TIJDSCHRIFT "MET ZORG" Thema: Armoede/delinquentie jaargang 4 – nummer 4 – december 1998 INHOUDSTAFEL Editoriaal R. Stockman Kenmerken van armoede J. Vranken (e.a.) 1978 - 1998: 20 jaar Poverello J. Van Eetvelde De beleving van een gevangenisstraf Commissie Rechtvaardigheid en Vrede "Herstel": een fundamentele opdracht voor het strafbeleid Commissie Rechtvaardigheid en Vrede Hoop op een gezonde toekomst F. Koopmans Black is beautiful! Of niet soms ...? R. Ceustermans Het raakt mijn koude kleren wel! F. Laevers en T. Vanhoutte Wisselwerking tussen bijzondere jeugdzorg en onderwijs J. Leman Jongeren met ernstige gedragsstoornissen M. Deveugele Onderzoek naar de psychiatrische problematiek bij 59 minderjarigen in Vlaanderen S. Jannes en F. Vander Laenen
EDITORIAAL Van stapelmensen gesproken Jan kwam uit de gevangenis en ging in de drugsvrije gemeenschap een therapie volgen. De zoveelste, zeiden sommigen. De carrière van Jan was inderdaad indrukwekkend: verstoten door zijn moeder en zijn vader verloren toen hij drie jaar was. Verblijf in een inrichting en daar misbruikt op meerdere gebieden. Veel te vroeg gehuwd en na 1 jaar reeds alleenstaande vader. Met veel pijn zijn kind moeten verliezen in een ongeval en dan zwaar aan de drank en de drugs. Behandelingen, gevangenisopnamen: ze volgden mekaar op. Maar kan het ook anders bij mensen als Jan, die als het ware voor het ongeluk zijn geboren en waar de ene tegenslag op de andere wordt gestapeld? We noemen ze stapelmensen. Het verhaal van Jan mag fictief klinken, in de realiteit ontmoeten we deze mensen dagelijks. De wereld is hard voor hen en zij worden hard voor de wereld. “Het is alsof de zon voor hen niet schijnt en dat de aarde slechts bloemen heeft voor de rijken en voor hen slechts distels en doornen”, zuchtte Vader Triest reeds in 1828. Stapelmensen zijn blijkbaar het verhaal van alle tijden, ook van vandaag. En dan komt de vraag: wat doen we ermee? Hoever kunnen we gaan in onze hulp en moeten we ons niet veeleer afschermen en ons richten tot hen die nog wel perspectief in dit leven hebben? Het zijn de gekende opmerkingen en de nog meer gekende praktijken die gericht zijn op bescherming. Er wordt een veilig scherm opgetrokken tussen Jan en de burger, en de burger vergeet dat Jan nog bestaat. Voor mensen als Jan wordt de strafinrichting hun eigenlijke thuis om van daaruit te verdwijnen in het getto van de stapelmensen. De staatsveiligheid moet maar zorgen dat deze mensen in bedwang worden gehouden, dat ze ons niet storen en dat we ze zeker niet zien. En als we ze niet zien, dan bestaan ze voor ons niet meer. Ziedaar de oplossing voor het probleem van de drugs, de verslaving, de criminaliteit en vandaag mogen we eraan toevoegen: van de illegalen en de aids-patiënten. En dan gaat diezelfde burger die ik ook ken, op zondag naar de mis en hij hoort daar de gekende parabels van de verloren zoon, van Lazarus en de rijke vrek en van de barmhartige Samaritaan. Hij kent ze al vanaf zijn vroege jeugd en hij vindt ze zo mooi en sympathiek. En hij probeert ze nog toe te passen ook, althans, dat denkt hij toch. Hij probeert de bladzijde om te draaien wanneer zoonlief eens iets mispeuterd heeft, hij scharrelt in zijn binnenzak wanneer hij een bedelaar tegenkomt en hij gaat zelfs zijn zieke zus bezoeken, zo nu en dan. Als dat geen werken van barmhartigheid zijn. En zijn geweten is gerust. Maar wat met stapelmensen zoals Jan en zovele anderen? Beperken we onze barmhartigheid tot diegenen die we in feite sympathiek vinden en maken wij ons ervan af met een afstandelijke aalmoes? “Als ge bemint die u beminnen, wat voor buitengewoons doet gij dan? Doen de heidenen dat ook niet?” (Mt. 5, 46). Opnieuw een confronterende zin van Jezus, woorden die aan de ribben blijven kleven en die ons doorheen schudden. Wat voor buitengewoons doen wij wanneer we Jan vergeten, wanneer we schermen met onze veiligheid, en wanneer we tevreden zijn met wat vriendenhulp? Dat doen de niet-christenen ook. De boodschap van Jezus gaat verder, veel verder. “Bemint uw vijanden en bidt voor wie u vervolgen” (Mt. 5, 44). Toon uw liefde en barmhartigheid ook aan hen van wie we nooit wederliefde moeten verwachten en ook aan deze mensen die naar onze maatstaven lelijk buiten de schreef lopen. Zij zijn wellicht de vijanden over wie Jezus spreekt, de mensen die ons storen en die vooral onze rust dreigen te verstoren. Misschien is hun storen voor ons juist zo belangrijk, opdat we niet zouden indommelen in een zelfgenoegzaam bestaan. Het zijn immers niet de zogenaamde vrienden die ons oproepen om onze naastenliefde te ontwikkelen, maar juist deze rustverstoorders die ons kleur doen bekennen. We weten dat een dergelijke redenering vandaag reacties oproept. Het zijn dikwijls dezelfde reacties als wanneer het over geloofszaken gaat. Ofwel haalt men de schouders op en gaat men onverschillig verder. Men is en blijft ondergedompeld in het bad van de onverschilligheid. Ofwel wordt men agressief en is men kwaad omdat men gestoord wordt. Ofwel wordt het geheel weggelachen en worden we als naïevelingen belachelijk gemaakt. Het is dus moeilijk om deze opdracht waar te maken, omwille van de weerstanden, die diep in ons
leven en omwille van de eerder negatieve en afremmende reacties, die we uit onze omgeving mogen verwachten. Waar halen we dan de kracht vandaan om toch door te doen, ondanks…? Uit onszelf zijn we dikwijls niet bij machte en zijn we zo sterk beïnvloedbaar. Opnieuw mogen we naar het evangelie grijpen waar we Christus horen spreken over de liefde en waar Hij de naastenliefde volledig koppelt aan de Godsliefde. “We kunnen liefhebben”, zo zegt Hij, “omdat God ons het eerst heeft bemind.” God maakt ons liefdesbekwaam; Hij schenkt ons de genade om te kunnen liefhebben op de wijze van God, op een goddelijke wijze. Dit is het geheim van een Moeder Teresa, die in haar naastenliefde heel ver kon gaan, van een Pater Damiaan en van die vele anderen, dikwijls ongekend, die de liefde laten primeren op de rede. Het is niet meer redelijk wat ze doen, maar het is wel getekend door de liefde. Misschien mag ik hier eindigen met een uittreksel uit een brief van onze stichter, Vader Triest, die het juist heeft over de kracht van de liefde. Een oude tekst die eigenlijk hetzelfde uitdrukt als wat we hier geprobeerd hebben als gedachte te ontwikkelen. “Gij moet met eerbied tot de zieken gaan en in hen de lijdende Christus zien. Een vast geloof is daartoe bekwaam. Schrikt uw gevoeligheid terug voor weerzinwekkende wonden, stel dan dit sterk geloof te werk. Het is waar, dat zulke verzorging dikwijls indruist tegen de natuur, maar in het licht van het geloof zal liefde de natuur vervangen. Liefde geeft krachten die de natuur niet geven kan.” Br. dr. René Stockman
KENMERKEN VAN ARMOEDE J. Vranken, D. Geldof & G. Van Menxel Armoede is niet alleen een zaak van economische positie, van inkomen of van bestedingsmogelijkheden. Armoede heeft ook te maken met een geringere deelname aan andere maatschappelijke goederen: onderwijs, wonen, gezondheidszorg, rechtsbedeling of cultuur.
1978 - 1998: 20 JAAR POVERELLO J. Van Eetvelde Dokter Jan Vermeire was de vader van de grote Poverello-familie. Op 30 juli 1998 is hij, na een korte ziekte, plots overleden. Zijn grote betrachting en zorg waren dat iedereen, groot of klein, arm of rijk, zich thuis zou voelen in Poverello.
DE BELEVING VAN EEN GEVANGENISSTRAF Commissie Rechtvaardigheid en Vrede Gevangenisstraffen hebben meestal een funeste, aftakelende invloed op de gedetineerde. Gedetineerden keren na hun vrijheidsstraf vaak nog initiatiefarmer, maatschappelijk minder weerbaar en psychisch gefnuikt naar de maatschappij terug. Gevangenissen zijn slechts zelden een behandelingsinstituut voor een zinvol verder leven.
"HERSTEL": EEN FUNDAMENTELE OPDRACHT VOOR HET STAFBELEID Commissie Rechtvaardigheid en Vrede De inhoud, de vorm en de functies van de straf behoren tot de cultuur, want zij zijn door mensen bedacht en evolueren mee met de geschiedenis van de mensheid. Straffen zijn het geformaliseerd en institutioneel antwoord van de samenleving op het delinquent gedrag van burgers
HOOP OP EEN GEZONDE TOEKOMST F. Koopmans Iedereen weet wat verslaafden zijn. Kapotte mensen die zichzelf en hun omgeving vaak veel ellende bezorgen. Ze zitten vast aan drugs, alcohol of gokken. Ze weten niet meer hoe ze er ooit nog mee moeten stoppen. Ze kunnen het niet meer alleen. Christelijke verslavingskliniek De Hoop uit Dordrecht (Nederland) wil deze mensen helpen. De Hoop gelooft niet in hopeloze gevallen. Ze biedt verslaafden de mogelijkheid om te bouwen aan een gezonde toekomst.
BLACK IS BEAUTIFUL! OF NIET SOMS …? BIJ DE DOOD VAN SEMIRA ADAMU R. Ceustermans Bij de dood van Sémira Adamu Zwarten worden ook vandaag nog vaak geweerd op plaatsen waar blanken vrije toegang hebben. Zwarten vinden minder gemakkelijk werk en moeten dikwijls nog hatelijke en racistische opmerkingen incasseren. Mensen respecteren in hun eigenheid en eigenwaarde impliceert het erkennen en aanvaarden van de verschillen die er tussen hen bestaan.
HET RAAKT MIJN KOUDE KLEREN WEL! OPKOMEN IN HET ONDERWIJS VOOR DE KWETSBAARSTEN IN ONZE SAMENLEVING F. Laevers & T. Vanhoutte Opkomen in het onderwijs voor de kwetsbaarsten in onze samenleving Door kansarmen "warme" en "rijke" kansen aan te reiken, dragen we ons steentje bij tot het verhogen van hun levenskwaliteit. Daardoor wordt hun draagkracht groter, zodat ze op hun beurt beter in staat zijn zelf een eigen plaats in de samenleving te veroveren.
WISSELWERKING TUSSEN BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND EN ONDERWIJS J. Leman Het realiseren en waarborgen van leerrechten voor kansarme jongeren betekent dat men een gemeenschappelijk profiel voor ogen heeft, waarbij onderwijs en welzijn, elk met duidelijk afgelijnde taken, binnen eenzelfde perspectief handelen, met centraal daarin de jongere.
JONGEREN MET ERNSTIGE GEDRAGSSTROORNISSEN M. Deveugele De behandeling van jongeren met gedragsproblemen is een veelomvattende taak die op verschillende terreinen tegelijk uitgevoerd moet worden, wil ze succesvol zijn. Om deze jongeren te kunnen helpen is een degelijk handelingsplan met concrete doelstellingen noodzakelijk, dat gericht is op verschillende aspecten van het leven van de jongere.
ONDERZOEK NAAR DE PSYCHIATRISCHE PROBLEMATIEK BIJ 59 MINDERJARIGEN IN VLAANDEREN S. Jannes & F. Vander Laenen In dit artikel worden de verschillende juridische wegen beschreven, waarop minderjarigen in de geestelijke gezondheidszorg kunnen terechtkomen.