Demografische Verkenning 2012
Demografische Verkenning 2012
Datum: augustus 2012
Colofon Gemeente Nijmegen Afdeling Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Jenny Zonneveld tel.: (024) 329 98 89 e-mailadres:
[email protected] Verkrijgbaar Open Huis, Stadswinkel Mariënburg 75 6611 PS Nijmegen tel: (024) 329 24 08 of via www.nijmegen.nl (onderdeel wonen & leven > onderzoek en cijfers)
Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies
1
1
Inleiding
5
2
Nijmegen tot 2012
7
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Een groeiende stad Groei bij twintigers en groep rond de 60 Studentenpopulatie kenmerkend voor leeftijdsprofiel Uiteenlopende karakteristieken van wijk tot wijk Groeifactoren: migratiesaldo en geboorteoverschot Migratiebewegingen nader bekeken Geboorte en sterfte nader bekeken
7 8 8 9 10 11 14
3
Stadsprognose
17
3.1 3.2 3.3
Aannames Uitkomsten Vergelijkingen met andere prognoses
17 17 20
4
Stadsdeel- en wijkprognose
23
4.1 4.2 4.3 4.4
Inleiding Prognose per stadsdeel Prognose op wijkniveau Cijfers
23 24 27 32
Samenvatting en conclusies Bevolkingsgroei in Nijmegen De bevolking van Nijmegen, die in 2012 ruim 165.000 mensen groot was, zal in 2025 gegroeid zijn tot 177.000 à 184.000 personen.
2012 2015 2020 2025
hoofdscenario alternatief scenario inwoners woningen inwoners woningen 165246 71900 165246 71900 169500 75000 168000 74000 176500 80000 173000 77500 184000 85000 177500 81000
Figuur 1 Bevolkingsontwikkeling Nijmegen volgens hoofd- en alternatief scenario
De groei is niet gelijkmatig gespreid over alle leeftijdsgroepen. Tot 2020 zal de toename het sterkst zijn in de leeftijdsklassen 60-69 (14% groei) en 70-79 (28%). Dit is het effect van het ouder worden van de grote geboortegeneraties uit de jaren 50 en 60. De groep 40-ers zal juist in omvang afnemen. Deze daling doet zich niet alleen in Nijmegen voor, maar zal landelijk nog sterker optreden. Eind jaren ’70 waren de geboortecijfers op z’n laagst. De leeftijdsklasse waar deze geboortegeneratie binnenschuift heeft daardoor altijd te maken met een daling. Landelijk wordt verwacht dat de bevolkingsgroei rond 2035/2040 zal stoppen. Wanneer zullen we in Nijmegen te maken gaan krijgen met het eind van de bevolkingstoename? In de periode die in de Demografische Verkenningen bekeken wordt, tot 2025, is dat nog niet aan de orde. In de CBS/PBL-prognose voor lokale bevolkingsontwikkeling wordt na 2030 een kleine daling van het Nijmeegse inwoneraantal voorzien.
Uiteenlopende ontwikkeling in verschillende delen van Nijmegen De bevolkingstoename zal vooral te merken zijn in de stadsdelen waarvoor nog een flinke bouwopgave in de planning staat: Nijmegen-Noord (Waalsprong) en Oud-West (Waalfront). Ook in het Stadscentrum kan het aantal inwoners nog groeien. De andere staddelen en wijken zullen te maken krijgen met een beperkte toe- of zelfs afname van het inwoneraantal.
Samenvatting en conclusies - 1
Figuur 2 Toe- en afname bevolking per wijk, 2012-2020
Ook naar leeftijdsgroep gekeken kunnen de ontwikkelingen erg uiteenlopen. Zo doet vergrijzing zich weliswaar in de hele stad voor, maar verschilt het tempo van wijk tot wijk. In Lindenholt zal vooral de groep 60-ers de komende jaren flink toenemen, in Dukenburg groeit de groep 70-ers het hardst. Daarnaast zijn er ook wijken, vooral aan de zuidrand van de stad, waar het aantal ouderen veel minder dan gemiddeld groeit. Het aantal pubers, dat vooral in Nijmegen-Noord absoluut en relatief flink zal toenemen, zal in een aantal wijken ten zuiden van de Waal met soms wel meer dan 20% afnemen: ’t Broek, Malvert, Brakkenstein, Heyendaal. De basisschoolgeneratie gaat in Lent het sterkst groeien. De wijken Heyendaal, Hees, Malvert, Goffert en de Benedenstad daarentegen zullen met een flinke terugloop van het aantal basisschoolkinderen te maken krijgen.
Ook het afgelopen decenium groei en uiteenlopende ontwikkelingen De demografische ontwikkelingen die ons de komende jaren te wachten staan zijn lang niet altijd nieuw, en vaak zelfs het gevolg van de ontwikkelingen in de afgelopen jaren: • •
In de periode 2000-2012 is de stad met meer dan 13.000 inwoners gegroeid In die periode hadden we te maken met een toename van de groep 20-ers en 60-ers en een afname van de groep 30-ers
2 - Samenvatting en conclusies
•
De bevolkingsgroei concentreerde zich ook in de afgelopen jaren in Lent, Oosterhout en het Stadscentrum.
Grote lijnen en specifieke inzichten Deze samenvatting beperkt zich tot de grote lijnen in de bevolkingsontwikkeling van Nijmegen. Voor veel toepassingen is juist zicht op specifieke gebieden en leeftijdsklassen belangrijk. Zulke inzichten laten zich moeilijk samenvatten. In de hoofdtekst van het rapport wordt in meer detail ingegaan op de uitkomsten van de Demografische Verkenningen 2012. Wie vragen heeft die door het in het rapport gepresenteerd niet beantwoord worden kan bij de afdeling Onderzoek en Statistiek een beroep doen op het basismateriaal van de prognose.
Samenvatting en conclusies - 3
1 Inleiding Waarom maken we een Demografische Verkenning? Veranderingen in omvang en samenstelling van de bevolking hebben invloed op allerlei gemeentelijke beleidsvelden: • •
• •
Veranderingen in aantal en woonwijk van kinderen heeft effecten op de vraag naar onderwijs, jeugd- en sportvoorzieningen, etc. Toename van het aantal ouderen (in bepaalde delen van de stad) gaat samen met toename aan zorgvraag (b.v. Wet Maatschappelijke Opvang), gebruik van gezondheidsvoorzieningen en andere voorzieningen voor ouderen. Veranderingen in samenstelling van de beroepsbevolking zijn van invloed op de stedelijke economie. Om voor alle inwoners goede huisvestingsmogelijkheden te kunnen bieden is zicht op de toekomstige huishoudensontwikkelingen belangrijk
Daarom bestaat er binnen de gemeente behoefte aan inzicht in toekomstige bevolkingsontwikkelingen. Sinds enige jaren wordt er veel gesproken over groei versus krimp van de bevolking en de effecten daarvan op beleid. Deze maatschappelijke discussie maakt de behoefte aan inzicht in de bevolkingsontwikkeling in Nijmegen nog groter.
Bestaat een “autonome” bevolkingsontwikkeling en een “autonome” prognose? De redenen waarom behoefte bestaat aan gegevens over de toekomstige bevolking zijn duidelijk. Maar is het ook mogelijk een eenduidig antwoord te geven op de vraag naar omvang en samenstelling van de toekomstige inwoners? Eigenlijk niet. Het is niet zo dat de bevolking van een stad een eigen, zelfstandige, onafhankelijke ontwikkeling doormaakt. Of de bevolking groeit of krimpt, hoe veranderingen in leeftijdsopbouw zijn wordt deels bepaald door de uitgangssituatie, de kenmerken van de mensen die nu al in de gemeente wonen. Maar daarnaast hebben ook andere ontwikkelingen grote invloed. Denk aan (veranderingen in) de aantrekkingskracht van de opleidingsinstellingen in Nijmegen, de economische situatie in onze regio en in Nederland als geheel, veranderingen op wereldschaal (wel of niet toestroom van asielzoekers/vluchtelingen) en politieke beslissingen (worden woningen in gemeente a, b of c gebouwd). Ook geldt dat individuele personen en huishoudens vaak meer dan één optie hebben bij “demografische beslissingen”. Zo kan iemand die van verderweg in (de regio) Nijmegen komt werken in de stad komen wonen, kiezen voor een van de gemeenten in de regio of over langere afstand gaan forenzen, afhankelijk van het woningaanbod, de aantrekkelijkheid van woonmilieus en zijn persoonlijke omstandigheden. Bij een vergelijkbare behoefte zijn daarom meerdere bevolkingsontwikkelingen mogelijk.
Welke relatie bestaat er tussen woningbouwplanning en verwachte bevolkingsontwikkeling? Woningbouw en bevolkingsontwikkeling verhouden zich tot elkaar in een soort kip-ei-relatie. Zonder woningbouw is er weinig ruimte voor bevolkingsgroei, andersom maakt verwachte bevolkingsgroei dat (meer) woningbouw nodig is.
Inleiding - 5
Woningbouw heeft daardoor een element van “selffulfilling prophecy” in zich. Bouw je niet, dan zal de bevolking niet of beperkt toenemen, bouw je wel dan kan de bevolking wel groeien. Dat woningbouw altijd tot bevolkingsgroei leidt is echter niet waar: • De vergrijzing en de, steeds langzamer voortgaande, huishoudensverdunning zorgen ervoor dat we voor een bevolking van dezelfde omvang steeds meer woningen nodig hebben • Extra woningen geven ruimte om belangstelling vanuit de eigen gemeente of van buiten op te vangen. Maar als die belangstelling er niet is, b.v. omdat een regio economisch niet aantrekkelijk is, zal alleen woningbouw niet tot meer bewoners leiden. Sinds de economische crisis is er een nieuw element toegevoegd aan de relatie woningbouwbevolkingsontwikkeling. Waar in het verleden gold dat stilvallen van woningproductie vaak een lokale kwestie was (en er in “concurrerende” gemeenten wel aanbod bleef bijkomen) is nu de woningbouw landsbreed in de knel. In het verleden waargenomen verbanden hoeven minder geldig te zijn voor de toekomst.
Zijn uitkomsten van bevolkingsprognoses hard? Een bevolkingsprognose is gebaseerd op een samenstelsel van aannames die stuk voor stuk anders kunnen uitpakken. Dat maakt dat de uitkomsten van bevolkingsprognoses per definitie niet hard zijn. Daarom kijken we in de Demografische Verkenning naast het hoofdscenario ook naar een variant van de toekomstige ontwikkelingen waarin aangepaste aannames zijn verwerkt. Zo proberen we de bandbreedte van bevolkingsontwikkelingen in beeld te brengen.
Waarom maken we een eigen gemeentelijke prognose als er ook al landelijke prognoses zijn die op gemeentelijk niveau uitkomsten geven? In Nederland zijn er twee gerenommeerde landelijke prognoses (regionale prognose van het CBS/PBL en de Primosprognose van VROM/IM/ABF) die uitkomsten geven over bevolkingsontwikkeling op gemeentelijk niveau. Waarom maken we in Nijmegen dan ook nog een eigen prognose? • De uitkomsten van de twee prognoses kunnen nogal van elkaar verschillen. Om de uitkomsten van deze prognoses te waarderen is eigen inzicht in bevolkingsontwikkelingen nodig. • Zowel Primos als CBS geeft één uitkomst per gemeente. Juist omdat bevolkingsontwikkeling met veel onzekerheden omgeven is willen we graag varianten kunnen bekijken. • De informatiebehoefte stopt niet op het niveau van de gemeente als totaliteit. Daarom wordt in deze Demografische Verkenning ook verwachte ontwikkelingen per stadsdeel en wijk gepresenteerd. Naast de Demografische Verkenning wordt ook jaarlijks de Waalsprongmonitor opgesteld, waarin speciaal gekeken wordt naar de mogelijke bevolkingsontwikkeling in Nijmegennoord, het stadsdeel met de meeste nieuwbouwplannen.
Wat komt er in dit rapport aan de orde? In hoofdstuk 2 kijken we naar demografische ontwikkelingen in Nijmegen in het verleden en typeren we de huidige situatie. Hoofdstuk 3 beschrijft de stadsprognose in twee scenario’s: welke aannames, welke uitkomsten, vergelijking met landelijke prognose, groei en krimp. In hoofdstuk 4 kijken we naar mogelijke ontwikkelingen op stadsdeel- en wijkniveau.
6 - Inleiding
2 Nijmegen tot 2012 2.1 Een groeiende stad Op 1 januari 2012 telde Nijmegen ruim 165.000 inwoners, een toename van meer dan 13.000 mensen in de periode 2000-2012.. Deze groei, van ongeveer 8%, is vergelijkbaar met die van veel andere steden: na een periode van suburbanisatie in de jaren ’70 en ’80 zijn sinds de jaren ’90 de steden weer meer in trek. Bij een landelijk groeipercentage van 5% (2000-2011) nam in de 100.000+gemeente het aantal inwoners met 8% toe. In de kleinere gemeente lag de groei gemiddeld wat lager, rond de 3%.
Nederland 100.000+ steden* rest Nederland* Nijmegen
5% 8% 3% 8%
Figuur 3 Bevolkingstoename 2000-2011, bron: CBS * bij benadering, ivm gemeentelijke herindeling Utrecht en Venlo
Ook met individuele gemeenten vergeleken is de bevolkingstoename in Nijmegen gemiddeld.
Almere Haarlemmermeer Amersfoort Zwolle 's-Gravenhage (gemeente) Zoetermeer Groningen (gemeente) 's-Hertogenbosch Breda Zaanstad Nijmegen Arnhem Eindhoven Tilburg Amsterdam Ede Enschede Emmen Rotterdam Apeldoorn Haarlem Leiden Dordrecht Maastricht Nederland -10%
0%
10%
20%
30%
40%
Figuur 4 Bevolkingstoename 2000-2011 100.000+-gemeenten
Nijmegen tot 2012 - 7
2.2 Groei bij twintigers en groep rond de 60 De groei in de periode 2000-2012 is geconcentreerd in de leeftijdsklasse 55-65 en bij de twintigers. Daaraan liggen twee verschillende processen ten grondslag. De toename van de groep 55-65 is het gevolg van het doorschuiven van de grote geboortegeneraties uit de jaren 1945-1965. Dit verschijnsel doet zich in heel Nederland voor, niet alleen in Nijmegen. De toename van de groep 20-ers is veel meer een specifiek Nijmeegse verschijnsel, de toename in deze leeftijdsklasse deed zich in Nijmegen veel sterker voor dan landelijk. Het afgelopen decennium zijn er steeds meer jonge mensen naar Nijmegen gekomen, vooral vanwege de opleidingsmogelijkheden in de stad. Overigens is deze toename administratief enigszins overschat doordat een aantal “spookinwoners” in deze groep zit. Met name buitenlandse studenten die naar Nijmegen komen om hier tijdelijk te studeren schrijven zich wel in bij de burgerlijke stand, maar niet meer uit, wanneer zij vertrekken. Naar schatting betreft dit zo’n 500-1000 personen. Niet in alle leeftijdsklassen is er sprake geweest van groei: de groep 30-ers is de laatste 10 jaar juist iets kleiner geworden. Nu zitten in deze leeftijdsklasse mensen die geboren zijn tussen 1970 en 1980. In die periode lagen de geboortecijfers op het laagste niveau sinds WOII. In Nijmegen is de daling in deze leeftijdsgroep iets kleiner dan landelijk. Van de grote groep jongeren die naar Nijmegen trekt blijft een deel in de stad wonen, wat een remmend effect heeft gehad op de daling van de groep dertigers in de stad. De groep 70+-ers is sinds 2000 wel toegenomen, maar veel minder sterk dan de twintigers en zestigers. 4500
2000
4000
2012
3500 3000 2500 2000 1500 1000 500
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100
0
Figuur 5 Nijmeegse bevolking naar leeftijd, 2000 en 2012, Bron: GBA
2.3 Studentenpopulatie kenmerkend voor leeftijdsprofiel Zoals ook al in Figuur 5 te zien is kent de leeftijdsopbouw van de Nijmeegse bevolking een flinke piek bij de twintigers. Hierin wijkt de samenstelling van de Nijmeegse bevolking sterk af van die van Nederland als geheel. De jongste leeftijdsklassen (tot 17 jaar) en de leeftijdsgroep tussen de 35 en 65 zijn in Nijmegen juist relatief weinig vertegenwoordigd.
8 - Nijmegen tot 2012
2,5% Nederland Nijmegen 2,0%
1,5%
1,0%
0,5%
90 jaar
80 jaar
70 jaar
60 jaar
50 jaar
40 jaar
30 jaar
20 jaar
10 jaar
0 jaar
0,0%
Figuur 6 Leeftijdsopbouw Nijmegen en Nederland, 2011/2012 Bron:GBA en CBS/Statline
2.4 Uiteenlopende karakteristieken van wijk tot wijk Tussen de Nijmeegse wijken bestaan veel verschillen. Zo zijn er wijken waar het inwoneraantal afneemt, terwijl de stad als geheel groeit. Ook de leeftijdsopbouw kan per wijk sterk afwijken van het gemiddelde in de stad. In Figuur 7 is per wijk te zien hoe de leeftijdsopbouw zich verhoudt tot het Nijmeegse gemiddelde en of het inwoneraantal van de wijk de afgelopen 5 jaar is toe- of afgenomen. Enkele opvallende gegevens: • •
•
• • • •
In veel wijken van Dukenburg, Lindenholt en Oud-west is het inwoneraantal de laatste 5 jaar teruggelopen Niet verrassend is het inwoneraantal in de Waalsprongwijken Oosterhout en Lent toegenomen. Maar ook in het Stadscentrum is, samenhangend met in relatief grote nieuwbouwproductie, het aantal inwoners behoorlijk gegroeid. Daarnaast was er ook in de wijken Bottendaal, St. Anna en Zwanenveld een redelijke bevolkingsgroei. De wijken in het Centrum en in Oost, en ook Heyendaal hebben vaak een hoog percentage jong-volwassenen (studenten/kamerbewoners) en juist weinig kinderen en tieners. In de Dukenburgse wijken is het aandeel 60-70-ers hoog In de wijken van Lindenholt wonen juist veel mensen in de leeftijdsklasse 40-59 De hoogste aandelen 80-ers zijn te vinden in wijken waar verzorgingshuizen staan (Groenewoud, Brakkenstein, Hees) In Oosterhout en Lent zijn zowel de kinderen als de leeftijdsklasse 25-39 sterk vertegenwoordigd.
Nijmegen tot 2012 - 9
Benedenstad Stadscentrum Bottendaal Galgenveld Altrade Hunnerberg Hengstdal Kwakkenberg Groenewoud Nije Veld Hazenkamp Goffert St. Anna Hatertse Hei Grootstal Hatert Heijendaal Brakkenstein Biezen Wolfskuil Hees Heseveld Neerbosch-Oost Tolhuis Zwanenveld Meijhorst Lankforst Aldenhof Malvert Weezenhof t Acker De Kamp t Broek Oosterhout Lent Nijmegen
leeftijdsopbouw 1-1-2012 0-11 12-17 18-24 25-39 40-59 60-79 80+ 5% 4% 13% 23% 32% 20% 2% 1% 35% 38% 14% 8% 7% 3% 27% 31% 24% 8% 9% 4% 26% 23% 20% 13% 9% 5% 22% 24% 27% 11% 6% 5% 19% 17% 23% 23% 11% 6% 9% 18% 34% 19% 8% 7% 20% 12% 25% 22% 5% 4% 38% 15% 15% 13% 12% 6% 17% 25% 26% 13% 14% 8% 9% 17% 31% 17% 8% 6% 11% 25% 30% 18% 13% 5% 9% 20% 26% 21% 13% 6% 13% 22% 30% 14% 12% 6% 9% 15% 30% 22% 10% 5% 15% 21% 24% 22% 5% 5% 29% 30% 17% 11% 10% 9% 11% 10% 29% 21% 10% 5% 14% 24% 29% 15% 12% 5% 17% 26% 26% 13% 11% 5% 10% 14% 25% 24% 12% 6% 13% 25% 27% 14% 12% 6% 12% 24% 23% 16% 14% 7% 7% 20% 30% 21% 11% 6% 8% 22% 30% 20% 14% 7% 9% 21% 25% 19% 13% 5% 7% 20% 29% 21% 14% 7% 9% 20% 26% 20% 10% 6% 12% 21% 19% 25% 12% 7% 6% 13% 27% 30% 15% 8% 10% 24% 34% 9% 13% 7% 10% 22% 30% 17% 14% 10% 10% 16% 37% 11% 32% 6% 3% 28% 27% 4% 19% 6% 10% 25% 26% 12%
3% 2% 1% 6% 1% 6% 3% 6% 9% 2% 4% 3% 6% 3% 5% 5% 3% 10% 2% 1% 11% 2% 7% 2% 3% 4% 4% 4% 7% 5% 1% 1% 1% 0% 2%
bev. ontw. 2007-2012 -2% 15% 9% 4% 4% 3% 1% 1% 3% -2% 1% -4% 10% 3% 1% 2% 0% 0% -3% -6% 1% 2% 3% -2% 5% -1% 0% -4% -9% -3% -2% 2% -5% 32% 19%
11,6%
5,7%
14,5%
22,2%
26,6%
15,9%
3,5%
2,7%
tot 6% 6-10% 10-14% 14-19% 19+%
tot 3% 3-5% 5-8% 8-9% 9+%
tot 6% 6-10% 10-19% 19-25% 25+%
tot 16% 16-20% 20-24% 24-28% 28+
tot 18% 18-24% 24-30% 30-34% 34+%
tot 10% 10-13% 13-19% 19-24% 24+
tot 1% 1-2% 2-5% 5-8% 8+%
-9 tot -3% -3 tot 0% 0-5% 5-10% 10+%
Figuur 7 Leeftijdsopbouw en ontwikkeling inwoneraantal Nijmeegse wijken, kleuren in leeftijdsopbouw geven afwijking tov Nijmeegse gemiddelde aan, een donkere kleur geeft aan dat de betreffende leeftijdsgroep relatief veel voorkomt in de wijk
2.5 Groeifactoren: migratiesaldo en geboorteoverschot De bevolkingstoename van Nijmegen, gemiddeld rond de 1000 mensen per jaar, is het gecombineerde effect van natuurlijke groei (geboorteoverschot) en groei door verhuizingen (migratiesaldo). Het geboorteoverschot, het verschil tussen het aantal geboortes en sterfgevallen, is een vrij stabiel gegeven. Het zorgde het afgelopen decennium voor een groei van de bevolking met 400-600 personen per jaar. Het migratiesaldo varieert meer. Van rond of meer dan 1000 in topjaren, tot zelfs een klein bevolkingsverlies in 2007 en 2008.
10 - Nijmegen tot 2012
1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 -200 geboorteoverschot
migratiesaldo
Figuur 8 Geboorteoverschot en migratiesaldo Nijmegen, 2000-2011, bron: GBA
2.6 Migratiebewegingen nader bekeken Binnenlandse en buitenlandse migratie De binnenlandse en buitenlandse migratiestromen hebben ieder hun eigen dynamiek. De binnenlandse migratie kende hoge saldi in de jaren 2004-2006, om in 2007 en 2008 tot net onder 0 te zakken. In de jaren daarna is weer sprake van een licht positief saldo. De buitenlandse migratie kende in de jaren 2004/2005 juist een hoog vertrekoverschot: er waren veel meer verhuizingen (deels ook administratieve verwerkingen van oudere verhuizingen) naar het buitenland dan vestigingen vanuit het buitenland. Sinds 2006 ligt het migratiesaldo met het buitenland weer boven 0. 1500 1000 500 totaal saldo 0
buitl+onb 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
binnenland
-500 -1000 -1500 Figuur 9 Binnen- en buitenlandsmigratiesaldo Nijmegen, 2004-2011, Bron: GBA
Nijmegen tot 2012 - 11
Veel buitenlandse vestiging opleidinggerelateerd De afgelopen jaren vestigden zich jaarlijks steeds rond de 2000 mensen vanuit het buitenland in Nijmegen. De meerderheid van hen, zo’n tweederde, komt uit westerse landen. In de leeftijdsopbouw van deze migranten ligt het zwaartepunt bij de mensen tussen 15 en 25. Hierin zullen veel mensen zitten die om opleidingsredenen naar Nijmegen komen. 1800 1600 1400 1200 65 jr e.o. 1000
50-64 jr 25-49 jr
800
15-24 jr 600
0-14 jr
400 200 0 westers
niet-westers
Figuur 10 Samenstelling vestigers vanuit het buitenland, 2011, Bron: GBA
Ongeveer 1/3 van de migranten komt uit niet-westerse landen. Onder deze groep ligt het zwaartepunt bij de leeftijdsklassen 25-49. Ook bij verhuizingen binnen Nederland speelt opleiding belangrijke rol Voor verhuizingen van en naar Nijmegen kunnen mensen verschillende motieven hebben, die gerelateerd kunnen worden aan kenmerken als leeftijd en herkomst/bestemming. De belangrijkste verhuisstromen voor Nijmegen zijn: •
•
•
Opleidingsmigratie: verhuizingen van jongeren naar Nijmegen, aangetrokken door het onderwijsaanbod van KU en HAN. Jaarlijks komen zo’n 2000 jongeren meer naar Nijmegen dan er vertrekken Verhuizingen met regiogemeenten, waarbij de verhuisreden vaak in de woningmarktsfeer zal liggen: welk woonmilieu spreekt je aan, waar zijn woningen beschikbaar en betaalbaar? Het migratiesaldo met de regio is sinds 2004 elk jaar negatief geweest. Verhuizingen met de rest van Nederland, waarbij de verhuisreden vaak met arbeidsmarktoorzaken te maken zal hebben (eerste of nieuwe baan). Ook dit migratiesaldo is alle jaren negatief geweest, en in omvang nog wat belangrijker dan de migratie met de regio. Per saldo verlaten zo’n 1000 mensen in deze migratiestroom de stad.
Het vertrekoverschot op de laatste twee verhuisstromen hangt logisch samen met de “winst” uit de opleidingsmigratie: nadat ze hun opleiding hebben afgerond verlaten immers veel van de oud-studenten de stad weer.
12 - Nijmegen tot 2012
2500 2000 1500 binnenl. mig.saldo
1000
opleiding 500 regio 0
rest Nederland 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
-500 -1000 -1500 Figuur 11 Migratiesaldi per verhuisstroom
Resultaat: vooral instroom van jongeren Het resultaat van alle verhuizingen van en naar Nijmegen is dat de stad een grote instroompiek van jonge mensen, rond de 20, kent. De uitstroom, die meestal wat kleiner is dan de instroom, is over wat meer leeftijdsjaren verspreid. De meeste uitstroom is er tussen de 25 en 30 maar ook in de leeftijdsgroep 30-40 kent Nijmegen een vertrekoverschot. 1400 saldo
1200
vertrekkers
1000
vestigers
800 600 400 200 0 -200
1
7 13 19 25 31 37 43 49 55 61 67 73 79 85 91 97
-400
Figuur 12 Totaal aan vestigers, vertrekkers en migratiesaldo, naar leeftijd, 2011, Bron: GBA
Relatie migratiesaldo en woningproductie In de migratiestromen spelen jongeren en verhuizingen om opleidingsreden een hoofdrol. Maar in het uiteindelijk resultaat, het (binnenlands) migratiesaldo, is een duidelijke relatie met de woningproductie zichtbaar. In de jaren van hoge woningproductie (2005/2006) is het binnenlandsmigratiesaldo ook hoog. Wanneer de bouwproductie terugzakt, in 2007, volgen ook
Nijmegen tot 2012 - 13
twee jaar met een negatief binnenlandsmigratiesaldo. De laatste drie jaar was, bij een wat hogere bouwproductie, ook het binnenlandsmigratiesaldo weer boven 0. 1600 1400 1200 1000 800 binnenl. mig.saldo 600 uitbreiding voorraad 400 200 0 -200
200320042005200620072008200920102011
-400 Figuur 13 Binnenlands migratiesaldo en uitbreiding woningvoorraad
2.7 Geboorte en sterfte nader bekeken Sterfte In de periode 2002-2008 is het aantal sterfgevallen in Nijmegen gestaag gedaald, met in totaal zo’n 15%. In Nederland als geheel was deze ontwikkeling ook te zien. Deels wordt dit veroorzaakt door het uitblijven van grote griep- en koudegolven in deze periode. Daarnaast nemen sterftekansen, door verbeterde behandelingen, preventie en leefstijlen al jarenlang af. In 2009 en 2010 is zowel in Nijmegen als in Nederland het aantal sterfgevallen weer iets toegenomen. In die jaren stierven ruim 1200 Nijmegenaren per jaar. Het gestandaardiseerde1 sterftecijfer in Nijmegen schommelt voor vrouwen rond het landelijk gemiddelde. Voor mannen ligt dit cijfer meestal iets boven het landelijke cijfer. Dat betekent dat iets meer Nijmeegse mannen overlijden dan gemiddeld, rekening houdend met de leeftijdsopbouw in Nijmegen en Nederland.
1
In het gestandaardiseerde sterftecijfer worden effecten van verschillen in leeftijdsopbouw verrekend.
14 - Nijmegen tot 2012
10 9,5 9 8,5 8 7,5
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
7
Ned man
Ned vrouw
Nijm man
Nijm vrouw
Figuur 14 Gestandaardiseerd sterftecijfer, Nijmegen en Nederland, bron: CBS
Geboortecijfers in Nijmegen 20% onder landelijk gemiddelde In Nijmegen worden jaarlijks 1700-1800 kinderen geboren. Gerelateerd aan het aantal vrouwen dat hier woont, is dit een laag cijfer. In Nijmegen ligt het gemiddeld kindertal per vrouw 20% onder het landelijk gemiddelde (het aantal kinderen dat een vrouw zou krijgen als de in een bepaald jaar waargenomen vruchtbaarheid per leeftijdsjaar haar hele leven zou gelden). Wel is zowel in Nijmegen als landelijk een stijgende tendens zichtbaar in het gemiddeld kindertal. 1,9 1,8 1,7 1,6 1,5 1,4 1,3 1,2 Nederland 1,1
Nijmegen 2010
2008
2006
2004
2002
2000
1998
1996
1994
1992
1990
1988
1
Figuur 15 Gemiddeld kindertal per vrouw, Nijmegen en Nederland, bron: CBS
Vooral vrouwen tot 34 jaar krijgen in Nijmegen relatief weinig kinderen. Dit is een typisch patroon voor studentensteden, dat ook in b.v. Leiden, Maastricht en Groningen is terug te vinden. De jonge vrouwen in deze plaatsen volgen een opleiding of zijn, hoog opgeleid, pas kort aan het werk. Vrouwen boven de 35 krijgen in Nijmegen in verhouding tot het Nederlandse gemiddelde juist wat meer kinderen.
Nijmegen tot 2012 - 15
16 - Nijmegen tot 2012
3 Stadsprognose 3.1 Aannames Woningbouw en binnenlandse migratie Voor de woningbouwaannames sluit het hoofdscenario aan bij de Woningmarktverkenning 20102020. Daarin wordt op basis van behoefteanalyse een gewenste woningbouw van ongeveer 1000 woningen per jaar berekend. Uitgaande van het verband tussen woningbouw en binnenlandse migratie in de afgelopen jaren verwachten we dat dat zal leiden tot een binnenlands migratiesaldo van 700 mensen. Voor jaren na 2020 is dit cijfer constant gehouden, tot 2025 zal er in ieder geval in de Waalsprong nog flink gebouwd worden. Buitenlandse migratie In de prognose rekenen we met een buitenlandsmigratiesaldo van +100 per jaar. Dit is het gemiddelde van het buitenlands migratiesaldo over de laatste 5 jaar. Sterfte In de landelijke prognose voorziet CBS/PBL een voortdurende daling van de sterftecijfers. We willen deze daling verwerken in de gemeentelijke prognose maar tegelijkertijd ook rekening houden met het enigszins afwijkende sterftepatroon in Nijmegen. Daarom hebben ze op de gemiddelde Nijmeegse sterftecijfers van de afgelopen 3 jaar te landelijke ontwikkeling toegepast. Geboorte Landelijk wordt heel licht daling van het vruchtbaarheidsniveau verwacht. Voor Nijmegen gaan we ervan uit dat de afstand tot het Nederlandse cijfer iets kleiner zal worden, zodat per saldo de vruchtbaarheid in Nijmegen nog iets zal stijgen Alternatief scenario In het hoofdscenario berekenen we hoe de bevolking zich zal ontwikkelingen bij realisatie van het woningbouwbeleid. Sinds de kredietcrisis heeft de nieuwbouwsector het echter moeilijk. Hoewel de woningbouw in Nijmegen de afgelopen jaren nog redelijk op peil is gebleven geldt in het algemeen dat er minder woningen verkocht en gebouwd worden. Daarom is naast het hoofdscenario is ook een alternatief scenario doorgerekend, waarin met minder woningbouw, en daardoor met een lager migratiesaldo wordt gerekend. De bouwproductie is met 1/3 naar beneden bijgesteld, tot ongeveer 650 woningen per jaar. Het migratiesaldo zakt mee, van 800 (700+100) in het hoofdscenario naar 350 in het alternatief scenario.
3.2 Uitkomsten Omvang van de toekomstige bevolking Het aantal inwoners zal tot 2025 blijven toenemen. In het hoofdscenario, waarin uitgegaan wordt van een woningbouwprogramma conform de Woningmarktverkenning 2010-2020 van 1000 woningen per jaar stijgt het aantal inwoners tot 176.500 in 2020 en 184.000 in 2025.
Stadsprognose - 17
In het alternatieve scenario, waarin de woningbouw 1/3 lager wordt geraamd, komt het inwonertal ook iets lager uit: 173.000 in 2020 en 177.500 in 2025.
2012 2015 2020 2025
hoofdscenario alternatief scenario inwoners woningen inwoners woningen 165246 71900 165246 71900 169500 75000 168000 74000 176500 80000 173000 77500 184000 85000 177500 81000
Figuur 16 Inwoners en woningen Nijmegen in 2 scenario’s
Voor beide scenario’s geldt dat het geraamde aantal inwoners in Nijmegen in 2025 iets hoger is dan in het hoofd- en alternatiefscenario van de Demografische Verkenning 2009. Het inwoneraantal van de stad is in de afgelopen paar jaar iets harder is gegroeid dan in de Demografische Verkenning 2009 berekend is. Dit heeft tot gevolg dat we voor het inschatten van de ontwikkelingen vanaf 2012 vanaf een wat hoger startniveau vertrekken maar ook dat de aannames iets naar boven zijn bijgesteld. In vergelijking tot de afgelopen periode betekenen deze uitkomsten een voortzetting van de trend: de stijging van het aantal inwoners en woningen doet zich al vanaf het eind van de jaren ’90 voor. Veranderingen in leeftijdsopbouw In Figuur 17 en Figuur 18 is te zien welke veranderingen er zullen optreden in de leeftijdsopbouw van de Nijmeegse bevolking. De belangrijkste wijzigingen zijn: • •
• • •
De toename is het grootste bij de groep 60-ers en 70-ers. Dit is het gevolg van het ouder worden van de na-oorlogse geboortegeneraties Ook de groep 30-ers neemt in omvang toe. Dit is vooral een reactie op de daling van deze leeftijdsgroep de afgelopen 10 jaar. Het kleine cohort dat de afgelopen jaren in deze leeftijdsklasse heeft gezeten wordt opgevolgd door een wat grotere groep. De daling van de groep 40-ers hangt is gevolg van hetzelfde proces. De wat kleine groep mensen die nu in de 30 is is in 2020 tussen de 40 en 50. Het aantal jonge kinderen zal wat toenemen. Het verschil tussen het hoofdscenario en het alternatieve scenario concentreert zich in de leeftijdsklassen 20-29 en 30-39. Dat komt omdat vooral de migratieaannames verschillen tussen de twee scenario’s. En het zijn de mensen tussen 20-39 die het meest verhuizen.
18 - Stadsprognose
20000 18000 16000 14000 12000 2012 10000
2015
8000
2020 2025
6000 4000 2000 0
Figuur 17 Toekomstige leeftijdsopbouw Nijmegen, hoofdscenario
90+ 80-89 70-79 60-69 50-59 alternatief 40-49
hoofdscenario
30-39 20-29 10-19 0-9 -2000 -1000
0
1000
2000
3000
4000
Figuur 18 Veranderingen per leeftijdsgroep 2012-2020, hoofdscenario en alternatief scenario
Stadsprognose - 19
0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ totaal
2012 16044 17951 32931 22275 22860 21021 16397 9912 5012 843 165246
hoofdscenario 2020 2025 17500 18500 18000 18500 34500 34500 24500 26000 21500 22000 22000 22000 19000 20000 12500 15000 5500 6500 800 1000 176500 184000
alternatief scenario 2020 2025 17000 18000 17500 18000 33000 32500 24000 24500 21000 21000 22000 21500 19000 20000 12500 15000 5500 6000 1000 1250 173000 177500
Figuur 19 Omvang per leeftijdsgroep in 2 scenario's
3.3 Vergelijkingen met andere prognoses Er worden in Nederland twee landelijke prognoses met uitkomsten op gemeentelijk niveau gemaakt: de regionale prognose van het CBS/PBL en de Primosprognose van het Ministerie VROM/IM. De aannames wat betreft woningbouw van de CBS/PLB prognose liggen in de buurt van de Nijmeegse hoofdvariant. De woningbouwaannames van de Primosprognose lijken op die van het alternatief scenario. De geraamde bevolkingsaantallen in de CBS/PBL vertonen de eerste jaren een sterke stijging, duidelijk meer dan de afgelopen jaren te zien is geweest. Na 2015, en zeker naar 2020 zwakt de stijging af. Het Nijmeegse hoofdscenario laat een geleidelijkere stijging zien. In 2025 komen de verwachte bevolkingsaantallen in deze twee benaderingen (CBS en hoofdscenario) uiteindelijk samen. De uitkomsten van de Primosprognose en het alternatieve scenario lijken sterk op elkaar.
20 - Stadsprognose
190000 185000 180000 175000 170000 165000 160000 155000 150000 145000 140000 2000
2005
2010
werkelijk
hoofdscen.
Primos
CBS/PBL
2015
2020
2025
alternatief scen.
Figuur 20 Geraamde bevolkingsontwikkeling Nijmegen in 4 prognoses
De ontwikkelingen in leeftijdsopbouw laten in de verschillende prognoses overeenkomsten, maar ook verschillen zien. Overeenkomsten: • •
Zowel bij het hoofdscenario als het regionale prognose van CBS/PBL is een toename van kinderen, dertigers en zestigers, zeventigers en tachtigers te zien De groep veertigers neemt in beide prognoses af
Verschillen: • •
In de CBS/PBL-prognose neemt de groep 10-19-jarigen af, in het Nijmeegse hoofdscenario niet. De stijging van ouderen en kinderen is in de CBS/PBL-prognose sterker dan in het Nijmeegse hoofdscenario.
Stadsprognose - 21
40000 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0 0-9
10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 2012
hoofdscenario
90+
CBS/PBL
Figuur 21 Leeftijdsopbouw 2025 in hoofdscenario en CBS/PBL-prognose
Op langere termijn krimp? Hoe verder de toekomst in, des te groter worden de onzekerheden en de marges rond uitkomsten van prognoses. Daarom kijkt de Demografische Verkenning niet voorbij 2025. De regionale prognose van CBS/PBL rekent tot 2040. De verwachting is dat rond de periode 2035/2040 de bevolkingsgroei voor Nederland als geheel zal stoppen. 190 185 180 175 170 165 160 155 150 145 140 2000
2005
2010
2015
2020
Nederland (*100000)
2025
2030
2035
2040
Nijmegen (*1000)
Figuur 22 Ontwikkeling tot 2040, CBS/PBL
Voor Nijmegen voorziet de CBS/PBL-prognose na de bovengemiddelde bevolkingsgroei in de jaren 2010-2025 tussen 2025 en 2030 een periode met een stabiele bevolkingsomvang. Tussen 2030 en 2040 wordt een lichte terugloop van het inwoneraantal berekend: van 185.000 inwoners in 2030 naar 182.000 in 2040.
22 - Stadsprognose
4 Stadsdeel- en wijkprognose 4.1 Inleiding Uiteenlopende ontwikkelingen Het inwoneraantal van Nijmegen blijft voorlopig doorgroeien. Maar dat hoeft dat niet zo te zijn voor iedere wijk in de stad. Net zoals er in de afgelopen jaren wijken zijn geweest die te maken hadden met een teruglopend inwoneraantal zal dat in de komende jaren ook het geval zijn. Ook ontwikkelingen als vergrijzing, vergroening of ontgroening komen niet in alle wijken in dezelfde mate voor. Deze uiteenlopende ontwikkelingen zijn voor het gemeentelijk beleid net zo belangrijk als de bevolkingsontwikkeling op stedelijk niveau. Daarom kijken we in dit hoofdstuk naar de veranderingen in bevolkingsomvang en samenstelling tot 2020 op stadsdeel- en wijkniveau. Dilemma: maximale aandacht voor wijk of afstemming met totaal-prognose Bij het maken van wijkprognoses zijn er twee, tegengestelde, uitgangspunten: • •
Zo goed mogelijk recht doen aan de bijzonderheden van iedere wijk Afstemming van de uitkomsten per wijk met de uitkomst voor Nijmegen als geheel
De werkwijze die voor de wijkprognose is gevolgd is dat eerst voor iedere wijk, op basis van analyse van bevolkingsontwikkeling uit het verleden en aannames voor de toekomst, een vooruitberekening wordt gemaakt. De optelling van al deze wijkprognoses komt nooit precies overeen met het uitkomsten van de prognose voor Nijmegen. Daarom worden na de berekeningen per wijk een correctieslag uitgevoerd waarin de uitkomsten van de wijkprognose passend te maken met de stadsprognose. De uitkomsten per wijk worden dus iets aangepast om tot de meest waarschijnlijk geachte ontwikkeling voor de stad te komen. Dit is mede de reden waarom de uitkomsten van de Waalsprongmonitor, waarin alleen geschat wordt hoe de bevolkingsontwikkeling in Nijmegen-Noord zal verlopen, iets afwijken van de uitkomsten voor Nijmegen-Noord in de Demografische Verkenning. Welke woningbouwaannames? De context waarbinnen de wijkprognose is berekend is die van het hoofdscenario uit het vorige hoofdstuk. Dat betekent dat er voor de jaren tot 2020 van een woningvoorraaduitbreiding van gemiddeld 1000 woningen per jaar wordt uitgegaan. Voor de wijkprognose moeten we ook aannames doen over de wijken waarin die uitbreiding plaats zal hebben. In het Woningbouwprogramma van Nijmegen wordt een overzicht gegeven van bouwprojecten in ontwikkeling. Als al die projecten gerealiseerd zouden worden dan overstijgen we dat gemiddelde van 1000 woningen per jaar, vooral in de eerste paar jaar. Een woningbouwprogramma moet ook groter zijn de behoefte omdat er in praktijk altijd projecten uitvallen/doorschuiven in de tijd. Maar welke projecten dat zullen zijn, in welke wijken is nu nog niet bekend. Toch moeten er voor de wijkprognose aannames gedaan worden over de ontwikkeling van de woningvoorraad per wijk. Aansluitend bij beleidsvoornemens en politieke keuzes (woningbouw in Waalsprong en Waalfront heeft voorrang) hebben we de aangenomen dat de bouw in deze gebieden conform planning plaats zal hebben. De ruimte die dan nog overblijft om tot 1000 woningen per jaar te komen wordt naar rato opgevuld met bouwplannen in de rest van de stad.
Stadsdeel- en wijkprognose - 23
Onzekerheden in de uitkomsten Nog meer dan voor de totaalprognose geldt dat de uitkomsten van de wijkprognose onzeker zijn. Zeker wanneer je naar leeftijdsklassen binnen wijken gaat kijken betreft het vaak in absolute cijfers kleine groepen. Toevalligheden en afwijkingen van de aannames kunnen daardoor relatief grote effecten hebben op de uitkomsten.
4.2 Prognose per stadsdeel Bevolkingsgroei geconcentreerd in Noord en Oud-West Tussen 2012 en 2020 zal naar verwachting het aantal inwoners van Nijmegen met zo’n 10.000 mensen toenemen. Die groei komt vooral in Nijmegen-Noord en Oud-West terecht. Dit zijn de stadsdelen waarvoor de meeste nieuwbouwplannen bestaan. Ook voor het stadsdeel Centrum zijn er relatief veel bouwplannen. Dat resulteert in (een wat kleinere) groei van het inwoneraantal. In de overige stadsdelen blijft het aantal inwoners stabiel, of loopt zelfs iets terug (Dukenburg en Lindenholt.
Noord Lindenholt Dukenburg Zuid Midden Nieuw-West Oud-West Oost Centrum 0
5000
10000 15000 20000 25000 30000 35000 40000 2020
2012
Figuur 23 Inwoneraantal bij stadsdeel,2012 en 2020
Groei en afname naar leeftijdsklasse Binnen een groeiende of in omvang stabiele bevolking kunnen zich behoorlijke verschuivingen in leeftijdsopbouw voordoen. In Figuur 24 is per stadsdeel te zien hoe de bevolkingsopbouw van 2012 zich verhoudt tot de ramingen voor 2020.
24 - Stadsdeel- en wijkprognose
6000
10000
5000
8000
4000
6000
3000
2012
2000
2020
4000 2000
1000 0
0 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+
0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+
Centrum 4000
Oost 3000 2500
3000 2000 2000
1500 1000
1000 500 0
0 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+
0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+
Oud-West
Nieuw-West
4000
4000
3000
3000
2000
2000
1000
1000
0
0 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+
0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+
Midden
Zuid
3500
3000
3000
2500
2500
2000
2000
1500
1500
1000
1000 500
500
0
0 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+
Dukenburg
0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+
Lindenholt
Stadsdeel- en wijkprognose - 25
5000 4000 3000 2012 2000
2020
1000 0 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+
Noord Figuur 24 Leeftijdsopbouw per stadsdeel, 2012 en 2020
De extra-inwoners die het Centrum door de nieuwbouw in 2020 zal hebben zorgen vooral voor een groei van de groepen twintigers en dertigers. Het woonmilieu in het centrum is voor veel mensen uit deze groep aantrekkelijk. Het aantal tieners en kinderen in de basisschoolleeftijd, dat nu ook al laag is, zal daarentegen nog iets verder afnemen. Het aantal ouderen neemt wel toe, maar in een relatief rustig tempo. In Nijmegen-Oost zal tot 2020 sprake zijn van ontgroening. Vooral het aantal tieners zal dalen. Daar staat tegenover dat het aantal ouderen, vooral de zestigers en zeventigers, behoorlijk zal toenemen. Het aantal 80-ers blijft ongeveer gelijk, terwijl in deze leeftijdsklasse in Nijmegen als geheel een toename verwacht wordt. In Oud-West zorgen de omvangrijke nieuwbouwplannen voor een flinke bevolkingstoename in alle leeftijdsklassen. Relatief de sterkste groei is te zien bij de ouderen, omdat daar groei als gevolg van nieuwbouw gecombineerd wordt met een vergrijzingstendens vanuit de zittende bevolking. Voor dit stadsdeel geldt heel sterk dat de prognosecijfers indicatief zijn. Er is veel nieuwbouw gepland, we hebben nog nauwelijks ervaringsgegevens om aannames te doen over de samenstelling van de bevolkingsgroep die daar wil gaan wonen. Veranderingen in de aannames kunnen grote gevolgen hebben voor de uitkomsten. In Nieuw-West gaat een terugloop in alle leeftijdsklasse tot 50 jaar samen met een groei van de leeftijdsklassen boven de 50. De groei van de groep ouderen ligt in dit stadsdeel, dat op dit moment tot de meest vergrijsde van Nijmegen hoort, onder het stedelijk gemiddelde. In bijna alle leeftijdsklassen tot 60 jaar zal in Nijmegen-Midden het aantal inwoners dalen. Relatief de sterkste afname is te zien bij de groep tieners. De leeftijdsklassen boven de 60 stijgen, maar de groei zal, vooral bij de 70+-ers, in Midden wat minder groot zijn dan in Nijmegen als geheel. Samen met Nieuw-West is Nijmegen-Zuid op dit moment het meest vergrijsde stadsdeel van de stad. En nog sterker dan in Nieuw-West betekent dit dat het aantal ouderen wel zal groeien, maar flink onder het Nijmeegse gemiddelde. Vooral onder de 70-ers zal de toename relatief gering zijn. In veel leeftijdsklassen onder de 50 zal sprake zijn van terugloop van het aantal inwoners.
26 - Stadsdeel- en wijkprognose
In de bevolkingsomvang en –opbouw van Dukenburg is de afgelopen jaren het effect van het ouder worden van (de inwoners van) een nieuwbouwwijk zichtbaar geweest: meer ouderen, minder kinderen, minder inwoners. Ook tot 2020 heeft deze ontwikkelingen nog effecten. De aantallen inwoners in alle leeftijdsklassen tot 50 jaar gaat dalen. Voor de ouderen geldt dat het aantal jonge ouderen, de zestigers, op dit moment z’n piek heeft bereikt en zal gaan dalen. Het aantal 70+-ers zal wel flink gaan groeien. Bij elkaar blijft de groei van het aantal jongeren en oudere ouderen wat achter bij het Nijmeegse gemiddelde. Lindenholt maakt tot 2020 een duidelijk herkenbare ontwikkeling door. Deze wijk is, nog niet al te lang geleden, in een relatief korte tijd gebouwd. Dat maakt dat de verouderingscyclus van een traditionele nieuwbouwwijk hier goed zichtbaar is. De daling van het aantal kinderen en van het aantal twintigers, dertigers en veertigers gaat door. Het aantal ouderen gaat flink toenemen. Omdat Lindenholt wat jonger is dan Dukenburg zie je hier ook in de leeftijdsklasse 60-70 een sterke toename. Dat maakt mede dat de groei van het totale aantal ouderen hier heel hoog zal zijn. In Nijmegen-Noord, de grootste nieuwbouwlocatie van de stad, neemt het inwoneraantal in alle leeftijdsklassen toe. De groei wordt echter niet alleen veroorzaakt door bewoners van nieuwbouwwoningen. Zo is de groei van de groep tieners en 60+-ers ook voor een belangrijk deel gestuurd door de leeftijdsopbouw van de nu aanwezige bewoners: huidige bewoners onder de 10 of rond de 55 zijn in 2020 8 jaar ouder dan nu, en vullen dan de op dit moment nog beperkt bezette leeftijdsklassen 10-19 en 60+. In de Monitor Waalsprong worden uitgebreidere berekeningen gepresenteerd over de mogelijke toekomstige omvang en samenstelling van de bevolking in Nijmegen-Noord.
4.3 Prognose op wijkniveau 4.3.1 Groeiende en krimpende wijken In de afgelopen 5 jaar waren er, terwijl de stad als geheel met meer dan 4000 mensen, ongeveer 3%, groeide, 13 wijken die te maken hadden met een terugloop van het aantal inwoners. In de jaren tot 2020 verwachten we, bij een blijvende toename van het stedelijk inwoneraantal, in een wat groter aantal wijken inwonerverlies. Vier wijken kunnen met een (relatief) wat groter verlies in inwonersaantal te maken krijgen: Hunnerberg, Heyendaal, Malvert en ’t Broek. Dit wordt veroorzaakt door een combinatie van factoren. Ten eerste het gebrek aan nieuwbouwplannen voor deze wijken. Daarnaast zal er, zeker in Heyendaal en ’t Broek, sprake zijn van een bovengemiddelde gezinsverdunning: in deze wijken wonen veel gezinnen met oudere kinderen die het huis uit zullen gaan. Veel van de Dukenburgse en Lindenholtse wijken gaan, net als in de afgelopen periode, ook in de komende jaren te maken krijgen met vermindering van het aantal inwoners. Uitzondering hierop zijn de wijken Tolhuis en Zwanenveld, waarvoor nog plannen zijn voor een redelijk aantal nieuwbouwwoningen. Flinke toename van het inwonercijfer is er natuurlijk vooral te verwachten in wijken waar een grote bouwproductie gepland staat: Oosterhout, Lent en de Biezen (Waalsprong en Waalfront). Maar ook het Stadscentrum, Groenewoud en Nije Veld kunnen op grond van de voor die wijken (relatief) omvangrijke woningbouwplannen een toename van het aantal inwoners verwachten.
Stadsdeel- en wijkprognose - 27
Ook in Galgenveld, Grootstal, Hatert, Hees, Tolhuis en Zwanenveld zijn de nieuwbouwmogelijkheden van zo’n omvang dat ze de natuurlijke tendens tot daling van de bevolkingsomvang compenseren.
Figuur 25 Verandering in omvang bevolking, 2012-2020
4.3.2 Uiteenlopende ontwikkelingen per leeftijdsgroep Sterkste groei jeugdigen in Noord en Biezen Het aantal basisschoolkinderen2 zal vooral in de wijken met meest bouwplannen groeien: Lent, Oosterhout en de Biezen. Voor wat betreft de ontwikkeling in de Biezen/Waalfront zijn de bevolkingsverwachtingen nog onzeker. Veel meer dan in de Waalsprong zal er hier sprake zijn van gestapelde/etagebouw. Voor het effect dat dat heeft op de vestiging van verschillende doelgroepen zijn meerdere mogelijkheden: worden vooral jongeren, ouderen of een mix van bewonersgroepen met ook gezinnen aangetrokken? Elf wijken zullen naar verwachting te maken krijgen met een duidelijke terugloop van het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd. Zij liggen verspreid door Nijmegen ten zuiden van de Waal. In de meeste andere wijken blijft de basisgeneratie ongeveer even groot. 2
Basisgeneratie zoals gebruikt in het onderwijsbeleid: 4-11-jarigen +30% van de 12-jarigen
28 - Stadsdeel- en wijkprognose
Figuur 26 Verandering van aantal kinderen in basisschoolleeftijd, 2012-2020
Ook voor de 12-17 jarigen geldt dat de sterkste stijging verwacht wordt in Noord en de Biezen. Voor deze leeftijdsgroep geldt dat in Lent en Oosterhout ook zonder nieuwbouw al een flink aantal tieners bij zal komen: de jeugd die er nu al woont, is voor het merendeel maximaal 10,12 jaar oud en zal de komende jaren de nu nog beperkt gevulde leeftijdsklassen 12-17 instromen. In Nijmegen ten zuiden van de Waal zal in veel meer wijken het aantal tieners afnemen (19 wijken) dan groeien ( 4 wijken) of ongeveer stabiel blijven (9 wijken). De omvang van de daling is soms heftig: in 7 wijken gaat tussen 2012 en 2020 het aantal 12-17jarigen met meer dan 20% (soms wel een kwart of een derde) afnemen.
Stadsdeel- en wijkprognose - 29
Figuur 27 Ontwikkeling van aantal 12-17 jarigen, 2012-2020
Vergrijzing zorgt voor stadsbrede toename van aantal ouderen Het aantal ouderen zal in Nederland en ook in Nijmegen de komende jaren, met het ouder worden van de na-oorlogse geboortegeneratie flink gaan groeien. Dit heeft zijn weerslag op alle wijken van Nijmegen. Er zullen de komende jaren nauwelijks/geen wijken zijn waar het aantal ouderen afneemt. Wel wijken waar de groei van het aantal ouderen lager dan gemiddeld is, en natuurlijk ook wijken die juist met een verhoogde groei van het aantal ouderen te maken hebben. In Lindenholt is zowel absoluut als relatief gezien de grootste stijging van het aantal 65+-ers te verwachten: er wonen nu nog maar een beperkt aantal mensen in deze leeftijdsklasse terwijl de groep vijftigers, die de komende jaren voor aanvulling van de groep 65+ gaat zorgen, prominent aanwezig is. In Lent en vooral Oosterhout wonen nu nog maar weinig 65+-ers. Vandaar dat de absoluut gezien niet zo sterke groei van de groep ouderen toch voor een sterke relatieve toename zorgt. In veel andere wijken, vooral aan de zuidkant van de stad, stijgt het aantal ouderen juist minder hard dan gemiddeld.
30 - Stadsdeel- en wijkprognose
Figuur 28 Ontwikkeling van het aantal 65+-ers, 2012-2020
Stadsdeel- en wijkprognose - 31
4.4 Cijfers 2012 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+
2020 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+
Centrum 255 677 4476 1545 959 934 814 344 240 10244
300 600 5050 1800 800 800 800 450 250 10900
Oost Oud-West Nw-West 2269 1188 1608 3525 1338 1825 9242 2654 2829 3784 1993 2332 4029 1864 2218 4397 1680 1849 3287 1185 1559 1684 592 1188 1375 234 928 33592 12728 16336
2300 3150 9400 3650 3300 4200 3800 2350 1300 33400
1500 1350 3350 2650 2000 2300 1800 1100 450 16700
Figuur 29 Inwoneraantallen per stadsdeel
32 - Stadsdeel- en wijkprognose
1600 1750 2650 2200 2050 1900 1650 1400 1050 16200
Midden 1718 2087 3657 2361 2412 2500 1817 1106 611 18269
Zuid 2076 2535 3453 2687 3182 3068 2455 2182 1266 22904
Dukenb. 2367 2438 2918 2890 3200 2909 3090 1942 883 22637
Lindenh. 1787 2090 2173 2104 2620 2496 1412 478 139 15299
Noord 2695 1312 1378 2475 2234 1044 672 364 168 12342
1800 1850 3500 2500 2200 2300 2050 1250 650 18200
2200 2300 3300 2800 2750 3150 2700 2250 1450 23000
2350 2250 2700 2850 2750 3000 2950 2500 1100 22400
1750 1900 1750 2050 2200 2350 1850 800 250 14800
3700 2550 2500 4000 3350 3050 1150 550 250 20200
Benedenstad Stadscentrum Centrum Bottendaal Galgenveld Altrade Hunnerberg Hengstdal Kwakkenberg Groenewoud Oost Nijeveld Hazenkamp Goffert St. Anna Heyendaal Midden Hatertse Hei Grootstal Hatert Brakkenstein Zuid Biezen Wolfskuil Oud-West Hees Heseveld Neerbosch Oost Nieuw-West Tolhuis Zwanenveld Meijhorst Lankforst Aldenhof Malvert Weezenhof Dukenburg 't Acker De Kamp 't Broek Lindenholt Oosterhout Nijmegen Lent Nijmegen Noord Nijmegen
2012 2020 woningvoorraad inwoners BG 12-17 65+ inwoners BG 12-17 65+ 2012-2020 2693 99 117 367 2600 75 75 500 0% 7551 78 54 558 8300 75 50 550 15% 10244 177 171 925 10900 150 143 1050 10% 4812 180 138 266 4700 175 125 400 3% 6701 399 288 962 6900 400 300 1100 7% 6450 386 316 468 6300 375 300 700 1% 3847 177 200 797 3700 150 125 1000 0% 7147 505 394 1026 6900 475 350 1400 0% 1252 81 82 264 1200 75 75 300 0% 3383 131 144 622 3700 150 125 550 14% 33592 1859 1562 4405 33400 1800 1400 5400 3% 4932 402 273 437 5200 450 300 500 8% 5242 523 429 734 5100 525 350 900 2% 2533 151 150 348 2500 125 100 450 4% 3443 278 183 685 3400 300 175 700 0% 2119 77 96 241 2000 50 75 250 0% 18269 1431 1131 2445 18200 1450 1000 2800 3% 4094 364 245 491 4000 350 250 500 0% 5242 420 337 1109 5300 400 325 1200 4% 9705 586 451 2063 10000 700 450 2200 4% 3865 283 331 966 3700 250 250 1100 2% 22906 1653 1364 4629 23000 1700 1250 5000 3% 6695 469 330 784 10700 675 450 1700 72% 6034 419 298 537 6000 425 250 700 4% 12729 888 628 1321 16700 1100 700 2400 41% 2776 219 152 766 2800 175 150 850 6% 6058 485 370 710 6000 475 350 800 3% 7503 594 482 1367 7400 625 475 1600 2% 16337 1298 1004 2843 16200 1275 975 3250 3% 3385 333 246 508 3400 300 225 700 7% 4870 334 300 759 5000 350 250 1000 6% 3469 307 244 614 3400 300 225 700 2% 2115 175 107 384 2100 175 125 500 0% 2594 239 187 495 2500 250 175 500 0% 2607 186 144 661 2500 150 100 600 1% 3597 311 259 945 3500 275 225 1100 0% 22637 1885 1487 4366 22400 1800 1350 5100 3% 5505 541 446 276 5400 550 400 450 2% 5735 533 410 568 5600 500 425 900 0% 4060 415 413 304 3800 350 325 450 0% 15300 1489 1269 1148 14800 1425 1150 1800 1% 5567 1133 358 120 8000 1350 750 250 61% 6777 830 398 672 12100 1450 750 1000 90% 12344 1963 756 792 20100 2800 1500 1300 78% 165246
12721
9437
22953
176500
13600
9500
28400
11%
Figuur 30 Inwoneraantallen per wijk
Stadsdeel- en wijkprognose - 33