Diagnostiek fase
Samenvattingskaart
WANNEER, HOE?
WERKWIJZE, INSTRUMENTEN:
1. Diagnostiek middelengebruik
Motiverende gespreksvoering
2. Vaststellen problematisch middelengebruik en relatie met delict Aandacht voor interacties psychische problemen en middelengebruik bij reguliere psychiatrische diagnostiek
Via regulier diagnostisch proces
Risicotaxatie recidive
Risicotaxatie instrument: START of gangbaar instrument
Behandelfase Psychosociale behandeling
Medicamenteuze behandeling
Urinecontroles ter ondersteuning
AUDIT, DUDIT MATE Module 1 MATE-Crimi
Resocialisatiefase Terugvalpreventie Herstel
Monitoren; motiverende gespreksvoering, tussentijdse evaluatie en risicotaxatie
Aandachtspunten: - Heeft patiënt steun in omgeving om gedrag vol te houden? - Wat is nodig op het gebied van wonen, werk, financiën? - Bespreek motivatie, terugvalstrategie - Warme overdracht hulpverlening na ontslag
Overzicht werk kaarten Werkkaart 1.
Inschatten van middelenproblematiek en daarmee samenhangende recidive risico
Werkkaart 2.
Aandachtspunten fasering van de behandeling
Werkkaart 3.
Middelenanalyse en monitoring
Werkkaart 4.
Zorginhoudelijke principes
Werkkaart 5.
Interventies gericht op middelengebruik
Werkkaart 6.
Model van gedragsverandering
Werkkaart 7.
Model van gedragsverandering: toelichting
Werkkaart 8.
Motiverende gespreksvoering
Werkkaart 9.
Preventie van terugval
Werkkaart 10. Risicomanagement Werkkaart 11. Interventies risicofactoren problematisch middelengebruik Werkkaart 12. Opbouw vrijheden Werkkaart 13. Alcohol- en drugstest als controlemiddel
Werkkaart 1. Inschatten van middelenproblematiek en daarmee samenhangend recidiverisico Middelengebruik Screening middelengebruik
AUDIT, CAGE, DUDIT, CAGE-AID LVB: SUMID-Q
Diagnostiek middelengebruik
MATE Module 1 AUDIT, DUDIT
Vaststellen problematisch middelengebruik en relatie met delict
MATE-Crimi
Algemene risicotaxatie Risicotaxatie recidive
HCR-20/HCR-20 V3 HKT-30/ HKT-R -START
Aandacht voor interacties psychische problemen en middelengebruik bij reguliere psychiatrische diagnostiek
Via regulier diagnostisch proces
Zie MODULE 1 INSCHATTEN VAN MIDDELENPROBLEMATIEK EN HET RECIDIVE RISICO
Werkkaart 2. Aandachtspunten fasering van de behandeling
Er bestaan veel verschillen tussen patiënten in de rol die verslaving speelt in de totale problematiek, de aard en ernst van de problematiek, de motivatie/ontkenning van het probleem, de mate waarin trek speelt, enzovoort. Om te kunnen bepalen wie op welk moment welke op verslaving gerichte interventies nodig heeft, zijn vier dimensies van belang: Het stadium van motivatie waarin de patiënt verkeert De aard en de ernst van het gebruik, de relatie met overige psychiatrische problematiek, de relatie met crimineel gedrag en het gepleegde delict De mate waarin verslaving ‘actueel’ is tijdens de intramurale fase De fase van de behandeling waarin de patiënt zich bevindt: de intramurale of de extramurale
Werkkaart 3. Middelenanalyse en monitoring
Doorloop na diagnostiek standaard de Middelenanalyse Doel: het middelengebruik te problematiseren en de patiënt (verder) te motiveren
Middelenanalyse
Inventariseer samen: - het ontstaan van het middelengebruik - de aard en ernst van het middelengebruik - de relatie met psychiatrische problemen en delictgedrag - actueel middelengebruik (aangetoond door urinecontroles)
Instrumenten voor monitoring van middelengebruik:
Monitoring
START: kan gedurende de fasen van behandeling en resocialisatie herhaald worden ingezet ten behoeve van monitoring.
MATE-Uitkomsten: kan tijdens de instroom en bij de tussen- en eindevaluaties afgenomen worden om de klachten te monitoren en evalueren.
Zie MODULE 1 INSCHATTEN VAN MIDDELENPROBLEMATIEK EN HET RECIDIVE RISICO
Werkkaart 4. Zorginhoudelijke principes verslavingsbehandeling
Zorginhoudelijke principes van de behandeling van verslaving in een forensische context: In de behandeling moet worden gezocht naar een goede balans tussen beloningen (in justitiële instellingen vaak ‘social reinforcers’ genoemd) en (noodzakelijke of onvermijdelijke) sancties Motivatie en motivatieontwikkeling vereisen veel aandacht In de behandeling dient met de kans op terugval rekening te worden gehouden De behandeling richt zich op de factoren die een relatie hebben met het criminele gedrag
Werkkaart 5. Interventies gericht op middelengebruik
Psychosociale behandeling ; effectieve elementen
Cognitieve gedragstherapie
Leefstijltraining
Behandelvormen, interventies en gesprekstechnieken Community reinforcement approach
Medicamenteuze behandeling
Acceptatie en commitment therapie
Urinecontroles ter ondersteuning
Contingentie management
Motiverende gespreksvoering
Therapeutische gemeenschap
Zie: • Handboek Forensische verslavingszorg (2012) • Richtlijn medicamenteuze zorg aan gedetineerde verslaafden (2008) • Richtlijn voor de diagnostiek en behandeling van volwassen patiënten met een stoornis in het gebruik van alcohol (2009) • Multidisciplinaire Richtlijn Opiaatverslaving (2013)
Werkkaart 6. Model van gedragsverandering
Werkkaart 7. Model van gedragsverandering: toelichting
In het model van Prochaska en DiClemente worden onderstaande 6 fasen beschreven. Deze worden niet noodzakelijk allemaal doorlopen. 1. Voorbeschouwing: men heeft (nog) geen intentie om te veranderen. Vaak is de patiënt zich niet bewust van een probleem of ontkent hij dat hij een probleem heeft. In veel gevallen ervaart de omgeving van de patiënt het probleem wel. Pogingen van een hulpverlener om een patiënt zich bewust te laten worden van het probleem en een verandering in gang te zetten stuiten op weerstand. 2. Overpeinzing (contemplatie): de patiënt is zich bewust van het probleem en overweegt wat het kan opleveren als hij zijn gedrag verandert. De motivatie om iets te gaan doen is aanwezig, maar hij onderneemt nog geen actie. 3. Besluitvorming (voorbereiding): de patiënt neemt pas een besluit op het moment dat hij zich bewust is van het probleem, dit ook als probleem erkent en voldoende vertrouwen heeft in zijn mogelijkheden om te veranderen. In dit stadium maakt de patiënt een plan waarmee hij zijn gedrag kan veranderen. 4. Actie: de patiënt onderneemt actie om zijn gedrag te veranderen. De eigenlijke behandeling, gericht op verandering, vindt in dit stadium plaats. 5. Onderhoud (consolidatie): dit stadium is het moment waarop de patiënt probeert om het nieuwe gedrag in zijn dagelijks leven te integreren. Alleen op die manier is hij in staat om de bereikte verandering vast te houden en niet terug te vallen. 6. Terugval: de patiënt is niet in staat om het bereikte resultaat volledig te handhaven en krijgt een terugval. Een patiënt hoeft niet elke keer dat hij terugvalt helemaal opnieuw te beginnen. Een patiënt leert van zijn eerdere pogingen tot gedragsverandering en maakt hiervan gebruik bij een hernieuwde poging.
Werkkaart 8. Motiverende gespreksvoering
Gesprekstechniek:
Twee fasen:
1. Wees empathisch en luister actief. Draag niet direct
1.Vergroot de motivatie om te veranderen:
oplossingen aan.
• bespreek de nadelen én de voordelen van het
2. Ontwikkel discrepantie: signaleer wanneer kennis,
huidige gedrag (bijvoorbeeld blowen),
gevoelens en gedrag over de verandering niet met elkaar in
• bespreek de voor- én nadelen van
overeenstemming zijn. Mensen vinden deze discrepantie niet
gedragsverandering (bijvoorbeeld stoppen met
prettig, en door het te benoemen wordt verandering in gang
blowen)
gezet.
2. Bestendig de verkregen motivatie:
3. Vermijd discussie. Zorg voor een niet-moralistische
• benadruk de door de patiënt genoemde
houding. Geef objectieve informatie.
voordelen van gedragsverandering
4. Beweeg mee met weerstand. Leg de regie bij de jongere.
• werk aan vaardigheden om te veranderen
Vraag bijvoorbeeld toestemming bij het geven van adviezen: “Zal ik je daar iets meer over vertellen?” 5. Eigen effectiviteit: Geef de ander het gevoel dat hij daadwerkelijk in staat is om te veranderen.
Werkkaart 9. Preventie van terugval
Vragen om het proces van terugval te analyseren : • Zijn er specifieke situaties die een terugval in gebruik uitlokken? • Zijn de determinanten voor de eerste uitglijder hetzelfde als de determinanten die een terugval veroorzaken? Zo niet, hoe zijn
Terugvalpreventie vormt een belangrijk onderdeel van de behandeling, gericht op het
voorkómen van terugval of het beperken van risico’s wanneer terugval optreedt.
deze van elkaar te onderscheiden? • Hoe reageert een individu in de situatie of gebeurtenis
Iedere terugval moet als leermoment worden
voorafgaand en volgend op een uitglijder en wat is de invloed
beschouwd. Na terugval vindt een
daarvan op een terugval?
terugvalanalyse plaats waarin de terugval van
• Is het mogelijk dat een individu een terugval in de hand werkt
de cliënt uitgebreid wordt besproken in de
door een situatie te creëren waarin het vrijwel onmogelijk is om
groep met als doel er lering uit te trekken.
een terugval te weerstaan? • Op welk punt in het terugvalproces is het mogelijk om in te
In het model voor terugvalpreventie van
breken en de koers van de situatie te wijzigen om zodoende een
Marlatt worden de verschillende fasen
terugval te voorkomen?
uiteengezet van een terugval in
• Is het mogelijk om een individu tijdens de behandeling voor te
middelengebruik en crimineel gedrag.
bereiden om in te spelen op een mogelijke terugval en om copingvaardigheden aan te leren om een terugval te kunnen voorkomen?
Werkkaart 10. Risicomanagement
Risicomanagement Risicomanagement n.a.v. risicotaxatie
a) Instrumenten om risico te inventariseren: HKT-30, HCR-20, SVR-20, Statio99, START, FAM
b) Instrumenten beschermende factoren: START, SAPROF
a) Delictscenario
Risicomanagement gedurende behandeling
Risicomanagement gedurende resocialisatie (uitstroom)
c) Aanvullende diagnostische instrumenten
Terugvalpreventieplan
b) Signaleringsplan
Behandelplan
c) Analyse van beschermende factoren
d) Aanvullende instrumenten en analyses
Risicomanagementplan
Werkkaart 11. Interventies risicofactoren problematisch middelengebruik
Delict analyse Delictscenario
Fase 1: Observatiefase
•Risicotaxatie toespitsing middelengebruik •Risicosignalen inventariseren
Fase 2: Behandelfase
•Formuleren Signaleringsplan •Checklist bij terugval •Terugvalanalyse
Middelenanalyse
Fase 3: Reintegratiefase Terugvalpreventieplan Signaleringsplan
•Interne en externe ondersteuningsmo gelijkheden expliciteren •Gewenst (nieuw) gedrag bekrachtigen
Werkkaart 12. Opbouw vrijheden Tweede fase behandeling
Doelen
Vrijheden opbouwen en re-integratie
Leerdoelen van toepassing op verlof toespitsing middelengebruik
Gedragsverandering Gedragsbehoud Preventie van terugval
Stimuluscontrole, vermijden van risicosituaties, zoals personen en plaatsen Analyse van beschermende factoren. Alternatieve coping, beloning en externe controle
Werkwijze - Rehabilitatie-methodieken - Bekrachtigen nieuw gedrag Indien nodig controle- en sanctiemaatregelen ten aanzien van middelengebruik
Werkkaart 13. Alcohol- en drugstest als controlemiddel
In drie situaties wordt er een alcohol- en drugstest uitgevoerd:
1.
Standaard bij opname
2.
Bij vermoeden van gebruik, in het geval de cliënt ontkent en bij standaardcontroles
3.
Na terugkomst van onbegeleid verlof: dan wordt in totaal maximaal twee keer per week en op indicatie een UC afgenomen