VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE
PEUTERSPEELZAAL DE BLOKKENDOOS BASISSCHOOL DE VOSSENER
Locatie(s) Brinnr. Plaats Onderzoeksnummer Documentnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
Odin: 126709
: : : : : : : :
peuterspeelzaal De Blokkendoos basisschool De Vossener 09FZ Venlo 14596 + 14595 3174972 18 april 2011 12 oktober 2011
Onderzoeksdatum: 18-4-2011
Pagina 1 van 10
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In • • •
• • • •
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie − Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden − Het pedagogisch klimaat − Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk. Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende. 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroepen Aantal peuters in VVE-groep 1: 16, waarvan 7 doelgroeppeuters. Aantal peuters in VVE-groep 2: 15, waarvan 2 doelgroeppeuters. Groepsinformatie kleutergroepen Aantal kleuters in groep 1: 18, waarvan 6 doelgroepkleuters. Aantal kleuters in groep 2: 14, waarvan 5 doelgroepkleuters.
Odin: 126709
Onderzoeksdatum: 18-4-2011
Pagina 2 van 10
2. HET TOTAALBEELD Peuterspeelzaal De Blokkendoos vormt samen met openbare basisschool De Vossener een VVEkoppel. De peuterspeelzaal en de basisschool zijn gehuisvest in één gebouw. Zowel de basisschool als de peuterspeelzaal werken met de VVE-methode ‘Piramide’. De leidsters en de leerkrachten hebben cursussen gevolgd om met dit programma te leren werken. Daarnaast is de systematiek van het werken met BAS (Bouwen aan een Adaptieve School) richtinggevend voor de ontwikkeling op beide locaties. De goede sfeer en het prettige schoolklimaat zijn gunstige voorwaarden voor een verdere ontwikkeling op het gebied van VVE. De peuterspeelzaal maakt deel uit van de Stichting Wel.kom. De basisschool valt onder de stichting Akkoord. Dit is een stichting voor openbaar primair onderwijs voor negen basisscholen. Met ingang van 2009 is er sprake van een samenwerking tussen de stichtingen Akkoord en Fortior (stichting voor Katholiek en Protestants-Christelijk onderwijs). Aan de meeste aspecten die in dit onderzoek aan de orde zijn gekomen, wordt voldaan. Op zowel de peuterspeelzaal, als de basisschool is het algemene beeld op de onderdelen ouderbetrokkenheid, kwaliteitszorg en de doorgaande lijn, dat er sprake is van voldoende kwaliteit. Voor de overige aspecten geldt dat er voor beide locaties verbeteringen gewenst zijn. Dit betreft dan de aspecten kwaliteit van de uitvoering, ontwikkeling, begeleiding en zorg, aanbod en condities. Voor beide locaties geldt dat er meer aandacht dient te zijn voor het aanbrengen van differentiatie bij het aanbieden van het VVE programma. Het gevaar bij gezamenlijke activiteiten is dat kinderen snel afhaken, omdat de leerstof te moeilijk of te gemakkelijk is. Een doelgerichte dagplanning is een voorwaarde om deze differentiatie te kunnen inplannen. De nu gehanteerde aanpak is vaak nog te breed en te algemeen. Ook het planmatig handelen op basis van gerichte analyses dient beter terug te vinden te zijn bij het dagelijks handelen van de leidsters en leerkrachten. Handelingsplannen zijn op dit moment te breed en te vaag opgesteld. In het kader van de doorgaande lijn zou het goed zijn om deze zaken samen met de peuterspeelzaal op te pakken. Bij de inrichting van de peuterspeelzaal is het van belang dat er meer onderdelen terug te vinden zijn, die de peuters uitdagen tot ontdekken en stimuleren om zelf aan de slag te gaan. Voor de peuterspeelzaal geldt dat op het gebied van het pedagogisch handelen veel uitstekende voorbeelden zijn gezien tijdens het inspectiebezoek. Omdat de gemeente geen prestatieafspraken met de VVE-instellingen heeft gemaakt, kan de inspectie geen oordeel geven over de opbrengsten van het VVE-beleid.
Odin: 126709
Onderzoeksdatum: 18-4-2011
Pagina 3 van 10
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS
A CONDITIES A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) De Blokkendoos: Piramide De Vossener: Piramide A1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd De Blokkendoos: 2 jaar voor VVE? A5 Kwaliteit beroepskrachten A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het VVEprogramma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan
De Blokkendoos 3 2
De Vossener nvt nvt
3 3 3
3 nvt nvt
3
nvt
3 3 4
3 3 4
3
3
Condities In de Wet Kinderopvang is geregeld dat de GGD als toezichthouder alle geregistreerde kindcentra inspecteert. Omdat de basisvoorwaarden voor de voorschoolse educatie slechts gedeeltelijk getoetst zijn op de peuterspeelzalen, heeft de inspectie van het onderwijs deze in het onderzoek betrokken. Aan vrijwel alle condities op beide locaties wordt voldaan. Op dit moment is de groepsgrootte bij de basisschool van dien aard dat voldoende aandacht aan de doelgroepkleuters geschonken kan worden. Op peuterspeelzaal De Blokkendoos bezoeken de peuters gedurende 4 dagdelen van 2,5 uur de speelzaal. Hiermee voldoen zij volgens de OKE-wet ( tenminste 4 dagdelen of 10 uur per week) aan het bieden van voldoende VVE-tijd. Op basisschool De Vossener en peuterspeelzaal de Blokkendoos zijn zowel de leidsters als de leerkrachten geschoold met het VVE programma ‘Piramide’. Daarnaast volgen beide locaties het prgramma van ‘BAS’ (Bouwen aan een Adaptieve School), waarbij nog ieder schooljaar professionalisering en coaching geboden wordt door het Seminarium voor Orthopedagogiek. De basisschool en de peuterspeelzaal hebben dit in hun scholingsbeleid opgenomen.
Odin: 126709
Onderzoeksdatum: 18-4-2011
Pagina 4 van 10
B OUDERS B1 Gericht ouderbeleid B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd B3 Intake B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind B7 Rekening houden met de thuistaal
De Blokkendoos 3 3 3 3
De Vossener 3 3 3 2
3 2 3
3 3 3
Ouders Ouderbetrokkenheid is één van de belangrijke pijlers van voor- en vroegschoolse educatie. Uit het gesprek met de ouders blijkt dat de ouders zeer tevreden zijn over de wijze waarop leidsters en leerkrachten met de kinderen omgaan. Zij ervaren de sfeer op beide locaties als een ‘warme deken’, waarbij het uitgangspunt is dat ieder persoon uniek en belangrijk is. Verder geven zij aan veel vertrouwen in de leidsters en leerkrachten te hebben. Met betrekking tot de vroegschool ervaren de ouders dat er te weinig gerichte opdrachten in het kader van VVE worden meegegeven naar thuis. De informatie over de thema’s die aan de orde zijn, komt soms te laat bij de ouders. De reden hiervan is dat het informatieblaadje van de school ‘Nieuwslijn’ vaak ontvangen wordt, terwijl het thema al aan de orde is of is geweest. Op dit nieuwspapier is namelijk de benodigde informatie over de thema’s voor de ouders te vinden. De voorschool geeft boekjes in het kader van een thema mee naar huis en soms ook gerichte opdrachten. In deze boekjes staan de aangeboden liedjes en versjes vermeld en ook de woorden die tijdens het thema aan de orde zijn geweest. Verder bestaat voor de ouders de mogelijkheid om tijdens het brengen van de peuters op de speelzaal gedurende 20 minuten met het kind te spelen en te verkennen waaraan het gewerkt heeft. Veel informatie wordt uitgewisseld tijdens deze dagelijkse contacten. Daarnaast zijn er op de basisschool jaarlijks drie momenten waarop de ouders geïnformeerd worden over de ontwikkelingen van hun kind. De peuterspeelzaal zal hiervoor drie formele momenten plannen (2 jaar en 5 maanden; 3 jaar, 3 jaar en 9 maanden). De ouders geven tijdens het gesprek aan, behoefte te hebben aan informatie over toets- en observatiegegevens van hun peuter.
Odin: 126709
Onderzoeksdatum: 18-4-2011
Pagina 5 van 10
C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spelen taal-uitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
De Blokkendoos
De Vossener
3 2 3
3 2 3
2
2
4
3
3
3
3
3
3
3
2
3
3
nvt
3
3
4
3
4
3
3
3
4
3
2
3
Kwaliteit van de uitvoering De peuterspeelzaal en de basisschool werken met het VVE-programma ‘Piramide’. Door gebruik te maken van dit programma is het aanbod van VVE bij zowel de voor- als de vroegschool voldoende dekkend. Daarnaast zoekt de basisschool activiteiten uit andere bronnenboeken, zoals onder andere ‘Schatkist en Taalplezier’. Beide locaties maken gebruik van een jaarplanning, waarin ongeveer 8 thema’s te vinden zijn. Op beide locaties wordt het programma versterkt door het werken volgens de systematiek van het ‘BAS-project’ (bouwen aan een adaptieve school). Samen met de leidsters van de peuterspeelzaal en de leerkrachten van de groepen één en twee zijn op drie gebieden een doorgaande lijn uitgezet. Het betreft 'afspraken en routines', 'groepsvorming' en 'voorspelbaarheid in leerkrachtgedrag'. Deze werkwijze is vooral op de peuterspeelzaal terug te vinden in het pedagogisch klimaat en het uitstekende educatieve handelen van de leidsters. Ook zijn goede voorbeelden gezien van het verrijken van spelen en werken. Bij het aanpakgedrag was duidelijk sprake van een juiste afwisseling tussen meer sturend bezig zijn wanneer dit aan de orde was en het uitdagen tot het bedenken van een oplossing bij een probleem. De verbale ondersteuning hierbij is van cruciaal belang. Zowel voor de voorschool als de vroegschool geldt dat er nog te weinig doelgericht gewerkt wordt, waarbij sprake is van een schriftelijke verslaglegging in het logboek van de leidsters en leerkrachten. Het daadwerkelijk vermelden van de doelen die per kind of per groepje worden nagestreefd, zijn nu nog niet vastgelegd. Bij de peuterspeelzaal vindt veel van de geboden ondersteuning nog op spontane wijze plaats. Het bieden van een aanbod, waarbij een meer
Odin: 126709
Onderzoeksdatum: 18-4-2011
Pagina 6 van 10
nauwkeurige vertaling van observaties naar gerichte handelingsplanning is gemaakt, kan ertoe bijdragen dat interventies aan kracht winnen en dat er beter tegemoetgekomen wordt aan verschillen in ontwikkeling. Een uitdagende speel/leeromgeving nodigt uit tot exploratie. Peuterspeelzaal De Blokkendoos beschikt op dit moment nog niet in voldoende mate over mogelijkheden tot ontdekking en onderzoek. Zand, water, natuurlijke materialen en kosteloze voorwerpen dragen ook bij tot een goede senso-motorische ontwikkeling en het opdoen van nieuwe ervaringen. Daarnaast nodigen ze uit tot interactie tussen kinderen. Letters, pictogrammen en cijfers mogen ook bij peuters in de leeromgeving niet ontbreken. Ze vormen de basis voor de ontluikende geletterdheid. Zowel in de voor- als in de vroegschool hebben leidsters en leerkrachten duidelijke afspraken over het nemen van verantwoordelijkheid en het uitvoeren van taken. D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
De Blokkendoos
De Vossener
3 2
3 3
2 2
2 2
3
3
3
3
3
3
Ontwikkeling, begeleiding en zorg Op peuterspeelzaal De Blokkendoos wordt gebruik gemaakt van de observatielijst van de methode Piramide (CITO) en het formulier van Wel.kom. Deze instrumenten zijn met name gericht op de taalontwikkeling en het welbevinden van de kinderen. Het in kaart brengen van de ontwikkeling op het gebied van het onderdeel rekenen ontbreekt hierbij. Ook zou het voor de speelzaal interessant kunnen zijn om beide observatielijsten te vergelijken en te verbinden tot één document. De basisschool vult de PRAVOO-lijsten gedurende drie keer per schooljaar in. In het kader van de doorgaande lijn zouden de leerkrachten van de onderbouw kunnen aansluiten bij het ontwikkelen van één observatie-instrument voor peuters en kleuters. De peutertoets van CITO wordt op de speelzaal twee keer afgenomen. Ook het ‘Kinderdagboek’ wordt regelmatig bijgehouden door gebeurtenissen en ontwikkelingen van de peuters hierin te noteren. De basisschool toetst de kleuters twee keer per jaar met de toetsen ‘TVK’ en de vernieuwde toetsen voor rekenen voor de groepen één en twee. Tijdens het bezoek was in het logboek van de leidsters te weinig terug te vinden op het gebied van differentiatie. De leidsters van de peuterspeelzaal geven aan dat er sprake is van differentiatie, maar leggen dit op onvoldoende wijze schriftelijk vast. Bij de huidige werkwijze is dan ook onduidelijk met welke peuters op welk moment aan welk onderdeel van de VVE gewerkt wordt. Daarnaast is het voor zowel de basisschool als de speelzaal belangrijk om gegevens die vanuit toetsing en observatie verkregen zijn, te analyseren en in een gericht aanbod uit te werken. Het planmatig aanbod dient daarbij beschreven te zijn in een dag- en weekplanning, hetgeen nu nog niet in voldoende mate het geval is.
Odin: 126709
Onderzoeksdatum: 18-4-2011
Pagina 7 van 10
Iedere zes weken vindt er een groepsoverleg plaats, waarbij als vast punt op de agenda is vermeld dat alle kinderen die drie jaar zijn geworden, worden ingebracht bij deze bespreking. Op een totaaloverzicht wordt gevolgd hoe vaak een kind is ingebracht bij het overleg. De zorgcoördinatrice van Wel.kom beschikt over een lijst waarop vermeld staat aan welke kinderen extra zorg is geboden. Zij draagt zorg voor het monitoren van deze lijst naar de gemeente Venlo. Op de basisschool heeft de inspectie voorbeelden gezien van differentiatie, begeleiding en handelingsplannen. Een aandachtspunt hierbij is echter het concreter maken van het handelingsplan. Op dit moment is het plan nog te breed geformuleerd en er is niet concreet genoeg omschreven wie wanneer aan welk onderdeel zal werken met het kind. Ook zijn de handelingsplannen gemaakt voor een lange periode (10 weken), waarbij de evaluatie plaats vindt door het kind opnieuw te toetsen met de CITO-toets. In de tutor-groep wordt gedurende drie ochtenden per week verlengde instructie geboden. Dit vindt plaats door de kringactiviteiten voor te bereiden. Ook wordt in de tutor-groep gewerkt aan de uitvoering van een handelingsplan. De leerkracht die deze taak uitvoert, is tevens de leerkracht die de hele groep les geeft wanneer de vaste leerkracht afwezig is. Een intern begeleider draagt zorg voor het op een juiste manier uitvoeren en vormgeven van de zorg. De zorgcoördinator van Wel.kom heeft met alle intern begeleiders van de scholen waarmee VVEkoppels gevormd zijn, contact gehad. Hierdoor is de wens ontstaan om de speelzalen zo dicht mogelijk te laten aansluiten bij de zorgstructuur van de basisscholen. E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken
De Blokkendoos 3 3
De Vossener 3 2
2
2
3
3
3 nvt
3 2
Kwaliteitszorg In goed omschreven borgingsdocumenten staat voor zowel de voorschool als de vroegschool beschreven wat verworven is met betrekking tot de kwaliteit van de VVE-educatie. Door het houden van besprekingen in het team, collegiale consultaties en klassenobservaties heeft zowel de school als de speelzaal aan de hand van BAS-borgingsdocumenten verbeteractiviteiten vastgelegd. Onder leiding van de VVE-coördinator worden naar aanleiding van evaluaties verbetermaatregelen geformuleerd en planmatig uitgevoerd. Er is duidelijk sprake van een cyclisch proces van beleidsontwikkeling, planning en uitvoering aan de hand van evaluaties. De voor- en vroegschool evalueren nog niet de kwaliteit van de eindresultaten VVE op (sub)groepsniveau. Wel kunnen leidsters en leraren de toetsresultaten van een individuele leerling nader toelichten. F DOORGAANDE LIJN F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de vooren vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd
Odin: 126709
Onderzoeksdatum: 18-4-2011
De Blokkendoos 3 3 3 3 3
De Vossener 3 3 3 3 3
3
3
2
2
Pagina 8 van 10
Doorgaande lijn Zoals in het totaalbeeld is geschetst, is er op deze locatie sprake van een goede samenwerking. De locaties van de peuterspeelzaal en de groepen in de onderbouw van de basisschool zijn in het gebouw bij elkaar te vinden. Hierdoor is het voor alle betrokkenen goed mogelijk om over en weer veel contact met elkaar te hebben. Ook de ‘warme’ overdracht is goed geregeld. Alle kinderen die naar de basisschool doorstromen, worden met de leerkrachten besproken. Tijdens gezamenlijke bijeenkomsten worden thema’s van ‘Piramide’ door beide locaties uitgewerkt. Activiteiten in het kader van het thema worden besproken en schriftelijk vastgelegd. De intern begeleider van de basisschool bezoekt regelmatig de peuterspeelzaal en geeft, indien nodig, adviezen en tips. Er is nog geen gezamenlijk beleid vastgelegd over de manier hoe met ouders om te gaan. G OPBRENGSTEN VAN VVE G1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Verlengde kleuterperiode
De Blokkendoos nvt nvt nvt
De Vossener nvt nvt 3
Opbrengsten Dit aspect heeft de inspectie niet kunnen beoordelen, omdat de gemeente Venlo nog geen opbrengstdoelen heeft vastgelegd en daarmee de effecten en bereikte resultaten bij VVE nog niet beschikbaar zijn. De basisschool neemt standaard de toetsen Taal voor kleuters en Ordenen tweemaal per leerjaar af. Het is aan te bevelen om in de toekomst een uitsplitsing van de toetsresultaten te maken naar wel/geen ‘doelgroepleerling’ en wel/geen ‘voorschoolse educatie gehad’ om daarmee conclusies te kunnen trekken uit het specifieke effect van VVE voor de doelgroepleerlingen. De doorstroming gedurende de kleuterperiode wijkt gunstig af van het landelijk beeld. De basisschool beschikt over een beleid ten aanzien van de overgang van groep 1 naar groep 2 en van groep 2 naar groep 3. In dit document geven zij aan welke argumenten zij hanteren wanneer zij leerlingen een verlengde kleuterperiode geven.
Odin: 126709
Onderzoeksdatum: 18-4-2011
Pagina 9 van 10
4. VERVOLGAFSPRAKEN Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken. De inspectie vertrouwt erop dat de school en de peuterspeelzaal de genoemde verbeterpunten in hun planning voor de komende jaren zullen opnemen.
Odin: 126709
Onderzoeksdatum: 18-4-2011
Pagina 10 van 10