© Taxcellent Belastingadviseurs 2010
HORIZONTAAL TOEZICHT
Algemeen Vanuit het verticale toezicht wil de Belastingdienst de komende jaren overgaan naar het horizontale toezicht. Verticaal toezicht is de vorm van toezicht waarbij de Belastingdienst zelfstandig en gebruikmakend van alle wettelijke instrumenten bij een onderneming komt controleren of de door de onderneming ingediende aangifte(n) juist zijn. De Belastingdienst kan per belastingsoort, maar ook voor alle belastingen tegelijk een dergelijke controle instellen. Zoals hiervoor aangegeven heeft de Belastingdienst het doel om door middel van deze controles te bepalen of en in hoeverre de over de afgelopen 5 jaren ingediende aangifte(n) juist zijn. Deze wijze van controleren of het uitvoeren van boekenonderzoeken heeft voor de Belastingdienst de volgende nadelen: Nadeel Belastingdienst bij de huidige wijze van werken De periode waarover gecontroleerd kan worden is beperkt tot de afgelopen 5 jaar; De ingestelde controle geeft alleen maar een momentopname (snapshot); Er is voor de Belastingdienst geen zekerheid dat bij een controle / boekenonderzoek ook daadwerkelijk alle gemiste belasting is onderkend en zal worden nageheven; Met betrekking tot de controles / boekenonderzoeken is er geen sprake van een structureel gebeuren. Vaak wordt niet tot een finale oplossing voor de geconstateerde problemen gekomen; Nogal wat controles / boekenonderzoeken geven aanleiding tot bezwaarschriften en gerechtelijke procedures. Ook voor de ondernemingen hebben deze controles / boekenonderzoeken de nodige nadelen, te weten: Nadeel ondernemingen bij de huidige wijze van werken Een periode van onrust in de onderneming; De onzekerheid wat de Belastingdienst zal constateren en hoe de Belastingdienst één en ander zal beoordelen of behandelen; Veel extra kosten voor het inhuren van adviseurs; De opgelegde boete. Om een zo goed mogelijke frequentie van controles te krijgen en te behouden moet de Belastingdienst momenteel bijzonder veel moeite doen en veel menskracht inzetten. Dat is in de huidige visie dat een overheid dient te krimpen een slecht gegeven. Vandaar dat de Belastingdienst sinds 2005 is gaan onderzoeken en momenteel bezig is in te zetten op het zogenoemde Horizontale toezicht.
2
Horizontaal Toezicht In 2005 is de Belastingdienst in overleg met een twintigtal van Neerlands grootste ondernemingen het Horizontaal Toezicht gaan ontwikkelen en testen. Inmiddels heeft de Belastingdienst aangegeven het voornemen te hebben om met alle 1.500 zeer grote ondernemingen een handhavingconvenant te willen gaan afsluiten. Sinds 2008 loopt er eveneens een pilot met 100 middelgrote ondernemingen. Het is te verwachten dat deze pilot in de komende jaren zal worden afgerond en dat de 11.000 middelgrote ondernemingen eveneens onder het Horizontaal Toezicht zullen worden gebracht. Vanuit de Belastingdienst kan men geluiden horen dat het de komende tijd zelfs een speerpunt van beleid zal gaan worden. Horizontaal Toezicht zal voor de Belastingdienst en het bedrijfsleven de toekomst zijn. Maar wat verstaat de Belastingdienst onder Horizontaal Toezicht? Horizontaal Toezicht komt er kortheidshalve op neer dat het bedrijfsleven zichzelf zal gaan controleren. In het verlengde van Sarbanes Oxley en de Code Tabaksblad is dat overigens een logische ontwikkeling. In de accountancy zie je al dat de regels van US GAAP en IFRS steeds meer zijn of worden ingevoerd. Om het proces van het Horizontaal Toezicht fiscaal in goede banen te leiden heeft de Belastingdienst de volgende handelwijze geïntroduceerd: Met de directie van een onderneming wordt door de Belastingdienst gesproken over het Horizontaal Toezicht. Uiteindelijk nodigt de Belastingdienst de directie van een onderneming uit om met de Belastingdienst een handhavingconvenant te sluiten; Waarna in gezamenlijk overleg begonnen kan worden met het implementeren van een Tax Control Framework. Het zogenoemde Tax Control Framework (hierna: TCF) is een samenstel van regels en procedures die moeten garanderen dat er telkens een fiscaal juiste uitkomst of beslissing door de onderneming wordt genomen. Door middel van het TCF en het in de praktijk periodiek toetsen van het TCF kan de Belastingdienst beoordelen of het Horizontale Toezicht steeds juist is geïmplementeerd. De volgorde van eerst een handhavingconvenant sluiten en dan een TCF ontwerpen is voor partijen overigens niet bindend. Elke onderneming kan uiteraard een afweging maken of het eerst een handhavingconvenant met de Belastingdienst zal afsluiten of dat men eerst een TCF zal gaan bouwen en implementeren zodat men de fase van “in control” al heeft bereikt wanneer men de bereidheid toont om het convenant te gaan afsluiten.
3
Met betrekking tot het Horizontaal Toezicht kunnen we in het algemeen een viertal fasen onderscheiden, te weten: 1. Bewustzijn bij de onderneming en het management van de onderneming creëren; 2. Het ontwerpen en implementeren van een TCF; 3. Testen, evalueren en optimaliseren van een TCF; 4. Het “in control” zijn. Welke soorten belasting zijn voor het bouwen van een TCF het meest van belang De vraag rijst voor welke belastingsoorten het Horizontaal Toezicht het meeste belang heeft en wat daarbij de voor‐ en nadelen van het Horizontaal Toezicht zullen zijn. Dit zijn vragen die voor het bedrijfsleven bijzonder belangrijk zijn. Grote en middelgrote ondernemingen hebben te maken met de vennootschaps‐ belasting, de omzetbelasting en de loonbelasting. Voor het toepassen van het Horizontaal Toezicht is het belangrijke te onderscheiden welke van deze belastingen het meest in aanmerking zullen komen voor het toepassen van het Horizontaal Toezicht en derhalve voor het bouwen van een TCF. We kunnen daarbij kijken naar de opbrengst voor de Schatkist van de betreffende belasting en naar de procedurele ingewikkeldheid van die belasting Opbrengst van de belasting De heffingen die het meest bijdragen aan ’s Rijks Schatkist zijn de loonheffing en de omzetbelasting. De voor de meeste directies zo belangrijke vennootschaps‐ belasting draagt aanzienlijk minder bij tot de algemene middelen. Procedurele ingewikkeldheid van de belasting Bezien we de vennootschapsbelasting inclusief het onderdeel Transfer Pricing vanuit de hiervoor genoemde vier fasen van het Horizontaal Toezicht dan is de conclusie snel te trekken dat de meeste van de ondernemingen al min of meer een (duidelijke) vorm van TCF zullen hebben. Eveneens zien we dat na de financiële debacles in de Verenigde Staten er vanuit de accountancy al veel met name waarderingsregels over het bedrijfsleven zijn uitgestort. Denk daarbij aan Sarbanes Oxley, IFRS, US GAAP en Code Tabaksblad. Ook is de bepaling van de winst en dus de vennootschapsbelasting niet echt procesmatig ingesteld. Vaak worden er door de commerciële werkelijkheid ingegeven eenmalige beslissingen genomen. Daarbij kan gedacht worden aan investeringen, afschrijvingen en reserveringen. Veel bedrijven hebben over de gang van zaken met betrekking tot de vennootschapsbelasting al vaak enige vorm van overleg met de Belastingdienst. Het duidelijkst is dat te zien in bijvoorbeeld het rulingbeleid van de Belastingdienst. Transfer Pricing heeft al gedurende vele jaren de warme aandacht van de Belastingdienst. Veel bedrijven hebben derhalve op dit gebied al sluitende afspraken met de Belastingdienst gemaakt. Deze afspraken zullen wel een een TCF moeten worden ondergebracht. Waardoor ze uiteindelijk onder het Horizontaal Toezicht zullen komen te vallen.
4
De loonbelasting en de omzetbelasting zijn beide afdrachtbelastingen en zijn, in tegenstelling tot de vennootschapsbelasting, veel meer procedureel ingesteld. Beide heffingen hangen van regels en uitzonderingen aan elkaar. Veel ondernemingen gaan er vanuit dat de salarissen door de accountant of het servicebureau correct worden verwerkt en maken zich verder niet druk over alle daarom heen van toepassing zijnde regels. Ook bij de omzetbelasting hebben ondernemingen de neiging de BTW via de administratie te verwerken en verder niet te bezien of daarmee inderdaad de kous af is. De loonbelasting en de omzetbelasting zijn de belastingsoorten waar de ondernemingen een andere wijze van opereren richting de Belastingdienst zullen moeten gaan ontwikkelen. Waarbij het overigens nadere aandacht verdient dat ondernemingen van oudsher in de regel meer aandacht aan de omzetbelasting dan aan de loonbelasting geven. Eén en ander laat zich overigens verklaren wanneer men het risico beziet. Gaat het niet juist bij de heffing van de omzetbelasting dan loopt de onderneming direct het vaak zichtbare risico om 19% van de gemaakte omzet kwijt te raken. Desalniettemin wordt de omzetbelasting er bij veel ondernemingen “bijgedaan”. Met betrekking tot de loonheffingen zijn ondernemingen vaak van mening dat de lonen correct worden verwerkt en dat men daardoor “in control” is. Veel ondernemingen hebben de verwerking van de lonen aan servicebedrijven of accountantskantoren uitbesteed. En denken daarmee de heffing van sociale premies en loonbelasting veilig te hebben gesteld. De ervaring leert echter dat dit denken te kort is en dat ondernemingen daardoor voor de loonheffing vaak (zeer) grote risico’s lopen. De conclusie dient derhalve te zijn dat met name de heffing van de omzetbelasting en de loonbelasting de grote projecten zullen zijn voor de implementatie van het Horizontaal Toezicht. Voor en nadelen voor de onderneming Wat zal het implementeren van het Horizontaal Toezicht de ondernemingen aan voor‐ of nadelen brengen. Voordelen 1. Inzicht in het totaal aan regelingen binnen de onderneming; 2. Een juiste afstemming tussen de diverse bij de heffing betrokken afdelingen; 3. Een goed inzicht in welke afdelingen, functionarissen en bestuurders verantwoordelijk zijn; 4. Een goede periodieke rapportage over de uitkomsten van de gevolgde procedures; 5. Een goed inzicht in de kosten van het personeel en een goed inzicht in het juiste tarief voor de omzetbelasting; 6. Op grond van een betere structuur zijn er kostenbesparingen te realiseren; 7. Het overleg met de OR en andere belangengroepen kan veel beter worden gestructureerd en uitgevoerd. In een vroeg stadium kan er met deskundigen een goede wijze van opereren worden ontwikkeld;
5 8. Boeten zullen worden voorkomen; 9. De directie loopt geen aansprakelijkheidsrisico’s; 10. Bij het inlenen van personeel wordt het risico aanzienlijk verminderd; 11. De relatie met de Belastingdienst kan structureel worden verbeterd; 12. Adviseurkosten kunnen worden beperkt door dat de procedures worden gevolgd en bij twijfel de situatie in een vroeg stadium kan worden geanalyseerd, uitgewerkt en aan de Belastingdienst kan worden voorgelegd; 13. Met betrekking tot Nederlandse vestigingen van buitenlandse ondernemingen die in Nederland zogenoemde expats in dienst hebben kan het HT er voor zorgen dat deze expats niet jaarlijks een aangifte inkomstenbelasting hoeven in te dienen. Dit zal voor deze ondernemingen vaak een behoorlijke kostenbesparing met zich brengen.
Uiteraard blijft de onderneming een totaal boekenonderzoek in het vervolg bespaard. Dus geen onrust in de onderneming gedurende soms lange tijd. Ook de onzekerheid met betrekking tot de uitkomst van het boekenonderzoek blijft de onderneming bespaard. Het spreekt voor zich dat daarmee ook de bewaarfase en wellicht het voeren van een fiscaaljuridische procedure kan worden voorkomen. Allemaal zaken die een onderneming en haar directie tevreden zullen stellen. Nadelen 1. Het opzetten van het TCF en het Horizontaal Toezicht zal stress brengen in de onderneming; 2. Het opzetten van het TCF zal in eerste aanleg extra adviseurkosten met zich brengen; 3. Niet alle medewerkers zullen direct en volledig meewerken; 4. Het verleden zal direct moeten worden afgehandeld; 5. Het TCF zal periodiek, eenmaal per half jaar, moeten worden getest. De slager keurt zijn eigen vlees Wanneer we naar de hiervoor opgenomen voor‐ en nadelen kijken rijst de vraag waarom accountants in het algemeen en de huis accountants‐ en belastingadvieskantoren in het bijzonder het TCF willen implementeren en controleren. Het lijkt een beetje op “de slager die zijn eigen vlees keurt”. Waarbij dient te worden opgemerkt dat bij de accountant de nodige kennis van de fiscale regels en van de fiscale processen voor de loonheffing en omzetbelasting naar alle waarschijnlijkheid niet volledig aanwezig zullen zijn. Naar onze mening zouden ondernemingen onafhankelijke derden met kennis van de fiscale wetgeving en processen moeten inhuren om de reeds aanwezige processen en procedures zodanig in te gaan richten dat het de goedkeuring van de Belastingdienst zal verkrijgen. Wil de onderneming om allerlei redenen toch bij de huidige adviseur blijven, dan valt het te overwegen om de periodieke toets wel door een onafhankelijke derde te laten verrichten.
6
Incontrol verklaring Enkele auteurs hebben in hun artikelen geopperd dat de Belastingdienst aan het einde van het implementeren van het Horizontaal Toezicht een zogenoemde “in‐ control verklaring” zou moeten afgeven. Daarmee geven deze auteurs het signaal dat zij het Horizontaal Toezicht bezien door de bril van de accountant. Als alles maar keurig is opgeschreven en afgevinkt dan krijg je een verklaring dat het goed is. Wat zou een dergelijke verklaring moeten brengen? Hoe zal het fiscaal juridisch moeten worden geduid? Wanneer de Belastingdienst een dergelijke verklaring zou afgeven houdt dat dan in dat zij niet meer gebruik kan maken van haar wettelijke controle mogelijkheden? Belangrijk is dat het TCF in nauw overleg met de Belastingdienst wordt ontworpen en geïmplementeerd. Belangrijk is dat het geïmplementeerde TCF periodiek, bijvoorbeeld eenmaal per half jaar, goed wordt getoetst en dat de wijze van toetsen en de uitkomst van die toets met de Belastingdienst wordt gecommuniceerd. Als dat het geval is heeft de onderneming gedaan wat het moest doen en kan de Belastingdienst niet plotseling “vervelend” gaan doen. Door het op deze wijze te structureren kan de belastingdienst voor de vennootschapsbelasting er niet vanuit gaan dat ze plotseling een zogenoemd “nieuw feit” tot navordering hebben. Ze waren immers nauw betrokken wij het ontwerpen en implementeren van het TCF. Dat geldt uiteraard ook voor de loonbelasting en omzetbelasting, met dien verstande dat voor deze middelen natuurlijk een beroep moet worden gedaan op het leerstuk van “het opgewekte vertrouwen”. Een zogenoemde “in‐control verklaring” zal er naar onze mening ook nooit komen. Zeker niet als we bezien dat het TCF geen statisch, maar een dynamisch gebeuren zal dienen te zijn. Telkens als in de administratieve organisatie van de onderneming of de wetgeving zich wijzigingen voordoen zal moeten worden beoordeeld of en in hoeverre dat invloed heeft op het TCF. Daarbij komt dat de Belastingdienst onder geen voorwaarde zal afzien van de haar ter beschikking staande wettelijke middelen. Het pleiten voor een “in‐control verklaring” is derhalve een beetje onzinnig. Dynamisch gebeuren en standaard oplossingen Er zijn adviseurs die bij ondernemingen aangeven dat zij voor het ontwikkelen en implementeren van een TCF standaard oplossingen hebben. Daarbij wordt vaak gewezen op een stapel papier of een ontwikkeld software programma. Standaard oplossingen kunnen voor standaard problemen of standaard situaties uiteraard goed worden ingezet, maar het TCF op zich is een dynamisch gebeuren en sterk afhankelijk van de (administratieve) organisatie van de betreffende onderneming.
7
Elke onderneming heeft zijn administratieve organisatie anders ingericht en elke onderneming heeft daarvoor andere administratieve en financiële procedures en stromen ontwikkeld en aangewezen. Hoe wil men dat binnen een standaard oplossing vangen? Natuurlijk moet je zaken die telkens op dezelfde wijze worden afgehandeld standaard behandelen. Het controleren of een paspoort echt is zal altijd op dezelfde wijze dienen te gebeuren. Alleen de functionaris die dat zal doen en de functionaris die voor de uitkomst verantwoordelijk is zullen vaak verschillen. Een dergelijke paspoortcontrole kan door HRM, maar even zo goed door de salarisadministratie of een geheel andere afdeling worden gedaan. Concluderend moet daarom tot de slotsom worden gekomen dat binnen een dynamische omgeving, welke periodiek moet worden getoetst er slechts een beperkte ruimte is voor standaard oplossingen. Daarbij zal de onderneming zich er bewust van moeten zijn dat bij een wijziging in de administratieve organisatie en / of de fiscale wetgeving ook de standaard oplossing en zelfs het TCF opnieuw zal moeten worden beoordeeld. Geautomatiseerde systemen Binnen het TCF zullen er een aantal zaken telkens op dezelfde wijze moeten worden afgehandeld. Dit soort telkens voorkomende procedures, zie het bijvoorbeeld het hierboven genoemde “controleren van het paspoort”, kunnen uiteraard worden geautomatiseerd. Het is zelfs wenselijk dat het geautomatiseerd wordt, omdat de onderneming daarmee waarborgt dat de uitkomt telkens opnieuw gelijk zal zijn. Het zal overigens duidelijk zijn dat deze geautomatiseerde stukjes van het TCF slechts een onderdeel zijn van het gehele dynamische TCF. Taxcellent Belastingadviseurs Taxcellent Belastingadviseurs is een jong en enthousiast kantoor dat zich met name toelegt op het opzetten van het Horizontaal Toezicht bij middelgrote ondernemingen. De leiding van het kantoor bestaat uit mr C.M. Heerooms en mr W. Schutte. Beide heren zijn hun carrière begonnen bij de Belastingdienst en hebben daarna de overstap gemaakt naar het bedrijfsleven. Daar hebben zij bij diverse grote internationale belastingadvieskantoren gewerkt. Cees Heerooms is gespecialiseerd in de loonheffing en Willem Schutte zijn specialisatie is de omzetbelasting. Beide heren hebben al een carrière van ruim 25 jaar achter zich en zijn gepokt en gemazeld in de fiscale wereld. Voor het TCF en de vraagstukken betreffende de (internationale) vennoot‐ schapsbelasting werkt Taxcellent Belastingadviseurs samen met mr. J. P. Linders van Greenberg Traurig in Amsterdam. Ook John Linders is een door de wol geverfde belastingadviseur. John zijn fiscale carrière is eveneens ruim 25 jaar geleden begonnen. John is werkzaam op het terrein van de vennootschapsbelasting en meer speciaal op het terrein van de internationale vennootschapsbelasting.
8
Mocht u geïnteresseerd zijn in een nader gesprek dan kunt u ons bereiken op de volgende mobiele telefoonnummers en e‐mailadressen: Cees Heerooms Mobiele telefoon: +31 6 54 958 666 E‐mailadres:
[email protected] Willem Schutte Mobiele telefoon: +31 6 53 60 10 34 E‐mailadres:
[email protected] John Linders Mobiele telefoon: +31 6 11 56 47 00 E‐mailadres:
[email protected]