SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
1
Hoofdvestiging: Slotlaan 330 3701 GX Zeist 030-6919783
[email protected] www.meerklank.nl SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
2
Inhoudsopgave School OndernemingsPlan Meerklank deel I, II en III Het Meerklank School OndernemingsPlan bestaat uit 3 delen: Deel I
Strategisch beleid Rijn- en Heuvelland en Meerklank
Voorwoord directeur 1. Analyse van interne- en externe ontwikkelen 2. Missie en visie van Rijn- en Heuvelland 3. Uitwerking van de strategische, collectieve ambitie 4. Investerings- en lastenoverzicht 2012-2016 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6
Uitwerking 21st Century Skills Uitwerking onderzoeksmatige cultuur 2x Formulier 'Vaststelling School OndernemingsPlan' Innovatief onderwijsaanbod Reglement Klankschaal Afkortingen
DEEL II
Schoolplan Meerklank 2012-2016
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Inleiding Bestuur Schoolbeschrijving Meerklank Onderwijskundig beleid Organisatie Personeelsbeleid Kwaliteitsbeleid Financiën Klachtenregeling
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
Handelingskalender opbrengstgericht werken 2x Formulier 'vaststelling Schoolplan' Afkortingen
DEEL III
Onderwijscontinuüm Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland
Vooraf Samenvatting 1. 2. 3. 4. 5.
Op weg naar een onderwijscontinuüm met Rijn- en Heuvelland Passend Onderwijs, uitgangspunten en kaders Relatie Passend Onderwijs en Rijn- en Heuvelland Onderwijscontinuüm, -arrangementen en -resultaten Aansluiting PO op VO
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
Niveaus 1-onderwijsroute/het onderwijscontinuüm Werkdocument verantwoording onderwijsresultaten Rijn- en Heuvelland Afkortingen
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
3
Inhoud deel II - Schoolplan Meerklank 1
Inleiding............................................................................................................................................. 5 1.1. Doel en functie van het schoolplan ........................................................................................... 5 1.2. Speerpunten van het schoolplan 2008-2012 .............................................................................. 6 1.3. Missie en visie .......................................................................................................................... 6 1.4. Externe ontwikkelingen rondom de school ................................................................................ 6 1.5. Medezeggenschap.................................................................................................................... 6 2 Bestuur ............................................................................................................................................. 7 2.1 Gegevens van het bestuur ........................................................................................................ 7 3 Schoolbeschrijving Meerklank............................................................................................................. 8 3.1. Gegevens van de school ........................................................................................................... 8 3.2 Leerling-populatie Meerklank ................................................................................................. 11 3.3 Personeelsgegevens ............................................................................................................... 11 3.4. Situering van de school ........................................................................................................... 13 3.5. Toekomstige ontwikkelingen .................................................................................................. 13 4 Onderwijskundig beleid ................................................................................................................... 14 4.1. Missie en visie ........................................................................................................................ 14 4.2. Leerstofaanbod en leerlijnen .................................................................................................. 14 4.3. Onderwijszorgcyclus Meerklank: 1-onderwijsroute Speciaal Onderwijs ................................... 15 4.4. Leerstofaanbod en de beleidsplannen voor SO en VSO ............................................................ 18 4.5 Pedagogisch handelen en schoolklimaat ................................................................................. 26 4.6. Didactisch handelen ............................................................................................................... 27 4.7. Informatie- en communicatietechnologie (ICT) ........................................................................ 27 5 Organisatie ...................................................................................................................................... 28 5.1. Kennismaking, aanmelding en toelatingsprocedure ................................................................. 28 5.2 Communicatie ........................................................................................................................ 29 5.3 Dienstverlening ...................................................................................................................... 30 5.4 Schooladministratie............................................................................................................... 32 5.5 Overleg en besluitvorming ...................................................................................................... 32 6 Personeelsbeleid ............................................................................................................................. 33 6.1 Gesprekscyclus....................................................................................................................... 33 6.2 Professionalisering ................................................................................................................. 34 6.3 Functiemix ............................................................................................................................. 37 6.4 Taakbeleid ............................................................................................................................. 38 6.5 ARBO-, verzuim- en re-integratiebeleid ................................................................................... 38 7 Kwaliteitsbeleid ............................................................................................................................... 40 7.1 Overzicht instrumenten kwaliteitszorg .................................................................................... 42 7.2 Kwaliteitszorg Meerklank ....................................................................................................... 42 7.3 In-, door- en uitstroom 2010-2011 ......................................................................................... 43 8 Financiën ......................................................................................................................................... 45 8.1. Begroting Meerklank 2011 ..................................................................................................... 45 8.2 Financieel beleid .................................................................................................................... 48 8.3. Huisvesting ............................................................................................................................ 49 8.4. Sponsoring, subsidies, incidentele bekostiging ........................................................................ 50 8.5. Interne geldstromen............................................................................................................... 53 9 Klachtenregeling.............................................................................................................................. 54 Bijlage 1 Handelingskalender opbrengstgericht werken .......................................................................... 56 Bijlage 2 2x Formulier “vaststelling Schoolplan” ..................................................................................... 58 Bijlage 3 Afkortingen ............................................................................................................................ 60
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
4
1
Inleiding
1.1. Doel en functie van het schoolplan Meerklank is wettelijk verplicht om een schoolplan, schoolgids en klachtenregeling te hebben. De Inspectie van het Onderwijs controleert de inhoud en toepassing ervan. Het schoolplan verschijnt eens per vier jaar. In het schoolplan is beschreven hoe de school de kwaliteit van het onderwijs garandeert. Aan bod komen het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en de interne kwaliteitszorg. Het schoolplan verwijst naar het SchoolOndernemingsPlan waarin Meerklank verantwoording aflegt aan de in- en externe belanghebbenden over het schoolbeleid voor de komende vier jaar. De medezeggenschapsraad moet het schoolplan goedkeuren. Pas daarna keurt het College van Bestuur het plan goed. De schoolgids verschijnt jaarlijks. In de schoolgids staat informatie over het functioneren van de school. Het geeft inzicht in de praktijk van de school, de doelstellingen, de activiteiten om die te behalen en de resultaten daarvan. In de schoolgids staat ook informatie over:
het ZML- onderwijs, leerstof en leertijd onder-, midden- en bovenbouwgroepen SO en VSO; de organisatie van het onderwijs op de SO- en VSO-afdelingen; de onderwijsindicatie, aanmelding, toelating en begeleiding; de cyclus van leerlingenzorg in het speciaal onderwijs; Ouderbijdrage: de school kent een OuderRaad (OR) die een vrijwillige bijdrage vraagt. Deze ouderbijdrage wordt jaarlijks vastgesteld tijdens de Algemene Ouderavond. De financiële verantwoording voor inkomsten en uitgaven is compleet gescheiden van de schoolbegroting. De OuderRaad legt alleen verantwoording van haar financiële beleid af aan de ouders; Verplichte leertijd: SO: in de eerste 4 schooljaren op het SO krijgen de leerlingen ten minste 3520 uren onderwijs aangeboden. In de volgende 4 schooljaren op het SO worden ten minste 3760 uren onderwijs verzorgd. In 8 jaren SO hebben leerlingen in totaal ten minste 7520 uren onderwijs ontvangen. Het verschil van 240 lesuren moet in de eerste vier of de laatste vier schooljaren worden ingevuld. VSO: de leerlingen ontvangen per jaar minimaal 1000 uren onderwijs. Pauzes: SO: een hele schooldag voor het SO duurt 5,5 uur, op woensdag 3,75 uur. Het kwartier ochtendpauze hoort bij de lestijd, echter er zijn geen leerdoelen aan verbonden. Het halve uur middagpauze wordt niet als lestijd gezien. Dit aaneengesloten halve uur pauze is verplicht. VSO: Een hele schooldag voor het VSO duurt 5,75 uur, op woensdag 3,75 uur. Het kwartier ochtendpauze hoort bij de lestijd, echter er zijn geen leerdoelen aan verbonden. Het halve uur middagpauze wordt niet als lestijd gezien. Dit aaneengesloten halve uur pauze is verplicht. Voor de rechten en plichten van ouders, leerlingen en de schoolleiding verwijzen wij naar de schoolgids.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
5
1.2. Speerpunten van het schoolplan 2008-2012 De speerpunten in de periode 2008-2012 waren: Missie- visie ontwikkeling naar één school- vorming: eenheid in verscheidenheid Externe - interne communicatie en profilering vernieuwing samenwerkingscontracten met zorginstellingen Ontwikkeling leiderschap naar een professionele cultuur Professionalisering leraren Herinrichting organisatiestructuur Onderwijsinnovatie: implementatie leerlijnen/ resultaatgericht werken Kwaliteitszorg
1.3. Missie en visie Zie deel 1, hoofdstuk 2.
1.4. Externe ontwikkelingen rondom de school Zie deel I, hoofdstuk 1.4.
1.5. Medezeggenschap Medezeggenschapsraad (MR) De Medezeggenschapsraad is een wettelijk verplicht orgaan waarin dit jaar 4 ouders en 4 personeelsleden zitting hebben. In de MR praten en op onderdelen beslissen ouders en personeel mee over alle zaken die van belang zijn voor de school. De MR vergadert ongeveer 8 keer per jaar. De MR van de school onderhoudt contact met de GMR van de stichting Rijn- en Heuvelland. OuderRaad (OR) De OuderRaad, vooralsnog alleen op de locaties in Zeist, denkt mee over allerlei praktische zaken die de school aangaan. Zij is betrokken bij het voorbereiden en realiseren van de jaarlijkse ouderavonden, feestavonden en bijzondere activiteiten, zoals de paaslunch en de fietsvierdaagse. Aan het begin van elk schooljaar wordt een planning gemaakt. Daarnaast voert zij het financiële beheer over de vrijwillige ouderbijdrage. Wilt u inlichtingen over de OR of wilt u zelf lid worden, neemt u dan contact op met de voorzitter.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
6
2
Bestuur
Organogram Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland
2.1
Gegevens van het bestuur
Signatuur: Bestuur: Website: College van Bestuur:
Openbaar Primair Onderwijs. Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland www.rijnheuvelland.nl L.W. de Wit (voorzitter)
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
7
3
Schoolbeschrijving Meerklank
3.1. Gegevens van de school Naam Adres Plaats Telefoon Website E-mail Directeur
: : : : : : :
Meerklank - school voor speciaal- en voortgezet speciaal onderwijs (Brinnr. 19TJ) Slotlaan 330, 3701GX (hoofdlocatie) Zeist 030 - 6910703 www.meerklank.nl
[email protected] W.A.M. Kop
Meerklank is een openbare school voor Speciaal- en Voortgezet Speciaal Onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerende Kinderen (ZMLK) en aan leerlingen met Moeilijk verstaanbaar Gedrag (MG) van 4 tot 20 jaar. Een school met kleinschalige locaties en groepen: SO-locatie en VSO-locatie in Zeist SO-locatie en VSO-locatie in Bosch en Duin In het Speciaal Onderwijs (4-13 jaar) ligt het accent op maximale ontwikkeling in schoolse vakken, aangepast op de ontwikkelingsfase van de leerling en in werkvormen die gericht zijn op de dagelijkse praktijk. In het Voortgezet Speciaal Onderwijs (13-20 jaar) staat het onderwijs in het teken van de toekomst en het uitstroomperspectief, waarbij het bevorderen van zelfstandigheid veel aandacht krijgt. Meerklank is een ondernemende school. De hoofdtoon wordt gezet door actief ondernemend onderwijs: wij brengen de buitenwereld zoveel mogelijk in de school. Buitenschools leren gebeurt vooral op stageadressen. Op de locaties in Bosch en Duin vormt de pedagogiek van Rudolf Steiner de inspiratiebron voor de uitvoering van het onderwijs. Daarbij wordt de nadruk gelegd op het unieke van het kind en zijn/haar spirituele kern, ook in het kind met een beperking. De lesstof is ontwikkelingsstof die aansluit bij de leeftijdsfase van de opgroeiende mens, die als 'gehele mens' wordt aangesproken. Leren door beweging, innerlijke beleving, ontmoeting en verbinding zijn centrale uitgangspunten. Historie en ontwikkeling Meerklank kent een rijke ontstaansgeschiedenis die verschillende achtergronden met zich meebrengt. Eén spoor voert terug naar 1 juli 1965, toen in Zeist een Openbare School werd geopend die de naam ‘W.A. van Lieflandschool’ kreeg, genoemd naar de heer W.A. van Liefland: in zijn tijd een bekend internationaal pedagoog die voor verbeteringen heeft gezorgd voor het onderwijs aan verstandelijk beperkte leerlingen. Een ander spoor brengt ons naar de antroposofische Camphill Gemeenschap Christophorus, opgericht in 1953 in Bosch en Duin. Christophorus is een leef- en werkgemeenschap voor kinderen/ jongeren met een verstandelijke beperking; sommigen hebben daarbij ook een lichamelijke handicap. Tot 2002 vervulde Christophorus zowel de woon-zorg-functie als de onderwijsfunctie aan de bewoners. Het onderwijs werd gegeven vanuit een antroposofische levensovertuiging, geïnspireerd door de mensvisie van Rudolf Steiner, die gold voor de gehele Camphill Gemeenschap. SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
8
In 2002 werd de ‘Christophorusschool’ losgekoppeld van de zorginstelling Christophorus en ondergebracht bij de W.A. van Lieflandschool, een school voor Speciaal Onderwijs met een openbare signatuur, waarvan de Gemeente Zeist het bevoegd gezag vormde. In 2005 is het Openbaar Onderwijs verzelfstandigd en is het bevoegd gezag van het Speciaal Openbaar Onderwijs van de Gemeente Zeist overgedragen aan de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland. Met ingang van januari 2011 draagt de school de naam Meerklank. Meerklank streeft ernaar om één school te zijn, met één onderwijskundig beleid. Daarbij is bij het werken aan gezamenlijke streefdoelen ruimte voor diversiteit in de keuze van werkwijzen en aanpak in het pedagogisch en didactisch handelen, onder andere geïnspireerd door het gedachtegoed van Rudolf Steiner.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
9
De locaties Bij het schrijven van dit schoolplan wordt het onderwijs uitgevoerd op de vier onderstaande locaties. Eind 2013, begin 2014 zal voor de SO en VSO locatie in Zeist de gezamenlijke nieuwbouw gerealiseerd zijn met kinderdagcentrum “De Berk” van Reinaerde. SO Zeist, Kroostweg De locatie aan de Kroostweg is gelegen op een binnenterrein van luxe woningbouw. Het gebouw heeft een motoriekzaal. Er is veel groen en een grote speelplaats. Een klein winkelcentrum, kinderboerderij en sporthal liggen op ongeveer 10 minuten loopafstand.
SO Bosch en Duin, Duinweg Op de locatie aan de Duinweg worden de onderwijsruimten gehuurd van de zorginstelling Amerpoort-Christophorus. Het gebouw Toermalijn werd in 1991 gebouwd onder organische architectuur. Naast de school is op de benedenverdieping ook de medische afdeling van de zorginstelling gevestigd. Het gebouw staat aan de rand van het Panbos.
VSO Zeist, Slotlaan De locatie aan de Slotlaan ligt eveneens op een binnenterrein van luxe woningbouw. Sinds november 2001 is hier de VSO-locatie gevestigd. Voor VSO-leerlingen is de locatie zeer geschikt voor de overstap naar de maatschappij omdat winkels en openbare voorzieningen zeer goed bereikbaar zijn. Het gebouw heeft een eigen motoriekzaal, een keuken voor kooklessen en een tuin voor tuinonderhoud.
VSO Bosch en Duin, Baarnseweg De locatie aan de Baarnseweg ligt op loopafstand van de locatie Duinweg. Ook hier worden de onderwijsruimten gehuurd van de zorginstelling Christophorus.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
10
3.2
Leerling-populatie Meerklank
De school heeft op de 1 oktobertelling van 2010, 166 ingeschreven leerlingen op 4 uitvoeringslocaties: SO Zeist, Kroostweg SO Bosch en Duin, Duinweg VSO Zeist, Slotlaan VSO Bosch en Duin, Baarnseweg
4-12 jarigen 4-12 jarigen 12-20 jarigen 12-20 jarigen
36 leerlingen 40 leerlingen 64 leerlingen 26 leerlingen
We onderscheiden verschillende groepen leerlingen binnen de school: Leerlingen van 4 t/m 19 jaar met een IQ van 0-35 met daarnaast een bijkomende problematiek of een meervoudige complexe handicap. De ontwikkelingsleeftijd betreft maximaal 24 maanden. Er is sprake van zowel een lichamelijke als een verstandelijke handicap. Voor veel van deze leerlingen worden er aanvullende zorggelden vanuit de AWBZ ingezet. Leerlingen van 4 t/m 19 jaar met een IQ van 35-55, met een enkelvoudige problematiek. Leerlingen van 4 t/m 19 jaar met een IQ van 35-55, met daarnaast een bijkomende problematiek. Ook voor deze leerlingen is vaak aanvullende zorg geregeld. Leerlingen van 4 t/m 19 jaar met een IQ van 55-70, met een bijkomende problematiek, eventueel met aanvullende zorggelden. Leerlingen met een enkelvoudige problematiek hebben over het algemeen een ZML- status; leerlingen met een meervoudige of bijkomende problematiek hebben doorgaans een MG-status. In vergelijking met andere scholen voor Speciaal Onderwijs in de regio kent de school een groot aantal leerlingen met een MG-status. Van de 166 leerlingen hebben 97 leerlingen een ZML-status en 69 leerlingen een MG-status. Een aantal van de leerlingen woont in gezinsvervangende tehuizen in de regio, waaronder de zorginstelling Amerpoort-Christophorus. De overige leerlingen wonen thuis bij hun ouders, een enkeling bij pleegouders.
3.3
Personeelsgegevens
Personele bezetting van meerklank bestaat uit 44,5 FPE verdeeld over 72 personen. Omvang van het team: Leraren De omvang van het aantal leraren per locatie heeft direct te maken met de gemiddelde groepsgrootte van de diverse categorieën leerlingen: De gemiddelde groepsgrootte voor de leerlingen in het SO met een ZML-indicatie is 12 leerlingen per groep. Voor de SO-leerlingen met een MG-indicatie is de gemiddelde groepsgrootte 7. Voor alle VSO-leerlingen is de gemiddelde groepsgrootte vastgesteld op 7. Wettelijk voorliggende zorg Het aantal onderwijsassistenten en deskundigen (orthopedagogen/psychologen/artsen/maatschappelijk werkers) wordt bepaald door de wettelijk voorliggende zorg die deel uitmaakt van de onderwijsbekostiging voor Speciaal Onderwijs. De bekostiging bevat een berekening voor leerlingen met een ZML-status en een berekening voor leerlingen met een MG status. Deze “zorgkosten” zijn dus voor rekening van de school. Samenstelling van de teams SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
11
De school kent vier onderwijs- en uitvoeringsteams. Alle teams worden aangestuurd door een locatieleider. De teams bestaan uit: Leraren Leraarondersteuners Onderwijsassistenten (Vak)leraren bewegingsonderwijs Logopedist (SO Zeist) Euritmist (SO Bosch en Duin) Aan de teams zijn zorgmedewerkers vanuit Amerpoort-Christophorus en Stichting Reinaerde toegevoegd voor de leerlingen met een aanvullende zorgindicatie. De teams worden in de onderwijsuitvoering en begeleiding van de leerlingen geadviseerd en ondersteund door een: Intern Begeleider (IB-er) Orthopedagoog Psycholoog Psychologisch assistent Schoolarts Maatschappelijk werker Deze ondersteunende medewerkers vormen, samen met de directeur, de Commissie van Begeleiding (CvB) van de school. De CvB besluit over het ontwikkelperspectief van de SO-leerlingen en het uitstroomperspectief van de VSO-leerlingen. Daarnaast besluit het CvB over maatregelen ten aanzien van in-, door- of uitstroom en of er nader onderzoek door externen moet worden verricht, bijvoorbeeld medisch- of psychodiagnostisch onderzoek. Doorgaans is dit in overleg met ouders of de betrokken zorginstelling.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
12
Organogram Meerklank
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland GMR Raad van Toezicht
Voorzitter College van Bestuur
MR
Directeur Meerklank
CvB Orthopedagogen, Psychologen, Maatschappelijk deskundige, Schoolartsen, Maatschappelijk werker, Intern Begeleiders, directeur
Intern Begeleiders
OR Office Manager
SO Zeist Kroostweg
SO Bosch en Duin Duinweg
VSO Zeist Slotlaan
VSO Bosch en Duin Baarnseweg
Locatieleider
Locatieleider
Locatieleider
Locatieleider
Team Leraren Vakleerkracht bewegingsonderwijs Onderwijsassistenten
Team Leraren Leraarondersteuners Onderwijsassistenten Euritmist
Team Leraren Vakleerkracht bewegingsonderwijs Leraarondersteuners Onderwijsassistenten
Team Leraren Leraarondersteuners Onderwijsassistenten
Zorgmedewerkers Reinaerde
Zorgmedewerkers
OOP Administratief med. Conciërge Logopedist
Zorgmedewerkers Amerpoort-Christophorus
Amerpoort-Christophorus
Zorgmedewerkers Reinaerde
OOP Administratief med.
OOP Administratief med.
OOP Administratief med.
3.4. Situering van de school Zie deel I, hoofdstuk 1.4 en 1.5 (resp. Externe- en Interne ontwikkelingen).
3.5. Toekomstige ontwikkelingen Zie deel I, hoofdstuk 1.4 en 1.5 (resp. Externe- en Interne ontwikkelingen).
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
13
4
Onderwijskundig beleid
4.1. Missie en visie Zie deel I van het SchoolOndernemingsPlan, hoofdstuk 2.
4.2. Leerstofaanbod en leerlijnen De leerlijnen van de WEC-raad/CED-groep zijn het uitgangspunt voor het leerstofaanbod. Meerklank maakt gericht keuzes in het aanbod gerelateerd aan toekomstperspectieven en leerprestaties van leerlingen. Het onderwijsprogramma wordt beschreven in onderwijsarrangementen vanuit de doelen van de leerlijnen. De leerlijnen speciaal onderwijs ZML betreffen: Vakspecifieke leerlijnen ZML onderwijs (IQ 35 - 70) voor leerlingen van 4 tot 20 jaar: Sociale competentie Mondelinge taal Schriftelijke taal (lezen, spellen, schrijven, stellen) Rekenen Oriëntatie op ruimte Oriëntatie op tijd Oriëntatie natuur en techniek Bewegingsonderwijs Dramatische vorming Beeldende vorming Muziek en bewegen Werken Wonen/vrije tijd De vakoverstijgende leerlijnen betreffen: Zintuiglijke en motorische ontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Spelontwikkeling Leren leren: werkhouding en aanpak gedrag Omgaan met media Ruimtelijke oriëntatie en mobiliteit De algemene leerlijnen worden aangeboden in aparte lessen, maar zijn vaak geïntegreerd in de specifieke leergebieden. Zo kan de bevordering van sociaal gedrag vorm krijgen bij rekenen of taal maar ook bij alle andere specifieke leerlijnen. In het VSO liggen de accenten op de gebieden van toeleiding naar arbeid en arbeidsoriëntatie, wonen en vrijetijdsbesteding. Leerlijnen MG-onderwijs (Plancius leerlijnen) Leerlijnen speciaal ontwikkeld voor de laag functionerende leerlingen (IQ 0-35) van 4-20 jaar: 1. Sensomotoriek (de motorische reactie op de indrukken die worden opgedaan door de zintuigen) SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
14
Grove motoriek Fijne motoriek Horen Zien Proeven en ruiken Voelen Evenwichtsgevoel
2. Communicatie Communicatieve voorwaarden Voorwaarden voor de spraakontwikkeling Passief Actief Gebruik Vorm 3. Zelfredzaamheid Hygiëne Eten en drinken Aan- en uitkleden 4. Sociaal-emotionele ontwikkeling Emotioneel Sociaal 5. Spelontwikkeling (SO)/Taakontwikkeling (VSO) Leren (samen) spelen (SO) Actie-reactie (VSO) Handelingen met materialen (VSO)
4.3. Onderwijszorgcyclus Meerklank: 1-onderwijsroute Speciaal Onderwijs In aansluiting op de 1-onderwijsroute van de Rijn- en Heuvellandscholen, zoals beschreven in deel III, volgt hieronder de onderwijs- zorgcyclus en begeleidingsstructuur voor Meerklank als school voor speciaal onderwijs. De cyclus wordt ingericht vanuit het concept: handelen naar opbrengstgericht werken. De onderwijscyclus van Meerklank gaat uit van drie niveaus: Het algemene onderwijsaanbod Het specifieke aanbod Het specialistische aanbod De verantwoordelijkheid en taken van de commissie van begeleiding worden in de beschrijving gekoppeld aan deze driedeling. Als Rijn- en Heuvellandschool kiest Meerklank er bewust voor om de leraren meer centraal te gaan stellen in de cyclus van kwaliteitszorg. De leraar wordt beschouwd en behandeld als professional. Van de leraar wordt verwacht dat hij/zij goed geïnformeerd is en deskundig op het gebied van de onderwijsbehoefte en het leerrendement van de leerlingen in zijn/haar groep. Meerklank zal bij de inrichting van de onderwijs- zorgcyclus de rol van de leraar gaan versterken en een duidelijke plaats geven in de cyclus.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
15
In de huidige situatie heeft de IB de centrale positie in de cyclus. “De leraar als centraal deskundige”, is een proces van meerdere jaren en zal stapsgewijs worden ingevoerd. De stappen daartoe zijn: De leraar wordt eigenaar van de groepsbespreking. De leraar wordt uitgenodigd door de commissie van begeleiding bij besprekingen over leerlingen van zijn/of haar groep (in het eerste jaar zal de leraar ondersteund worden door de IB). Het algemene onderwijsaanbod van de school Het algemene onderwijsaanbod kan worden gekarakteriseerd als datgene wat de school rekent tot haar kerntaken; datgene waarvoor zij verantwoordelijkheid wil dragen en waarover zij verantwoording wil afleggen. De kerntaken van de school staan beschreven in de beleidsplannen SO en VSO. De onderwijsdoelen in de groepsplannen en handelingsplannen zijn hier direct aan gerelateerd. Iedere leerling op de Meerklank wordt toegewezen aan een basisarrangement passend bij zijn of haar mogelijkheden. Dat wil zeggen: Meerklank richt haar onderwijs zo in dat de leerling de mogelijkheid krijgt om de doelen te realiseren die passen bij zijn of haar mogelijkheden en uitstroomprofiel. Waar mogelijk krijgen de leerlingen in groepsverband les. Waar nodig zal het leerstofaanbod, de leertijd, de instructietijd en de organisatie van de lessen aangepast worden op de onderwijsbehoefte van de leerling. Dit algemeen onderwijsaanbod wordt gekenmerkt door: Een goed (ortho)pedagogisch en (ortho)didactisch onderwijsaanbod. Dit onderwijsaanbod staat beschreven in het basisarrangement van de groepsplannen per vakgebied. Een krachtig pedagogisch klimaat Een krachtige leeromgeving Een optimale interne zorgstructuur Het intensief aanbod van de school Het specifieke zorgaanbod kan worden gekarakteriseerd als het antwoord van de school op individuele onderwijsvragen van leerlingen met een afwijkende onderwijsbehoefte (afwijkend van het algemeen basisaanbod). Dit specifieke aanbod wordt gekenmerkt door: Een intensief onderwijsaanbod gestapeld op het basisarrangement. In een intensief arrangement krijgt de leerling vanuit zijn specifieke onderwijsbehoefte naast het basisarrangement een aangepaste vorm van onderwijs. De volgende aanpassingen zijn mogelijk: Aanpassingen in de doelen Aanpassingen in de leertijd (uitbreiding) Aanpassingen in de instructie en organisatie Dit intensief arrangementen valt binnen de verantwoordelijkheid van de leraar en wordt opgenomen in het groepsplan. De leraar kan advies vragen bij het inrichten van dit onderwijsaanbod door een onderwijsdeskundige of een orthopedagoog.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
16
Het specialistische aanbod Het specialistische aanbod, door specialisten of externe instellingen, kan worden gekarakteriseerd als extra aanbod dat valt buiten de verantwoordelijkheid van de leraar of mentor, maar die wel moet worden aangeboden om de leerling een optimale ontwikkeling te garanderen. De specialistische zorg wordt gekenmerkt door: Arrangementen aan bepaalde leerlingen Aangeboden door specialisten binnen de school of externe instellingen met wie de school samenwerkingsrelaties aangaat Het specialistische aanbod wordt afgestemd met het algemene en intensieve onderwijsaanbod van de school. Deze driedelige onderwijszorgroute dient als een van de uitgangspunten voor handelingsplanning. De cyclus van kwaliteitszorg op de onderwijs- zorgcyclus omvat de volgende doelen:
De school verzamelt systematisch gegevens over de ontwikkeling van leerlingen middels toetsen, observeren en monitoren van de ontwikkeling van leerlingen. Alle leerling-gegevens worden vastgelegd in een samenhangend leerlingvolgsysteem. Het onderwijs worden systematisch geanalyseerd en geëvalueerd vanuit de leerlingresultaten en leerling-gegevens op schoolniveau, groepsniveau en individueel niveau. Voor iedere leerling wordt het ontwikkelingsperspectief en de uitstroombestemming bepaald. De leerlingen worden toegewezen aan onderwijsarrangementen waarbinnen zij in staat worden gesteld om de doelen die nodig zijn voor de uitstroombestemming te realiseren. De leerlingen worden geclusterd in groepen met een vergelijkbare onderwijsbehoefte. De SO en VSO arrangementen (bouwplannen/standaarden) vormen een sluitende overgang. De leraar maakt jaarlijks een groepsplan voor zijn/haar groep leerlingen en stelt vast wat de onderwijsbehoefte is van deze groep. Welke leerlingen hebben uitbreiding of intensivering nodig? Welke leerlingen hebben aanpassingen nodig in doelen, leertijd instructie en aanpak (behoefte aan meer leertijd, meer instructie, uitbreiding van de leerstof, visuele ondersteuning enz.)? Voor de leerlingen die deels buiten dit groepsplan vallen, schrijft de leraar een individueel handelingsplan. In een vaste gesprekkencyclus van groepsbesprekingen en individuele leerling besprekingen wordt de ontwikkeling van de leerlingen door alle betrokken nauwkeurig gevolgd of het onderwijs nog voldoende is afgestemd op de onderwijsbehoefte van de leerlingen. De verantwoordelijkheden en de taken van alle bij de cyclus betrokken medewerkers wordt vastgelegd. Daarin specifiek aandacht voor de taken en verantwoordelijkheden van de CvB. Er wordt een gesprekkencyclus opgesteld met functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken voor leraren. Hierin krijgen de vaardigheden van de leraren ten aanzien van het handelen vanuit opbrengst gericht werken en de vaardigheden van de leraren in het onderwijsleerproces een centrale plaats (zie in hoofdstuk 6.2. de 7 competenties voor leraren speciaal onderwijs).
Producten vanuit de doelen voor de onderwijs- zorgcyclus
In een handelingkalender worden per maand de stappen van de cyclus van onderwijs beschreven. De taken en verantwoordelijkheden van alle betrokken (leraar, IB, CvB) worden besproken en opgenomen in de handelingskalender. Voor iedere leraar wordt een handelingsmap samengesteld gekoppeld aan de handelingskalender. In deze handelingsmap worden per maand alle formulieren kijkwijzers en bespreekformulieren die de leraren nodig hebben om deze handelingen uit te voeren:
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
17
o o o o o o
Groepsoverzichten Formats voor het ontwikkelingsperspectief Formats voor de groepsplannen Formats voor de groepsplanbesprekingen Formats voor de evaluatie De metingen voor het onderwijsleerproces
Een digitaal goed ingericht leerlingvolgsysteem (LVS2000 van Datacare). Een toetskalender. De CvB beschrijft haar taken en verantwoordelijken en voor de volgende procedures worden stappenplannen vastgelegd: o o o o o o
Procedure bij de aanmelding van een nieuwe leerling (aanmelding, intake, startdocument) Procedure voor het monitoren van de zittende leerlingen Procedure bij wijziging van het ontwikkelingsperspectief van een leerling Procedure bij het verwijzen van een leerling naar vervolgonderwijs Procedure bij het verwijzen van een leerling naar een andere vorm van onderwijs Procedure als de leerling de school verlaat
4.4. Leerstofaanbod en de beleidsplannen voor SO en VSO Het leerstofaanbod van Meerklank voor SO en VSO is gedetailleerd beschreven in het SO Beleidsplan en het VSO Beleidsplan. Beide omvangrijke documenten, worden in het kader van de uitvoering van het Verbeterplan begin november 2011 aangeboden aan het bevoegd gezag en aan de onderwijsinspectie. In dit schoolplan volgt een korte beschrijving. In het schooljaar 2010-2011 zijn op basis van deze beleidsplannen de groepsplannen beschreven op basis van de leerbehoeften van de leerlingen voor de leerlijnen schriftelijke taal (ZML), communicatie (Plancius), sociale en emotionele ontwikkeling (ZML en Plancius), leren leren (ZML) en zelfredzaamheid (Plancius). Uiteraard wordt er ook gewerkt aan de overige leerlijnen. De beschrijving van de arrangementen omvat het hele onderwijsleerproces: het bijbehorende leerstofaanbod, de leertijd per vakgebied, vertaald in een lesurentabel metingen effectieve leertijd het gewenste didactisch en pedagogisch handelen, de organisatie en het schoolklimaat. In het schooljaar 2011-2012 volgen de leerlijnen mondelinge taal, waaronder woordenschat en rekenen. Meerklank heeft het onderwijs voor SO en VSO ingericht voor de onder- midden en bovenbouw met “basisarrangementen”, gekoppeld aan de uitstroombestemmingen van de leerlingen. We streven naar het halen van doelen, maar accepteren dat een leerling meer leertijd of leerjaren nodig heeft. Een leerling zit meestal op verschillende niveaus van de verschillende leergebieden. Het niveau van de grootste leergebieden bepaalt de uitstroombestemming van de leerling. We kijken dan naar de cognitieve mogelijkheden, de resultaten op het gebied van zelfredzaamheid en sociaal emotionele ontwikkeling en de behoeften van de leerling wat betreft de manier van leren. Ontwikkelingsperspectieven SO Binnen de SO-afdeling onderscheiden we de volgende ontwikkelingsperspectieven:
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
18
Ontwikkelingsperspectief A en B: We verwachten dat deze leerling zal uitstromen naar een school voor Speciaal Basisonderwijs (alleen bij tussentijdse uitstroom, dus voordat de leerling 12 jaar wordt) of voor Praktijkonderwijs (Perspectief A). Bij uitstroom heeft de leerling zich ontwikkeld naar niveau 9 op de leerlijnen ZML. De leerling kan functioneren in een groep van 14 leerlingen met begeleiding van 1 leraar. Of de leerling stroomt uit naar het VSO- ZML (Perspectief B). Bij uitstroom heeft de leerling zich ontwikkeld naar minimaal niveau 7 op de leerlijnen ZML. De leerling kan functioneren in een groep van 12 leerlingen. Ontwikkelingsperspectief C1: We verwachten dat deze leerling zal uitstromen naar het VSO- ZML (Voortgezet Speciaal Onderwijs). Bij uitstroom heeft de leerling zich ontwikkeld naar niveau 6 op de leerlijnen ZML. De leerling kan functioneren in een groep van 12 leerlingen (ZML) of in een groep van 7 leerlingen (mg). Ontwikkelingsperspectief C2: We verwachten dat deze leerling zal uitstromen naar het VSO-ZML(Voortgezet Speciaal Onderwijs). Bij uitstroom heeft de leerling zich ontwikkeld naar niveau 3 op de leerlijnen ZML. De leerling kan functioneren in een groep van 12 leerlingen (ZML) of in een groep van 7 leerlingen (MG). Ontwikkelingsperspectief C3: We verwachten dat deze leerling zal uitstromen naar het VSO -ZML(Voortgezet Speciaal Onderwijs). Bij uitstroom heeft de leerling zich ontwikkeld naar niveau 1 op de leerlijnen ZML. De leerling kan functioneren in een groep van 7 leerlingen (MG), meestal aangevuld met extra begeleiding vanuit AWBZ-zorg.
Voor het schooljaar 2011-2012 worden de basisarrangementen, gezien de onderwijsleerbehoeften van de leerlingen ingericht voor het uitstroomperspectief C1, met het intensief arrangement voor C2 en het verdiept arrangement voor uitstroom perspectief B. Organisatie onderwijs SO In beide SO-afdelingen ligt voor leerlingen van 4 tot en met 12 jaar, de nadruk op de brede ontwikkeling van de leerling. We brengen in beeld wat de mogelijkheden van de leerling zijn voor wat betreft verschillende ontwikkelingsgebieden: Sociale- en emotionele ontwikkeling (inclusief spelontwikkeling en leren leren) Communicatie (mondelinge taal) Zelfredzaamheid (vaardigheden op het gebied van wonen, ruimtelijke oriëntatie en mobiliteit) Cognitieve ontwikkeling (schriftelijke taal en lezen, rekenen en wereldoriëntatie – ruimte/tijd/natuur en techniek) Motorische ontwikkeling (bewegingsonderwijs, zintuiglijke- en motorische ontwikkeling) Creatieve ontwikkeling (Muziek en bewegen, dramatische vorming, beeldende vorming) We werken doelgericht en planmatig, waarbij we ook rekening houden met specifieke kenmerken van het kind. Om leerlingen zo optimaal mogelijk te laten ontwikkelen richting hun uitstroom, wordt in de school gewerkt in 3 bouwen (zie onder). Het verschil tussen deze bouwen zit met name in de pedagogisch/didactische aanpak die voor de verschillende leeftijdsgroepen wordt gebruikt om de leerlingen tot ontwikkeling te brengen. Dit uit zich in de manier waarop instructie wordt gegeven, de materialen die worden gebruikt, de methodes die worden ingezet en de groepsgrootte. Daarbij vindt in het bovenbouw voor 9 t/m 12 jaar nog een splitsing plaats waarbij de leerlingen worden geplaatst in groepen die meer gericht toewerken naar de uitstroom vanuit het SO. Het vastgestelde ontwikkelingperspectief van de leerlingen is hiervoor van belang. SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
19
Instroom + onderbouw 4-7 jaar 4 t/m 7 jaar
Middenbouw 7 t/m 9 jaar
Bovenbouw ZML 9 t/m 12 jaar
Uitstroom naar VSO of Praktijkonderwijs
Bovenbouw MG / ADL 9 t/m 12 jaar
Onderbouw De overgang van peuterspeelzaal/kindercentra/huis naar school is een belangrijke stap in het leven van een leerling. Sommige leerlingen maken de overstap als ze 4 jaar oud zijn. Sommige leerlingen komen op latere leeftijd bij ons op school, omdat zij hun onderwijsloopbaan zijn begonnen in het reguliere onderwijs, het speciaal basisonderwijs of kindercentra In de onderbouw wordt een algemeen en breed programma gevolgd. Er wordt vooral integraal met leerlingen gewerkt: de verschillende vak/vormingsgebieden komen in een context aan de orde. Er wordt aangesloten bij de belevingswereld van de jonge leerling door veel (begeleide) speel- en bewegingsmomenten aan te bieden en door thematisch en seizoensgebonden te werken. De groepsgrootte ligt bij voorkeur bij maximaal 8 á 9 leerlingen. De groep wordt begeleid door een leerkracht en een leraarondersteuner of onderwijsassistent, vaak aangevuld met extra begeleiding vanuit AWBZ- zorg. Er wordt veel begeleiding en nabijheid geboden. Het oefenen van zelfredzaamheid rond zindelijkheid en eten/drinken - en eventueel ook verzorging – kunnen veel tijd in beslag nemen. De leerlingen gaan minimaal 8 dagdelen per week naar school. In de onderbouw wordt nagegaan wat de sterke en zwakke kanten in de ontwikkeling van de leerling zijn en wat de snelheid is waarmee de leerling hetgeen aangeboden wordt oppikt. Op basis van deze gegevens kan er, als de leerling rond de 7 jaar oud is, een meer betrouwbare uitspraak worden gedaan met betrekking tot het ontwikkelingsperspectief (Clijsen, Pieterse, Spaans en Visser, 2009). Middenbouw Doel van de middenbouwperiode is het intensief trainen en uitbreiden van kennis en vaardigheden van de leerling. In de middenbouw wordt er minder integraal gewerkt dan in de onderbouw. De vakken op het rooster spitsen zich meer en meer toe op één ontwikkelgebied of één leerlijn en richten zich meer op het aanleren en trainen van kennis en vaardigheden. Aan de leergebied overstijgende leerlijnen wordt nog steeds vooral integraal gewerkt. In alle lessen wordt steeds geprobeerd om aan te sluiten bij de belevingswereld van de leerlingen en er zal zo veel mogelijk worden gewerkt met contexten en materialen die de leerling kent. Een gedeelte van de leerlingen gaat in deze fase meer abstract werken (van het werken met concreet materiaal wordt de overstap gemaakt naar werken in het platte vlak – op papier). Deze differentiatie vindt nog binnen dezelfde groep plaats en uit zich in het gebruik van verschillende materialen, methoden en verschillende instructie- en werkgroepjes binnen de groep. Ook de mate van nabijheid SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
20
en de intensiteit van begeleiding verschilt binnen de groep al naar gelang het ontwikkelingsperspectief van de leerling. De groep wordt begeleid door een leerkracht en een leraarondersteuner of onderwijsassistent, soms aangevuld met extra begeleiding vanuit AWBZ-zorg. De groepsgrootte ligt tussen de 7 en 12 kinderen, afhankelijk van de groepssamenstelling (zml of mg). De leerlingen gaan 9 dagdelen per week naar school. Bovenbouw Doel van de bovenbouwperiode is, net als in de middenbouw, het intensief trainen en uitbreiden van kennis en vaardigheden van de leerling. In de bovenbouw is vaak duidelijker op welke onderdelen de leerling blijvend compensatie/ondersteuning nodig heeft, maar ook waar de leerling meer aankan. Op de locatie “Bosch en Duin” wordt vanaf de bovenbouw (ca. 9/10 jaar) voor de helft van de schooldag gewerkt in “groepen naar vermogen”. Dat wil zeggen dat leerlingen met ontwikkelingsperspectief C2 in de adl-klas geplaatst worden en kinderen met een ontwikkelingsperspectief B en C1 in de ‘leerklas’. Voor de andere helft van de dag zijn de leerlingen in heterogene klassen/bouwen op leeftijd bij elkaar voor praktische en kunstzinnige vakken en thematische lessen die een sociaal, interactief accent hebben. Door de leerlingen voor de helft van de dag in heterogene groepen van ongeveer dezelfde leeftijd de lessen te laten volgen, leren zij van en aan elkaar en stimuleren zij elkaar. Het elkaar helpen en de acceptatie van de ander vormen een meerwaarde voor het algehele leerproces. Op de locatie in Zeist worden de leerlingen vanaf de bovenbouw op basis van hun ontwikkelingsperspectief geplaatst in één van beide bovenbouwgroepen. Leerlingen met ontwikkelingsperspectief C2 worden geplaatst in de bovenbouw MG en leerlingen met een ontwikkelingsperspectief B of C1 in de bovenbouw ZML. In de onderbouw en middenbouw kiezen we niet voor deze scheiding, omdat we alle leerlingen zo lang mogelijk een breed onderwijsaanbod willen bieden. In de bovenbouw zijn vakken op het rooster over het algemeen specifiek herkenbaar en spitsen zich toe op één ontwikkelgebied of één leerlijn. Ook de leergebied overstijgende leerlijnen, zoals de sociale en emotionele vaardigheden en werkhouding (leren leren) kunnen op deze leeftijd makkelijker in specifieke lessen behandeld en geoefend worden en daarna bewust in verschillende lessen en situaties worden ingezet. Van alle leerlingen wordt verwacht dat zij datgene wat zij zelfstandig kunnen, ook zelfstandig doen. Met leerlingen van de leerklassen (Bosch en Duin) en van de bovenbouw zml (Zeist) wordt vooral op papier (abstract) gewerkt. Training van de zelfstandigheid (tijdens werkmomenten) is een belangrijk aandachtspunt om de leerlingen voor te bereiden op hun overstap naar het Voortgezet Speciaal Onderwijs (of in sommige gevallen het Praktijkonderwijs). Bij elke opdracht/taak wordt zo veel mogelijk de link gelegd met de leefwereld van de leerling (“Waarom is het belangrijk dat je dit leert? Waar kun je het voor gebruiken?”). De groep bestaat uit 8-12 leerlingen en wordt begeleid door een leerkracht en voor ca. de heflt van de lestijd door een leraar ondersteuner of onderwijsassistent. Voor de leerlingen die in de ADL-klas (Bosch en Duin) of in de ZML/MG klas (Zeist) zitten, geldt dat zij nog steeds vooral praktisch en integraal werken aan basale vaardigheden. Er wordt zo nodig, veel nabijheid geboden. Deze groep bestaat uit maximaal 7 á 8 leerlingen. De groep wordt begeleid door een leerkracht en een leraarondersteuner of assistent, aangevuld met extra begeleiding vanuit AWBZ-zorg. De leerlingen gaan 9 dagdelen per week naar school. De streefdoelen die gehanteerd worden bij de verschillende ontwikkelingsperspectieven in deze bouw zijn weer te vinden in bijlage 1 van dit document.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
21
Organisatie onderwijs VSO Uitstroomgericht onderwijs Het onderwijs op de beide VSO-locaties heeft in alle groepen een toekomstgerichte en waar mogelijk arbeidsvoorbereidende inhoud: uitstroomgericht onderwijs. Met andere woorden: de inhoud van het onderwijs is dusdanig ingericht dat leerlingen zo goed mogelijk worden voorbereid op de periode na hun schooltijd. Daarbij gaat het erom dat leerlingen zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren op de gebieden wonen, werken en vrije tijd. Daartoe worden interne en externe stages aangeboden. Uitstroomperspectieven VSO: A = Voortgezette opleiding/vrije bedrijf B = Sociale werkvoorziening C1 = Arbeidsgerichte dagbesteding C2 = Licht arbeidsgerichte dagbesteding C3 = Ervaringsgerichte dagbesteding Voor het schooljaar 2011-2012 worden de basisarrangementen, gezien de onderwijsleerbehoeften van de leerlingen op de locatie VSO - Zeist ingericht voor het uitstroomperspectief C1, met het intensief arrangement voor C2 en het verdiept arrangement voor uitstroom perspectief B. Voor de locatie VSO Bosch en Duin worden de basisarrangementen, gezien de onderwijsleerbehoeften van de leerlingen ingericht naar het uitstroomperspectief C2, met het intensief arrangement voor C3 en het verdiept arrangement C1. Het VSO-onderwijs wordt onderverdeeld in: Onderbouw (12 – 14 jaar) In de onderbouw van het VSO wordt, naast de schoolse vakken, kennisgemaakt met verschillende praktijkvakken, gegeven in de eigen groep. Bij alle vakken staat het aanleren van de basisvaardigheden voorop. Gedurende de onderbouwfase wordt door de leraar en IB-er een zogenaamd uitstroomprofiel van de leerling opgesteld mede met behulp van het startdocument en ontwikkelperspectief van het SO. Hierin wordt beschreven op welk niveau de leerling, naar verwachting, aan het einde van zijn schoolloopbaan zal functioneren op de verschillende ontwikkelingsgebieden (zoals mond.- en schriftelijke taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling en wonen, werken, vrije tijd). Dit uitstroomprofiel met het daarbij behorende uitstroomperspectief wordt ter beoordeling en bekrachtiging voorgelegd aan de Commissie van Begeleiding. Om de leerling te brengen naar het gewenste niveau dat past bij het uitstroomperspectief, wordt een leerroute vastgesteld. Of de leerling nog steeds de juiste leerroute volgt, wordt jaarlijks geëvalueerd op basis van de vorderingen die de leerling in een schooljaar heeft gemaakt. Dit vindt plaats in de vorm van besprekingen van het groepsplan- en het individueel handelingsplan. De vorderingen worden steeds vergeleken met het gewenste uitstroomniveau. De leerroute van de leerling loopt na de onderbouwfase verder via de middenbouwfase en de bovenbouw- of uitstroomfase. Middenbouw (14 – 16/17 jaar) In aansluiting op de onderbouwfase vervolgt de leerling de leerroute die er op gericht is hem zo goed mogelijk voor te bereiden op de vastgestelde uitstroombestemming. De praktijkvakken en interne/externe (groeps)stages nemen in deze fase ter oriëntering van de mogelijkheden en belangstelling van de leerling een belangrijke plaats in. Tevens is gewenning aan een eigen taak en verantwoordelijkheid daarvoor, een belangrijk doel. De praktijkvakken worden door verschillende (vak)leraren gegeven. Aan het eind van de middenbouwfase wordt het uitstroomprofiel van de leerling aangevuld met een interesseprofiel dat is opgesteld op basis van de voorkeuren die de leraar bij de leerling waarneemt en de voorkeuren die de leerling aangeeft in de arbeidsinteressetest. SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
22
Bovenbouw (16/17 – 20 jaar) Tijdens de bovenbouwfase wordt steeds meer leerling-specifiek gewerkt aan de doelstellingen binnen het uitstroomprofiel. Daarbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de voorkeuren en interesses van de leerling. Het lopen van stages neemt, wanneer dat vanuit de behoefte en mogelijkheden van de leerling aan de orde is, een steeds belangrijker plaats in. Dit zal altijd bekeken worden in verlengde van de voor de leerling vastgestelde uitstroombestemming met inachtneming van de persoonlijke interesse. Het uitstroomtraject start wanneer bekend is naar welke specifieke werkplek of dagbesteding de leerling uitstroomt.
12 tot 14 jr.
14 tot 16 jr.
16 tot 18 jr.
18 tot 20 jr.
Uit stroom naar dagbesteding, arbeid of vervolgopleiding
Onderwijszorggroepen 12 tot 20 jr.
Onderbouw
Midden bouw
Boven bouw
Uitstroom
Arbeidstoeleiding en stages Deel kunnen nemen aan een arbeidsproces is ook voor onze leerlingen een wezenlijk onderdeel van het persoonlijk welzijn. Het VSO werkt op verschillende manieren aan arbeidstoeleiding en heeft de opdracht dit in het kader van ‘Passend Onderwijs’ verder uit te werken. Er zijn vele vormen van arbeid voor de verstandelijk gehandicapte medemens: betaalde arbeid, onbetaalde arbeid, parttime arbeid, werken in het bedrijfsleven, werken bij een sociale werkvoorziening of werken in een dagcentrum. Gedurende de hele VSO-periode zijn zowel leer- en praktijkvakken, arbeidsmatige activiteiten, excursies en stages onderdeel van de weg naar arbeid. Naast het aanleren van vaktechnische vaardigheden wordt vooral ook gewerkt aan zelfstandigheid, sociale vaardigheden (het leren stellen van vragen), het samenwerken en het begrijpen van een opdracht e.d. Op het VSO wordt in de middenbouw een arbeidsinteressetest worden afgenomen. De verschillende ervaringen op de stages laten gedurende de schoolloopbaan een verandering zien in interesses en persoonlijke ontwikkeling. Gecombineerd met wat een leerling in de praktijk aan ontwikkeling laat zien, wordt bij elke IHP (individueel handelingsplan bespreking) een advies gegeven in welke richting een mogelijke toekomstige werkplek gezocht kan worden. Om de aan:
leerlingen voldoende toe te rusten, bieden wij een aantal van onderstaande praktijkvakken Huishoudkunde Koken Lichaamsverzorging
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
23
EHBO Kinderverzorging Horeca cursus Houtbewerking/techniek (metaal/elektriciteit) Tuinonderhoud Administratie Textiele werkvormen Fietsonderhoud Druktechnieken Kaarsen maken Groepsstage industriewerk: Arbeidstrainingcentrum ‘de Koppel’ Groepsstage Housekeeping: ‘Çonferentiecentrum Woudschoten’ Groepsstage schoonmaak: Verzorgingscentrum ‘Herenwegen’
Een deel van de vakken kan met een getuigschrift worden afgesloten. Onze leraren, leraarondersteuners en onderwijsassistentes bieden zelf deze praktijkvakken aan. Daarnaast volgt een aantal leerlingen, indien mogelijk, technieklessen op de Praktijkschool in Zeist. Stagebeleid locaties VSO De stages van de midden- en bovenbouwleerlingen worden gecoördineerd stagecoördinatoren die zitting hebben in de schoolbrede stagecommissie.
door
4
Leerlingen met uitstroomprofiel A+B worden door de Uitstroomcommissie besproken. In deze commissie hebben een arbeidsconsulent van MEE, een afgevaardigde van het UWV, de stagecoördinatoren en de IB-er zitting. Het laatste half jaar van de onderwijstijd kan via het UWV, al gestart worden met een jobcoach die de leerling ondersteuning en zo nodig begeleiding biedt op de werkvloer en zijn/haar belangen behartigt. Hiermee wordt de kans op een baan en een naadloze overgang naar ‘werk’ aanzienlijk groter. De stagecommissie vanuit beide VSO-locaties, is belast met: Het werven en onderhouden van de externe contacten/stageadressen. Het opstellen van een plan voor het plaatsten van leerlingen op de stageplekken. Het opstellen van een begeleidingsplan voor de leerlingen. Het geven van adviezen voor het bijstellen van het uitstroomgerichte onderwijs-aanbod, naar aanleiding van ervaringen, opgedaan in de stages. Het toe leiden naar een passende arbeidsplaats in samenspraak met ouders/verzorgers en de eigen leraar en het inschakelen/doorverwijzen naar de juiste instanties/hulpverlening, om een naadloze overgang van school naar werk te bewerkstelligen. Dit is echter geen taak,maar service van de school! Locatie VSO Zeist, Slotlaan Op deze locatie zitten leerlingen vanaf 12/14 jaar tot 18/20 jaar met een ZML- of een MG-indicatie met aanvullende zorg. De VSO locatie Slotlaan bestaat uit de volgende klassen met de daaraan gekoppelde uitstroombestemmingen:
Onderbouw. Uitstroombestemmingen B, C1 en C2 Middenbouw A-stroom Uitstroombestemmingen B en C1 Middenbouw B-stroom Uitstroombestemming C2 Bovenbouw A-stroom. Uitstroombestemmingen A, B en C1 Bovenbouw B-stroom. Uitstroombestemming C2 Bovenbouw VSO P Uitstroombestemming C2 en C3
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
24
Onderbouw VSO P
Uitstroombestemming C2 en C3 (locatie Kroostweg)
Naast deze 5 reguliere klassen bevindt zich op de locatie Kroostweg VSO-Praktijkklas Onderbouw (leerlingen in de leeftijdscategorie 12–15 jaar) en op de locatie Slotlaan VSO-Praktijkklas Bovenbouw (leerlingen in de leeftijdscategorie 16-20 jaar). De leerlingen in deze klassen volgen een leerroute die gebaseerd is op het leren van praktische vaardigheden, zelfredzaamheid en sociale vaardigheden. De Cognitieve vaardigheden worden onderhouden. D.m.v. het volgen van stage op de te verwachte uitstroomplek worden leerlingen voorbereid voor uitstroombestemming C2 en C3. Deze stage wordt begeleid door de leraarondersteuner, tevens stagecoördinator van VSO P. Locatie VSO Bosch en Duin, Baarnseweg In het VSO Bosch en Duin zijn alle leerlingen geplaatst in een basisklas die zo veel mogelijk is samengesteld naar leeftijd. Er zijn vier basisklassen. Een basisklas is als eenheid bij elkaar van 9.00 uur - 11.00 uur. Er zijn dit schooljaar vier basisklassen: VSO 2 (middenbouw) VSO 3 (middenbouw) VSO 4 (bovenbouw) Stageklas (bovenbouw) Ieder schooljaar wordt de leerlingpopulatie in kaart gebracht en worden de groepen ingericht op een wijze die recht doet aan de voor de leerlingen vastgestelde uitstroomprofielen. Dit schooljaar hebben wij 4 klassen voor midden- en bovenbouw, die functioneren op het niveau van uitstroomrichting C2 en C3. Stage traject Voor beide afdelingen geldt onderstaand stagetraject. Onderbouw 12-13 jaar
geen stage / taken in de klas
Middenbouw Uitstroom A 14-16 jaar Dagbesteding Soc werkvoorziening Vrije bedrijf B 14-17jaar Dagbesteding Bovenbouw A 16-18 jaar
B 17-20 jaar
Dagbesteding Soc werkvoorziening/ vrije bedrijf
interne stage *dagelijks terugkerende korte taak *1 of paar keer per week vaste taak
externe stage - 1e jaar: 1 tot 2 dagen stage - 2e en opvolgende jaar: 2 dagen stage - uitstroomjaar: uitbreiden naar max 4 dagen
Dagbesteding
VSOP Onderbouw Uitstroom Ervaringsgerichte 12-16 jaar: Dagbesteding C3 Licht arbeidsmatige Dagbesteding C2
taken in de klas
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
25
VSOP Bovenbouw 16-19 jaar: taken in de klas / interne stage: 19-20 jaar: Dagbesteding C3 externe stage 18-20 jaar: Dagbesteding C2 externe stage
meerdere keren in de week vaste taak In laatste jaar gewenning op stage met begeleiding vanuit school -1e periode 1 dag(deel), daarna 1 dag p.w. begeleiding vanuit school - uitstroomjaar: 2 dagen stage
Hoe wordt een passende stageplaats gevonden? * Netwerk van de school * Netwerk van ouders, familie en kennissen * Zorgaanbieders: Lievegoed zorggroep Abrona Amerpoort Reinaerde Voor stage binnen dagbesteding wordt door de AWBZ een CIZ-indicatie voor stage afgegeven. De school geeft aan wanneer de ouders deze indicatie aan moeten gaan vragen. Indien nodig kan school hierin ondersteuning bieden. Wat is nodig voor het stagetraject?
Een goed stagebureau Informatie over de talenten / belangstelling / mogelijkheden van de leerling Informatie/overleg met de ouders / verzorgers Informatie van de leerkracht Een passende stageplaats Goede begeleiding op de werkvloer Goed/regelmatig contact met school en stageplaats Evaluaties stage / leerkracht / ouders
Doel: de leerling toe leiden naar een passende werkplek naar eigen niveau!
4.5
Pedagogisch handelen en schoolklimaat
Het pedagogisch handelen is afgestemd op de behoeften van leerlingen met een cognitieve en/of sociaal-emotionele beperking op ontwikkeling van: Competentie Relatie Autonomie In het SO ligt het accent op de schoolse vakken. In het VSO staat alles in het teken van zelfstandigheid. Sociaal emotionele ontwikkeling is veelal voorwaarde voor cognitieve ontwikkeling en autonomieontwikkeling en heeft een permanente centrale plaats in het onderwijsleerproces. Kern van het pedagogisch handelen is: “uitgaan van wat er kan en dat versterken”. Schoolklimaat Meerklank biedt eigentijds onderwijs aan in aantrekkelijke werkvormen, waardoor de leerlingen zo plezierig en zelfstandig mogelijk kunnen deelnemen aan de huidige en toekomstige samenleving wat betreft wonen, werken en vrije tijd. De school biedt daarbij een sociaal veilig pedagogisch leefklimaat, maar heeft tevens de opdracht leerlingen ook weerbaar te maken. Om dit te kunnen verwezenlijken wordt binnen elk vakgebied bewust gewerkt aan zelfstandigheid, redzaamheid en weerbaarheid. Dit SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
26
betekent dat leerlingen ook zelf keuzes leren maken, uitgedaagd worden, weten wat te doen bij het ontstaan van problemen, zelf om hulp leren vragen en zelf keuzes leren maken om hun tijd op een prettige manier in te vullen.
4.6. Didactisch handelen Het didactisch/pedagogisch handelen van de leraar is speerpunt voor de planperiode 2012-2016. Doelen: Alle leraren werken volgens een vast lesmodel van directe instructie. Alle leraren stimuleren de leerlingen tot zelfstandigheid en actief denken. Alle leraren spreken de leerlingen aan op hun competentieniveau. De volgende vaardigheden per leraar in kaart gebracht. - Didactisch handelen: hoeveel elementen van het lesmodel hanteert de leraar in de les? - Didactisch handelen: stimuleren tot actief nadenken. Hoeveel denkvragen en hoeveel reproductievragen stelt de leraar? - Op pedagogisch handelen: hoe geeft de leraar feedback? Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen: correctie of complimenten/specifieke en niet specifiek feedback. - Op leertijd: hoelang zijn de leerlingen taakgericht aan het werk tijdens de les? Deze vaardigheden worden besproken met de leraren en vervolgens met het team: Per vaardigheid worden de percentages per leraar en voor het hele team in een verslag vastgelegd. De mogelijke effecten van dit leraargedrag op de resultaten van de leerlingen worden met het team gesproken. Er worden doelen geformuleerd gekoppeld aan de vaardigheden. Alle collega’s committeren zich aan deze doelen. De inspanningsverplichting wordt concreet benoemd (bv. “Ik ga bij iedere taal en rekenles het doel van de les benoemen.”). De leraar legt zijn eigen leerpunten in een leerplan. De leraar geeft aan welke begeleiding hij/zij nodig heeft om de doelen te behalen. Er wordt een datum vastgesteld waarop de tussendoelen behaald zijn. Voor leraarondersteuners en onderwijsassistenten worden dezelfde doelen gehanteerd gekoppeld aan de functie-eisen/omschrijving. De leraar begeleidt en observeert de vaardigheden van de assistenten.
4.7. Informatie- en communicatietechnologie (ICT) Zie deel I van het SchoolOndernemingsPlan, hoofdstuk 2.2.3.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
27
5
Organisatie
5.1. Kennismaking, aanmelding en toelatingsprocedure Ouders die overwegen hun kind aan te melden bij Meerklank worden uitgenodigd voor een oriënterend bezoek/gesprek. In principe wordt het gesprek gevoerd met de Intern Begeleider (IB-er) van de locatie die past bij de leeftijd van hun kind. Nadat ouders de keuze hebben gemaakt voor onze school kunnen zij hun kind aanmelden via het aanmeldingsformulier. Om de leerling goed te kunnen begeleiden worden dossiers en verslagen in een later stadium opgevraagd. Alle aanwezige informatie wordt dan, samen met het aanmeldingsformulier, besproken in de Commissie van Begeleiding (CvB). Aan de hand van de aanwezige informatie, eventueel verdere gesprekken met ouders en observaties op de vorige dagbesteding/school of tijdens een observatieperiode van de leerling op onze school, komt de CvB met een advies tot plaatsing. Het CvB kan ook concluderen dat de school het kind (nog) onvoldoende kan bieden wat het nodig heeft. Uiteindelijk moet het kind in grote lijnen binnen het groepsplan passen zoals dat op dat moment beschreven staat. Dit traject duurt vanaf de datum van inschrijving maximaal 4 weken. Onderwijsindicatie Een leerling kan het ZML-onderwijs volgen als hij/zij een indicatie heeft ontvangen van de Commissie voor Indicatiestelling (CvI) van een Regionaal Expertise Centrum (REC). Voor onze school is een ZMLindicatie nodig of een ZML-MG-indicatie. Ouders/verzorgers kunnen de onderwijsindicatie aanvragen bij REaCtys en zijn zelf verantwoordelijk voor deze aanvraag. De schoolmaatschappelijk werker biedt zonodig ondersteuning (zie ook 7.2). Zodra REaCtys een indicatie heeft afgegeven voor het ZML- of ZML-MG-onderwijs én er is op de school plaats in een passende groep voor de leerling, dan worden er afspraken gemaakt over het plaatsingstraject. Aanvullende zorg PGB en ZIN Heeft het kind ook een zorgvraag dan zal er, naast bovenvermelde indicatie, ook via de Commissie Indicatie Zorgtoewijzing (CIZ) (zie hoofdstuk 8.3) een indicatie verkregen moeten worden. Dit wordt besproken bij de kennismaking. Ouders die een zorgvraag bij het CIZ willen indienen, kunnen ondersteuning krijgen van onze maatschappelijk werker. Ook voor deze aanvraag zijn de ouders/verzorgers zelf verantwoordelijk. Ouders hebben een keuzemogelijkheid over de wijze van inzetten van zorg. Bij Zorg In Natura (ZIN) wordt de zorg geleverd door een zorginstelling. Op onze school zijn dat de zorginstellingen Reinaerde en Christophorus-Amerpoort. Bij een Persoons Gebonden Budget (PGB) zijn de ouders zelf verantwoordelijk voor het organiseren van de zorg in het onderwijs. Deze moet door de ouders zelf aangevraagd worden bij het CIZ-kantoor. Plaatsing Als de ZML- of ZML/MG-indicatie en de eventuele zorgindicatie rond zijn kan de CvB van de school tot plaatsing besluiten. Als er sprake is van een wachtlijst worden ouders vroegtijdig ingelicht. Voor de locaties in Bosch en Duin wordt bij plaatsing gehandeld volgens de overeenkomst met zorginstelling Christophorus-Amerpoort Bij plaatsing maakt de psycholoog/orthopedagoog een zogenaamd Startdocument voor de leerling aan de hand van de verstrekte gegevens en mogelijke onderzoeken die al hebben plaatsgevonden. SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
28
Soms wordt een eigen observatie gedaan. Op basis hiervan wordt een voorlopige uitspraak gedaan met betrekking tot het Ontwikkelperspectief (SO-leeftijd) of Uitstroomperspectief (VSO-leeftijd) van de leerling: het leerresultaat dat de leerling naar verwachting gedurende zijn schoolloopbaan zal kunnen bereiken. De leraar werkt het Startdocument met ondersteuning van de IB-er binnen 4 weken uit tot een eerste individueel handelingsplan voor het komende jaar. Dit handelingsplan wordt besproken met de ouders die het tekenen ter goedkeuring.
5.2
Communicatie
Contactmomenten en voorzieningen voor ouders: Individueel handelingsplan Ouders/verzorgers worden één keer per jaar uitgenodigd voor de bespreking van het individueel handelingsplan. U vindt meer informatie over het handelingsplan in hoofdstuk 5.5. Rapport/getuigschrift Eén keer per jaar komt voor de leerlingen in van de locaties in Zeist een rapport uit. Ouders/verzorgers worden uitgenodigd om met de leraar het rapport te bespreken. De leerlingen van de locaties in Bosch en Duin ontvangen een getuigschrift, bestaande uit een kunstzinnig deel (bijvoorbeeld een gedicht, tekening of foto) en een korte terugblik op het afgelopen schooljaar. Ouderavonden Eén of meerdere keren per jaar wordt er een ouderavond of ‘open huis’ georganiseerd. Het doel van deze avonden is kennismaking of om onderwijsinhoudelijke informatie te geven. Het kunnen locatiegebonden avonden zijn, maar ook schoolbrede avonden. Tussentijds contact/overleg/ondersteuning Bij vragen of mogelijke problemen (ook in de thuissituatie) kunt u altijd tussentijds contact opnemen met de leraar. De leraar kan u doorverwijzen naar de locatieleider als dat nodig is. In sommige groepen hebben leerlingen een communicatieschrift. Leraren en ouders/ verzorgers kunnen gebruik maken van het schrift om zo nodig snel informatie aan elkaar te verstrekken.
Nieuwsbrief Ouders en verzorgers ontvangen regelmatig de digitale nieuwsbrief van de school. Vier keer per jaar wordt u via de nieuwsbrief op de hoogte gesteld van onderwerpen die voor hen van belang zijn, vanuit de directie, de locaties en de groepen. Ook attenderen we ouders/verzorgers via de nieuwsbrief op nieuwe berichten en informatie op onze website. Vanuit de nieuwsbrief kan er rechtstreeks doorgeklikt worden naar de website. Bijdragen voor de nieuwsbrief zijn van harte welkom. Website Meerklank wil meer gebruik maken van informatieverstrekking via de website i.p.v. het toezenden van nieuwsbrieven per post. Onze website heeft daarom de afgelopen tijd een metamorfose ondergaan. Elke locatie van Meerklank heeft nu een eigen website. Daarnaast is er nog een aparte pagina met algemene informatie wanneer u onze school nog niet kent. U komt op deze websites via onze algemene pagina www.meerklank.nl. Op alle vier de websites vindt u onder ‘school’ alle informatie die geldt voor de school als geheel. Bij de overige kopjes vindt u informatie die specifiek zijn voor de locatie.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
29
Meerklank wil graag kennis en informatie die belangrijk of handig kan zijn voor ouders van onze leerlingen beschikbaar stellen. Waarom? Ouders van een kind met een beperking kunnen in het dagelijks leven tegen tal van problemen aanlopen. Vaak kan er een oplossing gevonden worden of minstens verlichting van de situatie bereikt worden. Als je maar over de juiste informatie, vaardigheden of ondersteuning beschikt. Meerklank wil graag de kennis hierover beschikbaar stellen, een wegwijsfunctie vervullen voor ouders/verzorgers. De informatie is vaak wel beschikbaar, maar niet bekend is waar men terecht kan voor ondersteuning e.d. Meerklank wil graag deze kennis beschikbaar stellen voor ouders/ verzorgers.
5.3 Dienstverlening In de bespreking van het Individueel Handelings Plan (IHP) kunnen, in overleg met ouders en schoolarts, voorstellen worden gedaan voor aanvullende therapieën onder schooltijd, mits vergoed door de eigen ziektekostenverzekering, er een medische verklaring is afgegeven en de onderwijsinspectie is geïnformeerd. Zorginstelling Amerpoort-Christophorus betaalt de behandelingen voor de 'interne' leerlingen van de locaties in Bosch en Duin. Logopedie Op de locaties in Zeist krijgen nieuwe leerlingen door de school een startonderzoek aangeboden om deze behoefte bij het kind te kunnen bepalen. Het is echter niet mogelijk om elk kind de gewenste logopedische ondersteuning te geven. De logopedie kan worden voortgezet door een extern gevestigde logopedist. Ook wordt ondersteuning geboden aan leraren om gebarentaal in de onderwijsuitvoering te introduceren. Voor individuele leerlingen van de locaties in Bosch en Duin kan ondersteuning geboden worden door een logopedist op het gebied van totale communicatie (werken met verwijzers, pictogrammen, gebaren).
Fysiotherapie Op de locaties in Bosch en Duin worden door de zorginstelling Amerpoort-Christophorus voor intern wonende leerlingen eventuele behandelingen door de fysiotherapeut van Amerpoort-Christophorus aangeboden. Op de locaties in Zeist, maken ouders een eigen keuze voor een particuliere fysiotherapeut. U kunt voor fysiotherapie ook terecht bij fysiotherapie "Stap voor stap". Deze therapeut werkt in het schoolgebouw, aansluitend op de schooluren.
Muziektherapie (locaties Bosch en Duin) In de muziektherapie wordt gebruik gemaakt van muziekinstrumenten en muzikale elementen, zoals maat, ritme en melodie. Ieder instrument en ieder muzikaal element heeft een eigen uitwerking op de mens. De muziekinstrumenten worden gekozen op de werking van de klank en de eenvoudige bespeelbaarheid. De keuze is afhankelijk van de doelstelling van de therapie. In sommige gevallen kunnen instrumenten een ondersteuning zijn om tot zingen te komen. Luisteren speelt ook een belangrijke rol. Zowel het luisteren als het actief meedoen worden aangeboden. De werking van de therapie wordt hoorbaar in het muzikale spel en is af te lezen aan de bewegingen tijdens het spelen. Kunstzinnige therapie (locaties Bosch en Duin) In de kunstzinnige therapie worden verschillende kunstzinnige middelen gehanteerd: natekenen, vormtekenen, dynamisch tekenen schilderen met waterverf boetseren met klei of bijenwas In deze therapie wordt gewerkt aan onder andere het versterken van het gevoelsleven, het leren waarnemen, het verminderen van angsten, het ondersteunen van vormkracht en de vitaliteit. Door SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
30
de arts wordt de indicatie en verwijzing gesteld. Ziektebeeld, leeftijd en niveau van het kind bepalen de werkrichting en de keuze van het materiaal. Euritmie-therapie (locaties Bosch en Duin) Euritmie is een bewegingsvorm die vooral is gebaseerd op de klanken van de taal en in mindere mate op de tonen van de muziek. Alle klanken hebben een eigen gebaar, dat is afgelezen aan de vormende kracht in die klank. Door het veelvuldig oefenen van bepaalde klankgebaren wordt de kracht van die klank werkzaam om eenzijdigheden in de ontwikkeling in evenwicht te brengen. De bewegingen wordt aangepast aan de individuele bewegingsmogelijkheden. Medische voorzieningen Op de locaties in Bosch en Duin zijn voorzieningen voor leerlingen met een grote medische zorgvraag aanwezig, zoals een gehandicaptentoilet en tilliften. Schoolarts De school heeft twee schoolartsen. De schoolarts voor de locaties in Zeist is tevens jeugdarts bij de GGD Zeist. De schoolarts voor de locaties in Bosch en Duin werkt vanuit de medische afdeling van de zorginstelling Amerpoort-Christophorus. De leerlingen worden om de twee jaar onderzocht. Leerling en ouders/verzorgers ontvangen hiervoor een uitnodiging. Voor elk kind met epilepsie wordt in overleg met de ouders een protocol opgesteld. Elke medewerker die werkt met een kind met epilepsie weet daarom wat te doen bij een epileptische aanval. Bij elke IHP-bespreking wordt gekeken of er een aanpassing van het protocol nodig is. Schoolmaatschappelijk werk Schoolmaatschappelijk werk wordt voor Meerklank verzorgd vanuit MEE Utrecht, Gooi & Vechtstreek. Ouders kunnen via de schoolmaatschappelijk werker gebruik maken van de diensten op het gebeid van voorlichting en advies, bemiddeling bij plaatsing in dag- en/of woonvoorzieningen of voor begeleiding en ondersteuning in de thuissituatie. MEE biedt hulp bij de aanvraag van CIZ-indicaties voor aanvullende zorg (PGB) en hulp bij de aanvraag CIZ-indicaties bekostiging voor de begeleiding vanuit de stagebege-leidende zorginstellingen voor leerlingen vanaf 16 jaar. Bedrijfs Hulp Verlener Elke locatie heeft een Bedrijfs Hulp Verlener (BHV-er) die Levensreddende Eerste Hulp kan verrichten en coördinerend optreedt bij brand en grote calamiteiten. Op school hanteren wij het medisch Protocollenboek van de GGD. Veiligheidsplan De school hecht groot belang aan een veilige omgeving voor leerlingen en personeel. De school hanteert de volgende protocollen: Protocol voor schorsing en verwijdering Zwemprotocol Protocol seksuele intimidatie en geweld Epilepsieprotocol (individueel) Luizenprotocol Protocol t.a.v. afhandelen en registratie incidenten
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
31
5.4
Schooladministratie
Meerklank heeft een digitaal leerlingvolgsysteem “LVS2000” van Datacare. De ondersteuning van de implementatie wordt ingekocht via het REC REaCtys voor de aangesloten scholen voor speciaal onderwijs. Het programma kent een gedeelte voor de leerlingadministratie en een leerlingvolgsysteem. Het leerlingvolgsysteem is gerelateerd aan de kerndoelen speciaal onderwijs en aan de leerlijnen. In het voorjaar van 2011 heeft Datacare toegezegd het LVS-gedeelte zodanig in te richten dat: meerdere leerlijnen aan een leerling kunnen worden gekoppeld per leerling of groep de relevante inhoud zichtbaar word gemaakt (gebruiksvriendelijkheid) dat de groep in leerlingen geclusterd kan worden voor het basis / intensief of verdiept arrangement de IHP’s opgemaakt kunnen worden in het systeem de groepsplannen opgemaakt kunnen worden in het systeem de startdocumenten opgemaakt kunnen worden in het systeem het individueel LVS-profiel kan worden aangemaakt in het systeem
5.5
Overleg en besluitvorming
De jaaragenda van Meerklank bestaat uit onderstaande vergader- en overlegmomenten: Het Managementteam komt tweewekelijks bijeen (20 x per jaar) Directeur en locatieleiders van de twee SO locaties en 2 VSO locaties, bespreken en besluiten over beleidsontwikkelingen op het terrein van organisatie, onderwijs, financiën en personeelsbeleid en facilitair beleid. De Stuurgroep onderwijsinnovatie komt maandelijks bijeen (11 x) De stuurgroep bestaat uit het MT en de IB- ers van de vier locaties, incidenteel aangevuld met de orthopedagogen en psychologen van de commissie van begeleiding. Op de agenda staat de implementatie van het onderwijscontinuüm De CVB komt maandelijks bijeen (10x) Op de agenda staat de ontwikkeling van het onderwijskundig beleid m.b.t. het vaststellen van het Ontwikkelingsperspectief, advisering, evaluatie en kwaliteitsbewaking van de onderwijsarrangementen en groepsplannen. Op individueel leerlingniveau: het volgen van het leerrendement en advisering t.a.v. in-, door- en uitstroom van leerlingen. IB-overleg (10 x per jaar) Schoolbrede agendapunten t.a.v. ondersteuning van de teams bij de invoering van het onderwijscontinuüm. Teams vergaderen wekelijks: 20 x innovatievergadering, 19 x organisatorisch overleg. Alle medewerkers nemen deel aan de vijf schoolbrede studiedagen. De directeur is maakt deel uit van het Directorium Rijn- en Heuvelland (10 x per jaar) en het REaCtys directeurenoverleg (2 x per jaar). Directeur en locatieleiders nemen deel aan het regulier overleg met de zorginstellingen Reinaerde en Amerpoort.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
32
6
Personeelsbeleid
Binnen Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland, is er één personeelsbeleid. Het personeelsbeleid ziet er op hoofdlijnen als volgt uit: Aantrekkelijk werkgeverschap HRM, voluit human resource management, is een niet te onderschatten thema binnen het strategische beleid van Rijn- en Heuvelland en binnen het onderwijskundig beleid van de school. De zorgen die landelijk spelen zijn ook in het HR-beleid van scholen herkenbaar. De ambities op het gebied van onderwijs en zorg liegen er immers niet om, en dat veronderstelt bekwame leerkrachten, management en staf en overige medewerkers, die duurzaam inzetbaar zijn, competent, betrokken en gezond. Het HR-beleid dient deze duurzaamheid van de inzetbaarheid te stimuleren, maar daarnaast in verband met de ‘war for talent’ ook onderscheidend te zijn van concurrenten en tot slot bij te dragen aan een professionele cultuur. In navolging hierop staan binnen het personeelsbeleid de volgende thema’s centraal. Resultaatgericht Ontwikkelingsgericht en Toekomstgericht.
6.1
Gesprekscyclus
Conform de wet BIO wordt er binnen Meerklank scholen jaarlijks met iedere medewerker één functioneringsgesprek gevoerd. Dit mag in combinatie met het POP gesprek plaatsvinden. Verder wordt er elk jaar wordt er één POP-gesprek gevoerd. Dit POP-gesprek mag in combinatie met het functioneringsgesprek plaatsvinden. De functioneringsgesprekken worden, gezien de omvang van het aantal medewerkers, uitgevoerd door de locatieleiders. Voor het schooljaar 2011-2012, waarin het verbeterplan t.a.v. de onderwijskwaliteit wordt uitgevoerd, is een gesprekkencyclus gepland, waarin het functioneren van de leraren wordt geobserveerd en besproken t.a.v. het handelen vanuit opbrengstgericht werken. Ook de vaardigheden t.a.v. het onderwijsleerproces staan centraal in de besprekingen. Om vanuit gezamenlijke verantwoordelijkheid de afspraken te volgen en te evalueren, die zijn gemaakt tijdens het functioneringsgesprek c.q. POP-gesprek, vindt er tussen de locatieleider en de leraar minimaal 1 evaluatie POP-gesprek plaats (of zo vaak als is afgesproken tijdens voorgenoemde gesprekken), voordat er een (functionerings- of) beoordelingsgesprek wordt ingepland. Het beoordelingsgesprek wordt tenminste één keer in de drie jaar gevoerd, of voordat een tijdelijke aanstelling wordt omgezet in een vast dienstverband. Dit gesprek wordt door de directeur gevoerd. Bij de beoordeling van leraren maakt Meerklank gebruik van de 7 competenties van leerkrachtvaardigheden voor het speciaal onderwijs, waarbij de taaksituaties van de ervaren leraar wet BIO als uitgangspunt zijn genomen, aangevuld met de specifieke competenties voor het speciaal onderwijs.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
33
6.2
Professionalisering
Doel professionalisering: alle leraren beheersen de basiscompetenties op didactisch, pedagogisch en organisatorisch gebied. Uitgangpunten: 1. De vereiste kwaliteit van de leraren op de Meerklank is per vaardigheid omschreven. 2. Door metingen wordt de huidige kwaliteit vastgesteld 3. Iedere leraar beschrijft zijn leerdoelen voor een periode van twee maanden in een kort, smart geformuleerd leerplan. 4. Er wordt op basis van een analyse van de resultaten een gedifferentieerd professionaliseringsplan opgesteld per afdeling. a. Per afdeling worden doelen vastgesteld in een tijdspad die leiden tot de vereiste basisvaardigheden. b. Een basis begeleidingsplan is gebaseerd op de vaardigheden van 75% van de leraren c. Een intensief begeleidingsplan is gebaseerd op de vaardigheden van 15% van de leraren, met een lagere veranderingsbekwaamheid of een lagere kwaliteit in vaardigheden. d. Zeer intensieve begeleiding is er voor 10% van de leraren 5. Er wordt vastgesteld welke leraren voldoen aan de vereiste vaardigheden. 6. Vervolgacties worden ingepland. Professionaliseren volgens de PDCA Op schoolniveau is in de stuurgroep ook nagedacht over de scholingsbehoefte en professionalisering van de leerkrachten. De school is verplicht een scholingsplan te schrijven en een deel van de financiën te reserveren voor teamscholing en individuele scholing. In het verbeterplan voor 2011-2012 is de scholingsbehoefte/scholingsnoodzaak voor de leerkrachten in kaart gebracht. Dit professionaliseringsplan is een cyclisch plan, volgens de PDCA-cirkel. 1.
PLAN: Plannen, meten, analyseren en beschrijven Noodzakelijke expertise, kennis en vaardigheden voor het implementatietraject leerlijnen wordt vastgesteld. Er wordt een inventarisatie gemaakt van de reeds aanwezige kennis en vaardigheden d.m.v. metingen en zelfevaluaties van leraren. Op basis van deze metingen en de zelfevaluatie formuleren de leraren hun leerpunten. De leerpunten vormen de basis voor de begeleiding
2.
DO: Opnemen van de uitvoering van scholingsactiviteiten in de planning van de afdeling. Op de Meerklank zijn hiervoor gepland: studiedagen, innovatievergaderingen en coachingsgesprekken/observaties.
3.
CHECK: Scholing alleen zal weinig bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs. Men moet nagaan in hoeverre hetgeen dat tijdens de scholing is geleerd, ook daadwerkelijk in de praktijk wordt toegepast (borging). Ook wordt nagegaan of die toepassing voldoet aan de verwachtingen. Hiervoor heeft de Meerklank een cyclus van observaties en metingen ingepland in de afdelingsplanning.
4.
ACT: De opgedane kennis en vaardigheden moeten worden geborgd in het SO-plan, in de gesprekkencyclus en in vaste afspraken met leraren
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
34
Beschrijving van de 7 competenties van leerkrachtvaardigheden. Competentie 1: interpersoonlijk competent in de omgang met leerlingen Doel: Een leraar die interpersoonlijk competent is, werkt actief aan een goede communicatie (interactie) met iedere leerling in zijn groep. Hij verbindt daaraan consequenties voor zijn handelen. Hij weet in de groep zodanig met (machts- en gezags)verhoudingen, afstandelijkheid, nabijheid, vriendelijkheid en vijandigheid om te gaan, dat er in de groep een goede basis is voor onderlinge verstandhouding en communicatie. Bekwaamheidseis: Van een leraar op de Meerklank mag verwacht worden, dat hij zich bewust is van eigen houding en gedrag en de invloed daarvan op de leerlingen. Hij dient over voldoende kennis en vaardigheden op het gebied van communicatie (interactie) te beschikken, om een basis te leggen voor samenwerking. Competentie 2: orthopedagogisch competent in de omgang met leerlingen Doel: Een leraar die orthopedagogisch competent is, zorgt voor een leef- en leeromgeving met een bij de leerlingen en bij de groep passende verhouding tussen veiligheid en uitdaging. Hij vindt voor alle leerlingen een evenwicht in de behoeften aan en mogelijkheden tot relatie, autonomie en competentie. Bekwaamheidseis: Van een leraar op de Meerklank mag verwacht worden dat hij de (ortho)pedagogische kennis, inzicht en vaardigheden in huis heeft om het evenwicht tussen veiligheid en uitdaging in de leeromgeving tot stand te brengen (voor de afzonderlijke leerlingen en voor de hele groep). Hij is in staat op basis van (eigen) verkenning van de hulpvraag van de leerlingen zijn professioneel handelen planmatig vorm te geven en met andere deskundigen af te stemmen. Competentie 3: orthodidactisch competent in de omgang met leerlingen Doel: Een leraar die orthodidactisch competent is, ontwerpt een krachtige leeromgeving in zijn klas en zijn lessen. Hij stemt leerinhouden en zijn doen en laten af op de leerlingen en houdt rekening met individuele verschillen. Hij motiveert de leerlingen voor hun leertaken, daagt hen uit om er het beste van te maken en helpt hen om ze met succes af te ronden. Hij leert de leerlingen leren, ook van en met elkaar, om daarmee onder andere hun leerbekwaamheid en zelfstandigheid te bevorderen. Bekwaamheidseis: Van een leraar op de Meerklank mag verwacht worden dat hij de (ortho)didactische kennis en vaardigheden in huis heeft om die krachtige leeromgeving tot stand te brengen op een eigentijdse en professionele, planmatige manier. Hij is in staat op basis van (eigen) diagnose van voorkomende problemen zijn professioneel handelen planmatig vorm te geven en met andere deskundigen af te stemmen. Hij ontwerpt een krachtige leeromgeving in zijn klas en zijn lessen.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
35
Competentie 4: organisatorisch competent Doel: Een leraar die organisatorisch competent is, zorgt voor een overzichtelijke, prettige en taakgerichte sfeer in zijn klas en zijn lessen. Hij plant en organiseert de onderwijs-leeractiviteiten en -processen zodanig, dat leerlingen succeservaringen op kunnen doen, dat de leerlingen zich op hun gemak voelen en dat de leerlingen weten welke ruimte ze hebben voor eigen initiatief. Hij zorgt er ook voor dat de leerlingen weten wat ze moeten doen, hoe en met welk doel ze dat moeten doen.
Bekwaamheidseis: Van een leraar op de Meerklank mag verwacht worden dat hij de organisatorische kennis en vaardigheden in huis heeft om in zijn klas en zijn lessen een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen, voor alle leerlingen, voor zichzelf en voor zijn collega’s. Waar nodig zorgt hij, in het belang van de leerling, voor een goede afstemming tussen de activiteiten van de diverse behandelaars en activiteiten (regiefunctie). Competentie 5: competent in samenwerking met collega´s Doel: Een leraar die competent is in het samenwerken met collega's, levert zijn bijdrage aan het pedagogisch en didactisch klimaat op zijn school, aan onderlinge samenwerking en aan de schoolorganisatie. Bekwaamheidseis: Van een leraar op de Meerklank mag verwacht worden, dat hij een collegiale houding heeft en de kennis en vaardigheden bezit om een professionele bijdrage te leveren aan het pedagogisch en didactisch klimaat van de school, aan de werkverhoudingen en de schoolorganisatie. Competentie 6: competent in samenwerking met de omgeving Doel: Een leraar die competent is in het samenwerken met de omgeving, levert een zodanige bijdrage aan een goede samenwerking met mensen en instellingen in de omgeving van de school, dat er sprake is van een goede aansluiting tussen buiten- en binnenschoolse (opvoedings)activiteiten voor alle leerlingen. Bekwaamheidseis: Van een leraar op de Meerklank mag verwacht worden, dat hij de kennis en vaardigheden in huis heeft om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de leerlingen en zijn school. Competentie 7: competent in reflectie en ontwikkeling Doel: Een leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling denkt voortdurend en doelgericht na over zijn beroepsopvattingen en zijn professionele bekwaamheid. Hij weet wat hij belangrijk vindt in zijn leraarschap en van welke waarden, normen en onderwijskundige opvattingen hij uitgaat. Hij heeft een goed beeld van zijn eigen competenties, zijn sterke en zwakke kanten. Hij ontwikkelt zichzelf en zijn onderwijs op een planmatige manier verder. Bekwaamheidseis : SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
36
Van een leraar mag verwacht worden dat hij voldoende kennis en vaardigheden in huis heeft om zowel zijn opvattingen over het leraarschap als ook zijn eigen lerarenbekwaamheid te onderzoeken, te expliciteren en te ontwikkelen. Van elke competentie wordt aangegeven waarom deze van belang is: het doel. Vervolgens geven we de bekwaamheidseisen die hieruit voortvloeien met een concrete uitwerking. Dan is er een aantal eisen geformuleerd waarbij je kunt kijken of je aan kunt geven in hoeverre je vindt dat je daaraan voldoet.
6.3
Functiemix
Conform de CAO PO zal per 1 augustus 2014 de functiemix gerealiseerd zijn. Medewerkers worden jaarlijks in de gelegenheid gesteld te solliciteren naar vacatures in het kader van de functiemix, conform de doelstellingen zoals beschreven in de CAO PO. Tijdens de gesprekken die gevoerd worden conform de wet BIO is er aandacht voor ambities en talenten van medewerkers met betrekking tot de functiemix. Opleiden en ontwikkelen tot professionals Concreet impliceren de thema’s resultaatgericht, ontwikkelingsgericht en toekomstgericht het volgende voor medewerkers binnen de scholen: 1. Medewerkers koppelen hun professionele autonomie aan professionele verantwoording: Iedere medewerker is een essentiële schakel en draagt de ontwikkeling van de schoolorganisatie(s); Iedere medewerker is in professionaliteit en vakmanschap een representatieve vertegenwoordiger van de stichting; Iedere medewerker begeleidt kinderen vanuit een vakkundige en onderzoeksmatige cultuur bij het ontwikkelen van talenten. 2. Scholen betrekken de maatschappelijke en mondiale context bij het realiseren van onderwijsdoelen: Medewerkers zijn in staat leerlingen Engelse les te geven; 3. De onderwijsinhoud sluit aan bij de ontwikkeling van een nieuwe kenniseconomie: Medewerkers zijn in staat leerlingen toekomstgerichte vaardigheden (Skills for the 21 Century) aan te leren. Medewerkers zijn in staat 25 tot 50% van de lestijd met behulp van multimediale technieken kinderen te ontwikkelen. Er zal gewerkt gaan worden met kwaliteitsprofielen voor directeuren en leerkrachten. Deze profielen zijn gerelateerd aan het kunnen behalen van de hiervoor geschetste doelstellingen. Bronnen voor deze kwaliteitsprofielen zijn de huidige wet en regelgeving rondom competentie profielen (wet BIO) en de functiemix De kwaliteitsprofielen worden aangevuld met cultuuraspecten als waarden, overtuigingen en bevlogenheid waaruit het werkplezier, de energie en motivatie van mensen in kaart te brengen is. Het is van belang dat naast het formuleren van beleid en het vaststellen van kwaliteitsnormeringen ook aandacht bestaat voor het opleiden en ontwikkelen van medewerkers tot professionals. Rijn- en Heuvelland voorziet hierin door het inrichten van een eigen Academie. Deze Academie is een instituut waarin alle medewerkers van Rijn en Heuvelland de mogelijkheid geboden wordt de persoonlijke kwaliteitsgarantie waar Rijn en Heuvelland voor staat waar te maken door middel van professionalisering, ontwikkeling en innovatie. De academie is ook gericht op het verleggen van de horizon, en in gezelschap van collega’s onderzoekend en resultaatgericht van paden af te wijken, te allen tijde gericht op het verbeteren van de onderwijspraktijk binnen de school. De Academie wordt een faciliteit die zich voor alle medewerkers richt op professionalisering, kennisuitwisseling en collegiale ontmoeting op basis van innovatie en performanceverbetering. SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
37
De academie zal een professioneel, kwalitatief hoogstaand, ambitieus en inspirerend karakter hebben waarbinnen onderstaande doelstellingen vorm krijgen: 1. Komen tot verdere professionalisering en performanceverbetering van de medewerkers, teams, scholen en Rijn en Heuvelland als geheel; 2. Ondersteuning bieden bij het waarmaken van strategische ambities; 3. Aantrekkelijke opleidings- en carrièreperspectieven te bieden voor zittend en komend personeel, 4. Te kunnen komen tot intensivering van de loopbaanontwikkeling en mobiliteit in elke fase van het arbeidzame leven; 5. Leren en ontwikkeling een zichtbare plek te geven waardoor de academie een belangrijke aanjaagfunctie van het realiseren van de innovatie binnen de scholen De Academie zal een actieve rol spelen in het begeleiden en vormgeven van de loopbaan van medewerkers. Ook voor onze school geldt dat er sprake is van een toenemend besef dat werkgeverschap “verplicht” tot het realiseren van een prettige, uitdagende en inspirerende leerarbeidsorganisatie voor zowel nieuw als zittend personeel. Opleiden op de werkplek verwordt steeds meer tot uitgangspunt.
6.4
Taakbeleid
De taken voor alle medewerkers OP en OOP worden jaarlijks uitgewerkt in het model normjaartaak, aangeleverd door de Stichting Rijn en Heuvelland gebaseerd op de kaders van de CAO- PO. Lesuren, voor- en nazorg, deskundigheidsbevordering zijn conform het model ingevuld. Elk schooljaar worden op teamniveau de schooltaken besproken en verdeeld. Daarbij krijgen leraren vooral taken op het terrein van onderwijsinnovatie voor locatie- en/of schoolbrede werkgroepen. Alle medewerkers kunnen intekenen op de schooltaken. Op basis van consensus wordt besloten. Indien consensus niet wordt bereikt beslist de locatieleider.
6.5
ARBO-, verzuim- en re-integratiebeleid
Het ARBO-, Verzuim- en Re-integratiebeleid (AVR-beleid) van de Stichting Openbaar Onderwijs Rijnen Heuvelland berust op twee peilers, te weten arbeidsrisico (preventie) en verzuim en re-integratie (curatief). Onze visie op AVR houdt integraal rekening met preventie, verzuim en re-integratie. In ons beleid staat preventie voorop, maar ook voor verzuim en noodzakelijke re-integratie hebben wij beleid opgesteld. Het motto dat gehanteerd wordt binnen de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland is: “Hard on the matter, soft on the person”. Dit houdt in dat er een evenwicht gevonden dient te worden tussen het behartigen van het organisatiebelang (inzetbaarheid medewerker) enerzijds en het aansluiten bij en het behartigen van de belangen en behoeften van de medewerker (vertrouwen, acceptatie, bevorderen genezing) anderzijds. In dit kader speelt de schooldirecteur een centrale rol in het voorkomen en terugdringen van verzuim op haar/zijn school. Hij wordt daarbij professioneel ondersteund door verschillende adviseurs (b.v. de arbodienst en de Stafmedewerker P&O van de Stichting). De algemene doelstellingen van het AVR-beleid zijn: - het bevorderen van de motivatie en gezondheid van medewerkers. - verhogen en borgen van de inzetbaarheid van medewerkers. - zorg dragen dat medewerkers en leerlingen zich veilig voelen op onze scholen. - het bevorderen van gewenst gedrag. - voldoen aan de wettelijke voorschriften op dit terrein. SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
38
-
het terugdringen van de kosten die ontstaan door verzuim.
Het AVR-beleid van de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland maakt integraal onderdeel uit van het totale schoolbeleid en daarom gelden de algemene beleidsuitgangspunten ook voor dit beleid. Ieder jaar wordt vastgesteld wat de te behalen verzuimpercentages en meldingsfrequenties zijn. Op basis van de doelstellingen op Stichtingsniveau, worden tussen de voorzitter van het college van bestuur en de schooldirecteur afspraken gemaakt over de eigen doelstellingen en acties. Deze afspraken worden opgenomen in het managementcontract. Jaarlijks wordt in het jaarverslag gerapporteerd over de resultaten van het achterliggende jaar en nodige acties voor het voorliggende jaar. Risico-inventarisatie en evaluatie (R.I. & E.) en ARBO-wet Meerklank Volgens de Arbeidsomstandighedenwet (ARBO-wet) is in 2008 een inventarisatie opgesteld m.b.t. de gezondheidsrisico’s die de werknemers tijdens hun arbeid lopen en die leerlingen tijdens het onderwijs kunnen lopen. Op grond daarvan zijn plannen gemaakt, om de risico’s te verminderen voor de vier uitvoeringslocaties van Meerklank. Voor de locaties in Bosch en Duin werd de risicoinventarisatie uitgevoerd in gezamenlijke opdracht vanuit Amerpoort en Rijn- en Heuvelland. Bij de inventarisatie is een lijst gemaakt met knelpunten. De evaluatie leverde veel kleine aandachtpunten op die inmiddels zijn opgepakt en uitgevoerd. De bouwtechnische aandachtspunten m.n. voor de gebouwen in Bosch en Duin met betrekking tot luchtkwaliteit, verlichting etc. zijn in een afrondende fase. Gezien de omvangrijkheid van de rapportages worden deze niet toegevoegd aan dit schoolplan. Uiteraard staat de informatie ter beschikking.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
39
7
Kwaliteitsbeleid
De Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland wil haar visie en missie realiseren door het tot stand brengen van een organisatie waarin binnen de beleidskaders de basisscholen vanuit een eigen identiteit en een eigen cultuur werken aan: een veilige leef- en werkomgeving, een voortdurende resultaatverantwoording in- en externen, aan kwaliteitsverbetering van onderwijs en opvoeding, en waarin ontwikkeling, uitvoering en verantwoording van beleid op bedrijfsmatige wijze plaatsvindt. Kwaliteit is hiermee geen toeval. Daarom is systematisch werken aan de onderwijskwaliteit noodzakelijk. Cyclisch werken aan kwaliteitszorg betekent: kwaliteitsbepaling; kwaliteitsborging (of kwaliteitsbewaking); kwaliteitsverbetering. De Planning & Controlecyclus heeft tot doel de organisatie te ondersteunen in: richting (plan) vast te houden resultaten te boeken ruimte te benutten (delegatie van verantwoordelijkheden en bevoegdheden) verantwoording af te leggen. Deze begrippen komen terug in de PDCA-cirkel (of: cirkel van Deming). P: PLAN Plan van aanpak voor de noodzakelijke verbetering of innovatie en de formulering van het gewenste resultaat en hoe (en wanneer) getoetst gaat worden of het gewenste resultaat is bereikt. D: DO Het plan wordt uitgevoerd zoals is beschreven. C: CHECK D.m.v. controle en evaluatie wordt bekeken in hoeverre het gewenste resultaat behaald is. A: ACT Dit is de fase van bijstelling. Als het gewenste resultaat bereikt is, wordt gestart met de volgende verbetering en wordt de cirkel opnieuw doorlopen. Het werken volgens de PDCA-cyclus op schoolniveau is ingebed in de grote planning en controlecyclus op het niveau van de Stichting.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
40
Figuur 2 - Planning en controlecyclus Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland missie en visie
eventueel bijstellen en verbeterplannen maken
strategisch beleid, meerjarenplannen en -begroting
realiseren doelen: besteden geld en inzet kwaliteiten van mensen
verantwoording: jaarverslag met jaarrekening
externe controle (rijks-accountantcontrole en inspectiedienst)
Jaarplannen met jaar(deel) begrotingen
interne controle en evaluatie resultaten
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
41
7.1
Overzicht instrumenten kwaliteitszorg
Overzicht instrumenten externe en interne evaluatie Ouderenquête (02C))
Aandachtsgebied
Frequentie
Opzetten van een Eindresultaten gestandaardiseerde vragenlijst gericht op de oudertevredenheid Nog te ontwikkelen Schoolveiligheid
1x per 4 jaar
Medewerkers Leiderschap Eindresultaten
2 jaar
Procesevaluaties
3 jaar van de beleidscyclus Jaarlijks
Rapportages inspectie
Tevredenheid medewerkers. Uitbesteed Opzetten format Outputinformatie Invoeringstraject onder externe begeleiding Opzetten van een vragenlijst voor ouders van schoolverlaters PKO, JO, KO
Doorlopend
Benchmarking
In ontwikkeling
Toetsing vastgestelde indicatoren Vergelijken om er van te leren
Leerling enquête VSOleerlingen Personeelsenquête Onderzoek uitstroomcijfers Gegevens Audit Exitgesprekken (O2C)
7.2
Jaarlijks
1x per 4 jaar e
Kwaliteitszorg Meerklank
Kwaliteitszorg voor het speciaal onderwijs is direct gerelateerd aan de kwaliteitsaspecten zoals genoemd in de Wet op het Onderwijs Toezicht. Het gaat om de zorg voor kwaliteit, om de inrichting van het onderwijs en leren en om de opbrengsten van het onderwijs in hun onderling verband: - Zorgt de school in voldoende mate voor behoud en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs? - Is het onderwijs en leren van voldoende kwaliteit? - Realiseert de school opbrengsten van voldoende niveau? - Hoe evalueert de school de kwaliteit van het onderwijs systematisch met alle betrokkenen? - Hoe laat de school dat zien naar buiten?” Het nieuwe toezichtkader voor het speciaal onderwijs is nog in ontwikkeling. De bestaande kwaliteitszorgmodellen worden hierop herzien. ZEK-SO (zelfevaluatie-instrument), m.n. gericht op leerlingenzorg) wordt uitgebreid en de kerndoelen VSO (per aug.2013) worden opgenomen bij kwaliteits-aspecten leerstofaanbod en resultaten. Er komt een branchecode van de Landelijke Vereniging Cluster 3, waardoor benchmarking mogelijk wordt. In het schooljaar 2011-2012 werkt Meerklank met het kwaliteitshandboek onderwijscontinuüm. Vanaf 2013 zal ZEK-SO naar verwachting zijn aangepast op het nieuwe toezichtkader en kan dit instrument voor alle INK-onderdelen worden toegepast. Wanneer zijn we tevreden over de kwaliteit? Uiteraard gelden allereerst de wettelijke criteria. Voor Meerklank betekent dit dat we zelf normen moeten gaan stellen waar we aan moeten gaan voldoen, wat betreft de streefniveaus en de mate waarin het aantal leerlingen deze streefniveaus gaat halen. De huidige leerling-populatie van de Meerklank is voor het eerst in mei 2011 beschreven naar leeftijd, ZML-niveau, en uitstroomperspectief voor de vakgebieden lezen en schrijven, leren leren en sociaal emotionele ontwikkeling. Hiermee is, bij wijze van spreken, een “foto” genomen van de SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
42
leerling-populatie zoals die op dit moment is ingeschaald op het niveau van de leerlijnen van vier leergebieden. Plan is om het ambitieniveau van de school naar boven bij te stellen en daar in de komende planperiode systematisch naar toe te werken. In januari 2012 stellen we de definitieve streefdoelen vast. In juni 2012 evalueren we ambitieniveau en resultaten
7.3
In-, door- en uitstroom 2010-2011
AANTAL UITGESTROOMDE LEERLINGEN:
In onderstaande tabel en grafiek zijn de tussentijdse in- / uitstroom in 2010-2011 per afdeling van de genoemde scholen te lezen. Meerklank SO Meerklank VSO
Instroom 6 3
Uitstroom 7 4
Leerlingkenmerken: De leeftijd van de tussentijds uitgestroomde leerlingen was als volgt:
4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 2010-2011
5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar
De leeftijd van de tussentijds ingestroomde leerlingen was als volgt:
4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 2010-2011
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar
43
Uitstroom naar sector: De tussentijds uitgestroomde leerlingen stroomden naar de onderstaande sectoren uit: Sector SBO Praktijkonderwijs Cluster- 4 onderwijs Cluster-1 onderwijs cluster-2 onderwijs Regulier primair onderwijs regulier voortgezet onderwijs gehandicaptenzorg andere cluster-3 school in de regio andere cluster 3 school vanwege verhuizing Anders, namelijk ....
Uitstroom 2010-2011
2
3 3 3
4
SBO PRO
3
CL 4 Cl 1
2
Cl 2 PO
1
VO
0
Zorg
2010-2011
Cl 3 regio Cl 3 verhuizing
Instroom naar sector: De tussentijds ingestroomde leerlingen stroomden van de onderstaande sectoren in: Sector SBO Praktijkonderwijs Cluster- 4 onderwijs Cluster-1 onderwijs cluster-2 onderwijs Regulier primair onderwijs regulier voortgezet onderwijs gehandicaptenzorg andere cluster-3 school in de regio andere cluster 3 school vanwege verhuizing Anders, namelijk ....
anders, namelijk
Instroom 2010-2011 3
1
1 3
Bron: REaCtys SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
44
8
Financiën
8.1. Begroting Meerklank 2011 Special Meerklank* Heroes
LASTEN 2011
FORMATIE
Leerlingen 1 okt. 2009
190,0
0,0
Leerlingen 1 okt. 2010
170,0
0,0
FPE Directie FPE OP FPE OOP FPE BAPO
PERSONELE LASTEN
per 01/01
44,77
0,51
per 01/08
44,05
0,51
Gemiddeld
44,47
0,51
Lonen en salarissen
40110
Salariskosten directie (-/- lopende Bapo)
40120
Salariskosten OP
40130
Salariskosten OOP
2.734.995
31.365
2.734.995
31.365
Dotatie Bapo voorziening Onttrekking bapo voorziening Kosten lopende Bapo Premies UWV, Vervangingsfonds
Totaal lonen en salarissen
Overige personele lasten
40520
Salariskosten derden
62.725
40521
Salariskosten derden (FPE)
0
40620
Werving en selectie
0
40630
Cursuskosten personeel
59.830
40640
ARBO diensten
0
40650
Overige personele kosten
5.018
40652
Ondersteuning en begeleiding
0
Totaal overige
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
127.573
0
45
Totaal personele lasten
2.862.568
31.365
AFSCHRIJVINGEN
20 per LL
###
41100
Afschrijving gebouwen
4.825
41120
Afschrijving schoolinventaris
12.063
41130
Afschrijving electrische inst 26KN
0
41135
Afschrijving infrastructuur
0
41140
Afschrijving ICT 3 jaar
965
41145
0
41160
Afschrijving ICT 5 jaar Afschrijving machines en gereedschappen
41195
Afschrijving leermiddelen (boeken)
0
41190
Afschrijving leermethoden (OLP)
11.580
Totaal afschrijvingen
0
29.433
0
HUISVESTINGSLASTEN
42120
Huur exploitatiekosten gebouwen
0
€18,40 BVO
42210
Dotatie onderhoudvoorziening
14.300
MOP
42211
Onttrekking onderhoudvoorziening
-13.390
MOP
42300
Eigenaarsonderhoud
13.390
MOP
42305
Gebruikersonderhoud
5.790
42390
Tuin onderhoud
0
42410
Gas en electriciteit
45.000
42440
Water
5.000
42510
Schoonmaakonderhoud
22.000
42520
Schoonmaakonderhoud (niet HAGO)
15.440
42610
Publiekrechtelijke heffingen
1.930
42700
Niet verzekerde schades
1.000
42705
Verzekerde schades
0
42760
Bewakingskosten
2.895
42761
Alarmopvolging
386
LONDO
€14 BVO
### €5
Totaal huisvestingslasten
113.741
50.000
50.000
OVERIGE INSTELLINGSLASTEN Administratie- en beheerslasten
Bedrijfbureau
43100
Administratie en beheer
2.895
43110
Telefoon, fax en porti
11.580
43150
Drukwerk
0
43190
Ouderavonden en MR
1.206
43270
Doorbelasting AK (dOO)
0
43280
Accountants- en advieskosten
1.448
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
46
Totaal administratie- en beheerslasten
17.128
0
Inventaris en apparatuur
43140
Reprokosten
17.853
43141
2.895
43160
Reprokosten overig Automatiseringskosten (Stepco en ECS)
48.298
43161
Automatiseringskosten (overig)
14.475
43170
Aanschaf kleine inventaris
6.273
43180
Abonnementen en contributies
1.448
43601
Media/Bibliotheek
483
Totaal inventaris en apparatuur
91.723
0
Overige
Bedrijfsbureau
43210
Vergaderkosten
483
43250
Overige beheerslasten
1.930
43260
Marketing en profilering
16.888
43340
Testen en toetsen
965
43342
Leerlingzorg
0
43510
Overige exploitatiekosten
28.950
43520
1.930
43600
Representatiekosten Conferenties, seminars en studiereizen Culturele activiteiten, excursies, werkweek
43610
Buitenschoolse activiteiten
0
43620
Contributies bestuurlijke organisaties
800
43630
Verzekeringen
500
43515
Kosten voorgaand jaar
0
47000
Overlopende lasten (tijdelijk geboekt)
0
43560
Totaal overige
Totaal overige instellingslasten
0 5.308
57.753
0
149.476
0
LEERMIDDELEN
###
43310
Leermiddelen
Totaal leermiddelen
Totaal lasten
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
86.850
86.850
0
3.259.195
81.365
47
8.2
Financieel beleid
Algemeen De wet- en regelgeving, het besturingsconcept, het managementstatuut en de overige elementen van het strategisch beleid geven de belangrijkste kaders aan voor het financieel beleid. Het beleidsterrein levert een belangrijk aandeel in het realiseren van de doelstellingen van de overige beleidsterreinen in dit strategisch beleidsplan. De scholen van Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland worden voor 95% gesubsidieerd door de Rijksoverheid. De overig inkomsten bestaan uit subsidies van lagere overheden en Samenwerkingsverbanden. Het financiële beleid van Stichting Openbaar Onderwijs Rijn en Heuvelland en de scholen is gericht op het waarborgen van de continuïteit van de kwaliteit van het onderwijs. Daarom dient in dat beleid steeds de balans te worden gevonden tussen eisen van de maatschappelijke functie van de onderwijsorganisatie en de inkomsten. De stichting heeft deze continuïteitseisen gewaarborgd door een weerstandsvermogen op te bouwen om zoveel mogelijk ‘bedrijfseconomische risico’s’ van de scholen af te dekken. Het grootste bedrijfseconomische risico wordt gevormd door bedreigingen van de continuering van de bekostiging als gevolg van veranderingen van het overheidsbeleid en dalende leerlingenaantallen. Een ander belangrijk bedrijfseconomisch risico betreft de bekostiging voor de uitgaven voor personeel op de scholen in relatie tot de realiseerbare groepsgrootte op bepaalde onderwijslocaties. Verder streven stichting en scholen er naar zoveel mogelijk schaalgebonden mogelijkheden te benutten door de inkoopkosten door gebundelde inkoopkracht te verlagen en de risico’s van schaden te spreiden. Financiële beheersingsmodel Het financiële beheersingsmodel is afgeleid van de besturingsfilosofie van de organisatie, namelijk die van een integraal verantwoordelijke schooldirectie. Naast de verantwoordelijkheid voor de school heeft de schooldirecteur ook een gedeelde verantwoordelijkheid richting collega-directeuren van de stichting. De stichting heeft een laag eigen vermogen. Het streeft er namelijk naar zoveel mogelijk middelen die het ontvangt van de overheid en samenwerkingsverbanden door te sluizen naar de individuele scholen. Hiervoor hanteert de stichting een verdelingssystematiek waarbij de scholen, na aftrek van middelen voor stichting brede projecten, reserveringen, centrale inkoopkosten, en bovenschoolse salarissen (de “bovenschoolse” begroting), een jaarbedrag mogen uitgeven dat is gebaseerd op het aantal leerlingen, de jaarplannen van de school en uitgaven die behoren bij de eigen identiteit van de school, zoals specifieke projecten. Het toegekende jaarbedrag van de school wordt inzichtelijk gemaakt in de jaarbegroting. De financiële afspraken van de begroting en de afspraken op het gebied van kwaliteit van onderwijs, personeel en huisvesting worden vastgelegd in het managementcontract. Het managementcontract wordt ondertekend door het College van Bestuur en de schooldirectie. De schooldirectie is door het College van bestuur gemandateerd om de uitgaven die zijn vastgelegd in de begroting en het managementcontract te doen. De specifieke afspraken hieromtrent zijn vastgelegd in de mandaatregeling van de stichting. Meer dan 80% van de uitgaven bestaat uit salarissen van personeel. Daarmee is er voor de scholen nog maar een beperkte ruimte voor het realiseren van andere doelen. Door het grote beslag dat de personeelsuitgaven op de financiële ruimte van scholen legt is het
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
48
financiële beheer van de stichting en de scholen vanzelfsprekend sterk gericht op de beheersing van deze kosten en de professionaliteit van de medewerkers. Om zorg te dragen dat het financiële beleid ook daadwerkelijk geëffectueerd kan worden is een betrouwbare financiële informatievoorziening essentieel. Het juist, tijdig en volledig verwerken van de inkoopfacturen, betalingen, inkomsten en alle overige financiële mutaties in de financiële administratie en de inrichting ervan, dragen bij aan het realiseren van deze doelstelling. Bij de financiële administratie wordt gebruik gemaakt van een administratiekantoor. Het administratiekantoor ondersteunt de scholen en de stichting bij het verwerken van de financiële mutaties. De verantwoordelijkheid voor de tijdige verwerking van de mutaties ligt bij de scholen en stichting. Verantwoording De dagelijkse controle ligt in handen van de controller van de stichting. Het College van Bestuur, de schooldirectie, de Raad van Toezicht en GMR worden middels tussentijdse rapportages periodiek (per kwartaal) geïnformeerd over het gerealiseerde beleid in relatie tot de begroting. Indien noodzakelijk wordt het beleid aangepast aan de huidige financiële ontwikkelingen. In het financieel jaarverslag wordt verantwoording afgelegd over de realisatie van het gevoerde financiële beleid, in relatie tot de begrotingen, van het kalender jaar. Het financieel jaarverslag wordt gecontroleerd door een openbaar accountant. Het gecontroleerde verslag is uiterlijk 1 juli van het kalenderjaar volgend op het verslagjaar beschikbaar voor belanghebbenden.
8.3. Huisvesting Huisvesting De stichting is in samenspraak met de directieleden van de scholen verantwoordelijk voor het beheer van de schoolgebouwen. Het bedrijfsbureau coördineert alle zaken gerelateerd aan huisvesting en onderhoud. De bekostiging van schoolgebouwen is verdeeld over de schoolbesturen en de gemeentes. De gemeentes dragen, op aanvraag van het schoolbestuur, de zorg voor bekostiging van het onderhoud aan de buitenkant van het schoolgebouw. Het schoolgebouw en terrein worden door het schoolbestuur onderhouden. Het bedrijfsbureau beschikt over de meerjaren onderhoudsplanning. Het dagelijks herstel onderhoud omvat alle kleine bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden in, aan en om het schoolgebouw. Preventief onderhoud is onderhoud om gebreken te voorkomen. Veel klein en service onderhoud is preventief onderhoud, het voorkomen van erger. De schooldirectie is budgetverantwoordelijk. Schoonmaak Het schoonmaakonderhoud wordt vanaf 2008 centraal ingekocht. Dit is middels een Europese aanbesteding gegund. De gunning heeft zowel plaatsgevonden op basis van de prijsstelling als ook op basis van andere criteria: Uren schoonmaak productief Uren direct toezicht Uren additionele werkzaamheden Kosten totaal Kosten glasbewassing Regietarieven Staffelprijzen SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
49
De technische kwaliteit van het schoonmaakonderhoud wordt periodiek gemeten door een onafhankelijk bureau. In een kwaliteitsmeting wordt zowel het hoog- als laagfrequente onderhoud gecontroleerd. Beveiliging De beveiliging (alarmmeldingen, alarmopvolging en onderhoud) is vanaf 2010 centraal ingekocht. De surveillancedienst staat 24 uur per dag klaar om te reageren op alarmmeldingen, assistentieverzoeken en technische meldingen. Behalve het reageren op meldingen van het alarmsysteem kan deze service ook worden gebruikt voor: Assistentie verlenen aan personen welke zich bedreigd of onveilig voelen Het op afroep openen en/of sluiten van het pand voor geautoriseerde personen/instanties Het fungeren als gids voor brandweer en politie in voorkomende gevallen Treffen van noodvoorzieningen bij glasschade. Werkwijze alarmopvolging / assistentieverlening: Bij een alarmmelding wordt de beveiligingsbeambte opgeroepen. Ten behoeve van de school wordt door de beveiligingsbeambte rapport opgemaakt. Een surveillance rapport vermeldt de tijdstippen, aangetroffen bijzonderheden en personenverkeer. Bij een inbraak of onregelmatigheid informeert de beveiligingsbeambte direct de politie. De surveillancedienst heeft een reactietijd van 20 minuten. De beveiligingsorganisatie voldoet aan de wettelijk gestelde eisen. Brandblusmiddelen en noodverlichting De brandveiligheid wordt jaarlijks beoordeeld door de brandweer. Een NCP REOB gecertificeerd bedrijf draagt zorg dat de scholen voldoen aan gestelde NEN normen. Meubilair Voor inkoop van meubilair is een mantelovereenkomst afgesloten. Op basis van het meerjaren vervangingsplan wordt beoordeeld of een aanvraag tot aanschaf van meubilair wordt ingewilligd. Copiers Op stichtingsniveau is een mantelovereenkomst afgesloten voor copiers / printers. Dit contract is gesloten op basis van het verbruikscompensabel-tabel. Meerverbruik wordt hierbij gecompenseerd door minderverbruik van de scholen vallende onder de stichting.
8.4. Sponsoring, subsidies, incidentele bekostiging De scholen van de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland krijgen steeds vaker te maken met sponsoring. Sponsoring is een mooie gelegenheid om de maatschappij dichterbij het kind te brengen. Sponsoring biedt kansen, maar ook bedreigingen. Het kan een uitkomst zijn om extraatjes van te betalen. Maar er zijn ook risico’s aan verbonden. Leerlingen zijn makkelijk te beïnvloeden: het is dus belangrijk dat sponsoring zorgvuldig gebeurt. Ook moet sponsoring een gezonde en verantwoorde leefstijl aanmoedigen. Aanleiding Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft samen met onderwijsorganisaties en andere belangenorganisaties begin 2009 opnieuw een convenant
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
50
gesloten waarin afspraken voor sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs zijn vastgelegd. Het geeft aan onder welke voorwaarden sponsoring kan plaatsvinden. Aan sponsoring zijn ook verplichtingen verbonden, daarom moet er een breed draagvlak zijn bij alle betrokkenen. Schoolbesturen nemen samen met personeel, ouders en, in het voortgezet onderwijs, ook leerlingen in de medezeggenschapsraad (MR) een weloverwogen beslissing om wel of niet tot sponsoring over te gaan. Draagvlak voor sponsoring binnen de school is belangrijk. Dit is te bereiken door alle betrokkenen goed te informeren. Het bevoegd gezag is verantwoordelijk Elke school maakt een eigen afweging om tot sponsoring over te gaan en overweegt de maatschappelijke betrokkenheid van de sponsor, het sponsorbedrag en de verlangde tegenprestatie; het bevoegd gezag is uiteindelijk verantwoordelijk. Belangrijk is dat de directie zich vooraf afvraagt of de sponsorbijdrage goed of slecht is voor de ontwikkeling van de leerlingen? Het bevoegd gezag dient met een aantal zaken rekening te houden. Het stelt een algemeen sponsorbeleid vast, dat wordt vastgelegd in het schoolplan. Een algemeen sponsorbeleid biedt een kader waarbinnen het bevoegd gezag of de schoolleiding kan handelen bij het aangaan van sponsorovereenkomsten. Het is verplicht om een sponsorovereenkomst voor te leggen aan de gehele medezeggenschapsraad, die daarbij instemmingbevoegdheid heeft De school is verplicht informatie over het eigen sponsorbeleid in de schoolgids op te nemen. In de schoolgids moet beschreven worden welke normen de school hanteert bij het eventueel aangaan van sponsorovereenkomsten. Voor sponsoring moet een breed draagvlak binnen de school zijn. Dat begint met het goed informeren van alle betrokkenen. Voor leerlingen, leraren en ouders moet duidelijk zijn wanneer sprake is van sponsoring. De samenwerking met een sponsor wordt vastgelegd in een (sponsor)overeenkomst. De school moet zich verantwoorden voor alle middelen die door sponsoring verkregen zijn. De inkomsten en uitgaven door en voor sponsoringmoeten afzonderlijk in de jaarrekening worden opgenomen. De jaarrekening moet voor alle betrokkenen toegankelijk zijn. Stelregel: “is het goed of slecht - het bevoegd gezag is altijd verantwoordelijk voor wat er in schoolverband plaatsvindt”. Dat geldt ook als bijvoorbeeld de oudervereniging een sponsorovereenkomst aangaat waarbij een tegenprestatie wordt gevraagd waarmee ouders of leerlingen in schoolverband te maken krijgen. Ook dan moet het bevoegd gezag beoordelen of de activiteiten die in het kader van de sponsorovereenkomst gaan plaatsvinden, verantwoord zijn voor de ontwikkeling. Waar moet de school zich aan houden? Bij het sluiten van een sponsorovereenkomst gelden de volgende gedragsregels: De samenwerking mag de ontwikkeling van kinderen niet schaden. Sponsoring mag de onderwijsinhoud niet beïnvloeden en de uitvoering van de kernactiviteiten van de school mag hiervan niet afhankelijk worden. In lesmaterialen mag geen reclame voorkomen. Ook niet impliciet. De objectiviteit en betrouwbaarheid van het onderwijs mag niet in het geding zijn. Sponsoring mag niet misleidend zijn en mag niet appelleren aan gevoelens van angst of bijgelovigheid van leerlingen. Sponsoring moet een gezonde leefstijl aanmoedigen.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
51
Bij de aanschaf van (computer)apparatuur mag het niet zijn dat een aanvullende afname van bijvoorbeeld software van de sponsor verplicht is, of dat het gebruik van software van een ander bedrijf dan de sponsor wordt verboden. De mogelijkheden om leerlingen op stage te laten gaan, mag er niet toe leiden dat de school een andere afweging maakt ten aanzien van mogelijke sponsorovereenkomsten, dan zonder die stages.
De rol van de medezeggenschapsraad De MR heeft een belangrijke rol bij sponsoring. Op verschillende momenten heeft de medezeggenschapsraad bevoegdheden bij de besluitvorming rondom sponsoring. Als de school een sponsorovereenkomst aangaat, is zij verplicht deze overeenkomst voor te leggen aan de gehele MR. Leerkrachten, ouders (en leerlingen in het voortgezet onderwijs) hebben instemmingsrecht over sponsorbijdragen waarmee leerlingen te maken krijgen. Dit geldt voor activiteiten die binnen het onderwijs plaatsvinden en voor activiteiten die georganiseerd worden onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, zoals een excursie of een activiteit tijdens het overblijven (artikel 10, lid f WMS). Het bevoegd gezag moet in het schoolplan een algemeen sponsorbeleid vastleggen. In het sponsorbeleid wordt uitgelegd hoe de school handelt bij sponsoring waarmee leerlingen te maken krijgen. Dit is verplicht als de school een algemeen sponsorbeleid heeft vastgesteld, maar ook als de school over elk individueel geval van sponsoring apart beslist. De MR heeft instemmingbevoegdheid over het vaststellen of wijzigen van het schoolplan (artikel 10, lid b WMS, artikel 12 WPO, artikel 24 WVO en artikel 2 (WEC). Het ouder- en leerlingendeel van de MR moet instemmen bij het vaststellen of wijzigen van de schoolgids. In de schoolgids worden ouders, verzorgers en leerlingen geïnformeerd over de wijze waarop het bevoegd gezag omgaat met bijdragen die door sponsoring zijn verkregen (artikel 13, lid g en artikel 14, lid 1a WMS, artikel 13 WPO, artikel 24a WVO en artikel 22 WEC). De gehele MR heeft adviesrecht over een voorgenomen besluit van het schoolbestuur over het aangaan, verbreken of belangrijk wijzigen van een duurzame samenwerking met een andere instelling, zoals de samenwerking met een sponsor (artikel 11, lid d WMS). Sponsoring kan ook aan de orde komen bij de vaststelling of wijziging van de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid van de school. Ook in dat geval heeft de gehele medezeggenschapsraad een adviesbevoegdheid (artikel 11, lid b WMS). De MR kan zelf het initiatief nemen om onderwerpen met het bevoegd gezag te bespreken. Zo kan de MR besluiten om het sponsorbeleid of een sponsorovereenkomst aan de orde te stellen(artikel 6 WMS). producten Bij het wel of niet aangaan van een sponsorovereenkomst is het raadzaam om je de volgende vragen te stellen: Wat zijn de intenties van de sponsor? Hoe groot is de sponsorbijdrage? Hoe staan de tegenprestaties in verhouding tot de bijdrage van de sponsor? Wat zijn de consequenties voor de school, de leerlingen, het personeel en de ouders? Sponsoring gaat vaak samen met reclame uitingen. Als een ouder, leerkracht of leerling een klacht heeft over de inhoud van de reclame, kan hij of zij een klacht indienen bij de Reclame Code Commissie. Zie: www.reclamecode.nl
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
52
Wanneer er andere klachten zijn over de invulling en/of uitvoering van het sponsorbeleid op de school, dan kunnen deze worden aangekaart bij de klachtencommissie van de school. Brochure Convenant sponsoring Utrecht, september 2009lingen?
8.5. Interne geldstromen De school kent een centrale geldstroom, nl. die van het bevoegd gezag naar de school op basis van een ingediende en goedgekeurde werkbegroting. De vrijwillige ouderbijdragen t.b.v. schoolactiviteiten zoals Sinterklaas, kerst, etc. worden beheerd door de Ouderraad van de school Deze Ouderraad legt jaarlijks verantwoording af aan de ouders in de Algemene Ouderavond. De tussenschoolse opvang wordt financieel en organisatorisch geregeld door een Stichting. De voor- en naschoolse opvang vindt plaats op basis van een contract met het College van Bestuur. Ook deze geldstroom is onafhankelijk van de werkbegroting.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
53
9
Klachtenregeling
Het is voor de school belangrijk dat de kinderen en de ouders/verzorgers tevreden zijn over de kwaliteit van het onderwijs. Toch komt het ook op onze school voor dat u als ouder/verzorger niet tevreden bent over de begeleiding van uw kind of van uzelf. Lukt het niet om in het overleg met de groepsleerkracht en/of de directeur uw probleem op te lossen of te bespreken, dan kunt u een klacht indienen. Het betreft formele klachten over: (seksuele)intimidatie; Pesten; Mishandeling; Onheuse bejegening; Inbreuk op privacy; Didactische aanpak; Pedagogische aanpak; Organisatorische aanpak. De bedoeling van de klachtenregeling is om samen te zoeken naar een oplossing en om gevoelen van ongenoegen en frustratie zo veel mogelijk weg te nemen. Ingediende klachten stelt de school bovendien in staat om maatregelen te treffen die het onderwijs verder kunnen verbeteren. De school heeft een klachtenreglement dat is af te halen bij de directeur. In dit reglement staat uitgebreid beschreven hoe u een klacht kunt indienen bij een teamlid, de directeur of bij het Bestuur en hoe deze klacht wordt afgehandeld. Er is op elke school een interne contactpersoon die u kan helpen bij het afhandelen van uw klacht of u verwijst naar de externe vertrouwenspersoon. Deze interne contactpersoon is Rina Kruis. Zij is uitsluitend telefonisch bereikbaar via telefoonnummer 030-2290817, op werkdagen tussen 19.00 uur en 21.00 uur. Zij zal u over de te volgen procedure informeren, u wat dat betreft adviseren en u verwijzen naar de externe vertrouwenspersoon. Hij/zij is uitsluitend telefonisch bereikbaar op werkdagen tussen 19.00 uur en 21.00 uur. Hij/zij zal u over de te volgen procedure informeren, u wat dat betreft adviseren en u verwijzen naar de externe vertrouwenspersoon. Het Bestuur heeft twee externe vertrouwenspersonen aangewezen; de heer K. Sweers en mevrouw D. Gerritsma, die ter zake deskundig zijn bij het afwikkelen van een eventuele klacht. Beide externe vertrouwenspersonen zijn telefonisch bereikbaar onder nr.: 0346219777 De externe vertrouwenspersoon wordt benaderd door de interne vertrouwenspersoon, het Bestuur of rechtstreeks door de klager. Deze vertrouwenspersoon draagt zelfstandig zorg voor de eerste opvang van slachtoffers van ongewenst gedrag en gaat samen na welke vervolgstappen mogelijk zijn, zoals verwijzing naar instanties die gespecialiseerd zijn in opvang en nazorg. Jaarlijks vindt afstemming plaats tussen de externe vertrouwenspersonen en het Bestuur over het resultaat van het beleid ten aanzien van de klachtenregeling. Voor de goede orde: SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
54
Zowel de interne- als de externe vertrouwenspersonen hebben een geheimhoudingsplicht, waardoor privacy van de klager volledig is gegarandeerd. De klachtenprocedure in het kort 1. Indien een ouder/verzorger een klacht heeft over een dienst van de school dan zal hij/zij de klacht in eerste instantie met het betrokken teamlid en eventueel met behulp van de directeur dienen op te lossen. 2. Indien de klacht niet met het betrokken teamlid kan worden opgelost, of indien het een klacht betreft die niet is terug te brengen op het individuele teamlid, dan zal klager zijn/haar klacht op schrift stellen en deze zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een 14 dagen, aan de directeur doen toekomen. 3. De directeur zal binnen 14 dagen na indiening van de schriftelijke klacht zijn/haar standpunt schriftelijk aan klager kenbaar maken. Een afschrift van de beslissing wordt tevens aan het teamlid toegezonden. 4. Indien klager met het standpunt van de directeur niet instemt, dan kan hij/zij zich wenden tot het Bestuur van de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland; Laan van Vollenhove 2935 te Zeist. 5. Informatie over de klachtenprocedure zal door de directeur worden verstrekt. Deze klachtenprocedure acht de school wenselijk, wat niet wegneemt dat de klager zich te allen tijde rechtstreeks kan wenden tot de interne contactpersonen, de externe contactpersonen of de genoemde klachtencommissie. Indien er sprake is van zeer ernstige klachten bijvoorbeeld bij seksuele intimidatie of discriminerend gedrag, agressie of geweld dan wordt door de klager het Bestuur van de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland altijd schriftelijk benaderd. Bij seksuele agressie of geweld door een medewerker van de Stichting wordt te allen tijde aangifte bij justitie gedaan. Indien er een klacht binnen komt gericht aan het bestuur van de stichting, dan treedt de volgende procedure in werking: binnen 5 werkdagen bericht van ontvangst van de klacht mededeling aan klager, aangeklaagde binnen 14 dagen na ontvangst klacht een hoorzitting binnen 14 dagen na hoorzitting advies aan het Bestuur binnen 14 dagen neemt het Bestuur een besluit op basis van het advies en meldt dit aanklager, aangeklaagde en de directie van de school Het Bestuur is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie (postbus 85191; 3508 AD Utrecht, tel: 030-2809590) Het Bestuur van de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland voldoet hiermee aan de wettelijke verplichting betreffende de klachtenregeling. Bovendien wil zij met een goede uitwerking van deze regeling bijdragen aan de verhoging van de kwaliteit van het pedagogisch klimaat op haar scholen.
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
55
Bijlage 1 Handelingskalender opbrengstgericht werken Activiteiten leraar
MEI
JUN
JULI
AUG
Evalueren van het vorige groepsplan Verzamelen van didactische en pedagogische gegevens. (toetsen) de specifieke onderwijsbehoefte van leerlingen vaststellen. Een groepsoverzicht maken → De leraar legt deze gegevens vast in groepsoverzichten als overdracht naar de volgende leraar. Zie mei.
Activiteiten IB Verzamelen van de groepsoverzichten van alle leraren beoordelen van de groepsoverzichten met een kijkwijzer bespreken met de leraar Resultaten analyseren per groep Resultaten analyseren van de school (met de locatieleider) Zie mei.
Het IHP bijwerken De gegevens uit het groepsplan worden opgenomen in het OPP van iedere leerling. Het groepsplan wordt aan het OPP toegevoegd. Voor de leerlingen die deels buiten het groepsplan vallen wordt een uitgebreide beschrijving van doelen en activiteiten aan het IHP toegevoegd. Oudergesprekken Het perspectief bespreken voor het volgende half jaar Het OPP wordt met de ouders besproken en door de ouders ondertekend.
Samen met het team de groepen samenstellen voor het volgende leerjaar. De didactische en pedagogische overzichten en de onderwijsbehoefte van de leerlingen vormen samen de criteria voor de groepssamenstelling.
Een groepsplan maken per vakgebied Uitvoeren groepsplan
Beoordelen van de groepsplannen met een kijkwijzer. Terugkoppeling naar de leraar Groepsplanbespreking Vanuit de groepsplanbesprekingen worden leerlingbesprekingen gepland.
Op basis van de groepsoverzichten van de vorige leraar maakt de nieuwe leraar een groepsplan voor het nieuwe leerjaar per vakgebied.
Activiteiten CvB
Materiaal
Meten van huidige werkwijze Format groepsoverzicht ten aanzien van Groslijst taken/verantwoordelijkhede onderwijsbehoeften n in de onderwijs/zorgcyclus en stelt verbeterpunten vast.
Zie mei.
Kijkwijzer groepsoverzicht Formulier onderwijsbehoeften Format IHP & Startdocument (zit achter tabblad OPP) Ingevulde groepsplannen bij het gesprek gebruiken. Grafiek met resultaten en perspectief.
De IB bekijkt het IHP van de leerlingen en bespreekt deze indien nodig met de leraar De IB of pedagoog kan uitgenodigd worden bij de oudergesprekken. Dit is wenselijk als het perspectief afwijkt door tegenvallende leerresultaten
! Als het OPP wijzigt moet dit worden gemeld bij de CVB
Beschrijven van taken en verantwoordelijkheden. Ontwikkelen van het startdocument. Beschrijven en onderbouwen ontwikkel-perspectief van alle leerlingen. Onderwijs/zorgcyclus opstellen in een handelingskalender. Vaststellen onderwijsstandaarden (doelen). Opstellen procedure onderwijs/zorgcyclus van: - Nieuwe leerlingen - Volgen en evalueren van het leerrendement van zittende leerlingen. - De uistroom van leerlingen. - Wijzigingen in het ontwikkelperspectief.
Werkwijze format groepsplan Kijkwijzer groepsplan Werkwijze groepsbespreking Agenda groepsbespreking Verslagformulier
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
56
Uitvoeren groepsplan
Plannen leerlingbesprekingen
Zie augustus.
Checklist voorbereiding leerlingbespreking Agenda leerlingbespreking Verslagformulier
Uitvoeren groepsplan
Leerlingbesprekingen Observaties en klassenconsultaties uitvoering groepsplan
Zie augustus.
Uitvoeren groepsplan
Leerlingbesprekingen Observaties en klassenconsultaties uitvoering groepsplan
Zie augustus.
Checklist voorbereiding leerlingbespreking Agenda leerlingbespreking Verslagformulier Formulier consultaties Checklist voorbereiding leerlingbespreking Agenda leerlingbespreking Formulier consultaties
Uitvoeren groepsplan
Leerlingbesprekingen Observaties en klassenconsultaties uitvoering groepsplan
Toetsweken Toetsen vastleggen in resultaatoverzichten Gegevens per leerling vastleggen in het OPP Groepsplannen schrijven
Verzamelen van de groepsoverzichten van alle leraren beoordelen van de groepsoverzichten met een kijkwijzer bespreken met de leraar Resultaten analyseren per groep Resultaten analyseren van de school Beoordelen van de groepsplannen met een kijkwijzer. Terugkoppeling naar de leraar Groepsplanbespreking Vanuit de groepsplanbesprekingen worden leerlingbesprekingen gepland Leerlingbesprekingen Observaties en klassenconsultaties uitvoering groepsplan
SEP
OKT
NOV
DEC
JAN
IHP/OPP bespreken met ouders
FEB
Uitvoeren groepsplan
MRT
Checklist voorbereiding leerlingbespreking Agenda leerlingbespreking Formulier consultaties
Uitvoeren groepsplan
Leerlingbesprekingen Observaties en klassenconsultaties uitvoering groepsplan
Checklist voorbereiding leerlingbespreking Agenda leerlingbespreking Formulier Consultaties
Toetsweken
Leerlingbesprekingen Observaties en klassenconsultaties uitvoering groepsplan
Checklist voorbereiding leerlingbespreking Agenda leerlingbespreking Formulier consultaties
APR
MEI JUNI
Checklist voorbereiding leerlingbespreking Agenda leerlingbespreking Formulier consultaties Informeren en begeleiden Format groepsoverzicht van leraren bij het opstellen Kijkwijzer en beschrijven van het groepsoverzicht ontwikkel-perspectief. Groslijst Groepsbespreking met iedere onderwijsbehoeften leraar. Hieruit volgt: Formulier - Onderzoek en begeleiding onderwijsbehoeften van individuele leraren. - Begeleiden van leraren met handelingsvragen t.a.v. de begeleiding van leerlingen. Werkwijze en format groepsplan Kijkwijzer groepsplan Werkwijze groepsbespreking Agenda groepsbespreking Verslagformulier
Zie juni bovenaan
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
57
Bijlage 2 2x Formulier “vaststelling Schoolplan”
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
58
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
59
Bijlage 3 Afkortingen ARBO AVR beleid
Arbeidsomstandigheden ARBO-, Verzuim- en Re-integratiebeleid
BAO BRON/CFI BIO BJZ
Basisonderwijs Basisregister OnderwijsNummer/Centrale administratie Financiën (registratie gegevens t.b.v. bekostiging onderwijs), gekoppeld aan ESIS Wet Beroepen In het Onderwijs (kwaliteitseisen leraar) Bureau Jeugd Zorg
CITO CJG CVL CvB
Instituut voor Toetsontwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin Commissie voor Leerlingenzorg College van Bestuur
ESIS A en B
Digitaal systeem voor leerlingadministratie/onderwijsadministratie
GGD-MN GMR
Gemeentelijke gezondheidsdienst Midden Nederland Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad
HRM HR-beleid
Human Resource Management Human Resource beleid
IB INK-model
Intern Begeleider Instituut Nederlandse Kwaliteit, managementmodel voor zelfevaluatie
JO
Jaarlijks onderzoek (inspectie van onderwijs)
KO
KwaliteitsOnderzoek (inspectie van onderwijs)
Leraar LA Leraar LB Leraar LC LGF LOVS
Leraar functieschaal LA (leraar) Leraar functieschaal LB (leraar seniortaken) Leraar schaal LC (leraar specialiste taken) Leerling Gebonden Financiering /rugzakje Leerling Onderwijs Volgsysteem
MIS MR
Management Informatie Systeem Medezeggenschapsraad
NCP REOB NEN NIO
Certificatie-instituut in Nederland voor veiligheid en beveiliging /Regeling Erkende Onderhoudsbedrijven Brandbeveiliging NEderlandse Norm Nederlands Intelligentie Onderzoek
OCW
Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen
PCL PDCA-Cyclus P&O PKO PO POP Premark Prosco
Permanente Commissie Leerlingenzorg Proces van Plannen Doen Checken en Acties bijstellen Personeel en Organisatie Periodiek KwaliteitsOnderzoek (inspectie van onderwijs) Primair onderwijs Persoonlijk Ontwikkel Plan Coördinatie van onderhoudszaken in scholen/contact aannemers ed. Administratiekantoor voor personeels- en financiële administratie
REC R.I. & E.
Regionaal Expertisecentrum (cluster 1,2,3,4) Risico Inventarisatie en Evaluatie
SBAO SCOL SO SWV WSNS
Speciaal Basisonderwijs Sociale Competentie ObservatieLijst Speciaal Onderwijs SamenWerkingsVerband Weer Samen naar School
TOP
Team Ontwikkel Plan
VO VSO
Voortgezet Onderwijs Voorgezet Speciaal Onderwijs
WEC WMS WPO WVO
Wet op Expertise Centra Wet Medezeggenschap Wet Primair Onderwijs Wet Voortgezet onderwijs
ZAT
Zorg Advies Team
SCHOOL ONDERNEMINGSPLAN MEERKLANK 2012-2016 DEEL II - SCHOOLPLAN MEERKLANK 2012-2016
60