VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE BOSCHKABOUTERS BASISSCHOOL WYCK
Locatie Brinnr. Plaats Documentnummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
VVE-rapport 13535 + 13533
: : : : : : : :
peuterspeelzaal De Boschkabouters basisschool Wyck 07WV Maastricht 3035944 13535 + 13533 16 november 2010 2 februari 2011
Onderzoeksdatum: 16-11-2010
Pagina 1 van 8
1. INLEIDING
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroepen: Aantal peuters in groep De Boschkabouters: 13, waarvan 2 doelgroeppeuters Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep 1-2 a: 18 waarvan 2 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep 1-2 b: 18 waarvan 1 doelgroepkleuter
VVE-rapport 13535 + 13533
Onderzoeksdatum: 16-11-2010
Pagina 2 van 8
2. HET TOTAALBEELD Peuterspeelzaal De Boschkabouters vormde tot augustus 2010 samen met een dislocatie van openbare basisschool Elckerlyc een VVE-koppel. Door de sluiting van de dislocatie van de basisschool in de wijk Boscherveld, is de peuterspeelzaal niet alleen haar partner kwijt, maar melden de ouders hun kinderen ook op verschillende basisscholen elders in Maastricht aan. Hoewel het om een klein aantal leerlingen gaat, bezoeken meerdere oud-peuters van peuterspeelzaal De Boschkabouters nu basisschool Wyck. Om deze reden heeft STEPS basisschool Wyck benaderd om samen te werken met peuterspeelzaal De Boschkabouters. De eerste contacten worden daarvoor momenteel gelegd. Vanwege deze (prille) samenwerking heeft de inspectie basisschool Wyck in dit onderzoek betrokken. In het gebouw van basisschool Wyck is peuterspeelzaal Wyck gehuisvest, één van de vijftien reguliere peuterspeelzalen van STEPS. Sinds 2008 bestaat al enige samenwerking tussen deze peuterspeelzaal en de basisschool. Peuterspeelzaal Wyck is geen VVEinstelling en is daarom niet betrokken in dit onderzoek. De peuterspeelzaal maakt deel uit van de Stichting Peuterspeelzaalwerk Maastricht STEPS. Dertien zalen zijn een VVE-zaal, elf andere zalen niet. De VVE-zalen liggen in de zogenaamde aandachtsbuurten van Maastricht en moeten een intensiever aanbod bieden. Basisschool Wyck is één van de achttien scholen van MosaLira stichting voor leren, onderwijs en opvoeding in Maastricht. Basisschool Wyck is niet als VVE-instelling door de gemeente aangewezen. Zowel de peuterspeelzaal als de basisschool werken met het gecertificeerde programma Speelplezier. De leidsters en de leraren hebben cursussen gevolgd om met dit programma te leren werken. Aan de meeste condities die in dit onderzoek zijn onderzocht, wordt voldaan. Op zowel de peuterspeelzaal, als de basisschool is het algemene beeld op het aspect kwaliteit van uitvoering van VVE dat er sprake is van voldoende kwaliteit. Op de overige aspecten, te weten ouderbetrokkenheid, ontwikkeling, begeleiding en zorg, kwaliteitszorg en de doorgaande lijn, zijn op meerdere indicatoren verbeteringen gewenst bij de peuterspeelzaal of bij de basisschool of bij beide. Omdat de gemeente voor deze periode geen prestatieafspraken met de VVE-instellingen heeft gemaakt, kan de inspectie geen oordeel geven over de opbrengsten van het VVE-beleid.
VVE-rapport 13535 + 13533
Onderzoeksdatum: 16-11-2010
Pagina 3 van 8
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS A CONDITIES
De Boschkabouters 1 -
Wyck
3 3 3
3 nvt 2
3
nvt
3 3 3
3 3 3
2
3
A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) De Boschkabouters: Speelplezier Wyck: Speelplezier A1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd De Boschkabouters: 2,0 jaar voor VVE? A5 Kwaliteit beroepskrachten A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het vveprogramma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan
nvt -
In de wet Kinderopvang is geregeld dat de GGD als toezichthouder alle geregistreerde kindcentra inspecteert. In Maastricht heeft de gemeente de GGD Zuid-Limburg de opdracht gegeven om de inspecties van de peuterspeelzalen pas in 2011 uit te voeren. Omdat de basisvoorwaarden voor de voorschoolse educatie daarom op de peuterspeelzalen ook niet getoetst zijn, heeft de inspectie van het onderwijs deze in het onderzoek betrokken. Aan vrijwel alle condities wordt voldaan. In de dubbele bezetting is op de peuterspeelzaal wel structureel voorzien, op de basisschool niet. Dit laatste is mede verklaarbaar vanuit het geringe aantal doelgroepleerlingen dat in beide groepen zit. De gemeente heeft als voorwaarde voor VVEzalen een maximumgroepsgrootte gesteld van 14 kinderen. Daaraan voldoet peuterspeelzaal De Boschkabouters. Er is één groep peuters en er is geen wachtlijst. Basisschool Wyck en peuterspeelzaal De Boschkabouters hebben sinds de invoering van Speelplezier in 2004 de leraren van de onderbouw en de leidsters geprofessionaliseerd in het gebruik van het programma en de daarbij behorende werkwijze. Het programma Speelplezier is inmiddels op enkele belangrijke onderdelen veranderd, dan wel aangevuld. Met name op het aspect ontwikkeling, begeleiding en zorg hebben de leraren onderbouw van de basisschool in de afgelopen twee schooljaren extra ondersteuning en begeleiding gehad. Voor de leidsters van de VVE-zalen van STEPS is driemaal per jaar een algemene bijeenkomst waarin onder meer elkaars ervaringen ten aanzien van het gebruik van het programma worden besproken. Die scholing kan nog versterkt worden door structureel aandacht te gaan besteden aan nieuwe ontwikkelingen binnen Speelplezier. Daarnaast kan de Speelpleziercoach van STEPS ook meer zaalspecifiek ingezet worden. B OUDERS B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7
Gericht ouderbeleid Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd Intake Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool Informeren over de ontwikkeling van hun kind Rekening houden met de thuistaal
VVE-rapport 13535 + 13533
Onderzoeksdatum: 16-11-2010
De Boschkabouters 2 3 3 3 3 2 3
Wyck 2 2 3 2 2 3 3
Pagina 4 van 8
De peuterspeelzaal en de basisschool hebben nog geen gericht ouderbeleid vastgelegd. De basisschool en de peuterspeelzalen kennen in de dagelijkse praktijk wel ouderparticipatie en de daaruit voortvloeiende activiteiten, maar er is daarvoor geen gerichte visie met doelen beschreven. Het is daarvoor wenselijk om een analyse van de ouderpopulatie op te stellen. Op basis van de analyse moeten de wensen en mogelijkheden van de ouders in beeld gebracht worden en de eigen doelstellingen ten aanzien van de rol van ouders in de voor- en vroegschool. Daarbij zou basisschool Wyck ook moeten nadenken over de inhoud en wijze waarop ze doelgroepouders gaat informeren over het aanbod in de onderbouw en op welke wijze deze ouders gestimuleerd kunnen worden om thuis ontwikkelingsgerichte activiteiten uit te voeren. Bij binnenkomst van de peuterspeelzaal is een ouderinformatiehoek ingericht waar ouders aan de hand van informatiebrieven, foto’s en werkstukjes van de peuters op de hoogte gebracht worden van het actuele thema, de werkwijze van de speel-leerroutines en de nieuwe woorden/begrippen. De ouders krijgen de schriftelijke informatie ook mee naar huis. Daarnaast bestaan ouderochtenden waarin ouders van peuters uitgenodigd worden een morgen met het programma mee te draaien. Dit is bedoeld als een uitbreiding van het inloopkwartier, waarin de ouders maar beperkt met hun peuter in de groep kunnen participeren bij het spel. De ouders vinden dat ze op de peuterspeelzaal voldoende geïnformeerd worden over VVE en ook voldoende betrokken worden bij de VVE-activiteiten. Daarnaast vinden de ouders, waarmee de inspectie heeft gesproken, dat het personeel makkelijk toegankelijk is voor persoonlijke vragen of gesprekken. Een dergelijke informatievoorziening en ouderparticipatie zijn op de basisschool niet gebruikelijk. In de analyse van de ouderpopulatie zou gekeken kunnen worden voor welke groep ouders een dergelijke participatie wenselijk is. De systematische informatie over de ontwikkeling van de peuters kan nog versterkt worden. In de huidige situatie krijgen ouders pas een volledig beeld van de ontwikkeling van hun kind bij het overdrachtsgesprek, wanneer het kind naar de basisschool gaat. Naast dit overdrachtsgesprek zou het wenselijk zijn om al na plaatsing van de peuter binnen maximaal twee tot vier maanden te starten met een oudergesprek bij alle peuters over de ontwikkeling tot dan toe en dit na een jaar te herhalen. C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken
VVE-rapport 13535 + 13533
Onderzoeksdatum: 16-11-2010
De Boschkabouters
Wyck
3 3 3 2
3 3 3 3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
-
3
3
3
3
3
3
Pagina 5 van 8
C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
3
3
3
3
2
3
Peuterspeelzaal De Boschkabouters en basisschool Wyck maken structureel gebruik van Speelplezier. De projecten die aangeboden worden, zijn opgenomen in een jaarplanning. In dit programma wordt uitgegaan van speel-leerroutines in de grote en in de kleine groep volgens een dagelijks ritme. Zowel in de observaties in de groepen als uit de weekplanningen blijkt dat het programma volgens de aangegeven speel-leerroutines wordt uitgevoerd. De vier belangrijke leeren ontwikkelgebieden komen daarbij evenwichtig aan bod. Van differentiatie in het aanbod bij de peuters, rekening houdend met het ontwikkelingsniveau van de peuter, heeft de inspectie echter te weinig gezien. Er is sprake van een empathische omgang van de leidsters en leraren met de kinderen, waarbij als het nodig is kinderen aangesproken worden op hun gedrag. In de inrichting van de lokalen is het thema ‘Sinterklaas’ overal aanwezig, niet in de zin van louter versiering, maar ook bijvoorbeeld in de taal- of rekenhoek. Door middel van aanbieden, stimuleren, begeleiden en verrijken beoogt Speelplezier de totale ontwikkeling van de kinderen te bevorderen. Dit vraagt van de leidsters en leraren een inspirerende, interveniërende en inlevende rol. Want pas dan is ook afstemming van het educatief handelen op de aanwezige verschillen in ontwikkelingsniveau mogelijk. Deze afstemming kan in de peuterspeelzaal nog versterkt worden, onder meer door een planmatige splitsing van bijvoorbeeld taalzwakke en taalsterke peuters, of van jongste en oudste peuters. De activiteiten in de kleine groep komen nu nog voort uit een circuitmodel, waarin alle peuters op een ander moment dezelfde activiteiten krijgen aangeboden. Daarmee is de toegevoegde waarde van de verschillende activiteiten en de mogelijkheid om per kind tot verbreding of verdieping te komen op basis van de individuele behoefte nog een aandachtspunt. Een belangrijke voorwaarde hiertoe is het hebben van een duidelijk beeld van de ontwikkeling en mogelijk achterblijvende gebieden daarin. De basisschool gebruikt de formulieren van Speelplezier om per week de speel-leerroutines in de kleine groep planmatig af te stemmen op de verschillende niveaus. D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
De Boschkabouters
Wyck
2 2
3 3
2 2
3 3
3
3
3
3
3
3
De ontwikkeling van de kleuters wordt gevolgd met behulp van de Cito-toetsen voor taal en ordenen. Beide toetsen worden tweemaal per jaar in zowel groep 1 als 2 afgenomen. Tevens maakt de basisschool gebruik van het volgmodel van Speelplezier dat systematisch gedurende het jaar wordt ingevuld. De school verwerkt de gegevens van het volgmodel en de Groeiwijzer in een periodiek overzicht ten behoeve van de voortgangsbespreking tussen groepsleraar en de interne begeleider. Bij een ‘zorgwekkende’ ontwikkeling wordt besloten tot een actieplan. De module ‘passend onderwijs’ van Speelplezier voorziet in specifieke actieplannen voor de verschillende ontwikkelingsgebieden.
VVE-rapport 13535 + 13533
Onderzoeksdatum: 16-11-2010
Pagina 6 van 8
Momenteel worden de peuters alleen gevolgd met het Kinderontwikkelboek (een portfolio) van Speelplezier. De Groeiwijzer van Speelplezier is (nog) niet ontwikkeld voor de voorschoolse educatie. In het Kinderontwikkelboek ontstaat gedurende de twee jaar peutertijd, geïllustreerd aan de hand van foto’s en anekdotes, uiteindelijk een breed beeld van de brede ontwikkeling van het kind. Pas bij de overgang naar de basisschool kruist de leidster de fase van ontwikkeling aan waarin de peuter zich bevindt. De gemeente Maastricht heeft als eis gesteld dat vanaf maart 2011 bij de VVE-peuterspeelzalen aanvullend de Peutertoetsen van het Cito bij de 3-jarigen worden afgenomen. De leidsters worden momenteel daarvoor geschoold. Voor het volgen van de brede ontwikkeling van de peuters wordt van de zalen verwacht dat ze op drie momenten gedurende de peuterperiode de ontwikkeling van de kinderen volgen, te weten op het moment dat de kinderen instromen (de beginsituatie), vervolgens de ontwikkeling in beeld brengen als het kind drie jaar is en voordat het kind naar de basisschool gaat. De huidige werkwijze volstaat dus niet voor een adequate begeleiding en ondersteuning. Ondersteuning wordt bij de peuters nu nog door externen gegeven, na signalering in een zogenaamd zorgoverleg tussen de leidsters en de verpleegkundige jeugdgezondheidszorg dat zesmaal per jaar plaats vindt. E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken
De Boschkabouters 3 2 2
Wyck
2
3
2 nvt
3 2
3 2 3
Voor zowel de basisschool als de peuterspeelzaal vormt VVE nog geen specifiek onderdeel van de kwaliteitszorg. De basisschool heeft wel een kwaliteitssysteem, maar dat geldt algemeen voor het gehele onderwijs. VVE wordt daarin niet apart benoemd. De peuterspeelzaal heeft geen kwaliteitssysteem, waarin in kwaliteitsbepaling, verbetering en borging is voorzien. F DOORGAANDE LIJN F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd
De Boschkabouters 2 3 2 2 2
Wyck
2 2
De doorgaande lijn tussen peuterspeelzaal De Boschkabouters en basisschool Wyck moet nog tot ontwikkeling komen. De intentie om samen te gaan werken, inclusief peuterspeelzaal Wyck, is uitgesproken. G OPBRENGSTEN VAN VVE G1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Verlengde kleuterperiode
VVE-rapport 13535 + 13533
Onderzoeksdatum: 16-11-2010
De Boschkabouters nvt
Wyck 3
Pagina 7 van 8
Dit aspect heeft de inspectie niet kunnen beoordelen, omdat de gemeente Maastricht nog geen opbrengstdoelen heeft vastgelegd en daarmee de effecten en bereikte resultaten bij VVE nog niet beschikbaar zijn. De basisschool neemt standaard de toetsen Taal voor kleuters (nieuwe versie) en Ordenen tweemaal per leerjaar af. De beschikbare toetsresultaten van de afgelopen twee schooljaren laten het volgende beeld zien van de gemiddelde vaardigheidsscore van de groepen 2 aan het einde van het tweede leerjaar. De resultaten voor Taal voor Kleuters liggen in 2009 en in 2010 ver boven de verwachte gemiddelde vaardigheidsscore voor dat moment. Volledigheidshalve moet hierbij opgemerkt worden dat er maar zeer weinig doelgroepleerlingen in de onderzochte jaargroepen zitten. De resultaten voor Ordenen liggen in 2009 en in 2010 boven de verwachte gemiddelde vaardigheidsscore voor dat moment. Ook hier geldt dezelfde opmerking over het aantal doelgroepleerlingen. In de toekomst is het aan te bevelen om een uitsplitsing van de toetsresultaten te maken naar wel/geen ‘doelgroepleerling’ en wel/geen ‘voorschoolse educatie gehad’ om daarmee conclusies te kunnen trekken over het specifieke effect van VVE voor de doelgroepleerlingen. Het percentage leerlingen dat in het afgelopen schooljaar in de groepen 1 en 2 een verlenging van de kleuterperiode kreeg, is, gemeten over de afgelopen twee schooljaren, bijna 5%. Dit is een lager percentage dan landelijk gebruikelijk is. Van de scholen wordt een beleid verwacht ten aanzien van de overgang van groep 1 naar groep 2 en van groep 2 naar groep 3 en dat zij argumenten hebben wanneer zij leerlingen een verlengde kleuterperiode geven. Hoewel de school aangeeft dit beredeneerd te doen, verdient het vastleggen van het beleid met criteria en procedures ten aanzien van het verlengen van de schoolloopbaan, speciaal voor de jonge leerlingen, nog extra aandacht. 4. VERVOLGAFSPRAKEN De inspectie vertrouwt erop dat de peuterspeelzaal en de school de genoemde verbeterpunten in hun planningen voor de komende jaren zullen opnemen en acht specifieke vervolgafspraken op instellingsniveau op dit moment onnodig.
VVE-rapport 13535 + 13533
Onderzoeksdatum: 16-11-2010
Pagina 8 van 8