Nieuwegein
f~ 0'..,,... ---I\ •
2008-003
...._
'
Aan de leden van de commissie ABZ Onderwerp:
Strategienota treasury 2007-2
Afdeling:~
Financiën
Datum 18 december 2007 Portefeuillehouder: B.J. Lubbinge
Bijlagen: 5 (geheim)
1. Inleiding Hierbij treft u de tweede strategienota treasury 2007 ter kennisname aan. De strategienota is een korte notitie van het college over de strategie van de treasuryfunctie. De bedoeling achter de strategienota Is om u inzicht te geven in het gevoerde en te voeren treasurybeleid. De kaders van het treasurybeleid staan in het financieringsstatuut. De richting geven wij gemotiveerd aan door middel van deze notitie. De indeling van de notitie is vastgelegd in het door ons vastgestelde financieringsstatuut en is identiek aan de voorgaande strategienota's. Deze strategienota heeft als peildatum 1 oktober 2007. Ingevolge het treasurystatuut dient twee keer per jaar een strategienota te worden opgesteld, per 1 juni en 1 oktober. Gelet op het belang van de treasuryfunctie en de goede wisselwerking hierover tussen college en functionele commissie in de afgelopen jaren doen wij u de strategienota ter kennisname toekomen.
2. Analyse huidige positie In dit hoofdstuk geven wij een overzicht van de ontwikkelingen in de portefeuille en van de renteinkomsten en -uitgaven.
Omvang en samenstelling van de portefeuille De omvang van de portefeuille alsmede de rente-inkomsten vertonen in de regel een wisselend verloop, voornamelijk doordat Nieuwegein een dynamisch grondbedrijf heeft. De laatste jaren geeft een vrij constant beeld: behalve een Incidenteel overschot in de laatste maanden is er sinds 2003 een negatieve cashflow. In de jaren daarvoor werd vooral belegd, met name op de langere termijn. Het tempo waarin deze beleggingen vrijvallen was niet hoog genoeg om deze negatieve kasstroom te kunnen opvangen. Omdat de bestaande beleggingen weinig liquide zijn en omdat de rente toch laag was, zijn sinds eind 2004 gelden aangetrokken, vooral voor de langere termijn. Zodoende bestaat de portefeuille nu uit zowel aangetrokken als belegde gelden. Bij de vorige strategienota (per 1 juni 2007) was de omvang van de portefeuille nog gestaag verder afgenomen, met 4,2 miljoen, maar sindsdien is er, tegen de verwachting in, per saldo incidenteel een positieve cashflow opgetreden en is de omvang van de portefeuille nagenoeg weer
1
op het niveau van 1 januari. Zodoende worden er nu weer even tijdelijk middelen belegd. Bij de vorige strategienota had het Grondbedrijf per saldo € 4,1 mlljoen meer geïnvesteerd dan ontvangen, maar in de laatste periode is dit iets afgenomen, doordat meer is ontvangen (Biokhoeve € 4,2 miljoen) dan uitgegeven (o.a. € 1,7 miljoen Binnenstad en € 0,9 miljoen Galecop). In onderstaande tabel wordt aangegeven wat de omvang van de portefeuille belegde middelen en aangetrokken gelden is en de bijbehorende rentebaten en -lasten. Renteresultaat/oortefeuille belegde gelden {U/G} rente kortlopende leningen rente langlopende leningen
totaal renteMlnkomsten totaal belegd op 31M12 mutatie In portefeuille U/G Rendement portefeuille U/G
2003
2004
2005
2006
2007
24.110 2.944.918 2.969.028 70.160.064 -2.946.189 4,09%
83.751 2.594.224 2.677.975 66.201.077 -3.958.987 4,18%
-58.594 -337.691 -396.284
-114.893 -723.926 -838.819
243.687 4.838.253 5.081.940 101.081.258
74.611 4.684.674 4.759.284 92.748.374
0,00%
4,63%
20.134 3.395.397 3.415.531 73.106.253 M19.642.122 4,37%
0 0 0
-8.739 0 -8.739
-313.253 -137.789 -451.042
0
-13.000.000 -13.000.000 2,20%
-11.000.000 -23.500.000 -19.000.000 2.000.000 -12.500.000 4.500.000 3,39% 3,91% 2,23%
s.081,g4o 101.081.258 2.925.941
4.750.545 79.748.374 -21.332.884
2.964.490 2.572.743 1.839.156 62.106.253 46.660.064 47.201.077 -17.642.122 -15.446.189 541.013
aangetrokken gelden (0/G) rente kortlopende geldleningen rente langlopende geldleningen
totaal rente-uitgaven totaal aangetrokken op 31-12 mutatie In portefeuille 0/G kosten portefeuille 0/G
gesaldeerd totaal renteresultaat totaal portefeuille Mutatie in nortefeuille totaal
In deze tabel zijn in de kolom 2007 alvast de rente-inkomsten en -uitgaven over het hele jaar, voor zover bekend, weergegeven.
Renteresultaat Het rendement op de beleggingen staat al jaren onder druk door de relatief lage rentetarieven (in vergelijking met de hoogrentende leningen die begin en midden jaren negentig waren afgesloten). Daarnaast is de omvang van de portefeuille ook behoorlijk afgelopen. Onderstaand hebben we de renteresultaten uit de tabel grafisch weergegeven.
7.000.000 6.000.000 5.000.000 4.000.000
Bbelaalde rente Dl renteresultaat gesaldeerd
3.000.000 2.000.000 1.000.000 0
~.... ~.,.. ~"
1-r;;:j
1-r;;:j
1-r;;:j
~'>.
1-r;;:j
rÇ:i~" '1-r;:j~IQ 1-r;;:j~'\
2
2008-003 De bovenste lijn geeft het rendement van de beleggingen weer; het onderste vlak het uiteindelijke renteresultaat. Overigens geeft dit bovenstaande renteresultaat nog geen compleet beeld voor dit jaar. Hierin zijn namelijk wel al voor zover bekend de rentebaten en -lasten van de lopende leningen voor de rest van het jaar meegenomen (omdat daarvan de rente immers exact bekend is). Maar eventuele nog te verwachten rentelasten of baten van dit kwartaal nog af te sluiten leningen of (korte termijn) beleggingen zijn nog niet verwerkt. De verwachting is echter dat de financiële gevolgen hiervan beperkt zullen zijn. Per saldo wordt nu een renteresultaat op directe beleggingen over 2007 verwacht van ruim € 1,8 miljoen.
In de begroting 2007 is, inclusief de wijziging bij de Voorjaarsnota, een direct beleggingsresultaat geraamd van nog geen € 1,1 miljoen. Dit zou betekenen dat per saldo het directe beleggingsresultaat ca. € 750.000 positiever uitvalt dan geraamd. Het positievere beleggingsresultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door het uitstel van investeringen. Door de stagnatie in de diverse bestemmingsplannen (Klooster, Binnenstad, Blokhoeve, Galecopperzoom) ligt het investeringsniveau tot nu toe veel en veellager dan oorspronkelijk geraamd voor dit jaar. Ook de overloop van al beschikbaar gestelde investeringskredieten naar volgende jaren is behoorlijk hoog. Het totale renteresultaat wordt echter niet alleen bepaald door het beleggingsresultaat (het resultaat op directe beleggingen) maar ook door de intern doorberekende rente van Investeringen. Van de reguliere investeringen en van de investeringen van het grondbedrijf wordt de rente doorberekend aan de programma's resp. het grondbedrijf. Door het achterblijven van die Investeringen wordt dus minder rente doorberekend wat dan weer een
neerwaartse invloed op het renteresultaat heeft (en natuurlijk weer een voordeel op de programma's omdat daar de kapitaallasten lager zijn, per saldo is het budgettair voordelig als investeringen worden uitgesteld). Daarnaast zijn er echter een aantal investeringen gepland die door reserves worden gedekt. Wanneer deze investeringen niet worden uitgevoerd, valt de interne rentetoerekening niet lager uit (omdat aan reserves geen rente wordt toegerekend), terwijl er wel meer gelden belegd kunnen worden (of minder aangetrokken hoeven te worden). Per saldo ontstaat daardoor wel een positiever renteresultaat. Bij de Voorjaarsnota was reeds € 250.000 bijgeraamd ais budgettair voordeel, bij de Najaarsnota wordt nog rekening gehouden met een budgettair voordeel van € 750.000. Renteresultaat versus portefeuilleomvang
120.000.000
7.000.000
100.000.000
6.000.000 5.000.000
80.000.000 60.000.000
4.000.000
III!IIZI omvang portefeuille
3.000.000
~renteresultaat
40.000.000
2.000.000
20.000.000
1.000.000
0
0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
3
Zoals uit deze grafiek blijkt zijn de rente-inkomsten op directe beleggingen de laatste paar jaar, als gevolg van de al geruime tijd lage rentetarieven, gestaag teruggelopen, zeker in relatie tot de omvang van de portefeuille. In de begroting 2008 en het meerjarenperspectief is hier al rekening mee gehouden, de opbrengst beleggingen heeft een aflopende reeks. Verhouding in de portefeuille beleggingen Op het moment bevat de portefeuille beleggingen vooral (oorspronkelijk) langlopende geldleningen. De laatste jaren zijn er geen gelden meer lang belegd en alle langlopende beleggingen die zijn vrijgevallen zijn aangewend om de negatieve cashflow op te vangen. Ruim de helft van de resterende langlopende beleggingen zal de komende twee jaar vrijvallen. Gezien de-verwachte verdere negatieve cashflow is bij de beleggingsportefeuille de zorg voor de verhouding kort geld-lang geld en voor spreiding van de vervaldata (om de renterisico's bij het herbeleggen van vrijvallende gelden te spreiden in de tijd) voorlopig niet meer aan de orde. Verhouding in de portefeuille leningen ojg Daarnaast is er op dit moment voor € 19 miljoen aan langlopende leningen aangetrokken. Leningen met een korte looptijd zijn bij het huidige rentebeeld op zich nog wel goedkoper dan leningen met een langere looptijd. Maar met het oog op de in de nabije toekomst nog fiks toenemende negatieve cashflow en de lage stand van de lange rente is nu lang geld aangetrokken. Net als voorgaande keren is het meest recente portefeuillerapport, per de peildatum van 1 oktober 2007, vertrouwelijk voor u bijgevoegd. Dit bevat een overzicht van de portefeuille korte en langlopende leningen u/g, de portefeuille korte en langlopende leningen o/g en de positie per partij.
3. Prognose ontwikkelingen op de financiële markten 3.1 Inleiding Uiteraard gaat het voorspellen van de ontwikkelingen op de financiële markten gepaard met een grote mate van onzekerheid maar als gemeente met een belang in marktontwikkelingen dienen we de prognoses toch nauwlettend te volgen. De prognose vormt feitelijk een weergave van wat marktspecialisten verwachten voor de komende periode. We zijn geïnteresseerd in de prognoses voor de korte termijnrente en de lange termijnrente en de verhouding tussen beide. We kijken daarbij enerzijds naar de ontwikkelingen van de afgelopen 10 jaar en anderzijds naar de prognoses die de financiële markten kenbaar maken. 3.2 Historisch overzicht yie/dcurvejrente/ooptijdenstructuur In onderstaande grafiek wordt een overzicht gegeven van de renteontwikkelingen in het afgelopen decennium van de korte rente (de onderste lijn), de lange rente (de bovenste lijnen) en de verhouding tussen beide. Daaruit blijkt dat over de afgelopen periode de gemiddelde rente van 10-jaars staatsleningen 4,43% bedraagt en van driemaands 3,23%. De gemiddelde spread tussen de lange en korte rente bedraagt 1,20% over de afgelopen 10 jaar.
4
2008-003 : ~is~otis~~ v~rlPoP Rent~: ~O~j~ar~ (N~d~) ~ta~tj 1~-j~afs S.,Yap, 3-rn~arid* ~u~b~r __ ~- _. _-~ _-~ ___ ----~ __ ~- _;_ .l.~. _.. _~- _. _-~ _-~ __.__ _. __ ~-- ·--; __ ;. __ ... __ :.... -~ _.: . __ --~ ~-- i--;_ .i ... __ : __ j- ·. :s.:ooa%,::
-+ _
.• . .- : - - - - -------~l~ov~)::~1~ : : ;:: :.
..
*\-~ ---~-
.. # . ,-········;.. t}j_:··
:~: :> .· .. ;..,.L ..!...:J~ ·
·~;
____ ,__ ,__ ,__ ,__ ,__ ,__ ,__ ,__ ,__ ,__,__ i---~-:-----·--------·--:- :::::
·I·
"T"ifT" 1 ··::--r· 1 -TTTi··;·r·~·r1·-~·-y··.·:r~r
. J..; ..~~~L:~~~- ~ ~ _, ·: ,
· )
-
·
-
\
-
·
:
:
i
·
i
:
: ·
;
!~m)d~e!~4.~2~
:
G!om):ddel 443%:
:
_ ti "
·. ,.,..~'!'
·{ir
if"!.! • :::::::::::.::::
__ :·i (_, __, _;.'if.:.'T':.:: -~J__U___ j_ __ ,____ , J. ---"-- _; -~- .:.'-' ---•"'---·--- -'- __ i/~f\11-;,Î,/L '""'"' .::.:\?+.•·Î;fvi//:i ······· '-F~
m
-:~S:ID%>
.J ;
::i~~~::
-~- -~ -~-- ~-- i--,·
•• f•• ;. • •• • .';:.' <
'
'
·i··
i·· ;.. i--~--~-+--:- -~--~--~l:-r~. -~--; --~ -- i--~--~-+-- __:_- -•,A-- _:_ + -~---:--i-- i~-
1:
:
!:~~':
- ' ::::::::::•,''
ï-·~i:s;·;;;·;;;--'--~~~;~-'-"--r--'--'--;_;~:,.1:_,;_:__, _ :~~~~~;'-~~~:- ·~::•
. _.q;z~.z.w&~:«:?«?(..J+;?J?.H:~ll;················ Op dit moment (7 december 2007) bedraagt de lange rente ca. 4,6%.. terwijl de korte rente zich zelfs rond de 4,85% beweegt, zodat de korte rente nu even duurder is dan de lange. Overigens is dit laatste een tijdelijk effect, het zogenaamde "eindejaarseffect". Banken houden aan het eind van het jaar liefst zoveel mogelijk cash aan, zij proberen daarmee de financiële ratio's zo gunstig mogelijk in de boeken te krijgen op het jaareinde. Hierdoor neemt de handel in kort geld altijd af in de laatste twee weken van het jaar, maar dit jaar is deze trend al eerder begonnen, de afgelopen paar weken is de korte rente fors gestegen. 3.3 Marktprognoses
Naast een historisch overzicht is het relevant wat specialisten uitspreken op grond van economische indicatoren en uitspraken en acties van de Europese Centrale Bank. De korte rente is sinds medio 2005 al een aantal keren verhoogd door de ECB, oplopend van 2% tot momenteel 4%. De aanhoudende crisis op de financiële markten heeft sinds eind deze zomer voor de nodige onrust gezorgd. De ECB staat voor de keuze om enerzijds, gezien de oplopende Inflatie, de rente verder te verhogen en anderzijds, gezien een eventuele afkoeling van de economie, de rente te stabiliseren of te verlagen. Gezien de hoge inflatie (het recentste Europese inflatiecijfer bedraagt 3%, ruim boven de 2% norm, die de ECB hanteert) is een verlaging echter hoogst onwaarschijnlijk. Een renteverhoging wordt echter de eerste maanden ook niet door de specialisten verwacht. Maar wanneer de inflatie hoog blijft of zelfs nog verder oploopt, wordt toch weer een verhoging van de ECB verwacht. De kapitaalmarktrente (de zgn. lange rente) is de laatste tijd (sinds de vorige strategienota) juist weer wat gedaald. Door de minder positieve verwachtingen voor de economie worden er nauwelijks
5
veranderingen verwacht, pas in de loop van 2008 wordt een lichte stijging voorspeld. In ieder geval is de spread tussen korte en lange rente zonder meer laag te noemen.
4. Liquiditeiten- en investeringsprognose
Voor de komende tijd verwachten we nog steeds een negatieve kasstroom, gelet op de prognoses van het grondbedrijf (voor met name de Binnenstad (incl. parkeren, stadshuls en culturele voorzieningen), Het Klooster, en Galecopperzoom), de restantkredieten (o.a. IHPO, rioleringen) en de overige nog geplande investeringen, maar het tijdstip waarop de echt forse investeringen aanvangen is steeds opgeschoven. Door o.a. de hoogspanningsleidingen en fijnstofproblematiek loopt de uitvoering van de diverse plannen behoorlijke vertraging op. Door tijdige signalering van grote betalingen waren we tot een paar jaar geleden in principe in staat alle investeringen te betalen met eigen middelen. Slechts incidenteel werd in het verleden wel eens om rendementsredenen voorzien in tijdelijke tekorten via kasgeld. Sinds eind 2004 is het totaalbedrag aan investeringen hoger dan er is vrijgevallen aan belegde middelen. Om rendementsredenen worden beleggingen niet vervroegd afgelost maar wordt er nu vooral geleend. Alleen worden soms incidenteel tijdelijke overschotten nog kort belegd. Ook de eerstkomende jaren zal er veel geleend moeten worden, de nu nog belegde middelen zijn niet toereikend om alle geplande investeringen te financieren. In de onderstaande tabel is dit weergegeven. cash-flow vs. beschikbare mlddelen 40.000.000 20.000.000 0 ·20.000.000
c verwachte cashflow ra beschikbare mlddelen
·40.000.000 ·60.000.000 ·80.000.000
Uit bovenstaande tabel blijkt dat er de komende jaren dus vooral geld zal moeten worden aangetrokken. Onderstaand is weergegeven hoe groot de jaarlijkse behoefte per saldo is.
6
2008-003 financieringsbehoefte per jaar
40.000.000 20.000.000 0 ~20.000.000
-40.00~.000
-60.000.000 -80.000.000
Uiteraard zijn het slechts prognoses, in de praktijk blijken we steeds weer te worden geconfronteerd met uitstel van investeringen, om allerlei redenen. Dit heeft tamelijk ingrijpende gevolgen in de financieringsbehoefte. De hier weergegeven prognoses zijn dan ook slechts een indicatie en geen keihard gegeven. Maar de algehele trend is wel duidelijk: de komende jaren worden investeringen gepleegd tot een niveau dat de beschikbare financieringsmiddelen ruim te boven gaat. De komende jaren zullen alle belegde middelen die vrijvallen aangewend worden voor de financlering van de geplande investeringen, terwijl daarbovenop de komende jaren per saldo een aanzienlijk bedrag permanent zal moeten worden aangetrokken. In onderstaande tabel wordt dit weergegeven.
financieringsbehoefte cumulatief 40.000.000 20.000.000 0 -20.000.000 -40.000.000 -60.000.000 -80.000.000 -100.000.000 -120.000.000 -140.000.000 -160.000.000
5. Voorgenomen strategie In deze paragraaf gaan we in op de voorgenomen strategie, dat wil zeggen de voorgestane beleidsrichting. Gelet op het huidige renteontwikkelingen op zowel kapitaalmarkt als geldmarkt, de fluctuerende spread en de verwachte negatieve cashflow, blijft onze strategie als volgt:
7
•
• • •
Uitgaande van een fors negatieve cashflow in de komende tijd wordt binnen de kasgeldlimiet kostentechnisch zo optimaal mogelijk kasgeld in periodes tot maximaal één jaar aangetrokken, tenzij de lange rente lager of slechts een fractie hoger staat dan de korte rente;. Bij een verder oplopende rente wordt voor langere tijd (tot tien jaar) geld aangetrokken. Om rendementsredenen worden geen beleggingen verkocht, maar er wordt de eerste jaren niet meer langlopend herbelegd. Eventuele tijdelijke liquiditeitsoverschotten worden kort (maximaal een jaar) belegd.
In de volgende paragraaf gaan wij hier nader op in. 6. Financierings- en beleggingsvoornemens
Wij verwachten voor de komende jaren een negatieve kasstroom voor de gemeente als geheel. Vanaf ca. 2012 zal dit naar het huidige beeld waarschijnlijk omslaan in een vooral positieve cashflow door met name de ontwikkelingen bij het grondbedrijf. In het financieringsstatuut (2.11) staat aangegeven dat "de financiering van de gemeentelijke investeringen zoveel mogelijk plaatsvindt met eigen middelen maar dat vanuit kostenoverwegingen tot andere afwegingen kan worden gekomen". In eerdere jaren is gekozen voor beleggingen die weinig liquide zijn, maar daarom wel een gunstiger rendement opleverden. Het is financieel voordeliger om deze beleggingen nu niet te gelde te maken, maar om in plaats daarvan leningen aan te trekken. Dit beleid wordt voortgezet. De wet Fido regelt de kasgeldlimiet (de toegestane hoeveelheid kort aangetrokken geld) en die bedraagt momenteel ruim € 13,5 mln. Deze limiet is ingesteld om te voorkomen dat gemeenten te veel kort geld lenen waardoor bij een sterke stijging van de rente de rentelasten ineens explosief zouden toenemen; door deze limiet wordt het renterisico meer gespreid. Overigens kan deze limiet wel incidenteel overschreden worden, met toestemming van de provincie. Maar na uiterlijk een half jaar zal er dan toch geconsolideerd moeten worden (dat wil zeggen leningen afsluiten met een looptijd langer dan een jaar). Uit de laatste tabel in hoofdstuk 4 kan geconcludeerd worden dat de gemeente Nieuwegein het komende decennium ook per saldo een Jenende gemeente zal worden, de vrijval van eerder belegde middelen is niet afdoende om alle geplande investeringen te financieren. Daarnaast is de middelenbehoefte de komende tijd zo groot dat die niet alleen met kasgeld kan worden afgedekt., er zullen ook langlopende leningen (tot 10 jaar moeten worden aangetrokken). Na een paar heel stabiele jaren is de korte rente sinds twee jaar aan een gestage opmars bezig, terwijl ook de lange rente, met wat meer schommelingen, hoger ligt. Overigens is historisch gezien de lange rente nog steeds niet hoog te noemen. Momenteel is de rentecurve heel vlak (weinig prijsverschil tussen lange en korte rente) en incidenteel is er zelfs sprake van inversie (dat de korte rente hoger ligt dan de lange rente). Het lijkt daarom aantrekkelijk om op dit moment vooral lang te lenen maar in de praktijk blijken investeringen telkens op te schuiven. Omdat de komende tijd een aantal beleggingen vrijvallen wordt nu toch vooral kort geleend. Maar met een eventuele verdere stijging van de (korte en lange) rente in het verschiet is het echter ook een optie om nu toch geld voor de (middel)lange termijn aan te trekken. Ook omdat in de toekomst toch geconsolideerd zal moeten worden, gezien de omvang van de financieringsbehoefte zoals we die nu verwachten.
8
2008-003 Het treasurycomité is op basis van deze nota bijeen geweest. Het verslag hiervan ligt ter inzage.
7. Financiële consequenties Zoals onder hoofdstuk 2 Renteresultaat al is aangegeven wordt er per saldo een positief beleggingsresultaat van ca. €: 750.000 verwacht, maar het totale renteresultaat zal lager uitvallen, geschat wordt € 527.000. Dit Is verwerkt in de Najaarsnota 2007.
8. Voorstel Wij stellen u voor deze strategienota treasury 2007-2 voor kennisgeving aan te nemen.
burgemeester en wethouders van Nieuwegein,
de secretaris,
de burgemeester,
drs. P.C.M. van Elteren
drs. C.M. de Vos
9