VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE RAKKERTJES BASISSCHOOL DE PALSTER
Locaties Brinnummer Plaats Registratienummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
VVE-rapport 15405 + 15404
: : : : : : : :
De Rakkertjes De Palster 09WU Culemborg 3246140 15405 + 15404 28-11-2011 27-02-2012
Onderzoeksdatum: 28-11-2011
Pagina 1 van 9
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroepen Aantal peuters in groep a: 16, waarvan 8 doelgroeppeuters. Groepsinformatie kleutergroepen Aantal kleuters in groep a: 27, waarvan 9 doelgroepkleuters. Aantal kleuters in groep b: 26, waarvan 9 doelgroepkleuters.
VVE-rapport 15405 + 15404
Onderzoeksdatum: 28-11-2011
Pagina 2 van 9
2. HET TOTAALBEELD De Rakkertjes Peuterspeelzaal De Rakkertjes is gehuisvest in het gebouw van De Palster - pal naast de kleutergroepen - in Culemborg-oost. De Rakkertjes valt onder het bevoegd gezag van de Stichting RK Peuterspeelzalen, pendant van de Stichting RK Primair Onderwijs bevoegd gezag waar De Palster onder valt. De aansturing van voor- en vroegschool is in handen van de directeur van De Palster. De Rakkertjes telt acht doelgroeppeuters, geïndiceerd volgens de 'oude'' regeling, zoals dat ook het geval is bij de overige VVE-peuterspeelzalen in Culemborg. Dit kalenderjaar zal De Rakkertjes voor de laatste doelgroeppeuters de tijd uitbreiden tot de vereiste vier dagdelen. Dit komt omdat de nieuwe regeling (twee dagdelen voor reguliere peuters en vier voor doelgroeppeuters) pas in de loop van 2011 is ingegaan. In september 2011 is een tweede leidster in de groep gestart. Een aantal zaken wordt dit schooljaar meer systematisch aangepakt, zoals de uitvoering van Piramide en observatie en begeleiding van peuters. Eén van de leidsters is tevens onderwijsassistent in groep 1-2. Dit komt de doorgaande lijn ten goede. Er is regelmatig contact en overleg tussen de leraren en de leidsters. De Palster De Palster is al een aantal jaren VVE-locatie en had een ‘schakelklas’. Op basis van het aantal leerlingen met een extra formatiegewicht in de onderbouw is De Palster opnieuw aangemerkt als VVE-locatie: op de gemeentelijke peildatum mei 2011 behoorde 44% van de kleuters tot de doelgroep (leerlingengewicht en kleuters met een D- of E-score). Dit schooljaar is en wordt aan VVE verder vorm en inhoud gegeven. Zo werken de leraren structureel en planmatig met Piramide, is de tutoring uitgewerkt en zijn er aanzetten voor het ouderbeleid. Het educatief en pedagogisch handelen van de leraren is in orde. Ontwikkelpunten voor de voor- en vroegschool liggen vooral op het terrein van de kwaliteitszorg en het ouderbeleid. Kansen liggen er op het gebied van zorg en begeleiding ter ondersteuning van en afstemming met de voorschool.
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS Naam gemeente
De Rakkertjes : Culemborg De Palster : Culemborg
A CONDITIES
De Rakkertjes 2 2
A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) De Rakkertjes: Piramide De Palster : Piramide
VVE-rapport 15405 + 15404
Onderzoeksdatum: 28-11-2011
De Palster nvt nvt
Pagina 3 van 9
A1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? 3 A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) 3 A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") 3 A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per 3 week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor VVE? De Rakkertjes: 2,5 A5 Kwaliteit beroepskrachten A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) 3 A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands 3 A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het VVE3 programma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan 3
3 nvt 3 nvt
3 3 3 3
De Rakkertjes (A0.1) Het GGD-rapport dateert van januari 2009 en is dus verouderd. Inmiddels is bekend dat de GGD in 2012 inspecties zal uitvoeren op de peuterspeelzalen in Culemborg. (A0.2) Omdat de GGD destijds alleen de algemene voorwaarden heeft getoetst, beoordeelt de inspectie in dit rapport de VVE-voorwaarden A1 tot en met A5. Deze zijn alle in orde. (A3) Met ingang van dit schooljaar is de dubbele bezetting gerealiseerd. (A4.1) De afspraken rond uitbreiding naar vier dagdelen voor doelgroeppeuters zijn recent gemaakt in Culemborg. Op De Rakkertjes zijn nog enkele doelgroeppeuters waarvoor uitbreiding aan de orde is zodra er ruimte vrijkomt. Dit kalenderjaar is voor alle doelgroeppeuters vier dagdelen beschikbaar. De Palster (A3) De onderwijsassistent verzorgt vier dagdelen tutoring; zij is tevens peuterleidster op De Rakkertjes. (A5.4) De leraren en de leidsters hebben tijdens een opfriscursus Piramide een scholing rond het observatie-instrument gevolgd. Daarnaast worden zij dit schooljaar door een externe instantie begeleid in het werken met Piramide. B OUDERS B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7
Gericht ouderbeleid Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd Intake Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool Informeren over de ontwikkeling van hun kind Rekening houden met de thuistaal
De Rakkertjes 2 2 3 2 2 3 3
De Palster 2 2 3 2 2 3 3
De Rakkertjes (B1) Via onder meer een speciale gids worden ouders geïnformeerd over de werkwijze in de peuterspeelzalen De Rakkertjes en Augustinus. In deze gids staan algemene zaken (inschrijving, aantal dagdelen, e.d.) maar ook gegevens over VVE, waaronder de doorgaande lijn. Hoewel ouders er in de gids op wordt gewezen dat zij een belangrijke taak hebben in de begeleiding van hun kind met (risico op) taalachterstand, is specifiek beleid voor de ouders van de doelgroepleerlingen nog in de opstartfase. Op dit moment is onduidelijk in hoeverre de peuterspeelzaal deze ouders daadwerkelijk bereikt en op welke wijze ze gerichte acties onderneemt om deze ouders (nog) meer bij de peuterspeelzaal te betrekken.
VVE-rapport 15405 + 15404
Onderzoeksdatum: 28-11-2011
Pagina 4 van 9
(B2) Nog dit kalenderjaar wordt een speciale bijeenkomst georganiseerd voor doelgroepouders (voor- en vroegschool) en krijgen zij uitleg over VVE. Dat is positief. Voor een voldoende oordeel op dit onderdeel is het echter nodig dat ouders geïnformeerd worden over het ambitieniveau van de voor- en vroegschool en ook over de doelen ten aanzien van de ouders. (B4) Naast een algemene nieuwsbrief op schoolniveau met onder andere informatie over het thema (die in de peuterspeelzaal en in de groepen 1-2 hetzelfde zijn) krijgen de ouders speciale themafolders. Hierin staan suggesties voor de ouders en de woorden die in het thema aan de orde komen. Er zijn dus maatregelen genomen om de ouders te stimuleren thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen. Voor een voldoende oordeel op dit onderdeel geldt echter ook als criterium dat een substantieel deel van de ouders dat daadwerkelijk doet. Daar is nog geen zicht op. (B5) Hoewel er incidenteel activiteiten zijn voor ouders, ontbreekt beleid op dit punt. (B6) Tot nu toe voerde de leidster informele gesprekken met ouders, op incidentele basis. Dit schooljaar (twee leidsters) is gestart met een systematische aanpak. De inspectie beoordeelt dit onderdeel daarom als voldoende, met de kanttekening dat de uitvoering goeddeels nog moet gebeuren. De Palster (B1) Via onder meer de schoolgids en nieuwsbrieven worden ouders geïnformeerd over de werkwijze in de kleutergroepen. De schoolgids maakt melding van samenwerking met peuterspeelzaal De Rakkertjes en van het belang van actieve betrokkenheid van de ouders. Specifiek beleid voor de ouders van de doelgroepleerlingen is - in samenwerking met de peuterspeelzaal - in de opstartfase. Plan is om binnenkort een bijeenkomst te beleggen voor de doelgroepouders en informatie te geven over VVE. Ontwikkelpunt is om ouderbeleid te formuleren aan de hand van een analyse van de ouderpopulatie en daarbij onder andere aandacht te besteden aan de volgende zaken: de doelen ten aanzien van de ouders in de vroegschool, het ambitieniveau van de vroegschool, de manier waarop de school ouders betrekt bij VVE-activiteiten in de vroegschool, en de manier waarop ouders worden gestimuleerd om thuis activiteiten met hun kind uit te voeren. Ook de manier waarop de feitelijke participatie wordt gevolgd, hoort bij het ouderbeleid. (B2) Nog dit kalenderjaar wordt een speciale bijeenkomst georganiseerd voor doelgroepouders en krijgen zij onder andere uitleg over VVE. Dat is positief. Voor een voldoende oordeel op dit onderdeel is het ook nodig dat ouders geïnformeerd worden over het ambitieniveau van de vooren vroegschool en ook over de doelen ten aanzien van de ouders. (B4) Dit schooljaar is men gestart met speciale themafolders. Hierin staan suggesties voor de ouders en de woorden die in het thema aan de orde komen. Er zijn dus maatregelen genomen om de ouders te stimuleren thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen. Voor een voldoende oordeel op dit onderdeel geldt echter ook als criterium dat een substantieel deel van de ouders dat daadwerkelijk doet. Daar is nog geen zicht op. (B5) Behalve de dagelijkse inloop zijn er vrijwel geen gerichte activiteiten voor ouders. Beleid op dit punt is gewenst. C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend
VVE-rapport 15405 + 15404
Onderzoeksdatum: 28-11-2011
De Rakkertjes
De Palster
3 3 3
3 3 3
Pagina 5 van 9
C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
2
3
3 3
3 3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
2
3
3
3
3
3
3 3
3 3
De Rakkertjes (C1.4) Met ingang van dit schooljaar gebeurt de uitvoering van Piramide planmatig, op basis van voorbereiding van de thema’s en een weekplanning. Hierdoor is er voldoende structuur - ook voor de tutoring - en kan erop worden vertrouwd dat de verschillende tussendoelen voor de brede ontwikkeling - waaronder de taalontwikkeling - systematisch aan bod komen. De afstemming op verschillen tussen peuters is echter nog tamelijk impliciet; de meeste activiteiten worden in de 'grote kring' aangeboden. Gerichte differentiatie naar leeftijd (jongste en oudste peuters) en/of ontwikkelingsniveau moet nog van de grond komen. (C3.3) Hoewel de leidsters volop meedoen aan spel van de peuters en hen ook stimuleren door vragen te stellen, stellen zij over het algemeen gesloten vragen en zijn zij te veel zelf aan het woord. Hierdoor is er weinig interactie en wordt de taalproductie van peuters onvoldoende gestimuleerd. Het is dan ook van belang om het handelingsrepertoire uit te breiden zodat peuters actief worden gestimuleerd om te communiceren, zowel met de leidsters als met elkaar. De Palster (C1.1) Het aanbod in de kleutergroepen wordt vanaf dit schooljaar geheel gebaseerd op Piramide. Ook werken de leraren nu volgens de richtlijnen van Piramide. Er is een duidelijke planning en structuur, inclusief voorbereiding van het thema, en uitwerking van de weekplanning en van de tutoractiviteiten. (C1.4) Omdat de leraren Piramide systematisch gebruiken mag worden verwacht dat alle ontwikkelingsgebieden, waaronder de taalontwikkeling, systematisch aan de orde komen. In de groepsplannen en de lesobservaties is zichtbaar dat zij rekening houden met verschillen tussen (groepen) leerlingen. De tutor verzorgt preteaching en houdt bij of de doelgroepkleuters de woorden - actief of passief - beheersen. De tutoring gebeurt frequent, namelijk vier keer per week. (C2.5) De inrichting met hoeken is - evenals op de peuterspeelzaal - aantrekkelijk en uitdagend. De talige inrichting, met name 'labeling' kan worden versterkt.
VVE-rapport 15405 + 15404
Onderzoeksdatum: 28-11-2011
Pagina 6 van 9
D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
De Rakkertjes
De Palster
3 2
3 3
2 3
3 3
3
3
3
3
2
3
De Rakkertjes (D1.2) De leidsters volgen de ontwikkeling met behulp van Piramidetoetsen en sinds kort ook met behulp van een observatie-instrument (Kijk). Een aanpak waarbij - op basis van de beschikbare gegevens - de begeleiding wordt bepaald voor de hele groep, subgroepen of individuele peuters moet nog gebeuren. Daarom is dit onderdeel als ontwikkelpunt gewaardeerd. Positief is dat de tutor sinds kort handelingsplannen opstelt en uitvoert. Deze hebben vooral betrekking op het vergroten van de woordenschat, en zijn zowel preventief (voorafgaand aan de Piramide-activiteiten in de groep) als remediërend. De tutor houdt tevens de beheersing van de woorden per thema bij. Verdere uitbreiding is mogelijk door doelen te stellen voor het aantal woorden dat de peuters passief of actief moeten beheersen, en daarbij ook te letten op correcte uitspraak van de klanken. De frequentie van de tutoring is met vier keer 15 minuten per week, hoog. (D1.3) Er is op dit moment nog geen sprake van gerichte evaluatie van de extra begeleiding. (D2.3) Hoewel de inspectie het beeld heeft dat de leidsters peuters ondersteunen die externe zorg krijgen, is de begeleiding in de groep niet transparant: registratie van gesprekken met ouders en de manier waarop de leidsters de peuters begeleiden die externe zorg krijgen, moet nog gebeuren. De Palster (D1.1) De school volgt de ontwikkeling van de kleuters met behulp van landelijk genormeerde toetsen en observatie-instrumenten (Memelink; SCOL). De groepsplannen zijn gebaseerd op de uitkomsten van het observatie-instrument Memelink. (D1.2) Vanaf dit najaar verzorgt de tutor een deel van de remediëring aan kleuters die uitvallen op de taaltoets en zij stelt daarvoor individuele handelingsplannen op. Aandachtspunt hierbij is om de remediëring te preciseren door niet alle 'foutencategorieën' tegelijkertijd ter hand te nemen, begeleidingstrajecten uit te werken voor veel voorkomende foutencategorieën, en deze ook uit te voeren in de 'kleine kring' door de groepsleraar. E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit
VVE-rapport 15405 + 15404
Onderzoeksdatum: 28-11-2011
De Rakkertjes 3 2 2 2
De Palster 3 2 2 2
Pagina 7 van 9
E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken
2 nvt
2 2
De Rakkertjes en De Palster Omdat de situatie voor De Rakkertjes en De Palster grotendeels hetzelfde is, zijn de aspecten ‘kwaliteitszorg’ en ‘doorgaande lijn’ niet apart beschreven. (E2) Duidelijk is dat dit schooljaar veel VVE-activiteiten in gang zijn gezet of worden geactualiseerd (Piramide; inrichting lokalen; uitbreiding materialen; tutorprogamma; ondersteuning door een externe instantie; observatie-instrument voorschool). De kwaliteitszorg, gericht op VVE, is een ontwikkelpunt (E2 tot en met E6). Het VVE-beleid (doelen, uitgangspunten en werkwijzen) zal nader moeten worden uitgewerkt om een basis te vormen voor de borging, en voor de periodieke evaluatie van de kwaliteit en van de effecten. (E3) De school heeft groepsoverzichten van de toetsresultaten van de leerlingen. De monitoring in het kader van de gemeentelijke afspraken is in de opstartfase. De leerwinst in relatie tot de startsituatie en in relatie tot (te formuleren) streefdoelen, mogelijke verschillen met de resultaten van niet-doelgroepleerlingen, zijn aandachtspunten voor de school bij de evaluatie van de resultaten. (E4) Omdat VVE-beleid nauwelijks is uitgewerkt is het vrijwel onmogelijk dit beleid te evalueren en op grond van de bevindingen gerichte verbetermaatregelen te nemen. Zoals gezegd is wel duidelijk dat dit schooljaar verschillende maatregelen zijn en worden genomen om VVE-beleid verder gestalte te geven. (E5) Beschrijving van de gewenste praktijken in het kwaliteitshandboek en borging daarvan moeten nog gebeuren. F DOORGAANDE LIJN F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd
De Rakkertjes 3 3 3 3 3
De Palster 3 3 3 3 3
2
2
2
2
De Rakkertjes en De Palster (F2) De meeste kleuters die een VVE-peuterspeelzaal hebben bezocht, komen van de Rakkertjes. De voorschool en de vroegschool werken al een aantal jaren samen op het gebied van de thema’s en overdracht van peuters. Het pedagogisch klimaat is op een informele manier op elkaar afgestemd. (F6 en F7) Er is op verschillende terreinen samenwerking en afstemming tussen de voor- en de vroegschool. Ontwikkelpunt is om de zorg en begeleiding en de omgang met ouders op eenzelfde manier te organiseren.
VVE-rapport 15405 + 15404
Onderzoeksdatum: 28-11-2011
Pagina 8 van 9
G OPBRENGSTEN VAN VVE G1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Verlengde kleuterperiode
De Rakkertjes nvt nvt nvt
De Palster 3 -3
De Palster (G1) De gemeentelijke monitor is in de opstartfase. Zie ook bij onderdeel E3. (G2) Aan het einde van leerjaar 1 heeft een aanzienlijk deel van de kleuters een achterstand blijkens de taaltoets (mei 2011: 38% D- en E-scores). In groep 2 ligt het percentage in mei 2011 met 11% D- en E-scores beduidend lager. Gezien het beperkt aantal kleuters waaraan een leerlinggewicht is toegekend heeft de inspectie geen vergelijking gemaakt tussen de resultaten van de doelgroep- en de niet doelgroepkleuters. Ook een vergelijking naar al of niet VVE-voorschool heeft de inspectie niet gemaakt. (G3) Het aantal leerlingen dat circa een jaar langer doet over de kleuterperiode is hoger dan het richtpercentage van 12%. Omdat de school richtlijnen heeft voor kleuterverlenging en er bovendien een extern onderzoek loopt voor vrijwel alle kleuters die langer over de kleuterperiode doen, beoordeelt de inspectie dit onderdeel als voldoende.
4. VERVOLGAFSPRAKEN Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.
VVE-rapport 15405 + 15404
Onderzoeksdatum: 28-11-2011
Pagina 9 van 9