Dierenbescherming Ja arversl ag 2009
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Inhoud
Colofon Tekst Verenigingsbureau Dierenbescherming Eindredactie Jan Dobbe, Leiden Vormgeving en lay-out Marcia Maûl, Haarlem Fotografie Dierenbescherming, tenzij anders vermeld
Dit jaarverslag is zakelijk en cijfermatig van opzet. Voor een rijk geïllustreerd verslag van activiteiten verwijzen wij naar ons Jaarboek 2009 – 2010 dat november 2010 verschijnt. Voor achtergronden en actuele informatie over het werk van de Dierenbescherming kunt u ook een bezoek brengen aan onze website: www.dierenbescherming.nl
Voor een uitgebreide financiële verantwoording verwijzen wij naar de Jaarrekening 2009, die u eveneens op onze website aantreft.
© 2010, Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren
1
Inleiding
5
2
Bestuursverslag
8
2.1 Financieel verslag 2.1.1 Toelichting op afwijkingen realisatie versus begroot 2.1.2 Toelichting op afwijkingen realisaties opeenvolgende jaren 2.1.3 Beloningsbeleid 2.1.4 Bezettingsoverzicht 2.1.5 Vermogensbeleid en beleggingsbeleid 2.2 Terugblik en perspectief 2.3 Vooruitblik 2.4 Begroting 2010
3
Verslag Raad van Toezicht
3.1 Samenstelling Raad van Toezicht 3.2 Vergaderingen Raad van Toezicht 3.3 Verantwoordingsverklaring CBF
4
Kerntaken
9 10 12 15 16 16 19 19 20
22 22 25 25
4.1 Invloed uitoefenen 4.1.1 Bewuster houden van dieren 4.1.2 Respect voor ieder dier 4.1.3 Diervriendelijker consumeren en ondernemen 4.1.4 Betere regels, kwalitatieve handhaving en adequater straffen 4.2 Dierennoodhulp 4.2.1 Asielcijfers 4.2.2 Stimuleren van kwaliteit en continuïteit 4.2.3 (Financiële) ondersteuning 4.2.4 Ondersteuning nieuwbouwinitiatieven 4.3 Toezicht dierenwelzijn 4.3.1 Trends en ontwikkelingen 4.3.2 Kort overzicht van alle activiteiten en interpretatie daarvan
32
5
Corporate communicatie & fondsenwerving
49
5.1 5.2
Corporate communicatie Fondsenwerving
49 50
6
PRO DIER
52
6.1 Inleiding 6.2 Activiteiten 2009 6.3 PRO DIER in de lijn
52 52 53
33 34 35 37 38 38 42 44 45 45 45 46
3
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
7
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Service interne organisatie
54
7.1 Personeel & Organisatie 7.2 Opleidingen 7.3 Financiën & Controle 7.4 Planning & Controle cyclus 7.5 ICT-projecten 7.6 Helpdesk 7.7 Gehoorzame Huishond-scholen 7.8 Externe oriëntatie 7.9 Gemeentelijke lobby 7.10 Standpunten en beleid
54 54 55 55 56 56 56 57 57 57
8
Sociaal jaarverslag
58
8.1 Algemeen 8.2 Medezeggenschap 8.3 Bestuursmodel en management 8.4 Personeelsbeleid 8.4.1 Functiewaardering gezondheidszorg (FWG) 8.4.2 Personeelshandboek 8.4.3 Introductieprogramma 8.4.4 Thuiswerkbeleid 8.4.5 Scholingsplan 8.4.6 Richtlijn exitinterviews 8.4.7 SDB*HRM-systeem 8.4.8 Arbeidsvoorwaarden 8.5 Organisatie landelijke Vereniging en LID 8.5.1 Arbeidsomstandigheden 8.5.2 Geweld 8.5.3 Bedrijfshulpverlening 8.5.4 Ziekteverzuim 8.5.5 Bedrijfsopvang 8.6 Bezetting Verenigingsbureau en LID per 31/12/2009
58 58 59 59 59 59 59 59 59 59 60 60 61 61 61 62 62 63 63 64
9
66
Verkorte financiële verantwoording per 31 december 2008
9.1 Balans 9.2 Staat van baten en lasten 9.3 Kasstroomoverzicht
66 68 69
1. Inleiding
De Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren (kortweg Dierenbescherming) is met ca. 200.000 leden en donateurs, duizenden actieve vrijwilligers en 64 lokale afdelingen de grootste organisatie van ons land die opkomt voor de belangen van alle dieren. Bijvoorbeeld door de bioindustrie aan de kaak te stellen en diervriendelijke systemen te steunen. Door in samenwerking met de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming dierenmishandeling en -verwaarlozing aan te pakken. Of door hulp te bieden aan dieren in nood, zoals het jaarlijks opvangen van tienduizenden ‘dakloze’ huisdieren. Dat gebeurt via de asielen die een relatie hebben met de Dierenbescherming. De Dierenbescherming ijvert in samenwerking met Eurogroup for Animals ook hard voor verbetering van de (Europese) wetgeving en stimuleert diervriendelijker (koop) gedrag. Tot slot werkt zij hard aan voorlichting en educatie van de jeugd door middel van haar jeugdclub Kids for Animals. De Dierenbescherming draagt het CBF-keur voor goede doelen. U i t g a ng s p u n t e n d o e l s t e l l i ng
‘De Dierenbescherming gaat bij haar belangenbehartiging uit van de eigen waarde van het dier, los van de nutswaarde die het dier voor mensen mag bezitten. Dieren horen met respect behandeld te worden als zelfstandige wezens met gevoelens, bewustzijn en integriteit. Daarnaast zijn vooral de gezondheid en het welzijn van het individuele dier van groot belang.’ Met dit uitgangspunt, de erkenning van de eigen waarde van dieren, komt de Dierenbescherming actief op voor de belangen van alle dieren. Ons doel is een diervriendelijke maatschappij, waarin mens en dier in harmonie met elkaar leven. Visie
In de samenleving die de Dierenbescherming nastreeft, geeft de mens duurzame invulling aan welzijn, gezondheid en integriteit van ieder dier. Missie
Het beschermen van dieren door het verlenen van noodhulp, het handhaven van welzijn en het beïnvloeden van de samenleving. Bijlage 1: Klachtenafhandeling
70
Bijlage 2: Jaarverslag ondernemingsraad
72
Bijlage 3: Jaarverslag Commissie van Beroep
73
Kerntaken
– Dierennoodhulp (o.a. opvang dieren) – Toezicht dierenwelzijn (inspectiewerk) – Politieke beïnvloeding (politieke lobby) – Maatschappelijke beïnvloeding (o.a. (publieks)voorlichting ) W e r kw i j z e
Om haar doelstellingen te bereiken zoekt de Dierenbescherming de dialoog. Zo zijn wij voortdurend in gesprek met overheid, politiek, bedrijfsleven en andere belangenorganisaties. In die
4
5
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
dialoog proberen wij hen te overtuigen met argumenten gebaseerd op feiten, wetenschappelijke inzichten en ethische overwegingen. De Dierenbescherming heeft erkende deskundigheid op het gebied van dierenwelzijn. Vanuit die deskundigheid dragen wij structurele en haalbare oplossingen aan. Zo nodig zetten wij onze mening kracht bij door actie te voeren. Meestal op ludieke wijze, zo nodig wat meer confronterend.
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
o rg a no g r a m
Dierenbescherming
V r i j w i l l i g e r s o rg a n i s at i e
De Dierenbescherming is een vrijwilligersorganisatie bij uitstek. Op dit moment zijn er vele duizenden vrijwilligers voor het welzijn van dieren in touw. Onder meer als bestuurslid, inspecteur, jeugdbegeleider, collectant, standwerker, asielmedewerker, chauffeur op de ambulance of pr-medewerker. R a a d va n T o e zicht p e r 31 d e c e mb e r 2 0 0 9
Dhr. Ir. P. Smits, voorzitter Dhr. P. Buisman, vice-voorzitter Mw. mr. E.A.M. Donders, secretaris Mw. J. Sprangers, (tot 1.9.2009) Mw. A. Christophe, lid Mw. Mr. E.A.M. Donders Dhr. Dr. Ir. E.D. Ekkel (vanaf 15.11.2009) Dhr. M. de Vries, lid
Algemene Vergadering Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren
Stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming
Raad van Toezicht
Stichtingsbestuur
Bestuurder-Algemeen Directeur
Afdelingen
Dierenambulancediensten
Asielen
Directeur Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming
B e s t u u r 31 d e c e mb e r 2 0 0 9
Dhr. F.C. Dales, algemeen directeur
Personeelszaken
Directiestaf
(Beleids-)ondersteuning
Secretariaat
De Diere nbes cher ming w erd in 2009 fina ncieel ges teund door:
De Nationale Postcode Loterij Financiën & Control
Inspectie
Dank a an de Nationale postcode loterij
De Dierenbescherming krijgt geen overheidssubsidie. We zijn dus volledig aangewezen op leden, donateurs, sponsors en financiers. De Dierenbescherming is dan ook erg blij met de uitstekende jarenlange samenwerking (sinds1996) met, alsmede de jaarlijkse bijdrage van de Nationale Postcode Loterij. In 2009 hebben we 1,8 miljoen euro van de Postcode Loterij ontvangen. De Postcode Loterij heeft als missie om goede doelen te steunen die werken aan een groene en rechtvaardige wereld. In 2009 keerde de loterij ruim 256 miljoen euro uit aan 75 organisaties die zich inzetten op de werkterreinen natuur en milieu, ontwikkelingssamenwerking, mensenrechten en sociale cohesie in Nederland. Net als voorgaande jaren staat de Dierenbescherming op het Goede Doelen Platform van de website van de Postcode Loterij. Zonder deze loterij zouden we vele van onze initiatieven niet kunnen realiseren.
6
Beleid, Dier & Maatschappij
Intake & Service
Communicatie & Fondsenwerving
Asielen & Afdelingen
7
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
2.
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Bestuursverslag
De sterke landelijke en regionale ontwikkeling van de Dierenbescherming ging in 2009 gestaag voort. Parallel daaraan namen onze zichtbaarheid, herkenbaarheid en strijdvaardigheid dit jaar opnieuw toe. We zijn op de goede weg en dat is ook nodig. Anno 2009 zijn er nog talloze dierenwelzijnskwesties die op een adequate aanpak wachten. Dat we op de goede weg zijn, werd nog eens duidelijk onderstreept door het feit dat wij in juni door het Agrarisch Dagblad en het blad Distrifood op basis van gezamenlijk onderzoek werden uitgeroepen tot ‘de maatschappelijke organisatie met de meeste invloed op de voedselketen’. Dat is iets om trots op te zijn, maar dat niet alleen. Het is ook een duidelijk signaal dat de aanpak van de Dierenbescherming werkt en daar zijn we blij mee. Een belangrijke rol hierbij speelde uiteraard ons Beter Leven kenmerk, dat dit jaar een landelijke zegetocht maakte en dat inmiddels op vele diervriendelijk(er) geproduceerde artikelen prijkt. We noemen in dit verband het diervriendelijker geproduceerde kalfsvlees van de VanDrie Group, ’s werelds grootste producent van kalfsvlees, en uiteraard de vlees- en zuivelproducten onder het nieuwe eigen merk van Albert Heijn, ‘puur&eerlijk’. Een geweldige stap voorwaarts! Vermeldenswaard is ook dat we dit jaar als eerste organisatie in de geschiedenis het welzijn van paarden in Nederland hebben aangekaart en hoog op de agenda hebben weten te krijgen. Dat was hard nodig, want het aantal meldingen over verwaarlozing en mishandeling van paarden en pony’s die de laatste jaren bij de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming binnenkwa-
men, was alarmerend. Belangrijkste oorzaak is simpelweg onwetendheid. Onze Paardencampagne in 2009 was dan ook gericht op voorlichting over verzorging, huisvesting en weidegang van paarden. Olympisch kampioene Anky van Grunsven gaf in maart het startsein voor een campagne die uiteindelijk ook onder paardenliefhebbers enthousiast werd ontvangen. Voorts lukte het ons glansrijk om Vergeten Dierendag (5 oktober) op de kaart te zetten. We deden dat onder meer door middel van een geslaagde actie op de Dam in Amsterdam. Daarbij maakten bekende Nederlanders zoals Ruud de Wild en Georgina Verbaan een dierentekening op de handen van voorbijgangers, daarmee symboliserend dat de Dierenbescherming opkomt voor ‘vergeten dieren’. Dit zijn dieren die nergens op hoeven te rekenen op de traditionele Dierendag (4 oktober), noch op de andere dagen van het jaar: proefdieren, dieren in de vee-industrie, mishandelde en verwaarloosde dieren. Onze ijzersterke TV-spot, waarin uitsluitend papieren dieren voorkwamen, kreeg in december een uitzendverbod (niet vóór 20.00 uur ’s avonds) opgelegd door de Reclame Code Commissie. Reden was dat hij te schokkend zou zijn voor jonge kinderen. Deze uitspraak hebben wij aangevochten tot in 2010, helaas tevergeefs. Er gebeurde natuurlijk nog veel meer, te veel om hier uitputtend te benoemen. We noemen in vogelvlucht het geslaagde burgerinitiatief van onze afdeling Noord-Holland Noord tegen de bouw van megastallen in de provincie; de start, in mei, van een speciale website voor asieldieren, www.ikzoekbaas.nl, die inmiddels duizenden bezoekers per week trekt; diverse activiteiten in het kader van de HIER-klimaatcampagne; de erkenning van inmiddels 33 asielen en de aanstelling van zo’n 55 ‘dierenwethouders’. Uiteraard mag de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming hier niet onvermeld blijven, die met een lange reeks acties, inbeslagnemingen en reddingen weer sterk bijdroeg aan het welzijn van dieren.
2.1 Financieel verslag algemeen
De Dierenbescherming is een naar Nederlands recht opgerichte vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die realisering van haar charitatieve doelstellingen door middel van fondsenwerving een beroep doet op de publieke offervaardigheid. De Dierenbescherming heeft een ANBI-status en draagt het CBF-keurmerk. Daarom legt de Dierenbescherming financiële verantwoording af in haar jaarverslag, waarbij zij zo veel mogelijk rekening houdt met de richtlijnen voor fondsenwervende instellingen, de Richtlijn Jaarverslaggeving 650 (herzien 2007) en van het CBF-keur waarin principes van de Code Goed Bestuur voor Goede doelen opgenomen zijn.
8
9
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
2.1.1 Toelichting op afwijkingen realisatie versus begroot (x E 1.000)
Realisatie
2009
Stg. Dierentehuis Nieuwe Waterweg. Tot slot zijn de contributies over het jaar 2009 met E 397.000 hoger uitgepakt dan begroot, door een stijging in het aantal volwassen leden die gemiddeld meer hebben bijgedragen.
Begroting Verschil 2009 R - B
Baten Baten uit eigen fondsenwerving Baten uit acties derden Vergoedingen wettelijke taken Baten uit beleggingen Opbrengsten DA en DOC’s Overige baten Totale Baten
22.607 2.076 5.273 2.422 5.580 1.482 --------------- 39.440
16.316 2.013 5.364 967 5.848 575 --------------- 31.083
6.291 63 –91 1.455 –268 907 --------------8.357
De baten uit beleggingen zijn ten opzichte van de begroting E 1.455.000 hoger. Na de beurscrisis van 2008 is het herstel sneller geweest dan aanvankelijk verwacht. Tevens zijn de overige baten E 907.000 hoger dan begroot als gevolg van toenemende inspanningen op regionaal niveau om dierennoodhulp en dierenwelzijn te promoten. De geplande toename van dierenopvang is niet gerealiseerd, waardoor de opbrengsten van Dierenambulances (DA’s) en Dierenopvangcentra (DOC’s) achterblijven ten opzichte van de begroting. Lasten: In het verslagjaar 2009 is ten opzichte van de begroting E 1.031.000 meer uitgegeven, waarvan E 1.316.000 aan de doelstellingen. Dit heeft vooral te maken met de toenemende investeringen in het voorbereiden en uitvoeren van nieuwbouwprojecten. In 2009 is er E 370.000 meer besteed dan begroot op het gebied van maatschappelijke beïn vloeding. Om de voortgang en succes te garanderen is meer geïnvesteerd in het Beter Leven kenmerk voor de bio-industrie en pluimvee.
Lasten Besteed aan doelstellingen Dierennoodhulp Toezicht dierenwelzijn Maatschappelijke beïnvloeding Beïnvloeding overheidsbeleid
17.083 3.138 5.580 866 --------------- 26.667
14.993 4.302 5.210 846 --------------- 25.351
2.090 –1.164 370 20 --------------1.316
Werving baten Kosten eigen fonsenwerving Kosten acties derden Kosten van beleggingen
3.573 21 69 --------------- 3.663
3.750 5 79 --------------- 3.834
–177 16 –10 --------------–171
Beheer en administratie Kosten beheer en administratie 7.559 --------------- Totale lasten 37.889 --------------- Resultaat 1.551
7.673 --------------- 36.858 --------------- –5.775
–114 --------------1.031 --------------7.326
Baten: De extra baten uit eigen fondsenwerving van E 6.291.000 ten opzichte van de begroting zijn voornamelijk toe te rekenen aan hogere baten uit nalatenschappen ter grootte van E 3.965.000. Verder zijn de giften en fondsenwervende acties E 1.630.000 hoger uitgekomen dan begroot. Dit komt voornamelijk door extra giften die geworven zijn voor het nieuwbouwproject van
10
11
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
2.1.2 Toelichting op afwijkingen realisaties opeenvolgende jaren (x E 1.000)
Realisatie
2009
De baten uit acties van derden zijn E 497.000 lager dan in 2008. Over 2009 is onder meer vanuit de Nationale Postcode Loterij 10 procent minder bijgedragen; E 1.8 miljoen i.p.v. E 2 miljoen en er zijn geen extra baten voor het project HIER II binnengekomen.
Realisatie Verschil 2008
R2009-R2008
Baten Baten uit eigen fondsenwerving Baten uit acties derden Vergoeding wettelijke taken Baten uit beleggingen Opbrengsten DA en DOC’s Overige baten Totale Baten
22.607 2.076 5.273 2.422 5.580 1.482 --------------- 39.440
21.861 2.573 5.301 –2.835 5.800 115 --------------- 32.815
746 –497 –28 5.257 –220 1.367 --------------6.625
Lasten Besteed aan doelstellingen Dierennoodhulp Toezicht dierenwelzijn Maatschappelijke beïnvloeding Beïnvloeding overheidsbeleid
17.083 3.138 5.580 866 --------------- 26.667
14.898 3.753 5.534 828 --------------- 25.013
2.185 –615 46 38 --------------1.654
Werving baten Kosten eigen fonsenwerving Kosten acties derden Kosten van beleggingen
3.573 21 69 --------------- 3.663
2.450 89 35 --------------- 2.574
1.123 –68 34 --------------1.089
Beheer en administratie Kosten beheer en administratie 7.559 --------------- Totale lasten 37.889 --------------- Resultaat 1.551
6.747 --------------- 34.334 --------------- –1.519
812 --------------3.555 --------------3.070
Ten opzichte van 2008 zijn de baten uit beleggingen E 5.257.000 hoger door een verbetering van het beursklimaat. De overige baten zijn toegenomen met E 1.367.000 doordat de afdelingen Limburg, WestAlblasserwaard en Stichting Dierenopvangcentrum Waterland extra inkomsten hebben ontvangen voor nog te bouwen dierenasielen/dierenwelzijnscentra. Lasten: De totale lasten met betrekking tot doelstellingen zijn ten opzichte van 2008 met E 1.654.000 gestegen. Dit heeft voornamelijk te maken met de investeringen in de planning en uitvoer van nieuwbouwprojecten. Als gekeken wordt naar de verdelingen op de hier opvolgende grafieken zien we de volgende opvallende stijgingen ten opzichte van het jaar 2008: – Kosten eigen fondsenwerving: dit heeft te maken met het toekennen van onder meer E 677.000 extra voor zeer gerichte campagnes voor ledenbehoud volwassenen, wat heeft geresulteerd in de aanvoer van 5 procent nieuwe leden (inclusief introductieleden). Ook op regionaal niveau zijn er meer inspanningen gedaan om de slaagkans van werving, waaronder collectes, te vergroten. – Dierennoodhulp: er is E 953.000 extra geïnvesteerd in onder meer het Klimaatproject HIER, kwaliteitsverbetering asielen en nieuwbouw ontwikkelingen Dierenwelzijncentra. Allemaal in het kader van Regionalisering en Professionalisering (PRO DIER). Landelijk is geïnvesteerd in verschillende nieuwbouwprojecten die moeten voldoen aan de criteria conform het programma “Nieuwe Stijl Asielen”. – Kosten Beheer & Administratie: in 2009 zijn meer inspanningen gedaan om landelijk de randvoorwaarden in de bedrijfsvoering aan te scherpen en te verbeteren. Vooruitlopend op fusietrajecten en de opstart van NSA’s zijn de directe kosten B&A dus toegenomen. Met ingang van 2009 is de toerekening van kosten voor beheer & administratie verfijnd en vindt ook op lokaal niveau al een toerekening plaats. Voorheen werden de kosten van afdelingen en asielen vrijwel volledig als ‘directe kosten doelstellingen’ beschouwd.
Baten: De baten uit eigen fondsenwerving zijn ten opzichte van 2008 met E 746.000 gestegen als gevolg van het toenemend aantal volwassen leden die gemiddeld meer hebben bijgedragen dan in 2008. Daarnaast is er sprake van een toenemend bedrag voor wat betreft nalatenschappen, en een toenemende inspanning op het gebied van regionale fondsenwerving ten behoeve van dierennoodhulp en dierenwelzijn.
12
13
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Ab s o l u t e b e s t e ding p e r do e l s t e l l ing X E 1. 0 0 0
100%
40.000
35.000
R e l ati e v e b e s t e ding p e r do e l s t e l l ing
90%
19,70%
19,96%
7.559 6.747
30.000 3.573 856
80% 7,15%
9,44%
2,42%
70%
2,29%
60%
14,74%
50%
8,29%
10,96%
45,11%
43,50%
2009
2008
2.450
25.000
828 5.580
16,16%
5.534 20.000 3.138 3.753 15.000
40%
30% 10.000 17.083
14.898
5.000
20%
10%
0
0%
2009
2008
Dierennoodhulp
Toezicht dierenwelzijn
Maatschappelijke beïnvloeding
Dierennoodhulp
Toezicht dierenwelzijn
Maatschappelijke beïnvloeding
Beïnvloeding overheidsbeleid
Kosten eigen fondsenwerving
Kosten beheer en administratie
Beïnvloeding overheidsbeleid
Kosten eigen fondsenwerving
Kosten beheer en administratie
*) In deze staafdiagrammen ontbreken ‘kosten beleggingen’ (0,10% in 2008 vs 0,18% in 2009) en ‘kosten acties derden’ (0,26% in 2008 vs 0.06% in 2009) omdat deze te gering zijn om grafisch weer te kunnen geven.
2.1.3 Beloningsbeleid De VFI heeft als onderdeel van de Code Goed Bestuur de “Adviesregeling voor Beloning Directeuren van Goede Doelen” opgesteld, waarmee wordt beoogd de beloning voor directeuren bij goede doelen transparant te maken en te normeren. In 2009 heeft de remuneratiecommissie van de Dierenbescherming onderzoek gedaan en een voorstel uitgebracht voor het toepassen van de Adviesregeling voor Beloning Directeuren van Goede Doelen van de VFI. Dit advies is in 2009 toegepast. b e zo l di g ing e n e n v e rg o e ding e n
Op de werknemers van de Landelijke Vereniging is de CAO Ziekenhuizen van toepassing, behalve op de directeur. Diens bezoldiging is geregeld conform richtlijnen van de VFI.
14
15
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
2.1.5 Vermogensbeleid en beleggingsbeleid
b e zo l di g ing di r e cti e
Bij de Dierenbescherming is een algemeen directeur/bestuurder in dienst, die de dagelijkse leiding heeft over de organisatie. Het totale brutosalaris over 2009 inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering bedroeg E 129.000. Als onderdeel van de honorering is in 2009 ook een leaseauto ter beschikking gesteld en wordt het werkgeversdeel van het pensioen en sociale premie betaald. n e v e nf u ncti e s va n d e a l g e m e e n di r e ct e u r / b e s t u u r d e r
– lid Raad van Toezicht Provinciale Bibliotheek Service Centrum – lid Raad van Toezicht Vereniging Openbaar Onderwijs-Facilitair – voorzitter Eurogroup for Animals
In het verslagjaar is het in 2008 goedgekeurde vermogensbeleid, waarin ons beleggingsbeleid is geïntegreerd, toegepast. In ons vermogens- en beleggingsbeleid is rekening gehouden met uitgangspunten “Reserves en Beleggingsbeleid”, ontleend aan de VFI-code “Reserves Goede doelen” die in de eisen van het CBF-keur opgenomen zijn. De formulering voor een bestemmingsreserve of een bestemmingsfonds is volledig overgenomen en toegepast. De continuïteitsreserve dient voor dekking van risico’s voor de korte termijn en als buffer om zeker te stellen dat onze instelling ook in de toekomst aan haar verplichtingen ten opzichte van het doel en de kerntaken kan voldoen. contin u ï t e it s r e s e r v e
v e rg o e ding e n a a n d e l e d e n va n d e r a a d va n to e zicht
In 2009 ontvingen alle bestuursleden samen een vergoeding van totaal E 4.000 (2008: E 5.000) voor de door hen gemaakte reis-, verblijf- en representatiekosten. Noch aan de algemeen directeur/bestuurder noch aan de leden van de Raad van Toezicht zijn leningen, voorschotten of garanties verstrekt. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen geen bezoldiging voor hun toezichthoudende rol.
2.1.4 Bezettingsoverzicht In navolgend overzicht is de gemiddelde bezetting (in fulltime equivalenten) ingedeeld in groepen binnen de organisatie weergegeven over de jaren 2008 en 2009: 2009
2008
6,8 2,9 14,2 11,4 17,1 16,5 4,8 ______ 73,7
4,6 3 10 10,6 12,5 16,2 ______ 56,9
Directie en staf Inspectie Intake en Service
4,81 14,94 10,21 ______ 30,0
5,09 13,98 7,73 ______ 26,8
Afdelingen en Asielen
298,0 ______ 298,0 ______
266,0 ______ 266,0 ______
401,7
349,7
VB Directie en staf Personeelszaken Financiën & Controle Beleid, Dier & Maatschappij Communicatie & Fondsenwerving Asielen & Afdelingen PRODIER
LID
Totaal
16
De continuïteitsreserve van de Dierenbescherming heeft ten doel om de kosten werkorganisatie te kunnen dekken. De hoogte van de continuïteitsreserve mag maximaal 1,5 maal deze kosten bedragen. Qua beleid is vastgesteld dat een maximum van 1 wordt aangehouden om daarmee het bedrag dat niet aan de doelstelling wordt besteed zo laag mogelijk te houden. Ultimo 2009 is de verhouding: 0,73 (Continuïteitsreserve (E 7.188.000) / kosten werkorganisatie (E 9.824.000)). De CBF-norm voor de continuïteitsreserve van maximaal 1,5 maal de jaarlijkse kosten van de werkorganisatie wordt als toetsingcriterium gehanteerd. Tot 2008 hanteerde het CBF als grondslag de jaarlijkse ‘Kosten werkorganisatie’. Met deze grondslag is in ons meerjarenbeleidplan 2010 - 2014 rekening gehouden, waarbij als norm voor de continuïteitsreserve een ambitieuze factor van circa eenmaal de jaarlijkse kosten werkorganisatie wordt gehanteerd. De wijze waarop wij het vermogen beleggen, wordt voor een groot deel bepaald door het te bestemmen vermogen voor onze doelstellingen, activiteiten en de continuïteit van de organisatie. Tussen bestemmen en daadwerkelijk besteden van reserves en fondsen kan enige tijd verstrijken. Uitgaande van het in stand houden van de waarde van de hoofdsom en bescherming tegen inflatie, worden de gelden voor langere of kortere tijd beheerd. In het verslagjaar is het in 2008 ingezette beleid van minimaliseren van het belang in aandelen en beleggingsfondsen in onze portefeuille succesvol gereduceerd tot nihil per 31-12-2009. Ter bescherming van de hoofdsom en ter bescherming tegen inflatie heeft een verschuiving in de portefeuille plaatsgevonden met een hogere weging voor obligaties, inflation notes en deposito’s. De andere belangrijke elementen uit ons beleggingsbeleid zijn: – diervriendelijk beleggen; – duurzaam beleggen uitgaande van de fasering van de realisatie van onze doelstelling in het meerjarenbeleidplan; – ten minste de waarde van de hoofdsom in stand houden en beschermen tegen inflatie; – streven naar een jaarlijks positief totaal rendement van tussen de 3 en 5 procent; – de opbrengst van de rendementen te gebruiken ter dekking voor exploitatielasten; – in jaren waarbij een hoger rendement wordt behaald, een egalisatiereserve opbouwen ter dekking van incidentele lagere rendementen; – bij de verdeling van de portefeuille over de beleggingscategorieën aandelen, obligatie en liquiditeiten, ter bekostiging van de doelstellingsactiviteiten flexibiliteit inbouwen door rekening te houden met de termijn waarover de beleggingen beschikt dient te worden; – Treasury en Cashmanagement als een integraal onderdeel opgenomen in ons handboek Administratieve organisatie en Interne controle.
17
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
2.2 Terugblik en perspectief
r e s e r v e s e n fond s e n
De verdeling van reserves en fondsen vormt onderdeel van ons vermogensbeleid. Het totaal aan reserves en fondsen per 31 december 2009 kwam uit op E 72.870.000. Gelden waaraan de Raad van Toezicht een specifieke bestemming heeft gegeven, worden toegevoegd aan een bestemmingsreserve; uitgaven van deze gelden worden ten laste van de bestemmingsreserve gebracht. Het saldo dat resteert na verwerking van de mutaties in de bestemmingsfondsen en bestemmingsreserves, wordt toegevoegd of onttrokken aan de continuïteitsreserve. v e r m o g e n s b e l e i d to e g e l icht
De uitwerking van het vermogensbeleid over de periode 2008 tot en met 2009 treft u in het vervolg aan. Ter vergelijking is zowel de relatie continuïteitsreserve met de kosten werkorganisatie, als de relatie continuïteitsreserve met de uitvoeringskosten opgenomen.
Balans- / exploitatiepost
2009
2008
Mutatie 2009-2008
Continuïteitsreserve
21.056
16.648
4.408
Bestemmingsreserves
42.432
43.694
–1.262
---------------
---------------
------------------------------
63.488
60.342
3.146
Totale reserves Bestemmingsfondsen
9.382
10.919
–1.537
---------------
---------------
------------------------------
Totaal reserves en fondsen
72.870
71.261
1.609
Beleggingen (aandelen en obligaties)
22.332
17.902
4.330
Liquide Middelen
25.926
32.373
–6.447
Kosten werkorganisatie
28.186
22.312
5.874
0,75
0.75
-
Omvang continuïteitsreserve in relatie tot de kosten werkorganisatie
Doordat het resultaat over 2009 positief is uitgekomen, is per saldo een hoger bedrag toegevoegd aan de reserves waar tegenover uit de fondsen meer is besteed aan onder andere nieuwbouwprojecten. Hierdoor is de rato van 0,75 in 2009 gelijk gebleven ten opzichte van 2008. De Dierenbescherming voldoet vanaf 2007 aan het CBF-criterium van maximaal 1,5 maal de kosten werkorganisatie.
18
In 2009 is de Dierenbescherming weer veelvuldig in de media vertegenwoordigd geweest. De volgende gebeurtenissen springen eruit, we noemen ze in vogelvlucht: l LID haalt meer dan 500 verwaarloosde dieren weg uit Oss in een samenwerkingsverband met de gemeente Oss, de GGD, Maatschappelijk Werk en Dierenbescherming Nijmegen/Maasland (januari) l het Beter Leven kenmerk komt op kalfsvlees van de VanDrie Group (januari) l aftrap van de paardencampagne door Anky van Grunsven (maart) l EU-handelsverbod diergeteste cosmetica (maart) l Joost Eerdmans van Capelle a/d IJssel is de vijftigste ‘dierenwethouder’ van Nederland (maart) l Burgerinitiatief ‘Stop veefabrieken in Noord-Holland’ tegen megastal in Middenmeer is succesvol (maart) l ‘Lef in het Lab’-prijs gaat naar dr. Conchita Callant Cransveld van het innovatieprogramma ASAT (Assuring Safety Without Animal Testing) (april) l LID haalt 27 honden weg in Wierden (mei) l Campagne ‘Ik Zoek Baas’ van start met Milika Peterzon van SBS6 Hart van Nederland (mei) l Dierenbescherming uitgeroepen tot invloedrijkste maatschappelijke organisatie als het gaat om de voedselketen (juni) l Tweede Kamer stemt vóór verbod nertsenfokkerij (juni) l een verbod op het gebruik van elektrische waterbaden om kippen te verdoven voor de slacht (juli) l Nationaal Kenniscentrum Alternatieven voor Dierproeven ingesteld (juli) l LID haalt 154 honden weg bij handelaar in Oisterwijk (september) l het Beter Leven kenmerk op de vlees- en zuivelproducten van het eigen merk van Albert Heijn onder de naam ‘puur&eerlijk’ l Viering van Vergeten Dierendag met manifestatie op de Dam in Amsterdam (oktober) l het asiel in Hengelo is het 33e asiel met een officiële erkenning van de Dierenbescherming (oktober) l protest tegen het afmaken van gezonde geiten in het kader van de Q-koorts (december) l Reclame Code Commissie verbiedt uitzending spotje Vergeten Dierendag voor 20.00 uur (december).
2.3 Vooruitblik In 2010 blijft de Dierenbescherming zich focussen op de volgende aandachtsgebieden, waarbij onze vier kerntaken (Dierennoodhulp, Toezicht op dierenwelzijn, Maatschappelijke Beïnvloeding en Politieke Beïnvloeding) als uitgangspunt dienen: – Misstanden op het terrein van dierenwelzijn actiever zichtbaar maken. – Actiever op de actualiteit reageren. – Zelf actiever punten op de maatschappelijke agenda plaatsen. – Bepleiten dat er nóg meer gemeenten overgaan tot het benoemen van wethouders met dierenwelzijn in hun portefeuille. Meer gericht op het versterken van de eigen organisatie zijn de volgende drie hoofdlijnen: – Versterking van het merk Dierenbescherming, denk aan het vergroten van onze zichtbaarheid, corporate campagnes en met name het continueren van onze bewustwordingscampagne over het verantwoord houden van paarden. – Versterking van de interne organisatie, denk aan het omvangrijke regionaliserings- en professionaliseringsproject PRO DIER, projectmatig werken en een sterk verbeterde methodiek van planning en controle. – Versterking van de fondsenwerving, waarbij we voldoen aan de eisen en richtlijnen van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF), goede banden onderhouden met de Vereniging van Fondsenwervende Instellingen (VFI) en waarbij uiteraard de Code Wijffels voor goed bestuur leidend is.
19
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
X E 1.000
Begroting 2010
Begroting 2009
17.614 2.232 5.764 790 5.323 398
16.316 2.013 5.364 967 5.848 575
---------------
---------------
32.121
31.083
18.042 4.649 5.309 901
14.993 4.302 5.210 846
---------------
---------------
28.901
25.351
3.138 131 5
3.750 5 79
---------------
---------------
3.274
3.834
Baten Baten uit eigen fondsenwerving Baten uit acties derden Vergoedingen wettelijke taken Baten uit beleggingen Opbrengsten DA en DOC’s Overige baten
Totale Baten
Lasten Besteed aan doelstellingen
2.4 Begroting 2010 In 2009 had het bestuur op het niveau van het Verenigingsbureau besloten om E 4.200.000 extra uit te geven (uit de reserves) aan het professionaliseren van de Dierenbescherming. De gestelde doelen zijn gehaald en hebben tevens geleid tot een toename in de baten eigen fondsenwerving. Met name bij nalatenschappen en legaten zien wij E 8.336.000 meer dan begroot. Hierdoor zien we dat met actief beleid en door concrete resultaten meer aanspraak gemaakt kan worden op geldelijke bijdragen uit de samenleving. Om de grote professionaliseringsslag in 2010 voort te zetten is aan de AV voorgesteld om naast de goedgekeurde begroting voor 2010 een groot deel van het herbestemde resultaat 2009 in 2010 aan te wenden voor: – PRO DIER: ondersteuning en deskundigheidsbevordering afdelingen; – nieuwbouw Dierenbeschermingscentra: afdelingen vragen ondersteuning; – upgrade telemarketing; gebleken is dat dit wordt terugverdiend; – kwaliteitsslag bestuursrecht LID: het gaat om het verhalen van kosten op de eigenaren; dit moet procedureel goed lopen; – kwaliteitsverbetering van werkprocessen bij het Verenigingsbureau ter verbeteringen en uitbreidingen ICT-infrastructuur, Personeel & Organisatie, Ledenadministratie en Finance & Control. Er zal geïnvesteerd worden in meerdere nieuwbouwprojecten en verbetering van huisvesting waarbij rekening gehouden is met personeelsuitbreiding. Het is met name zaak dat op beleidsniveau bepaalde cruciale functiegebieden gaan bestaan uit betaalde krachten. De stijging van ruim 17 procent aan personeelskosten en 52 procent stijging aan huisvestingskosten die toegerekend worden aan de kerntaak dierennoodhulp verklaart de 20 procent stijging ten opzichte van het jaar 2009. In 2009 zijn investeringen ter verbetering op het gebied van fondsenwerving gedaan. Door het bundelen van krachten en samenwerking binnen de Dierenbescherming in 2010 verwachten we dat de inspanningen gehandhaafd blijven en dat de baten met ongeveer 3 procent zullen stijgen ten opzichte van 2009.
20
Dierennoodhulp Toezicht dierenwelzijn Maatschappelijke beïnvloeding Beïnvloeding overheidsbeleid
Werving baten Kosten eigen fondsenwerving Kosten acties derden Kosten van beleggingen
Beheer en administratie Kosten beheer en administratie
6.844
7.673
---------------
---------------
Totale lasten
39.019
36.858
--------------–6.898
---------------
Resultaat
–2.119
–944 –2.938
–5.775
Resultaatbestemming Toevoeging/onttrekking aan: Continuïteitsreserve Bestemmingsreserves Bestemmingsfondsen
–2.857 –1.922 --------------–6.898
–1.893
--------------–5.775
21
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Verslag Raad van Toezicht 3.
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Roo s t e r va n a ft r e d e n
Het rooster van aftreden ziet er als volgt uit: 2012 Dhr. mr. M. de Vries (niet herkiesbaar) 2012 Mevr. drs. A. Christophe (niet herkiesbaar) 2010 Dhr. P. Buisman (herkiesbaar) 2012 Mevr. mr. E.A.M. Donders (herkiesbaar) 2013 Dhr. dr. E.D. Ekkel (herkiesbaar)
Ov e r z i c h t h o o f d - e n n e v e n f u nc t i e s va n d e l e d e n :
Het doel van dit verslag is het afleggen van verantwoording door de Raad van Toezicht aan de leden van de vereniging voor onze activiteiten in het afgelopen jaar. Dit verslag is één van de elementen behorende bij de spelregels van ‘goed bestuur’. De code ‘Goed Bestuur’ maakt met ingang van 1 januari 2008 onderdeel uit van de CBF-richtlijnen. De belangrijkste drie principes die ‘goed bestuur’ inhoud geven, zijn: 1. De functie ‘toezicht houden’ of goedkeuren van plannen en het kritisch volgen van de organisatie en haar resultaten zijn duidelijk gescheiden van het ‘besturen’ dan wel van de ‘uitvoering’. 2. Er dient continu gewerkt te worden aan een optimale besteding van middelen, zodat effectief en doelmatig gewerkt wordt aan het realiseren van onze doelstellingen. 3. Streven naar optimale relaties met belanghebbenden, met gerichte aandacht voor informatieverschaffing en de inname en verwerking van wensen, vragen en klachten.
3.1 Samenstelling Raad van Toezicht De samenstelling van de Raad van Toezicht is als volgt: Voorzitter Dhr. Ir. P. Smits (tot 31.12.2009) Mevr. A. Boomsma (vanaf 29.5.2010) Vice-voorzitter Dhr. P. Buisman Leden Mevr. Drs. A. Christophe MBA Mevr. E.A.M. Donders Mevr. Drs. J.J.M. Sprangers (tot 1.9.2009) Dhr. Dr. Ir. E.D. Ekkel (vanaf 15.11.2009) Dhr. Mr. M. de Vries Vacature (vanaf 1.9.2009) Dhr. Drs. P.W.A. Kasteleyn EMFC RC (vanaf 29.5.2010) De Raad van Toezicht heeft een drietal adviescommissies opgericht, waardoor zij haar toezichthoudende functie beter kan uitvoeren. Deze commissies zijn: 1. de auditcommissie; 2. de remuneratiecommissie en 3. de commissie van beroep.
22
Dhr. Ir. P. Smits Functie(s): – Lid Raad van Commissarissen Unit 4 Agresso NV – Voorzitter Raad van Commissarissen Deerns NV – Lid Bestuur KNVB Stichting “Meer dan twee Doelen” – Lid Raad van Advies Fortis Mees Pierson – President Commissaris RET NV Rotterdam – Voorzitter Stichtingsbestuur “Het Kunkelsorgel” – Lid Raad van Advies Ciber Nederland BV – Voorzitter Stichtingsbestuur Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming – Voorzitter van de Algemene Vereniging Radio Omroep (AVRO) Dhr. P. Buisman Hoofdfunctie: – Directeur/Eigenaar TDH Consultants BV (Advies, Training, Coaching, Interim Management) Nevenfuncties: – Lid van de Rotterdam Jury, beoordeling van ideeën en toekennen van stimuleringspremies aan burgerinitiatieven t.b.v. sociale cohesie binnen de Gemeente Rotterdam. – Lid van de Raad van Toezicht van Coöperatieve Vereniging Uitvaartverzorging (CVU) te Rotterdam (40.000 leden). – Onafhankelijk voorzitter van de Gezamenlijke Rekenkamercommissie voor de Gemeenten Schiedam en Vlaardingen. – Lid van het Hoofdbestuur van Yarden Vereniging, (Yarden Vereniging richt zich op voorlichting, zorg en begeleiding bij en rond het levenseinde, 900.000 leden). – Voorzitter van de Stichting Art-Imaginaire te Rotterdam (opbouw kunstverzameling op nonprofit basis). – Overige activiteiten: auteur en publicist. Mevr. drs. A. Christophe MBA Hoofdfunctie: – Lid van het College van Bestuur CITAVERDE College. Nevenfuncties: – Voorzitter Board Dierenwelzijnscentrum Limburg. – Lid Raad van Toezicht Loods Limburg. – Commissaris bij KARPOS te Roermond (Kenniscentrum). – Lid van Raad van Toezicht Mondriaan Zorggroep te Heerlen (GGZ Instelling). – Lid Raad van Commissarissen PsyQ. – Lid Dagelijks Bestuur Groene Kenniscoöperatie. – Lid Platform Facilitair Management.
23
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Mevr. Mr. E.A.M. Donders Hoofdfunctie: – Commercial & Legal Director Fujitsu. Nevenfunctie: – Lid Stichtingsbestuur Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming. Dhr. Dr. Ir. E.D. Ekkel Hoofdfunctie: – Hogeschool Docent Dierenwelzijn en Dierethiek Nevenfuncties: – Bestuurslid (binnenkort voorzitter) Vereniging voor Protestants Christelijk Primair. – Onderwijs in de gemeente Dronten. – Lid Ledenraad Rabobank Flevoland. – Bestuurslid De Zonnebloem, regio Flevoland. – Bestuurslid Stichting Flevolandschap. Dhr. Mr. M. de Vries Hoofdfunctie: – Oprichter en mede-eigenaar Caselex.com. – Oprichter en mede-eigenaar Womama Publishing vof. Nevenfuncties: – Geen
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
3.2 Vergaderingen Raad van Toezicht De Raad van Toezicht vergaderde in 2009 zevenmaal. De algemeen directeur / bestuurder, de bestuurssecretaris en de manager Finance & Control waren bij iedere vergadering aanwezig. Eén dag hebben de leden van de Raad van Toezicht een zogenoemde beleidsdag gehouden. Naast de gebruikelijke lopende zaken, zoals de voorbereiding van de Algemene Vergaderingen, zijn de volgende besluiten genomen c.q. activiteiten uitgevoerd: – Werving en benoeming van lid Raad van Toezicht in verband met de ontstane vacature. – Instellen van selectiecommissie voor werving van twee vacatures in verband met beëindiging van voorzitter RvT en lid met financieel-economische oriëntatie. – Vaststellen vermogensbeleid dat de richting bepaalt met betrekking tot de onttrekkingen en toevoegingen aan de diverse reserves en fondsen (CBF-eis). – Bewaking van de financiën op basis van maandrapportages waarin het budget 2009 is afgezet tegen de gerealiseerde baten en lasten, evenals een periodieke bijstelling van een mogelijk te behalen exploitatieresultaat over het gehele boekjaar (forecast). – Behandeling diverse adviezen vanuit de auditcommissie. – Kennisnemen van de belangrijkste werkzaamheden van de organisatie-eenheden aan de hand van maandrapportages. – Rapportages over de voortgang van het project PRO DIER (Regionalisering en Professionalisering). – Fusies/liëringen van afdelingen en/of dierenopvangcentra en dierenambulances. – Jaarverslag en jaarrekening 2008 van het verenigingsbureau en de geconsolideerde jaarrekening 2008. – Jaarplan en begroting 2009 van het verenigingsbureau en de “geconsolideerde” begroting 2009. – Goedkeuring om te komen tot oprichting van een landelijke beheersstichting voor nieuwbouw- en/of verbouwprojecten leidend tot realisatie van dierenbeschermingscentra (incl. evt. nevenvestigingen). – Vaststelling Reglement Raad van Toezicht. – Vaststellen Reglement Remuneratiecommissie. – Diverse marketing- en communicatieonderwerpen. – Het tussentijds evalueren van het functioneren van de algemeen directeur/bestuurder.
3.3 Verantwoordingsverklaring CBF I Besturen en toezicht houden ‘Binnen de instelling dient de functie “toezicht houden” (vaststellen of goedkeuren van plannen, en het kritisch volgen van de organisatie en haar resultaten) duidelijk gescheiden te zijn van het “besturen” dan wel van de “uitvoering” ’. 1. int e r n to e zicht
De Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren (Dierenbescherming) kent een toezichthoudend orgaan, te weten de Raad van Toezicht (RvT). Deze raad bestaat uit zeven personen en heeft een belangrijk deel van haar taken gedelegeerd aan het bestuur, zijnde de algemeen directeur, de heer F.C. Dales. Het bestuur is zowel beleidsinitiërend als beleidsuitvoerend. De directeur geeft leiding aan het Verenigingbureau, de uitvoerende “landelijke organisatie” van de Dierenbescherming, en verricht zijn werkzaamheden op basis van het “Bestuur-, directie- en
24
25
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
managementteamreglement”, waarin de taken en bevoegdheden van genoemde gremia zijn vastgelegd. Het bestuur en de directeur staan onder toezicht van de RvT. Daar de Dierenbescherming een vereniging is, wordt het hoogste orgaan gevormd door de Algemene Vergadering (AV) van de leden, zijnde de lidafdelingen. De RvT staat onder toezicht van dit orgaan en verzoekt daarom jaarlijks aan dit orgaan om decharge voor het gevoerde beleid. Daarnaast kent de Dierenbescherming een aantal commissies, te weten: a. C ommissie van Beroep Dit is het onafhankelijke orgaan waar klagers in beroep kunnen gaan, wier klacht door de landelijke klachtenbehandelaar dan wel de lokale afdelings- of regioklachtencommissie niet ontvankelijk dan wel ongegrond is verklaard. b. A uditcommissie Deze commissie houdt zich bezig met de voorbereiding van het toezicht op het bestuur ten aanzien van: – de inrichting en werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen; – de financiële informatieverschaffing vanuit de Dierenbescherming aan belanghebbenden; – de naleving en opvolging van aanbevelingen en opmerkingen van de accountant; – de rol en het functioneren van de interne controle van de Dierenbescherming; – het beleid van de Dierenbescherming met betrekking tot vermogensbeheer, financiering, fondsenwerving en belastingen; – de profielschets en benoeming van de financieel manager van de Dierenbescherming; – de keuze van en relatie met de accountant, met name de onafhankelijkheid, de beloning en eventuele niet-controle-werkzaamheden van de Dierenbescherming. c. Remuneratiecommissie Deze Commissie adviseert de RvT en bereidt tevens besluitvorming in de RvT voor aangaande de volgende onderwerpen: – vaststellen van een profielschets en selectieprocedure voor bestuur en de RvT-leden; – bindende voordrachten aan de AV tot benoeming van bestuur en RvT-leden; – bezoldiging, rechtspositie, arbeidsvoorwaarden en overige honorering van het bestuur; – uitvoeren van een jaarlijks functioneringsgesprek met het bestuur; – jaarlijks evalueren van het functioneren van de RvT; – vaststellen van een beoordelingsprocedure en –kader voor het bestuur.
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
– Leden zijn in staat resultaatgericht en oplossingsgericht te denken. – Leden hebben affiniteit met dieren en het maatschappelijk betrokken zijn. – Leden zijn in staat rekening te houden met de belangen van leden, de afdelingen, het personeel enoverige belanghebbenden. – Leden hebben voldoende tijd beschikbaar en zijn ook bereid die te besteden in het belang van het doel van de Dierenbescherming. – Leden hebben de bereidheid om gemeenschappelijk voor de Dierenbescherming tot het beste resultaat te komen. – Leden zijn in staat om zodanig te functioneren dat binnen de RvT sprake is van een goede balans. Tevens wenst de raad dat er kennis aanwezig is op de volgende terreinen: – financieel – economisch, – governance, – juridische zaken, – dierinhoudelijke kennis, – marketing en communicatie, – personeelszaken. Voor elk van bovenstaande portefeuilles zijn aanvullende competentieprofielen opgesteld. Daarnaast is vastgesteld dat de persoonsgebonden kenmerken (bijvoorbeeld man/vrouwverhouding, leeftijd en sociale achtergrond), functiegebonden kenmerken en maatschappelijke netwerken zo breed en divers mogelijk dienen te zijn als passend is binnen het doel en de identiteit van de Dierenbescherming. Voorgaande waarborgt dat het toezicht dat door de RvT wordt uitgeoefend, de kwaliteit heeft die vereist is voor een toezichthoudend orgaan van een organisatie als de onze.
Voorgaande constructie waarborgt dat de functies “besturen” en “toezicht houden” gescheiden zijn.
2 . Wa a r bo rg ing kwa l it e it R a a d va n T o e zicht r e s p e cti e v e l ijk b e s t u u r
2a. Raad van Toezicht Voor de leden van de RvT is een profielschets uitgewerkt. Vereiste competenties voor alle leden van de RvT zijn hieronder geformuleerd: – Leden onderschrijven het doel en de identiteit van De Dierenbescherming. – Leden hebben ervaring opgedaan met bestuurlijke processen, een toezichthoudende rol, management en/of leiding geven in een complexe en/of politieke omgeving. – Leden beschikken over een academisch werk- en denkniveau.
26
27
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
2b. Bestuur Voor het bestuur is een profielschets uitgewerkt. In deze profielschets is een viertal kenmerken gedefinieerd, te weten: – bevlogenheid en deskundigheid, – leiderschap, – managementkwaliteiten, – externe relaties/netwerkkwaliteiten. Per kenmerk zijn competenties gedefinieerd, waaraan voldaan moet worden. Voorgaande waarborgt dat het bestuur die kwaliteit heeft die is vereist voor een bestuur van een organisatie als de onze.
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
dan ook moeilijk een jaar houdbaar: tussentijds aanpassen om in te kunnen spelen op deze vraag is noodzakelijk. – Een jaarplan dient niet ‘in beton gegoten’ te zijn. Inspelen op de actualiteit zou dan bijvoorbeeld niet mogelijk zijn, terwijl dit juist goed kan zijn voor het bereiken van onze doelen. Een goed voorbeeld daarvan is een financiële meevaller, eind 2009. Wij hebben toen besloten deze niet “op te potten” maar direct, op verantwoorde wijze, in te zetten voor onze kerntaken. Uiteraard dienen de kaders wel gerespecteerd te worden. 2 . P roj e ct e n
De Dierenbescherming heeft eigenlijk tot 2007 nauwelijks in projecten gewerkt, uitgezonderd projecten bij de aankoop en invoering van (ICT-) systemen en dergelijke. Echter juist omdat projectmatig werken een ideale methode is om helder te krijgen of doelen gehaald worden, is in het verslagjaar 2009 het projectmatig werken in onze organisatie geïmplementeerd.
3 . e va l uati e f u nction e r e n R a a d va n T o e zicht e n b e s t u u r
De Dierenbescherming kent sinds 2006 een RvT. In 2008 is dit besturingsmodel op zichzelf geëvalueerd met behulp van een extern bureau. De resultaten van deze evaluatie zijn besproken in de AV van november 2008. Het functioneren van het bestuur c.q. de algemeen directeur, in functie getreden medio 2007, is een jaar na aantreden uitgebreid geëvalueerd. Afgesproken is dat elk half jaar aan de hand van gestelde targets een evaluatie plaatsvindt. Vanaf medio 2009 vindt jaarlijks een evaluatie van de RvT plaats. De (uitkomsten van de) evaluaties worden gebruikt bij het aanscherpen van targets, reglementen en dergelijke. Tevens vindt terugkoppeling plaats aan de AV.
Met de hierboven genoemde verantwoording van besteding van middelen uitgaande van een meerjarenbeleidplan, jaarplannen, projecten en het eigen maken van projectmatig creëren in de gehele organisatie, om zo te komen tot een hoge mate van efficiency en effectiviteit, is de RvT van mening dat in het verslagjaar voor een belangrijk deel voldaan is aan het verantwoorden van principe 2. Met verdere vergroting en verbetering van het toezicht op besteding van middelen is rekening gehouden in het jaarplan 2010.
Voorgaande afspraken waarborgen dat de werkwijze van RvT en bestuur en hun verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, alsmede de geëvalueerde werking ervan, leiden tot zelfreflectie, toetsing en verbeteringen. De RvT is van mening dat in het verslag voldaan is aan het gestelde in principe 1.
II Besteding van de middelen ‘De instelling dient continu te werken aan een optimale besteding van middelen, zodat effectief en doelmatig gewerkt wordt aan het realiseren van de doelstelling.’ 1. M e e r j a r e np l a n / j a a r p l a nn e n
De Dierenbescherming werkt met een meerjarenplan dat tussentijds verder vorm krijgt in jaarplannen. Het huidige meerjarenplan loopt van 2008 tot 2012. Dit meerjarenplan wordt, hoewel dit nog niet verlopen is, op dit moment herzien om de volgende redenen: – De Dierenbescherming heeft in 2007 een proces van herstructurering ingezet. Doel van dit proces is om het aantal afdelingen terug te brengen en daarmee tegelijkertijd de kwaliteit van de resterende afdelingen te verhogen. Vervolgens worden ook hogere eisen aan deze afdelingen gesteld: de zogenaamde Nieuwe Stijl Afdeling moet alle doelstellingen van de Dierenbescherming “bedienen”. – In het huidige meerjarenplan worden de door onze organisatie onderscheiden kerntaken, te weten Dierennoodhulp, Inspectiewerk, Maatschappelijke en Politieke beïnvloeding, nog niet genoeg uitgewerkt in SMART geformuleerde doelstellingen die tevens geschikt zijn om te vertalen naar lokaal niveau. De beoogde en gewenste impactmeting is daardoor nog niet op alle onderdelen goed toe te passen. – Genoemd proces van herstructurering heeft er niet alleen toe geleid dat het aantal afdelingen drastisch is gedaald, de professionaliteit is nu al gestegen. Dit betekent dat de vraag vanuit dergelijke afdelingen ook anders is dan vanuit de oorspronkelijke afdelingen. Jaarplannen zijn
28
29
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
III Omgaan met belanghebbenden ‘De instelling streeft naar optimale relaties met belanghebbenden, met gerichte aandacht voor de informatieverschaffing en de inname en verwerking van wensen, vragen en klachten.’ De Dierenbescherming hecht vanaf haar oprichting grote waarde aan goede contacten met haar belanghebbenden en propageert de dialoog ten einde haar doelen te bereiken. Gezien de diversiteit van onze organisatie kent de Dierenbescherming een groot aantal belanghebbenden. Elk wordt op een eigen gepaste wijze “bediend”. De Dierenbescherming, in casu het Verenigingbureau, onderscheidt in willekeurige volgorde de volgende belanghebbenden: 1. Leden: zij ontvangen viermaal per jaar ons kwartaalblad “Dier” en daarnaast in een aantal gevallen het lokale afdelingblad. Verder ontvangen zij fondsenwervende mailings, de frequentie hiervan kan naar believen worden bijgesteld. 2. Donateurs: zij ontvangen eenmaal per jaar ons kwartaalblad “Dier” en fondsenwervende mailings, de frequentie hiervan kan naar believen worden bijgesteld. 3. Publiek: groep waarop de Dierenbescherming zich richt met fondsenwerving, maar ook met voorlichting, acties en campagnes. Tevens kan men zich gratis abonneren op de digitale, maandelijkse nieuwsbrief Dierenm@il, om zo op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen bij de Dierenbescherming. 4. Pers: de Dierenbescherming heeft twee persvoorlichters in dienst om deze groep te bedienen. Zo worden regelmatig persberichten uitgegeven. 5. Politiek (landelijk, regionaal en lokaal): landelijk is een eigen lobbyist actief; op gemeentelijk niveau opereert een medewerker in samenwerking met de lokale afdelingen om verbetering van het dierenwelzijn op lokaal niveau te bewerkstelligen. 6. Bedrijfsleven, onderzoeksinstituten, brancheverenigingen e.d.: diverse beleidsmedewerkers die elk op hun eigen beleidsterrein overleggen, congressen bijwonen, lezingen geven en dergelijke, teneinde de doelstellingen van de Dierenbescherming te bevorderen. 7. Afdelingen: zij worden geïnformeerd via Extranet, de maandelijkse digitale nieuwsbrief Nieuwsbulletin digitaal, een tweewekelijkse mailing en de AV’s. Daarnaast heeft het Verenigingbureau diverse medewerkers in dienst die de afdelingen ondersteunen, zoals de Helpdesk Afdelingen en asielen voor algemene vragen, de medewerker Twinfield voor ondersteunen van gebruik van het boekhoudpakket, de medewerkers PRODIER voor ondersteuning bij het regionalisering/fusie proces en de landelijke collectecoördinator. 8. Asielen: gelieerde asielen worden geïnformeerd via Extranet, een aparte asielensite en een tweewekelijkse mailing. Daarnaast kent de Dierenbescherming de Erkenningsregeling asielen, ons keurmerk voor asielen. De medewerkers van de Erkenning ondersteunen alle asielen die in dit traject meelopen. Verder is de eerder genoemde Helpdesk Afdelingen en Asielen er ook voor algemene vragen van asielen. Voor meer beleidsmatige vragen is er de beleidsmedewerker/adviseur asielen. 9. Melders: mensen die een melding van verstoord dierenwelzijn doen bij de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming. Voor afhandeling van deze meldingen is een procedure. 10 Klagers: volgens de klachtenprocedure van de Dierenbescherming kunnen klagers hun klacht indienen bij de klachtenbehandelaar – zowel per post als via internet – dan wel de lokale afdelings-/regioklachtencommissie. Indien hun klacht ongegrond of niet-ontvankelijk wordt verklaard, kunnen zij tegen deze uitspraak in beroep bij de Commissie van Beroep. 11. Vrijwilligers: binnen het vrijwilligersbeleid van de Dierenbescherming stelt de vereniging ter ondersteuning van de (vrijwillige) bestuurders van afdelingen modellen beschikbaar voor bijvoorbeeld kascommissieverslagen, statuten en dergelijke. Daarnaast biedt de Dierenbescherming opleidingen voor vrijwilligers, zoals afdelingsinspecteurs en hondentrainers.
30
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
12. Medewerkers, zowel landelijk als lokaal: medewerkers van het Verenigingsbureau en de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming vallen onder de CAO Ziekenhuizen. Betaalde krachten van de lokale eenheden zijn ook bij deze eenheden in dienst. Wel coördineert het Verenigingbureau het Samenwerkingsoverleg, een overleg bedoeld voor kennisoverdracht en kennisuitwisseling, waarin van elke lokale afdeling met betaalde medewerkers een vertegenwoordiger deelneemt. 13. Sponsors: de Dierenbescherming heeft een relatie met verschillende sponsors, waarvan de Nationale Postcode Loterij de grootste is. De RvT is van mening dat in het verslagjaar op een goede wijze inhoud gegeven is aan het optimaliseren van de omgang met belanghebbenden en dus ook aan het derde te verantwoorden principe. Voor de Dierenbescherming blijft het een continu streven de communicatie verder te versterken; met verbetering van dit principe is ook rekening gehouden in het Jaarplan 2010.
De Raad van Toezicht, Den Haag, 8 september 2010. Mevr A. Boomsma Voorzitter Dhr. P. Buisman Vice-voorzitter Leden Mevr. Mr. E.A.M. Donders Mevr. A. Christophe Dhr. Dr. Ir. E.D. Ekkel Dhr. Mr. M. de Vries Dhr. P.W.A. Kasteleyn
De bestuurder, Dhr. F.C. Dales Algemeen directeur
31
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
4. Kerntaken
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
organisaties als de Dierenbescherming, lijken mee te vallen. Het beeld is echter nog niet eenduidig en nog niet definitief te beoordelen. De Dierenbescherming pleit er in ieder geval voor juist nu te investeren in een duurzame toekomst met beter dierenwelzijn. We monitoren de ontwikkelingen om zo nodig beleid en aanpak bij te stellen.
4.1.1 Bewuster houden van dieren pa a r d e nc a mpag n e
4.1 Invloed uitoefenen Ov e r h e id
Ook in 2009 was er sprake van een terugtredende overheid. De Dierenbescherming probeert deze ontwikkeling te keren. Dieren behoren immers tot de zwakkeren in de samenleving, zij kunnen niet voor zichzelf opkomen en trekken aan het kortste eind als economische of andere menselijke belangen een rol spelen. Ervan uitgaan dat de markt voldoende werkt om de belangen van dieren en hun welzijn te beschermen, is een illusie. De overheid heeft een verantwoordelijkheid om deze taak op zich te nemen, onder andere door middel van wetgeving. Er is echter meestal grote maatschappelijke en politieke druk nodig om de onwillige overheid haar verantwoordelijkheid te laten pakken. Wij zitten hier bovenop. Gelukkig staan we in die opvatting niet alleen. In het jaarverslag van de Raad van State van 2008 wordt gesteld dat een goed functionerende markt, wil zij duurzaam zijn, het tegenwicht nodig heeft van een krachtige staat! B e d r ijf s l e v e n
Daarnaast is het ook mogelijk met andere partijen dan de overheid zaken te doen. Binnen het bedrijfsleven groeit de belangstelling voor duurzaam, maatschappelijk verantwoord ondernemen. De Dierenbescherming richt zich op bedrijven die stappen willen maken op het gebied van dierenwelzijn. Zo komen sectoren in beweging en uiteindelijk volgen ook de achterblijvers. De belangstelling voor ons Beter Leven kenmerk is in dit verband zeer hoopgevend.
In het verslagjaar startte de Dierenbescherming een grote voorlichtingscampagne over het verantwoord houden van paarden, met name gericht op verantwoorde huisvesting en verzorging. De aftrap van de campagne werd gedaan in samenwerking met Olympisch dressuurkampioen Anky van Grunsven en resulteerde in veel publicaties in nieuws- en paardenbladen en behoorlijk wat media-aandacht op radio en tv. Op regionaal niveau voerden verschillende afdelingen van de Dierenbescherming actie in het kader van deze campagne. De Dierenbescherming is als uitvloeisel van de campagne en haar inspanningen op het terrein van beleidsbeïnvloeding ‘bon ton’ aan het worden binnen de paardenwereld. Er vinden regelmatig op directieniveau gesprekken plaats met onder andere de Sectorraad. Bovendien worden we steeds vaker benaderd als partner van privaat ontwikkelde initiatieven op het terrein van paardenwelzijn. Zodoende is de Dierenbescherming aanjager geworden van het maatschappelijk debat over paardenwelzijn. LICG
Aan verantwoord huisdierenbezit levert de Dierenbescherming een flinke bijdrage door goede consumentenvoorlichting te geven via deelname in en financiering van het Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren (LICG). Onder andere de Chipmaand en de Week van het Huisdier werden georganiseerd en minister Verburg nam in december de honderdste bijsluiter over konijnen in ontvangst. Volgens de minister zou iedereen die van plan is om een huisdier aan te schaffen eerst de bijsluiter van dat dier moeten lezen en daarna eigenlijk een halfjaar bedenktijd moeten nemen!
G e m e e n s ch a pp e l ijk l a ndbo u wb e l e id
Een combinatie van vooruitstrevend ondernemerschap en overheidsbeleid kan gevonden worden in een verdere verbetering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in de EU. Binnen dit beleid kunnen boeren subsidies krijgen, bijvoorbeeld als zij hun vee diervriendelijker houden en verzorgen. De Dierenbescherming zet zich met Eurogroup for Animals de komende jaren in om dit EU-beleid en de toepassing daarvan in Nederland te verbeteren. int e r n ation a l i s e r ing
Een andere belangrijke ontwikkeling is de internationalisering van ons werk. Van nationaal naar Europees (en dan nog een groeiende EU!) en van Europees naar wereldwijd. Denk hierbij aan de toegenomen aandacht voor dierenwelzijn van de OIE ( World Organisation for Animal Health) met wereldwijd 175 aangesloten landen. Natuurlijk is het fantastisch als er wereldwijd standaards komen, maar dit soort processen duurt lang en levert lage normen op. recessie
De gevolgen van de economische recessie voor duurzaam ondernemen, diervriendelijk koopgedrag van consumenten, de politieke aandacht voor dierenwelzijn en de steun van burgers voor
32
33
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
4.1.2 Respect voor ieder dier p ro e fdi e r e n
De Publieksprijs Alternatieven voor Dierproeven is in 2009 omgedoopt in de ‘Lef in het Lab’prijs. Op 25 april reikten wij in samenwerking met het Nationaal Centrum Alternatieven voor Dierproeven de prijs uit aan dr. Conchita Callant-Cransveld van het innovatieprogramma ASAT (Assuring Safety Without Animal Testing). De prijs, bedoeld als stimulans voor onderzoek dat bijdraagt aan de vervanging van dierproeven, werd voor de derde keer uitgereikt. Voor het eerst kon het publiek via het internet stemmen op een van vijf genomineerde onderzoeken. Zowel het internetpubliek als de aanwezigen bij de ‘Lef in het Lab’-bijeenkomst in Utrecht gaven het ASATonderzoek de meeste stemmen. Bij het ASAT-project gaat het om een nieuwe benadering van het testen van stoffen en geneesmiddelen: een totaalconcept zónder dierproeven. Verder is de Dierenbescherming nauw betrokken geweest bij de begeleiding van het onderzoek van maatschappelijke en wetenschappelijke trendanalyses van dierproeven, alsmede bij diverse workshops. De Dierenbescherming heeft posters gepresenteerd tijdens het zevende Wereldcongres Alternatieven voor Dierproeven in Rome en tijdens de Biotechnische dagen voor dierverzorgers en biotechnici. Ook hebben wij tijdens proefdierkundige cursussen presentaties gegeven over onze visie en standpunten aan internationale onderzoekers. In het master-onderwijs Diergeneeskunde dat per 1 september 2010 start, wordt mede dankzij de aanhoudende aandacht die wij hier de afgelopen tijd voor hebben gevraagd, serieuze invulling gegeven aan het belang van dierenwelzijn. g e m e e nt e l ijk di e r e nw e l zijn s b e l e id
In juni was de Dierenbescherming met een drukbezochte stand vertegenwoordigd op een beurs bij het jaarcongres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Veel gemeentebestuurders gaven aan dat ze zeer geïnteresseerd zijn in gemeentelijk dierenwelzijnsbeleid. Voor wethouders en gemeenteambtenaren organiseerden we voor de tweede keer een conferentie over dierenwelzijnbeleid in gemeenten. Daarbij werkten wij samen met het Lectoraat Welzijn van Dieren en het ministerie van LNV. De opkomst was goed, zodat de grote zaal van Kasteel Groeneveld in Baarn (beschikbaar gesteld door LNV) geheel vol was (120 deelnemers). De conferentie leverde veel positieve reacties op. Het gemiddelde rapportcijfer dat we via de teruggezonden evaluatieformulieren kregen was 7.8. Daarbij werd aangegeven dat veel informatie direct toepasbaar was door gemeenten. Grote afwezige was de VNG, die aan dierenwelzijn geen prioriteit geeft. Wij hebben de VNG daar publiekelijk stevig op aangesproken.
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Inmiddels hebben onze inspanningen om in zo veel mogelijk gemeenten dierenwelzijn expliciet in de portefeuille van een wethouder/burgemeester ondergebracht te krijgen, het nodige succes. Inmiddels zijn er bij gemeenten 55 portefeuillehouders dierenwelzijn: vijf burgemeesters en vijftig wethouders. De gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart 2010 zijn in 2009 voorbereid met de ontwikkeling van instrumenten voor onze afdelingen en voorlichting gericht op het publiek en (lokale) politieke partijen. De voorbereidingen lopen door in 2010. E u rop e s e v e r ki e zing e n
Ook voor de Europese verkiezingen van 4 juni 2009 hebben we de kiezers opgeroepen bij hun stemgedrag ook met dierenwelzijn rekening te houden. De mate van diervriendelijkheid van de diverse politieke partijen presenteerden wij op een speciale verkiezingenwebsite. wint e r h u l p a a n vo g e l s
Het draaiboek winterhulp vogels is geheel herschreven en beschikbaar gemaakt voor onze afdelingen. Hierin staat beschreven wat zij kunnen doen om vogels door zeer strenge winterperiodes te laten komen. Ook geeft het draaiboek tips die doorgegeven kunnen worden aan het publiek. di e r e nw e l zijn s monito r
In 2009 is gestart met de ontwikkeling van een dierenwelzijnsmonitor die de werktitel Maatschappelijke Barometer Dierenwelzijn kreeg. Met deze barometer willen wij periodiek de knelpunten op het gebied van dierenwelzijn in onze samenleving in beeld brengen, maar ook de successen van de Dierenbescherming. Na de eerste oriëntatie is, mede gezien de ambitie die we met de barometer hebben en de complexiteit, besloten deze activiteit in 2010 als officieel project aan te pakken.
4.1.3 Diervriendelijker consumeren en ondernemen in v l o e d r ijk s t e o rg a ni s ati e
Het Agrarisch Dagblad en Distrifood, het vakblad voor de levensmiddelenhandel, hebben de Dierenbescherming in juni 2009 uitgeroepen tot maatschappelijke organisatie met de meeste invloed op de voedselketen. Een positie om te behouden! b e t e r l e v e n k e nm e r k
Via het Beter Leven kenmerk stimuleert de Dierenbescherming het diervriendelijker houden van dieren in de veehouderij en de toename van diervriendelijker keuzes door consumenten. Het kenmerk biedt bedrijven de mogelijkheid een stap te maken in maatschappelijk verantwoord ondernemen en zich te onderscheiden. De belangstelling voor het kenmerk bij bedrijven en de overheid was in 2009 overweldigend – een trend die overigens naar verwachting doorzet in 2010. In 2009 hebben zo’n 2,5 tot 3 miljoen dieren een beter leven gekregen dankzij het Beter Leven kenmerk. Het betreft vleeskuikens, leghennen, kalveren, runderen, varkens en melkvee. Bij Albert Heijn liggen de producten met het kenmerk sinds oktober in de schappen. In 2010 profiteert alleen al door deze overstap van Albert Heijn meer dan het dubbele aantal dieren (5 tot 6 miljoen) van een beter leven. d u u r z a a mh e id
Wij hebben de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij en het Convenant Verduurzaming Dierlijke
34
35
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Producten in 2009 ondertekend. De overige deelnemers aan deze convenanten zijn het ministerie van LNV, bedrijfsleven (waaronder supermarkten en catering) en diverse andere maatschappelijke organisaties. De partijen verbinden zich eraan de veehouderij integraal duurzamer te maken. In dit kader heeft de Dierenbescherming subsidie van LNV gekregen om het Beter Leven kenmerk meer bekendheid te geven bij de consument en worden subsidies aan partijen uit het bedrijfsleven verbonden aan het Beter Leven kenmerk.
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
p r e v e nti e s t a l b r a nd e n
Nadat we in 2008 de kwestie van de stalbranden hadden geagendeerd, werd in 2009 in overleg met alle betrokken partijen gewerkt aan een inventarisatie van de problematiek en aan aanbevelingen om preventie en bestrijding van stalbranden te verbeteren. Deze aanbevelingen zullen in 2010 worden gepresenteerd. c a s t r ati e bi g g e n
k a lv e r e n
Buiten het kenmerk hebben wij met de grootste producent van kalfsvlees ter wereld welzijnsverbeteringen kunnen afspreken, waardoor 70 procent van de Nederlandse vleeskalveren – dat zijn per jaar bijna 1 miljoen kalveren – uit de gevarenzone van bloedarmoede blijven.
Bedrijfsleven en overheid investeren de komende jaren ruim 8 miljoen euro in onderzoek naar mogelijkheden om te stoppen met het castreren van varkens. In afwachting van een definitieve stop is de Nederlandse varkenshouderij ertoe overgegaan onder verdoving te castreren. Inmiddels wordt een deel van de varkens al helemaal niet meer gecastreerd, welk deel de komende jaren zeker zal toenemen.
v e e t r a n s po r t
Met steun van de koepel van supermarkten en de koepel van slachterijen wisten wij gedaan te krijgen dat het ondermaatse kwaliteitssysteem voor veetransport waar de veehandelaren en –transporteurs zelf mee kwamen, door de rest van het bedrijfsleven niet werd geaccepteerd. Initiatieven om wel tot een goed systeem te komen hebben wij gesteund. w e id e g a ng ko e i e n
Het aantal koeien dat het hele jaar op stal moet staan en niet meer in de wei komt, is tot onze tevredenheid de afgelopen twee jaar niet meer gegroeid. Onze inspanningen voor behoud van weidegang hebben daar beslist aan bijgedragen: denk aan het aandringen op bewustwording- en voorlichtingscampagnes richting melkveehouders en het op de markt brengen van zuivel die gegarandeerd afkomstig is van koeien met weidegang.
v i s s e nw e l zijn
We hebben onze visie op het welzijn van vissen in de visserij tijdens vangen en doden gegeven in een filmpje over visserij. Dit filmpje is vertoond tijdens een symposium over visserij op de Dag van de Oceanen. Voor het eerst werd een apparaat voor het bedwelmen en doden van vissen op een praktijkbedrijf getest. De Dierenbescherming heeft hier heel lang op aangedrongen. Dit is een belangrijke stap naar een breder gebruik van bedwelmings- en dodingsapparatuur voor vissen.
4.1.4 Betere regels, kwalitatieve handhaving en adequater straffen
va r k e n s in comfo r t c l a s s
l a ng l op e nd e w e t g e v ing s t r a j e ct e n
De afgelopen vier jaar heeft de Dierenbescherming met LTO Varkenshouderij in het project Varkens in ComfortClass samengewerkt. In een proefstal zijn welzijnsverbeteringen onderzocht en op een aantal varkensbedrijven zijn ze in de praktijk uitgeprobeerd. Daaruit kwam naar voren dat het goed mogelijk is om met relatief eenvoudige middelen het dierenwelzijn al een flink stuk te verbeteren. Als het varkensvlees in een meerwaardeconcept tegen een hogere prijs wordt verkocht, kan het dierenwelzijn echt flink verbeteren. In november werd het project officieel afgesloten. De resultaten van Varkens in ComfortClass worden straks gebruikt om de varkenshouderij aan te zetten stallen diervriendelijker te maken, alsmede bij het formuleren van welzijnseisen voor tussensegmenten.
De meeste wetgevingstrajecten lopen meerdere jaren. Hierdoor komt het vaak voor dat in een jaar afronding noch concrete voortgang kan worden gemeld. Dit, terwijl er op bepaalde momenten wel hard aan wordt gewerkt, op nationaal of Europees niveau, samen met Eurogroup for Animals. Dat geldt onder meer voor het houdverbod voor notoire dierenbeulen, de natuurwetgeving, wetgeving op het gebied van dierproeven, veetransport en gezelschapsdieren, alsmede de certificatie met betrekking tot het welzijn van gezelschapsdieren en de positieflijst voor gehouden dieren. Deze onderwerpen blijven dus allemaal op onze agenda staan. Een klein resultaat is het houdverbod van een bepaald type eekhoorn, mede naar aanleiding van onze reactie op het exotenbeleid van LNV. n e r t s e nfok v e r bod
Wel concrete voortgang valt te melden over het nertsenfokverbod dat vorig jaar door de Tweede Kamer kwam. Uiteraard maken wij er ons samen met Bont voor Dieren voor sterk dat dit verbod in 2010 ook door de Eerste Kamer komt. w e t di e r e n
In december werd de Wet dieren aangenomen door de Tweede Kamer. Deze wet gaat onder meer de Gezondheids- en welzijnswet voor Dieren (GWWD) vervangen. De behandeling in de Eerste Kamer zal in 2010 zijn. Samen met de Coalitie Dierenbeschermingsorganisaties Nederland (CDON) hebben we gestreden voor een zo goed mogelijke wet. Een positief punt in de nieuwe wet is dat de intrinsieke waarde van het dier expliciet als uitgangspunt wordt genomen. Ook biedt de wet hernieuwde kansen om te komen tot betere regels ten aanzien van dierenmishandeling en het doden van dieren. Er zijn echter ook punten waarover we ontevreden en teleurgesteld zijn. Over het werkelijke beschermingsniveau van deze wet valt nu nog weinig te zeggen. Dat moet
36
37
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
nog in allerlei aparte regels worden bepaald. Bij de GWWD is heel veel van deze uitvoeringsregelgeving helaas nooit tot stand gekomen. Dat mag zich niet herhalen. Wij zetten ons hier actief voor in. r e g e l ing ag r e s s i e v e di e r e n
Voor de Regeling Agressieve Dieren (RAD) is geen landelijke opvolger gekomen. Op lokaal niveau bepaalt de burgemeester hoe wordt ingegrepen bij honden die met agressief gedrag problemen veroorzaken. De systematiek van de RAD, dat dieren verboden werden louter op grond van uiterlijke kenmerken, is gelukkig losgelaten. Wij houden de gang van zaken nauwlettend in de gaten.
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
op va ng
In totaal zijn er door de asielen van de Dierenbescherming meer dan 40.000 (exact 41.099) dieren opgevangen, waarvan 12.185 honden en 28.914 katten. Vergeleken met dezelfde asielen uit het voorgaande jaar (2008) zien we een daling van 5.5 procent in het totaalaantal opgevangen dieren (2008: 43.479). In 2009 zijn er in vergelijking met het voorafgaande jaar 1.527 minder honden en 853 minder katten in een asiel van de Dierenbescherming beland. Zoals in 2008 werden er ook in 2009 bijna 2,5 keer zoveel katten als honden naar het asiel gebracht. Het aantal zwerfkatten is met 6 procent gedaald (1.360 zwerfkatten minder) ten opzichte van 2008. Ook het aantal zwerfhonden is gedaald, en wel met 11 procent (997 zwerfhonden minder). Het aantal afstandshonden is in het afgelopen jaar met 5 procent gedaald van 3.447 naar 3.263. Het aantal afstandskatten is daarentegen met 7 procent gestegen van 4.845 naar 5.192.
pa a r d e nw e l zijn
Behalve de Paardencampagne van 2009 is ook beleidsmatig veel aandacht besteed aan paardenwelzijn. Relaties met de Sectorraad Paarden, de verschillende paardenorganisaties (sport, fokkerij, bedrijven) en ambtenaren van het ministerie van LNV, zijn gelegd. Ook zijn de plannen van de Sectorraad Paarden om het paardenwelzijn te verbeteren besproken met andere organisaties, zoals de Vereniging Eigen Paard, Levende Have en de Nederlandse Belangenvereniging voor Hobbydierhouders. Samen met de laatste twee organisaties is daarnaast een brochure “Schuilstallen” uitgegeven, waarmee houders van paarden de mogelijkheid wordt geboden om schuilgelegenheid voor de dieren te creëren binnen de grenzen van bestemmingsplannen. Bij politieke partijen is gelobbyd voor onze standpunten over paardenwelzijn. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij het Algemeen Overleg Paarden van 8 april en het daaraan voorafgaande Rondetafelgesprek in de Tweede Kamer op 30 maart. Door middel van toespraken, deelname aan forumdiscussies en opinieartikelen in met name de hippische pers is getracht de discussie over paardenwelzijn in de (conservatieve) paardensector te sturen. Het versterken van relaties en het leveren van inbreng bij sector, overheid en politiek zal de komende jaren moeten leiden tot echte verbetering van het paardenwelzijn in Nederland.
terug na ar eigena ar
Het percentage zwerfhonden dat vanuit het asiel weer terugkomt bij zijn eigenaar, bedraagt 72,5 procent (71% in 2008). Van de katten keert slechts 13,5 procent terug naar de eigenaar (13% in 2008). Dit verschil tussen honden en katten is groot en is vermoedelijk te wijten aan het feit dat honden veel vaker dan katten voorzien zijn van een identificatie (zoals een chip), zodat de eigenaar getraceerd kan worden. Bovendien is het waarschijnlijk dat honden door een grotere diversiteit in rassen voor de asielen makkelijker te beschrijven en te categoriseren zijn dan de katten.
4.2 Dierennoodhulp Er is onderzoek gedaan naar de problematiek van mensen met een uitkering en de kosten van veterinaire zorg voor dieren die zij hebben. De uitkomst laat zien dat er reden is tot grote zorg. Oplossingsrichtingen ziet de Dierenbescherming uitsluitend als verschillende partijen hierin verantwoordelijkheid nemen. Zo ligt er een belangrijke verantwoordelijkheid bij de gemeenten. De Dierenbescherming en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde zien verschillende oplossingsrichtingen. Denk aan het aanbieden van een dierziektekostenverzekering als onderdeel van het uitkeringspakket en de organisatie van speciale spreekuren bij dierenartsen. Voor beide oplossingsrichtingen kan gebruik gemaakt worden van al bestaande structuren. In 2009 is gestart met het zoeken naar partijen die mee willen werken aan oplossingen voor deze problematiek, die zowel dieren als mensen raakt.
4.2.1 Asielcijfers In tegenstelling tot voorgaande jaren zijn de asielcijfers van dit jaar niet geëxtrapoleerd naar het totale aantal asielen in Nederland. Er is gekozen om uitsluitend de cijfers van de asielen te presenteren die aan de Dierenbescherming zijn verbonden. De gegevens in dit jaarverslag zijn gebaseerd op 53 asielen.
38
39
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
ni e u w e p l a at s ing
De meeste dieren die niet naar een eigenaar terugkeren, worden door de asielen bij een nieuwe eigenaar ondergebracht. Van de honden die niet teruggaan naar hun eigenaar vindt 89 procent (2008: 87%) een nieuw huis door bemiddeling van het asiel. Bij de katten is dat 84 procent (2008: 85%). Soms worden geplaatste dieren door de nieuwe eigenaar teruggebracht naar het asiel. Bij de honden ligt dit percentage met 16 procent veel hoger dan bij katten (7%). Dit zou te maken kunnen hebben met het feit dat honden makkelijker onderschat worden in de zorg en de aandacht die zij vragen. In 2008 waren beide percentages vergelijkbaar (honden: 16%, katten: 5%). E u th a n a s i e / s t e r ft e
De euthanasiecijfers bedroegen dit jaar 8 procent voor de honden en 9 procent voor de katten. Bij de honden is er in 58 procent van de gevallen een medische indicatie, in 34 procent een indicatie met betrekking tot gedrags- of karakterproblemen en in 7 procent van de gevallen is er een andere reden. Bij de katten zien we heel andere cijfers: in 73 procent van de gevallen is er sprake van een medische indicatie, 9 procent gaat om gedrags- of karakterproblemen, 3 procent heeft te maken met ééndagsnestjes en in 12 procent van de gevallen is er een andere reden. De sterftecijfers in de asielen zijn zoals in voorafgaande jaren laag: minder dan 0.5 procent voor honden en 2.5 procent voor katten.
KATTEN 2008 (dezelfde asielen als ‘09)
2009
22.033
20.673
4.845
5.192
166
331
1.347
1.489
uitwisseling
333
344
in beslag genomen
314
35
huisuitzetting
107
226
geboren
622
624
29.767
28.914
2.867
2.794
22.926
21.835
99
156
348
318
2.307
2.429
overleden
880
668
anders
483
373
29.910
28.573
zwerfdieren afstandsdieren verwilderd retour na plaatsing
Totaal in retour eigenaar geplaatst verwilderd uitwisseling euthanasie
Overzicht opgevangen en geplaatste dieren 2009 HONDEN 2008 (dezelfde asielen als ‘09)
2009
zwerfdieren
8.374
7.377
afstandsdieren
3.447
3.263
retour na plaatsing
1.173
988
uitwisseling
306
383
in beslag genomen
341
151
huisuitzetting
23
8
geboren
48
15
13.712
12.185
retour eigenaar
5.866
5.351
geplaatst
6.815
6.054
uitwisseling
218
237
euthanasie
548
571
overleden
26
23
anders
86
63
13.559
12.299
Totaal in
Totaal uit
40
Totaal uit
toelichting op de asielcijfers 2009 Katten – Hoe hoger het aantal inwoners per km2 (provincie), des te minder katten/dieren in het asiel belanden. – Hoe hoger het aantal inwoners per km2 pt (locatie of provincie), des te hoger het aandeel afstandsdieren t.o.v. zwerfdieren is. Dat betekent dat in asielen die zich in dichtbevolkte gebieden bevinden, meer afstandsdieren dan zwerfdieren terechtkomen. Dit zou te maken kunnen hebben met het feit dat mensen in dichterbevolkt gebied (steden) de ‘weg’ naar het asiel beter weten te vinden. – Hoe hoger het aantal inwoners per km2 (locatie of provincie), des te meer katten weer met hun eigenaar worden herenigd. Ook dit kan te maken hebben met de bereikbaarheid/bekendheid van de asielen in dichterbevolkte gebieden. – Er is geen verband tussen de grootte van het asiel (aantal katten & aantal dieren) en het aantal plaatsingen van katten of het euthanasiepercentage. – Hoe hoger het aandeel afstandsdieren, des te hoger het plaatsingspercentage. Het zou kunnen zijn dat nieuwe eigenaren een afstandsdier meer vertrouwen. Waarschijnlijk acht men de kans op een sociaal en normaal gedragend dier groter omdat het al een eigenaar heeft gehad. Bij zwerfdieren is dit niet zeker. – Hoe meer inwoners per km2 (locatie of provincie), des te meer katten bij nieuwe eigenaren worden geplaatst. Ook dit kan te maken hebben met het gegeven dat men in stedelijke gebieden eerder de weg naar het asiel vindt als men van plan is een huisdier te nemen.
41
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
– Hoe meer inwoners per km2 (locatie) des te groter de kans dat een kat teruggebracht wordt na plaatsing. – Hoe groter het aandeel zwerfkatten, des te hoger het euthanasiepercentage. Dit heeft wellicht te maken met een grotere kans op gezondheidsproblemen bij katten die zwervend in het asiel gebracht worden. – Hoe minder katten geplaatst worden door een asiel, des te hoger het euthanasiepercentage in datzelfde asiel. – Er is ook een verband tussen het aantal inwoners (per km2, zowel voor stad als provincie) en het overlijdenspercentage. Hoe dichterbevolkt een gebied, des te minder katten in het asiel overlijden. – E r is geen verband tussen de grootte van het asiel en het overlijdenspercentage, euthanasiepercentage of overlijdenspercentage. – Hoe hoger het aandeel afstandsdieren, des te lager het overlijdenspercentage.
Honden –H oe hoger het aantal inwoners per km2 (locatie), des te minder honden/dieren in het asiel terechtkomen. Dit verband duidt op de schaalgrootte van asielen in landelijke omgeving. In dichterbevolkt gebied zijn de asielen kleiner dan in landelijke regio’s. Er zijn dan ook verhoudingsgewijs meer asielen in de steden (acht per provincie) dan in een landelijk gebied (drie per provincie). – Hoe hoger het aantal inwoners per km2 (per locatie of provincie), des te hoger het aandeel afstandsdieren is in vergelijking met het aandeel zwerfdieren. Zie verklaring bij de katten. – Hoe minder dieren in een asiel, des te hoger het percentage honden dat weer met de eigenaar herenigd wordt. – Hoe groter het asiel (aantal honden plus aantal dieren), des te minder honden geplaatst worden. – Hoe groter het asiel (aantal dieren), des te hoger het euthanasiepercentage. – Hoe lager het aantal plaatsingen, des te hoger het euthanasiepercentage. Of andersom: hoe hoger het plaatsingscijfer van een asiel, des te lager het euthanasiecijfer. – Hoe meer honden die teruggebracht worden na plaatsing, des te hoger het euthanasiecijfer. – Er is ook een verband tussen het aantal inwoners (per km2, zowel voor stad als provincie) en het overlijdenspercentage. Hoe dichterbevolkt een gebied, des te minder honden in het asiel overlijden. – E r is geen verband tussen de grootte van het asiel en overlijdenspercentage, euthanasiepercentage of overlijdenspercentage.
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
w e b s it e a s i e l e n
De informatie die op de website voor eigen en erkende asielen (asielen.dierenbescherming.nl) stond is geïntegreerd in Extranet. Nieuwsberichten, het Handboek Asielen, veelgestelde vragen, handige links, een forum: alles is voortaan op het DB-ontmoetingsplein ‘Asielmedewerkers’ terug te vinden. di e r e nb e s ch e r ming s c e nt r a
Er is in 2009 onderzoek gedaan naar de optimale vestigingslocatie van Dierenbeschermingscentra. De uitkomsten daarvan worden gebruikt bij de planvorming voor deze centra, waar de opvang van dieren, coördinatie van dierennoodhulp, voorlichting over een goede omvang met dieren en andere taken van de Dierenbescherming worden uitgevoerd. Het zijn derhalve niet alleen opvangcentra, maar ze hebben een bredere functie. Er loopt een aantal initiatieven om tot dergelijke centra te komen, onder andere in Amersfoort, Limburg en Brabant. e r k e nning s r e g e l ing
Nieuwe erkenningen werden uitgereikt aan de dierenopvangcentra in Amstelveen, Amsterdam, Dordrecht en Hengelo. Het aantal door de Dierenbescherming erkende asielen steeg daarmee tot 33. De erkenningen van Den Helder, Doetinchem, Purmerend, Rotterdam, Zandvoort, Zeist en Zwolle zijn in 2009 verlengd. Op dit moment werkt de minister van LNV aan wetgeving die het HKB’99 moet vervangen. De Dierenbescherming is blij dat deze nieuwe regelgeving zich richt op de hele gezelschapsdierenbranche en niet alleen op honden en katten. Parallel daaraan voorziet LNV in een certificatiesysteem voor onder andere fokkers, uitlaatdiensten en pension- en asielhouders met welzijnsnormen voor fokbeleid en handel, scholing en vakbekwaamheid, huisvesting en verzorging van de dieren en een klachtensysteem. Zodra deze certificering van kracht wordt, bekijkt de Dierenbescherming of zij de Erkenningsregeling daar dan in op laat gaan. In 2009 zijn daardoor geen nieuwe erkenningstrajecten opgestart. De themadag is in in 2009 niet gehouden. op va ng di e r e n u it h e t wi l d
Het kwaliteitsprotocol opvang van inheemse wilde dieren van het Ministerie van LNV werd medio 2009 van kracht. Voor bestaande opvangcentra is een overgangstermijn van drie jaar bepaald, in welke periode zij moeten zorgen dat zij aan de gestelde eisen voldoen. Deze termijn moet maximaal gebruikt worden om opvangcentra hierbij te ondersteunen. Bij dit type opvang gaat het grotendeels om kleinschalige particuliere centra, die draaien op één of enkele vrijwilligers. Daarvoor vraagt de Dierenbescherming steeds aandacht bij de overheid, maar die reageert traag.
4.2.2 Stimuleren van kwaliteit en continuïteit hi e r- k l im a atp roj e ct D i e r e n a mb u l a nc e s
Binnen het cluster dierennoodhulp is in het vierde kwartaal 2009 geïnventariseerd hoe de dierenambulances van de Dierenbescherming werken. Hieruit blijkt dat er bij de 36 ambu lancediensten een grote variëteit bestaat in werkwijze, beleid en organisatie. Er is nog maar weinig sprake van eenheid. Opvallend was desondanks dat er op het gebied van bereikbaarheid en beschikbaarheid wel eenheid leek te heersen. Een grote meerderheid van de ambulances (90%) gaf aan zeven dagen per week, 24 uur per dag, bereikbaarheid en dienst-/hulpverlening te kunnen realiseren, dit in tegenstelling tot andere geluiden in het land. Als eerste aanzet tot kennismaking tussen de verschillende organisaties is er een bijeenkomst voor coördinatoren en bestuurders van de dierenambulances georganiseerd, die begin 2010 zal plaatsvinden. Ook de uitkomsten van de inventarisatie zullen begin 2010 beschikbaar zijn.
42
Bij de negen asielen die deelnamen aan de tweede ronde van het klimaatproject ‘groene asielen’ (Apeldoorn, Den Helder, Eindhoven, Enschede, Harderwijk, Leiden, Numansdorp, Rijswijk en Sneek), zijn in 2009 offertetrajecten doorlopen en energiebesparende maatregelen uitgevoerd. Er is een samenwerking gestart met energieleverancier Greenchoice voor de levering van groene energie (gas en stroom) voor asielen, kantoren van de Dierenbescherming, medewerkers en vrijwilligers, leden en publiek. Tevens zijn de voorbereidingen gestart voor een campagne met de titel HIER & DIER in 2010. De in het jaarplan 2009 voorziene interimbeheer- en managementondersteuning om de vaak kwetsbare organisaties praktisch te kunnen ondersteunen, is niet gerealiseerd.
43
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
4.2.3 (Financiële) ondersteuning In het jaarplan 2009 stond een fonds vermeld met de bedoeling innovatie en kwaliteitsprojecten te stimuleren. Het projectfonds (E 100.000) is besteed aan nieuwbouw. Het fonds is per 2010 opgeheven. di e r e nnoodh u l p
Het Verenigingsbureau heeft zich in 2009 ontfermd over twee groepen moeilijk plaatsbare honden, in totaal 19 dieren. Behalve dat de honden een uitgebreid resocialisatietraject kregen, werden gegadigden uitgebreid gescreend voor ze in de opvang konden kennismaken met hun favoriet. Twaalf honden zijn in 2009 herplaatst en op één oudere hond werd euthanasie toegepast vanwege een hersenbloeding. Tijdens de nazorggesprekken door trainers van de Gehoorzame Huishond-scholen blijkt dat de honden boven verwachting goed reageren op andere honden en mensen. De eigenaren zijn zonder uitzondering zeer enthousiast over hun hond en de begeleiding en adviezen die ze voor en na de plaatsing hebben ontvangen. zw e r fk att e n
In de aanpak van het zwerfkattenprobleem slaagden 58 afdelingen van de Dierenbescherming er gezamenlijk in om 6.000 volwassen zwerfkatten te behandelen volgens de TNR-methode (Trap, Neuter & Return; het vangen, neutraliseren en terugplaatsen van zwerfkatten). Tevens werden 3.500 kittens opgevangen, gesocialiseerd en goeddeels geplaatst. Er werd een landelijke bijdrage van E 75.000,- naar draagkracht van afdelingen uitgekeerd. In het voorjaar is er een bijeenkomst geweest voor coördinatoren van de zwerfkattenwerk groepen. Naast het delen van kennis en ervaring met elkaar is hier ook de Gedragscode Gastopvang gepresenteerd. Deze gedragscode is samen met afgevaardigden uit de zwerfkatwerkgroepen ontwikkeld en in de AV van 16 mei 2009 goedgekeurd.
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
4.2.4 Ondersteuning nieuwbouwinitiatieven Er is ondersteuning geboden aan vier afdelingen met advies, (financiële) ondersteuning, shelter medicine (asieldiergeneeskunde) en een subsidiescan. Deze laatste is voor alle afdelingen bruikbaar. De specifieke taakverdeling en afspraken tussen de landelijke vereniging en de afdeling Limburg, teneinde daar een regionaal centrum neer te zetten, liep in 2009 door. De afdeling Utrecht/Amersfoort is in 2009 met noodvoorzieningen bijgestaan, mede met het oog op het nieuwbouwinitiatief in Amersfoort. In april 2009 traden zowel het afdelingsbestuur als de afdelingsmanager af. Het bestuur van de afdeling is tijdelijk bij de landelijke bestuurder ondergebracht, en er is een tijdelijke manager aangetrokken.
4.3 Toezicht dierenwelzijn De kerntaak Toezicht Dierenwelzijn wordt uitgevoerd door de stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) in samenwerking met de afdelingen, asielen en het Verenigingsbureau van de Dierenbescherming. De LID is een organisatie die het welzijn van dieren in de dagelijkse (inspectie)praktijk zo veel mogelijk probeert te waarborgen en waar nodig te verbeteren. Daarbij maakt ze onder meer gebruik van de door de overheid aan haar toegekende publieke bevoegdheden. Binnen de processen van de gehele Dierenbescherming is de hoofdtaak van de LID het best te omschrijven als het geheel of gedeeltelijk uitvoering geven aan de zogeheten processen dierennoodhulp (gedeeltelijk) en handhaving (geheel). De doelstellingen van de LID zijn: – het uitoefenen van controle op de juiste naleving van wetgeving gericht op het bevorderen van het welzijn van dieren; – het opsporen van strafbare feiten op het gebied van dierenwelzijn; – het uitlokken van vonnissen/jurisprudentie op het gebied van dierenwelzijnswetgeving; – het bevorderen van de totstandkoming of wijziging van wetgeving die de positie van dieren in het maatschappelijke bestel en het welzijn van dieren verbetert.
4.3.1 Trends en ontwikkelingen In 2009 heeft de LID 1.002 dieren bij hun eigenaar weggehaald wegens mishandeling of verwaarlozing. Dat is een stijging van 40 procent ten opzichte van 2008. Ook is het aantal dumpingen van dieren met 45 procent gestegen tot 211. In de meeste gevallen van deze ‘kwaadwillige verlatingen’ gaat het om katten en honden. Een mogelijke verklaring voor de grote stijging in het aantal bij hun eigenaar weggehaalde dieren is dat het sinds 1 juli 2008 mogelijk is om niet alleen strafrechtelijk maar ook bestuursrechtelijk op te treden tegen misstanden. Hierdoor worden zaken niet langer in slepende procedures beslecht, waarbij de kosten voor rekening van de Staat zijn, maar kunnen dieren op kosten van de eigenaar naar een opvangadres worden gebracht. De eigenaar betaalt alle kosten, van transport en opvang tot dierenarts en eventuele medicatie. op va l l e nd e z a k e n
Opvallende zaken waarin afgelopen jaar bestuursrechtelijk werd opgetreden waren de inbewaringneming, eind maart, van veertien Japanse spaniëls en het weghalen, in mei, van
44
45
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
27 honden bij een handelaar in Wierden. In december werden van een volkstuinencomplex in Laarbeek vijf honden en vier jonge katten weggehaald. Over 2009 staan meldingen over honden nog steeds bovenaan (34%), gevolgd door pony’s en paarden (30%) en katten (18%). De meeste meldingen gaan over vermeende verwaarlozing. (Persbericht 11 februari 2010, Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming) to e kom s t
Het jaar 2010 zal meer dan in 2009 in het teken staan van verbetering dierenwelzijn door het bestuursrecht toe te passen. Hierdoor valt sneller resultaat te boeken in de zin van verbetering van dierenwelzijn. Bestuursrecht is intensiever dan het strafrechttraject en zal derhalve meer menskracht vergen. In dat licht bezien is, voor het behalen van onze doelen in 2010, het zo effectief mogelijk inzetten van mensen en middelen een zeer belangrijk aandachtspunt. De focus zal daarbij liggen op de publieke taakuitvoering van de LID.
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Om de lokale en autonome afdelingen van de Dierenbescherming inzicht te geven in de meldingen in hun werkgebied én om een uniforme en centrale verwerking van meldingen te realiseren, wordt gebruik gemaakt van een geautomatiseerde administratie. Deze administratie is voor de op het Meldnummer dierenmishandeling aangesloten afdelingen (deels) en de LID (volledig) toegankelijk via een beveiligd internetportaal. De afdelingen krijgen hiermee inzicht in de inspectiewerkzaamheden binnen hun eigen werkgebied. De LID heeft inzage in alle meldingen in geheel Nederland. De naam van de administratie is Melding OnLine (MOL). Met behulp van MOL wordt informatie over meldingen online tussen afdelingen en de LID gecommuniceerd. Dit alles is zorgvuldig geregeld conform de eisen van de Wet bescherming persoonsgegevens. In 53 procent van de gevallen zijn meldingen voor (voor)onderzoek uitgezet naar de afdelingen. Daarnaast heeft de LID klachten doorgegeven aan, of afgehandeld in samenwerking met andere diensten, zoals de Algemene Inspectiedienst (AID) van ministerie van LNV, de politie en de Inspectiedienst Gezelschapsdieren (IDG) van de Sophia Vereeniging tot Bescherming van Dieren.
Zo zal de LID ook in 2010 verstoord dierenwelzijn opsporen en aanpakken en, waar mogelijk, controleren op juiste naleving van wetgeving. Daarbij zal de LID vooral ook een beroep doen op de primair verantwoordelijken voor opsporing van strafbare feiten en controle op juiste naleving van wet- en regelgeving, te weten politie en de Algemene Inspectiedienst (AID).
AANTAL MELDINGEN/KLACHTEN BEHANDELD DOOR
De LID zal tevens een signalerende rol innemen richting het Verenigingsbureau, de politiek en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) door middel van rapportages over binnengekomen meldingen en de verrichte activiteiten. In 2010 zal het meerjarenproces “regionalisering en professionalisering” van de gehele Dierenbescherming worden voortgezet. De doelstelling van dit proces is onder andere: een Dierenbescherming die helder gepositioneerd is, kwalitatief hoogwaardig, deskundig, bestuurbaar, efficiënt, zichtbaar en transparant. De Dierenbescherming sluit aan op de vrijwilligersorganisatie en is diep geworteld in de samenleving. De LID is een onderdeel van de Dierenbescherming en zal derhalve ook haar bijdrage leveren aan de realisatie van die doelstelling met inachtneming van haar onafhankelijke positie als opsporings- en toezichthoudende dienst.
2009
2008
LID
2.617
3.187
Afdeling (afdelingsinspecteurs)
4.730
3.670
477
724
– IDG
2
19
– AID
394
615
81
90
Overigen (IDG, AID en politie)
– Politie
Spoedmeldingen werden ook in 2009 direct doorgegeven aan collega-handhavers. De afhan deling wordt dan binnen enkele minuten in gang gezet, waarbij de coördinatie plaatsvindt vanaf de meldkamer LID. Een spoedmelding is een melding waarbij een directe actie is vereist. De omstandigheden zijn dan normaliter zo, dat een dier in zodanige nood verkeert dat mogelijke snelle dood het gevolg kan zijn.
4.3.2 Kort overzicht van alle activiteiten en interpretatie daarvan h a ndh av ing
De werkzaamheden in 2009 van de LID zijn puntsgewijs de volgende: 1. aanname van meldingen- en klachten, 2. be- en afhandeling van meldingen en klachten, 3. routinecontroles op basis van de toezichthoudende bevoegdheden, 4. ondersteuning van partners in handhaving (overheidsdiensten).
De LID heeft zeventien medewerkers in dienst, die tevens zijn aangesteld als buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA). Waar mogelijk wordt, binnen de richtlijnen van de LID en de kaders van de wetgeving, getracht door middel van mentaliteitsverandering de leefomstandigheden van het betrokken dier te verbeteren. In 2009 zijn door de districtsinspecteurs 197 processen-verbaal opgemaakt en 42 processenverbaal van bevindingen en verhoor ingediend.
int a k e & s e r v ic e ( I & S )
In haar functie van contactcentrum voert I&S de volgende taken uit: – publieksvoorlichting en meldpunt voor dierenleed (intake); – begeleiden en uitzetten van meldingen (service); – ondersteuning aan inspecteurs en partner handhavers (service). De LID geeft hoge prioriteit aan het aannemen, verwerken en (laten) behandelen van meldingen en klachten omtrent verstoord dierenwelzijn. In 2009 zijn ongeveer 40.000 meldingsgerelateerde oproepen ontvangen en behandeld.
46
Op het gebied van routinecontroles zijn inspecties verricht op het gebied van het Honden- en kattenbesluit, diertransport (ook rondom paardenmarkten) en wildvang van vogels. De medewerkers leveren ondersteuning aan partners, waarbij te denken valt aan ondersteuning van politie, GGD en ondersteuning van de vrijwillige afdelingsinspecteurs. In veertig situaties is in 2009 ondersteuning verleend tijdens een onderzoek ter plaatse, het merendeel aan de politie. Daarnaast heeft in hoofdlijnen ondersteuning op de volgende gebieden plaatsgevonden:
47
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
– lezingen; – ondersteuning aan politie op het gebied van de specifieke expertise; – ondersteuning aan de AID; – begeleiden afdelingsinspecteurs van een lokale afdeling; – ondersteuning aan GGD in sociaal ongewenste situaties; – ondersteuning gemeente. v r ijwi l l i g e r s
De districtsinspecteurs worden ondersteund door ongeveer 200 vrijwillige regio-inspecteurs en afdelingsinspecteurs, die niet beschikken over bevoegdheden. Deze mensen zijn de ‘ogen en oren’ in het werkveld en lossen veel zaken van minder ernstige aard op, zonder dat de districtsinspecteur eraan te pas hoeft te komen. Zij trachten door middel van mentaliteitsverandering de leefomstandigheden van dieren te verbeteren. In samenwerking met het Verenigingsbureau vond op 31 oktober een scholingsdag plaats voor de afdelingsinspecteurs, de zogenaamde ‘kaderdag’. Als locatie hiervoor werd gekozen voor Stichting AAP in Almere, waar onder andere lezingen werden gegeven over honden- en kattengedrag.
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Corporate communicatie en fondsenwerving 5.
5.1 Corporate communicatie zichtba arheid
In het verslagjaar zijn twee zichtbaarheidcampagnes gevoerd, ter versterking van het merk en de donatievoorkeur. In het voorjaar lanceerden we de ‘Ik zoek baas’-campagne, waarmee we op een positieve manier aandacht vragen voor de asieldieren. En rond Werelddierendag heeft de organisatie volop aandacht gekregen met de campagne ‘Vergeten Dierendag’. De Dierenbescherming organiseerde in 2009 twee evenementen, te weten de Nieuwjaarsreceptie op 12 januari en het Vergeten Dieren Gala op 4 oktober. Ook ad hoc wist de Dierenbescherming in 2009 goed in te spelen op de kansen die de actualiteit bood en wisten we het hele jaar door dierenwelzijnsonderwerpen voor het voetlicht te brengen. De algemeen directeur was ook in 2009 een veelgevraagd woordvoerder in diverse media, hetgeen de zichtbaarheid van de organisatie zeker ten goede komt. vo o r l i c h t i ng
Via de eigen media hebben we voorlichting gegeven over het dierenleed onder zwerfkatten. Er zijn echter geen materialen ontwikkeld, waarmee gastgezinnen kunnen worden ondersteund. Wel heeft de Dierenbescherming meegedaan met de landelijke Chipmaand van het Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren (LICG). Deze organisatie ontving wederom in 2009 een substantiële bijdrage van de Dierenbescherming om voorlichting te geven over verantwoord huisdierbezit. j e u g dvo o r l i c h t i ng e n - e d u c at i e
Om de jeugd voor te lichten over de standpunten van de Dierenbescherming en over dierenwelzijn, bewandelt de organisatie twee paden. Enerzijds is daar de jeugdclub van de Dierenbescherming, Kids for Animals, in welk verband we – met name op regionaal niveau – actievoeren en activiteiten ontplooien met als doel kinderen respect voor en kennis over dieren bij te brengen. De club zet landelijk diverse voorlichtingsmiddelen in, zoals het Kids for Animals magazine, de interactieve website www.kidsforanimals.nl, een eigen televisieprogramma op de jeugdzender Nickelodeon, landelijke clubdagen en diverse gedrukte voorlichtingsmaterialen.
48
49
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Daarnaast richt de Dierenbescherming haar pijlen op het onderwijs als kanaal om haar boodschap voor het voetlicht te brengen. In dat kader zijn dit jaar interactieve lespakketten ontwikkeld, alsmede een educatieve theatershow . Deze materialen worden bij voortduring (via eigen media) onder de aandacht gebracht. En met succes: de materialen worden goed ontvangen en vinden gretig aftrek. I n t e r n e c o mmu n i c at i e
Volgens planning is in 2009 de infrastructuur van de interne communicatie herzien en versterkt. De nieuwe kanalen worden goed ontvangen en bevorderen samenwerking en intern draagvlak.
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
r e g i o n a l e f o n d s e n w e r v i ng
Ook de regionale afdelingen zijn succesvol op het gebied van fondsenwerving. Zo is men erin geslaagd de opbrengsten uit de landelijke Collecte te laten groeien met maar liefst 4,5 procent. De organisatie ziet op dit moment dat ze kansen laat liggen op het terrein van regionale fondsenwerving en op het vlak van interregionale en landelijke samenwerking. Daarom is in het verslagjaar begonnen met het versterken van de fondsenwerving door de regionale afdelingen. De eerste stappen op dit terrein hebben geresulteerd in een concreet jaarplan voor 2010 waarin een en ander verder wordt uitgewerkt.
5.2 Fondsenwerving L e d e n - e n f o n d s e n w e r v i ng
De Dierenbescherming heeft een achterban bestaande uit leden, donateurs en actieve vrijwilligers. Al jaren zien we het ledental krimpen en om dit tij te keren is er in het verslagjaar een extra investering gedaan in ledenwerving. De doelstelling van 3 procent groei is met 5 procent groei ruimschoots gehaald. De fondsenwervende activiteiten, in hoge mate afhankelijk van de ledendatabase, stonden in het verslagjaar enigszins onder druk vanwege de migratie naar een nieuw systeem. Dankzij de inzet van de fondsenwervers, gesteund met tijdelijk ingehuurde extra fondsenwerfcapaciteit, is het fondsenwerfprogramma toch conform planning uitgevoerd. Met de inzet van een evenwichtige middelenmix wordt een zo hoog mogelijk rendement uit lidmaatschappen en giften nagestreefd. Opvallend is de teleurstellende uitkomst van diverse tests met de werving van jeugdleden. Het lage contributiebedrag rechtvaardigt geen hoge investeringen, terwijl die wel gemoeid zijn bij de voor de hand liggende wervingsactiviteiten via radio/TV, gedrukte media of Direct Marketing. Hierdoor wordt het scala aan beschikbare werfkanalen sterk beperkt. i m ag o - o n d e r z o e k
In het eerste kwartaal van 2009 is onderzoek onder de leden gedaan naar het imago en de loyaliteit. De achterban blijkt enorm loyaal te zijn aan de organisatie, en met name leden die langer dan twee jaar lid zijn, geven aan geen reden te zien om het lidmaatschap op te zeggen (anders dan een financiële reden). Deze mooie uitkomst gaat vergezeld van een aantal adviezen om met name het imago en de kennis over de organisatie te verbeteren. De opvolging van deze adviezen wordt in het jaarplan van 2010 opgenomen. zakelijke mark t
Met de zakelijke markt worden goede contacten gelegd, waaruit inmiddels een aantal mooie joint ventures zijn voortgekomen. Zo kunnen we dankzij een samenwerking met Pedigree bij maar liefst twintig asielen moderne speelweides voor honden realiseren, die geheel conform onze eisen in 2010 worden aangelegd. g ro t e g i f t g e v e r s
Ook de relatie met de grote giftgevers wordt versterkt door middel van onder andere een reguliere nieuwsbrief en uitnodigingen voor evenementen. De extra communicatie met deze groep wordt zeer op prijs gesteld en verhoogt de waardering voor onze organisatie. Er komen meer schenkingen via notariële akten binnen en twee relatiebeheerders van de Dierenbescherming voeren regelmatig gesprekken bij particulieren thuis, die willen praten over een mogelijke nalatenschap aan de organisatie.
50
51
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
6. PRO
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
DIER
S a m e n w e r k i ng e n f u s e r i ng va n a f d e l i ng e n
Het proces om door middel van fusies en samenwerking te komen tot regionale afdelingen ging in 2009 onverminderd voort. Waren er in januari 2009 nog 78 afdelingen, eind december was dat aantal gedaald tot 64. Veel afdelingen hebben ervoor gekozen stapsgewijs, door middel van opeenvolgende fusietrajecten, tot een Nieuwe Stijl Afdeling te komen. Afdelingen zijn bij hun samenwerkings- en fusieprocessen ondersteund door de regioconsulenten van het Verenigingsbureau en adviseurs van de Sesam-academie. F o n d s PRO DIE r
6.1 Inleiding In de Buitengewone Algemene Vergadering van 24 maart 2007 besloten afdelingen van de Dierenbescherming te professionaliseren. Een belangrijk middel daartoe is regionalisering: van (toen) 86 lokale en regionale afdelingen naar een veel kleiner aantal Nieuwe Stijl Afdelingen in 2012. Het rapport ‘Samen onderweg naar meer dierenwelzijn!’, gebaseerd op onderzoek van KPMG, onderbouwde dat verandering noodzakelijk was. Met het grootschalige veranderingstraject PRO DIER werkt de Dierenbescherming toe naar een krachtige, professionele en zichtbare Dierenbescherming bij wie dierenwelzijn voorop staat. We creëren een slagvaardige organisatie die alle kerntaken, overal in het land, op een kwalitatief hoogwaardig niveau uitvoert. Alle ondersteunende structuren en werkprocessen richten we zodanig in, dat we de continuïteit van het werk waarborgen. Op die manier vergroten we het draagvlak voor de organisatie, verbetert het niveau van dierenwelzijn, verkleinen de risico’s en verbetert het imago van de gehele Dierenbescherming. Om bovenstaande te kunnen realiseren heeft de Dierenbescherming het besluit genomen om te regionaliseren en te professionaliseren. Het accent lag in deze fase nadrukkelijk op schaalvergroting en regionaliseren, als belangrijke voorwaarde om te komen tot professionaliseren.
6.2 Activiteiten in 2009
In 2009 is aan afdelingen een bedrag van 225.775 euro uitgekeerd uit het Fonds PRO DIER. Dit fonds is in 2008 in het leven geroepen bedoeld voor afdelingen die niet zelf over voldoende financiële middelen beschikken om beroepskrachten en de eerste aanschaf van kantoorfaciliteiten te financieren. Hoewel oorspronkelijk bedoeld voor startkosten, is in 2009 besloten dat afdelingen een verlengingsaanvraag kunnen indienen bij het fonds, indien zij na een jaar nog niet in staat zijn om beroepskracht(en) zelf te financieren. hulpmiddelen
In 2009 is er een reeks aan hulpmiddelen beschikbaar gesteld om het regionaliserings- en professionaliseringstraject voor de afdelingen te vergemakkelijken. Deze hulpmiddelen zijn gekoppeld aan de verschillende stappen van ‘Tien voor Toekomst’. Zo is er een fusiedraaiboek gepresenteerd, dat stap voor stap uitlegt hoe een juridische fusie in zijn werk gaat. Daarnaast is een aantal praktijkvoorbeelden uit het land verzameld en op Extranet geplaatst. Tot slot zijn ook op andere terreinen diverse draaiboeken ontwikkeld, zoals het Draaiboek Collecte. Al deze instrumenten zijn gemakkelijk te vinden op het voor alle afdelingen beschikbare Extranet. c o mmu n i c at i e
Het blad PRO DIER Nieuws is in 2009 zes keer verschenen. In dit blad komen diverse afdelingen aan het woord over hun positie in het ‘PRO DIER’-proces en wordt externen gevraagd te vertellen over hun ervaringen met grootschalige verandertrajecten. Tevens biedt PRO DIER Nieuws een prima platform om meningen vanuit de Dierenbescherming naar voren te laten komen en bespreekbaar te maken. In 2009 is tevens het nieuwe Extranet van de Dierenbescherming in werking getreden. Dit Extranet biedt volop mogelijkheden voor PRO DIER om de afdelingsbesturen en betaalde krachten actueel op de hoogte te houden over landelijke en lokale ontwikkelingen op het gebied van PRO DIER.
B e s l u i t vo r m i ng i n z a k e N i e uw e S t i j l A f d e l i ng e n
Medio januari 2009 vond een ‘PRO DIER’-dag plaats, waar alle afdelingen voor uitgenodigd waren. Tijdens deze dag zijn drie belangrijke vraagstukken besproken, namelijk het ‘hoe’, het ‘wat’ en het ‘waar’. De uitkomsten van deze dag zijn meegenomen in de voorstellen die op de Buitengewone Algemene Vergadering op 21 maart 2009 zijn aangenomen. Deze besluiten zijn richtinggevend voor het verdere proces van regionalisering. In de eerste plaats is de regionale indeling voor de Nieuwe Stijl Afdelingen vastgesteld (het ‘waar’). Er is gekozen voor een “organische” indeling van het land in twintig regio’s. Uiterlijk 1 januari 2012 zullen de afdelingen in deze regio’s gefuseerd zijn tot Nieuwe Stijl Afdelingen. Daarbij is tevens besloten dat afwijkingen van de gekozen indeling uitsluitend mogelijk zijn indien daartoe in een (Buitengewone) Algemene Vergadering besloten is. Op 21 maart 2009 is tevens het basispakket voor de Nieuwe Stijl Afdeling vastgesteld: dit betreft de uitvoering van de vier kerntaken: dierennoodhulp, toezicht dierenwelzijn, maatschappelijke en politieke beïnvloeding (het ‘wat’). Daarnaast behoren communicatie en fondsenwerving, alsmede randvoorwaardelijke taken tot het basispakket van de Nieuwe Stijl Afdeling. Tot slot is het stappenplan ‘Tien voor Toekomst’ (het ‘hoe’) vastgesteld, dat voor afdelingen een leidraad vormt om te komen tot een Nieuwe Stijl Afdeling.
52
6.3 PRO DIER in de lijn Medio 2009 is een tussenbalans opgemaakt van het ‘PRO DIER’-project. Daarbij werd geconstateerd dat de eerste fase van het project is afgerond. De gekozen projectstructuur bleek niet langer adequaat om beoogde resultaten te behalen en zo is ervoor gekozen de projectorganisatie binnen het Verenigingsbureau af te sluiten en in de lijnorganisatie te integreren.
53
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Service interne organisatie 7.
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
De cursussen ‘Beleid Gezelschapsdieren’, ‘Beleid in het wild levende dieren’ en ‘Beleid Landbouwhuisdieren’ worden eenmaal per jaar gegeven (minimaal tien cursisten). Zes van de acht modules van de afdelingsinspecteur kunnen ook los gevolgd worden. Heeft een afdeling meer dan vijftien deelnemers voor een module, dan kan er een training op maat worden aangevraagd waarbij de trainer naar de afdeling toegaat om daar de cursus te geven. De cursus ‘Gespreksvaardigheden en klachtaanname’ is ontwikkeld omdat veel afdelingen aangeven hier behoefte aan te hebben. Deze cursus is bedoeld voor meldkamers en kan makkelijk aangepast worden op een specifieke doelgroep, bijvoorbeeld personeel van een dierenambulance.
7.3 Financiën & Controle
7.1 Personeel & Organisatie De factor ‘menskracht’ is van groot belang voor het succes van de organisatie. De medewerkers bepalen mede het gezicht, de sfeer en het imago en zijn als kennisdragers (specialisten) en –overdragers onmisbaar in het realiseren van de bedrijfsdoelen. Het personeelsbeleid van de DB is vooral gericht op het realiseren van de bedrijfsdoelen. De ontwikkeling van medewerkers is hierbij dan ook een belangrijk punt van aandacht, waarbij het principe van ‘de juiste medewerker op de juiste functie’ als belangrijke leidraad wordt gehanteerd.
7.2 Opleidingen
Begin 2010 hebben we de tweede versie van het Handboek AO/IB uitgereikt. Hierin zijn de belangrijkste processen van de financiële administratie en andere belangrijke bedrijfsprocessen opgezet, die direct of indirect een financiële vertaling hebben. Alle processen worden ondersteund met een flowchart, zodat in een oogopslag de route van een proces gevolgd kan worden.
7.4 Planning & Controle cyclus De Planning & Controle-cyclus, met als belangrijk onderdeel het Handboek AO/IB, werkt goed in de praktijk. Zowel de interne managementrapportages als de rapportage voor de Audit Commissie en de Raad van Toezicht zijn zowel qua opzet als qua inhoud verbeterd. Er wordt aan gewerkt om de (maand)rapportages in 2010 verder aan te scherpen. Hieraan ten grondslag ligt een juiste kwalitatieve beschrijving van het meerjaren-/jaarplan en een juiste kwalitatieve/ kwantitatieve inrichting van de begroting.
Er werden in 2009 diverse interne cursussen aangeboden. In Hilversum was zowel de voorjaar- als najaarsopleiding voor afdelingsinspecteurs volgeboekt. In totaal behaalden 25 mensen hun diploma. In Friesland leverde een wervingsactie wederom zo veel aspiranten op, dat er in samenwerking met de afdeling voor elf toekomstige afdelingsinspecteurs een opleiding in Ureterp werd verzorgd. Van het maatwerkaanbod (cursus op locatie) is vier keer gebruik gemaakt. De kaderdag op 31 oktober 2009 was weer een groot succes met een opkomst van honderd afdelingsinspecteurs en klachtencoördinatoren van de afdelingen. Ongeveer 130 cursisten in acht afdelingen volgden de cursus Dieren-EHBO. En er waren tien scholen die gebruik maakten van het EHBO-boek van de Dierenbescherming. In 2009 is er ook een nieuw handboek gemaakt voor de afdelingen (voorheen richtlijnen) en een handboek voor de docent-dierenarts ter ondersteuning van de cursus. Het vernieuwen van de cursus met onder andere nieuw lesmateriaal is in 2009 gestart en zal in 2010 gereed zijn. Er is een cursus ‘Asielmedewerker voor vrijwilligers’ (in samenwerking met Helicon en Martin Gaus-instituut) en een cursus ‘Mbo-opleiding asielmedewerker’ (in samenwerking met Helicon en Martin Gaus-instituut).
54
55
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
7.5 ICT-projecten
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
In 2009 zijn twee nieuwe Gehoorzame Huishond-scholen gestart, te weten in Aalsmeer en in Limburg.
twinfield
In 2009 stelden we vast dat het aantal Twinfield-gebruikers met 37 procent toenam tot in totaal 59 actieve/reguliere gebruikers (= 47% van de gehele Dierenbescherming). Binnen het kader van regionalisering en professionalisering verwachten wij dat het aantal professionele gebruikers blijft groeien. Toename van het gebruik van Twinfield levert directe verbetering en besparing op bij het consolidatieproces en het opstellen van de jaarrekening. Plezierig is het te vermelden dat bij de consolidatie van 2008 wij een hogere dekkingsgraad bereikt hebben voor een goedkeurende verklaring van de accountant. (Voor de consolidatie 2007 was er sprake van een dekkingsgraad van 87% en voor 2008 een dekkingsgraad van 90%.) corsa
Het eerste deel van het postregistratiesysteem Corsa is in juli 2009 getest en gebruiksklaar opgeleverd voor het VB en de LID. In 2010 zal de tweede fase van Corsa worden geïmplementeerd waarbij de inkomende factuurstroom gescand doorgestuurd wordt in controle en autorisatie. Het systeem kan na een succesvolle introductie op het VB en de LID aan afdelingen beschikbaar worden gesteld. charibase
Het nieuwe relatiebeheersysteem Charibase is in 2009 deels in gebruik genomen. Het overzetten van data van het oude systeem naar het nieuwe bleek weerbarstig. Aan Charibase zullen diverse functionaliteiten worden gebundeld, die voorheen in verschillende systemen plaatsvonden. Implementatie vindt plaats in 2009 (LID en Verenigingsbureau) en 2010 (afdelingen). c e n t r a l e i n ko o p
Voordeel uit centrale inkoopcontracten via de VFI is sinds begin 2009 toegankelijk voor alle partijen binnen de Dierenbescherming. In 2009 zijn er nieuwe centrale inkoopcontracten met inkoopvoordelen toegevoegd. De VFI heeft in september een uitgebreide tender uitgeschreven, waarbij postbedrijf Sandd de collectieve aanbesteding van ‘bulkmail’ door goede doelen in de wacht heeft gesleept. Verwacht wordt dat wij in 2010 voordelen uit deze collectieve inkoopcombinatie gaan realiseren.
7.6 Helpdesk In 2009 zijn verbetermaatregelen doorgevoerd ten behoeve van de kwaliteit en praktische toepasbaarheid van sommige antwoorden, en een betere interne routing van vragen. Dit zit met name in een verbeterde helderheid van de interne processen. Ook in de onderlinge taakverdeling van de helpdesk zijn taken meer specifiek toegewezen. Het tevredenheidsonderzoek dat gepland stond is verzet naar 2010, omdat een frequentie van eens per twee jaar naar verwachting het meest informatief is tegen de minste kosten.
7.7 Gehoorzame Huishond-scholen De Dierenbescherming wil kwalitatief goede hondenscholen, zonder wachtlijst, waar (nieuwe) baasjes leren op een verantwoorde manier met hun pup of (probleem)hond om te gaan.
56
De Dierenbescherming heeft de kwaliteit van haar hondenscholen hoog in het vaandel. Bij het handhaven van deze kwaliteit speelt de trainersopleiding een belangrijke rol. In 2009 is gestart met de nieuwe opzet van de trainersopleiding. Er zijn vier oriëntatieopleidingen op het trainerschap verzorgd. Deze opleiding maakt een scherpere selectie van de trainers mogelijk. Voor de ervaren trainers is een driedaagse bijscholing ‘puppytrainer’ georganiseerd. Pups zijn een belangrijke doelgroep voor onze hondenscholen. Wanneer de baas goed begeleid wordt bij de opvoeding van zijn pup, zal hiermee probleemgedrag op volwassen leeftijd zo veel mogelijk voorkomen worden. En daarmee zal de stroom dieren die in het asiel belanden, naar verwachting kleiner worden.
7.8 Externe oriëntatie De Dierenbescherming is een prominente speler binnen de wereld van de dierenwelzijnsorganisaties. Binnen deze wereld zijn vele spelers die elkaar regelmatig ontmoeten. Er zijn echter buiten deze wereld van dierenwelzijnsorganisaties nog talloze andere ‘werelden’ die direct of indirect, ook de Dierenbescherming raken en beïnvloeden. Om als organisatie voorbereid te zijn op toekomstige ontwikkelingen willen we een verbinding leggen met de ‘andere werelden.’ Een oriëntatie op deze andere werelden is in 2009 van start gegaan. In 2010 zal er een keuze gemaakt worden welke trend/ontwikkeling opgepakt zal worden zodat wij als Dierenbescherming hierop tijdig kunnen inspelen.
7.9 Gemeentelijke lobby Een beleidsmedewerker ondersteunt afdelingen bij de gemeentelijke lobby. Ook andere beleidsmedewerkers informeren, adviseren en werken samen met afdelingen met betrekking tot uiteenlopende zaken (o.a. inzake standpunten, recente ontwikkelingen en suggesties voor aanpak). Ook spelen zij een ondersteunende rol bij de voorbereiding van koersdebatten. Daarnaast worden medewerkers ingeschakeld bij de training van afdelingsmedewerkers en –vrijwilligers, denk aan de opleiding voor afdelingsinspecteurs.
7.10 Standpunten en beleid Mede ten behoeve van informatie en advies aan de afdelingen houdt de groep Beleid, Dier en Maatschappij van het Verenigingsbureau de kennis op peil over dieren uit alle diergroepen, hun omstandigheden en het gebruik door mensen. We formuleren onderbouwde standpunten en beleid voor de hele vereniging, zodat we als Dierenbescherming één krachtig geluid kunnen laten horen. De sectie Bibliotheek, Documentatie en Archief houdt beeld- en geschreven materiaal overzichtelijk en toegankelijk voor Verenigingsbureau én afdelingen. Om de toegankelijkheid te vergroten is in 2008 een professionele digitalisering gestart, die in 2009 werd voortgezet.
57
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
8. Sociaal
jaarverslag
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
8.3 Bestuursmodel en management Eind 2006 is het besturingsmodel van de landelijke Vereniging ingrijpend gewijzigd in een Raad van Toezicht Model. De Algemene Vergadering stelt een bestuurder aan. Per 1 juni 2007 is de heer F.C. (Frank) Dales aangesteld als bestuurder en algemeen directeur. Deze situatie is in het verslagjaar onveranderd gebleven.
8.4 Personeelsbeleid In deze paragraaf doen wij verslag van de belangrijkste resultaten van het personeelsbeleid.
8.4.1 Functiewaardering gezondheidszorg (FWG)
8.1 Algemeen Het Verenigingsbureau (VB) van de Dierenbescherming en de stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) worden in dit sociaal jaarverslag aangehaald als ‘de Dierenbescherming’. De organisaties voeren een gezamenlijk personeelsbeleid. De overige (gelieerde) organisaties binnen de Dierenbescherming voeren allen een eigen personeelsbeleid.
8.2 Medezeggenschap Er is sprake van een Gemeenschappelijke Ondernemingsraad. Deze wordt gevormd door drie leden van het Verenigingsbureau en twee van de stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming. Als voorzitter treedt mevrouw Y.W.M. (Yvon) Snelder op. In 2009 is een groot aantal regelingen en voorstellen aan de ondernemingsraad voorgelegd.
In 2009 is er een voorlichtingsbijeenkomst voor het personeel geweest. Vervolgens heeft er een consistentieonderzoek plaatsgevonden, dit heeft betrekking op het ordenen van het functiegebouw.
8.4.2 Personeelshandboek In 2009 is er een personeelshandboek samengesteld en uitgereikt aan het personeel om duidelijkheid te verschaffen over het gevoerde personeelsbeleid.
8.4.3 Introductieprogramma In 2009 is er een introductieprogramma samengesteld. Dit introductieprogramma heeft als doel om op effectieve wijze iedere nieuwe medewerker de weg te wijzen in de complexiteit van de organisatie.
8.4.4 Thuiswerkbeleid In 2009 is een werkgroep Thuiswerken gevormd met medewerkers vanuit LID en VB en een afgevaardigde vanuit de Ondernemingsraad. Door het opstellen van het document Thuiswerkbeleid wordt duidelijkheid en helderheid aan het personeel geboden over wie, wanneer en onder welke condities mag thuiswerken.
8.4.5 Scholingsplan Jaarlijks wordt aandacht besteed aan een aantal opleidingen waarvoor een wettelijke grondslag bestaat, zoals bedrijfshulpverlening of de cursus Buitengewoon Opsporingsambtenaar.
58
59
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
In 2009 is een start gemaakt met projectmatig werken. Daartoe is een meerjarig ‘professionaliseringsprogramma’ projectmatig werken gestart. Dit programma is gestart met de introductie van een eenduidige werkwijze: Projectmatig creëren 2.0.
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
steund in hun (integraal) management. Bij integraal management gaat het erom dat de verantwoordelijkheid voor medewerkers primair is neergelegd bij de eigen leidinggevende en niet bij een stafdienst die op afstand staat. Deze werkwijze sluit ook aan bij onze visie om bevoegdheden in de organisatie decentraal te regelen en centraal te ondersteunen.
o p l e i d i ng s ac t i v i t e i t e n
Alle actieve teamleden hebben in 2009 hun (verplichte) herhalingscursussen gevolgd. Alle actieve teamleden hebben in 2009 deelgenomen aan een training AED-bedienaar (i.s.m. andere huurders van onze kantoorlocatie). Een (nieuw) teamlid werd in 2009 aangemeld voor de cursus BHV, de cursus EHBO (Oranje Kruis) en de cursus AED-bedienaar. De kantoorlocatie Hilversum had een team van twee personen De cursussen voor het behoud van de BOA-akte hebben het gehele jaar plaatsgevonden. In 2009 heeft een aantal activiteiten plaatsgevonden om de werkwijze van Projectmatig creëren 2.0 daadwerkelijk te verankeren in de organisatie. – 37 medewerkers en managers hebben een training communicatiestijlen gevolgd (eenduidige taal). – 10 medewerkers zijn opgeleid tot het niveau van projectmedewerker. – 30 medewerkers zijn opgeleid tot het niveau van projectleider. – 12 medewerkers zijn opgeleid tot het niveau van senior projectleider. – 7 managers zijn opgeleid op het niveau van (gedelegeerd) opdrachtgever. Voorts vond vanaf medio 2009 een tweewekelijks projectenspreekuur voor deelnemers aan en opdrachtgevers voor projecten plaats. In dit spreekuur werd advies gegeven op basis van reeds lopende en nieuwe projecten.
8.4.8 Arbeidsvoorwaarden In 2009 is bedrijfskleding ingevoerd met als doel dat deze wordt gedragen tijdens de uitoefening van de functie van districtsinspecteur.
8.5 Organisatie landelijke Vereniging en LID 8.5.1 Arbeidsomstandigheden In 2009 is de werkgroep Risico-Inventarisatie en –Evaluatie (RI&E) bij elkaar geweest om een plan van aanpak te maken op het gebied van psychosociale arbeidsomstandigheden binnen de LID en het VB. Plan van aanpak is opgesteld en ter instemming doorgestuurd aan de Ondernemingsraad. In het plan van aanpak wordt een tijdpad opgenomen dat aangeeft welke acties (arbeidsmiddelen) wanneer dienen te worden geregeld. De RI&E arbeidsmiddelen biedt inzicht in de risico’s waar medewerkers aan blootstaan bij het gebruik van arbeidsmiddelen. Dit maakt het mogelijk maatregelen te treffen om risico’s tot een minimum terug te dringen of op te heffen.
In het laatste kwartaal van 2009 werd een programmateam geformeerd, bestaande uit de programmamanager, een personeelsadviseur, een communicatieadviseur (interne communicatie) en een consultant/trainer van Phaos. Dit team werkt(e) aan verdere implementatie van Projectmatig creëren 2.0 binnen de Dierenbescherming
8.4.6 Richtlijn exitinterviews In 2009 zijn richtlijnen voor exitinterviews opgesteld. Voor de organisatie is het belangrijk te weten waarom medewerkers weggaan. In een exitgesprek kan de vertrekkende medewerker zijn of haar vertrek toelichten. Met de informatie die hierbij verkregen wordt kunnen eventueel verbeteringen worden doorgevoerd en kan daardoor in de toekomst wellicht onnodig verloop worden voorkomen.
8.4.7 SDB*HRM-systeem In 2009 is software voor E-HRM geïmplementeerd. Gekozen is voor SDB*HRM, omdat dit een op een gekoppeld kon worden aan de loonadministratie van de organisatie (op basis van SDB*Salaris). In 2009 is het systeem, dat geheel werkt op basis van internettechnologie, geconfigureerd voor gebruik binnen de stafgroep Personeel & Organisatie. Voorbereidingen zijn getroffen om in 2010 te starten met verdere uitrol van het systeem naar de managers en teamleiders van verschillende organisatieonderdelen. Daarmee worden zij onder-
60
61
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
In 2009 werd een aantal keer het ontruimingsalarm geactiveerd als gevolg van werkzaamheden in het pand. In alle gevallen werd onmiddellijk tot ontruiming van het pand overgegaan. De ontruimingen verliepen snel en rustig. Het BHV-team heeft in alle gevallen conform de richtlijnen opgetreden. Iedere inzet werd geëvalueerd, teneinde een volgende inzet (nog) effectiever en efficiënter te kunnen laten verlopen.
k a ntoo r l oc ati e hi lv e r s u m
Samenstelling – 2 teamleden BHV Opleiding Alle actieve teamleden hebben in 2009 hun (verplichte) herhalingscursussen gevolgd. Een training AED-bedienaar is uitgesteld (2010). Incidenten Ongevallen: 0 Brand: 0 Ontruiming: 0 Ontruimingsoefeningen: 0 8.5.2 Geweld Ook in 2009 werden inspecteurs van de Dierenbescherming met enige regelmaat geconfronteerd met geweld of bedreiging met geweld. De LID investeert in medewerkers door het periodiek aanbieden Integrale Beroepsvaardigheden Trainingen. Inspecteurs zijn verplicht deze trainingen te volgen.
8.5.3 Bedrijfshulpverlening (BHV) Het BHV-team bestond in januari 2009 uit twee teams van respectievelijk vier personen en twee personen.
k a ntoo r l oc ati e D e n H a ag
Samenstelling – 1 hoofd BHV – 3 teamleden BHV Twee leden van het team van de kantoorlocatie Den Haag zijn in 2009 afgetreden. Het hoofd BHV heeft – na een periode van 10 jaar – zijn functie ter beschikking gesteld per 31 december 2009. In november 2009 is daarom een wervingscampagne gestart. Een teamlid werd reeds in 2009 aangesteld als BHV’er
8.5.4 Ziekteverzuim Het ziekteverzuim in 2009 Met zwangerschap: – Verenigingsbureau 4,69% – LID 10,52% – Gewogen gemiddelde 6,45% Zonder zwangerschap: – Verenigingsbureau 3,37% – LID 0,04% – Gewogen gemiddelde 5,38% Tweemaandelijks voert P&O met betrokken managers en de bedrijfsarts van de Arbodienst een Sociaal Medisch Teamoverleg. In dit overleg wordt besproken hoe langdurig zieke medewerkers kunnen worden begeleid naar herstel. Ook wordt besproken hoe het ziekteverzuim in het algemeen kan worden teruggedrongen.
8.5.5 Bedrijfsopvang Incidenten Ongevallen: 0 Brand: 0 Ontruiming: 7 Ontruimingsoefeningen: 0
62
In 2009 is geworven voor een coördinator en medewerker Bedrijfsopvangteam. Het team bestaat uit een coördinator, drie medewerkers van de LID en een medewerker van het VB. Doel van bedrijfsopvang is dat professionele hulp aan de medewerker wordt geboden bij een traumatische/emotionele ervaring.
63
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
V e r e ni g ing s b u r e au
L e e ftijd s opbo u w
ProDier
4,81
Directie en Directiestaf
6,80
Personeel en Organisatie
2,94
Financiën en Control
14,16
Beleid, Dier en Maatschappij
11,40
Communicatie en Fondsenwerving
17,13
Asielen en Afdelingen
16,48
Totaal
73,72
l a nd e l ijk e in s p e cti e di e n s t di e r e nb e s ch e r ming
Staf
tot 25 tot 35 tot 45 tot 55 > 55
1,63% 29,27% 32,52% 26,02% 10,57%
O pbo u w di e n s tj a r e n
Minder dan 1 jaar 25% Tot 5 jaar 41% Tot 10 jaar 19% Tot 15 jaar 6% Tot 20 jaar 6% Tot 25 jaar 2% Tot 30 jaar 1%
4,81
Inspectie
14,94
Intake & Service
10,21
Totaal
29,96
8.6 Bezetting Verenigingsbureau en LID per 31/12/2009 O p l e iding s ni v e au
VMBO MBO HBO WO
2% 20% 50% 28%
M a nn e n / v ro u w e n
Mannen Vrouwen
37% 63%
V e r d e l ing pa r ttim e / f u l ltim e
Parttime Fulltime
32% 68%
J u bi l e a
5 jaar 01-10-2009 C.W. Ripmeester 12,5 jaar 22-05-2009 L.J. de groot 01-07-2009 K. Bloeme 01-07-2009 E. Webers
64
65
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
9. Verkorte
financiële verantwoording
31–12–2009
31–12–2008
PASSIVA Reserves en fondsen Reserves
Continuïteitsreserve Bestemmingsreserves
21.056 42.432 --------------- 63.488
16.648 43.694 ---------------
60.342
Fondsen
Bestemmingsfondsen
9.1 Balans (Per 31 december 2009 x E 1.000)
31–12–2008
31–12–2009
9.382 -------------- 72.870
10.919 --------------71.261
Voorzieningen
1.506
1.118
Langlopende schulden
2.500
1.824
Kortlopende schulden en overlopende passiva
7.673
7.466
---------------
---------------
84.549
81.669
ACTIVA Materiële vaste activa Bedrijfsmiddelen Financiële vaste activa Leningen in kader van doelstelling Beleggingen Voorraden Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen TOTAAL ACTIVA
66
19.616
15.877
149
174
23.061
20.428
183
183
15.614
12.634
25.926 --------------- 84.549
32.373 --------------81.669
67
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
9.2 Staat van baten en lasten
Kasstroomoverzicht
(Per 31 december 2009 x E 1.000)
(Per 31 december 2009 x E 1.000)
Realisatie
2009
Begroting Realisatie 2009
2008
BATEN Baten uit eigen fondsenwerving Baten uit acties derden Vergoeding wettelijke taken Baten uit beleggingen Opbrengsten uit DA en DOC’s Overige baten Totale Baten
22.607 2.076 5.273 2.422 5.580 1.482 --------------- 39.440
16.316 2.013 5.364 967 5.848 575 --------------- 31.083
21.861 2.573 5.301 –2.835 5.800 115 --------------32.815
LASTEN Besteed aan doelstellingen Dierennoodhulp Toezicht dierenwelzijn Maatschappelijke beïnvloeding Beïnvloeding overheidsbeleid
17.083 3.138 5.580 866 --------------- 26.667
14.993 4.302 5.210 846 --------------- 25.351
14.898 3.753 5.534 828 -------------25.013
2009
2008
Operationele activiteiten Exploitatieresultaat
1.551
–1.519
Aanpassingen: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen - schattingswijzigingen
760 2.287 388 7
5.241 1.319 –164 270
- ongerealiseerde koersresultaten - desinvesteringen materiële vaste activa
–2.028 106
3.816 7
Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - vorderingen - beleggingen (exclusief ongerealiseerde koersres.) - kortlopende schulden
–3.378 –2.980 –605 207 -------------–1.067
2.360 –39 111 2.534 –246 -------------6.082
–6.081 25 --------------–6.056
–2.729 1.029 --------------–1.693
676
–768
–6.447 ---------------
3.621 ---------------
A. Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Investeringsactiviteiten
Werving baten Kosten eigen fondsenwerving Kosten acties derden Kosten van beleggingen
3.573 21 69 --------------- 3.663
3.750 5 79 --------------- 3.834
2.450 89 35 --------------2.574
Beheer en administratie Kosten beheer en administratie Totale lasten Resultaat
7.559 --------------- 37.889 --------------- 1.551
7.673 --------------- 36.858 --------------- –5.775
6.747 --------------34.334 --------------–1.519
Resultaatbestemming Toevoeging/onttrekking aan: 4.441 Continuïteitsreserve –1.353 Bestemmingsreserves Bestemmingsfondsen –1.537 --------------- 1.551
–944 –2.938 –1.893 --------------- –5.775
–3.871 2.408 –56 --------------–1.519
Investeringen materiële vaste activa Mutatie financiële vaste activa B. Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Financieringsactiviteiten C. Mutatie langlopende schulden MUTATIE LIQUIDE MIDDELEN (A, B EN C)
Liquide middelen
Rekeningen-courant Kortlopend deposito Kas Totaal liquide middelen
68
31-12-2009
31-12-2008
Mutatie 2009
Mutatie 2008
22.669 3.155 102 --------------25.926
19.274 12.994 105 --------------32.373
3.395 –9.839 –3 --------------–6.447
–2.370 5.999 –8 --------------3.621
69
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Bijlage 1:
Klachtenafhandeling
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Het besluit dat in 2009 is genomen, inhoudende dat de beantwoording van uitingen die geen klacht zijn, niet bij de klachtenbehandelaar ligt, is om interne redenen in 2009 niet geëffectueerd. Wel is in 2009 de aanzet gemaakt voor invoering van herziene klachtenprocedure waarin voorgaande helder naar voren komt. Effectuering van het besluit wordt doorgeschoven naar 2010.
In 2009 heeft de klachtenbehandelaar 355 brieven ontvangen, vijf daarvan waren anoniem. In de overige 350 brieven, geschreven door 329 personen, waren 378 uitingen opgenomen die een reactie behoefden. Van de 350 brieven bleken drie niet te beantwoorden, daar adresgegevens in enigerlei vorm ontbraken. Van de behandelde brieven bleken geheel buiten de procedure te vallen: – 23% = 82 uitingen die niet (een onderdeel van) de Dierenbescherming betroffen maar een geheel zelfstandige organisatie; – 2% = 7 meldingen van verstoord dierenwelzijn; – 5% = 16 publieksvragen, verzoeken en/of opmerkingen; – 12% = 43 meningen van particulieren over De Dierenbescherming; – 0,6% = 2 meningen van vrijwilligers over de afdeling waar zij vrijwilliger zijn; – 6% = 20 uitingen waarover door hun aard geen uitspraak gedaan kan worden, maar die diep gaander onderzoek vereisen. Daar elf van de twintig uitingen – alle van andere schrijvers – hetzelfde asiel betroffen (dit al dan niet in relatie tot de afdeling waaraan dit asiel gelieerd is), heeft de klachtenbehandelaar voorgesteld deze uitingen als eerste diepgaand te onderzoeken. Onder behandeling door een regionaal opererende klachtencommissie, conform de klachten procedure, viel de beantwoording van negen uitingen (vijf waren voor een afdelingsklachten commissie en vier voor een regioklachtencommissie). Onder behandeling door de klachtenbehandelaar, conform de klachtenprocedure, viel derhalve de beantwoording van 191 uitingen. Hierover is een uitspraak gedaan, te weten: gegrond verklaard 46 procent, ongegrond 36 procent en 18 procent niet ontvankelijk. Klachten werden niet ontvankelijk verklaard als de klager ondanks verzoek de klacht niet genoeglijk toelichtte (18), de klacht een buitengewoon opsporingsambtenaar betrof (1), de klager geen belanghebbende is bij afhandeling van de klacht – bijvoorbeeld de klager klaagt over iets wat niet hem, maar zijn buren is overkomen – (12), een opsporingsverzoek of vervolging loopt met betrekking tot de klacht (3) en/of de klacht een aangelegenheid betreft die langer dan een jaar geleden heeft plaatsgevonden (8).
70
71
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
72
Dierenbescherming | jaarverslag 2009
Bijlage 2:
Bijlage 3:
Jaarverslag Ondernemingraad
Jaarverslag Commissie van Beroep
In het jaar 2009 zijn met bestuurder in 2008 gemaakte afspraken verder uitontwikkeld en aangescherpt: – De activiteiten ten aanzien van de ‘Risico Inventarisatie & Evaluatie’ (RI&E) zijn afgerond, er is nu een rapport. Daar de input van de ARBO-dienst tegenviel, is veel van het werk gedaan door de werkgroep RI&E, waarin onder anderen de secretaris van de OR deelnam. – Het traject ‘Functie Waardering Gezondheidszorg’ (FWG3.0, voortkomende verplichting uit de door de DB gevolgde CAO) is met vliegende vaart gestart. Helaas bleek dit eind 2009 de kwaliteit van met name functiebeschrijvingen niet ten goede te zijn komen. Aangezien kwaliteit voor snelheid gaat, worden de functiebeschrijvingen opnieuw gemaakt. – De vele losse regelingen binnen de organisatie zijn in 2009 gebundeld in een Personeels handboek. De inhaalslag om te zorgen voor een update van diverse regelingen is verder doorgevoerd. Ook zijn leemten opgevuld. – Daar er onenigheid was binnen de CAO-partners over diverse paragrafen in de nieuwe CAO Ziekenhuizen 2009 - 2010, is in 2009 geen update van de Personeelsgids geweest. Verwachting is dat dit begin 2010 zal gebeuren. – Naar aanleiding van de Risico Inventarisatie & Evaluatie en andere pijnpunten die werden ervaren in de samenwerking met de ARBO-dienst is besloten de samenwerking op te zeggen. In het traject om tot een keuze te komen van een nieuwe ARBO-dienst is de OR nauw betrokken.
Dit jaarverslag vloeit voort uit artikel 13, vijfde lid, van het Reglement klachtenprocedure Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren en wordt jaarlijks voor 1 april aan het bestuur van de NVBD overhandigd. algemeen
De Commissie van Beroep had in 2009 de volgende samenstelling: – De heer ing L. Bomhof – Mevrouw mr P. Volker – Mevrouw mr F. van de Poel – Mevrouw dr M.J. Enders - Slegers – Mevrouw mr Y. Rosina Het Verenigingbureau, in persoon van mevrouw ir Y. Snelder en de heer mr N. Heijstek als plaatsvervanger van mevrouw Snelder, heeft gedurende 2009 de Commissie van Beroep secretarieel ondersteund. b e h a nd e l d e b e ro e p s z a k e n
In 2009 is geen klager in beroep gegaan. Wel is het beroep afgehandeld dat eind 2008 was binnengekomen. De adviezen die de Afdelingsklachtencommissie aan de desbetreffende afdeling heeft gegeven, zijn overgenomen. De Commissie heeft besloten de invoering van de adviezen te monitoren en wordt hiertoe periodiek door de afdeling op de hoogte gesteld.
73