defensiekrant
nummer 27 12 december 2013
Militaire steun voor het verleden
Foto MCD
den haag Wat doen die mariniers tijdens de viering van tweehonderd jaar Koninkrijk? De landing van erfprins Willem
Frederik, de latere Koning Willem I, vond toch in 1813 plaats? Tijdens de re-enactment van deze historische gebeurtenis op het Scheveningse strand bleken heden en verleden best leuk samen te gaan. Zodoende waren er bij dit onlangs gehouden nationale evenement rollen voor de landmacht, luchtmacht en marine weggelegd. Laatstgenoemde nam natuurlijk het maritieme part voor haar rekening. Zo zorgde een beach recovery vehicle ervoor dat de prins, gespeeld door acteur Huub Stapel, bij aankomst geen natte voeten kreeg. Verschillende marine-eenheden gaven een vlootschouw weg voor de kust en de mariniers lieten zien hoe een amfibische landing anno 2013 verloopt. Het optreden van de krijgsmacht kon rekenen op grote waardering van het publiek. Zie hiervoor pagina 5.
Nieuwe terreinwagens voor Defensie den haag De Volkswagen Amarok DC 103kW gaat een groot deel van de huidige terreinwagens binnen de krijgsmacht vervangen. De Mercedes Benz en Landrover terreinvoertuigen maken in de loop van 2014 en 2015 plaats voor 1.667 nieuwe pickups. De Defensie Materieel Organisatie sloot hiervoor op 5 december een contract met de Nederlandse firma Pon.
Met de keuze voor deze Volkswagen brengt de krijgsmacht het brede scala aan voertuigen voor vredesbedrijfsvoering terug naar één basistype. Momenteel gebruiken de militairen van landmacht, luchtmacht en de marechaussee voor regulier vervoer, oefeningen of nationale operaties doorgaans Mercedes Benz terreinwagens. Het Korps Mariniers ruilt haar Landrover Defenders ook in voor Amaroks. Met de keuze voor de Amarok bespaart de krijgsmacht allereerst op de aanschafkosten. Het
is feitelijk een civiel voertuig,dat in grotere aantallen wordt geproduceerd dan militaire wagens. De militaire aanpassingen bestaan uit de toevoeging van onder meer een militaire radio, wapenklemmen en sjor-ogen voor lucht- of zeetransport. Defensie bespaart met de Amarok ook op het onderhoud. Dat besteedt men voortaan uit aan dealers van Pon, zowel binnen als buiten Nederland. De krijgsmachtdelen hoeven hiervoor geen eigen monteurs meer op te leiden. Het uitge-
breide dealernetwerk van Pon garandeert namelijk snelle hulp bij
pech in de veelgebruikte oefengebieden in onder meer Duitsland.
3
Honden met een missie
4
Genie test kunststof Gate Crasher
6
KMar leert Russisch voor grenscontroles
7
Alles draait om aanpassingsvermogen
Defensie steunt nucleaire top den haag
De Nuclear Security Summit (NSS) die op 24 en 25 maart 2014 in ons land wordt gehouden, zal voor Defensie “tot in de haarvaten” merkbaar zijn. “We zijn als Defensie weliswaar niet inhoudelijk betrokken, maar leveren op verzoek maximale steun aan dit grootschalige evenement”, zegt luitenantgeneraal Hans Wehren, als plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten voorzitter van de defensiestuurgroep NSS.
Op de nucleaire top in Den Haag wordt gesproken over de beveiliging van nucleair materiaal (om nucleair terrorisme te voorkomen) en over samenwerking om de smokkel van nucleair materiaal tegen te gaan. Dat gebeurt door meer dan vijftig wereldleiders met in hun kielzog zo’n vijfduizend deelnemers en drieduizend vertegenwoordigers van de media. Een mega-evenement, waarbij Defensie puur ondersteunend is aan het civiel gezag. “Uitgangspunt bij de organisatie van de NSS is het vinden van een balans tussen veiligheidsvereisten en het kunnen doorgaan van het maatschappelijk leven”, zegt generaal Wehren.
»»Lees verder op pagina 2
binnen- en buitenland 2 defensiekrant nr 27 – 12 december 2013
»»Vervolg van pagina 1
Ondersteuning nucleaire top 2014 megaklus voor Defensie “Het evenement wordt gekenmerkt door de grote getallen, waardoor het duidelijk is dat de civiele autoriteiten daarbij de hulp van Defensie goed kunnen gebruiken. Dit raakt de hele organisatie, maar heeft vooral een grote impact op de marechaussee” Middelen, mensen en ervaring. Dat zijn de drie sleutelwoorden bij de maximale capaciteit die Defensie ter beschikking stelt voor het evenement. “Alle krijgsmachtdelen, inclusief DMO, CDC zijn hierbij betrokken; iedereen levert straks een bijdrage”, weet commodore Theo ten Haaf, van de Directie Operaties en Mandataris voor de megaklus. “We zijn op alle ‘fronten’ actief. De KMar aan de grens en bij ontvangsten, beveiliging van het luchtruim, maritieme bewaking op zee voor de kust van Den Haag. Maar ook steun in de vorm van explosievenverkenning, verbindingen, commandovoering, logistiek, transport. Maar ook 200 cadetten en adelborsten die in het World Forum worden ingezet voor begeleiding van de delegaties.
met de mensen
en de unieke expertise die Defensie bezit kunnen we dit grootschalige evenement straks op alle terreinen maximaal ondersteunen.” Hoofd sectie Nationale Operaties van de DOPS in Den Haag, luitenantkolonel Nico Roobol, spreekt van “een boeiend evenement, vooral door de intensieve samenwerking met partijen over heel Nederland. Dit wordt een geweldige uitdaging, waarmee we op allerlei gebied een schat aan ervaring opdoen.” De inzet van die maximale capaciteit betekent wel dat er hier en daar geschoven moet worden met bestaande oefenprogramma’s. P-CDS Wehren: “We willen die capaciteit echt vrijhouden en op afroep ter beschikking hebben. Dat houdt in dat er in die periode oefeningen zijn geminimaliseerd, waarover ik de commandanten al heb geïnformeerd. Alles en iedereen dient beschikbaar te zijn. Wij dienen hier nadrukkelijk de nationale en lokale autoriteiten. En het is natuurlijk ook een geweldige kans om als Defensie te laten zien waar we goed in zijn!”
Genderprijs voor Defensie madrid (sp) De Nederlandse ambassadeur in Spanje, Kees van Rij heeft mede namens Defensie, de Idoia Rodríguezprijs in ontvangst genomen. De prijs vormt een erkenning voor de emancipatie van vrouwen in de krijgsmacht. Van Rij kreeg de prijs uit handen van de Spaanse minister van Defensie Pedro Morenés. Het vormt een erkenning voor een SpaansNederlands trainingsinitiatief van de ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken. Dat staat bekend onder de naam A Comprehensive Approach to Gender in Operations.
Afrika
Het initiatief wordt tweemaal per jaar afwisselend in Spanje en in
Nederland gehouden, Inmiddels namen meer dan driehonderd militairen, diplomaten en vertegenwoordigers van de VN, de OVSE en de NAVO deel. Onlangs werd de cursus op verzoek van het Amerikaanse hoofdkwartier Africom gehouden voor Afrikaanse vredestroepen. Toen deden er veertien landen mee.De prijs is vernoemd naar de eerste Spaanse vrouwelijk militair die omkwam tijdens een vredesmissie.
Defensie zoekt cyberexperts den haag Defensie is op zoek naar kandidaten voor een nieuwe éénjarige cyberopleiding. De krijgsmacht wil haar capaciteit op dat gebied vergroten. Militairen en burgermedewerkers mogen solliciteren.
Er is ruimte voor vijftien kandidaten die daarna een cyberfunctie krijgen binnen Defensie. Wie in aanmerking komt, heeft een ICT-achtergrond en werkt ten minste op HBO-niveau. Dat betekent niet per se dat een overeenkomstig diploma is vereist. Om het kennisniveau in te schatten, moet de gegadigde eerst online een cyber challenge afleggen. De beste twintig tot dertig kandidaten krijgen vervolgens een psychologische test. De vijftien die uiteindelijk worden geselecteerd, starten de opleiding in het eerste kwartaal van 2014.
Fotomomentje
Wie zich aangesproken voelt en een toekomst binnen de cyberwereld van Defensie ambieert, kan een digitale sleutel opvragen en op een internetcomputer naar certifiedsecure.com surfen. De cyber challenge staat tot begin januari online. De selectie vindt in januari plaats. Defensie investeert flink in cyber. Het is onderdeel van de voorbereiding op en uitvoering van nationale en internationale (vredes-)missies. De nieuwe opleiding werd samen met een cyber security bedrijf ontwikkeld.
EGLIN AFB Minister van Defensie Hennis Plasschaert had bij het vastleggen van dit illustere gezelschap luchtmachtmilitairen niet meteen door dat ze zelf ook op de gevoelige plaat stond. Het fotomomentje vond plaats tijdens een recent bezoek van de bewindsvrouw aan de Amerikaanse Eglin Air Force Base. Hier is sinds enige tijd het Nederlandse F-35 detachement gevestigd. (foto: sgt Sjoerd Hilckmann)
Drugsverdachten op Noordzee aangehouden den helder Een patrouilleschip van de marine heeft de politie afgelopen zondag geassisteerd bij de arrestatie op zee van vier drugsverdachten. Het kwartet zat in een snelle motorboot en was vermoedelijk bezig pakketten cocaïne op te vissen die even daarvoor overboord waren gezet van een containerschip, onderweg naar de Rotterdamse haven. Ook een bemanningslid van dit schip is aangehouden. De actie stond onder leiding van de Rotterdamse officier van justitie en volgde op gedetailleerde informatie van het National Crime Agency in Engeland. Aan boord van het containerschip zou een lading cocaïne zijn, die vlak voor de Nederlandse kust overboord zou worden gegooid. Handlangers in kleine bootjes zouden het vervolgens opvissen. Het Rotterdamse HARC-team, een samenwerkingsverband van douane, zeehavenpolitie, FIOD en Openbaar Ministerie vroeg daarop de kustwacht en arrestatieteams van de politie om hulp. In kustwachtverband werden de Koninklijke Marine, een politiehelikopter en een politiearrestatieteam ingezet. Laatstgenoemde is gespecialiseerd in aanhoudingen op zee. De leden maakten gebruik van snelle FRISCmotorboten die vanaf het patrouilleschip werden ingezet. Ook op het land stonden diverse arrestatie- en observatieteams paraat.
Overboord
In de loop van het weekeinde voer het schip de Nederlandse kustwateren binnen. Vanaf dat moment werd hij op afstand in de gaten gehouden vanuit een coördinatiecentrum waar alle organisaties aanwezig waren. Op zee verleende het patrouilleschip van de marine bijstand. Toen het erop leek dat er vanuit het schip iets overboord werd gegooid, werden de arrestatie-eenheden ingezet. Met hoge snelheid konden zij een motorboot met vier verdachten tot
stoppen dwingen. Er werden pakketten met enige honderden kilo's cocaïne uit zee gevist. Het is de eerste keer dat in Nederlandse wateren mensen zijn aangehouden op verdenking van drugssmokkel. De vijf verdachten in de leeftijd van 27 tot 62, zijn afkomstig uit het voormalige Joegoslavië en Amsterdam. Zij zijn inmiddels voorgeleid aan de rechter-commissaris en voor veertien dagen in bewaring gesteld. De drugs zijn vernietigd.
Eerste tweeduizend abonnees binnen den haag De Defensiekrant gaat - zoals eerder gemeld - veranderen. Vanaf januari
wordt de papieren vorm vervangen door een modern online magazine. Lezers kunnen zich sinds twee weken aanmelden voor een gratis abonnement op de nieuwe Defensiekrant. Inmiddels hebben de eerste tweeduizend abonnees zich al aangemeld. Wie volgt?
Een abonnement afsluiten op de nieuwe digitale Defensiekrant of op één van de personeelsbladen van Defensie (Alle Hens, Landmacht, de Vliegende Hollander, KMarMagazine, Pijler of Materieelgezien) kan heel gemakkelijk via de website www.defensie.nl/abonneren. Het is simpelweg een kwestie van aankruisen op welk van de zeven bladen de lezer een abonnement wil
en dan een (privé) e-mailadres achterlaten. Na een bevestigingsmailtje te hebben verstuurd, is het gratis abonnement een feit. Voortaan krijgt iedereen die zich zo aanmeldt een berichtje wanneer er een nieuw magazine is gepubliceerd. De eerste digitale Defensiekrant verschijnt midden januari 2014. De
andere bladen, waarvoor zich inmiddels in totaal al meer dan vijfduizend lezers hebben gemeld, verschijnen later in het eerste kwartaal in digitale vorm. De laatste “papieren” Defensiekrant verschijnt 19 december. Het wordt een themanummer onder de titel “24 uur Veiligheid”, een eerbetoon aan alle Defensiemedewerkers.
binnenland
defensiekrant nr 27 – 12 december 2013 3
Honden met een missie
amstelveen Hij is je maatje, geeft structuur, troost en een veilig gevoel. Maar bovenal is een hond er onvoorwaardelijk voor je. Veteranen die door hun uitzending een trauma hebben opgelopen, blijken veel baat te hebben bij zo’n trouwe viervoeter. KNGF Geleidehonden en Stichting de Basis werken sinds 2012 samen aan de opleiding van buddyhonden voor (oud)-geüniformeerden met een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Hoofdinstructeur bij KNGF Geleidehonden Kees Tinga: “De hond herkent signalen van stress en angst.” Het uit Amerika overgewaaide fenomeen krijgt in ons land steeds meer voet aan de grond. KNGF Geleidehonden, het oudste en bekendste instituut op het gebied van training van honden voor mensen met een handicap, denkt met het opleiden van buddyhonden aan een serieuze hulpvraag te kunnen voldoen. Na een lange en grondige voorbereiding leverde de organisatie afgelopen voorjaar de eerste buddyhonden bij hun nieuwe baasjes af. “We werken nauw samen met hulpverleningsinstantie Stichting de Basis”, vertelt Tinga. “De Basis levert gespecialiseerd maatschappelijk werk aan veteranen buiten dienst in opdracht van Defensie. Maatschappelijk werkers beoordelen in eerste instantie de geschiktheid van de aanvrager. Zoals KNGF Geleidehonden de toegevoegde waarde van de buddyhond kent, zo kent de Basis de serieuze hulpvraag van de toekomstige baas. Daarna bekijken wij de praktische kant. Niet iedereen komt in aanmerking. Een hond moet echt welkom zijn.”
Leefbaar maken
Samen met collega-instructeur Rijk van Kooij bracht Tinga afgelopen tijd menig huisbezoek bij cliënten. Staat de partner of het gezin erachter? Hoe is de thuissituatie? Is er voldoende ruimte? (de hond moet in de nabijheid van zijn baas
zijn, dus niet in een kennel, red.). Tinga: “We moesten ons echt in deze doelgroep verdiepen. De verhalen zijn stuk voor stuk confronterend. Dat sterkt onze visie. Deze jongens hebben zoveel van zichzelf gegeven
‘Een hond moet echt welkom zijn’ om het leven voor anderen leefbaarder te maken. Nu verdienen zij erkenning en steun om hun leven weer leefbaar te maken.” Onbekend met het leger is Tinga niet. Als Libanon-veteraan beseft hij dat PTSS hem net zo goed had kunnen overkomen. “Het moet vreselijk zijn wat er in iemands hoofd omgaat.”
Uit je isolement
Een hond als hulpmiddel werkt dat echt? “Ja”, zegt Tinga resoluut. “Een buddyhond haalt je uit je isolement, dat is het voornaamste.” Daarnaast heeft de hond tal van andere taken. Zo leren ze onder meer hun baas wekken bij nachtmerries, creëert de hond persoonlijke ruimte als buffer tussen zijn baas en anderen, leidt hij zijn baas bij een paniekaanval uit een menigte. En zorgt de hond voor dagelijkse structuur en afleiding. KNGF Geleidehonden fokt de honden, meestal golden retrievers en labradors, in eigen beheer. Ze worden tijdens hun eerste levensjaar
gesocialiseerd en opgevoed door puppypleeggezinnen. Daarna komen de honden op school. Tijdens die basisopleiding worden de honden geselecteerd voor hun toekomstige taak. Een blindengeleidehond is niet per definitie geschikt als buddyhond en visa versa. Instructeur Rijk van Kooij: “Al doende leren we. Het selecteren en trainen van de juiste hond is een intensief traject.” “Dit hondje maakt een goede kans.” Van Kooij wijst op een kleine golden retriever. “Ze is stabiel, slim, baasgericht, misschien nog iets te bescheiden. Hoewel je het nooit helemaal kan zeggen. De klik tussen hond en baas is het allerbelangrijkste en die kunnen wij niet forceren.”
‘Deze jongens hebben zoveel van zichzelf gegeven’ Met hond Niels aan zijn zijde ziet Libanon-veteraan John de Roode het leven weer zitten. In 2001 werd bij de veteraan PTSS geconstateerd waarna hij in een diep dal terecht kwam. “Sinds ik Niels heb, voel ik me een stuk minder eenzaam. Hiervoor ging ik amper de deur uit, meed sociale contacten en de wil om nog te leven was er alleen vanwege mijn kinderen.” Het effect
Andere initiatieven KNGF Geleidehonden is niet de enige organisatie die honden voor veteranen met PTSS opleidt. Zo bestaat het project Veteranenhond, een initiatief van Koninklijke PIT Pro Rege, Hulphond Nederland en het Veteranenhuis. Het project voorziet in de selectie, aanschaf en training van hulphonden. Kostbaar Gedurende de pilotperiode van circa twee tot drie jaar zullen zo’n vijftien buddyhonden worden afgeleverd. Zowel KNGF Geleidehonden als de Basis nemen alle hiermee gepaard gaande kosten voor eigen rekening. Dit betekent dat de buddyhond kosteloos wordt verstrekt.
is zo ongekend dat John het samen met zijn hond aandurfde mee te lopen in het defilé tijdens Veteranendag. “Een mega overwinning. Vroeger maakte ik mij in een massa het liefst onzichtbaar.” Maar ook binnenshuis is de hond van onschatbare waarde, vertelt John. “Hij heeft mij in één nacht tijd wel vijf keer gewekt. Kennelijk had ik een herbeleving en voelde Niels dat. Het maakt dat ik rustiger wakker word en niet het gevoel heb dat ik een halve marathon heb gelopen.”
Onderzoek
Harde cijfers zijn er nog niet, maar sinds KNGF Geleidehonden afgelopen voorjaar de eerste honden afleverde, nam het project een vlucht. Hoewel de samenwerkende partijen het volste vertrouwen
hebben in de effectiviteit van de buddyhond voor mensen met PTSS, willen zij op basis van onderzoeksresultaten onderbouwen dat de buddyhond een bewezen doelmatig en volwaardig hulpmiddel is. Amerikaanse onderzoeken tonen al langer aan dat het welzijn van getraumatiseerde veteranen significant verbetert door de komst van een hond. John hoopt met het vertellen van zijn verhaal dat meer veteranen zich aanmelden voor het bijzondere project. John: “Niels brengt me rust, spoort me aan om weer iets van het leven te maken en ik pieker veel minder. Na jaren van depressie kan ik eindelijk zeggen dat het de goede kant opgaat.” || tekst kap
marlous de ridder
|| foto’s wim salis
Veteranen die door hun uitzending een trauma hebben opgelopen, blijken veel baat te hebben bij een hond. Rechtsboven KNGF Geleidehonden selecteert tijdens de basisopleiding de honden voor hun toekomstige taak. Een blindengeleidehond is niet per definitie geschikt als buddyhond en visa versa. Onder De hond heeft een tal van taken. Zo leren ze onder meer hun baas wekken bij nachtmerries, creëert de hond persoonlijke ruimte als buffer tussen zijn baas en anderen en leidt hij zijn baas bij een paniekaanval uit een menigte. Midden boven Met hond Niels aan zijn zijde ziet Libanon-veteraan John de Roode het leven weer zitten.
binnenland
4 defensiekrant nr 27 – 12 december 2013
Met zo weinig mogelijk springstof veilig door een spouwmuur knallen
Genie test kunststof ladingdrager Gate Crasher volkel Drie, twee, één, NU!” roept springmeester sergeant-majoor Bart Groeneveld. Met een flinke dreun, vliegen de bakstenen in het rond en spuit het water van het gebouw af. Experts van het Opleidings- en Trainingscentrum Genie testten vorige week de ladingdrager Gate Crasher op vliegbasis Volkel. Gaten van zo’n meter lang en zestig centimeter breed markeren het voormalige gebouw van de hondensectie van vliegbasis Volkel. Het inmiddels geperforeerde pand stond al op de lijst voor de sloop en was voor de genisten een ideale testlocatie voor hun explosieven. “Een vers gemetselde muur geeft een minder realistische uitwerking dan een gebouw dat al tientallen jaren staat,” licht Rens Righarts van het Kenniscentrum Opleidings- en Trainingscentrum Genie toe.
Schokgolf
Het doel van de testexplosies is uitvinden hoe met zo weinig mogelijk
springstof, op een veilige manier, door een spouwmuur gebroken kan worden. Die techniek wordt vooral gebruikt bij interventies door special forces. Maar ook de genie breekt zo nu en dan door muren heen ter ondersteuning van gevechten van de infanterie. “Het onderzoek is nog niet helemaal afgerond,” evalueert Righarts tussentijds, “maar we verwachten uit te komen op een paar honderd gram springstof per lading.” Een opmerkelijk groot verschil met de twee kilo die voorheen in de zogenoemde kruisladingen bij dit soort muren werd gebruikt. Wat is het geheim van de kunststof ladingdrager Gate Crasher? Righarts:
“De springstof is in dit frame omringd door een buis met water. Dat water reflecteert de schokgolf die door ontploffing ontstaat en zorgt voor een grotere impuls op de muur. Door dit effect kun je minder springstof gebruiken.”
Brokstukken
Na elke ‘plof’, drie werkdagen lang ieder uur één, bestuderen de genisten de druk, het gat en de brokstukken nauwkeurig. “We kijken enerzijds of de explosie een veilige doorgang creëert die groot genoeg is, dus één zonder al te veel scheuren waardoor de muur instabiel kan worden,” legt Righarts uit. “Ander-
zijds kijken we naar waar de brokstukken binnen terecht komen.” Om hier achter te komen, gebruikt het testpanel een hoge snelheidscamera van TNO die elke milliseconde van de ontploffing vastlegt. De TNO’er die de beelden analyseert, kan precies zien hoe de muur uiteenspat. Niet alleen de landingsplek van de bakstenen is van belang, maar ook de boog die ze afleggen. Tegelijkertijd wordt de druk aan de binnen- en buitenzijde van de muur gemeten. Dit om de eenheden die het explosief gebruiken een veilige afstand mee te geven van waaruit zij het explosief kunnen detoneren. De Gate Crasher is voor eenheden die
ermee werken feitelijk niets nieuws. Ze werken al jaren met diverse ladingdragers, maar soms vallen de tegenvallende resultaten op spouwmuren tegen. Righarts: “Bij aankoop van de Gate Crasher ontvingen we vanuit de fabriek al veel gegevens van gebruik op verschillende muren, zoals een enkelsteens en een betonnen muur, maar gegevens op spouwmuren ontbraken. Daarom zijn we zelf een onderzoek gestart. Zo komen we in de toekomst tenminste niet meer voor verrassingen te staan.” || tekst jopke
rozenberg-van
|| lisdonk || foto's elnt maurits kraak
Boven De Gate Crasher gebruikt maar enkele honderden grammen springstof om tot goede resultaten te komen. Dit in tegenstelling tot de twee kilo van de oude kruisladingen. Foto: TNO. Daarnaast Genisten brengen het slagsnoer in de Gate Crasher aan. Kleine foto De buitenrand van het kunststof frame bestaat uit een buis water. Het water reflecteert gedeeltelijk de schokgolf van de ontploffing, waardoor er een grotere impuls op de muur wordt uitgeoefend. Rechts Een deel van het testpanel bestudeert de uitwerking van de explosie. Vooraan in spijkerbroek Rens Righarts, achter hem van links naar rechts springmeester sergeant-majoor Bart Groeneveld (met rode helm), NLDA-docent genie Jody Borgers en cadet-vaandrig Mark Mastenbroek.
Driedimensionaal voorbereiden, uitvoeren en evalueren is driemaal winsituatie
Virtuele missiegebieden levensecht apeldoorn In een bestaand missiegebied skills en drills trainen zonder een echt oefenterrein nodig te hebben. Defensietechneuten IT Architect
Modelling & Simulation Marcel Kleijhorst en hoofd bureau Componentenmanagement Marco Welleman hebben met het Nationaal Technologie Project (NTP) onderzoek gedaan naar levensechte virtuele missiegebieden. Kleijhorst: “Een omgeving nabootsen die tot in detail gelijk is aan de werkelijkheid… Daarmee stuur je militairen pas echt goed voorbereid op missie.”
In een kantoor op de Bernhardkazerne in Amerfsoort zijn tien scholieren druk in de weer met het creëren van driedimensionale wapensystemen voor virtuele missiegebieden. De jongeren volgen een opleiding Game art aan het Grafisch Lyceum in Rotterdam en lopen stage bij de afdeling Simulatie Centrum Land van het Land Training Centre van Defensie. “Dit is iets anders dan het ontwerpen van een game”, vertelt Welleman. “Wij bij Defensie zijn meer van het Serious Gaming. Voor ons is de werkelijkheid erg belangrijk. Hier komen de virtuele en fysieke wereld samen. Hier zijn we constant bezig met het ontwikkelen en verbeteren van progamma’s voor onze simulatoren. Dit doen we met stagiaires en eigen deskundigen, maar ook door onderzoeksprojecten.”
Geo-specifiek
Defensie maakt al vele jaren gebruik van simulatoren. Op een veilige en relatief goedkope manier kunnen militairen zich daarmee voorberei-
den op het echte werk. Maar toch ontbreekt er aan de gesimuleerde omgeving iets. Kleijhorst: “De virtuele terreinen die we in simulators gebruiken, zijn zogenoemde geo-typische gebieden. Het zijn soortgelijke, niet-bestaande terreinen die een sterke gelijkenis vertonen met een operatiegebied. ” Voor het NTP heeft Defensie samen met TNO en het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om driedimensionale geo-specifieke terreinen te ontwerpen en te integreren. “Deze gebieden zijn tot in detail nagebootst. Zo kunnen militairen wennen aan een omgeving en optredens en scenario’s oefenen. En dat allemaal zonder in een missiegebied aanwezig te zijn.”
Verzamelen
Bij de ontwikkeling van deze levensechte virtuele missiegebieden komt veel werk kijken. “Om terreinen virtueel na te maken zijn we afhankelijk van enorm veel informatie. Aanwezige flora, fauna, de bodem-
gesteldheid, weersomstandigheden, hoogtes, afstanden, bebouwing en een tal van andere gegevens zijn hiervoor belangrijk. Ieder detail moet verwerkt worden”, vertelt Kleijhorst. Voor het nauwkeurig in kaart brengen van een terrein is samenwerking met bondgenoten en commerciële bedrijven een belangrijk onderdeel. “Defensie opereert in gebieden waarvan niet altijd alle gegevens bekend zijn. Tijdens het NTP is gebleken dat er veel tijd gaat zitten in het verzamelen van die gegevens. Maar het werk loont, want als alle informatie verwerkt is hebben we een goed werkende virtuele omgeving die haast niet te onderscheiden is van de werkelijkheid.” Het gebruik van geo-specifieke terreinen in simulatoren is niet helemaal nieuw voor Defensie. Welleman: TNO heeft eerder een virtuele versie van de provincie Uruzgan ontwikkeld. “De reacties waren zeer positief. Wij hebben met het NTP onderzocht op welke wijze
wij dit compleet kunnen integreren in de trainingprogramma’s van Defensie. De resultaten geven aan dat het belangrijk is dat wij ruim van te voren een aanvraag voor een specifiek terrein binnen moeten krijgen. Uiteindelijk zijn dit soort programma’s voor de simulatoren
niet alleen bruikbaar voor het oefenen, maar ook tijdens de uitvoering en de evaluaties achteraf. Op ieder vlak is het dus een win-win situatie.” || tekst tlnt
johanna van
|| waardenberg || foto mcd
binnenland
defensiekrant nr 27 – 12 december 2013 5
Defensie steunt viering tweehonderd jaar Koninkrijk
Verleden en heden smelten samen den haag Een historisch tafereel anno 1813 ontvouwt zich op het Scheveningse strand. “Weg met de Fransen”, schreeuwen honderden figuranten in
klederdracht. Duizenden toeschouwers, onder wie Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima, wachten op de landing van erfprins Willem Frederik, de latere Koning Willem I. Met het naspelen van deze historische gebeurtenis wordt het tweehonderdjarige bestaan van het Koninkrijk gevierd. Defensie leverde een belangrijke bijdrage.
Het aan land brengen van Prins Willem Frederik, gespeeld door acteur Huub Stapel, is een klusje voor de marine. Anders dan tweehonderd jaar geleden in een roeiboot gebeurt dat vanwege de te hoge golven nu met een BARV (Beach Amfibious Recovery Vehicle), onder begeleiding van leden van het Korps Mariniers. Voor de kust geven verschillende marine-eenheden een vlootschouw. In de verte klinken
saluutschoten. De hypermoderne schepen vormen een mooi contrast met het Oudhollandsche tafereel op het strand. Dan vertrekt de stoet met de Prins naar de Keizerstraat. Als het strand vrij is, laten ruim 130 mariniers van het 22e Raiding Squadron zien hoe een moderne landing eruitziet. Het spektakel en daarmee ook de feestelijkheden van 525 jaar marine, worden afgesloten met een defilé over de boulevard
van zeesoldaten en de Marinierskapel der Koninklijke Marine. Terwijl het jubileum voor de marine eindigt, vormen de feestelijkheden van tweehonderd jaar Koninkrijk het startschot voor de landmacht. Dit krijgsmachtdeel viert namelijk in 2014 zijn tweehonderdjarige bestaan.
Plein 1813
Intussen is de stoet met Willem
Frederik aangekomen bij het monument op het Haagse Plein 1813. Daar wordt de ‘Prins’ ontvangen en toegesproken door de Gouverneur der Residentie KMar-commandant Hans Leijtens. Rondom het monument staan ceremoniële eenheden en muziekkorpsen opgesteld van onder meer het Garderegiment Grenadiers en Jagers, de Koninklijke Militaire Kapel Johan Willem Friso en het Trompetterkorps Koninklijke
Marechaussee. Drie F-16’s voeren een fly-by uit met rood-wit-blauwe rook. Met het hijsen van oranje vlaggen en het ontsteken van dito rookpotten wordt één ding duidelijk: de Prins van Oranje is teruggekeerd op vaderlandse bodem. || tekst tlnt
rosalien van damme
|| foto's sm sjoerd hilckmann, || sm gerben van es, kpl-1 hille hillinga, wim salis
Linksboven De mariniers van het 22e Raiding Squadron geven een demonstratie fastropen vanuit een NH90-helikopter. Rechtsboven De prins vervolgt zijn weg vanaf het strand richting Plein 1813. De laatste figuranten verlaten het strand en dan begint de moderne amfibische landing van ruim 130 mariniers. Midden links Met een snelle actie beveiligen de mariniers het strand voor een eventuele vervolgoperatie vanuit zee. Op de achtergrond staan de Viking en BV206 voertuigen. Midden rechts Zr.Ms. Rotterdam, Zr.Ms. Evertsen, Zr.Ms. Friesland, Zr.Ms. Vlaardingen en de Britse HMS Tyne geven voor de kust een vlootschouw. Linksonder Een Oudhollands gezelschap van voorname dames en heren zijn de laatsten van de stoet die het strand verlaten. Ze passeren te paard het 22e Raiding Squadron met hun amfibische voertuigen. Rechtsonder De Prins van Oranje wordt met een amfibisch voertuig naar de plaats van bestemming gebracht.
binnenland
6 defensiekrant nr 27 – 12 december 2013
Nederlandse vriendelijkheid met Russisch klankje
KMAR leert Russisch voor grenscontroles apeldoorn “Dobro pozhalovat” (welkom), roept docente Marina Heijmeijer van het Defensie Inlichtingen en Veiligheidsinstituut (DIVI) in Apeldoorn
tegen haar tien cursisten van Koninklijke Marechaussee (KMar). Het was de laatste week van de opleiding Russisch voor grensbewaking. Een pilot die volgens Heijmeijer met succes is afgerond. “Ik ben ontzettend trots. Binnen drie weken is het de deelnemers gelukt het geleerde bij de uitvoering van hun werkzaamheden te gebruiken.”
Uw paspoort alstublieft. Wat is uw reisdoel? Hoe lang blijft u in Nederland? Tientallen grensbewakers van de KMar weten intussen hoe zij dit soort vragen in het Russisch moeten stellen en daarbij de antwoorden te begrijpen.“Op verzoek van de KMar heeft het DIVI een functiegerichte opleiding ontwikkeld”, vertelt Heijmeijer. “Tijdens grenscontroles liepen de mannen en vrouwen van de KMar regelmatig tegen een taalbarrière aan. Russisch sprekende mensen verstaan vaak geen Frans, Duits of Engels. Hierdoor ontstaan soms misverstanden en wordt veelvuldig een beroep gedaan op de tolkentelefoon.”Met de opleiding Russisch voor grensbewaking kan de marechaussee dit nu zelf.
Spoedcursus
Heijmeijer en haar collega Herma Post stomen de grensbewakers in negentien dagen klaar. “Ze leren binnen deze periode het Russisch alfabet om documenten te controle-
ren, hoe ze de juiste vragen kunnen stellen en instructies te geven. Ook wordt veel aandacht besteed aan het ‘trechteren’ van de antwoorden. Als er van de Rus een lang verhaal komt, dient de grensbewaker door gerichte vragen toch aan de gewenste informatie te komen”, legt Post uit. Volgens de docentes is de opleiding dan ook erg intensief. “Aan het
‘Binnen drie weken Russisch spreken’ einde van de dag merk je dat de cursisten vermoeid zijn. Het is voor hen een compleet nieuwe taal, maar gelukkig is het enthousiasme groot en pikken ze het snel op.” Met filmpjes, een speciaal op maat gemaakt handboek en praktijkoefeningen waarbij native rolspelers gebruikt worden, leren de deelnemers hoe zij in de praktijk moeten omgaan met Russisch sprekende mensen. “We focussen ons niet
alleen op de taal, maar ook op de culturele aspecten. Russisch spreken is namelijk meer dan alleen de taal kennen”, vertelt Heijmeijer. “Het is belangrijk om de mentaliteitsverschillen onder de loep te nemen. Russen komen vaak stug over, maar daar schuilt een stukje onzekerheid achter. In Rusland vinden controles vaak naar aanleiding van een overtreding plaats. We benadrukken daarom dat grensbewakers concreet en duidelijk moeten uitleggen wat ze willen, zodat er geen misverstanden ontstaan.”
Schiphol al na een paar dagen onze taalkennis toegepast en dan merk je pas hoe snel het gaat.”
‘Ik dacht, dit gaat nooit lukken’ Ook Heijmeijer zag hoe rap de mannen en vrouwen de taal oppikten. “Het is bijzonder hoe de
deelnemers het Russisch combineren met Nederlandse vriendelijkheid. Tijdens de praktijksessies waren de reacties van de Russische passagiers zeer positief. Als je dat als docent mag meemaken, weet je dat de opleiding succesvol is.” || tekst tlnt
johanna van
|| waardenberg || foto fons strijbosch
Verbazing
Hoewel de opleiding inmiddels zijn vruchten afwerpt, zijn de deelnemers in het begin niet altijd even overtuigd van het succes. “Bij de eerste les dacht ik: dit gaat nooit lukken”, vertelt wachtmeester-1 Niek van Middendorp. “Maar nu zijn we drie weken verder en kan ik me goed verstaanbaar maken. Tijdens de praktijklessen hebben we op
Defensie verzamelt ideeën voor nieuw reservistenbeleid
Bedrijfsleven positief over inzet reservisten hilversum “Dames en heren, u bent uitgenodigd mee te denken over de rol van reservisten in de krijgsmacht.” Dit stelt minister Hennis-Plasschaert in een videoboodschap die de afgelopen maanden op dertien discussiebijeenkomsten werd afgespeeld. Op deze manier probeert Defensie ideeën te verzamelen voor een nieuw reservistenbeleid. Centraal daarin staat dat reservisten in de toekomst sneller en vaker moeten worden ingezet. De brainstormsessie eindigde met een symposium op de Korporaal van Oudheusdenkazerne in Hilversum. “Wat is een reservist?” Vraag het tien voorbijgangers en je krijgt de vreemdste antwoorden: ‘financiële reserves’, ‘reserve keeper’ of gewoon ‘reserve’. Het kleinschalige onderzoek dat met een camera is vastgelegd, toont aan dat veel Nederlanders niet bekend zijn met de betekenis van het woord ‘reservist’. Het filmmateriaal werd op het symposium getoont aan ruim zeshonderd reservisten, beroepsmilitairen, werkgevers en zelfstandigen. “Wat dat betreft hebben we
nog veel werk te verzetten,” reageert Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp minzaam op het confronterende bewijsmateriaal, “want ‘reservist zijn’ is heel bijzonder.” Middendorp was één van de vooraanstaande sprekers op het symposium, die zijn visie gaf op een nieuw reservistenbeleid.
Win-win-situatie
“Met een kleiner wordende krijgsmacht hebben we behoefte aan aanvullende expertise, die we niet
meer onder de wapenen hebben”, zei generaal-majoor Bart Hoitink, Inspecteur Reservepersoneel krijgsmacht. Het bedrijfsleven kan die specialistische functies opvangen. Zo ziet kolonel Jaco Oussoren, commandant Koninklijke Marechaussee District West, veel meer mogelijkheden voor reservisten naast de algemene politietaak. Oussoren: “Reservisten kunnen in de toekomst een belangrijke bijdrage gaan leveren aan analysewerk op het gebied van ‘cyber’ en ‘digitale
Onderzoek Tijdens het symposium nam Hennis het rapport ‘Defensie uitgelicht’ in ontvangst, dat tot stand kwam in opdracht van het Platform Zelfstandig Ondernemen. Het onderzoeksrapport toont aan dat ruim 258.000 zelfstandig ondernemers graag betaalde werkzaamheden willen verrichten voor Defensie, zowel binnen Nederland als internationaal. De voornaamste drijfveer (83%) voor hen is de wens om een actieve rol te spelen in de maatschappij. Ook de mogelijkheid om binnen Defensie opleidingen te volgen en nieuwe kennis op te doen, is een overweging (40%).
recherche’.” Dit blijkt een win-winsituatie voor de krijgsmacht én het bedrijfsleven. “Als werkgever krijg je er meer flexibele mensen voor terug die bovendien snel kunnen beslissen, improviseren en goed kunnen omgaan met stressvolle situaties”, benadrukt Harm Daems, president van Bata Industrials International. Om het draagvlak voor het nieuwe reservistenbeleid zo groot mogelijk te maken, koos Hennis voor een open dialoog met alle betrokken partijen.“Uw ideeën en kritiek zijn voor mij van grote waarde om te kunnen zien waar de kansen en mogelijkheden liggen”, zei ze. Tijdens de regionale discussiebijeenkomsten is door honderden
belangstellenden nagedacht over de invulling van het nieuwe beleid. De aangedragen ideeën en kritiek gaat Hennis gebruiken bij het opstellen van de nieuwe nota over het reservistenbeleid, die ze in het voorjaar van 2014 aan de Tweede Kamer aanbiedt. “Het bedrijfsleven steunt Defensie en werkt mee aan het succes van het reservistenbeleid”, zei Bernard Wientjes, voorzitter werkgeversvereniging VNO-NCW tijdens het symposium. “Het is in het belang van zowel reservisten als het bedrijfsleven dat er een langetermijnvisie komt.” || tekst tlnt
rosalien van damme
|| foto sm sjoerd hilckmann
binnenland
defensiekrant nr 27 – 12 december 2013 7
Future Force Conference prikkelt en inspireert
‘Alles draait om aanpassingsvermogen’ amsterdam Om ook in de toekomst over een veelzijdige, capabele krijgsmacht te beschikken, is voortdurend moderniseren onvermijdelijk. Sterker:
“Alles draait om aanpassingsvermogen”, aldus Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp. Tijdens de onlangs gehouden tweedaagse Future Force Conference (FFC) in Amsterdam ging de hoogste militair uitgebreid in op dit onderwerp. Thema van de bijeenkomst was ‘Joint operations in a land environment’. Een veranderende wereld, complexere operationele omgevingen en nog (on-) bekende dreigingen. Op de conferentie brainstormt een internationaal gezelschap van zo’n driehonderd man over hoe landstrijdkrachten ook in de wereld van morgen een stevige vuist kunnen maken. Zij doen dat aan de hand van presentaties en interactieve discussies. “Door de samenwerking tussen Defensie, de defensie-industrie en kennisinstituten als TNO te stimuleren (Gouden Driehoek, red) willen we synergie bereiken”, betoogt luitenant-kolonel Hans van der Linden. “Gezamenlijk nadenken over de toekomst creëert volgens de
mede-organisator nieuwe inzichten en verbanden. Om dit te bereiken, trommelde de organisatie een indrukwekkende reeks gerenommeerde sprekers op. Onder hen academici, een handjevol vrijdenkers en hoge militairen, zoals Commandant Landstrijdkrachten luitenant-generaal Mart de Kruif. Samen met TNO was hij verantwoordelijk voor de organisatie van de conferentie. “Om de ontwikkeling van kennis en concepten te versterken en de adoptie van nieuwe technologie te versnellen, is samenwerking binnen de Gouden Driehoek essentieel.”
Tijdens de conferentie was de blik duidelijk op de toekomst gericht. Maar om de huidige realiteit niet uit het oog te verliezen, stond buiten een kleine verzameling pantservoertuigen opgesteld, waaronder de CV90, de Fuchs én de binnenkort instromende Boxer. In de conferentieruimte van het Marine Etablissement Amsterdam presenteerde de defensieindustrie enkele nieuwste snufjes op het gebied van militaire technologie. Het Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem was aanwezig, evenals een innovatief trillend vest waarmee soldaten zonder GPS of kompas ‘voelen’ welke richting ze opmoeten. Strategische
partners, onder wie de Duitsers, Belgen en Amerikanen, maar ook vertegenwoordigers uit onder andere Israel, Spanje en Turkije liepen geïnteresseerd langs de stands.
Soevereiniteit
Samenwerking vormde de kern van de speech die minister van buitenlandse zaken Frans Timmermans gaf. Hij onderstreepte dat Nederland moet doorpakken op het gebied van internationale samenwerking en integratie. Luitenant-generaal b.d. Ton van Loon ging in op het daarmee samenhangende begrip soevereiniteit. “Soevereiniteit is als voetbal”, betoogde de voormalige
commandant van 1 (Ge/NL) Corps. Topclubs hebben spelers uit de hele wereld en die vullen elkaar perfect aan. Maar als het nodig is, spelen ze voor hun eigen nationale team.” De Duitse generaal Josef Niebecker was het daarmee roerend eens. “Ik heb zelden in korte tijd zoveel goede sprekers gehoord. Oplossingen voor opdoemende problemen hoorde ik nog niet, maar stof tot nadenken wel. Positief is verder dat iedereen inziet dat soevereiniteit grenzen kent. Internationale samenwerking en integratie zijn de toekomst.” || tekst elnt
wouter helders
|| foto’s wim salis, mcd
Onder de sprekers, een mengeling van academici, militairen en beleidsmakers ook C-LAS luitenant-generaal Mart de Kruif. Midden Tijdens de opening van de conferentie een demonstratie met een ‘soldaat van de toekomst’ uitgerust met een soort virtueel vest. Alles wat hij ziet wordt realtime geprojecteerd op centrale schermen. Rechts Op ‘de beursvloer’ van de conferentie kunnen bedrijven uit de defensie-industrie hun waren tonen.
2013 NATO Cyber Coalition Exercise
NAVO-cybergemeenschap balt digitale vuist soesterberg “Dennis, had jij het screenshot al bij ticketnummer 1-4-3-0-9-7 gevoegd? En wie zit er op dat incident met die slechte IP-adressen?”
Om gezamenlijk een vuist tegen digitale dreiging te maken, koppelden ruim vierhonderd cyberexperts uit 33 landen onlangs hun systemen tijdens de oefening Cyber Coalition. Vanuit Soesterberg deed het Defensie Computer Emergency Response Team hard zijn best bij de vijand de schermen op zwart te krijgen.
Vijftig inkomende mailtjes binnen anderhalf uur en drie collega’s die in zijn nek hijgen. Handler Sander heeft geen tijd uit te leggen wat er speelt bij het Defensie Computer Emergency Response Team (DefCERT). Hij zit tot over zijn oren in de binnenkomende meldingen. Slechte IP-adressen, malware, een digitale aanval op een oliepijpleiding; allemaal zaken die opgespeeld worden door de oefenleiding in Estland. Niet te verwarren overigens met het fictieve land Tytan, waar de NAVO zogenaamd een stabilisatiemacht heeft ontplooid. Deze troepenmacht - Inter national Security Force (NISFOR) - werkt op een Unclassified Mission Network. Er zijn doden gevallen bij een gevecht tussen NISFOR en vijandelijke troepen. Op een van de neergeschoten vijanden is data gevonden die
hij eigenlijk niet in zijn bezit kon hebben. Er moet dus een lek in het Unclassified Mission Network zitten. Uit onderzoek blijkt dat informatie wordt gelekt naar een server in Slowakije. Snel daarna komen er bij DefCERT meldingen binnen uit Griekenland en Turkije; vanaf hun netwerk wordt data gelekt naar een server in Nederland. De internationale samenwerking komt op gang.
Malware uitpluizen
Senior analist Leon van der Eijk is door de gevechtsleiding aan het werk gezet. Hij is malware aan het uitpluizen en doet dat niet in zijn eentje. Via een digitaal NAVOplatform heeft hij contact met onder andere Italiaanse, Deense en Duitse collega’s. “Ik wil inzicht krijgen in
dat programma. Wat doet het, hoe kan het NISFOR schade berokkenen? Maar mijn gewone werk gaat ook gewoon door. Het enige verschil is de aanduiding ‘exercise, exercise, exercise’ boven in mijn scherm. Bizar weinig onderscheid, maar wel extreem belangrijk om in de gaten te houden. De ‘gewone’ dreiging houdt niet op omdat wij toevallig een oefening draaien.
Onder controle
Bij de gevechtsleiding lijkt de rust weer te keren. Er is een incidentenlijst gemaakt en alle opdrachten zijn uitgezet naar analytici. Sander: “Maar toch nog even over 4201397 hè… Voor wat betreft die login failures. Hoe zit dat nou precies?” Als zijn vraag beantwoord is, neemt Sander weer plaats achter zijn vijf
schermen. “De schade valt mee”, concludeert de cyberspecialist. “We zijn nog in control.”
|| tekst kap
jaap wolting
Wie traint wie? Exercise control opereert vanuit Tartu, Estland. Vertegenwoordigers van de NAVO en alle deelnemende landen bewaken daar het verloop van de oefening en zorgen voor de internationale afstemming. In Nederland oefent het Defensie Computer Emergency Response Team op thuisbasis Camp New Amsterdam in Soesterberg. De eenheid werkt daarbij nauw samen met het Joint IV Commando, de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, het Nationaal Cyber Security Centrum en het NATO Computer Incident Response Capability. Een militair van Taskforce Cyber coördineert tussen DefCERT, de Directie Operaties, de Hoofddirectie Bedrijfsvoering en de Directie Juridische Zaken. Al deze partijen moeten samenwerken om een cyberaanval af te kunnen slaan. Net als voorgaande jaren wordt ook de samenwerking met de industrie beoefend. Zo staat de server waar gegevens naar wordt gelekt, bij hostingprovider InterBox.
en verder
8 defensiekrant nr 27 – 12 december 2013
Bi-nationale SOMS 2013
Dirigent ontvangt Buma Brass Award
munster (d) Een Nederlandse 120 mm mortierbatterij
zwolle Majoor Tijmen Botma heeft onlangs tijdens een concert de BUMA Brass Award
en een Belgische 105 mm Light Gun batterij hebben onlangs de eerste volledig binationale ‘Schiet Oefening Munster-Süd’ (SOMS) afgewerkt. Niet alleen de vurende eenheden, maar ook de staven sloegen de handen innig ineen.
Over en weer werd het oefenprogramma gesteund met onder meer oefenvijand. Als klap op de vuurpijl deden de Belgen ook mee aan de ‘Battle’. De wedstrijd voor de beste richter en hulprichter 120mm mortier’. De zuiderburen zijn op beide systemen opgeleid. Vandaar. Het evenement werd dit keer georganiseerd door de Charlie (Viking) Batterij. De Belgisch-Nederlandse samenwerking zal in de nabije toekomst
steeds meer inhoud krijgen. Zo zijn de voorbereidingen voor het samen uitvoeren van de SOMS 2014 in volle gang. Ook gaan de gunners van beide legers volgend jaar NRF 215 doen. België neemt daaraan deel met een 105 mm Light Gun batterij en Nederland met een Panzerhaubitzeén een stafbatterij. Nederland heeft de leiding over de multinationale afdelingsstaf. Momenteel bekijkt men hoe op termijn de grondgebonden vuursteun meer structureel kan samenwerken.
2013 ontvangen. De prijs wordt uitgereikt aan dirigenten, musici en componisten die gedurende een lange tijd veel hebben betekend voor de Nederlandse blaasmuziek.
Tijmen Botma dirigeerde diverse amateurorkesten waarmee hij prijzen haalde op muziekconcoursen en is docent op het Prins Claus conservatorium in Groningen. In 2007 maakt hij de overstap naar de Koninklijke Landmacht en werd hij dirigent van het Fanfare Korps Koninklijke Landmacht Bereden Wapens (FKKLBW). Dit Korps verwierf in korte tijd een kwaliteitsstatus, zowel op het ceremoniële vlak als bij het concertpubliek. Sinds 2013 dirigeert hij de Koninklijke Militairen Kapel Johan Willem Friso in Assen.
traditie
“De KMKJWF vertegenwoordigt op professionele wijze een belangrijke Nederlandse traditie als het gaat om blaasmuziek. Deze traditie staat overigens zeker niet stil. Regelmatig
dirigeer ik nieuwe composities en werk ik samen met getalenteerde solisten. Ook voor het 200-jarig landmachtjubileum in 2014 hebben we innovatieve producties op de rol staan. Zo houden we de traditie levendig”
centraal
200 jaar Koninklijke Landmacht Botma is in staat om de missie van het militaire bedrijf op muzikale wijze uit te dragen. Voor de jubilerende landmacht heeft hij de prachtige concertreeks ‘De mens centraal’ ontwikkeld. Tijdens dit multimediaconcert maakt het publiek kennis met de mens achter de militair middels zes videoportretten.
Kaarten
De uitreiking vond plaats tijdens een concert in het kader van het project Herfstwind op 8 december jl.
Nieuw Nationaal Militair Museum zoekt vrijwilligers soesterberg Het nieuwe Nationaal Militair Museum (NMM) op de voormalige vliegbasis Soesterberg zoekt vrijwilligers. Aankomend collega’s tussen achttien en zeventig die zich willen inzetten om bezoekers een plezierige dag te bezorgen, zijn van harte welkom.
Taken zijn onder meer de bezoekers gastvrij onthalen of rondleidingen verzorgen én het begeleiden van kinderfeestjes en evenementen. Kan iedereen vrijwilliger worden? Ja, maar affiniteit met het onderwerp van het museum en beschikbaarheid voor minimaal één dagdeel in de week zijn vereist. Inzet als
vrijwilliger wordt beloond met een kleine vergoeding en veel waardering. Wie als vrijwilliger aan de slag wil in het NMM stuurt een cv en motivatie naar
[email protected]. Kijk voor meer informatie op www. nmm.nl.
Nederland draagt leiding antipiraterijmissie over djibouti Nederland geeft geen leiding meer aan de antipiraterijmissie Atalanta. In de
haven van Djibouti droeg commandeur Peter Lenselink het commando over aan de Franse rear admiral Hervé Bléjean. Bij de overdracht waren de Chairman of the European Union Military Comittee, generaal Patrick de Rousiers en de Director General van de European Union Military Staff, luitenant-generaal Wolfgang Wososobe aanwezig.
Lenselink had vier maanden het bevel over het EU-vlootverband, dat hij met een internationale staf aanstuurde vanaf vlaggenschip Zr. Ms. Johan de Witt. Met vierhonderd militairen van marine, land- en luchtmacht was Atalanta in deze periode de grootste missie van de Nederlandse krijgsmacht.
Benzineprijs
“Jaarlijks varen er twintig- tot dertigduizend schepen door dit gebied, waarvan een groot deel naar Europa. Wij zijn afhankelijk van een vrije doorvaart”, zei de vertrekkend commandant. “Als schepen niet veilig door de Golf van Aden kunnen
varen, merken wij dat aan de prijs van benzine en de boodschappen. Antipiraterijoperaties als Atalanta dragen bij aan het internationale belang”, aldus Lenselink.
Andere EU-missies
Hij prees de samenwerking met twee andere missies van de Europese Unie: de civiele capaciteitopbouwmissie EUCAP Nestor en de trainingsmissie EU Training Mission Somalia. “Het resulteerde in maritieme veiligheidslessen en juridische seminars aan boord, maar ook gezamenlijke oefeningen en kustwachttrainingen met landen uit de regio.”
Met 180 vertegenwoordigers uit meer dan twintig landen was Zr. Ms. Johan de Witt ook gastheer van de Contact Group on Piracy Off the Coast of Somalia. “Bijzonder was ook het bezoek van de Somalische president Hassan Sheikh Mohammed”, aldus Peter Lenselink. Nederland draag al sinds 2009 bij aan piraterijbestrijding, zowel in EU- als NAVO-verband. ‘Johan de Witt’ vertrok op 14 juli naar het missiegebied. Nederland had sinds 6 augustus het commando over de antipiraterijmissie. Het amfibisch transportschip keert op 21 december terug in Den Helder.
COLOFON De Defensiekrant is een tweewekelijkse uitgave van de Directie Communicatie van het Ministerie van Defensie, bestemd voor het gehele Defensiepersoneel. De Defensie krant wordt geproduceerd door het Mediacentrum Defensie OPLAGE 30.000 HOOFDREDACTEUR Martin Zijlstra EINDREDACTEUR André Twigt (070 - 318 69 87) layout Cor Barnhoorn BEZOEKADRES Kalvermarkt 32, Den Haag POSTADRES Postbus 20701, 2500 ES Den Haag, MPC 58L E-MAIL
[email protected] DEFENSIESITE www.defensie.nl DRUK OBT bv, Den Haag. De inhoud van de artikelen in de Defensiekrant hoeft niet noodzakelijkerwijs de mening van de minister van Defensie of de krijgsmachtleiding weer te geven. Ingezonden brieven dienen betrekking te hebben op eerder in de Defensiekrant geplaatste artikelen. Zij geven uitsluitend de mening van de inzender weer en kunnen door de redactie worden bekort. Overname van artikelen of delen daarvan is alleen toegestaan met toestemming van de redactie. Aan rechtspositionele informatie kan geen recht worden ontleend. Deze informatie wordt in algemene bewoordingen en met terzijde lating van details weergegeven. Voor volledige informatie wordt verwezen naar de officiële stukken.