijde van het station bereiken.
32
33 4.7 Brummen Algemeen: Het station ligt aan de rand van het dorp. Met enige korte tussenpozen heeft Brummen al een station sinds 1865. Het oorspronkelijke stationsgebouw is in 1970 afgebroken. Het station bestaat uit twee sporen en twee perrons (perron 2 is een eilandperron). Voorterrein: Vanuit het dorp is er bewegwijzering naar het station. Het station is goed verlicht. Een plattegrond, een informatie/reclamebord en een digitaal vertrektijdenpaneel zijn aanwezig op het voorterrein. Links van het entree is een brievenbus geplaatst. Een vijftiental meters verder naar links is een bushalte. Aan de andere kant van de weg is tegenover de entree van het station eveneens een bushalte, voorzien van een bank. Van enige beschutting voor de buspassagiers is geen sprake. Links op het voorplein, nabij de overweg, staan twee overdekte ticketautomaten. De onbewaakte fietsenstalling is vol en enkele rijwielen staan dan ook buiten de stalling. De stalling heeft veertig fietskluizen waarvan zes voor een OV-fiets. Er is geen verhuur/reparatie en/of E-bike oplaadpunt. De parkeerplaats is onverhard met wat kuilen. Wel kunnen passagiers uitstappen op een verharde plaats. Veel auto’s staan langs de kant van de weg geparkeerd, wat er op kan duiden dat het parkeerterrein op bepaalde uren van de dag vol staat. Voor Green Wheels is er een parkeerplaats. Er is een halte voor de buurtbus naar Eerbeek en een standplaats voor de Regiotaxi. Opgang tot perrons: Vanaf het voorterrein kan men direct perron 1 oplopen. Perron 2 (een eilandperron) is te bereiken via een overweg, direct aan het voorterrein gelegen. Perrons: Een onverwarmde wachtruimte is op beide perrons aanwezig. Op beide perrons zijn enkele bankjes. Beide perrons zijn voorzien van een hellingbaan. In- en uitcheckzuilen, stempelautomaten, een klok en verscheidene prullenbakken maken deel uit van het perroninterieur. Een alarmzuil lijkt alleen op perron 1 aanwezig. Een AED, een rookzuil, E.H.B.O. en blusmiddelen, zijn niet aangetroffen. Perron 2 kan men betreden via de overweg en daarna middels een hellingbaan. Perron 2 is ooit verlengd en alleen het verlengde deel is verhoogd waardoor een gering hoogteverschil is ontstaan bij het in-en uitstappen van de trein. Het hoger gelegen deel van dit perron heeft een witte perronrand die over gaat in een bruine rand voor het lager gedeelte. De geleidelijnen zijn niet over de hele lengte van het perron aangebracht. Deze beginnen bij de voetgangersoversteek en eindigen ter hoogte van het hoogte verschil en het kleurverschil van de perronrand. Conclusies: Ontbrekende basisvoorzieningen: - Publiek toilet - Verrijdbare brug/in- en uitstapassistentie - AED - Alarmzuil op perron 2 - P&R zone Kritische punten: - Perron 2 is slechts deels vernieuwd, op het ‘oude’ gedeelte is de opstap groot en er is een duidelijk verschil in onderhoud.
34
35 4.8 Zutphen Algemeen Station Zutphen dateert uit 1865. Het huidige stationsgebouw is in 1952 voltooid. In 2006 is de stationsomgeving grondig verbouwd (onder andere is een ondergrondse fietsenstalling gebouwd). De achterzijde van het station komt uit op een terrein dat momenteel nog in ontwikkeling is. Tijdelijk kan hierop geparkeerd worden. Het station wordt door verschillende lijnen aangedaan, waaronder de stoptrein tussen Arnhem en Zutphen en de intercity tussen Zwolle en Roosendaal. De treindienst wordt uitgevoerd door NS. Tot half één ’s nachts is er een halfuursdienst richting Arnhem, Nijmegen, Roosendaal. Voorterrein Voor net station ligt een modern tegelplein met daarin de toegang tot de bewaakte fietsenstalling. Aan de zijkanten van dit plein is aan beide kanten een laag plantsoen. Direct links van het station is het busstation, direct rechts de standplaats voor taxi’s, ook een aparte standplaats voor de regiotaxi. Bij een enigszins overdekte zuil kan een regiotaxi worden aangevraagd die dan binnen twintig minuten ter plaatse is. Er loopt geen geleidelijn naar de deze Regiotaxizuil toe. Rechts van het plein is eveneens een parkeerplaats voor kort parkeren. Geleidelijnen zijn aanwezig, maar deze lopen niet door tot in de stationshal. Voor het station staan een brievenbus en een rookzuil. Stationshal en spoortunnel In de stationshal hangt een grote klok en bewegwijzering in pictogramstijl naar het busstation, de taxistandplaats en de overdekte fietsenstalling. Vertrekstaten van de bussen ontbreken in de stationshal. Hiervoor moet men naar het minder beschutte busstation lopen. Ook is er geen plattegrond van Zutphen (of het centrum van Zutphen) aanwezig. In de hal hangt een digitaal informatiesysteem. Er staan vier ticketautomaten, waarvan er één een ‘lager’ model heeft dan de anderen. Bij deze kaartautomaten kan ook de OV-chipkaart worden opgeladen. Tevens is er een ticketservice in de kiosk, geopend van 06.00u tot 21.00u. Het personeel is géén NS personeel maar personeel van de kiosk. In de stationshal staan géén bankjes. De vertrektijden worden aangegeven door middel van digitale borden in de tunnel onder de perrons, ter hoogte van de trappen. In de spoortunnel zijn geen geleidelijnen aanwezig. De spoortunnel is goed toegankelijk voor mensen met een hulpmidde, dankzij niet steile hellingbanen. De spoortunnel is goed verlicht. Er is één toilet op het station, naast de stationshal. Dit is tevens een aangepast toilet, waarbij de deur opent na betaling van muntgeld of betaling via de mobiele telefoon. Ook is er een stalling aanwezig waar mensen hun hulpmiddel (scootmobiel, aangepaste fiets etc.) kunnen parkeren. Perrons: Er zijn twee perrons: perron 1 en perron 2/3. De trappen naar de perrons zijn voorzien van een fietsgeul, leuningen aan beide zijden en contrasterende stippen op de treden. Elk perron heeft een lift. Op de perrons zijn geleidelijnen aanwezig. Ook hier hangen informatieborden die de vertrektijden digitaal weergeven. De klokken hangen hoog en zijn goed leesbaar. Op beide platforms is een overdekte wachtruimte. Op perron 2/3 is ook een zogenaamde spitskiosk aanwezig, die, zoals de naam al aangeeft, alleen geopend is tijdens de spits van 06.00u/07.00u tot 10.00u en van 16.00u tot 19.00u. De in- en uitchekpunten voor de OV-chipkaarten – op dit station rijdt zowel NS als Syntus dus voor beiden een aparte zuil – staan logisch opgesteld bij de trappen naar de stationshal/spoortunnel toe. Ook staat daar een stempelautomaat. Beide perrons beschikken over een AED-apparaat.
36 Achteringang: Achter het station is een grote parkeerplaats, met een aantal parkeerplaatsen voor minder validen, het dichtst bij de ingang van het station. Er is een onbewaakte, overdekte fietsenstalling en er zijn fietskluizen die gehuurd kunnen worden. Ook hier is, net als aan de voorzijde van het station, een ‘park&ride zone voor kort parkeren. De halte voor treinvervangend vervoer bevindt zich ook direct aan de achterzijde van het station. Hier is een plattegrond van Zutphen aanwezig, evenals een spoorkaart van Nederland. Aan de achterzijde van het station lopen geen geleidelijnen. Er staan twee overdekte kaartautomaten. Voor de ingang hangt een bord met digitale vertrekinformatie. Fietsenstalling: Er is een uitgebreide, bewaakte fietsenstalling met de mogelijkheid fietsen te huren, te kopen en te laten repareren. De fietsenstalling is bemenst tussen 05.30u en 01.30u. Hier is 24-uurs camerabewaking. De omroep is niet hoorbaar in de fietsenstalling. Wel hangt er een informatiebord met de actuele vertrekgegevens van treinen. Fietsen staan opgesteld in de looproute van de stationshal naar de fietsenstalling toe. Deze steken een paar decimeter uit, het pad op. De fietsenstalling is bereikbaar via een trap vanuit de stationshal en via een niet steile trap vanaf het plein voor het station. Conclusie: Ontbrekende basisvoorzieningen: - Geleidelijnen in de stationshal en naar de Regiotaxi-zuil Kritische punten: - Zitgelegenheid in de hal ontbreekt - Vertrekstaten van de bussen ontbreken in de stationshal
37
38
39 5. Conclusies en aanbevelingen 5.1 Conclusies Om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag Hoe functioneren de treinstations met betrekking tot toegankelijkheid voor de oudere en minder valide reiziger? zijn de acht stations aan de lijn Zutphen – Arnhem kritisch onderzocht aan de hand van een toetskaart. Dit heeft per station een lijst van ontbrekende basisvoorzieningen en kritische punten opgeleverd, die in het vorige hoofdstuk staan vermeld. Het ene station kent beduidend meer kritische punten dan het andere station. Sommige kritische punten wegen wellicht ook zwaarder dan andere en ook per reiziger kan de behoefte aan bepaalde voorzieningen nogal verschillen. Hierbij moet worden opgemerkt dat de meeste kleine stations, ook wel halteplaatsen genoemd, met name een minder goede beoordeling hebben omdat zij bepaalde voorzieningen missen die door de SBOG als wel noodzakelijk, en door de eigenaar/beheerder van de stations als niet noodzakelijk worden gezien (toilet, verrijdbare brug). Al eerder is genoemd dat het ontbreken van sommige basisvoorzieningen conform beleid van NS Stations/ProRail is, maar dat de SBOG van mening is dat deze toch op ieder station aanwezig zouden moeten zijn om het zelfstandig reizen van ouderen en minder validen mogelijk te maken. . In het tweede hoofdstuk werden drie criteria onderscheiden die van belang zijn bij de toegankelijkheid van een station voor oudere en minder valide reizigers: - De fysieke toegankelijkheid - De voorzieningen - De (sociale) veiligheid Onderstaand wordt per criterium aangegeven wat het meest gesignaleerd is op de betreffende stations m.b.t de basisvoorzieningen: 1. Fysieke toegankelijkheid: - Te weinig parkeergelegenheid - Te weinig ruimte in de fietsenstalling (met als gevolg dat fietsen in de looproutes staan opgesteld) - Geleidelijnen ontbreken of zijn onlogisch gesitueerd 2. Voorzieningen: - Publieke toiletten ontbreken - Verrijdbare brug /in – en uitstapassistentie ontbreekt 3. -
Veiligheid Geblokkeerde looproutes (zie ook fysieke toegankelijkheid) Alarmzuilen ontbreken op een aantal perrons Looproutes zijn onvoldoende afgeschermd van gevaarlijke plaatsen.
Een aantal stations heeft te weinig parkeerplaats, waardoor parkeeroverlast in de nabijgelegen (woon)gebieden kan ontstaan. Met name worden hier de stations Dieren en Velp genoemd. Verder zijn op bijna alle stations op de momenten dat deze onderzocht zijn, de fietsenstallingen (over)vol
40 met als gevolg dat er fietsen in de looproutes staan opgesteld. Station Arnhem Velperpoort spant de kroon wat betreft hinderlijk geplaatste fietsen: ondanks dat er ruimte is in de fietsenstalling aan de achterzijde van het station, staan hier fietsen over het gehele terrein geparkeerd. De looproutes voor visueel gehandicapten zijn niet altijd even duidelijk aangegeven. Op station Brummen en Arnhem Presikhaaf ontbreken geleidelijnen deels, op station Rheden volgen zij een onlogische route en op station Arnhem Velperpoort eindigt er één tegen een muur. Op station Arnhem CS is het busstation voor blinden en slechtzienden niet goed toegankelijk vanwege het ontbreken of onduidelijk lopen van geleidelijnen. Er kan worden geconcludeerd dat alle onderzochte stations die door de NS als halteplaatsen worden aangeduid onvoldoende scoren vanwege het ontbreken van basisvoorzieningen als een toilet en een verrijdbare brug. Omdat de aanwezigheid van een toilet en een verrijdbare brug voor de eigenaar/beheerder van de station geen prioriteit heeft, moet men vrezen dat dit de komende jaren niet zal veranderen. Nu er in sommige treinen ook geen toilet meer is, zullen bepaalde groepen minder tot geen gebruik meer kunnen maken van het openbaar treinvervoer. Op verschillende stations (Arnhem Velperpoort, Dieren) werden de looproutes op de momenten van onderzoek geblokkeerd door fietsen. Uiteraard zijn dit momentopnames geweest, maar regelmatige controle en correctie is gewenst. Station Rheden scoort slecht op het punt veiligheid vanwege de onbewaakte oversteek (over de Groeneweg) naar perron 1. Station Arnhem Velperpoort oogt slecht onderhouden en rommelig, hetgeen een onveilige indruk wekt. Er bestaan bij de gemeente Arnhem plannen om dit station te verbouwen. Station Arnhem Velperpoort en Arnhem Presikhaaf zijn door het ontbreken van een lift of hellingbanen volstrekt ontoegankelijk voor mensen in een rolstoel/met een rollator. Tenslotte is het busstation van station Arnhem Centraal onveilig vanwege de onbeschermde oversteekplaats voor buspassagiers van het wachtplatform naar het vertrekperron van de bussen. Station Arnhem Centraal is de afgelopen jaren grondig verbouwd, waarbij het busstation nog aan de beurt zal komen. 5.2 Aanbevelingen In hoofdstuk 4 staan per station de ontbrekende basisvoorzieningen en overige kritische punten vermeld. De geconstateerde gebreken zijn tevens de verbeterpunten voor deze individuele stations. Wellicht zijn er punten die vrij snel kunnen worden aangepakt, terwijl er ook zaken zijn die van langere duur zijn of waarvoor zelfs ingrijpende verbouwing nodig is. Daarnaast kan in het algemeen geconcludeerd worden dat er stilgestaan moet worden bij het begrip ‘toegankelijkheid’ en wat we hieronder willen verstaan. Op het moment dat er zowel in treinen als op stations geen toiletten aanwezig zijn, is het openbaar treinvervoer voor een deel van de oudere of minder valide reizigers onbruikbaar en zijn zij aangewezen op andere vormen van vervoer (met alle bijkomende kosten), dan wel gedoemd tot thuis blijven. Inmiddels heeft Provincie Gelderland aangegeven dat er in 2020 toiletten in alle treinen aanwezig moeten zijn. Tot die tijd zal het voor bepaalde doelgroepen nog behelpen zijn. In- en uitstapassistentie wordt slechts op een beperkt aantal stations verleend. Dit betekent dat iemand in een rolstoel of scootmobiel geen gebruik kan maken van dit station. Zelfs voor mensen die
41 zeer slecht ter been zijn zal zelfstandig gebruik maken van het openbaar vervoer er op deze wijze niet in zitten. Voor het behoud van hun mobiliteit zijn zij aangewezen op dure voorzieningen óf de welwillendheid van hun eigen netwerk. Met het voor de gemeenten onbetaalbaar worden van (aanvullend) openbaar vervoer is het de vraag wat er over blijft van de mobiliteit van mensen die (door hun leeftijd) fysiek beperkt raken. Niet iedere oudere of gehandicapte beschikt over een uitgebreid netwerk dat hun mobiliteit zal garanderen. De SBOG pleit daarom voor het toegankelijk zijn van collectieve voorzieningen voor deze doelgroep (en daarmee dus voor vrijwel iedere reiziger). Omgevingsplannen worden gewijzigd, nieuwe vervoerders gebruiken soms ander materieel, kortom: dit rapport is gebaseerd op momentopnames. Daarom is het van belang de stations te blijven monitoren op toegankelijkheid voor oudere en minder valide reizigers in de breedste zin van het woord. Dit vraagt om regelmatig terugkerend onderzoek waarbij tussentijdse veranderingen worden gevolgd en geëvalueerd.
42
Bronnenlijst: De stations in Oost Gelderland onder de loep, Giesen L.H., Samenwerkende Bonden van Ouderen Gelderland, oktober 2004 Toegankelijkheid Treinstations Zuid Gelderland, Samenwerkende Bonden van Ouderen Gelderland, september 2007 Toegankelijkheid stations Valleilijn, Samenwerkende Bonden van Ouderen Gelderland, december 2010 Toegankelijkheid stations Stedendriehoek, Samenwerkende Bonden van Ouderen in Gelderland, juni 2012 www.cbs.nl www.ns.nl www.prorail.nl www.arnhem.nl www.rheden.nl www.brummen.nl www.zupthen.nl
43 Toetskaart Onderzoek lijn Arnhem – Zutphen Indicatoren gericht op: - Toegankelijkheid (waaronder ook onderhoud en veiligheid) - Voorzieningen (waaronder ook informatievoorziening) Daarbij letten op toegankelijkheid voor alle reizigers, dus ook gehandicapten/ouderen/anderstaligen (bijvoorbeeld gebruik van pictogrammen) Algemeen: - Algemene indruk - Ligging t.o.v. omgeving Voorterrein: - Bewegwijzering - Verlichting - Vlakke looproutes, vrij van obstakels - Geleidelijnen - Parkeerterrein (ook voor gehandicapten, P&R) - Bushaltes - Taxistandplaatsen - Plattegrond Fietsenstalling: - Voldoende plaatsen - Bewaakte stalling - Verhuur/reparaties - Fietskluizen - Oplaadpunt E-bike Stationsgebouw: - Toiletten - Kiosk/automaat - Pinautomaat - Zitgelegenheid - Bagagekluizen - Servicemedewerkers/EHBO post - Geleidelijnen - Ticketautomaat - Brailleschrift Perrons: - Ticketautomaat (hoog/laag) - Beschutte wachtgelegenheid - Klok - Digitaal informatiesysteem - Markering perronrand - Alarmzuil - Vertrekstaten - Omroep (gehoorapparaat?) - AED - Geleidelijnen
44 -
Hellingbaan (goed afgeschermd?) OV –chipzuil Stempelautomaat Prullebakken Rookzuil Aansluiting treinen op perron Verrijdbare brug/in- en uitstapassistentie
Achterzijde (indien aanwezig): - Plattegrond - Ticketautomaat - Stempelautomaat - OV-chipzuil - Vertrekstaten - Parkeergelegenheid - Digitale informatievoorziening - Geleidelijnen