OUR WAY DESIGN ACADEMY EINDHOVEN ALS ORGANISATIE Een Kritische Zelfreflectie
DESIGN KNOWS MANY PERSPECTIVES OURS IS A HUMANISTIC ONE LOOKING FOR MEANING, RELEVANCE AND VALUE
BEHOREND BIJ DE KRITISCHE ZELFREFLECTIES VAN RESPECTIEVELIJK DE BACHELOROPLEIDING VORMGEVING CROHO NUMMER 39111 NVAO KENMERK #5488 EN DE MASTEROPLEIDING VORMGEVING CROHO NUMMER 44759 NVAO KENMERK #5489
DESIGN ACADEMY EINDHOVEN
Januari 2012 Arjo de Vries
INHOUDSOPGAVE
PAGINA
INTRODUCTIE MANAGEMENT SAMENVATTING DOOR COLLEGE VAN BESTUUR “Voortdurend blijven streven naar eenvoud en openheid”
3
1. ACCREDITEREN MET HART EN ZIEL “No schools are made with dreams and none without”
4
2. MISSIE EN BELEID “We hebben hoge ambities! Waar het om gaat is de daad bij het woord te voegen”
5
3. VOORZIENINGEN “De jas past ons steeds beter, soms zit hij zelfs als gegoten”
11
4. KWALITEITSZORG EN KWALITEITSBORGING “Wij gaan voor autonomie en verantwoordelijkheid, in plaats van voor controle”
13
5. TOT SLOT IS HET WOORD AAN HET COLLEGE VAN BESTUUR “Iedere dag leren, navigeren, inspireren, overtuigen en veranderen!”
14
BIJLAGEN A Procesbeschrijving onderwijsvernieuwing tot nu toe B Statistieken
2
“VOORTDUREND BLIJVEN STREVEN NAAR EENVOUD EN OPENHEID” MANAGEMENT REVIEW DOOR HET COLLEGE VAN BESTUUR DOOR ANNE MIEKE EGGENKAMP EN IGOR VAN HOOFF, COLLEGE VAN BESTUUR DESIGN ACADEMY EINDHOVEN
Design Academy Eindhoven bestaat in 2012, het jaar van deze accreditatie, 65 jaar. Ligt de status van ‘eminence grise’ voor ons in het verschiet? Grijs is, kijkend naar de inrichting van ons huis, ‘De Witte Dame in Eindhoven’, inderdaad een kleur die ons goed staat. Daarmee houdt de vergelijking echter wel op. Vanuit onze roots in het puur industriële ontwerp heeft de academie de tand des tijds doorstaan en heeft het na de vorige accreditatie de status van excellente academie gekregen. Een unieke status, aan ons toegekend door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), voor de prestaties van ons onderwijs, de verbinding met de beroepspraktijk en voor de internationale positie en uitstraling van de academie. Iets om trots op te zijn, maar belangrijker nog, een status om waar te maken, verder te ontwikkelen en telkens weer te bewijzen. Met de gelden die voortvloeiden uit deze bijzondere kwalificering, zijn heel veel zaken opgepakt. Zo is er geïnvesteerd in voorzieningen voor studenten, meubilair, ICT en het gebouw. Er is geïnvesteerd in onderzoek, in lectoraten en in duurzame verbindingen met de academische wereld. Internationale banden zijn aangehaald. Ten slotte heeft de academie haar Design Academy Eindhoven brand verder uitgebouwd middels haar jaarlijkse aanwezigheid in Milaan en het organiseren van Graduation shows tijdens de Dutch Design Week, waar in 2011 ongeveer 30.000 bezoekers op afkwamen. Het College van Bestuur heeft het verkrijgen van de excellente status aangewend als stimulans voor de verkenning van de toekomst. De toekenning van het bijbehorende geldbedrag maakte het mogelijk de al langer levende wens om vragen te gaan stellen over statuur, branding en onderwijsinhoud van ons instituut daadwerkelijk ter hand te nemen. Het maakte de weg vrij voor een oriëntatie op de toekomst: waar zien we kansen voor ontwikkeling; Wat betekent de veranderende rol van de ontwerper voor ons onderwijs en; hoe kunnen we studenten nog beter voorbereiden op de turbulente beroepspraktijk? Naast het vertrek van een generatie bestuurders - Jan Lucassen, Jan van Duppen, Lidewij Edelkoort, Liesbeth in ’t Hout - die een imposante boost gegeven hadden aan het merk Design Academy Eindhoven, maakte ook de toenemende complexiteit van ons onderwijssysteem de behoefte aan toekomstverkenning manifest. Hoewel dit accreditatieproces natuurlijk vooral een omschrijving geeft van het actuele onderwijs van de academie, geeft het ook een doorkijk naar de toekomst. Excellent of niet, het College van Bestuur is zich bewust van een aantal gegroeide onderwijsinhoudelijke onvolkomenheden binnen de academie. Een van de belangrijkste kenmerken van ons onderwijssysteem is het werken met docenten vanuit het actuele werkveld. Alle taken buiten het directe lesgeven nemen we ze als organisatie uit handen zodat ze hun aandacht voor 100% kunnen richten op het lesgeven. Hun aanwezigheid beperkt zich tot gemiddeld een dag per week. Het is een bewuste en principiële keuze. Op deze manier staan studenten vrijwel permanent onder invloed van de actuele beroepspraktijk en professionele bevlogenheid van docenten. Omgekeerd raken docenten geïnspireerd en beïnvloed door het jeugdige elan en de belangstelling en visies van studenten anno nu. Desondanks dringen de beperkingen van het systeem zich de laatste jaren meer en meer op. Dat studenten met een veelheid van verschillende invloeden moeten leren omgaan en daarbij soms de ‘guiding hand’ van hun voorbeelden missen, draagt hoe dan ook bij aan hun zelfstandigheid. Maar we zien de noodzaak toenemen van een begeleiding die zowel over het proces als de inhoud gaat, over vakinhoudelijke naast persoonlijke ontwikkelingen, over guiding naast coaching. Dat vraagt om een docententeam met een grotere diversiteit aan talent en expertise. De docent als inspirator, als meester, als coach, als vakman, als mentor: al deze kwaliteiten zijn nodig om de ontwerper van morgen zo goed mogelijk op te leiden. Thema’s die de laatste jaren steeds meer aandacht opeisen zijn de effecten van de organisatie van het Bacheloronderwijs met de Ontwerpafdelingen en Kompasrichtingen en het ontbreken van de aansluiting van de Bachelors met de Masters. Alle goede bedoelingen en aspecten ten spijt moeten we zeven jaar na de invoering van de Kompasrichtingen, opgezet ten dienste van de Ontwerpafdelingen, constateren dat het feitelijk twee verschillende systemen geworden zijn binnen ons onderwijs. Systemen met te weinig onderlinge samenhang en afstemming. Gevolg daarvan is dat studenten te veel energie moeten stoppen in het zelf leggen van die verbindingen. Het leidt tot onnodige complexiteit en onwenselijke vertraging in de studie. In onze ogen zou de Masters meer kunnen en moeten profiteren van het succes en de identiteit van de Bachelors. Aan de ene kant door meer Design Academy Eindhoven Bachelors met een specifiek onderzoekend talent door te laten stromen naar de Masters en de diversiteit in nationaliteiten vooral met instroom van Nederlandse studenten te verrijken. Aan de andere kant door het onderzoek van de Masters meer te benutten voor het onderwijs van de Bachelors. De afgelopen tijd is Design Academy Eindhoven zich meer en meer bewust geworden van een aantal implicaties en uitdagingen samenhangend met de instroom, doorstroom en studieduur van haar studenten. Vanaf het jaar 2000 schommelt het aantal studenten tussen de 650 en 750. Tot 2008 liep het aantal studenten op omdat de studieduur verlengde. De laatste jaren stuurt het College op het meer onder controle te krijgen van de studieduur
3
zonder concessie te doen aan de kwaliteit van het curriculum. Binnen de huidige structuur en organisatie van het onderwijs is het lastig de studieduur op een effectieve wijze te beïnvloeden. Dit is een belangrijke reden voor het in gang zetten van het proces van onderwijsvernieuwing. Onder leiding van het College actualiseert de academie haar programma en scherpt zij haar studentenprofiel aan. Sturing op de studieduur gekoppeld aan een streng toelatingsbeleid hebben de laatste jaren gezorgd voor een lichte daling van het aantal studenten. De academie neemt gemiddeld tussen de 30 en 40% van de aanmeldingen aan. Jaarlijks stromen ongeveer 200 studenten in. Van deze instroom verlaat 35% de academie ook weer vroegtijdig. Met andere woorden, de academie selecteert 1 streng bij de poort en tijdens het begin van de opleiding. Voor het College zijn genoemde kwantitatieve constateringen reden voor alertheid en daadkracht. De onderwijsvernieuwing is vooral ingegeven door het streven naar betere verhoudingen. Betere verhoudingen tussen Bachelors en Masters, tussen Ontwerpafdelingen en Kompasrichtingen, tussen instroom en uitstroom en tussen aanmelding en in- en doorstroom. De voorgestelde verbeteringen komen in de eerste plaats ten goede aan de studenten, in termen van zowel tijd als kwaliteit. De academie heeft geen behoefte aan groei van studentaantallen als zodanig. Een studentaantal tussen de 650 en 700 past ons goed. Wellicht zal enige verschuiving plaatsvinden t.a.v. internationale studenten dan wel Masterstudenten. Het onderwijsvernieuwingsproces zal zich in kwantitatieve zin richten op scherpe profilering van ons studentprofiel en een transparanter curriculum gericht op snellere doorstroming. Ten slotte is er de immer aanwezige, min of meer organische noodzaak, die we als DAE voelen om in een veranderende wereld voorop te lopen. Dit is iets wat de school al 64 jaar doet, wat onze kracht is en wat het primaire uitgangspunt vormt voor de huidige oriëntatie op ons toekomstig onderwijs. Bovenvermelde thema's vormen de backbone van de onderwijsvernieuwing die het College van Bestuur academiebreed heeft ingezet. Wij doen dit omdat we als academie op weg naar ons 65 jarig bestaan, de tijd rijp achten om onszelf ter discussie te stellen en altijd te blijven focussen op kwaliteit van onderwijs, op de waarde van het designvak en op het talent van ieder mens binnen Design Academy Eindhoven. We koesteren wat goed is, behouden wat ons onderscheidt en koersen ten slotte scherp op onze plicht de beste ontwerpers van de wereld af te leveren! We blijven streven naar eenvoud en openheid waarbinnen nieuwsgierigheid en creativiteit optimaal tot bloei kunnen komen.
1. “NO SCHOOLS ARE MADE WITH DREAMS, AND NONE WITHOUT” ACCREDITEREN MET HART EN ZIEL Accreditatie betekent voor Design Academy Eindhoven de actuele situatie kritisch in kaart brengen met oog op de toekomst. De academie is een dynamische school die floreert dankzij een permanente dialoog over richting en doel. Een dialoog die voortkomt uit vaak tegenstrijdige opvattingen over en visies op de aard van het vak, het design onderwijs en de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de school. Kern van het onderwijs van de academie vormen de hoofden van de Ontwerp- en Researchafdelingen en de Kompasrichtingen. Zij zijn het die het profiel en de kleur van hun afdeling bepalen. Zij geven gezicht aan de academie samen met hun docententeam en vormen zo met hun docenten het hart van ons curriculum. Elk hoofd heeft zich tijdens een interview uitgebreid uitgesproken over haar of zijn afdeling, visie op het vak, aanpak van het onderwijs en profiel van de academie. Bij de Bachelors is van elk hoofd een schriftelijk portret gemaakt als onderdeel van de Kritische Zelfreflectie. In de Kritische Zelfreflectie van Masters zijn de interviews in zijn geheel opgenomen omdat dit jaar voor het eerst met de nieuwe indeling in researchafdelingen wordt gewerkt: Social Design, Information Design en Contextual Design. In verschillende gespreksrondes met diverse geledingen van de academie is de algemene tekst vervolgens besproken en aangescherpt. Een van doelstellingen die we met de accreditatie bereiken is dat het proces en de uitkomst wezenlijk bijdragen aan de in gang gezette onderwijsvernieuwing. Vooral de gesprekken met de hoofden en de publicatie van de drie Kritische Zelfreflecties, voor respectievelijk de Masters, de Bachelors en de academie als organisatie, moeten inhoudelijk en procesmatig bijdragen aan de discussie over de nieuwe opzet van het onderwijs. We beschouwen de accreditatie als een unieke gelegenheid om onze ideeën en onze zorgen in een kritisch discours te bespreken met het panel van internationaal erkende deskundigen. Evenals in 2007 is deze keer de accreditatie een periode van bezinning, reflectie, inspiratie en hernieuwde motivatie. Het accreditatieproces hebben we afwisselend ingezet als breekijzer, katalysator, eyeopener en vergrootglas. De belangrijkste doelen die we met de accreditatie nastreven zijn: Verbeteren van de inhoud en organisatie van het onderwijs. Verdere input voor het systeem van kwaliteitszorg. Ondersteuning en stimulans voor onderwijsvernieuwing. 1
Zie bijlage A Statistieken
4
Inspirerende katalysator voor specifieke verbeterpunten: stages, beoordeling, rol en betrokkenheid alumni, studeerbaarheid, internationalisering en rendement. We benutten de gelegenheid om het werk van studenten te laten zien aan een groter publiek.
De accreditatie moet hoe dan ook een inspirerend traject zijn voor alle betrokkenen. De academie wil er rijker uitkomen dan ze erin ging.
2. “WE HEBBEN HOGE AMBITIES! WAAR HET OM GAAT IS DE DAAD BIJ HET WOORD TE VOEGEN” MISSIE EN BELEID “Ik ben doordrongen van de noodzaak te handelen. Inzicht alleen is niet genoeg; toepassen moeten we. De intentie alleen volstaat niet. De daad bij het woord voegen, daar gaat het om. Ontwikkel je zintuigen, leer vooral goed te kijken. Realiseer je dat alles met alles in verbinding staat” (vrij naar Leonardo da Vinci)
DESIGN ACADEMY EINDHOVEN WIL HAAR EXCELLENTE POSITIE VERSTERKEN EN DE MEEST AUTHENTIEKE, CREATIEVE EN INNOVATIEVE ACADEMIE VAN DE WERELD ZIJN, VOOR ONTWERPTALENTEN DIE DE WERELD VAN MORGEN VORMGEVEN. DESIGN ACADEMY EINDHOVEN KOESTERT DE VOLGENDE TYPERINGEN ALS HET GAAT OM HAAR IDENTITEIT: MENSELIJK, CULTUREEL, SOCIAAL, MAATSCHAPPELIJK, OPEN MINDED, CONCEPTUEEL, BOLD, AUTHENTIEK, FLEXIBEL, GEDREVEN DOOR PASSIE EN NIEUWSGIERIGHEID. “Wat ik hier heel mooi vind is dat heel veel mensen puur vanuit hun passie gewoon hun dingen doen en het prima vinden als ze met hun werk in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Dat hoeft niet groots en meeslepend te zijn, zolang ze daarnaast hun passie in hun atelier of werk maar kunnen verwezenlijken. Dat is eigenlijk heel puur. Dat bepaalt in hoge mate het eigen stempel van de academie.” 2 De komende jaren gaat Design Academy Eindhoven zich profileren als internationaal onderwijs- en kennisinstituut met drie duidelijke ambities. De academy kenmerkt zich door een ambitieuze kennis- en studiecultuur, die ruimte schept voor toptalent en toponderwijs. Ze is gericht op het creëren van een stimulerend en duurzaam onderzoeksklimaat en op de talentontwikkeling van de student, de docent en de organisatie. De community wordt gevormd door het leading netwerk van hoofden en docenten van de academie. Hun antenne voor maatschappelijke ontwikkelingen en de betekenis ervan voor het designvak is door de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie) in 2009 erkend als bijzonder kwaliteitskenmerk. Door het intensiveren van de verbinding van de academie met het netwerk van alumni, bedrijfsleven en andere kennisinstituten gaat Design Academy Eindhoven haar (inter)nationale voorhoede positie versterken. De agency vervult de brugfunctie tussen de (inter)nationale (kennis) economie en de creatieve sector. De expertise van de academie op het gebied van design en onderwijs is van waarde voor het locale, nationale en internationale bedrijfsleven. En andersom ontvangt de academie inhoudelijke en strategische impulsen voor de actualiteit van het curriculum en het onderwijs. Met de volgende activiteiten werkt het College van Bestuur voortvarend aan de concretisering van haar ambities: De vernieuwing van het onderwijs ontwikkelen, vormgeven en de eerste vernieuwingen in het studiejaar 2012 - 2013 succesvol implementeren. De academie naar een succesvolle accreditatie van de Bachelors en de Masters leiden. De focus op de student scherper stellen door de studeerbaarheid te vergroten, de diversiteit en de kwaliteit van de instroom te vergroten en de doorstroom en de uitstroom te optimaliseren. De samenwerking met het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en de beroepspraktijk te intensiveren en te verbeteren: nieuwe plannen voor de samenwerking met externe partners, alumni en de creatieve industrie, implementeren. Aangaan van strategische allianties met internationaal gerenommeerde kennisinstellingen door onder andere gezamenlijke onderzoeks- en onderwijsprojecten uit te voeren, en versterken van de banden met gemeente, provincie en regionale industrie. De academie is een dynamische en veilige leeromgeving voor zowel studenten, docenten als medewerkers. Autonomie en verantwoordelijkheid zijn daarbij leidende principes.
2
Wieke Martens, hoofd HRM, op de academie werkzaam sinds september 2011.
5
ONDERWIJS Vanaf 2008 heeft het College initiatieven ontplooid om te komen tot een inhoudelijke en structurele vernieuwing van het onderwijs. De initiatieffase bestond onder andere uit intensieve gesprekken met hoofden en externe deskundigen over actuele ontwikkelingen in het designvak, de veranderende rol van de ontwerper en relevante sociaal- maatschappelijke ontwikkelingen. Daarnaast heeft het College LA Group, adviesbureau voor de vrijetijdsen cultuursector, gevraagd een uitgebreid imago onderzoek te doen. De opdracht was onderzoek te doen aan de hand van de volgende vragen:
Hoe kan de maatsschappelijke relevantie van de ontwerpers van Design Academy Eindhoven worden vergroot? Hoe kunnen de ontwerpers van de academie een grotere rol spelen en toonaangevender worden in het vormgeven van belangrijke vraagstukken en ontwerpuitdagingen van de wereld van vandaag en morgen?
Daarna is het plan van eisen opgesteld, en zijn de doelstellingen bepaald die de academie met de onderwijsvernieuwing wil bereiken. Het afgelopen jaar is er hard gewerkt aan de ontwikkeling van voorstellen voor de nieuwe opzet en inhoud van het onderwijs. De periode van januari tot juni 2012 bestaat uit het ontwikkelen van concrete uitwerkingen van de relevante ontwikkelde ideeën. “Toen ik op deze positie kwam zag ik dat we bepaalde expertises niet in huis hebben. Ik heb daarvoor deskundige buitenstaanders naar binnen gehaald. Neem een LA Group. Om naar onszelf als organisatie en als school te laten kijken. Dat gebeurde heel zelden de afgelopen 20 jaar. Dat deed je niet, wij deden en konden immers alles zelf… De reden dat ik dat deed was dat ik het tijd vond het naar binnen gerichte te doorbreken. Trouwens, het is ook niet zo handig om een slager zijn eigen vlees te laten keuren. Juist als je op je top bent moet je het aandurven om anderen naar je te laten kijken! Dat was trouwens ook het advies van het panel tijdens 3 de vorige accreditatie.” Future-proof onderwijs. Dat is waar Design Academy Eindhoven aan werkt. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten en concrete doelen leidend: De student en zijn talent vormen de basis voor het studieprogramma. Verbeteren studeerbaarheid van het onderwijsprogramma en meer aandacht voor persoonlijke leerroutes. Het verfijnen van de opzet van ons onderwijs tot een duurzaam ‘(zelf)reflexief’ onderwijsmodel. Het vergroten van de relevantie, betekenis en waarde van Design Academy Eindhoven binnen het culturele, maatschappelijke en economische veld. Betere voorbereiding op de beroepspraktijk / beroepsbeoefening: welke skills, kennis e.d. zijn er nodig om in een snel veranderend beroepsveld goed beslagen ten ijs te komen? Bijdragen aan een ‘leven lang leren’. Het creëren van kennis en discours als kloppend hart van de organisatie. Bredere (inter)nationale profilering op zowel cultureel, maatschappelijk als economisch terrein. Een slagvaardige, wendbare en effectieve onderwijsorganisatie die ruimte biedt aan diversiteit aan visies en inhouden. De aanpak van het proces van onderwijsvernieuwing laat zich het beste typeren als bottom up waar het kan en top down waar het moet. Vanaf de start was de leiding in handen van het College van Bestuur, daartoe ondersteund en geadviseerd door Caracta, een extern organisatieadviesbureau voor de creatieve sector. Het College is sturend op het proces en hakt knopen door op de afgesproken beslismomenten. De inhoud wordt ingebracht door verschillende geledingen vanuit de academie: docenten, hoofden, studenten en stafmedewerkers. In allerlei soorten bijeenkomsten zijn inhoudelijke discussies gevoerd over de inhoud van het vak, de perspectieven van de studenten, de structuur van de opleiding, de essentie van de Bachelors ten opzichte van de Masters, en over de inhoud van de vakken en lessen. Een blik op het figuur in de bijlage laat zien welke aanpak de academie de laatste jaren in grote lijnen heeft 4 gevolgd en tot welke resultaten dat heeft geleid. “Dat wat zich in deze periode (c.q. oktober 2011) manifesteert gaat ook over de manier waarop. Dus over de cultuur en over de structuur en over het gedrag van mensen. Het gaat soms veel meer daarover dan dat de kern van het onderwijs in wezen nou zozeer verandert.” 5 Een van de belangrijkste resultaten van de inspanningen tot nu toe is het groeiend besef dat de academie meer verbondenheid nodig heeft wil zij het de uitdagingen van de toekomst tegemoet kunnen treden. Verbondenheid tussen Ontwerpafdelingen en Kompasrichtingen, tussen Bachelors en Masters, tussen docenten onderling, tussen hoofden en coördinatoren, en last but not least tussen de onderwijsuitvoering en de onderwijsondersteuning. “Het woord ‘autonomie’ is misschien wat scheefgegroeid in de loop van de tijd in de beleving van veel mensen op de academie. Het betekende bijna zoveel als het ontbreken van verbinding en dialoog. Creatieve professionals houden erg van hun vrijheid en willen hier niet in beperkt worden. Toch heb je structuur, kaders en communicatie 3
Anne Mieke Eggenkamp, voorzitter College van Bestuur Zie bijlage: proces en resultaten van de onderwijsvernieuwing tot nu toe 5 Anne Mieke Eggenkamp, voorzitter College van Bestuur 4
6
nodig om met elkaar op een zinvolle manier te groeien en te ontwikkelen. Dus zijn we begonnen met het zoeken en voeren van de dialoog. In de context van deze tijd, luisterend naar de behoeften van de betrokkenen en vanuit het vertrouwen dat iedereen werkt aan hetzelfde doel. Het gaat natuurlijk niet in één klap beter, maar het is 6 duidelijk dat de sfeer ten goede verandert. We leren door te doen!” Onderstaande aanbevelingen hebben tot doel de student beter door het curriculum en zijn individuele studieloopbaan te begeleiden. Dat is de centrale focus van alle initiatieven rond de onderwijsvernieuwing. Aanbevelingen voor de structuur van de opleiding: Basisjaar met kennis, vaardigheden en ontwerptools die gedurende het jaar toegepast moeten worden in reële ontwerpopdrachten. Het basisjaar selecteert strenger dan nu het geval is: na een aantal maanden moet duidelijk worden of de student de juiste keuze heeft gemaakt voor Design Academy Eindhoven. De opbouw van de opleiding vindt plaats langs drie attitudes die bepalend zijn voor de invulling van de onderwijsprogramma’s: intuïtief, analytisch en reflectief. Daarnaast is de opbouw van de leerjaren als volgt te typeren: ontdekken, toepassen/eigen maken, samenwerken, ondernemen en als de student daarvoor kiest, een vervolg bij de Masters: een verdere verdieping op onderzoek en ontwikkeling. Aanbevelingen voor de voorzieningen rond het onderwijs: Betere opzet van de studieloopbaanbegeleiding. Herdefiniëren van de rol van de hoofden en coördinatoren van de Ontwerpafdelingen. Specifieke taken faciliteren voor begeleiding van de studievoortgang, waar nodig voor verbetering van de onderwijskundige kwaliteit en consistentie, inhoudelijke afstemming met het vakgebied en het bedrijfsleven/werkveld. Het doel is om per september 2012 te starten met een opleiding die een aantal van de beoogde vernieuwingen heeft gerealiseerd. Tussen januari en juli 2012 zullen de ontwikkelactiviteiten onder meer gericht zijn op het gefaseerd en verantwoord invoeren van een deel van de hierboven beschreven vernieuwingen. De academie wil tot 2016 een 10% reductie van het aantal Bachelorstudenten realiseren ten gunste van de Masters. Dat betekent een vermindering van 660 Bachelorstudenten in 2011 naar 600 in 2016. Tegelijkertijd zal een uitbreiding plaatsvinden van het aantal Masterstudenten van 70 in 2011 tot 120 studenten in 2016, een groei van 70% over 5 jaar. Dit komt overeen met de afspraken die gemaakt zijn in het sectorplan Kunstonderwijs.
ONDERZOEK EN KENNISONTWIKKELING De lectoraten spelen een sleutelrol in de ontwikkeling van het onderzoek en de kennisontwikkeling van Design Academy Eindhoven. Ze vormen de pijler van het onderzoeksbeleid van de academie en zijn richtinggevend voor de ontwikkeling van de academie als internationaal kenniscentrum op het gebied van design research. De komende jaren zal de relatie tussen onderzoek, onderwijs en bedrijfsleven versterkt worden ten gunste van zowel de school als academy, als community en als agency. De academie kent drie lectoraten, elk met een eigen invalshoek ten aanzien van het soort onderzoek dat wij relevant achten binnen de academie. Lectoraat Design Theorie 7 Louise Schouwenberg and Gert Staal, Lector and Senior Researcher respectively, are studying the many influences that have led to the success of Dutch design, such as: which are the research and design models design students worked with during their education, either consciously or not; which are the research and design models they work with today; what was the economic, social and cultural context in which they started their careers; what was the influence of the Dutch subsidy system; how can we position the various generations of Dutch designers within an international context. As the majority of well-known Dutch designers studied at Design Academy Eindhoven, the research will offer more insight into the qualities and challenges of the current education at Design Academy Eindhoven. A significant part of the research is the analysis of (design) developments both in the Netherlands and abroad. Gradually the Lectoraat will create a legacy of visions on design and all social, cultural and economic themes related to it. These visions will, likewise as the above mentioned research, be communicated to the outside world via lectures (within the school: White Lady lectures and the Source lectures), texts on the website and contributions to international publications on design and international symposia. Lectoraat Stad en Land Professor Dr. David Hamers aims to introduce knowledge from spatial research (empiricism, theory, concepts, methods, backgrounds, et cetera) in design education. Such knowledge will help public space designers to position themselves in the social context in which they operate, the context of urban planning and development, 6 7
Anne Mieke Eggenkamp, voorzitter College van Bestuur. In the UK it’s called ‘Reader’, in the USA ‘Professor’.
7
and that of policy making. The Objective of the Lectoraat City and Countryside is to reinforce the knowledge base of teaching design in the domain of public space at Design Academy Eindhoven. The Lectoraat is attached to the Department of Man and Public Space. This department’s work field comprises public space and the public domain: the environment where the ‘I’ meets the other. The curriculum of the Lectoraat consists of concepts of spatial planning, design traditions, current planning and design challenges, the representation of spaces, places, and connections, the relationship between town and country, the relationships between the various disciplines in spatial research and design, research skills that can be used in the design process, and design skills that can contribute to (design) research. Lectoraat Strategic Creativity Een belangrijke stap voor de ontwikkeling van de onderzoekscultuur is gedaan door deelname aan het FES 8 project voor de creatieve industrie. Het zogenaamde CRISP project - Creative Industry Scientific Programme heeft als doel om door onderzoek een innovatieslag voor de creatieve industrie te bewerkstelligen. The readership in Strategic Creativity is headed by Dr. Bas Raijmakers PhD (RCA) as lector and Drs. Danielle Arets as Associate Lector. During the four year CRISP programme, eleven Research Associates will each take up a one-year research position in the Strategic Creativity readership. These Research Associate positions are open to Design Academy alumni only, who will collaborate with departments in the academy as well as CRISP partners from academia and industry. The CRISP programme as a whole has a total budget of €20 million Euros in four years, financed by the Dutch government and the participating institutions and companies. It is highly ambitious in creating new bridges between the creative industries and the Dutch economy. The ultimate goal of CRISP is to make the economy of the Netherlands more creative with a strategic role for design! The outcomes of the CRISP programme will be used within the educational programme of the Design Academy Eindhoven and participating universities 9 , but also be disseminated through public debates, conferences and workshops.
ORGANISATIE Het College van Bestuur wil het toonbeeld zijn van servant leadership. Dienend aan mensen in de organisatie, aan het onderwijs en aan de onderwijsondersteuning. Dienend door een heldere, eenvoudige en slagvaardige organisatiestructuur neer te zetten, en dienend door iedereen zijn of haar autonomie en verantwoordelijkheid te gunnen. Kwaliteit en talenten van medewerkers staan voorop, iedereen doet waar hij of zij goed in is, het is dynamisch, ondernemend, inspirerend en effectief. Het College bestuurt, de leidinggevenden managen, de medewerkers leven zich uit in hun kwaliteiten en affiniteiten. Dit zijn leidende principes bij alle veranderingen die er binnen de academie gaande zijn. Met de komst van Igor van Hooff als lid van het College van Bestuur, sinds maart 2011 belast met operationele zaken, is een belangrijke voorwaarde geschapen voor de aanpassing van de organisatie. Een organisatie afgestemd op de ambities van de academie kenmerkt zich door eenvoud, collectief bewustzijn met aandacht voor rollen, taken en bevoegdheden, samenwerking en eigen verantwoordelijkheid. Zo creëert het College van Bestuur e een organisatiecultuur die de verbinding tussen de onderwijsuitvoering en de onderwijsondersteuning op de 3 etage vanzelfsprekender en effectiever maakt. “Wat we op dit moment aan het doen zijn is kijken hoe we een aantal verbindingen kunnen verbeteren. Bijvoorbeeld de verbinding tussen de onderwijsinhoud en het onderwijsmodel. Denk aan de verbinding tussen de Ontwerpafdelingen en Kompasrichtingen, maar ook de verbinding tussen de Bachelors en de Masters. Daarnaast zijn we bezig de verbinding tussen docent en student te verbeteren. We werken hier immers met professionals die er door de bank genomen ongeveer één dag per week zijn. Terwijl je merkt dat de behoefte aan coaching en loopbaanbegeleiding, om maar eens wat te noemen, toeneemt. En dus richten we ons op de verbinding tussen docenten onderling. En last but not least, de verbinding tussen de onderwijsondersteuning, die hier cruciaal is, en het onderwijs zelf. Want vergeet niet, het is dankzij de onderwijsondersteunende diensten dat een docent zich 10 hier uitsluitend kan richten op het lesgeven!” In de ogen van het College van Bestuur zijn de binnen de academie gekoesterde vrijheid en flexibiliteit te ver doorgeschoten. Als vrijheid betekent: “doe vooral je ding, maar bemoei je niet met mij”, dan ontstaan er eilanden, gaat het contact verloren en is er meer aandacht voor het afschermen van het eigen gebied dan voor het tonen van de schoonheid en het delen van de kracht ervan. “Op de academie bestaat de neiging dat mensen uit grote betrokkenheid en passie veel dingen op hun schouders nemen, hun mond houden, vooral op hun eiland blijven, hoge muren op zetten, en de ophaalbruggen op halen. Wat we nu doen is de dialoog zoeken. De boodschap hierbij is: jullie blijven autonome personen, maar we willen
8
FES programma: Fonds Economische Structuurversterking. Onder meer met Technische Universiteiten van Delft, Twente en Eindhoven, Vrije Universiteit 10 Igor van Hooff, lid College van Bestuur 9
8
wel dichterbij bij elkaar komen. Wij willen een brug slaan, niet om een invasie te plegen, maar om elkaar ergens 11 op die brug te ontmoeten, en de brug vervolgens samen te versterken.” Een van de manieren waarop het College dat wil bereiken is door in de onderwijsondersteunende organisatie meer verantwoordelijkheden bij de leidinggevenden van de afdelingen te leggen, en die leidinggevenden meer dan nu het geval is vanuit hun expertise te laten werken en hen daarop aan te spreken. Waar voorheen veel via informele en gemeenschappelijke besluitvormingsprocessen tot stand kwam, schept het College van Bestuur nu meer helderheid over verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden. En maakt ze de organisatie eenvoudiger door het instellen van operationele teams, bestaande uit specialisten die aanspreekpunt en ambassadeurs worden van hun expertise. Deze strategie is geëffectueerd door het aantrekken van expertise op het gebied van onder andere PR en communicatie, financiën, administratie en HRM. Daarnaast zal de rol van de coördinatoren van respectievelijk de Ontwerpafdelingen en de Kompasrichtingen zwaarder opgetuigd worden doordat zij in de nieuwe organisatieopzet de linking pin worden tussen het onderwijs en de onderwijsondersteuning en doordat ze een grotere rol krijgen toebedeeld in de coaching bij de studieloopbaanbegeleiding van de studenten. “Lang was hier de filosofie: zet goede mensen bij elkaar dan komt er altijd wel wat uit. Als je een idee voor een mooie activiteit had, kon je mensen bij elkaar zoeken, en het vervolgens gaan uitvoeren. Zonder dat we het ons bewust waren kan zo’n structuur, of liever het ontbreken ervan, onveiligheid oproepen. Mensen konden denken: hé, waarom zit ik daar niet bij? En zich vervolgens op een of andere manier buitengesloten voelen. Er is heel lang geprobeerd om het structurele probleem op een culturele manier op te lossen. Prachtige persoonsgerichte trainingen gericht op gedragsverandering, maar de structuur bood onvoldoende houvast om die verandering te 12 rechtvaardigen. Nu richten we ons op de structuur en de cultuur, ze kunnen immers niet zonder elkaar” Hoe gaan mensen straks samenwerken binnen Design Academy Eindhoven? Een van de centrale vragen die spelen bij het opzetten van een effectievere organisatie. Met het optuigen van het operationele team van leidinggevenden is een begin gemaakt met het verhelderen van taken, bevoegdheden (waaronder budgettaire) verantwoordelijkheden en autonomie. Een duidelijke toebedeling van beperkte taken aan personen voorkomt een overload aan vaak overlappende aandachtsgebieden. De inzet van training en ondersteuning vanuit HRM is de komende tijd gericht op de leden van het operationele team. Zij zijn niet alleen de verpersoonlijking van de nieuwe structuur, maar ook drager van de beoogde organisatiecultuur. Transparantie betekent in de ogen van de academie duidelijke afspraken op wat kan en mag, beleid dat helder is verwoord en gecommuniceerd, afspraken die geborgd zijn. Dialoog is de olie waarop de organisatie draait. Wat de leidinggevenden voor de onderwijsondersteunende organisatie is, dat worden straks de coördinatoren voor de organisatie van het onderwijs zelf. “In een organisatie als de onze, waar iedere onderwijsgevende ongeveer een dag per week aan de academie is verbonden, liggen de verhoudingen heel anders dan bij mensen met een volledige dienstbetrekking. Iemand kan niet even snel een hoofd of coördinator spreken als hij op school komt. Iedereen functioneert heel gemakkelijk naast elkaar. Dat geldt ook voor de verbinding tussen het onderwijs en de onderwijsondersteuning. Dat contact is er ook niet vanzelfsprekend op de dag dat jij er bent als docent bijvoorbeeld. In mijn ogen zou de coördinator die verbinding moeten zijn, binnen zijn of haar afdeling en tussen de 3e verdieping en het onderwijs. Als zo iemand 13 meer tijd op de academie aanwezig is, dan is dat een belangrijke stap naar betrokkenheid en collectivity.” De structuur van de academie gaat er in de loop van het voorjaar van 2012 als volgt uitzien: (Figuur organogram)
RELATIE BEDRIJFSLEVEN EN CREATIEVE INDUSTRIE De academie heeft een stevige voet aan de grond in de beroepspraktijk. Hoofden en docenten zijn voor het grootste deel van hun tijd actief in dynamische praktijk van het ontwerpvak. Slechts voor een bescheiden deel van hun tijd zijn ze verbonden aan de academie. De academie onderhoudt intensieve relaties met het bedrijfsleven. Decennia lang koestert de academie haar vrienden, bedrijven in samenwerking waarmee studenten real life projecten kunnen uitvoeren. Veel afdelingen van de academie hebben zulke projecten met veel succes uitgevoerd voor onder andere Nike, KLM, Concertgebouw, Gemeente Dordrecht, DELA, FORBO Flooring, de Efteling, NS opleidingen, en Waterschap de Dommel. De komende jaren intensiveert en professionaliseert de academie de relatie met het bedrijfsleven en de creatieve industrie. Door onder andere het wederzijdse voordeel in kennis, kunde en kassa te expliciteren. Daarvoor is nodig de samenwerking beter af te stemmen op reële behoeften en wensen van beide partijen. Daarnaast gaat de academie er zo voor zorgen dat haar consultancy rol op het gebied van design meer profiel en uitstraling krijgt. 11
Anne Mieke Eggenkamp, voorzitter College van Bestuur Arjo de Vries, senior beleidsmedewerker 13 Igor van Hooff, lid College van Bestuur 12
9
De veranderende rol van de ontwerper brengt ook een veranderende relatie met de het veld van de beroepspraktijk met zich mee. Het betekent versterking van het van oudsher bekende culturele veld en meer aandacht voor het sociaaleconomische veld en het publieke en private terrein. Door de samenwerking met bedrijven en creatieve ondernemingen breidt de academie haar expertise op het gebied van creatief entrepreneurship verder uit. De academie heeft een actief en omvangrijk Alumni netwerk: ongeveer 1600 van alle afgestudeerden aan de Design Academy Eindhoven ooit zijn lid van het Alumni netwerk. De komende jaren wendt de academie de potentie en waarde van dit netwerk aan om te komen tot wederzijdse kennisontwikkeling en kennisdeling. Door te investeren in de ambassadeursfunctie van onze alumni wil de academie haar netwerk wereldwijd uitbreiden en intensiveren. Dat betekent zowel strategische allianties met kennisinstituten als met overheden en bedrijfsleven.
INTERNATIONALISERING De ontwikkeling en uitvoering van het beleid op het gebied van internationalisering is afgestemd op de strategie van de overheid waar het gaat om de creatieve industrie. Daarin wil Nederland een vooraanstaande plaats innemen als meest creatieve economie van Europa in 2020. Door verdere krachtenbundeling tussen internationale kennisinstellingen, bedrijven en overheid wordt Nederland nog aantrekkelijker voor buitenlandse creatieve bedrijven en toptalent. Gelet op haar geschiedenis en internationale positie gaat Design Academy Eindhoven hier bij voorkeur een leidende rol in spelen. Deelname van de voorzitter van het College van Bestuur 14 van de academie aan het Topteam voor de creatieve industrie bepaalt mede de agenda voor smart & creative human capital. Scherper beleid op het gebied van internationalisering moet ervoor gaan zorgen dat de internationale uitstraling van de academie als kennisinstituut en design (onderwijs) consultant verder gestalte krijgt. De academie gaat de komende jaren door met het optuigen van strategische allianties met gerenommeerde kennisinstituten in de BRICS 15 landen, om via die relaties in contact te komen met het regionale bedrijfsleven. Ze neemt deel aan handelsmissies van de Nederlandse Ministeries van Economische Zaken en Buitenlandse Zaken. Ze legt contacten met specifieke kennisinstellingen voor uitwisseling van kennis en ervaring op het gebied van design, onderwijs, onderzoek, organisatie en kwaliteitszorg. En niet op de laatste plaats voor de uitwisseling van studenten en docenten. De focus ligt op wederzijdse kennisuitwisseling, uitvoeren van gezamenlijke projecten, bieden van stagemogelijkheden en uitbreiden van haar business gerelateerde kennis. Op dit moment onderhoudt Design Academy Eindhoven intensieve contacten met Rhode Island School of Design (RISD) en Pasadena Art Centre College of Design in de USA, met het Sydney Institute of Technology (SIT) in Australië, de Shrishti University Bangalore in India, en de volgende universiteiten in China: Tsinghua University in Beijing, Central Academy of Fine Arts in Beijing, Beijing Institute of Fashion Technology, Tongji University in Shanghai en het Dutch Design College in ontwikkeling in Shanghai. Het doel van de laatste samenwerking is onder andere het opzetten van een vooropleiding in China voor toelating tot Nederlandse topinstituten op het gebied van design. Dat zogenaamde Dutch Design College is aan de ene kant erop gericht de aansluiting tussen Chinees designtalent en het Nederlandse designonderwijs beter te laten verlopen, en aan de andere kant een brugfunctie te vervullen voor Nederlandse startende creatieve ondernemers en docenten, die business contacten in China zoeken. Alles gericht op versterking van lokale en internationale creatieve industrie. Design Academy Eindhoven heeft contacten gelegd over samenwerking in het kader van handelsbetrekkingen tussen Rusland en Nederland in 2013, en tussen Zuid-Afrika en Nederland in het kader van Cape Town World Design Capital in 2014. Sinds 2003 werkt Design Academy Eindhoven intensief samen met de University of Art and Design, TAIK, nu Aalto University Helsinki, School of Art and Design. Bestond de samenwerking aanvankelijk uit Europese projecten rond folklore en design, inmiddels is ze uitgegroeid tot samenwerking op het gebied van gezamenlijke modules, peer-to-peer reviews, masterclasses en uitwisseling van kennis en ervaring ten aanzien van onderzoek, organisatie en kwaliteitszorg. De samenwerking zal zich op termijn ook richten op business en technologie. Twintig jaar geleden was de academie betrokken bij de oprichting van Cumulus, een internationaal en intensief netwerk van design hogescholen en universiteiten. De komende jaren zal de band met het netwerk verder worden versterkt met oog op het vinden partners in het brede design domein. Daartoe zijn al contacten gelegd met opleidingen in Stockholm, Kopenhagen en Bergen. Deze samenwerking wil ze vooral richten op het bouwen van een voor de academie interessante inhoudelijke infrastructuur aansluitend bij de eigen manier van opleiden en kenniscreatie van de academie. Kennisuitwisseling en de ontwikkeling van internationale projecten staan daarbij centraal.
14 15
http://www.top-sectoren.nl/creatieveindustrie Brazielië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika
10
16 Gekoppeld aan de 55 nationaliteiten die de academie binnen haar muren opleidt heeft de academie bilaterale overeenkomsten met veel designopleidingen in Europa en daarbuiten voor de uitwisseling van studenten, en het uitvoeren van strategisch interessante gezamenlijke projecten. Zo werkten we de afgelopen jaren samen met Estonian Art en Design School in Tallin, Estland (2003 – 2006) en met de Academy of Art and Design in Reykjavik, IJsland (2006 – 2008).
De laatste jaren verzorgt de academie steeds meer internationale lezingen tijdens conferenties en symposia. Het beleid is erop gericht de Creative Board, lectoren en de hoofden van de afdelingen te stimuleren het onderwijsmodel en de kennis en ervaring van de academie te presenteren als waardevolle bijdrage aan het internationale debat over onderwijs en design. Passend bij haar typische kenmerken verzorgt vrijwel elke Ontwerpafdeling en Kompasrichting regelmatig internationale reizen. Zo deden studenten Forum onderzoek in Istanbul, bezocht Atelier Florence, ging Man and Mobility als onderdeel van de oriëntatie op de BRICS landen naar China en India, en lieten studenten man and Identity zich inspireren in Parijs en Londen.
3. “DE JAS PAST ONS STEEDS BETER, SOMS ZIT HIJ ONS ALS GEGOTEN” VOORZIENINGEN
STUDIEBEGELEIDING Een van de belangrijkste verbeteringen in de komende tijd is de invoering van een op maat gesneden studentenvolgsysteem waarmee zowel docenten als studenten zicht hebben op de voortgang in hun studieloopbaan en overzicht over behaalde resultaten en ontvangen feedback. Een van de extra voordelen van het systeem is dat de academie op termijn ook een digitaal portfolio systeem kan opzetten en op die manier goed kan laten zien “hoe er in Eindhoven conceptueel gewerkt wordt. Daarmee brengen we onze waarden als academie naar buiten en kunnen we studenten een platform bieden voor hun werk.” 17 Het mentoraat en decanaat van de academie geven vorm aan de manier waarop de academie met haar studenten wil verkeren. Toegankelijk, ruimhartig, to the point, ruimte voor succes en voor tranen, stimulerend en empatisch. “BEDANKT VOOR DE STEUN. ALS DE ACADEMIE EEN FAMILIE ZOU ZIJN, WAS JIJ ONZE MOEDER!” GEEN ALLEDAAGSE REACTIE VAN REMCO DAAR IS DAN OOK WEL REDEN VOOR.
18
AAN ZIJN MENTOR…
BIJ DE START VAN ZIJN OPLEIDING OVERLIJDT ZIJN MOEDER. DIT PLOTSELINGE AFSCHEID KLEURT ZIJN OPLEIDING LETTERLIJK EN FIGUURLIJK. ONDANKS PIJN EN GEMIS GAAT HIJ DOOR MET ZIJN OPLEIDING, OP WEG NAAR ZIJN FELBEGEERDE EINDEXAMEN. OP HET PUNT VAN AFSTUDEREN SLAAT HET NOODLOT OPNIEUW TOE, HIJ VERLIEST ZIJN VADER. WAS HIJ AL GEEN MAN VAN VEEL WOORDEN, DE STILTE WORDT NU HAAST VERSTIKKEND. DE MENTOR HOUDT CONTACT EN KRIJGT OOK NU VERTROUWEN. INDRINGENDE GESPREKKEN MET HAAR BRENGEN EEN AARZELEND VERLANGEN AAN HET LICHT: HIJ WIL DOOR MET DE VOORBEREIDING OP ZIJN EXAMEN. HIJ COMBINEERT DE ZORG VOOR ZIJN JONGERE BROER EN DE AFHANDELING DE VERKOOP VAN HET OUDERLIJK HUIS MET HET VERVOLG VAN ZIJN STUDIE. SPECIALE AFSPRAKEN MET ZIJN ONTWERPAFDELING MAKEN DAT MOGELIJK. HIJ SLAAGT MET AANGRIJPENDE PROJECTEN. ZE GEVEN GLANS AAN ZIJN VERDRIET EN GEMIS. HIJ STUURT BOVENSTAANDE TEKST OP EEN KAARTJE, SAMEN MET EEN FOTO VAN ZIJN WERK. AAN ZIJN ACADEMIE MOEDER… “VOOR ALS DE ACADEMIE EEN FAMILIE ZOU ZIJN.” Naast de ‘eerstelijns’ studiebegeleiding door de coördinatoren van de Ontwerpafdelingen en de Kompasrichtingen kent de academie de volgende vormen van studiebegeleiding: Het mentoraat is bedoeld als preventieve begeleiding. Op zijn of haar initiatief spreekt de mentor periodiek met elke student, stimuleert de positieve ontwikkeling en signaleert mogelijke obstakels in de vorm van persoonlijke omstandigheden, inefficiënte studiemethoden, onvoldoende motivatie en/of irreële verwachtingen. Daarnaast organiseren de mentoren van de Bachelors respectievelijk de Masters groepsgesprekken met studenten over 16
95% van de Masters en 32% van de Bachelors is afkomstig uit het buitenland René van Binsbergen, projectleider digitale communicatie 18 Fictieve naam 17
11
algemene zaken die van invloed zijn op de studievoortgang en het welbevinden van studenten. Het mentoraat adviseert het College van Bestuur, de Opleidingscommissie, de coördinatoren en docenten over tekortkomingen aan de kant van de academie. Ze heeft een verwijzingsfunctie voor studenten die specifieke hulp nodig hebben. Kenmerkend voor het decanaat is een actieve preventieve zorg voor studenten. De decaan is alert op problemen die spelen bij meerdere studenten en neemt initiatieven voor speciale trainingen bijvoorbeeld waar het gaat om tijdsplanning en werkindeling. Het decanaat kan ondersteuning bieden bij het zoeken naar tweedelijns hulp bij problemen van meer persoonlijke aard. Ook zal het decanaat samen met het mentoraat straks bij het vernieuwde onderwijs een actieve rol spelen in de studieloopbaanbegeleiding van studenten. Design Academy Eindhoven maakt meer mogelijk voor studenten met een beperking. Ze beschikt hiervoor over een protocol. Het uitgangspunt voor het beleid is dat er voor elke student met eigen mogelijkheden voorzieningen worden gezocht en gemaakt. De communicatielijnen met het mentoraat en decanaat zijn kort, de organisatie toegankelijk, flexibel en bereidwillig, waardoor studenten gemakkelijk aangeven op welke punten ze gerichte voorzieningen nodig hebben. Andersom zien docenten en coördinatoren vaak snel waar bepaalde ondersteuning nodig is. De verantwoordelijkheid voor het aangeven van beperkingen ligt echter bij de student. Al op de eerste dag van de kennismaking vraagt de academie naar mogelijke functiebeperkingen. Niet zo vreemd voor een opleiding waar relatief veel studenten worstelen met bijvoorbeeld dyslectie. Hieronder volgen een paar voorbeelden van de manier waarop de academie in algemene en specifieke zin omgaat met studenten met een beperking. Op dit moment zijn mentoren bezig met het onderzoek naar een nieuw, speciaal voor dyslectici ontworpen lettertype, wat we mogelijk binnen de academie kunnen gaan gebruiken. “Toen we kennis maakten met, laten we hem Paul noemen, bleek al snel dat hij binnen het zogenaamde autistisch spectrum viel. We hebben hem toestemming gevraagd om naast de gesprekken met hem, gesprekken met zijn docenten te voeren om zo te kunnen achterhalen wat hij nodig had. Het bleek dat hij zich op regelmatige tijden even moet terugtrekken. Het steeds moeten communiceren, en daarmee openstaan voor prikkels is voor hem een onmogelijke eis. Hij heeft toestemming gekregen om de praktische delen van de lessen met een koptelefoon op te werken. Dankzij het feit dat hij regelmatig de rust en eenzaamheid mocht opzoeken kon hij mee met een buitenlandse excursie. En hij heeft toestemming om over bepaalde delen van zijn studie langer te doen. Een andere student, we noemen hem Henk, is tijdens zijn studie ziek geworden en heeft door die ziekte zijn gezichtsvermogen verloren. We zijn nu met hem aan het onderzoeken of en hoe hij zijn studie hier zou kunnen voortzetten. Momenteel zijn we in overleg met de afdeling Man and Communication om te onderzoeken welke hulpmiddelen zouden kunnen werken en met Henk om te onderzoeken waar zijn beperkingen en mogelijkheden 19 liggen. Inmiddels blijkt hij zijn weg redelijk te kunnen vinden en is al een heel eind gevorderd in de revalidatie.”
ONDERWIJSRUIMTES EN WERKPLAATSEN Design Academy bewoont een monumentaal modernistisch fabrieksgebouw, deWitteDame, in het centrum van Eindhoven. Het is een symbool van historie, industrie, cultuur, openheid, transparantie en toegankelijkheid. De inrichting van het gebouw stimuleert een directe en open omgang tussen studenten, docenten, medewerkers en College van Bestuur van de academie. Open ruimtes en flexibele werkplekken nodigen uit tot ongedwongen contact, los van status of positie. De visie van Design Academy Eindhoven op designonderwijs, die vervat is in het curriculum van de academie, vereist een breed aanbod van kennis en vaardigheden. Dat aanbod is erop gericht de studenten in staat te stellen een gegeven opdracht zoveel mogelijk ‘in huis’ te kunnen uitvoeren, van conceptontwikkeling tot de vervaardiging van een prototype of maquette. De keuze van materiaal, de te gebruiken techniek, het is alles aan de student. De academie wil hem of haar daartoe zoveel mogelijk toe in staat stellen. Om het creatief maakproces tijdens de opleiding zoveel mogelijk te ondersteunen kiest de academie voor een basisvoorziening van materialen, technieken, werktuigen, machines. Dit maakt het mogelijk dat studenten onder leiding van ervaren en deskundige instructeurs een breed scala van bewerkingen binnen de academie kunnen uitvoeren. De instructeurs hebben daarnaast een breed netwerk en goede contacten met het regionale bedrijfsleven. Voor vrijwel elk maakprobleem vinden ze op die manier een oplossing. De afgelopen jaren is de capaciteit van de werkplaatsen uitgebreid en zijn de ruimtes zelf aangepast aan eisen van de Arbo-wet. De academie beschikt over een machinale werkplaats waar gewerkt kan worden met hout, metaal, kunststoffen en gips. De voorziening als onderdeel van een kunstopleiding behoort tot de grootste in zijn soort in Nederland. Daarnaast maken studenten gebruik van de textiele werkplaats, de digitale werkplaats, werken studieruimtes. De bibliotheek biedt studenten een uitgebreide en gespecialiseerde collectie nationale en internationale literatuur, publicaties en vaktijdschriften op het gebied van design. Voor grotere bijeenkomsten zoals lezingen, presentaties en tentoonstellingen kan de academie gebruik maken van een auditorium met 120 zitplaatsen, van de zogenaamde Witte Dame Zaal voor grotere exposities en bijeenkomsten en van de onlangs gecreëerde onderwijs- annex presentatieruimte op de 3e verdieping. 19
Olga Pullens, decaan
12
e In 2011 is geïnvesteerd in de verbouwing en vernieuwde inrichting van de Master ruimtes op de 2 verdieping. In e 2012 worden er twee extra onderwijsruimtes op de 4 etage gerealiseerd, wordt het restaurant verbouwd en de openingstijden ervan verruimd en het aanbod vergroot.
4. “WIJ GAAN VOOR AUTONOMIE EN VERANTWOORDELIJKHEID, IN PLAATS VAN VOOR CONTROLE” KWALITEITSZORG EN KWALITEITSBORGING Onderdeel van de onderwijsvernieuwing is de herziening van de beoordelingssystematiek voor huidige en nieuwe werknemers (van de staf). In overleg met de vakbonden, de Opleidingscommissie en de Ondernemingsraad wordt de huidige systematiek onder de loep genomen in relatie tot de validiteit en relevantie voor het doelstellingen van het onderwijs. Er is vanuit de organisatie als vanuit het onderwijs behoefte aan beoordeling van de kwaliteit van onderwijsgevenden. Gezocht wordt naar een zorgvuldige procedure in combinatie met relevante beoordelingspunten. Docentenevaluaties zullen onderdeel vormen van die procedure. De examencommissie is in 2010 overeenkomstig de nieuwe richtlijnen voor examencommissies ingericht en bestaat uit een voorzitter, een docent en een beleidsadviseur. In opdracht van het College van Bestuur werkt de examencommissie momenteel aan het opstellen van het een vernieuwd examencommissiereglement en het vastleggen van de geëigende procedures. Bij een kleinschalige organisatie als de academie werden de taken van de examencommissie voorheen uitgevoerd door het beleidsbureau. Met de nieuwe richtlijnen in de hand werkt de commissie nu aan herziening van onder meer vrijstellingen, evaluatie en beoordelingsprocessen. Begin 2012 is in het kader van de nieuwe richtlijnen ook training van de examencommissie georganiseerd. De onderwijsvernieuwing van het Bachelor- en Masteronderwijs vraagt om een officieel klankbord en instemmingsorgaan, naast Ondernemingsraad en Studentenraad. Ook de Opleidingscommissie is heringericht. De bijeenkomsten met studenten en docenten over het onderwijs op Bachelor en Master niveau worden daarmee weer ondergebracht in een vaste en formele structuur. De Opleidingscommissie vormt een belangrijke basis voor betrokkenheid en gedragenheid en daarnaast de inhoudelijke en onderwijskundige aansluiting tussen docenten, studenten en onderwijsondersteunende staf. Vooral de Studentenraad is een toegewijd, goedwerkend en invloedrijke gesprekpartner in deze ontwikkeling. Zij zorgen voor draagvlak, betrokkenheid en initiatief vanuit de studenten, ook waar het gaat om accordering. Op initiatief van de Student Council zijn constructieve gesprekken tussen grote delegaties studenten en het College van Bestuur gestart. Ze vinden periodiek plaats, er nemen tussen de 50 en 100 studenten aan deel, en het gesprek is eerlijk, constructief, kritisch en open. Het is een empathische dialoog waarbij wederzijds geluisterd wordt naar wensen en mogelijkheden, waar gezocht wordt naar constructieve oplossingen en naar aanleiding waarvan knelpunten zoveel mogelijk worden weggenomen. Met vaste tussenpozen onderzoekt de academie de tevredenheid van studenten, docenten en medewerkers. Als voorbeeld noemen we hier de enquêtes die gehouden zijn in 2008 en 2010. In 2010 waren de Bachelor- en Masterstudenten vooral tevreden over hun docenten. Ook de algemene organisatie van de academie en de stages scoorden zeer goed in de ogen van de Bachelorstudenten. De loyaliteit van de studenten is hoog, 20 ongeacht hun kritiek. Dit laatste betrof de werkplaatsen, het eindexamen, en de voorzieningen. Over het algemeen ligt de tevredenheid van de studenten op een gemiddeld niveau. In 2008 en 2010 heeft de academie de tevredenheid van medewerkers onderzocht door middel van een uitgebreide enquête vanuit onder meer de behoefte aan feedback op de verbetering van de organisatie. Wat opviel was de hoge score op loyaliteit en motivatie. Medewerkers van de academie zijn bevlogen en werken met passie en inzet. Medewerkers waren minder tevreden over de werkdruk, de werkplek en de klimaatbeheersing in het gebouw. De maatregelen ter verbetering die daaruit zijn voortgekomen zijn inmiddels voor het grootste deel geëffectueerd. Zo e is de onderwijsruimte van de Masters ingrijpend verbouwd en smaakvol ingericht. De totale make-over van de 3 etage, de ruimte van het onderwijsondersteunend personeel, is door iedereen met instemming en enthousiasme begroet. De werkplaatsen zijn uitgerust met een nieuw ventilatiesysteem. De werkdruk is een van de kernpunten die verbeterd worden in het kader van de onderwijs- en organisatievernieuwing. Kritiek was er in beide enquêtes op het leiderschap over het algemeen en die van het College van Bestuur in het bijzonder. Het College heeft dat zich aangetrokken. Intensief overleg met medewerkers, met de Raad van Toezicht, met de Creative Board en met externe partijen heeft geresulteerd in verstrekkende maatregelen. Zo is het College versterkt met de komst van een operationeel directeur, zijn nieuwe medewerkers aangetrokken voor onder meer PR en Communicatie en HRM. Het al eerder genoemde operationeel team betekent een verdere verbetering en stroomlijning van de ondersteunende processen. Een training Projectmatig Werken voor alle medewerkers op de 3e etage richtte zich op situationeel leiderschap en persoonlijke effectiviteit. In combinatie met meer budgettaire verantwoordelijkheid heeft de training geresulteerd in een effectievere manier van
20
Zie ondersteunende documenten voor deze resultaten
13
samenwerken in projecten. Office trainingen hebben het niveau op het gebied van digitale vaardigheden gestroomlijnd en verhoogd. In vergelijking met de enquête van 2008 bleek de interne communicatie in 2010 niet significant verbeterd. Een belangrijke reden voor het College om een ervaren en door de wol geverfde communicatiestrateeg te benoemen als hoofd van de afdeling PR en Communicatie. Elk kwartaal verschijnt het White Lady’s Journal, bestemd voor de onderwijsgevende en niet-onderwijsgevende staf. Daarnaast verschijnt DAEtales, bestemd voor de studenten en het onderwijzend personeel. Beide periodieken zijn bedoeld voor informatie vanuit het College en de onderwijsondersteunende staf, persoonlijke berichten en laatste nieuwtjes. Met de onderwijsvernieuwing in zicht vervullen ze een belangrijke rol in de informatievoorziening van iedereen die wat meer op afstand staat van de centrale activiteiten die op de vernieuwing gericht zijn. Daarnaast is het onderwijsvernieuwingsproces bewust gestart vanuit de dialoog met verschillende geledingen van de academie. Gedragenheid, betrokkenheid en het zoveel mogelijk benutten van erkende expertise binnen de academiegemeenschap zelf waren leidende principes bij de inrichting van het proces. Sinds de komst van Igor van Hooff zijn regelmatige informatiebijeenkomsten met personeel en feedbackbijeenkomsten met studenten vast onderdeel van verbetercyclus van de academie. Samen met de verbeterde relatie met de OR is de gerechtvaardigde verwachting dat de volgende evaluatie onder medewerkers en aanzienlijke verbetering zal laten zien. Dat zal plaatsvinden in 2012, waarbij we en de tevredenheid van medewerkers en die van de studenten gaan meten.
5. “IEDERE DAG LEREN, NAVIGEREN, INSPIREREN, OVERTUIGEN EN VERANDEREN!” TOT SLOT IS HET WOORD AAN HET COLLEGE VAN BESTUUR “Het zijn zeer dynamische, onzekere en risicovolle tijden. En toch spreekt Nederland de ambitie uit om in 2020 de meest creatieve economie van Europa te worden. Het zelfbewustzijn in de creatieve industrie groeit met het besef dat creativiteit en snelheid van innoveren onmisbaar zijn voor de kenniseconomie. Als Centre of Excellence in design en educatie delen wij deze ambitie. We geloven in het opleiden van talenten die culturele én economische waarde creëren en die complexe, maatschappelijke vraagstukken aangaan en oplossen. Een kennisinstituut worden, een sterke verbinding met bedrijfsleven hebben, internationaal georiënteerd zijn, met aandacht voor ondernemerschap in een creatieve context. Dat betekent iedere dag leren, navigeren, inspireren, overtuigen en veranderen. Dat kan. Dat moet. Voor al die nieuwsgierige, kritische, geëngageerde, moedige, avontuurlijke, afwijkende, creatieve jonge talenten. Zij geven de toekomst vorm.” ANNE MIEKE EGGENKAMP IGOR VAN HOOFF COLLEGE VAN BESTUUR DESIGN ACADEMY EINDHOVEN
14