Media, Informatie en Communicatie
Online medium voor jongeren met diabetes
DiaMeet Afstudeerscriptie Liz Hatenboer R404C Studentnummer: 500546181
Eerste lezer:
Elise Friedmann
Tweede lezer:
Suzanne van der Wateren
RMP 4 juni 2013
Voorwoord Hier ligt hij dan. De afstudeerscriptie waarin ik, Liz Hatenboer, mijn studie Media, Informatie & Communicatie met mijn leven gecombineerd heb. Een wens die ik al langer had, maar die nu toch echt werkelijkheid is geworden. Sinds mijn derde heb ik diabetes type 1, daarom leek het mij leuk en interessant om het hebben van diabetes bij mijn studie te betrekken. And now it is! Voor u ligt mijn afstudeerscriptie die u vertelt wat de resultaten zijn van mijn onderzoek naar hoe een online medium voor jongeren met diabetes eruit moet gaan zien en hoe dit online medium ervoor moet gaan zorgen dat de doelgroep met elkaar gaat communiceren. Graag wil ik Elise Friedmann bedanken voor de begeleiding vanuit school, DVN voor alle begeleiding op mijn stageplek en natuurlijk familie en vrienden voor alle leuke ideeën en hulp die ze mij gegeven hebben. En in het bijzonder wil ik Ike, mijn broertje bedanken, want hij was mijn grootste inspiratiebron! Veel lees- en vooral ook kijkplezier! Liz Hatenboer
Amsterdam, juni 2013
Management samenvatting Deze scriptie is mijn afstudeeropdracht aan de Hogeschool van Amsterdam, opleiding Media, Informatie & Communicatie. Het onderzoek is uitgevoerd voor Diabetesvereniging Nederland. De volgende probleemstelling is gehanteerd: Hoe moet de redactionele formule van een online medium voor kinderen van 13 tot en met 16 jaar met diabetes eruitzien en hoe kan dit online medium ervoor zorgen dat de doelgroep gaat communiceren met leeftijdsgenoten met diabetes? Als oplossing introduceerde ik een online medium, dit is een solide anker voor het bouwen van een online community. Het implementeren van een sociale media pagina alleen zou niet toereikend zijn, omdat de populariteit van dit kanaal tijdelijk zou kunnen zijn. Om de probleemstelling te kunnen beantwoorden heb ik desk- en fieldresearch uitgevoerd. Ik ben begonnen met deskresearch. Hierbij is onderzoek gedaan naar de wensen van de opdrachtgever wat betreft het onderzoek, de doelgroep en naar hoe een online community opgebouwd moet worden. Daarnaast heb ik een concurrentie analyse gemaakt, waarin eventuele concurrenten worden belicht. Uit het onderzoek naar succesvolle soortgelijke concepten komt naar voren dat al deze concepten gebruik maken van sociale media om aandacht te krijgen voor hun website. Dit zou daarom een succesvol element kunnen zijn voor het online medium. De website MyLife Explore heb ik geanalyseerd om een vergelijking te maken met een succesvol buitenlands concept. Deze website is voor jongeren met diabetes in Engeland en is gemaakt door de Engelse diabetesvereniging. Op deze website staat informatie over diabetes, grappige filmpjes, verhalen over bekende mensen met diabetes en is er mogelijkheid om te communiceren via de Facebook pagina van MyLife Explore. Vervolgens heb ik gekeken naar welke trends en theorieën van toepassing zouden kunnen zijn op het online medium. De trends die belicht worden in dit onderzoek zijn: mobiel internet, de videodienst Vine en zoekmachine optimalisatie. Mobiel internet wordt door jongeren steeds vaker en meer gebruikt, daarom is dit een trend waar rekening mee gehouden moet worden. De videodienst Vine kan ingezet worden voor het opbouwen van de online community. Hiermee kan de aandacht van de doelgroep getrokken worden. Ook zoekmachine optimalisatie is van belang voor het online medium. Uit onderzoek blijkt dat de meeste websites gevonden worden via Google, daarom is het van belang dat het online medium met verschillende zoektermen te vinden is via Google. Om erachter te komen hoe het online medium eruit moet komen te zien en hoe de online community opgebouwd moet worden heb ik een aantal interviews gehouden en een tweetal panelgesprekken opgezet. Uit de interviews blijkt dat de ouders en de medisch begeleider denken dat het moeilijk is om de aandacht van de doelgroep te trekken. Wel zijn ze van
mening dat het goed is dat er een online medium komt voor deze doelgroep waar ze contact kunnen hebben met andere jongeren met diabetes. Uit het interview met de online communicatie expert komt dat het belangrijk is dat het online medium op een laptop, computer, tablet en smartphone te bekijken is. Dit bevordert de opbouw van de online community. Ook is het belangrijk dat sociale media hierbij wordt betrokken. Uit de panelgesprekken komt dat de jongeren graag een strak vormgegeven online medium willen, waar ze contact kunnen hebben met andere jongeren met diabetes. Dit contact willen ze via een forum of instant messaging. Ook vinden ze het belangrijk dat ze kunnen reageren onder berichten die geplaatst worden op de website. In het online magazine, dat een aantal keer per jaar op de website geplaatst zal worden, willen ze onderwerpen zien als: sport, liefde, grappige filmpjes, weetjes, sociale media en tips. Dit alles gerelateerd aan diabetes. Dit rapport eindigt met de resultaten die uit de interviews en panelgesprekken zijn gekomen. Daarnaast heb ik antwoord gegeven op de probleemstelling. Uit de resultaten en het antwoord op de probleemstelling volgen aanbevelingen. De aanbevelingen zijn verwerkt in een dummy van het online medium. Deze dummy geeft antwoord op de probleemstelling en is een beeldend advies voor DVN. Het rapport eindigt met de evaluatie, de literatuurlijst en de bijlagen.
Management review This thesis was written as part of my graduation from the University of Amsterdam, department Media, Information & Communication. The study has been conducted for the Dutch diabetes association (Diabetesvereniging Nederland, DVN). The central research question of this thesis is: What should the editorial formula of an online medium for children from 13 to 16 years old with diabetes look like and how can this online medium ensure that the intention is communicated with diabetic peers? As solution I introduced an online medium, because this is a solid anchor for building an online community. Implementing a social media page only would not be sufficient as the popularity of this channel may be temporary. In order to answer the research question, I conducted both desk research and field research. I started with desk research, which includes DVN’s research wishes, the target audience and how an online community should be built up. Furthermore I conducted an analysis of potential competitors on this niche market, complemented by a chapter which elaborates on successful similar concepts. All of these concepts use social media to promote the website, which may therefore be a useful and successful element for the online medium. For international comparison purposes, I conducted an analysis for the website MyLife Explore. This website targets young people with diabetes in England and was designed by the British Diabetic Association. It contains information about diabetes, funny movies, stories about famous diabetics and provides the possibility for online communication via the Facebook page of MyLife Explore. Next I looked at trends and theories that might be applicable to the online medium. The highlighted trends in this research are: mobile internet, video service Vine and search engine optimization. Mobile internet use has increased among youths, so this is a trend that should be taken into account. The video service Vine can be used to build the online community. That may draw the attention of young diabetics. Also search engine optimization is important for the online medium. Research shows that websites are mostly found through Google, so it is important to use search engine optimization. In order to find out what the online medium should look like and how the online community must be built, I held several interviews and organized two panel discussions. The interviews pointed out that the parents and the medical attendant think that attracting attention of teenagers is difficult. However, they support the idea of an online medium for this audience where they can communicate with other young people with diabetes. The interview with the online communication expert shows that it is important that the online medium is accessible on a laptop, a computer, a tablet and a smartphone. This promotes the building of the online community. It is also important that social media are involved.
The panel discussions showed that young people want a sleek online medium where they can communicate with other young people with diabetes. They want contact through a forum or instant messaging. They also find it important to be able to react on messages which are posted on the website. In the online magazine, which will be posted on the website a several times a year, they would like to see the topics such as the following and all related to diabetes: sports, love, funny videos, trivia, tips and social media. The report concludes with the results of the interviews and panel discussions and formulation of an answer to the research question. Furthermore, the results of the interviews and panel discussions are translated into recommendations. These recommendations have been incorporated into a dummy of the online medium. This dummy answers the problem and is a visual advice for DVN. The final part of the report contains an evaluation, a bibliography and the appendices.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
9
Inhoud Voorwoord
3
Management samenvatting
5
Management review
7
1
Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Probleemstelling 1.3 Doelstelling
1.4 Opbouw van het rapport 1.5 Deelvragen 2
Methoden en technieken
2.1 Afbakening van het onderzoek
14 14 14 15 17 17
17
2.1.3 Operationalisatie begrippen
17
2.1.4 Begripsafbakening
2.1.5 Doelgroep beschrijving
2.1.6 Vorm panelgesprek en interview
2.2 Productonderzoek
17 18 18 18
19
2.2.1 Waarom productonderzoek
20
2.2.3 Aanpak
20
2.2.2 Methode
2.2.4 Interview
2.2.5 Panelgesprek
2.3 Dataverzameling methoden
20 20 20
21
2.3.1 Werving deelnemers
21
2.3.3 Validiteit
21
2.3.2 Betrouwbaarheid 2.4 Analysemethode
21 22
2.4.1 Weergave resultaten
22
2.4.3 Beperkingen
22
2.4.2 Verwerking van gegevens
Diabetesvereniging Nederland
3.1 Activiteiten DVN
3.2 Motief en wensen 3.3 Conclusie 4
13
2.1.1 Doel van het onderzoek
2.1.2 Beantwoording probleemstelling
3
13
De doelgroep
4.1 Doelgroep beschrijving
22
23 23 23 24 25 25
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
10
4.2 Onderzoekspopulatie
25
4.3 Vrijetijdsbesteding
25
4.3.1 Dagindeling
25
4.3.3 Hobby’s
26
4.3.2 Sport
4.3.4 Uitgaan
4.4 Internetgebruik
26 26
26
4.4.1 Sociale media gebruik
27
4.6 Onderwerpen online medium
28
4.5 Veiligheid
4.7 Eisen website
28
4.7.3 ‘Sharen’
29
4.7.4 Pluspunten
4.8 Conclusie
Online community building
5.1 Opzetten
5.2 Community voor jongeren met diabetes 5.3 Conclusie 6
Concurrentie & Best Practices
6.1 Concurrenten
6.1.1 Bas van de Goor Foundation 6.1.2 Unlimited
6.2 Succesvolle concepten
29
29 31 31 32 33 35 35
35 36
36
36
6.2.3 Inspiratie voor online medium
41
6.3 Conclusie
Trends & theorieën
7.1 Trends
38 41 43 43
7.1.1 Mobiel internet
43
7.1.3 Zoekmachines
43
7.1.2 Vine 7.2 Theorieën
7.2.1 Theorie 3: Peergroup
7.2.2 Theorie 2: AIDA (Attention, Interest, Desire, Action)
7.3 Conclusie 8
29
6.2.1 Buitenland (Internationale component) 6.2.2 Binnenland
7
28
4.7.1 Taalgebruik en tekst 4.7.2 Vormgeving
5
27
Resultaten onderzoeksmethoden
8.1 Verloop van dataverzameling 8.2 Interviews
8.2.1 Resultaten interviews: ouders
43 44
44 44
45 47 47 47
47
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
8.2.2 Resultaten interviews: medische begeleider
8.2.3 Resultaten interview: expert online communicatie
8.3 Panelgesprekken
8.3.1 Resultaten panelgesprek: meisjes (13 t/m 16 jaar) met diabetes
8.3.2 Resultaten panelgesprek: jongens (13 t/m 16 jaar) met diabetes
8.4 Voorbeelden
8.4.1 Feedback, veranderingen en toevoegingen
8.5 Klik test homepage website 9
Conclusies en aanbevelingen
9.1 Conclusie resultaten
9.2 Beantwoording probleemstelling 9.3 Aanbevelingen 10
Evaluatie afstuderen
10.1 Verloop onderzoeksproces 10.2 Validiteit
10.3 Mogelijkheden vervolg onderzoek
11
48 49
50
50 55
59
59
60 61 61 62 64 65 65 66 66
Literatuurlijst
67
Bijlage I: Plan van aanpak
71
Bijlage II: Goedkeuring Plan van Aanpak
81
Bijlage III : Afbeeldingen en tabellen
83
Bijlage IV: Interviewvragen ouders
89
Bijlage V: Interviewvragen medisch begeleider
91
Bijlage VI: Interviewvragen online communicatie expert
93
Bijlage VII: Topiclijst panelgesprek
95
Bijlage VIII: Opnames interviews en panelgesprekken & samenvattingen panelgesprekken
99
Bijlage IX: Oproepjes panelgesprekken
115
Bijlage X: Veranderingen na feedback
117
Bijlage XI: Dummy
119
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
1
13
Inleiding
De aanleiding van het onderzoek, de probleem- en doelstelling en de opbouw van het rapport zijn in dit hoofdstuk beschreven.
1.1 Aanleiding Jaarlijks groeit het aantal kinderen met diabetes. In de puberteit is het risico aanwezig dat deze kinderen het hebben van diabetes gaan verwaarlozen. Adviezen van ouders worden niet aangenomen, hun levensstijl verandert en het is niet ‘stoer’ om diabetes te hebben dus wordt de ziekte vaak ontkent. Dit kan leiden tot hoge bloedglucose waardes en kan complicaties zoals hart- en vaatziekten of blindheid veroorzaken. Communiceren met leeftijdsgenoten kan de kinderen in deze fase van hun leven helpen om te gaan met diabetes. (Leesbaaronderzoek.nl, z.j.) Een medium dat aantrekkelijk is voor deze doelgroep en de doelgroep uitnodigt om met leeftijdsgenoten met diabetes te communiceren, is er niet in Nederland. Diabetesvereniging Nederland brengt voor kinderen tot ongeveer 12 jaar het print magazine SugarKids uit en voor volwassenen het print magazine Diabc. Voor de doelgroep 13 tot en met 16 jaar is er nog geen medium ontwikkeld. Er is geen magazine of website waar zij informatie kunnen vinden over diabetes en er is geen medium waar zij met leeftijdsgenoten met diabetes kunnen communiceren. De doelgroep 13 tot en met 16 jaar, waar ik mijn product voor wil ontwikkelen, is opgegroeid met internet en sociale media. Diabetesvereniging Nederland wil voor deze doelgroep graag een online medium ontwikkelen. Dit online medium kan gekoppeld worden aan sociale media zoals Twitter en Facebook en zo moet er een online community ontstaan. Dit biedt de doelgroep mogelijkheden om met elkaar te communiceren over verschillende onderwerpen die te maken hebben met diabetes en onderwerpen die niet te maken hebben met diabetes. Waarom wordt er gekozen voor een online medium en niet voor een sociale mediastrategie? Sociale media zijn erg trendgevoelig. Kijk bijvoorbeeld naar Hyves. Het aantal unieke bezoekers is sinds december 2010 sterk gedaald. Zo waren er in december 2010 bijna 9 miljoen unieke bezoekers en in februari 2012 nog maar een kleine 6 miljoen unieke bezoekers. Zie afbeelding 1 in bijlage III. Hieruit blijkt dat sociale media websites trendgevoelig zijn er daarom geen solide anker zijn als medium op zich. Daarom wordt er in dit onderzoek, onderzoek gedaan naar hoe een online medium eruit moet komen te zien en wat het online medium moet bevatten. En wordt er geen sociale mediastrategie uitgezet, maar wordt er onderzocht hoe een online community opgebouwd moet worden. In opdracht van Diabetesvereniging Nederland wordt onderzocht wat de doelgroep, jongeren van 13 tot en met 16 jaar met diabetes, graag willen zien en lezen op een online
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
14
medium. Ook wordt onderzocht hoe door middel van een online medium er voor gezorgd kan worden dat deze doelgroep met elkaar in contact kan komen en met elkaar gaat communiceren.
1.2 Probleemstelling De probleemstelling die in dit onderzoek gehanteerd wordt is: Hoe moet de redactionele formule van een online medium voor kinderen van 13 tot en met 16 jaar met diabetes eruitzien en hoe kan dit online medium ervoor zorgen dat de doelgroep gaat communiceren met leeftijdsgenoten met diabetes?
1.3 Doelstelling De doelstelling van dit onderzoek is: Inzicht geven in een redactionele formule van een online medium om een dummy te ontwikkelen die ervoor zorgt dat de doelgroep, jongeren van 13 tot en met 16 jaar met diabetes, gaat communiceren met leeftijdsgenoten met diabetes.
1.4 Opbouw van het rapport Dit rapport is opgebouwd uit verschillende hoofdstukken. Het rapport begint met een hoofdstuk over de opdrachtgever, Diabetesvereniging Nederland. In dit hoofdstuk wordt beschreven wat voor organisatie DVN is, wat ze doen, wat hun motief is en wat hun wensen zijn voor een online medium. Vervolgens komt er een hoofdstuk over de doelgroep. Hierin wordt de doelgroep beschreven. Hoe groot is de doelgroep, wat zijn hun interesses, vrijetijdsbesteding en wat is er al bekend over wat de doelgroep zou willen zien in een online medium. Hierna komt het hoofdstuk Online community building. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een online community opgebouwd moet worden en hoe dit het beste kan rondom het online medium voor jongeren met diabetes. Het daarop volgende hoofdstuk gaat over de concurrentie en best practices. In dit hoofdstuk wordt er een concurrentie analyse gemaakt en worden de best practices van andere soortgelijke concepten van binnen- en buitenland beschreven. Vervolgens komt het hoofdstuk Trends & Theorieën, dit hoofdstuk gaat over trends en theorieën die van toepassing zijn op dit onderzoek. Na deze hoofdstukken, die vallen onder deskresearch, komt er het hoofdstuk Resultaten onderzoeksmethoden. Dit hoofdstuk wordt in vieren gesplitst. De resultaten van de panelgesprekken met de doelgroep, de resultaten van de interviews met de ouders en de resultaten van het interview met de medische begeleider en de resultaten van het interview met de online communicatie expert.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
15
Aan het eind van het rapport komt het hoofdstuk Conclusies en aanbevelingen. Hierin worden de conclusies van het desk- en fieldresearch gegeven, wordt er antwoord gegeven op de probleemstelling en worden er aanbevelingen gegeven.
1.5 Deelvragen Deelvraag 1: De opdrachtgever 1. Wie is de opdrachtgever? 2. Wat doet de opdrachtgever? 3. Waarom wil de opdrachtgever een online medium? 4. Wat zijn de wensen van de opdrachtgever? Deelvraag 2: De doelgroep •
Hoe groot is de doelgroep?
•
Hoe ziet de doelgroep eruit?
•
Wat zijn de interesses van de doelgroep?
•
Wat zijn de hobby’s van de doelgroep?
•
Wat is het internetgebruik van de doelgroep? (frequentie en doelen)
•
Wat leest de doelgroep op internet?
•
Leest de doelgroep online magazines? Zo ja, welke?
•
Wat is het sociale media gebruik van de doelgroep?
•
Wat zou de doelgroep willen zien op een online medium/in een online magazine?
Deelvraag 3: Online community building •
Wat is een online community?
•
Hoe kan er een online community opgebouwd worden?
•
Welke mediakanalen moeten er bij online community betrokken worden?
•
Hoe moet een online community voor jongeren met diabetes opgebouwd worden?
•
Hoe denkt een online communicatie expert dat een online community opgebouwd moet worden?
Deelvraag 4: Concurrentie/Best Practices •
Wat is de concurrentie van het online medium? (direct/indirect)
•
Zijn er in het buitenland soortgelijke concepten?
•
Wat gebruiken soortgelijke concepten in zowel binnen- als buitenland voor een elementen om de doelgroep met elkaar te laten communiceren?
•
Wat kan er overgenomen worden van andere succesvolle concepten?
Deelvraag 5: Trends/Theorieën •
Welke trends zijn er op het gebied van online magazines?
•
Welke trends zijn er op het gebied van sociale media?
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
•
Welke trends zijn er op het gebied van communicatie?
•
Welke theorieën hebben er betrekking op het onderzoek?
Deelvraag 6: Wensen doelgroep •
Wat wil de doelgroep op een online medium?
•
Hoe wil de doelgroep dat een online medium eruit ziet?
•
Hoe vaak wil de doelgroep een online magazine uitkomt?
•
Waar wil de doelgroep communiceren met leeftijdsgenoten met diabetes?
•
Wat willen ouders dat er in een online magazine/medium komt?
•
Wat willen medische begeleiders dat er in een online magazine/medium komt?
Deelvraag 7: Dummy •
Hoe ziet de concept dummy eruit?
•
Wat is de inhoud van de concept dummy?
•
Welke onderwerpen komen in de concept dummy?
•
Wat is de lay-out van de concept dummy
•
Hoe ziet de uiteindelijke dummy eruit?
•
Wat is de inhoud van de uiteindelijke dummy?
•
Welke onderwerpen komen in de uiteindelijke dummy?
•
Wat is de lay-out van de uiteindelijke dummy?
•
Hoe worden sociale media gekoppeld aan de uiteindelijke dummy?
16
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
2
17
Methoden en technieken
In dit onderzoek worden verschillende methoden gebruikt om erachter te komen hoe door middel van een online medium de doelgroep meer met leeftijdsgenoten met diabetes kan communiceren. In dit hoofdstuk worden de methoden die gebruikt gaan worden beschreven.
2.1 Afbakening van het onderzoek In deze paragraaf wordt omschreven wat het doel van het onderzoek is, hoe de probleemstelling beantwoord gaat worden en welke onderzoeksmethoden er gebruikt gaan worden. 2.1.1 Doel van het onderzoek Het doel van dit onderzoek is om de wensen en behoefte van de doelgroep, jongeren van 13 tot en met 16 jaar met diabetes, ten opzichte van een online medium te achterhalen. Met deze informatie wordt er een dummy van een online medium gemaakt voor Diabetesvereniging Nederland. Dit online medium moet er voor zorgen dat de doelgroep met elkaar gaat communiceren en er een online community gebouwd wordt. Door middel van dit onderzoek wil ik erachter komen wat de doelgroep voor soort online medium wil zien, welke onderwerpen daar op moeten komen, in welke vorm de content getoond moet worden, hoe ze met elkaar willen communiceren en wat de vormgeving moet zijn. Als advies maak ik een dummy van het online medium. Met deze dummy heeft DVN een beeldend advies waarmee zij eventueel het online medium verder kunnen opzetten. 2.1.2 Beantwoording probleemstelling Hoe moet de redactionele formule van een online medium voor kinderen van 13 tot en met 16 jaar met diabetes eruitzien en hoe kan dit online medium ervoor zorgen dat de doelgroep gaat communiceren met leeftijdsgenoten met diabetes? Dit is de probleemstelling. Om de probleemstelling te beantwoorden wordt er gebruikgemaakt van desk- en fieldresearch. Voor de deskresearch is er gebruik gemaakt van literatuuronderzoek om informatie te verkrijgen over de opdrachtgever, de doelgroep, online community building, concurrentie, best practices, trends en theorieën. Het fieldresearch is opgesplitst in interviews en panelgesprekken. De interviews zijn gehouden met ouders, een medisch begeleider en een expert op het gebied van online communicatie. De panelgesprekken zijn gehouden met de doelgroep. Een panelgesprek met meisjes en een panelgesprek met jongens. 2.1.3 Operationalisatie begrippen In dit rapport kunnen een aantal begrippen staan die niet voor iedereen bekend zijn. In deze paragraaf worden deze begrippen geoperationaliseerd. Communicatie: Met het begrip communicatie wordt bedoeld op welke manier jongeren met elkaar willen communiceren. Dit kan bijvoorbeeld via Twitter, Facebook, chatten, o.i.d. zijn. Dit begrip wordt geoperationaliseerd door vragen te stellen over het gebruik van
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
18
verschillende mediakanalen, welke apparaten ze gebruiken voor internet en hoe een online medium in hun ogen eruit moet komen te zien. 2.1.4 Begripsafbakening In deze paragraaf worden verschillende begrippen die terugkomen in dit rapport uitgelegd. DVN
In dit onderzoeksrapport wordt de afkorting DVN gebruikt, deze afkorting staat voor Diabetesvereniging Nederland.
Diabetes
Diabetes is onder te verdelen in twee types. Type 1 en type 2. Als er wordt gesproken over diabetes in dit onderzoeksrapport, wordt hiermee type 1 bedoeld.
Sharing
Met sharing wordt het delen van berichten op sociale media bedoeld.
Dummy
In dit onderzoeksrapport wordt er gesproken over een dummy. Hiermee wordt de eerste proefversie van het online medium bedoeld.
Communiceren
In dit onderzoeksrapport wordt er gesproken over het onderling communiceren van de doelgroep. Hiermee wordt bedoeld dat ze met elkaar in contact komen via internet en eventueel fysieke afspraken maken.
Online medium
Voorbeelden van een online medium zijn: een Facebook pagina, website, online magazine, applicatie.
2.1.5 Doelgroep beschrijving De doelgroep waarop dit onderzoek gericht is, zijn jongeren van 13 tot en met 16 jaar met diabetes. Er is voor de doelgroep jongeren van 13 tot en met 16 jaar met diabetes gekozen, omdat voor deze doelgroep geen overkoepelend medium is wat de mogelijkheid biedt om te communiceren met leeftijdsgenoten met diabetes. Zoals verderop in dit rapport is te lezen, bestaat de doelgroep uit een geschat aantal van 3000 á 4000 personen. (DVN, 2012) De afgelopen 5 jaar is dit aantal flink gestegen, dit zou kunnen betekenen dat de doelgroep de komende jaren ook sterk groeit. 2.1.6 Vorm panelgesprek en interview De onderzoeksmethoden die in dit onderzoek gebruikt worden zijn interviews en panelgesprekken.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
19
Interview De interviews zijn gehouden met een moeder van iemand uit de doelgroep, een vader van iemand uit de doelgroep, een medische begeleider en een expert op het gebied van online communicatie. Voor- en nadelen interview Voordelen -
Er kan doorgevraagd worden naar achterliggende informatie;
-
Flexibel, kan overal plaatsvinden.
Nadelen -
Er kunnen geen conclusies getrokken worden die voor de hele doelgroep gelden;
-
Interviewer kan onbewust de geïnterviewde beïnvloeden.
(Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.) Panelgesprek De panelgesprekken zijn gehouden met acht personen uit de doelgroep. Er is een panelgesprek gehouden met jongens en een panelgesprek met meisjes. In elk panelgesprek waren alle leeftijden binnen de doelgroep vertegenwoordigd. Door middel van de panelgesprekken is er een goed beeld ontstaan van wat de doelgroep wil zien en lezen op een online medium. De deelnemers voor de panelgesprekken zijn verkregen door oproepen uit te sturen vanuit kanalen van DVN en vanuit mijn eigen netwerk. Dit eigen netwerk houdt in dat eventuele deelnemers aan de interviews en panelgesprekken ‘via via’ geregeld worden. Er zal gezorgd worden dat de deelnemers onderling elkaar niet kennen. De deelnemers zullen voor de gespreksleider ook onbekend zijn. Voor de panelgesprekken is een topiclijst opgesteld. Deze topiclijst is te zien in bijlage VII. Voor- en nadelen panelgesprek Voordelen -
Snel verkrijgen van ideeën;
-
Deelnemers kunnen op elkaar reageren, hierdoor geven ze openhartiger antwoord;
-
Mogelijkheid om voorbeelden te tonen.
Nadelen -
Beperkt aantal deelnemers;
-
Er kunnen geen conclusies getrokken worden die voor de hele doelgroep gelden;
-
Deelnemers kunnen elkaar beïnvloeden.
(Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.)
2.2 Productonderzoek Productonderzoek is bedoeld om bestaande producten te testen of voor het onderzoeken van nieuwe concepten. Door middel van een productonderzoek kunnen er ideeën en
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
20
informatie worden opgedaan voor een nieuw product. En wordt er gekeken wat de wensen van de doelgroep zijn voor een nieuw product. (Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.) In deze paragraaf wordt beschreven hoe ik dit productonderzoek het beste kan uitvoeren. 2.2.1 Waarom productonderzoek Als je een nieuw product op de markt wil brengen is het belangrijk om te weten wat de wensen van de doelgroep zijn voor zo’n nieuw product. Je maakt het product ten slotte voor deze doelgroep, dus is het belangrijk dat dit product afgestemd is op hun wensen. Als de wensen en behoeften van de doelgroep achterhaald zijn, kan deze informatie gebruikt worden om de redactionele formule voor het nieuwe product op te zetten en het concept uit te werken. (Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.) 2.2.2 Methode Productonderzoek kan op verschillende manieren uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld door middel van een groepsdiscussie, diepte-interviews, face-to-face straatinterviews en een inhome onderzoek. (Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.) 2.2.3 Aanpak Als eerste is het belangrijk om te bekijken welke uitvoering het beste bij het onderzoek past. Als deze uitvoering gekozen is, moet er een vragenlijst opgesteld worden. Als de vragenlijst af is moet deze voorgelegd worden aan het bedrijf waarvoor het onderzoek gedaan wordt. Het bedrijf kan dan nog dingen toevoegen of weglaten uit de vragenlijst voor een beter resultaat. Als de vragenlijst definitief is kan het onderzoek van start gaan. Als alle resultaten binnen zijn kan alles verwerkt worden. De resultaten worden weergegeven in een conclusie en aanbevelingen. (Lezersonderzoek.com, z.j.) 2.2.4 Interview Voor het onderzoek voor Diabetesvereniging Nederland wordt er gebruikgemaakt van de onderzoeksmethoden panelgesprek en interview. Een interview geeft de mogelijkheid om de geïnterviewde een eigen mening te laten geven. Er worden interviews gehouden met ouders van de doelgroep, een medisch begeleider en een expert op het gebied van online communicatie. Dit moet het onderzoek verbreden. Zo wordt er inzicht gegeven in wat de omgeving van de doelgroep verwacht van een online medium voor jongeren met diabetes en hoe het beste een online community opgebouwd kan worden. Door de interviews moet er een compleet beeld ontstaan van wat, buiten wat de doelgroep vindt, de eisen voor een online medium zijn. 2.2.5 Panelgesprek Net zoals bij een interview, geeft een panelgesprek mogelijkheid tot het geven van een eigen mening. Ook is het mogelijk om de deelnemers onderling te laten discussiëren.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
21
Topiclijst De topiclijst wordt opgesteld samen met de opdrachtgever. Het is belangrijk dat er goed nagedacht wordt over welke topics en vragen er aan bod komen, omdat de kans er nu is om de juiste vragen te stellen. Ook is het belangrijkrijk dat het panelgesprek op een logische manier is opgebouwd. En dat er goede ‘doorvraag-vragen’ zijn voorbereid, zodat er een uitgebreid antwoord kan worden gegeven door de deelnemer. Inhoud topiclijst Door het houden van panelgesprekken wil ik er achter komen wat de doelgroep wil zien en lezen op een online medium. Om hier achter te komen zullen er topics aan bod komen zoals diabetes, online magazines, magazines, wat missen ze, hoe moet het online medium eruit zien, interactiviteit en onderwerpen. Ook worden er voorbeelden voorgelegd, zodat de deelnemers aan kunnen geven wat ze hier wel en niet goed aan vinden qua vormgeving en onderwerpen.
2.3 Dataverzameling methoden In deze paragraaf wordt de dataverzameling van de verschillende methoden beschreven. 2.3.1 Werving deelnemers De deelnemers van de panelgesprekken heb ik gevonden door een oproep op Dvn.nl te plaatsen. Deze oproep is verspreid door middel van Twitter en Facebook. In bijlage IX zijn voorbeelden van deze oproepjes te bekijken. Ook is er een mailing met de oproep vanuit DVN uitgegaan naar alle 12- tot en met 17-jarigen die lid zijn van DVN. Daarnaast is er een oproep geplaatst in de ledennieuwsbrief van DVN. 2.3.2 Betrouwbaarheid Om de betrouwbaarheid van het onderzoek te vergroten zijn de deelnemers goed ingelicht over de inhoud van het gesprek. Begrippen die eventueel voor verwarring kunnen zorgen zijn nader toegelicht. 2.3.3 Validiteit Validiteit betekent de geldigheid van het onderzoek. Er wordt gekeken naar de echtheid, het waarheidsgehalte van het onderzoek. De belangrijkste vormen van validiteit zijn de geldigheid van het meetinstrument en de geldigheid van de onderzoeksgroep. (Verhoeven, 2007) Interne validiteit Interne validiteit houdt in dat het belangrijk is om de juiste conclusies te trekken uit de resultaten. Een grote rol daarbij speelt de vorm van geldigheid van de resultaten. Daarom is het belangrijk dat de deelnemers weten waar het over gaat en wat de begrippen inhouden.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
22
Als er wordt gesproken over bijvoorbeeld content of vormgeving, moet het voor de deelnemer duidelijk zijn waar het over gaat. Daarom is alles zo duidelijk mogelijk uitgelegd en besproken. (Verhoeven, 2007) Externe validiteit Externe validiteit houdt in dat de steekproef de juiste afspiegeling moet zijn van de populatie. Als dit zo is kan er gezegd worden dat de onderzoeksresultaten gegeneraliseerd worden naar de populatie. In dit onderzoek is er gestreefd naar een representatieve afspiegeling van de populatie. (Verhoeven, 2007)
2.4 Analysemethode In deze paragraaf wordt beschreven op welke manier de resultaten van het onderzoek zijn weergegeven. 2.4.1 Weergave resultaten De resultaten uit het onderzoek worden een overzichtelijke manier beschreven. In verschillende paragrafen wordt er een duidelijk overzicht gegeven van de uitkomsten van het onderzoek. 2.4.2 Verwerking van gegevens De interviews en panelgesprekken zijn gedeeltelijk face-to-face afgenomen en gedeeltelijk telefonisch. Van alle face-to-face gesprekken zijn geluidsopnames gemaakt, zodat het achteraf mogelijk was om de uitkomsten terug te luisteren. Van de telefonische interviews zijn aantekeningen gemaakt. Alle bruikbare informatie uit de gesprekken heb ik uitgezocht en uitgewerkt. De opnames en samenvattingen van de gesprekken zijn te vinden in bijlage VIII. 2.4.3 Beperkingen In dit onderzoek zijn er geen beperkingen op het gebied van medewerking van DVN of andere instellingen. Wel is er een beperking voor het bereiken van de doelgroep. De gegevens die bekend zijn bij DVN over de individuen van de doelgroep zijn vaak niet compleet. Zo ontbreekt er geregeld een e-mailadres of is alleen het e-mailadres van de ouders bekend. Dit kan een beperking zijn voor het onderzoek.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
3
23
Diabetesvereniging Nederland
Diabetesvereniging Nederland (DVN) is een vrijwilligersorganisatie in Nederland die mensen met diabetes vertegenwoordigt en hun belangen behartigt. Iedereen heeft andere behoeften wat betreft zorg en deze zorg moet aansluiten bij de behoeften. DVN maakt zich hier sterk voor. DVN pleit bij de overheid, zorgverzekeraars en zorgverleners voor betere diabeteszorg. Naast de vrijwilligers werken er ongeveer 45 medewerkers bij DVN in Leusden. Het hoogste orgaan binnen DVN is de algemene leden vergadering (ALV). Deze ALV stelt door middel van het beleidsplan een werkprogramma samen, stelt de begroting vast en benoemt het Algemeen Bestuur en de Raad van Toezicht. (Dvn.nl, z.j.) De missie van DVN is: “Vanuit ervaringsdeskundigheid verbeteren van lokale diabeteszorg en leden ondersteunen in hun leven met diabetes.” (Dvn.nl, z.j.)
3.1 Activiteiten DVN De hoofdactiviteiten van DVN zijn het bieden van voorlichting, van informatie over relevante onderwerpen en van activiteiten. Deze activiteiten worden georganiseerd voor personen van alle leeftijden. Voor de jongste kinderen is er de SugarKidsClub. De SugarKidsClub is een club die activiteiten organiseert waar kinderen met diabetes elkaar ontmoeten. Activiteiten zoals een stranddag, kampen, clinics en familiedagen. Ook komt er twee keer per jaar een SugarKidsClub magazine uit. (Sugarkids.nl, z.j.) Voor ouders van kinderen die lid zijn van de SugarKidsClub komt er negen keer per jaar het magazine Diabc uit. Dit is het magazine dat de leden met diabetes negen keer per jaar ontvangen. In dit magazine staan uiteenlopende artikelen over ontwerpen die komen kijken bij het hebben van diabetes. Verder brengt DVN verschillende folders, flyers en boekjes uit over onderwerpen die te maken hebben met diabetes. Daarnaast is er op de website Dvn.nl een DVN winkel waar diabetes benodigdheden gekocht kunnen worden. Voor vragen over diabetes gerelateerde onderwerpen heeft DVN de diabeteslijn. Vragen of meldingen kunnen ook gedaan worden via het forum of het meldpunt op Dvn.nl. Voor algemene informatie over diabetes onderwerpen worden er bijeenkomsten georganiseerd in de verschillende regio’s binnen Nederland. (Dvn.nl, z.j.)
3.2 Motief en wensen De voornaamste wens van DVN is inzicht krijgen in de wensen van de doelgroep wat betreft lezen over diabetes, voorlichting over diabetes en contact met anderen met diabetes. Ook
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
24
wil DVN een medium creëren waar de doelgroep met elkaar kan communiceren. Zoals al eerder in dit rapport is aangegeven bestaat er voor jongere kinderen de SugarKidsClub met onder andere het SugarKids magazine. Dit magazine heeft als doelgroep kinderen tot 16 jaar. DVN merkt dat vanaf 12 jaar de interesse voor dit magazine afneemt. Om toch de aandacht van deze kinderen vast te houden wil DVN een medium waarnaar de doelgroep kan overstappen als de interesse voor SugarKidsClub afneemt. (Willeke Veenendaal, 2013) Van 2001 tot 2007 is er een print magazine geweest voor de doelgroep, dit magazine heette Sugar.nl. Wegens financiële redenen is het publiceren van dit magazine in 2007 gestopt. (Willeke Veenendaal, 2013)
3.3 Conclusie Diabetesvereniging Nederland is een vrijwilligersorganisatie in Nederland die mensen met diabetes vertegenwoordigt en hun belangen behartigt. De hoofdactiviteiten van DVN zijn het bieden van voorlichting, van informatie over relevante onderwerpen en van activiteiten. DVN brengt voor jonge kinderen het print magazine SugarKids uit en voor volwassenen het print magazine Diabc. De voornaamste wens van DVN is inzicht krijgen in de wensen van de doelgroep wat betreft lezen over diabetes, voorlichting over diabetes en contact met anderen met diabetes. Ook wil DVN een medium creëren waar de doelgroep met elkaar kan communiceren.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
4
25
De doelgroep
In dit hoofdstuk wordt de grootte, de interesses, de hobby’s en het mediagebruik van de doelgroep omschreven. De cijfers in dit hoofdstuk zijn geen specifieke cijfers over jongeren met diabetes. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk inzicht gegeven in de onderwerpen die de doelgroep op een online medium zou willen zien.
4.1 Doelgroep beschrijving Zoals in hoofdstuk 2, paragraaf 2.1.5 te lezen is, bestaat de doelgroep uit jongeren van 13 tot en met 16 jaar met diabetes.
4.2 Onderzoekspopulatie Het precieze aantal jongeren wat binnen deze doelgroep valt is niet bekend. Dit komt omdat er geen landelijk systeem is waar de aantallen in bijgehouden worden. Wel zijn er verschillende schattingen. Diabeter, een nationaal expertise centrum op het gebied van diabetes, schat na een onderzoek van Nationaalkompas.nl, zie tabel 1 in bijlage III, dat er ongeveer 12.000 – 15.000 personen tot 25 jaar met diabetes type 1 zijn. Volgens hen is er de afgelopen 5 jaar een forse toename geweest. Diabeter schat de doelgroep op zo’n 3000 – 4000 personen. (Meneer H.J. Aanstoot van Diabeter, 2013) Naar schatting hebben in de leeftijd 13 tot en met 16 jaar ongeveer 3000 á 4000 personen diabetes type 1. Daarvan zijn naar schatting rond de 1000 personen lid van DVN. In tabel 2 in bijlage III zijn deze aantallen schematisch weergegeven.
4.3 Vrijetijdsbesteding Er zijn veel verschillende soorten vrijetijdsbesteding. Kinderen besteden hun vrijetijd anders dan jongeren, volwassenen en bejaarden. Ook is er een verschil tussen vrijetijdsbesteding van jongens en vrijetijdsbesteding van meisjes. (Cbs.nl, 2003) 4.3.1 Dagindeling Uit onderzoek van CBS blijkt dat 12- tot 24-jarigen bijna de helft van de dag besteden aan persoonlijke verzorging. Slapen, douchen, aankleden en eten vallen hieronder. Daarnaast zijn ze gemiddeld 4,5 uur bezig met school en betaald werk en zijn ze gemiddeld 1 uur onderweg. Voor vrijetijd blijft er dan gemiddeld 6 uur over. Met televisie kijken of muziek luisteren wordt een groot deel van deze vrije tijd gevuld, gemiddeld 2 uur per dag. Een groot deel wordt ingevuld door contacten met vrienden en familie. Daarnaast zijn er vrijetijdsbestedingen zoals spelletjes spelen, knutselen, muziek
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
26
maken, toneelspelen die gemiddeld een half uur per dag in beslag nemen. ‘Niets doen’, en sporten nemen allebei ook gemiddeld een half uur per dag in beslag. In tabel 3 in bijlage III zijn deze gegevens schematisch weergegeven. (Cbs.nl, 2003) 4.3.2 Sport Een groot deel van de doelgroep beoefent een sport. Acht op de tien jongeren doet per week minimaal een uur aan sport. In de leeftijd 12 – 17 jaar besteden jongens meer uren per week aan sport dan meisjes, namelijk minimaal vijf uur. Meisjes in deze leeftijd besteden tussen de één en vijf uur per week aan sport. Deze gegevens zijn terug te vinden in tabel 4 in bijlage III. (Cbs.nl, 2003) 4.3.3 Hobby’s Een vrijetijdsbesteding waar veel jongeren aan deelnemen zijn verenigingsactiviteiten. Minimaal eenmaal per maand doet twee derde van de doelgroep mee aan activiteiten die door een vereniging georganiseerd worden. Een kwart van de doelgroep besteed ongeveer een uur per week aan zingen en het bespelen van een instrument. Aan creatieve activiteiten zoals knutselen, schilderen en tekenen besteedt bijna 30% van de 12 – 17 jarigen minimaal een uur per week. Dit is weergegeven in tabel 5 in bijlage III. (Cbs.nl, 2003) 4.3.4 Uitgaan Wat betreft uitgaan wordt de doelgroep in tweeën gesplitst. 13 – 14 jarigen gaan niet tot nauwelijks uit en van de 15 – 16 jarigen gaat 42% maandelijks uit. Bij veel cafés en uitgaansgelegenheden geldt een minimale leeftijd van 16 jaar, maar uit onderzoek blijkt dat veel 15-jarigen ook in cafés en uitgaansgelegenheden te vinden zijn. In tabel 6 in bijlage III is weergegeven hoe vaak de doelgroep uitgaat. (Cbs.nl, 2003)
4.4 Internetgebruik Uit onderzoek blijkt dat een ruime meerderheid van alle Nederlanders gebruikmaakt van internet, namelijk 88,6%. In tabel 7 in bijlage III is te zien wat het internetgebruik naar leeftijd is. (Cbs.nl, 2009) Uit tabel 8 in bijlage III blijkt dat de tijd die kinderen aan media besteden in de leeftijd 13 tot 16 jaar het hoogst is. In het artikel Kinderen zien internet als water uit de kraan, van Nina Hoek van Dijke van Jong & Je Wil Wat, is internet voor kinderen ‘als water uit de kraan’. Ze gaan er vanuit dat een computer verbonden is met internet en als dit niet zo is ontstaat er vaak lichte paniek. Bij 12- tot en met 14-jarigen staat internetten met 42,8% op de tweede plaats van activiteiten die zij graag doen. De kinderen kunnen zich geen leven zonder internet meer voorstellen. Ze denken dat het leven zonder internet lastiger is want je kan geen dingen opzoeken voor school, muziek luisteren of afspreken met vrienden. (Frankwatching.com, 2012) In tabel 9 in bijlage III is te zien hoeveel uur per dag door de doelgroep gebruik wordt gemaakt van internet. 12- tot 14-jarigen gemiddeld 2-3 uur per dag. In tabel 10 in bijlage III
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
27
is te zien op welke locatie en hoeveel zij daar gebruik van internet maken. Op school en thuis wordt het meest van internet gebruikgemaakt. Ook is er onderzoek gedaan naar waar deze kinderen internet het meeste voor gebruiken. In de leeftijd 12-14 jaar wordt internet het meest gebruikt voor sociale media (71,1%), gevolgd door YouTube (63,3%) en chatten (34,2%). In tabel 11 in bijlage III is te zien waar kinderen internet het meeste voor gebruiken. 4.4.1 Sociale media gebruik Uit het artikel Kinderen zien internet als water uit de kraan blijkt dat 12- tot 14-jarigen internet vooral gebruiken voor sociale media. Zie tabel 11 in bijlage III. Het sociale medium Twitter is vooral in trek bij kinderen vanaf 12 jaar, 60,4% heeft op dit medium een account. 89,9% van de kinderen heeft ook een account op Hyves. Naarmate deze kinderen ouder worden, wordt er minder gebruikgemaakt van dit account. 57,2% heeft ook een account op Facebook, maar de doelgroep vindt dit medium soms lastig in gebruik. In tabel 12 in bijlage III is te zien bij welke sociale media de doelgroep een account heeft. Voor het opbouwen van een online community is het belangrijk dat de sociale media Facebook en Twitter gebruikt worden. Hier is de doelgroep het meeste op te vinden. Het sociale medium Twitter gebruikt de doelgroep vooral als communicatiemiddel voor contact met vrienden, familie en bekenden. Het medium wordt gebruikt om te chatten en om mensen op de hoogte te stellen van huidige activiteiten en huidige plaatsbepalingen. Het medium wordt de hele dag door gebruikt. (Frankwatching.com, 2012) Maar hoe actief zijn zij nou op deze sociale media accounts? Uit het artikel Kinderen op Hyves, Facebook en Twitter: nieuwe cijfers, van Remco Pijpers (2012), blijkt dat kinderen op Hyves ongeveer 4 updates per week doen, op Facebook 7 updates per week en op Twitter ongeveer 40 updates per week. Deze gegevens zijn weergegeven in tabel 13 in bijlage III.
4.5 Veiligheid Uit een onderzoek onder 12- tot 16-jarigen van DigiBewust blijkt dat 63% van de jongeren wel eens iets onaangenaams heeft meegemaakt op internet. Voorbeelden van deze onaangename ervaringen zijn benadering van een onbekend persoon, hacken, bedreigingen of discriminatie. Uit het zelfde onderzoek blijkt dat de ouders van deze kinderen een heel ander beeld hebben van deze onaangename ervaringen. 46% van de jongeren is weleens benaderd door een onbekende op internet, ouders denken dat dit aantal op 19% ligt. (Digibewust.nl, 2013)
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
28
Ook blijkt uit dit onderzoek dat ouders geen idee hebben van wat hun kinderen doen op internet en of ze veilig internetten. 83% van de ouders praat wel met zijn kind over veilig internetten, maar of het ook daadwerkelijk gebeurt is voor hen onduidelijk. In tabel 14 in bijlage III is te zien hoe groot de verschillen zijn tussen wat de kinderen meemaken op internet en wat ouders daarvan weten. (Digibewust.nl, 2013) Uit het onderzoek van DigiBewust komt ook dat jongeren vinden dat bij veel veiligheidskwesties op internet de organisatie van de website verantwoordelijk is voor de veiligheid. Wel vinden zij dat ze zelf ook een aandeel hebben in de verantwoordelijkheid. In tabel 15 in bijlage III zijn deze gegevens weergegeven. (Digibewust.nl, 2013) Bij het bouwen van een online community voor de doelgroep van het onderzoek moet rekening gehouden worden met veiligheid. Er zal toezicht gehouden moeten worden opdat er geen bedreigen geuit kunnen worden op het online medium en dat het niet mogelijk is om gepest te worden via het online medium. Ook zal er toezicht gehouden moeten worden op wat er besproken wordt op het forum.
4.6 Onderwerpen online medium In hoofdstuk 6 Concurrentie & Best Pratices zijn voorbeelden te zien van soortgelijke concepten uit binnen- en buitenland. Deze succesvolle concepten hebben vaak dezelfde onderwerpen op hun website of in hun magazine. Onderwerpen zoals sport, liefde & seks, lifestyle, cultuur, entertainment en video’s. Uit paragraaf 4.4 Internetgebruik blijkt dat sociale media, YouTube en chatten de favoriete bezigheden zijn van de doelgroep. Het is dus belangrijk om op een online medium rekening te houden met deze activiteiten en deze kanalen ook te gebruiken voor het opbouwen van een online community.
4.7 Eisen website Op het gebied van hoe kinderen en jongeren een website willen zien, is al veel onderzoek gedaan. Onder andere door de Nielsen Norman Group en door Eva Schouten (2011) in het artikel Tips om je website aantrekkelijk te maken voor jongeren. Uit deze onderzoeken blijkt dat jongeren internet gebruiken voor school, hobby’s, entertainment, nieuws, leren over nieuwe onderwerpen, praten met vrienden en online winkelen. Uit deze onderzoeken blijkt ook dat je deze onderwerpen in je website moet gebruiken om er voor te zorgen dat de website succesvol wordt. 4.7.1 Taalgebruik en tekst Uit onderzoek van de Nielsen Norman Group (2013) blijkt dat jongeren snel verveeld, afgeleid en gefrustreerd raken van een website. Lange teksten op websites zullen jongeren dan ook niet lezen. Volgens dit onderzoek kan een website voor jongeren het beste korte
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
29
stukjes tekst bevatten met veel witregels. Daarnaast is het gebruik van korte zinnen belangrijk. Jakob Nielsen van de Nielsen Norman Group maakt duidelijk dat er op een website voor jongeren niet kinderachtig geschreven moet worden. En dat het woord ‘kinderen’ vermeden moet worden. (Nielsen Norman Group, 2013) 4.7.2 Vormgeving Eva Schouten (2011) beschrijft in het artikel Tips om je website aantrekkelijk te maken voor jongeren, dat verschillende kleuren voor de voor- en achtergrond jongeren aanspreekt. Ook is het belangrijk dat de website een herkenbare stijl heeft en een persoonlijkheid. (Frankwatching.com, 2011) Hoe mooi het er allemaal ook uitziet het is vooral belangrijk dat de site snel laadt. Als een site langzaam is, haken jongeren vaak af. (Nielsen Norman Group, 2013) 4.7.3 ‘Sharen’ De Nielsen Norman Group heeft onderzocht dat je jongeren de mogelijkheid moet geven om iets te ‘sharen’, maar dat je het ‘sharen’ vooral niet moet forceren. Jongeren willen de baas blijven over wat ze wel en wat ze niet delen op sociale media. (Nielsen Norman Group, 2013) 4.7.4 Pluspunten Wat zijn onderdelen die belangrijk zijn op een website voor jongeren? Volgens Jakob Nielsen zijn vooral interactieve onderdelen op websites voor jongeren een succes. Als voorbeeld geeft hij onder andere online quizzen, spelletjes, een plek om foto’s en verhalen te delen, adviesforum en een prikbord. (Nielsen Norman Group, 2013) Ook humor is een belangrijke factor. Humor trekt jongeren aan. Humor zorgt ervoor dat jongeren de website gaan waarderen en dat het enthousiasme voor de website gestimuleerd wordt. Door grappen lezen jongeren verder. (Frankwatching.com, 2011)
4.8 Conclusie De doelgroep voor het onderzoek bestaat uit jongeren met diabetes van 13 tot en met 16 jaar. Het precieze aantal jongeren dat binnen deze doelgroep valt is niet bekend. Dit komt omdat er geen landelijk systeem is waar de aantallen in bijgehouden worden. Diabeter schat de doelgroep op zo’n 3000 – 4000 personen, waarvan er ongeveer 1000 lid zijn van DVN. De dagindeling van jongeren bestaat ongeveer voor de helft uit persoonlijke verzorging, daarnaast gaat ongeveer 5,5 uur van hun tijd op aan school, werk en reizen. Voor vrijetijd blijft er dan gemiddeld 6 uur over. Deze vrijetijd besteedt de doelgroep aan sport, verschillende hobby’s en uitgaan.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
30
Het blijkt dat de doelgroep veel gebruikmaakt van media. Het besteden van tijd aan media ligt in de doelgroep 13 tot en met 16 jaar het hoogst. Tegenwoordig gaan kinderen er vanuit dat internet overal aanwezig is, het is een eerste levensbehoefte geworden. Gemiddeld besteden zij twee uur per dag aan internetten. Op internet wordt er door de doelgroep het meest gebruikgemaakt van sociale media, YouTube en chatten. Omdat sociale media veel gebruikt wordt door de doelgroep is het belangrijk dat deze kanalen ingezet worden voor het opbouwen van een online community. Op het gebied van veiligheid heeft een groot deel van de doelgroep wel eens onaangename ervaringen gehad op internet. Uit onderzoek blijkt dat ouders vrij weinig afweten van wat hun kinderen doen op internet en of daar onaangename ervaringen bij komen kijken. De doelgroep vindt dat de organisatie, dus de website zelf, verantwoordelijk is voor de veiligheid op de website. Wel vinden ze dat ze zelf ook een deel van deze verantwoordelijkheid hebben. Qua wensen die bekend zijn over wat de doelgroep voor een eisen stelt aan een website is bekend dat jongeren graag korte stukjes tekst willen lezen en dat de website een herkenbare stijl moet hebben met verschillende kleuren voor de voor- en achtergrond. Ook is het belangrijk dat de website snel laadt en dat er interactieve elementen op de website aanwezig zijn.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
5
31
Online community building
Uit eerdere paragrafen blijkt dat jongeren zich veel bevinden op sociale media zoals Facebook en Twitter. Dit biedt dan ook de mogelijkheid om deze kanalen te gebruiken om online een community te bouwen, oftewel ‘online community building’.
5.1 Opzetten Via sociale media moet aandacht getrokken worden voor de website, het online magazine en het forum. In het artikel 12 KEYS TO BUILDING YOUR ONLINE COMMUNITY (z.j.), wordt beschreven hoe je het beste een online community kan bouwen. In het artikel wordt eerst duidelijk gemaakt dat er een verschil is tussen publiek en community. Publiek is niet interactief, ze delen geen berichten en communiceren niet onderling. Een community is wel interactief, er wordt onderling gecommuniceerd en berichten worden gedeeld. Vervolgens is het belangrijk dat het product waar je de community omheen wil bouwen goede content bevat, content die de doelgroep aanspreekt. Er moet gezorgd worden dat de content onderscheidend is van andere soortgelijke concepten. Ook is het belangrijk dat er regelmatig nieuwe content geplaatst wordt. Maandenlang niks plaatsen en vervolgens actief plaatsen laat geen goede indruk achter en bindt de doelgroep niet aan de website. Maak gebruik van verschillende media (bloggen, video, online magazine) om content te plaatsen op je website. Belangrijk voor een online community is dat de content makkelijk te verspreiden moet zijn. Goede content moet op z’n minst ‘geshared’ kunnen worden door de community op Facebook en Twitter. Alle content moet makkelijk te delen zijn met anderen. Daarnaast is het belangrijk om bij het opbouwen van een online community actief te zijn op sociale media. Deel als beheerder je eigen content, deel content van anderen, beantwoord vragen die gesteld worden en maak connecties met interessante mensen. Kies ook een manier van reageren op reacties op de website. Reageer je wel, of reageer je niet. Interviews houden met mensen kan ook een perfecte manier zijn om je community verder uit te bouwen. Hierdoor maak je nieuwe verbindingen. Ten eerste de persoon die je interviewt en vervolgens zijn netwerk. Als je tweet over iemand anders laat diegene dat dan weten. Gewoon een kort berichtje aan diegene om hem of haar te bedanken. Vraag diegene niet om het te retweeten, vaak gebeurt dit vanzelf.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
32
Belangrijk voor een community is dat online en offline gecombineerd worden. Bijvoorbeeld in de zin van mensen samenbrengen om te brainstormen, voor evenementen of bijvoorbeeld foto’s en video’s van offline evenementen online zetten. Een belangrijk punt wat genoemd wordt in het artikel 12 KEYS TO BUILDING YOUR ONLINE COMMUNITY (z.j.), is dat je je eigen sterke punten moet gebruiken voor het opbouwen van je community. Kan je goed schrijven, heb je een groot netwerk of kun je mooie filmpjes maken? Gebruik dit dan en laat dit zien. Het laatste punt wat genoemd wordt in het artikel is tijd. Er gaat tijd overheen voordat je community is opgebouwd. In het begin zullen er weinig reacties komen, maar langzamerhand moet dit meer worden. Belangrijk is dat je geduld hebt. (Therisetothetop.com, z.j.)
5.2 Community voor jongeren met diabetes Wat is er belangrijk bij het opbouwen van een community voor jongeren met diabetes? In paragraaf 5.1 is te lezen dat het belangrijk is om via verschillende kanalen te praten over het product, in dit geval het online medium. Zo vergroot je de kans dat de doelgroep in aanraking komt met de community. Uit het doelgroeponderzoek blijkt dat de doelgroep zich vooral bevindt op sociale media als Facebook en Twitter, dus deze kanalen zullen gebruikt moeten worden om de doelgroep te bereiken. Op Twitter zie je alleen tweets van vrienden of retweets van vrienden. Het is dus belangrijk dat tweets van het online medium geretweet worden en zo terecht komen bij de doelgroep. Hetzelfde geldt voor Facebook, alleen berichten van vrienden en gedeelde berichten zijn zichtbaar. Het stimuleren van het delen van berichten is dus van groot belang zodat de doelgroep deze berichten te lezen en te zien krijgt. Het doel van het online medium is de doelgroep te laten communiceren, dus de doelgroep moet geen publiek worden, maar een community. Deze community moet langzaam opgebouwd worden door het plaatsen van goede content die past bij de doelgroep, actief zijn op sociale media en door ervoor te zorgen dat mensen gaan praten over het online medium. De belangrijkste vraag die gesteld moet worden is: Hoe gaat de doelgroep deel uitmaken van de community? -
Er moet goede content op het online medium staan;
-
Via sociale media moet er content gedeeld worden;
-
De actieve doelgroep moet gestimuleerd worden om berichten van de website te delen op andere sociale media, zodat er doelgroep genoten kunnen worden aangetrokken.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
33
Berichten van het online medium kunnen gedeeld worden via het Twitter en Facebook account van DVN en via de website Dvn.nl.
5.3 Conclusie Jongeren bevinden zich veel op sociale media als Facebook en Twitter. Dit biedt dan ook de mogelijkheid om deze kanalen te gebruiken om online een community te bouwen, oftewel ‘online community building’. Ten eerste is het belangrijk om te weten dat er een verschil is tussen publiek en community. Publiek is niet interactief, er is geen mogelijkheid tot het delen van content en communicatie onderling. Een community is wel interactief, er wordt onderling gecommuniceerd en berichten kunnen worden gedeeld. Vervolgens is het belangrijk bij het opbouwen van een community dat er goede content gedeeld wordt. Content die aantrekkelijk is voor de doelgroep en onderscheidend is. Daarnaast is het belangrijk dat er regelmatig content geplaatst wordt. Als de content geplaatst is, moet het voor de doelgroep makkelijk zijn om deze te delen op sociale media. Daarnaast moet je zelf, als beheerder, ook actief zijn op sociale media, zodat de doelgroep lucht krijgt van het bestaan van het online medium. De doelgroep van dit onderzoek is actief op Facebook en Twitter, deze kanalen kunnen dus gebruikt worden voor het opbouwen van een online community. De belangrijkste vraag die gesteld moet worden is: Hoe gaat de doelgroep deel uitmaken van de community? -
Er moet goede content op het online medium staan;
-
Via sociale media moet er content gedeeld worden;
-
Het delen van berichten van de online community op sociale mediamoet gestimuleerd worden zodat de informatie bij de doelgroep terecht komt.
Berichten van het online medium kunnen gedeeld worden via het Twitter en Facebook account van DVN en via de website Dvn.nl.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
6
35
Concurrentie & Best Practices
In dit hoofdstuk wordt de concurrentie van het online medium onderzocht en wordt er gekeken naar succesvolle soortgelijke concepten uit het binnen- en buitenland. Daarnaast wordt er gekeken welke successen van deze concepten overgenomen kunnen worden.
6.1 Concurrenten Op het gebied van werving en donaties is het Diabetes Fonds een concurrent van DVN. Verder zijn zorgverzekeraars en fabrikanten indirecte concurrenten van DVN. Ze concurreren op het gebied van informatie verstrekken over bepaalde producten en onderwerpen die te maken hebben met diabetes. Wat betreft kinderen heeft DVN weinig concurrenten in Nederland die soortgelijke dingen doen voor kinderen en jongeren met diabetes. De Bas van de Goor Foundation (BvdGF) organiseert activiteiten voor kinderen en jongeren op het gebied van sport en is op dat gebied een concurrent van DVN. Op het gebied van (online) magazines is Unlimited een concurrent van het online medium voor de doelgroep, omdat de doelgroep ook binnen de doelgroep van Unlimited valt. 6.1.1 Bas van de Goor Foundation De Bas van de Goor Foundation (BvdGF) is een foundation die sportactiviteiten organiseert voor mensen met diabetes. Activiteiten in de vorm van sportdagen, kampen, clinics en challanges. Ook zet de BvdGF verschillende middelen in om mensen met diabetes bewust te maken van het positieve effect van sport op het leven met diabetes. (BvdGF.org, z.j.) Doelgroep De doelgroep van de BvdGF is mensen met diabetes. De organisatie vindt het belangrijk dat mensen met diabetes door middel van sport hun diabetes onder controle krijgen en stabiel houden. (BvdGF.org, z.j.) Website De website van de BvdGF is gericht op informatie geven over de foundation, informatie geven over activiteiten en de website geeft nieuws over diabetes en nieuws rondom de BvdGF. Op afbeelding 2 is een schermafbeelding van de homepage te zien.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
36
Afbeelding 2 Homepage website Bas van de Goor Foundation (Bvdgf.org)
Activiteiten De BvdGF organiseert activiteiten voor mensen met diabetes in alle leeftijdscategorieën. Onder andere sportieve uitdagingen zoals mee doen aan een marathon, wintersportkampen, sportdagen, verschillende clinics en sportkampen. 6.1.2 Unlimited Unlimited is een platform voor chronisch zieken en lichamelijk beperkte jongvolwassenen. Het platform wordt onderhouden door jongvolwassenen met een chronische ziekte of lichamelijke beperking en zij worden geholpen door professionals. Ze maken dit platform om de doelgroep te inspireren en te motiveren om in te zien welke kwaliteiten het leven heeft. Het motto van Unlimited is: Hou je vooral bezig met wat je wel kunt! (Unlimitedonline.nl, z.j.) Omdat de doelgroep van dit onderzoek binnen de doelgroep van Unlimited valt, kan het een concurrent zijn. In paragraaf 6.2.2. wordt Unlimited verder uitgelicht.
6.2 Succesvolle concepten Nederland is één van de landen met een goed georganiseerde diabetesvereniging. Een kenmerk van de goede organisatie is een overzichtelijke website. De website van DVN is overzichtelijk en voor vragen zijn ze dagelijks bereikbaar. 6.2.1 Buitenland (Internationale component) MyLife Explore Over de hele wereld zijn verenigingen en/of organisaties die te maken hebben met diabetes. Weinig landen hebben een online concept voor kinderen en jongeren. In Engeland bestaat er voor een soortgelijke doelgroep het concept MyLife Explore. Dit concept bestaat uit een website met filmpjes over verschillende onderwerpen, verhalen over beroemde mensen met diabetes, tips over diabetes, foto’s en algemene uitleg over diabetes. Op afbeelding 3 is een schermafbeelding te zien van de homepage van de website van MyLife Explore. (Diabetes.org.uk, 2008)
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
37
Afbeelding 3 Homepage website MyLife Explore (Diabetes.org.uk)
Bezoekersaantallen Omdat het een Engelse website is, is het niet mogelijk om de bezoekersaantallen van de website te achterhalen. Doelgroep MyLife Explore is bedoeld voor tieners met diabetes. Daarnaast is er ook een speciale MyLife voor kinderen met diabetes en een MyLife voor jongvolwassenen met diabetes. Alle drie de concepten hebben een aparte website. Onderwerpen Op de website van MyLife Explore komen verschillende onderwerpen aan bod. Er zijn zes hoofdonderwerpen die onderverdeeld worden in sub onderwerpen. Op afbeelding 4 zijn de hoofdonderwerpen te zien. Onder het hoofdonderwerp Me And My Diabetes, staan sub onderwerpen zoals sport, relaties, voeding, gezondheid en tips. Onder het hoofdonderwerp Help And Support, staan sub onderwerpen zoals emoties, wie kunnen mij helpen, problemen en jij kan helpen. Onder het hoofdonderwerp Fun Stuff, staan sub onderwerpen zoals foto’s, beroemde mensen, huisdieren, tips en filmpjes. Onder What Is Diabetes staat uitgelegd wat diabetes is en wat er allemaal bij komt kijken. Als laatste is er het hoofdonderwerp Get In Touch, daaronder staat hoe je met verschillende partijen in contact kan komen en hoe je op de MyLife online community komt. Afbeelding 4 Hoofdonderwerpen website MyLife Explore (Diabetes.org.uk)
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
38
Vormgeving De vormgeving van de website van MyLife Explore is vrij rommelig. Ze hanteren geen vaste vormgeving, maar gebruiken verschillende lettertypes en groottes. Dit maakt het algehele beeld onoverzichtelijk. Een positief punt is het logo en een duidelijke navigatie naar de hoofdonderwerpen. Qua kleurtinten maken ze gebruik van blauw, groen en geel. De achtergrond van de website is wit. Dit zorgt ervoor dat de website qua kleurgebruik overzichtelijk blijft. Social Media MyLife Explore heeft niet alleen een website, maar maakt ook gebruik van Facebook, Twitter, YouTube en Flickr. Dat maakt MyLife Explore een crossmedial concept. De Facebook pagina van MyLife Explore heeft een kleine 50.000 likes en is erg actief. Dagelijks worden er berichten geplaatst door zowel de organisatie als bezoekers van de pagina. Deze berichten worden veel geliked, sommige berichten hebben 300 likes of meer. Gemiddeld worden er tien reacties per bericht gegeven. Op Twitter is MyLife Explore ook actief. Bijna dagelijks gaan er tweets uit. Ook wordt er actief gereageerd op tweets van anderen en vragen die er gesteld worden. 6.2.2 Binnenland Op het gebied van diabetes zijn er in Nederland geen soortgelijke. Wel zijn er een aantal soortgelijke concepten die over andere ziektes of aandoeningen gaan. Op het gebied van diabetes zijn er wel een aantal verschillende forums en pagina’s waar de doelgroep terecht kan. Deze pagina’s hebben weinig bekendheid en hebben daarom niet het gewenste effect. Jongeren en kanker Stichting Jongeren en Kanker organiseert ontmoetingen tussen jongeren met kanker. Dit doen ze door middel van weekenden en activiteiten. Ook doen ze dit online via blogs en een forum. Daarnaast geven ze één keer per jaar een online magazine uit voor jongeren met kanker. Zie afbeelding 5 voor de cover van het magazine. (Jongerenenkanker.nl, 2013)
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
39
Afbeelding 5 Cover magazine Jongeren en Kanker (Jongerenenkanker.nl)
Doelgroep De doelgroep van Jongeren en Kanker zijn mensen tussen 18 en 35 jaar die geconfronteerd worden met kanker. Dit kan betekenen dat ze zelf kanker hebben of hebben gehad, maar ook dat ze iemand in hun omgeving hebben die kanker heeft. Jongeren en Kanker richt zich op mensen die hun ervaringen willen delen met anderen. (Jongerenenkanker.nl, z.j.) Bezoekersaantallen De website van Jongeren en Kanker heeft in april 2013 16.443 bezoeken gehad, waarvan 13.072 unieke bezoeken. Gemiddeld werden er 2,28 pagina’s bekeken. (A. Drenthel, 2013) Onderwerpen Onderwerpen die op de website van Jongeren en Kanker besproken worden zijn onderwerpen als zorg & behandeling, alles geregeld? en leven & geluk. Ook is er een blog waar interviews, columns en activiteiten op geplaatst worden. Een belangrijk onderdeel is het online magazine. Een magazine met verhalen over ervaringen en verhalen van mensen met kanker. Ook staan er recepten in het online magazine en verslagen van hoe activiteiten zijn geweest. Vormgeving Qua vormgeving wordt overal dezelfde stijl gehanteerd. Zowel op de website als in het online magazine. Er wordt veel gebruikgemaakt van grote, soms confronterende, foto’s. De kleuren die gebruikt worden zijn grijs, blauw, en groen/blauw. De website en het online magazine zijn strak vormgegeven, veel strakke lijnen en een strak lettertype. Sociale media Op het gebied van sociale media is Jongeren en Kanker erg actief. Ze hebben op Facebook een community pagina waar ideeën, vragen, oproepjes en artikelen op worden gezet. Zowel de organisatie zelf als bezoekers van de pagina kunnen berichten plaatsen. Berichten van
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
40
de organisatie worden veel geliked en gedeeld. Op deze berichten worden gemiddeld 2 á 3 reacties gegeven. Naast de communicatie via sociale media heeft Jongeren en Kanker ook een ontmoetingspagina voor jongeren met kanker. Deze pagina heet Internethaven.nl. In de maand april is deze website 4.804 keer bezocht, waarvan 3.458 unieke bezoeken. (A. Drenthel, 2013) Unlimited Zoals in paragraaf 6.1.2 te lezen is, is er in Nederland het platform Unlimited. Dit is een print magazine en een website voor jongvolwassenen met een chronische ziekte en/of lichamelijke beperking. (Unlimitedonline.nl, z.j.) Unlimited brengt vier keer per jaar het magazine Unlimited uit met daarin artikelen over het leven met een chronische ziekte of lichamelijke aandoening. Alle content wordt op een ‘stoere’ manier geschreven en gemaakt, dus je vindt in dit magazine en op de website geen saaie artikelen die jongeren niet interesseren. Het is voor jongeren, gemaakt door jongeren. Het print magazine van Unlimited komt vier keer per jaar uit. De prijs hiervan is € 4,95 per stuk. Op afbeelding 6 is één van de covers van het magazine te zien. Afbeelding 6 Cover Unlimited magazine (Unlimitedonline.nl)
Doelgroep De doelgroep van Unlimited bestaat uit jongvolwassen met een chronische ziekte of een beperking. Voorbeelden hiervan zijn spierziektes, epilepsie of de ziekte van Crohn. Ook diabetes valt hieronder. Bezoekersaantallen Het bezoekersaantal van de website van Unlimited is ongeveer 300 unieke bezoekers per maand. (Urlspion.nl, 2013) Onderwerpen De inhoud van het magazine en van de website van Unlimited is vooral gericht op het leven met een chronische ziekte of beperking. Onderwerpen als medisch, sport, liefde & seks, opinie, kunst & cultuur en ziek versus gezond worden in het magazine en op de website behandeld. Vormgeving De vormgeving van Unlimited is strak en simpel. Dit houdt in dat er gebruik wordt gemaakt van rechte lijnen en vierkante vormen. Qua basiskleurtinten wordt er gebruikgemaakt van zwart en grijs. Titels hebben een donkerroze tint. Daarnaast worden er veel foto’s gebruikt
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
41
en is er in de vormgeving rekening gehouden met buttons voor de sociale media Facebook, Twitter en Pinterest. Sociale Media De website van Unlimited is het begin van het platform. Vanuit de website is het mogelijk om informatie te vinden over het magazine, evenementen en informatie over de organisatie Unlimited. Daarnaast heeft Unlimited Facebook en Twitter. De Facebook pagina van Unlimited heeft 517 likes. Op de Facebook pagina van Unlimited worden berichten geplaats door Unlimted en door bezoekers. De berichten hebben gemiddeld 10 likes en 2 á 3 reacties. 6.2.3 Inspiratie voor online medium Welke succesvolle elementen van de verschillende soortgelijke concepten uit binnen- en buitenland kunnen overgenomen worden voor het online medium? Ieder van deze succesvolle concepten heeft een website, (online) magazine en een plek waar de doelgroep met elkaar in contact kan komen. Alle concepten hebben ook een Facebook en Twitterpagina waar actief op wordt gecommuniceerd, zowel door de organisatie zelf als door de bezoekers. Zoals in hoofdstuk 5 Online community building te lezen is, zijn deze elementen belangrijk om een online community te bouwen. Qua onderwerpen komt bij elk voorbeeld naar voren dat de ziekte of aandoening er in verwerkt is. Het hoeft geen hoofdonderwerp te zijn, maar het heeft er altijd mee te maken. Ook wordt er bij alle voorbeelden gebruikgemaakt van foto’s en filmpjes. Qua vormgeving wordt er bij de meeste concepten gebruikgemaakt van één kleurtint en wordt het gebruik van verschillende kleuren gemeden.
6.3 Conclusie Het Diabetes Fonds is op het gebied van donaties een concurrent van DVN. Fabrikanten van diabetes gerelateerde producten zijn concurrenten van DVN op het gebied van informatieverstrekking over producten. Wat betreft activiteiten en concepten voor jongeren en kinderen zijn de Bas van de Goor Foundation en Unlimited eventuele concurrenten voor het online medium voor jongeren van DVN. Naast concurrenten zijn en ook succesvolle soortgelijke concepten in binnen- en buitenland waarvan eventueel elementen kunnen worden overgenomen. Voorbeelden zijn het concept van MyLife Explore, Jongeren en Kanker en Unlimited. Deze concepten maken allemaal gebruik van sociale media. Sociale media dragen sterk bij aan het betrekken van de doelgroep bij het concept. Qua vormgeving wordt over het algemeen gebruikgemaakt van strakke lijnen en één á twee kleurtinten.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
7
43
Trends & theorieën
In dit hoofdstuk wordt weergegeven welke trends en theorieën gebruikt kunnen worden bij het realiseren van een online medium.
7.1 Trends Welke trends zijn er op het gebied van online media, sociale media en communicatie? En welke trends zouden gebruikt kunnen worden bij het opbouwen van een online community voor het online medium? 7.1.1 Mobiel internet Tegenwoordig kun je overal online zijn. Niet alleen thuis of op het werk, maar ook onderweg. Via mobiel internetgebruik is het mogelijk om 24 uur per dag online te zijn. Uit onderzoek blijkt dat mobiel internetgebruik sterk groeit, vooral bij jongeren. In 2007 waren 21% van de jongeren van 12 – 25 jaar regelmatig mobiel online en in 2012 86%. Dit is een sterke toename. Uit dit zelfde onderzoek blijkt dat mobiel internet vooral wordt gebruikt voor communicatie, nieuws en ontspanning. En dit wordt het meeste via de smartphone gedaan. (DVN, 2012) Om het creëren van een online community te bevorderen is het belangrijk dat het online medium en de sociale media pagina’s te bereiken zijn via mobiel internet. 7.1.2 Vine Uit eerdere hoofdstukken is al gebleken dat de doelgroep vaak gebruikmaakt van YouTube en ze dus geïnteresseerd zijn in online video’s. Twitter heeft sinds januari 2013 een videodienst genaamd Vine. Met deze dienst kunnen er korte filmpjes van 6 seconden gedeeld worden via Twitter. (Frankwatching.com, 2013) Op het online medium kan er ook gebruikgemaakt worden van Twitter. De videodienst Vine kan dan een goede trend zijn die ervoor kan zorgen de online community op te bouwen. Hiermee kan de doelgroep meer betrokken worden bij het online medium. 7.1.3 Zoekmachines Een zoekmachine gebruiken, bijvoorbeeld Google, is de belangrijkste manier om informatie te zoeken. Als mensen op zoek zijn naar een website zoeken ze sneller via Google dan dat ze de website intypen in de adresbalk. Dit betekent dat je als website makkelijk vindbaar moet zijn op Google. Het is dus belangrijk dat je SEO (search engine optimization) oftewel zoekmachineoptimalisatie toepast. (Frankwatching.com, 2013) Het online medium moet binnen zoekmachines makkelijk te vinden zijn met verschillende zoektermen.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
44
7.2 Theorieën In deze paragraaf wordt een tweetal trends toegelicht die van toepassing zijn op het onderzoek en het uiteindelijke product. 7.2.1 Theorie 3: Peergroup Een peergroup is een groep mensen waar een individu zich mee verbonden voelt. Vaak zijn dat mensen met dezelfde interesses, etnische achtergrond, etc. Voor jongeren is het “erbij horen”, bij zo’n peergroup vooral belangrijk. Jongeren willen over het algemeen niet opvallen binnen een peergroup en nemen daardoor gedrag over van andere individuen binnen de peergroup. (Onlinepedagoog.nl, 2008) “Van bijzonder belang zijn jongeren voor elkaar tijdens de adolescentie, de levensfase van ongeveer 14 tot 18 jaar. Ze zijn dan elkaars oefenpartners in het leren omgaan met conflicten en beheersen van agressie, in het exploreren van intimiteit en seksualiteit, in het onderhouden van sociale relaties en leren vertrouwen op anderen, in het zich verplaatsen in de ander en rekening houden met elkaar.” (Kenniskringjeugd.nl, z.j.) Jongeren met diabetes hebben in hun peergroup van school of sport vaak geen andere jongeren met diabetes. Een online medium kan er voor zorgen dat jongeren met diabetes toch met elkaar gaan praten en een nieuwe peergroup gaan vormen. Dit moet gebeuren door de online community. In hoofdstuk 5 Online community building is te lezen hoe deze community wordt opgebouwd. Door middel van een online medium moet er dus de mogelijkheid zijn om een nieuwe peergroup te vormen, waar jongeren met diabetes, kunnen praten via de website, het forum en sociale media over het hebben van diabetes. 7.2.2 Theorie 2: AIDA (Attention, Interest, Desire, Action) Attention, er moet aandacht getrokken worden. Interest, als er aandacht is dan moet daarna de interesse gewekt worden, bijvoorbeeld door middel van een aantrekkelijk aanbod. Desire, de interesse wordt omgezet in een voorkeur voor het product. Action, nu moet de bezoeker aangezet worden tot een actie. In afbeelding 7 is het AIDA model weergegeven.
Afbeelding 7 AIDA model (Marketingportaal.nl)
In het geval van het online medium moet volgens het AIDA model eerst de aandacht van de doelgroep getrokken worden om de online community op te bouwen. Dit kan via bestaande
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
45
kanalen zoals Facebook en Twitter. Vervolgens moet de interesse gewekt worden om ook echt het online medium te bezoeken. Dit kan bijvoorbeeld door een grappig of interessant filmpje of artikel te plaatsen op Facebook en Twitter. Hierna moet er voorkeur voor het product gecreëerd worden. Dit kan bijvoorbeeld door te laten zien dat andere jongeren met diabetes het online medium ook bekijken. Als laatste moet de doelgroep aangezet worden tot actie. Ze moeten de content gaan bekijken en vervolgens in contact komen met andere jongeren met diabetes.
7.3 Conclusie Uit verschillende onderzoeken blijkt dat mobiel internet vaak gebruikt wordt door jongeren. Dat het online medium ook via mobiel internet te bereiken is, is dus van belang. Daarnaast is de videodienst Vine een interessante trend om te gebruiken bij het opbouwen van de community en om de aandacht van de doelgroep te trekken via Twitter, door middel van korte filmpjes. Daarnaast is het van belang dat er zoekmachineoptimalisatie toegepast wordt. Op het gebied van theorieën is het noodzakelijk dat er rekening gehouden wordt met het feit dat de doelgroep zich in peergroups bevindt en individuen zich wellicht niet graag onderscheiden van andere leden in de peergroup. Via een online medium moet er de mogelijkheid zijn om een nieuwe peergroup te vormen. Het AIDA model kan ook toegepast worden op de doelgroep. Dit model bestaat uit attention, interest, desire en action.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
8
47
Resultaten onderzoeksmethoden
In dit hoofdstuk zijn de resultaten van de onderzoeksmethoden te lezen. De resultaten zijn verkregen door het houden van interviews en panelgesprekken.
8.1 Verloop van dataverzameling 04-04-13:
Interview diabetesverpleegkundige.
05-04-13:
Interview vader; Interview moeder; Panelgesprek met de doelgroep.
06-04-13:
Panelgesprek met de doelgroep.
13-05-13:
Interview online communicatie expert.
8.2 Interviews Buiten de panelgesprekken die ik heb gehouden met de doelgroep, heb ik ook een viertal interviews gehouden. Een interview met een diabetesverpleegkundige, een vader, een moeder en een interview met een expert op het gebied van online communicatie. De belangrijkste resultaten die uit deze interviews zijn gekomen zijn in deze paragraaf samengevat. De vragenlijsten die gebruikt zijn voor de interviews zijn te vinden in bijlage IV, V en VI. 8.2.1 Resultaten interviews: ouders Vorm De ouders van de doelgroep denken dat het een goed initiatief is om de doelgroep door middel van een online medium te benaderen. Wel denken zowel de vader als de moeder dat het moeilijk is de aandacht van de doelgroep te trekken en ook vast te houden. De vader denkt dat vooral de jongeren die al actief bezig zijn met diabetes op een online medium afkomen. De ouders kunnen geen concreet antwoord geven op de vraag hoe het online medium eruit zou moeten zien. De vader geeft aan dat hij denkt dat het belangrijk is dat er ruimte is om contact te hebben met andere jongeren met diabetes. Hij zegt: “Contact via Facebook of een forum met andere jongeren kan een positief effect hebben op de omgang met diabetes.” Onderwerpen Wat bij de ouders naar voren komt is dat ze het belangrijk vinden dat er over diabetes gepraat wordt, maar dat het een niet te zwaar onderwerp moet worden. De moeder zegt: “Ik denk dat het belangrijk is dat ze zien hoe anderen met diabetes omgaan, en dan op een positieve manier.” Je ziet dat de ouders het belangrijk vinden dat dit ook terug komt in de onderwerpen. Voorbeelden van onderwerpen die ze geven zijn: school, bijbaantje, sport,
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
48
liefde/seks en vakantie. Deze onderwerpen moeten wel allemaal gekoppeld worden aan diabetes. Diabetes Zoals al eerder naar voren kwam, vinden de ouders het belangrijk dat er wel over diabetes gesproken wordt. Ze vinden het vooral belangrijk dat er op een positieve manier over diabetes gesproken wordt. Bijvoorbeeld in verhalen over hoe iemand met diabetes iets bereikt heeft. Taalgebruik De ouders denken dat ze op een normale manier aangesproken moeten worden. Niet te serieus, maar ook zeker niet te kinderachtig. Af en toe een modern woord er tussendoor is geen probleem, maar het moet niet overheersen. 8.2.2 Resultaten interviews: medische begeleider Vorm De diabetesverpleegkundige denkt dat het een moeilijke doelgroep is om aan te spreken. Ook denkt ze dat het moeilijk is om hun aandacht te trekken. Er worden al veel verschillende kleine dingen aangeboden op het gebied van diabetes, dus een online medium moet niet één van die ‘kleine’ dingen worden. Ze zegt in het interview dat ze denkt dat Facebook wel een goed kanaal kan zijn om de doelgroep te bereiken. Onderwerpen Onderwerpen waarvan ze denkt dat ze belangrijk en leuk zijn om erin te verwerken, zijn onderwerpen die lichtelijk choquerend zijn. Ook vindt ze het belangrijk dat er luchtige onderwerpen worden besproken, die grappig zijn en tegelijkertijd confronterend. Ze denkt dat cynisch grappig wel kan werken voor de doelgroep. Wat betreft hoofdonderwerpen geeft ze aan dat er content in moet komen over topsporters, puberproblemen en hoe het gaat op school met diabetes. Ze vindt het daarnaast belangrijk dat er aandacht gegeven moet worden aan het hebben van diabetes. Eigenlijk is het hebben van diabetes heel gewoon en hoef je je er niet voor te schamen. Ze denkt dat er een ludieke manier voor moet worden bedacht om dit over te brengen op de jongeren. Diabetes Ik heb de vraag gesteld hoe diabetes moet terug komen op het online medium. Of het als hoofdonderwerp gebracht moet worden of als sub onderwerp verweven in de tekst. De diabetesverpleegkundige denkt dat diabetes het beste verweven kan worden in de tekst. Dus bijvoorbeeld niet ‘Sport en diabetes’, maar een stuk tekst of een filmpje waar iemand met diabetes aan het sporten is en diabetes ook aan bod komt.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
49
Taalgebruik De diabetesverpleegkundige is van mening dat er op een online medium voor jongeren niet betuttelend gepraat moet worden. Ze zegt dat je de doelgroep het beste aan kan spreken op hun eigen niveau. Ze vindt het belangrijk dat er af en toe iets grappigs ingegooid wordt en dat het niet te serieus wordt. Ook zegt ze dat je met het gebruiken van hippe woorden als bijvoorbeeld ‘cool’, ‘vet’, ‘chill’ etc. moet uitkijken, want dit soort woorden zijn snel achterhaald. 8.2.3 Resultaten interview: expert online communicatie Vorm De online communicatie expert denkt dat het belangrijk is dat er online de mogelijkheid is voor jongeren met diabetes om met elkaar te kunnen communiceren. Dit kan in de vorm van een applicatie, maar ook een mobiele website inclusief forum of chat die zowel op een laptop, computer, telefoon en tablet te zien is. Hij geeft aan dat het betrekken van sociale media ook belangrijk is, voornamelijk om de aandacht van de doelgroep te trekken en zo te zorgen dat ze op het online medium terecht komen. Communiceren/community building In het interview geeft hij aan dat belangrijk is dat het online medium klaar moet zijn voor gebruik voordat je de online community wilt gaan opbouwen. Vervolgens kun je via sociale media als Facebook en Twitter de doelgroep warm maken voor het online medium. Plaats berichten en tweets en zorg dat zoveel mogelijk jongeren dit zien en lezen. Grappige filmpjes en win-acties werken vaak ook. Doordat deze berichten gedeeld worden zien steeds meer mensen de berichten. Langzamerhand komen er steeds meer bezoekers op het online medium. Hij zegt wel dat hier tijd voor nodig is. “Facebook had ook niet gelijk zoveel miljoen gebruikers, via via horen steeds meer mensen ervan en dan groeien de bezoekersaantallen. Maar dit kost wel tijd.” Om een online community voor jongeren te realiseren is het ook belangrijk dat je de doelgroep zelf mee laat denken over hoe het eruit moet komen te zien, wat het in moet houden en hoe het in z’n werk gaat. Door de jongeren erbij te betrekken wordt er vanzelf een groter netwerk gecreëerd. Forum Hij geeft aan in het interview dat een forum misschien te achterhaald is. Hij zegt dat er beter gebruik van een chat gemaakt kan worden. Als voorbeeld geeft hij het chatten dat kan via Facebook, dat is meer van deze tijd. Ook zegt hij dat het belangrijk is dat er groepen gemaakt kunnen worden voor bijvoorbeeld verschillende onderwerpen. Dan kunnen de jongeren zich aansluiten bij een groep die gaat over een onderwerp waar zij het graag over willen hebben. Dit biedt ook de mogelijkheid om wat meer privé te chatten met alleen de deelnemers binnen de groep.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
50
De online communicatie expert vertelt dat het belangrijk is dat het forum of de chat continu in de gaten wordt gehouden. Dit moet om het geleidelijk te laten verlopen en ervoor te zorgen dat er geen ongewenste berichten en informatie op het forum of in de chat terecht komen.
8.3 Panelgesprekken Er zijn twee panelgesprekken gehouden, een met jongens en een met meisjes. De belangrijkste resultaten uit deze panelgesprekken zijn in deze paragraaf weergegeven. De topiclijst die gebruikt is voor de panelgesprekken is te vinden in bijlage VII. De samenvatting en de opnames van de panelgesprekken zijn te lezen in bijlage VIII. 8.3.1 Resultaten panelgesprek: meisjes (13 t/m 16 jaar) met diabetes Diabetes Een groot deel van de deelnemers van de panelgesprekken geeft aan dat met diabetes goed te leven is. Ze hebben over het algemeen weinig problemen op het gebied van diabetes. “Het is niet anders, je moet het er mee doen.” Sommige deelnemers geven wel aan dat het soms lastig is met sport of andere belangrijke dingen. Dan kunnen ze er wel boos of chagrijnig over zijn. Voor aanvang van het panelgesprek met de meisjes, meldde één moeder haar dochter af. De reden was dat ze was opgenomen in het ziekenhuis vanwege veel te hoge bloedsuikers. Haar moeder gaf aan dat dit kwam door dat ze haar diabetes verwaarloosd had. Dit is een duidelijk voorbeeld van een jongere die moeite heeft met het omgaan met diabetes wat uiteindelijk leidt tot verwaarlozing. Vrijwel alle deelnemers gaven aan dat mensen in hun omgeving af weten van hun situatie rondom diabetes. Leraren op school zijn ervan op de hoogte en vrienden en vriendinnen weten wat er kan gebeuren in geval van een hyper of hypo. Soms schrikken ze er wel van, maar ze weten ook dat een hyper of hypo goed op te lossen is. Veel deelnemers geven aan dat hun ouders vaak willen helpen met dingen rondom het hebben van diabetes. Sommige deelnemers vinden dat hun ouders soms te beschermend zijn. “M’n vader is vooral heel erg van we moeten het van het lijstje doen!” Anderen zeggen dat vooral moeders het moeilijk vinden om alles over te laten aan hun kinderen. Eén deelnemer heeft een vader met diabetes, zij geeft aan dat ze het fijn vindt dat er iemand in haar omgeving is die weet hoe ze zich voelt. Ze hoeft dan niet alles uit te leggen. Over diabetes leest de ene helft vrij weinig. De andere helft geeft aan dat ze op verschillende forums wel over diabetes lezen. “Cyberpoli, daar staan veel leuke artikelen enzo op.” Ze krijgen ook boekjes en folders thuis gestuurd, maar meestal spreken de onderwerpen hun niet echt aan. Als er een aantrekkelijke quote of foto op de voorkant staat,
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
51
dan zoeken ze dat artikel wel op en lezen ze het door. Het magazine van de SugarKidsClub ontvangen de deelnemers ook. Unaniem zeggen ze dat ze dit magazine te kinderachtig vinden en het daarom ook niet lezen. “Het is echt voor jongere kinderen.” Op internet kijken ze vooral naar nieuwe ontwikkelingen op het gebied van diabetes. Welke onderzoeken lopen er, welke nieuwe uitvindingen zijn er gedaan en zijn er nieuwe materialen op de markt. Internet De deelnemers gebruiken internet veel. Vooral tussendoor en onderweg maken ze gebruik van internet. Dit doen ze dan meestal via hun telefoon. Op hun telefoon maken ze allemaal gebruik van de berichtendienst WhatsApp. Naast internet op hun telefoon, internetten ze ook op hun computer, laptop, tablet en via televisie. Vooral Facebook en Twitter zijn sites die vaak bezocht worden door de deelnemers. Eén deelnemer geeft aan dat ze ook vaak lifestyle blogs en forums op internet bezoekt. Dingen die ze interessant vinden om over te lezen zijn trends, sport en dingen die op meiden gericht zijn. De deelnemers bezoeken ook weleens YouTube. Ze gebruiken YouTube vooral om dingen op te zoeken, muziek te beluisteren en diy (do it yourself) filmpjes op te zoeken. “YouTube gebruik ik vooral voor dans-dingen enzo, van die oefen filmpjes, dan kan ik het mezelf aanleren.” Wat betreft contacten op sociale media geven de deelnemers aan dat ze vooral bevriend zijn met mensen uit hun omgeving. Vrienden, familie en kennissen. Daarnaast volgen ze ook bekende mensen en mensen die ze één of een aantal keer ontmoet hebben. Magazines/online magazines Alle deelnemers vinden het leuk om af en toe een magazine te lezen. Ze vinden vooral magazines voor een iets oudere doelgroep leuk. Bijvoorbeeld de Cosmopolitan of de Glamour. “Meidenboeken.” Eén deelnemer geeft aan dat ze National Geographic ook een mooi magazines vindt, vooral door de mooie plaatjes. Eén andere deelnemer zegt dat ze ook de Donald Duck leest, die gaat het hele gezin door. Iedereen thuis leest hem. Qua onderwerpen vinden de deelnemers het leuk om over fashion te lezen, waar sterren uitgangen, ingezonden brieven, dingen die mensen meegemaakt hebben, korte weetjes, gadgets en trends. Verhalen over mensen spreekt ze vooral aan als ze zich met diegene kunnen identificeren. Bijvoorbeeld sporters die dezelfde sport doen of mensen met diabetes. Online lezen ze nog vrij weinig. De meerderheid geeft aan dat ze nog nooit een online magazine hebben gelezen, maar dat ze het wel heel leuk lijkt. Vooral dat je overal op kan klikken. Wel lezen ze af en toe artikelen uit online kranten. Via Facebook komen ze ook wel eens op artikelen die ze aanspreken. Andere mensen hebben dan iets ‘geliked’ op Facebook en dat is dan voor anderen zichtbaar. Zo komen ze ook op de desbetreffende pagina of website.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
52
Soortgelijke concepten/voorbeelden MyLife Explore De deelnemers vinden het leuk dat er een website bestaat voor jongeren met diabetes. De één vindt de website qua vormgeving er leuk uitzien en de ander vindt het net iets te kinderachtig. Waar ze het over eens zijn is dat ze de plaatjes op de website mooi vinden. De achtergrond vinden ze wat saai, maar ook vinden ze dat het niet veranderd moet worden. Anders wordt het te druk. Hun kritiekpunt over de vormgeving is dat ze de website niet strak genoeg vinden, het is wat te rommelig. De onderwerpen die op de site staan spreken wel aan, maar de deelnemers geven ook aan dat ze dingen liever anders zien. “Op een site zou ik niet snel lezen over bekende mensen, maar wel als het in een online magazine staat.” Wat ze missen op deze website is een plek waar ze met andere in contact kunnen komen. Iets in de vorm van een forum. Ze vinden het belangrijk dat je vragen kan stellen. Jongeren en Kanker De deelnemers vinden dat het online magazine van Jongeren en Kanker een mooie voorkant heeft. Ze vinden de strakke vormgeving mooi en het geeft duidelijk aan waar het over gaat. Ook de korte quotes op de voorkant vinden ze handig, zo zie je snel waar het over gaat. Als minpunt benoemen ze dat de foto niet erg vrolijk is. Ze zouden liever een foto zien die wat vrolijker is. Ze willen positief benaderd worden. Unlimited Unlimited vinden ze een typisch blaadje voor in de wachtkamer. Dat komt vooral door de afbeelding die op de voorkant staat. Ze zouden liever een afbeelding zien met wat iemand nog kan ondanks zijn beperking. Voorop missen ze een aantal quotes over wat er in het magazine te lezen is. Ondertussen.nl De vormgeving van Ondertussen.nl vinden ze allemaal erg mooi. Als ze iets aan mogen passen dan zouden ze de foto’s in de foto’s op de homepage weglaten. Dat vinden ze strakker en dus mooier. De onderwerpen op de website trekt ze allemaal aan. Vooral de onderwerpen lifestyle, digitaal, geld en school. Uit zichzelf zouden ze niet zo snel op deze website komen, maar als ze bijvoorbeeld via Facebook een reminder o.i.d. krijgen, dan komen ze wel op de website en dan zijn ze ook bereid om door te klikken.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
53
Wat missen ze Bij papieren magazines, zoals bijvoorbeeld het SugarKids magazine missen ze vooral dat je geen online contact kan zoeken met anderen. Verder geven de deelnemers, als je vraagt wat ze missen, vooral aan wat ze zouden willen zien op een online medium. Online medium Een aantal punten die de deelnemers aangeven die het online magazine juist wel, of juist niet moet bevatten: -
Geen grote lappen tekst;
-
Geen interviews in een filmpje, maar wel een filmpje over wat die gene doet;
-
Online medium moet snel laden;
-
Het moet kleurrijk zijn, maar niet rommelig;
-
Prijsvragen;
-
Gadgets die met diabetes te maken hebben (bijvoorbeeld stickers voor pompen en hoesjes);
-
Informatie over nieuwe pompen en insuline spuiten;
-
Grappige/rare dingen die je meegemaakt hebt met een hypo;
-
Tips (vakantie, hoe verberg je je pomp, wintersport);
-
Onderwerpen die niet met diabetes te maken hebben;
-
Voorproefjes/reminder via Facebook;
-
Forum;
Onderwerpen die ze zeker terug willen zien op het online medium zijn verhalen over wat mensen meegemaakt hebben, verhalen over bekende mensen met diabetes, gadgets voor de pomp en insulinepen en interessante dingen over diabetes. Bijvoorbeeld uitkomsten van recente onderzoeken. Ook verhalen over onderwerpen die bij hun leeftijd horen vinden ze interessant. Bijvoorbeeld hoe je om moet gaan met alcohol, het nemen van een piercing of het hebben van seks. Ook hier geven de deelnemers aan dat ze het belangrijk vinden dat er een forum komt voor vragen en discussies. Ze willen allemaal graag in contact komen met anderen en eventueel zelfs een keer afspreken met een groepje. Op de vraag in wat voor een vorm ze het online medium voor zich zien, geven ze bijna allemaal het zelfde antwoord. Ze zien een website of Facebook pagina voor zich waar af en toe korte artikelen of filmpjes op komen. En eens in de zoveel tijd komt er een online magazine uit waar iets langere filmpjes, artikelen en andere content op komt. Allemaal vinden ze het belangrijk dat op de Facebook pagina af en toe updates komen, zodat ze herinnert worden aan de website of het online magazine. “Als er een leuk artikel is, is het fijn als je het via Twitter of Facebook toegestuurd krijgt, dan ga je automatisch naar de website.”
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
54
Vormgeving Voorkant Over de voorkant van het online magazine zijn ze het allemaal eens. Het moet een strakke voorkant worden met een duidelijke titel. Dat je weet waar het over gaat. Ook moet er een aansprekende foto op de voorkant. Over wie er op de voorkant moet, zijn de meningen verdeeld. De één wil een bekend iemand op de voorkant en de ander juist een actiefoto van iemand met diabetes. Kleuren Over de kleuren zijn de meningen verdeeld. De één geeft aan dat het blauwtinten moeten worden, de ander wil juist wat fellere kleuren. Wel zijn ze het allemaal eens over dat het geen kleuren wirwar moet worden. Het moet zeker niet rommelig worden. Taalgebruik De deelnemers willen op een normale manier aangesproken worden op een online medium. Daarmee bedoelen ze dat er niet te gemaakt en overdreven geschreven en gepraat moet worden. “Ze moeten niet proberen jong te zijn, dan wordt het ‘wannabe’.” Woorden zoals chill en flex, kunnen daarom beter niet gebruikt worden. Naam De deelnemers kunnen à la minute geen naam bedenken. Wel geven ze wat eisen waar de naam aan moet voldoen: -
Niet iets met suiker;
-
Het moet wel duidelijk zijn dat het over diabetes gaat, maar dat zou ook in de
-
Niet te lang, het liefst één woord;
-
Makkelijk te onthouden;
-
Makkelijk uit te spreken.
ondertitel kunnen;
Frequentie De deelnemers vinden het moeilijk om aan te geven hoe vaak ze ‘iets’ willen zien. Het hangt er vanaf wat het online medium precies in gaat houden. Ze vinden dat er af en toe nieuwe artikelen of filmpjes op Facebook moeten komen en eens in de zoveel tijd een online magazine. Wat ze vooral niet willen is het ontvangen van een nieuwsbrief. Ze krijgen zoveel nieuwsbrieven dat ze deze meestal gelijk verwijderen. Interactief Interactiviteit is voor de doelgroep belangrijk. Ze hebben al een aantal keer aangegeven dat ze graag met anderen in contact komen via een forum of via Facebook. Ze willen met elkaar
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
55
kunnen praten en vragen aan elkaar kunnen stellen. Eén deelnemer geeft aan dat ze online wel eens vrienden met iemand gemaakt heeft. De meningen over hoe dat contact gemaakt moet worden zijn verdeeld. De één wil liever een forum, de ander wil liever contact via een Facebook pagina. Als argumenten voor een forum wordt gegeven dat je anoniem kan blijven, dat zou op een Facebook pagina niet kunnen. Als argument voor een Facebook pagina wordt gegeven dat de meesten al een Facebook account hebben en ze er niet nog een account bij willen. Als argumenten waarom ze met anderen in contact willen komen geven ze aan dat ze het leuk vinden om met anderen over diabetes te praten, maar ook over dingen die niet te maken hebben met diabetes. Als er activiteiten georganiseerd worden vinden ze het belangrijk dat dit uit de organisatie komt. Ze spreken niet zomaar met vreemden af. 8.3.2 Resultaten panelgesprek: jongens (13 t/m 16 jaar) met diabetes Diabetes De jongens geven aan dat ze het hebben van diabetes niet vervelend vinden. Wel zeggen ze dat er soms vervelende momenten zijn, bijvoorbeeld op school. Soms kan je je dan niet concentreren door een hyper of hypo. Vrienden en mensen in hun omgeving weten allemaal dat ze diabetes hebben. Ze hebben er geen problemen mee dat mensen weten dat ze diabetes hebben. De deelnemers met een pomp geven aan dat ze het niet erg vinden dat iemand ziet als ze met de pomp bezig zijn. Degene die insuline spuit geeft aan dat hij het niet fijn vindt als mensen zien dat hij spuit. Hij geeft aan dat dit komt doordat hij zijn broek naar beneden moet doen. “Spuiten doe ik minder in het openbaar, want dan moet ik mijn broek naar beneden doen.” Over diabetes lezen de deelnemers vrij weinig, soms bladeren ze de Diabc of het SugarKids magazine wel eens door. Eén deelnemer geeft aan Diabc wel regelmatig te lezen, vooral de onderzoeken die gedaan zijn en de resultaten daarvan. Dezelfde deelnemer zoekt soms ook filmpjes over diabetes op. Internet Alle deelnemers gebruiken dagelijks internet op hun telefoon, laptop, computer, xBox en sommige ook op hun iPad of tablet. Eén deelnemer geeft aan op zijn telefoon bijna de hele dag online te zijn. “Telefoon mee rekenen is niet eerlijk, daar zit ik de hele dag op!” De deelnemers geven aan dat ze meer op Facebook zitten dan op Twitter. De oudere deelnemers zitten meer op Twitter dan de jongere deelnemers. Wat betreft vrienden op sociale media zijn de deelnemers vooral bevriend met mensen van school, sport en familie.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
56
Sommige deelnemers geven aan dat ze ook bevriend zijn met mensen die ze één keer hebben gezien en met bekende mensen. Ze geven aan dat er weinig sites zijn die ze regelmatig bezoeken. Via Facebook zien ze soms wel leuke artikelen en filmpjes en daar klikken ze dan wel op. Zo komen ze terecht op verschillende websites. Magazines/online magazines Online magazines lezen ze niet. Ze zouden het misschien wel leuk vinden, maar ze weten niet waar ze die kunnen vinden. Ook bij dit onderwerp geeft de meerderheid aan dat ze vooral artikelen via Facebook lezen die andere mensen gedeeld hebben. Voetbal International, Kick It, Quest en iCreate zijn voorbeelden van print magazines die ze wel eens doorbladeren of lezen. Voor de korte berichtjes en tips vinden ze leuk om te lezen. “Weetjes enzo, dat je nog iets nieuws kan leren voor je laptop of iPhone.” Soortgelijke concepten/voorbeelden MyLife Explore De onderwerpen op MyLife Explore vinden ze over het algemeen aantrekkelijk. Ze vinden de combinatie tussen informatie en ‘leuke dingen’ goed verdeeld. Qua vormgeving vinden ze de achtergrond niet zo mooi, ze hebben liever een achtergrond in één kleur. Jongeren en Kanker De voorkant van het online magazine van Jongeren en Kanker vinden ze nietszeggend. Ze hebben liever een actieve foto op de voorkant of zoiets als een logo. De kleuren die gebruikt worden vinden ze een beetje saai. “Liever rood, geel of blauw bijvoorbeeld.” Ze vinden dat diabetes positief benaderd moet worden en sombere kleuren passen daar niet bij. “Voor diabetes kun je wel wat vrolijkere kleuren gebruiken. Het is niet altijd leuk, maar het is niet heel erg. Dus je kan er beter wat leuks van maken.” Unlimited Over de cover van Unlimited magazine zijn de meningen verdeeld. De jongere deelnemer vindt dat de cover een verkeerde boodschap overbrengt. De oudere deelnemers zien de humor van de foto wel in. Wel zijn ze het erover eens dat ze een vrolijke foto leuker vinden. Wat ze verder missen op deze cover zijn quotes. Ze geven aan dat je door quotes kan zien waar het over gaat en wat er verder te lezen en te zien is in het magazine.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
57
Ondertussen.nl Deze website vinden ze te druk. Je ziet teveel op de homepage, wat minder afbeeldingen zouden ze beter vinden. De onderwerpen die op de website te vinden zijn spreken ze wel aan. Ook de sociale media icoontjes op de website spreken aan. De deelnemers vinden dat deze duidelijk zichtbaar moeten zijn en dat je er makkelijk op moet kunnen klikken. Zo kom je makkelijk op bijvoorbeeld de Facebook pagina terecht en dan zie je eerder berichten die op de website geplaatst werden. Wat missen ze Wat sterk naar voren komt uit het panelgesprek is dat ze een plek missen waar ze kunnen chatten met andere jongeren met diabetes. Ze spreken over een forum of over een soort Skype omgeving. Ze willen kunnen praten over situaties die te maken hebben met diabetes, maar ze zouden het ook leuk vinden om af te spreken met anderen om bijvoorbeeld voorafgaand aan een kamp contact te kunnen maken. Eén deelnemer geeft aan dat hij niemand in zijn omgeving kent met diabetes, maar het wel leuk zou vinden om iemand te ontmoeten. “Ik ken niemand die bij mij in de buurt woont met diabetes, dus ik zou wel andere jongeren met diabetes willen leren kennen.” Online medium Op de vraag wat het online medium moet inhouden geven de deelnemers een aantal antwoorden. Ze praten over een website, sociale media zoals Facebook en Twitter, een forum of chat en af en toe een online magazine. “En natuurlijk een website. En een online magazine eens in de zoveel tijd is ook wel leuk. En op de site af en toe leuke filmpjes enzo.” Onderwerpen die ze terug zouden willen zien op het online medium zijn: -
Interviews;
-
Filmpjes;
-
Informatie over diabetes;
-
Sport en topsporters;
-
Quiz;
-
Wat moet je doen bij een hyper of hypo;
-
Gadgets.
Als het gaat om interviews hebben ze liever een filmpje dan een artikel. Het filmpje moet dan een beeld geven van wat diegene doet met tussendoor korte interviews. Ook geven ze aan dat ze het belangrijk vinden dat er reacties geplaatst kunnen worden onder de berichten die op de website verschijnen. En een ‘vind ik leuk’ en ‘vind ik niet leuk’ knop zouden ze ook graag onder de berichten willen.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
58
Vormgeving Als het over vormgeving gaat, geeft de doelgroep aan dat ze van strakke lijnen en vlakken houden. Niet alles hoeft in de vorm van afbeeldingen en foto’s, liever ook een aantal teksten tussendoor. Ook wordt er aangegeven dat het afwisselen van lettertypes de doelgroep aanspreekt. Titels moeten een ander lettertype hebben dan de artikelen. Voorkant Op de voorkant van het magazine willen ze graag een vrolijke foto. Ze vinden het belangrijk dat diabetes positief benaderd wordt en de cover moet dit weergeven. Kleuren Ook qua kleur willen ze dat de uitstraling vrolijk is. Wel geven ze aan dat het niet te overdreven moet. Een aantal kleuren in de zelfde tinten bij elkaar. De kleuren zwart, wit en grijs moeten niet teveel overheersen. “Donker oranje is misschien wel een goede kleur. Beter dan fel oranje.” Taalgebruik De deelnemers willen op een ‘normale’ manier worden aangesproken op het online medium. Een normale manier houdt in dat er niet overdreven hip taalgebruik gebruikt moet worden. Woorden zoals ‘chill’ en ‘relaxed’, moeten daarom niet gebruikt worden. Naam De deelnemers kunnen op dit moment niet een naam voor het online medium bedenken. Ze vinden dat in de naam terug moet komen dat het over diabetes gaat, maar het hoeft niet overduidelijk te zijn. Frequentie Op de website zouden de deelnemers graag een aantal keer per week nieuwe berichten zien. Een online magazine zouden ze graag eens per halfjaar of eens per kwartaal willen zien. Interactief Een belangrijk punt is de mogelijkheid om te chatten met andere jongeren met diabetes. Alle deelnemers geven aan dat ze dit graag zouden doen op het online medium. Eén deelnemer geeft aan dat hij graag zou willen video chatten via het online medium. De andere deelnemers hebben dit liever niet. De deelnemers willen ook graag kunnen reageren onder artikelen en filmpjes. Ook ‘vind ik leuk’ en ‘vind ik niet leuk’ buttons zouden ze graag onder de artikelen en filmpjes willen zien.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
59
8.4 Voorbeelden Aan de hand van de informatie die uit de panelgesprekken is gekomen heb ik een aantal voorbeelden gemaakt van hoe het online medium eruit moet komen te zien. Deze voorbeelden zijn voorgelegd aan de deelnemers van de panelgesprekken. De feedback die hierop is gegeven is te lezen in onderstaande de paragraaf. 8.4.1 Feedback, veranderingen en toevoegingen Logo Zowel het logo op de website als het logo op de cover van het online magazine is getoond aan de deelnemers van de panelgesprekken. Als kritiek werd er gegeven dat de letters te onduidelijk waren en dat ze de schuine lijnen van de letters niet mooi vonden. Afbeeldingen van voor en na de feedback zijn te zien in bijlage X nummer 1 en 2. Titels Het nieuwe lettertype dat gebruikt is voor het logo wordt ook gebruikt voor de titels in het online magazine. Ook de kleuren van de nieuwe titels zijn aangepast. Voor de feedback waren de titels zwart met enkele letters oranje. Als feedback werd gegeven dat er gedacht werd dat er een woord gevormd kon worden uit de oranje letters. Dit was niet het geval. De kleuren die de titels hebben gekregen na de feedback zijn ook doorgevoerd in het logo. Zowel op de website als in het online magazine. Afbeeldingen van voor en na de feedback zijn te zien in bijlage X nummer 3. Lettertypes Er werd gestart met verschillende lettertypes. Devil Breeze voor het logo en de titels, Simplicity voor de ondertitels en tussenkopjes en Century Gothic voor de teksten. Zoals eerder te lezen is in deze paragraaf is het lettertype van het logo en van de titel veranderd. Dit is Dimitri Swank geworden, te zien in bijlage X nummer 1, 2 en 3. De andere twee lettertypes zijn gebleven. Het lettertype Simplicity wordt gebruikt voor de ondertitels en de teksten en het lettertype Century Gothic wordt gebruikt voor tussenkopjes. Kleuren Voordat de deelnemers feedback gegeven hadden was de achtergrondkleur van de website rood. Als feedback werd gegeven dat dit te kleurrijk werd en dat een donkerdere kleur mooier zou zijn. De achtergrondkleur is toen aangepast van rood naar zwart. De kleuren van het logo en de titel zijn aangepast van zwart en oranje naar rood en oranje. Zie bijlage X nummer 3 en 4. Sociale media Ook op de sociale media aspecten op de website en in het online magazine is feedback gegeven. De deelnemers gaven als feedback dat er te weinig sociale media knoppen aanwezig waren zowel op de website als in het online magazine. Daarom zijn er op de website sociale media knoppen aan de linkerkant geplaatst die altijd te zien zijn. Ook zijn er
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
60
sociale media knoppen geplaatst onder elk artikel op de website, zodat het rechtstreeks gedeeld kan worden. Zie bijlage X nummer 4 en 5. Interactie Uit de panelgesprekken kwam dat de deelnemers graag een online medium met een forum zouden willen. Bij het geven van de feedback is de website voorgelegd met een pagina met een forum. Als feedback werd gegeven dat het toch meer instant messaging moest zijn dan een forum. Wel gaven ze aan dat het mogelijk moest zijn om groepen te maken over verschillende onderwerpen. Bij die groepen moet je je dan kunnen aansluiten. Zie bijlage X nummer 6. Toevoegingen Ook zijn er een aantal toevoegingen gedaan naar aanleiding van de feedback. Zo gaven de deelnemers aan dat ze graag de mogelijkheid zouden willen hebben om op een artikel te reageren. Zie bijlage X afbeelding 7. Ook is er een pagina op de website bijgekomen met algemene informatie over diabetes. Dit vonden de deelnemers belangrijk voor jongeren die net diabetes hebben gekregen.
8.5 Klik test homepage website Na alle veranderingen en toevoegingen is er een klik test gedaan onder de deelnemers van de panelgesprekken. Daaruit blijkt dat er het meest geklikt wordt op de bovenste rij afbeeldingen op de homepage. Verder wordt er veel geklikt op het logo en op het menu Praat Mee. Deze uitkomsten komen overeen met hetgeen wat gezegd is in de panelgesprekken. Zie paragraaf 8.3. In afbeelding 8 is te zien op welke plekken van de homepage het meest geklikt is.
Afbeelding 8 Klik test homepage DiaMeet (Theclicktest.com)
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
9
61
Conclusies en aanbevelingen
In dit hoofdstuk staan de conclusies van dit onderzoek, het antwoord op de probleemstelling en de aanbevelingen die tot stand zijn gekomen naar aanleiding van mijn onderzoek. In de conclusie worden de resultaten van de desk- en fieldresearch aan elkaar gekoppeld.
9.1 Conclusie resultaten Uit de resultaten van het fieldresearch komt dat de ouders van de doelgroep denken dat het een goed initiatief is om de doelgroep door middel van een online medium te benaderen. Volgens de ouders komen vooral jongeren die al geïnteresseerd zijn in contact met anderen af op een online medium. Ze denken dat onderling contact goed is. “Contact via Facebook of een forum met andere jongeren kan een positief effect hebben op de omgang met diabetes.” Onderwerpen die ouders belangrijk vinden die terug komen op het online medium zijn school, sport, liefde/seks en vakantie. Alle onderwerpen moeten volgens de ouders diabetes gerelateerd zijn. De medisch begeleider zit over het algemeen op één lijn met de ouders. Ze denkt dat het belangrijk is om sociale media bij het online medium te betrekken. Dit vooral om de aandacht van de doelgroep te trekken. Qua taalgebruik denken zowel de ouders als de medisch begeleider dat het belangrijk is dat er niet te ‘cool’ gesproken moet worden. Er moet op een normale manier, algemeen beschaafd Nederlands, gesproken worden. Beide vinden het ook belangrijk dat er onderwerpen over diabetes aanbod komen. Dit kan verpakt worden in leuke filmpjes of artikelen over sporters, maar diabetes moet wel aandacht krijgen. De expert op het gebied van online communicatie denkt dat het belangrijk is dat er een online mogelijkheid is voor jongeren met diabetes om met elkaar te kunnen communiceren. Het is belangrijk dat het online medium ook op een smartphone te bekijken is. In de vorm van een mobiele website of een applicatie. Voor het opbouwen van een online community is het belangrijk dat sociale media gebruikt worden. Hiermee kan er aandacht getrokken worden voor het online medium. Daarnaast moet er rekening mee gehouden worden dat dit proces tijd kost. “Facebook had ook niet gelijk zoveel miljoen gebruikers, via via horen steeds meer mensen ervan en dan groeien de bezoekersaantallen. Maar dit kost wel tijd.” Het gebruik van een forum vindt hij ietwat achterhaald. Beter kan er gebruikgemaakt worden van instant messaging of communicatie via sociale media. Uit de panelgesprekken komt dat de deelnemers die geïnteresseerd zijn in een online medium over het algemeen geaccepteerd hebben dat ze diabetes hebben. Er zijn momenten dat ze het liever niet hebben, maar ze geven aan er toch niks aan te kunnen veranderen. Op het gebied van diabetes lezen ze vrij weinig. Het SugarKids magazine en Diabc bladeren ze wel eens door, maar eigenlijk vinden ze deze magazines niet geschikt
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
62
voor hun leeftijd. De meerderheid leest op internet geen artikelen over diabetes, tenzij ze toevallig iets tegen komen. Internetten doen ze allemaal en ook vrij veel. Via hun telefoon zijn ze de hele dag verbonden met internet. Vooral op momenten tussendoor checken ze daarop hun Facebook of Twitter. Daarnaast maken ze ook dagelijks gebruik van internet via een laptop, computer of tablet. Op internet maken ze het meest gebruik van sociale media als Facebook en Twitter, YouTube en WhatsApp. Magazines worden meer gelezen door meisjes dan door jongens. De jongens geven aan wel eens een magazine door te bladeren, maar niet echt te lezen. Online magazines lezen ze beiden niet. Dit vooral omdat er geen online magazines zijn die hen aanspreken. Via Facebook of Twitter komen ze wel op artikelen of websites dia andere mensen gedeeld hebben. Van de voorbeelden die de deelnemers van de panelgesprekken voorgelegd zijn, valt MyLife Explore het meest in de smaak qua onderwerpen en Ondertussen.nl het meest qua vormgeving. Onderwerpen die ze zeker terug willen zien op het online medium zijn verhalen over wat mensen meegemaakt hebben, verhalen over bekende mensen met diabetes, gadgets voor de pomp en insulinepen en interessante dingen over diabetes. Bijvoorbeeld uitkomsten van recente onderzoeken. Daarnaast vinden ze verhalen over onderwerpen die bij hun leeftijd horen interessant. Bijvoorbeeld hoe je om moet gaan met alcohol, het nemen van een piercing of het hebben van seks. Qua vormgeving moet het online medium vooral strak zijn, moet het geen overdreven kleuren bevatten en moet het niet rommelig zijn. Een belangrijk punt wat naar voren komt is dat ze een online medium willen waar ze via een forum, sociale media of andere middelen in contact kunnen komen met andere jongeren met diabetes.
9.2 Beantwoording probleemstelling De resultaten van de deskresearch gecombineerd met de resultaten van het fieldresearch geven antwoord op de probleemstelling: Hoe moet de redactionele formule van een online medium voor kinderen van 13 tot en met 16 jaar met diabetes eruitzien en hoe kan dit online medium ervoor zorgen dat de doelgroep gaat communiceren met leeftijdsgenoten met diabetes? Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Diabetesvereniging Nederland. De voornaamste reden dat DVN dit onderzoek uit heeft laten voeren is dat DVN inzicht wil krijgen in de wensen van de doelgroep op het gebied van online media in combinatie met diabetes en contact met andere jongeren met diabetes. De onderzoekspopulatie bestaat uit een geschat aantal van 3000 – 4000 personen, waarvan er ongeveer 1000 lid zijn van DVN. De doelgroep maakt veel gebruik van media. Gemiddeld besteden zij twee uur per dag aan internetten. Op internet wordt er door de doelgroep het
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
63
meest gebruikgemaakt van sociale media, YouTube en chatten. Qua veiligheid op internet heeft een groot deel van de doelgroep wel eens onaangename dingen meegemaakt op internet. De doelgroep vindt dat de organisatie verantwoordelijk is voor de veiligheid op de website, maar ook dat zij zelf verantwoordelijkheden hebben. Het belangrijkste doel is om de doelgroep met elkaar te laten communiceren. Er moet een online community gecreëerd worden. Een community is interactief, er wordt onderling gecommuniceerd en berichten worden gedeeld. Het is belangrijk bij het opbouwen van een community dat er goede content gedeeld wordt. Content die aantrekkelijk is voor de doelgroep en onderscheidend is. Ook is het belangrijk dat er regelmatig content geplaatst wordt. Als de content geplaatst is, moet het voor de doelgroep makkelijk zijn om dit te delen op sociale media. Daarnaast moet je zelf, als beheerder ook actief zijn op sociale media, zodat de doelgroep lucht krijgt van het bestaan van het online medium. De doelgroep is veel te vinden op Facebook en Twitter, deze kanalen kunnen dus gebruikt worden voor het opbouwen van de online community. Het is belangrijk dat er rekening gehouden wordt met concurrenten en dat er gekeken wordt naar soortgelijke succesvolle concepten. Op het gebied van activiteiten en concepten voor jongeren en kinderen zijn de Bas van de Goor Foundation en Unlimited eventuele concurrenten voor het online medium voor jongeren van DVN. Naast concurrenten zijn er ook succesvolle soortgelijke concepten in binnen- en buitenland waarvan eventueel elementen overgenomen kunnen worden. Voorbeelden zijn het concept MyLife Explore, Jongeren en Kanker en Unlimited. Deze concepten maken allemaal gebruik van sociale media, dit zorgt ervoor dat de doelgroep bij het concept betrokken wordt. Als ware zijn deze concepten online community’s. Verder zijn er trends en theorieën waar rekening mee gehouden kan worden. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat mobiel internet vaak gebruikt wordt door jongeren. Belangrijk is dus dat het online medium ook via mobiel internet te bereiken is. Daarnaast is de videodienst Vine een interessante trend om te gebruiken bij het opbouwen van de community en om de aandacht van doelgroep te trekken via Twitter, door middel van korte filmpjes. Ook moet het online medium goed te vinden zijn via Google. Het is van belang dat er zoekmachineoptimalisatie toegepast wordt. Op het gebied van theorieën is het belangrijk dat er rekening mee gehouden wordt dat de doelgroep zich in peergroups bevindt en dat het voor een individu soms moeilijk is om anders te zijn dan anderen in deze peergroup. Via een online medium moet er de mogelijkheid zijn om een nieuwe peergroup te vormen. Het AIDA model kan ook toegepast worden op de doelgroep. Dit model bestaat uit attention, interest, desire en action. In paragraaf 9.3 Aanbeveling, wordt verwezen naar de dummy. Deze dummy is een beeldend advies van hoe de redactionele formule van het online medium moet zijn. Deze dummy geeft antwoord op de probleemstelling.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
64
9.3 Aanbevelingen Alle uitkomsten van het onderzoek zijn verwerkt in de dummy. Door het realiseren van de dummy is er een beeldend advies van het online medium ontstaan voor Diabetesvereniging Nederland. In bijlage XI is alle informatie te vinden die nodig is voor het online bekijken van de dummy. Daarnaast zijn er schermafbeeldingen te zien van het online medium. Er is gestreefd naar een zo realistisch mogelijk beeldend advies, helaas was het niet mogelijk om dat overal te realiseren doordat het ontwikkelen van een website en online magazine kosten met zich mee brengt. De dummy geeft in ieder geval weer wat het online medium moet bevatten. Naast de dummy van de website met daarop het online magazine en de chat is er ook een kleine dummy gemaakt van een applicatie. Dit om aan te geven dat het belangrijk is dat het online medium ook op smartphones en tablets te bekijken moet zijn.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
65
10 Evaluatie afstuderen Sinds mijn derde heb ik diabetes type 1, mijn broertje van zestien heeft sinds zijn vijfde diabetes. Ik heb sinds de start van mijn studie het idee gehad om het onderwerp diabetes aan te snijden voor een studieopdracht. Mijn afstudeerproject vond ik daar de aangewezen gelegenheid voor. Mijn broertje zit in een fase waarin hij zijn diabetes negeert en dit af en toe zelfs ontkent. Zijn gedrag en houding tegenover diabetes brachten mij op het idee om een online medium te maken voor jongeren met diabetes om zo te proberen de doelgroep met elkaar te laten communiceren. Het onderling contact tussen deze jongeren zal bij kunnen dragen aan het positiever omgaan met diabetes. Ik ben met deze ideeën naar Diabetesvereniging Nederland gegaan en heb hen enthousiast weten te maken voor mijn plannen. In samenwerking met DVN heb ik mijn probleemstelling opgesteld. De afgelopen vijf maanden heb ik twee dagen per week op het kantoor van Diabetesvereniging Nederland gewerkt. De overige dagen van de week heb ik thuis aan mijn scriptie gewerkt.
10.1 Verloop onderzoeksproces Het onderzoeksproces is redelijk goed verlopen. De deskresearch was meer werk dan verwacht, waardoor ik de planning heb aangepast. De aanpassingen in de planning hebben geen gevolgen gehad voor het onderzoek. Het samenstellen van de topiclijst voor de panelgesprekken en de vragenlijsten voor de interviews is in overleg met Diabetesvereniging Nederland gegaan en is zonder problemen verlopen. Het vinden van de deelnemers voor de panelgesprekken was een tijdrovende klus. Het bleek moeilijker dan gedacht om deelnemers te vinden die bereid waren om mee te doen aan de panelgesprekken. De naar schoolgaande doelgroep was in het weekend actief met sport of een verenigingsactiviteit. Het vinden van een geschikte datum waarop alle deelnemers aanwezig konden zijn, was daardoor lastig. De panelgesprekken hebben uiteindelijk een week later plaatsgevonden dan gepland. De gesprekken waren succesvol. De deelnemers waren enthousiast en deden actief mee. Voor de interviews was het niet moeilijk om deelnemers te vinden. Omdat het één op één interviews waren was het makkelijker om een geschikte ontmoeting te organiseren. Het verwerken van de resultaten en het maken van de dummy verliep probleemloos. De dummy geeft een goed beeld van hoe het online medium eruit zou moeten zien en wat het moet gaan inhouden. Het was niet mogelijk om een website, online magazine en een forum te realiseren zoals het er in de toekomst uit moet gaan zien. De reden hiervoor is de hoge kosten die gepaard gaan met het maken van een professionele website en een professioneel online magazine.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
66
10.2 Validiteit Het onderzoek is valide doordat er voor de deskresearch betrouwbare bronnen zijn gebruikt. Ook de onderzoekspopulatie is een goede afspiegeling van de doelgroep. Aan beide panelgesprekken hebben deelnemers van alle leeftijden binnen de doelgroep deelgenomen.
10.3 Mogelijkheden vervolg onderzoek Als DVN beslist om het online medium te gaan realiseren dan zou er in de toekomst een tevredenheidsonderzoek gehouden kunnen worden. Er zou dan onderzocht kunnen worden wat de doelgroep vindt van het online medium, wat er aangepast moet worden en of er toevoegingen nodig zijn. Ook zou er een vervolg onderzoek gedaan kunnen worden naar een doelgroep vanaf 17 jaar en hun behoeftes op het gebied van communiceren met doelgroep genoten.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
67
Literatuurlijst Aanstoot, H.J. (
[email protected] , 25 februari 2013). Re: registratie kinderdiabetes. Allesovermarktonderzoek.nl (z.j.) Groepsdiscussie. Geraadpleegd op: 20 maart 2013, van: http://www.allesovermarktonderzoek.nl/onderzoeksmethoden/groepsdiscussie
Allesovermarktonderzoek.nl (z.j.). Diepte-interview. Geraadpleegd op: 20 maart 2013, van: http://www.allesovermarktonderzoek.nl/onderzoeksmethoden/diepte-interview Allesovermarktonderzoek.nl (z.j.). Productonderzoek. Geraadpleegd op: 20 maart 2013, van: http://www.allesovermarktonderzoek.nl/typen-onderzoek/productonderzoek Bas van de Goor Foundation (2013). Bas van de Goor Foundation. Geraadpleegd op: 14 maart 2013, van: http://www.bvdgf.org Bas van de Goor Foundation (2013). Over ons. Geraadpleegd op: 14 maart 2013, van: http://www.bvdgf.org/overons Brancart, E.M. (2010). R116 Onderzoek. [Reader] Hogeschool van Amsterdam. Cbs.nl. (z.j.). Vrije tijd. Geraadpleegd op: 8 februari 2013, van: http://www.cbs.nl/nr/rdonlyres/af6e0157-6835-4f68-91a9837157c380d3/0/2003g87p111art.pdf [Publicatie] DigiBewust (januari 2013). Jongeren over online rechten en verantwoordelijkheden. Geraadpleegd op: 15 maart 2013, van: http://www.digibewust.nl/uploads/bestanden/onderzoeksrapportSID2013.pdf Drenthel, A. (
[email protected] , 28 mei 2013). Re: bezoekersaantallen. DVN (2012). Cijfers diabetes DVN en Nederland. [rapport]. DVN (z.j.). DVN. Geraadpleegd op: 12 maart 2013, van: http://www.dvn.nl/dvn DVN (2012). Online in Nederland. [rapport]. DVN (z.j.). Organisatie. Geraadpleegd op: 12 maart 2013, van: http://www.dvn.nl/dvn/organisatie
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
68
Frankwatching. (27 april 2012). Kinderen zien internet als water uit de kraan. Geraadpleegd op: 8 februari 2013, van: http://www.frankwatching.com/archive/2012/04/27/kinderen-zieninternet-als-water-uit-de-kraan/ Frankwatching (29 maart 2012). Kinderen op Hyves, Facebook en Twitter: nieuwe cijfers. Geraadpleegd op: 8 februari 2013, van: http://www.frankwatching.com/archive/2012/03/29/kinderen-op-hyves-facebook-en-twitternieuwe-cijfers/ Frankwatching. (24 maart 2009). Online magazines: 7 belangrijke do’s en don’ts. Geraadpleegd op: 8 februari 2013, van: http://www.frankwatching.com/archive/2012/11/19/online-magazines-7-belangrijke-dos-endonts/ Frankwatching (januari 2011). Tips om je website aantrekkelijk te maken voor jongeren. Geraadpleegd op: 15 maart 2013, van: http://www.frankwatching.com/archive/2011/01/13/tips-om-je-website-aantrekkelijk-temaken-voor-jongeren/ Frankwatching (januari 2013). Trending: Twitter’s nieuwe videodienst Vine. Geraadpleegd op: 20 maart 2013, van: http://www.frankwatching.com/archive/2013/01/25/trending-twittersnieuwe-videodienst-vine/ Hogeschool van Amsterdam. (2012). MIC schrijfgids. [Handleiding]. Jongeren en Kanker (z.j.). Voor wie is de SJK. Geraadpleegd op: 15 april 2013, van: http://www.jongerenenkanker.nl/over/sjk/voor-wie-is-de-sjk/ Kenniskringjeugd.nl (z.j.). Inauguratie brochure. Geraadpleegd op: 20 maart 2013, van: http://www.kenniskringjeugd.nl/Producten/inauguratiebrochurePaulineNaber.pdf [publicatie] Leesbaar onderzoek (z.j.). Ervaringen uitwisselen helpt pubers beter om te gaan met diabetes type 1. Geraadpleegd op: 27 december 2012, van: http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/ervaringen- uitwisselenhelpt-pubers-beter-om-te-gaan-met-diabetes-type-1 Lezersonderzoek.com (z.j.). Aanpak. Geraadpleegd op: 20 maart 2013, van: http://www.lezersonderzoek.com/aanpak/ Marketingfacts (oktober 2012). Twitter en LinkedIn zijn Hyves voorbij in unieke bezoekers. Geraadpleegd op: 13 mei 2013, van: http://www.marketingfacts.nl/berichten/twitter-enlinkedin-zijn-hyves-voorbij-in-unieke-bezoekers
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
69
Marketingportaal.nl (z.j.). AIDA. Geraadpleegd op: 20 maart 2013, van: http://www.marketingportaal.nl/pagina/99/aida MyLife Explore (2008). MyLife Explore. Geraadpleegd op: 20 maart 2013, van: http://www.diabetes.org.uk/Guide-to-diabetes/My-life/Teens/Fun-stuff/ Nationaal Kompas Volksgezondheid (maart 2013). Prevalentie, incidentie en sterfte naar leeftijd en geslacht. Geraadpleegd op: 14 maart 2013, van: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-en-aandoeningen/endocrienevoedings-en-stofwisselingsziekten-en-immuniteitsstoornissen/diabetes-mellitus/prevalentieen-incidentie-naar-leeftijd-en-geslacht/ Nederlands Jeugd Instituut (z.j.) Mediagebruik door kinderen en jongeren. Geraadpleegd op: 15 maart 2013, van: http://www.nji.nl/eCache/DEF/1/15/594.html Nielsen Norman Group (februari 2013). Teenage Usability: Designing Teen-Targeted Websites. Geraadpleegd op: 15 maart 2013, van: http://www.nngroup.com/articles/usabilityof-websites-for-teenagers/ Onlinepedagoog.nl (januari 2008). Adolescenten, ouders en middelenmisbruik. Geraadpleegd op: 20 maart 2013, van: http://www.onlinepedagoog.nl/artikelen/bekijken/5pubers---adolescenten-adolescenten--ouders-en-middelenmisbruik.html Stichting Jongeren en Kanker (2013). JK Magazine. Geraadpleegd op: 14 maart 2013, van: http://www.jongerenenkanker.nl/jk/ SugarKids (z.j.). SugarKidsClub. Geraadpleegd op: 13 maart 2013, van: http://sugarkids.nl/sugarkidsclub SugarKids (z.j.). Activiteiten. Geraadpleegd op: 13 maart 2013, van: http://sugarkids.nl/activiteiten The click test (z.j.). DiaMeet test. Geraadpleegd op: 25 mei 2013, van: http://theclicktest.com/manage/results/ozABbGrRRuV9datK The rise to the top (z.j.). 12 keys building online community. Geraadpleegd op: 8 mei 2013, van: http://www.therisetothetop.com/davids-blog/12-keys-building-online-community/ Unlimited Online (z.j.) Over Unlimited. Geraadpleegd op: 14 maart 2013, van: http://www.unlimitedonline.nl/over-unlimited/
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
Unlimited Online (z.j.) Unlimited. Geraadpleegd op: 14 maart 2013, van: http://www.unlimitedonline.nl Url Spion (maart 2013). Unlimitedonline.nl. Geraadpleegd op: 10 mei 2013, van: http://urlspion.nl/www.unlimitedonline.nl. Veenendaal, W. [persoonlijk interview]. 27 februari 2013. Verhoeven, N. (maart 2010). Wat is onderzoek?. Boom Lemma Uitgevers.
70
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
71
Bijlage I: Plan van aanpak Student Naam student: Liz Hatenboer
Profiel: RMP
Studentnummer: 500546181
Groep: R404C
E-mailadres:
[email protected]/
[email protected] Telefoonnummer: 0641902303 Paraaf voor akkoord student: Datum:
Naam eerste begeleider: Elise Friedmann Naam tweede begeleider: Suzanne van der Wateren Paraaf voor akkoord docent-begeleider en tweede docent: Datum: Paraaf voor akkoord afstudeercommissie: Datum:
Gegevens opdrachtgever: Bedrijf: Diabetes Vereniging Nederland (DVN) Naam begeleider vanuit het bedrijf: Willeke Veenendaal & Antoinie Wielens Functie: Hoofd communicatie / eindredacteur Diabc
Probleemsituatie: Jaarlijks groeit het aantal kinderen met diabetes. In de puberteit gaan deze kinderen het hebben van diabetes vaak verwaarlozen. Adviezen van ouders worden niet aangenomen, hun leefstijl verandert en het is niet ‘stoer’ om diabetes te hebben dus wordt het vaak ontkend. En doen ze net of het niet bestaat. Generaliserend gezegd: de ziekte wordt genegeerd. Dit leidt tot hoge bloedglucose waardes en kan complicaties zoals hart- en vaatziekten of blindheid veroorzaken. Communiceren met leeftijdsgenoten helpt kinderen in deze fase van hun leven om te gaan met diabetes. Een medium dat aantrekkelijk is voor deze doelgroep en de doelgroep uitnodigt om met leeftijdsgenoten met diabetes te communiceren, is er niet in Nederland. De Diabetes Vereniging Nederland brengt voor kinderen tot ongeveer 12 jaar het print magazine SugarKids uit en voor volwassenen het print magazine Diabc. Voor de doelgroep 13 tot en met16 jaar is er nog geen medium ontwikkeld. Er is geen magazine waar zij informatie kunnen lezen over diabetes en er is geen medium waar zij met leeftijdsgenoten met diabetes kunnen communiceren.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
72
De doelgroep 13 tot en met 16 jaar, waar ik mijn product aan wil gaan koppelen, is opgegroeid met internet en sociale media. De Diabetes Vereniging Nederland wil dan ook graag een online magazine ontwikkelen voor deze doelgroep. Dit online magazine kan gekoppeld worden aan sociale media zoals Hyves, Twitter en Facebook. Dit biedt de doelgroep mogelijkheden om met elkaar te communiceren over verschillende onderwerpen die te maken hebben met diabetes en onderwerpen die niet te maken hebben met diabetes. In opdracht van de Diabetes Vereniging Nederland wordt onderzocht wat de doelgroep, kinderen van 13 tot en met 16 jaar met diabetes, graag willen zien en lezen in een online magazine. Ook wordt onderzocht hoe door middel van een online magazine er voor gezorgd kan worden dat deze doelgroep met elkaar in contact komt en met elkaar gaat communiceren.
Probleemstelling Waaraan moet een online magazine voor kinderen van 13 t/m 16 jaar met diabetes voldoen en hoe kan dit online magazine ervoor zorgen dat de doelgroep gaat communiceren met leeftijdsgenoten met diabetes?
Doelstelling Doormiddel van een dummy inzicht geven in de redactionele formule van een online magazine voor kinderen van 13 t/m 16 jaar met diabetes, wat er voor zorgt dat deze doelgroep gaat communiceren met leeftijdsgenoten met diabetes.
Deelvragen Deelvraag 1: De doelgroep -
Hoe groot is de doelgroep? Hoe ziet de doelgroep eruit? Wat zijn de interesses van de doelgroep? Wat zijn de hobby’s van de doelgroep? Wat is het internetgebruik van de doelgroep? (frequentie en doelen) Wat leest de doelgroep op internet? Leest de doelgroep online magazines? Zo ja, welke? Wat is het sociale media gebruik van de doelgroep? Wat zou de doelgroep willen zien in een online magazine?
Deelvraag 2: De opdrachtgever -
Wie is de opdrachtgever? Wat doet de opdrachtgever? Waarom wil de opdrachtgever een online magazine? Wat zijn de wensen van de opdrachtgever?
Deelvraag 3: Concurrentie/Best Practices
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
-
73
Wat is de concurrentie van het online magazine? (direct/indirect) Zijn er in het buitenland soortgelijke concepten? Wat gebruiken soortgelijke concepten in zowel binnen- als buitenland voor een elementen om de doelgroep met elkaar te laten communiceren? Wat kan er overgenomen worden van andere succesvolle concepten?
Deelvraag 4: Trends -
Welke trends zijn er op het gebied van online magazines? Welke trends zijn er op het gebied van sociale media? Welke trends zijn er op het gebied van communicatie?
Deelvraag 5: Wensen doelgroep -
Wat wil de doelgroep in een online magazine? Hoe wil de doelgroep dat een online magazine eruit ziet? Hoe vaak wil de doelgroep een online magazine uitkomt? Waar wil de doelgroep communiceren met leeftijdsgenoten met diabetes? Wat willen ouders dat er in een online magazine komt? Wat willen medische begeleiders dat er in een online magazine komt?
Deelvraag 6: Dummy -
Hoe ziet de concept dummy eruit? Wat is de inhoud van de concept dummy? Welke onderwerpen komen in de concept dummy? Wat is de lay-out van de concept dummy Hoe ziet de uiteindelijke dummy eruit? Wat is de inhoud van de uiteindelijke dummy? Welke onderwerpen komen in de uiteindelijke dummy? Wat is de lay-out van de uiteindelijke dummy? Hoe worden sociale media gekoppeld aan de uiteindelijke dummy?
Matrix deelvragen/methoden van onderzoek Deskresearch
Fieldresearch
Internationale component
Deelvraag 1
X
Deelvraag 2
X
Deelvraag 3
X
Deelvraag 4
X
Kwantitatief
Kwalitatief
onderzoek
onderzoek
X X X
X
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
Deelvraag 5
74
X
Verantwoording methode van onderzoek In dit onderzoek worden verschillende methodes gebruikt om erachter te komen hoe door middel van een online magazine de doelgroep meer met leeftijdsgenoten met diabetes kan communiceren. In dit hoofdstuk worden de methodes die gebruikt gaan worden beschreven. En er wordt beschreven hoe deze methodes gebruikt zullen gaan worden. Er is voor de doelgroep kinderen van 13 tot en met 16 jaar met diabetes gekozen, omdat voor deze doelgroep geen medium is wat de mogelijkheid biedt om te communiceren met leeftijdsgenoten met diabetes. Deskresearch Door middel van deskresearch wil ik een beeld geven van de doelgroep. Onder andere: hoe groot is de doelgroep, wat zijn hun interesses, en als belangrijkste onderzoeksvraag wat de doelgroep voor onderwerpen zou willen zien en lezen in een online magazine. De belangrijkste bronnen die ik hiervoor wil gaan gebruiken zijn Cbs.nl, Frankwatching.nl en online gepubliceerde onderzoeken naar de interesses van de doelgroep. De resultaten van de deskresearch moeten een basis vormen voor de panelgesprekken met de doelgroep. Uit de resultaten van de deskresearch en resultaten van de panelgesprekken gaan verschillende voorbeelden van het online magazine komen die getoond zullen worden aan de doelgroep. Ook de trends en best practices worden onderzocht via deskresearch. Dit wordt gedaan door research te doen op sites van buitenlandse diabetesorganisaties en door middel van de contacten van de Diabetes Vereniging Nederland. Uit de panelgesprekken kunnen ook trends naar voren komen. Als dit het geval is wordt deze trend of worden deze trends opgenomen in het rapport. Methode 1: Panelgesprek Nadat ik met deskresearch informatie over de doelgroep heb verzameld en heb uitgezocht wat de doelgroep in een online magazine zou willen zien en lezen, ga ik twee panelgesprekken houden. Dit zal de belangrijkste bron van informatie worden, want hieruit wordt duidelijk wat de doelgroep wil en wanneer zij een online magazine gaan lezen. De respondenten zullen in de panelgesprekken reageren op uitkomsten uit de deskresearch. Hierdoor krijg je in korte tijd een goed beeld van de wensen van de doelgroep. De kans bestaat dat de respondenten de gegeven voorbeelden omarmen, maar de kans bestaat ook dat ze de ideeën verwerpen. In beide gevallen kan de verkregen informatie gebruikt worden voor verbetering van het idee.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
75
De respondenten krijgen in de panelgesprekken de kans om te reageren op verschillende topics. Wat is hun internetgebruik, wat lezen zij op internet, wat vinden ze van verschillende voorbeelden van andere concepten en wat willen ze zien in een online magazine. Aan het einde van de panelgesprekken is er, als het goed is, een goed beeld geschept van wat de doelgroep zou willen zien in een online magazine. Met deze resultaten worden verschillende voorbeelden gemaakt van delen van het online magazine en deze voorbeelden zullen in een vervolg panelgesprek getoond worden aan de respondenten. De groep respondenten voor de panelgesprekken zal bestaan uit acht personen, de groep zal opgesplitst worden in twee groepen. Één groep met jongens en één groep met meisjes. Dit wordt gedaan om een omgeving te creëren waarin de respondenten vrijuit praten. De beide groepen zullen bestaan uit één respondent van 13 jaar, één van 14 jaar, één van 15 jaar en één van 16 jaar. In de eerste groep vier meisjes van deze leeftijden en in de tweede groep vier jongens van deze leeftijden. Zo is de hele doelgroep gedekt. Er is voor deze grootte gekozen, omdat te veel personen veel onrust zal veroorzaken in het gesprek. Daardoor zou de concentratie van de respondenten kunnen verslappen. Vier personen per panelgesprek is een goed aantal om achter de wensen van de doelgroep te komen, zonder dat het gesprek onrustig en onoverzichtelijk wordt. De respondenten zullen verkregen worden via persoonlijke contacten en contacten van de Diabetes Vereniging Nederland. Het panelgesprek zal plaatsvinden in een omgeving waar de respondenten zich op hun gemak voelen en een plek die makkelijk voor hun te bereiken is. Deze plek zal in overleg met de respondenten vastgesteld worden. Voor dit onderzoek worden dus twee panelgesprekken gehouden met groepen van vier respondenten. Een groep meisjes en een groep jongens. Beide groepen met vier personen met verschillende leeftijden die binnen de doelgroep vallen. De belangrijkste topics in het panelgesprek zullen zijn: -
Internetgebruik. Interesses. Voorbeelden van andere concepten en daar reacties op.
Na de panelgesprekken wordt de verkregen informatie gecombineerd met de informatie uit de deskresearch. De resultaten die hieruit komen, zullen gebruikt worden om voorbeelden van onderdelen van de dummy te maken. Deze voorbeelden zullen in vervolg panelgesprekken worden voorgelegd aan de doelgroep. In deze panelgesprekken kan de doelgroep feedback geven op deze voorbeelden. Deze feedback wordt gebruikt voor het ontwerp van de uiteindelijke dummy. Er zal een duidelijke rapportage komen van de panelgesprekken om de betrouwbaarheid van het onderzoek zo hoog mogelijk te maken. Van de panelgesprekken zal een geluidsopname gemaakt worden, zodat na afloop van de panelgesprekken terug kan
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
76
worden geluisterd naar de uitspraken van de respondenten. Deze geluidsopnames kunnen ook gebruikt worden voor een eventueel vervolg onderzoek, zodat er geen dubbele informatie gevraagd wordt. Methode 2: Interviews Niet alleen de mening van de doelgroep is belangrijk voor het maken van een online magazine. Door middel van interviews wil ik onderzoeken wat ouders en medische begeleiders belangrijke onderwerpen vinden voor een online magazine. Hoe het online magazine eruit komt te zien wordt vooral bepaalt door de doelgroep, maar over de onderwerpen die erin komen kunnen de ouders en de medische begeleiders meedenken. De respondenten kennen de doelgroep het beste, daarom is hun mening erg belangrijk. Er zullen in totaal drie interviews worden afgenomen. Deze interviews zullen gehouden worden met één moeder, één vader en één medische begeleider. Deze drie respondenten kennen elkaar niet. Dit is om de uitkomsten van het onderzoek zo betrouwbaar mogelijk te houden. De respondenten zullen verkregen worden via persoonlijke contacten en via de Diabetes Vereniging Nederland. De interviews zullen plaatsvinden op een plek naar wens van de respondent. Dit zal in overleg gebeuren. Belangrijke vragen die in het interview gesteld zullen worden zijn: -
Welke onderwerpen vindt u dat aan bod moeten komen in een online magazine? Hoe vaak denkt u dat uw kind een online magazine zal lezen?
Concept hoofdstukindeling Titelblad Voorwoord Management samenvatting Management review Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Probleemstelling 1.3 Doelstelling 1.4 Opbouw van rapport 2 Methoden en technieken (In dit hoofdstuk wordt omschreven wat de methoden en technieken van dit onderzoek zijn. In het geval van dit onderzoek zijn de technieken deskresearch, panelgesprekken en
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
77
interviews.) 2.1 Onderzoeksontwerp 2.2 Openrationalisatie 2.3 Analysemethode 2.4 Begripsafbakening 3 De doelgroep (In dit hoofdstuk wordt de hele doelgroep beschreven. Van aantallen tot interesses.) 3.1 Aantal 3.2 Interesses/hobby’s 3.3 Internet gebruik 3.4 Sociale media gebruik 3.5 Onderwerpen online magazine 3.6 Relevante theorieën 4 De opdrachtgever (In dit hoofdstuk wordt de opdrachtgever beschreven en er wordt beschreven waarom de opdrachtgever een online magazine wil en wat de wensen zijn.) 4.1 Omschrijving opdrachtgever 4.2 Activiteiten opdrachtgever 4.3 Motieven voor online magazine 4.4 Wensen opdrachtgever 5 Concurrentie en Best Practices (Welke succesvolle soortgelijke concepten zijn er in binnen- en buitenland en welke onderdelen kunnen daarvan gebruikt worden? En welke directe en indirecte concurrenten zijn er. Dat komt in dit hoofdstuk.) 5.1 Succesvolle concepten buitenland 5.2 Succesvolle concepten binnenland 5.3 Directe concurrenten 5.4 Indirecte concurrenten 6 Trends (In dit hoofdstuk komen de trends op het gebied van online magazines, sociale media en communicatie.) 6.1 Online magazines 6.2 Sociale media 6.3 Communicatie 7 Resultaten panelgesprek: kinderen (13 t/m 16 jaar) met diabetes (In dit hoofdstuk komen de resultaten uit de panelgesprekken. Wat ze vinden van de voorgelegde ideeën, welke onderwerpen ze in een online magazine willen en hoe een online
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
78
magazine eruit moet komen te zien.) 8 Resultaten interviews: ouders (In dit hoofdstuk komen de resultaten uit de interviews met de ouders, wat zij belangrijk vinden dat er in een online magazine komt.) 9 Resultaten interviews: medische begeleiders (In dit hoofdstuk komen de resultaten uit de interviews met de medische begeleiders, wat zij belangrijk vinden dat er in een online magazine komt.) Conclusies Evaluatie 12.1 Verloop onderzoeksproces 12.2 Validiteit 12.3 Mogelijkheden vervolg onderzoek
Literatuurlijst Bijlagen
Vorm beroepsproduct Naar aanleiding van mijn onderzoek ga ik advies uitbrengen door middel van een dummy van het online magazine. De opdrachtgever, de Diabetes Vereniging Nederland, heeft hiermee een beeldende conclusie van de wensen van de doelgroep. Tijdsplanning Datum
Onderdeel
Waar
7 februari
Eerste afspraak afstudeerbegeleider.
MIC gebouw
14 februari
Plan van Aanpak inleveren bij eerste
Februari
begeleider + uitdraai van cijferlijst. Eventuele inleverdatum PvA bij eerder klaar: 26 februari voor 13.00 uur Maart 4 maart (uiterlijk 5
Ondertekende Plan van aanpak
Rode brievenbus, RMP-
maart voor 13.00
inleveren bij afstudeercommissie +
kamer (06A18) in
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
uur)
79
geprinte goedkeurig afstudeer
drievoud.
gerechtigd. 11 maart (na
Deskresearch.
goedkeuring PvA) April e
1 week april e
e
2 /3 week april
Panelgesprekken/interviews Uitwerken uitkomsten panelgesprekken en deskresearch.
e
Voorbeelden laten zien aan doelgroep.
e
Kritieken doelgroep op voorbeelden
3 week april 4 week april
verwerken. Mei 4 mei
Inleveren geprinte conceptversie van de afstudeeropdracht bij eerste begeleider. -
Laatste week mei
in MIC huisstijl gelet op taal- en spelfouten overzichtelijk geheel
Afronding verslag + spellingscontrole.
Juni 1 juni (met uitloop
Afstudeerverslag (+ bijbehorende
tot 3 juni)
documenten) printen in drievoud.
4 juni
Inleveren afstudeer verslag + goedgekeurd PvA + mail goedkeuring PvA van afstudeercommissie.
18-21 juni
Examengesprekken
28 juni
Afstudeerdatum
Juli 3 juli / 4 juli
Diploma uitreiking
Afspraken over de begeleiding School: -
Bij vragen eerste contact per mail. Eerste begeleider zorgt voor snelle afhandeling met tweede lezer.
Diabetes Vereniging Nederland: -
Maandag en dinsdag werk ik op het kantoor van de DVN. Woensdag, donderdag en vrijdag werk ik thuis aan het onderzoek. Willeke Veenendaal is mijn hoofdbegeleider van het onderzoek, voor specifieke informatie kan ik gebruik maken van de medewerkers die aanwezig zijn op kantoor.
Bronnen 1.
About kids healt.ca (December 2010). Teenagers with diabetes. Geraadpleegd op 28 december 2012, van:
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
80
http://www.aboutkidshealth.ca/En/ResourceCentres/Diabetes/AtHome/Growt hDevelopment/Pages/Teenagers-with-Diabetes.aspx 2.
Bakker, P & Bakker, T. (2013). Handboek nieuwe media. Adformatie groep.
3.
Brancart, E.M. (2010). R116 Onderzoek. [Reader] Hogeschool van Amsterdam.
4.
Cbs.nl. (z.j.). Cijfers. Geraadpleegd op: 8 februari 2014, van: http://www.cbs.nl/nlNL/menu/cijfers/default.htm
5.
Diabetes Fonds. (z.j.). Geef jongeren een onbezorgde toekomst. Geraadpleegd op: 2 januari 2013, van: http://www.diabetesfonds.nl/artikel/geef- jongeren-eenonbezorgde-toekomst
6.
Frankwatching. (24 maart 2009). De omschakeling van print naar online media. Geraadpleegd op: 8 februari 2013, van: http://www.frankwatching.com/archive/2009/03/24/de-omschakeling-van-print-naaronline-media/
7.
Frankwatching. (24 maart 2009). Online magazines: 7 belangrijke do’s en don’ts. Geraadpleegd op: 8 februari 2013, van: http://www.frankwatching.com/archive/2012/11/19/online-magazines-7-belangrijkedos-en-donts/
8.
Frankwatching. (27 april 2012). Kinderen zien internet als water uit de kraan. Geraadpleegd op: 8 februari 2013, van: http://www.frankwatching.com/archive/2012/04/27/kinderen-zien-internet-als-wateruit-de-kraan/
9.
Frankwatching. (29 maart 2012). Kinderen op Hyves, Facebook en Twitter: nieuwe cijfers. Geraadpleegd op: 8 februari 2013, van: http://www.frankwatching.com/archive/2012/03/29/kinderen-op-hyves-facebook-entwitter-nieuwe-cijfers/
10. Hogeschool van Amsterdam. (2012). MIC schrijfgids. [Handleiding]. 11. Kidsenjongeren.nl. (z.j.). Trends in kids en jongeren marketing. Geraadpleegd op: 8 februari 2014, van: http://www.kidsenjongeren.nl 12. Leesbaar onderzoek.(z.j.).Ervaringen uitwisselen helpt pubers beter om te gaan met diabetes type 1. Geraadpleegd op: 27 december 2012, van: http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/ervaringenuitwisselen-helpt-pubers-beter-om-te-gaan-met-diabetes-type-1 13. Nelis, H & Van Sark, Y. (November 2010). Puberbrein. Utrecht: Kosmos Uitgevers. 14. Safko, L & Brake, D. (2009). The Social Media Bible. Hoboken. 15. Slegers, M. (maart 2012). Soci@l Kids. Schiedam: Scriptum. 16. Van Vuure, R. (2008). Het lingerie denken. Amsterdam: Ambo. 17. Verhoeven, N. (maart 2010). Wat is onderzoek?. Boom Lemma Uitgevers.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
Bijlage II: Goedkeuring Plan van Aanpak
81
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
83
Bijlage III : Afbeeldingen en tabellen
Afbeelding 1 Aantal unieke bezoekers sociale media (Marketingfacts.nl)
Tabel 1 Indicatie van diabetes mellitus naar leeftijd en geslacht in 2007 (Nationaalkompas.nl) Wie?
Aantal in Nederland
Lid van DVN
% tov NL
0-14: 1861
88%
(indicatief) Type 1
0-14 jaar: 2100
onbekend: 59 Type 1
14-25 jaar: 4100
15-25: 2797
68%
Onbekend 138 Tabel 2 Gegevens DVN betreffende aantal diabetes gevallen in Nederland (Diabetesvereniging Nederland)
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
Tabel 3 Tijdsbesteding van jongeren 12-14 jaar, 2003 (Cbs.nl)
Tabel 4 Uren lichamelijke sportbeoefening, 2003 (Cbs.nl)
Tabel 5 Hobby's, 2003 (Cbs.nl)
Tabel 6 Uitgaan, 2003 (Cbs.nl)
84
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
Tabel 7 Internetgebruik naar leeftijd (Cbs.nl)
Tabel 8 Tijdsbesteding aan media kinderen in minuten per dag (Nji.nl)
Tabel 9 Hoeveel uur gebruik je gemiddeld internet? (Frankwatching.com)
Tabel 10 Locatie & frequentie internetgebruik jongeren 12-16 jaar (Digibewust.nl)
85
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
86
Tabel 11 Waar gebruik je internet het meeste voor? (Frankwatching.com)
Tabel 12 8- tot 18-jarigen op Hyves, Facebook en Twitter (Frankwatching.com)
Tabel 13 Update-frequentie van jongeren op Hyves, Facebook en Twitter (Frankwatching.com)
Tabel 14 Procentuele verschillen tussen gebeurtenissen op internet bij jongeren en kennis van ouders daarover (Digibewust.nl)
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
87
Tabel 15 Verdeling verantwoordelijkheid veilig internetten volgens jongeren 12 - 16 jaar (Digibewust.nl)
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
89
Bijlage IV: Interviewvragen ouders Topic
Vragen
Inleiding over ideeën -
aanleiding plannen uitwerking
Uitvoering
-
Hoe denkt u dat een online medium voor jongeren met diabetes eruit moet zien? o Welke vorm? § Facebook pagina § Online magazine § Website
-
En waarom denkt u dit?
-
Welke onderwerpen vindt u belangrijk dat er aan bod komen in/op een online medium voor jongeren?
-
Denkt u dat diabetes een hoofdonderwerp moet zijn in het medium of dat het een subonderwerp moet zijn?
Aanspreken
-
Hoe denkt u dat de jongeren moeten worden aangesproken op een online medium?
Afsluiten
-
Zijn er nog vragen?
-
Als je later vragen hebt kun je mij altijd mailen (
[email protected])
-
Uitleggen vervolg
Onderwerpen
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
91
Bijlage V: Interviewvragen medisch begeleider Topic
Vragen
Inleiding over ideeën -
aanleiding plannen uitwerking
Uitvoering
-
Hoe denkt u dat een online medium voor jongeren met diabetes eruit moet zien? o Welke vorm? § Facebook pagina § Online magazine § Website
-
En waarom denkt u dit?
-
Welke onderwerpen vindt u belangrijk dat er aan bod komen in/op een online medium voor jongeren?
-
Denkt u dat diabetes een hoofdonderwerp moet zijn in het medium of dat het een subonderwerp moet zijn?
Aanspreken
-
Hoe denkt u dat de jongeren moeten worden aangesproken op een online medium?
Afsluiten
-
Zijn er nog vragen?
-
Als je later vragen hebt kun je mij altijd mailen (
[email protected])
-
Uitleggen vervolg
Onderwerpen
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
93
Bijlage VI: Interviewvragen online communicatie expert Topic
Vragen
Inleiding over ideeën -
aanleiding plannen uitwerking
Onderling communiceren
Forum
Afsluiten
-
Op welke manieren kun je jongeren het beste betrekken bij het hebben van diabetes? o Hoe kan je ze onderling laten communiceren?
-
Hoe denkt u dat een online medium voor jongeren met diabetes eruit moet zien? o Welke vorm? § Facebook pagina § Online magazine § Website
-
En waarom denkt u dit?
-
Via welke kanalen kun je dat het beste een online community opbouwen?
-
Online community building: hoe moet je dit opbouwen?
-
Hoe zorg je dat de community opgang blijft?
-
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten bij het opbouwen van een forum?
-
Hoe krijg je ze op het forum?
-
Wie moet de gesprekken leiden?
-
Moet het openbaar of gesloten?
-
Zijn er nog vragen?
-
Als je later vragen hebt kun je mij altijd mailen (
[email protected])
-
Uitleggen vervolg
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
95
Bijlage VII: Topiclijst panelgesprek Wat?
Panelgesprek met doelgroep (jongeren 13 t/m 16 jaar met diabetes).
Waar?
Hoofdkantoor DVN in Leusden.
Wie?
Jongeren met diabetes.
Tijdsduur
+/- 1 uur.
Topic
Vragen
Inleidend gesprek
-
Wie ben ik Waarom zijn zij hier Wie zijn zij
Diabetes
-
Inleiden onderwerp
-
Wat vind je van het hebben van diabetes?
-
Hoe gaan jullie om met diabetes?
-
Lezen jullie wel eens iets over diabetes? o Zo ja, waar? Wat? Wanneer? o Zo nee, waarom niet?
-
Inleiden onderwerp
-
Zitten jullie wel eens op internet? Zo ja, hoe vaak en hoe lang?
-
Op welke apparaten maken jullie gebruik van internet?
Internet
o
Welk apparaat gebruik je het liefst om te internetten?
-
En als jullie op internet zijn, wat doen jullie dan? (eventueel voorbeelden geven)
-
En als jullie op sociale media zitten, wat doen jullie daar dan? Hebben jullie dan contact met vrienden/familie? Of ook onbekenden?
-
Lezen jullie wel eens artikelen op internet? Zo ja, waar? Waarover?
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
Magazines/online
96
-
Inleiden onderwerp
-
Lees je wel eens magazines? Zo ja, welke? Wat vind je daar leuk aan? o Welke rubrieken?
-
Lees je wel eens online magazines? Zo ja, welke? Wat vind je daar leuk aan? Vind je dat makkelijk om online te lezen/te bekijken?
magazines
-
o o Buitenlandse soortgelijke
Welke rubrieken? Wat trekt je aan?
-
Inleiden onderwerp
-
MyLife Explore o Wat vinden jullie mooi/lelijk aan deze website? o Wat vinden jullie van de onderwerpen op de website? o Zou je dit lezen/bekijken?
-
Jongeren en kanker magazine? o Wat vinden jullie mooi/lelijk aan deze website? o Wat vinden jullie van de onderwerpen op de website? o Zou je dit lezen/bekijken als het over diabetes zou gaan?
-
Unlimited magazine/online o Wat vinden jullie mooi/lelijk aan deze website? o Wat vinden jullie van de onderwerpen op de website? o Zou je dit lezen/bekijken als het over diabetes zou gaan?
-
Ondertussen.nl (geen diabetes gerelateerde site) o Wat vinden jullie mooi/lelijk aan deze website? o Wat vinden jullie van de onderwerpen op de website? o Zou je dit lezen/bekijken als het over diabetes zou gaan?
-
Inleiden onderwerp
-
Wat zouden jullie willen zien? Wat verwacht je? o onderwerpen o teksten o filmpjes o vormgeving
-
Inleiden onderwerp
concepten
Wat missen ze?
Eventueel online concept
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
Interactief
Vragen + afsluiten
97
-
In welke vorm? Website/magazine/online magazine/facebook pagina
-
Wat voor onderwerpen moeten er op het online medium komen?
-
Veel filmpjes en foto’s? of juist veel teksten?
-
Wat voor verhalen zouden jullie willen lezen?
-
En qua vormgeving?
-
Hoe vaak willen jullie iets zien?
-
Inleiden onderwerp
-
Wil je met anderen in contact komen? Afspreken?
-
Zou je met anderen praten op Facebook/Twitter over diabetes?
-
Hoe moet zo’n pagina er dan uit zien?
-
Zijn er nog vragen?
-
Als je later vragen hebt kun je mij altijd mailen (
[email protected])
-
Uitleggen vervolg
-
Lijst e-mailadressen voor tonen voorbeelden
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
99
Bijlage VIII: Opnames interviews en panelgesprekken & samenvattingen panelgesprekken Opnames Zie bijgevoegde cd-rom.
Samenvatting panelgesprek meisjes Diabetes
L: Ene keer geen last van, andere keer wel. Dingen laten met sport bijvoorbeeld. Als je de nadelen ondervind. Bij toetsen op school. Niet boos over, maar denk er dan wel aan, chagrijnig. J: Best vaak beetje boos over, waarom heb ik dit. Gevoelig voor schommelen, merkt aan humeur. Mag wel toetsen over doen, maar doe het niet, want wil niet als excuus gebruiken. L: Vrienden weten het wel, maar ze laten me gewoon, soms geschrokken. Iedereen weet er wel vanaf.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
100
J: Met werk in een schoenenwinkel merk ik weleens dat ik omlaag ga. Manager houdt er wel rekening mee, maar ik vertel het haar niet altijd. Op school soms bot tegen vrienden als ik laag zit, ze begrijpen dat wel. Vriendinnetje op school ook diabetes, maar die verteld het niemand. L: Anderen mogen wel zien dat ik bolus, maar laat het niet overdreven zien. J: Diabetes tijdschriften die ik krijg zijn saai. L: Op internet wel lezen over blogs over diabetes, vragen stellen aan anderen. Cyberpoli.nl J/L: SK te kinderachtig. L: Diabc ziet er beter uit, maar hangt er vanaf wat erin staat. Dingen over sporters lees ik bijvoorbeeld wel. E: 12,5 half jaar diabetes. Liever niet diabetes, maar het is goed om mee te leven. Ik ben niet anders gewend, het is een deel van mij geworden. F: Sinds groep 8 diabetes. Het was leuker zonder, maar je kan er niks aan doen. F: Iedereen mag het weten, op school weet iedereen het, ik heb ook wat extra eten op school liggen. Het is geen geheim. Ouders helpen goed mee. Maar moeder vindt ook dat ze het zelf moet doen. Vader is heel precies, alles volgens regels. E: Iedereen weet er van, iedereen vindt het heel normaal. Het hoort bij mij. Moeder moest eerst alles doen, nu alles zelf. Vader ook diabetes. Ze praat er wel eens met vader over. Weet precies hoe iets voelt. F: Krijgen wel boekjes thuis, leest alleen als er iets leuks op de voorkant staat. Weggooien als het gelezen is. E: Nieuwe onderzoeken wel interessant. SK niet interessant omdat voor jongere doelgroep is. F: Blader SK wel eens door, maar voor jongere kinderen.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
101
E: Bijhouden dingen over onderzoeken op internet. Internet
J: Ik internet veel, veel verschillende apps, whatsapp. iPhone, iPad, computer, laptop. L: Internet op m’n telefoon. J: Vooral tussendoor op internet op mijn telefoon. L: Facebook en Twitter, lifestyle blogs, forums. J: Facebook en series kijken via internet. Vooral als ik me in de les verveel ga ik op Facebook. L/J: YouTube vooral voor informatie. L: Oefen filmpjes, jezelf dingen aanleren. J: Vrienden: ook wel mensen die ik niet zo goed ken voeg ik toe op Facebook en Twitter. L: Eigenlijk vooral vrienden op sociale media, maar ook wel die ik niet zo heel goed ken. Maar iedereen die erop is mag wel weten wat ik doe. Blogs à trends die in zijn, sport, eetstoornissen, meiden gericht. Veel met plaatjes en foto’s. J: Op blogs zit ik niet zo vaak. Ik lees wel de krant op de iPad. Veel makkelijker dan de krant in het ‘echt’ lezen. F: Best veel op internet, vaak tussendoor kijken op Facebook en Twitter. E: Telefoon met internet, Facebook, WhatsApp. Ook meer tussendoor. Computer/telefoon/tablet/via televisie (smart tv) F: Facebook/Twitter/Instagram/YouTube (muziek)/Google E: Uitzendinggemist/Facebook/minder Twitter/MSN niet meer in gebruik. F: Op Twitter ook mensen die ik bijvoorbeeld 1 keer gezien heb/bekende mensen.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
102
E: Wel wat familie op Facebook, speciale opties wie wat kan zien. Magazines/online
J: Cosmopolitan wel leuk om te lezen, leuk om kleding te kijken, er staan
magazines
leuke verhalen in. Ik geloof niet alles. Donald Duck. L: Geen tijd voor magazines. Op vakantie wel CosmoGirl of andere magazines. L/J: Verhalen van jongens en meiden die dingen hebben meegemaakt spreken me aan. J: Korte stukjes over onderwerp (meningen). En gadgets is ook leuk om te lezen en te bekijken. L: Trends en mode. L: Bekende mensen zijn leuk als ze in mijn ‘genre’ zitten. Bijvoorbeeld sport of diabetes. J/L: Online magazines nog weinig gelezen, kom het nooit tegen. L: Apps en muziek. J/L: Minimalistisch en lekker strak trekt ons wel aan. J: Grote foto’s vind ik mooi. L: En tussendoor foto’s. F: Cosmopilitan, Glamour, “meiden boeken”, liever voor wat ouderen, want anders is het te kinderachtig. E: Zelfde +National Geographic, F: Fashion, waar sterren uithangen, E: Ingezonden brieven. Haalt zelf soms ook informatie uit. F: Leest weinig online. AD, via facebook E: Weet niet precies. Wel op websites dingen lezen. Nu.nl wel. Via
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
103
Facebook links, kom je wel op websites. Voorbeelden
Jongeren en Kanker: J: voorkant vind ik niet heel vrolijk. Kleuren passen wel mooi bij elkaar. L: Iets vrolijker kan wel. Liever een vrolijke voorkant. Positief benaderen. J: Korte quotes zijn wel goed overzichtelijk. Ondertussen.nl: J/L: onderwerpen trekt ons aan. Site wel iets te druk. Te veel foto’s, mooier als er geen foto’s in foto’s staan. J: Strakke lijnen wel mooi. L/J: Lifestyle, digitaal, geld, school. L: Als je een Facebook reminder o.i.d. krijgt, dan kom je wel op de site en ga je doorklikken. J: Met Facebook ga je er sneller naar toe. Unlimited: J: Voorkant niet mooi. L: Ik zie diabetes niet als beperking, dus voel me niet aangesproken tot de doelgroep. J: Voorkant spreekt niet aan, zonder naalden en ziekenhuis. L: Foto waar mensen samenkomen bijvoorbeeld. J: Quotes voorop missen, je weet niet waar het over gaat. J: Verhalen van mensen leuk om te lezen, maar moet geen lap tekst zijn. L: Interview niet snel naar luisteren, maar filmpje over wat diegene doet dat vind ik wel leuk. J: Website en filmpjes moet snel laden. L/J: Het moet kleurrijk zijn, maar niet te rommelig.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
104
MyLife Explore: J: Niet strak genoeg, komt in de buurt van SK. L: Spreekt me wel aan, maar toch iets te kinderachtig. J: Op een site zou ik niet snel lezen over bekende mensen, maar wel als het in een online magazine staat. L: Je moet met elkaar in contact kunnen komen, via een forum ofzo. Je moet er over kunnen praten en vragen stellen. En dan kan je ook bevriend worden. Ik heb zo wel eens vrienden gemaakt. J: Via Facebook wel leuk. L: Liever via een los forum, dan ben je meer anoniem, op FB sta je met foto en naam. J: Liever geen nieuw account enzo, liever via FB. L: Koppelen aan FB kan wel, dingen liken enzo. J: Als je met andere praat kun je vragen stellen en krijg je weer positieve input. Dingen organiseren, moet meer uit de organisatie zelf komen. Dan vertrouw ik het meer. MyLife Extange: F: Tof dat ze het hebben, zou niet elke dag of kijken. Als er iets nieuws is wel. E/F: leuk om over bekende met diabetes te lezen, filmpjes en foto’s ook. F: Plaatjes leuk gedaan, achtergrond wit. Jongeren en Kanker magazine: F/E: Mooie voorkant, lekker strak. F: Geeft duidelijk aan waar het over gaat, moet niet te afleidend zijn. Bijvoorbeeld bloemetjes op de achtergrond leiden af.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
105
Unlimited: F: Te serieus. E: Typisch voor in de wachtkamer. F: Als er iemand op de voorkant zou staan die in een rolstoel zit en toch nog iets met een skatebaan kan is bijv. veel toffer. Liever zoiets voorop. Plaatjes met rolstoel erop: F: Wel goed, want je moet het toch accepteren. Ondertussen.nl: E: Mooie vormgeving, met foto’s. F: Overzichtelijk. F/E: Waar we allemaal mee te maken hebben. Zouden wel eens af en toe op kijken. Als de berichten me aanspreken wel. E: Er moeten wel vaak nieuwe berichten op komen. Verse content. F: Via facebook vast voorproefjes. E: Als een soort reminder. Wat missen ze
L: Het contact kunnen vinden online. Via een papieren magazine kan dat niet. J: Prijsvragen zijn leuk! J: Gadgets, die met diabetes te maken hebben. L: Stickers voor pompen ofzo, nieuwe ontwikkelingen, hoesjes. J: Nieuwe pompen. OmniPod. Wel korte stukjes. Of raarste dingen die je hebt meegemaakt met een hypo. L: Hoeft niet alleen over diabetes. J: Tips en zo, voor vakantie.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
106
L: Voor wintersport ofzo, of zomervakantie. J: Tips hoe je je pomp kan verbergen vind ik ook wel leuk. F: Iets met onze leeftijd te maken, alcohol in de weer en diabetes, piercing ontstekingen etc. Interessant om te lezen. Iemand verteld over wat hij/zij heeft gedaan. Niet altijd diabetes als hoofdonderwerp. E: Nieuwe dingen die er zijn, forum voor vragen en discussie. Verhalen van mensen zelf. Met anderen in contact komen. Hoe zie je het voor je: F: Website of magazine . E/F: Belangrijk om te praten, Facebook als reminder. E: Strak, duidelijk waar het over gaat, foto spreekt aan. F: Wat kan je wel met diabetes. Stoere manier. E: Bekend iemand op de voorkant. Onderwerpen: F: Bekende mensen, vakantie, wereldreizigers. E: Gadgets achtige dingen voor pomp/spuit etc. Alleen hele interessante dingen qua diabetes materiaal. F: Geen standaard dingen over diabetes materiaal. In een filmpje laten zien: ook al heb ik diabetes dit kan ik toch. E: Zelf wat vertellen erover in een filmpje. Leuk om te zien als iemand met pomp bezig is: F: Niet te specifiek. Niet alleen over pomp en persoon. Vormgeving
J: Veel kleur, maar het moet wel bij elkaar passen. Anders wordt het te rommelig. L: Lichte kleuren zijn wel mooier denk ik.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
107
J: Grote foto op de foto en een klaar kleine tekstjes waar het over gaat. L: Proud2bme.nl leuke site. Reviews over iets leuk. J: Het moet herkenbaar zijn. Kleuren: E: Niet te veel kleur, 2 of 3 kleuren. Basis kleur blauw ofzo. F: Niet teveel kleur, maar wel vrolijk. Leuk en spontaan. Taalgebruik
L: Niet ‘chill’, en overdreven woorden enzo. Gewoon normaal. Niet inspelen op de taal van jongeren. J: Dat is ‘wannabe’, haha. F: Niet te overdreven straattaal. E: Niet te cool proberen te zijn, niet te overdreven, dan wordt het gemaakt. F: Gewoon normaal praten. F: Hoe doet een fotomodel met diabetes dat, over werk enz.
Naam
J: Niet iets met suiker. Wel duidelijk dat het over diabetes gaat, maar dat kan ook in de ondertitel. L: Titel moet niet te lang. Gewoon 1 woord. J: 1 woord kan je goed onthouden. Niet te moeilijk om uit te spreken.
Frequentie
L: Hangt er vanaf het wordt. J: Niet elke dag nieuwe dingen, liever 1x per maand een magazine, waar je even de tijd voor kan nemen. L: Via bericht op Facebook laten weten dat er een nieuwe editie is van een online magazine. L: Via posters en flyers laten weten dat er een online magazine is.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
108
J/L: Nieuwsbrieven liever niet. Te veel informatie. L: Weer een nieuwsbrief. Delete. L: Af en toe een artikeltje moet wel, want er gebeurt zoveel in een korte tijd. Interactie/contact
J: Misschien via Facebook inloggen, maar wel op een forum. Dan hoef je niet een nieuw account aan te maken. L: Of beide, via Facebook inloggen of nieuw account. E: Niet snel op diabetes kamp F: Iets leuks met z’n allen organiseren wel leuk. E/F: Over diabetes praten want dat bind je, maar ook andere leuke dingen. F: Dingen organiseren voor mensen met diabetes, maar je mag ook vrienden zonder diabetes meenemen. Leuk concert ofzo waar je met een groep heen gaat.
Overig
Strips: J: Nee Reclame: L/J: Nee, liever in een artikel Weetjes: J: Ja leuk, maar niet teveel. Ingezonden brieven. L/J: Nee, niet perse. Misschien wel leuke dingen die gezegd zijn op het forum. Recepten: J: Nee, als ik dat wil zoek ik ergens anders op internet. Maar tips over eten kan wel leuk zijn. Hoeveel koolhydraten ofzo. SugarKids:
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
109
L: Alles lelijk. Veel te kinderachtig. Sfeer van de letters. Verhaaltje van foto’s (zie SK): J/L: Nee Quizjes: J: Dat is wel leuk. L: Ik zou het niet zo snel doen. E: Ligt eraan wat voor recepten F: Makkelijke dingen. Wie moet het maken: E: Als je ideeën hebt moet je het kunnen mailen. F: Voorkant moet echt aansprekend zijn. Moet echt aantrekken tot verder kijken. En je moet reacties kunnen plaatsen. E: Foto’s van evenementen E/F: Aparte website, via Facebook bijvoorbeeld update als er iets nieuws op komt. E: Tips van mensen zelf, columns, luchtig houden niet te zwaar. F: Niet teveel informatie er op. Of eventueel link naar andere site met informatie.
Samenvatting panelgesprek jongens Diabetes
J: Soms irriatant, soms wil je iets maar kan het even niet omdat je te slap bent. Op school weinig last. I: Op school soms last van dat ik niet kan concentreren. J: Iedereen weet het, ik vind dat helemaal niet erg. I: Iedereen weet het bij mij ook. Vind het niet erg. Maar spuiten doe je minder in het openbaar, want je moet je broek naar beneden doen. Dat doe ik dus minder in het openbaar.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
110
J: Ik vind het niet erg als anderen zien dat ik prik. Zolang anderen er maar geen last van hebben. J: Ik lees soms wel de Diabc, of op de site. Daar vind ik soms wel interessante dingen over onderzoeken ofzo. I: Ik lees het niet zo vaak, soms blader ik het door. Facebook dingen lees ik wel, die via de DVN komen. J: Op Twitter heb ik wel de DVN, maar op Facebook nog niet. Ik wist niet dat dat er was, dat wil ik wel graag. Op andere sites niet echt. YouTube soms filmpjes over diabetes. I: Ik zoek nooit eigenlijk iets op over diabetes. Als ik het tegenkom kijk ik er wel naar. Internet
J: Ik zit elke dag wel op internet. Ik denk zo’n anderhalf uur. I: Op m’n telefoon de hele dag haha. J: Ik heb een iPad, dus daarop kan je wel makkelijk alles volgen. Facebook enzo. I: Ik zit op Facebook, Twitter, liedjes luisteren. Op m’n laptop zit ik minder vaak. Die gebruik ik meer om dingen op te zoeken. J/I: Via xbox speel ik wel spelletjes en zit ik op internet. Ook via daar heb ik contact met anderen. J: Op Twitter zit ik minder vaak dan op Facebook. Ik ben vrienden met klasgenoten, mensen die ik heb leren kennen in Australie. Het is makkelijk om zo contact te houden. Ook familie mag alles zien. I: Vrienden heb ik op Facebook, ook wel mensen die ik één keer heb gezien. J: Ik lees vooral op de site van DVN. Verder niet veel, soms Nu.nl of berichten op Facebook. Veel dingen hoor ik via Facebook, dus
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
111
dan kom ik er vanzelf wel. I: Als ik linkjes zie op Facebook klik ik wel door, maar ik heb niet bepaalde sites waar ik dagelijks naartoe ga. J: Gewone magazines lees ik alleen Diabc eigenlijk, en de Veronica gids haha. I: VI (voetbal international) en soms de Quest of iCreate. Leuk om korte tips te lezen voor je macbook enzo. J: Ik vind het leuk om interessante onderwerpen te lezen. Grappige foto’s en filmpjes vind ik wel leuk om te bekijken. Voorbeelden
Jongeren en Kanker: J: De voorkant vind ik niet veelzeggend. Liever een logo. Iets wat heel belangrijk is in het magazine, daar liever een foto van. J/I:Qua kleur een beetje saai. Liever wat meer kleur. Rood, geel, blauw bijvoorbeeld. I: Voor diabetes kun je wel wat vrolijkere kleuren. Het is niet altijd leuk, maar het is niet heel erg. Dus je kan er beter wat leuks van maken. J/I: Positief benaderen. Ondertussen.nl: J: Korte berichtjes wel leuk. I: De onderwerpen zijn denk ik wel het belangrijkst. Deze site vind ik wel een beetje te druk en te vol. Misschien iets rustiger, iets minder plaatjes is beter. J: Iets te druk. Je ziet teveel dingen. J: Filmpjes op de site vind ik wel leuk, je kijkt er wel snel naar. Ik kijk liever een filmpje dan dat ik een tekst lees. I: Ik kijk liever filmpjes, maar het moet niet te lang zijn. Niet langer dan 5 minuten ofzo.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
112
Al die sociale media icoontjes vind ik wel heel goed, dat je daar gelijk op kan klikken en dan op die pagina terecht komt. Leuk dat ze dat hebben, dan kan je op Facebook en Twitter berichten ziet. Unlimited: J: Voorkant vind ik voor kinderen niet vrolijk genoeg. Gezelliger is beter. I: Ligt eraan voor welke leeftijd het is. Hoe ouder je bent, hoe meer je dit soort plaatjes begrijpt. J: Quotes van wat op de voorkant staat vind ik wel fijn, dan weet ik wat erin staat en waar het over gaat. I: Ja dat is wel handig. J: Positieve foto’s waar iemand bezig is met de pomp onder het wakeboarden bijvoorbeeld vind ik wel leuk. I: Ja als het daar over gaat. Anders hoeft het niet te overdreven. MyLife Explore: J: Funstuff denk ik meer aan nieuwe muziek en leuke spelletjes. De vlekken op de site vind ik minder mooi, liever een achtergrond in een kleur. I: Niet een te saaie kleur. I: Ze hebben een iPhone app, dat vind ik wel heel leuk. Dan kun je het ook op je telefoon. Alleen een Facebookpagina lijkt me niet genoeg. J: Bij Facebook trek je aandacht en dan ga je naar de website. Wat missen ze
J: Wat is diabetes, spelletjes. En sowieso een chat, dan kan je met andere kinderen met diabetes chatten. Een soort van forum.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
113
I: Of een standaard uurtje per dag dat je met iemand kan chatten. J: Vragen stellen ofzo. Ik ken niemand die bij mij in de buurt woont met diabetes, dus ik zou wel andere willen leren kennen. I: In combinatie met BvdG dingen organiseren. Met sport enzo zijn leuke kampen en dagen. J: Op een forum kun je alvast vooraf aan kampen afspreken wie er ook gaat enzo. I: Bij andere kampen heb ik ook contact gehouden met anderen. Vorm
J: Hyves hoeft niet meer. Twitter en Facebook wel. En natuurlijk een website. En een online magazine eens in de zoveel tijd is ook wel leuk. En op de site af en toe leuke filmpjes enzo. Interview met een dokter is ook wel leuk. I: Het is ook leuk als je onder berichten op de website reacties kan plaatsen. En misschien ook vind ik leuk en vind ik niet leuk knop. J: Het hoeft niet alleen over diabetes te zijn. Een ander grappig filmpje is ook leuk.
Onderwerpen
J: Informatie I: Sport is ook wel leuk om over te lezen, topsporters enzo. En dat dan in een filmpje over wat hij doet en tussendoor een kort praat stukje. J: Quiz is ook wel leuk. I: Wat je moet doen bij een hypo of hyper. J/I: Gadgets is ook wel leuk.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
Vormgeving
114
I: Ik zou niet grijs, zwart of wit doen. Wel een beetje vrolijk. Maar zeker niet te overdreven. J: Niet alle kleuren door elkaar. J: Strakke lijnen en vakken bijvoorbeeld. I: Niet alles als foto, een beetje tekst is ook wel goed. I: Paars of roze moet je ook niet echt doen. Iets te vel. Donder oranje misschien wel goed. Beter dan fel oranje.
Taalgebruik
I: Gewoon normaal. J: Gewoon normaal, niet te overdreven. Wat iedereen aanspreekt. Lettertype wel mooi zijn. I: Misschien lettertypes afwisselen.
Interactief
J: Mogelijkheid om te chatten, misschien met skype erbij. I: Dan willen ze het misschien gebruiken voor andere dingen. Beter alleen geluid. I: Like en niet like buttons. Fotoalbums op de site is ook wel leuk, foto’s van evenementen ofzo. Of om de tijd iemand anders iets verteld op de site. Of over werk, beroepen ofzo. I/J: Instagram is ook wel.
Naam
J: Moeilijk om op dit moment iets te bedenken. SugarKids is iets te kinderachtig voor mij, en Diabc te oud, dus er moet een goede naam daartussen komen. I: Als er iets in me op komt ga ik mailen.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
Bijlage IX: Oproepjes panelgesprekken Twitter
Facebook
Website
115
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
117
Bijlage X: Veranderingen na feedback Voor feedback
Na feedback
1
2 3 4
5
6
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
119
Bijlage XI: Dummy Links en inloggegevens Website http://www.diameet.tienerstuff.nl Gebruikersnaam: Gebruiker Wachtwoord:
scriptie
Online magazine Het online magazine is te bekijken via tabblad het ‘MAGAZINE’ op de website of via http://issuu.com/hatenboer/docs/diameet_online_magazine Als het magazine via de website bekeken wordt is het mogelijk dat er een foutmelding komt, deze kan verholpen worden door de pagina opnieuw te laden (refreshen). Applicatie De applicatie is te bekijken via de app LayerGloss viewer op de iPad. Deze app kan gedownload worden via de App Store. E-mailadres:
[email protected]
Wachtwoord:
scriptie
Na inloggen moet er geklikt worden op het DIAMEET icoon en vervolgens op UNTITLED. Daarna is de applicatie te bekijken. Schermafbeeldingen Zie de schermafbeeldingen van de website, het online magazine en de applicatie op de volgende pagina’s.
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
Website
120
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
Online magazine
121
Afstudeerscriptie - Liz Hatenboer
Applicatie
122