Gezo ndhei d in Friesland
Demografische gegevens ouderen In dit hoofdstuk worden de demografische gegevens van de doelgroep ouderen beschreven. We spreken hier van ‘ouderen’ indien personen 55 jaar of ouder zijn. Dit omdat gezondheidsproblemen met name vanaf die leeftijd beginnen toe te nemen en er bij deze groep derhalve nog veel gezondheidswinst te behalen valt. Beschreven worden die gegevens die op dit moment bij de GGD Fryslân aanwezig en/of bekend en uitgewerkt zijn.
1. Leeftijdsopbouw en prognose voor de toekomst Friesland telt momenteel ruim 625.000 inwoners (01-01-2000). Hiervan zijn ruim 154.000 inwoners 55 jaar of ouder, dit is 24,8% van de totale Friese bevolking. In de toekomst zal het aantal en aandeel van ouderen in de totale bevolking van Friesland toenemen. In het jaar 2010 zullen ruim 191.000 inwoners 55 jaar of ouder zijn (29% van de totale Friese bevolking) oplopend tot bijna 260.000 in het jaar 2030 (36,8%). Ook het aandeel van de 75-plussers neemt toe. Dit wordt ook wel de ‘dubbele vergrijzing’ genoemd. Zie ook tabel 1. Tabel 1.
Bevolkingsopbouw van 55-plussers in Friesland naar leeftijdsgroep van 2000 en de prognose voor 2010 t/m 2030. In absolute aantallen en percentages t.o.v. de totale bevolking van Friesland. 2000 aantal
55-64 jaar 65-74 jaar 75+ Totaal 55+ Bron:
2010 (%)
aantal
2020 (%)
aantal
2030 (%)
aantal
(%)
65.250
10.4
86.701
13.1
94.734
13.8
96.308
13.6
48.495
7.8
57.802
8.7
78.552
11.4
86.908
12.3
40.991
6.6
46.529
7.0
56.176
8.2
76.496
10.8
154.736
24.8
191.032
28.9
229.462
33.4
259.712
36.8
Provincie Friesland. Prognose voor 2010, 2020 en 2030 op basis van bevolkingsgegevens van 1998, volgens middenvariant.
Bewerking:
GGD Fryslân, 2000
Ook in Nederland neemt het aantal en aandeel van de ouderen in de bevolking toe (zie bijlage tabel 1). In Friesland liggen de huidige en toekomstige percentages van de groep 55plussers steeds ongeveer 1% hoger dan het Nederlandse gemiddelde. Het gevolg van de toename van het aantal en aandeel ouderen (vergrijzing) is dat er over het algemeen meer gezondheidsproblemen te verwachten zullen zijn. En dat terwijl er relatief minder mensen beschikbaar zijn om de benodigde zorg te kunnen bieden. Deze gegevens betekenen dat hiermee bij de ontwikkeling van (gezondheids)beleid rekening gehouden zal moeten worden. Daarnaast dient er een algemeen, adequaat, goed bereikbaar en toegankelijk voorzieningen niveau te bestaan, c.q. ontwikkeld te worden (m.b.t. de sectoren wonen, zorg, welzijn en dienstverlening).
GGD Fryslân Juni 2003
Ouderen Demografische gegevens ouderen
Gezo ndhei d in Friesland 2. Achtergrond gegevens ouderen Een kleine meerderheid van de 55 plussers is vrouw (53% in 2000). Naarmate de leeftijd toeneemt neemt het aandeel mannen af en het aandeel vrouwen toe, met name na het 65e levensjaar. Onder de groep ouderen bevinden zich relatief veel alleenstaanden, en weduwen/weduwnaars, met name onder de oudere vrouwen (gegevens niet gepresenteerd). Verder blijken zelfstandig wonende ouderen lager opgeleid in vergelijking met volwassenen tussen de 35 en 54 jaar. Opvallend is dat de opleidingsachterstand van oudere mannen op de groep 35-54 jarigen veel geringer is dan die van oudere vrouwen. Binnen de groep ouderen neemt de opleidingsachterstand toe met de leeftijd. Ook is er een duidelijk verschil in opleidingsniveau binnen de groep ouderen als zelfstandig wonende ouderen vergeleken worden met ouderen wonend in een “instituut” (verzorgings-, verpleeghuis of psychiatrische ziekenhuis). Vooral bij 65 tot 84 jarigen blijken geïnstitutionaliseerde ouderen vaker laag opgeleid te zijn dan zelfstandig wonende ouderen. Gezien de voortdurende groei van de onderwijsdeelname in de afgelopen decennia zullen de ouderen van de toekomst hoger opgeleid zijn dan de ouderen van nu. De stijging zal bij vrouwen sterker zijn dan bij mannen met als gevolg dat de opleidingsachterstand van oudere vrouwen, op oudere mannen, zal verminderen. Zolang de groei van onderwijsdeelname aanhoudt en elke generatie het onderwijs met een hoger niveau afsluit, zal de opleidingsachterstand van ouderen op de jongere generatie blijven bestaan (Rapportage Ouderen 2001). Mensen met een lage sociaal economische status (lage opleiding, laag inkomen, geen werk), gescheiden personen, personen die weduwe/weduwnaar zijn, ouderen, en vrouwen hebben over het algemeen een slechtere gezondheidstoestand dan de overige groepen. Bij ouderen is een samenhang aangetoond tussen opleidingsniveau en het hebben van lichamelijke beperkingen en het zelfstandig functioneren: hoger opgeleiden hebben minder te lijden van lichamelijke beperkingen en doen minder een beroep op verzorgings- en verpleeghuizen dan lager opgeleiden (Rapportage Ouderen 2001). Bij de ontwikkeling van (gezondheids)beleid dient vooral aandacht uit te gaan naar alleenstaande ouderen en ouderen met een laag opleidingsniveau.
3. Allochtone ouderen In Friesland wonen relatief minder allochtonen dan in Nederland. Volgens een onderzoek van Economisch Bureau Coulon zijn de Surinamers de grootste groep niet-westerse allochtonen in Friesland, gevolgd door de Irakezen. Dit laatste is opvallend; landelijk gezien staan de Irakezen pas op de vijfde plaats (na Surinamers, Turken, Marokkanen). De nieuwe etnische groepen zijn in Friesland, in vergelijking met Nederland, verhoudingsgewijs ruim vertegenwoordigd. De allochtone bevolking woont sterk geconcentreerd in de vier grote plaatsen van Friesland; Leeuwarden, Drachten, Heerenveen en Sneek.
GGD Fryslân Juni 2003
Ouderen Demografische gegevens ouderen
Gezo ndhei d in Friesland Het aandeel ouderen binnen de groep allochtonen in Friesland is relatief klein. De allochtone bevolking in Friesland is gemiddeld iets jonger dan de allochtone bevolking in Nederland. Er zijn aanwijzingen dat allochtone ouderen Friesland verlaten en naar de randstad trekken vanwege een groter aanbod interculturele ouderenzorg in de randstad. De groep oudere allochtonen zal de komende jaren sterk in aantal toenemen. De omvang van de groep ouderen boven de 55 jaar wordt geschat op ongeveer 1.000 personen in Friesland. De groep “toekomstige” ouderen (35 t/m 54 jaar) wordt geschat op ongeveer 4.000 personen in Friesland (bron economisch Bureau Coulon, 2001). Het is moeilijk om de zorgverlening op de wensen en gebruiken van een relatief kleine, specifieke groep af te stemmen, omdat het om zulke kleine aantallen gaat. Bovendien bestaan er tussen de verschillende groepen allochtonen grote verschillen in gezondheidssituatie en zorgbehoeften. Dat maakt deze groep extra kwetsbaar. Vooral voor de ouderen onder hen zal dat in de nabije toekomst merkbaar worden. In Friesland worden van verschillende kanten initiatieven ontplooid om het zorgaanbod beter af te stemmen op de specifieke zorgbehoefte van allochtonen. Gezien de verschillen tussen de groepen en de nog kleine aantallen lijken specifieke (kleinschalige) en lokale initiatieven het meest efficiënt.
Woonsituatie De meerderheid van de ouderen woont zelfstandig (96%). Uit landelijke cijfers blijkt dat zo’n 4,4% van de bevolking van 55 jaar en ouder woont in een verzorgingshuis, verpleeghuis of een psychiatrisch ziekenhuis. Dit aandeel neemt toe met de leeftijd, tot bijna14% van de 75plussers. Omgerekend voor Friesland betekent dit dat er naar schatting bijna 7.000 55plussers “geïnstitutionaliseerd” wonen. Omdat het aantal ouderen in de toekomst toeneemt, zal, bij verondersteld gelijkblijvend percentage “geïnstitutionaliseerden”, ook het aantal personen in een verzorgingshuis, verpleeghuis of psychiatrisch ziekenhuis toenemen. Wanneer het percentage ouderen wonend in een ‘instituut’ gelijk blijft, zullen in het jaar 2030 in Friesland naar schatting ruim 12.500 personen in een verzorgingshuis, verpleeghuis of psychiatrisch ziekenhuis wonen. Dit is een toename van ruim 5.500 personen (zie tabel 2). Tabel 2.
Aantal 55-plussers wonend in een verzorgingshuis, verpleeghuis of psychiatrisch ziekenhuis in Friesland. Percentages en geschatte aantallen in 2000 en prognose voor 2010, 2020 en 2030. % van Geschatte totale aantal in bev. Frl. in 2000 in NL1
55-64 jaar 0.7% 65-74 jaar 1.6% 75+ 13.9% Totaal 55+ 4.4% 1
457
Toename Geschatte aantal in Frl. tov 2000 in 2010 aantal %
Toename Geschatte aantal in Frl. tov 2000 in 2020 aantal %
607
150
33
663
206
45
Geschatte aantal in Frl. in 2030
Toename tov 2000 aantal %
674
776
925
149
19
1.257
481
62
1.391
615
79
6.468
770
14
7.808
2.110
37
10.633
4.935
87
(4.5%) 6.931
(4.2%) 8.000
1069
15
(4.2%) 9.728
2.797
40
(4.9%) 12.698
5.767
83
Bron bevolking en prognose cijfers: Provincie Friesland Bewerking: GGD Fryslân NB. Berekeningen voor de prognose bij verondersteld gelijkblijvend percentage “geïnstitutionaliseerden”. De totale percentages van de 55+ in de jaren 2010, 2020 en 2030 veranderen enigszins door een veranderde leeftijdsopbouw in de verschillende leeftijdsgroepen.
Juni 2003
47
5.698
Bron: CBS, Bevolking in institutionele huishoudens, 1 jan 1999
GGD Fryslân
217
Ouderen Demografische gegevens ouderen
Gezo ndhei d in Friesland
Ook het aantal woningbehoevende huishoudens, zal door de groeiende groep ouderen toenemen. Zie tabel 3. Bij deze berekeningen van de Provincie Friesland is ervan uitgegaan dat het aantal plaatsen in verzorgings- en verpleeghuizen tot het jaar 2030 niet zal toenemen.
Tabel 3.
Aantal woningbehoevende huishoudens van 55-plussers in Friesland naar leeftijdsgroep in 2000 en de prognose voor 2010, 2020 en 2030 1) Aantal 2000
55-69 jaar 70- 84 jaar 85+ 55+
Aantal 2010
Aantal 2020
Aantal 2030
50.586
69.244
81.733
88.735
30.233
34.790
48.413
62.377
2.957
3.872
4.978
7.375
83.776
107.906
135.124
158.487
Bron: Provincie Friesland. 1) Bij verondersteld gelijkblijvend aantal plaatsen (in 1998) in verzorgings- en verpleeghuizen
Het toenemend aantal ouderen zal ook zijn beslag hebben op het aantal woningbehoevende huishoudens en het aantal benodigde plaatsen in een ‘instituut’’. Wanneer het streven is om ‘ouderen zo lang en gezond mogelijk in hun vertrouwde omgeving te laten wonen’, zal de woonomgeving, woningbouw (WVG voorzieningen), vervoersvoorzieningen en zorgaanbod daarop moeten worden aangepast. Tegelijkertijd is het van belang om preventieve activiteiten te ontwikkelen en uit te voeren. Voorbeelden van een aantal diensten dat gemeenten reeds voor ouderen organiseert zijn ‘tafeltje dekje’, aanpassingen in de woning en gecoördineerd ouderenwerk. Verdere concrete mogelijkheden zijn het koppelen van preventieve functies aan het indicatie-beleid voor thuiszorg, intramurale zorgvoorzieningen en WVG. Ook de bevordering van veiligheid in de woning en woonomgeving, het creëren en in stand houden van laagdrempelige sociaalculturele en overige voorzieningen die voldoen aan de dagelijkse levensbehoeften van ouderen (winkels e.d.) zijn voorbeelden in dit verband.
GGD Fryslân Juni 2003
Ouderen Demografische gegevens ouderen
Gezo ndhei d in Friesland BIJLAGE
Tabel 1.1
Bevolkingsopbouw van 55-plussers in Nederland naar leeftijdsgroep van 2000 en de prognose voor 2010 t/m 2030. In absolute aantallen en percentages tov de totale bevolking van Nederland. 2000 (abs)
2010 (%)
2020
(abs)
(%)
(abs)
2030 (%)
(abs)
(%)
55-64 jaar
1.582.000
9.9
2.146.932
12.9
2.319.630
13.6
2.298.476
13.2
65-74 jaar
1.194.000
7.5
1.367.188
8.2
1.867.872
10.9
2.034.864
11.7
957.000
6.0
1.097.880
6.6
1.285.512
7.5
1.737.361
9.9
3.733.000
23.5
4.612.000
27.8
5.473.014
32.1
6.070.701
34.9
75+ Totaal 55+
Bron: CBS, Maandbericht Gezondheidsstatistiek januari 2001 (cijfers 2000), Provincie Fryslân. Prognose op basis van bevolkingsgegevens van 1998 (prognose 2010, 2020, 2030). Bewerking: GGD Fryslan, 2000
GGD Fryslân Juni 2003
Ouderen Demografische gegevens ouderen