defensiekrant
nummer 13 5 april 2012
‘Ron Kanon’
3
Klaar voor vertrek naar Zuid-Sudan
4
Oog in oog met de reorganisatie
6
Onderzoek naar ontstaan PTSS halverwege
7
Unieke training luchtverkeersleiders
foto Ruud Mol, AVDD
amersfoort ‘Ron Kanon’ noemen ze hem in De Kuip. Ron Vlaar, aanvoerder van voetbalclub Feyenoord, is voetballer van het onverzettelijke soort en heeft een kiezelhard schot. Vlaar toonde zich maandag een waardig infanterist tijdens een leiderschaps- en teamvormingsdag van Feyenoord bij de landmacht. Luitenant-generaal Mart de Kruif, Commandant Landstrijdkrachten, zou het wel weten. De fanatieke Feyenoordfan zou ‘Ron Kanon’ zo bij de landmacht aannemen. De stoere verdediger deed, omgehangen met scherfwerend vest en oefenwapen, als een echte militair zijn rondjes over de hindernisbaan en liet op de klimtoren zien nergens bang voor te zijn. Vlaar en zijn
ploeggenoten waanden zich maandag tijdens een bezoek aan de Bernhardkazerne in Amersfoort even een landmachtpeloton. De spelers van de Rotterdamse eredivisionist werden de hele dag fysiek en mentaal uitgedaagd. “Heel leuk om te doen”, zei Vlaar na zijn inspanningen op de hindernisbaan. “Het is pittig, maar je moet gewoon een knop omzetten en gaan.”
Generaal De Kruif sprak de spelers ‘s ochtends toe over leiderschap en teamvorming ter voorbereiding op en tijdens extreme omstandigheden. Ideaal voor de voetballers, die dit jaar in altijd volle stadions om de landstitel strijden. Ook kregen de mannen een presentatie over het revalidatieproces van een in Uruzgan gewond geraakte militair. De Feyenoorders gingen vervolgens de
hindernisbaan over, de klimtoren op en kregen als ‘toetje’ een rondritje over de hei in diverse landmachtvoertuigen. “Leerzaam”, vond Vlaar. “Je merkt aan de dingen die we hier doen dat in een groep alles valt en staat met samenwerking. Dat is bij de landmacht zo, maar ook in het voetbal. We worden er hier weer op gewezen: je kunt het nooit alleen.”
Richard Oppelaar nieuwe commandant Korps Mariniers rotterdam Brigadegeneraal der mariniers Richard Oppelaar
heeft vorige week vrijdag de functie van Commandant Korps Mariniers overgenomen van ranggenoot Rob Verkerk. De ceremonie vond plaats op de Rotterdamse Van Ghentkazerne ten overstaan van mariniers en vlootpersoneel. Bijna vijf jaar voerde Verkerk (51) het commando over het korps. Hij is sinds woensdag plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten en gelijktijdig bevorderd tot generaal-majoor. Bij zijn vertrek benadrukte Verkerk de relevantie van het Korps Mariniers als onderdeel van de Koninklijke Marine. Dit wordt volgens hem geïllustreerd door deelname aan anti-piraterij operaties vanaf marineschepen en het leveren van Vessel
Protection Detachements ter bescherming van schepen van de koopvaardij en die voor de Verenigde Naties varen. Daarnaast vormt het Korps Mariniers de kern van de derde rotatie in Kunduz. Even later gaf Verkerk het commando over aan Oppelaar door tussenkomst van de Commandant Zeestrijdkrachten, vice-admiraal Matthieu Borsboom. In de ogen van Verkerk was Oppelaar the man for the job. Hij omschreef hem als ‘integer,
met oog voor het personeel, hart voor het Korps en conceptueel sterk.’ Oppelaar (50) bedankte Verkerk voor het zorgdragen voor ‘een stevig operationeel product’, dankzij een solide gedachtegoed en een uitgekiende visie. “Ik zal de uitgezette lijn doorzetten.” De opdracht is eenvoudig, schetste hij: “Dag en nacht gereed zijn voor inzet, zo wijd de wereld strekt, in alle delen van het geweldsspectrum.” Omdat de functieoverdracht samenviel met de uitvaart van kapitein der mariniers Mark-Jeroen Pul, die vorige week verongelukte met zijn motor, werd één minuut stilte in acht genomen. || tekst
joost margés
|| foto dave de vaal, avdd
Uitzendervaringen op Missie Volbracht doorn
Veteranen en actief dienenden kunnen sinds kort op de website van het Veteraneninstituut met elkaar in contact komen. Op het interactieve deel ‘Missie Volbracht’ staan onder meer ervaringsverhalen, een forum en een 'kameraden'zoeker.
Missie Volbracht is voortgekomen uit een samenwerkingsverband van verschillende organisaties voor en van veteranen. ’Een militaire uitzending doet altijd iets met je. Voor de één betekent het een verrijking, voor de ander een worsteling om de ervaringen te verwerken’, zo legt het Veteraneninstituut het initiatief uit. Met Missie Volbracht wil het instituut veteranen en actief dienenden met uitzendervaringen samenbrengen of deze nu positief of negatief zijn. De website is ook bestemd voor partners en familieleden, die via de site met elkaar in contact kunnen komen. Op Missie Volbracht staan openhartige ervaringen van veteranen en hun partners. Met de buddyfinder kunnen oude kameraden worden opgespoord en op het forum kan 24 uur per dag met elkaar worden gepraat. Ook biedt de site een test waarmee de veteraan kan ‘meten’ in hoeverre de uitzending invloed heeft op zijn huidige leven.
binnenland 2 defensiekrant nr 13 – 5 april 2012
Zelfservice paspoortcontrole populair schiphol Nieuwsgierige reizigers maakten vorige week al
meteen volop gebruik van de geautomatiseerde paspoortcontrole op Schiphol. Meteen al vielen vier passagiers door de mand, onder meer vanwege openstaande boetes.
De poortjes herkennen gezichten en vergelijken die met de digitale paspoortfoto van de reizigers. Ook valse reisdocumenten komen niet door het systeem, evenals personen die worden gezocht. De poortjes zijn bedoeld om
de paspoortcontrole snel, makkelijk en toch veilig te laten verlopen. Daarmee is de zelfservice gericht op de toekomst, waarin het aantal reizigers via Schiphol stijgt. Zowel de paspoort-
Goud voor Overbeke soesterberg Het boegbeeld voor het vertrouwens- en
integriteitswerk binnen de Koninklijke Landmacht, luitenantkolonel Elleke Overbeke, heeft vorige week bij haar afscheid de CLAS-legpenning in goud gekregen. Ze ontving de penning in Soesterberg uit handen van plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten generaal-majoor Marc van Uhm.
Overbeke was de Centrale Adviseur Integriteit Defensie en is de eerste vrouw die het bijzondere eerbetoon te beurt viel. De overste was de drijvende kracht en een voorbeeld voor alle vertrouwens-
personen binnen de Koninklijke Landmacht. Bij de oprichting van de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) werd haar ervaring op een positieve wijze benut en is onmisbaar gebleken.
balies als de aantal marechaussees zijn echter niet eindeloos uit te breiden.
Observeren gedrag
De marechaussee houdt overigens op afstand toch toezicht en kan altijd besluiten een reiziger nader te controleren. Door de geautomatiseerde controle heeft de KMar nu meer tijd zich te richten op het observeren van het gedrag van reizigers. De poortjes zijn geschikt voor paspoorten met een chip uit alle EU-landen, IJsland, Liechten-
stein, Noorwegen en Zwitserland. De komende tijd worden reizigers uitgenodigd om van de poortjes gebruik te maken. Het is de bedoeling het systeem later dit jaar volledig in gebruik te nemen. In totaal komen er 36 stuks (bij vertrekhal 3, aankomsthal 3 en bij het grensfilter tussen Schengen en nietSchengen). Reizigers kunnen desgewenst ook dan nog naar de gebruikelijke balies voor hun paspoortcontrole.
Een passagier op Schiphol loopt door poortje voor geautomatiseerde paspoortcontrole.
Politieteam tegen grensoverschrijdende criminaliteit bad nieuweschans Met de ondertekening van een convenant in Bad Nieuweschans is vorige
week het tweede grensoverschrijdende politieteam (GPT) officieel in dienst gesteld. De Koninklijke Marechaussee, de Duitse Landespolizei en Bundespolizei werken voortaan nauw samen om grenscriminaliteit te bestrijden.
Het eerste GPT in Bad Bentheim heeft in zijn eerste jaar zo’n zevenhonderd strafbare feiten aan het licht gebracht. “De gemeenschappelijke patrouilles hebben een duidelijke meerwaarde”, zegt brigadegeneraal Ronald Harmsma, directeur operaties van de KMar. "Bovendien verhogen ze het veiligheidsgevoel van de burgers aan beide zijden
van de grens.” Het politieteam Bad Nieuweschans telt vier marechaussees van District Noord-Oost, twee politieagenten van de Landespolizei Osnabrück en twee van de Bundespolizei Hannover. Ze voeren gemengde Nederlands-Duitse patrouilles uit in het grensgebied van het Waddengebied tot de lijn Hoogeveen-Emmen/Meppen. Doel
hiervan is grensoverschrijdende delicten zoals mensenhandel, drugssmokkel en voertuigcriminaliteit effectiever te bestrijden. Nederlandse marechaussees mogen in Duitsland optreden en Duitse politieagenten kunnen in Nederland worden ingezet.
Minister verrast VeVa-deelnemers ede Een gastcollege van minister Hillen, een nieuw mouwembleem en de mogelijkheid om straks met de opleiding genie/bouw als genist de landmacht in te gaan. Het kon vorige week niet op voor deelnemers Veiligheid en Vakmanschap op het ROC A12 in Ede.
IGK bereikbaar via intranet den haag Een verzoek om bemiddeling indienen bij de
Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK) kan sinds vorige week via P&O Selfservice.
Het ‘Verzoek om bemiddeling IGK’ is te vinden op de startpagina bij ‘formulieren’. Na invullen en verzenden komt het automatisch bij het secretariaat van de IGK binnen. Jaarlijks ontvangt de IGK ruim vijfhonderd verzoeken om bemiddeling.
Dat gebeurt wanneer reguliere mogelijkheden om problemen op lossen niet tot het gewenste resultaat leiden. Op de intranetpagina IGK, bereikbaar via het Intranetportaal Defensie onder ‘Links’, is meer informatie te vinden.
“Jullie zijn de toekomst van Defensie”, zei minister Hillen bij het betreden van de school. Samen met de Hoofddirecteur Personeel luitenant-generaal Willem van de Water onderstreepte hij het belang van deze middelbare beroepsopleiding. Want ondanks de bezuinigingen gaat Defensie door met werven van nieuw personeel. Elk jaar zijn er zo’n drieduizend jonge militairen nodig om de krijgsmacht ook in de toekomst op sterkte te houden in de juiste personeelsamenstelling. Hillen benadrukte dat de VeVa een goede opleiding is, die uitzicht biedt op een baan bij Defensie. “Jullie hebben hiermee een goede startkwalificatie, die zo nodig ook na jullie militaire loopbaan goede kansen in de samenleving biedt.”
A12 gaat vanaf 2012 naast grondoptreden ook de opleiding genie/bouw aanbieden. Meer dan honderd deelnemers worden dan op dit ROC en met stages bij Defensie klaargestoomd voor een baan bij de krijgsmacht. De VeVadeelnemers hebben na het afronden van de opleiding een grotere kans op een baan bij Defensie en de vervolgopleidingen zijn voor hen korter.
Havelte
Donderdagmorgen stonden achttien deelnemers van ROC Noorderpoort uit Groningen aangetreden op de Johannes Postkazerne in Havelte. Het was de eerste keer dat het VeVA-diploma op militaire wijze werd uitgereikt. De aspirant-militairen volgden hun
Nederlanders in Afghanistan culinair verrast kunduz
Rood erekoord uitgereikt Wezep
Majoor Jos van ’t Erve kreeg vorige week het rood erekoord uitgereikt op de Prinses Margriet Kazerne in Wezep. Aanleiding was een reanimatie april vorig jaar die de secretaris van de hondenvereniging in Emst het leven redde. De plaatsvervangend bataljonscommandant 101 Geniebataljon ontving het ereteken uit handen van commandant 101 Geniebataljon, luitenantkolonel Ed Caelen.
opleiding deels bij 43 Gemechaniseerde Brigade. Zestien van de geslaagden hebben al een baan bij Defensie. In Den Bosch kreeg de eerste lichting 'grondsoldaten' van het Koning Willem I College in Den Bosch woensdagmiddag hun diploma. Daar slaagden negen deelnemers voor de opleiding 'Veiligheid en Vakmanschap'.
Carpaccio, coquilles, tamme eend met rode biet en kingboleet en taart van chocolade met een mousse van passievruchten toe. Chef-kok Rik Jansma van restaurant Basiliek (1 Michelinster) in Harderwijk trakteerde de in Noord-Afghanistan uitgezonden Nederlanders afgelopen maandag op een wel heel smakelijke maaltijd. Aanleiding voor het bezoek van de chef-kok was een terloopse belofte aan een collega uit zijn restaurant, wiens vriend eerder op uitzending was geweest. “Ik zei dat ik graag eens zou koken daar”, memoreert Jansma. “Enkele dagen later volgde een telefoontje vanuit Defensie met de vraag of ik het idee concreet wilde maken.”
Het resultaat mocht er zijn. De maaltijd vormde na vier maanden een welkome afwisseling van de smaken uit de Duitse keuken op het kamp in Kunduz. Een paar dagen eerder kookte hij ook voor de 150 luchtmachters op Mazar-e-Sharif. Chefkok Jansma en zijn hulpkoks kregen een oorverdovend afsluitend applaus van alle Nederlanders.
missie
defensiekrant nr 13 – 5 april 2012 3
Nederlandse bijdrage klaar voor vertrek naar Zuid-Sudan
‘Steentje bijdragen aan betere wereld via UNMISS’ harskamp De uitspraak is dezelfde als die van haar voorganger en van UNMIS naar UNMISS scheelt maar één letter. Toch is de missie compleet nieuw, want
United Nations Mission in the Republic of South Sudan speelt zich af in een nieuwe natie: Zuid-Sudan. Dat land werd op 9 juli 2011 onafhankelijk van Sudan. 24 Nederlandse militairen helpen het nieuwe land op te bouwen. Veertien marechaussees hielden afgelopen week hun eindoefening. De witte terreinwagen, met daarop de blauwe vlag van de Verenigde Naties en de zwarte letters 'UN' op beide zijkanten, wordt tot stilstand gebracht door twee boeren. Ze staan langs een onverharde weg in de omgeving van Harskamp, in het oefenscenario Zuid-Sudan. De twee Nederlandse blauwgehelmde marechaussees stappen uit hun VN-voertuig en krijgen te horen dat ze twee mijnen hebben gevonden, dichtbij hun akker. Of de VN ze even op wil ruimen, want ze kunnen niet op hun land werken. “De kinderen uit het dorp gaan ermee spelen”, wijzen ze later in het Engels op de gevaren. De melding wordt doorgegeven en de adjudant van de KMar zet het mijnenveld af met lint en waarschuwingsbordjes. De boeren zijn voorlopig tevreden gesteld en de patrouille kan verder.
Accent van de missie
De VN Veiligheidsraad richtte een dag voor de onafhankelijkheid van ZuidSudan UNMISS op. Het accent van de missie ligt op staatsopbouw, mensenrechten, bescherming van de burger-
bevolking, beheersing van interne conflicten door aanwezigheid van militaire capaciteit, vredesopbouwactiviteiten en de versterking van de veiligheidssector in Zuid-Sudan. Dit alles om de overheid in staat te stellen om effectief en democratisch te regeren. Het is een geïntegreerde missie, waarin militaire en civiele inspanningen worden samengebracht. De Nederlandse bijdrage geldt voor de duur van twee jaar, mits de VN Veiligheidsraad het mandaat van UNMISS na 9 juli 2012 verlengt.
Takenpakket
De taken van de Nederlanders in ZuidSudan zijn divers. Zeven militairen van de diverse krijgsmachtdelen zijn actief op het VN-hoofdkwartier in de hoofdstad Juba. Zij vertrokken al eerder richting Afrika en acclimatiseren momenteel in Uganda. De marechaussees zijn straks actief in de vier zuidelijke provincies. Zij gaan zich onder meer bezighouden met het geven van training aan lokale politieagenten
en ze zullen het werk van de politie monitoren. Ze werken daarbij intensief samen met Nederlandse politiemensen, die ook deelnamen aan de eindoefening in Harskamp. Daarnaast levert Nederland nog twee liaisonofficieren, om op lokaal niveau contact te onderhouden met het Zuid-Sudanese leger. De bevolking helpen met het opbouwen van hun land is een belangrijke reden voor eerste luitenant Angela Bens zich in te zetten namens de VN. “Het is niet zo dat ik denk dat wij daar even de wereld zullen veranderen, maar ik wil wel graag een steentje bijdragen aan een betere wereld. Al is het maar een fractie. Ook het avontuur, het opereren en wonen in een land met een compleet andere cultuur spreekt mij aan.” In eerste instantie zou luitenant Bens deelnemen aan de UNMIS-missie, totdat het zuiden onafhankelijk werd. “Dat gaat nu over in UNMISS. We staan al anderhalf jaar klaar. Telkens werd het uitgesteld. Maar nu gaan we dan eindelijk!”, zegt ze vol enthousiasme.
Republiek Zuid-Sudan Zuid-Sudan (officieel de Republiek Zuid-Sudan) is een land in het oosten van Afrika. De bevolking van Zuid-Sudan sprak zich in januari 2011 uit voor onafhankelijkheid. Bij het referendum stemde 98,83 procent van de kiezers voor afscheiding van de rest van Sudan. Het referendum was onderdeel van het vredesakkoord uit 2005, dat een einde maakte aan een langdurige burgeroorlog met het noorden. Sinds 9 juli 2011 is het onafhankelijk. De hoofdstad is Juba. Nederland heeft inmiddels een ambassade in de nieuwe staat, waar ook een Defensie-attaché is geplaatst.
Ongewapend
De Nederlandse militairen komen op functies terecht waarbij ze ongewapend op zullen treden. Alleen de militaire eenheden binnen UNMISS zijn gewapend, maar daar levert Nederland geen militairen aan. Wachtmeester1 Maarten Persenair: “Het voelde in eerste instantie vreemd om ongewapend te zijn. Dat zijn wij niet gewend. Maar het heeft uiteindelijk een positieve uitwerking op onze missie. Ik zie het als voordeel, want zonder wapen kom je veel vriendelijker over. Mensen zullen eerder op je afkomen om
met je te praten. Een goede band met de samenleving is essentieel voor ons werk. Nee, onveilig voel ik me niet. Als we een gevaarlijk gebied in zouden moeten, kunnen we altijd nog rekenen op force protection.” Medio april vertrekken de vijftien marechaussees naar Zuid-Sudan. De planning is dat ze in oktober van dit jaar terugkeren naar Nederland.
|| tekst tlnt
joost ploegmakerrs
|| foto’s sm maartje roos, avdd
Boven Tijdens de eindoefening werd in de tuin van een KMar-gebouw een politietraining gegeven aan lokale politieagenten. Midden Twee VN-militairen in gesprek met een gevangenisdirecteur. Contact met ‘het plaatselijke gezag’ is belangrijk tijdens de UNMISS-missie. Rechts Terwijl zijn collega in gesprek is met lokale boeren die mijnen hebben aangetroffen, zet de adjudant het mijnenveld af.
Luchtverdedigingscommando opgericht vredepeel
De grondgebonden luchtverdedigingseenheden van de krijgsmacht zijn afgelopen donderdag officieel ondergebracht in het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando in Vredepeel. Een historisch moment.
“Hiermee beschikt Nederland over een moderne eenheid, waarmee we bescherming kunnen bieden tegen luchtdreiging van vliegtuigen, helikopters, unmanned aerial vehicles, ballistische raketten en kruisvluchtwapens”, zei Commandant der Strijdkrachten generaal Peter van Uhm tijdens de oprichting. De kern van de nieuwe eenheid bestaat uit personeel van de Groep Geleide Wapens van de luchtmacht en het Commando Luchtdoel-artillerie van de landmacht.
Hoogwaardig
De nieuwe eenheid valt organisatorisch
onder de KL, maar commandant wordt luchtmachtkolonel Erik Abma.
hoofdstuk begonnen”, zo sprak Van Uhm.
naamsverandering
Het DGLC bestaat uit 850 mannen en vrouwen die met Patriot en NASAM luchtdoelraketten voor de langere afstand en Fennek verkennings- en bewakingsvoertuigen met Stingers voor nabijverdediging een effectieve luchtverdediging uitbrengen.
Bezuinigingen en zoeken naar mogelijkheden voor efficiency hebben bij de plannen een belangrijke rol gespeeld. Naast de oprichting van het DGLC is ook de locatienaam veranderd en is Luchtmachtbasis De Peel omgedoopt tot Luitenant-generaal Bestkazerne. Best was de commandant van de luchtvaartafdeling (landmacht) in de meidagen van 1940. “Hiermee is de nu al rijke historie van de luchtverdediging geen gesloten boek, maar is met de oprichting van deze eenheid een nieuw
De ceremonie in Vredepeel werd bijgewoond door Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Sander Schnitger en plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten generaalmajoor Marc van Uhm.
reorganisatie 4 defensiekrant nr 13 – 5 april 2012
Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Sander Schnitger:
‘Als team focussen op operationeel product’
den haag Samen de schouders eronder, met als focus het operationele product. Zo vliegt de net
aangetreden Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Sander Schnitger de ingrijpende reorganisatie voor de luchtmacht aan. De ervaren F-16 vlieger weet als geen ander dat een complexe missie alleen kan slagen met de steun van alle medewerkers.
‘Teamwork’, was het antwoord dat kapitein-vlieger Sander Schnitger ooit gaf op de vraag naar de belangrijkste voorwaarde om te kunnen schitteren met het NF-5 demoteam Double Dutch. Als kersverse Commandant Luchtstrijdkrachten moet de inmiddels tot luitenant-generaal opgeklommen Schnitger glimlachen als hij aan die uitspraak wordt herinnerd. “Want ook om de reorganisatie van het Commando Luchtstrijdkrachten in goede banen te leiden, vertrouw ik op teamwork. Reorganiseren doe je niet in ‘splendid isolation’, daar heb je de steun van alle medewerkers hard bij nodig. Zonder de inzet van een ieder lukt het namelijk nooit om tot een goed resultaat te komen.”
Langs de velden
Precies om die reden begon Schnitger direct na zijn aantreden als C-LSK met een ‘rondje langs de velden’. “Daarbij heb ik bij de onderdeelscommandanten nog eens onderstreept waar we met de luchtmacht de komende tijd naar toe willen. Onze focus ligt nog steeds op het operationele product. De taak van de luchtmacht is om ingezet te worden, waar ook ter wereld en wanneer de samenleving dat van ons vraagt. Dat maken we ook dagelijks waar, met onze jachtvliegtuigen, helikopters, luchttransportvloot of Geleide Wapens en met gemotiveerd personeel. Tegelijkertijd ligt er een stevige bezuinigingsopdracht, die bedoeld is om de hele krijgsmacht op orde te brengen. De Koninklijke Luchtmacht wordt daarbij niet ontzien: het aantal F-16’s wordt gereduceerd, we moeten helikopters afstoten, een DC-10 wordt ingeleverd, de Patriot-batterijen gereduceerd. De komende tijd vormt een grote uitdaging om een dergelijk ingrijpende reorganisatie goed te doorlopen.”
Meten met de besten
Stabiliteit en duidelijkheid zijn voor Schnitger daarin belangrijke sleutelwoorden. “De kaders zijn geschetst, de randvoorwaarden voor de nieuwe organisatie bekend. Dus kunnen we ons nu concentreren op de invulling. Binnenkort zet ik daar mijn handtekening onder en melden we onze bevindingen en resultaten aan de Coördinerend Projectleider Reorganisatie. Vervolgens kunnen de onderdeelscommandanten aan de slag met - zoals gezegd - de focus op het operationele product. Onze Nederlandse luchtmacht kan zich nog steeds met de besten in de wereld meten, dat bewijzen we keer op keer in zowel oefeningen als daadwerkelijke missies. We blijven daarom investeren in onze professionaliteit.
Daarnaast vind ik het belangrijk dat er standaardisatie komt in de processen van de bedrijfsvoering. Verder geef ik prioriteit aan het op orde brengen van de materieelvoorraden, de vulling van de organisatie en het ‘current’ houden van de geoefendheid. Daarmee gaat de inzetbaarheid omhoog en zijn we straks nog beter in staat om ons luchtwapen in te zetten.
Communicatie
De luchtmachtbaas beseft dat er momenteel een fors beroep wordt gedaan op het incasseringsvermogen van zijn personeel. “Ik realiseer me dat de kans bestaat dat men zich verloren voelt, als het ware gevangen zit in tabellen over knelpuntcategorieën en numerus fixus. Reorganisaties van een dergelijke omvang laten zich ook lastig uitleggen, zeker nu er de afgelopen jaren zo’n groot beroep is gedaan op de missiebereidheid van de luchtmacht. Tegelijkertijd ervaart iedereen hoe de economie er wereldwijd voor staat, dat er overal bezuinigd moet worden. We zullen eerst de zaken goed moeten oplijnen voordat we onze systemen, reservedelen en daarmee onze taakuitvoering weer helemaal op orde hebben. Dat betekent blijven vertellen, steeds maar je mensen uitleggen waarvoor je het doet. In de lijn en via de
‘De kaders zijn geschetst, de randvoorwaarden voor de nieuwe organisatie bekend.’ Dus kunnen we ons nu concentreren op de invulling' medezeggenschap communiceren en je besluiten toelichten, om zo het complexe verhaal uit te dragen. Vertrouwen in je mensen is daarbij van wezenlijk belang. Ik moet ze als commandant ook de ruimte durven geven, vrijheid van handelen zodat er draagvlak komt. Ze moeten zelf inzien dat het belangrijk is, dat er straks een organisatie staat die toegesneden is op de toekomst en die we samen dragen. En dat nieuwe huis is Rock Solid, dat verzeker ik u. In de tussentijd blijven we doen waar we goed in zijn: het leveren van inzet van ons luchtwapen, immers zonder die inzet is er geen missie meer succesvol. Daarvoor hebben we ons professioneel opgeleid en getraind personeel in de Koninklijke Luchtmacht hard nodig: Eén Team, Eén Taak blijft onverkort ons motto.”
De Defensiekrant besteedt uitgebreid aandacht aan de stand van zaken rond de reorganisatie. In een serie interviews geven de commandanten van de defensieonderdelen hun visie over wat al bereikt is en wat er nog staat te gebeuren. Deze week de afsluitende interviews met Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Sander Schnitger en de Commandant Landstrijdkrachten luitenantgeneraal Mart de Kruif.
reorganisatie
defensiekrant nr 13 – 5 april 2012 5
Commandant Landstrijdkrachten luitenant-generaal Mart de Kruif:
‘De tent blijft open’ den haag Luitenant-generaal Mart de Kruif nam eind 2011 het commando van de landmacht over. Zo werd hij middenin de totstandkoming van het ‘Masterplan Atlanta’ ineens eindverantwoordelijk voor de reorganisatie bij het grootste krijgsmachtsdeel. Een loodzware taak. “Geen enkel onderdeel blijft gespaard.”
‘Masterplan Atlanta’ is het allesomvattende document waarin alle maatregelen bij CLAS, verdeeld over ruim vijftig projecten, zijn uitgewerkt en op elkaar afgestemd. Generaal De Kruif was in zijn vorige functie als plaatsvervangend commandant al nauw betrokken bij het plan. “Ik kende de organisatie al van binnenuit,” stelt De Kruif, “en was al verantwoordelijk voor de programmaraad die de regie over alle reorganisaties voert. Ik was me ook al bewust van de emoties die de Beleids-
‘De daadwerkelijke inzet geeft inhoud aan ons werk en vervult de mensen met trots, ook nu’ brief van 8 april 2011 heeft losgemaakt. Ik kwam niet voor verrassingen te staan. De impact van de reorganisatie op ons personeel is groot. We raken de organisatie tot diep in de haarvaten en vergen het uiterste van onze mensen.
Bij de landmacht blijft geen onderdeel gespaard.” Dat de nieuwe commandant de gevoelige beslissingen van zijn voorganger, luitenant-generaal Bertholee, heeft ‘geërfd’, ziet hij niet als een belemmering. “Ik sta volledig achter zijn keuzes. Het opheffen van de tankbataljons bijvoorbeeld: ik zie de financiële noodzaak en vind het een terechte keuze. Hoe pijnlijk ook voor de direct betrokkenen én voor de landmacht.”
Investeren in de mens
Wat materieel betreft is de landmacht up-to-date, zeker nu de invoering van het infanteriegevechtsvoertuig CV90 praktisch is afgerond. Generaal De Kruif richt zijn zorg echter op ander ‘materieel’. “Ik ben blij met onze systemen, zoals de CV90, de Fennek en de Boxer, die nog gaat komen. Die systemen zijn goed en hebben groeipotentieel. Maar het belangrijkste systeem dat de landmacht in huis heeft, is de mens. Onze medewerkers vormen de kracht en het succes van ons optreden. Het is van het grootste belang dat we in de mens investeren. Dat betekent nu drie dingen.
We moeten er voor zorgen dat we de mensen die de organisatie verlaten goed begeleiden. Tegelijk willen we de jonge honden van de landmacht, ambitieuze
‘Ik kom alle mogelijke emoties tegen tijdens mijn werkbezoeken aan de eenheden’ officieren en onderofficieren, een mooie uitdaging blijven bieden, zodat ze bij ons willen blijven. En aan de onderkant moeten we er voor zorgen dat jonge mannen en vrouwen bij ons infanterist of genist willen worden. We moeten gevuld blijven.” Dat betekent niet dat het personeel rustig achterover leunend afwacht wat ‘Atlanta’ ze zal brengen. Op de landmachtkazernes is ook onrust en onzekerheid, weet De Kruif. “Ik kom alle mogelijke emoties tegen tijdens mijn werkbezoeken aan de eenheden. Woede, ongeduld, onzekerheid, angst, noem maar op. Ik herken en begrijp ze. We hebben een zware missie in Afghanistan gehad, 25 collega’s zijn omgekomen en ruim honderd fysiek gewond geraakt. En dan is er nog de impact die zo’n missie op mensen heeft. Het effect van vijf jaar Uruzgan ijlt na. We proberen zo snel en goed mogelijk duidelijkheid te creëren voor iedereen en zichtbaar te maken waar we heen gaan. Dat doen we met informatievoorziening in de lijn, met landmachtinformatiedagen, met een speciale intranetpagina en via het personeelsmagazine.” Eén pluspunt ziet de commandant wel. “De daadwerkelijke inzet geeft inhoud aan ons werk en vervult de mensen met trots, ook nu. Ik ben afgelopen week nog in Afghanistan geweest, waar we nog steeds met vierhonderd mensen in een missie zitten. Ook voor nationale operaties worden we continu ingezet. De tent is niet gesloten en blijft ook te allen tijde open.”
Goed militair
Waar de landmacht heen gaat? Kort na zijn aantreden als C-LAS presenteerde generaal De Kruif zijn ‘Visie op de landmacht’. Daarin omschrijft hij waar de landmacht voor staat. Alle reorganisaties worden uitgevoerd met die visie in het achterhoofd. De Kruif: “Van onze mensen verlang ik drie dingen om bij de landmacht te kunnen blijven: echt willen, goed en flexibel zijn. Het is aan de landmacht om aan te geven waar we naartoe gaan. Dat is de visie: waarom zijn wij op aarde? Het korte antwoord is vechten. We zijn geen Rambo’s, maar als het moet, dan kunnen we in het hoogste geweldsspectrum optreden. Daarvoor hebben we mensen nodig die grenzen durven opzoeken voor de goede zaak. Dat is de kern van de visie. En daarom ligt onze focus op onze operationele capaciteit.” || teksten
leo de rooij &
|| kap roel van de wiel || foto's wim salis, avdd
achtergrond 6 defensiekrant nr 13 – 5 april 2012
Boven Arthur Rademaker: "ruim 80% komt terug zonder klachten. Verder is het interessant om te zien dat 9,9% een maand na uitzending vermoeidheidsklachten heeft. Na zes maanden ligt dat percentage op 12,3%. Een toename dus."
Publiekspresentatie na vijf jaar Prismo
Onderzoek naar PTSS halverwege utrecht Vijf jaar geleden startte Prismo, het onderzoek naar factoren die een rol kunnen spelen in het ontstaan van klachten als gevolg van een uitzending. Onlangs verscheen de publiekssamenvatting, waarin het deelnemersveld wordt toegelicht, maar waarin ook voorzichtig de eerste conclusies getrokken worden. De Defensiekrant sprak met Arthur Rademaker, één van de onderzoekers. De aandacht naar uw onderzoek gaat met name uit naar PTSS-klachten. Is dat terecht?
“Ik denk van niet. Uit het overzicht blijkt namelijk dat uitgezonden militairen een scala aan klachten kunnen ervaren. PTSS is eigenlijk een containerbegrip, dus bijna alle klachten die militairen na uitzending ervaren, zou je onder PTSS kunnen scharen. Maar er zijn ook veel militairen die bijvoorbeeld alleen depressieve klachten of alleen vermoeidheidsklachten ervaren. Als je kijkt naar de eerste resultaten zie je dat 8,6% een maand na uitzending PTSS-achtige klachten heeft. Vijf maanden later is dat opgelopen tot 8,9%. Dat is lager dan de percentages die gevonden worden bij mensen die zijn blootgesteld aan ingrijpende gebeurtenissen in de burgerpopulatie. Aanvullend onderzoek moet uitwijzen bij hoeveel deelnemers aan Prismo daadwerkelijk sprake is van PTSS. Eerder onderzoek heeft namelijk aangetoond dat resultaten van vragenlijsten een overschatting geven voor wat betreft de indicatie van klachten. Zo’n zes procent ervaart uitsluitend vermoeidheidsproblemen. Ruim 80% komt terug zonder klachten. Verder is interessant om te zien dat een kleine
Wat is Prismo? Prismo staat voor Prospectie in Stressgerelateerd Militair Onderzoek. Dat wordt uitgevoerd onder duizend militairen die op uitzending zijn geweest naar Afghanistan (PRT en/of TFU). Het deelnemersveld bestaat uit manschappen (61%), onderofficieren (26%) en officieren (13%). Iets meer dan de helft was nog niet eerder uitgezonden. De leeftijd varieert van achttien tot zestig jaar, het gemiddelde ligt op 28 jaar. 91% van de deelnemers is man.
tien procent een maand na uitzending vermoeidheidsklachten heeft. Na zes maanden ligt dat percentage op 12,3%. Een toename dus. Dat is interessant om verder te onderzoeken.”
Zijn de onderzoekscijfers zorgwekkend?
“Ik vind persoonlijk dat de aantallen van militairen die klachten overhouden aan hun uitzending naar Afghanistan meevallen. Het aantal mensen met klachten ligt tussen de zes en tien procent, en uit eerder onderzoek weten we dat slechts een klein deel van deze mensen ook dusdanig last heeft van die klachten dat het hen belemmert in hun leven of functioneren. Dat er mensen met klachten terugkomen is te verwachten. We sturen de mensen niet naar de Efteling. Ze hebben in Uruzgan geopereerd binnen een hoog geweldsspectrum. Toch doen we het als Nederland goed, zeker in vergelijking met de aantallen die in andere landen gerapporteerd worden. Bovendien blijkt uit onze gegevens dat veruit de meeste militairen met psychische klachten goed de weg naar de hulpverlening weten te vinden.”
Wat is het doel van Prismo?
“Het onderzoeksdoel is het in kaart brengen welke factoren een rol kunnen spelen bij het ontstaan van klachten als gevolg van een uitzending. We volgen de deelnemers over een periode van tien jaar en kunnen met die informatie als het ware terug in de tijd. Als iemand bepaalde klachten heeft na uitzending, kijken wij of we die kunnen herleiden aan de hand van de gegevens die we hebben verzameld. En dus of die klachten redelijkerwijs toe zijn te wijzen aan zijn/haar uitzending.”
Maar hoe is te bepalen of een aandoening toe te schrijven is aan een uitzending? “Omdat wij weten wat het startpunt was van de deelnemer. Door informatie te verzamelen voordat men op uitzending gaat, kunnen wij een relatie leggen
tussen klachten die na uitzending ontstaan zijn en eigenschappen die al voor de uitzending aanwezig waren. De meetmomenten van voor de uitzending en kort na de uitzending, zijn het meest interessant. Verschillen die ontstaan in de periode tussen die metingen zijn zeer waarschijnlijk toe te schrijven aan de uitzending. Jaren later is de kans groter dat een andere gebeurtenis van invloed was. Daar proberen we zo goed mogelijk rekening mee te houden.”
Naar welke factoren die invloed zouden kunnen hebben, kijkt u?
“We kijken naar achtergrondvariabelen als persoonlijkheid, traumatische ervaringen in de jeugd en sociaal demografische kenmerken. Naar de mate van blootstelling aan ingrijpende gebeurtenissen tijdens de uitzending en hormonen in het bloed."
Wat is de werkwijze bij het onderzoek?
“Het onderzoek loopt tien jaar, er zijn 1032 deelnemers die tussen 2005 en 2008 (PRT 3 t/m TFU 7) in Afghanistan hebben gediend. Het onderzoek begon met het invullen van vragenlijsten door de deelnemers voordat ze op uitzending gingen. Ook hebben we bloed en speeksel afgenomen. Hetzelfde hebben we een maand en zes maanden na hun uitzending gedaan. Een, twee, vijf en tien jaar na hun Afghanistan-missie vullen ze weer een vragenlijst in. In totaal zijn er dus zeven meetmomenten. Daarnaast hebben we vorig jaar ter controle ook interviews gehouden, waarmee we de betrouwbaarheid van de vragenlijsten waarborgen.”
Wat gebeurt er met de onderzoeksresultaten? “De door ons verzamelde gegevens kunnen veel kennis opleveren over stressreacties en het ontstaan van klachten opleveren. We krijgen op deze manier meer inzicht hoe we deze klachten na uitzending eerder kunnen
herkennen. Zo kunnen we ze op termijn beter behandelen of zelfs voorkomen.”
|| tekst
tlnt joost ploegmakers
|| foto’s avdd
Biologisch profiel Neuropsycholoog Mirjam van Zuiden presenteerde in maart van dit jaar de resultaten van haar promotieonderzoek binnen Prismo. Zij ontdekte dat Nederlandse militairen die na hun missie terugkeren met symptomen van posttraumatische stress stoornis (PTSS), depressie of ernstige vermoeidheid, voorafgaand aan hun missie al een ander biologisch profiel hebben dan militairen die na uitzending geen klachten hebben. In haar onderzoek onderzocht Van Zuiden of de militairen zes maanden na terugkeer van hun missie PTSS, depressieve of vermoeidheidssymptomen hadden ontwikkeld. Vervolgens werd onderzocht of deze klachten konden worden voorspeld aan de hand van biologische factoren. Deze factoren werden gemeten in bloed dat afgenomen was voordat de militairen op uitzending gingen. Uit het onderzoek blijkt dat ondanks dat symptomen van PTSS, depressie en vermoeidheid vaak samen voorkomen in één individu, er voor deze drie symptomen wel verschillende risicofactoren zijn. Eén van de gevonden biomarkers is dat bij militairen die na uitzending veel PTSS-symptomen hadden, voorafgaand aan de uitzending meer receptoren voor het stresshormoon cortisol in hun witte bloedcellen werden gevonden. Die receptoren (ofwel boodschappereiwitten) geven de signalen van cortisol door binnen het lichaam. Verder werd onder andere gevonden dat militairen die terugkeerden met depressieve symptomen voorafgaand aan de uitzending een hogere capaciteit hadden om cytokinen te maken. Dit zijn eiwitten die een belangrijke rol spelen bij ontstekingsreacties in het lichaam. Het was de eerste keer dat militairen die op uitzending gaan op deze manier zijn onderzocht. Toch kunnen de resultaten niet direct worden toegepast. Onderzoeker Mirjam van Zuiden: “We hebben het verband tussen het ontstaan van klachten en het biologische profiel van de militairen alleen aangetoond bij de deelnemers als groep, niet als individu. Het is dus niet zo dat we nu van tevoren kunnen bepalen of iemand PTSS gaat krijgen. Om iets te kunnen zeggen over een individu moet er nog veel meer onderzoek worden gedaan. In de praktijk is het nog te vroeg om er al iets mee te doen.”
Defenitie PTSS Posttraumatische stressstoornis is een psychische aandoening. Het valt onder de angststoornissen. De aandoening ontstaat als gevolg van ernstige stressgevende situaties, waarbij sprake is van levensbedreiging, ernstig lichamelijk letsel of een bedreiging van de fysieke integriteit. De symptomen zijn herbeleving (nachtmerries of flashbacks), vermijding van herinneringen of emotionele uitschakeling hiervan, ernstige prikkelbaarheid en slaapstoornissen, extreme spanning als gevolg van bepaalde prikkels, irritatie en hevige schrikreacties. Het is ook mogelijk dat de persoon symptomen van andere psychische aandoeningen vertoont zoals een klinische depressie.
en verder
defensiekrant nr 13 – 5 april 2012 7
dekaatjes heten de gratis advertenties in de Defensiekrant. De tekst mag niet langer zijn dan veertig woorden en kan alleen schriftelijk of per e-mail worden ingediend. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud, noch voor de gevolgen van de plaatsing. Graag ‘Dekaatje’ vermelden. Dekaatjes kunnen worden ingestuurd naar
[email protected], ovv naam, adres, woonplaats eventueel telefoonnummer, onderdeel en registratienummer. Let op: de Defensiekrant wordt iedere week ook op internet gepubliceerd.
Woningen
4 slpkmrs plus zolder, moderne luxe design keuken en badkmr, ruime onder architectuur aangelegde tuin aan het water (Asterdplas). Vr.pr.: € 399.000,- k.k. Zie www.funda.nl of bel 06-51573716.
Te koop: Delft, Ezelsveldlaan 81, goed onderh. mod. appartement in centrum, met dakterras, privé parkeerpl., berging in onderbouw. Ligging in monumentale complex De Museumhof. Kijkt uit over het historische centrum. Info: Van Daal Makelaardij 015-2127300, www.vandaalmakelaardij.nl of op www.funda.nl
Te koop: Breda, Nieuw Putoor 2, ruime 2/1 kapwoning. Royale tuingerichte woonkmr,
sfeervolle, gemod. jaren 30 eindwoning in de Westerparkwijk met 3 slpkmrs op 115 m² eigen grond. Authentieke elementen zoals glas-inloodramen. Op 4 min van vlb. Vr.pr.: € 137.500,- k.k. Zie www.kammingamakelaars. nl of www.funda.nl
te koop: Julianadorp, Kruiszwin 3215, hoekwoning met garage, 4 slpkmrs, keuken met inb.app., badkmr met douche en 2e toilet, balkon en tuin op W. Winkels en scholen op loopafstand. Vr.pr.: € 157.500,- k.k. Zie www.funda.nl of www.laanmakelaars.nl
aangelegde tuin met 2 zonneterrassen op 715 m2 eigen grond. Rust,veilig wonen met veel privacy. Vr.pr. € 349.000,- k.k. Zie www.funda. nl of bel 06-40143557.
Recreatie Te huur: Ruim, vrijstaand 5 pers. chalet in Parc Mont St. Jacques Trois-ponts (Belgische Ardennen). Hier kunt u volop genieten van rust, mooie uitzichten en prachtige natuur. Mail:
[email protected] of bel na 18:00 uur: 070-2111666.
Apeldoornsestr 48-4 met 4 kmrs, badkmr, nette keuken/badkmr. Woonopp. 70 m². Perc. 330 m2² met hot-tub en tuinhuis 8 m². Vr.pr. € 92.500,- k.k. Zie www.vakantiehuiswinkel.nl gelderland/Voorthuizen
Diversen Te koop: Avondtenue (AT) Gnkd, rang Kap, bestaande uit jas mt 50 en broek W32/L30-32. Lichaamslengte 168 cm. Vr.pr. € 150,-. Tel 06-48447191.
Te koop: Wieringerwaard, Sportlaan 3, goed Te koop: Leeuwarden, Beetgumerstraat 14,
onh. vrijst. bungalow met garage, 4 slpkmrs,
Te koop: Recreatiewoning, Voorthuizen,
‘Werkdruk tijdens internationale oefening Frisian Flag vertienvoudigd’
Unieke training luchtverkeersleiders nieuw milligen Ter voorbereiding op de internationale jachtvliegoefening Frisian Flag, trainden de luchtverkeersleiders afgelopen week in de driedimensionale torensimulator van het Air Operations Control Station Nieuw Milligen (AOCS NM). Nog niet eerder kregen zij de kans zich op deze manier voor de grootscheepse oefening op te werken.
Toren- en radarluchtverkeersleiders kunnen sinds kort samen virtueel trainen in de verkeerstorensimulator van de School of Air Control op AOCS NM. “De verschillende systemen waarop vooraf apart geoefend werd, kunnen nu via een netwerk aan elkaar gekoppeld worden”, vertelt commandant van de school majoor Hans de Ruijter. “Dit heeft een grote meerwaarde, vooral bij het trainen van scenario’s waaraan tientallen vliegtuigen deelnemen. Iets wat we in de dagelijkse praktijk niet gewend zijn.” In de replica van de verkeerstoren zijn twee luchtverkeersleiders geconcentreerd aan het werk, de tower en de ground controller. Het 360 graden scherm rondom hen is een exacte weergave van vliegbasis Leeuwarden. “Op basis van luchtfoto’s hebben we alle Nederlandse militaire vliegbases in een driedimensionale weergave nagebouwd”, legt instructeur tower controller kapitein Joost van Weelderen uit. Ook de jachtvliegtuigen die één voor één voorbij taxiën en even verderop opstijgen zijn realis-
tische weergaves van de 45 vliegtuigen van de acht deelnemende landen. “Ik heb hier echt het gevoel dat ik op 'Leeuwarden ben', zegt hij terwijl de vlieggeluiden in dolby surround de ruimte vullen.
waarbij het zicht drastisch beperkt wordt. “Natuurlijk weet iedereen heel goed hiermee om te gaan, maar in een scenario waarbij 45 vliegtuigen rondvliegen, is het toch heel andere koek.”
Moeilijkheidsgraad
“De werkdruk wordt zo ongeveer vertienvoudigd”, beaamt radar controller eerste luitenant Max Drube. Hij werkt al vijftien jaar in deze functie, maar een situatie als tijdens Frisian Flag maakt hij maar zelden mee. “Het is erg prettig om je op deze manier op te werken voor deze grootschalige internationale oefening. Als gastheer en ondersteunende eenheid wil je zo goed mogelijk voorbereid zijn. Deze veelzijdigheid aan scenario’s kunnen we in de echte praktijk niet trainen. Nu kunnen we alle procedures oefenen en alternatieve plannen in geval van vliegproblemen testen en waar nodig aanpassen. We leren anticiperen op onvoorziene situaties en om te gaan met de hoge werklast.” De missies zijn achteraf uitgebreid te evalueren aan de hand van
Tijdens de vierdaagse training krijgen de vier tower controllers, zes ground controllers, acht radar controllers en de twee assistenten een twintigtal scenario’s voorgeschoteld. “De moeilijkheidsgraad zit hem in het grote aantal vliegtuigen dat we in korte tijd te verwerken krijgen”, legt Van Weelderen uit, die tevens één van de scenarioschrijvers is. “Binnen 45 minuten moeten alle vliegtuigen in de lucht zijn en binnen een half uur tot een uur, afhankelijk van het weer, moet alles weer geland zijn. Dat is een behoorlijke opgave.” Daarbij krijgt de ervaren luchtverkeersleiding te maken met allerlei onverwachte problemen, zoals vogelaanvaringen, brandstoftekorten en -lekkages en de overgang van goed naar slecht weer,
Anticiperen
de geregistreerde beelden en onderlinge communicatie tussen de luchtverkeersleiding en de vliegers. Vanuit verschillende invalshoeken, zoals de verkeerstoren, cockpit, ingezoomde beelden van het terrein of vanuit helikopterview bekijken de deelnemers het gespeelde scenario.
Reservist
Onder de trainingsfiguranten bevindt zich voormalig F-16 vlieger kapitein Chris Bijdevaate. Samen met enkele toren- en radarcontrollers kruipt hij tijdens de scenario’s in de huid van jachtvlieger. “Ik leer de verkeersleiding de mogelijkheden, maar vooral de onmogelijkheden van de verschillende vliegtuigtypes en geef hen inzicht in de missie vanuit het perspectief van de vlieger. Zo geef ik aan als ik niet hoger of langzamer kan gaan vliegen, wanneer zij dat van mij vragen. Sommige vliegtuigen lopen namelijk de kans op aanvriezen bij te hoog vliegen met koud weer of storten onder een bepaalde snelheid neer. Deze specifieke eigen-
Frisian Flag De internationale jachtvliegoefening Frisian Flag vindt van 16 tot en met 26 april plaats op vliegbasis Leeuwarden. Tijdens de grootschalige oefening trainen 45 vliegers luchtverdediging en ondersteuning van grondroepen. De scenario’s spelen zich af in het oefengebied ten noorden van de Waddeneilanden, waar het civiele luchtverkeer niet wordt gehinderd. Ook de inzet van de reddingshelikopter kan gewoon doorgang vinden indien noodzakelijk. Met de oefening bereiden Belgische, Britse, Duitse, Finse, Nederlandse, Noorse, Poolse en Zweedse eenheden zich voor op complexe missies in internationaal verband, zoals die in Afghanistan en Libië. schappen van, met name buitenlandse vliegtuigen, zijn niet altijd bekend bij de verkeersleiding. Met de operationele kennis die ik als vlieger heb, kan ik een nuttige bijdrage leveren aan dit opwerktraject." Bijdevaate is één van de acht reservisten die naast zijn baan bij een commerciële luchtvaartmaatschappij bij de School of Air Control werkt. Daar geeft hij onder meer lessen vliegtuigkennis aan verkeersleiders in opleiding.
Torensimulator
De verkeerstorensimulator van de Koninklijke Luchtmacht is de modernste ter wereld. Het is een één op één replica van de militaire verkeerstoren, waarin het nagebootste omgevingsbeeld van buitenaf op het 360 graden ronde scherm wordt geprojecteerd. Het 3-D omgevingsgeluid complementeert de beleving tijdens de training. Behalve de kwalitatief hoge trainingsmogelijkheden biedt de simulator een veilige, milieu- en kostenbesparende oefenmogelijkheid. De simulator is sinds 23 april 2009 in gebruik en eigendom van de School of Air Control van het AOCS NM. Hier worden militaire luchtverkeers- en luchtgevechtsleiders opgeleid. Rechtsboven Instructeur Tower Control kapitein Joost van Weelderen in de driedimensionale torensimulator. Op de achtergrond een ingezoomd beeld van taxiënde Eurofighters, waarmee onder meer de Britse en Duitse luchtmacht vliegen. Rechtsonder Het 360 graden rondom geplaatste scherm laat een exacte weergave zien van vliegbasis Leeuwarden. Linksboven De radar controllers trainen het begeleiden van het vliegverkeer bij vertrek en aankomst. Zij zijn de schakel tussen de torenverkeersleiders en de gevechtsleiders. Linksonder F-16 vlieger kapitein bd Chris Bijdevaate brengt de luchtverkeersleiding nuttige vliegtuigkennis bij. Tijdens de training voor Frisian Flag figureert hij als vlieger van diverse jachttoestellen.
|| tekst
jopke Rozenberg-van lisdonk
|| foto’s sm gerben van es, avdd
en verder
8 defensiekrant nr 13 – april 2012
Speelgoed voor Afghaanse kinderen
vijf vragen aan
Sergeant Karen explosief uit de Tweede Wereldoorlog in Nederland ruimen of een geïmproviseerd explosief in een uitzendgebied."
3
Hoe denk je over het gevaar dat dit werk met zich meebrengt? "Je moet je goed realiseren dat er altijd iets mis kan gaan en ik ben me daarvan bewust. Je zorgt er dan ook altijd voor dat je als team weet welke handelingen er aan een explosief worden verricht. Als het kan, werken we zoveel mogelijk op afstand, bijvoorbeeld met de robot."
4 Soesterberg De specialist slaagde er als eerste vrouw in de twaalf maanden durende opleiding tot explosievenopruimer te voltooien. Een regelrecht unicum, want door het zware eisenpakket komen slechts weinig militairen door de selectie.
1
Hoe voelt het om de eerste vrouwelijke explosievenopruimer te zijn. Voel je je een voortrekker? "Het voelt echt fantastisch dat ik de opleiding succesvol heb afgerond. Dat ik de eerste vrouw ben, is leuk en het geeft iets extra’s. Maar ik voel me zeker geen voortrekker. Ik ben van mening dat sekse geen verschil maakt. Het gaat om de capaciteiten van de persoon en of hij/zij in de cultuur van het desbetreffende onderdeel past."
2
Wat trekt je zo aan in munitieartikelen? "Onder meer de diversiteit. Er zijn zoveel verschillende soorten: klein, groot, eenvoudig en zeer gecompliceerd. Maar wat er vooral speciaal aan is, is dat jij de specialist op dit gebied bent. Jij bent degene die erbij wordt geroepen om een probleem op te lossen. Dat kan bestaan uit een
Hoe ziet de opleiding tot explosievenruimer eruit? "Hieraan voorafgaande zit een flink sollicitatieproces, bestaande uit assessments in de vorm van rollenspellen en capaciteitentesten. Als je de juiste competenties bezit, kan het zijn dat je mag starten met de opleiding bij de EOD-school. Die bestaat uit vier modules. In de eerste wordt vooral de basis munitietechniek behandeld. In de tweede komt alle conventionele munitie aan bod. Deze heb ik ervaren als de pittigste. Je bent continu of in het leslokaal of op je kamer met je studieboeken in de weer. De derde module bestaat uit het ruimen van geïmproviseerde explosieven in Nederland. Dit is er eentje met bijna alleen praktijk, heerlijk. De laatste module is gericht op expeditionair optreden."
doorn Drie volle dozen speelgoed had Sebastiaan Deichman (10) samen met zijn klas van basis-
school ASV in Arnhem verzameld voor kinderen in Afghanistan. Luitenant-kolonel der mariniers Frank Boots nam het speelgoed vorige week op de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn in ontvangst. De Police Training Group neemt het speelgoed volgende maand mee naar Kunduz om uit te delen aan Afghaanse kinderen. “Eerst dacht ik dat het niet zou lukken”, bekent Sebastiaan aan overste Boots, Chief of Staff van de Police Training Group 3. “Maar met hulp van mijn moeder en mijn klas hebben we drie dozen gevuld.”
Boots complimenteerde Sebastiaan met het initiatief en zijn doorzettingsvermogen: “Dat is voor mariniers is voor mariniers een heel belangrijk aspect.” Als kers op de taart kregen Sebastiaan en zijn moeder een rondleiding over de kazerne. Vooral het ritje in de Viking viel in de smaak.
Hillen bij reünie Nieuw-Guinea-veteranen:
‘U bent peetvader van dat land gebleven’ rotterdam Op de dag af vijftig jaar geleden werden de strijdkrachten in Nieuw-Guinea met eenheden mariniers aangevuld. De versterkingen kwamen uit Nederland en vanaf de voormalige Nederlandse Antillen door de lucht en over water. Tweehonderd oud-mariniers en enkele oudlandmachtstrijders kwamen 28 maart naar de Rotterdamse Van Ghentkazerne om terug te blikken en bij te praten. Ook minister Hillen en burgemeester Ahmed Aboutaleb gaf acte de presence.
5
Hoe reageren je collega’s op je aanstelling? "Sceptisch, en terecht. Niet alle vrouwen kunnen omgaan met de mannencultuur binnen Defensie. Ik ben op 17-jarige leeftijd bij de pantsergenie terechtgekomen in een peloton vol mannen. Hierin ben ik zo’n beetje opgegroeid. Inmiddels ben ik eraan gewend de enige vrouw in het gezelschap te zijn en ik kan daar prima mee omgaan. Respect dwing je af door hard te werken en goed te zijn in je werk. Als je dat laat zien, niet teveel zeurt en tegen een grapje of stootje kan, komt het allemaal goed. Inmiddels merk ik dat ik geaccepteerd ben en dat doet me goed."
Defensieminister Hans Hillen, reünieorganisator Jaap Duin en P-Commandant Zeestrijdkrachten generaalmajoor der mariniers Ton van Ede bekijken het Ereboek van het Korps Mariniers.
Hillen toonde zich zeer betrokken bij de veteranen, voor wie het afscheid van Nieuw-Guinea lang geleden frustrerend was. Onder druk van de VS ging het rijksdeel via de Verenigde Naties over in Indonesische handen. “U heeft uw stinkende best gedaan en u bent als Nieuw-Guinea-gangers peetvader van dat land gebleven en van de mensen die daar wonen. Voor onze generatie is
Nieuw-Guinea nog altijd een litteken.” Aansluitend pleitte de bewindsman er wel voor om in de globale wereld ‘een bladzijde om te slaan’. Hierbij benadrukte hij de steeds warmere band tussen Nederland en Indonesië.
Papoea's
Veel van de oud-strijders zijn op humanitair gebied nog steeds betrokken bij
de voormalige kolonie. Met tal van projecten proberen zij de lokale Papoeabevolking te ondersteunen. Zo ook oud-landmachtsoldaat Henk Willemsen die dienstplichtig in Nieuw-Guinea diende. Hij runt al 25 jaar de Stichting Papoea Steunfonds, waarmee hij zijn blijvende betrokkenheid laat merken. Vandaag bevond Willemsen zich tussen bijna alleen maar mariniers. “Geen probleem”, glimlacht hij. “Ooit stond ik langs de route van een begrafenis, waar mariniers de kist begeleidden. Eén van hen herkende mij als Nieuw-Guineastrijder en haalde mij erbij. ‘Henk, jij hoort bij ons’, zei hij. Prachtig...” Volgend jaar hopen de oud-strijders elkaar weer te treffen voor de jaarlijkse reünie. Die is dan minder groots van opzet, maar vast niet minder intens voor wat betreft het delen van goede, maar ook pijnlijke herinneringen. || tekst
LTZSD 2OC Joost Margés
|| foto cees baardman
Gevangenen Stalag 371 herdacht in Oekraïne kiev De Nederlandse krijgsgevangenen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Stalag 371 Stanislau
gevangen hebben gezeten, zijn herdacht te Ivano-Frankivsk en Lviv. Van augustus 1942 tot januari 1944 zaten ongeveer tweeduizend Nederlandse officieren en cadetten in het Duitse kamp. De ceremonie vond plaats in bijzijn van enkele kinderen en een kleinkind van de toenmalige gevangenen. Namens Defensie waren defensieattaché in Kiev kapitein-luitenant ter zee Dick Reefman en assistent defensieattaché opperwachtmeester (KMar) John Lok aanwezig. Daarna kon tijdens een rondgang over het kamp een klein gedeelte van het gebouw van binnen bekeken worden. Voor sommigen was de herinnering aan hun vader hierbij zo sterk,
dat zij de tranen de vrije loop lieten. Op 15 mei 1942 riep de Duitse bezetter alle officieren en cadetten op zich te melden op vijf kazernes in Nederland. De verwachte routinecontrole bleek een valstrik te zijn. Nadat iedereen de kazerne was binnengegaan, gingen de poorten dicht en werden de militairen alsnog krijgsgevangen verklaard. De mannen gingen per trein naar Oflag XIII B Neurenberg-Langwasser en zes weken later naar Stalag 371 Stanislau. In het
eerste jaar overleden vier Nederlandse militairen: majoor A.J.J.M. Lohmeijer, luitenant-kolonel H. Keppel Hesselink, kolonel G.J. Potgieser en kapitein P.M.W.J. van der Slikke. Zij liggen begraven in Ivano-Frankivsk, waar tijdens het bezoek ook een plechtige herdenking werd gehouden. Uit het kamp ontsnapten tien officieren met succes. In januari 1944 ging de groep naar hun laatste kamp, Oflag 67 te Neubrandenburg. Tijdens deze reis
ontvluchtten 118 militairen, van wie een aantal succesvol. Van degenen die werden opgepakt, zijn er elf naar Mauthausen gestuurd en geëxecuteerd. Het terrein van Stalag 371 Stanislau is tegenwoordig van de Oekraïense 114 Tactical Aviation Brigade. In samenwerking met de stichting ‘Leven achter prikkeldraad 1940-1945’ waren voor de herdenking nabestaanden van oud-gevangenen uitgenodigd, samen met een aantal historici. De organisatie werd ondersteund door het Oekraïense Ministerie van Defensie. Voor meer informatie: www.krijgsgevangen.nl of via info@krijgsgevangen. nl . Voor contact met de Stichting ‘Leven
achter Prikkeldraad 1940-1945’ is voorzitter Albert Ziëck bereikbaar, 0317317068.
De toespraak van een zoon van een oud-gevangene, maakte de nodige emoties los bij de aanwezigen.
COLOFON De Defensiekrant is een wekelijkse uitgave van de Directie Communicatie van het Ministerie van Defensie, bestemd voor het gehele Defensiepersoneel OPLAGE 30.000 HOOFDREDACTEUR luitenant-kolonel Patrick Bolder EINDREDACTEUR June Smit (070 339 78 05) BEZOEKADRES Binckhorsthof, Binckhorstlaan 135, 2516 BA Den Haag POSTADRES Postbus 20703, 2500 ES Den Haag, MPC 58L E-MAIL
[email protected] DEFENSIESITE www.defensie.nl REDACTIESECRETARIAAT EN ADMINISTRATIE Marianne BeckBergshoeff TELEFOON (070) - 318 83 26, via het militaire net: 501, tst. 88326. ABONNEMENTEN Per jaar €13,61. Voor het buitenland €15,88. Particuliere abonnees kunnen zich opgeven bij: Abonnementenland, Postbus 20, 1910 AA Uitgeest, telefoon 0900 - 226 52 63 of via www.aboland.nl. In het geval van een dienstabonnement, opgave schriftelijk bij administratie Defensiekrant. ADRESWIJZIGING Het verdient aanbeveling adreswijzigingen vroegtijdig en uitsluitend schriftelijk op te geven; het duurt enkele weken voor het nieuwe adres in het verzendbestand is opgenomen. LAYOUT Grafische Dienst, AVDD Den Haag DRUK OBT bv, Den Haag. De inhoud van de artikelen in de Defensiekrant hoeft niet noodzakelijkerwijs de mening van de minister van Defensie of de krijgsmachtleiding weer te geven. Ingezonden brieven dienen betrekking te hebben op eerder in de Defensiekrant geplaatste artikelen. Zij geven uitsluitend de mening van de inzender weer en kunnen door de redactie worden bekort. Overname van artikelen of delen daarvan is alleen toegestaan met toestemming van de redactie. Aan rechtspositionele informatie kan geen recht worden ontleend. Deze informatie wordt in algemene bewoordingen en met terzijde lating van details weergegeven. Voor volledige informatie wordt verwezen naar de officiële stukken.