3-207-372-62 (1)
Digital Film Imager Gebruiksaanwijzing Pagina 2 Instelhandleiding Pagina 33 Deze handleiding bestaat uit een gebruiksaanwijzing en een instelhandleiding. In de gebruiksaanwijzing wordt uitgelegd hoe de printer voor routinewerkzaamheden moet worden gebruikt. In de instelhandleiding staat informatie voor de systeembeheerder vermeld waarmee de printer kan worden ingesteld en kan worden aangesloten op het netwerk.
UP-DF500 © 2003 Sony Corporation
WAARSCHUWING Stel het toestel niet bloot aan regen noch vocht om brand of elektrocutie te voorkomen. Open de behuizing niet om elektrocutie te voorkomen. Laat het toestel alleen nakijken door vaklui. DIT APPARAAT DIENT TE WORDEN GEAARD.
Symbool op de producten Dit symbool duidt op de equipotentiaalaansluiting die diverse onderdelen van een systeem op hetzelfde potentiaal brengt.
Belangrijke veiligheidsmaatregelen/ instructies voor gebruik in medische omgevingen 1. Alle apparatuur die op dit toestel wordt aangesloten, moet beantwoorden aan de norm IEC60601-1, IEC60950, IEC60065 of andere IEC/ISO normen die van toepassing zijn op de apparatuur. 2. Wanneer dit toestel samen met andere apparatuur in de patiëntenruimte* wordt gebruikt, moet het worden gevoed door een geïsoleerde transformator of via een extra beschermende aansluiting zijn verbonden met de systeemmassa, tenzij het beantwoordt aan de norm IEC60601-1. * Patiëntenruimte 5m
Dit symbool wijst de gebruiker op belangrijke gebruiks- en onderhoudsinstructies in de documentatie die bij het toestel wordt geleverd.
1.
R
Voor de Klanten in Nederland
Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij die niet vorvangen hoeft te worden tijdens de levensduur van het apparaat. Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch vervangen moet worden. De batterij mag alleen vervangen worden door vakbekwaam servicepersoneel. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). Lever het apparaat aan het einde van de levensduur in voor recycling, de batterij zal dan op correcte wijze verwerkt worden.
2
3. De lekstroom kan toenemen bij aansluiting op andere apparatuur. 4. Dit toestel produceert, gebruikt en kan frequentieenergie uitstralen. Indien het niet wordt geïnstalleerd en gebruikt zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing, kan het andere apparatuur storen. Wanneer dit toestel storing veroorzaakt (wat kan worden nagegaan door het netsnoer los te koppelen), kunt u dit als volgt oplossen: zet het toestel verder af van de betreffende apparatuur; sluit dit toestel en de betreffende apparatuur aan op een verschillende stroomkring; raadpleeg uw handelaar. (Volgens de Normen EN60601-1-2 en CISPR11, Klasse B, Groep 1) Opgelet Bij het afvoeren van het toestel of toebehoren, dient u rekening te houden met de wettelijke voorschriften en het reglement in het betreffende ziekenhuis.
Gebruiksaanwijzing Inhoudsopgave Introductie Over deze handleiding ...........................................4 Systeemoverzicht ....................................................4 Voorbeeld systeemconfiguratie .............................5 Plaats en functie van onderdelen en bedieningselementen ..............................................5
Voorbereidingen Meegeleverde accessoires .......................................8 Monteren .............................................................8 De unit plaatsen ..................................................8 Aansluitingen ..........................................................9
Bediening Transparanten laden ............................................11 Transparanten laden ..........................................11 Afdrukken .............................................................14
Aanpassen Menubediening .....................................................16 Informatie bevestigen ........................................16 Afdrukkwaliteit aanpassen ................................17 Afdrukdichtheid kalibreren ...............................17 Contrast aanpassen ............................................18 Gamma-curve selecteren ...................................20
Algemeen Voorzorgsmaatregelen .........................................22 Veiligheid ..........................................................22 Installatie ...........................................................22 De unit transporteren ........................................22 De behuizing reinigen .......................................22 Onderhoud ........................................................22 Specificaties ...........................................................26 Berichten ...............................................................27 Storingsberichten ..............................................27 Overige berichten ..............................................28 Problemen oplossen ..............................................28 Bij vermoedelijke schade ..................................28 Vastlopen van de transparant ............................28 Index ......................................................................32
Introductie
Introductie
Over deze handleiding Introductie In deze handleiding worden de functies en de systeemconfiguratie van de digital film imager behandeld. Er is tevens informatie opgenomen m.b.t. de plaats en de functie van onderdelen. Voorbereidingen In dit hoofdstuk worden de verschillende stappen uitgelegd die moeten worden doorlopen om de unit te plaatsen en aan te sluiten alvorens te kunnen beginnen en moeten de meegeleverde accessoires en het pakket worden gecontroleerd. Nadat het samenstel is gecontroleerd en alle aansluitingen zijn bevestigd, hoeven de betreffende handelingen tijdens normale afdrukopdrachten niet meer te worden uitgevoerd. Bediening In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de lade en de blauwe thermische transparanten moeten worden geplaatst en worden de afdrukopdrachten behandeld. Aanpassen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe helderheid, kalibrering en dichtheid kunnen worden aangepast en hoe de gamma-curve kan worden geselecteerd m.b.v. de in de display weergegeven menu’s. Algemeen Dit hoofdstuk bevat technische informatie over de unit, informatie over regelmatig onderhoud, hoe moet worden gehandeld bij in de display weergegeven storingsberichten en bij vastgelopen transparanten. Aan de hand van een index kunt u vrij eenvoudig het betreffende hoofdstuk opzoeken.
Gebruikte conventies Verwijzingen In deze handleiding vindt u verwijzingen naar andere hoofdstukken van de handleiding waarin bijbehorende informatie staat vermeld. Belangrijke opmerking Lees de hoofdstukken aangegeven met Opmerking . Hieronder worden punten aangegeven waar u op moet letten voor een correcte bediening van de unit en voor het voorkomen van storingen.
4
Over deze handleiding / Systeemoverzicht
Systeemoverzicht De UP-DF500 digital film imager is een thermische printer ontworpen om afbeeldingsgegevens verstuurd via het netwerk in DICOM formaat te reproduceren. De UP-DF500 heeft de volgende functies • Uitgerust met DICOM (Digital Imaging and Communications in Medicine) functies Het DICOM gedeelte van de unit ontvangt afbeeldingsgegevens in DICOM formaat verstuurd vanaf op de unit aangesloten andere apparatuur via het netwerk, verwerkt deze en zorgt door vergroting of verkleining dat de afmeting 14 inch × 17 inch wordt. • Hoge kwaliteit en hoge afdrukresolutie Met de unit kunt u zwart/wit afbeeldingen met een hoge resolutie (4096 tinten) afdrukken in een afdrukmodus met een hoge resolutie (320 dpi). • Geschikt voor diagnose m.b.v. door diagnoseapparatuur verkregen afbeeldingsgegevens De unit drukt afbeeldingsgegevens af op de 14 × 17 inch blauwe thermische transparant; deze afdrukken worden gebruikt voor diagnose. De unit levert tevens een voldoende hoge afbeeldingskwaliteit voor afbeeldingsdiagnose. • Ruimtebesparend U kunt de unit horizontaal of verticaal plaatsen. Zo kunt u de systeemconfiguratie volledig bepalen in overeenstemming met de locatie.
Voorbeeld systeemconfiguratie
PC voor beheer van het systeem
Introductie
Met het systeem kunt u afdrukken maken van de gegevens in DICOM formaat die zijn verstuurd vanaf afbeeldingsdiagnose-apparatuur, zoals CT scans en MRI’s. Hieronder staat een voorbeeld van systeemconfiguratie aangegeven.
Plaats en functie van onderdelen en bedieningselementen Raadpleeg de paginanummers tussen haakjes ( ) voor meer informatie. Voorpaneel
DICOM server
DICOM LAN netwerk Modaliteit Afbeeldingsapparatuur voor diagnose enz.
Modaliteit Afbeeldingsapparatuur voor diagnose enz.
Achterpaneel
UP-DF500
A Vloeibaar-kristalafbeelding (LCD) (14, 16, 27, 28) Geeft berichten weer m.b.t. de status van de unit. Bedieningsinformatie wordt weergegeven wanneer de unit in gebruik is. Storingsberichten worden weergegeven wanneer een storing voorkomt.
Voorbeeld systeemconfiguratie / Plaats en functie van onderdelen en bedieningselementen
5
Introductie
B Indicatielampje bevestiging resterende transparanten (11) Hiermee kunt u de resterende hoeveelheid transparanten in de lade controleren. Wanneer er genoeg transparanten zijn geplaatst: brandt het indicatielampje groen. Wanneer de transparanten opraken brandt het indicatielampje geel. Wanneer er geen transparanten aanwezig zijn gaat het indicatielampje uit. Het ALARM indicatielampje brandt oranje en het bericht wordt weergegeven in de display. C
PRINT indicatielampje (14, 28) Brandt groen wanneer de printer bezig is met afdrukken.
D ALARM indicatielampje (27) Brandt oranje wanneer de transparanten op zijn, de transparant vastloopt of een andere storing optreedt. E Bovenste afdekking (30) Openen wanneer een vastgelopen transparant moet worden verwijderd. F Ventilatiegaten (25) In de unit is een ventilator ingebouwd om te voorkomen dat de thermische kop oververhit raakt. G EJECT TRAY knop (11) Druk op deze knop om de lade uit te trekken. Deze knop wordt geactiveerd wanneer de voedingsspanning is ingeschakeld en alle afdekkingen zijn gesloten. H Transparantsleuf (15) Hier worden afgedrukte transparanten (afdrukken) uitgeworpen. I Lade (8, 11) Hierin moet de transparant worden geplaatst. In de lade komen tevens de uitgeworpen transparanten terecht. J Vergrendelpal voorste afdekking (23, 24) Wordt gebruikt om de voorste afdekking te openen. K Bovenste afdekking (23, 30) Geopend wanneer de thermische kop en de rollen worden gereinigd. Tevens geopend wanneer de vastgelopen transparant wordt verwijderd.
6
Plaats en functie van onderdelen en bedieningselementen
L ON/STANDBY schakelaar/indicatielampje (14, 28) Druk op deze schakelaar om de unit aan of in de stand-by modus te zetten. Als de voedingsspanning is ingeschakeld, brandt het indicatielampje groen. Als deze schakelaar op STANDBY staat, knippert het indicatielampje en gaat vervolgens uit. Door op deze schakelaar te drukken terwijl het indicatielampje knippert, wordt de voedingsspanning opnieuw ingeschakeld. Opmerking
Als de POWER hoofdschakelaar op het achterpaneel niet op ON is gezet, is de voedingsspanning niet ingeschakeld (ook al is de ON/STANDBY schakelaar op het voorpaneel op ON gezet). M EXEC knop (17, 19) Gebruik deze knop bij menubewerkingen. N G, g, F, f (cursor) knoppen (16, 17, 18, 20) Druk op deze knoppen om de ingestelde waarden te verhogen of te verlagen. Druk tevens op deze knoppen om menu-items te selecteren. O MENU knop (16, 17, 18, 20) Druk op deze knoppen om menu’s op de printerdisplay weer te geven. Druk tevens op deze knoppen om terug te keren naar het normale venster. P Achterste afdekking (29) Openen wanneer een vastgelopen transparant moet worden verwijderd. Q Netwerkaansluiting (RJ-45 modulaire aansluiting) (9) Conform 100BASE-TX standaard. Aansluiting voor LAN. Bij gebruik van een LAN-kabel: Uit veiligheidsoverwegingen niet aansluiten op een aansluiting voor randapparatuur met een te hoge spanning. R Speciale uitgangsaansluiting Niet gebruikt. Voor toekomstig gebruik. S Kabelstop Houdt de netwerkkabel op de plaats en zorgt dat deze niet kan worden ontkoppeld. T - AC IN aansluiting (9) Wordt gebruikt om de unit op een wandcontactdoos aan te sluiten via de meegeleverde voedingskabel.
V
Introductie
U POWER hoofdschakelaar Hoofdschakelaar van de unit. Hiermee kan de unit aan en uit worden gezet. Als deze schakelaar op ON is gezet, is de voeding van de unit ingeschakeld wanneer de ON/STANDBY schakelaar op het voorpaneel op ON is gezet. Equipotentiale massa-aansluiting Hierop wordt de equipotentiale stekker aangesloten om de verschillende onderdelen van een systeem van hetzelfde potentiaal te voorzien. Raadpleeg "Belangrijke veiligheidsmaatregelen/ instructies voor gebruik in medische omgevingen" (op pagina 2).
Plaats en functie van onderdelen en bedieningselementen
7
Voorbereidingen
Monteren Breng de lade aan in de unit. Houd beide zijden van de lade en de afdekking van de lade vast en breng de lade volledig aan in de unit.
Meegeleverde accessoires Voorbereidingen
Bij de unit worden de volgende accessoires meegeleverd. Controleer of uw pakket volledig is. Lade (1)
Zwenkwieltjes voor verticaal plaatsen van de unit (2)
De unit plaatsen U kunt de unit horizontaal of verticaal plaatsen.
Voedingskabel (1) Reinigingsset (1) Aanslagblad (1) Ferrietkernen (2) Garantiekaart (1) (alleen voor klanten in de V.S. en Canada) CD-ROM (Gebruiksaanwijzing) (1) Diskette (1) Bedieningshandleiding (1)
Opmerkingen
• Bewaar de originele verpakkingsmaterialen voor eventueel transport. • Bewaar de meegeleverde diskette, omdat deze bij reparaties moet worden gebruikt.
8
Meegeleverde accessoires
De unit horizontaal plaatsen Om prestaties te kunnen blijven waarborgen, is voldoende ruimte nodig voor ventilatie. Voor het verwijderen van een vastgelopen transparant is een ruimte van ca. 11 cm (4 3/8 inch) vanaf de achterzijde en ca. 26 cm (10 1/4 inch) vanaf de bovenzijde van de unit nodig.
21 cm (8 5/8 inch)
26 cm (10 1/4 inch) 11 cm (4 3/8 inch)
De unit verticaal plaatsen U kunt de unit verticaal plaatsen wanneer u de meegeleverde steunen bevestigt. Dit is vooral handig wanneer de unit onder een bureau wordt geplaatst. Ook kan de unit eenvoudig worden aangetrokken.
Aansluitingen Sluit de unit aan op de 100BASE-TX LAN. Opmerkingen
Voorbereidingen
• Sluit de voedingskabel als laatste aan. • Alvorens de LAN aan te sluiten, moet het benodigde IP-adres en de sub-net mask worden ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder voor meer informatie. • Alvorens de unit aan te sluiten m.b.v. een 100BASETX kabel, moeten de meegeleverde ferrietkernen op beide kabeluiteinden worden aangebracht om geluiden te voorkomen. Raadpleeg "Ferrietkernen aanbrengen" (op pagina 10) voor meer informatie over het aanbrengen van de ferrietkernen.
De unit bevestigen m.b.v. de steunen.
Aanslag blad naar de netwerkaansluiting Bevestig de voorste steun m.b.v. het aanslagblad (meegeleverd). Plaats de rol van de steun in de groef van het aanslagblad.
100BASE-TX kabel
naar - AC IN
a)
Voedingskabel (meegeleverd) naar de LAN
Opmerkingen
• Vraag uw dichtstbijzijnde Sony dealer om de steunen op de unit te bevestigen. • Gebruik de steunen, zodat de unit van onder het bureau kan worden getrokken enz. Gebruik de steunen niet voor het verplaatsen van de unit op een ongelijk oppervlak. • Plaats het aanslagblad (meegeleverd) onder een unit waarop steunen zijn bevestigd. • Wanneer de unit met daarop de meegeleverde steunen naar voren en naar achteren wordt bewogen, beschadig dan de voedingskabel, LAN kabel enz. niet. • Als u de unit verticaal plaatst, zorg dan dat de display zich in de buurt van de vloer bevindt en laat een ruimte van meer dan 8 cm (3 1/4 inch) over tussen de bovenzijde van de unit en bijvoorbeeld het bureau om te voorkomen dat de ventilatiegaten geblokkeerd raken.
a) Gebruik een netwerkkabel van minder dan 30 m lang van boven categorie 5.
Aansluitingen
9
Ferrietkernen aanbrengen Alvorens de unit te gebruiken, moeten de meegeleverde ferrietkernen worden aangebracht om geluiden te voorkomen. Om te zorgen dat de unit aan de stralingseisen voldoet, moeten de meegeleverde ferrietkernen op beide kabeluiteinden worden aangebracht.
Voorbereidingen
Ferrietkern Aanslagen 12,5 mm (1/2 inch)
12,5 mm (1/2 inch)
10
1
Ontgrendel de twee aanslagen om de ferrietkern te openen.
2
Breng de ferrietkernen aan op de kabeluiteinden op ca. 12,5 mm (1/2 inch) van de aansluiting.
3
Sluit de ferrietkern totdat een klik hoorbaar is.
Aansluitingen
Bediening
1
Druk op de EJECT TRAY knop op het voorpaneel. De lade steekt enigszins naar buiten.
Transparanten laden Aanbevolen transparanten De onderstaande blauwe thermische transparanten zijn speciaal gemaakt voor de UP-DF500. Druk op de EJECT TRAY knop.
Opmerkingen
• U kunt de transparanten vervangen zonder de lade volledig uit te trekken. Als u echter de lade volledig uit wilt trekken, houd dan beide zijden van de lade en de afdekking van de lade stevig vast. • De lade kan niet worden uitgeschoven tijdens het afdrukken of wanneer de afdekkingen zijn geopend.
Transparanten laden Ga als volgt te werk om transparanten te laden. Als u de unit onmiddellijk na aankoop gebruikt, begin de bediening dan vanaf stap 2. De resterende hoeveelheid transparanten bevestigen Aan de hand van het indicatielampje bevestiging resterende transparanten kunt u de resterende hoeveelheid transparanten bevestigen. Als dit lampje niet brandt, dan zijn de transparanten op. Plaats nieuwe transparanten.
Bediening
UPT-517BL Blue Thermal Film printing pack Bevat blauwe thermische transparanten. 125 transparanten van 14 × 17 inch Zorg dat u transparanten gebruikt die speciaal voor de UP-DF500 zijn gemaakt. Als u andere transparanten gebruikt, kan de kwaliteit van de afdruk niet worden gegarandeerd. Gebruik van een ander soort transparanten kan tevens tot en storing in de unit leiden.
2
Maak de afdekking van de lade open door uw vingers in de groeven aan beide zijden van de lade te steken en de lade naar boven te trekken in de richting van de pijl. De lade naar boven trekken in de richting van de pijl; steek uw vingers in de groeven.
Bevestigingsvenster resterende transparanten
Opmerking
Als het oude beschermblad van het afdrukoppervlak nog in de lade aanwezig is, moet deze worden verwijderd.
Opmerkingen
• Houd de transparanten vast m.b.v. de aluminium vochtvrije zak. Raak de transparanten niet met de vingers aan. Stof, vingerafdrukken en transpiratie leiden tot onzuiverheden in de afdruk. • Houd beide zijden van de lade en afdekking van de lade stevig vast tijdens het werken met de lade.
3
Verwijder de aluminium vochtvrije achterzijde van de transparantenverpakking.
Transparanten laden
11
4
Scheur het blanco gedeelte van de zak los bij de randen.
5
Houd de aluminium vochtvrije zak met beide handen vast, zodat de geopende zijde naar de binnenzijde van de lade wijst en plaats de transparanten in de lade met het afdrukoppervlak naar beneden gericht en het beschermblad van het afdrukoppervlak onderop.
Bediening
Opmerking
Verwijder het zegel nadat de transparanten in de lade zijn geplaatst. Als u het zegel verwijderd voor het plaatsen, dan kunnen de transparanten losraken en vallen.
Lade Plaats het afgescheurde gedeelte richting de binnenzijde van de lade. Plaats de transparanten met het afdrukoppervlak naar beneden gericht en het beschermblad van het afdrukoppervlak onderop.
Zegel voor bijeenhouden van transparanten
Op het beschermblad van het afdrukoppervlak is een IC label aangebracht. Beschadig dit label niet en stoot er niet tegenaan.
Opmerkingen
• Wanneer met de transparanten wordt gewerkt, mag het afdrukoppervlak niet worden aangeraakt. Stof, vingerafdrukken en transpiratie leiden tot onzuiverheden in de afdruk. • Zorg dat de transparanten vlak in de lade worden geplaatst. Als de transparanten scheef zijn geplaatst, schuiven deze uit de lade en verschuift de positie van de afdruk. Het kan tevens leiden tot het vastlopen van de transparanten. • Als u de transparanten met het afdrukoppervlak naar boven gericht in de lade plaatst, dan wordt aanbevolen de thermische kop m.b.v. de
12
Transparanten laden
reinigingsset (meegeleverd) te reinigen. Raadpleeg "Thermische kop en scheidingsrubbers reinigen" (op pagina 23). • Plaats geen nieuwe transparanten wanneer de zak half leeg is. De unit telt namelijk de resterende transparanten m.b.v. het IC label aan de onderzijde van het beschermblad van het afdrukoppervlak.
6
2 Sluit de afdekking van de lade nadat u het transparante gedeelte van de zegel uit de lade heeft getrokken.
Verwijder het zegel van de in de lade geplaatste transparanten. 1 Verwijder de kleeflaag van de zegel door het transparante gedeelte van de zegel naar u toe te trekken. Bediening
Controleer of de haken van de afdekking van de lade zijn vergrendeld en dat de magneten stevig aangrijpen op de lade.
Opmerking
Controleer of de haken van de afdekking van de lade en de magneten stevig aangrijpen op de lade. Als de afdekking van de lade niet correct wordt gesloten, dan kunnen in de lade geplaatste transparanten gaan verschuiven. 3 Verwijder het zegel volledig van de transparanten door het blanco gedeelte uit de lade te trekken.
Transparanten laden
13
7
Breng de lade aan.
Afdrukken Voor het afdrukken • Zorg dat de unit correct op de LAN is aangesloten. (pagina 9) • Zorg dat de transparanten correct in de lade zijn geplaatst. (pagina 11) Display PRINT indicatielampje
Bediening
Na enkele seconden is de lade vergrendeld en verschijnt het volgende bericht op de display.
1
Opmerkingen over de opslag van transparanten • Als u de transparanten verwijdert en deze voor een langere periode wilt gebruiken, dan moeten ongebruikte transparanten in de vochtvrije zak worden bewaard. • Bewaar het ongeopende pakket op een koele, donkere plaats.
1
Zet de unit aan. Nadat de unit is aangezet, moet het onderstaande bericht in de display verschijnen.
Na enkele minuten moet het onderstaande bericht in de display verschijnen. Wanneer READY wordt weergegeven, is de printer klaar om af te drukken.
14
Afdrukken
2
Verstuur de afbeeldingsgegevens vanaf de op de unit aangesloten andere apparatuur. 1 Terwijl de unit afbeeldingsgegevens ontvangt, verschijnt het volgende bericht:
Bediening
De afbeeldingsgegevens worden opgeslagen in de unit. 2 De opgeslagen afbeeldingsgegevens worden afgedrukt. Tijdens het afdrukken brandt het PRINT indicatielampje.
Opmerkingen over de opslag van afdrukken • Laat de afdrukken nooit in direct zonlicht of lichte ruimtes liggen. Bewaar de afdrukken op een koele en droge plaats (minder dan 77 °F (25 °C)). Aangeraden wordt de afdrukken in een polypropyleen zak te bewaren in een kast. • Zorg dat de afdrukken niet in aanraking komen met water of alcohol of andere vluchtige, organische oplosmiddelen. Dit kan leiden tot vervangen van de afdruk. Wanneer de afdrukken in aanraking komen met bovengenoemde vloeistoffen, dan moeten de afdrukken snel worden schoongeveegd. • Lijm van cellofaantape of PVC leidt tot vervagen van de afdruk. Wees voorzichtig bij het bewaren van afdrukken. • Leg afdrukken niet op of onder een nieuw diazoblad, omdat de transparanten kunnen vervagen of aan elkaar kunnen blijven plakken.
Het duurt ca. 70 seconden voordat een afdruk uit de sleuf komt. Nadat het afdrukken is voltooid, gaat het PRINT indicatielampje gaat uit en de unit keert terug naar de READY modus.
Opmerkingen
• Tijdens het afdrukken mogen de afdekkingen niet worden geopend. • Om te voorkomen dat transparanten vastlopen, mogen maximaal 30 afdrukken op de transparantsleuf liggen. Het bericht "REMOVE PRINTS" kan verschijnen ook al is het aantal afdrukken minder dan 30 (afhankelijk van de omgeving waarin de unit wordt gebruikt). • Plaats de afdruk die uit de sleuf is verwijderd niet terug in de sleuf. Dit kan leiden tot vastlopen van de transparanten. Als de unit niet afdrukt Als een storingsbericht in de display wordt weergegeven, dan kan de unit niet afdrukken. Verhelp de storingen zoals beschreven onder "Berichten" (op pagina 27).
Afdrukken
15
Aanpassen
2
Het INFORMATION menu wordt weergegeven door op de F knop of de f knop en vervolgens op de g knop te drukken.
3
Selecteer het item dat u wilt bevestigen door op de F knop of de f knop te drukken.
Menubediening U kunt de volgende items instellen met behulp van het betreffende menu: • Informatie bevestigen (INFORMATION) (pagina 16) • Afdrukkwaliteit aanpassen (PRINT QUALITY) (pagina 17) • Kalibrering (CALIBRATION) (pagina 17) • Dichtheid aanpassen (DENSITY ADJ) (pagina 18) • Gamma-curve selecteren (GAMMA SEL) (pagina 20)
Het IP adres weergeven Selecteer IP ADDRESS.
Opmerkingen
Aanpassen
• De volgende kopie wordt afgedrukt met de meest recent ingestelde waarden. U kunt de instelling niet tijdens het afdrukken aanpassen. Wanneer u de instellingen heeft aangepast en opgeslagen, werkt de printer volgens deze instellingen tot deze waarden weer worden veranderd. • Wanneer u na het indrukken van de MENU knop ca. 15 seconden geen andere knop indrukt, dan wordt de printer automatisch in de stand-by modus gezet.
Informatie bevestigen U kunt het IP adres en het totale aantal sinds het starten van de unit gemaakte afdrukken bevestigen.
1
IP adres
Opmerking
U kunt het IP adres wijzigen met de browser op de PC die wordt gebruikt voor het bedienen van de unit. Raadpleeg de instelhandleiding voor meer details. Het totale aantal afdrukken sinds het starten van de unit bevestigen Selecteer TOTAL PRINTS.
3
Totaal aantal afdrukken
2 1
16
Druk op de MENU knop.
Menubediening
Dit item is handig als moet worden vastgesteld wanneer regelmatig onderhoud zoals het vervangen van de reinigingsrol, het reinigen van de thermische kop, enz. moet plaatsvinden. Raadpleeg "Onderhoud" (op pagina 22) voor meer informatie.
Afdrukkwaliteit aanpassen
Afdrukdichtheid kalibreren
U kunt de helderheid van de afdruk aanpassen.
De unit kalibreert automatisch de afdrukdichtheid aan de hand van de ingestelde dichtheidscurve.
1, 4
2
3
2
Druk op de MENU knop.
2
Het PRINT QUALITY menu wordt weergegeven door op de F knop of de f knop en vervolgens op de g knop te drukken. De unit staat in de modus helderheid aanpassen.
Selecteer het gewenste niveau door op de G knop of de g knop te drukken.
Actuele helderheid
De helderheid kan op 15 niveaus tussen 1 en 14 (incl. OFF) worden aangepast. Als het * teken naar rechts wordt bewogen, wordt de omtrek benadrukt. OFF: Het * teken bevindt zich uiterst links. (standaard niveau) Wanneer u op de g knop drukt: De helderheid neemt toe en de omtrek wordt benadrukt. Wanneer u op de G knop drukt: De helderheid neemt af en de omtrek wordt wazig.
4
1
Druk op de MENU knop.
2
Het CALIBRATION menu wordt weergegeven door op de F knop of de f knop en vervolgens op de g knop te drukken. Het kalibreringsmenu wordt weergegeven. De unit staat in de modus automatische kalibrering.
3
Selecteer de gewenste kalibrering door op de F knop of de f knop te drukken.
Aanpassen
1
3
3
1, 4
De unit kalibreren 1 FULL RANGE CAL wordt weergegeven door op de F knop of de f knop te drukken.
2 Druk op de EXEC knop. De unit begint met afdrukken en tijdens het afdrukken wordt de dichtheid automatisch gekalibreerd.
Druk op de MENU knop. Het aangepaste niveau wordt ingevoerd. De unit keert terug in de stand-by modus en READY wordt op de display weergegeven. De unit werkt volgens het aangepaste niveau tot deze waarden weer worden veranderd.
Menubediening
17
1 CAL RESET wordt weergegeven door op de F knop of de f knop te drukken.
De voor deze afdruk uitgevoerde kalibrering geldt tevens voor de volgende afdruk. Afdruk resultaten dichtheidskalibrering
2 Druk op de EXEC knop.
4
Druk op de MENU knop. De unit keert terug in de stand-by modus en READY wordt op de display weergegeven.
Contrast aanpassen U kunt het hoge contrast (donkere gebieden van de afbeeldingen) en het lage contrast (lichte gebieden van de afbeeldingen) aanpassen. Aanpassen
Een eenvoudige kalibrering uitvoeren De unit kan een eenvoudige kalibrering uitvoeren na iedere afdruk. Als deze eenvoudige kalibrering is geselecteerd, wordt het testpatroon op de kopie afgedrukt. De voor deze afdrukcyclus uitgevoerde kalibrering geldt tevens voor de volgende afdruk. 1 LIMITED CAL wordt weergegeven door op de F knop of de f knop te drukken.
1
3
2 2 Selecteer ON door op de G knop of de g knop te drukken.
Geef ON in hoofdletters weer door op de G knop of de g knop te drukken.
Naar de standaardmodus resetten Als u naar de standaardmodus reset, wordt de kalibrering niet uitgevoerd wanneer u FULL RANGE CAL selecteert.
18
Menubediening
5
4
1
Druk op de MENU knop.
2
Het DENSITY ADJ menu wordt weergegeven door op de F knop of de f knop en vervolgens op de g knop te drukken. De unit staat in de modus automatische contrastaanpassing.
3
PATTERN PRINT wordt weergegeven door op de F knop of de f knop te drukken.
Het lage contrastbereik ligt tussen 01 en 49 (10, 20, 30 en 40 worden overgeslagen). Tabel van het lage contrastbereik Beweeg naar links en naar rechts en het contrast in het vak verandert.
4
Druk op de EXEC knop om een afdruk van de contrasttabel te maken. De unit begint met het afdrukken van het contrastpatroon.
Beweeg naar boven en naar beneden en het contrast in het frame rond het vak verandert.
Het eerstvolgende lichte gebied Aanpassen
Het lichtste gebied
3 Geef het gewenste nummer weer door op de G knop of de g knop te drukken.
5
Pas het contrast aan terwijl de contrasttabel wordt gecontroleerd. Laag contrast aanpassen Selecteer de manier waarop de lichte gebieden van de afbeeldingen moeten worden afgedrukt. 1 SELECT POINT 95% wordt weergegeven door op de F knop of de f knop te drukken.
2 Selecteer het nummer van het gewenste lage contrastgebied (data licht gebied 95%) door op de G knop of de g knop te drukken.
Geef het geselecteerde nummer weer.
Resetten naar de standaardmodus van het lage contrastbereik 25 in de display. Hoog contrast aanpassen Selecteer de manier waarop de donkere gebieden van de afbeeldingen moeten worden afgedrukt. 1 SELECT POINT 5% wordt weergegeven door op de F knop of de f knop te drukken.
Menubediening
19
2 Selecteer het nummer van het gewenste hoge contrastbereik (data donker gebied 5 %). Het hoge contrastbereik ligt tussen 51 en 99 (60, 70, 80 en 90 worden overgeslagen).
Gamma-curve selecteren Als de gamma-curve niet is gespecificeerd door de op deze unit aangesloten andere apparatuur, selecteer dan de gamma-curve die door de unit wordt gebruikt.
Tabel van het hoge contrastbereik
1
3
4
Beweeg naar links en naar rechts en het contrast in het vak verandert.
Beweeg naar boven en naar beneden en het contrast in het frame rond het vak verandert.
2
Aanpassen
1
Druk op de MENU knop.
2
Het GAMMA SEL menu wordt weergegeven door op de F knop of de f knop en vervolgens op de g knop te drukken. De unit staat in de modus gamma selecteren.
3
Selecteer de gewenste gamma-curve door op de G knop of de g knop te drukken. De gamma-curven voor SONY 1 t/m SONY 5 zijn vooraf ingesteld; u kunt deze instellingen niet wijzigen. De gamma-curven voor USER 6 t/m USER 10 kunnen op de gewenste waarde worden ingesteld. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sony dealer voor advies over de instellingen.
Het eerstvolgende donkere gebied Het donkerste gebied
3 Geef het gewenste nummer weer door op de G knop of de g knop te drukken.
Geef het geselecteerde nummer weer.
Resetten naar de standaardmodus van het hoge contrastbereik 75 in de display.
20
Menubediening
Gamma-curve
Uitleg
SONY 1
Standaard instelling
SONY 2
De halftint is donkerder vergeleken met SONY 1
SONY 3
De halftint is lichter vergeleken met SONY 1
SONY 4
De halftint is zachter vergeleken met SONY 1
SONY 5
De halftint is scherper vergeleken met SONY 1
USER 6 t/m 10
Niet vooraf ingesteld. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sony dealer voor advies over de instellingen. Als u deze gammacurven selecteert - USER 6 t/m 10 vóór de instelling - dan geldt dezelfde instelling als voor SONY 1.
Gamma-curve De gamma-curven van SONY 1 t/m SONY 5 staan hieronder weergegeven.
Donker
Afdruk
Licht Licht
Ingangsgegevens
Donker
Aanpassen
Menubediening
21
Algemeen
Voorzorgsmaatregelen Veiligheid
Algemeen
• Bedien de unit met de voedingsbron zoals aangegeven onder "Specificaties" (op pagina 26). • Zorg dat de voedingskabel niet wordt beschadigd door er zware voorwerpen op te plaatsen of te laten vallen. Het is gevaarlijk een unit te gebruiken met een beschadigde voedingskabel. • Wanneer u de unit langere tijd niet gebruikt, trek dan de voedingskabel los. • Trek de voedingskabel los door aan de stekker te trekken, niet aan de kabel zelf. • De unit mag niet gedemonteerd worden. • Verwijder de behuizing niet. Er bestaat gevaar voor een elektrische schok door de interne onderdelen. • Zorg dat er geen water of andere vloeistoffen op de unit vallen en voorkom dat er brandbare of metalen stoffen in de behuizing terechtkomen. Wanneer er vreemde onderdelen in de behuizing worden gebruikt, kan de unit defect raken of gevaarlijk zijn door de kans op brand of elektrische schokken. • Wanneer de unit defect raakt of een vreemd onderdeel in de behuizing valt, trek dan de voedingskabel los en neem direct contact op met uw Sony dealer.
Installatie Voorkom dat de unit op een plaats wordt gezet met: mechanische trillingen – hoge vochtigheid – overmatig stof – direct of overmatig zonlicht – extreem hoge of lage temperaturen – De ventilatiegaten dienen ter voorkoming van oververhitting van de unit. Zorg dat de gaten niet worden geblokkeerd door andere units of worden afgedekt met een doek, etc.
Condensatie • Als de unit blootgesteld wordt aan grote en plotselinge veranderingen in temperatuur, bijvoorbeeld als de printer van een koude naar een warme ruimte verplaatst wordt of als deze in een ruimte staat met een verwarming die grote hoeveelheden vocht produceert, kan condensatie in de printer gevormd worden. In dat geval werkt de printer waarschijnlijk niet correct en kan zelfs een storing optreden als u de printer blijft gebruiken. Bij vorming van vocht of condensatie moet
22
Voorzorgsmaatregelen
u de printer uitzetten en deze minimaal 1 uur lang uit laten staan. • Als de transparanten worden blootgesteld aan grote of plotselinge veranderingen in temperatuur kan condensatie op de transparanten in de lade gevormd worden. Hierdoor kan de printer defect raken. Als de transparant in deze staat wordt gebruikt, kunnen er bovendien vlekken op de afdruk ontstaan. • Bewaar een half verbruikt pakket met transparanten in de originele verpakking en maak de verpakking dicht. Laat de transparanten in een gesloten verpakking, indien mogelijk, nog enkele uren in een warme ruimte liggen, voordat deze worden gebruikt. Dit voorkomt condensatievorming als de transparanten uit de verpakking worden gehaald.
De unit transporteren Voor het transport van de unit moeten de meegeleverde accessoires worden verwijderd en vervolgens worden ingepakt in de originele verpakking. Wanneer de unit wordt getransporteerd als de meegeleverde accessoires nog zijn gemonteerd, kan dit leiden tot defecten. Opmerking
De steunen mogen tijdens verplaatsen van de unit niet worden gebruikt om deze verticaal te houden; dit is gevaarlijk. Gebruik het zwenkwiel niet om de unit te verplaatsen.
De behuizing reinigen Gebruik een zachte, droge doek of een zachte, licht vochtige doek met een mild reinigingsmiddel om de behuizing, de display en de knoppen te reinigen. Gebruik om beschadigingen van de afwerking te voorkomen nooit alcohol, een verdunningsmiddel of een ander oplosmiddel. Opmerking
Zet de ON/STANDBY schakelaar op het voorpaneel op STANDBY alvorens de behuizing te reinigen.
Onderhoud Voer de volgende onderhoudswerkzaamheden regelmatig uit na iedere 500 afdrukken. • Reinigingsrol vervangen • Thermische kop en scheidingsrubbers reinigen • Ventilatorfilter reinigen Na iedere 5.000 afdrukken is naast bovenstaand onderhoud tevens regelmatig onderhoud noodzakelijk. Neem hiervoor echter contact op met uw dichtstbijzijnde Sony dealer.
U kunt het totale aantal afdrukken controleren m.b.v. het item TOTAL PRINTS van het menu INFORMATION. Raadpleeg "Het totale aantal afdrukken sinds het starten van de unit bevestigen" (op pagina 16) voor meer informatie.
3
Verwijder de plastic beschermverpakking van de nieuwe reinigingsrol en breng deze aan.
Opmerking
Alvorens met de onderstaande onderhoudswerkzaamheden te beginnen, moet de ON/STANDBY schakelaar op het voorpaneel op STANDBY en de hoofdschakelaar POWER op het achterpaneel op OFF worden gezet. Reinigingsrol reinigen De meegeleverde reinigingsset bevat de reinigingsrollen (voor vervanging) en vochtige doekjes. Ga als volgt te werk wanneer de oude reinigingsrol moet worden vervangen door een nieuwe.
1
Plaats de rechterzijde van de reinigingsrol en druk de rol naar rechts. Druk vervolgens de linkerzijde van de reinigingsrol aan totdat deze is geborgd.
Trek de hendel naar u toe om de voorste afdekking te openen. Opmerkingen
4
Algemeen
• Zorg dat er geen krassen op het oppervlak van de reinigingsrol komen en laat de rol niet vallen. • Veeg het oppervlak van de reinigingsrol niet af met het meegeleverde vochtige doekje. Sluit de voorste afdekking volledig. Als u verder gaat met het reinigen van de thermische kop en het scheidingsrubber hoeft u de voorste afdekking niet te sluiten. Ga naar stap 2 van "Thermische kop en scheidingsrubbers reinigen" (op pagina 23). Opmerking
2
Houd de linkerzijde van de reinigingsrol tegen en verwijder de rol door deze naar rechts te schuiven.
Als u de afdekking sluit, zorg dan dat uw vingers of uw hand niet tussen de afdekking en de unit komen. Thermische kop en scheidingsrubbers reinigen Ga als volgt te werk om de onderstaande reinigingswerkzaamheden met het meegeleverde vochtige doekje uit te voeren.
Reinigingsrol
Voorzorgsmaatregelen
23
1
Trek de hendel naar u toe om de voorste afdekking te openen.
4
Verwijder de lade. U kunt de lade verwijderen zonder op de knop EJECT TRAY te drukken wanneer de voeding is uitgeschakeld. Opmerking
Houd bij het verwijderen van de lade beide zijden van de lade en de afdekking van de lade met beide handen vast en verwijder de lade.
2
Veeg de thermische koo af met het vochtige doekje. Opmerking
Alvorens de thermische kop af te vegen moet u het metalen deel van de unit aanraken om te zorgen dat geen statische elektriciteit wordt overgebracht.
Algemeen
5
Maak de afdekking van de lade open en veeg de scheidingsrubbers af met het vochtige doekje.
Thermische kop Veeg het oppervlak van de thermische kop voorzichtig af met het vochtige doekje.
Opmerkingen
• Raak het oppervlak van de thermische kop niet aan met uw hand. • Gooi het vochtige doekje niet weg. Het doekje moet nog worden gebruikt voor de reinigingswerkzaamheden aan andere onderdelen van de unit. • Omdat de thermische kop na het afdrukken nog erg heet is, mag deze niet worden aangeraakt. Raakt u de thermische kop aan, dan kan dit leiden tot brandwonden.
3
24
Sluit de voorste afdekking.
Voorzorgsmaatregelen
Scheidingsrubbers
6
Breng de lade aan. De reinigingsprocedure is voltooid.
Opmerkingen
• Voer de reinigingswerkzaamheden uit in bovenstaande volgorde. • Sluit de afdekking nadat de gereinigde onderdelen volledig zijn gedroogd.
• Gebruik het vochtige doekje voor het reinigen van de rollen niet voor het reinigen van de thermische kop.
4
Breng de filters aan en sluit de afdekking.
Filters reinigen De ventilatiegaten dienen ter voorkoming van oververhitting van de unit. Op de voorste afdekking zijn drie filters aangebracht die de ventilatiegaten afdekken. Ga als volgt te werk voor het reinigen van de filters.
1
Trek de vergrendelpal naar u toe om de voorste afdekking te openen.
Na het voltooien van de reinigingswerkzaamheden: Zet de POWER schakelaar op het achterpaneel op ON en de ON/STANDBY schakelaar op het voorpaneel op ON. Het volgende bericht verschijnt gedurende enkele minuten.
Til de filters enigszins naar boven en trek deze naar u toe om ze te verwijderen.
Algemeen
2
Nadat het volgende bericht enkele minuten is weergegeven, kunt u het afdrukken hervatten.
Filters
3
Filters reinigen m.b.v. een stofzuiger of iets dergelijks. Opmerkingen
• Zorg dat het filter niet in de stofzuiger komt vast te zitten. • Wrijf nooit hard over het net van het filter.
Voorzorgsmaatregelen
25
Bescherming tegen schadelijk binnendringen van water: Normaal Veiligheidsgraad in aanwezigheid van ontvlambare verdovingsmiddelen of zuurstof: Niet geschikt voor gebruik in aanwezigheid van ontvlambare verdovingsmiddelen of zuurstof Bedieningsmodus: Continu
Specificaties
Algemeen
Voeding 100 tot 240 V AC, 50/60 Hz Ingangsstroom 4,4 tot 1,8 A Bedrijfstemperatuur 10 °C tot 30 °C (50 °F tot 86 °F) Bedrijfsvochtigheid 20% tot 80% (geen condensatie toegestaan) Temperatuur opslag en transport –20 °C tot +60 °C (–4 °F tot +140 °F) Vochtigheid opslag en transport 20% tot 90% (geen condensatie toegestaan) Afmetingen Ca. 600 × 250 × 686 mm (b/h/d) (23 5/8 × 9 7/8 × 27 1/8 inch) Gewicht ca. 55 kg (121 lb 4 oz) Afdruksysteem Thermisch afdrukken Resolutie 12,59 dot/mm (320dpi) Gradatie 4.096 niveaus Maximaal afdrukformaat 401,8 × 335,4 mm Elementen afbeelding 4.224 × 5.060 dots (b/h) Afdruksnelheid Ca. 70 transparanten/uur (excl. de benodigde tijd voor het afkoelen van de kop) Digitale interface Netwerkpoort × 1 (RJ-45 modulaire aansluiting), conform 100BASE-TX standaard Speciale uitgangsaansluiting × 1 Ingangsaansluiting AC IN (voor voeding) Meegeleverde accessoires Lade (1) Reinigingsset (1) Steun voor verticaal plaatsen van printer (2) Aanslagblad (1) Ferrietkernen (2) Voedingskabel (1) Bedieningshandleiding (1) CD-ROM (1) Diskette (1) Garantiekaart (1) (voor klanten in de V.S. en Canada) Afzonderlijk meegeleverde accessoires Blue Thermal Film Printing Pack UPT-517BL Cleaning kit UPA-500 Medische specificaties Bescherming tegen elektrische schokken: Klasse I
26
Specificaties
Het ontwerp en de specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden aangepast.
Tabel SOP en Meta SOP klassen SOP klassenaam
SOP klasse UID
Verification SOP
1.2.840.10008.1.1
Basic Grayscale Print Management Meta SOP Class
1.2.840.10008.5.1.1.9
Basic Film Session SOP Class
1.2.840.10008.5.1.1.1
Basic Film Box SOP Class
1.2.840.10008.5.1.1.2
Basic Grayscale Image Box SOP 1.2.840.10008.5.1.1.4 Class Print SOP Class
1.2.840.10008.5.1.1.16
Basic Annotation Box SOP Class
1.2.840.10008.5.1.1.15
Berichten Er kunnen twee soorten berichten worden weergegeven: storingsberichten en waarschuwingsberichten. In dit hoofdstuk worden deze berichten vermeld samen met de mogelijke oorzaken en oplossingen. Noteer de berichten en handel volgens de instructies. Naast storings- en waarschuwingsberichten kunnen ook andere berichten worden weergegeven m.b.t. de bedieningsstatus van de unit. Dergelijke berichten worden hier niet beschreven.
Storingsberichten
Mogelijke oorzaak en oplossing
REMOVE FILM TOP:J3
De transparant is vastgelopen in de buurt van de bovenzijde van de unit. tMaak de bovenste afdekking open en verwijder de vastgelopen transparant (pagina 30).
REMOVE FILM TOP De transparant is vastgelopen tussen de & FRONT:J4 bovenzijde en de voorzijde van de unit. tMaak de bovenste en voorste afdekking open en verwijder de vastgelopen transparant (pagina 30). REMOVE FILM FRONT:J5
Storingsberichten Ongeval van een storing gaat het ALARM lampje branden en verschijnt een storingsbericht in de display die de storing aangeeft. Noteer het bericht en voer de benodigde werkzaamheden uit om de storing te verhelpen. In de storingsberichten in de volgende tabel geeft "nn" het cijfer of symbool aan dat in het bericht wordt weergegeven. Mogelijke oorzaak en oplossing
SET FILM
De transparanten zijn op. tBreng de transparanten in de lade aan (pagina 11).
SET TRAY
De lade is niet aangebracht. tBreng de lade aan (pagina 8).
REMOVE PRINTS
Het maximaal aantal afdrukken ligt in de lade. tVerwijder de afdrukken. Het afdrukken begint opnieuw (pagina 15).
CLOSE COVER
De voorste, bovenste of achterste afdekking is open. tSluit de geopende afdekking.
REMOVE FILM TRAY:J0
De transparant is vastgelopen in de buurt van de lade. tTrek de lade naar buiten en verwijder de vastgelopen transparant (pagina 29).
REMOVE FILM REAR:J1
De transparant is vastgelopen in de buurt van de achterzijde van de unit. tMaak de achterste afdekking open en verwijder de vastgelopen transparant (pagina 29).
REMOVE FILM REAR & TOP:J2
De transparant is vastgelopen tussen de achterzijde en de bovenzijde van de unit. tMaak de achterste en bovenste afdekking open en verwijder de vastgelopen transparant (pagina 29).
REMOVE FILM TOP De transparant is vastgelopen in de & INNER:J6 buurt van de voorzijde of de binnenzijde van de unit. tMaak eerst de bovenste afdekking en vervolgens de binnenste afdekking open en verwijder de vastgelopen transparant (pagina 30). REMOVE FILM TRAY:J7
De transparant is vastgelopen in de buurt van de lade. tTrek de lade naar buiten en verwijder de vastgelopen transparant (pagina 31).
REMOVE FILM SOME PLACES:J8
De transparant is op verschillende punten vastgelopen. tMaak alle afdekkingen open en verwijder de vastgelopen transparant (pagina 31).
CALIBRATION INVALID
De unit neemt bepaalde metingen om een waarde voor de automatische kalibrering te schatten. De correcte waarde kon echter niet worden gemeten. De unit kan afdrukken, maar de waarde voor de automatische kalibrering wordt niet bijgewerkt. tVoer de kalibreringsprocedure opnieuw uit. Als witte strepen of krassen op de afdruk verschijnen, reinig dan de thermische kop en de rollen (pagina 17).
MECHA TROUBLE S nn
Een mechanische storing in het sensorsysteem van de unit. tZet de printer een keer uit en vervolgens weer aan. De unit werkt naar behoren. Als echter het bericht nog steeds in de display staat, zet de voedingsspanning dan uit en neem contact op met uw Sony dealer.
MECHA TROUBLE M nn
Een mechanische storing in het motorsysteem van de unit. tZet de printer een keer uit en vervolgens weer aan. De unit werkt naar behoren. Als echter het bericht nog steeds in de display staat, zet de voedingsspanning dan uit en neem contact op met uw Sony dealer.
Berichten
Algemeen
Storingsberichten
De transparant is vastgelopen in de buurt van de voorzijde van de unit. tMaak de voorste afdekking open en verwijder de vastgelopen transparant (pagina 30).
27
Storingsberichten
Mogelijke oorzaak en oplossing
MECHA TROUBLE U nn
Een andere mechanische storing in unit. tZet de printer een keer uit en vervolgens weer aan. De unit werkt naar behoren. Als echter het bericht nog steeds in de display staat, zet de voedingsspanning dan uit en neem contact op met uw Sony dealer.
DICOM TROUBLE
Een storing in het DICOM gedeelte van de unit. tZet de voedingsspanning uit en neem contact op met uw Sony dealer.
TAG INVALID
Er is een storing opgetreden in het IC label. tZet de voedingsspanning uit en neem contact op met uw Sony dealer.
Problemen oplossen Bij vermoedelijke schade Controleer bij een storing eerst de volgende aanwijzingen en voer de benodigde werkzaamheden uit om de storing te verhelpen. Wanneer de storing niet is verholpen, zet de printer dan uit en neem contact op met uw Sony dealer. Symptoom
Mogelijke oorzaak en oplossing
Er verschijnt niets in de display.
• De ON/STANDBY schakelaar op het voorpaneel van de unit staat niet op ON. tZet de ON/STANDBY schakelaar van de printer op ON (pagina 14). • De aansluitingen zijn niet correct bevestigd. tZorg dat de aansluitingen correct zijn bevestigd (pagina 9).
De unit wordt niet ingeschakeld ondanks het feit dat de ON/STANDBY schakelaar op het voorpaneel op ON staat.
De POWER hoofdschakelaar op het achterpaneel staat niet op ON. tZet de POWER hoofdschakelaar op het achterpaneel op ON.
De unit drukt niet af.
Er verschijnt een storingsbericht in het display. tVoer de maatregelen onder "Berichten" uit (pagina 27).
Overige berichten Als het volgende bericht verschijnt, gaat het ALARM indicatielampje niet branden. Het PRINT indicatielampje knippert. Berichten
Mogelijke oorzaak en oplossing
Algemeen
HEAD IN COOLING De thermische kop is oververhit. PLEASE WAIT tWacht tot de thermische kop is afgekoeld en het bericht verdwijnt.
28
HEAD IN HEATING PLEASE WAIT
De thermische kop wordt opgewarmd. tWacht tot de thermische kop is opgewarmd en het bericht verdwijnt.
PLEASE WAIT
De unit keert terug naar de eerste instellingen, zodat kan worden begonnen met afdrukken nadat de afdekkingen werden gesloten die eerst werden geopend voor het verwijderen van een vastgelopen transparant of voor reinigingswerkzaamheden. tWacht tot dit bericht verschijnt. Als dit bericht verschijnt, gaat het indicatielampje PRINT niet branden.
Problemen oplossen
Vastlopen van de transparant Als de transparant voor of tijdens het afdrukken is vastgelopen, wordt het afdrukken onderbroken en verschijnen de volgende berichten in de display. Een storingsbericht geeft de plaats aan waar de transparant is vastgelopen. Controleer de plaats en volg de onderstaande stappen om de vastgelopen transparant te verwijderen. Nadat de vastgelopen transparant is verwijderd, begint de unit met afdrukken wanneer de afbeeldingsgegevens nog moeten worden afgedrukt. • REMOVE FILM TRAY: J0 • REMOVE FILM REAR: J1 • REMOVE FILM REAR & TOP: J2 • REMOVE FILM TOP: J3 • REMOVE FILM TOP & FRONT: J4 • REMOVE FILM FRONT: J5 • REMOVE FILM TOP & INNER: J6 • REMOVE FILM TRAY: J7 • REMOVE FILM SOME PLACES: J8
Opmerkingen
• Als u uw hand in de unit steekt, zorg er dan voor dat u geen onderdelen aanraakt; dit kan pijnlijke gevolgen hebben. • Als u de voedingsspanning uitschakelt, worden afbeeldingsgegevens die nog niet zijn afgedrukt gewist. Als REMOVE FILM TRAY: J0 verschijnt
1
Verwijder de lade. Als de unit niet is ingeschakeld, kunt u de lade naar buiten trekken zonder op de knop EJECT TRAY te drukken. Opmerking
Houd bij het naar buiten trekken van de lade beide zijden van de lade en de afdekking van de lade met beide handen vast.
Als berichten van J1 tot J6 worden weergegeven
1
Maak de afdekking open waarop het bericht betrekking heeft en verwijder langzaam de vastgelopen transparant terwijl u deze met beide handen vasthoudt. Bericht
Te openen afdekking
REMOVE FILM REAR: J1
Achterste afdekking
REMOVE FILM REAR & TOP: J2
Achterste en bovenste afdekking
REMOVE FILM TOP: J3
Bovenste afdekking
REMOVE FILM TOP & FRONT: J4
Bovenste en voorste afdekking
REMOVE FILM FRONT: J5
Voorste afdekking
REMOVE FILM TOP & INNER: J6
Bovenste en binnenste afdekking
Als de achterste afdekking is geopend
Algemeen
Opmerking
Als er afdrukken op de lade liggen, verwijder deze dan eerst alvorens de lade te verwijderen.
2
Verwijder de vastgelopen transparant in de buurt van de scheidingsrubbers.
3
Breng de lade in de originele positie aan.
Problemen oplossen
29
Als de bovenste en de binnenste afdekkingen zijn geopend
Als de bovenste afdekking is geopend
Als de bovenste en de voorste afdekkingen zijn geopend
2
Sluit de geopende afdekking goed. Het volgende bericht verschijnt op de display.
Algemeen
Wacht tot dit bericht verdwijnt. Als de unit in de standby modus staat, verschijnt het volgende bericht.
Als de voorste afdekking is geopend
30
Problemen oplossen
Als REMOVE FILM TRAY: J7 verschijnt
1
Verwijder de lade volledig.
2
Verwijder de vastgelopen transparant in de buurt van de binnenzijde van de unit.
3
Breng de lade in de originele positie aan.
Algemeen
Als REMOVE FILM SOME PLACES: J8 verschijnt Verschillende transparanten zijn vastgelopen. Maak de achterste, voorste, bovenste en binnenste afdekkingen open en controleer de plaats van de vastgelopen transparant. Het kan zijn dat een transparant in de buurt van de lade is vastgelopen; trek daarom de lade naar buiten en controleer of er inderdaad transparanten zijn vastgelopen.
Problemen oplossen
31
Index A Aansluiten 9 Afdrukken als de unit niet afdrukt 15 contrast aanpassen 18 helderheid van afdrukken aanpassen 17 opmerkingen over opslag 15 patroonafdruk 19 voor het afdrukken 14
steunen gebruiken 9 Menu items CALIBRATION 17 DENSITY ADJ 18 GAMMA SEL 20 INFORMATION 16 PRINT QUALITY 17
O Onderhoud filters reinigen 25 reinigingsrol vervangen 23 scheidingsrubbers reinigen 24 thermische kop reinigen 24 Over deze handleiding 4
B Berichten overige berichten 28 storingsberichten 27
C CALIBRATION FULL RANGE CAL 17 LIMITED CAL 18
D
Index
De unit plaatsen horizontaal 8 verticaal 9 DENSITY ADJ hoog contrast aanpassen 19 laag contrast aanpassen 19 Dichtheid kalibreren na iedere afdruk van de unit 18 unit 17
G Gamma-curve 21
I IC label 12 INFORMATION IP adres 16 totaal aantal gemaakte afdrukken 16
M Meegeleverde accessoires aanslagblad 9 controleren 8 ferrietkernen 10 monteren 8 reinigingsset 23
32
Index
P Plaats en functie van onderdelen en bedieningselementen achterpaneel 5 voorpaneel 5 Problemen oplossen bij vermoedelijke schade 28 vastlopen van de transparant 28
R Reinigen behuizing 22 filters 25 reinigingsrol 22 scheidingsrubbers 24 thermische kop 24
S SOP en Meta SOP klassen 26 Specificaties 26 Systeem functie 4 voorbeeld configuratie 5
T Transparant vastgelopen transparant verwijderen 28 Transparanten aanbevolen transparanten 11 de resterende hoeveelheid transparanten bevestigen 11 laden 11 opmerkingen over opslag 14 totaal aantal afdrukken 16
V Vastgelopen transparant verwijderen 28 Voorzorgsmaatregelen Voor condensatie 22 Voor de installatie 22 Voor de veiligheid 22 Voor het transporteren van de unit 22
Instelhandleiding Inhoudsopgave Voorbereidingen Overzicht ...............................................................34 Vereisten ................................................................34 IP adres .................................................................35
Instellen De PC instellen waarop u de unit wilt installeren ..............................................................36 Over het instelvenster ..........................................36 Instelvenster openen .........................................36 Paginacomponenten ..........................................37 De unit instellen ....................................................39 E-mail instellen .....................................................39 Bevestiging na instellen ........................................40
Voorbereidingen
Voorbereidingen
Overzicht In deze instelhandleiding staat o.a. informatie voor de systeembeheerder vermeld waarmee de unit kan worden ingesteld op het netwerk en waarmee het IP adres kan worden gereset. In deze instelhandleiding wordt de voorbereiding voor de instelling beschreven, wordt een overzicht gegeven van het instelvenster, wordt uitgelegd hoe de instelling m.b.t. het IP adres enz. moet worden uitgevoerd en wordt uitgelegd hoe een E-mail waarschuwing moet worden ingesteld, zodat automatisch wordt meegedeeld wanneer een storing voorkomt.
34
Overzicht / Vereisten
Vereisten De volgende hardware en Web browser software is benodigd om de instelling uit te voeren. • PC: Een PC die kan worden aangesloten op de netwerkaansluiting van de UP-DF500 • Bedieningssysteem a): Microsoft Windows 95, Windows 98, Windows NT 4.0, Windows 2000 of Windows XP • LAN kabel, 100BASE-TX netwerkkabel • Web browser software: Internet Explorer a) 5.5 of later of Netscape a) 4 of later Stel de Web browser software als volgt in: Geen volmacht Een blanco pagina wordt geopend wanneer de Web browser sofltware wordt gestart. a) Microsoft, Windows, Windows NT en Internet Explorer zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of in andere landen. Netscape en Netscape Navigator zijn gedeponeerde handelsmerken van Netscape Communications Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. De overige systeem- en productnamen in deze handleiding zijn ook handelsmerken en wettig gedeponeerde handelsmerken.
IP adres Voorbereidingen
Als u de unit direct na de aankoop voor de eerste keer gebruikt, moet u het DICOM gedeelte in de unit instellen (IP adres toevoegen enz.). Alvorens met de instelling te beginnen, moet u bij de systeembeheerder het volgende bevestigen. • Het IP adres dat de UP-DF500 gebruikt op het netwerk • Sub-net mask van het netwerk • Gateway adres, als een gateway is opgenomen in het netwerk Het IP adres bevestigen Het aan de UP-DF500 toegewezen IP adres.
1
Zet de UP-DF500 aan.
2
Druk op de MENU knop.
3
INFORMATION wordt op de display weergegeven door op de F of f knop en vervolgens op de g knop te drukken.
4
IP ADDRESS wordt in de display weergegeven door op de F of f knop te drukken. Het aan de UP-DF500 IP adres wordt op de display weergegeven.
IP adres
35
Instellen
De PC instellen waarop u de unit wilt installeren Instellen
1
Start de PC waarop u de unit wilt installeren.
2
Open de pagina voor TCP/IP instelling.
3
Voer het IP adres van de PC en de sub-net mask in. IP adres van de PC: NNN.NNN.NNN.nnn NNN.NNN.NNN.NNN: IP adres toegewezen aan de UP-DF500 op het netwerk nnn: De bijzondere nummers (van 1 - 254 mogen niet gelijk zijn aan die van de vierde NNN van het IP adres van de UP-DF500). Sub-net Mask: 255.255.255.0
4
Start de pc opnieuw.
5
Sluit de UP-DF500 en de pc waarop u de unit wilt installeren aan m.b.v. de netwerkkabel.
Over het instelvenster De UP-DF500 kan worden ingesteld in het instelvenster dat staat weergegeven op de Web browser van de pc waarop u de unit wilt installeren. Het instelvenster heeft de volgende pagina’s: • Summary/Print Job pagina Geeft de samenvatting en de status van de afdruktaak van de UP-DF500 weer. • DICOM Settings pagina Instellen van het IP adres, DICOM AE titel enz. • Printer Status pagina Geeft de status van de UP-DF500 weer. • E-Mail Settings pagina Instellen van de aan E-mail gerelateerde items.
Instelvenster openen
1
Start de pc waarop u de unit wilt installeren en vervolgens de Web browser software.
2
Voer het volgende adres in. http://NNN.NNN.NNN.NNN Dit is het aan de UP-DF500 toegewezen IP adres op het netwerk.
Paginakeuzevenster
3
36
De PC instellen waarop u de unit wilt installeren / Over het instelvenster
Klik op de gewenste pagina in het paginakeuzevenster. De gewenste pagina wordt geopend.
Paginacomponenten Summary/Print Job pagina
DICOM Settings pagina Op deze pagina kunt u het IP adres en de DICOM AE titel instellen.
Op deze pagina wordt informatie over de UP-DF500 weergegeven.
Instellen
A Venster Printer (printerstatus) Printer Status: Geeft de printerstatus weer. Thermosensitive Film: Geeft het gebruikte type transparanten weer. 14 × 17: Geeft de afmeting van de gebruikte transparant weer (14 × 17 inch). B Venster Printer Job List Geeft weer wanneer een taak in de afdrukrij staat. C Add test pattern film to print job Klik op deze knop om het testpatroon af te drukken. D Refresh knop Klik op deze knop om het venster bij te werken.
A TCP/IP venster Setup Software Version: Geeft de versie van het instelvenster weer. IP Address: Instellen en weergeven van het IP adres. Sub-net Mask: Instellen en weergeven van de Subnet mask. Default Gateway: Instellen en weergeven van de standaard gateway. B Venster Printer DICOM Software Version: Geeft de versie van de DICOM software weer. DICOM Software Serial #: Geeft het serienummer van de DICOM software weer. AE Title: Instellen en weergeven van de AE titel. Port ID: Geeft het poortnummer weer. Status: Geeft de status van de DICOM software weer. Communication Log: Houdt een logboek bij wanneer een vinkje wordt geplaatst. C Save settings knop Klik op deze knop om de op deze pagina ingevoerde instellingen op te slaan. Als u naar een andere pagina gaat zonder op deze knop te drukken, gaan de instellingen verloren. Opmerking
Het venster "Secondary Printer (optie)" wordt op dit moment niet gebruikt.
Over het instelvenster
37
Printer Status pagina Op deze pagina wordt de status van de UP-DF500 weergegeven.
verschillende informatie weer over de status van de unit. Film Remaining: Geeft bij benadering het aantal transparanten weer dat nog in de lade aanwezig is. D Refresh knop Klik op deze knop om het venster bij te werken.
E-Mail Settings pagina Instellen
Op deze pagina kunt u de aan E-mail gerelateerde instellingen uitvoeren.
A Venster Printer Status Motor/Sensor: Geeft de storingsstatus van het motor-/sensorsysteem weer. Film Path: Geeft de status van het afdrukpad weer. Cover: Geeft de status van de afdekkingen weer (geopend of gesloten). Film Tray: Geeft weer of de lade wel of niet is aangebracht. Films: Geeft weer of de transparanten wel of niet in de lade zijn geplaatst. Tag: Geeft de bevestigingsstatus van het IC label weer. Film Output: Geeft de status van de sleuf weer. Printer Engine Status: Geeft de bedieningsstatus van de printer weer (stationair draaien, afdrukken enz.). B Venster Printer Statistics Geeft het totale aantal door de unit verwerkte afdrukken weer. Print count with the current thermal head: Geeft het totale aantal afdrukken weer nadat de thermische kop is vervangen. Lifetime print count: Geeft het totale aantal afdrukken weer nadat de unit is getransporteerd. C Venster Printer/Media Information Vendor ID, Model Name, Version Number, Media Type, Media Size, Pixel Matrix, Resolution, Maximum Density, Minimun Density: Geeft
38
Over het instelvenster
A Instelvenster Errors/events to monitor Stelt de criteria in voor het versturen van de E-mail. B Instelvenster Mail Server and Address Voert de instelling van de E-mail functie uit. C Send a test E-Mail knop Klik op deze knop om een test E-mail te sturen. D Save settings knop Klik op deze knop om de op deze pagina ingevoerde instellingen op te slaan. Als u naar een andere pagina gaat zonder op deze knop te drukken, gaan de instellingen verloren.
De unit instellen
E-mail instellen
Voer de volgende instellingen in wanneer de unit de eerste keer na aankoop wordt gebruikt of wanneer het aan de UP-DF500 IP adres is gewijzigd.
Op de pagina voor E-mail Settings kunt u de E-mail functie instellen, zodat automatisch een e-mail wordt verstuurd wanneer een storing in de UP-DF500 aanwezig is.
1
Voer de benodigde instellingen m.b.t. TCP/IP in. Tekstvenster IP Address
1
Open de pagina voor E-mail Settings. Raadpleeg "Instelvenster openen" (op pagina 36) voor meer informatie over het openen van de pagina.
2
Stel de criteria in die aangeven wanneer een e-mail moet worden verstuurd.
Instellen
2
Open de DICOM Settings pagina. Raadpleeg "Instelvenster openen" (op pagina 36) voor meer informatie over het openen van de pagina.
Selectievakje Motor/sensor error
Tekstvenster Sub-net Mask Tekstvenster Default Gateway
1 Voer het aan de UP-DF500 toegewezen IP adres op het netwerk in in het tekstvenster IP Address. 2 Voer de sub-net mask in in het venster Sub-net Mask. 3 Voer het IP adres van de standaard gateway in wanneer een gateway wordt gebruikt op het netwerk.
3
Voer de DICOM AE titel in in het tekstvenster AE Title. Er kunnen maximaal 16 tekens worden ingevoerd. Tekstvenster DICOM AE
4
Selectievakje Film jamming
Selectievakje More than 50,000 printed with the current thermal head
Plaats de vinkjes in het selectievakje die overeenkomt met een storing waarvan ter notificatie een e-mail moet worden verstuurd. Storing
Beschrijving
Motor/Sensor error Een storing in het motor-/ sensorsysteem. Film Jamming
Een transparant is vastgelopen.
More than 50,000 printed with the current thermal head
Het totale aantal met de huidige thermische kop gemaakte afdrukken is meer dan 50.000.
Klik op de [Save settings] knop. De instellingen worden opgeslagen.
De unit instellen / E-mail instellen
39
3
Voer de instellingen voor e-mail in.
Bevestiging na instellen Tekstvenster Mail Server IP Address Tekstvenster User ID
Nadat alle instellingen zijn ingevoerd Zet de UP-DF500 uit en ontkoppel de UP-DF500 en de PC waarop u de unit heeft geïnstalleerd. Ga als volgt te werk om de bediening van de UP-DF500 te bevestigen.
Instellen
1
Sluit de UP-DF500 aan op het netwerk.
2
Zet de UP-DF500 aan
3
Breng een lade aan waarin transparanten zijn geplaatst
4
Verstuur de afbeeldingsgegevens vanaf de op de unit aangesloten andere apparatuur. De unit begint met afdrukken.
Tekstvenster From Tekstvenster Send to
Voer de adressen in de betreffende tekstvensters in. In te voeren item
Beschrijving
Mail Server IP Address
IP adres van de mailserver a)
User ID
Gebruikersnaam (User ID)
From
Retouradres van de E-mail notificatie wanneer een storing aanwezig is en een e-mail wordt verstuurd.
Send to
Bestemmingsadres van de E-mail.
De afbeeldingsgegevens worden niet verstuurd Controleer of het IP adres van de op de unit aangesloten andere apparatuur correct is. E-mail instellen Bevestig de instellingen voor E-mail als volgt.
1
Klik op E-mail Settings in het paginakeuzevenster om de pagina voor E-mail instellingen te openen. Als deze pagina is geopend nadat de E-mail instellingen zijn ingevoerd, verschijnt de knop [Send a test E-Mail].
2
Klik op de [Send a test E-Mail] knop. Een test E-mail wordt verstuurd wanneer de instellingen correct zijn ingevoerd.
a) Voer alleen numerieke tekens voor het IP adres in.
4
Klik op de [Save settings] knop. De instellingen worden opgeslagen.
Send a test E-Mail knop
40
Bevestiging na instellen
Sony Corporation