Rapport
Upgrade Horizontaal Toezicht - HT 2.0
Verbetervoorstellen HT
door Young Professionals van VLB en van de Belastingdienst gezamenlijk
HT 2.0
versie 13 oktober 2015
1
Inleiding Horizontaal toezicht is en blijft een interessant instrument. Dit geldt zowel voor de markt van fiscaal dienstverleners en ondernemers in het Midden- en Kleinbedrijf, als voor de Belastingdienst. De uitgangspunten bij HT zijn inmiddels breed bekend: 1. Zekerheid vooraf in plaats van controles achteraf. De ondernemer krijgt ‘nachtrust’ over zijn fiscale verplichtingen: zekerheid en snellere zekerheid. 2. Passend bij het tijdsgewricht waarin overheid en burger een meer gelijkwaardige relatie hebben 1. 3. Wantrouwen inwisselen voor vertrouwen. 4. Relatieverbetering; de één op één relatie verbetert de communicatie tussen FD’s en de BD. 5. Duidelijker verdeling van de verantwoordelijkheden. 6. Aanvaardbare aangiften tegen zo laag mogelijke kosten. 7. Maximaal profiteren van het werk dat al is gedaan door de FD omdat het maatschappelijk onaanvaardbaar is dat de BD werk, dat de FD heeft gedaan, opnieuw gaat doen. Belangrijk aspect voor de markt is dat HT de vrije keuze is van de ondernemer. Verminderde groei HT – Waarom? Horizontaal toezicht is ingevoerd in 2005 en bleek te voorzien in een behoefte. Op dit moment zijn er 107.000 MKB ondernemingen2 (een kleine 140.000 RSIN/finummers) aangesloten bij HT. Kwantitatief is er nog steeds sprake van groei, maar het tempo neemt af. Tegelijkertijd hebben zowel marktpartijen als de BD behoefte het concept van HT te verbeteren en zien ze kansen daartoe.
HT past in de investeringsagenda De investeringsagenda van de Belastingdienst vraagt om dejuridisering en defiscalisering. En om preventieve strategieën, want die leveren meer op dan controle en repressie en ze doen minder pijn. HT past daar naar zijn aard uitstekend in. Het is een belangrijk instrument om de belastingopbrengsten te optimaliseren tegen geringere maatschappelijke kosten.
Nu we enkele jaren verder zijn is de markt is nog lang niet verzadigd en toch stagneert de groei. We onderzochten hoe dat kwam en de antwoorden stellen ons niet gerust: Ondernemers in MKB hebben het gevoel dat het toezicht onder HT niet afneemt, maar juist toeneemt. Bovendien merken zij te weinig verschil met het oude, verticale toezicht. FD’s vinden dat het beloofde aangepaste (‘verminderde’) toezicht, onvoldoende wordt waargemaakt. De Belastingdienst stuurt nog regelmatig vragenbrieven over de aangiften van HT-ondernemers. FD’s signaleren ook dat de Belastingdienst het HT-proces onvoldoende stuurt en niet congruent uitvoert. Er zijn duidelijk regionale verschillen in de interpretatie en aanpak van het HT. De Belastingdienst moet HT strakker aansturen. De Belastingdienst heeft zelf ook vragen over de interne aansturing en regie van HT. Ook ervaart de Belastingdienst stilstand bij de inhoudelijke ontwikkeling en stagnatie op de kwantitatieve ontwikkeling.
1 2
Zie ook Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid; De toekomst van de Nationale Rechtsstaat; 2002. Bron, Performanceoverzicht MKB juni 2015.
HT 2.0
versie 13 oktober 2015
2
Adviesverzoek aan Young Professionals Deze signalen waren de reden om een groep Young Professionals van de Vereniging van Accountants- en Belastingadviesbureaus (VLB) en van de Belastingdienst te vragen gezamenlijk advies te geven: hoe krijgt Horizontaal Toezicht (HT) inhoudelijk meer elan? De Young Pro’s (zes afgevaardigden vanuit de VLB en zes van de Belastingdienst) zijn hiervoor twee volle dagdelen bij elkaar geweest. Brainstorm, concretisering, prioriteitsstelling…. In dit rapport zijn hun ideeën en adviezen verzameld. Young Pro’s: meer kwaliteit, nieuw elan HT De Young Pro’s richten zich nadrukkelijk op de inhoudelijke kwaliteitsslag en de strategische aspecten van HT, respectievelijk de toegevoegde waarde van HT voor het MKB. De kwaliteit van het HT is het uitgangspunt. Dat laat onverlet dat de Young Pro’s van mening zijn dat een kwantitatieve groei van HT wenselijk en noodzakelijk is.
HT als merk en beeld Eén aanbeveling nemen we hier direct over. Dit is de laatste keer dat we de volledige term ‘horizontaal toezicht’ gebruiken. Vanaf nu spreken we over HT (als merk en beeld). Dit past in de nieuwe positionering van HT, die in dit rapport wordt beschreven.
De uitkomst van de brainstorm en analyse is een aantal samenhangende adviezen die vooral gestoeld zijn op: • het inhoudelijk herpositioneren (HT binnen het veld van maatschappelijk verantwoord ondernemen); • nadere inhoudelijke uitwerking van uitvoeringsaspecten; • co-creatie van markt en BD en centrale regie binnen de BD.
HT 2.0
versie 13 oktober 2015
3
De voorstellen van de Young Pro’s De markt van FD’s en de Belastingdienst zijn het erover eens dat HT inhoudelijk in een programma moet worden doorontwikkeld. Hiertoe doen de Young Professionals van fiscale dienstverleners en Belastingdienst de volgende voorstellen. Uiteraard zijn zij bereid aan alle partijen toelichting te geven. Dit zijn de voorstellen: Herpositioneer HT zo, dat het past in het verdienmodel van de FD’s Knelpunt: HT heeft onvoldoende ‘smoel’. 1. Frame HT als een bewuste keuze en van deze tijd. 2. Waardeer HT op van een alternatieve toezichtvariant naar een bewuste keuze in de bedrijfsuitoefening door het een plek te geven op de prestatieladder maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). 3. HT biedt daarmee exclusiviteit en onderscheidend vermogen; informeel is het HTconvenant een kwaliteitskenmerk, waarvan de FD gebruik kan maken. 4. Ontwikkel een gezamenlijke marktstrategie (bijvoorbeeld pull strategie). Hierbij kunnen ook andere partijen een rol spelen, zoals VNO/NCW en MKB-Nederland (HT als norm voor de leden). 5. Maak gebruik van nieuwe interactiemethoden, conform de investeringsagenda3 van staatssecretaris Wiebes. Benader geselecteerde ondernemers vanuit (bijvoorbeeld) het eigen portal actief met de mogelijkheid van HT. Geef hierbij aan welke HT-FD’s er in de regio van de ondernemer actief zijn. Vergroot de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid van HT Knelpunt: vaak ervaren FD en de aangesloten ondernemers een hogere toezichtlast in plaats van een verminderde toezichtlast. Dit bemoeilijkt de doorgroei van HT. Daarnaast is er veel verschil in de uitvoering van HT. 1. De aard en snelheid van vooroverleg verschilt per kantoor en per inspecteur. Schakel dit gelijk naar de snelle variant. 2. De afspraken voorvloeiend uit het convenant worden niet altijd nagekomen. Zo ontvangen ondernemers nog regelmatig vragenbrieven. 3. Houding en gedrag van elke HT -inspecteur moet corresponderen met samenwerkingsgezindheid, transparantie en vertrouwen. Dat geldt m.m. voor de adviseurs die werkzaam zijn voor kantoor(organisaties) die een convenant hebben afgesloten. 4. Het is een taak van de Belastingdienst om de regionale verschillen in de uitvoering te verkleinen. De toepassing van HT en de ontwikkeling ervan in normen en criteria krijgt vorm door een centrale sturing en regie. Hierdoor krijgt HT bovendien een positievere toon. Een duidelijk, organisatiebreed eenduidig geluid over HT bevordert de kwaliteit ervan. Het versterkt het vertrouwen van FD’s en ondernemers in het HT, wat de participatie bevordert. 5. De geconstateerde verschillen in de uitvoering zijn niet louter regionaal bepaald. Er is ook een cultuuraspect bij de Belastingdienst. De manier waarop de individuele inspecteurs hun werk doen en de FD benaderen, varieert. Dat heeft te maken met kennis van de koers in het toezicht van de Belastingdienst en de achtergrond van de betreffende
3
Investeringsagenda Belastingdienst, brief aan Tweede Kamer van 20 mei 2015, DGB/2015/2173 U
HT 2.0
versie 13 oktober 2015
4
6.
7.
8.
9.
medewerker. Bij de FD’s doet zich min of meer hetzelfde voor. Bij een FD-kantoor en bij de Belastingdienst wordt een medewerker of ‘van HT’ of ‘van VT’. Versterk het vertrouwen in HT door introductie van een entreetoets voor HTdeelname, zowel voor de FD- en Belastingdienstmedewerker als voor de ondernemer die wil deelnemen. Door de steekproef ondernemingen (SO) in het kader van metatoezicht ervaren de ondernemer en FD het HT eerder als een verzwaring van het toezicht. Bij HT past een onderzoek naar opzet, bestaan en werking van het kwaliteitssysteem van de FD beter dan een informatiegericht onderzoek. Metatoezicht voelt voor veel ondernemers als een inbreuk op het ‘verminderde toezicht’, zoals dat wordt verwoord in de leidraad. De leidraad schept hier verkeerde verwachtingen. De nieuwe leidraad kan beter de term ‘aangepast toezicht’ hanteren dan het huidige ‘verminderd toezicht’. Vervolgens kan de leidraad beschrijven wat dat aangepast toezicht precies inhoudt. Metatoezicht moet een coproductie zijn tussen enerzijds de koepels/ beroepsorganisaties/grote FD’s en anderzijds de Belastingdienst.
Vooroverleg en overige service Knelpunt: De manier waarop nu met het vooroverleg wordt omgegaan, versterkt het gevoel dat de HT-klant in een slechtere positie komt. 1. Het vooroverleg kan een positieve stimulans krijgen door een grens of drempel in te bouwen voor wat er wel en wat er niet moet worden voorgelegd. Het gaat dan om kwantitatieve normen voor vooroverleg, naast de al bestaande kwalitatieve norm. Een normering voor vooroverleg komt tegemoet aan het bezwaar dat (voor alle partijen) de werkbelasting en daarmee de kosten toenemen. Mogelijk kan dit vastgelegd worden in het Besluit Fiscaal Bestuursrecht of de Richtlijn vooroverleg. 2. Stel kwantitatieve normen in of procedure-afspraken (zoals collegiale toetsing binnen een kantoororganisatie of binnen de koepels). 3. Concentreer of centraliseer de uitvoering van HT. Hierdoor ontstaat betere beheersing, permanente afstemming en eenheid van beleid en uitvoering. 4. Het vooroverleg kan efficiënter als FD’s en Belastingdienst weten wat er landelijk speelt. Voorstel is om een toegankelijke FAQ-base Vooroverleg bij de Belastingdienst op te bouwen met eerder afgehandeld vooroverleg. 5. Detecteer probleemgebieden in de fiscaliteit en in de fiscale processen waarvan zowel fiscaal dienstverlener als Belastingdienst last hebben en werk oplossingen uit. Dit kan het beste in aparte themasessies. 6. Defiscalisering kan bijdragen aan het verminderen van vooroverleg. 7. Voor HT is bovendien meer snelheid in vooroverleg gewenst (normering/ inspanningsverplichting). De ervaringen met de snelheid waarmee beslissingen in vooroverleg worden genomen zijn sterk wisselend. HT wordt voor ondernemers aantrekkelijker als er een garantie voor een beantwoordingstermijn komt. 8. De servicelevels zouden net als de normen voor het vooroverleg, gemeenschappelijk gedefinieerd moeten worden. Helder communiceren over wat het werk is van de inspecteur en van de adviseur. Processen en spelregels moeten in de leidraad worden vastgelegd voor het verwachtingspatroon en de efficiency. Duidelijkere afspraken kunnen beter worden nagekomen. Het niet duidelijk vastleggen van deze afspraken zien we als een risico voor de toekomst van HT. Ontbreken van duidelijke afspraken over de servicelevels in HT kan op termijn het einde van HT betekenen. Het staat tenminste een verdere groei in de weg omdat hiermee de voordelen onvoldoende duidelijk zijn. HT 2.0
versie 13 oktober 2015
5
Certificeer HT Knelpunt: onduidelijkheid over de status van HT. De (koepels van) FD’s willen naast kwaliteit ook meer eenduidigheid. Daarbij denkt men aan certificeren. De Belastingdienst laat de koepels en beroepsorganisaties alle gelegenheid om gezamenlijk afspraken te maken over certificeren van organisaties, personen of processen. Het is aan de koepels om hier uitwerking aan te geven. Dit is geen HT-certificaat, omdat HT meer is dan alleen fiscale kwaliteit. Toch kan een certificaat wel een rol spelen bij het aanpassen van het toezicht en het toetreden tot HT. Tevens kan een certificaat voor andere organisaties (bijvoorbeeld banken) betekenis hebben. Versterk de Fiscale inhoud en materialiteit HT Knelpunt: Er is te weinig consensus over processen en definities. 1. Het is goed om de definities van zowel ‘kwaliteit’ als ‘aanvaardbare’ aangifte te herijken en te delen. 2. Detecteer deelgebieden in de fiscaliteit en de fiscale processen waar zowel FD als Belastingdienst last van hebben en werk daarvoor oplossingen uit. Vergroot het contrast tussen Horizontaal en Verticaal Toezicht Knelpunt: het verschil tussen horizontaal en verticaal toezicht lijkt te klein. 1. Naast versterking bij HT kan het verschil worden gezocht in versterking van verticaal toezicht (VT). De behoefte ontstaat doordat HT-ondernemers nu nog vaak een zwaardere controlelast ervaren. De huidige setting leidt mogelijk zelfs tot concurrentievervalsing. De gepercipieerde concurrentievervalsing kan de Belastingdienst wegnemen door strengere controles bij nietHT-belastingplichtigen. 2. Onderwerpen die in het vooroverleg HT worden ingebracht zouden moeten worden meegenomen in het verticale toezicht. Hierdoor neemt het in de markt ervaren voordeel van HT toe doordat de nadelen van VT toenemen. Tevens wordt voorkomen dat ondernemers die deelnemen aan HT onbedoeld in een nadeliger positie komen dan ondernemers die hieraan niet deelnemen. 3. Uitwerking van een verschil in het service-level tussen HT-ondernemers en niet HTondernemers zal de positie van HT goed kunnen versterken. Denkbaar is hierbij uit te gaan van de positieve informatie over de FD en de klant, en de convenantafspraken waaraan de FD en de klant zich hebben verbonden. Ten opzichte van andere FD’s en burgers zou daarmee sprake kunnen zijn van ongelijke monniken ongelijke kappen. 4. Door van de IB een aangiftebelasting te maken, wordt de zekerheid onder HT vergroot. Een mogelijkheid die tevens wordt genoemd is het verkleinen van de (wettelijke) voordelen van VT. Door het verminderen van de rechtsbescherming bij VT krijgt de zekerheid onder HT een grotere meerwaarde. Nu zijn er te veel ondernemers die niet deelnemen aan HT en geen vragenbrief of controle krijgen, en profiteren van de rechtsbescherming van de definitieve aanslag.
HT 2.0
versie 13 oktober 2015
6
Richt communicatie, dienstverlening en marktbewerking op HT Knelpunt: Het ontbreekt HT aan voldoende communicatie en marketing. 1. Onder het eerste verbetervoorstel (herpositioneren HT) kiezen we er als een van de belangrijkste aanbevelingen voor om HT te positioneren als een verschijningsvorm van goed ondernemerschap door aan te sluiten bij de prestatieladder MVO. Deze herpositionering is een belangrijke basis voor een communicatie- en marketingplan. Dit plan gebruiken we om de behoefte van de ondernemer om deel te nemen aan HT te stimuleren. Elementen die om uitwerking vragen zijn de inbreng van en aansluiting op inspiraties uit het bedrijfsleven. Als voorbeeld vanuit het bankwezen: enerzijds zijn ASN en TRIODOS ‘mooie’ partners, vanwege hun ideologische inslag. Anderzijds kan HT het bankwezen extra zekerheid bieden (HT-ondernemingen zijn gezond, dus kredietwaardiger). Dit is een mooi pluspunt voor HT-deelnemers. 2. Het aandachtsgebied communicatie & dienstverlening richt zich enerzijds op het contact tussen individuele FD en de Belastingdienst en anderzijds op de volledige markt van FD’s. Verbeter en intensiveer de informatiestroom naar de markt van HT-FD’s. 3. Handhavingscommunicatie: informeer HT-belastingplichtigen over de handhavingsaanpak en de toezichtsactiviteiten. FD’s die een HT-convenant hebben met de Belastingdienst zijn van deze activiteiten gevrijwaard, of krijgen die activiteiten in een vorm die beter past bij het HT. 4. Een ander voorstel is om FD-kantoren die sterk HT afwijzen te identificeren en op hen een specifieke toezichtstrategie te ontwikkelen. Het is belangrijk de benefits van HT beter in de markt te zetten in contrast met Verticaal Toezicht. Daarom geven we in de communicatie aandacht aan de aanpak en benadering van ‘niet-compliante FD’s’ (handhavingscommunicatie). 5. Maak HT zichtbaar in de markt: als Tax control-statement van de adviseur, met een Tax control-aangifte en een Tax control-aanslag. 6. Laat de Belastingdienst verwijzen naar de HT-FD’s in de directe omgeving. 7. Last but not least is het gewenst om HT-partners te binden aan het gedachtegoed van HT en aan elkaar. Maak daartoe op het Forum fiscaal dienstverleners of op www.belastingdienst.nl een aparte plek voor HT, exclusief voor HT-partners. En de afgesloten voordeur daarvan is vanzelfsprekend voor alle anderen zichtbaar…
HT 2.0
versie 13 oktober 2015
7
Young Professionals van VLB en van de Belastingdienst Dit rapport is tot stand gekomen dankzij de inzet van de volgende personen. Deelnemers Herma Brinkhuis (Countus) Nico van der Ende (Abab) Gerjan Hammer (Belastingdienst) Jonny Hilberink (Alfa) Leon van Kruiningen (Acconavm) Esther de Leeuw (Belastingdienst) Brenda Mays (Belastingdienst) Anneke Overmeer (Belastingdienst) Melanie van Pruijssen (Belastingdienst) Klaas Jan Sikkema (Flynth) Voorzitters en procesbegeleider Arne de Beer (Alfa) Jon Hornstra (Belastingdienst) Berthold Komduur (Belastingdienst)
HT 2.0
versie 13 oktober 2015
8