DEELSTUDIE BEHEERSMODEL EN JURIDISCHE VORMGEVING TEN BEHOEVE VAN PILOTPROJECT BLOEMRIJK UITVOERING Regionaal Zorgberaad Midden-Holland, oktober 2009 met financiële ondersteuning van de SEV
Inhoudsopgave 1) Inleiding
3
2) Onderzoeksopdracht, methodiek en begrippenkader
3
3) Overzicht onderzoeksresultaten referentieprojecten
6
i) ii) iii) iv) v) vi) vii) viii) ix) x)
Hof van Heden De Kersentuin De Waterspin ’t Groene Sticht Lebensraum fur Jung und Alt, Meergeneratiewonen voor Hindoestanen Hof van de Toekomst Centraal Wonen Mozaïek Seniorengenossenschaft De Zorgcoöperatie
4) Analyse Organisatorische en juridische vormgeving
16
i) Organisatiemodellen ii) Organisatieaspecten III) Juridische vormgeving
16 18 20
5) Analyse Zeggenschapsthema’s
22
6) Analyse Relatie (bewoners)organisatie met woningcorporatie en anderen
24
7) Samenvatting conclusies en aanbevelingen voor BloemRijk
26
Project BloemRijk is een initiatief van QuaWonen en Zorgberaad Midden-Holland in samenwerking met buurtbewoners, gemeente Krimpen aan de IJssel, zorg- en welzijnsorganisaties en is onderdeel van het programma woonzorgzonering Krimpen aan den IJssel. Het project wordt financieel mede mogelijk gemaakt door de SEV, Stadsregio Rotterdam en de ministeries van VWS en VROM en wordt als voorbeeld genoemd in het Actieplan Beter (t)huis in de buurt van de ministeries van VWS en VROM.
2
1. INLEIDING In 2001 heeft de toenmalige woningbouwcorporatie Woonwaard moeten besluiten 150 woningen in de Bloemenbuurt West te Krimpen aan den IJssel te slopen. Pas in 2008 is de eerste paal geslagen voor de bouw van BloemRijk. De oorspronkelijke buurt Bloemenbuurt West kenmerkte zich door een relatief grote sociale samenhang, door de planvorming en het vertrek van veel bewoners bleek daar in de loop van de jaren nagenoeg weinig meer van over te zijn. In 2007 heeft de woningbouwcorporatie QuaWonen besloten een bijzonder sociaal experiment op te starten. Met de start van dit experiment heeft Qua Wonen beoogd de nieuwe buurt weer tot een levensloopbestendige buurt te maken, waar jong en oud prettig samen wonen, waar bewoners elkaar kennen en iets voor elkaar over hebben. In samenwerking met het Zorgberaad MH, de gemeente en partners op het terrein van Wonen, Welzijn en Zorg in de gemeente is het sociale buurt- opbouwproject BloemRijk opgestart. De projectgroep is gestart met het uitdrukkelijke doel om BloemRijk zoveel als mogelijk een initiatief van de bewoners te laten worden, aangezien het hun samenleven in de nieuwe Bloemenbuurt betreft. Het project gaat uit van de kracht van de bewoners zelf, van hun eigenbelang, zelfoplossend vermogen regie, van hun vaardigheden, inzet en competenties. Het project krijgt daardoor steeds meer het karakter van een bewonersinitiatief, van zelforganisatievorming, van zelfsturing en zelfbeheer. Daarbij hoort een passende organisatorische en juridisch vorm. De vraag welke vorm daar bij aansluit, is de inzet van deze deelstudie. De uitkomsten van dit onderzoek naar gelijksoortige projecten en referentiemodellen zijn input voor het proces tussen de huidige bewonersgroepen en professionals om te komen tot een bij BloemRijk passend organisatiemodel. Eerst worden de onderzoeksopdracht en gevolgde methodiek beschreven. Daarna volgen de uit een inventarisatieronde verkregen vergelijkbare referentieprojecten, die vooral beoordeeld worden op organisatorisch en juridische vormgeving , op zeggenschap en relaties met de woningbouwcorporatie en andere partijen. Op grond hiervan volgen een aantal conclusies en aanbevelingen voor BloemRijk.
2. ONDERZOEKSOPDRACHT, WERKWIJZE, BEGRIPPENKADER Het onderzoekskader voor de studie is geformuleerd door de Projectgroep BloemRijk, in overleg met bewoners en de SEV. De opdracht van de deelstudie SEV Beheersmodel en juridische vormgeving luidde als volgt:
Opdracht Uitgangspunten: leidend in het project is dat uitgegaan wordt van de kracht van de bewoners, van hun competenties en van uitvoering van activiteiten zo dicht mogelijk bij en door de bewoners. BloemRijk is een experiment met zelforganisatievorming, zelfsturing en zelfbeheer van bewoners. Er zal een bijpassende organisatorische en juridische vorm moeten worden gevonden waardoor de deelnemende bewoners zich maximaal ‘eigenaar’ voelen en ook daadwerkelijk zìjn van het project. De vraag die beantwoordt moet worden is derhalve welke organisatorisch juridisch vorm het meest bijdraagt aan realisering van de doelstellingen van het project. Doel van de deelstudie: de deelstudie doet onderzoek naar ervaringen met deze onderwerpen in gelijksoortige projecten in Nederland en vertaalt deze in mogelijke organisatiemodellen. Rol van de studie in het project. De uitkomsten van de deelstudie zijn input voor het interactieve proces met (de werkgroep van) terugkerende bewoners om te komen tot een voor BloemRijk geëigend beheersmodel De deelstudie bestaat uit drie onderdelen: A. Organisatorische en juridische vormgeving Het gaat om de voor- en nadelen van verschillende organisatiemodellen, lopend van formele groep, lichte verenigingsvorm tot coöperatieve vereniging. Specifieke aandachtspunten hierbij zijn: verplicht of vrijwillig lidmaatschap;
3
mogelijke kosten voor bewoners/financiële prikkels; de relatie huurder en kopers/ VVE en huurderorganisaties; bewoners- of verenigingsstatuten en of reglementen. B. Zeggenschapsthema’s Hierbij moet gedacht worden aan onderwerpen die door de bewonersorganisatie worden opgepakt en onder haar competentie vallen. Deze zijn te onderscheiden in onderwerpen die met ‘sociale’ doelstellingen te maken hebben en met fysieke onderwerpen Tot de eerste groep, de sociale doelstelling” behoren zaken zoals het organiseren van ontmoetingsactiviteiten, het beheer en de exploitatie van de algemene ruimte, het contact met de moderator over het verloop van de wederzijdse dienstverlening, de jaarlijkse advisering aan de corporatie over het profiel van nieuw instromende bewoners; Tot de fysieke onderwerpen behoren afspraken over het gebruik van de parkeerruimte, de speelruimte voor kinderen, de inrichting van de groenvoorzieningen en de publieke ruimte om de ontmoetingsfunctie te stimuleren en vormen van tuinafscheidingen. C. Relatie Woningcorporatie en bewoners(organisatie) Het onderdeel ‘Relatie woningcorporatie en bewoners(organisatie)’ van de deelstudie betreft een verkenning naar de rollen en verantwoordelijkheden van corporatie en bewoners(organisatie) in vergelijkbare projecten. Hoe zijn die ontwikkeld en tot stand gekomen? Op welke wijze zijn afspraken hierover vastgelegd? Samenvattend is het doel van onderhavige studie om een passende organisatorische en juridische vorm te vinden waardoor de deelnemende bewoners zich maximaal ‘eigenaar’ voelen en ook daadwerkelijk zìjn van het project.
Werkwijze Op basis van de opdracht heeft een inventarisatie van vergelijkbare projecten plaatsgevonden. Het betreft projecten waar BloemRijk lering uit kan trekken. Gezocht is in beschikbare literatuur, bij kenniscentra, ter zake deskundigen en via eigen netwerken. Uiteindelijke is een tiental min of meer vergelijkbare projecten geïdentificeerd, de zogenaamde referentieprojecten. Het betreft de projecten: 1) Hof van Heden, Hoogvliet 2) De Kersentuin, Leidse Rijn 3) De Waterspin, Den Haag 4) ’t Groene Sticht, Leidse Rijn 5) Lebensräume fϋr Jung und Alt, Liebenau (Duitsland) 6) Meergeneratiewonen voor Hindoestanen, Den Haag 7) Hof van de Toekomst, Amersfoort 8) Centraal Wonen Mozaïek, Nijmegen 9) Seniorengenossenschaft (coöperatie), Riedlingen (Duitsland) 10) De Zorgcoöperatie, Hoogeloon Bij de eerste drie projecten Hof van Eden, De Kersentuin en De Waterspin ligt het accent op de aspecten collectieve woonomgeving, ecologie en bewonerssamenwerking . Het zijn goede voorbeelden van initiatieven met een stevige regie en zeggenschap van bewoners. ’t Groene Sticht is door professionals geïnitieerd en heeft meer een woonwerkgemeenschap karakter met een openbare functie (restaurant) en is gericht op specifieke doelgroepen zoals dak- en thuislozen en verstandelijk gehandicapten. De projecten Lebensraume fur Jung und Alt en Meergeneratiewonen voor Hindoestanen en zijn ook geïnitieerd door professionals en zijn gericht op een specifieke doelgroep van senioren, die met behulp van het meergeneratiewonen langer zelfstandig kunnen blijven. Centraal Wonen Mozaïek en Hof van de Toekomst Beide projecten passen in de traditie van in de idealistische zeventigerjaren van de vorige eeuw om tot nieuwe gemeenschappelijke woonvormen te komen met meerdere
4
huishoudens met een zekere sociale idealen (bijvoorbeeld opvoedingsidealen) om te komen tot woongemeenschap met collectieve aspecten. Seniorengenossenschaft en De Zorgcoöperatie, Hoogeloon Deze projecten zijn typische zelfinitiatieven. Beide zijn opgericht om bepaalde (welzijn)diensten en of (zorg)voorzieningen te realiseren, vanwege ontoereikendheid van/ onvrede met het bestaande aanbod. Bij beide is een mentaliteit zichtbaar van “dan doen we het zelf wel” en “handen uit de mouwen”.
Aandachtspunten referentieprojecten De referentieprojecten zijn onderzocht op de navolgende aspecten:
PROJECTOMSCHRIJVING
UITWERKING
Beginsituatie Huidige situatie
Aanleiding en type project Omvang, resultaten enz.
ONDERWERP A Organisatie en juridische vormgeving Zelfinitiatief Zelforganisatie, zelfsturing en zelfbeheer Organisatorische en juridische aspecten/ rechtsvorm Lidmaatschap Kosten/ financiële prikkels Relatie huurders- kopers VVE Huurders vereniging
Ja/nee Ja /nee/deels Formele groep, Vereniging, Coöperatie Verplicht /Vrijwillig Ja/Nee; Hoeveel waarvoor enz Geen/Beide lid/Anders Ja/Nee; doelstellingen Voor complex/ Via corporatie algemeen
ONDERWERP B Zeggenschap Zeggenschapsthema’s bewoners en of verenigingsactiviteiten
Fysiek /Sociaal/Activiteiten Hoe geregeld
ONDERWERP C Externe relaties Relatie bewoners met woningcorporatie, of andere partijen (gemeente, welzijn- of zorgaanbieder enz).
- aard relatie bewoners met corporatie; verantwoor woordelijkheid van corporatie voor project; positie gemeenschappelijke ruimte - financiële of andere relatie met gemeente
Terminologie De begrippen zelfinitiatief, zelforganisatie, zelfbestuur en zelfbeheer worden in het spraakgebruik veel door elkaar gebruikt. De betekenissen liggen in de praktijk ook dicht bij elkaar. In deze studie wordt uit gegaan van de volgende betekenissen: - De term zelforganisatie wordt gebruikt om aan te geven dat bewoners/ gebruikers/burgers volledig de projecteigenaar zijn en zelf het project “runnen”. Zij sturen het project aan (zijn zelfsturend), en voeren het project geheel zelfstandig uit (zelfbeheer). In dit verband worden vaak ook termen “bewonersinitiatieven” of “consumer-run projecten” gebruikt. - Het begrip zelfinitiatief zegt iets over wie het project heeft gestart. Dat zijn namelijk bewoners/ gebruikers zèlf en niet een corporatie, zorg- of welzijnsinstelling of overheid. - Zelfbestuur of zelfsturend, duidt erop dat de volledige zeggenschap en verantwoordelijkheid bij de betrokken (bewoners/gebruikers)organisatie ligt - Zelfbeheer verwijst meer naar het zelf uitvoeren van allerlei zaken. In deze studie zal ook gebruik worden gemaakt van het begrip ‘formele groep”. Daarmee doelen we op een groep die speciaal is opgericht (geïnstitutionaliseerd) om een gemeenschappelijk doel te bereiken, bijvoorbeeld een bewonersraad, buurtvereniging of initiatiefgroep. De data voor het onderzoek zijn door middel van literatuur- en internetsearch verkregen.
5
3. OVERZICHT ONDERZOEKSRESULTATEN REFERENTIEPROJECTEN
1. HOF VAN HEDEN De Hof van Eden in Hoogvliet is een woonproject van 60 woningen (koop en huurwoningen, appartementen en eengezinswoningen). Centrale thema’s zijn de woonomgeving en bewonersbeheer en -samenwerking. De Hof van Heden krijgt onder meer gemeenschappelijke tuinen en een ontmoetingsruimte. Hof van Heden (Hoogvliet) Beginsituatie Aanleiding
uitwerking
toelichting
Initiatief door professionals: begin 2005 hebben corporatie en adviesbureau het idee gelanceerd voor ‘co-housing’ in Hoogvliet.
Huidige situatie omvang
De bouw is eind 2008 begonnen. De eerste bewoners hebben in mei 2009 de woningen betrokken.
Belangstellenden werden uitgenodigd om een bewonersgroep te vormen en samen te bepalen hoe hun buurt eruit zou moeten Een groep toekomstige bewoners heeft in 2007 een vereniging opgericht die eigenaar is van de gemeenschappelijke tuinen en de gemeenschappelijke ruimte. De huurwoningen zijn uitgegeven. Er zijn nog koopwoningen beschikbaar. Het inrichtingsplan voor de tuinen is door Vestia betaald.
Zelfinitiatief Zelforganisatie/ zelfsturing/ zelfbeheer Rechtsvorm
ja Ja,
lidmaatschap
Ja, verplicht
Bijdragen financieel Bijdrage kennis en menskracht Huurders vereniging Eigenaren vereniging Anders
Ja, zodra feitelijke bewoning start Ja, verenigingstijd en tuinarbeid.
Zeggenschapsthema’s
Toelating/inschrijving; gemeenschappelijke tuinen; ontmoetingsruimte; Bewoners hebben een huurrelatie.
Relatie bewonerswoningcorporatie
Vereniging Hof van Heden
Nee Nee Kopers en huurders hebben gelijke rechten binnen de vereniging.
geheel zelfstandige organisatie/ bewonersinitatief Notarieel vastgelegd. Er is een (concept) huishoudelijk reglement Geïnteresseerde kopers en huurders melden zich aan bij de Vereniging. Er volgt informatie en een kennismakingsgesprek. Bij aanmelding wordt de vraag gesteld wat betrokkene te bieden heeft.
Zij beslissen samen over gebruik en beheer van binnentuinen en gebruik van gemeenschappelijke ruimte. Het gaat bij de binnentuinen om een “onverdeeld” aandeel.
De vereniging heeft een huurrelatie m.b.t. de gemeenschappelijke ruimte.
6
2. DE KERSENTUIN De Kersentuin is een buurt in Utrecht/Leidsche Rijn. Het is ontstaan vanuit een visie op hoe mensen met elkaar kunnen samenwonen en samenleven; met extra aandacht voor de natuur en duurzaamheid én voor elkaar. Het woonproject omvat bijna 100 huur- en koopwoningen.
De Kersentuin (Leidsche Rijn) Beginsituatie Aanleiding
Uitwerking
Toelichting
Onder het motto 'Initiatief zoekt nemer' is de gemeente op zoek naar bewonersgroepen gegaan die bijdragen aan een divers, duurzaam en sociaal stadsdeel. Vijftien mensen kwamen onder regie van de gemeente in 1996 bij elkaar. Doelstelling is een ecologisch en sociaal duurzame woonomgeving, voorzien van nieuwe milieuvriendelijke technische voorzieningen.
Huidige situatie Omvang
Het woonproject omvat bijna 100 huuren koopwoningen, parkeergarage, gemeenschappelijke ruimte en tuinen. Nee Ja,
In 1998 is de vereniging De Kersentuin opgericht. In 1999 is een intentieovereenkomst met de woningcorporatie en gemeente getekend, waarbij de woningcorporatie toezegt als financiële achtervang op te treden, te ondersteunen bij het bouwproces (keuze aannemer enz) en te verhuren aan vereniging. De bouw van het project is in 2003 afgerond. Financiële steun is gekregen van overheden en tal van private fondsen. Hoofdactiviteiten zijn projecthuis, openbaar groen en glasvezelnetwerk
Zelfinitiatief Zelforganisatie/ zelfsturing/ zelfbeheer Rechtsvorm lidmaatschap Bijdragen financieel
Vereniging Ja, verplicht Ja, men betaalt € 100 voor inschrijving. De contributie bedraagt € 120 per jaar.
Bijdragen kennis en menskracht
Ja, verplicht
Huurders vereniging Eigenaren vereniging
nee Ja, na de oplevering is er een Vereniging van Eigenaren opgericht, los van de Vereniging De Kersentuin. Toelaten van leden/bewoners; beheer binnentuinen en gemeenschappelijke ruimten; alle wijkactiviteiten, openbaar groen en glasvezelnetwerk Alleen de vereniging heeft een huurrelatie; bewoners niet. Het beheer van gemeenschappelijke eigendom is uitbesteed aan de corporatie Afspraken met gemeente over het beheer van openbare ruimten en groen
Zeggenschapsthema’s
Relatie bewoners en woningcorporaties
Relatie bewoners gemeente/anderen
geheel zelfstandige organisatie/ bewonersinitiatief. Er functioneren vele werkgroepen. Statuten en huishoudelijk reglement Is voorwaarde voor huur en koop Daarnaast betaalt men voor een parkeerplaats ( € 55 p.m.) voor de aanleg- en exploitatiekosten. Geïnteresseerden tekenden een deelnameovereenkomst om zich aan te sluiten bij een van de (vele) werkgroepen. Elke deelnemer besteed één dagdeel per week voor de vereniging. De VVE regelt het gezamenlijk onderhoud aan de buitenkant van de woningen.
De gemeente Utrecht heeft het initiatief gefaciliteerd, door het voorschieten van kosten van procesbegeleiders en facilitering van startbijeenkomsten
7
3. DE WATERSPIN De Waterspin is een ecologisch wooncomplex in Den Haag. Het bestaat uit huur-, koopwoningen en bedrijfsruimtes. Duurzaamheid en zelfbeheer staan hoog in het vaandel bij de Waterspin. De Waterspin (Den Haag) Beginsituatie Aanleiding
Uitwerking
Toelichting
Begin 1992 heeft een aantal bewoners van de binnenstad van Den Haag de mogelijkheid onderzocht voor een ecologisch wooncomplex. Door hen is Vereniging De Waterspin opgericht .
Huidige Situatie Omvang
Zelfinitiatief Zelforganisatie/ zelfsturing/ zelfbeheer
De Waterspin bestaat uit vier gebouwen met 39 wooneenheden (21 huur- , 18 koopwoningen en 7 bedrijfsruimtes) waartussen een grote gemeenschappelijke tuin is gerealiseerd. ja Ja, geheel zelfstandige organisatie/ bewonersinitiatief.
De gemeente was oorspronkelijk van plan om de gebouwen te slopen en er nieuwbouwflats neer te zetten. Vijf jaar lang hebben toekomstige bewoners, gemeente en projectontwikkelaar overlegd. Financiën waren het knelpunt. Oplossingen zijn gevonden in het opnemen van koopwoningen in het complex. In 1998 is het complex opgeleverd. Tussen bewoners en Woningbedrijf is in 1998 een beheerovereenkomst gesloten. Deze regelt het zelfbeheer van de huurders.
Rechtsvorm
Vereniging
lidmaatschap Bijdragen financieel
Ja, verplicht Ja, € 35
Bijdragen menskracht en kennis Huurders vereniging Eigenaren vereniging Zeggenschapsthema’s
Ja, er wordt een actieve bijdrage verwacht aan de werkgroepen. nee ja Toewijzing van woningen;sociale activiteiten; inrichting van de buurt; beheer gebouwen en openbare ruimte Alleen de vereniging heeft een huurrelatie; bewoners niet.
Relatie bewoners en woningcorporatie
De Beheersovereenkomst houdt o.a. in dat de vereniging zelf haar huurders zoekt, zelf huurovereenkomsten sluit en de huur int. Notarieel vastgelegd. Met ondertekening van het huurcontract is men automatisch lid van Vereniging waarmede tevens de doelstellingen zijn onderschreven. Verenigingskosten, waaronder huur gemeenschappelijke ruimten Er zijn geen sancties wanneer iemand niet actief is (hooguit sociale dwang en drang) Beheer van het kopersblok De waterspin bestaat uit verschillende werkgroepen als tuin, ontvangstcomité, onderhoud, toewijzingscommissie enz.
8
4. ’T GROENE STICHT ’t Groene Sticht is een woonwerkgemeenschap gelegen in een ruim woonerf in Leidsche Rijn, met koop- en huurwoningen, kamers, een gastenverblijf en een woongroep. Een bont gezelschap van ex-daklozen, studenten, senioren en jonge gezinnen vormt de bewoners. Er zijn werkplaatsen en een winkel en het restaurant wordt gerund door mensen met een verstandelijke handicap. ’t Groene Sticht (Leidsche Rijn)
Uitwerking
Toelichting
Beginsituatie aanleiding
Diverse partners (Kringloopwinkel, Opvang daken thuislozen, Gehandicaptenzorg en Nachtopvang), ontwikkelen een nieuwe visie voor opvang dak- en thuislozen in een nieuwe wijk. (1996). Deelnemers wonen in 32 koopen huurwoningen, op kamers, in het gastenverblijf of in een woon-groep. Er is een restaurant, kringloopwinkel, werkplaats voor fietsen, meubels en klussenbedrijf. nee Deels, de bewoners zijn verenigd in een Woonvereniging.
Projectleider is aangesteld en in 2002 is de bouw van start gegaan. De bewoners van de buurt 't Groene Sticht vormen een gemengd gezelschap ( (ex-)daklozen, studenten, senioren en jonge gezinnen).
Huidige situatie Omvang
Zelfinitiatief Zelforganisatie/ zelfsturing/ zelfbeheer
Daarnaast bestaat een Stichting van de oprichtingspartijen, waar nauw mee wordt samengewerkt Rechtsvorm
Vereniging:
lidmaatschap
Ja, Verplicht.
Bijdragen financieel Bijdragen menskracht en kennis Huurders vereniging Eigenaren vereniging Zeggenschapsthema’s
Ja, Ja, actieve deelname wordt verwacht
Relatie bewoners en woningcorporatie Relatie bewoners gemeente en anderen
Geen Geen De woonvereniging heeft het recht om zelf de medebewoners te kiezen. De verenging heeft een huurrelatie; bewoners niet. De vereniging heeft de gemeente verzocht om een meer groene, autoluwe, polderachtige inrichting. Bewoners, zijn veelal medewerker van bedrijven en restaurant en hebben een arbeidsrelatie met de stichting.
De buurt is een mengeling van oud en nieuw, met veel groen en water. Tussen de gebouwen vormt de 'marktplaats' een centrale ontmoetingsplek voor buurt- en wijkgenoten. Restaurant en bedrijven zijn verenigd in een stichting.
Stichting en vereniging werken nauw samen de een zorgt voor de hardware, de ander voor de software. Stichting is eigenaar van woningen en gebouwen. Inkomsten bestaan vooral uit verhuur van gebouwen, huurinkomsten en een klein deel aan subsidies/ schenkingen en eigen bijdragen. De vereniging is notarieel vastgelegd, betaalt huur aan de stichting en heeft een eigen budget. Bij de inschrijvingsprocedure behoort een sociaal CV. Daarna volgt een intakegesprek. De verenigingscontributie is € 25 per persoon. De bijdrage is niet verplicht of gedefinieerd in tijd. De een is actiever dan de andere.
.
Er is een samenwerkingsovereenkomst getekend tussen corporatie en vereniging In ruil is de woonvereniging verantwoordelijk voor het onderhoud van het (openbare) groen in de buurt. Mensen met een verstandelijk handicap runnen onder begeleiding het restaurant.
9
5. LEBENSRÄUME FUR JUNG UND ALT Lebensräume fϋr Jung und Alt is een Duitse best-practice van meergeneratiewonen, waarin het langer zelfstandig laten wonen van ouderen een centrale ambitie is. Onderlinge dienstverlening en een gemeenschappelijke ruimte zijn belangrijke elementen. Lebensräume fϋr Jung und Alt (Duitsland) Beginsituatie aanleiding
Uitwerking
toelichting
De zorgaanbieder St. Anna Hilfe heeft vanwege beperkte/ het ontbreken van publiek gefinancierde thuiszorg en verzorgingshuiszorg in Duitsland, een groot aantal projecten meergeneratiewonen geïnitieerd onder de titel Lebensräume für Jung und Alt, met de ambitie om ouderen langer zelfstandig te laten wonen.
Huidige situatie Omvang
Het complex van project 'Am Bahnhof' bestaat uit een aantal blokken met appartementen en woningen (35 huishoudens), die bewoond worden door zowel oudere als jongere bewoners nee Beperkt
De gemeente stelt de grond gratis beschikbaar. Een gedeelte van de woningen is tegen marktconforme prijzen verkocht. Met de winst betaalt men de moderator en de gemeenschappelijke ruimte. Belangrijk is onderlinge dienstverlening tussen jong en oud (informele zorg) en in de gemeenschappelijke ruimte vinden allerlei activiteitenprogramma’s plaats Ouderen vangen de kinderen op van jonge gezinnen en doen een ‘rolluikcontrole’. Ongeveer 75% van de bewoners is actief en levert een bijdrage.
Zelfinitiatief Zelforganisatie/ zelfsturing/ zelfbeheer
Organisatorischevorm
Formele groep: de Bewonersraad Geen rechtsvorm
lidmaatschap
Nee,
Bijdragen financieel Bijdragen menskracht en kennis
Nee Men verwacht een actieve deelname aan de bewonersraad en de wederkerige dienstverlening Geen Geen De bewonersraad bepaalt (met hulp van de moderator) de activiteiten in ontmoetingsruimte en diensten Rolluikencontrole/ telefoonkring; ontmoetingen in gemeenschappelijke ruimte; boodschappenservice; kinderopvang; cursussen; thuisklussen
Huurders vereniging Eigenaren vereniging Zeggenschapsthema’s
Verenigingsactiviteiten
Relatie(s) met derden
Er bestaat een bewonersraad, met beperkte bevoegdheden. Stichting Anna Hilfe bezit de woningen, heeft moderator in dienst en is feitelijk de projecteigenaar. Bewoners bepalen via een bewonersraad, wat er moet gebeuren, op gebeid van kinderopvang, boodschappendienst, cursussen, barbecueparty’s enz. er is geen verplichting om lid te worden van de bewonersraad. Bij inschrijving wordt men hierop nadrukkelijk aangesproken. Driekwart van de bewoners is actief
De Stichting bepaalt aan wie woningen worden toegewezen. .
Er bestaan betaalde vormen van dienstverlening, zoals. voedselvoorziening voor voor- en naschoolse opvang. Ook is een crèche gestart bij een verpleeghuis
10
6. MEERGENERATIEWONEN HINDOESTANEN Drie Hindoestaanse generaties komen nauw met elkaar samen te wonen in een Meergeneratiewonen-project in Den Haag. Naast 75 woningen wordt in een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte voorzien. Meergeneratiewonen (Den Haag) Beginsituatie Aanleiding
Huidige situatie Omvang
Zelfinitiatief Zelforganisatie/ zelfsturing/ zelfbeheer
Uitwerking
Toelichting
Hindoestanen missen in Nederland het vertrouwde (warmte)gevoel en willen gemeenschappelijk wonen, volgens de initiatiefgroep op een conferentie van de woningcorporatie in 2007. Mede initiatiefnemende partijen zijn Woonconsultancy en projectontwikkelaar. Het plan is om minimaal 75 woningen te bouwen, 20-25 huurwoningen voor ouderen, 25-35 ééngezinswoningen in de koopsector en 20-25 koopwoningen voor starters. Daarnaast is voorzien in een ontmoetingsruimte voor circa 110 personen. Bewoners kunnen in deze ruimte o.a. hun (culturele) hoogtijdagen vieren. nee Er is op zeer bescheiden schaal sprake van zelforganisatie van bewoners in deze fase
Het doel is om betrokkenheid tussen de generaties te verwezenlijken, alsmede om culturele waardes over te dragen. Jong en oud ontmoeten elkaar regelmatig, waardoor wederzijdse hulpmogelijkheden positief beïnvloed worden en behoefte aan professionele hulpverlening vermindert. De initiatiefgroep bestaat uit mannen en vrouwen uit drie generaties. Zij zijn potentiële bewoners en worden geadviseerd en begeleid door de projectcoördinator. De belangrijkste taak is het formuleren van selectiecriteria. Vooralsnog wordt financiering geregeld via projectontwikkelaar en woningcorporatie.
Organisatie -Lidmaatschap, -Andere bijdragen Huurdersvereniging Zeggenschapsthema’s
initiatiefgroep werkt als formele groep; Niet Inzet van tijd / kennis n.v.t. Klankbordfunctie voor de projectontwikkeling door de professionals
Relatie bewoners en woningbouwcorporatie
Een intensieve samenwerkingsrelatie
De initiatiefgroep van toekomstige bewoners fungeert als klankbord, en werkt als formele groep. De organisatie ligt vooralsnog in handen van de professionele partijen geen rechtsvorm.
De woningtoewijzing ligt bij corporatie. Er worden specifieke toelatingseisen gesteld: • gerichte doorstroming met voorrang voor woningzoekenden die specifieke woonruimte achterlaten; wie een eengezinswoning achterlaat, krijgt voorrang • voorrangsregeling voor specifieke doelgroepen: (een van) de hoofdhuurder(s) is Hindoestaans.
11
7. HOF VAN DE TOEKOMST In het Hof van de Toekomst in Amersfoort is een project voor gemeenschappelijk wonen bestaande uit 61 woningen gerealiseerd. Bewoners hebben een zelfstandig huishouden en delen een gemeenschappelijke tuin en ruimte. Hof van de Toekomst (Amersfoort) Beginsituatie Aanleiding
Huidige situatie omvang
Zelfinitiatief Zelforganisatie/ zelfsturing/ zelfbeheer
Rechtsvorm
lidmaatschap Bijdragen financieel
Uitwerking
Toelichting
In 1989 wordt stichting 'Woonvorm van de Toekomst opgericht. De doelstelling een centraal wonen project met als uitgangspunt, optimale vrijheid en zelfstandigheid voor elk huishouden in een collectieve woonomgeving. De gemeente is vanaf aanvang zeer positief Het initiatief bestaat uit totaal 61 (deels aanpasbare) woningen, gegroepeerd rond 13 portieken. De bewoners kunnen gebruik maken van een aantal gemeenschappelijke ruimten en voorzieningen. ja Ja, volledig zelfstandige organisatie
Voorlopig programma van wensen, aangevuld met doelstelling ecologisch bouwen en wonen. Samenwerking is gezocht met een woningbouwvereniging. In 1990 volgt de presentatie definitieve programma van wensen aan stedenbouwkundige van de wijk Kattenbroek. Een gemeenschappelijk ruimte in de tuin bevat grote en kleine zaal voor gezamenlijke activiteiten en werkplaats. Er is een gemeenschappelijke tuin, zowel binnen als buiten de ring van woningen.
Vereniging, notarieel vastgelegd
Ja, verplicht Ja, maandelijkse contributie van € 50 - € 60 (inkomensafhankelijk) Daarnaast betalen de eigenaren van de koopwoningen een bijdrage aan de VVE.
Bijdrage kennis en menskracht
Ja, verenigingstijd en de uitwerking ervan de werkgroepen
Huurders vereniging Eigenaren vereniging
Nee Ja
Zeggenschap
Alles
Relatie met corporatie
Bewoners hebben een huurrelatie
De vereniging regelt de toelating. Bewoners hebben volledige zeggenschap over de gemeenschappelijke ruimtes (gebouw en buitenterrein) De Vereniging heeft een bestuur en houdt regelmatig algemene ledenvergaderingen Bovendien zijn er verschillende commissies ingesteld (de Stichting uit de begintijd is opgeheven) De maandelijkse bijdrage bestaat uit een vaste bijdrage per huishouden voor huur van gemeenschappelijke ruimten (€41,85) en een inkomensafhankelijk deel per volwassen gebruik(st)er voor inrichtings- en verenigingskosten (van €5,30 tot maximaal €20,15). Uuitgangspunt is dat alle bewoners actief in het project participeren. Er zijn diverse werkgroepen voor het beheer van de gemeenschappelijke ruimten en voorzieningen.. bijdrage aan de Vereniging van Eigenaren bedraagt gemiddeld € 80,00 per maand Woningtoewijzing/ gemeenschappelijke ruimtes/ sociale activiteiten enz.
12
8. CENTRAAL WONEN MOZAIEK In Nijmegen bestaat het project Centraal wonen Mozaïek uit 44 zelfstandige wooneenheden. Bewoners kiezen om samen te wonen en actief mee te doen aan gezamenlijke activiteiten. Centraal wonen Mozaiek (Nijmegen) Beginsituatie Aanleiding Huidige situatie omvang
Uitwerking
Toelichting
In 1995 oprichting Kerngroep van bewonersorganisaties, waaronder Centraal wonen Mozaïek. 44 geheel zelfstandige wooneenheden, (huur en koop) met gemeenschappelijke ruimtes.
Start van de bouw van Stadslandgoed met 319 woningen, variërend van appartementen, lofts en penthouses tot eengezinswoningen. De oplevering in 2004. De bewoners zij van divers pluimage. Lid zijn is een bewuste keuze om samen te wonen en actief mee te doen aan het project.
Zelfinitiatief Zelforganisatie/ zelfsturing/ zelfbeheer
Ja Ja, volledig zelfstandige organisatie
Rechtsvorm
Vereniging, met statuten en een huishoudelijk reglement
lidmaatschap
Ja, verplicht
Bijdragen financieel
Ja, € 50 per jaar per woning en € 60,= per jaar (volwassenen) € 5,-- per kind p.j. .
Bijdrage kennis en menskracht Huurders vereniging Eigenaren vereniging Koopwoningen
Ja, actief verenigingslid en actieve deelname in werkgroepen Nee Ja, Deze onder de voorwaarde van MGE (maatschappelijk gebonden eigendom).
Zeggenschapsthema’s
Toewijzing van woningen Sociale activiteiten Beheer Gemeenschappelijke ruimten
Relatie bewoners en woningbouw corporatie Relatie bewoners en anderen
Woningcorporatie is de verhuurder van de huurwoningen. Met Kerngroep bewonersorganisaties
Het betreft woningtoewijzing, onderhoud algemene voorzieningen en organiseren en meedoen aan activiteiten. Het bestuur ziet er op toe, dat besluiten van de ALV uitgevoerd worden. Elk bestuurslid is contactpersoon voor enkele werkgroepen Men dient een Lidmaatschapsverklaring te ondertekenen. Zowel bij huur als bij koop betaalt men tevens een inleggeld van € 500,- voor o.a. inrichting van gemeenschappelijke ruimte en dakterras. Wanneer men eerder verhuist dan na 10 jaar krijgt men het bedrag terug onder aftrek van 1/10 voor elk jaar, dat men in de woning heeft gewoond. Individuele bewoners zijn vrij om hier op hun eigen manier invulling aan te geven.
Dit betekent dat de woning bij verkoop niet op de vrije markt verkocht mag worden, maar door de verkoper (de woningcorporatie) teruggekocht zal worden Het toewijzingsbeleid gaat in de eerste plaats uit van zelfselectie, gevolgd door sturing vanuit objectieve criteria, die tot doel heeft een gedifferentieerde groep bewoners te krijgen. Op grond van zwaarwegende criteria kunnen bewoners bezwaar maken tegen kandidaatbewoners Afspraken over toewijzing zijn vastgelegd in een contract.
13
9. SENIORENGENOSSENSCHAFT (COÖPERATIE) De Seniorengenossenschaft is een best-practice uit Duitsland. Het is een coöperatie van vooral ouderen die onderling betaalde dienstverlening verricht , zorg-en welzijnsdiensten verleend en appartementen beheert. Senioren genossenschaft (Duitsland) Beginsituatie Aanleiding
Uitwerking
Toelichting
In 1989 bijeenkomst van lokale politici, kerken en sociale diensten.
Huidige situatie omvang
Er zijn inmiddels 600 leden en 120 vrijwilligers, waaronder het bestuur
In 1991 oprichting van de seniorencoöperatie van circa 100 leden. Deze verrichten onderling betaalde dienstverlening. Er is een zorg pakket (€ 18 p.m.) voor het organiseren van zorg. De werkelijke diensten worden afzonderlijk betaald. De coöperatie beheert tevens 71 appartementen,.
Zelfinitiatief Zelforganisatie/ zelfsturing/ zelfbeheer Rechtsvorm
Ja Ja, geheel zelfstandige organisatie
lidmaatschap
Ja, zonder lidmaatschap geen woning Lidmaatschapskosten: alleenstaande € 32,-, echtparen € 46,- Organsiatiebijdrage € 50,= Van elke uur dienstverlening wordt voor organisatiekosten € 1.30 ingehouden. Het bestuur (16 leden) zijn vrijwilligers. Elk bestuurslid stuurt een vorm van dienstverlening aan (afdelingshoofd) Nee Nee De vereniging (coöperatie) heeft niet alle huizen in eigendom. Zij bezit wel een gemeenschappelijke ruimte en een aantal aangepaste huizen Het totale dienstenaanbod Toelating/inschrijving woningen
Bijdragen financieel
Bijdrage kennis en menskracht Huurders vereniging Eigenaren vereniging Anders
Zeggenschapsthema’s en activiteiten
Relatie bewoners en verhuurder
Genossenschaft = coöperatie .
Bewoners hebben een huurrelatie met de (particuliere) eigenaren van de woning.
. Genossenschaft is vergelijkbaar met coöperatie, een verenigingsvorm waar het gaat om uitwisseling van diensten en goederen Als coöperatief lid zijn zij mede-eigenaar (met beperking, vastgelegd in de statuten) De coöperatie selecteert op differentiatie (voorrang ouderen) Er is bewust voor gekozen om geen subsidies te vragen. Men vindt dat de coöperatie als een normale organisatie moet kunnen overleven.
Alle appartementen werden te koop aangeboden. Eigenaren verhuren het merendeel van de appartementen. Dit bestaat uit: beschermd wonen, maaltijdvoorziening, vervoersdienst, klussendienst, juridisch/ fiscaal advies, bezoekdienst, ontmoetingsruimte, begeleiding bij uitgaan/recreatief en cultureel bezoek
14
10. ZORGCOÖPERATIE In het Brabantse Hoogeloon is een zorgcoöperatie van burgers actief. Het behoud van voorzieningen in het dorp staat voorop. Hiertoe organiseert de zorgcoöperatie aanvullende voorzieningen voor ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking. Zorgcooperatie (Hoogeloon) Beginsituatie Aanleiding
Huidige situatie Omvang
Zelfinitiatief Zelforganisatie/ zelfsturing/ zelfbeheer
Rechtsvorm
Uitwerking
Toelichting
In 2005 is door ex-directeur van een zorginstelling een coöperatie met 110 leden opgericht vanwege ontbreken van zorgaanbod. De Zorgcoöperatie Hoogeloon U.A telt in 2008 208 leden en zet zich in voor behoud en ontwikkelen van zorg, diensten en faciliteiten. ja Ja, geheel zelfstandige organisatie
Hoogeloon is een kerkdorp, telt ruim 2100 inwoners. De wethouder omarmde het idee direct, evenals burgers; zorgaanbieders niet.
Coöperatieve vereniging
lidmaatschap Bijdragen financieel
Ja, verplicht Ja, leden betalen 16 euro per jaar aan contributie.
Bijdrage kennis en menskracht Zeggenschapsthema’s / activiteiten
Voor zover van toepassing; twee keer per jaar is er een ledenvergadering. Organisatie van zorgverlening en welzijnsgerelateerde dienstverlening.
Relaties coöperatie met professionele organisaties Andere relaties
Er wordt nauw samengewerkt met institutionele organisaties In het dorp wordt nauw samengewerkt met organisaties van medeburgers:
Doel is dat ouderen en mensen met een beperking, ook bij een toenemende zorgvraag, in Hoogeloon kunnen blijven wonen. Er zijn 5 bestuursleden en vele vrijwilligers. Provincie en Rabobank dragen financieel bij, alsmede lokale ondernemers en burgers mede in de vorm van gratis diensten. Deze organisatievorm geeft de mogelijkheid samen te werken met reguliere zorgaanbieders maar ook om zelf aanbod van zorg en diensten te ontwikkelen en uit te voeren (ondernemer te zijn). Een coöperatie is uitgesproken democratisch, de leden bepalen wat de coöperatie doet. De leden vinden elkaar omdat zij samen een doel willen bereiken of hier sympathiek tegenover staan. Leden van de Rabobank die lid zijn van de coöperatie krijgen van de Rabobank de helft van hun contributie teruggestort. Veel vrijwilligers zetten zich in voor de coöperatie. Zorgspreekuur; thuiszorg , dagverzorging, eetgroep, uitleenservice, PGB ondersteuning, Plannen bestaan voor een zorgcomplex voor dementerenden en gehandicapten. Gemeente; thuiszorg , intramurale zorgaanbieder; instelling voor zorg verstandelijke beperking; MEE, woningstichting, ouderenwerk Ouderenbond, steunpunt Den Bogerd, dorpsraad, mantelzorgers, gehandicaptenraad en vrijwilligers.
15
4. ANALYSE ORGANISATORISCHE EN JURIDISCHE VORMGEVING Bij de analyse van de referentieprojecten wordt de opzet gevolgd van de onderzoeksopdracht aan de hand van de volgende onderdelen: A. Organisatorische en juridische vormgeving (hoofdstuk 4) B. Zeggenschapsthema’s (hoofdstuk 5) C. Relatie bewonersvereniging met corporatie en andere externe organisaties (hoofdstuk 6) Allereerst worden de hoofdtypen van de referentieprojecten nog eens op een ritje gezet. bij de eerste drie projecten Hof van Heden, De Kersentuin en De Waterspin ging het om bewonerssamenwerking, woonomgeving en ecologie, met een stevige regie en zeggenschap van, bewoners zelf; ’t Groene Sticht was door professionals geïnitieerd. Het heeft het karakter van een woonwerkgemeenschap en is gericht op specifieke doelgroepen, zoals dak- en thuislozen en verstandelijk gehandicapten; de projecten Lebensräume fϋr Jung und Alt en Meergeneratiewonen voor Hindoestanen zijn geïnitieerd door professionals en zijn gericht op een specifieke doel groep van senioren, die met behulp van het meergeneratiewonen, langer zelfstandig kunnen blijven; centraal Wonen Mozaïek en Hof van de Toekomst zijn gericht op gemeenschappelijke woonvormen van meerdere huishoudens met collectieve aspecten; de Seniorengenossenschaft en De Zorgcoöperatie, Hoogeloon, zijn typische zelfinitiatieven, opgericht om bepaalde (welzijn)diensten en of (zorg)voorzieningen te realiseren. De omvang van projecten. er zijn vier projecten met een omvang van tussen de 30 en 45 wooneenheden (’t Groene Sticht, De Spin, Centraal Wonen Mozaïek en Lebensräume fϋr Jung und Alt; vier projecten bestaan uit 60 tot 75 huishoudens (Hof van de Toekomst, Seniorengenossenschaft en Meergeneratiewonen voor Hindoestanen en Hof van Heden); een project telt bijna 100 woningen, dat is De Kersentuin. Hierna worden eerst op basis van analyse van de referentieprojecten vier organisatiemodellen geïdentificeerd. Daarna worden overige organisatieaspecten als lidmaatschap en dergelijke beschreven. Er wordt afgesloten met de juridische vormgeving.
4.1 ORGANISATIEMODELLEN Het uitgangspunt voor het selecteren van de referentieprojecten was de zelfstandigheid van de bewoners en de wijze waarop daar vorm aan is gegeven. Op basis van de onderzochte referentieprojecten kunnen vier hoofdmodellen van organisatievorming worden onderscheiden. Criteria voor deze indeling zijn: zelfinitiatief of professionals initiatief, zelforganisatie of institutionele organisatie en sociaal economische achtergronden van bewoners/gebruikers. Het betreft de navolgende organisatiemodellen: 1. zelfinitiatiefmodel 2. overdrachtsmodel gericht op zelforganisatievorming 3. coproductiemodel 4. professionele aansturingmodel Ad 1. Zelfinitiatiefmodel In de literatuur komen zelfinitiatieven regelmatig aan de orde, mede gezien de belangstelling voor het zelfoplossend vermogen in de samenleving en civil society enz. De belangrijkste kenmerken van zelfinitiatieven zijn als volgt samen te vatten: het is een initiatief van bevlogen gebruikers, bewoners of burgers zelf; eigenhandig en op eigen kracht; iets innovatiefs (nog niet bestaand) realiseren: leefbaarheid, ecologisch en duurzaam, woon)voorziening;
16
institutionele partijen spelen op de achterhand een ondersteunende rol; voor zover er (financiële) ondersteuning van buitenaf is, is die eigenhandig verworven door middel van overleg, inspreken, lobbyen, actievoeren; gebruikers/ bewoners zijn 100% eigenaar, dat wil zeggen zij hebben volledige verantwoordelijkheid en zeggenschap over de inrichting, de uitvoering en het beheer; gebruikers/initiatiefnemers beschikken over veel kennis en kunde en staan relatief hoog op de maatschappelijke ladder; belangrijke kundes zijn: overleg voeren, bureaucratische hindernissen nemen, onderhandelen, lobbyen en/of actievoeren. Er zijn 5 referentieprojecten: De Waterspin, de twee coöperatie- en de twee centraal wonen projecten.
Ad 2. Overdrachtsmodel gericht op zelforganisatievorming Kenmerken zijn: innovatieve bevlogen (belangenhoudende?) professionals zijn initiatiefnemers; doelstelling is maximaal gebruik te maken van de eigen kracht van de gebruikers; professionals vervullen tijdelijk een stimulerende en of ondersteunende rol; verantwoordelijkheden voor de projectontwikkeling en -uitvoering worden overgedragen aan bewoners(vereniging), soms snel, soms fasegewijs; gebruikers/initiatiefnemers beschikken over veel kennis en kunde en staan relatief hoog op de maatschappelijke ladder; belangrijke kundes zijn: overleg voeren, bureaucratische hindernissen nemen, onderhandelen, lobbyen en of actievoeren. Hiervan zijn twee voorbeelden te vinden bij de referentieprojecten: Hof van Heden en Kersentuin. Ad 3. Coproductiemodel Kenmerken zijn: professionals hebben en houden een stevige verantwoordelijkheid, gezien institutionele aanbodsrelaties met het project; er is een redelijk autonome bewonersvereniging met vrij ruime bevoegdheden. Voorbeelden zijn ’t Groene Sticht en het Meergeneratiewonen Hindoestanen Ad 4. Professionele aansturingmodel Kenmerken zijn: innovatief bevlogen professionals zijn initiatiefnemer en eigenaar; aansturing en eindverantwoordelijkheid ligt bij de institutie; bewoners en gebruikers worden optimaal betrokken bij uitvoering, beheer, activiteitenaanbod en dergelijke, bijvoorbeeld door middel van bewonersraad; bewoners vormen een doorsnee van de samenleving; Het project Jung und Alt is hier een goed voorbeeld van.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN VOOR BLOEMRIJK. Het organisatiemodel van BloemRijk vertoont zeer veel verwantschap met het Overdrachtsmodel gericht op zelforganisatievorming; de woningcorporatie en Zorgberaad vervulden de rol van innovatieve bevlogen initiators; Inbedding bij de institutionele partijen uit het Programma Woonzorgzonering Krimpen aan den IJssel; tijdens de coproductiefase, is werkenderweg, de omslag gemaakt naar zo groot mogelijk eigenaarschap van bewoners: omvorming tot een zelforganisatie/ bewonersinitiatief; begin 2008 is met het bewonersopbouwproces van start gegaan. Dit heeft mede geresulteerd in oprichting van de bewonerskerngroep en vier aparte werkgroepen;
17
belangrijke elementen in de coproductie zijn uitwerking van de thema’s ontmoetingsruimte, moderatorschap en zeggenschap/ beheersmodellen; bewoners vormen een doorsnee van de samenleving; daarmede is de kans op brede maatschappelijke toepassing van het concept groot. Kennis en kunde bij de eigenaren zijn randvoorwaarden voor goed eigenaarschap. Het dient aanbeveling (zo veel mogelijk) bewoners de benodigde kennis en kundes laten opdoen en daarmede kader te vormen onder de bewoners; belangrijke competenties zijn overleg voeren, bureaucratische hindernissen nemen, onderhandelen, lobbyen en of actievoeren;
4.2 ORGANISATIEASPECTEN In dit verband gaat het om zaken als lidmaatschap, contributie, bijdragen in menskracht en om huuders- en kopersaspecten 1. Lidmaatschap; verplicht of vrijwillig bij de zelfinitiatieven is van het begin af aan lidmaatschap verplicht geweest; bij acht van de tien referentieprojecten is lidmaatschap verplicht; de niet verankerde formele bewonersgroepen, kennen geen verplichting. Project Meergeneratiewonen voor Hindoestanen zal in de toekomst naar verwachting lidmaatschapseisen zal gaan stellen. Project Lebensräume fϋr Jung und Alt is een initiatief van een zorgaanbieder. Deze is de feitelijke projecteigenaar. Lidmaatschap van de bewonersraad is niet verplicht. 2. Financiële bijdragen de lidmaatschapskosten voor de bewonersvereniging zijn er bij zeven van de tien projecten; de lidmaatschapskosten lopen nogal uiteen. Bij drie projecten zijn de kosten tussen de 15 en 35 euro; drie projecten tussen 90 en 120 euro. En een uitschieter van 600 euro; bij één project worden eenmalige inschrijvingskosten gevraagd; bij één project wordt inleggeld gevraagd ter bekostiging van substantiële uitgaven (inrichting ontmoetingsruimte); soms is er sprake van een vast bedrag met daarnaast een inkomensafhankelijk deel; de lidmaatschapskosten bestaan soms uit een deelafdracht notariskosten en een variabel deel; de variabele kosten worden beïnvloed door inkomsten uit huur en exploitatie van de gemeenschappelijke ruimte of andere gemeenschappelijke voorzieningen en of activiteiten; in slechts twee gevallen is er sprake een beroepskracht (arbeidscoördinator, moderator). Dat zijn ’t Groene Sticht en Lebensräume fϋr Jung und Alt. Zorgaanbieders zijn verantwoordelijk voor de financiering; er worden geen kosten doorberekend aan de bewoners. 3. Overzicht lidmaatschapskosten 1.De Hof van Heden, 2.Kersentuin
3.De Waterspin 4.’t Groene Sticht 5.Meergeneratiewonen voor Hindoestanen 6.Lebensräume fϋr Jung und Alt 7.Hof van de Toekomst
Nog niet van toepassing Eenmalig € 100 bij inschrijving. De contributie bedraagt € 120 per jaar. Daarnaast betaalt men voor een parkeerplaats € 55 p.maand (voor aanleg- en exploitatiekosten) Verenigingskosten van € 35 o.a. voor van huur ontmoetingsruimte verenigingscontributie is € 25 per jaar niet van toepassing Geen Jaarlijkse contributie variërend van € 47 - € 62 (inkomensafhankelijk) Dit bestaat uit:
18
8.Centraal Wonen Mozaïek
9.Seniorengenossenschaft 10.Zorgcoöperatie Hoogeloon
- een vaste bijdrage per huishouden voor de huur van de gemeenschappelijke ruimten (€41,85 p.m.) en - een inkomensafhankelijk deel per volwassen gebruik(st)er voor inrichtings- en verenigingskosten (variërend van €5,30 tot maximaal €20,15 p.m.). Circa 120 per jaar (€ 50 per woning, € 60,= per volwassenen, € 5,-- per kind; Zowel bij huur als bij koop betaalt men tevens een inleggeld van € 500,-- o.a. voor de inrichting van de gemeenschappelijke ruimte en het dakterras. Wanneer men eerder verhuist dan na 10 jaar krijgt men het bedrag terug onder aftrek van 1/10 voor elk jaar, dat men in de woning heeft gewoond - Lidmaatschapskosten alleenstaanden € 32, echtparen € 46, per jaar - € 50,= voor organisatiekosten contributie van 16 euro per jaar. Leden van de Rabobank krijgen de helft van hun contributie op hun rekening teruggestort.
4. Bijdrage in menskracht en kennis in alle projecten (behoudens de inkoopcoöperatie) wordt een inzet verwacht van de betrokken om de projectdoelstellingen, fysiek en/of sociaal te realiseren; in diverse projecten bestaan aparte werkgroepen voor bepaalde activiteiten/onderwerpen; in het project De Kersentuin is het tijdsbeslag omschreven, zijnde een dagdeel per week; In het project Lebensräume fϋr Jung und Alt, is de ervaring dat circa 75% van de bewoners participeert. Dit zijn overigens niet altijd dezelfde mensen. Persoonlijke omstandigheden kunnen bepalen dat de inzet in de ene periode veel minder kan zijn dan een andere. 5. Huurder en kopers in vrijwel alle onderzochte bewonersverenigingen wordt geen onderscheid gemaakt tussen kopers of huurders; aparte projectgebonden huurdersverenigingen zijn niet aangetroffen. Huurders kunnen lid zijn van de algemene huurdersvereniging van een corporatie; in een aantal projecten bestaan er aparte Verenigingen van eigenaren. Oogmerk is gezamenlijk onderhoud e.d.; in één project is er sprake van maatschappelijke gebonden eigendom van de koopwoning. Bij vertrek wordt de woning teruggekocht door de corporatie.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN VOOR BLOEMRIJK een verplicht lidmaatschap versterkt het draagvlak; maak zo min mogelijk onderscheid tussen huurders en kopers; ten aanzien van lidmaatschapskosten en financiën: 1. een financiële bijdrage is logisch en wenselijk. Betaling is uitdrukking van het niet vrijblijvende karakter; betaling is betrokkenheid; wie betaalt bepaalt. 2. de constructie van inschrijfgeld leidt ertoe dat nieuwe leden altijd ook meebetalen; 3. de constructie van inlegkosten kan een oplossing bieden voor het geval de vereniging een structurele investering wil doen/ heeft gedaan; 4. inkomsten kunnen worden verkregen door verhuur en exploitatie van de ontmoetingsruimte; 5. de vaste lidmaatschapkosten dienen van een redelijke, gemiddelde hoogte te zijn; 6. een inkomensafhankelijk deel is logisch en wenselijk; 7. te overwegen is om desgewenst, in specifieke situaties, contributie in natura te kunnen voldoen, dat wil zeggen in de vorm van arbeid ( los van de overeengekomen inzet voor wederzijdse dienstverlening) Een en ander overeen te komen met het bestuur van de vereniging; 8. voor financiering van bewonersactiviteiten kan een beroep worden gedaan op eigen bijdragen, en of op bijdragen van maatschappelijke organisaties, gemeente en middenstand (al dan niet in natura). onderzoek of maatschappelijke gebonden eigendom van de koopwoningen een optie is;
19
veel belangrijker dan de contributies, zijn de bijdragen in menskracht (wederzijdse dienstverlening en deelname aan vereniging). Dat is de kurk waarop BloemRijk drijft.
4.3 JURIDISCHE VORMGEVING 4.3.1 Vormgeving Rechtspersonen Allereerst wordt een overzicht gegeven van mogelijke rechtspersonen. Ingegaan wordt op de rechtsbevoegdheden van vereniging, stichting en coöperatie. Vereniging Een vereniging is een samenwerkingsvorm waarin een aantal personen wil samenwerken om een bepaald doel te verwezenlijken volgens vastgestelde regels. Het doel mag niet het maken van winst zijn. Deze vorm wordt vaak toegepast voor sportclubs, buurthuiswerk en dergelijke. Door een vereniging op te richten ontstaat een rechtspersoon. De wet onderscheidt: 1) Vereniging met een volledige rechtsbevoegdheid Oprichting met een notariële akte waarin de statuten zijn opgenomen Inschrijving in handelsregister van de Kamer van Koophandel (waardoor de bestuurders niet hoofdelijk aansprakelijk zijn) Statuten: in de statuten worden de belangrijkste regels van de vereniging neergelegd, als naam, plaats van vestiging, doel, verplichting van de leden tegenover de vereniging, wijze van bijeenroepen van de Algemene Ledenvergadering, wijze van benoeming en ontslag van de bestuurders. Naast statuten hanteren verenigingen vaak een huishoudelijk reglement. Alle leden samen vormen de algemene ledenvergadering 2) Vereniging met een beperkte rechtsbevoegdheid Dat is een informele vereniging Statuten zijn niet nodig Inschrijving in de KVK register is niet nodig (dan zijn bestuurders hoofdelijke aansprakelijk) Stichting De stichting beoogt met een hiervoor bestemd vermogen een in de statuten omschreven doel te verwezenlijken. Dat is meestal een ideëel of sociaal doel. Het is geen samenwerkingsvorm van personen en kan dus door een persoon worden opgericht. Er mag wel winst gemaakt worden, maar die mag niet aan de leden worden uitgekeerd. Coöperatie De coöperatie is een vereniging die opkomt voor de materiële belagen van de leden, door overeenkomsten met ze af te sluiten. De winst mag worden uitgekeerd aan de leden. Oprichting gaat per notariële akte, waarin ook de aansprakelijkheid wordt geregeld. Hieronder worden de achtergronden, vereisten, consequenties en voor- en nadelen van de verschillende juridische modellen kort schematisch weergegeven Vereniging Doel
Zeggenschap
Aansprakelijkhei
Gemeenschappelijk doel, waar ook de eventuele winst naar toe gaat. Een vereniging die niet is ingeschreven (Beperkte rechtsbevoegdheid) , kan geen erfgenaam zijn en geen ontoerende goederen verkrijgen De leden (ALV). Zij mandateren het bestuur voor beperkte verantwoordelijkheden Geen, bij notariële vastlegging en
Coöperatie (bijzondere verenigingen) Het doel is gericht op de materiële belangen van de leden. De winst mag worden uitgekeerd aan de leden
Stichting
Zelfde als bij de vereniging
Twee modellen; Raad van Toezicht Raad van bestuur Daaronder een directie Niet aansprakelijk, tenzij
Vast te stellen in de
Bepaald doel halen met een vermogen. Veel Stichtingen hebben daartoe een organisatie met werknemers in loondienst opgezet
20
d bestuur Oprichting Belastingen
Sociale zekerheid Jaarrekening deponeren KvK
inschrijving Kamer van Koophandel Via notariële akte, voor volledige rechtsbevoegdheid Nee
statuten Notariële akte
Notariële akte
Eventueel vennootVennoot/inkomstenbelasting schapsbelasting en over winstuitkering OmzetbeOmzetbelasting (BTW) lasting volgens BTW systeem Er is alleen een afdrachtplicht als er sprake is van een onderneming en werknemers, die in loondienst zijn aangenomen. Alleen in bepaalde gevallen Nee, tenzij het een grote vereniging Ja Ja is met een miljoenen omzet
4.3.2 Analyse referentieprojecten De analyse van de referentieprojecten levert het volgende op: 1. juridische vormgeving alle projecten starten met de oprichting van een soort bewoners- of initiatiefgroep, dat wil zeggen een vorm van formele geïnstitutionaliseerde groepsvorming. In de loop van het project krijgt deze “formele groep” veelal een officiële juridische vorm; van de tien referentieprojecten is bij acht projecten de bewonersrol juridisch verankerd; twee referentieprojecten zijn niet juridisch verankerd. Het betreft de projecten Lebensräume fϋr Jung und Alt, dat een bewonersraad kent, en Meergeneratiewonen voor Hindoestanen. Dit laatste project zit nog in de ontwikkelfase en werkt met behulp van een bewonersinitiatiefgroep; bij de acht juridisch verankerde initiatieven gaat het om zes verenigingen en twee coöperatieve verenigingen (Seniorengenossenschaft en De Zorgcoöperatie Hoogeloon); alle vijf zelfinitiatieven zijn vrijwel van meet af aan gestart met een juridische verankering in de vorm van een vereniging of coöperatie. 2. Volledig rechtsbevoegd en aansprakelijkheid alle verenigingen van de referentieprojecten zijn “volledig rechtsbevoegd”. Deze bevoegdheid wordt verkregen door statuten notarieel vast te laten leggen en de vereniging te laten inschrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Daarmede is tevens de aansprakelijk van bestuurders geregeld; zij zijn niet hoofdelijk aansprakelijk. Aan de statuten is een aantal formele eisen gesteld.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN VOOR BLOEMRIJK juridische verankering in de vorm van een vereniging is op zich zeer geschikt gezien de doelstellingen van BloemRijk; volledige rechtsbevoegdheid is noodzakelijk; daarmee is de aansprakelijkheid van de bestuursleden afdoende geregel; voer een quick scan uit naar nieuwe verregaande vormen van zeggenschap en beslisrecht van bewoners in samenwerking met het SEV programma Versteviging huurderinvloed; mocht BloemRijk in de toekomst zorg of ander diensten willen gaan inkopen of verlenen is het coöperatievorm een geschikte juridische vorm;
21
5. ANALYSE ZEGGENSCHAPSTHEMA’S In het kader van de vraag naar maximaal eigenaarschap van bewoners zijn mogelijke zeggenschapsthema’s essentieel. Het gaat om onderwerpen die onder de competentie vallen van de bewoners(organisatie), te onderscheiden in thema’s met een fysieke doelstelling en thema’s met een sociale doelstellingen: van speelruimte voor kinderen tot woningtoewijzing. Samenvattend betreft het de thema’s: 1. projectdoelstelling en -uitvoering 2. (verenigings) activiteiten/ sociale aspecten 3. inrichting beheer en exploitatie gemeenschappelijke ruimte 4. inrichting en beheer en openbare ruimtes 5. selectie bewoners (alle verenigingsprojecten) 6. wederzijdse dienstverlening 7. rol van beroepskracht (coördinator/moderator) De resultaten van onderzoek naar zeggenschapsthema’s bij de referentieprojecten zijn: Ad 1. projectdoelstelling en- uitvoering Zeggenschap hierover is maximaal bij zelfinitiatieven en bij de coöperaties, gevolgd door het organisatiemodel van de stimulerende, terugtredende professional. De zeggenschap is relatief het minst bij het professionele aansturingmodel. Ad 2. (verenigings) activiteiten en sociale aspecten Sociale aspecten en projectactiviteiten vallen in alle referentieprojecten onder de regie van bewoners. Bij de zorgcoöperatie is dit punt niet van toepassing. Ad 3. inrichting beheer en exploitatie ontmoetings- en of gemeenschappelijke ruimtes In vrijwel alle projecten is sprake van een of andere vorm van (een) algemene ruimte(s). Veelal zijn deze in eigen beheer, zeker bij de zelfinitiatieven, of spelen bewoners daarbij een belangrijke rol bij. Zie ook C. over de relatie met de woningbouwcorporatie. Ad 4. inrichting en beheer van (gemeenschappelijke) tuinen en openbare ruimtes Behoudens Meergeneratiewonen voor Hindoestanen, de Seniorengenossenschaft en Zorgcoöperatie Hoogeloon, zijn dit bij alle projecten prominente aandachtspunten. In het bijzonder bij de ecologische initiatieven. Hof van Heden bijvoorbeeld heeft in de ontwerpfase talloze excursies gemaakt naar mogelijke voorbeeldprojecten. Ad 5. selectie bewoners/ woningtoewijzing In zeven referentie projecten loopt de selectie van bewoners en de toewijzing woningen via de bewoners/vereniging. Dat zijn de twee centraal wonen projecten, de Seniorengenossenschaft, de drie ecologische projecten en coproductieproject ’t Groene Sticht. Bij Meergeneratiewonen voor Hindoestanen en Lebensräume fϋr Jung und Alt bepaalt de corporatie respectievelijk de zorgaanbieder. Opmerkelijk is de woningtoewijzingrol van bewoners in coproductie project ’t Groene Sticht. Ad 6. Wederzijdse dienstverlening Dit betreft drie projecten: Meergeneratiewonen voor Hindoestanen, Lebensräume fϋr Jung und Alt en de Seniorengenossenschaft. In deze initiatieven is dit een expliciete projectdoelstelling. Via de bewonersraad, ALV of initiatiefgroep kan hierop in algemene termen worden gestuurd. Ad 7. Rol van beroepskracht (coördinator/moderator) In beide gevallen wordt de beroepskracht functioneel gestuurd door de aanbieder(s) en hebben bewoners geen of slechts op indirecte wijze invloed
22
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN VOOR BLOEMRIJK In zijn algemeenheid biedt het overdrachtsmodel gericht op zelforganisatievorming van BloemRijk, alle mogelijkheden om tot volledig “eigenaarschap” te komen; Thema’s die kunnen bijdragen aan versterking van (het gevoel van) eigenaarschap van bewoners: 1. Zelfsturing ten aanzien van de projectdoelstelling en projectuitvoering. Dat wil zeggen bewoners laten oordelen over de kwaliteit van de bestaande verhouding jong- oud en mensen met, of zonder beperking in relatie tot de projectdoelstelling; 2. De invloed van de bewonersvereniging op het profiel van nieuw toe te laten leden; 3. Zelfbeheer, van zowel de ontmoetingsruimte, als van de buitenruimte (tuinen, openbare ruimte en groenvoorzieningen); 4. Vormen van reflectie op, of evaluatie van het functioneren van wederzijdse dienstverlening dragen bij aan het verantwoordelijkheidsgevoel en besef van gezamenlijk eigenaarschap; 5. (Mede)verantwoordelijkheid ten aanzien van de moderatorfunctie. Bijvoorbeeld door de mogelijkheid van reflectie op en of evaluatie van uitvoering van de rol van moderator door de bewoners(vereniging, of een bescheiden eigen bijdrage van bewoners te onderzoeken. Dit laatste heeft mogelijk als nadeel dat verwachtingen worden gewekt ten aanzien van individuele dienstverlening aan bewoners; 6. Huurrelatie: doe onderzoek naar feitelijke mogelijkheden en wenselijkheid (voor- en nadelen) van een huurovereenkomst tussen corporatie en vereniging; 7. Woningtoewijzing: doe onderzoek naar feitelijke mogelijkheden en wenselijkheid van een (grotere dan wel bepalende) rol van bewonersvereniging in selectie en woningtoewijzing. De onderzochte zelfinitiatieven en overdrachtsmodellen laten zien dat het essentieel is dat professionals zich realiseren dat het de bewoners zijn die het (moeten) doen en dat zij derhalve de bewoners echt ten volle het vertrouwen geven. En voor zover nodig, de habitus van deskundige achter zich durven te laten. Vertrouwen is de sleutel naar eigenaarschap.
23
6. ANALYSE RELATIE BEWONERS(ORGANISATIE) MET WONINGCORPORATIE EN ANDEREN Het betreft hier de rollen en verantwoordelijkheden van corporatie en bewoners(organisatie) in vergelijkbare projecten. Hoe zijn die ontwikkeld en tot stand gekomen? En op welke wijze zijn afspraken hierover vastgelegd? Daarnaast is met name de gemeentelijke rol van belang. Uit de analyse van de referentieprojecten ontstaat het volgend beeld: in de grote meerderheid van de projecten is er een initiatiefnemende, dan wel substantieel ondersteunende en of faciliterende rol van de woningcorporatie vast te stellen; bij vijf projecten wordt de ontmoetingsruimte beheerd door de bewonersorganisatie. Bij de overige is dit punt niet van toepassing; bij zeven projecten is er een overeenkomst met de corporatie over selectie en woningtoewijzing door de bewonersvereniging; in vier gevallen is er een overeenkomst tussen de bewonersvereniging en corporatie over verhuur van de woningen. Bij drie projecten is er wèl een individuele huurrelatie van bewoners met de corporatie (bij de overige projecten is dit punt niet van toepassing); bij één project voert de corporatie onderhoud uit ten behoeve van de VVE; in enkele projecten hebben bewonersverenigingen het beheer van groenvoorzieningen overgenomen van de gemeente.
AANBEVELINGEN VOOR BLOEMRIJK Algemeen corporaties hebben belang bij honkvaste, betrouwbare, verantwoordelijke huurders en leefbare buurten. Het beperkt een aantal structurele onkostenposten als verhuismutaties, buurtbemiddeling, woningonderhoud, overhead enz. en vergroot het waardebezit van de corporatie. Wanneer door de bewonersinitiatieven inverdieneffecten (zijn) ontstaan liggen vormen van (financiële) ondersteuning in de rede; projecten gericht op leefbaarheid, sociale samenhang, buurtopbouw, wederzijds dienstbetoon, vrijwilligers en mantelzorg, of participatie van mensen met beperkingen, passen naadloos in het vigerend gemeentelijk WMO-beleid en nemen de gemeente veel werk uit handen. Zij leiden tot inverdieneffecten hetgeen voldoende reden is om zich als BloemRijk bij de gemeente sterk te maken voor bijvoorbeeld financiering van de moderatorfunctie; het aantoonbaar maken van/ kapitaliseren van inverdieneffecten met behulp van kosten batenanalyses/ramingen heeft aanzienlijke voordelen. Het - toont de effectiviteit van de interventie aan; - vergroot de kans op reguliere inbedding van het project; - beperkt daarmee de afhankelijkheid van incidentele middelen. het is wenselijk om een quick scan uit te voeren naar ervaringen bij het maken van de kostenbaten analyses/ramingen, dan wel externe hulp daarvoor in te roepen. Wellicht kan ook aangesloten worden bij een SEV programma waarin geëxperimenteerd wordt met methoden om het maatschappelijk rendement van projecten te beoordelen: wat kost een idee en wat levert het op voor de wijk (De Waardenzeef). Corporatie bewoners en corporatie gaan overleggen over condities en randvoorwaarden van het beheer van de ontmoetingsruimte door bewonersorganisatie; desgewenst overleggen VVE en corporatie over het uitvoeren van het onderhoud; bewoners en corporaties overleggen over mogelijke structurele financiële bijdragen, op basis van kosten-batenanalyses, vanwege mogelijke inverdieneffecten; onderzoek de feitelijke mogelijkheden en wenselijkheid (voor- en nadelen) van een huurovereenkomst corporatie en bewonersorganisatie;
24
onderzoek de feitelijke mogelijkheid en wenselijkheid van een (grotere dan wel bepalende) rol van bewonersorganisatie in de selectie en woningtoewijzing. Gemeente bij de gemeente de WMO inverdieneffecten aan de orde stellen zo veel mogelijk gebaseerd op kostenbaten- analyses, in verband met reguliere inbedding.
25
7. SAMENVATTING CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN VOOR BLOEMRIJK Doel van deze studie is kort samengevat om een passende organisatorische en juridische vorm te vinden waardoor de deelnemende bewoners zich maximaal ‘eigenaar’ voelen en zìjn van het project. De data in deze studie zijn door middel van literatuur- en internetsearch zijn verkregen. In dit hoofdstuk volgt een overzicht van conclusies en aanbevelingen die van toepassing zijn voor BloemRijk.
A. ORGANISATORISCHE EN JURIDISCHE VORMGEVING 1. ORGANISATIEMODELLEN Het organisatiemodel van BloemRijk vertoont zeer veel verwantschap met het Overdrachtsmodel dat gericht is op zelforganisatievorming; tijdens de coproductiefase is werkenderweg de omslag gemaakt naar zo groot mogelijk eigenaarschap van bewoners: de omvorming tot een zelforganisatie/ bewonersinitiatief; in 2008 is het bewonersopbouwproces van start gegaan. Dit heeft mede geresulteerd in oprichting van de bewonerskerngroep en vier aparte werkgroepen; belangrijke elementen in de coproductie zijn uitwerking van de thema’s ontmoetingsruimte en moderatorschap en zeggenschap/ beheersmodellen; bewoners vormen een doorsnee van de samenleving, daarmee is de kans op een brede maatschappelijke toepassing van het concept groot. Kennis en kunde bij de eigenaren zijn randvoorwaarden voor goed eigenaarschap. Het verdient aanbeveling (zo veel mogelijk) bewoners de benodigde kennis en kundes laten opdoen, dat wil zeggen kader te vormen onder de bewoners; belangrijke competenties zijn overleg voeren, bureaucratische hindernissen nemen, onderhandelen, lobbyen en of actievoeren. 2. ORGANISATIEASPECTEN een verplicht lidmaatschap versterkt het draagvlak; zo min mogelijk onderscheid maken tussen huurders en kopers; lidmaatschapskosten en financiën: 1. een financiële bijdrage is logisch en wenselijk. Betaling is uitdrukking van het niet vrijblijvende karakter; betaling is betrokkenheid; wie betaalt bepaalt; 2. de constructie van inschrijfgeld leidt ertoe dat nieuwe leden altijd ook meebetalen; 3. de constructie van inlegkosten kan een oplossing bieden voor het geval de vereniging een structurele investering wil doen/ heeft gedaan; 4. inkomsten kunnen worden verkregen door verhuur en exploitatie van de ontmoetingsruimte; 5. de vaste lidmaatschapkosten dienen van een redelijke, gemiddelde hoogte te zijn; 6. een inkomensafhankelijk deel is logisch en wenselijk; 7. te overwegen is om desgewenst, in specifieke situaties, contributie in natura te kunnen voldoen, dat wil zeggen in de vorm van arbeid ( los van de overeengekomen inzet voor wederzijdse dienstverlening). Een en ander overeen te komen met het bestuur van de vereniging; 8. voor financiering van bewonersactiviteiten kan een beroep worden gedaan op eigen bijdragen en of op bijdragen van maatschappelijke organisaties, gemeente en middenstand (al dan niet in natura). onderzoek of maatschappelijke gebonden eigendom van de koopwoningen een optie is; veel belangrijker dan de contributies, zijn de bijdragen in menskracht (wederzijdse dienstverlening en deelname aan vereniging). Dat is de kurk waarop BloemRijk drijft. 3. JURIDISCHE VORMGEVING juridische verankering in de vorm van een vereniging is op zich zeer geschikt gezien de doelstellingen van BloemRijk;
26
volledige rechtsbevoegdheid is noodzakelijk; daarmee is de aansprakelijkheid van de bestuursleden afdoende geregeld; voer een quick scan uit naar nieuwe verregaande vormen van zeggenschap en beslisrecht van bewoners in samenwerking met het SEV programma Versteviging huurderinvloed ; mocht BloemRijk in de toekomst zorg of ander diensten willen gaan inkopen of verlenen is het coöperatievorm een geschikte juridische vorm.
B. ZEGGENSCHAPSTHEMA’S In zijn algemeenheid biedt het overdrachtsmodel gericht op zelforganisatievorming van BloemRijk, alle mogelijkheden om tot volledig “eigenaarschap” te komen. Thema’s die kunnen bijdragen aan versterking (van het gevoel van) eigenaarschap van bewoners: 1. Zelfsturing ten aanzien van de projectdoelstelling en projectuitvoering. Dat wil zeggen bewoners laten oordelen over de kwaliteit van de bestaande verhouding jong- oud en mensen met, of zonder beperking in relatie tot de projectdoelstelling; 2. De invloed van bewonersvereniging op het profiel van nieuw toe te laten leden. 3. Zelf beheer, van zowel de ontmoetingsruimte, als van de buitenruimte (tuinen, openbare ruimte en groenvoorzieningen); 4. Vormen van reflectie op, of evaluatie van het functioneren van wederzijdse dienstverlening dragen bij aan het verantwoordelijkheidsgevoel en besef van gezamenlijk eigenaarschap; 5. (Mede)verantwoordelijkheid ten aanzien van de moderatorfunctie. Bijvoorbeeld door de mogelijkheid van reflectie op en of evaluatie van uitvoering van de rol van moderator door de bewoners(vereniging, of een bescheiden eigen bijdrage van bewoners te onderzoeken. Dit laatste heeft mogelijk als nadeel dat verwachtingen worden gewekt ten aanzien van individuele dienstverlening aan bewoners; 6. Huurrelatie: doe onderzoek naar feitelijke mogelijkheden en wenselijkheid van een huurovereenkomst corporatie en vereniging; 7. Woningtoewijzing: doe onderzoek naar de feitelijke mogelijkheden en wenselijkheid (vooren nadelen) van een (grotere dan wel bepalende) rol van bewonersvereniging in selectie en woningtoewijzing; De onderzochte zelfinitiatieven en overdrachtsmodellen laten zien dat het essentieel is dat professionals zich realiseren dat het de bewoners zijn die het (moeten) doen en dat zij derhalve de bewoners echt ten volle het vertrouwen geven. En voor zover nodig, de habitus van deskundige achter zich durven te laten. Vertrouwen is de sleutel naar eigenaarschap.
C.RELATIE BEWONERS(ORGANISATIE) MET WONINGCORPORATIE EN ANDEREN Algemeen: corporaties hebben belang bij honkvaste, betrouwbare, verantwoordelijke huurders en leefbare buurten. Het beperkt structurele onkostenposten als verhuismutaties, buurtbemiddeling, woningonderhoud, overhead enz. en vergroot het waardebezit van de corporatie. Wanneer door de bewonersinitiatieven inverdieneffecten (zijn) ontstaan liggen vormen van (financiële) ondersteuning in de rede; projecten gericht op leefbaarheid, sociale samenhang, buurtopbouw, wederzijds dienstbetoon, vrijwilligers en mantelzorg, of participatie van mensen met beperkingen, passen naadloos in het vigerend gemeentelijk WMObeleid en nemen de gemeente veel werk uit handen. Zij leiden tot inverdieneffecten hetgeen voldoende reden is om zich als BloemRijk bij de gemeente sterk te maken voor bijvoorbeeld financiering van de moderatorfunctie; het aantoonbaar maken van/ kapitaliseren van inverdieneffecten met behulp van kosten batenanalyses/ramingen heeft aanzienlijke voordelen: het - toont de effectiviteit van de interventie aan; - vergroot de kans op reguliere inbedding van het project; - beperkt daarmee de afhankelijkheid van incidentele middelen. Het is wenselijk om een quick scan uit te voeren naar ervaringen bij het maken van de kostenbaten analyses/ramingen, dan wel externe hulp daarvoor in te roepen. Wellicht kan ook aangesloten worden
27
bij een SEV programma waarin geëxperimenteerd worden met methoden om het maatschappelijk rendement van projecten te beoordelen: wat kost een idee en wat levert het op voor de wijk (De Waardenzeef). Corporatie bewoners en corporatie gaan overleggen over condities en randvoorwaarden beheer van ontmoetingsruimte door bewonersorganisatie; desgewenst overleggen VVE en corporatie over uitvoeren onderhoud; bewoners en corporaties overleggen over mogelijke structurele financiële bijdragen, op basis van kosten-batenanalyses, vanwege mogelijke inverdieneffecten; onderzoek de feitelijke mogelijkheden en wenselijkheid (voor- en nadelen) van een huurovereenkomst tussen corporatie en bewonersorganisatie; onderzoek de feitelijke mogelijkheid en wenselijkheid (voor- en nadelen) van een (grotere dan wel bepalende) rol van bewonersorganisatie in selectie en woningtoewijzing. Gemeente bij de gemeente de WMO inverdieneffecten aan de orde stellen zo veel mogelijk gebaseerd op kostenbaten analyses, in verband met reguliere inbedding.
28
29
Colofon Dit onderzoek is uitgevoerd door het Regionaal Zorgberaad Midden-Holland Vest 264a 2801 TZ Gouda
[email protected] ter attentie van Harriëtte Mesland 0182-548176