—1 Dierenbescherming Huishoudelijk Reglement Afdeling
Begripsbepalingen Artikel 1 1.1. In dit reglement wordt verstaan onder: a.
Dierenbescherming: Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, gevestigd te Den Haag;
b.
Afdeling:
Dierenbescherming
Afdeling
Noord-Holland
Noord, gevestigd te Alkmaar; c.
Bestuur: bestuur van de afdeling;
d.
Algemene ledenvergadering: algemene ledenvergadering van de afdeling;
e.
statuten: statuten van de afdeling, laatstelijk gewijzigd bij akte van statutenwijziging van 28-04-2010.
f.
Manager: manager van de afdeling
1.2. In afwachting van de invoering van modelstatuten voor gelieerde organisaties, vastgesteld door de algemene vergadering van de Dierenbescherming wordt, in afwijking van artikel 1, onderdeel c, van de statuten, onder ‘gelieerde organisatie’ verstaan: een rechtspersoon behorend tot de consolidatiekring van de Dierenbescherming, waarvan op grond van zijn statuten de Dierenbescherming of een afdeling daarvan ten minste een gewone meerderheid van het bestuur kan bepalen door middel van benoeming, ontslag of anderszins. Voor het overige gelden de
2010.000172.01/BB/rs
*2010.000172.01*
2— definities in artikel 1 van de statuten. 1.3. Overal waar in dit reglement bij de aanduiding van personen de mannelijke vorm gebruikt wordt, worden daarmee zonder onderscheid zowel vrouwen als mannen bedoeld. 1.4
Voor zover een persoon ten tijde van de inwerkingtreding van dit reglement op grond van een bestaande arbeidsovereenkomst wordt omschreven als “directeur” wordt met “manager” tevens bedoeld “directeur”.
Handelsnaam Artikel 2 De afdeling presenteert zich in externe uitingen onder haar statutaire naam, genoemd in artikel 2.1. van de statuten en/of onder haar verkorte handelsna(a)m(en), zoals deze blijkt uit de kamer van koophandel. Bij de handelsnaam dient artikel 2.2. van de statuten in acht genomen te worden. Werkgebied Artikel 3 Het werkgebied van de afdeling omvat het grondgebied van de volgende gemeenten: Alkmaar, Beemster, Bergen, Beverwijk, Castricum, Den Helder, Drechterland, Edam-Volendam, Enkhuizen, Graft-de Rijp, Harenkarspel, Heemskerk, Heerhugowaard, Heiloo, Hoorn, Koggenland, Landsmeer, Langedijk, Medemblik, Oostzaan, Opmeer, Purmerend, Schagen, Schermer, Stede Broec, Texel, Uitgeest, Velsen, Waterland, Wieringermeer, Wormerland, Zaanstad, Zeevang, Zijpe.
—3
Leden Artikel 4 4.1. De afdeling onderscheidt de volgende categorieën leden:
4.2.
a.
gewone leden;
b.
leden van verdienste;
c.
jeugdleden;
d.
ereleden.
Gewone leden en jeugdleden zijn leden die zich daartoe bij de centrale ledenadministratie van de Dierenbescherming overeenkomstig haar statuten en huishoudelijk reglement hebben aangemeld en als gewoon lid respectievelijk jeugdlid zijn toegelaten. Indien de aanvraag een minderjarige betreft, dient (dienen) zijn wettelijke vertegenwoordiger(s) het aanvraagformulier namens de minderjarige te ondertekenen, dan wel ten blijke van toestemming mede te ondertekenen.
4.3. Leden van verdienste zijn de personen die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt jegens de afdeling en op grond daarvan als zodanig op voordracht van het bestuur door de algemene ledenvergadering worden benoemd met een meerderheid van ten minste drie/vierde van het aantal uitgebrachte stemmen. 4.4. Jeugdleden zijn minderjarige natuurlijke personen die overeenkomstig lid 2 van dit artikel als zodanig zijn toegelaten. 4.5. Leden van verdienste zijn vrijgesteld van de verplichting contributie te betalen.
Artikel 5 Alle leden van de afdeling hebben de hierna te noemen rechten en verplichtingen:
4— a. recht op toegang tot, spreekrecht en stemrecht tijdens de algemene ledenvergaderingen; jeugdleden hebben evenwel geen stemrecht; b. Indien de afdeling een tijdschrift uitgeeft hebben alle leden van de afdeling recht op ontvangst hiervan; c. de verplichting om aan de centrale ledenadministratie van de Dierenbescherming door te geven of zij per e-mail bereikbaar wensen te zijn; d. de verplichting om wijzigingen in de persoonlijke gegevens onverwijld door te geven aan de centrale ledenadministratie van de Dierenbescherming; e. de verplichting tot het tijdig betalen van de contributie; f.
de verplichting tot het naleven van de statuten en de reglementen van de afdeling en van de Dierenbescherming, alsmede van de besluiten van de organen van de afdeling en de Dierenbescherming.
Donateurs Artikel 6 6.1.
Aanmelding als donateur geschiedt schriftelijk bij de secretaris van het bestuur.
6.2.
Het bestuur draagt zorg voor het bijhouden van een register
waarin de na-men en adressen van de donateurs worden ingeschreven. 6.3. De donateurs dragen er zorg voor dat hun adressen en wijzigingen daarvan bekend zijn bij het bestuur.
—5
Bestuur, kandidaatstelling Artikel 7 7.1.
De kandidaatstelling voor een lid van het bestuur geschiedt als volgt: a. ofwel door het bestuur bij wijze van vermelding van de naam en het curriculum vitae van de kandidaat in de oproeping tot de algemene ledenvergadering zoals bedoeld in artikel 9 lid 2 van de statuten; b. ofwel door ten minste vijftig gezamenlijk handelende leden van de afdeling, die ten minste vijf dagen voor de aanvang van de algemene ledenvergadering, waarin een bestuursvacature zal worden vervuld, bij de secretaris van het bestuur een door hen ondertekende opgave van de naam en het curriculum vitae van de kandidaat indienen.
7.2
Het bestuur toetst of een kandidaat voldoet aan het functieprofiel voor bestuursleden zoals gehecht aan dit reglement. Indien een kandidaat niet voldoet aan het functieprofiel wordt hiervan schriftelijk, onder opgave van redenen, mededeling gedaan aan de voordragende leden. Tegen dit besluit van het bestuur staat geen beroep open.
7.3.
Voor de aanvang van de in lid 1 van dit artikel onder b bedoelde vergadering maakt de secretaris van het bestuur de naam van de kandidaat en de namen van de leden, die de kandidaat hebben gesteld, bekend door aankondiging op een voor ieder zichtbare plaats in het lokaal waar de vergadering wordt gehouden.
7.4.
Indien vijf dagen voor de aanvang van een algemene ledenvergadering voor een vacature slechts één kandidaat is gesteld, geldt deze als benoemd tenzij één of meer van de stemgerech-
6— tigde leden hiertegen bezwaar maakt. Dan vindt alsnog een stemming over de persoon plaats. Indien alsdan voor een vacature geen kandidaat is gesteld, is de algemene ledenvergadering geheel vrij in haar beslissing, met dien verstande dat de eisen van lid 2 van dit artikel dienen te worden nageleefd. Benoeming van deze kandidaat dient in een volgende algemene ledenvergadering plaats te vinden. Declaratie Artikel 8 8.1. De leden van het bestuur zijn gerechtigd in verband met werkzaamheden voor de afdeling gemaakte reis-, verblijfs- en andere kosten te declareren bij de penningmeester. 8.2. Daartoe dient een declaratieformulier te worden ingeleverd waarbij de originele nota's en betalingsbewijzen van de desbetreffende kosten worden gevoegd. 8.3. Het declaratieformulier dient binnen een door het bestuur van de afdeling te bepalen termijn te worden ingediend. Niet-tijdig ingediende declaraties worden niet in behandeling genomen. 8.4. Het declaratieformulier is ondertekend “voor akkoord” door het verantwoordelijke bestuurslid dat hiertoe door het bestuur bevoegd is gesteld. 8.5. De in het voorgaande lid genoemde kosten worden vergoed rekening houdend met de fiscale wetgeving; voor zover kosten niet belasting- en premievrij vergoed kunnen worden, komen de fiscale lasten ten laste van de indiener van de declaratie.
—7
Kostenvergoeding Artikel 9 9.1. Het bestuur vergoedt de leden van het bestuur de daadwerkelijk gemaakte kosten indien en voor zover zij ter uitsluitende beoordeling van het bestuur gemaakt zijn in verband met een goede vervulling van taken. 9.2. Het bestuur vergoedt de gedeclareerde kosten in de regel binnen één maand na afloop van de maand waarin de kosten zijn gedeclareerd. Betaling zal plaatsvinden door overmaking op het bank- of girorekeningnummer zoals dat bekend is bij het bestuur. Op de declaratie dient, naast de datum, ook inzichtelijk te worden gemaakt waarvan en/of voor wie de kosten zijn gemaakt. 9.3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kan het bestuur naar eigen inzicht kosten vergoeden welke naar hun aard niet door middel van nota's en betalingsbewijzen kunnen worden onderbouwd, doch overigens naar het oordeel van het bestuur gemaakt zijn in verband met een behoorlijke vervulling van de taken en welke niet uit een vaste kostenvergoeding bestreden worden. Declarabele kostensoorten Artikel 10 10.1. De volgende kostensoorten komen voor vergoeding in aanmerking: -
daadwerkelijk gemaakte reiskosten op basis van: *
verreden kilometers tegen de door belastingdienst geautoriseerde vergoeding;
*
kosten openbaar vervoer (2e klas).
8— -
overige kosten, voor zover het bestuur daarvoor nadere regels en maxima heeft vastgesteld.
10.2. Vergoedingen van declaraties en kostenvergoedingen met betrekking tot de manager en andere personen die een arbeidsovereenkomst hebben gesloten met de afdeling worden geregeld in de desbetreffende arbeidsovereenkomsten. 10.3. Vergoedingen van declaraties en kostenvergoedingen met betrekking tot vrijwilligers worden geregeld in de desbetreffende vrijwilligersovereenkomsten. Het beroepsorgaan Artikel 11 11.1. De samenstelling en overige regelgeving betreffende het beroepsorgaan wordt geregeld in de landelijke statuten en/of reglementen van de Dierenbescherming. 11.2. Het beroepsorgaan beslist in hoogste ressort naar billijkheid in alle gevallen, waarin uit hoofde van de statuten zijn beslissing wordt gevraagd. Zijn beslissing is bindend. 11.3. Het beroepsorgaan heeft voorts tot taak te bemiddelen in geschillen ontstaan binnen de afdeling tussen organen van de afdeling, alsmede tussen leden, donateurs en organen van de afdeling. Het beroepsorgaan is niet bevoegd in geschillen die ten dele of geheel arbeidsrechtelijk van aard zijn. 11.4. De leden, jeugdleden, organen, werknemers en vrijwilligers van de afdeling en van de (consolidatiekring van de) Dierenbescherming verlenen het beroepsorgaan des verzocht alle medewerking die zij voor de uitoefening van haar taak verlangt. 11.5. Een beroep als bedoeld in artikel 6 lid 5, artikel 11 lid 2, artikel 31
—9
en artikel 32 lid 1 van de statuten wordt ingesteld bij gemotiveerd beroepschrift dat is ondertekend door al degenen die het beroep instellen. 11.6. Het beroepschrift dient aangetekend te worden verzonden aan de secretaris van het bestuur. Deze zendt onverwijld drie afschriften van het beroepschrift aan de secretaris van het beroepsorgaan, alsmede een afschrift aan het orgaan dat de beslissing heeft genomen waartegen het beroep is gericht. 11.7. Dit orgaan is bevoegd binnen een door het beroepsorgaan te bepalen termijn een verweerschrift aan het beroepsorgaan in te zenden. De secretaris van het beroepsorgaan zendt onverwijld een afschrift van dit verweerschrift aan degene die het beroep heeft ingesteld. 11.8. Hangende de behandeling van het beroep kan het besluit waartegen het beroep is gericht, op verzoek van de appellant door de voorzitter van het beroepsorgaan of diens plaatsvervanger geheel of gedeeltelijk worden geschorst, op grond dat de uitvoering van het besluit voor hem onevenredig nadeel met zich zou brengen in verhouding tot het door een onmiddellijke uitvoering van het besluit te dienen belang. 11.9. Zowel degene die, of het orgaan dat, de zaak aanhangig heeft gemaakt als het orgaan dat de bestreden beslissing heeft genomen dan wel degene die, of het orgaan dat, rechtstreeks bij de zaak betrokken is, kunnen verlangen door het beroepsorgaan te worden gehoord. 11.10. Het beroepsorgaan beslist zo spoedig mogelijk en doet de beslissing schriftelijk met opgave van redenen toekomen aan degene die het beroep heeft ingesteld, aan het orgaan dat de beslissing heeft genomen waartegen het beroep is gericht en, in voorko-
10 — mend geval, aan degene die, of het orgaan dat, rechtstreeks bij de zaak betrokken is. Commissies en adviseurs Artikel 12 12.1. De leden van de ingevolge artikel 17 lid 4 van de statuten in te stellen commissies en/of werkgroepen worden benoemd voor een bepaalde tijd, zijn onbeperkt, doch steeds voor een bepaalde tijd, herbenoembaar en kunnen te allen tijde door het bestuur van hun functie ontheven worden. 12.2. De in het vorige lid bedoelde commissies en werkgroepen leggen ten minste eens per jaar verantwoording af aan het bestuur over de sinds hun instelling, aanstelling dan wel hun vorige verantwoording verrichte werkzaamheden. 12.3. In het aan de algemene ledenvergadering uit te brengen jaarverslag van de secretaris wordt in het kort melding gemaakt van alle commissies en werkgroepen die gedurende het verslagjaar in functie waren, alsmede van hun werkzaamheden. 12.4. De leden van het bestuur hebben toegang tot de vergaderingen van alle in het eerste lid bedoelde commissies en werkgroepen. Zij hebben in die vergaderingen een adviserende stem. 12.5. De samenstelling van de commissies en werkgroepen wordt door de secretaris aan het begin van het boekjaar openbaar gemaakt.
— 11
Accountant Artikel 13 13.1 Door de algemene ledenvergadering van de Dierenbescherming kan een accountant worden benoemd. Deze accountant onderzoekt de jaarrekening van de afdeling en brengt van zijn bevindingen verslag uit aan het bestuur. 13.2 Het bestuur is verplicht deze accountant alle gewenste inlichtingen te ver schaffen, de kas- en/of bank- en/of girorekeningen te laten controleren en inzage in alle boeken en bescheiden te verlenen.
Overtredingen, disciplinaire straffen en maatregelen Overtredingen Artikel 14 Disciplinaire straffen kunnen aan een lid opgelegd worden wegens: a. b.
overtreding van enige wettelijke verbodsbepaling; overtreding van enige bepaling van de statuten of enig reglement van de afdeling of van de Dierenbescherming;
c.
een gedraging in strijd met een besluit van de algemene ledenvergadering;
d.
opzettelijke benadeling van de afdeling of de Dierenbescherming;
e.
gedragingen waardoor de orde in de afdeling wordt aangetast danwel haar goede naam in opspraak wordt gebracht.
12 — Disciplinaire straffen Artikel 15 15.1. De disciplinaire straffen die het bestuur kan opleggen zijn: a.
berisping;
b.
verhaal van kosten;
c.
het opleggen van boeten, zulks met een maximum van € 1.000,—;
e.
opzegging van lidmaatschap afdeling, als bedoeld in artikel 6 lid 1 sub c van de statuten;
f.
ontzetting uit lidmaatschap afdeling, als bedoeld in artikel 6 lid 1 sub d van de statuten.
15.2. Het bestuur is bevoegd om disciplinaire straffen openbaar te maken, al dan niet met de vermelding van de naam van betrokkene. Waarborgen Artikel 16 16.1. Oplegging van enige disciplinaire straf of maatregel vindt niet plaats dan na het horen door het bestuur, althans behoorlijke oproeping daartoe, van de betrokkene, die zich desgewenst door een vertegenwoordiger kan doen bijstaan. 16.2. De secretaris van het bestuur stelt de betrokkene schriftelijk van de opgelegde disciplinaire straf of maatregel in kennis onder mededeling dat hij tegen dat besluit beroep kan instellen bij het beroepsorgaan, alsmede van de termijn waarbinnen dit beroep moet worden ingesteld. 16.3. De betrokkene kan tegen een besluit waarbij enige disciplinaire straf of maatregel is opgelegd binnen een termijn van twintig da-
— 13
gen beroep instellen bij het beroepsorgaan. 16.4. Voor het geval het beroepsorgaan het beroep geheel of gedeeltelijk gegrond verklaart, treedt de door het beroepsorgaan gegeven beslissing in de plaats van het door het bestuur genomen besluit. 16.5. Indien de betrokkene tegen het besluit waarbij enige disciplinaire straf of maatregel is opgelegd tijdig in beroep komt bij het beroepsorgaan wordt de disciplinaire straf of maatregel opgeschort, tenzij het beroepsorgaan anders beslist. Publiciteit Artikel 17 17.1. Het bestuur draagt zorg voor bekendmaking van de statuten en alle reglementen op de website van haar afdeling. 17.2. Kennisgevingen van het bestuur of van de algemene ledenvergadering dienen op een deugdelijke, voor de belanghebbenden kenbare wijze te worden bekendgemaakt, waaronder mede begrepen bekendmaking via de website van de afdeling of via een andere voor belanghebbenden toegankelijke informatiedrager. 17.3. Publicatie dient ook plaats te vinden via het extranet van de Dierenbescherming of op andere voor de consolidatiekring van de Dierenbescherming toegankelijke informatiedragers.
Slotbepalingen Handhaving en uitlegging van de statuten en reglementen Artikel 18 18.1. Het bestuur is belast met de handhaving van de bepalingen van
14 — de statuten en reglementen. 18.2. Het bestuur is met uitsluiting van enig ander orgaan van de afdeling belast met de uitlegging van de statuten en reglementen, voor zover daarover enig verschil van mening mocht bestaan. 18.3. Er bestaat ten aanzien van het in lid 2 van dit artikel bepaalde de mogelijkheid van beroep bij het beroepsorgaan. Wijzigen of intrekken reglement Artikel 19 19.1. Dit reglement kan slechts gewijzigd of ingetrokken worden met inachtneming van de regels hieromtrent in de statuten. 19.2. Indien zwaarwegende omstandigheden zich verzetten tegen onverkorte naleving van de bepalingen in dit reglement is de algemene ledenvergadering bevoegd te besluiten tot het wijzigen van deze bepalingen, zulks na voorafgaande schriftelijke goedkeuring door het bestuur van de Dierenbescherming. De afwijkende bepalingen mogen niet in strijd zijn met de wet, de statuten of dwingende eisen uit het reglement CBF-Keur. Overgangsbepalingen Artikel 20 20.1. Dit reglement treedt in werking met ingang van: 12-04-2012, met gelijktijdige intrekking van het op dat tijdstip geldende huishoudelijk reglement. 20.2. Dit reglement is uitsluitend van toepassing op feiten die na het in werking treden ervan voorvallen. 20.3. Dit reglement wordt aangehaald als ”Huishoudelijk reglement Dierenbescherming afdeling Noord-Holland Noord”.