denken met de handen
afstudeerplan gabriël zitman academie van bouwkunst amsterdam 9 september 2011
inhoud
|
repareren
|
denken met de handen
programma
|
timmeracademie
scenario
|
kruisbestuiving
spelregels
|
uitgangspunten
locatie
|
een braakliggend terrein met oude loods
planning
|
werkwijze
|
commissie
|
bronnen
|
afbeeldingen
|
p.2
afstudeerplan gabriël zitman
academie van bouwkunst amsterdam
aanleiding thema
planning per blok
p.3
aanleiding
|
repareren Zo lang ik mij kan heugen, repareer ik. Maakt niet uit wat, als er maar iets kapot is of niet werkt zoals het zou moeten. Na enige tijd gaat dit repareren een eigen leven leiden. Wat mis is moet tot op de bodem worden uitgezocht. De eventueel te behalen winst (een werkende, maar ten dode opgeschreven naaimachine of cassetterecorder), lijkt in geen verhouding te staan tot de tijd die daarvoor nodig is. Toch kost het me nooit enige moeite deze te investeren. Eenmaal uitgerepareerd ga ik verder waar ik was gebleven, alsof de tijd heeft stilgestaan. Enig behaald resultaat is snel vergeten. Het genot onderweg des te minder. Het fijne aan de bezigheid van het repareren vind ik de afwezigheid van een traject tussen een gedachte en de daarbij behorende daad: wat je bedenkt, wordt terstond door je handen uitgevoerd en deze actie wordt gedurende dit proces geëvalueerd en zo nodig aangepast aan nieuw verworven inzichten. De grens tussen het bedenken en het uitvoeren is vaag, of beter, bestaat niet.
p.4
afstudeerplan gabriël zitman
academie van bouwkunst amsterdam
thema
|
denken met de handen Eenmaal aan de gang als student aan de academie en in de architectuurpraktijk, is mij duidelijk geworden dat bedenken en uitvoeren zelden zo nauw met elkaar verbonden zijn als hiervoor beschreven. De architect gaat over het esthetische en functionele ontwerp, de aannemer moet op tijd en tegen een overeengekomen prijs opleveren. Deze onderverdeling in het bouwproces ligt in principe niet voor de hand; van oudsher waren de ontwerper en de uitvoerder verenigd in één en dezelfde persoon, namelijk de architect/bouwmeester. Het is niet mijn bedoeling stelling te nemen tegen de slinkende rol van de architect of de groeiende macht van de aannemer, ik ben op zoek naar een manier om te ontwerpen zoals ik gewend ben te repareren, door denken en maken en maken en denken in elkaar te laten vloeien. Ik zie de uitvoering hierbij niet als een lastige bijkomstigheid in het bouwproces die zover mogelijk moet worden vooruitgeschoven, maar juist als een belangrijke inspiratiebron voor het ontwerp. [1] Elk materiaal en elke bouwwijze heeft unieke esthetische en technische kenmerken. Wanneer er tijdens het ontwerpen van een bouwwerk geen acht op deze kenmerken wordt geslagen, kan het gebeuren dat het architectonisch ontwerp en de realiteit van het maken met elkaar in conflict komen, waardoor er tijdens de uitwerking en uitvoering vooral bouwkundige problemen moeten worden opgelost om een bepaald esthetisch beeld te bereiken. In plaats van het denken en het maken met elkaar in conflict te laten komen, wil ik de ontwerp- en de uitvoeringskant met elkaar laten versmelten. Het is hierbij van belang tegelijkertijd op verschillende schaal- en abstractieniveaus zaken als functie, esthetiek en techniek te onderzoeken en met elkaar in overeenstemming te brengen. Om dit te bereiken, wil ik me vanaf het begin van mijn project verdiepen in maakmethoden en zal ik door middel van maquettes, experimenten en modellen mijn ontwerp laten groeien. Mijn afstudeerproject staat in het teken van het laten samenvloeien van ‘het maken’ en ‘het denken’, vandaar mijn titel: denken met de handen Denken met de handen klinkt als een instructie voor mezelf en in zekere zin is dat het ook (als een knoop in mijn zakdoek die mij er aan moet herinneren waar ik de meeste voldoening uit haal). Maar het is tevens een uitgangspunt voor de keuze van het programma.
p.6
afstudeerplan gabriël zitman
academie van bouwkunst amsterdam
programma
|
timmeracademie In mijn gebouw draait alles om vakmanschap in de betekenis van Richard Sennett: “de duurzame, basale menselijke drijfveer, het verlangen om goed werk uit te voeren omwille van het werk zelf.” [2] In de huidige tijd van goedkope spullen in overvloed, vierkante kilometers leegstaande kantoorruimte en gedwongen flexibiliteit van werknemers, staat dit vakmanschap onder druk, er lijken steeds minder mensen bereid te zijn een ‘echt vak’ te leren. Het gebouw dat ik voor ogen heb, is voor hen die hiertoe wel bereid zijn, een gebouw voor timmerlieden. Deze timmeracademie biedt plaats aan de volgende groepen timmerlieden: - beginners/scholieren - amateurs/geïnteresseerden - gevorderden/professionals - voormalig professionals
De dynamiek van het programma zit in de aanwezigheid van mensen van een divers pluimage, die een passie voor timmeren met elkaar delen, die trots zijn op hun werk en die hun ervaring willen doorgeven aan jongere generaties. Functioneel ga ik voorlopig uit van de volgende onderdelen: - werkplaatsen - instructieruimten - bibliotheek - kantoren - opslagruimten - expositieruimte - ontspanningsruimte - schaftruimte - timmerlab - gereedschapsuitleen/doe het zelf buurtwerkplaats oppervlakte totaal ca. 5.000 m2 BVO p.8
afstudeerplan gabriël zitman
academie van bouwkunst amsterdam
scenario
|
kruisbestuiving In de huidige tijd waarin er steeds meer nadruk op herbestemming van bestaand vastgoed ligt, in plaats van de vanzelfsprekende nieuwbouw waaraan we eind vorige eeuw gewend zijn geraakt, vraag ik mij af of de timmeracademie via een traditioneel bouwproces tot stand moet komen. Met traditioneel bedoel ik het verwerven van een geschikt kavel door een ontwikkelaar, die een aannemer nieuwbouw laat plegen en die een gebruiker zoekt om het gebouw aan te verkopen of verhuren. Dit traditionele principe en het gekozen programma van timmeracademie stroken mijns inziens niet met elkaar: welke commerciële ontwikkelaar zou vandaag de dag een dergelijk gebouw met een dergelijk programma willen ontwikkelen en waarom zouden de bezielde vakmensen die het gebouw gaan bewonen, niet zelf in staat zijn de bouw (of in ieder geval een groot deel daarvan) op zich te nemen? Ik vind dat de timmeracademie op een andere manier van de grond moet komen en stel mij de bouw van de timmeracademie als volgt voor: Ongeacht de individuele achtergronden, ervaring en kennis, delen de genoemde doelgroepen de passie voor het timmervak. Dat is wat ze bindt. De timmerlieden hebben baat bij een timmeracademie, dit is de plek waar ze hun vak kunnen beoefenen en uitdragen. De bouwwereld/houtindustrie heeft ook baat bij een goede plek voor goed opgeleide, gemotiveerde vakmensen en is in staat de timmerlieden beperkt te steunen met kapitaal (sponsoring, materieel, materiaal). De bouwwereld/houtindustrie geeft de timmerlieden het volgende in bruikleen: - een braakliggend terrein met daarop een oude loods - (gebruikte) machines, en schenkt: - (gebruikte) bouwmaterialen Onder voorwaarde dat de timmeracademie er komt en dat een substantieel deel van het programma gereserveerd is voor experimenteel onderzoek, innovatie, en expositie ten bate van de bouwwereld/houtindustrie.
p.10
Dit scenario betekent voor mijn afstuderen, dat de manier waarop gebouwd gaat worden van grote invloed zal zijn op mijn ontwerpproces. Bepaalde bouwwijzen worden bij voorbaat min of meer uitgesloten, andere moeten bij voorbaat al aan diepgravend onderzoek worden onderworpen. Dit alles om het denken en het maken met elkaar te vervlechten.
afstudeerplan gabriël zitman
academie van bouwkunst amsterdam
spelregels
|
uitgangspunten Op basis van het geschetste scenario stel ik hier een aantal uitgangspunten voor mezelf:
- de toekomstige gebruikers, de timmerlieden, nemen een zo groot mogelijk deel van de uitvoering voor hun rekening Werkzaamheden die niet tot hun expertise of mogelijkheden behoren, worden vóór of ná de timmerwerkzaamheden uitgevoerd. Ik wil hiermee bereiken dat alle facetten van het gebouw, dus ook de ‘lelijke’ (denk aan elektraen waterleidingtracées), esthetisch van invloed zijn en moeten worden ontworpen.
- alle materiaal wordt gebruikt naar zijn aard [3], niet zoals ze normaalgesproken worden gebruikt Verzet tegen of ontkennen van zogenaamd ongewenste materiaaleigenschappen (zoals het werken van hout) is zinloos en moet worden voorkomen. Het ontwerp moet deze eigenschappen omarmen in plaats van ze te bestrijden, ook al betekent dit dat men zal moeten bouwen zoals men het geleerd heeft niet te doen. Of, zoals Sigurd Lewerentz tegen zijn metaalwerker zei: “All I know is that you are not going to do it the way you normally do.” [4] - ruwbouw is afbouw Elk materiaal en elke bouwwijze heeft unieke esthetische en technische kenmerken. Het is niet de bedoeling deze te verbloemen of te verbergen. Het gebouw is een gebouw voor en door timmerlieden, dus verbindingen in het zicht en het gebouw is de handleiding voor het gebouw.
p.12
afstudeerplan gabriël zitman
academie van bouwkunst amsterdam
locatie
|
NDSM
een braakliggend terrein met oude loods Tussen het Overhoeks terrein en de NDSM-werf in Amsterdam-Noord bevindt zich het bedrijventerrein Buiksloterham. Het is een plek in het havengebied waar herontwikkeling anders verloopt dan elders in Amsterdam:
Bu
iks
lot
erh
am
“Nieuw is dat de gemeente hier geen uitgewerkt stedenbouwkundig plan maakt. Binnen een aantal spelregels biedt de gemeente veel ruimte aan particulier initiatief om tot invulling van het gebied te komen.” [5]
Aan de rand van bedrijventerrein Buiksloterham, Distelweg 70, bevindt zich een verlaten loods (voorheen Hollandse Beton Maatschappij) op een braakliggend terrein. Het terrein is ca. 250 bij 110 meter, de loods is ca. 90 bij 20 bij 8 meter. Het terrein is aan de noord- en oostzijde omringd door water, aan de westzijde bevindt zich een professionele bouwmarkt en aan de zuidzijde loopt de Distelweg. De centrale ligging, de toekomstplannen van de gemeente, de aanwezigheid van een oude loods en de mogelijkheden van het terrein maken deze locatie een zeer geschikte plaats voor de timmeracademie.
p.14
afstudeerplan gabriël zitman
academie van bouwkunst amsterdam
Overhoeks
planning
|
projectweek
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
afspraken academie inleveren afstudeerplan
09-09-2011
mentorengesprek
02-12-2011
planpresentatie afstudeersalon deadline T3
IP
23-09-2011
PP
MG
16-03-2012
AS
12-07-2012
T3
afspraken commissie commissiebijeenkomst afspraak mentor
max. 2 wekelijks
afspraak commissielid 2
ca. 5 maal
afspraak commissielid 1 afspraak extern
C1
C2
C3
C4
C3
C4
T3
ca. 5 maal
blok 1: concept onderzoek scenario, programma, locatie, constructies presenteren
7 wk
C1
blok 2: voorontwerp studie, experiment, ontwerp presenteren
7 wk
C2
blok 3: definitief ontwerp studie, experiment, ontwerp presenteren
2x7 wk
blok 4: uitwerken samenvatten en presentabel maken presenteren
kalenderweek
p.16
9 wk
T3 36
37
38
afstudeerplan gabriël zitman
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
academie van bouwkunst amsterdam
49
50
51
52
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
p.17
werkwijze
|
planning per blok blok 1: concept programma
commissie 7wk
scenario locatie
afronden en presenteren
1wk
blok 2: voorontwerp
7 wk
ontwerp experiment afronden en presenteren
1wk
blok 3: definitief ontwerp
7 wk
ontwerp experiment tussenpresentatie
1wk
blok 3: definitief ontwerp
7 wk
ontwerp experiment
afronden en presenteren
1wk
blok 4: uitwerken
9 wk
afronden
samenvatten
presentabel maken
afstudeerpresentatie
p.18
afstudeerplan gabriël zitman
1wk
ruimtelijk kwalitatief & kwantitatief pve vlekkenplan, ruimtelijke relaties
inventarisatie beschikbare bouwmaterialen en technieken, terrein, loods uitwerken principe kruisbestuiving sponsoren/ gebruikers situatiemaquette, massamodellen onderdelen samenbrengen en conclusies voor volgende fase trekken
op basis van conclusies en opmerkingen C1 ruimtelijk onderzoek gelijk op laten gaan met experiment. uitvoeringsplan is integraal onderdeel ontwerp technisch onderzoek naar bouwmethoden, onderdelen zoals draagconstructie, dak, vloer, gevel, binnenwanden, specifieke onderdelen, onderlinge verbindingen d.m.v. maquettes onderdelen samenbrengen en conclusies voor volgende fase trekken
problemen uit voorontwerp en C2 identificeren en bepalen hoe deze te elimineren, experimenten hierop inrichten uitbreiden onderzoek met materiaaltoepassingen: gebruik van gerecycled hout, gelamineerd hout, verschillende verduurzamingen tussenstand opmaken richting C4
ruimtelijk ontwerp verrijken: materialisatie, constructie, installatietechniek, uitvoering, experimenten hierop inrichten zie ontwerp
onderdelen samenbrengen en conclusies voor volgende fase trekken
|
C1
C2
C3
C4
Chris Scheen (mentor)
[email protected] Ira Koers
[email protected] Haiko Meijer
[email protected]
bronnen |
[1] “tussen denken en maken”, Jan Peter Wingender, De Architect 2007-01, p38-p43 [2] “de ambachtsman; de mens als maker”, Richard Sennett, 2008 [3] “Wood Works Onix”, Hilde de Haan, 2009, p230 regel 5 [4] “De gewijde gebouwen en de gewijde plaatsen”, Colin St John Wilson, OASE 45-46, p66 [5] http://www.noordwaarts.nl/projecten/buiksloterham/buiksloterham/
afbeeldingen |
p 5: p 7: p 9: p 11: p 13: p 15:
Gereedschap in houtwerkplaats St. Marks kerk, Stockholm, Sigurd Lewerentz, 1956-1964 Serpentine pavillion in aanbouw, Londen, Peter Zumthor, 2011 Loods in Amsterdam, ca. 1925, Distelweg St. Petri kerk, Klippan, Sigurd Lewerentz, 1962-1966 Situatie Distelweg 70
geïdentificeerde problemen uit de weg ruimen
reflectie op gebundelde experimenten en ontwerpproces 2d/3d tekenen, presentatiemaquette, panelen
academie van bouwkunst amsterdam
T3
p.19
gabriël zitman hogendijk 63 1506ad zaandam
[email protected] 06 16 61 41 79