Departement Horizon-taal voor dove en slechthorende kinderen en jongeren Dienstverlening vanuit het M.P.I.
Departement van de afdeling van TAAL.COM, onderwijs- en zorgprogramma’s met bijzondere aandacht voor taal en communicatie
In deze bundel geven we informatie over De leefgroepswerking De samenwerking met ouders Behandeling Trajectbegeleiding en individueel handelingsplan
AFDELING TAAL.COM
Departement PERSPECTIEF
Departement HORIZON-TAAL
Departement DE HAVEN
A Geïntegreerd Inclusief traject
B Traject doorstroming
F Intensief structuurtraject
C Traject begeleide zelfstandigheid
G Symbolisatietraject
TB / GON
D Beschermd traject E Structuurtraject
Buitengewoon Onderwijs + internaat / semi-internaat
Buitengewoon Onderwijs en zorg geïntegreerd
INFORMATIEBROCHURE Departement Horizon-taal
Dove en slechthorende kinderen en jongeren Dienstverlening vanuit het M.P.I.
1. Inleiding In deze brochure stellen we u de werking voor van het M.P.I. (M(edisch) P(edagogisch) I(nstituut)) voor de doelgroep doven en slechthorenden. Eerst geven we een overzicht van alle aspecten in de zorg die wij vanuit het MPI bieden. Nadien geven we een overzicht van alle contactpersonen. Deze brochure vormt een geheel met: - De informatiebrochure Taal.com - Algemene informatie die het concept van de dienstverlening vanuit het instituut Spermalie als geheel beschrijft. - De informatiebrochure van de basisschool en de infoormatiebrochure van de secundaire school die de onderwijsprogramma's voor dove en slechthorende leerlingen voorstellen. Het Medisch Pedagogisch Instituut biedt verschillende begeleidingsformules: internaat, semiinternaat en thuisbegeleiding. Deze formules kunnen ook gecombineerd worden. Elk begeleidingsprogramma vanuit het MPI Spermalie verloopt in nauwe samenwerking met de school. In sommige situaties is het programma van de school en het programma van de zorg zeer sterk verweven. De ihp-trajectbegeleider en de gezinsbegeleider zijn nauw betrokken bij de werking van de school.
2. Begeleiding binnen de leefgroepswerking De leefgroepswerking is één van de pijlers van de begeleiding vanuit het MPI. Voor elk kind is de leefgroep zijn of haar vaste stek in Spermalie. Eén leefgroep bestaat uit 4 tot 10 kinderen of jongeren. De leefgroepen worden in de mate van het mogelijke samengesteld op basis van communicatiemogelijkheden, leeftijd, interesse, ... van de kinderen en jongeren. Afhankelijk van de noden van de kinderen en jongeren werken één of twee opvoeders in een leefgroep. Internen verblijven meestal op het instituut van maandag tot vrijdag, semi-internen gaan dagelijks naar huis. Bij de keuze voor internaat of semi-internaat spelen de afstand en de begeleidingsnoden een belangrijke rol. Ook een combinatie van internaat en semi-internaat
is mogelijk. Enkele kinderen en jongeren van de afdeling verblijven om diverse redenen tijdens de weekends en vakanties in 'Iris’ (een bijhuis). De verantwoordelijke voor de leefgroepen van internen en semi-internen is Jacques Claeys. In de leefgroep scheppen we een klimaat waar kinderen en jongeren zich veilig en goed voelen. Concreet gebeurt dit door : - Het scheppen van een ordevol en gestructureerd leefmilieu. Dit krijgt vorm in de inrichting van de leefruimte, het programma, de leefgewoonten en de leefregels. - Het inbouwen van voldoende huiselijke sfeermomenten aangepast aan de dove en slechthorende kinderen en jongeren: de leefgroep biedt ruimte om rustig en gezellig te tafelen, om te spelen of te studeren, om bezig te zijn met wat de kinderen en jongeren graag doen, om te bekomen van de gedane inspanningen. - Het werken aan goede relaties tussen opvoeders en kinderen/jongeren en tussen de kinderen/jongeren onderling. Dit wordt gerealiseerd door de manier waarop de opvoeders aanwezig zijn en zich opstellen, het zoveel mogelijk werken in kleine leefgroepen en een goede leefgroepsindeling. In de brochure “de leefgroep bekeken door een praktische bril” vind je meer informatie over het concrete dagverloop in een leefgroep. Vertrekkend vanuit een positief basisklimaat wil de leefgroep ook de ontwikkeling van de kinderen stimuleren. Binnen een orthopedagogische relatie spelen begeleiders voortdurend in op de noden van elk individu. We benutten zo veel als mogelijk het leven van elke dag om kinderen en jongeren inzichten en vaardigheden bij te brengen. Bijna elke situatie is een mogelijk aanknopingspunt om iets bij te leren. Elk gesprek biedt de kans een nieuw woord of begrip aan te brengen. Een kookactiviteit is bijvoorbeeld een gelegenheid om kritisch te leren winkelen of om iets te leren vragen in de winkel. We houden ook een venster op de grote wereld open: via Teksttelevisie (TTV) 1 komen dagelijks nieuwsberichten in de leefgroep. Dit is één van de mogelijkheden om gespreksonderwerpen in de leefgroepen te brengen en communicatie uit te lokken. Ontwikkelingsgebieden die bijzondere aandacht krijgen zijn: communicatie- en taalontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling. Soms komen ook andere doelstellingen op de voorgrond. Dit kan zowel in het dagelijkse leefgroepsgebeuren, in individuele begeleidingsmomenten als tijdens specifieke trainingsmomenten: • psychosociale begeleiding Bij dove en slechthorende kinderen en jongeren krijgt de ontwikkeling van sociaal vaardig gedrag heel specifieke aandacht. Heel wat aspecten moeten uitdrukkelijker aangeleerd worden: onderkennen van je eigen gevoelens en die van anderen, leren verwoorden van je mening, eenvoudige problemen op een goede manier oplossen, omgangsregels kennen en kunnen toepassen, leren omgaan met je beperkingen, doofbewustzijn,… . Samen met de 1
Teksttelevisie: Iedere dag wordt een geschreven journaal gemaakt. Het bevat een samenvatting van het radiojournaal, interne nieuwsjes, lezersbrieven en mededelingen. 's Middags wordt dit nieuws uitgezonden in alle leefruimtes via een intern distributiesysteem.
kinderen en jongeren wordt ook ingegaan op persoonlijke vragen, problemen in de leefgroep, op school,… . Hiervoor gebruiken we verschillende technieken en programma’s: vertelschriften en groeiboeken, individuele gesprekken, expressie, het trainingsprogramma Leefsleutels voor jongeren, enz. . • schools functioneren bevorderen In de leefgroepswerking voor de interne kinderen en jongeren hebben we aandacht voor schooltaken en studiebegeleiding. De opvoeders tonen belangstelling voor wat het kind op school doet. Ze stimuleren en ondersteunen bij allerlei taken. Opvoeders begeleiden bij studieplanning en bekijken de studiemethode. Bij kinderen of jongeren met bijkomende leermoeilijkheden voorzien we extra aandacht voor het “leren leren”. Bij de kleinsten ligt de nadruk hier op het ‘al spelend leren’. • veiligheid aanbieden De leefgroep biedt een veilig klimaat met actieve aandacht voor privacy. Terwijl er bij de kleinste kinderen continu toezicht is, krijgen jongeren meer verantwoordelijkheden en privacy. Alles wordt afgestemd op de mogelijkheden van elk individu, aangepast aan leeftijd en ontwikkelingsniveau. We proberen daarnaast alle informatie zo duidelijk en begrijpbaar mogelijk te maken voor kinderen en jongeren. Hiervoor werken we met dag- en weekprogramma’s, kalenders, visualiseren van afspraken,… . • afgrenzen Samenleven met anderen maakt afspraken noodzakelijk. Kunnen omgaan met afspraken en regels is belangrijk om de grotere samenleving te begrijpen. In elke leefgroep zijn er duidelijke afspraken over wat kan en niet kan. Zo zijn er afspraken over het internetgebruik, het uur van slapengaan, deelname aan activiteiten,… . Ook regels i.v.m. het omgaan met anderen, het omgaan met materiaal,… maken we duidelijk. Bij de jongste kinderen hebben we heel veel individuele gesprekjes waarin we terugblikken en plannen wat komt, waarin we overleggen en bijsturen. Met de jongeren hebben we wekelijks een leefgroepsvergadering. Daar evalueren we de voorbije week en overlopen we wat komt. Op deze wijze leren we de tijd te plannen, met elkaar te overleggen, voor een mening op te komen. Op die manier kunnen kinderen en jongeren ook zelf mee praten, denken en beslissen, dus mee participeren aan de leefgroepswerking. • vrijetijdsbesteding De opvoeders organiseren een zeer gevarieerd en begeleid vrijetijdsaanbod in Spermalie of in de nabije omgeving. Naast de georganiseerde leefgroepsactiviteiten en leefgroepsoverschrijdende keuzeactiviteiten is er ook voldoende tijd die het kind of de jongere zelf invult met spelen, lezen,… Op deze wijze maken kinderen en jongeren kennis met heel wat mogelijkheden. We ondersteunen hen om de activiteiten die ze graag doen ook in de thuisomgeving te doen.
• zelfredzaamheid ontwikkelen In de leefgroep schenken begeleiders aandacht aan redzaamheid en praktische vaardigheden met het oog op de toekomst. Voor de kleinsten gaat dit om zich zelfstandig wassen en aankleden, ergens iets gaan vragen, of een eenvoudig recept klaarmaken,… . Bij jongeren komen andere zaken aan bod zoals het openbaar vervoer leren gebruiken, verstandig omgaan met zakgeld, winkelen, een maaltijd koken of een formulier leren invullen. • netwerkontwikkeling en opvoedingsondersteuning Wat we kinderen en jongeren in Spermalie leren, wordt zoveel waardevoller wanneer ze het ook in de eigen omgeving gebruiken. Dit gaat niet vanzelf. Het is belangrijk dat ouders weten wat kinderen en jongeren hier leren en dat ze zien hoe ze daar thuis kunnen op inspelen. Soms hebben ouders opvoedingsvragen zoals vragen i.v.m. eten, slapen of i.v.m. bepaald gedrag. Via individuele gesprekken met de kinderen en contacten met de ouders kunnen we heel nauwgezet één of ander aspect van de thuissituatie bespreken en opvolgen: vrijetijdsbesteding, omgaan met andere gezinsleden, enz. . Soms gaan begeleiders ook naar de kinderen en jongeren thuis om een belangrijke stap te ondersteunen. Dit noemen we mobiele begeleiding. Voorbeelden hiervan zijn: eerste contacten met nieuwe scholen, vrijetijdsvoorzieningen, thuis begeleiden wanneer er zich problemen voordoen in de thuisomgeving,… .
3. Contacten met ouders Permanent houden begeleiders in de leefgroep en ouders contact. Voor de kinderen zijn er heen- en weerschriftjes die wekelijks naar huis meegaan. Hierin schrijven begeleiders hoe de voorbije week of dag verliep, wat begeleiders opgevallen is, of wat moeilijk of net heel positief was. Van ouders vragen we dat ze na een weekend of een periode thuis hetzelfde doen. Dit laat ouders en begeleiders toe de kinderen goed te begrijpen. Ouders kunnen gerust hun vragen of bedenkingen in dit schrift noteren. Voor de jongeren is een even intense vorm van communicatie niet meer nodig en ook niet meer wenselijk. Voor hen gebruiken we een beoordelingskaart. Deze kaart geeft informatie over het gedrag van de jongere in de leefgroep. Ook telefonisch of per email is er contact met de kinderen en jongeren of de begeleider mogelijk. De internaatsleefgroepen beschikken over internet met webcam. Verder zijn er een drietal georganiseerde oudercontacten per jaar georganiseerd. De exacte data worden in het begin van elk werkjaar meegedeeld via de jaarkalender. Het eerste contact (eind augustus) heeft de bedoeling de leefgroepswerking te leren kennen, de twee andere contacten zijn gericht op het bespreken van de schoolresultaten en bieden de gelegenheid om contact te hebben met de opvoeders. Minstens om de twee jaar nodigen we de ouders uit voor een gesprek met het begeleidend team over de evolutie van hun zoon of dochter (ihp-bespreking: zie verder).
Nu en dan organiseren we vormings- of informatieavonden voor ouders. Het meest gekend zijn de gebarencursussen voor ouders en familieleden, maar ook andere onderwerpen zoals nieuwe ontwikkelingen of opleidingsmogelijkheden komen aan bod. De gezinsbegeleiders (Jozef Vanhulle, Rita Lepoudre of Krista Lanoo) hebben een specifieke opdracht t.a.v. de gezinnen. Ze bieden hulp aan via huisbezoeken en hebben gesprekken met ouders hier in Spermalie. De taak van de gezinsbegeleider is heel ruim en overstijgt de dagelijkse informatie-uitwisseling tussen begeleiders en ouders. De gezinsbegeleider gaat een veel langere weg met de gezinnen. De gezinsbegeleider is de tussenschakel tussen de ouders en het instituut: ze gaan luisteren naar de bekommernissen van ouders, hun wensen of vragen in verband met de werking. Gezinsbegeleiders zijn het aanspreekpunt voor alle mogelijke vragen omtrent een doof of slechthorend kind in een gezin. Ze wisselen met ouders van gedachten over wat hen omtrent hun kind bezig houdt, de verwachtingen voor de toekomst. Ze staan stil bij gevoelens van ouders en reflecteren over de mogelijkheden en grenzen. Soms zullen gezinsbegeleiders voor specifieke vragen contacten leggen met andere medewerkers of met diensten buiten Spermalie. De gezinsbegeleider biedt ook informatie over allerlei administratieve zaken en sociale voorzieningen. Wanneer de jongeren volwassenen worden, maakt de gezinsbegeleider de ouders en de jongere wegwijs in de verdere ondersteuningsmogelijkheden en sociale wetgeving.
4. Behandeling 4.1. Therapie Taal en communicatie ontwikkelen vergt een specifieke therapeutische begeleiding. Daarom krijgt elk doof of slechthorend kind/jongere in Spermalie logopedie. Naast de doofheid of slechthorendheid kunnen zich op andere gebieden ontwikkelingsproblemen voordoen, zoals motorische ontwikkeling, handvaardigheid, taakgerichtheid, zelfredzaamheid, rekenen, … Om hieraan tegemoet te komen, kunnen de kinderen en jongeren naast logopedie ook andere therapieën krijgen: ergotherapie, practognosie, kinesitherapie. Welke therapieën nodig zijn (en mogelijk zijn binnen de beschikbare middelen) is onderwerp van overleg tussen het team en de gebruiker. Dit wordt omschreven in het individueel handelingsplan. De therapieën gebeuren voor het grootste deel binnen de schooltijd. De logopedie is gericht op de ontwikkeling van de communicatie en taalvaardigheid. Afhankelijk van de individuele vorderingen en noden komt het volgende aan bod: stemtraining, articulatietraining, verbeteren van het spraakafzien, hoortraining, omgaan met het apparaat, verwerking van taalmateriaal uit de klas, durven communiceren, schriftelijk leren communiceren, correct gebaren gebruiken, … . De logopedist heeft een belangrijke taak i.v.m. informatie over en aanpassing van hulpmiddelen. Daarbij werkt hij nauw samen met CI-teams of het Hoorcentrum Spermalie (of een ander hoorcentrum). Het hoorcentrum volgt het auditief functioneren op, zorgt voor de aanpassing, technische controle en eventuele herstelling van hoorapparatuur.
De ergotherapie stimuleert het zelfstandig uitvoeren van praktische dagelijkse handelingen, met als voornaamste werkvelden: training van handvaardigheid, aanleren van een systematische werkhouding, ontwikkelen van voldoende taakgerichtheid, zelfstandig leren werken. De practognosie is een individuele ontwikkelingstherapie die vertrekt vanuit fundamentele lichaamsbewegingen en zo de onmiddellijke ruimte rond het lichaam opbouwt. Practognosie steeft naar een harmonisch evenwicht tussen lichaamservaring en kennis. In de kinesitherapie behandelt men o.a. houdingsafwijkingen. Naargelang de individuele vraag werkt men een aangepast therapieplan uit. Bij dove en slechthorende kinderen is er een verhoogd risico op gedrags- en emotionele problemen. Een psycholoog-psychotherapeut en een psychiater zijn verbonden aan het MPI Spermalie. Zij doen diagnostiek i.v.m. gedrags- en emotionele problemen en geven advies aan teams en ouders. Voor sommige kinderen bieden zij ook psychotherapie. Omdat de vraag naar psychotherapie groter is dan onze mogelijkheden, verwijzen we waar mogelijk door naar andere diensten buiten Spermalie.
4.2.
Medische dienst
Voor alle aspecten van de gezondheid van de kinderen en jongeren kunnen ouders met hun zoon of dochter, indien zij dat wensen, terecht bij Dr. Lieve Standaert. Zij is coördinerend kinderarts. Zij werkt samen met een team van verpleegsters en een aantal specialisten: een NOK-arts (neus, keel en oor), een oogarts, een kinder- en jeugdpsychiater, een orthopedist en een tandarts. Zij onderhoudt ook nauwe contacten met betrokken artsen buitenshuis. Uiteraard zijn ouders volledig vrij in de keuze van de behandelende geneesheer voor hun kind. Samenspraak en samenwerking tussen de behandelende geneesheer en de kinderarts van Spermalie kan wel van groot belang zijn voor de opvang van het kind of de jongere in het instituut. De kinderen en jongeren kunnen bij de medische dienst terecht voor bepaalde behandelingen: kinesitherapie (zie therapie), tandverzorging en verpleging. De coördinerende arts volgt ook de verschillende therapieën op. De verpleging begeleidt waar nodig kinderen en jongeren wanneer ze gebruik maken van de gezondheidszorg buiten het instituut. Veel jongeren of ouders kloppen bij de medische dienst aan met vragen i.v.m. diagnose of informatie over de oorzaak van de handicap. Inzicht in diagnose en oorzaak van de handicap helpt de begeleiders en de ouders om de jongere beter te begrijpen en de jongere om zichzelf te begrijpen. Onderzoek en behandeling gebeurt slechts na overleg met de ouders. Het is duidelijk dat voor uitzonderlijke tussenkomsten (bijv. bij een ongeval) niet steeds kan gewacht worden op een voorafgaandelijke toelating van de ouders.
5. Trajectbegeleiding en individueel handelingsplan 5.1.
Trajectbegeleiding
Het zoeken en onderkennen van de noden van elk kind en elke jongere en het vinden van een gepast antwoord hierop, wordt begeleid en gecoördineerd door de ihp-trajectbegeleider: Tine Dewaegheneire. De taak van de ihp-trajectbegeleider is de interventies van elk teamlid te integreren en af te stemmen op haalbare doelen. Dit doet de ihp-trajectbegeleider niet alleen t.a.v. de leraren in de school en t.a.v. de medewerkers in het MPI. Om haar taak te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk dat de ihp-trajectbegeleider de mogelijkheden en de evolutie van elk kind nauwgezet volgt, luistert naar de bedenkingen van de ouders, de begeleiders en de leraren. Bijna alle kinderen en ouders hebben vragen naar een optimaal aangepast schooltraject: kiest men voor een aangepast programma in het buitengewoon onderwijs of wil men op middellange termijn de uitdaging van het gewoon onderwijs aangaan ? Wat zijn de mogelijkheden nu en wat is het perspectief op langere termijn? Ontwikkeling en opvoeding lopen niet steeds zoals we het hopen of verwachten. Verschillende kinderen en jongeren kampen met gedrags- en emotionele problemen. Wanneer er vragen en bezorgdheid is over het gedrag of het emotioneel functioneren van een kind, wordt de trajectbegeleider aangesproken. Samen met de ouders en het team zoeken we hoe we met de situatie kunnen omgaan. Soms vraagt de trajectbegeleider het advies van de psychologe en/of psychiater. De trajectbegeleider zal op geregelde tijdstippen zorgen dat bepaalde testen worden afgenomen: intelligentie, taalontwikkeling, rekenvaardigheid. Samen met de ouders en het team zal zij tevens voor elke kleuter uitzoeken welke communicatiewijze best aansluit bij de mogelijkheden van het kind. 5.2. Individueel handelingsplan De trajectbegeleiding resulteert in een individueel handelingsplan (IHP). Dit IHP beschrijft de doelen en de werkvormen van de begeleiding. Dit individueel handelingsplan (IHP) beoogt: •
De ontwikkelingsmogelijkheden van de jongere in zijn persoonlijke leefsituatie maximaal aan te spreken en eventuele individuele noden zoveel als mogelijk te beantwoorden. Dit gebeurt voor elk van volgende domeinen: o communicatie-, taal- en geluidsopvoeding o sociaal en relationeel functioneren o redzaamheid en praktische vaardigheden o planning en tijdsstructuur o schools functioneren o leren leren o gezin
•
Een realistisch toekomstperspectief te concretiseren. Het toekomstperspectief van de kinderen en jongeren in Taal.com is uiteenlopend: sommigen zullen hun volledige schoolloopbaan in het buitengewoon secundair onderwijs blijven. Anderen kunnen na twee, vier of meer jaar in het buitengewoon secundair onderwijs de stap naar de gewone school zetten (traject doorstroming). Sommige jongeren zullen als volwassene functioneren in een beschermde werk- en of woonsituatie (beschermd traject). Anderen zullen met geringe ondersteuning vrij zelfstandig functionerende volwassenen worden (traject zelfstandigheid). Naargelang de mogelijkheden van de jongere worden al deze mogelijkheden overwogen en wordt een keuze gemaakt.
Het IHP wordt tweejaarlijks besproken, maar ook wanneer dit om specifieke redenen nodig is (bvb bij integratie). Dit gebeurt in overleg met leerkrachten, opvoeders, therapeuten, gezinsbegeleider, de ouders. Naar aanleiding van het decreet rechtspositie van de minderjarige trachten wij nu ook de kinderen en jongeren zelf te betrekken bij hun IHP. Het voorbereiden van de bespreking is gebaseerd op een grondige evaluatie van de mogelijkheden van het kind of jongere, een bevraging van het kind of de jongere en de begeleiders. De gezinsbegeleider bevraagt de verwachtingen van de ouders. Op de bespreking gaan we na hoe het kind/de jongere de voorbije twee jaar geëvolueerd is en toetsen we of vooropgestelde doelen bereikt zijn. We formuleren nieuwe individuele doelstellingen en prioriteiten voor de twee volgende jaren. Om de kinderen en jongeren goed te kunnen begeleiden is het belangrijk dat de begeleiders over alle relevante informatie beschikken. Anderzijds is het onontbeerlijk dat de privacy van de gezinnen en van de jongere zelf gerespecteerd wordt. De medewerkers houden hiermee rekening en gaan met elke vertrouwelijke informatie discreet om. Dit betekent dat informatie slechts doorgegeven wordt aan die personen voor wie het noodzakelijk is de informatie te kennen. Wanneer een ouder niet aanwezig kan zijn op de bespreking, wordt dit IHP achteraf door de gezinsbegeleider besproken tijdens een huisbezoek. Er zal ook steeds aan ouders worden gevraagd dit handelingsplan te ondertekenen.
Contact
KMPI SPERMALIE MEDISCH PEDAGOGISCH INSTITUUT Snaggaardstraat 9, 8000 Brugge - tel 050/ 471 960 - fax 050/ 337 306 algemeen directeur : Luc Desmet
[email protected] coördinerend arts : Lieve Standaert
[email protected] zorgdirecteur afdeling Taal.com: Paul Bulckaert
[email protected] STAFMEDEWERKERS EN VERANTWOORDELIJKEN ZORG DEPARTEMENT HORIZON-TAALKMPI SPERMALIE zorgcoördinator Jacques Claeys
[email protected] ihp-trajectbegeleider Tine Dewaegheneire (a.i. Leen D’Haese)
[email protected] gezinsbegeleiders Krista Lanoo
[email protected] Rita Lepoudre
[email protected] Jozef Vanhulle,
[email protected] OUDERWERKING EN GEBRUIKERSRAAD vertegenwoordiger in de gebruikersraad Mario Lafere ouderwerking postvakje ouderwerking aan de receptie
[email protected] BINNEN HET KI SPERMALIE WERKT HORINZON-TAAL SAMEN MET KI Spermalie basisschool voor buitengewoon onderwijs Snaggaardstraat 9, 8000 Brugge tel 050/47.19.84 - e-mail:
[email protected] Secundair onderwijs KI Spermalie Potterierei 46, 8000 Brugge, tel 050/47.19.85 - e-mail:
[email protected] Hoorcentrum Spermalie Oliebaan 2B, 8000 Brugge, tel 050/ 33 96 43 - fax 050/ 33 05 68
[email protected]