DEMO
oo r
co
Aangeboden door :
Comfortabel, milieubewust en veilig wonen.
m m
D
em
on s
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Gebruikshandleiding Woninginstallaties
N
ie tv
Uw brancheorganisatie biedt u deze demo versie aan. Mochten de beschikbare teksten onvoldoende zijn dan kunt u uitbreiding aanvragen.
Voor vragen kunt u contact op nemen met de projectleider Roelof Timmer. Bij voorkeur per e-mail:
[email protected] Of 06-20135772
En zo zijn er 4 vakken waar u ook 4 verschillende bedrijven kunt tonen.
Bijvoorbeeld: E-, W-, S- of K-installateur NAW- gegevens en logo
er rs ie ci ee lg eb ru ik
tra tie ve
Welkom in uw nieuwe woning! Deze woning is voorzien van een elektrische installatie, een verwarmingssysteem, eventueel aangevuld met een gasinstallatie en/of een mechanisch ventilatiesysteem. Deze Gebruikshandleiding Woninginstallaties geeft u extra aanvullende informatie over een goed, veilig en comfortabel gebruik van de installaties in uw woning. Elk apparaat in uw woning heeft een eigen gebruiksaanwijzing, aangeleverd door de fabrikant. Lees deze documenten altijd goed door voordat u iets met het apparaat doet.
m m
oo r ie tv N
Waar mogelijk zijn handige tips toegevoegd voor dagelijks gebruik of voor toekomstige aanpassingen bij verbouwing en renovatie. Deze handleiding helpt u schade en extra kosten te voorkomen en wordt u aangeboden door uw UNETO-VNI erkende installateur. Colofon Deze gebruikshandleiding is een initiatief van UNETO-VNI, de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en technische detailhandel en is tot stand gekomen in samenwerking met: • TVVL - beroepsvereniging van personen, werkzaam in de installatietechniek. • ISSO - kennisinstituut van de installatiesector. • VLA - vereniging van fabrikanten van luchttechnische apparatuur. • AEDES - branchevereniging van Woningbouwcorporaties. • GIW - Garantie Instituut Woningbouw. • Stichting VACpunt Wonen - kennis- en adviescentrum voor de gebruikskwaliteit van woning en woonomgeving. • Consument en Veiligheid - werkt aan het verbeteren van de veiligheid in onze leefomgeving.
co
D
em
on s
Voorwoord
Disclaimer Wij hebben er alles aan gedaan om te verzekeren dat de informatie in deze handleiding correct en actueel is. Aan de informatie kunnen echter geen rechten worden ontleend. UNETO-VNI aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor enige schade die direct of indirect ontstaat als gevolg van het gebruik van deze handleiding of als gevolg van de in de handleiding gepubliceerde informatie. De handleiding kan verwijzingen naar websites van derden bevatten, die niet onder het beheer van UNETO-VNI vallen. De verwijzingen impliceren geen goedkeuring van UNETO-VNI met betrekking tot de inhoud van die websites.
Inhoudspagina
Algemeen Inleiding......................................................................................................................................... 4 Is uw woning kort geleden voltooid of verbouwd?............................................................................. 4 Het onderhoud in één oogopslag..................................................................................................... 6 Brandveiligheid.............................................................................................................................. 6 De meterruimte (meterkast)............................................................................................................. 10
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Uw verwarmingsinstallatie Algemene inleiding......................................................................................................................... 12 Radiatoren en convectoren.............................................................................................................. 17 De regeling van uw verwarming........................................................................................................ 19 Thermostatische radiator- of convectorkranen.................................................................................. 21
tra tie ve
De warm- en koudwatervoorziening Hoe ga ik om met het leidingwater (koud en warm kraanwater)......................................................... 23 Hoe ga ik om met het sanitair?......................................................................................................... 28 Uw koelinstallatie Hoe ga ik om met koelen van mijn huis?........................................................................................... 30 Uw ventilatiesysteem Ventilatie, waarom en hoe ?............................................................................................................. 31 Hoe werkt uw ventilatiesysteem?..................................................................................................... 34 Uw afzuigkap in de keuken.............................................................................................................. 40
on s
Uw gasinstallatie Hoe ga ik om met gas?..................................................................................................................... 42
m m
Uw ICT-, beeld- en geluidinstallatie Centrale antenne, beeld en geluid................................................................................................... 50 Computernetwerk............................................................................................................................ 50 Huisautomatisering......................................................................................................................... 51 Uw beveiligingsinstallatie................................................................................................................ 51
co
D
em
Uw elektrische installatie Hoe ga ik om met elektra?................................................................................................................ 44 Elektrisch koken.............................................................................................................................. 49
N
ie tv
oo r
Bijlage Materiaalstaat................................................................................................................................. 54 Onderhoudsmatrix.......................................................................................................................... 55
3
Algemeen Inleiding U woont met meer plezier in uw woning als u de installaties in uw woning goed gebruikt. Het comfort en de veiligheid nemen toe en het energie- en waterverbruik is efficiënter. Deze handleiding helpt u hierbij.
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Een samenvatting van deze handleiding vindt u ook op de kaart die in de meterruimte is aangebracht.
m m
De handleiding In de handleiding komt aan de orde: • welk onderhoud u zelf kunt uitvoeren en welk onderhoud u moet laten uitvoeren; • wat u bij een storing moet doen; • hoe u de installaties kunt bedienen; • hoe de verschillende installaties werken; • waar u met vragen terecht kan. Ook leest u tips over comfortabel, energiezuinig en gezond wonen. In de handleiding (bijlage) is bovendien informatie opgenomen over de toegepaste materialen. Belangrijke informatie voor nieuwe en verbouwde woningen! Dit hoofdstuk van de handleiding gaat in op wat u moet doen in een woning die kort geleden is opgeleverd. Lees dit voor u het huis gaat inrichten om (ernstige) schade bij de inrichtingswerkzaamheden te voorkomen! Een deel van de aanwijzingen is ook nuttig bij het inrichten van een al wat oudere woning.
ie tv
oo r
co
D
em
on s
voorbeeld meterkastkaart
Fabriekshandleidingen apparaten Fabrikanten van apparatuur maken meestal zelf handleidingen voor de diverse apparaten. Deze krijgt u, als het goed is, bij het apparaat geleverd of zijn in de vorm van een informatiesticker op het apparaat aangebracht. Deze handleidingen zijn opgeborgen bij de apparaten.
Is uw woning kort geleden voltooid of verbouwd? Gefeliciteerd met uw nieuwe woning !!!
N
Dit hoofdstuk biedt u als nieuwe bewoner specifieke informatie over de woninginstallaties, met name voor het gebruik tijdens de eerste maanden. Opmerking: deze informatie is ook elders in deze gebruikshandleiding opgenomen, maar dan verspreid over de desbetreffende installaties.
4
Waarschuwing: Wees voorzichtig met boren! Boor of spijker nergens in de vloeren. In de vloer lopen allerlei leidingen. Beschadiging ervan kan onder andere leiden tot lekkage.Wees ook voorzichtig met boren en spijkeren in de muren in de buurt van sanitair of bij wandverwarming.
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Let op: De detectoren voor metalen leidingen reageren niet bij kunststof leidingen. Dit kunnen waterleidingen zijn, maar zeker voorzieningen als stopcontacten hebben altijd leidingen in de wand.
on s
Een voorbeeld van leidingen in de wand. Reken er niet op dat de leidingen altijd (strak) verticaal aangebracht zijn. Soms zijn er horizontale verbindingen!
m m
co
D
em
Bouwvocht Bij de ingebruikname van uw woning is de kans groot dat er nog veel bouwvocht in de diverse constructies aanwezig is. De hoeveelheid vocht hangt onder andere af van de gebruikte materialen en constructiemethoden. Zo zit er in ter plaatse gestort beton, dekvloeren en metselwerk relatief veel vocht. Het kan wel een jaar duren voordat al dat vocht verdwenen is!Ventileer daarom het eerste halve jaar extra veel. Gebruik regelmatig de hoogste stand van het ventilatiesysteem en zet, als u thuis bent, ramen goed open. Zet dichte kasten en andere meubels dit eerste halve jaar nog niet tegen wanden, maar enkele centimeters er vanaf. Dan kan in de tussenruimte lucht circuleren en vocht verdampen. Laat aanrechtkastjes op een kiertje staan.
oo r
Een nieuwe woning gebruikt het eerste jaar duidelijk meer energie voor het verdampen en afvoeren van het bouwvocht dan de jaren daarna als het bouwvocht weg is. Onthoud dit bij het bekijken van uw energierekening na het eerste jaar.
ie tv
Verwarm desgewenst ook extra, maar pas op bij vloer- en wandverwarming (indien aanwezig). Bij gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning (wtw) Is uw woning net opgeleverd of heeft u net verbouwd? Dan kan er veel stof in de woning zitten. Reinig de filters in de wtw-unit dan de eerste weken vaker, bijvoorbeeld eens per twee weken. Volg daarna de handleiding van de fabrikant.
N
Kranen doorspoelen Zet de eerste 2 à 3 maanden elke ochtend de kranen een paar minuten open. Zo worden de leidingen doorgespoeld en kunt u daarna het water onbezorgd drinken. Nieuwe kranen geven in de eerste periode van gebruik namelijk metalen af. Dat geldt ook voor sommige onderdelen van nieuwe leidingen. In die leidingen kunnen bovendien nog lichte verontreinigingen aanwezig zijn. Overigens is het hele waterleidingstelsel voor oplevering door de installateur ook al goed gespoeld. Dit om eventuele verontreinigingen te verwijderen die tijdens de bouw in de leidingen terecht zijn gekomen.
5
Warm kraanwater: controleer de watertemperatuur Controleer bij de ingebruikname van uw woning of de temperatuur van het douchewater minimaal zo’ n 60 °C kan worden. Is dat niet het geval, raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw warmwatertoestel om na te gaan of de temperatuur van het warme water hoger in te stellen is. Als u er niet uitkomt, bel dan uw W-installateur. Doe deze controle verder om de 1 à 2 jaar. De controle is van belang om besmetting door legionella te voorkomen.
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Werkzaamheden Sluit bij werkzaamheden aan gas of water altijd de hoofdkraan en eventuele tussenkranen van het gasnet of waterleiding af. Sluit bij werkzaamheden aan de elektra altijd de betreffende groep in de meterkast of (indien toegepast) op de (keuken)verdeler uit (zie bij Uw elektrische installatie).
tra tie ve
Uitbreiden / bijtrekken van de woning Wanneer u uw woning uitbreidt of anders indeelt dan het standaard ontwerp (bijvoorbeeld zolder, serre of garage), is het van groot belang dat het ventilatie- en verwarmingssysteem geschikt is voor deze indeling. Informeer van te voren naar de mogelijkheden van het aanbrengen van ventilatieroosters voor verse buitenlucht, de aansluiting op het afzuigsysteem en de capaciteit van de ventilatie-unit en verwarmingsinstallatie. Is deze capaciteit wel voldoende? Uw elektrische installatie moet wellicht aangepast worden als u extra stopcontacten en elektrische apparaten wilt plaatsen.
Wilt u ‘gezellige’ warmte in uw woning? En denkt u daarbij aan de aanschaf van een open haard, houtkachel of open inzethaard op gas?
m m
Vraag altijd advies aan uw installateur/verhuurder over het plaatsen hiervan. Dergelijke haarden en kachels zijn namelijk NIET te combineren met een mechanisch afzuigsysteem tenzij speciale maatregelen worden genomen. Zie verder bij uw ventilatiesysteem. Informeer bij een deskundige (aannemer, ontwikkelaar enz.) of de benodigde rookgasafvoer (‘ schoorsteen’ ) aangelegd kan worden; en zo ja, waar. Dit is van belang met het oog op de constructie van vloeren en op eventuele leidingen in de vloeren.
co
D
em
on s
Waarschuwing: let op bij open haard, houtkachel of open inzethaard op gas
ie tv
oo r
Het onderhoud in één oogopslag In de bijlage ‘onderhoudsmatrix’ vindt u in één oogopslag • welk onderhoud wanneer plaats moet vinden, • wat door uzelf uitgevoerd kan worden en • wanneer u een installateur moet inschakelen. Zie voor een toelichting bij desbetreffende installatieonderdelen in de genoemde paragrafen.
Brandveiligheid
N
Brandveiligheid is een belangrijke eigenschap binnen de woning. Uw installaties zijn natuurlijk zo ontworpen en uitgerust dat u veilig en gerust kunt wonen. Toch zijn er situaties die gevaarlijk zijn. In dit hoofdstuk worden twee belangrijke onderwerpen behandeld. Hoe u veilig kunt omgaan met installaties en belangrijke informatie over rookmelders die in uw woning zijn opgenomen. De Stichting Consument en Veiligheid heeft veel informatie beschikbaar over veilig wonen. Zie hiervoor de website www.veiligheid.nl. We hebben de belangrijkste informatie voor u samengevat:Ongelukken met gas en elektra in woningen komen gelukkig niet vaak voor in Nederland. Maar als het mis gaat, zijn de gevolgen wel groot. Koolmonoxidevergiftiging, brand, elektrocutie of een gasexplosie; u wilt het gewoon niet riskeren. De belangrijkste oorzaken zijn achterstallig onderhoud, ondeskundig doe-het-zelven en slechte ventilatie.
6
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Wat kunt u zelf doen om het gevaar te minimaliseren: • Houd alles stofvrij. Een keer per week de filters van uw mechanische ventilatiesysteem stofzuigen bijvoorbeeld. • Gebruik gas- en elektriciteitsleidingen niet om dingen aan op te hangen. • Zorg dat kruipruimtes altijd toegankelijk blijven zodat in noodsituaties, zoals een gaslek, de leidingen makkelijk bereikbaar zijn. • Naast explosiegevaar bestaat ook het gevaar van koolmonoxidevergiftiging. Goede ventilatie is nodig voor de verbranding; stop daarom nooit ventilatiegaten dicht. • Elk apparaat moet het aardgas dat toegevoerd wordt, kunnen verbranden. Daar is zuurstof voor nodig. Is er te weinig zuurstof, dan is de verbranding niet volledig en vormt zich koolmonoxide. Indicaties van gevaar zijn: • 1. De vlam in de cv-installatie is oranje in plaats van blauw (zoals bij een goed afgesteld gastoestel) en hoger dan normaal. • 2. Door de vrijkomende waterdamp, die niet via de afvoer verdwijnt, beslaan de ramen. • Houd de hoofdafsluiters van gas, elektriciteit en water goed bereikbaar. Bij brand of gaslekkage moeten gas en elektriciteit snel kunnen worden afgesloten. • Zorg dat alle zekeringen in tact zijn. Als er regelmatig (kort)sluiting ontstaat, moet u de oorzaak daarvan opsporen en de zekering beslist niet doorverbinden met zilverpapier. Als u dat doet, zal bij de volgende (kort)sluiting veel warmte vrijkomen, waardoor brand kan ontstaan.
m m
oo r
co
D
em
on s
Wanneer kunt u een vakman inschakelen: • Voor alle gastoestellen en elektrische installaties geldt: elk jaar door een erkend installateur laten onderhouden en controleren. • Laat gastoestellen regelmatig schoonmaken en controleren door een erkend installateur. Daarbij moet ook gekeken worden of het toestel voldoende luchttoevoer heeft. Vaak kunt u aan een sticker op de installatie zien wanneer deze voor het laatst is gecontroleerd. Zie ook het hoofdstuk ‘Verwarming’ voor meer informatie. • Bij het vervangen van een toestel moeten ook de leidingen worden gecontroleerd. In risicosituaties is een gerichte controle van belang. Bijvoorbeeld als in vergelijkbare situaties lekkages optreden. • Waarschuw het energiebedrijf (of een erkend installateur) als u gas ruikt buiten of in de woning en: 1. sluit de hoofdkraan 2. open deuren en ramen 3. vermijd vuur of vonkvorming 4. schakel geen elektrische verlichting of toestellen in of uit 5. houd u nauwkeurig aan de gebruiksaanwijzing van toestellen • Afvoerloze (‘ open’ ) geisers zijn gevaarlijk. De verbrandingsgassen hopen zich bij slechte ventilatie op in uw huis en kunnen koolmonoxidevergiftiging veroorzaken. Schakel een erkend installateur in om een geiser met goede afvoer naar buiten te installeren.(voor meer info zie www.mijnhuisinstallatie.nl) • Zorg dat de elektrische installatie beveiligd is met een aardlekschakelaar. In nieuwbouwwoningen zijn aardlekschakelaars zelfs verplicht. Een aardlekschakelaar kan brandgevaar beperken en uzelf beschermen tegen elektrocutiegevaar.
N
ie tv
Schoorsteen Een open haard is gezellig en sfeervol, maar zonder een schoon schoorsteenkanaal kunt u niet veilig stoken. Een vervuild of verstopt kanaal kan een schoorsteenbrand of koolmonoxidevergiftiging veroorzaken. Daarom moet u minimaal één keer per jaar de schoorsteen laten vegen. De schoorsteenveger verwijdert voor u het vuil uit de schoorsteen en controleert op loszittende delen en scheuren. Stookt u hout, kolen of olie en gebruikt u de kachel of open haard als sfeerverwarming, laat de schoorsteen dan eens per jaar vegen. Bij intensief gebruik (als hoofd- of bijverwarming) is het verstandig om het kanaal twee keer per jaar te laten vegen.Bij apparaten die op gas worden gestookt is het rookkanaal normaal gesproken niet vervuild. Gasgestookte apparaten moeten wel regelmatig onderhouden en afgesteld worden. Laat bij dit onderhoud ook het schoorsteenkanaal controleren op verstopping door bijvoorbeeld een vogelnestje.
7
Huishoudelijke apparaten in huis Bijna alle elektrische apparaten worden warm in het gebruik. Apparaten waarin een ventilator zit om oververhitting te voorkomen vragen extra aandacht. Vooral wanneer zich in het apparaat stof heeft opgehoopt, waardoor warmte niet goed weg kan, ligt het gevaar van brand op de loer. Van warmte en stromende lucht is onder meer sprake bij: drogers, magnetrons, elektrische ovens, mechanische ventilatiesystemen, ventilatorkachels, computers, printers en föhns. Het is dus heel belangrijk om deze apparaten goed te onderhouden en nooit een kapot apparaat te gebruiken. Hieronder vindt u per apparaat een advies en gebruikstips:
Televisie Zet de tv helemaal uit (niet op stand-by) als er niemand naar kijkt. Als u tv kijkt, worden bepaalde onderdelen in de tv heet. Die onderdelen krijgen geen kans om af te koelen als u de tv op stand-by laat staan. Het zal u verbazen hoeveel stof zich kan ophopen in een televisietoestel. De combinatie warmte en stof heeft al veel tv-branden veroorzaakt. Uw tv-toestel helemaal uitschakelen scheelt u bovendien geld, want ook in de stand-by stand verbruikt uw toestel energie.
m m
Halogeenverlichting • Wees voorzichtig met warme halogeenspotjes: u kunt zich er lelijk aan branden • Plaats halogeenverlichting niet te dicht bij gordijnen en meubels. Door langdurige verhitting kunnen die spontaan in brand vliegen. • Bij inbouw in een verlaagd plafond moet de warmte goed weg kunnen. Zorg voor voldoende ruimte tussen plafond en verlaagd plafond. • Informeer bij de aanschaf van inbouwspots altijd of ze geschikt zijn om in te bouwen in een houten of kunststof plafond.
N
ie tv
oo r
co
D
em
on s
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Wasdroger De droger staat met stip op de eerste plaats van elektrische apparaten die brand kunnen veroorzaken. Dat komt omdat hete lucht en stof een ‘ideale’ combinatie vormen. • Maak het filter van de wasdroger na iedere wasbeurt (maximaal na drie wasbeurten) stofvrij. Zie voor instructies de fabriekshandleiding. • Maak de eventuele luchtafvoerslang van uw droger ook één keer per jaar stofvrij. Door een verstopte slang raakt de droger oververhit en kan brand ontstaan. • Een wasdroger moet eens in de vijf jaar van binnen grondig worden schoongemaakt door een vakman. • Laat de wasdroger liever niet draaien als u niet thuis bent.
8
Kabelhaspel Rol een kabelhaspel altijd helemaal uit als u er een elektrisch apparaat op aansluit. Een opgerold snoer in een haspel wordt warm, waardoor het isolatiemateriaal smelt. Kortsluiting is het gevolg en in veel gevallen ook brand. Dit soort brand gaat gepaard met een enorme rookontwikkeling, die veel schade kan aanrichten. Grote stroomverbruikers (elektrische frituurpannen of elektrische kacheltjes) kunt u beter rechtstreeks op een stopcontact aansluiten. Zo voorkomt u veel ellende.
Magnetron/oven Gebruik de magnetron of oven alleen voor het bereiden of verwarmen van voedsel of drank. Het verwarmen of drogen van ander materiaal dan voedsel levert brandgevaar op. Let er bovendien op dat u de juiste bereidingstijd instelt (seconden of minuten).
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Elektrische apparaten Als een elektrische deken de hele zomer opgerold of opgevouwen in een kast heeft gelegen, kan de bedrading beschadigd zijn. Daardoor kunnen kortsluiting en brand ontstaan. • Probeer de deken eerst uit voordat u deze bij het slapen gaat gebruiken. Blijf erbij staan! • Vouw de elektrische deken helemaal uit als u deze aansluit.
tra tie ve
Afzuigkap Bij een vlam in de pan of bij intensief gebruik van het kooktoestel kan de hele afzuigkap in brand raken. Zeker als de kap vet is, kan in één keer een grote brand ontstaan. Dat heeft helaas vaak tot gevolg dat de keuken volledig uitbrandt. • Maak het vetfilter van de afzuigkap één keer in de drie maanden schoon. • Vervang het filter op tijd (wanneer dit moet gebeuren leest u in de gebruiksaanwijzing van uw afzuigkap). Zie ook bij hoofdtuk ‘uw ventilatiesysteem’ paragraaf ‘uw afzuigkap in de keuken’ .
on s
Kleine huishoudelijke apparaten Maak uw broodrooster, stofzuiger, haarföhn, frituurpan e.d. regelmatig schoon. Vervuilde apparaten zijn een stuk onveiliger en vergroten de kans op brand. Achtergebleven broodkruimels in het broodrooster kunnen zo warm worden dat ze in brand vliegen. Pas ook goed op met föhns, want zodra u een brandgeur ruikt is er risico op kortsluiting en dus brand. In de meeste gebruiksaanwijzingen staan schoonmaakinstructies, maar u kunt natuurlijk ook bellen met de fabrikant.
m m
em
Inbouwapparatuur In elk apparaat ontstaat warmte. Iets om rekening mee te houden als u een TV, versterker, videorecorder, PC, oven, magnetron of halogeenspotjes inbouwt. Onvoldoende ventilatie veroorzaakt oververhitting en dat vergroot de kans op brand. Laat daarom voldoende ruimte vrij rondom uw inbouwapparatuur, zodat de warmte goed weg kan.
co
D
Check uw eigen huis op brandveiligheid via www.woonikbrandveilig.nl.
N
ie tv
oo r
Rookmelders redden levens! In een huis waar werkende rookmelders hangen, heeft u 100% meer kans om een woningbrand te overleven. Rookmelders waarschuwen u razendsnel bij brand, ook wanneer u slaapt. Tijdens uw slaap kunt u namelijk nog wel horen, maar is uw reukvermogen uitgeschakeld. Bovendien komt er bij vuur koolmonoxide vrij waardoor u dieper slaapt. Een klein beetje rook - dat u dus niet zult ruiken - is voor een rookmelder al voldoende om een luid piepend alarm te doen afgaan.
9
Belangrijk: Test de rookmelders één keer per maand Uw woning is voorzien van één of meer rookmelders die aangesloten zijnop het elektriciteitsnet. Ook zitten er één of meerdere batterijen ofaccu’ s in voor het geval de elektriciteit uitvalt. Testen doet u door op de testknop te drukken. U moet dan een schel signaal horen. Test de rookmelder(s) NOOIT door er rook tegen aan te blazen of door er een sigaret of kaars onder te houden! Hierdoor kan de rookmelder beschadigd raken. Als het alarm niet goed werkt, laat de rookmelder controleren door uw E-installateur.
m m
voorbeeld rookmelder
Gekoppelde rookmelders De rookmelders zijn aan elkaar gekoppeld. Als één van de rookmelders rook signaleert, gaan alle rookmelders binnen enkele seconden werken. Dit gebeurt ook bij het testen van één van de rookmelders.
co
D
em
on s
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Maak de buitenzijde regelmatig (bijvoorbeeld om de 2 maanden) schoonmet een licht vochtige doek en zuig met een zachte borstel van destofzuiger eventueel stof voorzichtig weg. Te veel stof kan de goedewerking van het alarm verhinderen met als mogelijk gevolg vals alarm.Open de brandmelder nooit. De rookmelders zijn optisch (kijken of errook is) en zijn niet radioactief. Vervang indien nodig debatterij(en). Als de batterij(en) bijna op zijn, wordt er eengeluidsignaal gegeven. Zie verder de onderhoudsvoorschriften in defabriekshandleiding van de rookmelder(s).
ie tv
oo r
De meterruimte (meterkast) In uw meterruimte (vroeger vaak als meterkast benoemd) zijn diverse voorzieningen opgenomen voor elektra, gas en water zoals de hoofdschakelaar, de aardlekschakelaars en de aan-uitschakelaars van alle elektragroepen, de gas- en waterkraan. Tevens zijn de meters van nutsvoorzieningen in deze ruimte geplaatst . Mogelijk vindt u daar ook de aansluiting op een warmte- (en/of koude-) net. U vindt er ook één of meerdere aansluitingen voor communicatie, beeld en geluid (CAI, internet, computernetwerk).
N
Belangrijk: • Zowel de meterruimte zelf als de voorzieningen in de meterruimte moeten goed bereikbaar zijn. Dit is van belang bij bijvoorbeeld storingen of calamiteiten zoals kortsluiting, water- of gaslekkage. Maar het is ook nodig om meterstanden te kunnen aflezen of om een voorziening te kunnen afsluiten bij werkzaamheden aan elektriciteit, water en gas. • Gebruik de meterruimte daarom niet als bergkast. Zet er dus geen spullen neer zoals een stofzuiger of strijkplank. Zet er zeker geen brandbare vloeistoffen neer zoals wasbenzine en terpentine! • Zorg er voor dat de ventilatie van de meterruimte goed blijft werken: sluit de ventilatieopeningen niet af en plaats geen planken of andere zaken die de luchtdoorstroming verhinderen!
10
er rs ie ci ee lg eb ru ik
tra tie ve on s
Tip
Laat in de meterruimte een noodverlichtinglampje aanbrengen. Dit lampje blijft ongeveer 45 minuten branden na uitval van de elektriciteit.
m m
N
ie tv
oo r
co
D
em
U kunt ook een knijpkat of zaklantaarn in of bij de meterruimte leggen.
11
Uw verwarmingsinstallatie Algemene inleiding
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Hoe verwarmen? Uw woning heeft centrale verwarming. De warmte wordt vanuit één ‘centraal’ punt in uw woning geleverd door een HR combi cv-ketel. Vanaf dat punt loopt het warme water via, meestal, kunststofleidingen naar de warmteafgiftesysteem. Na afgifte van de warmte aan één of meer kamers en andere ruimten, stroomt het afgekoelde water weer terug en wordt opnieuw verwarmd. Zie voor de warmteafgiftesystemen en regeling van de kamertemperatuur de uitleg in de desbetreffende paragraaf en bij de onderstaande algemene tips.
voorbeeld opstelling
Heeft u een storing of vraagt u zich af welk onderhoud moet gebeuren, kijk dan in de betreffende paragraaf of in uw handleiding van uw verwarmingstoestel.
m m
Onderhoud / storing • Controleer 1x per half jaar de waterdruk in de cv-installatie en vul zonodig bij. Schakel uw W-installateur in als u meer dan 2x per jaar water moet bijvullen. Een (te) lage waterdruk kan ook veroorzaakt worden door een kapot expansievat. Controleer deze daarom ook enkele keren per jaar. (zie ook bij paragraaf ‘expansievat’ ) • Hoort u water borrelen in de cv? Ontlucht dan de cv-installatie. • Laat de verwarmingsinstallatie 1x per 1,5 - 2 jaar door uw W-installateur onderhouden. (Controleer dit, ook indien uw ketel gehuurd of geleased is) • Voorkom bevriezing van de verwarmingsinstallaties (denk ook aan waterleidingen, inclusief een eventuele buitenkraan). Zorg ervoor dat bij (strenge) vorst elk vertrek tenminste enigszins wordt verwarmd. • Heeft de cv-installatie een storing, kijk dan eerst op de display (regelpaneel) van de cv-ketel of hierover informatie wordt gegeven. • Heeft u een open haard of houtkachel? Laat ieder jaar uw ‘schoorsteen’ vegen.
N
ie tv
oo r
co
D
em
on s
Tip
12
Algemene tips voor energiezuinig, comfortabel en veilig verwarmen Zie ook bij ‘De regeling van uw verwarming’ in desbetreffende paragraaf. Nachtverlaging (‘ s nachts en bij afwezigheid overdag) Zet ‘s nachts de verwarming enkele graden lager. Doe dat ook als u overdag weg bent. Dit bespaart behoorlijk wat energie. Bijvoorbeeld 3 °C nachtverlaging geeft globaal 10% besparing. Het is een fabeltje dat nachtverlaging in moderne woningen geen zin heeft.
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Hoe laag u de temperatuur instelt, hangt af van de tijd dat u weer wilt wachten op het opwarmen tot de gewenste temperatuur. Van belang hierbij zijn: • de buitentemperatuur; naarmate deze lager is, zal het langer duren voor uw woning weer op de gewenste temperatuur is gekomen; • het type verwarming; het opwarmen bij radiatoren of convectoren gaat sneller dan bij vloer- en wandverwarming.
tra tie ve
Over het algemeen is een verlaging van 2 tot 4 °C aan te raden. Bij erg koud (vriezend) weer een verlaging van maximaal 1 tot 2 °C. Het duurt anders te lang om uw woning weer op te warmen tot een comfortabele temperatuur. Zet de verwarming een uur van te voren al in de lagere stand, uw woning koelt immers door de goede isolatie slechts langzaam af. Bij een ‘zelflerende’ klokthermostaat gebeurt dat automatisch op het juiste tijdstip.
Een graadje hoger of lager? Door de verwarming het hele jaar gemiddeld één graad lager te zetten, bespaart u globaal 10 % op uw energieverbruik voor verwarming.
on s
Ventileren? Zet verwarming laag Zet bij het ventileren (zie hoofdstuk ‘Uw Ventilatiesysteem’ ) van een vertrek de verwarming zo laag mogelijk. Dit voorkomt onnodig warmteverlies.
m m
em
Voorkom bevriezing Voorkom bevriezing van de verwarmingsinstallatie en eventuele drinkwaterleidingen. Zorg ervoor dat bij (strenge) vorst elk vertrek tenminste enigszins wordt verwarmd. Zet bovendien de (klok)thermostaat minimaal op een stand van ongeveer 15 °C.
oo r
co
D
Gratis zonnewarmte in de winter Via op de zon gerichte ramen kan de zonnewarmte in de koude maanden een behoorlijke bijdrage leveren aan de warmtebehoefte. Het is verstandig om dan zo min mogelijk (buiten)zonwering te gebruiken. Voorkom bovendien het beschaduwen door bijvoorbeeld bomen en struiken. Deze ‘gratis’ zonnewarmte wordt vaak aangeduid met ‘passieve zonne-energie’ .
ie tv
Koelen in de zomer Bij warm zonnig weer is het verstandig om juist wà¨l buitenzonwering te gebruiken. Dit verkleint de kans dat het binnen te warm wordt. Ventileer ook goed met buitenlucht zolang deze nog koel is. Zie ook hoofdstuk ‘Ventilatie’ . Tip
N
Buitenzonwering heeft veel meer effect dan binnenzonwering. Gebruik, als dit kan, daarom bij voorkeur buitenzonwering.
13
Hoe werkt uw verwarmingssysteem? Uw woning is voorzien van een HR-combiketel. HR staat voor hoog rendement. Zie de fabriekshandleiding van de HR-ketel voor meer informatie. De ketel levert warmte aan zowel de centrale verwarming als aan het kraanwater voor de keuken, douche en dergelijke. De ketel moet dus het hele jaar ‘aan’ staan. Wel kan bij sommige typen ketels (zie fabriekshandleiding) het deel van de ketel voor de ruimteverwarming door u tijdelijk uitgeschakeld worden; vaak aangeduid met ‘zomerstand’ . Dit bespaart energie. De ketel geeft dan voorrang aan het leveren van warm kraanwater boven de ruimteverwarming.
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Het warme water gaat vanuit de ketel via leidingen naar de warmteafgiftesysteem (zie betreffende paragraaf), eventueel via verdelers. De leidingen lopen deels via het bovenste deel van de vloer (de ‘afwerk- of dekvloer’ ). Ook de leidingen voor het warme en koude kraanwater, gas en elektra, lopen mogelijk door deze afwerkvloer. In verticale richting lopen de leidingen vooral in leidingkokers, maar soms ook in muren ter hoogte van bijvoorbeeld kranen of de douche.
m m
Waarschuwing: Wees voorzichtig met boren!
• Boor of spijker nergens in de vloeren; hierdoor kunnen de leidingen van de verwarmingsinstallatie en andere leidingen beschadigd raken met o.a. lekkage als gevolg. • Wees ook voorzichtig met boren en spijkeren in de muren in de buurt van sanitair of wandverwarming. Let op: De detectoren voor het opsporen van metalen leidingen reageren niet bij kunststofleidingen.
ie tv
oo r
co
D
em
on s
leidingen in de vloer
Onderhoud / storing Watertemperatuur De maximale watertemperatuur van het verwarmingssysteem is in de ketel te wijzigen. Zie hiervoor de ketelhandleiding of laat dit uw W-installateur doen.
N
Waterdruk controleren en bijvullen Het water in de cv-leidingen en de rest van de installatie staat onder druk. De druk is af te lezen op de waterdrukmeter in of bij de cv-ketel en eventueel op een extra waterdrukmeter die elders is aangebracht. Als de verwarming afgekoeld is, moet de wijzer tussen de cijfers 1 en 2 (bar) staan. ‘Bar’ is de eenheid van druk. Als de verwarming aan staat, zal de wijzer tussen de 2 en 3 staan. Hoger dan 3 mag de druk niet worden! Als dat wel het geval is, zet dan de verwarming direct uit. Zie voor meer informatie de handleiding van uw cv-ketel. Hierna volgt een korte instructie voor het bijvullen.
14
drukmeter gecombineerd met temperatuur meter
er rs ie ci ee lg eb ru ik
drukmeter
tra tie ve
De vulkraan is aangebracht in de cv-ruimte en de waterdrukmeter meestal in de combi cv-ketel.
Als de druk lager is dan 1 bar, moet u de verwarming uitzetten en bijvullen met leidingwater; zie de handleiding van uw cv-ketel voor meer gedetailleerde informatie.
ie tv
m m
oo r
co
D
em
on s
Zet de volgende stappen: 1. Zet de kamerthermostaat of de ketelthermostaat op 15 °C; of in ieder geval lager dan de kamertemperatuur. 2. Open alle radiatoren en/of andere afgiftesystemen voor verwarming zoals de vloerverwarming. 3. Wacht circa 15 minuten zodat de watertemperatuur gedaald is (tot circa 40°C). 4. Haal de stekker van de cv-ketel uit het stopcontact. 5. Koppel de vulslang aan de speciale kraan op de waterleiding. Let er op dat de rubber ringetjes nog in de koppelingen zitten. 6. Vul de slang tot alle lucht uit de slang is, sluit de waterkraan. 7. Koppel de slang aan de cv-installatie. 8. Draai de waterkraan voorzichtig open en daarna de vulkraan van de cv-installatie (meestal door deze kraan een kwart slag te draaien). 9. Vul de cv-installatie bij tot de druk niet meer oploopt of maximaal tot 1,5 à 2 bar. 10. Sluit de waterkraan en vervolgens de cv-vulkraan; de cv-vulkraan sluit u meestal door deze weer een kwart slag terug te draaien.
vulpunt cv-installatie
N
vulkraan en waterkraan
15
Nu kunt u de radiatoren of andere afgiftesystemen ontluchten als dat nodig is. Na het ontluchten kan het nogmaals nodig zijn om water bij te vullen. Als dat niet nodig is, kunt u: 11. De vulslang loskoppelen van de cv en de waterleiding. Pas op: er staat nog druk op de slang, er komt dus nog wat water uit. Houd eventueel een doek voor lekwater bij de hand. 12. De stekker in het stopcontact doen. 13. De kamerthermostaat of de ketelthermostaat op de juiste stand zetten. De ketel zelf heeft een automatische ontluchting (tenzij anders vermeld, zie hiervoor de handleiding van uw cv-ketel), dus daar hoeft u niets aan te doen.
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Expansievat Aan de cv-installatie is een expansievat gekoppeld. Dit vat, meestal rood maar soms wit, is in uw woning aangebracht nabij de cv-ketel. Het expansievat vangt de kleine drukverschillen in de installatie op die ontstaan door het uitzetten of krimpen van het volume van het water. U hoeft niets aan dit vat te regelen of te onderhouden. Wel is het handig om te weten dat dit vat inwendig kapot kan gaan. Controleer het vat als: • Er een groot drukverschil optreedt tussen een opgewarmde en een afgekoelde cvinstallatie. • Er water komt uit het overstortventiel welke is aangebracht nabij het expansievat; dit ventiel is een beveiliging tegen een te hoge druk in het cv-circuit.
m m
co
D
em
on s
Een kapot vat is als volgt te herkennen: Tik op de onderste helft van het vat met een metalen voorwerp; als dit massief dof klinkt, dan zal het vat kapot zijn. Neem dan direct contact op met uw W-installateur. Een goed vat hoort hol te klinken.
expansievat op beugel
ontlastventiel
inlaatcombinatie
N
ie tv
oo r
ontluchten radiator
16
Controleer de inlaatcombinatie De combiketel en eventuele (keuken)boiler zijn voorzien van een ‘inlaatcombinatie’ . Deze voorkomt een te hoge druk in de drinkwaterinstallatie. Het is normaal dat de inlaatcombinatie soms druppelt. Dit gebeurt namelijk wanneer het drinkwater opgewarmd wordt en daardoor uitzet. Controleer de werking van de inlaatcombinatie door regelmatig (1x per 12 maanden) aan de bijbehorende knop te draaien zodat er water uitstroomt en sluit hem dan weer direct. Hiermee wordt voorkomen dat de klep in de inlaatcombinatie vast gaat zitten. Controleer dan ook of de afvoer niet verstopt is. Is dat wel het geval (de inlaatcombinatie stroomt over), ontstop dan de afvoer of laat dit doen.
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Zie de fabriekshandleiding voor meer informatie.
tra tie ve
Storingen Werkt de de cv-installatie niet naar behoren, kijk dan eerst op de display (regelpaneel) van de ketel of deze hierover informatie geeft. Kijk ook of de keteltemperatuur hoog genoeg staat (zie bij watertemperatuur) en of de waterdruk goed is. Voor codes op de display zie de fabriekshandleiding van de cv-ketel. Volg de instructies op. Gebruik zonodig de resetknop op de cv-ketel (indien aanwezig) of haal de stekker uit het stopcontact en doe deze na ongeveer 5 minuten weer terug. Helpt dit niet, bel dan uw W-installateur en geef, als dit mogelijk is, ook de storingscode op de display van de ketel door.
m m
oo r
onderhoudssticker
co
D
em
on s
Onderhoud door de installateur De cv-installatie zal periodiek (1 x per 1,5-2 jaar) onderhouden en gecontroleerd moeten worden door een vakman voor een probleemloze werking en energiezuinig verbruik. De onderhoudsmonteur die aangesloten is bij UNETO-VNI gebruikt hiervoor de gegevens die de fabrikant van de installatie aanlevert. Tevens heeft de onderhoudsmonteur specifieke opleiding voor dit fabricaat gevolgd. Na de jaarlijkse onderhoudsbeurt zal de monteur een sticker op het toestel plakken, zodat u weet wanneer de laatste onderhoudsbeurt heeft plaatsgevonden en de volgende moet worden uitgevoerd.
ie tv
Radiatoren en convectoren
N
Hoe ga ik om met mijn radiatoren/convectoren? In uw woning zijn radiatoren en/of convectoren toegepast. Hierin stroomt water van maximaal zo’ n 60 tot 80 °C. De radiatoren zijn bij de maximale watertemperatuur dus erg warm en kunnen verbrandingsgevaar opleveren wanneer u ze aanraakt. Convectoren zijn altijd aan te raken. Radiatoren zijn onder en boven nooit even warm. Convectoren zijn aan de buitenzijde altijd nauwelijks warm; het gaat bij convectoren om de lucht die aan de binnenzijde van de convector opgewarmd wordt en die aan de bovenzijde opstijgt. Zie bij ‘De regeling van uw verwarming’ voor de bediening van uw centrale verwarming.
17
Tip: Heeft u een storing of vraagt u zich af welk onderhoud moet gebeuren, kijk dan in de volgende paragraaf of de handleiding van de radiator of convector. Onderhoud / storing Ontlucht uw radiatoren/convectoren op tijd. Als er lucht in het systeem zit, geeft dat extra geluid en wordt de warmte minder goed overgedragen.
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Ontluchten radiatoren / convectoren Als u een borrelend geluid hoort en/of de radiator/convector wordt niet goed warm, moet u deze ontluchten. Dit kunt u eenvoudig zelf doen. Dat er lucht in de radiatoren/ convectoren komt, is een normaal verschijnsel. Na verloop van tijd kunnen uit het water namelijk luchtbelletjes vrijkomen. Lucht kan de goede werking van de radiatoren/convectoren hinderen.
ie tv
m m
oo r
co
D
em
on s
tra tie ve
Het ontluchten gaat als volgt: 1. Vul zonodig eerst het cv-systeem bij (zie in de vorige paragraaf bij verwarming). 2. Open alle radiatoren/convectoren en zet de verwarming voluit aan zodat de radiatoren/convector goed warm worden. 3. Zet de verwarming in de laagste stand (op 15 °C; of in ieder geval lager dan de kamertemperatuur). 4. Wacht circa 15 minuten. 5. Ontlucht nu met behulp van het ontluchtingssleuteltje het ventiel op alle radiatoren/ convectoren (en eventuele andere verwarmingselementen). Begin bij de laagst gelegen radiator/convector. Draai het ventiel voorzichtig open, de lucht kan nu ontsnappen (u hoort een sissend geluid). Zodra er water uit het ventiel komt, draait u direct het ventiel weer dicht. Houd een doekje onder het ventiel om het (licht vervuilde) water te kunnen opvangen. 6. Controleer weer de waterdruk en vul zonodig het cv-systeem bij. 7. Zet de verwarming weer op de gewenste stand.
ontluchten radiator
N
Reinigen Zuig uw radiatoren/convectoren aan de boven- en onderzijde 1x per jaar met de stofzuiger schoon. Gebruik hiervoor een zachte borstel. Doe dit bij voorkeur aan het begin van het stookseizoen (herfst). Storingen Zie eerst de handleiding bij de cv-ketel. Komt u er niet uit, schrijf de code op de display van de cv-ketel op en bel uw W-installateur.
18
De regeling van uw verwarming Uw verwarmingsinstallatie wordt geregeld met een klokthermostaat, welke in de woonkamer is geplaatst. (In onderstaande tekst is voor de leesbaarheid het woord cv-ketel gebruikt, ook daar waar de warmte door een individuele warmtepomp of warmtenet geleverd wordt).
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Onderhoud, demontage, vervanging en storingen • Reinig de klokthermostaat voorzichtig met een vochtige doek. • Bij demontage van de klokthermostaat: haal de stekker uit de cv-ketel. • Sluit na het demonteren van de klokthermostaat de aansluitdraden (als die aanwezig zijn) weer exact op dezelfde wijze aan. • Wees voorzichtig met het vervangen van klokthermostaten. Kies bij vervanging een type dat past bij de rest van uw installatie. Informeer en/of lees in de fabriekshandleiding van de klokthermostaat en de cv-ketel hoe de nieuwe thermostaat aangesloten moet worden.
tra tie ve
Reinigen Voor het reinigen van de klokthermostaat en eventuele ruimtethermostaten en eventuele thermostaatkranen op de radiatoren mag u alleen milde reinigingsmiddelen zoals afwasmiddel, gebruiken. Bij de klokthermostaat mag u alleen een licht vochtige doek gebruiken om kortsluiting te voorkomen.
on s
Demontage klokthermostaat Demontage van de klokthermostaat komt bijvoorbeeld voor bij behangen of schilderen van de muur. • Haal bij demontage van de klokthermostaat de stekker uit de cv-ketel. • Sluit na het demonteren van de klokthermostaat de aansluitdraden (als die aanwezig zijn) exact weer op dezelfde wijze aan tenzij in de fabriekshandleiding staat dat niet nodig is.
m m
N
ie tv
oo r
co
D
em
Vervanging klokthermostaat Wees voorzichtig met het vervangen van klokthermostaten. Niet elke klokthermostaat past namelijk bij uw cv-ketel. Kies bij vervanging van de klokthermostaat een type dat past bij de rest van uw cvinstallatie. Zie hiervoor de fabriekshandleiding van de cv-ketel, de site van de fabrikant van de cv-ketel of vraag het aan uw W-installateur. Informeer of er thermostaten van hetzelfde merk als dat van uw cv-ketel verkrijgbaar zijn. Deze thermostaten geven meestal optimale mogelijkheden.
19
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Enige begrippen die van belang kunnen zijn bij de keuze van een (nieuwe) thermostaat: • ‘Modulerende’ kamerthermostaat: De modulerende cv-ketel brandt niet harder dan nodig is voor het bereiken en handhaven van een stabiele kamertemperatuur; de ketel kan harder of zachter branden afhankelijk van de warmtevraag. Alle moderne cv-ketels zijn modulerend. De kamerthermostaat moet geschikt zijn voor het aansturen van zo’ n modulerende ketel. • Zelflerende (klok)thermostaat: de thermostaat ‘leert’ zelf wanneer de cv-ketel warmte moet gaan leveren om direct vanaf het begin van een ingestelde periode al de gewenste temperatuur bereikt te hebben. Zo moet bij vriezend weer de cv-ketel eerder warmte gaan leveren dan bij relatief zacht weer om die temperatuur te bereiken. • ‘ Open Therm’ : dit begrip staat voor een universele (algemene) ‘taal’ voor de communicatie tussen cv-ketels en (klok)thermostaten. Als in de documentatie staat aangegeven dat een thermostaat en een cv-ketel beide geschikt zijn voor ‘Open Therm’ , dan is het vrijwel zeker dat ze op elkaar aangesloten kunnen worden. • Weersafhankelijke regeling: De (klok)thermostaat is voorzien van een buitenvoeler voor de temperatuur van de buitenlucht. Mede aan de hand van die temperatuur wordt de cv-ketel geregeld. De cv-ketel wordt niet aan de hand van de temperatuur in de woonkamer geregeld. Elke kamer is voorzien van een eigen regeling, bijvoorbeeld (thermostatische) radiatorknoppen. Informeer en/of lees in de fabriekshandleiding van de thermostaat en de cv-ketel hoe de nieuwe thermostaat aangesloten moet worden; of laat de montage aan uw W-installateur over.
Hoe stel ik de temperatuur in? Zorg ervoor dat er een goede luchtcirculatie rondom de klokthermostaat mogelijk is. Zet of hang er dus niets vlakbij dat op deze circulatie invloed heeft.
m m
U regelt de cv-installatie met de klokthermostaat in de woonkamer. U kunt voor bepaalde tijdsperioden (bijv. ‘s nachts, overdag en ‘s avonds) de gewenste ruimtetemperatuur instellen. Meestal kunt u ook voor bepaalde dagen verschillende perioden aangeven. Tijdelijk kunt u de temperatuur verhogen of verlagen zonder dat u de ingestelde perioden en temperaturen verandert. Voor de perioden overdag en ‘s avonds dat u thuis bent, stelt u de thermostaat in op bijvoorbeeld op 20 °C. Voor de perioden dat u overdag weg bent, stelt u hem op bijvoorbeeld 18 °C, en ‘s nachts op 16 °C. Zie voor de exacte bediening van uw thermostaat de fabriekshandleiding. Veel klokthermostaten zijn voorzien van allerlei extra mogelijkheden. Zo kunt u soms de comfortstand (indien aanwezig) voor het warme (tap)water aan en uit zetten. Ook wordt soms op de display aangegeven of het cv-circuit bijgevuld moet worden. Zie ook hiervoor de fabriekshandleiding. De klokthermostaat meet en vergelijkt de kamertemperatuur met de door u ingestelde temperatuur. Als er warmte nodig is, geeft de thermostaat dat door aan de cv-ketel. Deze gaat dan warmte leveren. De radiatoren / convectoren (en eventueel vloer- en wandverwarming) in de woonkamer moet u open laten staan. Anders wordt de woonkamer niet meer verwarmd en kan de thermostaat de temperatuur niet goed meer regelen. De temperatuur in de overige vertrekken kunt u slechts beperkt regelen met radiatorkranen. De standaard radiatorkranen zijn nauwelijks te regelen. Sommige kranen zijn geschikt voor thermostatische radiatorknoppen en zijn daarmee enigszins te regelen. De warmtetoevoer naar deze vertrekken is namelijk gekoppeld aan de warmtetoevoer naar de woonkamer. Is er geen warmtevraag in de woonkamer, dan levert de cv-ketel ook geen warmte aan de overige vertrekken.
N
ie tv
oo r
co
D
em
on s
Storing Lees eerst de fabriekshandleiding van de eventuele andere regelkastjes en die van de cv-ketel. Komt u er niet uit, bel uw W-installateur.
20
idem met gesloten klepje
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Voorbeeld van een klokthermostaat
tra tie ve
Nachtverlaging Het instellen van een lagere temperatuur gedurende bepaalde periodes zoals ‘s nachts (‘ nachtverlaging’ ) en overdag gedurende werkdagen is mogelijk. Zie hiervoor eerdere hoofdstukken en de fabriekshandleiding van in de klokthermostaat / regelunit.
Thermostatische radiator- of convectorkranen
m m
co
D
em
on s
Hoe bedien ik mijn thermostatische radiator- of convectorknoppen Met de thermostatische radiatorknop kunt u de temperatuur per vertrek regelen. Dit doet u door aan de knop te draaien en op de gewenste stand te zetten. Stand 3-4 op de radiatorknop komt overeen met een vertrektemperatuur van circa 20°C. Dit kunt u in de praktijk nauwkeuriger bepalen. Stand * kan voorkomen en houd de ruimte vorstvrij. De cv-ketel moet dan natuurlijk wel voldoende warmte blijven leveren. U kunt de temperatuur naar behoefte en proefondervindelijk instellen.
Voorbeeld vorstbeveiligingstand
oo r
Door de knop (iets) naar links te draaien wordt het na enige tijd warmer, naar rechts kouder
ie tv
Wanneer u een vertrek wilt opwarmen, zet dan de thermostatische radiatorknop direct in de gewenste stand. Het heeft geen zin de radiatorknop eerst in een hogere stand te zetten. Het opwarmen gaat daardoor niet sneller zoals men soms denkt.
N
De thermostatische radiatorknop houdt, als de gewenste temperatuur eenmaal bereikt is, de vertrektemperatuur constant op de ingestelde waarde. Wordt het vertrek op een bepaald moment opgewarmd door bijvoorbeeld de zon of door veel personen, dan zal de radiatorknop er voor zorgen dat de radiator minder warmte af gaat geven. Werking thermostatische radiatorknop De radiatorknop is voorzien van een voeler voor de temperatuur voor de binnenlucht. Afhankelijk van de stand van de knop en de temperatuur in het vertrek, laat de radiatorknop meer of minder water door de radiator stromen. Is er geen warmte nodig, dan sluit de knop de radiator geheel af.
21
Tip: Zorg ervoor dat de thermostatische radiatorknop de luchttemperatuur goed kan meten. Scherm de radiatorknop dus niet af met bijvoorbeeld gordijnen, meubels of een vensterbank.
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Afhankelijk van het toegepaste fabrikaat zijn er verschillende aanvullende toepassingen: • Met de aan te brengen ‘geheugenclip’ kunt u een stand aangeven die u normaal in dat vertrek wenst. De clip helpt een te hoge stand te voorkomen. Zie verder de fabriekshandleiding. • Met behulp van stiftjes is een minimum of maximum stand in te stellen; zie hiervoor de fabriekshandleiding.
m m
oo r ie tv N 22
voorbeeld instelteken
Zie voor meer informatie de fabriekshandleiding van de radiatorkraan. Zo heeft elke thermostaatknop een eigen ‘instelteken’ : u moet de knop zodanig draaien dat de door u gewenste stand ter hoogte van dat teken komt te staan.
co
D
em
on s
voorbeeld van stiftjes voor instelling minimum en maximum stand
De warm- en koudwatervoorziening Hoe ga ik om met het leidingwater (koud en warm kraanwater)
er rs ie ci ee lg eb ru ik
In iedere woning in Nederland is een voorziening voor kraanwater. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste aandachtspunten voor onderhoud en gebruik behandeld. • Laat kranen elke dag even kort doorstromen. • Beperk de kans op legionella door na afwezigheid van meer dan een week alle kouden warmwaterleidingen goed door te spoelen met respectievelijk koud en heet water. Doe dit totdat het water echt koud of heet is en laat het dan een minuut doorstromen. • Stel de temperatuur van uw warmwatertoestel in op 60 °C. • Boor of spijker nergens in de vloeren en wees voorzichtig bij het boren in wanden vlakbij sanitair in verband met mogelijke lekkage. Tip:
tra tie ve
Heeft u een storing of vraagt u zich af welk onderhoud moet gebeuren, kijk dan in de volgende paragraaf of uw handleiding van uw warmwatertoestel.
Tips:
on s
Algemene informatie In uw woning zorgt een HR-combiketel voor het warme (kraan)water. Vanaf dit toestel loopt het warme water via leidingen naar de keuken, de wastafels en de douche en/of het bad. Bij de warmwaterkranen wordt het water eventueel bijgemengd met koud water. Zie voor informatie over de ketel het hoofdstuk ‘Uw verwarmingsinstallatie’ en de meterkastkaart.
m m
D
em
• Drink alleen koud water. Dat smaakt niet alleen beter, in warm water kunnen metalen uit het warmwatertoestel opgelost zijn. Wilt u toch warm water, warm het koude water dan eerst op met een fluitketel of waterkoker en laat het afkoelen. • Gebruik voor de bereiding van voedsel en het zetten van thee en koffie ook altijd koud water uit de koudwaterkraan, en dus geen warm water uit een warmwatertoestel. Ook dat komt de smaak ten goede.
N
ie tv
oo r
co
Wachttijd op warmwater Omdat tussen kranen en het warmwatertoestel of het aansluitpunt op het collectieve warmwaternet een zekere afstand is, zal het bij die kranen enige tijd duren voordat u hieruit warmwater kunt tappen. Daarbij komt dat ook sommige warmwatertoestellen tijd nodig hebben voordat ze warmwater leveren. Een wachttijd is dus heel normaal. Bij combi-ketels is soms een ‘comfortstand’ aanwezig waardoor de ‘toestelwachttijd’ korter wordt.
23
Kranen doorspoelen Algemeen Spoel een kraan altijd even goed door als u deze minimaal een paar dagen niet gebruikt hebt en u wilt het water opdrinken. Dit spoelen dient om bacteriologische verontreinigingen te voorkomen. In de kraanuitloop blijft namelijk altijd water zitten. Zie ook hieronder bij ‘Voorkom legionella’ .
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Bij een nieuwe woning Zet de eerste 2 à 3 maanden elke ochtend de kranen een paar minuten open. Zo worden de leidingen doorgespoeld en kan men daarna het water onbezorgd drinken. Nieuwe kranen geven in de eerste periode van gebruik namelijk metalen af. Dat geldt ook voor sommige onderdelen van nieuwe leidingen. In die leidingen kunnen bovendien nog lichte verontreinigingen aanwezig zijn
Voorkom legionella Legionella is een bacterie die voorkomt in water. Ook in leidingwater, maar de hoeveelheden zijn vaak zo gering dat ze geen gevaar vormen voor de gezondheid. Een probleem ontstaat echter als de bacterie zich kan vermenigvuldigen. Dit gebeurt vooral in stilstaand water met een temperatuur tussen de 25 °C en 50 °C, optimaal is 37 °C. In hoge concentratie kunnen legionellabacteriën de ‘veteranenziekte’ veroorzaken. Besmetting vindt plaats via de longen, door het inademen van een nevel van kleine druppeltjes water met de bacterie zoals bij douchen het geval kan zijn. Bij het drinken van het water levert legionella dus geen enkel gevaar op! De ziekteverschijnselen kunnen uiteenlopen van een fikse verkoudheid tot zware griep en longontsteking.
m m
Wilt u de kans beperken dat er geen legionella in het (douche)water zit, stel dan de temperatuur van uw warmwatertoestel - bijvoorbeeld een combiketel, boiler of kleine elektrische keukenboiler - in op 60 °C. Uw toestel wordt standaard door de fabrikant of installateur op 60 °C ingesteld. Het is aan te bevelen om deze instelling om de 1 à 2 jaar te controleren. Spoel na afwezigheid van meer dan een week alle koud- en warmwaterleidingen goed door met respectievelijk koud en heet water. Doe dit totdat het water echt koud of heet is en laat het dan een minuut doorstromen. Een bubbelbad kunt u in zo’ n geval het beste vullen met heet water (60 °C) en laten bubbelen (of volg de instructies van de leverancier). Na twintig minuten laat u het bad leeglopen en kunt u het weer veilig gebruiken. Ventileer de badruimte goed of verlaat voor alle zekerheid de badruimte.
ie tv
oo r
co
D
em
on s
tra tie ve
Bij nieuwe kranen Zet nieuwe kranen in bestaande woningen de eerste 2 à 3 maanden elke ochtend even open: laat een hoeveelheid van ongeveer 1 kopje eerst weglopen voordat u water om te drinken tapt. Nieuwe kranen geven namelijk in die periode mogelijk metalen af.
Meer informatie over legionella thuis en op vakantie Op www.vrom.nl/legionella en www.minvws.nl vindt u tips hoe u legionellabesmetting kunt voorkomen. De brochure ‘De meest gestelde vragen over legionella’ kunt u bestellen via deze websites of telefonisch: 0800-8051. Ook op www.uneto-vni.nl en www.legionellavraagbaak.nl vindt u informatie over legionella.
N
Waarschuwing Ook buiten uw waterinstallatie kan legionella voorkomen, neem daarom de volgende maatregelen: • Ververs water dat lang op een warme plek in een plantenspuit heeft gestaan, voordat u gaat sproeien. • Laat ook het water in de tuinslang, die in de volle zon hangt, wegstromen voordat u de tuin gaat sproeien of er een kinderbadje mee vult.
24
(Warm)waterbesparing In de moderne goed geïsoleerde woningen benadert het energieverbruik voor het verwarmen van kraanwater het energieverbruik voor het verwarmen van de woning. Het heeft dus veel zin om zuinig om te gaan met het gebruik van warm water. Daarnaast is waterbesparing op zich natuurlijk ook zinvol: niet alleen vanwege de kosten, maar zeker ook vanwege de nadelige gevolgen van de waterwinning voor het milieu.
er rs ie ci ee lg eb ru ik
U kunt natuurlijk proberen minder (warm)water te gebruiken door bijvoorbeeld korter te douchen. Maar er zijn andere mogelijkheden om water te besparen waarbij het comfort hetzelfde blijft of zelfs verbeterd wordt. Deze worden hierna in het kort uitgelegd. In uw woning zijn in ieder geval al enkele waterbesparende maatregelen genomen. Welke precies is in deze handleiding niet opgenomen omdat dat per woning kan verschillen. Bij koopwoningen heeft de koper immers zelf vaak invloed op de keuze van kranen, douchekop, ander sanitair. Soms kunt u er ook voor kiezen om een installatie voor warmteterugwinning uit douchewater aan te laten brengen.
tra tie ve
Zie voor meer informatie over waterbesparing ook www.milieucentraal.nl en www.infobladen.nl Waterbesparing bij kranen Kranen zijn vaak voorzien van een volumestroombegrenzer al dan niet gecombineerd met een perlator (zeef in de uitloop). De volumestroombegrenzer beperkt de hoeveelheid water die uit de kraan komt. De perlator voegt lucht bij het water zodat het gaat bruisen. Het lijkt alsof er een volle straal water uit de kraan komt. U zult daardoor de kraan minder ver openen, hetgeen water bespaart.
on s
Tip:
m m
em
Bij de perlator kan na verloop van tijd kalkaanslag ontstaan. Hierdoor wordt de waterstraal minder goed verdeeld. Schroef de perlator van de kraan en leg deze in schoonmaakazijn te weken. De kalk lost op en de perlator is weer klaar voor gebruik.
oo r
co
D
Waterbesparende douchekop Een waterbesparende douchekop (spaardouche) gebruikt minder water dan een normale douchekop terwijl bij een goede keuze van de douchekop het comfort toch goed blijft. Door de water- en vooral door de energiebesparing is zo’ n douchekop erg interessant. Waterbesparende douchekoppen laten maximaal zo’ n 6 liter per minuut door (bij een waterdruk van 1 bar). Er bestaan diverse klassen voor waterbesparing, waarbij ‘Doorstroomklasse Z’ het zuinigst is; zie verder www.milieucentraal.nl of www.infobladen.nl.
ie tv
Let op: Een spaardouche is meestal goed te combineren met uw warmwaterinstallatie, maar niet altijd. Een toestel zonder voorraad warmwater slaat mogelijk niet aan door de relatief kleine hoeveelheid warmwater die wordt gevraagd met een spaardouche. Informeer daarom altijd bij de leverancier of uw installateur naar de mogelijkheden. Dat geldt ook als u een ‘luxe’ douche (met bijvoorbeeld extra zijsproeiers of een extra grote douchekop) overweegt die relatief veel water gebruikt.
N
Thermostatische mengkraan Bij een thermostatische mengkraan is de gewenste watertemperatuur van te voren in te stellen. Zo’ n kraan is vooral comfortabel bij douche en bad en vergroot bovendien de veiligheid (voorkomt verbranding door heet water).
25
er rs ie ci ee lg eb ru ik
thermostatische badmengkraan
m m
co
D
em
on s
tra tie ve
Closet Uw closet(combinatie) is voorzien van een waterbesparende regeling. Er zijn verschillende mogelijkheden, de meest gangbare zijn: • één (kantelende) spoelknop; door deze aan één zijde in te drukken start het spoelen, door kort daarna op de andere zijde te drukken stopt het spoelen; soms is de tekst ‘STOP’ op of bij de knop aangegeven. • twee knoppen waarbij de ene voor het starten van het spoelen dient; de andere (die soms iets omhoog komt) moet ingedrukt worden om de spoeling te stoppen. • twee knoppen; de ene dient voor de volledige spoeling (meestal 6 liter), de andere dient voor de kleine spoeling (meestal 3 liter); hierbij hoef je alleen de juiste knop in te drukken. • Informeer uw eventuele huisgenoten en gasten over de bediening van het toilet.
ie tv
oo r
voorbeeld closetbediening
Hot-fill aansluiting voor vaatwasser en wasmachine In ons land worden zowel vaatwassers als wasmachines vrijwel altijd met alleen koud water gevuld, waarna de (vaat-)wasmachines dit water elektrisch verwarmen. Het is vanuit milieuoogpunt bekeken vaak gunstiger om deze apparaten (ook) te vullen met warm water uit het warmwaternet. Zie voor meer informatie www.milieucentraal.nl Tip:
N
Heeft u een tuin? Sproei dan zo min mogelijk met water. Planten die te veel ‘verwend’ worden, wortelen minder diep en u moet dus vaker sproeien.
26
Onderhoud / storing • Laat de warmwaterinstallatie 1x per 1,5-2 jaar door uw installateur onderhouden. • Indien u de installatie huurt of u woont in een huurwoning, zal de verhuurder de onderhoudsperiode van de warmwaterinstallatie in de meeste gevallen bewaken. • Voorkom bevriezing van de (warm)waterleidingen en tap bij vorst een eventuele buitenkraan af. • Heeft de warmwaterinstallatie een storing, kijk dan eerst op de display (regelpaneel) van de ketel/boiler of hierover informatie wordt gegeven.
tra tie ve
on s
voorbeeld watermeter
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Watermeter en hoofdkraan De watermeter is onder in de meterkast aangebracht. Met de hoofdkraan kan u de waterleiding geheel afsluiten. Dit moet u bijvoorbeeld doen wanneer u een pakking (ook wel kraanleertje genoemd) van een kraan vervangt. Soms zijn er bij kranen stopkraantjes aanwezig, bijvoorbeeld onder de wasbakken. Dan kunt u deze dichtzetten als u een kraan of onderdeel ervan wilt vervangen.
co
D
Voorkom bevriezing waterleiding
m m
em
De watermeter heeft aan beide zijden een hendel waarmee de toevoer afgesloten kan worden. Dit doet u door de hendel een kwart slag te draaien. Op de foto staan beide hendels in de open stand (bovenste blauwe hendel betreft de aansluiting van een buitenkraan).
Voorkom bevriezing van de (warm)waterleidingen. Zorg ervoor dat bij (strenge) vorst elk vertrek (waar een waterleiding doorheen loopt) tenminste enigszins wordt verwarmd. Let op: de waterleiding is vaak weggewerkt in de dekvloer of wanden.
ie tv
oo r
Tap bij vorst een eventuele buitenkraan af. Is de kraan vorstbestendig en wordt deze ‘s winters toch niet gebruikt, tap dan de kraan toch af. Dit om bacteriologische verontreiniging van het drinkwater te voorkomen.
N
Comfortklassen Bij warmwaterinstallaties wordt onderscheid gemaakt tussen diverse comfortklassen. Dit heeft onder andere te maken met de hoeveelheid warmwater die de installatie tegelijkertijd kan leveren. Deze hoeveelheid bepaalt bijvoorbeeld of u tegelijkertijd de warmwaterkraan in de keuken kan gebruiken en kan douchen. Meer info over onder andere keurlabels kunt u terugvinden op de website www.epk.nl. In de tabel kunt u zien welke mogelijkheden er zijn.
27
er rs ie ci ee lg eb ru ik
tra tie ve indeling comfortklassen
Hoe ga ik om met het sanitair?
m m
Kitvoegen: In uw huis is sanitair geplaatst en de natte ruimten zijn voorzien van tegels. Op de naden tussen sanitair en tegels en vaak op binnen of buiten hoeken van tegelwerk wordt kit gebruikt om lekkage te voorkomen en uitzetting of beweging op te vangen. Kitwerk is helaas noodzakelijk en vraagt aandacht van de gebruikers. Controleer dan ook regelmatig of de kitvoegen nog vast zitten. (in geval van lekkage door loszittende kitvoegen zal uw verzekeraar de schade niet vergoeden!). Zijn uw voegen niet meer waterdicht vervang deze dan zo spoedig mogelijk. Raadpleeg uw W-installateur of een bouwkundige aannemer c.q. gespecialiseerd kitbedrijf.
ie tv
oo r
co
D
em
on s
Uw installatie is uitgerust met een comfortklasse CW 3 warmwatertoestel.
Instructie kitvoegen vervangen: Voordat u nieuwe kit aan kunt brengen, dient alle oude kit zorgvuldig verwijderd te worden. Nieuwe kit hecht namelijk niet op oude. Het grootste deel is te verwijderen met een speciaal kitmesje. Voor het verwijderen van de laatste restjes zijn professionele kitverwijderaars, die de kit oplossen, te verkrijgen. Maak de ondergrond goed schoon en zorg dat u de juiste kit gebruikt. Voor verschillende ondergronden bestaan verschillende soorten kit. Aan te raden is om neutrale siliconenkit (NO) te gebruiken, deze hecht op alle materialen. Gebruik voor marmer en natuursteen echter alleen speciaal hiervoor bestemde kit (NM). Deze kit hecht bovendien op alle andere materialen. Let op dat de kit schimmelwerend is en dat u deze afstrijkt met een Ph-neutrale zeep. Voor de levensduur van de kit, zie informatie over onderhoud op de verpakking.
N
Let op: Kit hecht niet op het snijvlak van tegels, deze dient eerst met primer behandeld te worden. Ingebruikname bad: na het afkitten van de badrand dient liefst 48 uur, doch minimaal 24 uur water in het bad te blijven staan. Ingebruikname douche: na het afkitten van de douche dient liefst 48 uur, doch minimaal 24 uur voldoende gewicht (bijvoorbeeld 2 zakken cement) in de douche te blijven staan.
28
Schoonmaak sanitair: Gebruik nooit chloorhoudende of zure (citroen, azijn, etc.) schoonmaakmiddelen op kit en keramisch materiaal Wel toegestaan: Ph-neutrale schoonmaakmiddelen als spiritus, alcohol, Glassex.
m m
N
ie tv
oo r
co
D
em
on s
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Hoe kan ik het beste mijn douchewand onderhouden? Het belangrijkste advies is: na ieder gebruik van de douche met een wisser de panelen droogtrekken en de profielen afwrijven. Hierdoor wordt voorkomen dat zich kalk en vuil aan de douchewand gaat hechten. Als zich toch kalk vormt kan dit alleen verwijderd worden met zuurhoudende middelen zoals schoonmaak azijn. Deze middelen zijn schadelijk voor de aluminium profielen en de kitranden. Daarom altijd goed naspoelen met schoon water als zure of agressieve middelen zijn gebruikt. Gebruik nooit schurende middelen.
29
Uw koelinstallatie Hoe ga ik om met koelen van mijn huis? Steeds meer mensen vinden het prettig een airco-installatie (oftewel koelsysteem) in hun huis te laten installeren. Ook u heeft misschien het voornemen uw huis te koelen en te verwarmen door middel van een airco. Want die mogelijkheid bestaat. Nog niet zo lang geleden werden airco’ s voornamelijk gebruikt om tijdens hete zomers toch een koele woning te creëren. Tegenwoordig hebben airco’ s de mogelijkheid om zowel een huis of pand te koelen als ook te verwarmen. Er zijn al installaties op de markt die een combinatie zijn van airco en cv. Een dergelijk systeem kan uw woning verwarmen, koelen en van warm tapwater voorzien. De installatie kan dat regelen via kastjes (sensoren) binnen de woning, maar ook via de vloerverwarming of convectoren in uw woning.
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Gelukkig zijn airco-installaties de afgelopen jaren steeds duurzamer geworden. Het gebruik van de zogenaamde invertertechnologie zorgt ervoor dat, afhankelijk van de koelbehoefte, het energiegebruik langzaam toe- of afneemt. Dat betekent dat u fors energie bespaart omdat de airco niet elke keer aan of uit moet worden gezet. Het geluid van een werkende airco werd door velen als storend ervaren. Er is goed nieuws. Dankzij de invertertechnologie werken de installaties nu vrijwel geluidloos. U kunt rustig in uw woonkamer lezen of televisie kijken zonder dat u last heeft van het geluid van de werkende airco. De airco is op de achtergrond actief om het verblijf in uw woning zo comfortabel mogelijk te maken.
m m
Te warm in de zomer? Gebruik bij warm zonnig weer buitenzonwering en ventileer in ruime mate met buitenlucht zolang deze nog koeler is dan de binnenlucht. Dit zal vooral ‘s nachts en ‘s ochtends vroeg het geval zijn. Zet ramen en deuren open, maar let op insluipers! Laat eventueel anti-inbraakstangen in sommige ramen aanbrengen zodat u die zonder risico van inbraak open kunt laten staan. In plaats van buitenzonwering kan u ook binnenzonwering gebruiken, maar dergelijke zonwering heeft veel minder effect. Globaal weert buitenzonwering 75% van de zonnewarmte en binnenzonwering 35%. Deze percentages zijn gemiddelden. Het werkelijke percentage hangt af van het type en de kleur van de zonwering.
N
ie tv
oo r
co
D
em
on s
Tip
30
Uw ventilatiesysteem Ventilatie, waarom en hoe ?
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Waarom ventileren? Goed ventileren is belangrijk voor uw gezondheid en voor een comfortabel binnenklimaat. Goed ventileren betekent dat er voortdurend verse buitenlucht de woning binnenkomt en dat er voordurend ‘gebruikte’ binnenlucht naar buiten gaat. Als u te weinig ventileert, kunnen vocht en schadelijke gassen zich in de woning ophopen. Dit kan gezondheidsproblemen opleveren zoals benauwdheid, hoofdpijn of chronische verkoudheid. Ook kan na enige tijd schade aan de woning ontstaan zoals schimmelvorming. De toe te voeren verse buitenlucht zorgt voor onder andere de benodigde zuurstof voor u en uw eventuele huisdieren. De binnenlucht raakt vervuild door onder andere (kook)luchtjes, gassen en geuren uit allerlei (bouw)materialen, meubels, vloerbedekkingen, en gordijnen en kooldioxide (CO2) uitgeademd door mens en huisdier. Wist u bijvoorbeeld dat er per dag ongeveer 10 liter vocht in een woning wordt geproduceerd door bijvoorbeeld douchen en koken?
tra tie ve
Meer info Lees het dossier ‘ventilatie’ van het Ministerie van VROM via www.vrom.nl.
Onderhoud Er zal regelmatig onderhoud aan het ventilatiesysteem moeten plaatsvinden. Voor een deel kunt u dit zelf doen, voor een ander deel zal een installateur nodig zijn. Zie verder bij de toelichting op uw ventilatiesysteem.
on s
Hoe ventileren? Het ventilatiesysteem in uw woning helpt u om voldoende te ventileren. Belangrijk daarbij is dat u het systeem op de juiste wijze gebruikt. Belangrijk
m m
co
D
em
• Gebruik tijdens het koken, douchen of bij veel bezoek de hoogste ventilatiestand. • Schakel het ventilatiesysteem nooit helemaal uit, tenzij er calamiteiten zijn (zie bij calamiteiten). • Houd onder de binnendeuren een spleet van minimaal 1,5 cm vrij in verband met de benodigde luchtcirculatie en ventilatie. Denk hieraan bij het aanbrengen van de vloerbedekking. Is de vloerbedekking erg dik, dan zult u misschien deuren moeten (laten) inkorten. • Houd ventilatieroosters in binnendeuren en/of binnenmuren open zodat binnenlucht goed afgezogen kan worden.
oo r
Toevoer verse buitenlucht en afvoer binnenlucht Bij ventilatie gaat het om de toe- en afvoer van lucht gedurende de hele dag. Het ventilatiesysteem moet altijd in bedrijf zijn, ook als u niet thuis bent.
ie tv
De toevoer van buitenlucht gebeurt meestal via gevelroosters of via ‘toevoerventielen’ in plafonds en binnenwanden; dit is afhankelijk van het type ventilatiesysteem dat u heeft.
N
Bij de meeste ventilatiesystemen wordt de binnenlucht vanuit de woonkamer en slaapkamers mechanisch afgevoerd via ‘afvoerventielen’ in keuken, wc en badkamer. Soms ook via ventielen in een berging, opstelplaats voor wasapparatuur of heel soms in een slaapkamer. Houd daarom onder alle binnendeuren een spleet van minimaal 1,5 cm vrij zodat de binnenlucht zich goed van de ene ruimte naar de andere ruimte kan verplaatsen. Om vervolgens afgezogen te worden. Let daarop bij het aanbrengen van de vloerbedekking; laat zonodig binnendeuren iets inkorten. In plaats van een spleet kunnen er ook roosters in binnendeuren en/of binnenwanden geplaatst zijn. Houd deze ook open zodat binnenlucht goed afgezogen kan worden.
31
In de keuken is vaak een afzuigkap (wasemkap) aanwezig zodat u tijdens het koken extra lucht kan laten afzuigen of kan laten filteren en opnieuw gebruiken (‘recirculeren’); dit is afhankelijk van het type afzuigkap (zie bij Uw afzuigkap). Bij ventileren gaat het om de voortdurende toevoer van versebuitenlucht en de afvoer van ‘gebruikte’ binnenlucht, dus 24 uur perdag. Hoeveel u moet ventileren hangt af van o.a. het aantal mensen inhuis en de activiteiten waarmee u bezig bent.
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Luchten Wanneer u het prettig vindt om uw woning te ‘luchten’, dan is dit prima. Dit doet u door de ramen en deuren, bijvoorbeeld een kwartier, goed open te zetten. Als de verwarming aanstaat, zet deze dan tijdens het luchten wel zo laag mogelijk of uit. Het is bij geen enkel ventilatiesysteem aan te raden in de winter langdurig ramen open te laten staan. De woning wordt dan onnodig afgekoeld.
tra tie ve
Lucht ook tijdens of direct na bijzondere activiteiten zoals verven of een feestje. Vocht in de lucht, stof en schadelijke stoffen zoals oplosmiddelen verdwijnen zo het snelst. Ter informatie: Elke kamer moet volgens de voorschriften voorzien zijn van één of meer te openen ramen of deuren zodat die kamer en de woning in korte tijd goed geventileerd (gelucht) kan worden. Tip voor als u gaat verven;
m m
Verbouwen / uitbreiden/ bijtrekken zolder of garage Wanneer u uw woning gaat verbouwen, is het van groot belang dat het ventilatiesysteem aan de nieuwe indeling aangepast wordt. Dit speelt bijvoorbeeld wanneer u op zolder een slaap- of hobbykamer wil aanleggen, of de garage als woonruimte wilt gebruiken. Informeer van te voren welke mogelijkheden er zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om mogelijkheden voor het aanbrengen van ventilatieroosters voor verse buitenlucht, de aansluiting op het afzuigsysteem en om de capaciteit van de ventilatie-unit. Is deze capaciteit wel voldoende? Ook wanneer u een nieuwbouwwoning gaat betrekken, is het aan te bevelen om naar deze problematiek te informeren.
co
D
em
on s
Gebruik bij voorkeur verven op waterbasis, zeker binnenshuis; dat voorkomt het inademen van schadelijke oplosmiddelen.
N
ie tv
oo r
Calamiteiten
32
Bij een calamiteit zoals een grote brand of ontsnapping van giftige stoffen, adviseert de overheid (via de radio, tv of geluidwagens) om ramen en deuren te sluiten. Volg dat advies op en sluit bovendien ook andere openingen voor de toevoer van ventilatielucht. Zet uw ventilatiesysteem helemaal uit; dit kan meestal door de stekker van de ventilatie-unit eruit te halen. Als dit niet kan, zet dan de bijbehorende elektragroep uit (zie bij Meterruimte of Elektra). Het uitzetten van de ventilatie levert voor korte tijd (enige uren) geen probleem op: er is voldoende zuurstof in huis aanwezig, ook als er helemaal niet wordt geventileerd.
Te warm in de zomer? Gebruik bij warm zonnig weer buitenzonwering en ventileer in ruime mate met buitenlucht zolang deze nog koeler is dan de binnenlucht. Dit zal vooral ‘s nachts en ‘s ochtends vroeg het geval zijn. Zet ramen en deuren open, maar let op insluipers! Laat eventueel anti-inbraakstangen in sommige ramen aanbrengen zodat u die zonder risico van inbraak open kunt laten staan. In plaats van buitenzonwering kan u ook binnenzonwering gebruiken, maar dergelijke zonwering heeft veel minder effect. Globaal weert buitenzonwering 75% van de zonnewarmte en binnenzonwering 35%. Deze percentages zijn gemiddelden. Het werkelijke percentage hangt af van het type en de kleur van de zonwering.
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
De was drogen? Droog bij voorkeur de was buiten: dit voorkomt dat te veel vocht in uw woning komt en u bespaart elektriciteit voor de wasdroger. Gebruikt u geen wasdroger en wilt u de was binnen drogen: ventileer de ruimte waar de was droogt goed en zet bij veel was het ventilatiesysteem tijdelijk in de hoogste stand. Zorg dat bij wasdrogers geen vochtige lucht in de woning komt (zie ook de website van Milieu Centraal). Controleer het filter van de wasdroger en maak deze zonodig schoon, dit vanwege brandgevaar; zie hiervoor de handleiding van de fabrikant. Ventilatiesystemen Ventilatiesystemen kunnen worden ingedeeld op basis van de manier van lucht toe- en afvoer.
ie tv
oo r
co
D
em
Principe schema’s:
m m
on s
Indeling van de systemen: Systeem A: Natuurlijke toevoer en natuurlijke afvoer van ventilatielucht Systeem B: Mechanische luchttoevoer en natuurlijke luchtafvoer Systeem C: Natuurlijke luchttoevoer en mechanische luchtafvoer Systeem D: Mechanische luchttoevoer en mechanische luchtafvoer (gebalanceerde ventilatie) al dan niet met warmteterugwinning (WTW)
Systeem B: Mechanische luchttoevoer en natuurlijke luchtafvoer
N
systeem A: Natuurlijke toevoer en natuurlijke afvoer
33
Systeem D: Gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Systeem C: Natuurlijke toevoer en mechanische afvoer
tra tie ve
Bij systeem C en D zijn er varianten met zogenaamde vraagsturing. Deze sturing kan geschieden op basis van tijd (een ventilatieprogramma), vochtgehalte in de lucht of CO2percentage. Systeem C+D: Gebalanceerde ventilatie in één of meer vertrekken en natuurlijke toevoer en mechanische afvoer in keuken, badkamer en toilet.
m m
Combinatie systeem C en D
Variatie op systeem D
co
D
em
on s
Systeem D2 (variant): Mechanische toevoer van ventilatielucht in woonkamer en slaapkamers en centrale mechanische afvoer via keuken, toilet en badkamer.
De ventilatie in uw woning is op onderstaand systeem ontworpen.
N
ie tv
oo r
Hoe werkt uw ventilatiesysteem?
Systeem D: Gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning
34
Tip: Heeft u een storing of vraagt u zich af welk onderhoud moet gebeuren, kijk dan in de volgende paragraaf of uw handleiding van het ventilatiesysteem.
er rs ie ci ee lg eb ru ik
• Het ventilatiesysteem moet altijd in werking zijn. Haal dus nooit de stekker van de wtw-unit uit het stopcontact behalve bij calamiteiten. • Kies de juiste ventilatiestand met behulp van de driestanden-schakelaar. • Houd onder de binnendeuren een spleet van minimaal 1,5 cm vrij in verband met de benodigde ventilatie. Denk hieraan bij het aanbrengen van de vloerbedekking • Houd ventilatieroosters in binnendeuren en/of binnenmuren open.
tra tie ve
In uw woning is een gebalanceerd ventilatiesysteem toegepast. Bij gebalanceerde ventilatie vindt zowel de toevoer van buitenlucht als de afvoer van binnenlucht plaats met behulp van ventilatoren. De beide luchtstromen hebben een gelijk volume, ofwel zijn in ‘balans’ . Bovendien wordt ongeveer 95% van de warmte uit de afvoerlucht overgedragen aan de koude toevoerlucht. Dit levert een aanzienlijke energiebesparing op. Ook het comfort is daardoor goed: u heeft geen last van koude lucht die als tocht ervaren kan worden. Het ventilatiesysteem bestaat uit een stelsel van meestal dunwandige metalen buizen die door wanden en vloeren lopen. Een deel van de buizen dient voor de toevoer van de verse lucht en een deel voor de afvoer van de binnenlucht. In de diverse vertrekken zitten toevoer- en/of afzuigventielen die aangesloten zijn op het stelsel.
on s
Het systeem voert verse lucht aan in de woon- en slaapkamers. Tegelijkertijd wordt vanuit de keuken, de wc en de badkamer een gelijke hoeveelheid ‘gebruikte’ lucht afgezogen. Soms zijn er nog extra afzuigventielen, bijvoorbeeld in een inpandige berging of op een zolder.
m m
co
D
em
In de zogenaamde wtw-unit vindt de warmteterugwinning plaats: de warmte van de afvoerlucht wordt overgedragen aan de toevoerlucht. Hierbij blijven de beide luchtstromen gescheiden van elkaar. Ook zijn in de unit de beide ventilatoren ondergebracht. De wtw-unit is te herkennen aan de 4 luchtslangen of luchtbuizen die eraan gekoppeld zijn. Deze dienen voor de diverse ‘soorten’ toe- en afvoerlucht. In de wtw-unit zijn ook 2 filters aangebracht die regelmatig onderhoud nodig hebben. In uw woning is de wtw-unit aangebracht in/op de zolder.
N
ie tv
oo r
Mogelijke aanvulling: Uw wtw-unit is standaard voorzien van G3-filters (of andere code) voor een normale filtering. Wilt u de toevoerlucht extra filteren, dan kunt u het standaard filter vervangen door een fijnstoffilter of pollenfilter (een F6- of F7-filter). Maar LET OP: dat kan alleen als de capaciteit van de ventilatoren voldoende is. Informeer bij uw installateur of dit kan. Mogelijk moet uw installateur het ventilatiesysteem opnieuw inregelen.
principe van gebalanceerde ventilatie
wtw unit opgesteld
35
Ventilatiestanden Het ventilatiesysteem kent drie ventilatiestanden waardoor de ventilatiehoeveelheid afgestemd kan worden op de ventilatiebehoefte. Deze stand kan u regelen met de driestandenschakelaar in de keuken. Soms is de schakelaar op de afzuigkap gemonteerd. De standen worden met cijfers of symbolen aangegeven. De drie standen zijn: Stand 1: wanneer niemand thuis is Stand 2: wanneer één of meerdere personen thuis zijn Stand 3: bij koken, douchen, baden, veel bezoek, partijtjes en dergelijke.
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
In sommige woningen is een extra schakelaar aangebracht bij bijvoorbeeld de badkamer. Heeft u nog geen extra schakelaar, dan is een draadloos exemplaar misschien mogelijk. In dat geval kan u de schakelaar eenvoudig zelf monteren.
ie tv
m m
oo r
co
D
em
on s
voorbeelden 3-standenschakelaars
Sommige drie-standenschakelaar zijn voorzien van een ‘ledje’ (lampje). Als dit gaat branden (knipperen), is er een storing in de wtw-unit of zijn de filters vervuild.
N
Andere instelmogelijkheden • Sommige systemen kennen extra instelmogelijkheden voor o.a.: • Comforttemperatuur; dit is de temperatuur waarop de bypass (zie bij bypass) wordt geregeld • Tijdvertraging; de hoogste ventilatiestand blijft na terugschakeling naar een lagere stand nog een tijdje op de hoge stand werken; dit is handig na koken en douchen. Meestal zijn deze mogelijkheden op een display (regelpaneel) op de wtw-unit door u in te stellen. Zie hiervoor de handleiding van de fabrikant.
36
Wel of geen ramen openen? Het openen van ramen in de winter is gewoon mogelijk, maar doe dit niet te lang: U mist dan een deel van de energiebesparing. Kort luchten, bijvoorbeeld een kwartier, is geen enkel probleem. ‘ s Zomers kunt u wel zonder enig bezwaar ramen (langdurig) open zetten, maar let op insluipers. Laat eventueel anti-inbraakstangen in sommige ramen plaatsen.
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Waarschuwing: let op bij open haard, houtkachel of open inzethaard op gas Vraag altijd advies aan uw installateur/verhuurder over het plaatsen van een open haard, houtkachel of open inzethaard op gas (‘ blokkenvuurtoestel’ ). Dergelijke haarden en kachels zijn namelijk NIET te combineren met een mechanisch afzuigsysteem tenzij speciale maatregelen worden genomen. Zo moet er buitenlucht rechtstreeks via een luchtkanaal naar de haard of kachel aangevoerd worden. Zonder deze maatregelen bestaat het gevaar dat het ventilatiesysteem de verbrandingsgassen van haard of kachel in uw woning terug zuigt.
on s
tra tie ve
Informeer bij een deskundige (aannemer, ontwikkelaar enz.) of een rookgasafvoer (‘ schoorsteen’ ) aangelegd kan worden; en zo ja, waar? Dit is van belang met het oog op de constructie van vloeren en op eventuele leidingen in de vloeren.
m m
em
Opstelling met luchttoevoer van buiten
co
D
Schema van een gesloten houtkachel met aanvoer van buitenlucht via een luchtkanaal in de kruipruimte. Het luchtkanaal moet van gevel tot gevel lopen. Dit omdat bij een kanaal met slechts aan één gevel een aanvoeropening, kans is op onderdruk bij die opening. Er wordt dan geen buitenlucht naar de haard of kachel aangezogen. Tip:
N
ie tv
oo r
Een open haard levert erg veel milieuproblemen op en is daarom sterk af te raden. Bij houtkachels is dat minder het geval, zeker als ze een behoorlijk rendement hebben.
37
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Onderhoud / storing • Vervang de twee filters in de wtw-unit minimaal 2x per jaar en maak ze tussendoor 1x schoon. Zowel voor het schoonmaken als het vervangen geldt: of zoveel vaker als nodig blijkt. • Reinig de toevoer- en de afvoerventielen minimaal 1x per jaar of zoveel vaker als nodig blijkt. • Laat de ventilatie/wtw-unit 1x per jaar door uw installateur nakijken en zonodig schoonmaken/bijstellen. • Controleer het filter in de afzuigkap minstens eens per 2 maanden en vervang deze of maak deze schoon. Schoonmaken en vervangen filters wtw-unit • Vervang minimaal 2x per jaar de filters in de wtw-unit, dit is eenvoudig zelf te doen. Ook kunt u dit door uw installateur laten doen. • U kunt filters kopen bij uw installateur, onderdelenwinkels voor huishoudelijke artikelen, via internet en soms bij de fabrikant. • Schakel bij het vervangen de stroomtoevoer uit door de stekker uit het stopcontact te halen. • Maak tussendoor 1x de twee filters in de wtw-unit schoon met behulp van een stofzuiger. Plaats ze altijd in dezelfde stand terug zoals ze eruit gehaald zijn. Schakel tijdens het schoonmaken de stroomtoevoer uit door de stekker uit het stopcontact te halen. • Vergeet niet de wtw-unit weer aan te zetten.
m m
Let op: • Let op dat u de filters koopt die bij uw type wtw-unit horen! • Is uw woning net opgeleverd of heeft u net verbouwd? Dan kan er relatief veel stof in de woning zitten. Vervang de filters niet pas na een half jaar maar bijvoorbeeld al na 1 of 2 maanden.
Haal de stekker uit het stopcontact. Trek vervolgens de filters aan de handvatten uit de unit
Verwijder de klemmen
Schuif het filter van het frame
Zuig het filterdoek schoon met een stofzuiger of doe het in een sopje
N
ie tv
oo r
co
D
em
on s
Zie voor meer informatie de handleiding van de wtw-unit.
38
tra tie ve
Plaats de filters terug en steek de stekker weer in het stopcontact. Schakel het toestel weer in
on s
Monteer de klemmen
Schuif het schoongemaakte of nieuwe filterdoek terug op het frame
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Indien sopje: spoel de zeepresten af en laat het filterdoek drogen
Het vervangen van de filters kan bij elke wtw-unit weer anders zijn; gebruik daarom de fabriekshandleiding die bij uw wtw-unit hoort.
m m
D
em
Het achterwege laten van dit onderhoud kan de werking van het ventilatiesysteem ernstig belemmeren: er wordt dan veel te weinig geventileerd. Het gevolg: een onaangenaam en ongezond binnenklimaat. Dit kan zelfs gezondheidsklachten tot gevolg hebben.
N
ie tv
oo r
co
Schoonmaken toe- en afvoerventielen Deze zijn eenvoudig zelf schoon te maken. Doe dit minimaal 1x per jaar met water en zeep. Of doe het zodra bij de opening vuil te zien is. Er zijn verschillende soorten ventielen. Maar voor alle geldt: • Maak de ventielen één voor één schoon en plaats ze direct terug. Zo voorkomt u dat u de ventielen verwisselt. • Verwissel de ventielen onderling niet omdat ze in veel systemen ingesteld zijn op een bepaalde hoeveelheid lucht die bij dat vertrek hoort. • Wijzig (als dat al kan) de afstelling van de binnenconus (bepaalt het volume) niet. • Plaats ze steeds op dezelfde wijze terug zoals u ze ook er uit gehaald heeft.
39
Let bij het uittrekken van het ventiel erop dat er geen rubberring achterblijft
Reinig het ventiel met een sopje. Spoel goed na en droog het ventiel af. Plaats het ventiel terug in muur of plafond
Ventilatieunit Laat deze door uw installateur 1x per jaar nakijken en zonodig schoonmaken en bijstellen.
m m
D
em
on s
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Pak het ventiel aan de buitenrand vast en trek het met een draaiende beweging in zijn geheel uit muur of plafond
Reinigen kanalenstelsel In de loop van de jaren bestaat de kans dat de luchtkanalen vervuild raken. Reinigen van de kanalen is gewenst en ook mogelijk. Neem hiervoor contact op met uw installateur.
ie tv
oo r
co
Storing ventilatiesysteem, wat te doen? Een storing in het ventilatiesysteem levert geen direct gevaar. Zet als u thuis bent één of enkele ramen op een kier zodat uw woning kan ventileren. Let op insluipers! Laat wel de unit spoedig repareren om (vocht)problemen te voorkomen. Neem contact op met uw installateur en neem, indien aanwezig, de storingscode op de display op en het type wtw-unit.
Uw afzuigkap in de keuken Bij het koken ontstaan geuren en waterdampen, die afgevoerd moeten worden. Hiervoor zijn afzuigkappen (wasemkappen) ontwikkeld. Er zijn nogal veel uitvoeringen. In deze handleiding wordt nader ingegaan op het bij u geïnstalleerde type.
N
Werking van uw afzuigkap In uw woning is een afzuigkap met motor geplaatst. Deze afzuigkap heeft een eigen afvoer naar buiten. De afzuigkap mag nooit aangesloten worden op de mechanische afzuiging tenzij de fabrikant van de (centrale) ventilatie-unit dit wel toestaat. Werk de afzuigventielen in de keuken nooit weg achter bijvoorbeeld bovenkasten: de ventielen zorgen voor de normale ventilatie en zijn volgens het bouwbesluit verplicht.
40
voorbeeld inbouw afzuigkap
er rs ie ci ee lg eb ru ik
voorbeeld vrijhangende afzuigkap
tra tie ve
Vervangen of schoonmaken filter • Controleer het filter in de afzuigkap minstens eens per 2 maanden.Bij ‘doeken’ filters: vervang deze zo nodig; hoe vaak dit moet gebeuren is erg afhankelijk van uw wijze van koken en hoe vaak u kookt. De doeken filters zijn te koop in onder andere onderdelenwinkels voor huishoudelijke artikelen. • Bij permanente metalen of kunststof filters: maak deze zo nodig schoon in de vaatwasser of met de hand met behulp van een schoonmaakmiddel dat daarvoor geschikt is. Zie de handleiding van de afzuigkap hoe het filter vervangen moet worden.
on s
Een schoon filter is belangrijk voor een goede werking van de installatie. Een vervuild (vet!) filter laat te weinig lucht door en een ‘papieren’ filter is zelfs brandgevaarlijk.
Waarschuwing!
m m
N
ie tv
oo r
co
D
em
Sluit nooit een afzuigkap met motor aan op het mechanische afzuigsysteem, tenzij de fabrikant van de ventilatie-unit dit wel toestaat.
41
Uw gasinstallatie Hoe ga ik om met gas? Er in uw woning een aansluiting voor gasapparatuur aangelegd. In dit hoofdstuk vindt u meer informatie over het gasnet en de aan te sluiten voorzieningen. Tip: Heeft u een storing of vraagt u zich af welk onderhoud moet gebeuren, kijk dan in de volgende paragraaf of in uw handleiding van de gasinstallatie.
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Klussen? Sluit bij klussen of bij het aan- of afkoppelen van gasapparatuur altijd de tussenkranen bij de apparatuur en de hoofdkraan af. Verricht alleen werkzaamheden die u ‘aankunt’ , zoals vervangen van de gasslang. Laat moeilijke klussen over aan uw W-installateur.
tra tie ve
Extra voorzieningen? Tegenwoordig zijn er steeds meer apparaten die een extra gasaansluiting vragen. Zo zijn er wasdrogers op gas (energiezuinig) en barbecues op aardgas. De extra aansluitingen zijn geen klusje voor de doe-het-zelver. Vraag om advies bij uw W-installateur.
In de meterkast zit bij de gasmeter een kraan (meestal een hendel). Door deze hendel een kwart slag te draaien, sluit u de gastoevoer naar uw woning. Verder zitten er kranen bij de aansluiting van de diverse (huishoudelijke) apparaten op het gasnet waarmee u de toevoer per toestel kan afsluiten.
m m
Ruikt u gas? • Sluit direct de hoofdkraan (hendel) bij de gasmeter in de meterkast. • Open deuren en ramen. • Vermijd vuur en vonken. • Schakel geen elektrische verlichting of toestellen in of uit. • Probeer de oorzaak te vinden of bel uw W-installateur. In diverse gebieden in Nederland zijn de kruipruimten erg vochtig. Als dan metalen gasleidingen aangebracht zijn, kunnen deze gaan roesten. Het is daarom in dit soort gevallen verstandig om de installateur een veiligheidskeuring volgens de NTA 8025 (veilig thuis check) te laten uitvoeren. Normaal gesproken is dit 1 keer per 10 jaar. Soms eerder, de installateur in uw woonplaats is daarvan op de hoogte.
N
ie tv
oo r
co
D
em
on s
Onderhoud / storing • Ruikt u gas, draai dan direct de hoofdkraan (hendel) uit die bij de gasmeter in de meterkast is aangebracht.
logo veiligheidskeuring
42
voorbeeld gasmeter met (gele) hoofdkraan. De hoofdkraan (gastoevoerhendel) staat open
m m
N
ie tv
oo r
co
D
em
on s
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Veiligheidsklep gasvoorziening Bij de gasmeter zit een veiligheidsklep. Deze zogenaamde ‘B-klep’ sluit de toevoer van gas af bij plotseling drukverlies. Op het moment dat ‘het lek’ hersteld is, wordt de druk geleidelijk weer opgevoerd. Na globaal een uur is de druk weer hersteld.
43
Uw elektrische installatie Hoe ga ik om met elektra? De groepenkast De groepenkast, ook wel ‘schakel- en verdeelinrichting’ in de woning is de beveiliging van de elektrische voorzieningen.
tra tie ve
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Er is één hoofdschakelaar waarmee u de totale elektriciteit in uw woning snel kunt uiten aanschakelen. Deze schakelaar en de groepenkast zijn in de meterruimte te vinden.
voorbeeld hoofdschakelaar
Tip:
voorbeeld groepenkast
m m
De elektrische installatie (het leidingnet) in uw woning is verdeeld in groepen. In de meterruimte heeft elke groep een eigen aan/uit schakelaar, deze zijn gecombineerd met een aardlekschakelaar tot één geheel (de aardlekautomaat). In de meterruimte staat op een lijst of kaart welke delen van de woning bij een bepaalde groep horen, de groepen zijn genummerd. De corresponderende nummers staan onder de bijbehorende installatieautomaten of aardlekautomaten. In uw woning zijn alle stopcontacten ‘geaard’ . Dit wil zeggen dat ze verbonden zijn via de aardleiding met de aarde; de ‘aardpen’ of ‘aardelektrode’ loopt door tot in het grondwater. Soms heeft u net buiten de woning een aardpen in de grond, maar tegenwoordig levert de netbeheerder de aardevoorziening. De aarding zorgt er voor dat een kapot apparaat niet onder spanning kan komen te staan: de elektriciteit vloeit via de aarding naar de aarde weg. Meer informatie over veiligheid en aarding: www.energieveilig.nl
N
ie tv
oo r
co
D
em
on s
Heeft u een storing of vraagt u zich af welk onderhoud moet gebeuren, kijk dan in de volgende paragraaf of uw handleiding van de elektrische installatie.
Aardlekautomaten Elke groep is voorzien van een aardlekautomaat. Zo’ n automaat is een combinatie van een aardlekschakelaar en een installatieautomaat (=de moderne vervanger van de ‘stop’ of ‘zekering’ ). De aardlekschakelaar zorgt er voor dat het betreffende deel van de installatie direct uitgeschakeld wordt wanneer er stroom weg ‘lekt’ naar de aarde. De installatieautomaat schakelt de stroomtoevoer uit bij overbelasting of kortsluiting. Bij kortsluiting of bij het gebruik van teveel ‘zware’ elektrische apparaten (apparaten die veel elektriciteit gebruiken) loopt er te veel stroom door een deel van de leidingen. Dit kan schade aan het elektranet tot gevolg hebben en kan zelfs brand veroorzaken. Zie hieronder als een storing optreedt. Een aardlekautomaat kan door blikseminslag in de buurt uitgeschakeld worden. Treedt er tijdens een onweersbui een storing op, dan kan u proberen om de aardlekautomaat direct weer aan te zetten. Lukt dit niet, volg dan de instructiues op die hieronder bij het kopje’ onderhoud/storing’ genoemd zijn.
44
Nieuwe aansluitingen voor speciale elektrische apparaten? Wilt u speciale elektrische apparaten aansluiten zoals een elektrische kookplaat, stoomcabine, sauna of werkbank, neem dan contact op met uw E-installateur. Die kan bepalen in hoeverre uw elektrische installatie aangepast moet worden, mede gelet op uw veiligheid.
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Klussen / werkzaamheden? Schakel de betreffende groep uit! Ga bij werkzaamheden aan de elektra altijd eerst na bij welke groep u de werkzaamheden uitvoert. Zet voor uw veiligheid deze groep vervolgens in de meterruimte uit met de aan/uit schakelaar op de installatieautomaat van die groep. In de meterruimte is op een lijst of kaart te vinden welke vertrekken en/of welke apparaten bij een bepaalde groep horen. Tips:
tra tie ve
Indien de meterruimte een slot heeft, draai de deur bij werkzaamheden op slot en neem de sleutel mee zodat niet iemand de groep (ongewild) aanschakelt.
Verricht alleen werkzaamheden die u ‘aan kunt’ , zoals klussen aan stekkers, stopcontacten en lampen. Laat moeilijkere klussen over aan uw E-installateur.
m m
N
ie tv
oo r
co
D
em
on s
Belangrijk: • Als gevolg van blikseminslag in uw omgeving kunnen allerlei apparaten die aan het elektriciteitsnet of de kabel zijn gekoppeld onherstelbare schade oplopen. Installeer daarom een beveiliging tegen overspanning. Informeer bij uw E-installateur of bij een elektronicawinkel. • Vrijwel alle elektrische toestellen produceren warmte. Ventilatie rondom een toestel is daarom van belang. Zorg dus voor voldoende ruimte rondom de toestellen. • Sluit elektrische toestellen aan op een stopcontact in dezelfde ruimte als waar u het toestel gebruikt. Sluit dus bijvoorbeeld geen toestel in de badkamer al dan niet met behulp van een verlengsnoer aan op een stopcontact elders. • Als een stekker niet past in een stopcontact, probeer de stekker dan niet alsnog ‘passend’ te krijgen. Een geaarde stekker hoort in een geaard stopcontact. • Wanneer u een verlengsnoer op een haspel gebruikt, rol het snoer altijd geheel uit! Anders kan het snoer bij gebruik van een aangesloten apparaat te warm worden en kan het snoer ernstig beschadigd raken. • Sluit geen verlengsnoer aan op een ander verlengsnoer. • Sluit op een verdeeldoos nooit meer toestellen aan dan het aantal stopcontacten in de doos. Let op: grote stroomverbruikers zoals een elektrische waterkoker en een koffiezetapparaat mogen nooit tegelijkertijd op één stopcontact of verdeeldoos worden aangesloten en aangezet worden! • Een (vaat)wasmachine en een droger dienen altijd op afzonderlijke stopcontacten aangesloten te worden. Ze kunnen alleen gelijktijdig gebruikt worden als de stopcontacten op aparte groepen aangesloten zijn. Informeer bij uw uw E-installateur naar de mogelijkheden. • Gebruik nooit een ‘tweelingsnoer’ voor het aansluiten van elektrische apparatuur en verlichting (230 V) op het elektriciteitsnet. Een dergelijk snoer is alleen bedoeld voor het aansluiten van luidsprekers, een deurbel en dergelijke.
45
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Doorsnede tweelingsnoer (links) en normaal snoer (rechts)
m m
Bespaar elektriciteit Nog steeds stijgt het gemiddelde elektriciteitsverbruik per huishouden. Veel nuttige tips om het verbruik omlaag te krijgen, zijn te vinden bij Milieu Centraal: www.milieucentraal. nl of bel 0900 - 1719. Een relatief eenvoudige manier om elektriciteit te besparen is het vervangen van gloeilampen door spaarlampen. Let bij het kopen van nieuwe armaturen er op dat deze geschikt zijn voor spaarlampen. Spaarlampen hebben vooral zin voor verlichting die langere tijd achter elkaar in gebruik is zoals in de woonkamer.
ie tv
oo r
co
D
em
on s
tra tie ve
• Gebruik in de badkamer en op andere vochtige en natte plaatsen altijd spatwaterdichte verlichting. Dergelijke verlichting is te herkennen door de aanduiding IP44 of IP 54 op de verpakking. • Heeft u een wasdroger? Zo ja, maak regelmatig het filter van de wasdroger schoon. Zie hiervoor de handleiding van uw apparaat. • Gebruik voor apparatuur buiten de woning zo mogelijk een stopcontact op een aparte groep, eventueel met een stekker met ingebouwde aardlekschakelaar. • Indien vanwege calamiteiten uw ventilatie moet worden uitgeschakeld, kunt u de stekker van de ventilatie-unit uit het stopcontact halen, maar soms is er ook in de meterruimte een schakelaar of speciale groep opgenomen om daar de ventilatie uit te schakelen. Zie verder www.veiligheid.nl voor meer informatie over (elektrische) veiligheid in en rondom de woning.
Door op bepaalde plaatsen een schakelklok, timer, bewegingsmelder of lichtsensor voor de verlichting aan te brengen voorkomt u dat lampen onnodig blijven branden. Dat kan bijvoorbeeld bij de buitenverlichting of in de hal. Als u hierbij TL- of spaarlampen wilt gebruiken, koop dan uitvoeringen die daar speciaal geschikt voor zijn. Anders gaat de lamp snel kapot. Zeer uitgebreide informatie is bij Milieu Centraal te vinden (www.milieucentraal.nl / energie en energiebesparen / verlichting). Iets wat vaak over het hoofd wordt gezien zijn de zogenaamde ‘standby’ -verliezen: dit is de elektriciteit die veel apparaten constant gebruiken terwijl u het apparaat niet gebruikt of terwijl het apparaat ‘uit’ lijkt te staan. Bekende voorbeelden zijn de tv, cd- en dvdspeler, computer en de oplader van een mobiele telefoon.
N
Het totale verbruik van stand-by kan wel oplopen tot 400 à 500 kWh per jaar! Met enige moeite kan dit globaal gehalveerd worden door apparatuur volledig uit te schakelen.
46
Tips energiebesparing:
er rs ie ci ee lg eb ru ik
• Gebruik, indien aanwezigde, de aan/uitknop van het apparaat. • Is er geen uitknop, haal de stekker uit het stopcontact. Of plaats een stekkerdoos met een aan/uit schakelaar tussen stopcontact en apparaat en zet de schakelaar na gebruik uit. • Dit is ook handig bij een groepje apparaten. Er zijn ook speciale stekkerdozen verkrijgbaar die de aangekoppelde apparaten beschermen bij blikseminslag in het elektriciteitsnet. • Halogeenlampen hebben vaak de aan/uitknop tussen lamp en transformator. De transformator blijft stroom verbruiken ook als de lamp uit is. Dit voorkomt u door de halogeenlamp aan te sluiten op een stekkerdoos met aan/uitschakelaar en hiermee te schakelen.
tra tie ve
Onderhoud / storing • Test de aardlekautomaten maandelijks, of in het uiterste geval 2x per jaar. • Laat uw elektrische installatie minimaal 1x per 10 jaar controleren.
on s
Controle aardlekautomaten De aardlekautomaten zijn in de meterruimte aangebracht. Test de aardlekautomaten maandelijks, of in het uiterste geval 2x per jaar, bijvoorbeeld bij de ingang van zomer- en wintertijd. Dit doet u door op de testknop T te drukken: de installatie moet direct uitgeschakeld worden. Als dat niet gebeurt, waarschuw direct uw E-installateur. Het testen is van belang om er zeker van te zijn dat de beveiliging goed werkt als dat nodig is. Opmerking: Als u ook een (keuken)verdeler heeft, dan moet u ook daar de aardlekschakelaar(s) testen. Zie de handleiding van de verdeler.
D
Tip:
m m
em
Let op: Tijdens het testen wordt de stroomlevering ook echt onderbroken. Houd hier dus rekening mee bij het gebruik van computers, video en andere (huishoudelijke) apparatuur. Zet dus eerst uw computers uit! Waarschuw uw eventuele huisgenoten. Loop na de test alle apparatuur na of ze opnieuw ingesteld moeten worden. Loop ook uw installaties voor verwarming en ventilatie na.
oo r
co
Doe het testen bij de overgang van zomer- naar wintertijd en andersom, want dan moeten toch waarschijnlijk diverse apparaten opnieuw ingesteld worden voor wat de tijdsaanduiding betreft.
N
ie tv
Controle elektrische installatie Laat uw elektrische installatie minimaal 1x per 10 jaar controleren door uw E-installateur. Naast de controle van de aardlekschakelaars zijn andere delen van de installatie door gebruik aan slijtage onderhevig. Het is daarom verstandig om uw installateur een veiligheidskeuring volgens de NTA 8025 (Veilig Thuis Check) te laten uitvoeren. Soms is het eerder nodig. Laat u adviseren door uw installateur.
47
er rs ie ci ee lg eb ru ik
logo veiligheidskeur
m m
Werkwijze bij storing van elektriciteit De aardlekautomaten zijn in de meterruimte aangebracht. Als er geen elektriciteit is, is dat vaak het geval door een uitgeschakelde aardlekautomaat. Als u constateert dat één van de aardlekschakelaars op stand 0 staat (= uit, schakelaar staat naar beneden), ga dan als volgt te werk: 1 Stel vast welk deel (welke groepen) van uw installatie niet werkt. Schakel in dat deel alle apparaten (en ook lampen!) uit en haal de stekkers uit het stopcontact. 2 Probeer nu de aardlekautomaat weer aan te zetten. 3 Als dat lukt: Doe nu alle stekkers één voor één terug en schakel vervolgens één voor één de apparaten weer in en doe de lampen weer aan. 4 Zodra de aardlekautomaat zichzelf weer uitschakelt, weet u welk apparaat of lamp defect is. Als de aardlekautomaat direct na het inschakelen zichzelf weer uitschakelt, terwijl alle apparaten en lampen nog uit en/of afgekoppeld zijn, dan zit er ergens in het betreffende deel van het elektriciteitsnet een defect. Waarschuw dan direct uw E-installateur.
co
D
em
on s
tra tie ve
Storing Ga bij een storing na of het een storing in uw huis is of een algemene elektriciteitsstoring: Treedt de storing in uw hele huis op, dan is de kans groot dat het een algemene storing is: kijk naar buiten of vraag het de buren. Zo ja: Wacht rustig af en luister eventueel naar een radio op batterijen, een autoradio of een mobieltje met radio. Zo nee: Dan is er iets mis in uw woning.
N
ie tv
oo r
Houd ook rekening met te veel aangesloten apparatuur. Het maximale vermogen mag 3600 Watt zijn.
Linker (1e) automaat uitgeschakeld
48
voorbeeld traditionele installatie met ‘stoppen’ en groepenschakelaars, wel met aardlekschakelaar
Elektrisch koken Gelet op energiebesparing, heeft koken op gas de voorkeur boven elektrisch koken. Wilt u of moet u elektrisch koken, dan zijn er diverse mogelijkheden: • conventionele kookplaat • keramische kookplaat • halogeen kookplaat • quicktherm kookplaat • inductie kookplaat Quicktherm en inductiekoken gebruiken de minste hoeveelheid energie.
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Let op: Gebruik de juiste pannen! Niet elk type pan is geschikt voor bijvoorbeeld inductiekoken. Lees de gebruikshandleiding van de kookplaat of informeer bij de leverancier van de kookplaat of van de pannen.
tra tie ve
Uw elektriciteitssysteem is niet voorbereid op elektrisch koken. Informeer bij uw Einstallateur naar de mogelijkheden.
m m
N
ie tv
oo r
co
D
em
on s
Voor meer info kunt u ook contact opnemen met Milieu Centraal: www.milieucentraal.nl of bel 0900 - 1719.
49
Uw ICT-, beeld- en geluidinstallatie Centrale antenne, beeld en geluid In uw meterruimte zijn diverse voorzieningen opgenomen voor elektra, gas en water. U vindt er ook één of meerdere aansluitingen voor communicatie, beeld en geluid. De leveranciers van deze signalen, telecom-, internet, of CAI-providers, geven u de mogelijkheid om via de gerealiseerde aansluitingen in uw huis te kunnen internetten, telefoneren, televisie kijken of naar de radio te kunnen luisteren. Tip:
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Als u nog moet kiezen tussen bepaalde leveranciers (providers), informeer altijd naar de garantievoorwaarden en de mogelijkheden voor (gratis) ondersteuning bij het installeren van systemen.
tra tie ve
De telecom-leverancier heeft een aansluiting in de meterruimte gerealiseerd voor de telefoon en eventuele internet- en tv-aansluiting. ‘Standaard’ is uw woning voorzien van een telefoonaansluiting in de woonkamer en mogelijk in de slaapkamer. Neem contact op met uw telecom-leverancier indien u op de hoogte wilt zijn van alle mogelijkheden.
m m
Wilt u uitbreidingen van de aansluitingen? Er zijn genoeg mogelijkheden om dit ook in uw huis te realiseren. Met een enkele kabel kunt u in uw woning een geïntegreerde geluid-data-beeldverbinding laten aanleggen, maar inmiddels zijn er ook beproefde draadloze oplossingen leverbaar. U hoeft niet bang te zijn voor een wirwar aan draden in uw huis want alles verloopt via een centraal kastje waarop de hoofdaansluitingen voor tv/radio, internet en telefoon worden aangesloten. Met een enkele stekker kunt u het systeem vervolgens koppelen aan televisies, computers en telefoons. Neem contact op met uw E-installateur of kijk op www.perfectwonen.nl.
co
D
em
on s
De leverancier van televisiesignalen heeft een aansluiting in de meterruimte gerealiseerd voor de Centrale Antenne Inrichting (CAI) en eventuele telefoon-/internetaansluiting. ‘Standaard’ is uw woning voorzien van een CAI-aansluiting in de woonkamer en mogelijk in de slaapkamer. Neem contact op met uw CAI-leverancier indien u op de hoogte wilt zijn van alle mogelijkheden.
N
ie tv
oo r
Computernetwerk
50
Computers, maar ook andere apparatuur, zijn steeds vaker met elkaar te verbinden. Hier wordt vaak een computernetwerk voor geïnstalleerd. Hiermee kunt u tegelijkertijd uw telefoontoestellen aansluiten. Overleg met uw E-installateur wat de mogelijkheden zijn.
Huisautomatisering
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Binnen uw woning zijn op verschillende terreinen installaties mogelijk die uw leven kunnen vergemakkelijken. Te denken valt onder meer aan verlichting. In ruimtes waar u slechts een korte tijd bent, bijvoorbeeld de hal, wc, bad- of slaapkamer, kan automatische verlichting worden toegepast. De verlichting springt automatisch aan dankzij sensoren op de deur die elke beweging registeren. Na het verlaten van de ruimte schakelt het licht weer automatisch uit. Als u bijvoorbeeld ‘s nachts naar de wc moet, hoeft u niet eerst het lichtknopje te zoeken. Zodra u uit bed opstaat, schakelt automatisch de ‘nachtpadverlichting’ aan: Getemperde lampen verlichten de route van het bed naar de wc of badkamer. En zodra u weer in bed ligt, schakelt de verlichting uit. Ook alle installaties die te maken hebben met verwarming, koeling, ventilatie en zonwering kunnen automatisch worden geregeld. Zo kan een verwarming het huis automatisch voorverwarmen voordat u ‘s ochtends uit uw bed stapt.
tra tie ve
Met betrekking tot de veiligheid van de woning zijn ook aanpassingen mogelijk. Bij een inbraak, gaslek of brandgevaar wordt u automatisch gewaarschuwd doordat het alarm afgaat. Controle is ook een belangrijk onderdeel van de huisnetwerken. Wanneer u uw huis verlaat, controleert het systeem of alles dicht is. Als er nog een raam openstaat, wordt dit aan u gemeld of sluit het raam automatisch. Neem contact op met uw E-installateur over mogelijkheden binnen uw woning.
Uw beveiligingsinstallatie
on s
Alarmering Tegen inbraak in uw woning kunt u veel doen, zoals goede sloten en kostbaarheden uit het zicht plaatsen. Daarnaast kunt u uw toevlucht nemen tot inbraaksignalering. Met een alarmsysteem vermindert u de kans op inbraak aanzienlijk.
m m
em
U kunt uw wensen en verlangens met uw installateur bespreken. Neem ook contact op met uw assurantietussenpersoon of uw verzekeraar. Zij zullen aangeven of er specifieke eisen zijn in verband met de waarde van uw bezittingen. Informeer bij uw E-installateur wat de beste manier is om uw woning te beveiligen. Of dat nu overdag is, ‘s nachts of tijdens langere perioden van afwezigheid zoals vakantie.
N
ie tv
oo r
co
D
Uw woning kan worden uitgerust met een beveiligingsinstallatie. Deze installatie zorgt voor een veilig gevoel en kan uw waardevolle bezit en gezin beschermen.
51
oo r
ie tv
N
52
er rs ie ci ee lg eb ru ik
m m
co
tra tie ve
on s
em
D Notities
oo r
ie tv
N
er rs ie ci ee lg eb ru ik
m m
co
tra tie ve
on s
em
D
Notities
53
Bijlage
Materiaalstaat fabrikaat, typenummer en serienummer
ruimte
Brandveiligheid
Brandmelder ELRO
zolder en hal
HR combi cv-ketel
Nefit HRC 32 nr. 90-234567-90
zolder
Radiatoren en/of convectoren
Radson vlakke plaat radiator
woonkamer
Radiatoren en/of convectoren
Veha standaard radiator
verdieping
Radiatoren en/of convectoren
Radson vlakke plaat radiator
woonkamer
Veha standaard radiator
verdieping
Radson handdoekradiator
badkamer
Nefit Moduline 30
woonkamer
Radiatoren en/of convectoren Radiatoren en/of convectoren
Thermostatische radiatorkranen
D Gebalanceerd systeem met warmteterugwinning D Gebalanceerd systeem met warmteterugwinning
Afzuigkap met motor
Itho WTW unit met bypass
zolder
em
Atag
keuken
Atag
keuken
N
ie tv
oo r
co
D
Itho ventielen
Holecalamats
on s
Aardlekautomaten
alle ruimtes excl. woonkamer
m m
Afzuigkap met motor
Herz TS
tra tie ve
Klokthermostaat in uw woning
er rs ie ci ee lg eb ru ik
Hoofdstuk
54
Bijlage
testen rookmelders, schoonmaken rookmelders
X
controleer werking inlaatcombinatie bij cv-ketel
X
radiatoren/convectoren schoon zuigen
X
er rs ie ci ee lg eb ru ik
de combi cv-ketel 1x keer per 1,5 à 2 jaar reinigen en afstellen X
controle kitvoegen in ‘natte’ ruimtes
X
filter WTW ventilatieunit reinigen
X
X
tra tie ve
filter in WTW ventilatieunit vervangen WTW ventilatieunit reinigen en bijstellen
reinig regelmatig de ventilatie afzuigventielen/roosters controle/reinigen filter in afzuigkap
X
X
X
Controle Gasinstallatie volgens Veilig Thuis Check (o.b.v. NTA 8025)
N
ie tv
oo r
co
m m
em
on s
Controle E-installatie volgens Veilig Thuis Check (o.b.v. NTA 8025)
D
Per 10 jaar
X
waterdruk in cv-installatie controleren
aardlekautomaten testen
door installateur
Per Jaar
per jaar
per half jaar
1-2 p. maand
door consument permanent
Onderhoudsmatrix
55
X
X
X
ie tv
er rs ie ci ee lg eb ru ik
oo r
co
m m
tra tie ve on s em D N
www.uneto-vni.nl www.isso.nl www.giw.nl www.perfectwonen.nl www.mijnhuisinstallatie.nl www.aedes.nl www.sbi.nl www.sei.nl www.tvvl.nl www.vacpuntwonen.nl www.veiligheid.nl www.veiligthuischeck.nl www.vrom.nl www.woonikbrandveilig.nl