HUISHOUDELIJK REGLEMENT

KINDERDAGVERBLIJF ’T VLINDERTJE VZW Stationsstraat 89, 3370 Boutersem 016/73.30.98 [email protected] www.kdvvlindertje.be

HUISHOUDELIJK REGLEMENT I. Algemeen Kinderdagverblijf ‘t Vlindertje is een groepsopvang met vergunning door Kind en Gezin. Het voldoet aan de eisen die de overheid stelt.

a. Contactgegevens Opvanglocatie Kdv ’t Vlindertje Stationsstraat 89 3370 BOUTERSEM Tel: 016 73 30 98 mail: [email protected] Organisator ’t Vlindertje is een vereniging zonder winstoogmerk waarvan de Algemene Vergadering het hoogste orgaan is. Deze komt 1 maal per jaar samen. Uit de Algemene Vergadering is een Raad van Bestuur gekozen die de vereniging effectief ondersteunt. Voorzitter en contactpersoon; Mr. M. Dewinter tel: 0499 567 367 Stationsstraat 89 3370 Boutersem [email protected] Ondernemingsnummer: 442.989.991 verantwoordelijken: Contactpersonen van het kinderdagverblijf: Leja De Schutter, directie, [email protected] Petra Carpentier, stafmedewerker, [email protected] Te bereiken tussen 8 en 17 uur of op afspraak. Contact buiten de werkuren: Alleen in noodgevallen: 0473 73 96 81

Huishoudelijk reglement 2016 kdv ‘t vlindertje

1

b. Doelgroepomschrijving Ons kinderdagverblijf staat open voor kinderen tussen 6 weken en 3 jaar.

c. Schets Kinderdagverblijf Het kinderdagverblijf heeft momenteel een capaciteit van 56 kinderen. In het gebouw zijn er 3 leefunits: de Rupsjes, de Bloemetjes en de Zonnetjes, met elk een leefgroep voor de baby’s (tot ongeveer 16 maanden) en een leefgroep voor de peuters. Beide leefgroepen kunnen van elkaar gescheiden worden door een schuifdeur. Elk kindje kan ’s morgens starten vanaf 7u in zijn eigen leefunit aan de babykant. Vanaf 8u15 komt de tweede begeleidster en verhuizen de peutertjes naar hun ruimte. Ten laatste om 10u komt een derde begeleidster het team vervoegen. Na het drie-uurtje, vanaf 15u30 gaat de eerste begeleidster naar huis. Om 17u komen alle kindjes van één unit weer samen langs de babygroep. Aan elke leefgroep grenzen 3 slaapkamertjes, een badkamer en een buitenruimte. Buiten deze leefunits kan er ook in het gebouw gespeeld worden (in kleine groepjes met begeleiding) in de speelgang, de snoezelruimte, het atelier en in 1 van de 2 beleeftuinen. De kindjes van de babygroep kunnen op verkenning gaan bij de peutergroep. Vanaf ongeveer 16 maanden worden ze tot peuter gepromoveerd. Deze overgang kan geleidelijk aan gebeuren vermits de kinderen de begeleid(st)ers van beide leefgroepen en de beide leeflokalen kennen. Een peuter mag ook bij de baby’s gaan spelen.

d. Openingsdagen, openingsuren en toegangsbeveiliging ’t Vlindertje is open van maandag tot vrijdag van 7u tot 18u. Het kinderdagverblijf is enkel toegankelijk via de hoofdinkom. De tuinpoortjes aan de binnentuin en aan de zijkant van het gebouw zijn nooduitgangen die enkel gebruikt worden in geval van evacuatie. Volgens de richtlijnen van Kind en Gezin moet er een toegangscontrole tot het gebouw gebeuren. Daarom zal er moeten aangebeld worden door iedereen die binnen wil komen in het kinderdagverblijf. Nadat iemand van het personeel gezien heeft wie er voor de deur staat (via raam of videofoon) en eventueel gevraagd heeft welk kindje er wordt afgehaald, wordt de deur elektronisch geopend. De deur kan eveneens geopend worden met een badge. Ouders kunnen een badge aankopen zodat zij niet hoeven aan te bellen. Wij zijn jaarlijks gesloten op volgende data : - 10 wettelijke feestdagen; - 3 à 4 weken in de zomervakantie (vanaf 21 juli tot 15 augustus) - de week tussen Kerstmis en nieuwjaar - een aantal brugdagen. De exacte sluitingsdagen worden kenbaar gemaakt ten laatste in december voor het volgende vakantiejaar en de ouders krijgen dit als bijlage bij het huishuidelijk reglement. De sluitingsdagen zijn terug te vinden op de website. Huishoudelijk reglement 2016 kdv ‘t vlindertje

2

e. Vragen of klachten Wat verstaan we onder een klacht ? Klachten hebben betrekking op wat de ouders concreet van het personeel kunnen verwachten qua dienstverlening, op de algemene organisatie en de dagelijkse organisatie (verzorging en pedagogische omgang met de kinderen). Klachten kunnen er met andere woorden zijn op basis van wat beloofd werd en minimaal gegarandeerd werd en dat niet is nageleefd. Doel van de klachtenbehandeling Het is de bedoeling dat ouders mee kunnen waken over de naleving van de beloftes die er gedaan worden met betrekking tot de opvang van hun kind. Een terechte klacht wijst op een zwak punt in de werking en kan constructief bijdragen tot verbetering in ieders belang en voordeel. Doel van een klachtenprocedure is dat klachten op een effeciënte manier worden geregistreerd, behandeld en beantwoord. Hoe een klacht indienen en bij wie 1.

Indien er een klacht is i.v.m. het functioneren van een begeleidster en/of de dagelijkse gang van zaken in de leefgroep, wordt in de eerste plaats de begeleidster van de leefgroep aangesproken.

2. Indien er geen bevredigende respons komt van de begeleidster binnen een termijn van één week, kan men zich richten tot de leidinggevenden. 3. Voor klachten i.v.m. de algemene of de dagelijkse organisatie of het beleid, kan men terecht bij de leidinggevenden. Tel : 016 73 30 98 e-mail: [email protected] Er kan ook schriftelijk een klacht ingediend worden door middel van de meldingsbrief. U kan deze terugvinden op onze website. Elke klacht die bij de stafmedewerker of de directie binnenkomt, wordt schriftelijk geregistreerd. 4. Indien de leidinggevende niet tegemoet komt aan de klacht, kan de voorzitter van de Raad van Bestuur gecontacteerd worden. M. Dewinter 0499 567 367 [email protected]


3

5. In laatste instantie kan u zich richten tot de klachtendienst van Kind en Gezin : Kind en Gezin Hallepoortlaan 27 1060 BRUSSEL 02 533 14 14 e-mail : [email protected] Je kan terecht bij de Kind en gezinlijn: 078 150 100 Ingeval de Raad van Bestuur of de klachtendienst van Kind en Gezin zou gecontacteerd worden, vragen wij om de leidinggevenden hiervan op de hoogte te brengen. 6. Uiterlijk 3 dagen na ontvangst van een klacht, wordt de ouder gecontacteerd om ontvangst te bevestigen en een eerste gesprek te hebben. Elke reactie zal correct afgehandeld worden. Een rechtmatige klacht wordt binnen de week onderzocht en corrigerende en/of preventieve maatregelen worden bekendgemaakt aan de ouders. Indien het over een beleidsprobleem gaat, wordt er aangegeven wat er op korte termijn binnen de mogelijkheden ligt om te remediëren en wat er op langere termijn zal ondernomen worden. 7. De beloofde remediëring wordt uiterlijk 14 dagen na ontvangst van de klacht gestart. 8. Er wordt op toegekeken dat de klachtbehandeling geëvalueerd wordt door ze te toetsen aan de uitgeschreven klachtenprocedure. f. Geldende bepalingen in verband met verzekeringen ETHIAS, Prins-Bisschopssingel 73, 3500 Hasselt Polis lichamelijke ongevallen: polisnummer 45.052.116 Deze polis dekt de lichamelijke ongevallen die aan de kinderen in het kinderdagverblijf zouden gebeuren. De waarborg van deze polis is uitsluitend van toepassing gedurende het verblijf van de kinderen in het kinderdagverblijf en wanneer zij onder toezicht staan van onze personeelsleden. Polis algemene burgerlijke aansprakelijkheid: polisnummer 45.012.624 ETHIAS waarborgt de burgerlijke aansprakelijkheid welke ten laste gelegd kan worden van ’t Vlindertje en zijn organen in de uitoefening van hun mandaat, zijn aangestelden en andere medewerkers in de uitoefening van hun functies. Polis brand, bliksem en ontploffingen: polisnummer 832.995 Deze polis geldt voor de algemene inhoud in het kinderdagverblijf en de gebouwen. Aangiften van schadegevallen of ongevallen gebeurt aan een leidinggevende of haar vervanger, binnen 24 uur na het gebeuren, zodat deze de verzekeringsinstelling op de hoogte kan brengen.


4

II.Intern werkingskader a. Visie Een goed kinderdagverblijf is voor ons een plaats waar kinderen zich veilig en geborgen voelen, waar ze, met zorg, warmte, aandacht en geduld worden omringd. Zich veilig kunnen hechten aan de volwassenen rondom zich geeft een basisvertrouwen die een essentiële eerste stap is in een positieve persoonlijkheidsontwikkeling. Als een kind vertrouwen krijgt, kan het zelfvertrouwen opbouwen en voelt het zich veilig en vrij om zichzelf en de wereld te verkennen. Omdat elk kind verbonden is met een opgroeimilieu, willen we rekening houden met de context (gezin in de brede betekenis van het woord) waarin het kind is geboren en opgroeit. De ouders zijn de eerste opvoedingsverantwoordelijken en wij streven als mede-opvoeders naar hun vertrouwen. We benaderen de ouders met respect en willen hen ondersteunen bij de opvoeding van hun kind. Ons pedagogisch beleid is vooral geïnspireerd door de pedagoog Loris Malaguzzi, de grondlegger van de Reggio-Emilia benadering. Deze benadering is een ‘pedagogiek van het luisteren’ in plaats van een ‘pedagogiek van het vertellen’. Dat betekent altijd openstaan voor vernieuwing en verdieping, in beweging en in ontwikkeling blijven, ruimte voor experiment en onderzoek, vanuit een respect voor het kind en het geloof in een enorm potentieel aan mogelijkheden en creativiteit bij elk kind. We geloven dat kinderen een enorm reservoir aan mogelijkheden hebben om zich te uiten (honderd talen). Hieronder schetsen we een aantal belangrijke principes die de concrete werking van het kinderdagverblijf mee vorm geven. Kinderen worden opgevoed door drie pedagogen De eerste belangrijke pedagoog voor kinderen zijn de andere kinderen. Een kind leert zichzelf kennen in de confrontatie en de ontmoeting met andere kinderen. Het zijn vooral de andere kinderen die een kind een spiegel voorhouden waarin het zichzelf zowel herkent als waarvan het zich onderscheidt. Kinderen verstaan elkaars taal, al spreken ze nog geen woord. Ze herkennen in elkaar hun opwinding, hun energie, hun verwondering, hun emotie, maar zien en ervaren ook de verschillen. Het zijn juist de verschillen tussen kinderen die de bouwstenen vormen voor de ontwikkeling van ieder van hen. De volwassenen vormen de tweede pedagoog. De begeleidsters in een kinderdagverblijf nemen in hun werk de houding aan van een ‘onderzoeker’. Zoals de kinderen zichzelf en hun wereld onderzoeken, zo onderzoekt de begeleiding wat de kinderen bezighoudt en waarom. Daarbij staan niet zij centraal, maar staan zij naast, achter en om de kinderen heen. Kinderen zijn de hoofdrolspelers van hun eigen ontwikkeling maar dat kan alleen als de volwassenen daartoe de mogelijkheden en voorwaarden scheppen. Concreet betekent dat dat wij ervoor moeten zorgen dat kinderen zich veilig genoeg voelen om op ontdekking te gaan, dat ze de autonomie krijgen om dat ook te doen. Dat betekent ook dat wij, zodra we een beeld hebben van de vragen van de kinderen, hen ervaringen, materialen en ruimtes aanreiken waarmee ze hun zoektocht kunnen verdiepen. Huishoudelijk reglement 2016 kdv ‘t vlindertje

5

De derde pedagoog is de ruimte, de fysieke omgeving. Tot de ruimte behoort niet alleen de ruimte op zich, maar ook de materialen en ervaringen die zij bieden en de activiteiten die er plaatsvinden. De indeling van de ruimte en het aanbod van materialen moeten dienstbaar zijn aan het ontdekken en onderzoeken van kinderen.

b. Ouderparticipatie Er zijn contact- en overlegmomenten met het personeel bij het brengen of het halen van het kindje, op ouderdagen of ouderavonden en eventueel na afspraak. Ouders hebben toegang tot alle vertrekken waar kinderen verblijven, behalve tot de slaapkamertjes waar nog kindjes slapen. Ouders krijgen toegang tot onze website www.kdvvlindertje.be met een wachtwoord. Hier krijgen ze naast verslagen en foto’s van activiteiten ook extra informatie over onze werking. Het wachtwoord wordt minstens 1 x per jaar gewijzigd. Onze werking wordt beschreven in ons kwaliteitshandboek. Ouders kunnen het kwaliteitshandboek lezen op aanvraag. We bevragen onze ouders op geregelde tijdstippen over de werking van ons kinderdagverblijf. We doen dat door een vragenlijst aan te bieden op twee momenten gedurende het verblijf van het kind in het kinderdagverblijf: een eerste lijst krijgen ouders 3 maanden na de start bij de babygroep en een tweede lijst 3 maanden na het overgaan naar de peutergroep. Door de opmerkingen of bedenkingen van de ouders kunnen we onze werking bijsturen. Binnen de aanpak van Reggio-Emilia past het om hier wat uitleg te geven over het begrip documenteren. We proberen in de groepen op verschillende manieren te ‘documenteren’ waar kinderen mee bezig zijn, hoe ze zich ontwikkelen. Dit is belangrijk om het unieke en de kracht van kinderen te kunnen zien en te gebruiken. Met het documenteren wordt vastgelegd waar de kinderen mee bezig zijn, wat ze laten zien en vertellen en hoe ze zich op verschillende manieren proberen te uiten. Dat kan gebeuren aan de hand van foto’s, of wat de kinderen zelf maken (bv. wat ze met de steeknageltjes hebben gemaakt,…), of verhalen die we voor jullie opschrijven op de website … Op basis daarvan maken we verdere plannen: wat vinden de kinderen leuk, waar zijn ze op dit moment aan toe? Moeten we de klimmaterialen uithalen of zijn ze toe aan wat meer klein speelgoed? … Dit documenteren doen we onder andere omdat we dit allemaal ook met de ouders willen delen en daarover met hen in gesprek willen gaan. Op die manier kunnen de ouders hun kind van nabij opvolgen. Een andere manier waarop de ouders de ontwikkeling van hun kindje van dichtbij kunnen volgen is ons observatie- en kindvolgsysteem, ‘Ziko-Vo’ genaamd. Elke drie à vier maanden schetsen de begeleidsters van de groep de ontwikkeling van de kinderen aan de hand van een portret van elk kind. Ze schrijven op wat ze de afgelopen maanden allemaal hebben gezien bij de kinderen. Ouders krijgen een beeld van hoe hun kind zich voelt, hoe betrokken hij of zij kan bezig zijn, wat hij of zij leuk en niet leuk vindt, hoe hij of zij op verschillende domeinen (sociaal, kleine en grote motoriek, verstandelijke ontwikkeling, ontdekken van de wereld, goed in je vel zitten, ….) vooruitgang boekt. Dit portret wordt telkens meegegeven naar huis en daar kunnen ouders dan hun eigen bevindingen bij schrijven. Zo kan er op een leuke manier met de ouders over de ontwikkeling van hun kinderen gepraat en uitgewisseld


6

worden. Op het einde van de kinderdagverblijftijd wordt het volledige observatiedossier meegegeven.

c. Samenwerking met externen In samenspraak tussen de ouders, het kinderdagverblijf en een kleuterschool kunnen peuters vanaf 2.5 deeltijds naar het kinderdagverblijf komen en deeltijds naar de kleuterschool gaan. In samenwerking met de bibliotheek van Boutersem, heeft elke groep een boekenbox met recente, mooie en goede boekjes. De kinderen genieten van de momenten van samen luisteren naar verhaaltjes en samen kijken in boekjes. De boeken worden om de twee à drie maanden ingeruild voor nieuwe boekjes. Daarvoor gaan de oudste peuters van een peutergroep naar de bibliotheek. Er wordt voor deze verplaatsingen steeds schriftelijk toestemming gevraagd. We nodigen ouders, grootouders of familie uit om de kinderen mee te begeleiden bij die uitstap. Er wordt voor elk kind een autostoel voorzien.

III. Wederzijdse afspraken op niveau ouder(s)– voorziening a. Afspraken met betrekking tot het opstellen en hanteren van het opvangplan Inschrijving Ouders kunnen zich via een bezoekje, telefonisch of digitaal inschrijven op de wachtlijst. Na de toekenning van een opvangplaats en na betaling van het inschrijvingsgeld wordt een intakegesprek gepland. Hier wordt het huishoudelijk reglement overlopen en de overeenkomst getekend. Pas dan is de inschrijving definitief. We stellen onze dienstverlening open voor alle kinderen en bewaken in het opnamebeleid onze sociale functie. Om dit beleid te kunnen realiseren, werden onderstaande voorrangsregels ingevoerd. We streven ernaar dat minstens 20% van alle opgevangen kinderen, kinderen zijn waarvan de ouders tot minstens 2 van de 4 kenmerken behoren, of kinderen zijn van kwetsbare gezinnen. 1. van ouders die nood hebben aan kinderopvang om werk te zoeken of te houden of om een beroepsgerichte opleiding te volgen. 2. van alleenstaande ouders 3. van wie de ouders een inkomen hebben dat lager ligt dan € 27 000 op jaarbasis 4. Pleegkinderen die kinderopvang nodig hebben Kwetsbare gezinnen zijn gezinnen die minstens beantwoorden aan 2 van de volgende kenmerken, waarvan minstens laag inkomen, een problematische gezondheids- en/of zorgsituatie OF een laag opleidingsniveau


7

Kenmerken: - nood aan kinderopvang om werk te zoeken of te houden, of om een beroepsgerichte opleiding te volgen - inkomen lager dan € 27 000 op jaarbasis - alleenstaanden - problematische gezondheids- en/of zorgsituatie (gezinslid met een handicap, gezinslid met verminderd zelfzorgvermogen, sociale of pedagogische redenen) - laag opleidingsniveau Kom je in aanmerking voor een voorrangsgroep, is het nodig om dit met een attest aan te kunnen tonen. Nadien gaan ouders die al een kind in het kinderdagverblijf hebben of gehad hebben (we gaan 3 jaar terug na het verlaten van het laatste kind) en kinderen van personeelsleden van het kinderdagverblijf voor op nieuwe ouders. Buiten deze voorrangsgroepen krijgen ouders van Boutersem voorrang op ouders van buiten Boutersem. Ook hier gaan ouders die opvang nodig hebben om werk te zoeken, te houden of om een beroepsopleiding te volgen voor. Ingeschreven baby’s kunnen tot een leeftijd van 9 maanden (op startdatum) op de wachtlijst blijven staan. Is het kind 9 maanden zonder terecht te kunnen, dan wordt de aanvraag geannuleerd. Ze kan eventueel terug opgenomen worden voor een opname in een peutergroep vanaf de leeftijd van 16 maanden. Toekomstige ouders worden rondgeleid in het kinderdagverblijf. Zij worden op de hoogte gesteld van de werking. Vastleggen van een individueel opnameplan Vanaf januari 2015 werken we volgens het nieuwe decreet van 20 april 2012. Ouders stellen een opnameplan op voor een volledig kalenderjaar. Het minimumverblijf bedraagt een halftijdse aanwezigheid per week. Uitzonderingen kunnen na bespreking. Per jaar krijgen full-time opgevangen kinderen 18 respijtdagen. Deze worden in verhouding verminderd (wiskundig afgerond) bij deeltijdse opvang en indien de opvang later op het jaar start of sneller stopt. Wanneer een kind langer dan 5 openingsdagen ziek is, zullen de dagen na die 5 openingsdagen niet meegerekend worden bij de respijtdagen, mits het voorleggen van een medisch attest door de behandelende arts. Bij chronisch zieke kinderen kan er na overleg ook afgeweken worden van de respijtdagen na het voorleggen van een gemotiveerd medisch attest. Een wijziging van het opnameplan wordt minstens 2 maanden op voorhand aangevraagd. De termijn kan verminderd worden indien de plaats onmiddellijk kan worden ingevuld. Ontslag van één van de ouders, chronische of langdurige ziekte van een gezinslid, … zijn redenen om het opnameplan sneller te wijzigen. Bij ouderschapsverlof of zwangerschapsverlof kan er alleen afgeweken worden indien de periode kan opgevangen worden door opvang van ander kind.


8

Afwijkingen van het opnameplan voor een vakantie: Er wordt maximaal voor 2 weken een afwijking toegestaan. Als je kind minder dan 6 maanden wordt opgevangen, kan je maximaal 1 week doorgeven. Voor deze weken worden de respijtdagen gehalveerd mits ze zijn doorgegeven ten laatste op 15 maart van het lopende jaar. De twee weken mogen afzonderlijk genomen worden, maar 1 week kan niet geplitst worden in afzonderlijke periodes. Vb 2 dagen in juni en 3 in augustus Voor de ouders die een vakantie doorgeven na 15 maart wordt er geen afwijking toegestaan, tenzij het intakegesprek na deze datum valt. Voor onregelmatige opvang: samen met de organisator wordt een minimum aantal aanwezigheidsdagen per maand vastgelegd. De respijtdagen worden hierop berekend. Als het kind minder dan die dagen aanwezig is tellen deze als afwezigheidsdagen. Bij de vraag om uitbreiding van het oorspronkelijk aantal afgesproken opnamedagen, wordt nagegaan of uitbreiding kan, rekening houdend met bezetting en eventuele piekdagen. Dit moet met de stafmedewerker besproken worden. Wanneer een kind een andere dag komt dan voorzien in het opnameplan, wordt deze dag aanzien als een bijkomende dag. Deze extra bijkomende dag kan geen respijtdag vervangen.

b. Afspraken in verband met wennen Vooral de eerste dagen in het kinderdagverblijf worden voor het kind als stresserend ervaren. Daarom stimuleren we het geleidelijk wennen aan de opvang door te starten met enkele bezoeken en korte verblijven. Deze geleidelijke opvang kan de stress voor het kind verlagen. We plannen 3 wendagen in, kort voor de start van de opvang. Indien de opvang start na een vakantie, plannen we de wendagen liefst na de vakantie. De eerste dag komt het kind samen met een vertrouwde persoon een uurtje wennen in de groep. Ze maken kennis met de begeleidsters en de andere kinderen, de geluiden, de geuren, … ze kunnen samen het lokaal verkennen… De ouders kunnen vertellen over de gewoontes van het kind en de werking van de groep leren kennen. De tweede dag blijft het kind een uurtje alleen. Nog niet te lang, zodat het kind snel weer een vertrouwd persoon zien. Deze twee momenten worden best gepland op een uur dat de baby niet moet gaan slapen en niet tijdens het eetmoment (11u) omdat er dan weinig aandacht kan geschonken worden. Hier maken we ook tijd om met de ouders de afspraken uit het huishoudelijk reglement opnieuw te overlopen, en de documenten in te vullen. De derde wendag blijft het kind een drietal uurtjes en kan eventueel mee-eten en/of slapen in de leefgroep. Deze drie wendagen worden niet aangerekend. Indien de ouders het wensen of wanneer het kind het nog erg moeilijk heeft met de nieuwe situatie, kunnen de eerste opnamedagen nog halve dagen zijn.


9

c. Afspraken in verband met haal- en brengmomenten Om er voor te zorgen dat de kindbegeleidsters op alle momenten toezicht kunnen houden, wordt aan de ouders gevraagd om in de leefruimte te komen bij het brengen of halen van het kindje. Er is een aanwezigheidsregister waarop aangeduid wordt wanneer het kind toekomt en naar huis gaat. Ouders vullen dagelijks het uur in van aankomst en vertrek in en tekenen af wanneer zij hun kind komen ophalen. Indien dit niet gebeurt wordt uw kind automatisch geregistreerd en gefactureerd tot 18u00. De ouders dienen ten laatste een kwartier voor sluitingsuur hun kindje af te halen. Bij systematisch toekomen na sluitingsuur zonder reden van overmacht, kan de opvang beëindigd worden.

d. Personen aan wie het kind mag worden toevertrouwd Bij de start van de opvang geven de ouders door wie hun kind regelmatig afhaalt. Ouders dienen steeds op voorhand te verwittigen indien hun kindje door derden wordt afgehaald. Het kinderdagverblijf vertrouwt het kindje slechts toe aan de ouder die hoederecht en/of bezoekrecht heeft.

e. Overzicht van de verplicht te overhandigen documenten bij een inschrijving Bij inschrijving vragen wij de ouders de volgende formulieren in orde te brengen en af te leveren aan de verantwoordelijken: 1. ontvangst en kennisname van het huishoudelijk reglement. 2. ondertekende overeenkomst en akkoord van het opnameplan. Bij de 3. 4. 5. 6. 7.

start van de opvang attest inkomenstarief kinderopvang van kind en gezin de inlichtingenfiche een bewijs van de reeds gekregen vaccinaties attest van de behandelde arts indien nodig één mutualiteitsvignet

De ouders geven de toestemming om de inlichtingenfiche te verwerken. De fiche is op elk moment raadpleegbaar door de organisator (indien het noodzakelijk is), de verantwoordelijke, de kinderbegeleider (voor elk kind dat hij begeleidt), de zorginspectie en eventuele andere toezichthouders, Kind en Gezin, de gezinnen (voor hun eigen kind). Bij wijziging van deze gegevens is het noodzakelijk om dit zo snel mogelijk aan ons door te geven zodat de fiche kan aangepast worden.


10

f. Afspraken rond privacy De persoonsgegevens van de kinderen en de gezinnen worden alleen gebruikt in het kader van kinderopvang. Men kan de eigen gegevens ten allen tijde inkijken en verbeteren. Wanneer de gegevens niet meer noodzakelijk zijn voor de toepasselijke regelgeving worden ze vernietigd. KDV ’t Vlindertje verbindt zich ertoe om de veiligheid en het vertrouwelijk karakter van de persoonsgegevens te waarborgen. Er worden alleen foto’s van de kinderen op de website geplaatst na toestemming van de ouders.

g. Afspraken rond voeding Dieetmaatregelen zijn in een beperkte mate mogelijk. De flesvoeding is niet in de dagprijs begrepen. ’ s Morgens wordt de eerste fles door de ouders thuis gegeven. De andere flesjes worden in het kinderdagverblijf klaargemaakt en gegeven. Breng hiervoor steeds voldoende melkpoeder mee. Indien u ander water verkiest dan Spa, vragen we om dit zelf te voorzien. Voorzie de flesjes, het poeder en het water duidelijk van de naam van uw kindje. Uw kindje kan tot 8u30 ontbijten in het kinderdagverblijf. Het middagmaal en het vier-uurtje worden dagelijks vers bereid (ontbijt, middagmaal en vier-uurtje zijn in de dagprijs inbegrepen). We houden in de mate van het mogelijke rekening met allergiën van het kind of specifieke wensen van de ouders. Indien nodig worden er vervangingsproducten van thuis meegebracht.

h. Afspraken rond kleding Om te experimenteren in de kribbe met allerlei materialen geniet speelkledij de voorkeur. Body’tjes zijn ideaal voor onze kleinsten, eens bij de peutergroep verkiezen we hemdjes en broekjes. Dit is handiger eens de zindelijkheid start. Voorzie ook voldoende reservekleding, zoals hemdjes, bloesjes en broekjes. Het wordt sterk aangeraden de kleding van naam te voorzien. Handdoeken, washandjes, slaapzakjes en slabbetjes worden door het kinderdagverblijf voorzien.

i. Afspraken rond verzorging Luiers Wanneer u het verkiest om eigen luiers mee te brengen, voorzie het pak dan van naam. We kiezen voor wegwerpluiers omwille van praktische redenen. De kindjes kunnen wel met een ecologische of katoenen luier gebracht en opgehaald worden. We verwachten in deze dan dat de ouders bij het toekomen en het ophalen hun kind in het kinderdagverblijf, zelf voorzien van een wegwerp/ecoluier. Het geven van badjes Het badmoment van de kindjes is thuis. Enkel bij diarree of braken, of in functie van een activiteit (verwenbadje, na een uitgebreide schildersessie…) zal het kind een badje genieten in het kinderdagverblijf.


11

Verzorgingsproducten van het kind Het kinderdagverblijf maakt gebruik van bodylotion aangepast aan de leeftijd van het kind. Andere verzorgingsproducten van thuis meegebracht, aangewezen voor de gezondheid van het kind, dienen voorzien te worden van de naam van het kind.

j. Afspraken rond het vaccineren van kinderen In België is alleen het vaccineren van jonge kinderen tegen poliomyelitis verplicht. Kind & Gezin raadt aan om de volgende inentingen te geven: Op de leeftijd van 2, 3, 4 en 15 maanden: Polio, difterie, tetanus, kinkhoest, haemophilus influenzae B en hepatitis B. Deze kunnen samen gegeven worden via een hexavalent vaccin. Op de leeftijd van 12 maanden: mazelen, bof, rodehond (samen 1 vaccin) en meningococcen C. Daarnaast kan u uw kindje ook vaccineren tegen pneumokokkenmeningitis op 2, 4 en 12 maanden en tegen het rotavirus op 2, 3 en 4 maanden. We vragen de vaccinatiegegevens van uw kindje op rond 4 maanden en 16 maanden om deze gegevens toe te voegen aan het persoonlijk medisch dossier. VACCINATIE TEGEN 2 maand Polio X Difterie X Tetanus X Kinkhoest X Haemophilus Influenza B X Hepatitis B X Rotavirus X Pneumokokken 7-serotypes X Mazelen Bof Rodehond Meningococcen C

3 maand X X X X X X X

4 maand 12 maand 15 maand X X X X X X X X X X X X X X X X X X X

k. Afspraken met betrekking tot het al dan niet opvangen van een ziek kind Licht zieke kinderen kunnen in het kinderdagverblijf terecht. Er wordt toezicht gehouden op het verdere verloop van het ziekteproces. Wanneer een kind in het kinderdagverblijf ziek wordt, worden de ouders verwittigd. We volgen de richtlijnen van Kind en Gezin ivm koorts: we dienen een koorstwerend middel niet te snel toe zodat het lichaam zelf antistoffen kan aanmaken. Te zieke kinderen kunnen niet in het kinderdagverblijf terecht. Hierbij willen we onderstrepen dat enerzijds het belang van het kind vooropstaat en dat anderzijds ook rekening gehouden wordt met het belang van de andere opgevangen kinderen en de extra werkbelasting die de zorg van het ziek geworden kind met zich meebrengt.


12

Kinderen met de volgende ziektetekens, worden niet toegelaten in de opvang: 1. Diarree: lopende of waterige ontlasting waarbij ook koorts of bloederige ontlasting aanwezig is. (losse stoelgang is geen reden tot weigering) 2. Braken: met algemeen ziek zijn; oppassen voor uitdroging 3. Zeer zware hoest (etterige neusloop en hoest zonder algemeen ziek zijn, is geen reden tot weigering) 4. Koorts (> 38.2°) gepaard met keelpijn, braken, diarree, oorpijn, prikkelbaarheid, verwardheid of rode uitslag. 5. Elk kind dat niet kan deelnemen aan de normale activiteiten van de kinderopvang wegens ziektetoestand. De beslissing of het kind kan komen, wordt steeds genomen door de leidingevende of stafmedewerker van het kinderdagverblijf, eventueel in overleg met de dokter van het kinderdagverblijf. Wanneer uw kindje terugkomt, kan een attest van de behandelde geneesheer gevraagd worden. In geval van twijfel, zal de arts van het kinderdagverblijf uitspraak doen. Wij vragen aan de ouders om te melden als hun kindje ’s nachts ziek is geweest of als er thuis als medicatie is toegediend. Ten slotte verzoeken we je ons eventuele, niet onmiddellijk zichtbare medische problemen van je kind, die mogelijk een gevaar kunnen betekenen voor de begeleidsters (wanneer deze bijvoorbeeld zwanger zouden zijn) of die een bijzondere waakzaamheid van de begeleidsters vergen, te signaleren. Dit met het oog op preventief beschermen van de medewerksters en andere kinderen in de kinderopvang en om onnodige risico’s zoveel mogelijk uit te sluiten.

l. Afspraken ingeval een kind ziek wordt of een ongeval krijgt tijdens de opvang. Als je kind in de loop van de dag ziek wordt, wordt er contact met de ouders opgenomen. Samen wordt naar een passende oplossing gezocht. Ook in dit geval neemt de verantwoordelijke de beslissing, eventueel samen met de arts verbonden aan het kinderdagverblijf. Koortswerende middelen zijn steeds voorradig in het kinderdagverblijf. Het is mogelijk om de arts, verbonden aan het kinderdagverblijf, of uw eigen huisarts, te laten komen voor een raadpleging in het kinderdagverblijf. De medische kosten vallen ten laste van de ouders. Bij een ongeval of urgenties worden de eerste zorgen opgenomen. Indien nodig wordt uw kind naar het ziekenhuis gebracht. In de meeste gevallen is dit het UZ Gasthuisberg. Indien je voor een ander ziekenhuis kiest wordt dit vastgelegd in de overeenkomst. U wordt als ouder zo snel mogelijk verwittigd. De kosten van deze medische tussenkomsten zijn ten laste van de verzekering van het kinderdagverblijf. De aan ons kinderdagverblijf verbonden arts is: Dr. Beelen Tel: 016 73 34 88


13

m. Afspraken met betrekking tot het toedienen van medicatie Indien het kind van thuis uit medicatie krijgt en het in het kinderdagverblijf verder dient te worden gegeven, noteer dan de naam op de doos of fles. Daarnaast is verwachten we dat in het heen- en weerboekje de naam van het geneesmiddel, de reden van gebruik, de dosis, het uur en de toedieningswijze op een medicatiesticker te noteren. Deze kan voor meerdere dagen gebruikt worden.. De stickers vind je in de inkomhal van elke leefgroep. Zonder sticker wordt er geen medicatie toegediend. Op deze manieren sluiten we zo veel als mogelijk vergissingen uit. Hoestsiroop wordt onder de 2 jaar sterk afgeraden. Omwille van de bijwerkingen van hoestsiropen, dienen we deze alleen toe op doktersvoorschrift. Ook het systematisch toedienen van koorst- of pijnwerende middelen kan alleen op doktersvoorschrift. Er dient een duidelijke begin- en einddatum vermeld te worden op het voorschrift.

n. Afspraken in verband met wiegendoodpreventie Wiegendood is het plotse overlijden van een jong kind tijdens de slaap waarbij een volledige autopsie, een onderzoek van de omgeving waarin het kind overleed en het hernemen van de medische voorgeschiedenis van het kind geen duidelijke doodsoorzaak kan aantonen. Wiegendood komt het meeste voor bij baby’s tussen 2 en 4 maanden. 90% van de gevallen doen zich voor bij kinderen jonger dan 6 maand. Er kunnen thuis en in het kinderdagverblijf een aantal preventiemaatregelen genomen worden om het risico op wiegendood te beperken. Vooral de eerste dagen in het kinderdagverblijf worden voor het kind als stresserend ervaren, waardoor het slaappatroon verandert. Daarom stimuleren we het geleidelijk wennen aan de opvang door te starten met enkele bezoeken en korte verblijven. Deze geleidelijke opvang kan de stress voor het kind verlagen. De correcte slaaphouding voor een baby is op de rug. Buikligging geeft een belangrijk risico voor wiegendood. Daarom kan het in het kinderdagverblijf enkel in zeer zeldzame gevallen, op doktersadvies en mits toezicht. Bij zijligging kan het kind gemakkelijk omrollen naar buikligging en vormt daarom ook een verhoogd risico. In het kinderdagverblijf geldt een algemeen rookverbod. De slaapkamers worden maximaal tot 18° verwarmd. (In de zomermaanden kan de maximumtemperatuur niet gegarandeerd worden.) De kamers worden dagelijks verlucht. De kinderen worden te slapen gelegd in een slaapzak zodat het hoofd vrij blijft. Er worden geen hoofdkussens gebruikt. Er is regelmatig toezicht op het slapende kind.


14

IV. Geldelijke bepalingen Nieuwe ouders betalen een voorschot van € 50 voor de bevestiging van de plaats. Dit bedrag wordt verrekend op de eerste factuur. De ouders ontvangen een overeenkomst als bewijs van betaling. Vanaf 1 januari 2014 worden de financiële bijdragen van de gezinnen bepaald volgens het ministeriële besluit van 17 maart 2008 en het gewijzigde ministeriële besluit van 12 mei 2010 en 8 juli 2010. De bijdrage wordt berekend op het gezinsinkomen. Onder het gezin verstaat men de persoon die financieel verantwoordelijkheid draagt voor het opgevangen kind, en de persoon die er mee gehuwd is of mee samenwoont, al dan niet met een samenlevingscontract. Elke verandering in de gezinssamenstelling moet zo snel mogelijk doorgegeven worden aan het kinderdagverblijf en kind en gezin. (huwelijk, echtscheiding, overlijden, samenwonen, adoptie, geboorte …) De bijdrage wordt aangepast de eerste dag van de maand die volgt op de officiële wijziging van de gezinssamenstelling. De ouders maken zelf een profiel aan op de site van Kind en gezin en brengen het document met inkomenstarief zelf mee naar de opvang. Om je aan te melden op de site heb je een ID-reader of token nodig. De organisator kan in naam van de ouder een attest aanvragen via een specifieke toepassing. Indien dit niet lukt, dient er contact opgenomen te worden met kind en gezin. Zonder attest kan de opvang niet plaatsvinden. Nieuwe ouders bezorgen het attest voor de start van de opvang. Ouders die hun inkomens niet willen kenbaar maken, vragen ook een attest aan en betalen sowieso de maximumbijdrage. (met eventueel de onderstaande verminderingen) Een herziening hiervan is niet meer mogelijk. Bij specifieke situaties (invaliditeit, werkloosheid, faillissement, verminderd inkomen, leefloon, laag inkomen, leefloon, materiële of medische hulp) kan je een individueel verminderd tarief aanvragen. Zie pag 12 http://www.kindengezin.be/img/inkomenstarief-ouders.pdf Voor pleegkinderen geldt het minimumtarief. De ouder bezorgt het attest van de pleeggezinnendienst aan Kind en Gezin. Indien het voor een ouder financieel onmogelijk is om het inkomenstarief te betalen, kan de ouder bij het OCMW een tarief OCMW aanvragen. Het OCMW beslist of dit kan en beslist of het de helft van het oorspronkelijk tarief wordt, of het minimumtarief. Zij geven de beslissing door aan Kind en Gezin. Dit tarief is geldig voor een periode van één jaar en wordt op 1 januari geïndexeerd.


15

Bijdragen vanaf 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016: De maximumbijdrage bedraagt € 27,83. De minimale bijdrage € 5.02 euro per dag, ongeacht of dit om een hele, halve of een derde dag gaat.

Er wordt een korting van € 3,14 toegekend per extra kind ten laste, op voorwaarde dat de kinderen ten minste 1/3 van de tijd deel uitmaken van het gezin op het ogenblik van de berekening van de bijdrage. Bij toename van het aantal kinderen ten laste wordt een vermindering van de bijdrage toegepast vanaf de eerste dag van de maand na de vaststelling van de toename. Bij gezinnen met 1 of meerdere meerlingen ten laste wordt 1 aanvullende vermindering van € 3,14 toegekend. De korting voor de kinderen ten laste wordt beperkt tot en met het jaar waarin een kind ten laste 12 jaar is geworden. De effectief te betalen financiële bijdrage voor het gezin staat in verhouding tot de verblijfsduur. Voor opvang minder dan 5u betaal je 60% van de dagprijs. Het aantal maaltijden is niet bepalend voor de opvangduur Voor schoolgaande kinderen die voor en na de school nog naar de opvang komen, geldt een bijkomende regeling: een opvang minder dan 3 uur per dag: 40% van de dagprijs. Indien de verblijfstijden gedurende de hele week minder dan 1 uur per dag bedragen, worden deze per week samengeteld. Voor kinderen die op meerdere momenten per dag worden opgevangen, worden de verblijfstijden per dag opgeteld. Bijkomende kosten: 1. Voor het gebruik van luiers in het kinderdagverblijf dient een toeslag betaald te worden. per luier: € 0,25 voor een dag: € 1,25 voor een halve dag; € 0,75 2. De maaltijden, buiten de flesvoedingen, zijn inbegrepen in de te betalen ouderbijdrage. 3. Gereserveerde dagen die op sluitingsdagen vallen, dienen niet betaald te worden. 4. Voor verzorgingsproducten en de afvalverwerking wordt er per dag € 0.50 aangerekend. Voor een halve of derde dag zal € 0.30 aangerekend worden. 5. Maandelijks worden er per opgevangen kind € 3,5 administratie- en facturatiekosten aangerekend. 6. Ouders kunnen een badge aankopen voor €6. De badge blijft eigendom van de ouders, maar wordt gedeactiveerd wanneer de ouders geen kinderen in de opvang meer hebben. 7. Voor de wenmomenten (max 3 dagen: 1u, 1u en 3u) wordt er niks aangerekend.


16

8. Tenzij bij overmacht en mits een tijdige verwittiging, wordt er bij laattijdig afhalen € 10 aangerekend per begonnen kwartier. 9. Voor een voltijdse opvang krijgen de ouders per jaar 18 dagen waarop hun kind afwezig kan zijn buiten het opnameplan. Deze worden respijtdagen genoemd. Het aantal respijtdagen verminderd evenredig met het aantal opgevangen dagen en de opgevangen periode in het lopende jaar. Deze afwezigheidsdagen moeten doorgegeven worden voor 9u ’s morgens. Er wordt een gewone dagprijs aangerekend - wanneer het kind een dag extra komt buiten de planning. Wanneer een kind een andere dag komt dan voorzien in het opnameplan, wordt deze dag aanzien als een bijkomende dag. Deze extra bijkomende dag kan geen respijtdag vervangen. - Indien het kind buiten de toegekende respijtdagen nog afwezig is. - Indien men niet voor 9u verwittigd heeft. Men verliest hier ook een respijtdag. Het kinderdagverblijf verbindt zich ertoe om de ouders jaarlijks een correct ingevuld fiscaal attest te bezorgen. Maandelijks worden de aanwezigheidsdagen gefactureerd. Deze factuur is betaalbaar binnen de 15 dagen na factuurdatum. Bij ingebrekestelling van tijdige betaling komt er een administratiekost van € 5 bij. Systematische wanbetaling kan leiden tot gebreke van de overeenkomst. Vanaf de datum van ingebrekestelling zijn verwijlinteresten verschuldigd ten belope van de wettelijke interestvoet. Eventuele betwistingen vallen onder de bevoegdheid van het vredegerecht kanton Tienen, respectievelijk is de rechtbank van eerste aanleg te Leuven bevoegd.


17

V. Bepalingen in verband met opzegging a. Door het kinderdagverblijf Het kinderdagverblijf kan na een 3 verwittigingen van het niet nakomen van reglementaire of contractuele verplichtingen de opvang van het kindje beëindigen. (bijvoorbeeld: het niet betalen van de maandelijkse facturen) De opvang in ’t Vlindertje is mogelijk tot het einde van de maand dat het kind 3 wordt. De leidinggevende kan in overleg hierop een uitzondering maken, vb bij ontwikkelingsstoornissen.

b. Door de ouders Wanneer ouders de opvang voortijdig wensen stop te zetten, wordt het kinderdagverblijf minstens 2 maanden op voorhand verwittigd. Deze gaat in de eerste dag van de maand die volgt op de melding. Er zal geen opzeggingsvergoeding gevraagd worden bij het respecteren van de opzegtermijn. Bij het niet naleven van de opzegtermijn worden er twee maanden aangerekend volgens het opgestelde opnameplan. Er kan geen opzegtermijn of opzegvergoeding worden gevraagd - door de organisator of de contracthouder die een zware fout begaat - door de organisator bij de beslissing tot opheffing van de vergunning door Kind en gezin Bij het niet naleven van de contractuele bepalingen zal de gevraagde schadevergoeding in verhouding staan tot de geleden schade. Er kan geen schadevergoeding gevraagd worden in geval van overmacht bij één van de partijen.

VI. Modaliteiten bij wijziging van het huishoudelijk reglement. Bij wijziging van het huishoudelijk reglement houden we er ons aan dat, bij wijzigingen in het nadeel van de ouders, ze dit minimum 2 maanden op voorhand weten. De ouders hebben dan de mogelijkheid om de overeenkomst eenzijdig stop te zetten zonder vergoeding. Bij kleine wijzigingen, vb jaarlijkse nieuwe dagprijzen vanaf januari, zullen we de ouders de wijzingen doorgeven en laten ondertekenen voor ontvangst. Het opnameplan blijft hetzelfde voor het volgende kalenderjaar indien het niet wordt gewijzigd voor 31 oktober van het lopende jaar.


18

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Recommend Documents