Delhi is de hoofdstad van India en speelt met circa 18 miljoen mee in de top van de wereldsteden. De stad is druk en omvangrijk, toch heeft bezoeker noch inwoner vrijwel nergens het gevoel in een megastad te zijn. Delhi heeft namelijk nauwelijks een skyline en kent vanwege zijn schoksgewijze ontwikkeling ook niet echt een historisch centrum. De stad laat zich eerder ervaren als een aaneenschakeling van kleine drukke stadscentra. Een grondig bezoek aan Delhi vergt waarschijnlijk een dag of vijf. Het is moeilijk te stad in één dag te peilen, het is daarom vooral een kwestie van ‘wat schrappen we van onze lijst met bezienswaardigheden?’ Een dagje sightseeing Delhi - dat om even aan India te proeven uiteraard een must is aan het begin van deze reis - kan op verschillende manieren worden ingevuld: met historische plekken, met spirituele plekken, met plekken die in de meeste reisgidsen staan, met het drukke normale leven op markten en in winkelstraten, met plekken die belangrijk zijn voor de inwoners zelf. Misschien het verstandigste: een mix van dat alles. Zo druk als Delhi op de bezoeker overkomt, zo aangenaam is Dharamsala. De plaats ligt op ca. 1900 meter in de deelstaat Himachal Pradesh, dat wil zeggen het deel waar wij zullen vertoeven. Want Dharamsala bestaat uit twee delen: het eigenlijke Dharamsala dat een stuk lager ligt en McLeod Ganj, een zogeheten hill station, waar Indiërs al sinds de negentiende eeuw ’s zomers naartoe gaan om de hitte beneden te ontvluchten. En waar in de jaren zestig van de vorige eeuw de Dalai Lama en, in zijn kielzog, de Tibetaanse regering in ballingschap zijn neergestreken. McLeod Ganj kent een prettige sfeer, die wordt bepaald door een culturele mengelmoes van vele Tibetaanse vluchtelingen – inmiddels is de meerderheid in India zelf geboren, maar nog steeds komen er nieuwe vluchtelingen bij - , Indiase bewoners en bezoekers en een hele rits van westerse en oosterse toeristen. Het kleine aantal straten in het dorpje is een aaneenschakeling van leuke winkeltjes, restaurantjes, hotels en dergelijke. In de rustige uitlopers van die straten of ergens verscholen tegen een helling liggen kloosters, massagesalons, scholen en gebouwen van diverse non-gouvernementele organisaties die zich bezighouden met de Tibetaanse kwestie, met zelfredzaamheid van Tibetanen of met het boeddhisme. Amritsar is de laatste plek waar we, kort, verblijven. Centraal in de stad ligt een monument dat iedere bezoeker aan India moet hebben gezien, de Gouden Tempel. Dit heiligdom van de sikh-religie is dag en nacht open, wordt ook dag en nacht door tienduizenden bezoekers bezocht en toch hangt er een vredige en geordende sfeer die de bezoeker telkens blijft intrigeren en aantrekken. Het is boeiend om het goud van de tempel gedurende de dag van kleur te zien veranderen, maar het is waarschijnlijk nog interessanter om te zien hoe de sikhs hun geloof belijden door in lange rijen plaats te nemen om hun heilige geschrift, de Guru Kranth Sahib, te kunnen zien, door een ritueel bad in de vijver rond de tempel te nemen en door vrijwilligerswerk in en rond de tempel te doen. Zo is er een op vrijwilligers draaiende keuken die dagelijks aan veertigduizend mensen een gratis maaltijd verstrekt.
Word ik ziek in India? Hopelijk niet. Je kunt de kansen op ziekte verkleinen. In ieder geval is het raadzaam je voor India tegen bepaalde ziektes te vaccineren. Met name inentingen tegen hepatitis A, DTP en buiktyfus worden aangeraden. Ben je al eerder ver op reis geweest, kijk dan even welke vaccinaties nog geldig zijn. Onderstaande websites geven je de nodige informatie. www.travelclinic.com, www.thuisvaccinatie.nl, www.lcr.nl (landelijk coördinatiecentrum reizigersadvisering, hier verwijst de GGD naar.) Maak een afspraak voor de vaccinaties, bij voorkeur vier tot zes weken voor vertrek. En kijk of je ziektekostenverzekering de vaccinaties dekt! Andere instanties die je kunt contacteren zijn je huisarts, de Reisdokter (www.dereisdokter.nl), het Tropencentrum AMC in Amsterdam (www.tropencentrum.nl) of Travel Clinic Havenziekenhuis in Rotterdam (www.travelclinic.com). Laat bij een bezoek altijd de geplande reisroute zien. Neem een kleine reisapotheek mee met daarin o.a. jodium, pleisters, sterilon en middelen tegen koorts, diarree, verstopping, insectenbeten, zonnebrand en eventueel een middel tegen reisziekte. Denk ook aan een tekentang, thermometer (onbreekbaar), ORS (Oral Rehydration Salts, tegen uitdroging) en vitaminetabletten. Voor de hygiëne op reis o.a. een flesje desinfecteergel en ontsmettingsdoekjes. Neem geen zware medicijnkoffer mee, India telt veel goed opgeleide artsen en medicijnwinkeltjes waar de meest voorkomende spullen voor weinig geld te koop zijn. Zorg dat je tijdens de reis het vaccinatieboekje en bloedgroepgegevens bij je hebt. (Handig om mee te nemen is het Europees medisch paspoort, een document waarmee je in urgente situaties veel problemen kan voorkomen. Het paspoort is opgesteld in elf talen, waardoor de hulpverlener (in het buitenland) eenvoudig de gegevens van de patiënt, zijn of haar ziekten, aandoeningen en medicijngebruik kan opzoeken. Ook is vermeld wie de behandelende arts is en wie er in dringende gevallen gewaarschuwd kan worden. Het medisch paspoort is onder andere verkrijgbaar bij huisarts, de Reisdokter, apotheek en GGD.) Malaria? We zitten het overgrootste deel van de reis in de bergen, daar zijn niet of nauwelijks muggen en malaria en andere door muggen overgebrachte ziekten bestaan er al helemaal niet. Tijdens de dagen dat we op lage hoogte zijn zitten we eigenlijk alleen in grotere steden (Delhi, Amritsar) en daar komt geen malaria voor. Desondanks kun je daar gestoken worden – muggen zijn actief tussen zonsondergang en zonsopkomst. Er bestaat een hele kleine kans dat zo’n mug dengue (knokkelkoorts) verspreidt. Het verstandigste is om in de periode dat muggen actief zijn lange mouwen te dragen en blote lichaamsdelen in te smeren met een anti-muggenmiddel.
Hoogteziekte? Die kans is wel héél klein op 1900 meter. Hoe smaakt India? De eetgewoontes in India verschillen radicaal van die in Europa en de overgang kan soms een probleem zijn. Veel Indiërs eten zittend op de grond met hun rechterhand van een metalen bord. Maar je wordt vreemd aangekeken als je dat doet wanneer de rest van de reizigers gewoon plaatsneemt aan tafel. Veel, maar steeds minder, Indiërs eten uit religieuze of morele overwegingen strikt vegetarisch en ook eieren vallen buiten hun dieet. Vegetariërs hebben het eenvoudig in India. Van oorsprong waren zowel de boeddhisten als de hindoes vegetariër. Alleen vis behoorde al langer tot het menu. De Moghuls en de Europeanen moesten er aan te pas komen om vlees tot een integraal onderdeel te maken van de Indiase maaltijd. Nog altijd is een deel van de bevolking vegetariër. De hoeveelheid vlees die wel in rijst en curry’s wordt verwerkt, is miniem vergeleken met datgene wat de Europeanen gewend zijn. In Tibetaanse gemeenschappen zoals in Dharamsala wordt vlees eten normaal gevonden. Hoewel de Tibetanen zich langzaam bewust worden van het feit dat voor het eten van vlees een dier moet worden gedood en dat dat niet strookt met hun boeddhistisch principe ‘moge ieder levend wezen gelukkig zijn’, zal er nog heel wat water door de Ganges vloeien voordat de Himalaya een no meat zone is geworden. Maar de Dalai Lama en andere belangrijke Tibetaanse meesters lobbyen daar de laatste jaren nadrukkelijk voor. De Indiërs ontbijten meestal met puri bhajee (gefrituurd brood met een kikkererwtencurry) of allu parantha (een pannenkoek met aardappelvulling). Centraal in de meeste warme maaltijden staan rijst en daal, wat een verzamelnaam is voor allerlei peulvruchten, meestal linzen, maar ook kidneybonen en kikkererwten worden daartoe gerekend. Daarnaast komen er een of meerdere groenteschotels of groentecurry’s op tafel, soms met paneer (blokjes gesneden van gestolde melk), voor de vleeseters een curry van kip, schaap, geit of vis en tot slot chapati’s. Dat zijn droge platte pannenkoeken, die de Indiërs gebruiken als bestek: ze scheuren er een stukje van af en grijpen daarmee iets van de andere gerechten, wat ze dan in zijn geheel in hun mond stoppen. Hoe veelzijdig en smaakvol de (Noord-)Indiase keuken ook is, na enige tijd kan de behoefte aan enige afwisseling ontstaan. Op alle plaatsen op onze reis zijn er daarom gelukkig restaurants met een Chinese, Italiaanse of Tibetaanse kaart. En de meeste hotels zijn inmiddels gewend aan de smaak van de Westerse reiziger. Zij bieden daarom standaardontbijten van toast, jam, boter, roerei, omelet en ook pastagerechten, pizza’s en allerlei aufwiederschnitzels, sizzlers en steaks staan dikwijls op het menu. Wat altijd is aan te raden: koop vers fruit bij een marktstalletje. De mango’s in India zijn verkrijgbaar in diverse soorten en plaatsen iedere Europese mango-ervaring in de schaduw. Datzelfde geldt voor papaya’s, guava’s, ananas, chickoo’s en granaatappels. Indiërs zijn echte theedrinkers. Dat hebben ze van de Britten geleerd, maar ze hebben er een eigen traditie en cultuur van gemaakt. Chai, zoals thee in India en ook in veel andere landen heet, wordt hier met veel melk en suiker geserveerd, soms met specerijen als kaneel, kruidnagel, peper en cardamon. Ben je niet zo’n zoetekauw, vraag dan thee zonder suiker: chini nahieh (geen suiker). Lekker zijn ook de fruitdrankjes, verpakt, maar bij voorkeur vers.
En aan koffie zijn ze intussen ook wel gewend in India. In de grotere plaatsen vind je coffeeshops (vaak ketens als Coffee Day, Costa en Barristo) waar je een degelijke caffé latte kunt krijgen. En we mogen de lassi niet vergeten, een yoghurt-karnemelkachtig drankje dat gemixt wordt met allerlei smaakjes. Populair zijn banana lassi en mango lassi. Het bier is goed (ga voor Kingfisher of Godfather), op het gebied van sterke drank hoeven we ze weinig te leren – tenzij je gewend bent aan verfijnde en dus dure malt whisky’s – maar van wijn hebben ze geen kaas gegeten. De laatste jaren komt er steeds betere wijn op de markt, maar die is lang niet overal verkrijgbaar en relatief duur. En geen water uit de kraan drinken in India, nergens! Alleen gefilterd of gekookt water of water uit flessen. Let erop dat de dop verzegeld is. Wat bedoelt die Indiër toch? Heel verwarrend voor westerlingen is de manier waarop men in India ja of nee zegt. Om te beginnen wordt 'ja' niet aangeduid door te knikken, maar door de kin snel heen en weer te bewegen, waardoor het lijkt alsof er ergens een schroefje in de hals loszit. Bovendien heeft deze hoofdknik een ruimere betekenis dan alleen ja. Het kan betekenen ‘ik heb het begrepen’, ‘okee, het is goed’, maar ook ‘ik heb u verstaan, maar ik ben niet geïnteresseerd in wat u zegt’. Nee is een woord dat de Indiërs niet lekker op de tong ligt, en ‘ik weet het niet’ al helemaal niet. Staren is niet onbeleefd en de meeste Indiërs hebben niet het gevoel voor privacy, zoals wij dat op prijs stellen. Ze komen dichter op je staan dan Europeanen, lezen graag mee in het boek dat je aan het lezen bent en gaan het uitgebreid bekijken als je het neerlegt. Ze lopen soms zonder te kloppen de kamer binnen en blijven, als ze klaar zijn, soms een beetje rondlummelen. Je moet dus zelf de grenzen aangeven. In India gaan mannen en vrouwen anders met elkaar om dan westerlingen gewend zijn. Opvallend is dat je in India zelden een man en vrouw gearmd over straat ziet lopen. Lichamelijk contact tussen man en vrouw wordt in het openbaar zoveel mogelijk beperkt. Genegenheid tonen in het openbaar is dan ook erg ongepast. Voor contacten tussen dezelfde sekse gelden juist redelijk vrije omgangsregels. Als man kun je beter niet naast een Indiase vrouw gaan zitten en haar ook niet aanspreken. Dit geldt vooral voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Vrouwelijke toeristen kunnen wel contact leggen met Indiase vrouwen. Voor westerse vrouwen is het vooral van belang gedragscodes ten aanzien van Indiase mannen in acht te nemen. Je kunt beter als vrouw de Indiase mannen niet recht in de ogen kijken. Veel mannen zullen denken dat je op iets uit bent. Ga als vrouw niet tussen een groep mannen staan. Het kan aanleiding geven om je stiekem te betasten. Dat geldt ook als je bijvoorbeeld in een drukke bus staat. Meer informatie hierover vind je in TE GAST IN India (te bestellen via www.tegastin.nl)
Mag ik een koffer of moet ik een rugzak? Maakt niet uit. Je hoeft geen kilometers met je bagage te slepen, behalve misschien op Schiphol. Verder is het hoofdzakelijk jeep uit, hotel in, hotel uit, jeep in. Neem mee wat je praktisch vindt, of het nu die grote kalfslederen weekendtas is, een stoere rugzak of een strakke aluminium koffer-op-wielen. Let wel op het maximum aantal kilo’s dat je luchtvaartmaatschappij opgeeft. Ik weet niet wat ik moet aantrekken! Dat is al voor heel veel mensen een reden geweest om hun reis op het laatste moment te annuleren, dus dat proberen we hier te voorkomen. Qua temperatuur is de maand mei de ideale periode om in Dharamsala door te brengen. Veel Indiërs ontvluchten de laagvlakte, waar het dan snikheet is en komen op adem in Dharamsala waar ze genieten van de uitzichten en de bergen. Temperaturen in Dharamsala liggen in mei tussen de 20 en 25 graden. ’s Nachts koelt het enigszins af. Op grond daarvan het volgende kledingadvies: overdag hemd of T-shirt, na zonsondergang hooguit een fleece. Neem voor de zekerheid iets tegen de regen mee, want ook in India en in de Himalaya gedragen de weergoden zich niet altijd volgens de klimaatverwachtingen. Overigens: regenjassen en paraplu’s en ook eventueel warmere kleding zijn – naast lange schappen vol Free Tibet-T-shirts! – allemaal vrij goedkoop verkrijgbaar. Schoeisel: sandalen, eventueel stevige schoenen om een wandeling te maken. Serieuze wandelschoenen of bergschoenen zijn niet nodig. In Delhi en Amritsar is het een stuk warmer. Een ander kledingadvies is nog het volgende: je zit in een gebied waar hindoeïsme en boeddhisme elkaar ontmoeten. Dat vereist respectvolle kleding, vooral bij het bezoek van tempels en kloosters, maar bij voorkeur ook in het straatbeeld. Het is respectvol om de lokale gewoontes te volgen en niet de halfblote mode van jeugdige toeristen. Daarom: bedek zo veel mogelijk de schouders en benen. Tibetanen en Indiërs lopen niet in korte broek, vrouwen al helemaal niet. In Amritsar is het belangrijk om in de tempel je hoofd te bedekken. Bij de ingang krijg je daarom een hoofddoekje overhandigd. Nog meer meenemen? Dan kopieer ik even uit het lijstje van een gemiddelde reisorganisatie: Reisgids, zaklamp, stukje touw, camera, zakmes, toiletspullen, reiswekker, schrijfgerei. Wat je echter nooit leest is dat je oordopjes moet meenemen. Ik raad het echter altijd aan. Daaruit moet je niet afleiden dat je continu door herrie bent omgeven. Nee, maar je kunt ze maar beter gewoon bij je hebben, want je zult zien, de ene keer hoor je iemand een kamer (of bed) verderop snurken, dan is het de muezzin die om 5 uur ’s ochtends allaaah akbar schalt en oproept tot gebed of het roedel straathonden dat toevallig deze nacht voor jouw hotelkamerraam heeft postgevat. En in het vliegtuig komen ze ook van pas. Electriciteit De netspanning in India schommelt rond de 200 volt. Onze stekkers passen op de meeste ongeaarde stopcontacten al moet je soms een beetje duwen of wringen. Zoals al gezegd, niet overal en altijd is de stroomvoorziening optimaal. Vandaar die zaklamp in je bagage. Kijk voor meer informatie over voltage en gebruikte stekkers op de website van www.kropla.com.
Geef ik iets aan een bedelaar? Altijd een lastige vraag. Bedelen komt veel voor in India. Door bedelaars geld te geven los je hun problemen allerminst op, valt overal te lezen. Door niets te geven ook niet. Belangrijk is het om nooit aan kinderen te geven, ook geen pennen. Kinderen moeten naar school en als ze een pen willen, dan vragen ze die maar aan de onderwijzer. De werkelijkheid achter elke bedelaar is heel verschillend. Voor sommigen is het de enige mogelijkheid om te kunnen overleven, zoals ouderen of gehandicapten. Die kun je natuurlijk wat geven, vooral wanneer je ziet dat de lokale bevolking het ook doet. Maar een grote groep bedelt omdat ze verslaafd zijn aan alcohol en/of drugs. Daarom: er is geen strikte regel die je in iedere situatie kunt toepassen, tenzij je je ijzig opstelt en zegt: ‘ik geef nooit aan niemand’. Probeer iedere situatie zelf in te schatten en voel je niet bedrogen als je constateert dat jouw bedelaar uiteindelijk toch iets fouts doet met het geld. Voor boeddhisten is het geven aan een bedelaar ook het verzamelen van verdienste, wat hun helpt op het pad naar de verlichting. Daarnaast oefen je jezelf in een van de belangrijkste eigenschappen volgens het boeddhisme: vrijgevigheid. Mag ik alles fotograferen? India is een fotogeniek land, niet alleen vanwege de prachtige tempels, de adembenemende landschappen maar vooral vanwege de mensen die er vaak kleurrijk uitzien. Over het algemeen vinden de Indiërs het geen probleem om gefotografeerd te worden. Maar als je mensen fotografeert doe het dan met respect. Mensen staan er immers niet op te wachten om slechts als foto-object te dienen. Neem dan ook de tijd om een foto te maken en toon belangstelling, bijvoorbeeld door iemand eerst te begroeten en een praatje te maken. Vraag mensen altijd eerst om toestemming als je ze wilt fotograferen. Dat kan soms ook zonder woorden: door de camera omhoog te houden en met gebaren duidelijk te maken dat je een foto zou willen maken. Respecteer het als mensen liever niet gefotografeerd willen worden en blijf vriendelijk. Mensen kunnen zich afvragen wat er met hun afbeelding gebeurt. Soms spelen religieuze motieven een rol: men denkt dat er met een foto een stukje van de ziel wordt ontnomen. Anderen willen liever niet tijdens het werk, ongewassen of in vieze kleren op de foto. Sommige vrouwen houden er niet van om gefotografeerd te worden door vreemde mannen. Het kan ook gebeuren dat mensen alleen tegen betaling op de foto willen. Respecteer dat en ga in een dergelijk geval niet van een afstand stiekem fotograferen. Dit kan aanleiding geven tot agressieve reacties. Maak geen foto’s van militaire objecten, bruggen en vliegvelden. De Indiërs zouden je ervan kunnen verdenken voor de Pakistaanse geheime dienst te werken.
Hoe kom ik aan Indiaas geld? De munteenheid in India is de Indiase roepie de rupee (INR), spreek uit als: roepie. Tegenwoordig krijg je voor 1 euro circa 70 roepies. Kijk voor de actuele wisselkoers op: www.oanda.com/convert/cheatsheet. Je hoeft niet in Nederland al geld te wisselen. Dat kan bij aankomst op het vliegveld in Delhi of later in de stad zelf. Op alle plaatsen tijdens de reis (Delhi, Dharamsala, Amritsar) kun je tegenwoordig pinnen met een pasje met het Maestro- of Cirruslogo. Neem voor de zekerheid wat contante euro’s (of dollars) mee voor het geval de geldautomaat defect is. Geld wisselen kan bij een bank en vaak ook bij het hotel waar je verblijft. Creditcards worden in alle duurdere hotels, restaurants en winkels geaccepteerd. Als je bij het verlaten van India je overgebleven roepies terug wilt wisselen in euro’s heb je een wisselbewijs nodig. Is India duur? De prijzen stijgen de laatste jaren betrekkelijk snel, maar India is nog steeds een van de goedkoopste landen voor westerse toeristen. Een aangeklede maaltijd hoeft niet meer te kosten dan 200 rupees (tenzij je die met liters bier wil wegspoelen, bier is wat duurder in India), wat neerkomt op 3 tot 4 euro. Het kan een stuk goedkoper dan dat en soms zal het een keertje duurder zijn. Een literfles water kost circa 15 rupees. Ga je op souvenirjacht, dan is het verstandig om af te dingen. Daarbij gelden geen vaste regels, behalve het principe van ‘wat is het je waard?’ Probeer in ieder geval altijd af te dingen en zet aanvankelijk ook hoog in. Je hebt snel genoeg door dat je er faliekant naast zit. Hoe veilig is India? India heeft geen slechte naam als het om veiligheid gaat. Berovingen of andere vormen van fysiek geweld tegen toeristen komen nauwelijks voor. Geef mensen vooral geen aanleiding om je te beroven en draag dus geen dure sieraden en zorg dat je geld niet zichtbaar is. Draag geld en belangrijke papieren op je lichaam, in zakjes aan de binnenkant van je kleding of in een moneybelt. Laat geen geld of kostbare zaken slingeren in je hotelkamerkamer. Draag foto- en filmapparatuur in een tas of rugzak. Maak kopieën van belangrijke reisdocumenten zoals het paspoort, visa, vliegtickets en verzekeringspapieren. Je kunt deze gegevens ook scannen en naar je eigen mailadres sturen zodat je er in elk willekeurig internetcafé over kunt beschikken.
Nog even dit We zitten in India, een land dat hard op weg is een wereldmacht te worden, op politiek, economisch, militair en zelfs ruimtevaartkundig vlak. Niettemin is India in veel opzichten nog steeds een derdewereldland, dat soms ook gekenmerkt wordt door armoede, bedelaars, chaos, terrorisme, natuurgeweld en politieke onrust. Dingen die in West-Europa vanzelfsprekend zijn, zijn dat in India soms niet. Ook basisvoorzieningen als elektriciteit, stromend water en goede infrastructuur laten nog af en toe te wensen over. Hoewel de reis grondig is voorbereid, kunnen er altijd onvoorziene omstandigheden optreden die de voortgang van de reis belemmeren en soms zelfs nopen het programma te veranderen. De organisatie is niet verantwoordelijk voor factoren die buiten haar macht liggen.
Meer vragen? Bel met Ivo Valkenburg (06) 51079003!