Praktijk: Datum: AGB-code:
Auditcriteria Beheersmodel audit Oefentherapie 2015 © versie 4.9 maart 2015
Criterium 1
Kwaliteitsregister Paramedici
Vraagstelling
Score Score C
1.1 *)
Zijn alle in de praktijk werkzame oefentherapeuten kwaliteitsgeregistreerd *) in het kwaliteitsregister paramedici?
De status kwaliteitsgeregistreerd wordt gegeven aan de oefentherapeut die voldaan heeft aan de opleidingseisen en aan de door beroepsgroep gestelde kwaliteitseisen (herregistratie per 5 jaar).
Normering Bij de beoordeling van criterium 1. mag er op het onderdeel 1.1 geen NC gescoord worden.
Eindscore Als er bij criterium 1. sprake is van een NC op het onderdeel 1.1 is de audituitkomst negatief.
blz.1
Auditcriteria Beheersmodel audit Oefentherapie 2015 versie 4.9 © All rights reserved by SKMZ.
NC
Praktijk: Datum: AGB-code:
Criterium 2
Praktijkorganisatie/inrichting en accommodatie
Vraagstelling
Score NVT
2.1
Is de praktijk voldoende toegankelijk? (mn. voor mindervaliden/rolstoeltoegankelijkheid)
2.2
Is de praktijk voldoende bereikbaar? (P-gelegenheid/OV)
2.3
Beschikt de praktijk over een wachtgelegenheid die geen onderdeel uitmaakt van de behandelruimte(n)?
2.4
Zijn de behandelruimte(n) geschikt voor de te geven therapievormen? 2.4.1 individuele behandelingen 2.4.2 groepsbehandelingen
2.5
Indien er sprake is van groepsbehandelingen beschikt de praktijk dan over een ruimte welke geschikt is om aan de zorgvraag van de doelgroep te voldoen?
2.6
Indien er sprake is van groepsbehandelingen beschikt de praktijk dan over een aparte omkleedvoorziening?
2.7
Beschikt de praktijk over adequate materialen ter ondersteuning van onderzoek en behandeling van de doelgroep?
2.8
Is de praktijk telefonisch goed bereikbaar?
2.9
Beschikt de praktijk over EHBO-voorzieningen? (bijv. een EHBO-verbandtrommel)
2.10
Beschikt de praktijk over warm/koud watervoorzieningen?
2.11
Maakt de praktijk gebruik van electronisch oefentherapeutische verslaglegging? (EOV)
(Ja of Nee)
Normering Als er bij criterium 2 sprake is van een NC op 1 of meer onderdelen, dan heeft dit geen effect op de audituitkomst. Wel wordt er naar aanleiding van deze afwijking van de norm, een opmerking geplaatst over dit onderdeel op het rapportblad. *) (=RvV) De zorgverzekeraar kan over deze afwijking in gesprek gaan met de praktijk, teneinde in gezamenlijkheid een oplossing voor de geconstateerde afwijking te vinden. *)
= Ruimte voor Verbetering.
blz.2
Auditcriteria Beheersmodel audit Oefentherapie 2015 versie 4.9 © All rights reserved by SKMZ.
C
NC
Praktijk: Datum: AGB-code:
Criterium 3
Hygiëne - privacy - veiligheid
Vraagstelling
Score
NVT 3.1
Beschikt de praktijk over een toilet en een gelegenheid om de handen te wassen?
3.2
Worden de praktijkruimte, de inventaris en de gebruiksmaterialen systematisch en op een verantwoorde wijze gereinigd?
3.3
Zijn er afspraken vastgelegd op het gebied van schoonmaak? (bijvoorbeeld in de vorm van een schoonmaakschema)
3.4
Beschikt de praktijk over een behandelruimte die de privacy van de patiënt waarborgt? (auditief en visueel)
3.5
Beschikt de praktijk over administratieve voorzieningen die de privacy van de patiënt waarborgen?
3.6
Voldoen de electriciteits- en energie installatie aan de normale standaarden*) i.r.t. functioneren en onderhoud?
*)
zijn de installaties goedgekeurd?
3.7
Voldoen de behandel- en oefenapparatuur aan de wettelijke veiligheidseisen? (bijv. door periodieke controle) (volgens de wet BIG)
Normering Als er bij criterium 3 sprake is van een NC op 1 of meer onderdelen, dan heeft dit geen effect op de audituitkomst. Wel wordt er naar aanleiding van deze afwijking van de norm, een opmerking geplaatst over dit onderdeel op het rapportblad. *) (=RvV) De zorgverzekeraar kan over deze afwijking in gesprek gaan met de praktijk, teneinde in gezamenlijkheid een oplossing voor de geconstateerde afwijking te vinden. *)
= Ruimte voor Verbetering.
blz.3
Auditcriteria Beheersmodel audit Oefentherapie 2015 versie 4.9 © All rights reserved by SKMZ.
Score C
NC
Praktijk: Datum: AGB-code:
Criterium 4
Klachtenregeling Score C NC
Vraagstelling
4.1 *)
Heeft de praktijk een klachtenregeling*)?
Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ ).
4.2
Wordt de klachtenregeling kenbaar gemaakt aan de patiënten?
4.3
Heeft de praktijk het afgelopen jaar een formele, schriftelijk ingediende, klacht*) gekregen? (Ja of Nee)
*)
indien er een schriftelijke klacht is ingediend, zal de auditor de vragen 4.3.1 en 4.3.2 beoordelen.
4.3.1
Is deze geregistreerd?
4.3.2
Is er vanuit de registratie aantoonbaar dat er een vervolg aan is gegeven?
Normering Bij de beoordeling van criterium 4. mag er op de onderdelen 4.1 en 4.2 geen NC gescoord worden. Als onderdeel 4.3 met een Ja of Nee wordt beantwoord heeft dat geen invloed op de audituitkomst. Indien op onderdeel 4.3 een Ja wordt beantwoord en er wordt een NC gescoord op de onderdelen 4.3.1/4.3.2 dan is de audituitkomst negatief.
Eindscore Als er bij criterium 4. sprake is van een NC op de onderdelen 4.1, 4.2 en indien van toepassing op de onderdelen 4.3.1 en 4.3.2 is de audituitkomst negatief. Wanneer de audituitkomst negatief is op alléén criterium 4. zal de verzekeraar de consequenties met de auditee als gevolg van deze negatieve uitkomst bespreken.
blz.4
Auditcriteria Beheersmodel audit Oefentherapie 2015 versie 4.9 © All rights reserved by SKMZ.
Praktijk: Datum: AGB-code:
Criterium 5 Methodisch handelen Rubriek 1A: Algemeen (intake na verwijzing) Oriëntatie Vraagstelling NVT 5.1 *)
Score C NC
Zijn de verwijsgegevens*) aanwezig in het dossier?
Met verwijsgegevens worden bedoeld: de aanmelddatum, de verwijsdiagnose en de diagnostische gegevens.
Rubriek 1B: Algemeen (intake na screening) Oriëntatie Vraagstelling NVT 5.2
Is de conclusie van de screening vastgelegd?
5.3
Heeft de oefentherapeut de patiënt toestemming*) gevraagd voor overleg met de arts?
*)
Wanneer de OT beschikt over te weinig medische gegevens, vraagt hij toestemming om deze op te vragen.
Rubriek 1C: Onderzoek Oriëntatie 5.4
Is de hulpvraag van de patiënt vastgelegd?
5.5
Zijn de anamnestische gegevens*) zoals vermeld in stap 2. van het MOH**) vastgelegd?
*)
Hieronder worden verstaan de van toepassing zijnde gegevens welke benoemd zijn in stap 2. van het MOH **) (Methodisch Oefentherapeutisch Handelen) conform de Richtlijn Verslaglegging 2014.
5.6
Zijn de relevante gegevens uit het activiteitenonderzoek*) met de daaraan gekoppelde bevindingen vastgelegd?
*)
Dit zijn de belangrijkste gegevens, zoals beschreven in stap 3. van het MOH, het beroepsspecifiek onderzoek, conform de Richtlijn Verslaglegging 2014.
5.7
Zijn de relevante gegevens uit het specifiek onderzoek*) met de daaraan gekoppelde bevindingen vastgelegd?
*)
Idem, als onder 5.6 benoemd.
5.8
Is de oefentherapeutische diagnose*) aanwezig conform de Richtlijn Verslaglegging 2014?
*)
De oefentherapeutische diagnose is het beroepsspecifieke oordeel op basis van de beroepsspecifieke analyse, waarin de probleemdefinitie duidelijk is geformuleerd conform stap 4. van het MOH.
Normering Voor de normering van rubriek 1 zie blz. 6. blz.5
Auditcriteria Beheersmodel audit Oefentherapie 2015 versie 4.9 © All rights reserved by SKMZ.
Score C NC
Praktijk: Datum: AGB-code:
Criterium 5 Methodisch handelen Rubriek 1A - 1B - 1C Intake en Onderzoek Normering
- Rubriek 1 A en 1 B Bij een toets van 5 dossiers (éénmanspraktijk), 10 dossiers (meermanspraktijk ≤ 5 FTE) of 15 dossiers (meermanspraktijk > 5 FTE) zal in relatie tot het aantal dossiers dat op dit onderdeel betrekking heeft een score van70% behaald moeten worden (deze score geldt tot 1 juli 2016). Bij een score van lager dan 70% wordt een NC gescoord. NB: Vanaf 1 juli 2016 geldt een score van 80%.
Eindscore Op de totale rubriek 1 (5.1 t/m 5.3) mag er één NC gescoord worden. Bij twee of meer NC's is de audituitkomst negatief.
- Rubriek 1 C Bij een toets van 5 dossiers (éénmanspraktijk), 10 dossiers (meermanspraktijk ≤ 5 FTE) of 15 dossiers (meermanspraktijk > 5 FTE) zal in relatie tot het aantal dossiers dat op dit onderdeel betrekking heeft een score van 70% behaald moeten worden (deze score geldt tot 1 juli 2016). Bij een score van lager dan 70% op een onderdeel wordt er een NC voor dit onderdeel gescoord. NB: Vanaf 1 juli 2016 geldt een score van 80%.
Eindscore Bij de beoordeling van criterium 5. mag er op de onderdelen 5.4 en 5.8 geen NC gescoord worden. Bij een NC op één van deze onderdelen is de audituitkomst negatief. Op de onderdelen 5.5 t/m 5.7 mag er één NC gescoord worden. Bij twee of meer NC's op deze onderdelen is de audituitkomst negatief.
blz.6
Auditcriteria Beheersmodel audit Oefentherapie 2015 versie 4.9 © All rights reserved by SKMZ.
Praktijk: Datum: AGB-code:
Criterium 5 Methodisch handelen Rubriek 2: Probleemoplossing/Interventie Behandeling
vervolg
Vraagstelling 5.9 *)
Is er een patiëntgericht behandeldoel*) gespecificeerd?
Het behandeldoel moet worden vastgesteld op activiteiten/participatieniveau met daarbij vermeld het beoogde resultaat, welk concreet en betekenisvol moet zijn en moet aansluiten op de OT-diagnose (incl. hulpvraag van de patiënt). Zie Richtlijn Verslaglegging VvOCM 2014 stap 5. van het MOH.
5.10 *)
Is er een behandelplan*) vastgesteld?
In het behandelplan wordt de strategie beschreven die ingezet wordt om het behandeldoel te bereiken (conform stap 5. van het MOH van de Richtlijn Verslaglegging 2014). Hierin zijn opgenomen de verrichtingen, de eventuele subdoelen die voorwaardenscheppend zijn ingezet om het behandeldoel te bereiken en een evaluatiesystematiek (in tijd en daar waar mogelijk in maat en getal).
5.11
Is in het behandelplan een tijdsgebonden prognose*) in relatie tot het gestelde behandeldoel opgenomen?
*)
In het plan dient een prognose gekoppeld te zijn aan het aantal behandelingen nodig om het behandeldoel te behalen en waar mogelijk aan de tijd die daarvoor nodig is.
5.12
Wordt het oefentherapeutisch handelen gekoppeld aan de gestelde behandeldoelen?
5.13
Is er, kijkend naar de dagjournaals*), een systematiek in het oefentherapeutisch handelen terug te vinden?
*)
In de dagjournaals moet de relatie met het behandeldoel en behandelplan worden aangetoond.
5.14
Voldoen de dagjournaals*) aan de eisen, zoals gesteld in het formulier verslaglegging van de VvOCM?
*)
In de dagjournaals moet op systematische wijze kort worden weergegeven wat de ervaringen zijn van de patiënt, wat de de uitgevoerde verrichtingen en het verloop daarvan alsmede eventuele tussentijdse meetresultaten
5.15
Wordt er op systematische*) wijze (>1x) gebruik gemaakt van klinimetrie?
*)
Onder systematisch gebruik maken van klinimetrie wordt verstaan dat meer dan 1x een meetinstrument/vragenlijst wordt ingezet.
Normering Voor de normering van rubriek 2 zie blz. 8.
blz.7
Auditcriteria Beheersmodel audit Oefentherapie 2015 versie 4.9 © All rights reserved by SKMZ.
Score C NC
Praktijk: Datum: AGB-code:
Criterium 5 Methodisch handelen Rubriek 2: Probleemoplossing/Interventie Behandeling
vervolg
Normering - Rubriek 2 Bij een toets van 5 dossiers (éénmanspraktijk), 10 dossiers (meermanspraktijk ≤ 5 FTE) of 15 dossiers (meermanspraktijk > 5 FTE) zal in relatie tot het aantal dossiers dat op dit onderdeel betrekking heeft een score van 70% behaald moeten worden. Bij een score van lager dan 70% op een onderdeel wordt er een NC voor dit onderdeel gescoord. Deze score geldt tot 1 juli 2016. Vanaf 1 juli 2016 geldt een score van 80%.
Eindscore Bij de beoordeling van criterium 5. mag er op de onderdelen 5.9, 5.10 en 5.14 geen NC gescoord worden. Bij een NC op één van deze onderdelen is de audituitkomst negatief. Op de onderdelen 5.11 t/m 5.13 en 5.15 mag er één NC gescoord worden. Bij twee of meer NC's op deze onderdelen is de audituitkomst negatief.
blz.8
Auditcriteria Beheersmodel audit Oefentherapie 2015 versie 4.9 © All rights reserved by SKMZ.
Praktijk: Datum: AGB-code:
Criterium 5 Rubriek 3: Evaluatie Behandeling
vervolg
Methodisch handelen
Vraagstelling NVT 5.16
Is er sprake van een evaluatiesystematiek*) i.r.t.het gestelde behandeldoel?
*)
De oefentherapeut zal regelmatig de vorderingen van de cliënt en de behandeling evalueren.
5.17 *)
Bij een behandelproces langer dan 3 maanden.
5.18 *)
Wordt het behandelplan in de loop van het behandelproces*) bijgesteld aan de realiteit?
Is er een eindevaluatie*) aanwezig bij beëindiging van het behandelproces?
De gegevens welke tijdens de eindevaluatie moeten worden vastgelegd zijn beschreven in stap 7. van het MOH in de richtlijn Verslaglegging van de VvOCM 2014.
5.19
Wordt er in de getoonde dossiers, bij beëindiging van het zorgproces, een eindrapportage gemaakt?
Normering Bij een toets van 5 dossiers (éénmanspraktijk), 10 dossiers (meermanspraktijk ≤ 5 FTE ) of 15 dossiers (meeermanspraktijk > 5 FTE) zal in relatie tot het aantal dossiers dat op dit onderdeel betrekking heeft een score van 70% behaald dienen te worden. Bij een score lager dan 70% wordt een NC gescoord. Deze score geldt tot 1 juli 2016. Vanaf 1 juli 2016 geldt een score van 80%.
Eindscore Bij de beoordeling van criterium 5. mag er op de onderdelen 5.16 t/m 5.18 geen NC gescoord worden. Bij een NC op één van deze onderdelen is de audituitkomst negatief. Op het onderdeel 5.19 mag een NC gescoord worden, zonder dat dit consequenties heeft voor de audituitkomst.
blz.9
Auditcriteria Beheersmodel audit Oefentherapie 2015 versie 4.9 © All rights reserved by SKMZ.
Score C NC
Praktijk: Datum: AGB-code:
Criterium 5 Methodisch handelen Algemene opmerkingen i.r.t. de dossiertoets
vervolg
1. Bij een éénmanspraktijk worden 5 dossiers getoetst op criterium 5. Bij een meermanspraktijk, ≤ 5 FTE, worden 10 dossiers getoetst op criterium 5. Bij een meermanspraktijk, > 5 FTE, worden 15 dossiers getoetst. 2. Bij de dossiertoets is sprake van een "horizontale" beoordeling. Dit betekent dat bij de beoordeling van de 5, dan wel 10 getoetste dossiers er per vraag van iedere rubriek wordt beoordeeld of de gestelde vraag met een C kan worden beantwoord. Voorbeeld Een score van 70% betekent dat er in 1 van de 5, respectievelijk 3 van de 10 getoonde dossiers sprake is van een C op de gestelde vraag. Een score van 80% betekent dit dat er in 1 van de 5 , respectievelijk 2 van de 10 getoonde dossiers sprake is van een NC op de gestelde vraag. 3. Bij dossiers waarbij er op onderdelen sprake is van een NVT score geldt dat deze score op geen enkele wijze wordt doorberekend (zowel negatief als positief) in de totaalscore. Voorbeeld: Bij 5 dossiers is er nog geen sprake van einde zorg omdat de patient nog in behandeling is. In dat geval zal rubriek 6 beoordeeld worden over de 5 dossiers waarbij dat in dit voorbeeld wel van toepassing is. 4. Bij een dossiertoets van 5 dossiers zullen er tenminste 3 dossiers worden getoetst van zorgtrajecten die binnen de gestelde toetstermijn zijn afgerond. Bij een dossiertoets van 10 dossiers zullen er tenminste 5 dossiers worden getoetst van zorgtrajecten die binnen de gestelde toetstermijn zijn afgerond. Bij een dossiertoets van 15 dossiers zullen er tenminste 8 dossiers worden getoetst van zorgtrajecten die binnen de gestelde toetstermijn zijn afgerond.
blz.10
Auditcriteria Beheersmodel audit Oefentherapie 2015 versie 4.9 © All rights reserved by SKMZ.
Praktijk: Datum: AGB-code:
Criterium 6
VvOCM richtlijnen
Vraagstelling
6.1
Score C NC
Is het volledig en systematisch gebruik van de VvOCM richtlijnen aantoonbaar in de getoonde dossiers*)? (denk aan syst. gebruik van de bij de richtlijn gebruikte meetinstrumenten/vragenlijsten of toepassing van patiëntenprofielen)
*)
het betreft hierbij dossiers waarbij tenminste sprake is van een VvOCM richtlijn.
Scorelijst bij 5 at random gekozen dossiers waarbij sprake moet zijn van toepassing van de VvOCM richtlijn
Richtlijn
Ja
Nee
Richtlijn
Artrose heup/knie
Parkinson
uitgave 2004 ( C)
uitgave 2005 ( C/M)
Nek/schouder
Bechterew
uitgave 2001(M)
uitgave 2004 ( C/M)
Lage rug
COPD
uitgave 2009 ( C/M)
uitgave 2004 ( C )
Whiplash
RSI/CANS
uitgave 2004 ( C)
uitgave 2001 (M)
Bekkenklachten
Idiop. Scoliose
uitgave 2014 ( C/M)
uitgave 2004( C )
Osteoporose
Urine incontinentie
uitgave 2004 (C/M )
uitgave 2004 (C)
Ja
Nee
* bij het auditrapport moet er specifiek vermeld worden welke richtlijnen NIET gebruikt worden i.r.t. de patientenpopulatie.
blz.11
Auditcriteria Beheersmodel audit Oefentherapie 2015 versie 4.9 © All rights reserved by SKMZ.
Praktijk: Datum: AGB-code:
vervolg Criterium
6
VvOCM Richtlijnen
Normering Bij de beoordeling van criterium 6. mag er op het onderdeel 6.1 geen NC gescoord worden. Bij een score van lager dan 70% op vraag 6.1 is de audituitkomst negatief. Deze score geldt tot 1 juli 2016. Vanaf 1 juli 2016 geldt een score van 80%. Extra opmerking: De praktijk moet de VvOCM richtlijnen hebben geïmplementeerd. Bij het afwijken van de richtlijn i.r.t. de genoemde aandoening moet er gemotiveerd zijn waarom er is afgeweken van de VvOCM richtlijn. Er worden 5 dossiers at random getoetst waarbij sprake is van een richtlijn.
Eindscore Als er bij criterium 6. sprake is van een NC op het onderdeel 6.1 is de audituitkomst negatief.
blz.12
Auditcriteria Beheersmodel audit Oefentherapie 2015 versie 4.9 © All rights reserved by SKMZ.
Praktijk: Datum: AGB-code:
Criterium 7
Wet- en regelgeving
Vraagstelling 7.1
Is de actuele tarievenlijst zichtbaar?
7.2
Is er een noodplan*) aanwezig in geval van calamiteiten**)?
*)
is een op schrift gesteld plan waarin de maatregelen voor hulpverlening in geval van grote calamiteiten zijn aangegeven en waarin opgenomen is: een ontruimingsplan, opvang van clienten en een plattegrond. (incl. vluchtroutes)
7.3
Zijn er voorzieningen getroffen i.r.t. ongevallen of calamiteiten*)? (bijv. een registratiesystematiek)
*)
de praktijk dient te beschikken over een meldingsformulier voor de IGZ, conform de wettelijke verplichting zoals opgenomen in de Kwaliteitswet. In dit formulier moet sprake zijn van een ongevallen/calamiteiten systematiek conform de richtlijn die is opgesteld door IGZ (versie 17 juli 2013). Tevens moeten er voorzieningen zijn getroffen zoals benoemd in de Kwaliteitswet Zorginstellingen, zoals een brandblusser(s), vrij toegankelijke nooduitgang(en), ontruimingsplattegronden en bewegwijzering.
7.4
Voldoet de opslag van patiëntgegevens aan de privacy wetgeving?
7.5
Is het aantoonbaar dat de rechten van de patiënt inzake WGBO kenbaar worden gemaakt aan de patiënt?
7.6
Worden CV/ water en electravoorzieningen periodiek gecontroleerd? (legionella - CO)
Normering Bij de beoordeling van criterium 7. mag er op de onderdelen 7.1 t/m 7.6 géén NC gescoord worden.
Eindscore Als er bij criterium 7. sprake is van één of meer NC's op de onderdelen 7.1 t/m 7.6 is de audituitkomst negatief. Wanneer de audituitkomst negatief is op alléén criterium 7. zal de verzekeraar de consequenties met de auditee als gevolg van deze negatieve uitkomst bespreken. **)
Score C NC
Definitie ongeval - calamiteit:
Een ongeval/calamiteit is een onverwachte en ongewenste gebeurtenis (onregelmatigheid in het OT-handelen) die resulteert in lichamelijk of geestelijk letsel of de dood van één of meer personen dan wel in materiële schade.
blz.13
Auditcriteria Beheersmodel audit Oefentherapie 2015 versie 4.9 © All rights reserved by SKMZ.