VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE WIEKJES BASISSCHOOL DE KRING
Locatie Brinnr. Plaats Documentnummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
VVE-rapport 13563 + 13562
: : : : : : : :
peuterspeelzaal De Wiekjes basisschool De Kring 09SF Maastricht 3036481 13563 + 13562 30 november 2010 2 februari 2011
Onderzoeksdatum: 30-11-2010
Pagina 1 van 8
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroepen: Aantal peuters in groep 1 De Wiekjes: Aantal peuters in groep 2 De Wiekjes: Aantal peuters in groep 3 De Wiekjes: Aantal peuters in groep 4 De Wiekjes:
14, 15, 11, 14,
waarvan waarvan waarvan waarvan
1 1 1 2
doelgroeppeuter doelgroeppeuter doelgroeppeuter doelgroeppeuters
Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep 1-2 a De Kring: 20, waarvan 0 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep 1-2 b De Kring: 21, waarvan 4 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep 1-2 c De Kring: 22, waarvan 3 doelgroepkleuters
VVE-rapport 13563 + 13562
Onderzoeksdatum: 30-11-2010
Pagina 2 van 8
2. HET TOTAALBEELD Peuterspeelzaal De Wiekjes vormt samen met basisschool De Schans een VVE-koppel en is gehuisvest in basisschool De Schans in de wijk De Heeg. De inspectie heeft ervoor gekozen om dit onderzoek niet te richten op het VVE-koppel De Wiekjes/De Schans maar in plaats daarvan openbare basisschool De Kring te betrekken in het onderzoek. Dit omdat De Kring één van de drie basisscholen is waarnaar peuters van De Wiekjes uitstromen. Zo wordt ook inzicht verkregen in de samenwerking en afstemming tussen peuterspeelzaal en basisscholen die geen VVE-koppel vormen maar wel dezelfde doelgroep bedienen. De Wiekjes/De Schans vormen sinds 2002 vormen een VVE-koppel, om in aanmerking te komen voor VVE-gelden van de gemeente Maastricht in de voormalige GOA-buurten. Als voorwaarde daarvoor werd tevens gesteld dat ze het stedelijk gekozen programma moesten aanbieden. Destijds was dat KLLOS (kinderen, leerkrachten,leidsters, ouders samen), maar dit is in de loop der jaren veranderd in Speelplezier. Het programma Speelplezier is sindsdien op enkele belangrijke onderdelen veranderd, dan wel aangevuld. De beroepskrachten van de peuterspeelzaal hebben de basismodules gevolgd. Zij hebben geen professionalisering meer gehad over vernieuwde of nieuwe delen van Speelplezier. Openbare basisschool De Kring vormt geen VVE-koppel met een voorschoolse voorziening maar heeft met een gemiddeld percentage van 24% doelgroepkinderen wel een VVE-populatie in huis. Hoewel het percentage kleuters dat instroomt vanuit peuterspeelzaal De Wiekjes niet exact bij de school bekend is, is hun inschatting dat ongeveer 50% van de instromende kleuters afkomstig is van De Wiekjes. Op de basisschool is niet gekozen voor een gecertificeerd VVE-programma, maar er is een eigen beredeneerd aanbod ontwikkeld, gericht op alle ontwikkelingsgebieden en met specifieke aandacht voor taal. Daarmee is alleszins sprake van een integraal programma. Het aanbod is thematisch vormgegeven. Alle leraren in de onderbouw van de basisschool zijn in deze werkwijze geschoold. De peuterspeelzaal maakt deel uit van de Stichting Peuterspeelzaalwerk Maastricht STEPS. Dertien zalen zijn een VVE-zaal, elf andere zalen niet. De VVE-zalen liggen in de zogenaamde aandachtsbuurten van Maastricht en moeten een intensiever aanbod bieden. Openbare basisschool De Kring is één van de vijftien scholen van stichting jong Leren, een samenwerkingsstichting voor openbaar en algemeen bijzonder onderwijs in Maastricht. In de uitvoering van VVE laten de peuterspeelzaal en de basisschool een overwegend voldoende kwaliteit zien. Op beide locaties is sprake van een positief pedagogisch klimaat en betrokken, enthousiaste leidsters en leerkrachten. Op de basisschool zijn er slechts enkele verbeterpunten te vermelden. Het gaat hierbij vooral om onderdelen van het aspect kwaliteitszorg. Bij de peuterspeelzaal zijn op meerdere indicatoren verbeteringen gewenst. Het gaat dan om de aspecten ontwikkeling, begeleiding en zorg en kwaliteitszorg. Omdat de gemeente geen prestatieafspraken met de VVE-instellingen heeft gemaakt, kan de inspectie geen oordeel geven over de opbrengsten van het VVE-beleid.
VVE-rapport 13563 + 13562
Onderzoeksdatum: 30-11-2010
Pagina 3 van 8
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS A CONDITIES A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) De Wiekjes: Speelplezier De Kring: A1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor De Wiekjes: 2 jaar VVE? A5 Kwaliteit beroepskrachten A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het vveprogramma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan
De Wiekjes 1 -
De Kring nvt -
3 3 3
3 nvt 2
3
nvt
3 3 3
3 3 nvt
2
3
In de wet Kinderopvang is geregeld dat de GGD als toezichthouder alle geregistreerde kindcentra inspecteert. In Maastricht heeft de gemeente de GGD Zuid-Limburg nog geen opdracht gegeven de inspecties van de peuterspeelzalen uit te voeren. Omdat de basisvoorwaarden voor de voorschoolse educatie daarom op de peuterspeelzalen ook niet getoetst zijn, heeft de inspectie van het onderwijs deze in het onderzoek betrokken. Aan vrijwel alle condities wordt voldaan. In de dubbele bezetting is op de peuterspeelzaal structureel voorzien op de basisschool niet. De gemeente heeft als voorwaarde voor VVE-zalen een maximumgroepsgrootte gesteld van 14 kinderen. Daaraan voldoet peuterspeelzaal De Wiekjes in drie groepen. In één groep is tijdelijk een extra peuter geplaatst. Op dit moment is er sprake van een korte wachtlijst waardoor een peuter tot ongeveer 3 maanden moet wachten voor plaatsing mogelijk is. Openbare basisschool De Kring werkt planmatig aan het versterken van competenties van de leerkrachten door middel van o.a. klassenbezoeken, collegiale consultaties, participatie in kwaliteitskringen buiten de school en nascholing. Zo hebben de leerkrachten in de kleuterbouw het afgelopen jaar cursussen gevolgd gericht op onderkenning van en omgaan met taalproblemen en gericht op het omgaan met autisme en ADHD bij het jonge kind. Voor de leidsters van de VVEzalen van STEPS is driemaal per jaar een algemene bijeenkomst waarin onder meer elkaars ervaringen ten aanzien van het gebruik van het programma worden besproken. Die scholing kan nog versterkt worden door aandacht te besteden aan de nieuwste ontwikkelingen binnen Speelplezier. Dit kan mogelijk in samenwerking met de basisschool waarmee de zaal een koppel vormt. Daarnaast kan de Speelplezier-coach van STEPS ook meer zaalspecifiek ingezet worden. B OUDERS B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7
Gericht ouderbeleid Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd Intake Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool Informeren over de ontwikkeling van hun kind Rekening houden met de thuistaal
VVE-rapport 13563 + 13562
Onderzoeksdatum: 30-11-2010
De Wiekjes 2 3 3 3 3 2 3
De Kring 2 3 3 3 3 3 3
Pagina 4 van 8
De basisschool en de peuterspeelzaal geven in de dagelijkse praktijk voldoende inhoud aan ouderparticipatie en de daaruit voortvloeiende activiteiten, zoals het inloopkwartier, meedraaiochtenden, de nieuwsbrief, de boekenkring, de spelletjesmiddag en informatie avonden. Tijdens het inloopkwartier op de peuterspeelzaal worden er op verschillende tafels materialen aangeboden waarmee ouders samen met de kinderen kunnen spelen. Dit kan nog versterkt worden door ouders actief te betrekken bij het spel met het kind, om daarmee het doel en de werkwijze van ontwikkelingsgericht spelen te demonstreren. Dat vraagt enerzijds om durf bij de leidsters en anderzijds om inzicht in de ouderpopulatie om de juiste ouders bij het spel te betrekken. Er is echter bij geen van beide een ouderbeleid met daarin een gerichte visie met doelen omschreven. Zowel leidsters als leerkrachten geven aan dat het stimuleren van ouders om thuis ontwikkelingsbevorderende activiteiten uit te voeren niet eenvoudig is. Dit werd bevestigd door de ouders zelf die ook aangaven hier niet altijd open voor te staan. Een analyse van de ouderpopulatie in combinatie met verkregen gegevens uit de ouderenquête van openbare basisschool De Kring zou als basis kunnen dienen om de mogelijkheden en wensen van ouders in beeld te brengen en doelstellingen ten aanzien van ouderbetrokkenheid te formuleren. Het verdient aanbeveling dat peuterspeelzaal en basisscholen in dezelfde wijk, die dezelfde ouderpopulatie bedienen, een gedeelde basis leggen voor het ouderbeleid om deze op organisatieniveau verder te concretiseren. De ouders vinden dat ze voldoende geïnformeerd worden over VVE en betrokken worden bij de VVE-activiteiten. Daarnaast vinden ouders, in het algemeen, dat het personeel makkelijk toegankelijk is voor persoonlijke vragen of gesprekken. Vooral het warm persoonlijk onthaal bij een eerste kennismaking wordt bijzonder gewaardeerd. De systematische informatie over de ontwikkeling van de peuters kan nog versterkt worden. In de huidige situatie krijgen ouders pas een volledig beeld van de ontwikkeling van hun kind bij het overdrachtsgesprek, wanneer het kind naar de basisschool gaat. Het zou wenselijk zijn om hiernaast na plaatsing van de peuter binnen maximaal twee tot vier maanden ook al te starten met een oudergesprek bij alle peuters over de ontwikkeling tot dan toe en dit na een jaar te herhalen. C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen VVE-rapport 13563 + 13562
Onderzoeksdatum: 30-11-2010
De Wiekjes
De Kring
3 3 3 2
3 3 3 3
3 3
3 3
3
3
3 3
3 3
3
nvt
3
3
3
3
3
3
3
3
3 2
3 4
Pagina 5 van 8
Peuterspeelzaal De Wiekjes werkt al enkele jaren met het programma Speelplezier. De projecten die aangeboden worden zijn opgenomen in een jaarplanning. In dit programma wordt uitgegaan van speel-leerroutines in de grote en in de kleine groep volgens een dagelijks ritme. Zowel in de observaties in de groepen als uit de weekplanningen blijkt dat het programma volgens de aangegeven speel-leerroutines wordt uitgevoerd. De vier belangrijke leer- en ontwikkelgebieden komen daarbij evenwichtig aan bod. Van differentiatie in het aanbod bij de peuters, rekening houdend met het ontwikkelingsniveau van de peuter, heeft de inspectie echter te weinig gezien. Door middel van aanbieden, stimuleren, begeleiden en verrijken beoogt Speelplezier de totale ontwikkeling van de kinderen te bevorderen. Dit vraagt van de leidsters een inspirerende, interveniërende en inlevende rol. Deze rol hebben enkele leidsters tijdens de groepsobservaties enthousiast gedemonstreerd waarbij het voor de peuterspeelzaal nog wel een aandachtspunt is om te letten op de ruimte die kinderen krijgen om te zelf spreken. Er is sprake van een empathische omgang van de leidsters en leraren met de kinderen, waarin als het nodig is kinderen ook aangesproken worden op ongewenst gedrag. Het bieden van een rijke speelleeromgeving met echte materialen die aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen is grotendeels gerealiseerd. Zo was het thema ‘Sinterklaas’ in zowel de inrichting van de lokalen als de groepsactiviteiten duidelijk zichtbaar. Dit zou nog benadrukt kunnen worden door het spelmateriaal en de aankleding van de hoeken af te stemmen op het actuele thema. De afstemming van activiteiten op verschillen in de ontwikkeling van het individuele kind kan in de peuterspeelzaal nog versterkt worden, onder meer door een planmatige splitsing van bijvoorbeeld taalzwakke en taalsterke peuters, of van jongste en oudste peuters. De activiteiten in de kleine groep komen nu nog voort uit een circuitmodel, waarin alle peuters op een ander moment dezelfde activiteiten krijgt aangeboden. Daarmee is de toegevoegde waarde van de verschillende activiteiten en de mogelijkheid om per kind tot verbreding of verdieping te komen op basis van de individuele behoefte nog een aandachtspunt. Een belangrijke voorwaarde hiertoe is het hebben van een duidelijk beeld van de ontwikkeling en mogelijk achterblijvende gebieden daarin. De wijze waarop de basisschool met planmatige afstemming omgaat, is een voorbeeld voor andere scholen. Per thema wordt op basis van beschikbare observatie- en toetsgegevens voor de verschillende leer- en ontwikkelingsgebieden een groepsplan opgesteld, waarin naar didactiek, geplande tijd en naar inhoud aangegeven wordt welke leerling in de basisgroep of in een subgroep (zorggroep of plusgroep) onderwijs krijgt. D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
De Wiekjes
De Kring
2 2
3 3
2 2
3 3
3
3
3
3
3
3
Momenteel worden de peuters alleen gevolgd met het Kinderontwikkelboek (een portfolio) van Speelplezier. De Groeiwijzer van Speelplezier is (nog) niet ontwikkeld voor de voorschoolse educatie. In het Kinderontwikkelboek ontstaat gedurende de twee jaar peutertijd, geïllustreerd aan de hand van foto’s en anekdotes, uiteindelijk een breed beeld van de brede ontwikkeling van het kind. Pas bij de overgang naar de basisschool kruist de leidster de fase van ontwikkeling aan waarin de peuter zich bevindt. De gemeente Maastricht heeft als eis gesteld dat vanaf maart 2011 bij de VVE-peuterspeelzalen aanvullend de Peutertoetsen van het Cito bij de 3-jarigen wordt afgenomen. De leidsters worden momenteel daarvoor geschoold. Voor het volgen van de brede ontwikkeling van de peuters wordt van de zalen verwacht dat ze op tenminste drie momenten gedurende de peuterperiode de ontwikkeling van de kinderen volgen, te VVE-rapport 13563 + 13562
Onderzoeksdatum: 30-11-2010
Pagina 6 van 8
weten op het moment dat de kinderen instromen (de beginsituatie), vervolgens de ontwikkeling in beeld brengen als het kind drie jaar is en voordat het kind naar de basisschool gaat. De huidige werkwijze volstaat dus niet voor een adequate begeleiding en ondersteuning. Ondersteuning wordt bij de peuters nu nog door externen gegeven, na signalering in een zogenaamd zorgoverleg tussen de leidsters en de verpleegkundige jeugdgezondheidszorg dat zesmaal per jaar naar tevredenheid plaats vindt. De ontwikkeling van de kleuters wordt gevolgd met behulp van de Cito-toetsen voor taal en ordenen en met het Pravoo kindvolgsysteem. De Cito-toetsen worden tweemaal per jaar in zowel groep 1 als 2 afgenomen en ook de Pravoo wordt tweemaal per jaar ingevuld. Op basis hiervan weten leerkrachten waar ze preventief moeten handelen vanuit hun groepsplan en curatief moeten handelen voor kinderen met een zorgwekkende ontwikkeling met een individueel handelingsplan. Meer uniformiteit in registratie is een door de school zelf geformuleerd aandachtspunt. Ter bevordering van deze uniformiteit zijn de leerkrachten van de groepen 1-2 onlangs gestart met het bijhouden van een leerling-portfolio. Hiervoor worden de leerlingen systematisch geobserveerd. E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken
De Wiekjes 3 2 2 2
De Kring 3 2 3 3
2 nvt
3 2
Voor zowel de basisschool als de peuterspeelzaal vormt VVE nog geen specifiek onderdeel van de kwaliteitszorg. De basisschool heeft wel een kwaliteitssysteem, maar dat geldt algemeen voor het gehele onderwijs. VVE wordt daarin wel meegenomen maar niet apart benoemd. Ten aanzien van het VVE-beleid zou nog verbeterd kunnen worden op: ontwikkeling en vorderingen van VVEkinderen, realisatie van het VVE-beleid en de participatie van ouders. De peuterspeelzaal heeft geen kwaliteitssysteem. F DOORGAANDE LIJN F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd
De De Wiekjes Kring 3 3 3 nvt 3 nvt nvt nvt nvt
Omdat peuterspeelzaal De Wiekjes en openbare basisschool De Kring geen VVE-koppel vormen acht de inspectie het niet van toepassing om de doorgaande lijn op alle indicatoren in dit aspect tussen voorschool en vroegschool te beoordelen. Vanuit De Wiekjes stromen echter wel kinderen naar de drie basisscholen in de wijk uit en soms nog naar andere scholen. Dat betekent dat De Wiekjes met meer partners te maken heeft dan andere peuterspeelzalen. De huidige samenwerking tussen De Wiekjes en de verschillende basisscholen is wisselend van frequentie, aard en inhoud. Hoewel De Wiekjes en openbare basisschool De Kring geen VVE-koppel vormen, zijn er wel vormen van samenwerking en overeenkomsten in werkwijze vastgesteld. Dit is meer een gevolg van goede contacten en belang hechten aan deze contacten, dan dat het voortkomt uit een beleidsmatige aanpak waarin de doorgaande lijn van VVE voor alle doelgroepleerlingen geregeld is. Zo was bijvoorbeeld tijdens het klassenbezoek op de basisschool ook het demonstratiespel te bewonderen en wordt er zowel op de peuterspeelzaal als op de basisschool thematisch gewerkt. Een belangrijk onderdeel van de doorgaande lijn, namelijk de overdracht van ontwikkelingsgegevens, is geregeld. Structureel is er voorzien in contactmomenten tussen VVE-rapport 13563 + 13562
Onderzoeksdatum: 30-11-2010
Pagina 7 van 8
peuterspeelzaal en basisschool ten behoeve van een warme overdracht. Daarnaast wordt het overdrachtsformulier door ouders aan school overgedragen. Het pedagogisch klimaat en educatief handelen is op beide locaties zorgzaam en empathisch. G OPBRENGSTEN VAN VVE G1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Verlengde kleuterperiode
De Wiekjes nvt
De Kring 3
Dit aspect heeft de inspectie niet kunnen beoordelen, omdat de gemeente Maastricht nog geen opbrengstdoelen heeft vastgelegd en daarmee de effecten en bereikte resultaten bij VVE nog niet beschikbaar zijn. De basisschool neemt standaard de toetsen Taal voor kleuters en Ordenen af. De opbrengsten op het einde van de kleuterperiode bewegen zich voor alle kinderen rondom de verwachte gemiddelde vaardigheidsscores. Toch lijken de doelgroepkinderen minder geprofiteerd te hebben van het onderwijs dan de andere kinderen en daarom is het gewenst dat deze kinderen specifiek geanalyseerd worden in de trendanalyse. Daarbij zou ook onderscheid gemaakt kunnen worden naar kinderen die wel of geen VVE aangeboden hebben gekregen. Het percentage leerlingen dat in de groepen 1 en 2 een verlenging van de kleuterperiode kreeg, is, gemeten over de afgelopen twee schooljaren, ongeveer 18%. Dit is meer dan de 12% dat landelijk gebruikelijk is. Voor de doelgroepleerlingen ligt het percentage met 11% toch lager. Dit verschil heeft de school nog niet geanalyseerd. Openbare basisschool De Kring heeft een beleid waarin de besluitvorming over een eventuele verlenging van de kleuterperiode verwoord is. Vanuit dit beleid kan de school verklaren waarom meer kinderen een verlenging van de kleuterperiode krijgen. Een analyse van de doorslaggevende criteria bij besluiten tot verlenging kan helpen om op die elementen het onderwijs in de onderbouw te versterken, waardoor op termijn minder kinderen een verlenging van de kleuterperiode krijgen. 4. VERVOLGAFSPRAKEN De inspectie vertrouwt erop dat de peuterspeelzaal en de school de genoemde verbeterpunten in hun planningen voor de komende jaren zullen opnemen en acht specifieke vervolgafspraken op instellingsniveau op dit moment onnodig.
VVE-rapport 13563 + 13562
Onderzoeksdatum: 30-11-2010
Pagina 8 van 8