Jaarverslag 2010
Dit jaarverslag bevat een overzicht van de activiteiten van Arbouw in 2010. In het najaar van 2011 worden de verzuim- en ongevalcijfers gepubliceerd. Gelijktijdig verschijnt de Bedrijfstakatlas. Deze uitgave biedt een overzicht van de gezondheid en de werkbeleving bij de diverse beroepen in de bouwnijverheid.
Arbouw in 2010 Arbouw is opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren. Dit jaarverslag geeft een beschrijving van de activiteiten die hieraan bijdragen. Het verslag bestaat uit drie delen: artikelen over de meest in het oog springende activiteiten, de cijfers met betrekking tot de uitvoering van het cao-pakket Preventiezorg en een totaaloverzicht van de werkzaamheden in 2010. Het voorwoord is van de bestuursvoorzitters.
3
‘Het werken aan de arbeidsomstandigheden werpt zijn vruchten af. Dat blijkt uit het dalende aantal arbeidsongevallen en het gestaag afnemende ziekteverzuim. Maar de cijfers leren ook dat het werk nooit echt klaar is. Er zijn immers niet alleen positieve resultaten.’
4
De bouwnijverheid en de arbeidsomstandigheden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als er wordt gebouwd, zijn er nu eenmaal risico’s. Om deze reden hameren Arbouw en de organisaties van werkgevers en werknemers op het grote belang van de arbomaatregelen. Zij voeren tal van activiteiten uit die ertoe leiden dat de bouw steeds gezonder en veiliger wordt. Dit werpt zijn vruchten af. Dat blijkt uit het dalende aantal arbeidsongevallen en het gestaag afnemende ziekteverzuim. Mooie cijfers, maar deze leren ook dat het werk nooit echt klaar is. Er zijn immers niet alleen positieve resultaten. Zo nu en dan is er weer sprake van een negatieve tendens. Dan wordt er in de bouw kennelijk wat minder gezond en veilig gewerkt. Eigenlijk mag dat niet gebeuren. Bouwen is mensenwerk waarbij de aandacht voor de arbeidsomstandigheden niet kan verslappen. Met Arbouw heeft de bedrijfstak een instituut dat het onderwerp arbeidsomstandigheden een vaste plek geeft. Door een continue stroom van communicatieve uitingen en voorzieningen zorgt Arbouw dat de aandacht voor goede arbeidsomstandigheden levend blijft. Zodanig, dat de gezondheid en veiligheid op een hoger niveau komt. Deze missie heeft ook in 2010 geresulteerd in diverse activiteiten. Zoals het ondersteunen van de sectoren bij het introduceren van de arbocatalogi voor de bouwnijverheid, de introductie van een nieuw kwartaalblad voor werkgevers en werknemers en de uitgave van nieuwe beroepenfolders en A-bladen. Arbouw heeft zich ook tot doel gesteld om met nieuwe middelen in te spelen op de veranderende bouwpraktijk. Een mooi voorbeeld is de Veiligheidsindex Bouw. Met dit instrument doen werknemers bij toerbeurt rondes over de bouwplaats om deze op vaste aspecten te meten. Uit deze metingen rolt een score die het bedrijf kan afzetten tegen de eigen bouwplaatsen en de sector in zijn geheel. Werken met de Veiligheidsindex Bouw stelt de ondernemer in staat trends te onderkennen en de verkregen scores te vergelijken. Maar belangrijker nog, het geeft een nauwkeurig beeld van het actuele niveau van de veiligheid. Bovendien past het in de huidige tijdgeest, waarin werknemers steeds meer bij de uitvoering van het arbobeleid worden betrokken.
Arbouw richt zich daarnaast op de gezondheid van werknemers met de campagne Lichter werk(t). Hiermee vraagt Arbouw, samen met de sociale partners, aandacht voor de fysieke belasting. Met de campagne worden werkgevers en werknemers gestimuleerd om arbovriendelijker te werken. Gerichte voorlichting op dit gebied is nodig, omdat zwaar tillen, ongunstige werkhoudingen en repeterende bewegingen de oorzaak zijn van een groot deel van het ziekteverzuim. Blijft er nog ruimte over voor verbetering? Wij denken van wel. De komende jaren zet Arbouw het leeftijdsbewust arbobeleid stevig op de agenda. De bouwnijverheid vergrijst immers en daarom wil Arbouw de bedrijven ondersteunen bij het verbeteren van de arbeidsomstandigheden, rekening houdend met het specifieke werkvermogen van het individu. Laten wij meteen maar een misverstand uit de weg ruimen; Arbouw zal zich niet alleen richten op de oudere werknemer. De aandacht gaat uit naar álle doelgroepen. Naar de jongeren, omdat zij nog te vaak het slachtoffer worden van een arbeidsongeval. Naar de grote middengroep, omdat ook zij nog jaren mee moeten en gezondheid nu eenmaal iets is van de lange termijn. Een leven lang gezond en veilig in de bouw moet voor iedereen mogelijk zijn. We hebben grote kans van slagen als we blijvend de aandacht richten op de arbeidsomstandigheden, en dan vooral op de verbetering daarvan.
Charley Ramdas Jack de Moel Werknemersvoorzitter Werkgeversvoorzitter
5
6
Werken aan de arbeidsomstandigheden is een continue proces. Daarom ontplooit Arbouw diverse activiteiten die steeds weer opnieuw aandacht vragen voor het doel, een gezonde en veilige werkplek. Er is aandacht voor het verlichten van het werk en het verbeteren van de veiligheid. Ook bewijst Arbouw snel in te kunnen spelen op vragen uit de bedrijfstak.
7
Arbouw voert samen met de sociale partners twee jaar lang campagne om de fysieke belasting onder de aandacht te brengen. Werkgevers en werknemers in de diverse sectoren krijgen informatie over arbovriendelijke hulpmiddelen en werkmethoden. In het verslagjaar is de campagne grotendeels voorbereid en in oktober gelanceerd. ‘Een flinke klus, maar meer aandacht voor zwaar werk is hard nodig’, zegt Edmondt Wijk.
8
In de bouw zijn talloze arbovriendelijke hulpmiddelen en werkmethoden die het werk verlichten. Het verminderen van de fysieke belasting is bittere noodzaak, want nu nog is een groot deel van het ziekteverzuim in de bouw het directe gevolg van de fysieke óverbelasting. Desondanks worden de hulpmiddelen en methoden nog niet op grote schaal toegepast. Bovendien zijn op sommige plaatsen de slechte begaanbaarheid van het bouwterrein en de beperkte toegankelijkheid van de werkplekken een probleem. Hierdoor neemt de fysieke belasting toe, met name op de onderste ledematen. Opgeteld bij de vaak zware werkzaamheden, zoals ongunstige werkhoudingen, tillen, duwen en trekken, ontstaan veel klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat.
Gratis adviezen over lichter werk Om de adviezen nog directer aan de man te brengen, worden ook nog eens tweehonderd bouwplaats-/werkplekadviezen vergoed. Deze worden uitgevoerd door een tiental deskundigen van arbodiensten en Aboma. Op verzoek inventariseren zij de risico’s en geven adviezen op maat om de fysieke belasting te verlagen. Bijvoorbeeld over het tillen, de transportroutes en het gebruik van de arbovriendelijke hulpmiddelen. ‘We vinden het belangrijk om bedrijven die op korte termijn een verbeterslag willen maken een handje te helpen’, zegt Wijk. ‘Vandaar dat de adviseurs heel gericht gaan kijken waar ruimte voor verbetering is. De praktijk leert dat dit heel verfrissend werkt.’
Snel toepasbaar Met de campagne Lichter werk(t) willen Arbouw en de dragende organisaties de situatie van rood naar groen krijgen. Met tips voor tien speerpuntberoepen, verdeeld over de sectoren bouw, infra en afbouw en onderhoud. De oplossingen zijn uit de dagelijkse bouwpraktijk gegrepen. Nog niet wijdverspreid, zoals een schouderlap voor de steigerbouwer en een kuiphouder voor de stukadoor, maar wel snel toepasbaar. ‘We hebben als doel gesteld dat de oplossingen ook bereikbaar zijn voor de kleinere ondernemers’, zegt communicatiemanager Edmondt Wijk van Arbouw. ‘Het zijn geen veranderingen waarvoor grote investeringen moeten worden gedaan, maar slimme manieren om het werk lichter te maken. Je kunt er bij wijze van spreken morgen mee aan de slag.’
Lange looptijd De wereld veranderen lukt echter niet binnen een dag. Lichter werk(t) heeft daarom een lange looptijd van twee jaar. In deze periode staat per drie maanden een van de speerpuntberoepen centraal. De bedrijven ontvangen informatie en op de campagnewebsite kunnen de bezoekers hun ideeën over lichter werken kwijt. Zij kunnen daarnaast reageren op een stelling en er zijn leuke prijzen te winnen.
De campagne Lichter werkt(t) is een initiatief van Arbouw en de organisaties van werkgevers en werknemers: Bouwend Nederland, FOSAG, FNV Bouw, CNV Vakmensen, NOA, de Aannemersfederatie Nederland, OBN en Centrum Natuursteen.
9
Ook in het verslagjaar was Arbouw dé vraagbaak op het gebied van de arbeidsomstandigheden. Met specifieke kennis ondersteunt Arbouw de bedrijven, hun personeel en de dragende organisaties. Kennis is nodig om de arbeidsomstandigheden in de praktijk te verbeteren, of om onduidelijkheid rond een arbothema weg te nemen. Want is het leggen van een zandcementdekvloer zo schadelijk voor de gezondheid dat een wettelijk verbod nodig is?
10
Dit specifieke voorbeeld begint met een artikel in dagblad Cobouw over de opstelling van de Arbeidsinspectie inzake het vloerenleggen. Binnen afzienbare tijd moet de traditionele zandcementdekvloer worden vervangen door het gieten van een anhydrietvloer, want dit staat als minder belastend te boek. De branche staat op zijn kop, want er is juist veel geïnvesteerd om het leggen van de zandcementdekvloer verregaand te automatiseren en dus lichter te maken. Aan Arbouw is door de brancheorganisaties gevraagd om actuele informatie te leveren over het vloerenleggen en de gezondheidsrisico’s. ‘De bedrijven bleken wel degelijk een punt te hebben’, zegt Cor van Duivenbooden, hoofd Onderzoek en Ontwikkeling. ‘Want uit de cijfers blijkt geen enkel significant verschil in de ervaren fysieke belasting en de lichamelijke klachten.’ De cijfers zijn afkomstig uit de Bedrijfstakatlas die Arbouw jaarlijks uitbrengt. Inmiddels is met de Arbeidsinspectie afgesproken dat aanvullend onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden om het werk nog verder te verlichten. Van Duivenbooden weet het niet zeker, maar vermoedt dat de vloerenbranche zonder de inbreng van Arbouw nog wel eens verder op zijn kop had kunnen staan. ‘Dan was er wellicht al een verbod op de zandcementdekvloer geweest. Nu krijgen de bedrijven in elk geval enig respijt.’
Presentaties In 2010 heeft, net als in het jaar ervoor, de service aan de dragende organisaties bij Arbouw een belangrijke rol gespeeld. Zo is op regionaal niveau een groot aantal presentaties verzorgd. Hier zijn onder meer de onderwerpen leefstijl, het werken op steigers, de fysieke belasting en de arbocatalogi aan de orde gekomen. Ook zijn net als in andere jaren workshops gegeven over het werken met de RI&E MKB Bouwnijverheid. De presentaties werden verzorgd voor Bouwend Nederland, de Aannemers Federatie Nederland, FOSAG, OBN, NOA, CNV Vakmensen, FNV Bouw en FNV Zbo. In opdracht van FNV Bouw heeft Arbouw daarnaast in 2009 het lespakket Reis door arboland gemaakt. Voor de docenten die met dit pakket aan de slag gaan, is in 2010 een instructiebijeenkomst georganiseerd. Arbouw is aanwezig geweest tijdens de Dag van de Bouw, de SGA dagen en het najaarscongres van FOSAG. Voor Knap Werk heeft Arbouw een tiental bijeenkomsten over ladders en het veilig werken met verf (mede) ingevuld. Op verzoek van Savantis heeft Arbouw tijdens een drietal bijeenkomsten de arbocatalogus nader toegelicht. Ook zijn presentaties gegeven voor de NVVK, KOMAT, NVBU, het Zwarte Corps, NVBU en Ballast Nedam. Voor het Hellende Dak is de workshop Stofbeperking verzorgd.
11
Veiligheid in kaart
Het gaat steeds een beetje beter met de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid. Maar volgens Jan Warning van Arbouw is dat nog geen reden om achterover te leunen. Nog altijd overkomt jongeren veel vaker een ongeval en dat baart zorgen. In 2010 werd de Veiligheidsindex Bouw geïntroduceerd, een instrument waarmee de bedrijven de veiligheid nog beter in kaart kunnen brengen.
12
Gemiddeld genomen gaat het goed met de veiligheid. Vanaf de beginjaren zeventig is onder het bouwplaatspersoneel sprake van een positieve trend. Het aantal arbeidsongevallen met verzuim is gehalveerd. Ook het aantal dodelijke ongevallen en ernstige ongevallen met ziekenhuisopname vertonen een dalende lijn. Goede resultaten, maar de cijfers kunnen best nog een beetje beter, vindt Jan Warning, directeur van Arbouw. ‘Van het bouwplaatspersoneel bevindt 14%* zich nog regelmatig in onveilige situaties. 6% vindt dat het met de veiligheid niet in orde is. Van de werknemers die wegens een ongeval hebben verzuimd, geeft 41% aan dat de werkgever geen blijvende maatregelen heeft getroffen om een dergelijk ongeval in de toekomst te voorkomen. Ook dat moet beter. Een ongeval is betreurenswaardig, maar moet tegelijkertijd ook leerzaam zijn. Zonder gerichte verbeteringen loop je kans dat het nog een keer gebeurt.’ Jongeren In tegenstelling tot bijvoorbeeld het bouwlawaai of de fysieke belasting, waarbij met gerichte maatregelen het risico kan worden weggenomen, ligt de oplossing voor het hogere ongevalscijfer bij jongeren minder voor de hand. ‘Het is al een tijdje zo dat jeugdigen vaker het slachtoffer worden van een ongeval, maar dat maakt het niet minder verontrustend’, aldus Warning. ‘Jongeren hebben nog weinig inzicht in de gevaren en nemen daardoor vaak een te groot risico. Het blijft een zaak van de werkgever om hier extra aandacht voor te hebben. Het gaat om een kwetsbare groep die goed moet worden voorgelicht en begeleid.’
Om het niveau van de veiligheid op een hoger plan te krijgen, lanceerde Arbouw in 2010 een nieuw instrument: de Veiligheidsindex Bouw. Met dit instrument maken werknemers bij toerbeurt rondes over de bouwplaats en beoordelen deze op enkele cruciale veiligheidsaspecten. Dé oplossing om de veiligheid voor jong en oud te verbeteren? ‘Het zal daar absoluut een bijdrage aan leveren’, zegt Warning. ‘Werken met de Veiligheidsindex vergroot het bewustzijn onder het personeel en onveilige situaties komen sneller aan het licht. Arbouw verwacht dan ook veel van het instrument. In de toekomst willen we het aantal deelnemende bedrijven nog verder vergroten.’ In het verslagjaar is Arbouw begonnen met de promotie. Zo is een startpakket ontwikkeld en een website (www.veiligheidsindexbouw.nl) gelanceerd. Op deze plek kunnen de deelnemende bedrijven hun scores invoeren en met de bedrijfstak vergelijken. Er zijn diverse publicaties verschenen en presentaties gegeven voor deskundigen en dienstverleners. Bij het ter perse gaan van dit jaarverslag zijn ruim vierhonderd startpakketten verstuurd. In het voorjaar van 2011 wordt het gebruik van het instrument verder gestimuleerd.
Al tijdens de vakopleidingen wordt aandacht aan gezond en veilig werken besteed. Zo halen veel leerlingen op school hun VCA-diploma en lopen zij met een leermeester mee. Desondanks behoeft deze groep vanwege het grotere aantal ongevallen extra aandacht, vindt Arbouw. Veiligheidsindex Bouw Bedrijven kunnen onveilige situaties voorkomen door te zorgen voor een hoge mate van collectieve veiligheid. In die situatie is het zo geregeld dat werknemers zich veilig over de werkplek kunnen begeven, ook al zijn ze niet voortdurend alert. Voorbeelden daarvan zijn steigers die volledig volgens de richtlijnen zijn opgebouwd en het afdichten van de sparingen in de vloer met mandragend materiaal.
Jan Warning. *Cijfers over 2009, die in 2010 door Arbouw zijn gepubliceerd.
13
Werken met de Veiligheidsindex Bouw Mobilis TBI Infra ging als een van de eerste bedrijven met de Veiligheidsindex Bouw aan de slag. Op de bouwput van het nieuwe Centraal Station van Rotterdam vullen Wim van Os en Hans Rovers het scoreformulier in. De keurig aangebrachte randbeveiliging is goed voor een groot aantal positieve beoordelingen. Maar niet alles is in orde. ‘Kijk, daar staat iemand op een metselsteiger met maar één plank erop. Dat is een streepje bij niet correct’, zegt Rovers hardop. Van een houten trap is een leuning afgebroken. Dat is een tweede streepje bij niet correct. Waar de twee staan, ligt ook een ladder op de vloer. ‘Daar kun je over struikelen. Dat ding had iemand even moeten opruimen’, zegt Van Os, die het zelf maar even gaat doen. Om een goed beeld te krijgen van de veiligheid moeten minimaal honderd van dit soort waarnemingen worden gedaan. Na verloop van
tijd, wanneer een aantal rondes is afgewerkt, kan het bedrijf conclusies trekken over het feitelijke arboniveau. Veiligheidskundige Dick Kraaijenbrink van Mobilis is bijzonder geïnteresseerd in deze informatie. ‘Een waarneming mag dan een momentopname zijn, al die momentopnames bij elkaar geven toch een goed beeld. Als op het gebied van het valgevaar de score laag is, weet je dat je daar extra alert op moet zijn. Ook kunnen we het personeel gerichter voorlichten, bijvoorbeeld tijdens de toolboxmeeting. De inspanningen kunnen uiteindelijk leiden tot minder ongevallen.’ Volgens Kraaijenbrink zal dankzij het instrument ook de bewustwording verbeteren. ‘Het doen van waarnemingen leert de mensen kritisch naar hun eigen werkplek en die van anderen kijken. Het maakt de werknemers bewuster van de risico’s en dus ook kritischer. Mondigheid is goed, want onveilige situaties moeten zo snel mogelijk worden gemeld.’
Werknemers van Mobilis TBI Infra werken met de Veiligheidsindex Bouw.
14
15
2
16
Preventiezorg
In de cao’s is vastgelegd dat elke werknemer in de bouwnijverheid recht heeft op preventiezorg. Het organiseren van deze zorg is een belangrijke taak van Arbouw. Ook in 2010 heeft een groot aantal werknemers van de vele mogelijkheden gebruikgemaakt.
17
In de cao’s is vastgelegd dat elke werknemer in de bouwnijverheid recht heeft op het individugerichte pakket preventiezorg. Het organiseren van deze zorg is een belangrijke taak van Arbouw. Voor de uitvoering zijn overeenkomsten gesloten met gecertificeerde arbodiensten. Deze hebben een looptijd van vijf jaar. 2010 was het eerste jaar van de nieuwe samenwerkingsovereenkomsten met de arbodiensten voor de periode 2010-2015. Voor deze periode wordt ingezet op de intensieve begeleiding van werknemers en de totstandkoming van een uitgebreid en uniform PAGO-rapport voor de werknemer. Nieuwe elementen in de samenwerkingsovereenkomst zijn onder meer: • De verplichting om elke werknemer na afloop van de medische keuring een PAGO-rapport te sturen. Dit rapport moet voldoen aan door Arbouw gestelde inhoudelijke eisen en vormeisen. • De introductie van de omgekeerde bewijslast, waarbij de arbodienst voor bepaalde werknemers aangeeft welke vervolgactiviteiten worden ingezet, of een reden opgeeft waarom dat niet gebeurt. Als aan deze eis niet is voldaan, worden de kosten van het PAGO niet vergoed. • Het minimumpercentage waarvoor de bedrijfsartsen werkzaam zijn voor de bouwnijverheid is verhoogd van 50 naar 75 procent. • Elke arbodienst moet beschikken over één (of meer voor grotere arbodiensten) werkadviseur die voor de bouwnijverheid is opgeleid. Deze adviseur kan naar aanleiding van het PAGO of het arbospreekuur vanuit een brede, algemene invalshoek de werknemers en werkgevers concreet adviseren. De adviezen gaan over organisatorische maatregelen of de aanschaf van arbovriendelijke hulpmiddelen. De doelstelling van het PAGO blijft vooral de vroege signalering van (uitval)risico’s en de gerichte en actieve begeleiding van werknemers om het werk duurzaam en veilig te kunnen doen. De bedrijfsartsen adviseren de werknemers in alle gevallen over gezond en veilig werken.
Werkvermogenindex Met behulp van dit instrument bepaalt de bedrijfsarts de kans dat een werknemer (binnen twee jaar) door ziekte of arbeidsongeschiktheid
18
uitvalt. De kans wordt berekend op basis van de antwoorden van de werknemer op vragen over het werkvermogen. Doordat de bedrijfsarts vroegtijdig het risico op uitval kan signaleren en kennis heeft van de mogelijke maatregelen, kan hij de werknemer tijdig en direct adviseren over hoe gezond te blijven werken.
Arbeidsongeschiktheidsindicator In aanvulling op de Werkvermogenindex is de Arbeidsongeschiktheids(AO) indicator ontwikkeld. Hiermee wordt de kans bepaald dat een werknemer binnen vier jaar uitvalt wegens ziekte en niet binnen het jaar het werk volledig hervat. De criteria zijn: • Een matige of slechte score op de Werkvermogenindex. • De aanwezigheid van regelmatige ernstige pijnklachten aan het bewegingsapparaat. • Meer dan drie maanden verzuim in het voorafgaande jaar. • De hoogte van de leeftijd.
Verrichtingen Informatie Systeem Arbouw (VISA) VISA wordt gebruikt voor de opdrachtverstrekking (onder andere van de PAGO’s) aan arbodiensten, de declaratie door arbodiensten door middel van informatieverstrekking aan Arbouw en het verstrekken van betalingen aan arbodiensten. Het systeem bevat omvangrijke informatie over de beoordeling door de bedrijfsartsen, de gezondheid en werkbeleving van de werknemers en de biometriegegevens (zoals lengte, gewicht en de uitslagen van gehoor-, visus-, bloed- en longonderzoek). Op basis van de VISA-informatie worden onder andere de Bedrijfstakatlas van Arbouw, brancherapporten en de PAGObedrijfsrapportages vastgesteld. Bovendien kunnen de prestaties van de arbodiensten met betrekking tot de uitvoering van de individugerichte preventiezorg worden beoordeeld en onderling vergeleken.
Bedrijfsrapporten In april heeft Arbouw alle bedrijven een overzicht gestuurd van de individugerichte
preventieactiviteiten die in 2009 voor hun werknemers zijn uitgevoerd. In oktober hebben alle bedrijven een overzicht ontvangen van de werknemers die in 2011 voor een PAGO in aanmerking komen. Met de overzichten ondersteunt Arbouw bedrijven die de informatie over de gezondheid van hun werknemers nodig hebben in het kader van (onder andere) de VCAcertificering. Werkgevers van grotere bedrijven (meer dan vijftien uitgevoerde keuringen per jaar) kunnen direct bij Arbouw of via hun arbodienst een PAGO-bedrijfsrapport opvragen. Naast de geanonimiseerde gegevens over de gezondheid en de werkbeleving is op basis van de biometriegegevens ook informatie over de gezondheid en leefstijl opgenomen. Het gaat daarbij om aspecten als (ernstig) overgewicht en verhoogd risico op hart- en vaatziekten. In 2010 vroegen 241 bedrijven een PAGObedrijfsrapportage aan en werden twaalf concernrapportages gemaakt.
Werkdrukpreventie voor UTA-personeel Werknemers die last hebben van hoge werkdruk, kunnen op grond van de cao gebruikmaken van individuele voorlichting, advies en coaching. Sociale partners hebben Arbouw verzocht de administratie en coördinatie op zich te nemen. Voor de uitvoering heeft Arbouw afspraken gemaakt met een landelijk netwerk van coaches verbonden aan het CSR Centrum. Uit eerder onderzoek is gebleken dat werknemers die van de cao-voorziening gebruikmaken, deze zeer waarderen. In het verslagjaar was sprake van een forse stijging van 152 aanmeldingen in 2009 naar een recordaantal van 214 aanmeldingen in 2010. 35% hiervan is doorverwezen door de bedrijfsarts, 34% door de werkgever.
Opleidingen In de overeenkomsten die Arbouw met arbodiensten afsluit worden eisen aan de
19
deskundigheid gesteld, met name met betrekking tot bouwspecifieke opleidingen voor bedrijfsartsen en arbodeskundigen. Voor de bedrijfsartsen wordt door de Netherlands School of Public & Occupational Health (NSPOH) jaarlijks de opleiding Bedrijfsarts voor de bouwnijverheid verzorgd. Vanaf 1 januari 2005 mogen alleen bedrijfsartsen die de tweedaagse bouwopleiding hebben gevolgd uitvoering aan het cao-pakket Preventiezorg geven. In 2009 hebben vijftien bedrijfsartsen deze tweedaagse opleiding gevolgd. Vanaf 1 januari 2005 hebben in totaal 210 artsen de tweedaagse basisopleiding en 42 bedrijfsartsen en arbodeskundigen de vijfdaagse aanvullende opleiding gevolgd. Op 4 november 2010 is een nascholingsdag gehouden voor ruim 170 arbodeskundigen die in of voor de bouwnijverheid werkzaam zijn. In 2010 is ook de cursus voor werkadviseurs van start gegaan, met als belangrijkste insteek concreet, kort en zakelijk adviseren. 26 adviseurs hebben de cursus inmiddels afgerond.
Ondersteuning van de loopbaanprojecten Arbouw ondersteunt de uitvoering van de loopbaanprojecten. Dat geldt voor zowel het Loopbaantraject bouw & infra als voor de loopbaanvoorzieningen in de sector afbouw en onderhoud. De arbodiensten richten zich op het vroegtijdig signaleren van uitvalrisico’s en zo nodig de advisering van de werknemers om van de bemiddeling gebruik te maken. Ook worden op verzoek van de trajectadviseurs PAGO’s uitgevoerd, waarbij met behulp van de AOindicator de kans op arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld. Ten behoeve van 315 werknemers is door de arbodiensten (met toestemming van de werknemer) informatie aan het loopbaantraject gegeven. Voor het loopbaanproject in de sector bitumineuze dakbedekkingsbedrijven heeft Arbouw in samenwerking met ArboDuo de inzet van bedrijfsartsen georganiseerd.
20
21
Uitgevoerde activiteiten
Intredekeuringen en -onderzoeken
4.739 55.489
59.732
58.673
4.542
3.940 52.289
2.991 2.477
43.361
2006
2007
2008
2009
2010
2006
2007
2008
2009
2010
Het totale aantal uitgevoerde activiteiten is in het verslagjaar fors afgenomen. Dat geldt voor alle typen activiteiten. De daling moet voor het grootste deel worden toegeschreven aan het lagere aantal actieve werknemers in de bedrijfstak. Daarnaast hebben enkele arbodiensten te kampen gehad met organisatorische en uitvoeringstechnische problemen. Hiervoor zijn inmiddels oplossingen gevonden. Voor 2011 wordt dan ook een toename verwacht.
Wie voor het eerst in de bouw gaat werken of langer dan drie jaar geen werkzaamheden in de bouw heeft uitgevoerd, krijgt een verplichte intredekeuring. Dat geldt voor werknemers die regelmatig uitvoerend werk verrichten. Het vrijwillig intrede-onderzoek is bedoeld voor technisch en administratief personeel dat voor de eerste keer in de bouwnijverheid gaat werken.
Aantal deelnemende werknemers
Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek
49.290
53.205
51.156
40.937
46.084
44.714
42.389
39.941
2006
2007
2008
2009
2010
38.861 34.763
2006
2007
2008
2009
2010
Werknemers kunnen afhankelijk van hun leeftijd elke twee of vier jaar naar het PAGO, ofwel de medische keuring. Tijdens het onderzoek worden de belangrijkste aspecten van de gezondheid in relatie tot het werk onderzocht. Zo nodig worden vervolgactiviteiten gepland.
22
Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek Jongeren
4.267
1.123 858
Arbospreekuur
935
3.540
837
3.078
3.008 2.290
363
2006
2007
2008
2009
2010
2006
2007
2008
2009
2010
Jongeren die voor het eerst in de bouw gaan werken, ondergaan de verplichte intredekeuring. Een jaar na deze keuring hebben jongeren onder de twintig recht op het AGO-jongeren. Hierbij wordt gelet op de specifieke gezondheidsrisico’s die het werk met zich meebrengt.
Het arbospreekuur is bedoeld voor werknemers die vragen of klachten hebben die mogelijk verband houden met het werk.
Gericht Periodiek Onderzoek
Vervolgactiviteiten
1.165
1.230
6.417
1.257 1.130
5.335 4.322
4.574
799 2.669
2006
2007
2008
2009
2010
Als werknemers bepaalde risicovolle werkzaamheden verrichten, kunnen zij in aanvulling op het PAGO vaker medisch worden onderzocht. Het GPO wordt zo veel mogelijk gecombineerd met het PAGO.
2006
2007
2008
2009
2010
Werknemers kunnen gebruikmaken van vervolgactiviteiten zoals consults en het bedrijfsen werkplekbezoek. De teruggang van het aantal vervolgactiviteiten kan worden verklaard doordat in de jaren 2008 en 2009 extra activiteiten zijn uitgevoerd in het kader van het onderzoeksproject Leefstijlinterventie. Daarnaast is de structurele teruggang ten opzichte van 2005 tot en met 2007 te verklaren door fors minder ‘eerste’ activiteiten, zoals het PAGO en het arbospreekuur, die aanleiding geven voor vervolgactiviteiten.
23
24
Arbouw doet onderzoek en ontwikkelt instrumenten om de arbozorg in de bedrijven goed te organiseren. Daarnaast vindt op veel gebieden voorlichting plaats over de risico’s en maatregelen voor een gezonde en veilige werkplek. Op de volgende pagina’s vindt u het totaaloverzicht van deze activiteiten.
25
Nanomaterialen in de bouwnijverheid
26
Onderzoek teamtillen in vlechtersbranche
Nanomaterialen bestaan uit zeer kleine deeltjes van minder dan een tienduizendste millimeter. Bij deze afmetingen veranderen de eigenschappen van de deeltjes sterk en zijn geheel nieuwe toepassingen mogelijk. De vraag rijst of deze nieuwe eigenschappen gezondheidsrisico’s inhouden. In het verslagjaar is een inventarisatie gestart van de toepassing en mogelijke gezondheidsrisico’s van nanomaterialen.
De fysieke belasting bij teamtillen (maximaal 100 kg door vier werknemers) blijkt niet lager dan bij het tillen door twee personen (maximaal 50 kg). Wel geven beide situaties een verhoogde kans op lage rugklachten. De aanbevelingen uit het onderzoek worden in samenspraak met een begeleidingscommissie opgenomen in het A-blad Betonstaal verwerken.
Gipsblokken- en platenonderzoek
Platform Veilig werken op hoogte
Voor het verwerken van gipsplaten is in het verslagjaar een brochure met goede praktijken opgesteld. In 2010 is een multifunctionele zaagtafel in ontwikkeling. Naast de eerder ontwikkelde kuiphouder voor het lijmen van gipsblokken, is de kuiphouder XL ontwikkeld. Door zijn grootte is de nieuwe kuiphouder zeer geschikt voor stukadoors met een kuip van maximaal 90 liter.
In het verslagjaar heeft Arbouw deelgenomen aan het Platform Veilig werken op hoogte, gefaciliteerd door het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA). Arbouw neemt hierin deel op verzoek van de AFN en FOSAG. Een van de activiteiten is het uitwerken van een bepaling uit het nieuwe bouwbesluit die de opdrachtgever/ontwerper verplicht om arbovoorzieningen te treffen. Deze moeten gezond en veilig onderhoud aan het gebouw mogelijk maken.
Leeftijdsbewust arbobeleid
Evaluatie onderzoek silicosescreening
Op dit terrein heeft Arbouw de goede praktijken geïnventariseerd en op systematische wijze in kaart gebracht. De resultaten zijn gebruikt voor de ontwikkeling van een toolkit voor het MKB. In het verslagjaar is hierover met de vertegenwoordigers van de diverse sectoren overleg gevoerd. Voor de kleine bedrijven wordt een vereenvoudigde versie ontwikkeld. De introductie van beide instrumenten vindt in 2011 plaats. Samen met TNO is deelgenomen aan een onderzoeksprogramma over effectieve interventies bij ouderen in de bouw. Het programma Je gezondheid in de steigers biedt de bedrijven en hun werknemers handvatten en praktische begeleiding om ouderen gezond te houden. In 2009 is het programma bij een aantal bedrijven gestart. Het loopt door tot 2011.
In 2007 is een diagnostische regel ontwikkeld waarmee werknemers met een verhoogde kans op silicose (stoflongen) kunnen worden geselecteerd. Sinds 2009 worden werknemers in de bouwnijverheid met een verhoogde kans op silicose door de bedrijfsarts verwezen naar het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL). Inmiddels zijn hier 228 werknemers aanvullend onderzocht. Bij 21% is (een vroege vorm van) silicose en bij 23% chronische bronchitis en longemfyseem (COPD) geconstateerd. Op basis van de resultaten zal de diagnostische regel worden verfijnd. Bij gebleken effectiviteit zal nadere besluitvorming plaatsvinden over continuering van de screening.
Onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van gerichte leefstijlinterventies
Onderzoek vroegtijdige signalering en interventies bij bouwberoepen
Dit meerjarig onderzoek, uitgevoerd in samenwerking met het VU medisch centrum en het EMGO-instituut, is in 2010 volledig afgerond. Bij werknemers met een verhoogde kans op hart- en vaatziekten is gekeken of interventies de situatie op het terrein van bewegen en voeding kunnen verbeteren. De resultaten zijn positief en laten zien dat leefstijlinterventies effectief zijn. Het bestuur van Arbouw heeft besloten dat deze in 2011 kunnen worden opgenomen in het cao-pakket Preventiezorg, onder voorwaarde van kostenneutraliteit. Dit wordt bereikt door de fietstest niet meer te vergoeden.
In het kader van een mogelijke kwaliteitsverbetering van de medische keuring ofwel PAGO, participeert Arbouw in een onderzoek van het Coronel Instituut/AMC. In 2009 is een literatuurstudie verricht, een vragenlijst verspreid en een expertbijeenkomst georganiseerd. Het onderzoek is gebaseerd op de fysieke belasting bij metselaars en uitvoerders, de preventie van beroepsziekten en de verhoging en handhaving van de functionele inzetbaarheid. Dit gebeurt door het vroegtijdig signaleren van aandoeningen en het treffen van mogelijke maatregelen.
Onderzoek oto-akoestische emissie en spraakaudiometrie Het oor is niet alleen in staat om geluid te ontvangen maar produceert ook geluidjes. Dit wordt oto-akoestische emissies (OAE) genoemd. De resultaten van dit onderzoek in 2010 laten zien dat OAE’s als beoordelingsinstrument om lawaaidoofheid te meten voor de bouw niet goed bruikbaar zijn. In 2010 zijn tevens onderzoeken gestart naar de gehoorschade bij jongeren en de mogelijkheden van spraakaudiometrie, waarbij wordt getest hoe gesproken woorden kunnen worden verstaan.
Beïnvloeden veiligheid Samen met TU Delft heeft Arbouw een literatuuronderzoek gedaan naar de beproefde methoden voor bedrijven om de veiligheid te verbeteren. Van de resultaten wordt een rapport gemaakt.
27
Voorbereiding A-bladen De A-bladen bevatten de afspraken tussen werkgevers en werknemers over het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Arbouw biedt de inhoudelijke kennis. Zo is voor een groot aantal A-bladen een bijdrage geleverd. • Op verzoek van de branches, leveranciers en gebruikers is een aanvang gemaakt met de A-bladen Ladders en Rolsteigers. Het A-Blad Veilige steiger is in 2010 afgerond en op de Bouwbeurs in 2011 gepresenteerd. • In het verslagjaar is het A-blad Reinigen met zuren en logen geëvalueerd. Gebleken is dat de twee belangrijkste afspraken in het A-blad, geen fluorwaterstof en geen ammonia meer toepassen voor reiniging, door het overgrote deel van de bedrijven worden nageleefd. • In het kader van het A-blad Hellende daken is de blootstelling aan kwartsstof en het effect van beheersmaatregelen bij het zagen van dakpannen geëvalueerd. Gebleken is dat de blootstelling afdoende is beheerst bij het gebruik van een dakpanknipper. Afzuigen en nat zagen werken in dit geval onvoldoende. • In het kader van het A-blad Dieselmotoremissies is een begin gemaakt met het opnieuw in kaart brengen van de stand der techniek. Dieselmotoremissies staan op de lijst van kankerverwekkende stoffen. In 1999 is de stand der techniek voor de beheersing van deze emissies voor het laatst in kaart gebracht. • Op verzoek van de branches in de bitumineuze en kunststof dakbedekkingssector is begonnen met het vernieuwen van het A-Blad Platte daken. Deze update wordt uitgevoerd in samenwerking met Stichting Bedrijfstakregeling van de Dakbedekkingsbranche (SBD). • In 2010 is doorgegaan met het actualiseren van de A-bladen Metselen en lijmen, Tegelzetten en Geluidbeheersing funderingstechnieken.
Monitoring Arbouw onderzoekt jaarlijks de ontwikkelingen op het gebied van de gezondheid en veiligheid in de bouwnijverheid. Arbeidsongevallen in de bouwnijverheid Jaarlijks wordt een gedetailleerd overzicht samengesteld van de arbeidsongevallen naar
28
onder meer sector, bedrijfsgrootte, leeftijd, aard, oorzaak en letsel. In het verslagjaar is de Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2009 uitgebracht. Arbowensen en -behoeften Bij werkgevers en werknemers in de bouwnijverheid worden jaarlijks de wensen op het terrein van de arbeidsomstandigheden geïnventariseerd. Dit onderzoek maakt deel uit van het jaarlijkse onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid onder tweeduizend werkgevers en werknemers. Bedrijfstakatlas Jaarlijks wordt in de Bedrijfstakatlas een overzicht gepubliceerd van de ontwikkelingen in de gezondheid en arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid, uitgesplitst naar leeftijd, beroep, sector en personeelssoort (UTA- of bouwplaatspersoneel). Zie voor meer informatie het onderdeel Servicegerichte activiteiten. Meerjarendatabase Met de meerjarendatabase volgt Arbouw de ontwikkelingen in de arbeidsomstandigheden en de gezondheid van groepen werknemers. Dat gebeurt op basis van de gegevens van de periodieke medische keuringen bij de arbodienst (de PAGO’s). In het verslagjaar is de database gevuld met de PAGO-gegevens uit 2009. Beroepsziektemeldingen Jaarlijks worden door Arbouw aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) alle beroepsziekten gemeld die in het kader van het individugerichte pakket preventiezorg door de arbodiensten zijn gesignaleerd. In 2010 zijn 7072 meldingen bij het NCvB geregistreerd.
Informatiesystemen en arbo-instrumenten
Met de informatiesystemen van Arbouw kunnen werkgevers, werknemers en arbodeskundigen gericht informatie vinden met betrekking tot het verbeteren van de gezondheid en veiligheid. Arbouw ontwikkelt daarnaast arbo-instrumenten. Deze bieden belangrijke ondersteuning bij het arbobeleid van de bedrijven en arbodiensten.
Productgroep Informatie Systeem Arbouw (PISA)
In dit systeem is de wetenschappelijke kennis van de verschillende arborisico’s en de beschikbare maatregelen per bouwtaak samengevat. In 2010 zijn op basis van dit systeem de bouwtaken beschreven voor de arbocatalogi. De informatie wordt in 2011 aan de catalogi toegevoegd.
PISA is een veelgebruikt hulpmiddel om gezond en veilig te werken met bouwmaterialen en -producten. De database van PISA 3.1 bevat informatie over meer dan vierduizend producten en materialen. PISA wordt uitgegeven op cd-rom, maar steeds meer bedrijven weren software van derden van hun netwerken. Daarom wordt de software van PISA herontwikkeld als internetapplicatie. Hiermee wordt de toegankelijkheid verbeterd en kunnen frequenter updates van productinformatie worden uitgevoerd. In 2010 is de bètaversie getest. Daarnaast is Arbouw begonnen met het bijwerken van de database.
Arbouw Kennisnet
Stoffenmanager Bouwnijverheid
Arbouw Kennisnet is een database met alle documenten van Arbouw. De database wordt gebruikt voor de ontwikkeling van producten. In 2010 is Arbouw Kennisnet aangevuld, geactualiseerd en voorzien van een WIKI-platform en een zoeksysteem op basis van taaltechnologie.
De Stoffenmanager Bouwnijverheid is ontwikkeld met subsidie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kader van het werkprogramma Versterking Arbobeleid Stoffen (VASt). Met de internetapplicatie kan op basis van enkele eenvoudige gegevens een advies op
Arbouw Informatie Systeem Bouwtaken
29
maat worden verkregen voor het beheersen van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. In de Stoffenmanager Bouwnijverheid staat informatie voor stukadoors en tegelzetters. In 2009 zijn gegevens verzameld voor het vullen van het instrument voor timmerlieden, metselaars, voegers en kitters. In 2010 is dit voortgezet. Daarnaast heeft Arbouw de blootstelling van tegelzetters aan kwartsstof bij het zagen van tegels onderzocht.
Keuzewijzer Stofvrij Werken Met de Keuzewijzer Stofvrij Werken (www. stofvrijwerken.nl) kan de geschikte afzuigapparatuur worden gevonden bij bepaalde merken en typen handgereedschap. Het aanbod van apparatuur verandert jaarlijks, dus moet de database regelmatig worden bijgewerkt. In 2010 is daarmee begonnen.
Instrumentarium bedrijfsartsen Bijzondere functie-eisen voor de bouwnijverheid Bij intredekeuringen en aanstellingskeuringen mogen werknemers worden gekeurd op de bijzondere functie-eisen van het beroep. Om een optimale en gestandaardiseerde werkwijze voor het afnemen van een aanstellingskeuring garant te stellen, is in 2005 de Leidraad Aanstellingskeuringen tot stand gekomen. Deze is gebaseerd op de Wet op de Medische Keuringen (WMK; 1998) en het Besluit aanstellingskeuringen. De Leidraad Aanstellingskeuringen kent negentien bijzondere functie-eisen waarvoor een aanstellingskeuring zou kunnen worden uitgevoerd. Samen met het Coronel Instituut/AMC is een project gestart met als doel alle bijzondere functieeisen voor de bouwnijverheid te benoemen. In dit kader is een literatuurstudie uitgevoerd, een expertbijeenkomst gehouden en een systematische werkwijze toegepast. In het verslagjaar zijn er voor de functies in de bouwnijverheid in totaal 23 bijzondere functie-eisen geformuleerd. Per functie-eis is aangegeven op welke beroepen deze van toepassing is en zijn de eisen rondom de belastbaarheid en het instrumentarium aangegeven. In 2011 wordt dit aan de arbodiensten aangeboden. BGZ-module duurzame inzetbaarheid van werknemers Door de overheid is aan Arbouw subsidie verleend
30
voor de ontwikkeling van de module Duurzame inzetbaarheid in het kader van het stimuleren van het leeftijdsbewust arbobeleid. De module is ontwikkeld en met ingang van 2010 in de medische keuring ofwel het PAGO opgenomen. Op basis van de keuringsresultaten uit 2010 worden in 2011 criteria ontwikkeld onder de noemer Duurzame Inzetbaarheidsindex. Deze index maakt het mogelijk om werknemers met een verminderde duurzame inzetbaarheid op te sporen en gerichte interventies te plegen. Diagnostische regel handeczeem Handeczeem is een relatief veel voorkomende aandoening in de bouwnijverheid, die op den duur kan leiden tot verzuim en arbeidsuitval. Door vroegtijdige opsporing kan worden voorkomen dat het eczeem een chronisch karakter krijgt. In het verslagjaar is begonnen met het ontwikkelen van een diagnostische regel waarmee de werknemers met een verhoogde kans kunnen worden geselecteerd. Beroepsbeschrijvingen In het verslagjaar zijn zestien nieuwe beroepsbeschrijvingen gemaakt. Deze zijn vooral nodig voor de invulling van de diverse arbocatalogi en het instrumentarium voor de bedrijfsartsen. StoryBuilder Construction Bedrijven in de bouwnijverheid hebben behoefte aan een instrument waarmee zij simpel en doeltreffend een ongevalsregistratie kunnen bijhouden en ongevallen kunnen analyseren. Dat blijkt uit een voorstudie uit het verslagjaar. Arbouw heeft een dummy van dit instrument bij bedrijven getest. Op basis van deze test is een eisenpakket samengesteld. Handboek Arbeidsmiddelen In het verslagjaar is een evaluatie uitgevoerd van het Handboek Arbeidsmiddelen. Dit zal leiden tot het bijstellen van deze publicatie.
Overige Asbest Door een wijziging in de cao voor het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf hoeven bedrijven bij Arbouw geen ontheffing meer aan te vragen voor werkzaamheden die conform het protocol Voorbehandelen en schilderen van asbestcementmaterialen worden uitgevoerd. De cao is in januari 2010 algemeen bindend verklaard.
Rapporten • Protocol Voorbehandelen en schilderen van asbestcement materialen, 10-134 • Evaluatie pilotproject Veiligheidsindex, 10-135 • Lawaaislechthorendheid in de bouwnijverheid, een retrospectieve analyse van het gehoor van werknemers in de bouw, 10-136 • Evaluatie van het A-blad Reinigen met zuren en logen, 10-137 • Monitor Arbeidsongevallen in de bouw 2008, 10-138 • Blootstelling aan (kwarts)stof bij het zagen van tegels, 10-139 • Het ontwikkelen van een predictief return on investment model van integraal gezondheidsmanagement in de bouw - een haalbaarheidsstudie, 10-140 • Monitor Arbeidsongevallen in de bouw 2009, 10-141 • Ongevalsanalyse en registratie in de bouwnijverheid, 10-142 • Handboek arbeidsmiddelen - een gebruikersonderzoek, 10-143 • Teamtillen in de bouw, 10-144
31
Paritaire commissie arbeidsomstandigheden In het verslagjaar heeft Arbouw wederom ondersteuning verleend aan de Paritaire commissie arbeidsomstandigheden afbouw en onderhoud. De commissie bestaat uit vertegenwoordigers van FOSAG, NOA, FNV Bouw en CNV Vakmensen. Arbouw verzorgt het technisch voorzitterschap en het secretariaat. Op verzoek van het bestuur van Arbouw is het Jaarplan 2011 gemaakt op basis van sectorale brancheportretten en historische trendrapportages. Daarnaast zijn de onderwerpen zandcementdekvloeren, de voortgang van de arbocatalogi, de fysieke belasting bij het werken met gipsplaten en gipsblokken, het toetsingskader Veilig onderhoud van gebouwen en de campagne Lichter werk(t) aan de orde geweest.
Arbocatalogi Arbouw heeft de sociale partners ondersteund bij de totstandkoming van de arbocatalogi door het aanleveren van het format, de inhoudelijke kennis, het bouwen en vullen van de catalogi en het verzorgen van het secretariaat van een vijftal
32
werkgroepen. Nadat door de Arbeidsinspectie een groot aantal catalogi positief is getoetst, heeft Arbouw in 2010 met name de sectoren metaalconservering, natuursteen en slopen ondersteund. Na overleg met de werkgroep bouw & infra is Arbouw begonnen met fase twee; het bouwen van een ingang Taken, naast de al bestaande ingangen Beroep en Risico. Ook werkt Arbouw aan het realiseren van de wensen vanuit de diverse werkgroepen, zoals een zoekmechanisme en tellers op de websites. Deze wensen blijken ook uit de enquêtes tijdens de workshops die Arbouw op verzoek van enkele dragende organisaties heeft verzorgd. Uit deze enquêtes blijkt ook de grote waardering voor de duidelijkheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de catalogi.
Ondersteuning preventiemedewerkers Arbouw voorziet de preventiemedewerkers in de bouwnijverheid van informatie die hen helpt de arbozorg in hun bedrijf te verbeteren. In 2010 zijn voor preventiemedewerkers enkele bijeenkomsten gehouden, met als centraal onderwerp de arbocatalogi. Daarnaast zijn 11 nieuwsbrieven verstuurd.
Arbouw Magazine In de zomer van 2010 is het eerste nummer van Arbouw Magazine verschenen. Het magazine is bedoeld voor de werkgevers en werknemers en verschijnt vier keer per jaar. Arbouw Magazine komt in de plaats van de twee kwartaalbladen Arbouw Pijlers en Arbouw Journaal.
A-bladen In de A-bladen van Arbouw staan de afspraken die werkgevers- en werknemersorganisaties hebben gemaakt om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. In het verslagjaar zijn de volgende A-bladen geactualiseerd en opnieuw uitgegeven: A-blad Betonstaal verwerken In dit A-blad staan de knelpunten en maatregelen rond het verwerken van betonstaal. Bij de betonstaalverwerkers komen vooral rug-, been- en knieklachten voor. A-blad Bestratingsmaterialen Dit A-blad bevat afspraken en aanbevelingen over lichamelijke belasting, lawaai, trillingen en stof.
www.arbouw.nl De website van Arbouw telt ruim vierduizend pagina’s, heeft een toegankelijke lay-out en een duidelijke navigatie. Naast uitgebreide informatie over beroepen, risico’s en maatregelen biedt de website de mogelijkheid om brochures en tools gratis te downloaden. Het aantal bezoeken via de ingang Werknemer bedroeg in het verslagjaar circa 44.000. Via de ingang Werkgever werd de site ruim 63.000 keer bezocht. Via de ingang Arbodienstverlener was dat 26.500 keer. Daarbuiten zijn de productpagina’s circa 51.000 keer bezocht. In het verslagjaar is begonnen met de realisatie van een nieuw en verfrissend grafisch ontwerp voor deze en andere Arbouw-websites.
Arbouw Infolijn In het verslagjaar hebben werkgevers en werknemers aan de Arbouw Infolijn telefonisch en per e-mail ruim 1500 vragen gesteld. De vragen variëren van ‘Wij moeten gipsblokken
van 27 kg tillen, mag dat?’ tot ‘Hoeveel BHV’ers moeten wij hebben en hoe vaak moeten zij op herhalingscursus?’. In veel gevallen kan de vraag meteen worden beantwoord. Arbouw streeft ernaar om alle vragen in elk geval binnen twee werkdagen te beantwoorden.
Arbouw TV Via de website van Arbouw gaat de bezoeker makkelijk naar diverse andere websites, zoals www.arbouw.tv. Op deze site staan korte films die heel laagdrempelig tonen hoe gezond en veilig kan worden gewerkt. Vanaf 2010 is, naast de film over ladders, een film over lawaai te zien. Hierin wordt uitgelegd welke maatregelen werkgevers en werknemers kunnen treffen om hard geluid op de bouwplaats tegen te gaan en hoe de gehoorbescherming moet worden gebruikt. In het verslagjaar is Arbouw begonnen met producties over fysieke belasting en ademhalingsbescherming. Deze zullen in de loop van 2011 op de website te zien zijn.
Arbovriendelijke hulpmiddelen De website www.arbovriendelijkehulpmiddelen.nl biedt een uitgebreid overzicht van enkele honderden hulpmiddelen. In het verslagjaar zijn vijftien nieuwe producten geplaatst en is een start gemaakt met een praktijkcheck. Deze is bedoeld om de informatie actueel te houden. In het verslagjaar werd de website circa 50.000 keer bezocht. Bezoek aan de site wordt gestimuleerd doordat in de arbocatalogi naar specifieke hulpmiddelen wordt gelinkt.
Overige De bouwnijverheid: arbeid, gezondheid en veiligheid in 2009 Deze publicatie bevat gegevens over de arbeidsongevallen, de arbeidsomstandigheden, de leefstijl van werknemers en het verzuim, uitgesplitst naar sector, beroep en leeftijd. Uit het verslag blijkt dat het goed gaat met de veiligheid. Een probleem blijft de fysieke belasting. In vergelijking met 2008 is het verzuim licht gestegen, maar dit bevindt zich nog steeds op een historisch laag niveau. Wel kampen bovengemiddeld veel werknemers in de bouw met overgewicht of obesitas.
33
Bedrijfstakatlas De Bedrijfstakatlas brengt in kaart hoe werknemers in de bouwnijverheid hun werksituatie, arbeidsbelasting, gezondheid en welzijn ervaren. Ook geeft de publicatie inzicht in de leefstijl, het werkvermogen en de kans op arbeidsongeschiktheid. Om recht te doen aan de grote diversiteit van de bouw, zijn de gegevens uitgesplitst naar soort werk, sector en beroep. Ook heeft Arbouw gekeken naar de bedrijfsgrootte en de leeftijd van werknemers. De gegevens zijn gebaseerd op de uitslagen van de medische keuringen (PAGO’s) en het Gericht Periodiek Onderzoek (GPO). Beroepenfolders In de beroepenfolders biedt Arbouw werknemers korte en bondige informatie over de gezonde en veilige aanpak van het werk. Nieuw in 2010 zijn de volgende versies: • Stukadoor • Steigerbouwer • Glaszetter • Kabel- en buizenlegger • Blokkensteller ruwbouw • Dakdekker hellende daken • Metselaar • Schilder • Straatmaker • Tegelzetter • Terrazzowerker • Timmerman • Voeger Arbouw-adviezen In de Arbouw-adviezen staat gerichte informatie voor werkgevers over specifieke werkzaamheden. Nieuw in 2010 zijn de volgende versies: • Hellende daken riet • Hellende daken pannen Folders Arbouw geeft folders uit met korte en bondige informatie over gezond en veilig werken. In 2010 zijn de volgende versies herzien: • De ladder als werkplek • Stress uit de bouw, gezond werken is plezierig werken Films • In het verslagjaar is een introductiefilm over de arbocatalogi gemaakt. • PAGO-film Komt een bouwvakker bij de dokter.
34
Posterserie In 2010 heeft Arbouw een serie posters gemaakt. De aantrekkelijk vormgegeven en kleurrijke affiches zijn bedoeld voor de bouwkeet. Ze behandelen de risico’s in de bouw, zoals valgevaar, fysieke belasting, stof en lawaai. Kant-en-klare toolboxmeetings Arbouw biedt op www.arbouw.nl kant-en-klaar materiaal voor toolboxmeetings aan. Dit bestaat uit een presentatie, begeleidende teksten en een overzicht van de belangrijkste aandachtspunten. In 2010 heeft Arbouw een versie over de medische keuring (het PAGO) aan de reeks toegevoegd.
Persberichten 25 oktober 2010 - Arbeidsongevallen in de bouw kostten vorig jaar 65 miljoen euro Een op de veertien jongeren in de bouw is slachtoffer geworden van een arbeidsongeval. Dit blijkt uit de Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2009 van Arbouw. De kosten van alle arbeidsongevallen samen waren 65 miljoen euro. 4 oktober 2010 - Vele handen maken Lichter werk(t) Maandag 4 oktober 2010 is de nieuwe campagne Lichter werk(t) gestart. Deze meerjarencampagne is een initiatief van Arbouw. 24 september 2010 - De Bouwnijverheid: arbeid, gezondheid en veiligheid in 2009 Het gaat redelijk tot goed met de arbeidsomstandigheden. Dat blijkt uit ‘De bouwnijverheid: arbeid, gezondheid en veiligheid’ van Arbouw. Het verzuim is licht gestegen ten opzichte van het recordjaar 2008 en het aantal ongevallen laat al jaren een dalende trend zien. Wel is er verontrusting over de vergrijzing in de bedrijfstak. 30 juni 2010 - Nieuw magazine voor de bouwnijverheid Deze aankomende zomer komt Arbouw met een nieuw magazine voor werkgevers en werknemers in de bouwnijverheid. De uitgekiende redactionele formule, aantrekkelijke vormgeving en spannende fotografie van Arbouw Magazine versterken de missie van Arbouw. Hiermee komt na 24 jaar een einde aan de titels Arbouw Pijlers en Arbouw Journaal.
10 juni 2010 - Bedrijfsartsen bijeen over duurzame inzetbaarheid bouwpersoneel Arbouw organiseert op 10 juni een seminar voor bedrijfsartsen en arbodiensten: samen werken aan duurzame inzetbaarheid. 20 april 2010 - Arbocatalogi belangrijke stimulans voor arbeidsomstandigheden In de komende jaren zal het voor werkgevers en werknemers steeds eenvoudiger worden om de juiste arbomaatregelen te treffen. In de arbocatalogi kan met een paar muisklikken de benodigde informatie over risico’s en maatregelen worden gevonden. 27 januari 2010 - Veilig en gezond het dak op met het vernieuwde A-blad Hellende daken Op 28 januari 2010 wordt het A-blad Hellende daken geïntroduceerd.
35
Arbouw heeft een paritair bestuur; werkgeversen werknemersorganisaties zijn evenredig vertegenwoordigd. In 2010 zijn de deelnemende organisaties: Bouwend Nederland, Stichting FOSAG-NOA, FNV Bouw en CNV Vakmensen. Het bestuur bestaat uit twaalf leden. Vijf bestuursleden worden door Bouwend Nederland benoemd, waarvan één bestuurslid op voordracht van de Aannemersfederatie Nederland, één lid en één plaatsvervangend lid door Stichting FOSAGNOA, drie leden door FNV Bouw en twee leden door CNV Vakmensen. De bestuursleden hebben zitting voor een periode van vier jaar. Om de twee jaar treedt volgens een vast rooster de helft van de leden af. Zij kunnen direct worden herbenoemd. Het bestuurslid dat door Stichting FOSAG-NOA is benoemd, kan zich bij de bestuursvergaderingen laten bijstaan of vervangen door een tweede, door zijn organisatie aangewezen vertegenwoordiger. Deze heeft alleen stemrecht bij afwezigheid van het door hem te vervangen lid. Het bestuur telt altijd twee voorzitters: één namens de werkgevers en één namens de werknemers. Zij zijn afwisselend voor de duur van een jaar fungerend voorzitter.
36
De secretaris en de penningmeester worden door het bestuur gekozen. Wordt een bestuurslid van werkgeverszijde tot secretaris benoemd, dan is de penningmeester automatisch een werknemersvertegenwoordiger en omgekeerd.
De samenstelling van het bestuur was in 2010 als volgt: Namens de werkgeversorganisaties: ing. N.T.J. Bolten namens Bouwend Nederland A.Ph.M. Buller namens FOSAG-NOA ing. E.C.M. Dijkman namens Bouwend Nederland J.J.F. van de Kant namens FOSAG-NOA, secretaris M. de Klerk namens Bouwend Nederland drs. ing. J.J.L.M. de Moel namens Bouwend Nederland werkgeversvoorzitter en fungerend voorzitter ing. J.L.M. Weijers namens Bouwend Nederland
Namens de werknemersorganisaties: mr. J.W.M. Kerstens namens FNV Bouw G. Lokhorst namens CNV Vakmensen, penningmeester drs. C.R. Ramdas namens FNV Bouw, werknemersvoorzitter drs. M.B. van Veldhuizen namens FNV Bouw A.A. van Wijngaarden namens CNV Vakmensen Het bureau van Arbouw telde op 31 december 2010 26 medewerkers in vaste dienst, twee op tijdelijke basis en drie op detacheringbasis. De financiële administratie wordt uitgevoerd door W. Kroon en C. Duits, van Lentink & de Jonge, accountants- en belastingadviseurs uit Harderwijk. Bij Arbouw werkten in 2010 de volgende medewerkers: Directie dr. J.M. Warning Bureauzaken A.A. van Loenen managementassistent G.M.J. Sportel-van Overbeeke directiesecretaris Bedrijfsgezondheidszorg F. Coskunsoy managementassistent (tot 30 april 2010) mr. drs. J.K. Golsteijn hoofd A.J.A. Groen projectmanager H.W.A.C. Ruijten coördinator A.J. van der Voet managementassistent
dr. H.F. van der Molen beleidsadviseur arbeidsbelasting (gedetacheerd) M.S. Putters managementassistent dr. T. Spee beleidsadviseur arbeidshygiëne en toxicologie Bedrijfstakondersteuning P.A. Buijs projectmanager drs. A.D. Garcia y Draijer communicatieadviseur J.M. Dekkers-Offereins managementassistent D. Derksen journalist M.T. van Dijk managementassistent drs. F.A. de Goede communicatieadviseur (vanaf 1 maart 2010) J.S. Hommema internetcoördinator M.C.M. Jansen vormgever/traffic E.R.M. Lakrone-Martens documentalist en assistent O&O drs. R.J. Steenkamp projectmanager E.O. Wijk communicatiemanager ir. M.T.P.J. Witlox hoofd ICT F.A. Heemsbergen systeembeheerder (tot 30 april 2010) J.F. Hogenes hoofd Overige C.J. van Vliet adviseur
Onderzoek en Ontwikkeling drs. M. Caspers-IJntema beleidsadviseur arbeidsbelasting en ergonomie J.C. van Duivenbooden bedrijfsarts, hoofd A.C.P. Frijters, MSHE beleidsadviseur veiligheid en bouwtechniek ing. F.J. Meijer beleidsadviseur automatisering
37
Adressen
Postbus 340 2700 AH Zoetermeer T (079) 325 22 52 F (079) 325 22 90
[email protected] www.bouwendnederland.nl
Postbus 2525 3500 GM Utrecht T (030) 751 15 00 F (030) 751 18 59 CNV Info (030) 751 10 01
[email protected] www.cnvvakmensen.nl
Postbus 520 3440 AM Woerden T (088) 575 70 00 F (088) 575 70 03 Infolijn 0900 36 82 689 (€ 0,10 / min)
[email protected] www.fnvbouw.nl
FOSAG-NOA Postbus 30 2740 AA Waddinxveen T (0182) 57 21 66 F (0182) 57 20 83 www.fosag.nl / www.noa.nl
38
Fotografie Ton Borsboom Jeroen Poortvliet Arbouw Shutterstock
Arbouw Postbus 213 3840 AE Harderwijk T 0341 46 62 00 F 0341 46 62 11
[email protected] www.arbouw.nl Voor vragen over arbeidsomstandigheden: Arbouw Infolijn 0341 46 62 22
ARB 2470 1104