Definitief Rapport
Haalbaarheidsstudie voor de nabestemming van de ‘citadel’ van Diest Definitief rapport 26/08/2011
In opdracht van de provincie Vlaams Bra‐
Haalbaarheidsstudie voor de nabestemming van de ‘citadel’ van Diest
Studie in opdracht van Provincie Vlaams Brabant
In samenwerking met Stad Diest
uitgevoerd door: MOPurbandesign a+e bvba Schietbaanstraat 53, 8400 Oostende T: 059 80 63 80 F: 059 80 63 81
[email protected] www.mopurbandesign.be
in samenwerking met: Cluster Landscape
WES vzw
Koolstraat 15A, 2140 Borgerhout T: 0486 642 794 F: 03 257 73 02 info@cluster‐landscape.be
Baron Ruzettelaan 33, 8310 Assebroek T: 050 36 71 02 F: 050 36 31 86
[email protected]
www.cluster‐landscape.be
www.wes.be
2
1. INLEIDING.................................................................. 4 1.1 1.2 1.3
STATUUT ................................................................................................................................... 4
.................................................................................................................................... 4 PROCES ..................................................................................................................................... 6 AANPAK
2. ANALYSE SITE CITADEL ......................................... 7 2.1 2.2
SITUERING VAN HET GEBIED ........................................................................................................ 7 BELEIDSCONTEXT
2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6
2.3
...................................................................................................................... 8
Algemene beleidsvisie .................................................................................................................... 8 Bestaande ruimtelijke structuur ................................................................................................... 10 Gewenste ruimtelijke structuur .................................................................................................... 13 DNA van Diest ................................................................................................................................ 16 Lopende strategische projecten................................................................................................... 17 Conclusie ....................................................................................................................................... 20
HISTORISCHE ANALYSE
2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4
2.4
............................................................................................................ 23
Toestand voor de bouw van de citadel ........................................................................................ 23 De bouw van de 19de eeuwse vestingstad Diest ........................................................................ 24 Beschermingsstatuut .................................................................................................................... 26 Conclusies ..................................................................................................................................... 27
RUIMTELIJKE ANALYSE ............................................................................................................. 29
2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5 2.4.6 2.4.7
2.5
Paradeplein en courtine ................................................................................................................ 30 Stadsbastion .................................................................................................................................. 34 Tenaille, bastions & droge gracht ................................................................................................ 34 Stedelijk front ................................................................................................................................. 35 Intra muros ..................................................................................................................................... 35 Stadswal en toegangsdreef .......................................................................................................... 36 Bebost glacis ................................................................................................................................. 36
SWOT ANALYSE ..................................................................................................................... 37
3. ONTWIKKELINGSOPTIES ...................................... 41 3.1 3.2
UITGANGSPUNTEN .................................................................................................................... 41 DEELGEBIEDEN ........................................................................................................................ 42
3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6 3.2.7
3.3
PROGRAMMA ........................................................................................................................... 75
3.3.1 3.3.2
Tenaille, bastions & droge gracht ................................................................................................ 42 Paradeplein en courtine ................................................................................................................ 42 Stadsbastion en bedekte weg....................................................................................................... 46 Stedelijk front ................................................................................................................................. 56 Intra muros ..................................................................................................................................... 60 Bebost glacis ................................................................................................................................. 66 Samenvattende tabel ..................................................................................................................... 69
Verbeelding .................................................................................................................................... 75 Trends ............................................................................................................................................. 75
3
1. INLEIDING De citadel van Diest is een monumentaal bouwwerk met een belangrijke cultuurhistorische waarde. Het is de enige overgebleven Citadel in Vlaanderen met nog een quasi intact verdedigingssysteem (het zgn. Chasseloup-Labat systeem). De herbestemming van de citadel kan niet los worden gezien van zijn cultuurhistorische context. Niet alleen door haar historische eenheid en ruimtelijke kwaliteit, maar ook door haar bijzondere ligging, verheven ten opzichte van en middenin de stad. Gelegen binnen het compacte stadscentrum, beslaat ze met haar oppervlakte van 28 ha ongeveer 15%. De omvang, de ligging, de cultuurhistorische waarde, het reliëf, de bereikbaarheid zorgen er echter voor dat deze site bijzondere potenties in zich draagt voor Diest en het Hageland. Nochtans worden binnen de verschillende niveaus van beleidsplannen over deze site niet gesproken. Het betreft een gigantische witte vlek binnen de strategische visie voor en van de stad. De oorzaak is te vinden in het feit dat dit gebied meer dan 150 jaar een afgeschermd militair gebied betrof, en daar geen wijziging in werd verwacht. Nu komt daar abrupt een einde aan. De drempels voor een herbestemming zijn echter groot. Iedereen ziet deze plek als zeer waardevol, maar houdt zijn handen ervan af omwille van de grote juridische en financiële onzekerheden enerzijds en de urgentie van de herbestemming anderzijds. De site is volledig beschermd (landschap en gebouwen), er moeten RUP’s opgemaakt worden, er zullen mogelijks MER-studies nodig zijn, er zijn overeenkomsten nodig met Ruimte & Erfgoed en Natuur & Bos. De restauratie van de historische gebouwen kan torenhoog uitvallen en is vandaag een grote onbekende. De beheerskosten na restauratie zijn vandaag niet in te schatten. En dat binnen het kader van een belangrijke urgentie. De site is gedurende het verloop van deze studie vrijgekomen. Sinds 1 juli 2011 is de militaire basis van de PARA1 volledig weg uit de site. Er worden nog middelen en mensen ingezet om de site te beheren, maar gezien de grootte ervan zou deze donkere site wel eens het gedroomde terrein kunnen worden van wie er niet hoeft te zijn. Op vandaag zijn hier reeds sporen van. 1.1
STATUUT
Voorliggend rapport vormt de neerslag van het haalbaarheidonderzoek voor de citadel van Diest. Het is het resultaat van een zoektocht naar haalbare scenario's voor de nabestemming van deze belangrijke historische site in de binnenstad van Diest. Deze haalbaarheidstudie toont aan dat er een groot ontwikkelingspotentieel aanwezig is op de site, ook indien rekening wordt gehouden met het cultuurhistorisch karakter ervan. Deze studie wil dus vooral laten zien wat er mogelijk en haalbaar is op de site. Ze vormt geen juridisch kader. De studie moet gezien worden als een leidraad voor mogelijke ontwikkelingen en niet als een aanzet voor stedenbouwkundige voorschriften. Er wordt een antwoord gegeven op de vraag 'wat zou kunnen?' niet op de vraag 'wat zou moeten?'. Dit houdt in dat de concrete ruimtelijke invullingen van de site niet zijn te interpreteren als te nemen of te laten. De betrokken overheden willen expliciet de nodige flexibiliteit laten om in te kunnen gaan op creatieve voorstellen van geïnteresseerde partijen die invulling willen geven aan het ontwikkelingpotentieel van de site.
1.2
AANPAK
De studie wordt aangevat met een grondige analyse. Gezien er op geen enkel beleidsplan rekening werd gehouden met de Allerheiligenberg in het oplossen van taakstellingen, mobiliteitsproblemen en ambities voor de stad, worden de beleidsplan-
4
nen op de verschillende overheidsniveaus op de site afgetoetst. De mogelijke invulling ervan op de site van de citadel wordt afgetoetst met de lopende strategische projecten. De site zelf wordt grondig geanalyseerd naar haar historische waarde en naar haar potenties binnen de stad en binnen de regio. Vanuit de analyse worden een aantal programma’s naar voor geschoven en worden een aantal programma’s geschrapt. Gezien de complexiteit van de opdracht is door de opdrachtgever uiteindelijk beslist niet verder te evolueren naar een voorkeursscenario, maar verder te werken op de ruimtelijke mogelijkheden van de site. Gedurende het proces hebben er verschillende werkgroepen en stuurgroepen plaatsgevonden en zijn er verschillende informele vergaderingen geweest met stakeholders, en met vergunningverlenende overheden zoals Ruimte & Erfgoed en ANB (Afdeling Natuur en Bos). Gezien de complexiteit van de site (belangrijke reliëf, oude structuren) is de studie na de eerste fase uitgebreid met een beperkte opmeting (100-tal hoogtepunten) en werd op basis daarvan een 3D ruimtelijk model gemaakt om een beter zicht te krijgen op de ruimtelijke samenhang van de site. Op basis van dit 3D ruimtelijk model is een volumetrisch masterplan opgemaakt in 4 scenario’s: S, M, L, XL. Er is in de studie veel aandacht gegaan naar de realiseerbaarheid van het project. Het is duidelijk dat dit project enkel kan gebeuren door middel van een intense en constructieve samenwerking tussen overheid en privé. De overheid zal dit proces niet kunnen zonder de knowhow van de privé en vice versa. Bovendien zal het moeten gaan om een langdurige samenwerking. De mogelijkheden voor ontwikkeling zijn groot, maar dienen te gebeuren met grote zorg en respect voor de belangrijke cultuurhistorische omgeving en de nieuwbouw dient ook in die hoedanigheid de cultuurhistorische waarde te versterken. We hebben een aanpak voorgesteld in 2 sporen: A Korte termijnacties: 1. Inzicht verwerven in de noodzakelijke investeringen (bouwfysisch, historisch) voor de reconversie van de site en hun financiële consequentie. (Basis hiervoor vormt voorliggende studie, een studie van monumentenwacht (in uitvoering) en een studie van de historisch waardevolle gebouwen (nog te realiseren)) 2. Noodzakelijke investeringen om de site te verbinden met de stad. (Basis hiervoor vormt onderliggende studie.) 3. Noodzakelijke investeringen om de site te vrijwaren van verloedering en vandalisme. B Anderzijds het creëren van een lange termijnvisie dat een kader biedt op de mogelijke invulling van de site als geheel. Belangrijk daarbij is dat de citadel in de toekomst als een volwaardig onderdeel van de stad gaat functioneren, maar toch met een zekere autonomie. De lange termijnvisie wordt in deze studie vertaald door een volumetrisch masterplan dat grondig doorgesproken werd met de stad, de provincie, met Ruimte & Erfgoed en Afdeling Natuur & Bos. Naast het wegwerken van ruimtelijke, juridische en financiële drempelverhogende elementen wordt een lange termijnvisie ontwikkeld die een kader biedt op de mogelijke programmatische herbestemming van de site. In deze lange termijnvisie worden vanuit een aantal ruimtelijke parameters (bebouwingsmorfologie, ontsluiting, inpasbaarheid in historische context, …) de haalbaarheid van een aantal potentiële bebouwingsprogramma’s onderzocht. Wat de lange termijn betreft mogen we geen mirakels verwachten. We moeten de tijd nemen om een gezonde invulling te vinden waar nood aan is en die bovendien een herbestemming van de site voor de komende vijftig tot honderd jaar garandeert. Idealiter kunnen de korte en lange termijn samen worden opgelost, maar daar zal bijzonder veel inzet op alle niveaus voor nodig zijn.
5
1.3
PROCES
Het document is opgebouwd als volgt:
A) Analyse 1. Aftastende gesprekken met stakeholders, beleid en administraties, werk- en stuurgroep om aan te voelen hoe men ten opzichte van de site staat. Wat zijn de problemen die worden ondervonden? Welke mogelijkheden ziet men? 2. Screening van de beleidsvisies en bestaande structuren op Vlaams niveau, op Provinciaal niveau, op stedelijk niveau voor Diest en het Hageland en dit naar taakstellingen, naar programma’s die – ondanks niet beschreven voor de site – op de site toepasbaar kunnen komen. 3. Historische analyse van het gebied: Wat is de waarde? Welke delen zijn zonder waarde? Welke delen behoren historisch niet tot de site? 4. Analyse van het terrein en de gebouwen. We hebben het terrein hiervoor opgesplitst in verschillende deelzones, gezien we zeer verschillende zones detecteren op het terrein. Wat zijn de beschikbare oppervlaktes? Wat is de korrelgrootte van de gebouwen? Wat zijn de potenties van de verschillende deelzones en gebouwen? Hier moeten we als kanttekening bijvoegen dat dit slechts summier kan, gezien er op dit moment geen opmeting bestaat van het terrein (wat gezien de grilligheid van het reliëf tot soms verkeerde interpretaties zou kunnen leiden), noch een bouwfysische analyse van de historische gebouwen (zonder welke een inschatting van de restauratiekosten voor de historische gebouwen niet mogelijk is). 5. Voorgaande punten monden uit in een SWOT-analyse.
B) Korte termijn
We hebben op basis van de analyse een aantal programma’s afgetoetst die drempelverlagend kunnen werken voor de site en die de visuele en fysische bereikbaarheid van de site kunnen verbeteren en de verwevenheid met de stad kunnen bevorderen. Hierbij werd rekening gehouden met de cultuurhistorische waarde van de site en het behoud en de restauratie ervan. Deze programma’s worden voor zover mogelijk getoetst op hun technische, stedenbouwkundige en financiële haalbaarheid, en worden afgetoetst naar draagvlak met de leden van de werkgroep en stuurgroep en in uitbreiding ad hoc met vergunningverlenende administraties of mensen uit het beleid die niet op de werk- of stuurgroepen aanwezig zijn.
C) Lange termijn
Er worden uit de analyse een aantal uitgangspunten en criteria gedistilleerd waarmee afgetoetst kan worden wat op de site als mogelijke invulling kan en wenselijk is. De ruimtelijke potenties worden in kaart gebracht (plan, snede en 3D) en er worden een aantal globale ontwikkelingsscenario’s bekeken. Het minimaal noodzakelijke om de kwaliteit van de site op zich en voor de stad te garanderen. Het maximaal draagbare om de ruimtelijke, historische, stedelijke ambities voor de site te garanderen. Tussen deze 2 uitersten kunnen programma’s worden ingevuld en dienen ze te worden afgetoetst aan vooropgestelde criteria, waaruit de wenselijkheid van het programma dient te blijken.
6
2. ANALYSE SITE CITADEL 2.1
SITUERING VAN HET GEBIED
De citadel maakt deel uit van de kernstad van Diest. De site is tegenaan de binnenzijde van de ringweg gelegen, vlakbij invalswegen uit Leuven en Aarschot.
Gezien haar ligging binnen de stadsring sluit de citadel zeer nauw aan bij de historische stadskern. Ook de afstand tot het station, het toekomstige multi-modale knooppunt, kan verwaarloosbaar genoemd worden.
Uittreksel uit kadastraal plan, met aanduiding van de site
7
2.2
BELEIDSCONTEXT
Met het oog op deze studie werden verschillende beleidsdocumenten doorgenomen. Aangezien de citadel militair domein is en daar tot voor kort geen wijziging in werd verwacht, wordt in de verschillende uitgangspunten of beleidsdoelstellingen amper melding gemaakt over de citadel. Hieronder vatten we enkele zaken samen die van belang kunnen zijn in het denkproces over een toekomst voor de citadel, zaken waarbij de citadel een rol kan spelen, waarop de citadel impact kan hebben of ondersteunend kan werken voor bepaalde beleidsdoelstellingen. Geraadpleegde beleidsdocumenten:
Provinciaal ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant, 2004
Strategisch beleidsplan voor toerisme en recreatie voor Hageland 2008-2013
Gewenst stedelijk gebiedbeleid – Afbakening kleinstedelijk gebied Diest, 2008
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Diest, 2009
Algemeen beleidsprogramma stad Diest, 2008-2013
Mobiliteitsplan binnenstad Diest, 2009
Ontwerp detailhandelsbeleidsplan: analyse + visie, 2010
2.2.1 Algemene beleidsvisie In het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen is Diest geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied. Het beleid voor dit gebied is gebaseerd op groei, concentratie en verdichting. Het ruimtelijk beleid richt zich op consolidatie en versterking van de stedelijke kern en het stedelijk functioneren. De ruimtelijke structuur van Diest wordt gekenmerkt door het compacte stadsmodel. Deze compactheid dient in de toekomst behouden te blijven, daarom wordt zoveel mogelijk ingezet op inbreidingsgerichte projecten. Er is nood aan bijkomende woonontwikkelingen aansluitend bij de kern. In Diest, als kleinstedelijk gebied, wordt het wonen prioritair gestimuleerd. Betreffende wonen in de binnenstad wordt de visie van kernversterking en verdichting ten volle ondersteund. Belangrijke aandacht gaat daarbij naar de kwaliteit en het aanbod van groene en openruimte elementen. Daarnaast wordt een maximale verweving en bundeling van de economische activiteiten nagestreefd. Het gemeentelijk beleid gaat uit van een clustering van stedelijke voorzieningen. Wat grote stedelijke voorzieningen, zoals scholen en ziekenhuis, betreft wordt getracht ruimte vrij te houden om de ontwikkelingskansen van deze voorzieningen op lange termijn te vrijwaren. Binnen het idee van clustering van voorzieningen vormt de binnenstad de belangrijkste verbinding tussen de verschillende clusters. Op vlak van handel en horeca wil de stad Diest de commerciële aantrekkingskracht van haar centrum versterken door de afbakening van haar handelscentrum, door een verbetering van de omgeving van handelszaken en, ten laatste, door een verhoging van de kwaliteit van de handelszaken. Meer bepaald wenst Diest zich te profileren als een echte shoppingstad. Om deze langetermijndoelstelling te realiseren, werden een aantal kortetermijndoelstellingen opgesteld: Diest als shoppingstad promoten; Kwaliteit, uitstraling en leefbaarheid van de winkels en het handelscentrum verhogen; Samenwerking tussen stad Diest en de handelszaken en andere betrokkenen verder stimuleren;
8
Initiatieven opzetten rond sociale economie in samenwerking met het plaatselijke werkgelegenheidsagentschap (PWA); Leegstand van bedrijfsgebouwen tegengaan. Om Diest als shoppingstad te promoten wil het gemeentebestuur de koopgerichtheid van de Diestenaar op zijn eigen stad vergroten door het uitwerken van een geschikt aanbod. Anderzijds wil Diest ook exclusieve en authentieke handelszaken aantrekken die de uitstraling van Diest kunnen vergroten. Om de leefbaarheid van de winkels in het handelscentrum te vergroten wordt een kernwinkelgebied afgebakend. Binnen dit gebied worden detailhandel en horeca zoveel mogelijk gestimuleerd, buiten dit gebied gebeurt dit niet. De stad wil de kleinhandel in de stadskern maximaal ondersteunen en de grootschalige kleinhandel hoofdzakelijk beperken tot de klassieke grootwarenhuizen en aanverwanten. Het bestuur is van oordeel dat de toegankelijkheid van de handelskern voor auto’s een belangrijk aandachtspunt is. Gezien het winkelaanbod en het cliënteel is het wenselijk om steeds de mogelijkheid van uiterst kort parkeren aan te bieden. Deze beleidskeuze wordt ondersteund met de ontwikkeling van parkeerclusters in de onmiddellijke nabijheid van de handelskern en met een veralgemeende zone 30 in heel de binnenstad. De provincie streeft naar een optimale verweving van kleinhandel en de bebouwde ruimte Principieel wordt er van uitgegaan dat de kleinhandelsactiviteiten verweven worden met de andere activiteiten in de kern. Enkel wanneer verweving niet mogelijk is, bijvoorbeeld omwille van het grootschalig karakter, het specifieke productaanbod of omwille van de sterk (auto) verkeersgenererende functie, acht de provincie het aangewezen om kleinhandelsactiviteiten af te zonderen op specifiek daartoe afgebakende terreinen.
9
2.2.2 Bestaande ruimtelijke structuur In dit hoofdstuk worden enkel die structuren besproken die invloed hebben op de citadel of op haar onmiddellijke omgeving.
Fysisch systeem
Uit de biologische waarderingskaart blijkt dat een groot deel van de site van de citadel benoemd wordt als een complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen. Binnenin de site vormt het glacis een biologisch waardevol geheel. De citadel is een groene baken in de binnenstad en vormt samen met de 19eeeuwse verdedigingsgordel de begrenzing van de compacte binnenstad. De Allerheiligenberg, de huidige citadel, is in de Landschapsatlas opgenomen als relictzone. De citadel is op vandaag nog steeds ingenomen door grotendeels authentieke militaire bouwwerken. Elementen uit het buitengebied kunnen grensbepalend zijn voor stedelijke ontwikkelingen. Diest wordt langs de noordelijke en oostelijke zijde begrensd door de Demervallei als structurerend natuurelement. Zowel in als rond de stad zijn getuigenheuvels onbebouwd gebleven en vormen zij op vandaag belangrijke openruimte gebieden. In het zuiden van de stad is de citadel aangeduid als waardevol landschap.
10
De binnenstad als stedelijke omgeving
Als groot aaneengesloten bebouwd geheel vormt de binnenstad het centrum van Diest. Structurerende elementen van het onbebouwde landschap zijn er voelbaar aanwezig en gaan in dialoog met de bebouwing. Aan de noordelijke zijde bakenen Diestiaanheuvels de stad af. De vallei van de Demer bakent de stad af in westelijke en oostelijke richting. De Warandeheuvel en de citadel vormen groene bakens in de binnenstad. De binnenstad is in grote trekken begrensd door het tracé van de negentiende-eeuwse verdedigingsgordel. Het is een gebied met gemengd wonen, handel en voorzieningen. Ook scholen zijn er prominent aanwezig.
Stedelijke functies
De centrumfuncties zijn, zoals in de meeste stedelijke gebieden, verspreid over de hele binnenstad. Kleinhandel, ziekenhuis, federale politiediensten, brandweer, stadsbibliotheek, overheidsadministraties, stadhuis en gemeentelijke diensten, begijnhof en cultureel centrum, heel wat horecazaken,… zijn alle terug te vinden in de binnenstad. Net als in andere stedelijke gebieden zijn ook in Diest met de tijd commerciële linten ontstaan.
Stedelijke en randstedelijke groengebieden
De bestaande stedelijke en randstedelijke groengebieden hangen in Diest heel nauw samen met het fysisch systeem. De getuigenheuvels zijn zowel in als rond de stad onbebouwd gebleven. Daarnaast zijn ook veel groengebieden gekoppeld aan de valleistructuur van Diest. Waar de Demer vroeger door de stad meanderde, zijn nog een aantal groene ruimtes terug te vinden: het gaat om stadseigendommen en private tuinen. Het stadspark de Warande is het grootste stedelijke groenelement in de binnenstad. Dit stadspark sluit aan op het sportcomplex Warande en aldus op de stedelijke boulevard. De stedelijke boulevard met de oude stadsomwallingen, de Citadelheuvel en de Demervallei, zijn randstedelijke groenelementen. De kloosterberg is een belangrijk openruimte gebied dat aansluit bij de stedelijke bebouwing.
Mobiliteit in de binnenstad
Het centrum lijdt op vandaag onder doorgaand sluipverkeer, gezien het mogelijk is op een vlotte en snelle manier dwars doorheen het centrum te rijden. Het station van Diest kent een eerder beperkte frequentie van treinverkeer. Het oostelijke gedeelte van de ring rond Diest is een belangrijke busroute. Ten westen van het centrum liggen geen busverbindingen. Ook de relatie tussen het station en het stadscentrum vormt een knelpunt. Het huidige parkeerbeleid van de stad wordt als problematisch beschouwd. De plannen van de stad Diest geven een wijziging van het parkeerbeleid in het centrum aan. Een belangrijk item is een nieuwe ondergrondse centrumparking te bouwen.
Toeristische en recreatieve infrastructuur
Het sportcomplex De Warande langs de Leopoldsvest omvat het stedelijk zwembad, stadion en sportzaal. Aan de overzijde van de Leopoldsvest bevindt zich het provinciaal recreatiedomein waar ook heel wat sportinfrastructuur aanwezig is. Aan de Nijverheidslaan, bevindt zich het bioscoopcomplex Studio Diest. Het cultureel centrum van Diest is gevestigd in het begijnhof. Ook de stedelijke bibliotheek is gelegen in de binnenstad. Een belangrijke trekpleister is het provinciaal domein De Halve Maan (30 ha), met talrijke attracties. Met het rijke cultureel patrimonium beschikt Diest over tal van toeristische bezienswaardigheden, zoals het begijnhof (UNESCO-werelderfgoed), de stadsvesten, de Allerheiligenkapel, diverse musea, … Er zijn ook diverse wandel- en fietsroutes in Diest en omgeving. Wat betreft verblijfsfaciliteiten is het aanbod in Diest eerder beperkt. Het stadscentrum telt een aantal kleinere hotels en enkele gastenkamers.
11
Militaire infrastructuur
Belangrijke restanten van de negentiende-eeuwse verdedigingsgordel bepalen nu nog sterk de ruimtelijke structuur van Diest. De Citadelheuvel is nog steeds uitsluitend ingenomen door militaire bouwwerken. Verschillende bouwwerken – het fort Leopold, poorten, kazematten, sluizen… – zijn beeldbepalend voor Diest. De waterpartijen van het provinciaal domein Halve Maan hebben nog de typische vorm van vestinggrachten. In de twintigste eeuw duurde de militaire aanwezigheid voort en leverde een bijkomend belangrijk structurerend element: het militair vliegveld van Schaffen.
12
2.2.3 Gewenste ruimtelijke structuur De ruimtelijke structuur van Diest wordt gekenmerkt door de compactheid van de stad: de historische kern als centrum van het stedelijk gebied, omringd door stedelijke kernen die nauw aansluiten bij de kern. De verdere versterking van Diest als een compacte stad staat voorop in de beleidsvisies. Nieuwe stedelijke ontwikkelingen zullen worden gelokaliseerd in en aansluitend bij het stedelijk weefsel. De openruimte gebieden die de stad omringen, worden versterkt als natuurlijke grensstellende elementen ten aanzien van het stedelijk gebied.
Wonen
Het kleinstedelijk gebied Diest wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan stedelijke woonomgevingen. Het stedelijke kerngebied is een compacte ruimte die talrijke voorzieningen en activiteiten huisvest. Zo bevinden zich er het kernwinkelgebied, allerlei voorzieningen en diensten en woongelegenheden voor alle leeftijdsklassen en gezinssamenstellingen. De woonfunctie van de Diestse binnenstad moet versterkt worden. Aan de hand van verweving van verschillende functies wenst de stad leefbare buurten te creëren. Daarnaast wordt een gedifferentieerd huisvestingsbeleid naar bevolkingsgroepen en woningtypologie nagestreefd. Daarbij moet aandacht gaan naar een gedifferentieerde samenstelling van de woningvoorraad: Wonen voor starters, alleenwonenden of gezinnen zonder kinderen: appartementen op goed bereikbare locaties Wonen voor ouderen: rustige centrumlocaties met goede voorzieningen Wonen voor gezinnen met kinderen: maximaal behoud van ééngezinswoningen met en stadstuin in de binnenstad Verhogen van de kwaliteit van de sociale woningen: aandacht zijn voor een goede sociale mix en ook een goede geografische spreiding binnen het kleinstedelijk gebied Als richtwaarde voor verdichting van het stedelijk woonweefsel wordt minimum 25 woningen per ha aangehaald.
Economie
Uitgangspunten voor de gewenste economische structuur bestaan erin regionale bedrijvigheid op te hangen aan de ring en nieuwe bedrijventerreinen te koppelen aan de bestaande bedrijvigheid. Hierbij moet steeds voldoende aandacht uitgaan naar de inkleding van de bedrijventerreinen. Bestaande bedrijventerreinen moeten verder verdicht en geoptimaliseerd worden. De historische binnenstad van Diest wordt als kerngebied voor kleinhandel en diensten erkend. De ruimtelijke samenhang van het handelsapparaat en daaraan gekoppelde herinrichting van het openbaar domein moet verder versterkt worden. Dit betekent echter niet dat andere functies worden uitgesloten om zich hier te vestigen. Integendeel, er dient gestreefd te worden naar een versterking van de verwevenheid van functies en activiteiten, waarbij ook gedacht wordt aan wonen en cultuur. De stad Diest de grootschalige kleinhandel in de stadskern hoofdzakelijk beperken tot klassieke grootwarenhuizen en aanverwanten. De uitbouw van de stationsomgeving vormt een groot strategisch project voor de stad. De provincie wenst in eerste instantie in Diest personeelsintensieve functies (kantoren en kleinschalige productiebedrijven) en stedelijke activiteiten in combinatie met wonen te bundelen in de nabijheid van het station. De uitbouw van een gemengde bedrijvenzone (kleinschalige productie, logistiek, distributie) in de nabijheid van de snelweg en aansluitend bij de bestaande bedrijvenzone en de beperkte uitbouw van een concentratie van grootschalige kleinhandel, eveneens aansluitend bij de bestaande en af te bakenen zone, worden eveneens gepland. Tevens zal voldoende ruimte gereserveerd worden voor lokale bedrijvigheid.
13
Mobiliteit
Het doorgaand verkeer en de daaruit voortvloeiende verkeerscongestie in de binnenstad vormt samen met de parkingproblematiek belangrijke nadelen voor Diest. De affiniteit tussen de binnenstad en de deelgemeenten moet verbeterd worden, onder meer via de uitbouw van volwaardige fiets- en openbaar vervoer verbindingen. Wat betreft het parkeren wordt een diversifiëring van parkeermogelijkheden voorgesteld in functie van de verschillende gebruikers, meer bepaald stadsrandparkings voor bezoekers die langere tijd in de stad blijven, kortparkeren in de binnenstad voor dagelijkse boodschappen en een aangepast parkeerbeleid voor bewoners.
Toerisme en recreatie
Diest is, als compacte stad met een rijk cultuurhistorisch patrimonium, bovendien geselecteerd als toeristisch-recreatief knooppunt. Het toeristisch potentieel van Diest kan echter nog versterkt worden. Vooral de relatie met het omliggende landschap dient verder versterkt te worden. In samenhang met het versterken van een netwerk van stedelijke groengebieden richt het beleid zich op de samenhang van de verschillende toeristische trekpleisters in het centrum. Volgens het detailhandelsbeleidsplan vergt dit naast de uitbouw en versterking van de aantrekkelijke toeristische en recreatieve infrastructuur ook de nodige aandacht voor het horeca- en logiesaanbod in de stad. Ondersteuning door een gevarieerd logiesaanbod is essentieel. Het huidige aanbod aan verblijfsfaciliteiten is eerder beperkt. Het stadscentrum telt slechts een aantal kleinere hotels en enkele gastenkamers. Bovendien dienen zowel zachte als harde recreatie aan bod te komen. De toeristisch-recreatieve cluster rond de Leopoldvest is een gunstige situatie. Het is daarom aanbevolen deze cluster te verdichten en bijkomende ruimtevragen in dit gebied te situeren. De cluster zit echter geprangd tussen andere waardevolle gebieden. Hierdoor is het moeilijk om er plaats te vinden voor hoogdynamische recreatie zoals een fuifzaal. Aan deze vraag wordt intussen voldaan ter hoogte van de westelijke recreatiecluster aan de Citadellaan/Nijverheidslaan.
14
Groen
Groenstructuren die een kwalitatieve leefomgeving waarborgen moeten behouden en versterkt worden. De bedoeling van de groenstructuur in Diest is te komen tot een samenhangend stelsel van grotere en kleinere open ruimten waarin zich natuurlijke, landschappelijke en recreatieve waarden kunnen ontwikkelen. Het stedelijk groen zou een functioneel-bindende functie moeten krijgen door het beter aaneengesloten en toegankelijk te maken. In de binnenstad van Diest zijn er twee getuigenheuvels, het Warandepark en de Citadel. Beide zijn historisch uiterst belangrijke plekken die het stadslandschap van Diest domineren. Zij vormen onderdeel van het stedelijk gebied en zijn zelfs de basis van het netwerk van de stedelijke groengebieden. Dit netwerk van stedelijke groenverbindingen wordt versterkt door het verder realiseren van recreatieve fietsverbindingen tussen de verschillende open(bare) ruimten en toeristische trekpleisters. Waar de Demer vroeger door de stad meanderde, wordt een strategisch project ontwikkeld om de landschappelijke kwaliteit van de Demer te herstellen en deze opnieuw aanwezig te stellen in de stad.
15
2.2.4 DNA van Diest In het kader van de opmaak van een totaalvisie voor het algemeen beleidsprogramma 2008-2013 werd onder andere gepeild naar de eigenheid van Diest, zaken dewelke Diest uniek maken. Dit wordt het DNA van Diest genoemd. Hierin komt Diest naar voor als:
Oranjestad. Diest vormt onderdeel van de Unie van Oranjesteden. Dit verbond verenigt de steden en regio’s die een historische band hebben met het huis van Oranje-Nassau.
Demer- en waterstad. Tot 1969 vloeide de Demer door het historische centrum van Diest. Na zuivering zal de rivier nu opnieuw opengelegd worden en zo opnieuw een sprankelende levensader vormen doorheen de stad.
Scholen- en jongerenstad. Diest beschikt over een uitgebreid aanbod aan onderwijsinstellingen, zowel over de verschillende netten als voor de verschillende leeftijdsgroepen.
Cultuurhistorische stad. Het historische stadscentrum van Diest is in feite één groot openluchtmuseum. Geen enkele andere stad in België heeft immers meer beschermde monumenten per km² dan de historische kern van Diest. Het Begijnhof dat tot het werelderfgoed behoort, vormt ongetwijfeld één van de belangrijkste toeristische trekpleisters van de stad.
Daarnaast werd de klemtoon vaak gelegd op het belang van de tripool LeuvenDiest-Hasselt. De centrale ligging op de verbindingsas tussen Leuven en Hasselt moet de stad in staat stellen om samenwerkingsverbanden aan te gaan met beide steden, onder meer op vlak van onderwijs en gezondheidszorg.
16
2.2.5 Lopende strategische projecten Er staan heel wat strategische projecten op til in Diest. Wanneer deze lopende projecten niet in rekening gebracht worden bij het onderzoek naar een programma / functie voor de citadel, ontstaat het risico dat de citadel een concurrerende positie zou innemen ten opzichte van deze bestaande projecten. Om dit te vermijden hieronder kort samengevat wat de geplande projecten inhouden.
Stationsomgeving (wonen + kantoren + diensten + parking)
Doel van dit project is de stationsomgeving opnieuw leven in te blazen en te ontwikkelen als een hoogwaardige woon- en werklocatie. De stationsomgeving moet de komende 15 jaar uitgroeien tot een hoogwaardige pool voor personeelsintensieve bedrijvigheid en stedelijk wonen door het verbeteren van de bereikbaarheid, het imago en ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden van de stationsomgeving. De stationswijk wordt naar voor geschoven als strategische locatie voor toekomstige kantoren en kleine bedrijvigheid, omwille van de multimodale bereikbaarheid en vanwege de nabijheid van het station. Programma:
Woonontwikkelingen (nog aan te vullen aantal wooneenheden) Status: masterplan af, RUP opgemaakt
Pendelparking NMBS Holding en centrumparking (nog aan te vullen aantal pp)
Kantoorontwikkelingen, kleine bedrijvigheid (nog aan te vullen aantal m²)
Status: onderzoek en ontwerp, realisatie in 2013-2014
Euro-shoe site (wonen, zorgwonen)
De voormalige Euro-shoe site in het noordoosten van de binnenstad (5,5ha) wordt opnieuw ontwikkeld. Het ontwerp voorziet de bouw van een tijdsbestendige wijk, bestaande uit een dense structuur van gebouwen die publieke ruimte maken. Programma:
221 appartementen
64 grondgebonden woningen (met stadstuintje)
Zorgcentrum: 131 eenheden (serviceflats en zorgkamers)
Ondergronds parkeren
Status: in bouw
17
Parkgebied Verversgracht (wonen + parkeren)
De Verversgrachtsite is gelegen in de Diestse binnenstad. Het is het gebied van de “dode Demer”, daar meanderde vroeger de rivier door de stad. Op deze plaats wordt een strategisch woon- en parkeerproject ontwikkeld met als belangrijkste doelstellingen: samenbrengen en publiek toegankelijk maken van een aantal belangrijke historische sites; de landschappelijke kwaliteit van de Demer herstellen; en ontwikkeling van stedelijk wonen in een park, gecombineerd met stedelijke voorzieningen. programma:
Woongelegenheden (nog aan te vullen aantal wooneenheden)
340 parkeerplaatsen (140 voor wonen, 150 voor ziekenhuis, 50 voor de stad)
Status: masterplan af, markt bevraging, vergevorderd project
Hasseltse straat (wonen + parkeren + sociaal huis)
In een eerste fase wordt de winkelstraat verder uit gebouwd, met woongelegenheden erboven en bijhorende parking. In dit project worden ook de sociale diensten van Diest geclusterd tot één sociaal huis. Deze clustering wordt in 2011 gerealiseerd. In een tweede fase staat momenteel een verdere uitbreiding van de woongelegenheid op het programma. programma:
Woongelegenheden (nog aan te vullen aantal wooneenheden)
Fase 1: 189 parkeerplaatsen (30 voor OCMW, 40 voor wonen, 60 voor huidige ziekenhuis)
Fase 2: 145 parkeerplaatsen voor wonen
Status: masterplan gerealiseerd, vergevorderd project
Project Veemarkt (parkeren)
De mogelijkheden worden onderzocht een ondergrondse parking te voorzien op de Veemarkt. Parkeerprogramma:
250 plaatsen ondergronds
Status: markt bevraging
Evenementenhal Nijverheidsstraat (harde recreatie) Programma:
Zaal met openschuifbare zittribunevoor 465 personen en groot podium
Kleinere zaal voor fuiven en als ontmoetingsruimte voor jongeren
Enkele kleinere bureaus
Ruime foyer
18
Later eventueel enkele repetitielokalen
Status: Bouw gestart, oplevering voorzien voor maart 2011
Clustering ziekenhuizen (voorzieningen)
Er wordt reeds lange tijd werk gemaakt voor de clustering van de 2 ziekenhuizen in het centrum van de stad. Er zijn verschillende haalbaarheidsstudies gemaakt, waaruit de site Kluisbergstraat als voorkeursscenario naar voor komt De gronden om dit project te kunnen realiseren moeten echter nog worden aangeschaft. Vereisten:
Terreingrootte van 4ha
Programma: 30.000 m² in maximum 4 bouwlagen
Parking: 400 plaatsen
Bereikbaarheid vanuit 2 richtingen
Centrumondersteunende functie
19
2.2.6 Conclusie Uit de verschillende beleidsplannen en beleidsdoelstellingen, uit de lopende strategische projecten komen enkele zaken naar voor waarbij de citadel een zeker belang kan toegedragen worden of waarop de citadel een impact kan hebben. Deze gedachten worden meegenomen in het onderzoeken van een verdere toekomst voor de citadel. Algemeen De citadel is een groot terrein dat vrijkomt binnen de grenzen van de binnenstad – binnen de stadsring. De citadel zou daarom optimaal aangewend kunnen worden binnen de optiek van groei, concentratie en verdichting van de binnenstad. Door het verdwijnen van de huidige functie van de citadel als militair domein ontstaat er een grote ongeprogrammeerde en grotendeels onbebouwde ruimte op wandelafstand van de stadskern. Het is wenselijk de citadelsite op termijn integraal deel te laten uitmaken van het functioneren van de stad. Het gaat hier dus om een gebied waar een multifunctionele stedelijke ontwikkeling (urban mix) mogelijk en wenselijk is (kantoren, kleinhandel, dienstverlening, recreatie, wonen, verkeer en vervoer, openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen voor zover deze functies verenigbaar zijn met hun onmiddellijke multifunctionele stedelijke omgeving). Eender welke programma(s) op de site worden ontwikkeld, er zal steeds rekening moeten worden gehouden met de cultuurhistorische context en de ruimtelijke en functionele verbindingen met het stedelijk weefsel. Het komt er op aan een cocktail te zoeken met een duidelijk verhaal, een verhaal dat tot de verbeelding spreekt en de uitstraling van de site bestendigt. De site en haar toekomstig programma moeten een meerwaarde bieden voor Diest en haar hele omgeving. Het programma kan de communicatiewaarde van de site gebruiken en de cultuurhistorische waarde helpen ondersteunen. Hieronder worden een aantal mogelijke programma-elementen getoetst naar wenselijkheid. Wonen De taakstelling voor een gedifferentieerd woonpatroon is een algemene taakstelling en de aanleg van reserves hierin is belangrijk. De citadel kan door zijn unieke ligging (zicht, rust, bereikbaarheid, historische context) zeker een aanvullend woonpatroon opleveren en aldus de reserveruimte voor woonontwikkeling naar de toekomst toe helpen garanderen Mobiliteit Vanuit de beleidsplannen wordt een diversiteit aan parkeermogelijkheden geambieerd. De parkingprojecten die vandaag voorliggen zijn niet altijd vanzelfsprekend en kunnen stoten op belangrijke weerstand (bv Monumenten en Landschappen, kostprijs, ). De uitstekende locatie van de citadel - tussen ontsluitingswegen en stadscentrum, met de mogelijkheid om bovengronds of deels ingegraven te bouwen - geeft aan dat de taakstelling parkeren zeker dient onderzocht te worden. Er dient nagegaan te worden of er mogelijke efficiënte verbindingen doorheen de site bestaan voor de zwakke weggebruiker. Op die manier zou de citadel kunnen bijdragen aan een verbeterde verbinding tussen binnenstad en buitenstad. Toerisme en recreatie De citadel kan als cultuurhistorisch en landschappelijk waardevol uniek geheel bijdragen aan het imago van Diest als cultuurhistorische stad en als toeristische trekpleister. De authenticiteit van de citadel kan de uitstraling van Diest vergroten, althans wanneer de site wordt ingevuld met respect voor het historische karakter ervan én wanneer de site publiek toegankelijk blijft.
20
Vanuit verschillende beleidskaders wordt geambieerd om het logiesaanbod van Diest te vergroten. Er werd vooraleer sprake was van de citadel vooropgesteld dat het strategisch project station hiervoor een oplossing zou kunnen betekenen. Met het vrijkomen van de citadel, lijkt het erop dat deze laatste site meer mogelijkheden biedt. De citadel vormt een zeer aantrekkelijk kader voor het onderbrengen van logies. Sport- en recreatie-infrastructuur wordt prioritair ondergebracht in de cluster aan de Leopoldsvest. In deze cluster is er echter niet voldoende ruimte voor expansie, terwijl er wel een concrete vraag is naar extra zachte en harde sportinfrastructuur (voetbal, indoortennis,…). Op de citadel is voldoende ruimte aanwezig om een aantal zachte en harde sportinfrastructuren aan te leggen. Binnen de haalbaarheidsstudie kan nagekeken worden of een ruimtelijke inpassing van deze infrastructuren op een cultuurhistorisch versterkende manier mogelijk is. Reeds lang geleden werd de beslissing genomen om een evenementenzaal te bouwen in de Nijverheidsstraat. De bouw hiervan is gestart. Daar de citadel echter over alle troeven beschikt om MICE functies aan te trekken (representatie, uniciteit, identiteit, ruimte, bereikbaarheid, centraliteit) is het aangewezen de piste voor andere MICE-activiteiten (meetings, incentives, conferences en events) te onderzoeken.
21
Groen De citadel kan een zeer belangrijk onderdeel vormen binnen het samenhangende stelsel van groen en open ruimten in de stad, en hierbij een functioneel-bindende functie toegedragen krijgen. Economie In de strategische ontwikkeling van de stationsomgeving wordt het onderbrengen van kantoren (personeelintensieve functies) als één van de belangrijkste taakstellingen gezien, dit omwille van de gunstige ligging ten opzichte van verschillende vervoersmodi. Op dit vlak kan de citadel bijgevolg niet meteen van betekenis zijn. Mogelijks kan er gezocht worden naar een genre kantoren dat inspeelt op het unieke communicatiegehalte van de site, bijvoorbeeld kantoren met een belangrijke representatieve functie, met seminarieruimtes, showrooms, een opleidingscentrum van een bedrijf. De Diestse binnenstad wordt erkend als kerngebied voor kleinhandel en diensten. Voor taakstellingen binnen deze sector kan de citadel in aanmerking komen als nieuwe locatie. Er wordt ook gezocht naar een locatie voor een Incubator voor jonge bedrijven. Clustering van voorzieningen Er zijn verschillende voorzieningen die op korte, middellange of lange termijn een mogelijkheid zullen onderzoeken om te clusteren als garantie op kwaliteit. De citadel kan omwille van haar omvang, haar uniciteit en strategische locatie op tal van manieren de rol vervullen van reservezone voor het clusteren van voorzieningen binnen het centrumgebied. Er is reeds een voorkeurlocatie aangegeven voor de ziekenhuiscluster. Het kan evenwel toch de moeite lonen om na te gaan of de citadel in aanmerking kan komen voor deze clustering en onder welke voorwaarden dit kan gebeuren. Clustering van stedelijke functies: Het kan een interessante piste zijn om het archief en de stedelijke bibliotheek, alsook de kunstacademie/woord en beeld onder te brengen op de site. De kelderverdiepingen, die wat minder daglicht en zicht genieten, zijn mogelijks interessante locaties voor een stadsarchief. Gezien Diest een scholenstad is met een bovenregionale uitstraling en dit volgens haar beleidsplan ook in die zin wil versterken, wordt er voorgesteld mogelijke samenwerkingsverbanden vanuit de tripool Leuven-Diest-Hasselt te onderzoeken. Er wordt ook voorgesteld de verschillende Hagelandse academies te clusteren op één campus. De citadel zou met haar strategische centrumlocatie een interessante mogelijkheid kunnen bieden voor het onderbrengen van een scholencluster of voor verschillende functies binnen de tripool Leuven-Diest-Hasselt.
22
2.3
HISTORISCHE ANALYSE
Toestand voor de bouw van de citadel
2.3.1
De eerste grote stadsomwalling rond Diest dateert van de 14de eeuw. Rond de bloeiende handelsstad werden hoge muren opgetrokken in de plaatselijke ijzerzandsteen. Deze 14de-eeuwse gordel bezat vier grote poorten: de Leuvense-, de Hasseltse-, de Antwerpse- en de Schaffensepoort, vier kleine poorten, een paar versterkte sluizen en werd geflankeerd door een 30-tal verdedigingstorens. De hoogste was de Toeterstoren op de Allerheiligenberg. In het begin van de 16de eeuw werd een tweede versterking rond de stad opgetrokken die praktisch identiek was aan de eerste omwalling. Het verloop van de 19e-eeuwse verdedigingsgordel verschilt niet veel van de 14e-eeuwse versterkte gordel en volgt vrijwel het volledige verloop van de middeleeuwse omwalling. De Antwerpse, de Schaffense en de Leuvense poort werden niet op 1 dezelfde plaats opgetrokken, wel in de naaste omgeving van hun voorgangers . Als we kijken naar de site van de citadel dan valt op dat de zone ten noordoosten van de huidige toegangsdreef binnen de oorspronkelijke stadsomwalling viel en dus tot het ‘intra muros’ gedeelte van de stad behoorde. Het gebied ‘extra muros’ was in gebruik als akkers en tuincomplexen.
Ferrariskaart, 1771
1
Van der Eycken, M., Geschiedenis van Diest, Diest, 1980, p.46-47
23
De bouw van de 19de eeuwse vestingstad Diest
2.3.2
Structuur Vesting Diest
De citadel maakt deel uit van de “Vesting Diest”. Deze vesting was een grootschalig bouwwerk en opgebouwd was uit drie afzonderlijke delen: de kernvesting, het fort Leopold op de Lazarijberg en de citadel op de Allerheiligenberg. Tussen de citadel en het Fort Leopold bestond een visueel contact, nodig om de operaties te coördineren. De kernvesting kreeg de vorm van een onregelmatige veelhoek met twaalf zijden of fronten bijna volledig opgetrokken uit dubbele aarden omwalling met grachten. De Vesting Diest bestond in totaal uit een 3805 meter lange vesting met een diameter van ongeveer 1325 meter en volgt vrijwel volledig het tracé van de middeleeuwse omwalling. Twee monumentale, versterkte poorten, de Schaffense- en de Antwerpsepoort, en drie kleinere poorten, de Hasseltse-, de Leuvense- en de Zichemsepoort, verleenden toegang tot de binnenstad. Een tweede verdedigingslinie met vooruitgeschoven werken en een overstromingsgebied moesten ervoor zorgen dat de wallen en de kwetsbare stadspoorten rechtstreeks onder vuur werden genomen. De Demer, de Zwartebeek en de Koeibeek werden als natuurlijke gordel aangewend en vormden, gebruik makend van het heuvelachtige landschap, drie overstromingsgebieden. Waar de Demer de stad binnenstroomt, bevindt zich de Sluispoort met inundatiesluis. Deze kon de beemden van het Webbekomsbroek aan de oostzijde binnen 48 uur onder water zetten. De Demer verliet de stad opnieuw via een waterpoort ter hoogte van de Zichemsepoort in het westen. De stadswallen waren voorzien van natte grachten. Enkel aan de verbinding van de Leuvense- en de Zichemsepoort met de citadel waren de grachten droog.
Kaart Diest eind 19e eeuw, KLM, Brussel
Kaart Diest 1859, KLM, Brussel
De bouw van de Diestse vesting werd begonnen in 1837 maar was nog niet volledig voltooid toen de politieke gebeurtenissen de noodzaak ervan inhaalde. Zowel op strategisch als op defensietechnisch vlak voldeed de vesting in Diest niet meer aan de militaire eisen en was moderniseren niet meer verantwoord in het kader van de onbeduidende rol in het Belgische leger. Reeds in 1895 werd de citadel gedeclasseerd. Het militaire keurslijf dat de stad aangemeten kreeg door de Vesting bleek een traumatisch effect te hebben op de ontwikkeling van Diest. Het belemmerde de uitbouw van de industrie die zich niet buiten de wallen mocht ontwikkelen. De smalle stadspoorten belemmerden het verkeer. Dit zorgde in de 20ste eeuw voor gedeeltelijke afbraak van de fortificaties. Uiteindelijk zou slechts een derde van het verloop van de omwalling, samen met de
24
citadel en het fort Leopold bewaard blijven. Van de kernvesting bleven de polygonale fronten en hun gekazematteerde bebouwing vrijwel volledig bewaard.
Structuur Citadel
Een citadel is per definitie een bomvrij, meestal vijfhoekig, zelfstandig onderdeel van een vesting, met als belangrijkste doel de laatste weerstand te bieden na de val van de kernvesting. Zou de stad in vijandelijke handen vallen dan kan ze vanuit de citadel, met aangevoerde versterkingen, opnieuw heroverd worden. Intussen kon de citadel door haar kanonvuur alle uitgangen uit de stad ten zuiden van de Demer (Leuvense- en Zichemsepoort) onder vuur houden om aldus de vijand te beletten de stad te verlaten en op te rukken naar het centrum van het land. In vredestijd wordt ze meestal benut als kazerne en wapendepot.
Kaart met aanduiding fronten
Kaart met aanduiding van de aansluitingen op de kernvesting
De citadel heeft de vorm van een gebastioneerde vijfhoek waarvan de vijf fronten tussen de bastionpunten elk 190 tot 195 m bedragen. Strategisch gezien kunnen de vijf fronten worden opgedeeld in twee tamelijk eenvoudige stadsfronten (1-2 en 5-1), twee aanvalbare fronten (2-3 en 45) en één aanvalsfront (3-4). Het aanvalsfront ligt aan de meest blootgestelde, en daarom sterkst 2 verdedigde, zijde . De citadel sluit op twee plaatsen aan op de dubbele aarden omwalling met grachten van de stadsomwalling. Op die plaatsen wijkt de structuur af van een klassieke vijfhoekige vesting. In het zuidwesten (d.i. zone 1 ter hoogte van de Leuvensepoort) gebeurt de aanhechting door middel van een droge gracht die afgesloten wordt door een lage batterij. Deze droge gracht vormt vandaag de toegangsdreef tot de citadel. In het noordenoosten (d.i. zone 2 ter hoogte van de Zichemsepoort) gebeurt de aanhechting door middel van een gekazematteerde toren die met een onderaardse gang in verbinding stond met het stadsbastion.
2 Gils, R., Vesting Diest. vestingbouwkundige overblijfselen, in: Mededelingenblad Simon Stevin-Stichting, 1988, p.11-21
25
2.3.3 Beschermingsstatuut De citadel is sinds 1996 beschermd als monument omwille van zijn historische en wetenschappelijke waarde als onderdeel van de resterende gedeelten van de 19de eeuwse verdedigingsgor3 del . De historische waarde wordt als volgt omschreven: Uniek en goed bewaard gedeelte van een artillerie-omwalling naar ontwerp van majoor Laurillard-Fallot (1787-1842), de eerste en tevens laatste uit de periode van het gladde geschut die door de jonge Belgische staat in 1837-1856 werd gerealiseerd ter beveiliging van de noordgrens tegen een mogelijke Hollandse agressie. Door het feit dat naast de citadel en fort Leopold ook diverse kunstwerken en militaire gebouwen bewaard bleven waaronder de Schaffensepoort en de wachthuizen van de Zichemse- en Leuvensepoort is Diest in zijn totaliteit bijzonder illustratief voor de militaire architectuur uit het tweede kwart van de 19de eeuw en dit zowel qua typologie, constructie en detailafwerking. De wetenschappelijke waarde wordt als volgt omschreven: de citadel (1846-1856) naar ontwerp van luitenant-kolonel E. De Lannoy (1799-1889) vormt het enige bewaarde exemplaar in Vlaanderen en bleef, op bastion 1 na, opvallend intact. Karakteristiek en tevens uniek voor deze imposante volledig in baksteen opgetrokken gebastioneerde vijfhoek, verdedigd door droge grachten, is de uitrusting van de drie aanvalsfronten met een tenaillesysteem volgens de methode van Chasseloup-Laubat (1754- 1833), waarbij de kanonnen in de flanken van de bastions door een voorliggend masker worden beschermd. de begroeiing speelt niet alleen een belangrijke rol met betrekking tot het picturale en de esthetische waarde. Zij heeft ook een intrinsieke waarde. Het oude en verbrokkelde metselwerk vormt een habitat voor een gevarieerde, uit minder courante soorten opgebouwde, flora. Van de oorspronkelijke beplanting is slechts een relict aanwezig, nl. de beukenrijen nabij de Schaffense poort. De meeste van deze beuken verkeren echter in een vergevorderde staat van aftakeling.
Luchtfoto met aanduiding van de overblijvende delen van de 19de eeuwse vesting die beschermd zijn als monument
Ministerieel Besluit houdende bescherming als Monument, De 19de-eeuwse omwallingsgordel, 25 mei 1996
3
26
2.3.4 Conclusies
Historische waarde
De citadel van Diest heeft een belangrijke historische en wetenschappelijke waarde. Het is de enige citadel in Vlaanderen die nog bewaard is gebleven. Op enkele wijzigingen na, bleef de citadel grotendeels bewaard en is de opbouw van de constructie en kenmerkend voor de vestingbouw uit het tweede kwart van de 19de eeuw. De combinatie met de overige vestingwerken (Fort Leopold, Schaffensepoort, Saspoort) maakt de site nog waardevoller. Bovendien is het de enige citadel in Europa met een nog relatief intact Chasseloup-Labat verdedigingssysteem. Het behoud en herstel van de citadel als een coherent geheel is gezien haar uniciteit zeker een belangrijke peiler voor de herbestemming van de site.
Huidige situatie
Afgelopen decennia zijn belangrijke delen van de citadel gesloopt (stadsbastion) of in verval geraakt (gekazematteerde toren) en zijn er gaandeweg nieuwe constructies toegevoegd (officiersgebouw, turnzaal, slaapzalen, garagewerkplaats…). Deze constructies hebben weinig architecturale en cultuurhistorische waarde en vergen zware renovaties m.b.t. de huidige eisen voor energienormering. Omdat deze constructies weinig architecturale en cultuurhistorische waarde hebben zouden deze op termijn kunnen verdwijnen.
Kaart te verwijderen bebouwing
27
Opdeling in deelzones
De citadel als geheel is een complex bouwwerk dat opgebouwd is uit een aantal ruimtelijke structuren met specifieke karakteristieken. Op basis van de historische analyse kunnen we een onderscheid maken tussen drie deelzones die een aparte benadering vergen. Intra muros De zone “intra muros” is de zone tussen de huidige toegangsdreef en de bebouwing in de Egide Alenusstraat en wordt vandaag deels ingenomen door de bezoekersparking en deels door uitlopende tuinen van de aangrenzende woningen. Deze zone behoorde vóór de bouw van de citadel tot het gebied binnen de stadsomwalling. Na de bouw van de citadel behoort deze zone tot de overgangszone waar het klassieke vijfhoekige bastion “aanhecht” op Leuvensepoort. Deze aanhechting gebeurde door middel van een droge gracht die afgesloten werd door een lage batterij (d.i. de huidige toegangsdreef). Stedelijk front De zone “stedelijk front” is de zone tussen het officiersgebouw, de Allerheiligenkapel en de gekazematteerde toren. Deze zone vormde eveneens een overgangszone waar het klassieke vijfhoekige bastion “aanhecht” op de Zichemsepoort. De gekazematteerde toren stond in voor de verdediging van de Zichemse Poort en de helling. De huidige zigzagweg op de flank van de Allerheiligenberg was de enige toegang tot de citadel en heeft dan ook een bijzondere cultuurhistorische betekenis omdat in deze zone de enige link met de stad gemaakt werd. Citadel Het citadel zelf vormt een samenhangende ruimtelijke structuur waarvan de oorspronkelijke vijfhoekige vorm nog deels intact is. Rondom het vijfhoekige binnenplein (paradeplein) liggen aan drie zijden nog de oorspronkelijke bakstenen gebouwen (d.i. courtine) die volledig bedekt zijn met aarde.
Kaart met drie deelzones
28
2.4
RUIMTELIJKE ANALYSE
Op basis van de historische vorm van de citadel delen we de site op in verschillende deelzones. Deze deelzones verschillen sterk in karakter en oorspronkelijkheid en vragen daarom om verschillende benaderingen. In de verdere studie wordt op basis van de verschillende deelgebieden een visie opgebouwd voor de gehele site. Bestaande structuur citadel
Historisch plan citadel
1
Paradeplein en omliggende historische gebouwen
2
Stadsbastion
3
Daklandschap en droge gracht
4
Stedelijk front
5
Intra muros
6
Stadswal en toegangsdreef
7
Bebost glacis
29
2.4.1 Paradeplein en courtine Paradeplein en omliggende historische gebouwen = 20.815m² Paradeplein = 11.560m² Omliggende historische gebouwen = 9180m² Het paradeplein en de omliggende historische gebouwen (courtine) maken deel uit van de oorspronkelijke structuur van de citadel. Samen vormen ze een bijzondere en sterke architecturale eenheid. Het dak van de constructies bestaat uit een dik zandpakket dat de mogelijke bominslag moest dempen. In de oorspronkelijke historische toestand stonden er geen bomen op deze constructies. A) Bouwblok 1 & 1bis Karakteristieken:
Gelijkvloerse verdieping
Eenzijdig daglicht
Hoogte van de ruimtes: 3m
Units doorgaans 5,6m breed en 13,6m diep (netto)
Bruto oppervlakte per bouwblok = 694m² Netto oppervlakte per bouwblok (excl. muren) = 554m² Netto verhuurbare oppervlakte per bouwblok (excl. muren en excl. circulatieruimte)
Stel: Ruimtes bediend via paradeplein = 500m²
Stel: Met interne circulatie = 427m²
30
B) Bouwblok 2 & 4 Karakteristieken:
Gelijkvloerse verdieping en kelderverdieping
Tweezijdig daglicht op de gelijkvloerse verdieping
Bovenlichten (“Engelse koer”) op de kelderverdieping
Hoogte van de ruimtes: 3m
Units doorgaans 6m breed en 19,35m diep (netto)
Bruto oppervlakte per bouwblok = 3700m² Netto oppervlakte per bouwblok (excl. muren) = 2780m² Netto verhuurbare oppervlakte per bouwblok (excl. muren en excl. circulatieruimte)
Stel: Ruimtes bediend via paradeplein = 2280m² - Gelijkvloers = 1216m² - Kelder = 1064m²
Stel: Met interne circulatie = 2128m² - Gelijkvloers = 1064m² - Kelder = 1064m²
31
C) Bouwblok 3 Karakteristieken:
Gelijkvloerse verdieping en kelderverdieping
Tweezijdig daglicht op de gelijkvloerse verdieping
Bovenlichten (“Engelse koer”) op de kelderverdieping
Hoogte van de ruimtes: 3m
Units doorgaans 6m breed en 19,35m diep (netto)
Bruto oppervlakte = 4282m² Netto oppervlakte (excl. muren)
= 3220m²
Netto verhuurbare oppervlakte (excl. muren en excl. circulatieruimte)
Stel: Ruimtes bediend via paradeplein = 2650m² - Gelijkvloers = 1397m² - Kelder = 1253m²
Stel: Met interne circulatie = 2506m² - Gelijkvloers = 1253m² - Kelder = 1253m²
32
D) Totaal Bruto oppervlakte = 13.070m² - Gelijkvloers = 7229m² - Kelder = 5841m² Netto oppervlakte (excl. muren) = 9888m² - Gelijkvloers = 5498m² - Kelder = 4390m² Netto verhuurbare oppervlakte (excl. muren en excl. circulatieruimte) - Gelijkvloers, bediend via paradeplein = 4829m² - Gelijkvloers, met interne circulatie = 4235m² - Kelder = 3381m²
33
2.4.2 Stadsbastion Stadsbastion = 17.530 m²
Niet-authentieke (te slopen) constructies (in bruto grondoppervlak) - Officiersgebouw (?) = 1812m² - Stafblok = 593m² - Sporthal = 823m² - MCL = 60m² - Garages & werkplaatsen = 1600m² Originele configuratie (in bruto grondoppervlak) - Versterkte buitenrand = 4090m² - Droge gracht = 5700m² - Bastion = 5860m² - Deel horende bij paradeplein = 1830m² Dit deelgebied werd sterk aangetast door het creëren van nieuwe gebouwen in functie van het hedendaagse gebruik van de citadel voor Defensie. Het oorspronkelijke stadsbastion werd afgebroken. De droge gracht werd opgevuld en omgevormd tot parkeerzone. In de jaren ’50 en ’70 werden verschillende accommodaties toegevoegd: sporthal, slaapzalen, loodsen, een officiersgebouw. Deze constructies hebben weinig architecturale en cultuurhistorische waarde. Het verdwenen stadsbastion kan worden beschouwd als een belangrijke projectzone omwille van de strategische ligging tussen het talud aan de stadszijde enerzijds en het paradeplein anderzijds. 2.4.3 Tenaille, bastions & droge gracht Tenaille, bastions & droge gracht = 39.200 m² Deze zone wordt getypeerd door een dakenlandschap, met droge grachten en een relatief intact Chasseloup-Labat verdedigingssysteem, een uniek gegeven in Europa.
34
2.4.4 Stedelijk front Stedelijk front = 14.350 m² Te restaureren gekazematteerde toren en wachtlokaal (gelegen aan de voet van de heuvel) = 370m² bruto grondoppervlak Te slopen gebouwtje (=officiersgebouw) = 440m² bruto grondoppervlak Het talud tussen de gekazematteerde toren en de Allerheiligenkapel kan worden beschouwd als de belangrijkste visuele en functionele ruimtelijke schakel tussen de stadskern en de citadel. Op vandaag vormt het kronkelende pad naar de citadel de enige verbinding met het stedelijk weefsel. De gekazematteerde toren en het lagergelegen wachtlokaal aan de voet van de heuvel zijn vandaag vervallen constructies. 2.4.5 Intra muros Intra muros = 13.600 m² Huidig parkeerterrein = 4.000 m²
Deze zone is visueel grotendeels onttrokken aan de citadel en is evenmin zichtbaar vanuit de stadskern. Het gebied ligt verscholen achter de stadsomwalling aan de binnenzijde van de stad en achter de huizen van het aangrenzende -onvolledige- bouwblok. Historisch maakt dit gebied zowel morfologisch als stedenbouwkundig eerder deel uit van de stad dan van de citadel. De zone wordt vandaag deels ingenomen door de bezoekersparking.
35
2.4.6 Stadswal en toegangsdreef Stadwal en toegangsdreef = 14.800 m² Lunet & toegangspoort = 2.330 m² bruto grondoppervlak De stadswallen en de lunet vormen op zich een duidelijk geheel met de citadel en het glacis. Ze creëren een prachtige ingang tot de site.
2.4.7 Bebost glacis Bebost glacis = 158.600m² Wijzigingen aan origineel bebost glacis - Voetbalveld = 9600m² - Hindernissenparcours = 7500m² -Randzone langsheen de ringweg 11.412m² Het glacis met beukenbos vormt een onlosmakelijke eenheid met de citadel. De historische landschapsstructuur bestond uit bebossing volgens het quinconce-systeem (een vijfhoekig bomengrid). Het beboste glacis beslaat het grootste gedeelte van de citadel-site en vormt een belangrijke groenpool in het centrum van de stad. Tegenaan de ringweg kunnen we een randzone onderscheiden. Deze zone vormt een overgangszone tussen de ring en het bos. Dit stuk is bepalend voor de beeldkwaliteit en de belevingswaarde van de ring en het bos.
36
2.5 SWOT ANALYSE
Bestaande toestand
Sterktes Ligging
hoog boven de stad, met een potentieel zicht over de stad pal tegen het centrum, binnen de stadsring en op wandelafstand van de markt, winkels, het station (met rechtstreekse verbindingen vanuit Hasselt, Brussel, de kust, …) tegen 2 invalswegen van de stad (N2 Leuvense Steenweg en N10 Diestersteenweg) langs ringweg (Citadellaan), de hoofdontsluiting van de stad (geselecteerd als secundaire weg)
Historisch karakter
Citadel is uniek in schaal en visueel goed onderhouden Potentiële zones in/aan de rand van de site voor residentiële ontwikkeling Heel rustige omgeving Citadel herbergt een prachtig groengebied (in het centrum van de stad) Aanwezigheid van een groot afgesloten binnenplein met een oppervlakte van circa 13.000 m² Ruimtes in de gebouwen rond het binnenplein stralen authenticiteit uit Ruimtes rond binnenplein hebben mooie openingen naar het plein toe Oppervlakte site: ruimte om (andere) activiteiten te ontplooien Reeds ruimte om te parkeren Eigendomsstructuur: de site is in handen van één publieke actor
beschermd monument Citadel heeft potenties van begijnhof (werelderfgoed) Citadel heeft een geschiedenis, er hangt een verhaal aan vast hoog communicatiepotentieel mogelijkheden tot alternatieve financieringsmogelijkheden (subsidies, Interregprojecten, …)
37
Zwaktes Historisch karakter: beschermd monument (niet alles is mogelijk, wetgeving M&L) Ligging
Steile helling (Allerheiligenberg) naar de site problemen op het vlak van bereikbaarheid voor fietsers, wandelaars (senioren), personen met een beperking, … Site volledig op zichzelf gekeerd, maakt geen deel uit van de stad Rand van de citadel tegenaan de stad toont zich als een achterkant Site visueel afgescheiden van de ring
Geen mooie actieve link naar het station Bestaande bebouwing
Veel bebouwde ruimte rond het binnenplein met een eerder beperkte en nietuitbreidbare oppervlakte (maakt invulling door vb. grotere detailhandelszaken moeilijk of niet mogelijk) Veel ruimtes op heden niet geschikt voor hedendaagse functies (wonen en werken) Groot aandeel historische gebouwen (maakt in stand houden en restaureren kostelijk) Niet alle gebouwen hebben een historisch karakter en stralen authenticiteit uit
Oppervlakte site:
Onderhoudskost De schaal van de site is te groot om door één functie te worden ingenomen (complexiteit van nabestemming)
Geen nabestemming, waardoor de opmaak van een RUP noodzakelijk is: kan een nieuwe invulling van de site vertragen
Moeilijk controleerbaar gebied: donkere omgeving, weinig sociale controle, gevaar voor verloedering, agressie, onveiligheid(sgevoel) Onveilig door diepe grachten Risico dat er gedurende een bepaalde periode geen onderhoud gebeurt waardoor de site in verval kan raken Mogelijke grondvervuiling op bepaalde deelsites (bijvoorbeeld ter hoogte van de garages) wegens insijpeling brandstoffen de nodige bodemonderzoeken kunnen het verkoopproces vertragen Waterinsijpeling in oude gebouwen Site is op vandaag slechts gekend door een “happy few” (site staat niet in het geheugen van de mensen gegrift als zijnde culturele attractie, zoals de Citadel van Dinant, het Gravensteen in Gent, Fort Napoleon in Oostende, …)
38
Opportuniteiten Nood aan kinderopvang Nood aan ruimte voor residentiële projecten Randopmerking: al masterplan ontwikkeld voor projecten op drie stadssites:
Site Verversgracht: voornamelijk wonen (37 GGB en 79 APP), ruimte voor parkeren (341) Site Hasseltsestraat: handelsruimte en wonen (38 GGB en 76 APP); parkeren (334)
Slachthuissite: school- en woonontwikkeling (28 GGB en 44 APP); parkeren (72) Bovendien: reeds private ontwikkeling op het vlak van wonen op de voormalige Euroshoe-site (Ezeldijksite) en mogelijke ontwikkeling in stationsomgeving. Daarom: richten op andere doelgroep dan doelgroep van bovenstaande sites Diest heeft behoefte aan een groot plein voor het houden van evenementen, festivals en concerten Algemene trend naar centralisatie van stadsdiensten Trend naar “from bigness to smallness”: zoektocht naar authenticiteit en experience Een overheidsinstantie (de stad - de POM - de provincie - Interleuven) is bereid om te werken aan een gezonde tewerkstellingsstructuur in Diest (na vertrek militairen) De stad Diest liet een detailhandelsbeleidsplan opmaken om de detailhandel en horeca in Diest te versterken het gemeentebestuur wil in Diest een sterk detailhandelsapparaat In de buurt zijn wandel- en fietsroutes Projectontwikkelaars zijn voorzichtig in het opstarten van nieuwe vastgoedprojecten (de stad Diest heeft hierdoor grotere slaagkansen om deze site in eigendom te nemen) Nicheprojectontwikkelaars zijn mogelijks geïnteresseerd in de site (PPS?) Het stedelijk beleid van de stad Diest streeft naar een verbetering van mobiliteit in de binnenstad: centrum/randparking op site (goedkoper dan ondergrondse parking en goed bereikbaar), doorsteken voor fietsers en voetgangers Een aantal partijen hebben mogelijks interesse in een gedeeltelijke aankoop van de site Aanwezigheid van andere bezienswaardigheden op het vlak van militair erfgoed in Diest: Fort Leopold, militair domein in Schaffen, de oude vestingswerken, … Diest is geselecteerd als een toeristisch-recreatief knooppunt. De site ligt in een historische stad met een mix aan detailhandelsmogelijkheden, cultureel patrimonium (Begijnhof, molens, …) en groen (de Halve Maan, stadspark De Warande) groot aanbod, voor iedereen wat wils Aanwezigheid van het provinciedomein De Halve Maan: het groengebied op de site kan het sluitstuk vormen op het vlak van groenzones en belevingswaarde Toenemende interesse in cultureel erfgoed / militair erfgoed De Vereniging van Nederlandse Vestingsteden (www.vestingsteden.nl) merkt de laatste jaren een duidelijke toenemende interesse in militair erfgoed. Tot op heden maken geen Vlaamse steden deel uit van deze vereniging, maar dit kan aangevraagd worden. Opmerking: De Vereniging van Nederlandse Vestingsteden definieert vestingsteden als steden die van de 15e tot de 18e eeuw versterkt werden met muren, wallen, bastions en andere verdedigingswerken. De Citadel dateert van de eerste helft van de 19e eeuw. Beslissing van Toerisme Vlaanderen om in Diest een jeugdherberg te bouwen Relict van een militair erfgoed versus hedendaagsheid (cf. C-Mine) Vraag naar meer (kwalitatieve, hippe, …) horeca in Diest (bron: voorlopig detailhandelsbeleidsplan) Behoefte aan een ruimer logiesaanbod, voornamelijk hotel met een grote capaciteit en goedkopere logiesvormen (bron: voorlopig detailhandelsbeleidsplan) Bereikbaarheid van het kernhandelscentrum moet versterkt worden toegankelijkheid zeer belangrijk (bron: voorlopig detailhandelsbeleidsplan)
39
Diest wil exclusieve handel aantrekken die de uitstraling van Diest kan vergroten (bron: voorlopig detailhandelsbeleidsplan korte termijndoelstelling: Diest als shoppingstad promoten) Bedreigingen Onduidelijkheid over de verkoopwaarde van de site Diest is een stad met beperkte financiële mogelijkheden Projectontwikkelaars zijn voorzichtig in het opstarten van nieuwe vastgoedprojecten (nasleep financieel-economische crisis) Aanwezigheid van ruimte aan de stationssite (concurrentie) Mogelijke ondergrondse parking op Veemarkt van 256 plaatsen (reeds dossier voor geopend) kan extra parking op Citadelsite overbodig maken minder passage op site Een aantal partijen hebben interesse in een gedeeltelijke aankoop van de site wat de uitwerking van een totaalconcept kan belemmeren Al belangrijke oppervlakte aan groene ruimte aanwezig in Diest: potentiële concurrentie van het provinciedomein De Halve Maan (op het vlak van groengebied) Wetgeving (Monumenten en Landschappen: strikte regelgeving over wat kan en niet kan) Aankoop door een partij die enkel oog heeft voor nieuwe ontwikkelingen en niet voor het militaire erfgoed Relict van een militair erfgoed versus hedendaagsheid Veel mensen hebben een “voor de deur parkeren” mentaliteit (algemene trend) bedreiging voor eventuele randparking op Citadelsite Algemene trend naar concentratie van de detailhandel (geen verspreide bewinkeling, maar het vormen van een handelslint) Reeds veel winkelvloeroppervlakte per 1.000 inwoners in Diest (t.o.v. gemiddeld in België) en dat in alle branches met uitzondering van de branche antiek en kunst. Actiepunten om het historische en groene aspect van de citadel te promoten Diest promoten als vestigingsstad Meewerken aan “evenementen” op toeristisch of cultureel vlak:
Dag Van het Park Week van het Bos Open Monumentendag (2011 in het teken van “conflict”) “Diest Cultuurstad Vlaanderen 2014”: doen leven in de geesten van de mensen, deel doen uitmaken van de stad, projecten binden aan het cultuurstadgegeven, fierheid creëren over de stad
Kritieke succesfactoren
1 beheersidentiteit De citadel is geen entiteit op zich, maar is verweven met de stad Verschillende functies op de site moeten compatibel zijn met elkaar Goede communicatie
40
3. ONTWIKKELINGSOPTIES 3.1
UITGANGSPUNTEN
1) De site is van historisch groot belang en dient in die mate ook als cultuurhistorisch patrimonium behouden te blijven. 2) De site is binnen de compacte stad gelegen – binnen de stedelijke ring – en dient vanuit die optiek mee het beleid van de centrumstad te ondersteunen: groeien, concentratie en verdichting. 3) De site dient maximaal verweven te worden met de stad (programma, mobiliteit, groen, toerisme, cultuur, wonen,…). 4) De site is zodanig groot en biedt zoveel verschillende op zich staande deelzones dat het potentieel een diversiteit aan programma’s kan opnemen. 5) De site biedt het potentieel om als reserve te dienen voor de clustering van grootschalige programma’s (werken, cultuur, toerisme, recreatie, wonen), programma’s van 20.000 m² en meer. Ook naar parkeermogelijkheden biedt de site voldoende mogelijkheden. 6) De site is zo groot dat de tijdsfactor een belangrijke rol kan/zal spelen in de herbestemming ervan. Er dient daarbij rekening gehouden te worden dat de site in de verschillende fasen een veilig, leefbaar en onderhouden site is. 7) De site is op 1 juli 2011 geen basis meer van de militaire overheid. Hierdoor ontstaat een urgentiefactor. Daarom wordt voorgesteld om op een dubbel spoor te werken: korte en lange termijnprogramma’s en investeringen.
41
3.2
DEELGEBIEDEN
Op basis van de historische vorm van de citadel kunnen we de site opdelen in verschillende deelgebieden. Deze deelgebieden verschillen sterk in karakter en oorspronkelijkheid en vragen daarom om aparte benaderingen. In de verdere studie wordt op basis van de deelgebieden een visie opgebouwd voor de gehele site. 3.2.1 Tenaille, bastions & droge gracht
Uitgangspunten
De vier bastions en de tussenliggende tenailles vormen een samenhangend ruimtelijke geheel met een belangrijke cultuurhistorische waarde. Landschappelijk vormt het een verhoogde lineaire groenstructuur die aan de binnenzijde grenst aan de courtine en aan de buitenzijde wordt omringd door een droge gracht met bedekte weg. Het Chasseloup-Labat verdedigingssysteem is nog grotendeels intact. Het uitgangspunt voor de omgang met dit deelgebied is de restauratie van de beschadigde delen van het Chasseloup-Labat systeem en de reconstructie van de verdwenen componenten zoals de bedekte weg en de caponnières.
Ruimtelijke invulling
Gezien de zeer specifieke ruimtelijke structuur van de tenailles en de bastions zijn de mogelijkheden voor een ruimtelijke invulling relatief beperkt. Er worden voor deze zone geen nieuwe ontwikkelingen voorzien. Lichte tijdelijke interventies zijn wel mogelijk.
3.2.2 Paradeplein en courtine
Uitgangspunten
Het uitgangspunt voor het paradeplein en de omliggende historische gebouwen (de zgn. courtine) is “behoud door ontwikkeling”. De historisch waardevolle gebouwen worden gerestaureerd en op termijn ingevuld door functies die enerzijds ruimtelijk inpasbaar zijn in de karakteristieke morfologische structuur van de courtine en die anderzijds programmatorisch betekenis kunnen geven aan de site. Bij voorkeur zijn dit functies die de architecturale eenheid van de courtine versterken en die als één geheel kunnen worden beheerd. Het opsplitsen en verkopen van de gebouwdelen van de courtine als private eenheden is daarbij minder geschikt omdat dit de eenheid in beeld en beheer zou ondermijnen. Het paradeplein wordt integraal behouden als grootschalige publieke ruimte op wandelafstand van de Grote Markt. Door zijn bijzondere schaal biedt het mogelijkheden voor evenementen zoals markten, concerten, openlucht theatervoorstellingen, kermissen, circus, enz. Naast de activiteiten die op het plein zelf kunnen plaatsvinden, wordt deze publieke ruimte opgeladen door nieuwe functies in de aangrenzende courtine. Op het plein zijn kleinschalige parkeervoorzieningen mogelijk.
Ruimtelijke invulling
De historische gebouwen rondom het paradeplein zijn een belangrijk onderdeel van de oorspronkelijke structuur van de citadel. Het dak van deze gebouwen bestaat uit een dik zandpakket dat de mogelijke bominslag moest dempen. Een goede constructieve en bouwfysische toestand van de citadel is essentieel om een herbestemming van deze gebouwen te kunnen vinden. Daarom dient alle beplanting die schade aanbrengt aan de constructie te worden verwijderd. Een groot deel van de bomen die op de gebouwen groeien zijn ondertussen gerooid. In de oorspronkelijke historische toestand stonden er geen bomen op deze constructies.
42
Voor de ruimtelijke invulling van de historische gebouwen zijn verschillende opties mogelijk, gaande van een doorgedreven compartimentering in kleine units waardoor deze als apart eenheden kunnen worden verhuurd (bvb. bedrijfsruimtes voor opstartende bedrijven) tot een beperkte compartimentering per vleugel waardoor deze voor grootschalige programma’s kunnen worden aangewend (bvb. jeugdverblijfcentrum, congresfaciliteiten,…). (cf. 2.4.1)
Kaart met te restaureren gebouwen rondom paradeplein
Ref-vb: Overdekte evenementenruimte in Palma de Mallorca
43
Ref-vb: boogstructuren in Parijs
Ontsluiting De citadel wordt ontsloten via een beperkt aantal toegangen. De monumentale oprijlaan met toegangspoort vormt de hoofdtoegang naar de kern van de citadel (het paradeplein en de courtine). Het bestaande pad aan de westelijke zijde van de citadel kan fungeren als secundaire (functionele) toegangsweg. Het bestaande pad dient hiertoe verhard te worden. Naast de Allerheiligenkapel vertrekt een kronkelende weg naar boven, deze is de belangrijkste verbinding tussen citadel en stadscentrum voor de zwakke weggebruiker. Deze kan echter ook als diensttoegang fungeren (brandweer, hulpdiensten,…).
Parkeren
In relatie tot het programma dat in de courtine ondergebracht zal worden, kunnen een beperkt aantal parkeerplaatsen op het paradeplein voorzien moeten worden. Om het weidse karakter van het paradeplein te behouden wordt deze parkeermogelijkheid tot het minimum beperkt. Een capaciteit van een 40 à 50-tal plaatsen op het paradeplein wordt als aanvaardbaar gezien. In het kader van deze studie werden reeds enkele varianten onderzocht. Afhankelijk van het programma zullen deze varianten meer of minder geschikt bevonden worden. Alle varianten gaan uit van het behoud van een grote open ruimte centraal op het paradeplein. Langsheen de courtine wordt een brede strook vrijgehouden voor circulatie, parkeren en/of groenvoorzieningen.
44
In de variant die onze voorkeur geniet wordt centraal op het paradeplein een open graspark gecreëerd. Dit park helt zeer licht af en onderscheidt zich zo van de berijdbare circulatiezone langsheen de courtine. Deze centrale open ruimte met enkele zittredes aan de rand leent zich uitstekend voor evenementen. De parkeerplaatsen worden tegenaan de courtine voorzien, waar ze de afwisseling maken met de Engelse koeren, groenperken, en toegangen tot de gebouwen.
Andere mogelijkheden:
Plein omzoomd door groenperken. Verdiept parkeren tegenaan bastion.
Verdiept en verhard parkeren in de rand.
plein
met
Eén groot park met circulatie in de rand. Parkeren tegenaan courtine
Groene autovrije randzone
45
3.2.3 Stadsbastion en bedekte weg
Uitgangspunten
Het verdwenen stadsbastion kan worden beschouwd als een belangrijke projectzone omwille van de strategische ligging tussen het talud aan de stadszijde enerzijds en het paradeplein anderzijds. Het oorspronkelijke stadsbastion werd in de jaren ’50 afgebroken en de droge gracht werd opgevuld en omgevormd tot parkeerzone. Vanaf de jaren ’50 werden verschillende accommodaties toegevoegd zoals een sporthal, slaapzalen, loodsen, een officiersgebouw. Het uitgangspunt voor de omgang met dit deelgebied is de afbraak van de niet-originele constructies, het herstel van de oorspronkelijke bedekte weg, eventueel het opnieuw uitdiepen van de oorspronkelijke droge gracht en het ontwikkelen van een nieuwe structuur die typologisch refereert naar het verdwenen stadsbastion. Het is aangewezen dat alle ontwikkelingen rondom het paradeplein onder een gemeenschappelijk beheer vallen zodat er controle behouden blijft op de beeldkwaliteit van het geheel. Individuele woonontwikkelingen op deze locatie zijn niet aangewezen omdat de architecturale eenheid hiermee onder druk komt te staan.
Snede A over stadsbastion ter hoogte van poortgebouw – historische toestand
Historische structuur van de droge gracht ter hoogte van het poortgebouw
46
Snede B over stadsbastion - Historische toestand
Snede B over stadsbastion - Huidige toestand
Ruimtelijke invulling
We onderscheiden vier mogelijke ontwikkelingsscenario’s voor nieuwe structuren ter hoogte van het verdwenen stadsbastion. S-scenario De eerste optie gaat uit van het niet vinden van een interessante ontwikkeling voor het bastion en de bedekte weg. In dat geval lijkt het interessant de huidige parking en bastionzone als een landschappelijk park in te richten. Het oorspronkelijk talud en de bedekte weg worden hersteld. De grondvorm van het voormalige stadsbastion kan worden geaccentueerd door een landschappelijke aanleg. Het paradeplein opent zich in de richting van de stad.
47
Plan stadsbastion & bedekte weg – S-scenario
Snede over stadsbastion & bedekte weg – S-scenario
3d-beeld stadsbastion & bedekte weg - S-scenario
48
M-scenario De tweede optie bestaat erin nieuwbouw te voorzien op de plaats van het verdwenen stadsbastion. Daarbij wordt de originele grondvorm geherinterpreteerd. Het is hierbij van belang dat de hoogte van de kroonlijst overeenkomst met de kroonlijst van de courtine. Omwille van respect voor de historische structuur, en tevens omwille van bereikbaarheid en evacuatie (brandweer), wordt het nieuwe bastion losgekoppeld van de bestaande courtine. Door de bouw van een nieuw stadsbastion wordt het paradeplein opnieuw visueel gesloten en wordt de originele grondvorm van de citadel het dichtst benaderd. De originele grondvorm wordt niet exact gereconstrueerd. Een zeshoekige grondvorm met centrale patio’s biedt daarbij interessante mogelijkheden m.b.t. gebouwdieptes en lichtinval. Deze herinterpretatie van de originele grondvorm laat verscheidene programmatische invullingen toe.
49
Plan stadsbastion & bedekte weg – M-scenario
Snede over stadsbastion & bedekte weg – M-scenario
3d-beeld stadsbastion & bedekte weg – M-scenario
50
L-scenario In dit scenario wordt de droge gracht uitgegraven tot haar oorspronkelijk niveau. Ter hoogte van de voormalige bedekte weg aan de buitenzijde van de verdwenen droge gracht (stadszijde) wordt over 2 verdiepingen bebouwing voorzien. Deze bebouwing wordt ontsloten via de opnieuw uitgegraven droge gracht. Het dak neemt de vormentaal over van de bedekte weg en de vlakke stukken worden als groendak voorzien. Om voldoende licht en zicht te creëren kan worden geopteerd om het schuine gedeelte van de bedekte weg als daklicht te voorzien en wordt aan de stedelijke zijde een koer – cfr droge gracht - voorzien . Het stadsbastion bouwt voor op de morfologie van het bastion in het M-scenario, maar kan in het L-scenario uitgroeien tot een bouwblok van 3 verdiepingen. .
51
Plan over stadsbastion & bedekte weg – L-scenario
Snede over stadsbastion & bedekte weg – L-scenario
3d-beeld stadsbastion & bedekte weg - L-scenario
52
XL – scenario Dit scenario bouwt verder op het L-scenario. In het XL-scenario gaan we een stap verder in de herinterpretatie van de vorm van het bastion. Het is een zoektocht naar de maximaal haalbare ontwikkeling voor het bastion. De architectuur, de detaillering van kroonlijsten, de impact op het paradeplein als stedelijk geheel, de vorm van het dak worden elementen waar een bijzondere aandacht dient aan besteed te worden. Het is een spel dat zich afspeelt op het subtiele evenwicht tussen cultuurhistorische waarde, functionele behoefte en architecturale kwaliteit.
53
Plan stadsbastion & bedekte weg – XL-scenario
Snede over stadsbastion & bedekte weg – XL-scenario
3d-beeld stadsbastion & bedekte weg – XL-scenario
54
Parkeren
Bij het L-scenario en het XL-scenario voorzien in één laag ondergronds parkeren. Deze parking strekt zich uit over de volledige grondoppervlakte van het bastion, dwz zowel onder de bebouwing als onder patio’s. Zo wordt deels tegemoet gekomen aan de parkeerbehoefte van de nieuwe ontwikkelingen. L – scenario Oppervlakte: 5193m² Capaciteit: 192 parkeerplaatsen
3d-beeld stadsbastion & bedekte weg – ondergrondse parking onder bastion scenario L
XL – scenario Oppervlakte: 6775m² Capaciteit: 251 parkeerplaatsen
3d-beeld stadsbastion & bedekte weg – ondergrondse parking onder bastion scenario XL
55
3.2.4 Stedelijk front
Uitgangspunten
Het stedelijk front, d.i. de zone tussen de gekazematteerde toren, het officiersgebouw en de Allerheiligenkapel, kan worden beschouwd als de belangrijkste visuele en functionele ruimtelijke schakel tussen de stadskern en de citadel. Het welslagen van de herinterpretatie van deze overgangszone zal bepalend zijn voor de integratie van de citadel in de stad. Op vandaag vormt het kronkelende pad naar de citadel de enige verbinding met het stedelijk weefsel. De gekazematteerde toren en het lagergelegen wachtlokaal aan de voet van de heuvel zijn vandaag vervallen constructies. Het uitgangspunt voor de omgang met dit deelgebied is het versterken van de relatie tussen de stadskern en de citadel door middel van fiets- en voetgangersverbindingen enerzijds, en het inbrengen van een verbindend programma anderzijds. Op die manier wordt de citadel “verankerd” in het stedelijke weefsel en gaat het een logisch onderdeel vormen van het de stad.
Plan van stedelijk front als schakelzone tussen stadskern en citadel
56
Ruimtelijke invulling Gekazematteerde toren De gekazematteerde toren en het lagergelegen wachtlokaal zijn vandaag vervallen constructies die dringend aan restauratie toe zijn. Deze constructies vormen belangrijke ruimtelijke structuren om de verbinding tussen het stadscentrum en de citadel tot stand te brengen. Het wachtlokaal kan als toegangsgebouw dienen voor het onderbrengen van liften en roltrappen die rechtstreeks leiden tot de citadel en de potentiële parking. In de gekazematteerde toren kunnen semi-publieke functies worden ondergebracht zoals restaurants of café’s, die met een panoramisch zicht op de stad een bijzondere tussenschakel kunnen vormen tussen stad en citadel.
Ref-vb: Roltrap in Toledo, Spanje
3D nachtsimulatie zicht vanuit de stad naar de citadel
57
Parking Na een uitgebreid onderzoek van verschillende parkeerscenario’s lijkt een ondergrondse parking op de site van het huidige officiersgebouw het best geplaatst. Het officiersgebouw zou op termijn kunnen verdwijnen en plaats maken voor een halfverzonken parkeergarage. Het is in het belang van de stad en de citadel dat deze parking multifunctioneel kan dienen. In hoofdzaak om de parkeerbehoefte op de citadel op de vangen. In tweede instantie als aanvullend parkeren voor de stad. Ontsluiting kan direct vanop de toegangsdreef. De parking helpt ook in de relatie tussen de Grote Markt en de citadel. Gezien de gekazematteerde toren één bouwwerk vormt met het lagergelegen wachtlokaal vormt het een interessant “schakel” tussen de lagergelegen stad (de Zichemse poort) en het hoger gelegen citadel. Het in helling leggen van de parkeergarage laat toe de uitgangen ervan te laten aansluiten op het niveau van de zigzagweg. De parkeergarage wordt overkapt met een groen dak. Op die manier wordt de parking visueel geïntegreerd in het parklandschap.
3d beeld stedelijk front – halfverzonken parking
Oppervlakte halfverzonken parking: 2 bouwlagen van 3474m² Capaciteit: 257 parkeerplaatsen
Ref-vb: TMB Park: Busstelplaats met bovenliggend park in glooiing van een heuvel, Barcelona
58
Open landschapspark met olmen en essen Vanuit landschappelijk oogpunt wordt het talud aan de stadszijde ingericht als een aangenaam botanische tuin met steile grastaluds en slechts enkele grotere bomen (vb olmen en essen, zoals er oorspronkelijk voorkwam). Hierdoor ontstaat een open zichtrelatie tussen stad en citadel. Doorheen dit hellende park wordt de bezoeker via de bestaande zigzagweg naar boven geleid.
Ref-vb: Parque botanico, Barcelona
Ref-vb: wijngaardlandschap
3D simulatie open landschapspark (zicht vanuit de stad naar de citadel)
Jeugdherberg (nieuwbouw) In de “Haalbaarheidsstudie voor de inplanting van een jeugdverblijfcentrum te Diest” worden de citadel en de stationsomgeving van Diest tegen elkaar afgewogen als locatie voor een nieuwe jeugdherberg. Binnen de citadel als potentiële locatie worden twee mogelijkheden onderscheiden: de nieuwbouw van een jeugdherberg en het onderbrengen van een nieuwe jeugdherberg in bestaande structuren. Uit het rapport komt de integratie van een nieuwbouw jeugdherberg op het stedelijk front naar voor als één van de opties.4 Een jeugdherberg op deze locatie versterkt de link tussen citadel en stadscentrum en de verankering van de citadel in het stedelijk weefsel.
4
Alternatieve locaties voor de nieuwbouw van een jeugdherberg op de citadel zijn integratie in het gerecon‐ strueerde stadsbastion (zie “3.2.2. Stadsbastion”, p42) of in de nieuwbouw in de zone ‘Intra muros’. (zie “3.2.5. Intra muros”, p51)
59
3.2.5 Intra muros
Uitgangspunten
De zone tussen de stadsomwalling en de bebouwing in de Egide Alenusstraat wordt vandaag deels ingenomen door de bezoekersparking, en deels door uitlopende tuinen van de aangrenzende woningen. Het vormt een ‘restzone’ die visueel grotendeels onttrokken is aan de citadel en enkel vanuit de stadstuinen van de Egide Alenusstraat en de Leuvense straat zichtbaar is. Historisch gezien maakt dit deelgebied zowel morfologisch als stedenbouwkundig eerder deel uit van de stad, weliswaar tegenaan de Allerheiligenberg. Tot 1 juli 2011 vormde dit geen probleem gezien de site als militaire basis fungeerde. Nu deze beheerder de site verlaat, ontbreekt deze belangrijke mentale bescherming van deze restzone en dient er rekening gehouden te worden met een verhoogde kans op verloedering.
Ruimtelijke invulling Publiek park
Als publiek park lijkt deze site weinig relevant en mogelijks problematisch. (veiligheid, beheer, afbakening van de stadswal en de lunet) Parking Als permanente parking is het enkel bruikbaar in het vlakke gedeelte. We zien twee nadelen. Ten eerste biedt het geen garanties op beheer, veiligheid en afbakening voor het achtergelegen gedeelte en de stadswal. Ten tweede vormt het geen versterkende schakel in het mentale verbinden van stad met citadel. Ontwikkeling Het beste scenario om garanties te bieden naar veiligheid, beheer en afbakening van de stadswal lijkt erin te liggen een zekere vorm van ontwikkeling te voorzien in dit gebied. Er werden verschillende scenario’s onderzocht. (beelden zie volgende pagina’s) 1. Bouwvolume tegenover het lunet, gelegen op het bestaande parkeerterrein. Het bouwblok zorgt voor een gevel naar het stedelijk front en garandeert een zichtrelatie tussen de lunet en de Allerheiligenkapel. Ten opzicht van de stadstuinen vormt het slechts een korte onderbreking. Gezien de helling naar het gebouw toe bebost is, blijft een uniform groen beeld behouden. Dit bouwvolume kan uit één of twee bouwlagen bestaan. Eventueel kan een ondergrondse parkeerlaag voorzien worden. Het volledige groen van deze zone, inclusief stadswal en lunet, zouden in het beheer van deze ontwikkeling kunnen liggen. Hier zou een semi-publieke park/tuin kunnen gegenereerd worden die ’s avonds sluit. 2. Een tweede optie bestaat erin het stedelijk bouwblok te sluiten. Door middel van kleinere kavels voor bebouwing van maximaal twee verdiepingen wordt het gebied van de stadstuinen een binnenstedelijk gebied. De bouwtypologie bouwt voort op deze van de binnenstad. Tussen de bovenkavels en de stadswal wordt een ontsluiting voorzien. De stadswal en de lunet kunnen aan de voet van het pad worden afgesloten voor het publiek. Het beheer ervan zou dan horen bij het beheer van het glacis. 3. Een derde optie bouwt voort op optie 2, maar gaat uit van een grote gemeenschappelijke tuin, die meer aansluit bij het huidige parklandschap. 4. Een vierde optie voorziet een ingewerkt bouwvolume in de stadswal tussen het poortgebouw en de citadel
60
Jeugdherberg (nieuwbouw) In de “Haalbaarheidsstudie voor de inplanting van een jeugdverblijfcentrum te Diest” worden de citadel en de stationsomgeving van Diest tegen elkaar afgewogen als locatie voor een nieuwe jeugdherberg. Binnen de citadel als potentiële locatie worden twee mogelijkheden onderscheiden: de nieuwbouw van een jeugdherberg en het onderbrengen van een nieuwe jeugdherberg in bestaande structuren. Uit het rapport komt de integratie van een nieuwbouw jeugdherberg in de zone intra muros naar voor als één van de opties.5 Een jeugdherberg op deze locatie versterkt de link tussen citadel en stadscentrum en de verankering van de citadel in het stedelijk weefsel. Ontsluiting Wat de ontsluiting betreft van de intra muros-zone lijkt het logisch het autoverkeer te enten op het bovenste deel van de kronkelende weg en zo te verbinden met de toegangsdreef. In feite net zoals vandaag de toegang tot het parkeerterrein gebeurt. Om deze site beter te betrekken met de stad, om van de achterzijde van de stadswal en lunet opnieuw een voorzijde te maken en om de nieuwe ontwikkeling te ontsluiten wordt voorgesteld een doorsteek te maken voor fietsers en voetgangers naar de Leuvense straat en ook in de gracht van de lunet naar de toegangsdreef. Deze laatste doorgangen zouden beperkte openingen in de muur kunnen zijn.
Ref-vb: Wonen aan de stadswal, Ieper
5
Alternatieve locaties voor de nieuwbouw van een jeugdherberg op de citadel zijn integratie in het gerecon‐ strueerde stadsbastion (zie “3.2.2. Stadsbastion”, p42) of in de nieuwbouw in de zone ‘Intra muros’. (zie “3.2.5. Intra muros”, p51)
61
Plan en snede intra muros – optie 1: bouwvolume tegenover lunet
3d beeld intra muros – optie 1: bouwvolume tegenover lunet
62
Plan en snede intra muros – optie 2/optie 3: kleinere kavels voor bebouwing
3d beeld intra muros – optie 2: kleinere kavels voor bebouwing
63
3d beeld intra muros – optie 3: kleinere kavels voor bebouwing met gemeenschappelijke tuin
64
Plan en snede intra muros – optie 4: ingewerkt bouwvolume in stadswal tussen poortgebouw en citadel
3d beeld intra muros – optie 4: ingewerkt bouwvolume in stadswal tussen poortgebouw en citadel
65
3.2.6 Bebost glacis
Uitgangspunten
Het glacis met beukenbos vormt een onlosmakelijke eenheid met de citadel. De historische landschapsstructuur bestond uit bebossing volgens het quinconce-systeem (een vijfhoekig bomengrid) en vormt vandaag een belangrijke groenpool in het centrum van de stad. Het uitgangspunt voor de omgang met dit deelgebied is het herstellen van het historische quinconce-systeem ter hoogte van het voetbalterrein en het hindernissenparcours en het omvormen van het bos tot een toegankelijk parkgebied.
Ruimtelijke invulling Parklandschap Het glacis wordt omgevormd tot een toegankelijk parklandschap met belangrijke natuurwaarden. Het huidige beheersplan van ANB, dat vandaag reeds voorziet in een gedeeltelijk herstel van het quinconce-systeem, wordt als referentiekader gehanteerd voor de verdere ontwikkelingsmogelijkheden van het glacis. Ontsluiting Om de site en het park stevig te verankeren in de stedelijke structuur worden langsheen verschillende toegangen trage routes voor fietsers en voetgangers voorzien. Deze zijn gebaseerd op bestaande paden doorheen het bos op het glacis.
66
Parking Er zijn verschillende opties voor de inplanting van een parking ruimtelijke en technische onderzocht.
A hindernissenparcours Een eerste onderzochte optie was het hindernissenparcours. Deze open ruimte lijkt in eerste instantie mogelijkheden te beiden voor de aanleg van een grootschalige parking. Het voordeel van deze locatie is de snelle inzetbaarheid en bereikbaarheid, hoewel er een vrij groot hoogteverschil (belangrijk hellingspercentage) bestaat tussen de toegangsdreef en het hindernissenparcours. Belangrijke nadeel van deze locatie zijn echter de wandelafstand en hoogteverschil ten opzichte van de citadel enerzijds en ten opzichte van de Leuvense straat en de Grote Markt anderzijds. Deze parking mist aan inzetbaarheid. Ideaal noch voor de citadel, noch voor de stedelijke integratie. Cultuurhistorisch werkt deze parking niet ondersteunend voor het herstel van de cultuurhistorische eenheid, gezien het een horizontale breuk vormt in het glacis, tevens een onderbreking van het quinconce-systeem. De capaciteit van het hindernissenparcours bedraagt 254 parkeerplaatsen Conclusie: Het hindernissenparcours kan geschikt zijn als voorlopige parking, maar op de lange termijn is het beter te gaan voor het herstel van het oorspronkelijk glacis, gezien deze gelegen is langsheen de toegangsdreef en visueel een belangrijke deel vormt in het cultuurhistorisch herstel van de citadel. B parking in het glacis Een tweede onderzochte optie voor de inplanting van een parking was het glacis zelf. De bereikbaarheid is goed en het herstel van de historische landschapsstructuur volgens het quinconce-systeem (vijfhoeking bomengrid met 9 meter tussenafstand) laat toe om auto’s tussen de bomen te parkeren. Nader onderzoek heeft echter uitgewezen dat het technisch niet moge-
67
lijk is het parkeren te organiseren tussen de bestaande beuken omdat de druk van geparkeerde wagens op de wortelzone erg schadelijk is. De karakteristieke doorzichten tussen de monumentale beuken wordt tenietgedaan. Om die reden is deze onderzoekspiste dan ook verlaten. C Parking aan de voet van het glacis Een derde onderzochte optie voor de inplanting van een parking was de zone aan de voet van het glacis. Deze zone is gelegen tussen de rotonde en de toegangsdreef tot de citadel en zou eenvoudig verbreed kunnen worden. Het bestaat reeds grotendeels uit een vlakke zone aansluitend op de Leuvense straat. Door de parking te omzomen door een brede haagstructuur worden de auto’s aan het zicht onttrokken. Het inbrengen van dwarse haagstructuren op regelmatige afstanden laat toe de langgerekte parkeervlakte visueel te compartimenteren. De voordelen van een parking aan de Leuvense Poort zijn de directe nabijheid van de Leuvensestraat, de haalbaarheid (eenvoudig te realiseren) en de goede bereikbaarheid (inrit via Delphine Alenuslaan, uitrit via Leuvensestraat). De nadelen van deze locatie het feit dat de parking niet gekoppeld is aan de citadel. Vandaar dat ook niet verder is gewerkt op deze piste.
68
3.2.7
Samenvattende tabel
Onderstaand wordt de samenvattende tabel weergegeven met de mogelijke ontwikkelingen per scenario gaande van S tot XL. Daarbij hoort ook een tabel die in functie van de ontwikkelingscapaciteit weergeeft wat de parkeerbehoefte is. Om de parkeerbehoefte op de citadel te bepalen wordt een vork gehanteerd gaande van 0,8 parkeerplaatsen per 100m² ontwikkeling als minimum tot 1,3 parkeerplaatsen per 100m² ontwikkeling als maximum. Gezien de ligging van de site tegenaan de stad lijkt het niet aangewezen om de maximale parkeercapaciteit als een verplichting op te leggen. Dit zou enerzijds de financiële haalbaarheid in het gedrang kunnen brengen en anderzijds teveel verkeersdruk op de citadel en omgeving leggen. In de parkeertabel wordt aangetoond dat aan de parkeerbehoefte (voorzien op het maximaal scenario van 1,3 parkeerplaatsen per 100m² ontwikkeling) voor elk ontwikkelingsscenario kan worden voldaan. Verder in het document worden voor vier verschillende totaalscenario’s enkele 3d-beelden en snedes weergegeven.
69
S-scenario -
Totale ontwikkeling: Parkeercapaciteit:
12.455m² 169 parkeerplaatsen
70
M-scenario -
Totale ontwikkeling: Parkeercapaciteit:
27.747m² 394 parkeerplaatsen
71
L-scenario -
Totale ontwikkeling: Parkeercapaciteit:
39.556m² 546 parkeerplaatsen
72
XL-scenario -
Totale ontwikkeling: Parkeercapaciteit:
45.453m² 605 parkeerplaatsen
73
Simulatie XL-scenario
74
3.3
PROGRAMMA
Het uiteindelijke programma zal cruciaal zijn voor de herwaardering van de site. Het is duidelijk dat het hier een unieke site betreft met een uitstraling die Diest en Vlaanderen kan overstijgen. Bij elk bezoek beleeft de bezoeker telkens weer opnieuw een ongelofelijk ervaring. De combinatie van authenticiteit, grootsheid, natuur, rust, zichten, uniek bouwwerk, geslotenheid, weidsheid,… spreekt enorm tot de verbeelding. 3.3.1 Verbeelding Bij elke bezoeker spreekt de site tot de verbeelding… Met een oppervlakte van 11.000m², zo groot als het Sint-Pietersplein in Gent en bijna drie maal zo groot als de Oude Markt van Leuven, is het paradeplein dé locatie bij uitstek voor grote festivals, circussen, markten,… Onder de prachtige gewelven in de historische gebouwen rond het paradeplein kan men zich reeds antiquairs, boekhandelaars, boutique hotels, designwinkels, kleine ateliers, gezellige bars, hippe restaurants,….voorstellen. In de zone van het bastion kan de morfologie van het oorspronkelijke bastion hersteld worden en op die manier ruimte maken voor grotere programma’s zoals kantoren, scholen, auditoria, expositieruimtes, feestzalen, een dienstencluster. De droge grachten en de ruimte rondom zouden de perfecte setting kunnen zijn voor modeshows, prachtige lichtshows, filmvoorstellingen in open lucht, een experimentele beeldentuin. De zone intra muros kan een zeer kwalitatieve woonomgeving worden, naar analogie met de historische stadswoningen in Ieper tegenaan de stadswallen, of kan plaats bieden voor een groter bouwblok met een parktuin. In het stedelijk front, de zone die de link vormt met de stad, kan een open landschapspark aangelegd worden en een architecturale roltrap kan er voor een vlotte toegang naar de citadel zorgen. Wanneer deze ’s avonds oplicht vormt het bovendien een uniek lichtkunstwerk voor de stad. Het bosglacis nodigt uit tot een mooie wandeling, joggen, mountainbiken en bosspelen voor jongeren. Natuurliefhebbers vinden er hun plek voor observatie. Zoveel verschillende belevingen en zoveel verschillende eigenschappen verenigd op één enkele site. Het geeft de enorme mogelijkheden weer voor de citadel. 3.3.2 Trends Overal in Vlaanderen en de wereld zien we dat oude industriële, religieuze, militaire complexen en gebouwen worden herbestemd met nieuwe programma’s. Het gaat vaak om creatieve invullingen die een belangrijke marketingwaarde vragen en sterk inspelen op imago. Historische structuren bieden zich voor deze invullingen aan als het ideale decor. Voorbeelden hiervan zijn onder andere: C-Mine in Genk: De oude mijnsite werd heringericht tot een complex van een congrescenter, een site voor creatieve bedrijven, een media-, art- & designschool, hippe restaurants en bars, bioscoopzalen, een cultureel centrum. De boeiende cocktail van programma’s brengt deze site opnieuw tot leven. De schitterende combinatie van oud en nieuw maakt van deze site een hotspot voor hip Genk en omstreken. Het Godshuis in Sint Laureins (Brugge). (Brugge). Dit prachtige en enorme ‘Hôtel Dieu’ in een minuscuul dorpje nabij de Belgisch-Nederlandse grens is nu de place to be in Westen Oost-Vlaanderen voor grote bedrijfsfeesten, prachtige events, seminaries, gatherings van oldtimers en dit in combinatie met een boutique hotel, een wellnesscenter en brasserie. De oude site met haar geschiedenis en grandeur geven een bijzondere meerwaarde aan elk evenement, zowel in de beginjaren, toen het nog deels vervallen was, als nu, dat het integraal is gerestaureerd. Het storytelling-gehalte van oude sites zorgt voor een bijzondere gelaagdheid die in nieuwe sites niet teruggevonden wordt.
75
Le Grand Hornu, MAC: Deze site vormt de combinatie van het verhaal van een unieke historische industriële site met een modern museum voor hedendaagse kunsten, een documentatiecentrum, een artshop, een beeldentuin, enkele auditoria en een brasserie. Het is een unieke museumsite, elke verplaatsing waard is. Zo zijn er tal van mooie voorbeelden van creatieve herbestemmingen in binnen- en buitenland. Het gaat vaak over vrij grote oude sites die een enorm en zeer positief verhaal kunnen brengen voor de directe en wijde omgeving. De citadel bezit ontegensprekelijk dit potentieel, ze ligt bovendien pal in het centrum van de stad en is zeer goed ontsloten. Het komt er dus op aan een cocktail te zoeken met een duidelijk verhaal, een verhaal dat tot de verbeelding spreekt en de uitstraling van de site bestendigt. De site en haar toekomstig programma moeten een meerwaarde bieden voor Diest en haar hele omgeving. Het programma kan de communicatiewaarde van de site gebruiken en de cultuurhistorische waarde helpen ondersteunen. Het toekomstige programma zorgt voor voldoende publiek en levendigheid. Hieronder zijn enkele beelden verzameld ter illustratie van de hierboven aangehaalde voorbeelden.
76
77
78