2
Inhoudsopgave Deel 1: Organisatie 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
De vzw Organisatiestructuur Personeelsoverzicht Samenwerking en vertegenwoordiging
4 5 6 14 16
Deel 2: Externe strategische planning
23
2.1.
Overzicht meerjarenplanning Grondrechten algemeen Maatschappelijke diens²ltverlening Wonen Onderwijs Leefbaarheid
24 24 27 30 34 37
2.2.
Overzicht strategische acties Grondrechten algemeen Maatschappelijke dienstverlening Wonen Onderwijs Leefbaarheid
45 45 52 65 93 107
2.3.
Voortgang meerjarenplan Grondrechten algemeen Maatschappelijke dienstverlening Wonen Onderwijs Leefbaarheid
156 157 158 161 164 166
Deel 3: Kwaliteitsbeleid
172
Bijlagen
188 3
DEEL I Organisatie
4
DEEL I: ORGANISATIE 1.1. De vzw
1.1.1.
Identificatie
Officiële benaming: Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw Maatschappelijke zetel: Sint-Jacobsnieuwstraat 50, 9000 Gent Ondernemingsnummer: 431.411.656
1.1.2.
Statuten (eventuele wijzigingen, …)
Op de Algemene Vergadering van 19 oktober 2004 werden de statuten aangepast aan de nieuwe vzw- wetgeving. De vernieuwde integrale statuten werden neergelegd bij de griffie (op 13 december 2004) en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad (BS) op 24 december 2004. Een naamswijziging (art. 1 van de statuten) werd gepubliceerd in het BS op 11 juli 2006. De naam ‘Regionaal Instituut voor Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw’ (afgekort RISO Oost-Vlaanderen) werd vervangen door ‘Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw’.
5
1.2.
Organisatiestructuur
1.2.1.
Organogram
6
1.2.2.
Activiteitencentra
Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen beschikt over een centraal secretariaat in Gent - tevens het adres van de maatschappelijke zetel - waar alle centrale ondersteuningsdiensten zijn ondergebracht (coördinatie, de beleidsmedewerkers, het centraal secretariaat). De concrete uitvoering van de programma’s wordt georganiseerd: vanuit een lokale afdeling / activiteitencentra voor de meer gebiedsgebonden werking en/of vanuit een provinciale afdeling (bureau centraal secretariaat) voor de meer provinciaal gerichte (eerder categoriale) werking/projecten en/of projecten die meerdere locaties in de provincie omvatten. Deze afdelingen/activiteitencentra fungeren als: standplaats voor de medewerkers (opbouwwerkers, buurtwerkers, projectmedewerkers, vrijwilligers …) van waaruit ze de projecten (als belangrijkste bouwstenen van de programma’s) op het terrein realiseren en kunnen uitwerken in rechtstreekse relatie met de doelgroepen en lokale samenwerkingspartners; ankerpunt voor lokale netwerking in functie van de gebiedsgebonden werking en de realisatie van de projecten in de verschillende lokaliteiten; (laagdrempelig) aanspreekpunt voor de doelgroepen. Voor meer tijdelijke lokale gebiedsgebonden projecten, en die niet kunnen bediend worden vanuit bestaande afdelingen/lokale activiteitencentra, wordt waar mogelijk en indien opportuun geacht een ‘tijdelijke’ standplaats gezocht bij een andere dienst/organisatie. Overzicht huidige adressen lokale afdelingen/activiteitencentra en werkadressen van de medewerkers (situatie maart 2012) Afdelingen/ activiteitencentra 1
Gent (maatschappelijke zetel)
Adres Kantoor
Sint-Jacobsnieuwstraat 50, 9000 Gent
Telefoon 09 265 84 70
Werkadres Medewerkers Coördinator Stan De Neve
Centraal secretariaat en ondersteuningsdiensten Administratie Jetty Van Waeyenbergh Veerle Ballinckx Esther De Wit Beleidsmedewerkers Kathleen Desmyter Katelijne De Winter Wouter Hennion Steven Rommel Geertje Franssen 7
Kantoor/ projectadres
2
3
4
Aalst
Dendermonde
Ronse
Kantoor
053 80 97 30
Buurtweb Aalst Hersthage 11-19, 9300 Aalst
053 70 72 44
Kantoor
Gentsesteenweg 1, 9200 Dendermonde
052 37 85 63 052 37 85 64
Projectadres
Buurtweb Dendermonde (Wijkontmoetingscentrum De Wastijne) Boonwijkstraat 80, 9200 Dendermonde A.L. Vanhovestraat 43 A 9600 Ronse
052 41 54 40
Projectadres
Projectadres Projectadres Projectadres
Sint –Niklaas
09 265 84 70
Projectadres
Projectadres
5
Projecten Grondrechtenboom Maatschappelijke Dienstverlening Meetjesland, Onderbescherming Zuid Oost-Vlaanderen, …) Projecten Leefbaarheid (Merelbeke, Aalst, ….) Hersthage 11-19, 9300 Aalst
Bureau
Projecten ‘Participatie in diversiteit’ en ‘Kinderarmoede wijkgericht overbruggen’) Trefpunt Prinskouter Spinsterstraat 36, 9600 Ronse ’t Wijksken, Scheldekouter 612, 9600 Ronse Wijkcentrum aan ’t Spoor, Grote Marijve 133, 9600 Ronse Onderwijsopbouwwerk Ronse A. L. Vanhovestraat 43 A 9600 Ronse
Knaptandstraat 44, 9100 Sint – Niklaas
055 30 53 66
Opbouwwerker Tyvaert Liesbet
055 30 53 65
Buurtwerker Dries Meuret Buurtwerker Marilène De Fruytier/ Elke Ruys Buurtwerker Barbara Verhaeghe Opbouwwerkers Evelien Vanthournoudt Piet Clottens Ikrame Kathri Klaar Van Der Vennet Elke Ruys Opbouwwerkers Nicole Formesyn Niki De Bosschere Chris Lesage Beleidsmedewerker Luc Joos Opbouwwerkers Tineke Rollier Sofie Van Moortel
055 21 03 29 055 20 61 79 055 31 69 96
03 777 12 14
Lokale projecten onderwijsopbouwwerk Sint-Niklaas 6
Eeklo
Bureau
Moeie 16A, 9900 Eeklo
09 376 71 05
Projectadres
Moeie 16A, 9900 Eeklo
09 376 71 05
Lokale projecten : project sociaal wonen Eeklo; provinciale leefbaarheidsprojecten (DIZ/ kleine kernen)
Opbouwwerkers Caroline Balliauw Leila Van Damme Annelien Colson Opbouwwerker Hans Tas Opbouwwerker Hans Tas Projectmedewerker Hilde De Rycke Opbouwwerkers Nele Decrock Projectmedewerker Mia Raemdonck
8
7
Lokeren
Bureau
Krekelstraat 3 bus 103 9100 Lokeren
09 279 65 40
Opbouwwerkers Hanne Couckuyt Sofie Van Moortel Bert Reniers Chris Lesage
Geen nummer
Opbouwwerkers Bert Reniers Chris Lesage
Lokale projecten wonen Waas & Dender en GIB Lokeren
Projectadres
Ad hoc projectadressen
1.2.3.
‘De Moazoart’ – geïntegreerde basisvoorziening Krekelstraat 9, 9100 Lokeren Tijdelijke projecten kunnen een locatie gebonden werkadres hebben – wordt ad hoc toegewezen (Merelbeke, Aalst, …)
Bestuursorganen en samenstelling
Bestuursorganen De bestuursorganen van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw zijn: de Algemene Vergadering de Raad van Bestuur De vzw is een pluralistisch samengestelde vereniging. De leden worden gerekruteerd uit: maatschappelijke verbanden; vertegenwoordigers van probleemdragende bevolkingsgroepen uit het werkingsgebied; deskundigen. Volgens de laatste statutenwijziging bepaalt de Algemene Vergadering, naast de bevoegdheden toegekend in de nieuwe V&S- wet, de hoofdlijnen van de werking van de vereniging. Daarnaast spreekt zij zich uit over de werking van de Raad van Bestuur, aan wie zij het dagelijks beleid en bestuur toevertrouwt. De Raad van Bestuur bestuurt de vereniging en is bevoegd om alle handelingen van intern bestuur te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vereniging, met uitzondering van die handelingen waarvoor art. 4 van de V&S-wet de algemene vergadering exclusief bevoegd is. De dagelijkse leiding en dagelijks beheer van de vereniging wordt bij delegatie vanuit de Raad van Bestuur toevertrouwd aan de coördinator van de vereniging (inclusief leiding over het personeel en optreden als afgevaardigde van de werkgever). Samenstelling bestuur Op de Algemene Vergadering van 20 oktober 2009 werd de ledenlijst geactualiseerd en werden de beheerders (her)benoemd en/of hun mandaat verlengd voor een periode van 3 jaar. Op de Raad van Bestuur van 20 oktober 2009, volgend op de Algemene Vergadering van 20 oktober 2009, werden de functies aangeduid voor de volgende mandaatperiode (3 jaar): Dirk Staelens werd benoemd tot nieuwe voorzitter (ter vervanging van Johan Vyverman). Voor de overige functies vonden geen wijzigingen plaats: Dirk Termmerman blijft ondervoorzitter en Veerle Van Helsland secretaris- penningmeester. 9
Verder werd op dezelfde Raad van Bestuur, en cf. art. 19 statuten, de bevoegdheid om de vereniging in alle handelingen in en buiten rechte te vertegenwoordigen toe te vertrouwen aan twee bestuurders die gezamenlijk optreden – (cf. het verleden) toegewezen aan de voorzitter en/of de secretaris-penningmeester en/of de ondervoorzitter. Voor alle administratieve en financiële verplichtingen werd herbevestigd dat zowel de voorzitter, de secretaris- penningmeester als de coördinator elk afzonderlijk over onbeperkte volmachten beschikken. Tevens werd de coördinator aangesteld (cf. het verleden) als bijzonder financieel en administratieve gevolmachtigde voor alle daden van beheer en beschikking. Op de Algemene Vergadering van oktober 2012 zullen de beheersmandaten opnieuw worden vastgelegd cf. de statuten.
Ledenlijst van de algemene vergadering en ledenlijst van de Raad van Bestuur d.d. 16/04/2012 De algemene vergadering bestaat momenteel uit 18 leden en 1 waarnemend lid; de Raad van Bestuur bestaat uit 9 (min. 9) leden. De verhouding man/vrouw in de Raad van Bestuur is gelijk aan 6/3, waarmee wordt voldaan aan de opgelegde normen betreffende samenstelling van de RVB (zie besluit MOW). (de leden van de RVB zijn onderlijnd) Huidige leden 1
Adriaensens Eva
2
Boesman Eddy
3
Dauwe Peter
4
De Grande Lieve
5
De Steur Daniël
6
Duquet Marc
7
Fort Sonia
8
Laceur Brigitte
9
Maes Trui
10
Maesseele Thomas
Bakkerstraat 70, 9200 Dendermonde Deskundige - lector opleiding sociaal werk Arteveldehogeschool B. Hamelinckstraat 10, 9031 Drongen Deskundige - thema wonen/ voorzitter Provinciale Woonraad Paternosterstraat 1, 9300 Aalst Welzijnssector - steunpunt Welzijn regio Zuid Oost-Vlaanderen Zwijnaardse Steenweg 584, 9000 Gent Deskundige – welzijn en armoede Azaleastraat 8, 9820 Merelbeke Maatschappelijke verbanden - Economische Raad voor Oost-Vlaanderen Weidelandstraat 5, 9290 Berlare Maatschappelijke verbanden - SERV- partner/ namens ACV- provinciaal Tenbossestraat 54, 9660 Brakel Welzijnssector – Bijzondere Jeugdzorg Kouter 113, 9160 Lokeren Welzijnssector – Centra Algemeen Welzijnswerk Tussen t’ Pas 15, 9000 Gent Deskundige – Centrum duurzame ontwikkeling Univ. Gent Jan-Baptist Guinardstraat 10, 9000 Gent Deskundige – Univ Gent – Sociale Agogiek 10
11
Opstaele Veerle
12
Pauwels Mark
13
Staelens Dirk
14
16
Temmerman Dirk Ondervoorzitter Van Helsland Veerle Secretaris-penningmeester Van Maldergem Karin
17
Verbist Dirk
18
Vyverman Johan Voorzitter Waarnemers
15
Wim Van Loo – of vervanger
Functies (worden aangeduid door de RVB) Voorzitter Secretaris-penningmeester Ondervoorzitter
Adolf Baeyensstraat 48, 9040 St.-Amandsberg Deskundige - lector opleiding sociaal werk Arteveldehogeschool / bestuurslid van Samenlevingsopbouw Vlaanderen Emiel Verhaerenlaan 26, 9050 Gentbrugge Maatschappelijke verbanden – SERV- partner/ ABVV Gewest Scheldeland Roze 183, 9900 Eeklo Gezondheidssector - CM/ platform thuiszorg Oost-Vlaanderen Meelbessenlaan 3, 9090 Melle Deskundige – lokale besturen/ ex IsoSIF-cel; verantwoordelijke Stedelijk Beleid Gent/kab. Vlaams Minister Van den Bossche Spaans Kwartier 60, 9170 De Klinge Welzijns-/gezondheidssector – coördinator wijkgezondheidscentrum De Vlier te Sint-Niklaas Cocquytstraat 94, 9900 Eeklo Welzijnssector – Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW Visserij) Baron Boudewijnstraat 12, 9620 Zottegem Deskundige - Federatie van organisaties voor volksontwikkelingswerk Hooirt 198, 9220 Hamme Maatschappelijke verbanden – partner ACW De provincie Oost-Vlaanderen wordt als ‘waarnemer’ uitgenodigd op de Algemene Vergadering. Wim Van Loo (of vervanger) werd aangeduid als vertegenwoordiger/ afgevaardigde provincie Oost-Vlaanderen/ - Dienst Welzijn.
Staelens Dirk Van Helsland Veerle Temmerman Dirk
Bestuurlijke werking Raad van Bestuur Bijeenkomsten 2011 (7) 01/02/11, 17/03/11, 03/05/11, 22/06/11, 20/09/11, 20/10/11, 6/12/11. Bijeenkomsten 2012 (gepland) 31/01/12, 20/03/12, 15/05/12, 19/06/12, 18/09/12, 18/10/12, 20/12/12. Werkgroepen
11
Stuurgroep kwaliteit (gemengde werkgroep) Op 15 december 2000 werd de stuurgroep kwaliteit opgericht met het oog op de implementatie en opvolging van het kwaliteitsdecreet. Het mandaat van de stuurgroep bestaat uit: de opvolging kwaliteitsbeleid (algemeen) in afstemming met de regelgeving en met het sectorbeleid; de bewaking én opvolging van de implementatie van het kwaliteitshandboek; opvolging onderhoud van het kwaliteitssysteem; de beslissing / advies i.v.m. gewenste / noodzakelijke bijsturing / aanpassingen ervan; de beoordeling / advies met betrekking tot de jaarlijkse kwaliteitsplanning, beoordeling van de voorstellen uit de kwaliteitswerkgroepen. Samenstelling: een gemandateerd bestuurslid: Brigitte Laceur; de kwaliteitscoördinator: x (1) - wordt voorlopig opgenomen door de coördinator de coördinator: Stan De Neve. De stuurgroep kwaliteit komt minstens 3 maal per jaar bijeen. Bijeenkomsten 2011: 24/02/11; 21/12/11. Bijeenkomsten 2012 (gepland) Nog te plannen. Werkgroep personeel (gemengde werkgroep) De Raad van Bestuur besliste in 2004 om een gemengde werkgroep personeel op te richten, als overleg- en communicatiekanaal rond personeelszaken tussen bestuur/personeel. De werkgroep werkt adviserend naar de Raad van Bestuur inzake personeelsaangelegenheden/ personeelsbeleid. Samenstelling: (minstens twee) afgevaardigden van de Raad van Bestuur: Marc Duquet, Johan Vyverman, Dirk Staelens de coördinator: Stan De Neve een personeelslid/ sectoraal syndicaal afgevaardigde: Steven Rommel; de beleidsmedewerker personeel/kwaliteit: voorlopig is deze functie niet ingevuld (zie hoger). Minimaal worden een 3-tal bijeenkomsten voorzien op jaarbasis. 12
Opmerking: de bestuursleden van de werkgroep personeel, samen met de coördinator en de beleidsmedewerker personeel maken vast deel uit van de selectiecommissie. Bijeenkomsten 2011 12/01/11, 02/03/11, 04/05/11, 22/06/11, 14/09/11, 23/11/11 Bijeenkomsten 2012 (gepland) 18/01/12, 14/03/12, 09/05/12, 12/09/12, 14/12/12
Plangroep meerjarenplan (gemengde werkgroep) De plangroep voor het meerjarenplan 2009 – 2015 werd door de Raad van Bestuur samengesteld en kwam voor de eerste keer bijeen in juni 2007 om binnen het kader van de opdracht (voorbereiding meerjarenplan) hun werkzaamheden te plannen. Samenstelling: bestuursleden: Dirk Temmerman, Mark Pauwels, Veerle Opstaele, Dirk Staelens leden van de beleidscel: de beleidsmedewerkers de coördinator: Stan De Neve. Op de Algemene Vergadering van 17 oktober 2008 werd beslist om de plangroep verder te laten doorlopen in functie van opvolging van het meerjarenplan, en dit onder dezelfde samenstelling. Opdracht: werkt adviserend t.a.v. de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering met betrekking tot het meerjarenplan (de opmaak, de opvolging en de bijsturing ervan). Voorafgaand aan de opmaak van het meerjarenplan komt de plangroep minimaal 4 keer bij elkaar. In de loop van het meerjarenplan komt de plangroep minimaal 1 keer per jaar, in juni. Bijeenkomsten 2011 Voorzien in juni 2011 – niet doorgegaan. Bijeenkomsten 2012 Nog in te plannen.
Stuurgroep communicatie (gemengde werkgroep) Op de Algemene Vergadering van 18 oktober 2008 werd beslist tot oprichting van een nieuwe stuurgroep rond communicatie, mede gelet op het belang die de organisatie heeft gelegd op de versterking van de communicatie in het nieuwe meerjarenplan (bij de formulering van de interne strategische doelstellingen). Opdracht: voorbereiding/opvolging communicatiebeleid van de organisatie en specifiek de interne strategische doelstellingen rond communicatiebeleid. Werkt adviserend t.a.v. de Raad van Bestuur. 13
Er worden minimum 2 bijeenkomsten per jaar voorzien in functie van de voorbereiding/opvolging van het communicatiebeleid van de organisatie en de interne strategische doelstellingen rond communicatiebeleid. Huidige samenstelling: de (bestuurs)leden: Brigitte Laceur; de verantwoordelijke beleidsmedewerker communicatie: Kathleen Desmyter; de coördinator: Stan De Neve; leden van de beleidscel of opbouwwerkers/buurtwerkers: Luc Joos. Bijeenkomsten 2011 24/02/11; 21/12/11. Bijeenkomsten 2012 Nog in te plannen.
1.3.
Personeelsoverzicht
1.3.1.
Decretaal personeelsbestand
Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen beschikt over een decretaal personeelskader voor de bijgestuurde en geactualiseerde meerjarenplanning (2011 – 2015) van 12 voltijdse equivalenten (12 VTE). In 2011 werd 11,25 VTE decretaal ingezet. Het niet volledig opvullen van de personeelsformatie in 2011 komt door: de niet (tijdige) vervanging van personeelsleden die uit dienst zijn gegaan (0,21 VTE ) en/of personeelsleden die een maand onbetaald verlof hebben genomen (0,04 VTE) – totaal 0,25 VTE; de rest (0,5 VTE) werd ingezet ter aanvulling van het tekort op de lonen van de Gesco’s en Sociale Maribel. In 2012 voorzien we de inzet van 11,56 VTE decretaal (de overige 0,44 VTE voorzien we voor het dekken van eventuele tekorten op de GESCO’s en Sociale Maribel – het tekort kan immers voor de Vlaamse Gemeenschap worden omgezet in VTE). 1.3.2.
Niet decretaal personeelsbestand
Verder beschikt Samenlevingsopbouw over een niet-decretaal personeelskader. 14
Een aantal VTE zijn eerder reccurent: 2,5 VTE GESCO’s (2 VTE opbouwwerkers en 0,5 VTE projectmedewerker); 1,44 VTE Sociale Maribel (1,2 VTE administratief en 0,24 VTE opbouwwerker). De overige VTE die kunnen ingezet worden zijn middelen verworven op basis van: Convenanten met derden (provincie Oost-Vlaanderen, lokale besturen, ..); Ad hoc (project)subsidies. In 2011 werden 18,19 VTE ingezet met niet- decretale middelen. In 2012 voorzien we 19,43 VTE in te zetten.
1.3.3.
Inzet personeel in 2011/2012
Globale inzet personeel in 2011 Omkadering (coördinator, administratief personeel, generieke beleidsmedewerkers rond personeel/ communicatie/ kwaliteit): 5,66 VTE (waarvan 4,46 VTE decretaal en 1,20 VTE niet- decretaal). Personeelsinzet in de verschillende programma’s (inhoudelijke beleidsmedewerkers/ opbouwwerkers/ buurtwerkers/ projectmedewerkers): 23,58 VTE (waarvan 6,79 VTE decretaal en 16,69 VTE niet- decretaal). Totaal: 29,24 VTE. Verhouding omkadering / inzet in programma’s (eerste en tweedelijnswerk gebaseerd op eerstelijnswerk): 20 % t.o.v. 80 %. Globale inzet personeel in 2012 (planning) Omkadering (coördinator, administratief personeel, generieke beleidsmedewerkers rond personeel/ communicatie/ kwaliteit): 5,5 VTE (waarvan 4,30 VTE decretaal en 1,20 VTE niet- decretaal). Personeelsinzet in de verschillende programma’s (inhoudelijke beleidsmedewerkers/ opbouwwerkers/ buurtwerkers/ projectmedewerkers): 25,49 VTE (waarvan 7,7 VTE decretaal en 17,79 VTE niet- decretaal). Totaal: 30,99 VTE. Verhouding omkadering / inzet in programma’s (eerste en tweedelijnswerk gebaseerd op eerstelijnswerk): 18 % t.o.v. 82 %. 15
Detail inzet personeel in 2012 Zie: boordtabel/ Excel- overzicht in de bijlagen.
1.3.4.
Globale evolutie inzet personeel meerjarenplan 2009-2015
Gemiddeld personeelsbestand / jaarbasis 2009 2010 2011 2012 (gepland)
1.4.
Samenwerking en vertegenwoordiging
1.4.1.
Samenwerkingsovereenkomsten
26,91 28,11 29,24 30,99
1.4.1.1. Programma’s grondrechten Provincie Oost-Vlaanderen – programma maatschappelijke dienstverlening Vanaf 2006 werden de (structurele) middelen, ad nominatum ingeschreven op de provinciale begroting van de provincie Oost-Vlaanderen voor de ondersteuning van de werking van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen. De provinciale middelen worden ingezet op het programma grondrechten en op het programma maatschappelijke dienstverlening. Meer specifiek wordt hiermee de inzet van 1 VTE beleidsmedewerker gefinancierd op dit project, inclusief bijhorende werkingskosten. Naast de structurele financiering kan Samenlevingsopbouw ook beroep doen op projectfinanciering. In 2011 konden we beroep doen op ondersteuning van het project ‘Maghreb-moeders’ (programma leefbaarheid - project van de buurtwerking in Ronse) en van het project ‘woonwagenbewoners’ (programma wonen). OCMW Eeklo – programma wonen Samenwerkingsovereenkomst met het OCMW van Eeklo in het lokaal sociaal beleid – grondrecht huisvesting - luik ‘huisvesting’. De samenwerkingsovereenkomst betreft de realisatie van een projectwerking rond kwetsbare huurders (sociale huurders en kandidaat- huurders) en de realisatie van hun inbreng in het lokale woonbeleid. De middelen laten toe om 1 VTE opbouwwerker in te zetten op de projectwerking rond sociale huurders in Eeklo.
16
RWOD Dendermonde – programma wonen Samenwerkingsproject met het RWO Dendermonde, het CAW Dendermonde, de lokale OCMW’s m.b.t. het (deel) project ‘Preventie uithuiszetting in de regio Dendermonde’ (onderdeel van het project wonen aan de onderkant Waas & Dender) voor 2011 – verlenging voorzien in 2012. Stad Ronse – programma onderwijs Samenwerkingsovereenkomst met de Stad Ronse in het kader van het lokaal sociaal beleid – luik ‘onderwijs’. De samenwerking heeft tot doel: ‘het verbeteren van de onderwijsbeleving en het versterken van de participatie van ouders in het onderwijsgebeuren’. Meer concreet zijn de middelen voorzien in het kader van de convenant met de Stad Ronse bedoeld voor de realisatie van een onderwijsopbouwwerkproject in Ronse. Het project richt zich tot het Ronsese kleuter en lager onderwijs. Het onderwijsopbouwwerk levert een deskundige bijdrage om gelijke onderwijskansen en het recht op onderwijs te helpen realiseren voor kinderen en jongeren die geconfronteerd worden achterstand en achterstelling op het vlak van onderwijs. De doelgroep van het met zijn ouders en kinderen/ jongeren die geconfronteerd (dreigen te) worden met onderwijsachterstand en – achterstelling. Met de middelen voorzien door de Stad Ronse in de samenwerkingsovereenkomst worden 4 VTE personeelsleden ingezet (waarvan 3,5 VTE opbouwwerkers en 0,5 VTE omkadering). De samenwerkingsovereenkomst loop over de periode 01/01/08 t/l 31/12/2013. Bijkomende samenwerkingsovereenkomsten (2) werden in 2011 met de Stad Ronse in functie van het flankerend onderwijsbeleid - i.c. de realisatie van het project ‘Van ‘speeltaal naar leertaal’ op basis waarvan een bijkomende inzet van 0,5 VTE opbouwwerker kan worden gegenereerd project van 1 jaar – mogelijks verlengbaar). Verder werden jaarlijkse convenanten afgesloten voor de realisatie van de taalprojecten ‘Taalpaleis’, ‘Leespaleis’ ‘Hoopeiland’ en ‘Kameleon’. (deze laatste samenwerkingsovereenkomst vervangt de afzonderlijke projectsubsidiëring van voornoemde deelprojecten in voorgaande jaren). Stad Sint-Niklaas – programma onderwijs Samenwerkingsovereenkomst met de Stad Sint-Niklaas in het kader van het lokaal sociaal beleidsplan en het onderwijsbeleidsplan, inzake onderwijsopbouwwerk in de GOK- scholen in Sint-Niklaas voor de schooljaren 2010-2011 en 2011-2012 (wordt ook voorzien voor het schooljaar 2012-2013). Meer concreet kunnen de middelen (€ 10.000,- per schooljaar, budgetten ten laste van welzijn/ flankerend onderwijsbeleid van de stad Sint-Niklaas) worden aangewend t.b.v. het (lopende) onderwijsopbouwwerkproject in Sint-Niklaas van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen. Dit project zal (verder) in een constructief samenwerkingsverband worden uitgewerkt met het LOP, de scholen en schoolgemeenschappen (basisonderwijs), de CLB’s, de stad (flankerend onderwijsbeleid), het OCMW, het ruime welzijnsveld, de plaatselijke armoedeorganisaties en andere relevante partners. Bijkomend wordt door het project onderwijsopbouwwerk (en de samenwerkende scholen) jaarlijks een beroep gedaan op projectfinanciering t.b.v. het project. Gemeente Denderleeuw In de loop van 2011 werd een nieuwe convenant afgesloten met de gemeente Denderleeuw (voor 3 jaar – evenwel jaarlijks opzegbaar) voor de realisatie van een onderwijsopbouwwerkproject in deze gemeente binnen het kader van het flankerend onderwijsbeleid. 17
Met de middelen van de convenant kan 1 VTE opbouwwerker worden ingezet.
1.4.1.2. Programma’s leefbaarheid Stad Ronse – programma leefbaarheid stedelijke context Samenwerkingsovereenkomst met de stad Ronse, afgesloten voor de periode 2009-2013, betreft het leveren van een bijdrage vanuit Samenlevingsopbouw OostVlaanderen aan het Lokaal Sociaal Beleid van de Stad Ronse en meer specifiek aan de strategische doelstelling rond ‘het bevorderen van de sociale cohesie in de aandachtswijken in Ronse’. Het accent in de (nieuwe) samenwerkingsovereenkomst werd meer gefocust op de realisatie buurtwerk, vanuit 3 (bestaande) ankerpunten, in de 3 prioritaire aandachtswijken in Ronse: Marijve-Ninovestraat, Prinskouter en Scheldekouter (sociale woonwijk). Voor de realisatie van deze samenwerkingsovereenkomst wordt jaarlijks een basisbedrag voorzien, waarmee het mogelijk is (cf. voorgaande jaren) 3 VTE buurtwerkers in te zetten ter uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst. Verder doet de buurtwerking regelmatig beroep op bijkomende projectsubsidiëring van de Stad Ronse. Begin 2012 werd een bijkomende (nieuwe) convenant afgesloten met de Stad Ronse met betrekking tot de realisatie van een project ‘Participatie in diversiteit’ , een project dat kadert binnen de realisatie van het Integratiebeleidsplan 2012-2014 en het Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008-2013. Met deze convenant kan 1 bijkomende VTE opbouwwerker worden ingezet die zich vooral zal focussen op de versterking van de beleidsparticipatie en maatschappelijke participatie van kwetsbare groepen (met bijzondere aandacht voor etnisch culturele minderheden). Verder werd een nieuwe convenant afgesloten met de Stad Ronse i.f.v. de realisatie van een project rond kinderarmoede. Het project loopt in 2012 – voor 1 jaar – maar is mogelijks verlengbaar. Binnen het kader van de nieuwe convenant beschikken we over de mogelijkheid om 3 pt wijkbrugfiguren in te zetten in de wijken in Ronse – vnl. gericht op het bereik van de meest maatschappelijk kwetsbare gezinnen. Stad Dendermonde – programma leefbaarheid stedelijke context De samenwerkingsovereenkomst met de stad Dendermonde betreft het leveren van een bijdrage van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen aan het Lokaal Sociaal Beleid van de Stad Dendermonde en meer specifiek in het kader van het actieplan ‘wijkontwikkeling’. Het betreft ‘een door de bewoners en gebruikers ondersteunde verbetering van de woon- en leefomgeving in de aandachtsbuurten in Dendermonde via participatie van de bewoners - met bijzondere aandacht voor de kwetsbare groepen’. De nieuwe overeenkomst kadert tevens binnen het strategisch plan van de stad Dendermonde, waarbinnen de versterking van de participatie van bewoners in de Dendermondse aandachtsbuurten, met een verhoogde aanwezigheid van kwetsbare groepen, expliciet als beleidsprincipe werd opgenomen. De doelstelling in de nieuwe overeenkomst waarvoor Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen zich heeft geëngageerd heeft is dezelfde als in voorgaande overeenkomst, maar wel met dit verschil dat er binnen een duidelijker participatief beleidskader wordt gewerkt. 18
Voor de realisatie van deze samenwerkingsovereenkomst wordt op jaarbasis een budget voorzien waarmee 1 VTE bijkomende opbouwwerker wordt aangeworven ter uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst. De samenwerkingsovereenkomst loopt van 01/01/2008 t/m 31/12/2013. Stad Aalst – programma leefbaarheid stedelijke context Samenwerkingsovereenkomst met de Stad Aalst en Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen binnen het kader van het actieplan ‘Lokale Dienstenwerkgelegenheid Aalst’ en i.f.v. de realisatie van een buurtgerichte dienstverlening en werkgelegenheid dat inspeelt op de noden en behoeften in de aandachtsbuurten in de stad Aalst. Het betreft meer concreet de (verdere) realisatie van het project ‘Buurtweb’ Aalst, als buurtdienst in de aandachtswijk Rechteroever Aalst. Het project, als laagdrempelige basisvoorziening, richt zich op het dichten van de digitale kloof, het bevorderen van de buurtgerichte werkgelegenheid voor risicogroepen en op het versterken van de sociale cohesie. De middelen zijn bedoeld als aanvullende middelen van de Stad Aalst om de buurtdienst (inclusief de tewerkstelling van 1 VTE projectmedewerker) te helpen realiseren. De toegekende middelen in deze samenwerkingsovereenkomst zijn voorwaardelijk: worden slechts toegekend indien het Buurtweb Aalst ook (verder) erkend blijft als initiatief in het kader van lokale diensteneconomie door de Vlaamse overheid. De erkenning liep tot eind 2011 - inmiddels verlengd tot eind 2013 (gelijklopend met de erkenning van Buurtweb door de Vlaamse Gemeenschap). Stad Aalst – programma leefbaarheid stedelijke context Overeenkomst met de Stad Aalst in het kader van het project ‘Ontmoetingsparken in de deelgemeenten Baardegem en Moortsel’ dat werd opgemaakt in het kader van PDPO- 2007-2013 (gebiedsgerichte werking). Het betreft een samenwerkingsovereenkomst met het oog op de ondersteuning van een participatief proces(toepassing DIZ) rond de inrichting en bestemming van de pastorijen (en de omgeving ervan) waarvoor middelen ter beschikking worden gesteld voor de inzet van een halftijdse opbouwwerker voor de periode 1 april 2011 t/m 30 maart 2012. Gemeente Merelbeke – programma leefbaarheid landelijke context Samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Merelbeke in het kader van de bevordering van de leefbaarheid en bewonersparticipatie in de (diverse) woonkernen van Merelbeke. Het betreft de realisatie van het project ‘DORP inZICHT, instrument voor beleidsparticipatie in de plattelandskernen van Merelbeke’. Binnen dit project wordt de organisatie en ondersteuning van bewoners bij de toepassing van DIZ en de werking als bewonersplatform ondersteund in een aantal woonkernen. De middelen gerealiseerd via deze convenant laten de inzet van 0,5 VTE opbouwwerker toe voor de realisatie van het project op het terrein. Projecteinde voorzien tegen eind juni 2012 – eventuele verlenging is mogelijk (momenteel in bespreking).
19
1.4.2.
Samenwerkingsverbanden (intern; niveau sector; overige)
Interne samenwerkingswerkverbanden Sector samenlevingsopbouw Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen is lid van de Federatie Samenlevingsopbouw Vlaanderen (FESO) die instaat voor de belangenbehartiging van de sector Samenlevingsopbouw. Alle erkende (regionale) instituten zijn hierin vertegenwoordigd. Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen neemt deel aan de verschillende FESO- overlegorganen zoals de FESO- beleidsgroep, het Overleg Werkgevers (OWO) en het overleg Werkgevers/Werknemers (OWO-SSA), ad hoc werkgroepen. In het kader van de (versterkte) samenwerking binnen de sector samenlevingsopbouw (tussen de verschillende instituten die deel uitmaken van FESO) werd vanuit Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen deelgenomen aan de samenwerkingsverbanden (opgestart in 2009): - ‘wonen’ - ‘maatschappelijke dienstverlening’ en aan de overleggroepen rond ‘onderwijs’, leefbaarheid ‘platteland’. Verder participeert Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen aan de werking van het ondersteuningsinstituut Samenlevingsopbouw Vlaanderen. In dit verband wordt deelgenomen aan o.m. diverse werkgroepen, zoals de werkgroepen ‘Partners in Vorming’, de werkgroep ‘Communicatie’, de werkgroep rond ‘Referentiekader’, overige ad hoc werkgroepen (project 2012 rond de gemeenteraadsverkiezingen, …).
Samenwerkingsverbanden met aanverwante (welzijns) sectoren Centra Algemeen Welzijnswerk Eind 2009 werden besprekingen opgestart over afstemming/samenwerking tussen de Centra Algemeen Welzijnswerk, de Verenigingen Waar Armen het Woord Nemen en Samenlevingsopbouw (Oost-Vlaanderen en Gent). Dit in opvolging van een omzendbrief van 2009 van de bevoegde Vlaams Minister voor Welzijn om te komen tot een nauwere samenwerking tussen voormelde sectoren en dit ook in te schrijven in de (bijgestuurde) meerjarenplannen (voor wat de Samenlevingsopbouw betreft in de bijsturing van het meerjarenplan 2011 -2015 – in te dienen in mei 2010). Dit resulteerde in het verankeren van een structureel overleg tussen de 3 sectoren en het inschrijven van een gemeenschappelijke operationele doelstelling in de meerjarenplanning van de betreffende betrokken instituten. Op verschillende locaties en ter uitvoering van de verschillende programma’s werkt Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen samen met een aantal Centra Algemeen Welzijnswerk op het meer concrete actieniveau. We verwijzen hiervoor naar de jaarverslaggeving onder de verschillende programma’s en daaronder horende acties. 20
Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen is van geen enkel CAW lid in Oost-Vlaanderen. Armoedesector - Verenigingen waar Armen het Woord Nemen (VWAWN) In de aanloop van de bijsturing van de meerjarenplanning 2009-2015, en mede gelet op de opdracht die hiertoe werd gegeven (zie hoger) vanuit de bevoegde Vlaams Minister voor Welzijn, werd overleg gepleegd en een meer structurele samenwerking tussen de sectoren VWAWN/ CAW’s en Samenlevingsopbouw uitgewerkt. Dit heeft zich vertaald in een structureel overleg tussen deze 3 sectoren op Oost-Vlaams niveau en, voor wat Samenlevingsopbouw en CAW’s betreft, het formuleren van een gemeenschappelijke operationele doelstelling in hun (bijgestuurde) meerjarenplanning. Verder wordt ter uitvoering van de verschillende programma’s in een aantal locaties – waar een erkende VWAWN aanwezig is – met de VWAWN rond verschillende projecten samengewerkt. Voor meer detail over de concrete samenwerking op het niveau van de projectwerking verwijzen we naar de jaarverslaggeving over de projecten. Samenlevingsopbouw vzw is zelf lid van één VWAWN in het werkingsgebied, die in het verleden door het opbouwwerk mee ondersteund werd bij de oprichting m.n.: ‘De Kring’ in Eeklo. Overige Welzijnssector Samenlevingsopbouw is lid van de verschillende Regionale Welzijnsoverleggen (RWO’s) in het werkingsgebied (= 5 RWO’s: RWO Meetjesland; RWO Waasland; RWO regio Dendermonde; RWO Aalst; RWO Oudenaarde) en, als één van de welzijnssectoren, lid/ vertegenwoordigd in de provinciale stuurgroep Regionaal Welzijnsoverleg. Diversiteits-/ integratiesector De diversiteitsector is nog steeds een partner in samenwerking rond een aantal programma’s/ projecten. Meer concrete samenwerkingsafspraken gebeuren op het niveau van de projectwerking – zie inhoudelijke verslaggeving. Er stelt zich wel een probleem en een bezorgdheid naar de komende jaren met betrekking tot accentverschuivingen binnen de integratiesector, waarbij de doelgroepgerichte en emancipatorisch gerichte werking steeds minder tot de kerntaken gaat behoren. Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen is lid (vertegenwoordigd via de coördinator) van de Raad van Bestuur en Algemene Vergadering van ODiCe. Sociaal-culturele sector Meer en meer wordt in een aantal basisvoorzieningen (inz. het buurtwerk) samengewerkt met Vormingplus. Verder is er het samenwerkingsverband met Vormingplus (Waas- en Dender, Vlaamse Ardennen – Dender; Gent) en ODiCe ,rond het programma ‘samenleven’, meer specifiek rond het project ‘BABBELONIË (en de verspreiding van het model in Oost-Vlaanderen). 21
Samenlevingsopbouw Oost- Vlaanderen is lid van algemene vergadering Vormingplus Vlaamse Ardennen – Dender en de algemene vergadering Vormingplus Gent–Meetjesland. Sector onderwijs/basiseducatie In het verleden was samenlevingsopbouw één van de verplicht op te nemen leden in de structuur van de instellingen voor basiseducatie. Door het wegvallen van deze verplichting, en mede gelet op de evoluties binnen de basiseducatie (sterker geïntegreerd binnen het onderwijs) hebben we geopteerd om de structurele binding af te bouwen. Wel wordt geopteerd de samenwerking eerder op het niveau van de projecten/ programma’s uit te bouwen, daar waar het relevant geacht wordt (vb. in de basisvoorzieningen - Buurtweb Aalst / verschillende wijkcentra - , in het project ‘Grondrechtenboom’, onderwijsopbouwwerk Ronse,...).
Sector jeugd/ kwetsbare jongeren Samenlevingsopbouw is lid van een (provinciale) stuurgroep die de initiatieven groepeert rond kwetsbare jongeren in het werkingsgebied, en dit onder leiding van de lokale afdeling van Uit de Marge – Oost - Vlaanderen. In een aantal locaties zijn er opportuniteiten tot meer samenwerking op het actieniveau (vb. in het kader van buurtwerking/ wijkwerking met ‘jeugdopbouwwerkers’ die in een aantal steden (vindplaats gericht) ingezet worden t.b.v. maatschappelijk kwetsbare jongeren. RESOC: regionaal economisch en sociaal overlegcomité Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen is lid van de Commissie Diversiteit van RESOC Gent en Rondom Gent. Met RESOC Waas & Dender wordt op het terrein samengewerkt rond het thema ‘wonen’ (één van de prioriteiten in het RESOC- streekplan). We voorzien samenwerking met dit RESOC in de komende jaren i.f.v. het operationaliseren van een aantal (gemeenschappelijke) acties op basis van rapport ‘Wonen aan de onderkant Waas & Dender’, opgemaakt in 2010 door Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen.
22
DEEL II
Externe strategische planning
23
2.1. Overzicht meerjarenplanning – planning 2012 PROGRAMMA GRONDRECHTEN ALGEMEEN
SD-GR De positie van de maatschappelijk kwetsbare groepen is verbeterd zodat de toegang tot hun sociale grondrechten is verhoogd
Beoogde effecten / effectindicatoren Politieke kernopdracht Sociaal gecorrigeerd beleid Beoogde effecten
Effectindicatoren
De problematiek van de maatschappelijk kwetsbare groepen is beter gekend bij beleids- en oplossingsactoren
Beleids- en oplossingsactoren hebben kennis kunnen nemen van de problematiek
De problematiek van de maatschappelijk kwetsbare groepen is erkend door beleids- en oplossingsactoren
Er is een ruimer draagvlak dat mee wil instaan voor het bewerkstelligen van meer structurele oplossingen voor maatschappelijk kwetsbare groepen met betrekking tot het sociaal beleid
Beleid- en oplossingsactoren hebben maatregelen/initiatieven genomen die ingaan op voorstellen van de doelgroep
De genomen maatregelen/ initiatieven bevatten elementen die teruggaan op de voorstellen/ideeën van de betrokken doelgroepen en/of worden door de bewoners positief gewaardeerd
De situatie van kwetsbare groepen op het vlak van de grondrechten is verbeterd
De waardering door maatschappelijk kwetsbare groepen en/of objectieve parameters met betrekking tot hun situatie
Participatief gecorrigeerd beleid Beoogde effecten
Effectindicatoren
Beleids- en oplossingsactoren hebben maatregelen en initiatieven genomen en/of een aangepast beleid ontwikkeld die participatie van maatschappelijk kwetsbare groepen mogelijk maken
Overzicht participatiemogelijkheden gecreëerd/ aangeboden door beleids- en oplossingsactoren
Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn door beleids- en oplossingsactoren betrokken bij het sociaal beleid en wegen meer door in het uitwerken van concrete en structurele oplossingen
Overzicht van de initiatieven die de betrokkenheid van maatschappelijk kwetsbare groepen bij het beleid realiseren De mate van tevredenheid van de impact door de doelgroep
24
Agogische kernopdracht Maatschappelijke participatie Beoogde effecten
Effectindicatoren
Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn voldoende versterkt om hun sociale grondrechten te realiseren
De mate van tevredenheid van maatschappelijk kwetsbare groepen en/of objectieve parameters met betrekking tot de verbetering van hun maatschappelijke positie
Beleidsparticipatie Beoogde effecten
Effectindicatoren
Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn voldoende versterkt om meer impact te hebben op het sociaal beleid
De geboden ondersteuning bij de participatie van de maatschappelijk kwetsbare groepen aan het beleid en de waardering ervan door de doelgroep
Kritische succesfactoren Samenwerkingsbereidheid/partnerschap in functie van de uitbouw van een ondersteuningsaanbod; Bereidheid van het lokaal beleid om in dialoog te gaan en rekening te houden met de uitkomst van de dialoog; Organisatie van overleg en acties op bovenlokaal niveau.
SA-GR-1.1. NPO Verkenning van de randvoorwaarden voor beleidsparticipatie in het kader van het lokaal sociaal beleid in die gemeentes met een hoge gecumuleerde achterstelling en waar we momenteel nog niet actief zijn en waar er nog geen VWAWN actief is ’ (GR-NPO-VMBP) Draagt bij tot OD-GR-1. Verkennen van randvoorwaarden en mee helpen tot stand brengen van beleidsparticipatie van maatschappelijk kwetsbare groepen in ons werkingsgebied
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2011 t.e.m. 31/12/2012
Personeelsinzet Totale inzet: 0,05 VTE 0,05 niet-decretaal
Steven Rommel
Beleidsmedewerker
SA-GR-2.1. AOA ‘Grondrechtenboom Oost-Vlaanderen’ (GR-AOA-GBOV) Draagt bij tot OD-GR-2. Maatschappelijke achterstelling in ons werkingsgebied zichtbaar maken i.f.v. beleidssignalering en het versterken
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2009 t.e.m. 31/12/2015
Personeelsinzet: Totale inzet: 0,25 VTE 0,25 niet-decretaal Steven Rommel Beleidsmedewerker t.o.v. 2011: Er is geen opbouwwerkinzet meer voorzien. 25
van de stem van maatschappelijk kwetsbare groepen en dit in samenwerking met de relevante partners w.o. CAW’s VWAWN e.a.
SA-GR-2.2. AOA ‘Vanuit een structureel overleg tussen de 3 sectoren (CAW’s, VWAWN, Samenlevingsopbouw) acties en initiatieven nemen i.f.v. beleidssignalering en zichtbaar maken van maatschappelijke achterstelling van maatschappelijk kwetsbare groepen in ons werkingsgebied’ (GR-AOASVCS) Draagt bij tot OD-GR-2. Maatschappelijke achterstelling in ons werkingsgebied zichtbaar maken i.f.v. beleidssignalering en het versterken van de stem van maatschappelijk kwetsbare groepen en dit in samenwerking met de relevante partners w.o. CAW’s VWAWN e.a.
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/09/2009 t.e.m. 31/12/2015
Personeelsinzet Totale inzet: 0,05 VTE 0,05 niet-decretaal
Steven Rommel
Beleidsmedewerker
SA-GR-2.3. AOA ‘Actieve deelname aan acties en overleg op Vlaams en Federaal niveau in het kader van de armoedebestrijding’ (GR-AOA-VFAR) Draagt bij tot OD-GR-2. Maatschappelijke achterstelling in ons werkingsgebied zichtbaar maken i.f.v. beleidssignalering en het versterken van de stem van maatschappelijk kwetsbare groepen en dit in samenwerking met de relevante partners w.o. CAW’s VWAWN e.a.
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/09/2009 t.e.m. 31/12/2015
Personeelsinzet Totale inzet: 0,05 VTE 0,05 niet-decretaal
Steven Rommel
Beleidsmedewerker
26
PROGRAMMA MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
SD-MD Maatschappelijk kwetsbare groepen kunnen meer aanspraak maken op een kwaliteitsvol en voldoende aanbod van maatschappelijke dienstverlening, zodat hun recht op een menswaardig leven beter is gegarandeerd
Beoogde effecten / effectindicatoren Politieke kernopdracht Sociaal gecorrigeerd beleid Beoogde effecten
Effectindicatoren
De problematiek van de maatschappelijk kwetsbare groepen met betrekking tot maatschappelijke dienstverlening is beter gekend bij beleids- en oplossingsactoren
Beleids- en oplossingsactoren hebben kennis kunnen nemen van de problematiek
Problematiek van de maatschappelijk kwetsbare groepen met betrekking tot maatschappelijke dienstverlening is erkend door beleids- en oplossingsactoren
Er is een ruimer draagvlak dat mee wil instaan voor het bewerkstelligen van meer structurele oplossingen voor maatschappelijk kwetsbare groepen met betrekking tot de maatschappelijke dienstverlening
Beleid- en oplossingsactoren hebben maatregelen/initiatieven genomen die ingaan op voorstellen van de doelgroep
De genomen maatregelen/ initiatieven bevatten elementen die teruggaan op de voorstellen/ ideeën van de betrokken doelgroepen en/of worden door de bewoners positief gewaardeerd
De situatie van kwetsbare groepen op het vlak van maatschappelijke dienstverlening is verbeterd
De mate van tevredenheid door maatschappelijk kwetsbare groepen en/of objectieve parameters met betrekking tot hun situatie op het vlak van maatschappelijke dienstverlening
Participatief gecorrigeerd beleid Beoogde effecten
Effectindicatoren
Beleids- en oplossingsactoren hebben maatregelen en initiatieven genomen en/of een aangepast beleid ontwikkeld die participatie van maatschappelijk kwetsbare groepen mogelijk maken
Overzicht van participatiemogelijkheden gecreëerd/ aangeboden door beleids- en oplossingsactoren op het vlak van maatschappelijke dienstverlening
Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn door beleids- en oplossingsactoren betrokken bij het lokaal beleid met betrekking tot maatschappelijke dienstverlening en wegen meer door in het uitwerken van concrete en structurele oplossingen
Overzicht van de initiatieven die de betrokkenheid van maatschappelijk kwetsbare groepen bij het beleid realiseren. De mate van tevredenheid bij de doelgroep over de impact ervan 27
Agogische kernopdracht Maatschappelijke participatie Beoogde effecten
Effectindicatoren
Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn voldoende versterkt om hun recht op maatschappelijke dienstverlening te realiseren
De mate van tevredenheid bij maatschappelijk kwetsbare groepen en/of objectieve parameters met betrekking tot de maatschappelijke dienstverlening
Beleidsparticipatie Beoogde effecten
Effectindicatoren
Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn voldoende versterkt om meer impact te hebben op het beleid met betrekking tot maatschappelijke dienstverlening.
De noden en behoeften van de kwetsbare doelgroep werden bevraagd en oplossingen die zij zelf voorstellen, geïnventariseerd op het vlak van maatschappelijke dienstverlening.
Kritische succesfactoren Bereidheid van de OCMW ’s om in dialoog te gaan met maatschappelijk kwetsbare groepen en ermee rekening te houden; Organisatie van overleg en acties op Vlaams en federaal niveau; Bereidheid van samenwerkingspartners om een bijdrage te leveren.
SA-MD-1.1. Project ‘Onderbescherming Zuid-Oost-Vlaanderen (PR-MD-OBZO) Draagt bij tot OD-MD-1. Met rechthebbenden, OCMW ‘s en andere relevante actoren oplossingen uitwerken voor de problematiek van ‘onderbescherming’
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2010 t.e.m. 30/06/2012 (e.v. verlenging tot eind 2012 indien bijkomende middelen)
Personeelsinzet Totale inzet: 0,65 VTE 0,50 niet-decretaal 0,15 niet-decretaal
Caroline Balliauw Steven Rommel
Opbouwwerker Beleidsmedewerker
SA-MD-2.1. Project ‘Grondrechtenboom Meetjesland – dialoog maatschappelijke dienstverlening (MD-PR-GBME) Draagt bij tot OD-MD-2. Maatschappelijk kwetsbare groepen betrekken en versterken bij de ontwikkeling en uitvoering van een ‘lokaal sociaal beleid’ inzake maatschappelijke dienstverlening dat meer rekening houdt
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2008 t.e.m. 31/12/2012
Personeelsinzet Totale inzet: 1,15 VTE 1,00 decretaal 0,15 niet-decretaal
Leila Vandamme Steven Rommel
Opbouwwerker Beleidsmedewerker
28
met hun noden en behoeften
SA-MD-3.1. Project ‘GIB Lokeren’ (MD-PR-GBLO) Draagt bij tot OD-MD-3 In samenwerking met het OCMW, CAW en relevante lokale partners, een samenhangend en toegankelijk basisaanbod realiseren gericht op de participatie en integratie van maatschappelijk kwetsbare groepen
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/02/2009 t.e.m. 31/12/2013 (verlening met 1 jaar tot eind 2013)
Personeelsinzet Totale inzet: 1,82 VTE 1,00 decretaal Bert Reniers Opbouwwerker 0,67 Niet-decretaal Chris Lesage Opbouwwerker 0,15 niet-decretaal Steven Rommel Beleidsmedewerker t.o.v. 2011: Verhoging inzet opbouwwerktijd met 0,87 VTE (0,67 VTE Chris Lesage en 0,20 VTE Bert Reniers)
SA-MD-4.1. AOA Op Provinciaal, Vlaams en Federaal niveau via inbreng vanuit onze doelgroepwerking actief deelnemen aan overleg en acties met betrekking tot het recht op maatschappelijke dienstverlening (MD-AOA-BLMD) Draagt bij tot OD-MD-4. De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen bij het bovenlokale beleid op het gebied van maatschappelijke dienstverlening versterken.
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2009 t.e.m. 31/12/2015
Personeelsinzet Totale inzet: 0,05 VTE 0,05 niet-decretaal
Steven Rommel
Beleidsmedewerker
SA-MD-4.2. AOA ‘Deelname aan het samenwerkingsverband ‘Maatschappelijke dienstverlening’ van de sector Samenlevingsopbouw’ (MD-AOA-SVMD) Draagt bij tot OD-MD-4. De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen bij het bovenlokale beleid op het gebied van maatschappelijke dienstverlening versterken.
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2009 t.e.m. 31/12/2015
Personeelsinzet Totale inzet: 0,10 VTE 0,10 niet- decretaal
Steven Rommel
Beleidsmedewerker
29
PROGRAMMA WONEN
SD-WO Maatschappelijk kwetsbare groepen kunnen meer aanspraak maken op een toegankelijke, kwaliteitsvolle en betaalbare huisvesting, zodat hun recht op wonen beter is gegarandeerd Beoogde effecten / effectindicatoren
Politieke kernopdracht Sociaal gecorrigeerd beleid Beoogde effecten
Effectindicatoren
De problematiek van de maatschappelijk kwetsbare groepen met betrekking tot wonen is beter gekend bij beleids- en oplossingsactoren
Beleids- en oplossingsactoren hebben kennis kunnen nemen van de problematiek
De problematiek van de maatschappelijk kwetsbare groepen met betrekking tot wonen is erkend door beleids- en oplossingsactoren
Er is een ruimer draagvlak dat mee wil instaan voor het bewerkstelligen van meer structurele oplossingen voor maatschappelijk kwetsbare groepen op de woonmarkt
Beleid- en oplossingsactoren hebben maatregelen/initiatieven genomen die ingaan op voorstellen van de doelgroep op het vlak van wonen
De genomen maatregelen/initiatieven bevatten elementen die teruggaan op de voorstellen/ideeën van de betrokken doelgroepen en/of worden door de bewoners positief gewaardeerd
De situatie van kwetsbare groepen op het vlak van wonen is verbeterd
De mate van tevredenheid door maatschappelijk kwetsbare groepen en/of objectieve parameters met betrekking tot hun situatie op het vlak van wonen
Participatief gecorrigeerd beleid Beoogde effecten
Effectindicatoren
Beleids- en oplossingsactoren hebben maatregelen en initiatieven genomen en/of een aangepast beleid ontwikkeld die participatie van maatschappelijk kwetsbare groepen mogelijk maken
Overzicht van participatiemogelijkheden gecreëerd/ aangeboden door beleids- en oplossingsactoren op het vlak van wonen
Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn door beleids- en oplossingsactoren betrokken bij het woonbeleid en wegen meer door in het uitwerken van concrete en structurele oplossingen
Overzicht van de initiatieven die de betrokkenheid van maatschappelijk kwetsbare groepen bij het beleid realiseren De mate van tevredenheid door de doelgroep over de impact ervan 30
Agogische kernopdracht Maatschappelijke participatie Beoogde effecten
Effectindicatoren
Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn voldoende versterkt om hun recht op wonen te realiseren
De mate van tevredenheid bij maatschappelijk kwetsbare groepen en/of objectieve parameters met betrekking tot het recht op wonen
Beleidsparticipatie Beoogde effecten
Effectindicatoren
Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn voldoende versterkt om meer impact te hebben op het woonbeleid
De noden en behoeften van de kwetsbare doelgroep werden bevraagd en oplossingen die zij zelf voorstellen, geïnventariseerd op het vlak van wonen
Kritische succesfactoren Bereidheid van beleids- en oplossingsactoren om mee te werken aan initiatieven ter verbetering van de woonsituatie van maatschappelijk kwetsbare groepen; Bereidheid van sociale huisvestingsmaatschappijen en andere sociale verhuurders om de dialoog met hun huurders aan te gaan; Bereidheid van beleidsactoren om de dialoog met maatschappelijk kwetsbare bewoners aan te gaan.
SA-WO-1.1. Project ‘Wonen aan de onderkant in Waas & Dender’ (WO-PR-WOWD) Draagt bij tot OD-WO-1. Met maatschappelijk kwetsbare groepen en relevante beleids-, woon- en welzijnsactoren oplossingen uitwerken voor de problematiek van ‘wonen aan de onderkant’
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2010 t.e.m. 31/12/2015 (projectverlening tot eind 2015 ?)
Personeelsinzet Totale inzet: 1,83 VTE 0,50 decretaal Sofie Van Moortel opbouwwerker 1,00 Niet-decretaal Hanne Couckuyt opbouwwerker 0,33 decretaal Luc Joos beleidsmedewerker t.o.v. 2011: verhoging van de decretale inzet opbouwwerker met 0,20 VTE en verhoging inzet beleidsmedewerker met 0,13 VTE
SA-WO-1.2. Project ‘Oost-Vlaamse woonwagenbewoners tellen (we) mee’ (WO-PR-WWBW) Draagt bij tot OD-WO-1. Met maatschappelijk kwetsbare groepen en relevante beleids-, woon- en welzijnsactoren oplossingen uitwerken voor de problematiek van ‘wonen aan de
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/04/2011 t.e.m. 31/12/2011
Personeelsinzet Totale inzet: 0 VTE -
-
31
onderkant’
(mogelijke verlenging / verdere opvolging in 2012 indien bijkomende middelen)
SA-WO-2.1. Project ‘Kwetsbare huurders op de private woningmarkt in Sint-Niklaas’ (WO-PR-KHPH) Draagt bij tot OD-WO-2. Maatschappelijk kwetsbare groepen betrekken en versterken bij de ontwikkeling en uitvoering van een lokaal woonbeleid dat meer rekening houdt met hun noden en behoeften
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2007 t.e.m. 31/08/2012 (verlenging van het project met 8 maand)
Personeelsinzet Totale inzet: 0,35 VTE 0,28 decretaal 0,07 decretaal
Nicole Formesyn Luc Joos
opbouwwerker beleidsmedewerker
SA-WO-2.2. Project ‘Sociale huurders in Eeklo’ (WO-PR-SWEE) Draagt bij tot OD-WO-2. Maatschappelijk kwetsbare groepen betrekken en versterken bij de ontwikkeling en uitvoering van een lokaal woonbeleid dat meer rekening houdt met hun noden en behoeften
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2008 t.e.m. 31/12/2013
Personeelsinzet Totale inzet:1,05 VTE 0,95 decretaal 0,10 decretaal
Tineke Rollier Luc Joos
opbouwwerker beleidsmedewerker
SA-WO SA-WO-2.3. Project ‘Ouderen een stem geven bij het uittekenen en uitvoeren van woonbeleid in het Meetjesland. Het kan!’ (WO-PR-PAWO) Draagt bij tot OD-WO-2. Maatschappelijk kwetsbare groepen betrekken en versterken bij de ontwikkeling en uitvoering van een lokaal woonbeleid dat meer rekening houdt met hun noden en behoeften
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2008 t.e.m. 31/12/2011
Personeelsinzet Totale inzet: 0 VTE -
-
-
SA-WO-3.1. AOA ‘Deelname aan de ‘Overleggroep Wonen’ van het Vlaams Netwerk van Verenigingen waar Armen het Woord Nemen (WO-AOA-OWVN) Draagt bij tot OD-WO-3. De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen bij de realisatie van hun recht op wonen versterken op het bovenlokale
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2010 t.e.m. 31/12/2015
Personeelsinzet Totale inzet: 0,05 VTE 0,05 Decretaal
Nicole Formesyn
Opbouwwerker 32
niveau
SA-WO-3.2. AOA ‘Deelname aan de Provinciale Woonraad’ (WO-AOA-PRWR) Draagt bij tot
Status
OD-WO-3. De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen bij de realisatie van hun recht op wonen versterken op het bovenlokale niveau
in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2009 t.e.m. 31/12/2013
Personeelsinzet Totale inzet: 0,02 VTE 0,02 Decretaal
Luc Joos
beleidsmedewerker
SA-GR-3.3. AOA ‘Deelname aan het samenwerkingsverband Wonen van de sector Samenlevingsopbouw’ (WO-AOA-SVWO) Draagt bij tot
Status
OD-WO-3. De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen bij de realisatie van hun recht op wonen versterken op het bovenlokale niveau
in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2009 t.e.m. 31/12/2015
Personeelsinzet Totale inzet: 0,10 VTE 0,10 decretaal
Luc Joos
beleidsmedewerker
Tineke Rollier
opbouwwerker
SA-WO-3.4. AOA ‘Deelname aan VIVAS’ (WO-AOA-VIVAS) Draagt bij tot
Status
OD-WO-3. De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen bij de realisatie van hun recht op wonen versterken op het bovenlokale niveau
in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2009 t.e.m. 31/12/2013
Personeelsinzet Totale inzet: 0,05 VTE 0,05 niet-decretaal
SA-WO-3.5. AOA ‘Deelname aan de ‘Transitiearena duurzaam wonen en bouwen’ en het ‘Provinciaal Steunpunt Duurzaam Wonen en Bouwen’ (WOAOA-DUWB) ** Draagt bij tot
Status
Periode
Personeelsinzet
in voorbereiding OD-LB-TO-3. De beleidsparticipatie van Van 01/01/2007 Totale inzet: 0,03 VTE in uitvoering bewoners bij hun directe woon- en t.e.m. 31/12/2015 0,03 decretaal Luc Joos beëindigd leefomgeving in de landelijke en stedelijke context, bepleiten en/of verduurzamen op het bovenlokale niveau. ** Bovenstaande AOA werd geheralloceerd van het programma ‘Leefbaarheid’ (SA-LB-TO-3.4.) naar het programma ‘Wonen’ (SA-WO-3.5.)
beleidsmedewerker
33
PROGRAMMA ONDERWIJS
SD-ON Maatschappelijk kwetsbare ouders en kinderen kunnen meer aanspraak maken op gelijke onderwijskansen in het basisonderwijs, zodat hun recht op onderwijs beter is gegarandeerd Beoogde effecten / effectindicatoren Politieke kernopdracht Sociaal gecorrigeerd beleid Beoogde effecten
Effectindicatoren
De problematiek van de maatschappelijk kwetsbare groepen met betrekking tot onderwijs is beter gekend bij beleids- en oplossingsactoren
Beleids- en oplossingsactoren hebben kennis kunnen nemen van de problematiek
De problematiek van de maatschappelijk kwetsbare groepen met betrekking tot onderwijs is erkend door beleids- en oplossingsactoren
Er is een ruimer draagvlak dat mee wil instaan voor het bewerkstelligen van meer structurele oplossingen voor maatschappelijk kwetsbare groepen met betrekking tot het onderwijs
De scholen en het lokaal beleid waarmee we samenwerken, voeren een randvoorwaardenscheppend beleid dat is afgestemd op de noden en behoeften van de doelgroepkinderen en hun ouders
De genomen maatregelen/initiatieven bevatten elementen die teruggaan op de voorstellen/ideeën van de betrokken doelgroepen en/of worden door de bewoners positief gewaardeerd
De situatie van kwetsbare groepen op het vlak van onderwijs is verbeterd
De mate van tevredenheid bij maatschappelijk kwetsbare groepen en/of objectieve parameters met betrekking tot hun situatie op het vlak van onderwijs
Participatief gecorrigeerd beleid Beoogde effecten
Effectindicatoren
Beleids- en oplossingsactoren hebben maatregelen en initiatieven genomen en/of een aangepast beleid ontwikkeld die participatie van maatschappelijk kwetsbare groepen mogelijk maken op het vlak van onderwijs
Overzicht van de participatiemogelijkheden gecreëerd/ aangeboden door beleids- en oplossingsactoren op het vlak van onderwijs
Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn door beleids- en oplossingsactoren betrokken bij het onderwijsbeleid en wegen meer door in het uitwerken van concrete en structurele oplossingen
Overzicht van de initiatieven die de betrokkenheid van maatschappelijk kwetsbare groepen bij het beleid realiseren en de mate van tevredenheid bij de doelgroep van de impact ervan
34
Agogische kernopdracht Maatschappelijke participatie Beoogde effecten
Effectindicatoren
De doelgroepleerlingen voor wie we ons inzetten hebben een gunstiger startpositie in het basisonderwijs
De mate van tevredenheid bij maatschappelijk kwetsbare kinderen en/of objectieve parameters met betrekking tot de verbetering van hun startpositie in het basisonderwijs
Beleidsparticipatie Beoogde effecten
Effectindicatoren
Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn voldoende versterkt om meer impact te hebben op het onderwijsbeleid
De noden en behoeften van de kwetsbare doelgroep werden bevraagd en oplossingen die zij zelf voorstellen, geïnventariseerd op het vlak van onderwijs
Kritische succesfactoren De scholen waarmee we samenwerken zijn zich bewust van de lokale problematiek van ongelijke onderwijskansen van doelgroepkinderen en zijn bereid hierin samen met andere partners en bij voorkeur netoverschrijdend verandering te brengen; Aanwezigheid van een actief netwerk van samenwerkingspartners dat wil samenwerken om de gelijke onderwijskansen in het basisonderwijs te bevorderen; Aanwezigheid van een lokaal bestuur dat een (flankerend) onderwijsbeleid wenst te voeren; Voldoende aantal doelgroepouders en –leerlingen.
SA-ON-1.1. Project ‘Onderwijsopbouwwerk Ronse – Gelijke onderwijskansen in en rondom de basisschool’ (ON-PR-OOWR) Draagt bij tot OD-ON-1. Met onderwijsactoren en andere relevante welzijns- en lokale beleidsactoren oplossingen uitwerken voor de problematiek van kansenongelijkheid van maatschappelijk kwetsbare kinderen in het basisonderwijs
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2008 t.e.m. 31/12/2013
Personeelsinzet Totale inzet: 4,51 VTE 1,00 niet-decretaal Klaar Vander Vennet opbouwwerker 1,00 niet-decretaal Evelien Vanthournoudt opbouwwerker 0,70 niet-decretaal Ikrame Khatri opbouwwerker 1,00 niet-decretaal Piet Clottens opbouwwerker 0,31 Niet-decretaal Elke Ruys opbouwwerker 0,50 niet-decretaal Wouter Hennion beleidsmedewerker Verschuivingen: bijkomende inzet opbouwwerktijd met 0,31 VTE.
35
SA-ON-1.2. Project ‘Kleuterparticipatie in Sint-Niklaas’ (ON-PR-KLEU) Draagt bij tot OD-ON-1. Met onderwijsactoren en andere relevante welzijns- en lokale beleidsactoren oplossingen uitwerken voor de problematiek van kansenongelijkheid van maatschappelijk kwetsbare kinderen in het basisonderwijs
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2008 t.e.m. 31/12/2013 (verlenging van 30/06/2013 naar 31/12/2013)
Personeelsinzet Totale inzet: 1,72 VTE 0,33 niet-decretaal 0,67 decretaal 0,50 decretaal 0,22 decretaal
Chris Lesage Nicole Formesyn Niki Debosschere Katelijne De Winter
opbouwwerker opbouwwerker opbouwwerker beleidsmedewerker
Nele De Kock Wouter Hennion
opbouwwerker beleidsmedewerker
SA-ON-1.3. Project ‘Onderwijsopbouwwerk Denderleeuw’ (ON-PR-OOWD) Draagt bij tot OD-ON-1. Met onderwijsactoren en andere relevante welzijns- en lokale beleidsactoren oplossingen uitwerken voor de problematiek van kansenongelijkheid van maatschappelijk kwetsbare kinderen in het basisonderwijs
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/09/2011 t.e.m. 31/12/2013
Personeelsinzet Totale inzet: 1,00 VTE 0,95 niet-decretaal 0,05 decretaal
SA-ON-2.1. AOA ‘Actieve deelname aan het ‘Meetjeslandse Overleg Welzijn & Onderwijs’ (ON-AOA-MOWO) Draagt bij tot ON-OD-2. De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen bij de realisatie van hun recht op onderwijs versterken op het bovenlokale niveau
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/04/2008 t.e.m. 31/12/2010
Personeelsinzet Totale inzet: 0 VTE -
-
SA-ON-2.2. AOA ‘Deelnemen aan het sectoroverleg ‘Onderwijs’ van de sector Samenlevingsopbouw’ (ON-AOA-SEOO) Draagt bij tot ON-OD-2. De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen bij de realisatie van hun recht op onderwijs versterken op het bovenlokale niveau
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2009 t.e.m. 31/12/2015
Personeelsinzet Totale inzet: 0,02 VTE 0,01 decretaal 0,01 decretaal
Wouter Hennion Katelijne De Winter
beleidsmedewerker beleidsmedewerker
36
SA-ON-2.3. AOA ‘Oost-Vlaams onderwijsoverlegplatform met het oog op signaaldetectie, beleidssignalering en verspreiding van goede praktijken’ (ONAOA-OVOP) Draagt bij tot: ON-OD-2. De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen bij de realisatie van hun recht op onderwijs versterken op het bovenlokale niveau
Status: in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode:
Personeelsinzet:
Van 01/01/2011 t.e.m. 31/12/2015
Totale inzet: 0,02 VTE 0,02 decretaal
Katelijne De Winter
beleidsmedewerker
PROGRAMMA LEEFBAARHEID
SD- LB-GO De sociale en fysieke leefbaarheid in aandachtsgebieden is op duurzame wijze verbeterd zodat de levenskwaliteit van de bewoners er op vooruitgaat
Beoogde effecten / effectindicatoren Politieke kernopdracht Sociaal gecorrigeerd beleid Beoogde effecten
Effectindicatoren
Beleid- en oplossingsactoren hebben maatregelen/initiatieven genomen die ingaan op voorstellen van de doelgroep met betrekking tot de sociale en fysieke woon- en leefomgeving
De genomen maatregelen/initiatieven bevatten elementen die teruggaan op de voorstellen/ideeën van de betrokken doelgroepen en/of worden door de bewoners positief gewaardeerd
De kwaliteit van de sociale en fysieke woon- en leefomgeving is verbeterd en komt meer tegemoet aan de noden en verwachtingen van de bewoners
De mate van tevredenheid bij de betrokken bewoners en/of objectieve parameters met betrekking tot hun situatie op het vlak van hun sociale en fysieke woon- en leefomgeving
Participatief gecorrigeerd beleid Beoogde effecten
Effectindicatoren 37
Beleids- en oplossingsactoren hebben maatregelen en initiatieven genomen en/of een aangepast beleid ontwikkeld die participatie van de bewoners met betrekking tot hun directe woon- en leefomgeving verhoogt Overzicht van de participatiemogelijkheden gecreëerd/aangeboden en ondersteund door beleids- en oplossingsactoren op het vlak van de woon- en leefomgeving
Bewoners zijn door beleids- en oplossingsactoren betrokken bij het lokaal beleid en wegen meer door in het uitwerken van concrete en structurele oplossingen Overzicht van de initiatieven die de betrokkenheid van maatschappelijk kwetsbare groepen bij het beleid realiseren en de mate van tevredenheid van de impact door de doelgroep over de impact ervan
Agogische kernopdracht Maatschappelijke participatie Beoogde effecten
Effectindicatoren
Bewoners(groepen) zijn voldoende versterkt om zelf problemen en potenties in hun woonomgeving te ontdekken en te formuleren
Het gebruik en de mate van tevredenheid bij bewoners van de hen aangeboden mogelijkheden m.b.t. beleidsparticipatie
Bewoners(groepen) zijn meer in staat en/of voelen zich beter ondersteund om de dialoog aan te gaan met relevante beleids- en oplossingsactoren
De mate waarin betrokken bewoners/participanten kunnen deelnemen aan de beleidsparticipatieprocessen
Beleidsparticipatie Beoogde effecten
Effectindicatoren
Bewoners(groepen) zijn voldoende versterkt om zelf problemen en potenties in hun woonomgeving te ontdekken en te formuleren Het gebruik en de mate van tevredenheid door bewoners van de hen aangeboden mogelijkheden m.b.t. beleidsparticipatie
Bewoners(groepen) zijn meer in staat en/of voelen zich beter ondersteund om de dialoog aan te gaan met relevante beleids- en oplossingsactoren De mate waarin betrokken bewoners/participanten kunnen deelnemen aan de beleidsparticipatieprocessen
Kritische succesfactoren De mate waarin het lokaal en bovenlokaal beleid een duurzaam participatief beleidskader mee wil helpen versterken en hiertoe de mogelijkheden biedt; Bereidheid van beleid en andere actoren om de methodiek DORP inZICHT, het concept dorpshuizen en andere participatie-instrumenten en –kanalen verder te ondersteunen en/of ervoor een beleidskader te creëren; De mate waarin we er in slagen om goede condities en de nodige externe middelen te bekomen om (naast voldoende decretale middelen t.b.v. de ondersteuning) de programma’s rond leefbaarheid (wijkwerking/uitbouw van laagdrempelige basisvoorzieningen) in stedelijke en landelijke (aandachts)gebieden op het terrein te kunnen realiseren, via onder meer duurzame convenanten met lokale/bovenlokale besturen, …, waarbij expliciet wordt gekozen voor een participatieve inbreng van bewoners/betrokken doelgroepen (duurzaam participatief beleidskader); De mate waarin samenwerkende partners m.b.t. luik samenleven zich willen en kunnen engageren. 38
SA-LB-GO-1.1. Project ‘Buurt.aan.zet’ – Wijkwerking Dendermonde’ (LB-PR-BAZD) Draagt bij tot OD-LB-GO-1. Initiatieven ontwikkelen die de kwaliteit van de sociale en fysieke woonomgeving in stedelijke en landelijke aandachtsgebieden verhogen binnen een participatief beleidskader
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2008 t.e.m. 31/12/2013
Personeelsinzet Totale inzet: 1,50 VTE 1,00 decretaal 0,50 niet-decretaal
Nele Decrock Mia Raemdonck
opbouwwerker projectmedewerker
SA-LB-GO- SA-LB-GO-1.2. Project wijkwerking Eeklo (PR-EE-WIJK) Draagt bij tot OD-LB-GO-1. Initiatieven ontwikkelen die de kwaliteit van de sociale en fysieke woonomgeving in stedelijke en landelijke aandachtsgebieden verhogen binnen een participatief beleidskader
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2008 t.e.m. 31/12/2009
Personeelsinzet Totale inzet: -
-
-
SA-LB-GO-2.1. Basisvoorziening ‘Buurtwerk in Ronsese aandachtsbuurten’ (LB-BV-BVRO) Draagt bij tot OD-LB-GO-2. Buurtgerichte laagdrempelige basisvoorzieningen uitbouwen om de maatschappelijke integratie en sociale cohesie te verhogen
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2008 t.e.m. 31/12/2013
Personeelsinzet Totale inzet: 3,35 VTE 1,00 niet-decretaal 1,00 niet-decretaal 1,00 Niet-decretaal 0,35 decretaal
Marilène De Fruytier Dries Meuret Barbara Verhaegen Geertje Franssen
opbouwwerker opbouwwerker opbouwwerker beleidsmedewerker
SA-LB-GO-2.2. Basisvoorziening ‘Buurtweb Aalst’ (LB-BV-BUWE) Draagt bij tot OD-LB-GO-2. Buurtgerichte laagdrempelige basisvoorzieningen uitbouwen om de maatschappelijke integratie en sociale cohesie te verhogen
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 16/01/2003.e.m. 31/12/2013
Personeelsinzet Totale inzet: 2,20 VTE 1,00 niet-decretaal 1,00 niet-decretaal 0,20 decretaal
Hans Tas Hilde De Rycke Katelijne De Winter
opbouwwerker projectmedewerker beleidsmedewerker
39
SA-LB-GO-2.3. Project ‘Dorpshuizen in Oost-Vlaanderen – ondersteuningsaanbod voor gemeenten en dorpsbewoners’ (PR-OV-DHOV) Draagt bij tot OD-LB-GO-2. Buurtgerichte laagdrempelige basisvoorzieningen uitbouwen om de maatschappelijke integratie en sociale cohesie te verhogen
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 16/01/2007 t.e.m. 31/12/2009
Personeelsinzet Totale inzet: -
-
-
-
-
SA-LB-GO-3.1. Project ‘BABBELonië – Dendermonde – interculturele ontmoetingsgroep’ (LB-PR-BABB) Draagt bij tot OD-LB-GO-3. Vernieuwende initiatieven ontwikkelen die het samenleven in diversiteit helpen bevorderen
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2009 t.e.m. 31/12/2010
Personeelsinzet Totale inzet: Geen verschuivingen
SA-LB-GO-3.2. NPO ‘BABBELonië - verspreiding model in regio Waas & Dender en andere regio’s in het werkingsgebied’ (LB-NPO-VBAB) Draagt bij tot OD-LB-GO-3. Vernieuwende initiatieven ontwikkelen die het samenleven in diversiteit helpen bevorderen
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/07/2008 t.e.m. 31/12/2012
Personeelsinzet Totale inzet: 0,05 VTE 0,05 decretaal Katelijne De Winter beleidsmedewerker Verschuivingen: aangezien deze werking steeds meer in een opvolgfase zit (beëindiging eind 2012) met externen als trekkers, vermindert hier de inzet tot 2delijnswerk en opvolging.
SA-LB-GO-4.1. AOA Deelname aan werkgroepen Interbestuurlijk Plattelands Overleg (LB-AOA-INPO) Draagt bij tot OD-LB-GO-4. Relevante ervaringen vanuit onze doelgroepgerichte werking rond de verbetering van de sociale en fysieke leefbaarheid in aandachtsgebieden inbrengen op het bovenlokale niveau
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2009 t.e.m. 31/12/2015
Personeelsinzet Totale inzet: 0,01 VTE 0,01 Decretaal Geen verschuivingen
Luc Joos
beleidsmedewerker
SA-LB-GO-4.2. Actieve deelname aan de Plaatselijke Leadergroepen en andere relevante overlegplatforms van ons werkingsgebied (LB-AOA-LEVM) Draagt bij tot
Status
Periode
Personeelsinzet 40
OD-LB-GO-4. Relevante ervaringen vanuit onze doelgroepgerichte werking rond de verbetering van de sociale en fysieke leefbaarheid in aandachtsgebieden inbrengen op het bovenlokale niveau
in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Van 01/01/2009 t.e.m. 31/12/2013
Totale inzet: 0,05 VTE 0,05 Decretaal Geen verschuivingen
Luc Joos
beleidsmedewerker
SD-LB-TO In aandachtsgebieden zijn participatiekansen van de bewoners met betrekking tot hun directe woon- en leefomgeving verhoogd en geoptimaliseerd zodat het beleid van (boven)lokale actoren meer is afgestemd op hun noden Beoogde effecten / effectindicatoren Politieke kernopdracht Sociaal gecorrigeerd beleid Beoogde effecten
Effectindicatoren
Beleid- en oplossingsactoren hebben maatregelen/initiatieven genomen die ingaan op voorstellen van de doelgroep met betrekking tot de sociale en fysieke woon- en leefomgeving
De kwaliteit van de sociale en fysieke woon- en leefomgeving is verbeterd en komt meer tegemoet aan de noden en verwachtingen van de bewoners
De genomen maatregelen/initiatieven bevatten elementen die teruggaan op de voorstellen/ideeën van de betrokken doelgroepen en/of worden door de bewoners positief gewaardeerd
De mate van tevredenheid bij de betrokken bewoners en/of objectieve parameters met betrekking tot hun situatie op het vlak van hun sociale en fysieke woon- en leefomgeving
Participatief gecorrigeerd beleid Beoogde effecten
Effectindicatoren
Beleids- en oplossingsactoren hebben maatregelen en initiatieven genomen en/of een aangepast beleid ontwikkeld die participatie van de bewoners met betrekking tot hun directe woon- en leefomgeving verhoogt
Overzicht van de participatiemogelijkheden gecreëerd/aangeboden en ondersteund door beleids- en oplossingsactoren op het vlak van de woon- en leefomgeving
Bewoners zijn door beleids- en oplossingsactoren betrokken bij het lokaal beleid en wegen meer door in het uitwerken van concrete en structurele oplossingen
Overzicht van de initiatieven die de betrokkenheid van maatschappelijk kwetsbare groepen bij het beleid realiseren en de mate van tevredenheid van de impact door de doelgroep over de impact ervan
Agogische kernopdracht Maatschappelijke participatie 41
Beoogde effecten
Effectindicatoren
Bewoners(groepen) zijn voldoende versterkt om zelf problemen en potenties in hun woonomgeving te ontdekken en te formuleren
Bewoners(groepen) zijn meer in staat en/of voelen zich beter ondersteund om de dialoog aan te gaan met relevante beleids- en oplossingsactoren
Het gebruik en de mate van tevredenheid bij bewoners van de hen aangeboden mogelijkheden m.b.t. beleidsparticipatie
De mate waarin betrokken bewoners/participanten kunnen deelnemen aan de beleidsparticipatieprocessen
Beleidsparticipatie Beoogde effecten
Effectindicatoren
Bewoners(groepen) zijn voldoende versterkt om zelf problemen en potenties in hun woonomgeving te ontdekken en te formuleren
Het gebruik en de mate van tevredenheid door bewoners van de hen aangeboden mogelijkheden m.b.t. beleidsparticipatie
Bewoners(groepen) zijn meer in staat en/of voelen zich beter ondersteund om de dialoog aan te gaan met relevante beleids- en oplossingsactoren
De mate waarin betrokken bewoners/participanten kunnen deelnemen aan de beleidsparticipatieprocessen
Kritische succesfactoren De mate waarin het lokaal en bovenlokaal beleid een duurzaam participatief beleidskader mee wil helpen versterken en hiertoe de mogelijkheden biedt; Bereidheid van beleid en andere actoren om de methodiek DORP inZICHT, het concept dorpshuizen en andere participatie-instrumenten en –kanalen verder te ondersteunen en/of ervoor een beleidskader te creëren; De mate waarin we er in slagen om goede condities en de nodige externe middelen te bekomen om (naast voldoende decretale middelen t.b.v. de ondersteuning) de programma’s rond leefbaarheid (wijkwerking/uitbouw van laagdrempelige basisvoorzieningen) in stedelijke en landelijke (aandachts)gebieden op het terrein te kunnen realiseren, via onder meer duurzame convenanten met lokale/bovenlokale besturen, …, waarbij expliciet wordt gekozen voor een participatieve inbreng van bewoners/betrokken doelgroepen (duurzaam participatief beleidskader); De mate waarin samenwerkende partners m.b.t. luik samenleven zich willen en kunnen engageren.
SA-LB-TO-1.1. NPO ‘Verkenning van de randvoorwaarden voor beleidsparticipatie in sociale woonwijken’ (LB-NPO-VBSW) Draagt bij tot OD-LB-TO-1. Randvoorwaarden verkennen en mee helpen tot stand brengen voor beleidsparticipatie van bewoners in stedelijke en landelijke aandachtsgebieden
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2010 t.e.m. 31/12/2012 (verlenging met 1 jaar)
Personeelsinzet Totale inzet: 0,05 VTE 0,05 Decretaal Geen verschuivingen
Luc Joos
beleidsmedewerker
SA-LB-TO-1.2. NPO ‘Verkenning van de randvoorwaarden voor beleidsparticipatie in overgangsgebieden tussen stad en platteland’ (LB-NPO-VBOG) Draagt bij tot
Status
Periode
Personeelsinzet 42
OD-LB-TO-1. Randvoorwaarden verkennen en mee helpen tot stand brengen voor beleidsparticipatie van bewoners in stedelijke en landelijke aandachtsgebieden
in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Van 01/01/2011 t.e.m. 31/12/2011
Totale inzet: 0 VTE Geen verschuivingen
-
-
SA-LB-TO-1.3. Project ‘Participatie in diversiteit’ Ronse (LB-PR-PIDR) Draagt bij tot OD-LB-TO-1. Randvoorwaarden verkennen en mee helpen tot stand brengen voor beleidsparticipatie van bewoners in stedelijke en landelijke aandachtsgebieden
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/02/2012 t.e.m. 31/12/2013
Personeelsinzet Totale inzet: 2,275 VTE 1,00 niet-decretaal 0,375 niet-decretaal 0,375 niet-decretaal 0,375 niet-decretaal 0,15 Decretaal Geen verschuivingen
Liesbet Tyvaert Caroline Maessen Fati Hbili Serap Orhon Geertje Fransen
opbouwwerker projectmedewerker projectmedewerker projectmedewerker beleidsmedewerker
SA-LB-TO-2.1. Project ‘5 voor 10. Dorpsparticipatie in Geraardsbergen’ (LB-PR-DPGE) Draagt bij tot OD-LB-TO-2. Bewoners van aandachtsgebieden betrekken en/of versterken bij de aanpak van de leefbaarheidsproblematiek van hun directe woon- en leefomgeving
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2009 t.e.m. 31/12/2010 (verlening met half jaar tot eind 2010)
Personeelsinzet Totale inzet: Geen verschuivingen
-
-
SA-LB-TO-2.2. Project ‘DORP inZICHT, instrument voor beleidsparticipatie in de plattelandskernen van Merelbeke’ (LB-PR-DIZM) Draagt bij tot OD-LB- TO-2. Bewoners van aandachtsgebieden betrekken en/of versterken bij de aanpak van de leefbaarheidsproblematiek van hun directe woon- en leefomgeving
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/07/2009 t.e.m. 30/06/2012 (verlenging tot midden 2012)
Personeelsinzet Totale inzet: 0,30 VTE 0,25 niet-decretaal 0,05 decretaal Geen verschuivingen
Annelien Colson Luc Joos
opbouwwerker beleidsmedewerker
SA-LB-TO-2.3. NPO ‘Dorpsontwikkelingsplan Ursel – Bewoners mee aan de ontwerptafel’ (NPO-ME-DOPU) 43
Draagt bij tot OD-LB-TO-2. Bewoners van aandachtsgebieden betrekken en/of versterken bij de aanpak van de leefbaarheidsproblematiek van hun directe woon- en leefomgeving
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2009 t.e.m. 31/12/2009
Personeelsinzet Totale inzet: Geen verschuivingen
-
-
SA-LB-TO-2.4. Project ‘Ontmoetingsparken in Baardegem en Moorsel – Bewoners mee aan de ontwerptafel (LB-NPO-OPBM) Draagt bij tot OD-LB-TO-2. Bewoners van aandachtsgebieden betrekken en/of versterken bij de aanpak van de leefbaarheidsproblematiek van hun directe woon- en leefomgeving
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2011 t.e.m. 30/06/2012
Personeelsinzet Totale inzet: 0,30 VTE 0,25 niet-decretaal 0,05 decretaal Geen verschuivingen
Annelien Colson Luc Joos
opbouwwerker Beleidsmedewerker
SA-LB-TO-3.1. Project ‘DORP inZICHT – instrument voor beleidsparticipatie in (Oost-) Vlaamse plattelandskernen’ (LB-NPO-DIZI) Draagt bij tot OD-LB-TO-3. De beleidsparticipatie van bewoners bij hun directe woon- en leefomgeving in de landelijke en stedelijke context, bepleiten en/of verduurzamen op het bovenlokale niveau.
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2008 t.e.m. 31/12/2011
Personeelsinzet Totale inzet: Geen verschuivingen
-
-
SA-LB-TO-3.2. Project ‘Naar een Oost-Vlaamse vereniging kleine kernen’ (LB-PR-OVKK) Draagt bij tot OD-LB-TO-3. De beleidsparticipatie van bewoners bij hun directe woon- en leefomgeving in de landelijke en stedelijke context, bepleiten en/of verduurzamen op het bovenlokale niveau.
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode Van 01/01/2009 t.e.m. 31/12/2012
Personeelsinzet Totale inzet: 0,62 VTE 0,50 niet-decretaal 0,12 decretaal Geen verschuivingen
Sofie Van Moortel Luc Joos
opbouwwerker beleidsmedewerker
44
SA-LB-TO-3.3. AOA ‘Deelname aan het overleg ‘Platteland’ van de sector Samenlevingsopbouw’ (LB-OAO-SOPL) Draagt bij tot OD-LB-TO-3. De beleidsparticipatie van bewoners bij hun directe woon- en leefomgeving in de landelijke en stedelijke context, bepleiten en/of verduurzamen op het bovenlokale niveau.
2.2.
Status in voorbereiding in uitvoering beëindigd
Periode
Personeelsinzet
Van 01/01/2009 t.e.m. 31/12/2015
Totale inzet: 0,02 0,02 decretaal Luc Joos Geen verschuivingen
beleidsmedewerker
Overzicht Strategische acties
PROGRAMMA GRONDRECHTEN ALGEMEEN
SA-GR-1.1. NPO Verkenning van de randvoorwaarden voor beleidsparticipatie in het kader van het lokaal sociaal beleid in die gemeentes met een hoge gecumuleerde achterstelling en waar we momenteel nog niet actief zijn en waar er nog geen VWAWN actief is ’ (GR-NPO-VMBP)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie We willen in beeld krijgen waar er zich mogelijkheden aandienen om beleidsparticipatie-initiatieven op te zetten. Daarom verkennen we de randvoorwaarden voor beleidsparticipatie. We blijven belang hechten aan een sterk lokaal sociaal beleid en hanteren dit als kader, ondanks de tanende bovenlokale en lokale beleidsinteresse, behoudens enkele uitzonderingen. We richten ons hiervoor op die gemeentes met een hoge gecumuleerde achterstellingindicatoren (provinciale omgevingsanalyse) en waar er geen erkende vereniging waar armen het woord nemen is. Binnen dit algemeen criterium houden we ook rekening met opportuniteiten die zich lokaal aandienen, vraag vanuit organisaties, vraag vanuit beleid, vragen vanuit de doelgroep … Uit deze verkenning kunnen enerzijds beleidsparticipatie-initiatieven groeien die de grondrechten in hun globaliteit benaderen niet-themaspecifiek, maar ook themaspecifieke initiatieven kunnen hier uit groeien.
Werkdoel 1 (politiek) Er zijn gemeenten in Oost-Vlaanderen met een hoge gecumuleerde achterstelling waar we momenteel nog niet actief zijn, bereid om beleidsparticipatie-initiatieven op te zetten in
Indicatoren Inventaris opportuniteiten beleidsparticipatie Overleggen met samenwerkingspartners en oplossingsactoren 45
functie van het nemen van oplossingsgerichte maatregelen voor maatschappelijk kwetsbare groepen.
Verslaggeving
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee Uit deze verkenning kunnen enerzijds beleidsparticipatie-initiatieven groeien die de grondrechten in hun globaliteit benaderen niet- themaspecifiek, en andere themaspecifieke initiatieven kunnen hier uit groeien. Indien er zich kansen voordoen om de doelgroep te betrekken bij deze strategische actie zullen we deze zeker grijpen.
3. Evaluatie 2011 en planning
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
Deze actie loopt gelijk met andere deels overlappende initiatieven.
In overleg met het Provinciebestuur, de CAW’s en de verenigingen waar armen het woord nemen bespreken we een meer functionele aanpak van de overlegen ondersteuningsstructuren. Het voorstel is om het provinciaal armoedeoverleg, het samenwerkingsoverleg CAW-VWAHWN en het overleg over de provinciale omgevingsanalyse te integreren in één overleg, ondersteund door de provincie met een wisselend voorzitterschap CAW, Verenigingen en Samenlevingsopbouw.
Binnen het kader van het provinciaal armoedeoverleg wordt een inventaris van de basisvoorzieningen opgemaakt op gemeenteniveau. Binnen het kader van het Oost-Vlaams Samenwerkingsoverleg CAW, VWAWN en SO wordt er een inventaris van de werkingen gemaakt op gemeenteniveau (Zie ook: SA-GR-2.2. AOA) Beide inventarissen worden op gemaakt door Samenlevingsopbouw OostVlaanderen. Beide inventarissen worden geïntegreerd, ook achterstellingindicatoren worden ingebracht.
Eenmaal de overleg en ondersteuningsstructuur duidelijk is kan er doelgericht met de inventaris aan de slag worden gegaan. In 2012 ronden we deze strategische actie af.
Naast de finaliteit voor het provinciaal armoedeoverleg en het Oost-Vlaams Samenwerkingsoverleg, vormt deze inventaris mee de basis om de randvoorwaarden voor beleidsparticipatie te bepalen. De inventaris is in 2011 afgewerkt. In overleg met het steunpunt planning van het provinciebestuur Oost-Vlaanderen is een eerste analyse gemaakt en besproken. Er is een zicht op die op die gemeentes met een verhoogde achterstelling en zonder vereniging waar armen het woord nemen. Dit is niet verder opgenomen door een gebrek aan een functionele overleg- en ondersteuningsstructuur en de prioriteit die is gegeven aan het Project Ieders Stem Telt 14.10.2012.
46
Resultaten
Besluit
Werkdoel 1 (politiek)
Werkdoel 1 (politiek)
De inventaris is in 2011 afgewerkt. In overleg met het steunpunt planning van het provinciebestuur Oost-Vlaanderen is een eerste analyse gemaakt en besproken. Er is een zicht op die op die gemeentes met een verhoogde achterstelling en zonder vereniging waar armen het woord nemen.
De analyse en conclusies uit de inventaris proberen we in te bedden binnen een meer functionele overlegstructuur.
De inventaris is in 2011 afgewerkt. In overleg met het steunpunt planning van het provinciebestuur Oost-Vlaanderen is een eerste analyse gemaakt en besproken. Er is een zicht op die op die gemeentes met een verhoogde achterstelling en zonder vereniging waar armen het woord nemen.
Eenmaal de overleg en ondersteuningsstructuur duidelijk is kan er doelgericht met de inventaris aan de slag worden gegaan. In 2012 ronden we deze strategische actie af.
SA-GR-2.1. Project ‘Grondrechtenboom Oost-Vlaanderen’ (GR-PR-GBOV)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Het project ‘Grondrechtenboom’ (de doelgroepenbevraging in 2006-2007), het dialoogproject ‘Recht op leren, daar gaan we voor!’ in 2009 (uitgaande van de Centra Basiseducatie, armenorganisaties en Samenlevingsopbouw), De Gentse Overlegtafel, het verkiezingsdebat van mei 2009 vormden een belangrijke drijfveer om op Oost-Vlaams niveau verder te investeren in een duurzame werking gericht op de versterking van de organisatiegraad van maatschappelijk kwetsbare groepen en hun organisaties binnen een breed netwerk van derde actoren (CAW), lokaal, provinciaal en Vlaams beleid. Doelstelling van het project is te komen tot het versterken van de organisatiegraad van de maatschappelijk kwetsbare groepen in ons werkingsgebied (op bovenlokaal niveau). Een betere organisatiegraad van maatschappelijk kwetsbare groepen is immers belangrijk om hun maatschappelijke positie te versterken en hun noden en wensen op de politieke en publieke agenda te plaatsen. Met deze doelstelling willen we één van de aanbevelingen uit rapport van het project ‘Grondrechtenboom’ (doelgroepenbevraging 2006-2007) in de praktijk omzetten. Doelgroepen op een bovenlokaal niveau versterken en hen daarin ook te ondersteunen was een van de belangrijkste verzuchtingen van de doelgroep. Uiteraard willen en kunnen we deze doelstelling ook maar bereiken vanuit een breed netwerk en draagvlak met derden actoren. Met dit project trachten we ook in te spelen op het nieuwe armoededecreet, het nieuwe kaderdecreet voor het algemeen welzijnswerk en de meerjarenplanrichtlijnen voor Samenlevingsopbouw waarin samenwerking tussen deze drie sectoren wordt gestimuleerd. De kracht van een dergelijke samenwerking ligt juist in het sterker maken van de maatschappelijk kwetsbare groepen van de voornoemde organisaties, hun noden bij het beleid beter bekend te maken, hen te versterken om hun verzuchtingen hoger op de beleidsagenda te plaatsen en er mee voor te zorgen dat de noden en problemen die zij ervaren op een meer duurzame en structurele wijze worden aangepakt. Daarom moet Grondrechtenboom Oost-Vlaanderen in relatie worden gezien met het structureel samenwerkingsoverleg (cf. infra GR-AOA-SVCS). Het structureel overleg biedt op termijn potentieel. We willen dit alle kansen geven en een te grote profilering van Grondrechtenboom Oost-Vlaanderen kan dit bemoeilijken. Anderzijds willen we de meerwaarde van Grondrechtenboom Oost-Vlaanderen niet verloren laten gaan met als voornaamste troef het brede netwerk van doelgroepen én organisaties.
47
Werkdoel 1 (agogisch) De doelgroep is op Oost-Vlaams niveau georganiseerd met het oog op het verwerven van inzicht in de problematiek en beleidsparticipatie binnen een oplossingsgerichte strategie in samenwerking met diverse sleutelorganisaties (doelgroepenmatrix) Werkdoel 2 (politiek) In samenwerking met maatschappelijk kwetsbare groepen, bondgenoten ...worden er diverse initiatieven genomen die maatschappelijke achterstelling in ons werkingsgebied zichtbaar maken bij de oplossingsactoren.
Indicatoren Doelgroepbijeenkomsten
Indicatoren Acties, beleidsoverleg, beleidsdocumenten
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
De gemeente- en provincieraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 vormen een uitgelezen moment om de stem van maatschappelijk kwetsbare groepen te laten horen voor een sterk lokaal sociaal beleid en de doelstellingen van deze doelstellingen te realiseren
In het voorjaar van 2012 werden de besprekingen van de beleidsvoorstellen met de doelgroepen afgerond en werden de gekozen prioriteiten voorgesteld op lokale kick-offs.
In het voorjaar 2011 kozen we ervoor om in 5 (regionale) centrumsteden mee te stappen in het sectorproject Ieders Stem Telt: Ronse, Eeklo, Aalst, SintNiklaas en Lokeren. De keuze werd gemaakt op basis van potentieel draagvlak bij samenwerkingspartners en de aanwezigheid van inhoudelijke werking. Een inventaris van bestaande dossiers werd per locatie werd opgemaakt en vormde de basis voor een korf van Vlaamse beleidsvoorstellen. De lokaal relevante voorstellen werden in de loop van het najaar met uitlopers in 2012 besproken in vele groepsgesprekken waarbij 1000 mensen zijn bereikt In 2011 kwam de stuurgroep Grondechtenboom als Oost-Vlaamse stuurgroep van het project. Het verschil snelheden en doelstellingen komt op de voorgrond bij de lokale
Per stad wordt een dossier gemaakt, waarin de prioriteiten worden voorgesteld, onderbouwd en gemotiveerd. Deze zullen voor de zomervakantie worden voorgesteld aan de democratische politieke partijen. Rond de zomervakantie zijn er vormingen voorzien voor de doelgroep over de werking van de lokale democratie en een politieke vorming rond standpuntbepaling en de partijprogramma’s. In het najaar 2012 vindt er in elke deelnemende stad een debat plaats. Ook de sociale stemtest kan zowel gebruikt worden in het kader van de politieke vorming met de doelgroep als in het kader van de erkenning van de problematiek van maatschappelijk kwetsbare groepen. Het is in 2012 niet haalbaar gebleken om de Stuurgroep Grondrechtenboom te betrekken bij de realisatie van het project. De aandacht en de tijd ging de naar de lokale realisatie. Er moet bekeken worden op welke wijze de stuurgroep opnieuw aansluiting kan vinden bij het project. 48
samenwerkingsverbanden. Zowel op doelgroep organisatie, dossiervorming en politiserend werken is Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen veelal de enige trekker. Resultaten
Besluit
Werkdoel 1 (agogisch)
Werkdoel 1 (agogisch)
In Eeklo, Ronse, Sint-Niklaas, Lokeren en Aalst zijn in diverse doelgroepbijeenkomsten 1000 mensen bevraagd, binnen het kader van een lokaal samenwerkingsverband met sleutelorganisaties.
Er worden vormingen georganiseerd over de verkiezingen voor maatschappelijk kwetsbare groepen. Op maat van de maatschappelijk kwetsbare groepen worden er 5 debatten georganiseerd in aanloop van de verkiezingen.
Werkdoel 2 (politiek)
Werkdoel 2 (politiek)
In functie van de opbouw van de prioirteiten en prioriteitennota’s zijn per debatstad de relevante signalen en voorstellen geïnventariseerd. Deze inventaris vormde een bijdrage aan de Vlaamse priorteitennota.
In de 5 debatsteden zijn er 5 prioriteitenotata’s opgemaakt die voor de zomervakantie worden toegelicht aan de lokale politieke partijen. In aanloop van de verkiezingen worden er 5 debatten georganiseerd op maat van de maatschappelijk kwetsbare groepen waarop de politieke partijen zich publiek uitspreken over de beleidsprioriteiten.
Deze actie loopt over de hele meerjarenplanperiode. In 2011 en 2012 wordt binnen dit kader het (sectoraal) project 2012 gerealiseerd, naar aanleiding van de gemeente- en provincieraadsverkiezingen. Om een zo sterk mogelijk signaal te geven willen we dit doen binnen een zo breed mogelijk Oost-Vlaams samenwerkingsverband. De lokale strategie in combinatie met een beperkt tijdsbestek bieden weinig ruimte voor een Oost-Vlaamse strategie. Hierin zit nochtans meer potentieel zowel op het vlak van lokale ondersteuning en bovenlokale netwerkvorming.
Het campagnemodel van Ieders Stem Telt biedt het kader om vanuit de bestaande werking een meer politiserende werking uit te bouwen. Een evaluatie dringt zich echter op of het gekozen model het meest werkbare is voor de lokale opbouwwerkpraktijk. In elk geval dient in de toekomst de organisatorische bovenbouw op sectoraal vlak op het gebied van netwerken en politisering sterker.
SA-GR-2.2. AOA ‘Vanuit een structureel overleg tussen de 3 sectoren (CAW’s, VWAWN, Samenlevingsopbouw) acties en initiatieven nemen i.f.v. beleidssignalering en zichtbaar maken van maatschappelijke achterstelling van maatschappelijk kwetsbare groepen in ons werkingsgebied’
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Naar aanleiding van de meerjarenplanning van CAW en de Verenigingen waar armen het woord nemen en de bijsturing van de meerjarenplanning van Samenlevingsopbouw werd door de Minister van Welzijn de vraag gesteld om met de drie sectoren een gemeenschappelijke doelstelling in de meerjarenplanning op te nemen: Vanuit een structureel overleg tussen de 3 sectoren (CAW’s, VWAWN, Samenlevingsopbouw) acties en initiatieven nemen i.f.v. beleidssignalering en zichtbaar maken van maatschappelijke achterstelling van maatschappelijk kwetsbare groepen in ons werkingsgebied. 49
Dit Draagt bij tot het zichtbaar maken van maatschappelijke achterstelling en het versterken van de stem van maatschappelijk kwetsbare groepen De uitdaging zal zijn om het overleg de focus te houden op het operationele zijnde initiatieven nemen en acties opzetten. Werkdoel 1 (politiek)
Indicatoren
Met het oog op het zichtbaar maken van maatschappelijke achterstelling en beleidsignalering zijn samenwerkingsverbanden die maatschappelijk kwetsbare groepen in Oost-Vlaanderen sterker maken gefaciliteerd.
Overleg met oplossingsactoren, dialoog met de doelgroep, acties
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee Ofwel wordt de doelgroep betrokken bij een lokale samenwerking, ofwel gebeurt dit binnen het kader van een bovenlokale samenwerking die we planmatig indelen bij het Project Grondrechtenboom. (zie GR-PR-GBOV)
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
De geformuleerde doelstelling wordt geconcretiseerd in een Oost-Vlaams samenwerkingsoverleg waar bestaande samenwerkingsinitiatieven worden voorgesteld en de mogelijkheden tot samenwerking worden geïnventariseerd.
In overleg met het Provinciebestuur, de CAW’s en de verenigingen waar armen het woord nemen bespreken we een meer functionele aanpak van de overleg- en ondersteuningsstructuren. Het voorstel is om het provinciaal armoedeoverleg, het samenwerkingsoverleg CAW-VWAHWN en het overleg over de provinciale omgevingsanalyse te integreren in één overleg, ondersteund door de provincie met een wisselend voorzitterschap CAW, Verenigingen en Samenlevingsopbouw.
Dit moet leiden tot het faciliteren van de samenwerking tussen de drie sectoren op lokaal en regionaal niveau en het nemen van gemeenschappelijke initiatieven op Oost-Vlaams niveau.
Resultaten
Er wordt een link gelegd met de verkenning van de randvoorwaarden voor beleidsparticipatie
Eenmaal de overleg en ondersteuningsstructuur duidelijk is kan er doelgericht met de inventaris aan de slag worden gegaan. In 2012 ronden we deze strategische actie af.
Werkdoel 1 (politiek)
Werkdoel 1 (politiek)
We blijven in 2011 op het niveau van uitwisselen en inventariseren.
De analyse en conclusies uit de inventaris proberen we in te bedden binnen een meer functionele overlegstructuur.
Eventueel kan de link naar het ‘Project 2012’ en de ‘verkenning van de randvoorwaarden beleidsparticipatie’ een mogelijke stimulans geven aan het 50
Oost-Vlaams Samenwerkingsoverleg. Het structureel overleg is opgestart. Aan de hand van een inventaris worden de bestaande en potentiële samenwerking in beeld gebracht. Dit moet leiden tot het faciliteren van de samenwerking tussen de drie sectoren op lokaal en regionaal niveau en het nemen van gemeenschappelijke initiatieven op OostVlaams niveau.
Besluit
Eenmaal de overleg en ondersteuningsstructuur duidelijk is kan er doelgericht met de inventaris aan de slag worden gegaan. Het is de bedoeling deze strategische actie af te ronden.
SA-GR-2.3. AOA ‘Actieve deelname aan acties en overleg op Vlaams en Federaal niveau in het kader van de armoedebestrijding’ (GR-AOA-VFRA) 1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Vanuit onze projecten en uitwerking van onze programma’s trachten we actief deel te nemen aan relevante overlegmomenten. We betrachten hierbij de inhoudelijke resultaten en aanbevelingen uit onze werking op deze fora in te brengen. Dit draagt bij tot het versterken van de stem van maatschappelijk kwetsbare groepen bij de realisatie van de sociale grondrechten op bovenlokaal niveau (provinciaal, Vlaams, Federaal). Werkdoel 1 (politiek) Oplossingsactoren nemen op bovenlokaal niveau oplossingsgerichte maatregelen, rekening houdend met de noden van de maatschappelijk kwetsbare doelgroep
Indicatoren Overleggen met oplossingsactoren.
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee De inbreng op overleggen gebeurt vanuit de projectwerking met de doelgroep binnen het programma grondrechten.
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
De ‘Werkgroep Acties van het Nationaal Actieplan Sociale inclusie’ veranderde van naam en heet nu Het Belgisch Platform Armoedebestrijding en sociale uitsluiting.
De werking van het Belgisch Platform werd hoofdzakelijk opgevolgd via de sectorsamenwerking maatschappelijke dienstverlening. 51
Het Belgisch Platform werd hoofdzakelijk opgevolgd via het Sectoroverleg Maatschappelijke Dienstverlening. In het kader van 17 oktober worden er op Vlaams /Federaal niveau verschillende initiatieven genomen, waarbij is opgeroepen vanuit de Sector Samenlevingsopbouw om deel te nemen aan de initiatieven. Van een centraal aangestuurd initiatief vanuit de Vlaamse Welzijns- en armoedesector en het middenveld is momenteel geen sprake. Resultaten
Besluit
Om een sterk signaal te geven richting Vlaams, Federaal en Europees beleidsniveau zou het een goede zaak zijn mocht in het kader van 17 oktober een centraal aangestuurd initiatief in het kader van zijn vanuit de Vlaamse Welzijns- en armoedesector en het middenveld naast de lokale initiatieven. Nu is die aansturing er niet en kennen de momenten met nationale weerklank een matige opkomst. We blijven ijveren om te komen tot een centraal aangestuurd initiatief.
Werkdoel 1 (politiek)
Werkdoel 1 (politiek)
Er is deelgenomen aan het Belgisch Platform Armoedebestrijding en sociale uitsluiting
Er is deelgenomen aan het Belgisch Platform Armoedebestrijding en sociale uitsluiting
Het is meer aangewezen om het Belgisch Platform op te volgen vanuit het Sectorsamenwerkingsverband maatschappelijke dienstverlening. Het is niet haalbaar gebleken om te komen tot een meer centraal aangestuurd initiatief
In functie van een functionele opvolging van het Belgisch Platform en de organisatie van 17 oktober dienen er afspraken gemaakt te worden.
PROGRAMMA MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
SA-MD-1.1. Project ‘onderbescherming Zuid-Oost-Vlaanderen (PR-MD-OBZO)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Uit de provinciale doelgroepenbevraging ‘Grondrechtenboom’ (2006-2007) bleek dat de maatschappelijk kwetsbare groepen een groot belang hechten aan een voldoende ruim en kwaliteitsvol aanbod van maatschappelijke dienstverlening, de basisopdracht van de OCMW’s, zoals verwoord in de organieke wet van 1976. Echter, een belangrijke groep rechthebbenden op maatschappelijke dienstverlening krijgt deze steun om diverse redenen niet. Men spreekt in dit geval van ‘onderbescherming’, een vorm van sociale uitsluiting die zich sterk manifesteert op het platteland bij eenpersoonshuishoudens en zelfstandigen. Met het onderzoeksproject ‘Leven (z)onder leefloon’ onderzocht het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) het fenomeen ‘onderbescherming’ en als oplossing stellen de onderzoekers proactief handelen voor. Dit is een vorm van dienstverlening waarbij de overheid op eigen initiatief naar de inwoner op basis van informatie die bij de overheid bekend is een dienstverleningsproces start. Beide elementen samen leidden er toe dat we eind 2009 de mogelijke opstart van het project ‘Onderbescherming en Proactief Handelen’ in de regio Zuid-Oost-Vlaanderen verkenden. Het project betracht samen met rechthebbenden op maatschappelijke dienstverlening, OCMW’s, CAW’s en andere betrokken derde actoren die elementen te detecteren die 52
onderbescherming in de hand werken. In dialoog komen ze tot concrete verbeteringsacties. Dit Draagt bij tot de verhoging van een kwalitatief aanbod van maatschappelijke dienstverlening. Het project loopt van 01/01/2010 tot 01/07/2012. Op basis van een kandidatuurstelling door de OCMW’s selecteerden we vijf pilootgemeentes: Zwalm, Zottegem, Oudenaarde, Geraardsbergen en Herzele. Als selectiecriteria werden gehanteerd: situering in een landelijke context, engagement, garanties voor doelgroepbereik en regionale spreiding. Voor gemeentes die slechts gedeeltelijk in het Leadergebied liggen, richten we onze acties vooral op die deelgemeentes die wel in het Leadergebied zijn gesitueerd. Regionale partners volgen het project van nabij op in functie van de overdraagbaarheid. De resultaten brengen we ook op provinciaal, Vlaams en Federaal niveau. Het project wordt wetenschappelijk ondersteund door HIVA KU-Leuven. De stuurgroep van het project bestaat uit CAW Zuid- Oost-Vlaanderen, CAW Delta, CAW-Regio Aalst, RWO Oudenaarde, RWO-ARA, Steunpunt Welzijn, Vereniging Waar Armen het Woord Nemen ‘Mensen voor mensen’, Afdeling Welzijn en samenleving Vlaamse Gemeenschap, Staatssecretariaat Maatschappelijke Integratie en armoedebestrijding en deelnemende OCMW’s (OCMW’s Geraardsbergen, Oudenaarde, Zwalm, Zottegem en Herzele), HIVA- KULeuven en CERA. Werkdoel 1 (agogisch) De doelgroep is georganiseerd met het oog op het verwerven van inzicht in de problematiek en deelname aan oplossingsgerichte initiatieven inzake onderbescherming.
Werkdoel 2 (politiek) De oplossingsactoren zijn bereid om de lokale problematiek inzake onderbescherming aan te pakken, rekening houdend met de specifieke noden van de doelgroep
Indicatoren Doelgroepbijeenkomsten, acties
Indicatoren Dialoogbijeenkomsten, dossiers, verslag, nieuwsbrief, beleidsoverleg.
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012 Evaluatie 2011 Werkwijze en strategieën
In 2010 werd in 5 gemeentes de dialoog gevoerd met administratie, beleid, rechthebbenden en potentiële rechthebbenden over welke factoren er onderbescherming in de hand werken en werd een plan opgesteld met verbeteracties. Vanaf 2011 worden deze verbeteracties
Planning 2012 In 2012 worden de verbeteracties verder gerealiseerd: Zorgnetwerk (Herzele) Foldernetwerk (Oudenaarde en Zwalm) Erfbetredersnetwerk (Oudenaarde) 53
gerealiseerd. De wetenschappelijke ondersteuning door HIVA KULeuven garandeert een kwalitatieve rapportage en analyse van de projectresultaten. Zowel op lokaal als op bovenlokaal vlak werden er diverse initiatieven genomen om de projectresultaten te verspreiden via nieuwsbrieven, overlegtafels, deelname aan studiedagen, tijdschriftartikels … Om zowel bereikte als niet bereikte rechthebbenden te betrekken werd de doelgroep toegeleid door de deelnemende OCMW’s en diverse sleutelfiguren. Van april tot en met juli werden in de 5 pilootgemeentes bevragingen georganiseerd bij OCMW-bestuur, OCMW-sociale dienst, OCMWcliënten (rechthebbenden) en niet-bereikte rechthebbenden 133 personen bevraagd over onderbescherming: 59 personen van het OCMW (beleid en sociale dienst), 52 doelgroepleden en 32 sleutelfiguren. Naast de bevraging was er ook terugkoppeling van de resultaten en dialoog over de verbeteracties. Bijkomend zijn er ook 5 momenten georganiseerd voor de sleutelfiguren In 2011 en 2012 ligt de focus op de realisatie van de verbeteracties. In dat kader vonden er 43 overleggen plaats met de lokale OCMW’s aangevuld met lokale partners die de actie mee realiseren. IN deze periode werden er 7 doelgroepbijeenkomsten en 3 dialoogmomenten lokaal georganiseerd. Op regionaal niveau vonden er 7 bijeenkomsten plaats met de OCMW’s 5 met de doelgroep en 3 overlegbijeenkomsten met de OCMW’s en doelgroep. In het kader van de realisatie van verbeteracties vonden er in de 5 pilootgemeentes een 20-tal bijeenkomsten, waarvan 10 met de OCMW's en & met 7 met de doelgroep plaats en 3 dialoogbijeenkomsen met de doelgroep en het OCMW. Er waren 4 regionale bijeenkomsten met de OCMW's en twee regionale bijeenkomsten met de doelgroep. Resultaten
Scharniernetwerk (Overkoepelend) Huistaakbeleiding (Zottegem) Valpreventie (Zottegem) Zilvergrijsgewijs (Geraardsbergen) Kwaliteit Nazorg (Overkoepelend) Springplank (Geraardsbergen) Proactieve woonbegeleiding (Oudenaarde) Gezinsdag (Zwalm) Zitdag Efrem (Geraardsbergen) Dorpsrestaurant (Herzele) Jongerenocmwraad (Zottegem en Geraardsbergen) Binnen het project ‘Onderbescherming en proactief handelen’ is het belangrijk om de opgedane kennis te verspreiden en bekend te maken, onder meer als inspiratie voor andere OCMW’s en organisaties om ook preventief en proactief te handelen. Op het projecteinde (juni 2012) worden daarom enkele producten gerealiseerd: publicatie, film, facebook-pagina en een slotmoment. Bedoeling is dat de filmpjes, de artikels en verslaggeving van het slotmoment op de facebook-pagina worden gepost. Het HIVA werkt aan een uitgebreid wetenschappelijk artikel samen met een bundeling van de onderzoeksresultaten. Als voorbouw op dit project wordt er op Vlaams niveau het Project Lokaal Proactief Kader uitgewerkt. Op Oost-Vlaams niveau wordt in overleg met de Verenigingen waar armen het woord nemen, Uit De Marge, de CAW’s en Samenlevingsopbouw Gent bepaald hoe in welke gemeentes het project wordt gerealiseerd. Voor Samenlevingsopbouw is het belangrijk om de Geïntegreerde basisvoorzieningen mee te pakken in het verhaal. Belangrijke randvoorwaarde is ook dat er middelen worden gevonden voor de tewerkstelling van de opbouwwerker. Hiertoe is een dossier ingediend bij de provincie. Ook andere pistes worden verkend
Werkdoel 1 (agogisch)
Werkdoel 1 (agogisch)
Op diverse wijze is de doelgroep betrokken bij de realisatie van de verbeteracties, zowel op lokale als regionale bijeenkomsten
De doelgroep wordt verder betrokken bij de realisatie van de verbeteracties op lokale en bovenlokale bijeenkomsten.
Werkdoel 2 (politiek)
Werkdoel 2 (politiek)
In 2011 zetten de lokale OCMW’s samen met partners verschillende
In 2012 zetten de lokale OCMW’s samen met partners verschillende verbeteracties 54
verbeteracties die inspelen op de noden van de maatschappelijk kwetsbare groepen. De wetenschappelijke opvolging van de verbeteracties leidt tot een wetenschappelijk rapport en de toepasbare beschrijving in functie van de overdraagbaarheid van de projectresultaten. Deze producten zullen pas gefinaliseerd worden in de loop van 2012 Besluit
Alle OCMW’s hebben een concrete planning opgemaakt voor de realisatie van de verbeteracties en zijn ermee gestart. Ook de bovenlokale acties zijn concreet gepland en opgestart. We kunnen meer dan hopen dat er in de loop van 2011 effectief verschillende verbeteracties worden gerealiseerd. Het hele proces, de visievorming rond onderbescherming en de gerealiseerde verbeteracties binnen het kader van het wetenschappelijk luik - dat wordt gerealiseerd door HIVA KU-Leuven - op een kwaliteitsvolle wijze analyseren en beschreven vormt de uitdaging voor 2011. De eindpublicatie kan immers een grote steun betekenen met het oog op ons beleidsbeïnvloedend werk inzake de problematiek van onderbescherming in Oost-Vlaanderen en de overdraagbaarheid van de projectresultaten.
die inspelen op de noden van de maatschappelijk kwetsbare groepen. De wetenschappelijke opvolging van de verbeteracties leidt tot een wetenschappelijk rapport en de toepasbare beschrijving in functie van de overdraagbaarheid van de projectresultaten. Deze producten zullen worden gefinaliseerd worden in de loop van 2012
Er zijn verschillende verbeteracties gerealiseerd 2012. Er is een model naar voor geschoven hoe lokaal proactief handelen en we staan nog voor de uitdaging om de projectresultaten op een sterke en kwalitatieve manier voor te stellen op het slotmoment, publicatie, facebook-pagina en film. Het project heeft rechtstreeks bijgedragen aan de opstart van een Vlaams project Lokaal proactief handelen en meer algemeen heeft het project bijgedragen aan en grotere aandacht voor de problematiek.
SA-MD-2.1. Project ‘Grondrechtenboom Meetjesland’ – dialoog maatschappelijke dienstverlening (MD-PR-GBME) 1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Uit de provinciale doelgroepenbevraging ‘Grondrechtenboom’ (2006 – 2007) blijkt dat de kwaliteit en het aanbod van maatschappelijke dienstverlening één van de prioriteiten is van maatschappelijk kwetsbare groepen. Als antwoord hierop engageerden de 13 Meetjeslandse OCMW’S, verenigd in de Welzijnsband, zich om hierover in dialoog te gaan. Dit engagement vormde de aanleiding om een project ‘Grondrechtenboom Meetjesland’ op te zetten. Het doel van het project is om een regionale dialoog op te zetten met maatschappelijk kwetsbare groepen en OCMW’s over de toegang en het aanbod van de maatschappelijke dienstverlening. Deze regionale dialoog draagt bij tot de betrokkenheid van maatschappelijk kwetsbare groepen bij het lokale beleid betreffende maatschappelijke dienstverlening. Het project loopt van 2008 tot en met 2012. In de loop van het project betrekken we diverse maatschappelijk kwetsbaren in een gefaseerd, laagdrempelig en methodisch beleidsparticipatieproces. We werken hiervoor samen met diverse sleutelorganisaties om deze groepen te bereiken. In het eerste jaar van de regionale dialoog voorzien we groepsbijeenkomsten met maatschappelijk kwetsbare groepen, om hun prioriteiten te bepalen en beleidsvoorstellen op te maken, die de basis moeten vormen voor verder dialoog met de betrokken OCMW’s. Vervolgens voorzien we een oplossingsgerichte werking rond prioritaire thema’s die uit de 55
dialoog worden geselecteerd om verder op door te werken. Deze zijn Vrije tijd, Gezondheid, Aanvullende steun en Proactieve Dienstverlening. We realiseren dit project in een breed netwerk. Naast de 13 OCMW’s en de maatschappelijk kwetsbare groepen zijn ook diverse partners uit de welzijnsector betrokken. Een stuurgroep (OCMW Sint-Laureins, OCMW Maldegem, Welzijnsband Meetjesland, Vereniging waar armen het woord nemen Wijkcentrum De Kring, CAW Visserij, RWO Meetjesland en Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen) volgt het project van nabij op.
Werkdoel 1 (agogisch) De doelgroep is georganiseerd met het oog op het verwerven van inzicht in de problematiek inzake het aanbod en de kwaliteit van maatschappelijke dienstverlening in het Meetjesland en deelname aan oplossingsgerichte initiatieven Werkdoel 2 (politiek) De oplossingsactoren nemen concrete maatregelen om de problematiek inzake aanbod en de kwaliteit van maatschappelijke dienstverlening in het Meetjesland aan te pakken rekening houdend met de specifieke noden van de doelgroep.
Indicatoren Doelgroepbijeenkomsten,
Indicatoren Dialoogbijeenkomsten, dossiers, verslag, nieuwsbrief, beleidsoverleg)
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
Het project zit in zijn eindfase en het is de bedoeling zoals gepland om het project af te ronden in 2012.
In de eerste helft van 2012 wordt het traject afgerond zoals beschreven in 2011.
We maken de globale evaluatie dat het huidige kader zijn meerwaarde heeft bewezen en we de meerwaarde op het vlak van aanpak en resultaten moeten beschrijven. Om op de resultaten van het project verder te kunnen inspelen is het wenselijk een meer gefocuste en oplossingsgerichte aanpak te kiezen.
Tegen juni 2012 wordt het project afgerond. Op een slotmoment, in een film en in een publicatie worden de projectresultaten voorgesteld.
Momenteel wordt er binnen 3 domeinen/ prioritaire thema’s oplossingsgericht gewerkt: gezondheid, vrije tijd en aanvullende steun. De kerngroep van doelgroepleden telt 16 unieke deelnemers.
Voortbouwend op de projectresultaten verkennen we in de twee helft van 2011 om rond gezondheid en inkomen verder te werken. Voor inkomen baseren we ons op het traject dat op sectorniveau wordt uitgetekend binnen het kader van het sectorsamenwerkingsverband maatschappelijke dienstverlening. Er wordt verkend of en hoe er praktijk kan 56
Op het vlak van gezondheid en vrije tijd werken we samen met de OCMW’s en de doelgroep enkele goede voorbeelden uit die extern worden verspreid. Daarnaast loopt er een verkenning over de realisatie van een systeem van forfaitaire gezondheidszorg in de landelijke context. De aanvullende steun van de 13 OCMW’s bekijken we door de bril van de budgetstandaard met als bedoeling een aantal aanbevelingen te kunnen formuleren in functie van meer harmonisering en transparantie. De werking binnen de 3 domeinen bouwt voort op de 20 beleidsaanbevelingen van de doelgroep. Dit geheel wordt gerealiseerd binnen een Open Participatief Netwerk (doelgroepenmatrix, kerndoelgroep, stuurgroep …)
worden ontwikkeld. Bedoeling is dat er binnen deze Vlaamse strategie er enkele pilootprojecten worden opgestart. Inkomen Binnen het kader van dit Vlaamse traject kan er een project in het Meetjesland rond inkomen worden opgestart. Concrete aanknopingspunten zijn de toepassing van REMI in Eeklo en het zoeken naar inkomensverhogende initiatieven (coöperaties, lets, tips om met weinig geld menswaardig te leven …) zonder daarom het debat uit te weg te gaan van een leefloon dat boven de armoedegrens moet uitstijgen.
De meerwaarde dienen we op deze verschillende terreinen te beschrijven.
Gezondheid
Gezondheid
We zoeken naar een model waardoor er een meer preventief en toegankelijker gezondheidszorg aanbod kan komen in de landelijke context. De meerwaarde die in de stedelijke context wordt gerealiseerd via de wijkgezondheidscentra zou ook mogelijk moeten zijn binnen de landelijke context. De vraag ligt voor of het forfaitaire systeem waarop de wijkgezondheidscentra zich baseren ook toepasbaar is in de landelijke context of kan er met de andere systemen ook een structureel en duurzaam aanbod worden gerealiseerd. Deze vraag willen we beantwoorden samen met de relevante stakeholders. De collega’s van RISO Vlaams Brabant zijn in het Pajottenland bezig met een gelijkaardig traject. De wil is er om vanuit beide projecten een Vlaamse traject op te zetten met als nader te omschrijven doelstellingen modelontwikkeling en exertiseontwikkeling toegankelijke en preventieve gezondheidszorg binnen de plattelandscontext met de praktijk in het Meetjesland en het pajottenland als concrete case. Op Vlaams niveau wordt hierrond een stuurgroep gevormd met relevante stakeholders. Op lokaal niveau worden er eveneens stuurgroepen gevormd met de lokale stakeholders. Binnen het kader van dit traject kunnen er reeds preventieve initiatieven rond gezondheid worden ontwikkeld waarrond de doelgroep ook nauwe kan worden betrokken zonder daarom de focus op lange termijn te verliezen
Intervisiegroep gezondheid: De intervisiegroep rond gezondheid samengesteld uit enkele OCMW’s, Logo gezond+, de doelgroep, mutualiteiten en CAW werkt enkele concrete voorstellen uit hoe OCMW’s gezondheidspreventie in hun basisaanbod kunnen opnemen zowel binnen het kader van een hulpverlening als binnen doelgroepgericht preventief aanbod. Deze groep kwam 4 keer samen rond de thema’s gezondheidskloof, psychische gezondheid, zorgnetwerken en toegankelijkheid van de huisartsgeneeskunde/derdebetalersregeling. Tegelijkertijd werden cases besproken aangedragen vanuit de OCMW’s. Deze resultaten werden gebundeld en vormen de basis voor een brochure. Adviesgroep landelijk gezondheidscentrum: Een zware tegenreactie van de huisartsen maakte het onmogelijk om de verkenning of een landelijk gezondheidscentrum met het forfaitair systeem mogelijk is op een neutrale manier te realiseren binnen het beschikbare tijdsbestek. Er is beslist om de zaken rustig te overwegen en het initiatief herop te nemen in juni 2012. Vrije tijd Er zijn drie pilootprojecten gerealiseerd in Assenede, Maldegem en Evergem die een concrete oplossing realiseren voor de ontoegankelijkheid van het vrijetijdsaanbod is samenwerking met de lokale OCMW’s, aanbieders van vrije tijd, de doelgroep, DEMOS … Aanvullende steun Op basis van de budgetstandaard (Storms, KHK / Van den Bosch, UA) is de aanvullende steun geïnventariseerd door de OCMW’s en de doelgroep
57
(doelgroepenmatrix). Natascha Van Mechelen, UA verwerkte dit materiaal en formuleerde enkele aanbevelingen. Op basis van deze aanbevelingen bepalen we in overleg met de stuurgroep wat er met deze aanbevelingen kan gebeuren binnen het kader van het project. De ambitie is in de eerste plaats dat we de algemene kritiek van te weinig transparant en te weinig gelijk aantonen. Met de stuurgroep kunnen we bepalen wat er met de aanbevelingen binnen het kader van het project gebeurt. Of anders gezegd, zien we met de stuurgroep een mogelijkheid om enkele aanbevelingen ingang te doen vinden in de OCMW’s, we dienen hier geen hoge verwachtingen bij te stellen. Op een dialoogavond met 35 aanwezigen werd de budgetstandaard en digitale toepassing voorgesteld naast een pleidooi om te komen tot een meer geharmoniseerde aanvullende steun op een aantal cruciale domeinen. Dit traject heeft er toe geleid dat Eeklo ervoor koos om de digitale toepassing van de budgetstandaard REMI experimenteel toe te passen binnen het OCMW van Eeklo.
Resultaten
Werkdoel 1 (agogisch)
Werkdoel 1 (agogisch)
Aan de hand van de doelgroepenmatrix worden georganiseerde en niet georganiseerde groepen bijeengebracht in het kader van de projectafronding.
Aan de hand van de doelgroepenmatrix worden georganiseerde en niet georganiseerde groepen bijeengebracht over de aanvullende steun.
De doelgroep is vertegenwoordigd in de intervisiegroep gezondheid.
De doelgroep is vertegenwoordigd in de intervisiegroep gezondheid.
De kerngroep samengesteld uit de groep die wordt bereikt via de doelgroepenmatrix komt maandelijks samen om de globale projectrealisatie op te volgen
De kerngroep samengesteld uit de groep die wordt bereikt via de doelgroepenmatrix komt maandelijks samen om de globale projectrealisatie op te volgen
Werkdoel 2 (politiek) Gezondheid Vrije tijd Aanvullende steun De intervisiegroep kwam in 2011 4 keer samen Intervisiegroep gezondheid: gezondheidskloof, zorgnetwerken, psychische gezondheid, en toegankelijkheid van de huisartsgeneeskunde zijn de behandelde thema’s, naast concrete cases vanuit de OCMW’s waar gezondheid aan bod kwam. Besluit
Het project zit in zijn eindfase.
Het project wordt afgerond. De projectresultaten worden voorgesteld op
Bedoeling is om het project in een grote mate af te rond eind dit jaar begin
Op het vlak van aanvullende steun, vrije tijd en gezondheid zijn er resultaten 58
2012. om de resultaten op het vlak proces als product te presenteren op een dialoogdag in juni 2012. Er dienen zich kansen aan om vanuit dit project verder te werken op de resultaten: de uitbouw van een forfaitair landelijk gezondheidscentrum in het Meetjesland en een werking rond aanvullende steun/inkomen binnen een sectoraal kader in het Meetjesland of elders.
bereikt. Het is moeilijk gebleken om alle OCMW’s blijvend betrokken te houden bij het project, wat de projectrealisatie heeft bemoeilijkt.
SA-MD-3.1. Project ‘GIB Lokeren’ (MD-PR-GBLO)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Met de uitbouw en realisatie van een geïntegreerde basisvoorziening willen we de maatschappelijke participatie van maatschappelijk kwetsbare groepen in Lokeren helpen bevorderen en zodoende meer kansen creëren voor maatschappelijk kwetsbare groepen in het Lokerse, zodat hun recht op een menswaardig leven beter kan worden gegarandeerd. De uitwerking ervan gebeurt vanuit een lokaal draagvlak en in nauwe betrokkenheid met de lokale doelgroepen. Uit de (project)verkenning bleek een voldoende ruim draagvlak te bestaan bij lokale partners/diensten om een geïntegreerde basisvoorziening uit te bouwen, met een op elkaar afgestemd aanbod in functie van reële noden van maatschappelijk kwetsbare groepen in Lokeren. De geïntegreerde basisvoorziening zou een onderkomen kunnen bieden aan al bestaande diensten vanuit verschillende welzijnsorganisaties die zich richten tot maatschappelijk kwetsbare groepen (w.o. materiële hulpverlening, huistaakbegeleiding/vrijetijdswerking voor kinderen en jongeren) en of nog uit te bouwen diensten (o.m. laagdrempelige ontmoetingsruimte, maatschappelijke dienstverlening, openbare computerruimte, sociaal restaurant, kinderopvang, initiatieven met betrekking tot beleidsparticipatie van maatschappelijke kwetsbare doelgroepen, …). De uitbouw ervan zal verder op een participatieve wijze tot stand worden gebracht in nauwe betrokkenheid met de lokale doelgroepen (o.m. via een doelgroepenbevraging) en zoals hoger al gesteld binnen het kader van een breed netwerk van samenwerkende organisaties. Werkdoel 1 (agogisch) De doelgroep is georganiseerd met het oog op het verwerven van inzicht in de problematiek inzake het aanbod en de kwaliteit van maatschappelijke dienstverlening in Lokeren, vanuit en binnen het kader van de geïntegreerde basisvoorziening zijn ze betrokken bij oplossingsgerichte strategieën. Werkdoel 2 (politiek) De oplossingsactoren nemen concrete maatregelen om de problematiek inzake aanbod en de kwaliteit van maatschappelijke dienstverlening in lokeren aan te pakken rekening houdend met de specifieke noden van de doelgroep, vanuit en binnen het kader van de geïntegreerde basisvoorziening
Indicatoren Doelgroepbijeenkomsten, vrijwilligersbijeenkomsten
verslaggeving,
vormingen,
ontspanningsactiviteiten,
Indicatoren Beleidsoverleg, dialoogbijeenkomsten, verslaggeving
59
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
De rol van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen in de uitbouw van Ontmoetingshuis ‘De Moazoart’ is dubbel. Enerzijds is Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen trekker van het samenwerkingsverband dat de geïntegreerde basisvoorziening uitbouwt, anderzijds is Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen ook verantwoordelijk, naast de andere samenwerkingspartners, voor de uitbouw van een deel van het aanbod.
Om Ontmoetingshuis ‘De Moazoart’ duurzaam in te bedden wordt er gewerkt op 3 sporen: Erkenning als Vereniging Waar Armen het Woord Nemen, Erkenning binnen de lokale diensteneconomie, duurzame lokale basisfinanciering.
In samenwerking met doelgroepleden, vrijwilligers en partnerorganisaties werd het basisaanbod uitgebouwd.: wekelijks ontbijt, openbare computerruimte, ontmoetingsactiviteit voor vrouwen. Een aanbod dat we zoveel ‘De Moazoart’ is de plek waar maatschappelijk kwetsbare groepen kunnen versterkt worden in functie van hun maatschappelijke en beleidsparticipatie. Het is een specifieke doelstelling om op termijn, in de schoot van ‘De Moazoart’, een erkenning als vereniging waar armen het woord nemen te bekomen, opdat de doelgroepwerking een structurele inbedding kan krijgen. Mogelijke thema’s zijn geënt op de werking van ‘De Moazoart’ zowel van Samenlevingsopbouw OostVlaanderen als de samenwerkingspartners: maatschappelijke dienstverlening, gezondheid, onderwijs, digitale kloof … Naast de verdiepende doelgroepwerking worden er vormingen georganiseerd gekoppeld aan het wekelijks ontbijt. Ieders Stem Telt vormde de aanleiding om meer beleidsgericht te gaan werken met de doelgroep. Eind 2011 werd het pand in de Krekelstraat 9 na een lange zoektocht betrokken. Dit betaling van de huur en huisvestingskosten worden gefinancierd via fondsenwerving en de inbreng van het samenwerkingsverband.
In mei wordt de erkenningsaanvraag als vereniging waar armen het woord nemen ingediend en door de schenking van een gebouw dient er zich de mogelijkheid aan om te voorzien in een duurzame huisvesting op lange termijn. Hiervoor dient wel een volledige renovatie en bijhorende fondsenwerving te gebeuren. De planning en opstart hiervan gebeurt in 2012. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 14-10-2012 kunnen er opnieuw gesprekken worden opgestart met OCMW of Stadsbestuur over een mogelijke lokale financiering of convenant mogelijk is. Voor de erkenning binnen de lokale diensteneconomie is er ook een inbreng van de lokale overheid nodig. Op het vlak van basiswerking wordt het bestaande aanbod (ontbijt, openbare computerruimte verder uitgebouw) en wordt er rond BABBELonië een vrouwenwerking uitgebouwd. Begin 2012 is de vzw Ontmoetingshuis De Moazoart opgericht. Dit zat in de pijplijn in functie van de lokale verankering van De Moazoart en was nodig om de Schenking van het gebouw te kunnen ontvangen en in het licht van de Erkenning als Vereniging waar armen het woord nemen. Er is gekozen voor een minimale samenstelling van de vzw die in de loop van 2012 wordt verbreed. We zoeken naar mogelijkheden om de modelontwikkeling van de basisvoorziening te beschrijven. Eventueel kan het pilootproject lokaal proactief hiervoor een kans bieden.
Tegelijkertijd is de nodige tijd en energie gaan naar het verder smeden van het samenwerkingsverband, de inrichting van de locatie, het zoeken van tijdelijke fondsen en zoeken naar een structurele financiering van ‘De Moazoart’.
60
Resultaten
Werkdoel 1 (agogisch)
Werkdoel 1 (agogisch)
De uitbouw van ontmoetingsaanbod, het vormingsaanbod de themagerichte doelgroepwerking binnen een geïntegreerd kader biedt een ondersteunende omgeving in functie van beleidsdialoog en oplossingsgerichte initiatieven.
De uitbouw van ontmoetingsaanbod, het vormingsaanbod de themagerichte doelgroepwerking binnen een geïntegreerd kader biedt een ondersteunende omgeving in functie van beleidsdialoog en oplossingsgerichte initiatieven.
Het wekelijks ontbijt bereikte wekelijks gemiddeld 14 personen.
Naast de verdere uitbouw van de bestaande werking wordt er in 2012 gefocust op de uitbouw een vrouwenwerking die vanuit een laagdrempelig ontmoetingsen vormingsaanbod komt tot een themagerichte meer politieke werking.
Ieders Stem Telt vormde de aanleiding om meer beleidsgericht te gaan werken met de doelgroep. Telt vormt Vanuit themagerichte werking is het de bedoeling om binnen het kader ‘De Moazoart’ en via dialoog met oplossingsactoren oplossingen te realiseren voor de doelgroep aangekaarte noden.
Het dossier dat is opgebouwd naar aanleiding van Ieders Stem Telt en de reacties van de politieke partijen biedt voor de werking in Lokeren een stevige onderbouw om beleidsgericht aan de slag te gaan met de doelgroep
De start van de werking in een eigen locatie is een belangrijke randvoorwaarde.
Besluit
Werkdoel 2 (politiek)
Werkdoel 2 (politiek)
Het bestaande samenwerkingsverband CAW Waasland, welzijnschakel Horizon vzw en Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen is verder uitgebouwd en bij de realisatie van de werking wordt met andere actoren nauw samengewerkt: Gezondheidscentrum, Vormingsplus, Volwassenenwerking.
Binnen het kader van het samenwerkingswerkingsverband Onmoetingshuis De Moazoart worden door verschillende partners een concreet aanbod gerealiseerd voor maatschappelijk kwetsbare groepen. Na 14 oktober wordt de dialoog met het lokale beleid opgenomen. De realisatie van een eigen gebouw voor Ontmoetingshuis De Moazoart is een belangrijke randvoorwaarde voor een duurzame werking op lange termijn.
Met de betrekking van het pand in de Krekelstraat 9 is de werking definitief gelanceerd. Het aanbod kent veel deelnemers, de samenwerkingsverband werkt en het draagvlak is groot met de druk bijgewoonde opening als bewijs.
Naast een bestendiging van de resultaten op het vlak van doelgroepbereik en netwerkvorming ligt de uitdaging er om de Ontmoetingshuis De Moazoart structureel uit te bouwen. De kans die we krijgen door de schenking van een gebouw dienen we met beide handen te grijpen en na 14 oktober 2012 dienen we opnieuw gesprekken aan te knopen met het lokale beleid. Daarnaast kan de erkenning als vereniging waar armen het woord nemen een gedeeltelijk antwoord bieden op een duurzame financiering.
De keuze om het pand met eigen middelen en projectmiddelen te realiseren hield ook een stop in met de onderhandelingen met het OCMW. Dit betekent evenwel niet dat de dialoog met het lokale beleid stopt. De keuze is wel gemaakt om de werking verder uit te bouwen en na 14 oktober 2012 het gesprek opnieuw aan te knopen na een inschatting te hebben gemaakt van de politieke situatie.
SA-MD-4.1. AOA Op Provinciaal, Vlaams en Federaal niveau via inbreng vanuit onze doelgroepwerking actief deelnemen aan overleg en acties met betrekking tot het recht op maatschappelijke dienstverlening (MD-AOA-BLMD)
Dit gebeurt binnen het kader van SA-MD-4.
61
SA-MD-4.2. AOA ‘Deelname aan het samenwerkingsverband ‘Maatschappelijke dienstverlening’ van de sector Samenlevingsopbouw’ (MD-AOA-SVMD)
1 Omschrijving en werkdoelen Binnen de sector Samenlevingsopbouw is een Samenwerkingsverband Maatschappelijke Dienstverlening actief. De doelstelling van het Samenwerkingsverband Maatschappelijke Dienstverlening is het recht op maatschappelijke dienstverlening voor maatschappelijk kwetsbare groepen te verbeteren door te werken aan een toegankelijk en kwalitatief dienstverleningsaanbod waarin de participatie van maatschappelijk kwetsbare groepen gegarandeerd is. De meerwaarde die we nastreven binnen het samenwerkingsverband, situeert zich op 3 vlakken: -
Het vergroten van invloed op het beleid door gezamenlijke standpuntbepaling en beleidswerk en/of het onderschrijven van standpunten van 1 of enkele instituten. Vernieuwen en verrijken van praktijk door afstemming en gezamenlijke praktijkontwikkeling en expertiseontwikkeling. Het verhogen van de expertise m.b.t. MDV in de sector d.m.v. studiewerk, vorming, …
Deze 3 zaken staan in een causaal verband: geen beleidswerk zonder eerstelijnswerk. geen kwalitatief eerstelijnswerk en beleidswerk zonder de nodige expertise Aan het samenwerkingsverband nemen: RISO Vlaams-Brabant, Samenlevingsopbouw Antwerpen stad, Samenlevingsopbouw Brussel, Samenlevingsopbouw Gent, Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen, Samenlevingsopbouw Vlaanderen, Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen Werkdoel 1 (politiek) De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen is versterkt zodat bevoegde instanties en beleidsmakers de problemen, noden en behoeftes van maatschappelijk kwetsbare groepen kennen en er naar kunnen handelen i.f.v. de realisatie van hun recht op maatschappelijke dienstverlening.
Indicatoren Dossiers, beleidscontacten, acties, overleggen, visieteksten, praktijkuitwisseling, gemeenschappelijke projecten
Daarnaast beschikt de sector Samenlevingsopbouw over afgestemde, vernieuwde en verrijkte praktijk i.v.m. het recht op maatschappelijke dienstverlening.
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee Binnen het sectorsamenwerkingsverband brengen we de resultaten van de doelgroepwerking in uit alle projecten binnen het programma maatschappelijke dienstverlening. 62
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012 Evaluatie 2011 Werkwijze en strategieën
Het sectorsamenwerkingsverband kwam 6 keer samen, er namen 44 mensen deel aan de sectordag en er was overleg met Kabinet Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, VVSG, Steunpunt AWW / Vlastrov, Vlaams netwerk waar Armen het Woord Nemen, Uit de Marge, Decenniumdoelen 2017 Sectordag Maatschappelijke Dienstverlening Op 6 oktober 2011 vond de tweede sectordag plaats van het Samenwerkingsverband Maatschappelijke dienstverlening. Het centrale onderwerp was ‘Toereikend minimuminkomen’. De ontwerpvisietekst werd voorgesteld, bediscussieerd en door Josse Van Steenberge, professor emeritus faculteit Rechten aan de Universiteit Antwerpen en voorzitter “Samenwerking en Overleg” Lokaal Sociaal Beleid Antwerpen, kritisch onder de loep genomen. De opmerkingen werden later verwerkt in de visietekst. De inhoudelijke speerpunten van het Samenwerkingsverband Maatschappelijke Dienstverlening: proactieve dienstverlening, hoogte van het minimuminkomen, participatie van maatschappelijk kwetsbare groepen aan lokaal sociaal beleid. De doelstelling van het Samenwerkingsverband ‘Maatschappelijke Dienstverlening’ is het recht op maatschappelijke dienstverlening voor maatschappelijk kwetsbare groepen te verbeteren door te werken aan een toegankelijk en kwalitatief dienstverleningsaanbod waarin de participatie van maatschappelijk kwetsbare groepen gegarandeerd is. Om die doelstelling te realiseren bakenden we in 2011 een aantal concrete actiepunten af, met name: Proactieve dienstverlening, Op basis van het onderzoek over ‘Onderbescherming in Zuid-Oost-Vlaanderen door HIVA KU-Leuven en Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen, aangevuld met resultaten uit andere sectorpraktijk hoogte van het minimuminkomen (minimumuitkeringen en minimumloon) gebeurde een probleemanalyse en werd een beleidsvisietekst ontwikkeld. Deze beleidsvisietekst vormde de basis voor het project ‘Lokaal proactief kader’ dat in januari 2012 van start gaat.
Planning 2012 Toereikend minimuminkomen De sector Samenlevingsopbouw wil het debat over de verhoging van de minimumuitkeringen en het minimumloon aanzwengelen. De financiële druk op gezinnen neemt toe. Meer en meer mensen dreigen hun job te verliezen en moeten met een uitkering rondkomen. De huidige Belgische minimumuitkeringen volstaan niet om in de basisbehoeftes te voorzien en aan de samenleving deel te nemen. Daarom pleit de sector Samenlevingsopbouw voor het optrekken van de minimumuitkeringen tot boven de Europese armoedegrens. Bij het bepalen van de hoogte van vervangingsinkomens komt ook steeds de relatie met het minimumloon kijken. Er moet immers een voldoende spanning blijven tussen een vervangingsinkomen en het netto gewaarborgd minimumloon uit arbeid om de werkloosheidsval te vermijden. In 2011 werd de visietekst ‘Toereikend minimuminkomen’ afgewerkt. In 2012 verkennen we de mogelijkheden voor praktijkontwikkeling terzake. Timing: Vanaf januari 2012 verkennen praktijkontwikkeling Vanaf september 2012: implementeren eventuele praktijkontwikkeling Proactieve dienstverlening Al te veel blijven maatregelen verborgen voor wie ze initieel bedoeld zijn. Het Matteüseffect speelt hier zeer duidelijk. Naast het verhogen van uitkeringen is het garanderen van de bestaande uitkeringen voor de rechthebbenden noodzakelijk. Maatschappelijk kwetsbare groepen dienen tijdig de noodzakelijke ondersteuning te ontvangen, zodat ze hun precaire situatie stap voor stap kunnen rechttrekken of nog beter, voorkomen. De toekenning van rechten moet automatisch gebeuren door proactiever te werken en als overheid zelf initiatief te nemen om diensten aan te bieden, zonder dat de burger er moet naar vragen. In 2012 start het project ‘Lokaal proactief kader’. Het projectvoorstel speelt in op problematiek van onderbescherming. Onderbescherming betekent dat personen recht hebben op maatschappelijke dienstverlening maar deze om diverse redenen niet ontvangen. Als 63
Toereikend minimuminkomen In 2011 ging een Werkgroep Inkomen van start binnen het Samenwerkingsverband Maatschappelijke dienstverlening. Haar opdracht was het opmaken van een visietekst over een toereikend minimuminkomen. De opdracht werd eind december 2011 volbracht. Op basis van deze visietekst wordt vanaf 2012 bekeken worden wat de mogelijkheden zijn m.b.t. praktijkontwikkeling over ‘toereikend minimuminkomen’ binnen de sector Samenlevingsopbouw. Het verzamelde en uitgewerkte materiaal over inkomen werd verwerkt in een TerZake Cahier ‘Inkomen’, dat verschijnt in maart 2012. Participatie van maatschappelijk kwetsbare groepen aan lokaal sociaal beleid. Naar aanleiding van de tussentijdse evaluaties van de lokaal sociale beleidsplannen evalueerden ook wij de participatie van maatschappelijk kwetsbare groepen aan het lokaal sociaal beleid. We stelden een enquête op die in het voorjaar van 2011 werd afgenomen bij buurt- en opbouwwerkers die effectief betrokken zijn bij de ontwikkeling en uitvoering van het LSB-plan. Uit de bevraging bleek de tanende interesse voor Lokaal Sociaal Beleid bij de gemeentes. Het zal een uitdaging zijn om bij de verkiezingen van 2012 het lokaal sociaal beleid in beeld te houden.
oplossingskader schuiven we proactief handelen naar voor. Doelstelling: Op lokaal niveau wordt meer proactief gehandeld in de lokale beleidsvoering en het dienstverleningsaanbod. Daartoe worden in een 15-tal gemeentes pilootprojecten opgezet die proactieve dienstverlening implementeren binnen het vooropgestelde lokaal proactief kader. De pilootgemeentes worden opgevolgd door een expertisegroep. Vanuit de opvolging en analyse van de resultaten van de pilootprojecten formuleert de expertisegroep een handelingskader voor lokaal proactief handelen en beleidsaanbevelingen. Dit project wordt opgenomen binnen een samenwerkingsverband met o.a. SAW, Vlaams netwerk, Uit De Marge, VVSG, VVP, kabinet WVG, mutualiteiten, … en wetenschappelijk ondersteund door Steunpunt WVG. Timing: Voorjaar 2012: voorbereiding en bekendmaking Voorbereiden van het project + bepalen van criteria en selectie van de pilootgemeentes Najaar 2012 – voorjaar 2013: dialoogfase Verkennen van praktijk en formuleren van verbeteracties, opvolging en analyse i.f.v ontwikkelen beleidsaanbevelingen en handelingskader Jaar 203 – voorjaar 2014: realisatiefase Realiseren van de pilootprojecten Najaar 2014: Voorstellen resultaten Verkenning mogelijke thema’s
Beleidswerk
In 2012 verkent de beleidsgroep/stuurgroep van het Samenwerkingsverband Maatschappelijke dienstverlening de volgende thema’s:
Vlaams memorandum n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen Wat betreft beleidswerk formuleerden we in 2011 naar aanleiding van de gemeente- en provincieraadsverkiezingen het Vlaams memorandum ‘De 12 werken voor gemeenten en OCMW’s’. Dit gebeurde in samenwerking met: Welzijnszorg – Welzijnsschakels, Steunpunt en federatie AWW, Vlaams Netwerk van Verenigingen waar Armen het Woord nemen, Uit De Marge, socialistisch mutualiteiten en socio-culturele verenigingen.
Gezondheid (fysieke en geestelijke gezondheidszorg) Omgaan met papieren (vereenvoudiging, verstaanbare taal, systematiseren, …) Mensen Zonder papieren
M.b.t. maatschappelijke dienstverlening werden standpunten opgenomen over: Proactieve dienstverlening Toereikend minimuminkomen: basis van een menswaardig bestaan Sociale activering Beleidsvisietekst Proactieve dienstverlening De
beleidsvisietekst
‘Proactieve
dienstverlening
als
strijd
tegen 64
onderbescherming’ werd aangekaart bij Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen.
Vlaams
minister
van Welzijn,
Op basis van de beleidsvisietekst gaat begin 2012 het Project ‘Lokaal proactief kader’ van start, met ondersteuning van het kabinet Vandeurzen. Resultaten
Werkdoel 1 (politiek) Belangrijkste resultaten voor 2011 zijn de opzet van het project lokaal proactief kader en de voorbereiding die is gebeurd rond inkomen.
De belangrijkste beoogde resultaten voor 2012 zijn de opstart van het project lokaal proactief kader en de ontwikkeling van praktijk rond inkomen.
Besluit
Met de thema’s lokaal proactief kader en inkomen zijn er twee concrete thema’s waar er vanuit een sectorale strategie lokale praktijk wordt gerealiseerd.
Met de thema’s lokaal proactief kader en inkomen zijn er twee concrete thema’s waar er vanuit een sectorale strategie lokale praktijk wordt gerealiseerd.
PROGRAMMA WONEN
SA-WO-1.1. Project ‘Wonen aan de onderkant in Waas & Dender’ (WO-PR-WOWD)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Uit de resultaten van het project ‘Grondrechtenboom’ (2006-2007) is gebleken dat kwaliteitsvoller en betaalbaarder wonen voor de bevraagde groepen een prioritaire zorg is en dat zij anderzijds weinig impact lijken te hebben op lokaal beleid dat ter zake wordt gevoerd. Daarom willen we met dit project op een vernieuwende manier aan de meest kwetsbaren stem geven in het uittekenen en uitvoeren van een lokaal en regionaal sociaal woonbeleid en in de verbetering van hun woonsituatie. We hebben voor de realisatie van dit project de regio Waas & Dender gekozen omdat in deze regio verhoudingsgewijs veel woningen voorkomen van een lage kwaliteit, beperkte oppervlakte en er een groot aantal alleenwonenden, leefloners, kansarme gezinnen en andere kwetsbare groepen wonen. Bovendien bleek uit de gebiedsanalyse dat de regio Waas & Dender een hoog aandeel huurwoningen en meer in het bijzonder sociale huurwoningen telt en dat er heel veel kandidaat-huurders op de wachtlijst staan voor een sociale woning. In een eerste fase – de projectvoorbereiding die doorging in 2008-2009 – werd de problematiek verkend op basis van gesprekken met beleids-, woon- en welzijnsactoren en aan de hand van tal van gesprekken met de doelgroep. Dit gebeurde op basis van een doelgroepenmatrix die ons toeliet om alle mogelijke doelgroepen, verspreid over de regio, in de probleemformulering te betrekken. De bevindingen uit al deze gesprekken en de toetsing aan gegevens over de woonsituatie, tendensen en woonbeleid in de streek vonden in 2010 hun neerslag in een document dat met alle relevante actoren en de doelgroep werd besproken op een Trefdag in het voorjaar 2011.. Deze bespreking luidde de start in van de tweede fase waarbinnen de doelgroep en betrokken beleids-, woon- en welzijnsactoren de dialoog aangaan over de toegang tot hun recht op wonen zodat er – op basis van een duidelijke probleemformulering vanuit de beleving van de doelgroep - kan worden gewerkt aan effectieve beleidsmaatregelen en aan 65
structureel overleg tussen doelgroep en lokaal beleid en lokale en regionale woon- en welzijnsactoren. In functie daarvan wordt niet enkel een netwerk van doelgroepen uitgebouwd, maar ook een beleidsnetwerk dat kan optreden als oplossingsactor én voorpost voor het behartigen van de belangen van de doelgroep. Bijzonder aan dit project is dat we hiermee een antwoord bieden op de verzuchting van tal van gemeente- en OCMW-besturen om beleidsmatig aan de slag te gaan rond de woonproblematiek van de meest kwetsbaren en op hun wil om daarvoor in samenspraak met hen beleidsmaatregelen uit te werken.
Werkdoel 1 (algemeen) De thematiek van ‘wonen aan de onderkant in Waas en Dender’ is, in dialoog met actoren en doelgroep, verkend en bekendgemaakt
Werkdoel 2 (agogisch) Maatschappelijk kwetsbare bewoners zijn voldoende versterkt om mee te praten over gewenste en noodzakelijke veranderingen aan de woonsituatie van maatschappelijk kwetsbaren in de regio Waas en Dender
Werkdoel 3 (politiek) Diverse beleids-, woon- en welzijnsactoren hebben - in dialoog met de doelgroep of op basis van hun ervaringen en wensen - concrete maatregelen genomen en beleidsvisie ontwikkeld die de woonsituatie van kwetsbare mensen verbeteren.
Indicatoren (verslagen van) bevragingen van actoren en doelgroep rapport van bevragingen en feitenverzameling brochure met voornaamste feiten, meningen en werkpunten Trefdag overlegmomenten
Indicatoren (verslagen van) doelgroepbijeenkomsten en andere doelgroepcontacten aanwezigheid en inbreng van doelgroepleden op dialoogmomenten met actoren
Indicatoren (verslagen van) overlegmomenten met en van actoren aanbevelingen naar diverse beleidsniveaus concrete verbeteringsacties tevredenheid van bewoners over de beleidscorrecties
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en
Evaluatie 2011
Planning 2012
In 2011 startte de uitvoeringsfase van concrete verbeteringsacties en
In 2012 hanteren we de werkwijze en strategieën zoals die in 2011 werden 66
strategieën
beleidsaanbevelingen met betrekking tot toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van de woonmarkt en de woonactoren voor deze doelgroepen. De resultaten van het onderzoek en de workshops op de regionale Trefdag van 3 februari 2011 vormen de basis voor de verdere werking. Het actieplan dat daarop is uitgewerkt geeft richting aan te ondernemen acties door zowel Samenlevingsopbouw als andere actoren in de regio. Daartoe wordt een regionaal netwerk van geëngageerde beleids-, woon- en welzijnsactoren uitgebouwd waarbinnen Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen fungeert als trekker. Als uitvoerder zullen we binnen dit netwerk zelf een aantal deelprojecten uitvoeren in samenwerking met de doelgroep en andere actoren. De thematiek/doelgroep van die deelprojecten en de daarbij te hanteren methodiek zullen mede bepaald worden door de prioriteiten en de engagementen zoals die op de Trefdag werden vastgelegd. Het is de bedoeling om deze thematieken verder uit te spitten en beleidsaanbevelingen te formuleren of concrete verbeteringsacties op te zetten en die ook ruim te communiceren. In functie daarvan zullen we een netwerk van actoren en doelgroepen uitbouwen.
Resultaten
vastgelegd. Voor 2012 willen we ons vooral concentreren op de thematiek “(preventie van) uithuiszetting” (project dat we opzetten in samenwerking met RWO en CAW regio Dendermonde) en “energie(armoede) en woonkwaliteit”. Daarnaast gaan we in op thematieken die tijdens bewonersoverleg worden aangekaart en finaliseren we de in 2011 uitgespitte thematiek van “gemeentelijke huurtoelagen en huurwaarborgen”. Voor 2012 plannen we ook de integratie van de werking en de bewonersgroep van het afgeronde project ‘Kwetsbare huurders op de private woningmarkt in Sint-Niklaas” in het project ‘Wonen aan de onderkant in Waas & Dender’ en de start van een bewonerswerking rond wonen in Lokeren en Wetteren en/of Wichelen en de uitbouw van een netwerk van die bewonersgroepen. We willen in 2012 ook onze samenwerking met de CAW’s en de RWO’s uit deze regio en met RESOC Waas & Dender en de diverse OCMW’s, gemeentebesturen en sociale huisvestingsmaatschappijen intensifiëren.
Werkdoel 1 (algemeen)
Werkdoel 1 (algemeen)
De bevindingen en voorstellen uit het vooronderzoek werden op een Trefdag op donderdag 3 februari 2011 in Sint-Niklaas voorgesteld aan alle relevante woon-, welzijns- en beleidsactoren en samengevat in een brochure van een 40-tal bladzijden (500 exemplaren). Op de Trefdag die werd georganiseerd in samenwerking met RESOC Waas & Dender stelden we het onderzoek voor aan een 80-tal aanwezigen, waarna een panel van deskundigen daarop reflecteerde en de deelnemers – in de namiddag - in een 5-tal workshops enkele belangrijke onderwerpen en doelgroepen onder de loep namen. Op basis daarvan werkten we een actieplan uit dat de basis vormt voor concrete acties en aanbevelingen die we de komende jaren willen uitwerken in dialoog met doelgroep en actoren.
Dit werkdoel werd bereikt met de Trefdag van 3 februari 2011, maar de problematiek van ‘wonen aan de onderkant’ en de uitgewerkte verbeteracties en beleidsaanbevelingen zullen in Waas en Dender ook de komende jaren verder bekendgemaakt worden.
Via de website van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen en de geschreven en gesproken pers kregen deze Trefdag, de publicatie en daarmee ook de resultaten van het onderzoek en de ambities van het project in de komende jaren, ruim aandacht.
In 2012 zullen we bij de uitwerking van de concrete acties en aanbevelingen bewoners betrekken op maat van de uit te werken deelprojecten en beoogde doelgroep.
Daarnaast werden de bevindingen van het onderzoek ook besproken op een met OCMW- en gemeentebesturen uitgebreide vergadering van RESOC Waas & Dender en voorts ook op een overlegmoment met OCMW’s en – op vraag – ook bij andere actoren en lokaal woonoverleg. Werkdoel 2 (agogisch)
In functie daarvan wordt in 2012 de mogelijkheid en wenselijkheid van de opmaak van een website ‘Wonen aan de onderkant in Waas & Dender’ onderzocht en desgevallend uitgewerkt. Werkdoel 2 (agogisch)
Voor het deelproject ‘energie(armoede) en woonkwaliteit’ zullen we in eerste instantie in overleg gaan met PWO Wetteren, een vereniging waar armen het woord nemen, en de Welzijnsschakel in Wichelen. De mogelijkheid van het organiseren van bewonersbijeenkomsten in samenwerking met OCMW’s wordt ook overwogen. Voor het deelproject ‘(preventie van) uithuiszetting’ zullen we vooral in overleg gaan met de bewonersgroep van Sint-Niklaas en met bewoners die worden 67
In 2012 werd na de Trefdag vooral werk gemaakt van een actieplan voor de komende jaren en van bekendmaking van de resultaten van het onderzoek en dit actieplan bij actoren. Daarna gingen we met de OCMW’s van start met een deelproject rond de onderlinge afstemming van huurtoelagen en huurwaarborg en met een deelproject rond preventie van uithuiszetting. Omdat het eerste dossier een technisch dossier was en het tweede in deze fase vooral inventariserend was, werd hierrond geen doelgroepwerking opgezet. Anderzijds was het zo dat er in de regio geen bewonerswerkingen rond wonen actief waren met uitzondering van de bewonersgroep in Sint-Niklaas die in 2011 nog voortwerkte onder het project ‘Kwetsbare huurders op de private woningmarkt’. Wel werden eerste contacten gelegd om in 2012 een eigen bewonerswerking te kunnen opzetten. Deze redenen, evenals het uit dienst treden in oktober 2011 van de opbouwwerker die pas in 2012 werd vervangen, zorgde ervoor dat dit werkdoel pas vanaf 2012 zal kunnen gerealiseerd worden.
bijeengebracht in samenwerking met CAW regio Dendermonde. Daarnaast zullen we ook de bewonersgroep van het project ‘Kwetsbare huurders op de private woningmarkt in Sint-Niklaas’ verder begeleiden en betrekken in dit project en zullen we in Lokeren een bewonersgroep rond wonen opzetten binnen de werking van Ontmoetingshuis ‘De Moazoart’. Met die groepen zullen we problematieken aanpakken die zij zelf prioritair achten, maar die tegelijk passen binnen het actieplan van het project ‘wonen aan de onderkant’. De doelgroep zal in aparte bijeenkomsten actievoorstellen en beleidsaanbevelingen uitwerken en daarin worden voorbereid op dialoog met woon-, welzijns- en beleidsactoren om daar als gelijkwaardige partner te kunnen meepraten. Daarnaast zullen met die groepen ook activiteiten worden opgezet die hen individueel en als groep versterken. Voor het geheel van het project zullen we met die bewonersgroepen een netwerk uitbouwen, deels in relatie tot de deelwerkingen/-problematieken, deels als ‘aangever’ en ‘klankbord’ voor het woonbeleid in de regio.
Werkdoel 3 (politiek) In 2011 werden rapport en brochure ‘Wonen aan de onderkant in Waas & Dender’ afgewerkt, de Trefdag voorbereid en georganiseerd en – op basis van deze elementen – het actieplan uitgewerkt. Daarna werd in overleg met OCMW’s uit de regio gewerkt aan een dossier over afstemming van huurtoelagen en huurwaarborgen van de diverse OCMW’s in Waas & Dender. Dit dossier werd op verschillende bijeenkomsten besproken met de OCMW’s. Het dossier vormde voor heel wat OCMW’s de basis om de eigen huurtoelage en huurwaarborg en de daarbij gevolgde procedure te herbekijken. Het dossier werd door medewerkers van de OCMW’s geroemd om zijn praktische bruikbaarheid. Daarnaast gingen we het gesprek aan met de drie Meldpunten Discriminatie in de regio met het oog op het opzetten van een actieplan non-discriminatie voor Waas en Dender. In 2011 bleef dit beperkt tot verkenning en verzamelen van materiaal; de stap naar een actieplan is voor 2012. Als resultaat van de Trefdag gingen we een samenwerking aan met RWO en CAW regio Dendermonde om een deelproject ‘preventie uithuiszetting in de regio Dendermonde’ op te zetten. Dit deelproject bracht de situatie van uithuiszetting en van de inspanningen van actoren om die te vermijden in kaart. Er werden tenslotte ook een groot aantal aanbevelingen en mogelijke acties geformuleerd aan het adres van die actoren op diverse niveaus. De resultaten van het onderzoek en de daarrond opgemaakt brochure worden in 2012 voorgesteld op een ‘megafoonmoment’. Het is de bedoeling om vanuit het project zelf verder te werken op de resultaten van het onderzoek in samenwerking met de betrokken actoren. 68
Werkdoel 3 (politiek) Om deze acties te versterken en te kaderen in een bovenlokaal woonbeleid organiseerden we in 2011 ook regelmatig overleg met RESOC Waas en Dender
In 2012 willen we vooral inzetten op sociale correcties met betrekking tot: energie(armoede) en woonkwaliteit discriminatie uithuiszettingen. Dit laatste project bouwt voort op het onderzoek dat we in 2011 in de regio Dendermonde uitvoerden naar de inspanningen die nu al worden gedaan op vlak van preventie van uithuiszetting. De resultaten van dit onderzoek worden op een megafoonmoment in februari voorgesteld, waarna we samen met RWO en CAW Dendermonde en de betrokken actoren zullen werken aan meer preventieve acties en aan de woonsituatie van mensen die daadwerkelijk uit huis worden gezet. Met betrekking tot discriminatie willen we het gelijke behandelingsprotocol dat in Sint-Niklaas en omgeving werd ondertekend over de regio verspreiden en samen met de Meldpunten Discriminatie werken aan andere gelijke behandelingsacties. Met de OCMW’s en milieu/duurzaamheidsambtenaren van de streek zullen we ‘energie(armoede) en woonkwaliteit’ op de politieke agenda proberen te krijgen en samen met maatschappelijk kwetsbaren concrete verbeteringen en aanbevelingen uitwerken in de relatie energie-woonkwaliteit. Daarnaast gaan we zeker ook het gesprek aan met sociale huisvestingsmaatschappijen om te zoeken naar een gezamenlijke aanpak van de bekommernissen die met betrekking tot sociale huisvesting zijn genoteerd in het onderzoek ‘wonen aan de onderkant in Waas en Dender’. We intensifiëren ook het overleg met de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden lokaal woonbeleid in de regio en onderhouden ons overleg met RESOC Waas en Dender om zodoende onze acties te versterken en te blijven kaderen in bovenlokaal woonbeleid.
Besluit
In 2011 kwamen we met het project in de fase van de concrete uitwerking en uitvoering van verbeteringsacties en beleidsaanbevelingen met betrekking tot toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van de woonmarkt en de woonactoren voor deze doelgroepen. De Trefdag van 3 februari was daarvoor een sleutelmoment. De brochure ‘Wonen aan de onderkant in Waas en Dender’ die daar werd voorgesteld en de besprekingen in de workshops waren de basis voor het uitgewerkte actieplan. Verder werkten we in 2011 een dossier ‘lokale huurtoelagen en huurwaarborgen’ uit dat OCMW’s toeliet om hun eigen regeling te evalueren en bij te sturen, deden we een onderzoek rond uithuiszettingen en acties ter preventie van
In 2012 wordt op het project 1,5 VTE opbouwwerker ingezet. Dit geeft ons een aantal bijkomende mogelijkheden tot verdere uitwerking. We willen in 2012 een sterke bewonerswerking opzetten, vertrekkend van de bestaande werking rond wonen in Sint-Niklaas en een groep bewoners in Ontmoetingshuis ‘De Moazoart’ in Lokeren. Ook PWO Wetteren en Welzijnsschakel Wichelen willen we betrekken in het netwerk van bewonersgroepen dat we in 2012 willen opzetten. Zij zullen vooral vanuit de werking rond ‘energie(armoede) en woonkwaliteit’ betrokken worden. Daarnaast hopen we ook cliënteel van CAW en OCMW’s in dit netwerk te betrekken. 69
uithuiszetting in de regio en maakten we een begin van acties rond discriminatie. De bewonerswerking bleef in 2011 steken in intenties; in 2012 wordt dit geconcretiseerd.
Inhoudelijk willen we in 2012 focussen op (preventie van) uithuiszettingen, energie(armoede) en woonkwaliteit, non-discriminatie en sociale huisvesting. Vanuit het netwerk van actoren willen we stappen zetten naar meer regionaal woonbeleid.
SA-WO-1.2. Project ‘Oost-Vlaamse woonwagenbewoners tellen (we) mee’ (WO-PR-WWBW)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie De ‘residentiële woonwagenbewoners’ en de ‘doortrekkers’ bekleden een bijzondere plaats aan de onderkant van de woonmarkt, zowel om woontechnische redenen als om redenen van maatschappelijke aanvaarding. In dit project richten we ons meer in het bijzonder op de residentiële woonwagenbewoners; voor de provincie Oost-Vlaanderen gaat dat om ‘Manoesjen’, ‘Voyageurs’ en ‘Roms’. Woonwagenbewoners zijn mensen die van oudsher in een woonwagen wonen of woonden. De woonwagenbewoners leven vandaag of in een woonwagen of in een huis. Een deel van hen die in een huis woont, doet dit uit noodzaak. Anderen kozen er enkele jaren/decennia terug bewust voor om in een huis te wonen Dit project heeft tot doel om de woonwagenbewoners in de provincie Oost-Vlaanderen te lokaliseren en hun profiel en woonproblematiek in kaart te brengen. Dat houdt in dat we in de eerste plaats de inventarisatie van de woonwagenpopulatie in Oost-Vlaanderen zullen actualiseren en verfijnen. Vandaag wordt immers nog steeds gewerkt met cijfermateriaal uit 2003 en met de gekende cijfers van ODiCe (gebaseerd op hulpdossiers). Deze cijfers geven een onvoldoende algemeen beeld van de woonwagenpopulatie in Oost-Vlaanderen. De eigen inventarisatie moet ons een correcter en vollediger zicht geven op de woonwagenpopulatie in Oost-Vlaanderen: aantallen, locatie, woonvorm (wonen in een woonwagen op een gemeentelijk terrein, op privégrond, op weekendverblijven of niet meer wonend in een woonwagen maar wel in een huis), woonzekerheid en leeftijd. Voor zij die in een woonwagen wonen, willen we ook weten hoe groot de woonwagen is en welke voorzieningen er zijn. Daarnaast willen we via dit project de woonwagenbewoners ook beter leren kennen en hun vertrouwen winnen. Met een deel van hen kan dit via de zelforganisatie ‘Ons Leven’, met de anderen zal er via huis- of woonwagenbezoeken een vertrouwensrelatie moeten worden opgebouwd. Als uit deze inventarisatie en kennismaking met de doelgroep zou blijken dat verdere ondersteuning, belangenbehartiging en aanpak van hun woonsituatie en –positie wenselijk is, zal daarvoor een actieplan worden opgemaakt. Dit project wordt opgezet in een partnerschap met ODiCe (Oost-Vlaams Diversiteitcentrum) dat - gelet op zijn gewijzigde rol - de taak van ondersteuner en belangenbehartiger van deze doelgroep niet langer op zich kan nemen, maar wel een grote expertise en belangrijke contacten heeft binnen de leefwereld van de woonwagenbewoners. Dit project werd in 2011 gefinancierd met eigen middelen en een subsidie van de Provincie Oost-Vlaanderen, maar vanaf 2012 zijn we voor continuering van dit project aangewezen op bijkomende financiële middelen. Beperkte opvolging van dit dossier kan anders enkel geschieden vanuit de beleidsmedewerker wonen of vanuit de algemene opvolging van ‘lokaal woonbeleid’ in de regio Waas en Dender en in Eeklo (binnen de nog lopende woonprojecten). Werkdoel 1 (agogisch) Woonwagenbewoners in Oost-Vlaanderen zijn voldoende versterkt en georganiseerd om mee te praten over gewenste en noodzakelijke veranderingen aan hun woonsituatie.
Indicatoren (verslagen van) doelgroepcontacten
doelgroepbevragingen,
-bijeenkomsten
en
andere 70
aanwezigheid en inbreng van doelgroepleden op dialoogmomenten met actoren Werkdoel 2 (politiek) De woonproblematiek van de residentiële woonwagenbewoners in Oost-Vlaanderen is, in dialoog met actoren en doelgroep, verkend en beleidsaanbevelingen zijn bepleit bij oplossingsactoren
Indicatoren rapport van bevragingen en feitenverzameling aanbevelingen naar diverse beleidsniveaus (verslagen van) overlegmomenten met oplossingsactoren
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
Het project betrof in 2011een inventarisatie van de woonwagenpopulatie in Oost-Vlaanderen. Daarvoor werd bestaande informatie geactualiseerd en verfijnd. Tot dan werd immers nog steeds gewerkt met cijfermateriaal uit 2003 en met de gekende cijfers van ODiCe (gebaseerd op hulpdossiers).
In 2012 wordt de brochure ‘Oost-Vlaamse woonwagenbewoners tellen (we) mee’ voorgesteld aan woonwagenbewoners, beleids-, woon- en welzijnsactoren en pers.
De opgezette inventarisatie en de gerichte bevraging van een deel van de in kaart gebrachte woonwagenbewoners gaf ons op het einde van de rit een correcter en vollediger zicht op de woonwagenpopulatie in Oost-Vlaanderen: aantallen, locatie, woonvorm (wonen in een woonwagen op een gemeentelijk terrein, op privégrond, op weekendverblijven of niet meer wonend in een woonwagen maar wel in een huis), woonzekerheid,... Naast informatie over profiel en woonsituatie van de woonwagenbewoner in Oost-Vlaanderen leverde het onderzoek ons ook informatie op over de socio-economische situatie van de woonwagenbewoners en over hun nood aan en bereidheid tot organisatievorming in functie van belangenbehartiging.
Teneinde ook werk te kunnen maken van de implementatie van de beleidsaanbevelingen hebben we inmiddels twee subsidiedossiers ingediend. Een eerste bij de Provincie Oost-Vlaanderen en een tweede bij Lokaal Sociaal Beleid van Stad en OCMW Eeklo.
Al dit materiaal werd bijeengebracht door het uitvoeren van plaatsbezoeken en door heel veel huisbezoeken. In totaal konden we 679 woonwangengezinnen lokaliseren in Oost-Vlaanderen en 183 daarvan bevragen.
Met het eerste dossier willen we: in een aantal voorbeeldcases duurzame oplossingen uitwerken voor private en publieke woonwagenterreinen in de provincie zodat er woonzekerheid en woonkwaliteit wordt gecreëerd voor de woonwagenbewoners die op deze terreinen wonen of willen wonen een draaiboek uitwerken om kwalitatief beheer te realiseren op de publieke woonwagenterreinen van Oost-Vlaanderen, met de woonwagenterreinen van Aalst als case de mogelijkheden om de woonkwaliteit van woonwagens te verbeteren in kaart brengen.
Dit alles resulteerde in een eindverslag/brochure met beleidsaanbevelingen en mogelijkheden van vervolgtraject. De brochure wordt in 2012 aan
Met het tweede dossier willen we vanuit een categoriale invalshoek een aanzet geven tot oplossing van de problemen waarmee woonwagenbewoners en hun 71
woonwagenbewoners, beleids-, woon- en welzijnsactoren en de pers voorgesteld met de intentie om de komende jaren te kunnen doorwerken op de beleidsaanbevelingen..
omgeving kampen in Eeklo, de stad waar volgens ons onderzoek de meest kwetsbare woonwagenbewoners wonen. We streven een integrale aanpak na met oog voor zowel de woonsituatie als de onderwijs- en tewerkstellingsproblematiek en het samenleven. Als beide dossiers worden goedgekeurd kunnen we op dit project opnieuw gedurende een jaar een voltijds opbouwwerker inzetten. In het andere geval zullen we ons beperken tot opvolging van acties die actoren als ODiCe ondernemen en hen daar vanuit onze opgebouwde knowhow bij ondersteunen.
Resultaten
Werkdoel 1 (agogisch)
Werkdoel 1 (agogisch
Het profiel, de woonproblemen en –wensen en de socio-economische situatie en problemen van de residentiële woonwagenpopulatie in Oost-Vlaanderen werden we in kaart proberen gebracht via huisbezoeken bij de woonwagenbewoners in de provincie; als leidraad werd daarbij een vragenlijst gehanteerd.
In de veronderstelling dat de ingediende subsidiedossiers worden goedgekeurd willen we:
De inventarisatie van de woonwagenbevolking gebeurde aan de hand van volgende methodiek: 1.
2. 3.
het actualiseren en verfijnen van de inventaris van de gekende woonwagenbevolking: o woonwagenbewoners die op een gemeentelijk residentieel terrein staan (Aalst, Wetteren, Gent); o woonwagenbewoners waarvan ODiCe, de provincie en de lokale besturen een dossiers bijhoudt,. een inventarisatie van familie en vrienden van de gekende woonwagenbewoners. Op basis van die informatie werd de ongekende populatie opgezocht. een inventarisatie van familie en vrienden van de tot dan ongekende woonwagenbewoners. Op basis van die informatie werd de ongekende populatie opgezocht.
binnen het provinciale dossier woonwagenbewoners van de voorbeeldcases versterken en organiseren met het oog op dialoog met beleid en terreineigenaren met betrekking tot verbetering van hun woonsituatie en woonzekerheid, bewoners van het terrein in Aalst ondersteunen bij hun overleg rond terreinbeheer en met woonwagenbewoners de problematiek en oplossingssporen m.b.t. de kwaliteit van woonwagens bespreken; binnen het Eeklose dossier woonwagenbewoners versterken en organiseren met het oog op een algehele verbetering van hun woon- en socio-economische situatie, hen individueel begeleiden en met hen het samenleven met elkaar en de burgers in eigen buurt en stad verbeteren. Worden deze dossiers niet goedgekeurd, dan kunnen we dit werkdoel niet realiseren.
Deze inventarisatie leverde ons gegevens op over 679 gezinnen van woonwagenbewoners in Oost-Vlaanderen. Daarna werden 183 woonwagenbewoners via huisbezoeken bevraagd over hun profiel, woonproblemen en –wensen, hun socio-economische situatie en hun interesse voor bijeenkomsten met andere woonwagenbewoners. Verder namen we deel aan 5 bijeenkomsten van ‘Ons Leven’ in Aalst en Wetteren, grotendeels in functie van het onderzoek. Werkdoel 2 (politiek)
Werkdoel 2 (politiek)
Als resultaat van de bevragingen en feitenverzameling werkten we in 2011 aan
Op 24 januari 2012 wordt de brochure ‘Oost-Vlaamse woonwagenbewoners 72
Besluit
een rapport en brochure die de woonwagenbewoners en hun socioeconomische en woonproblemen in kaart brengen. Deze documenten omvatten ook beleidsaanbevelingen, zowel met betrekking tot de verbetering van de woonsituatie en -positie van de woonwagenbewoners als met betrekking tot hun socio-economische situatie. Deze brochure wordt in januari 2012 aan woonwagenbewoners, pers, beleid en andere actoren voorgesteld. We willen deze beleidsaanbevelingen ook op overlegtafels bij oplossingsactoren gaan bepleiten en zo mogelijk – via externe vervolgfinanciering verder werken aan de realisatie van de beleidsaanbevelingen in samenwerking met diverse oplossingsactoren en doelgroep.
tellen (we) mee’ voorgesteld aan woonwagenbewoners, pers, beleid en andere actoren. Vervolgens willen we onze methodiek, bevindingen en beleidsaanbevelingen op diverse beleidstafels voorstellen en bepleiten.
Eind 2011 hadden we een volledig zicht op de residentiële woonwagenpopulatie in Oost-Vlaanderen, hun profiel, hun woonproblemen en -wensen, hun socioeconomische situatie en onderwijsprofiel. We kregen ook zicht op hun nood aan organisatie en vereniging.
Op 24 januari 2012 wordt de brochure ‘Oost-Vlaamse woonwagenbewoners tellen (we) mee’ voorgesteld aan woonwagenbewoners, pers, beleid en andere actoren.
Deze bevindingen en daaruit afgeleid beleidsaanbevelingen werden samen geschreven in een brochure die in januari 2012 wordt voorgesteld en verder bepleit. Deze rapportering bevatte ook de nodige elementen voor het uitschrijven van een vervolgtraject en het aanvragen van vervolgfinanciering.
Daarnaast willen via vervolgfinanciering zowel op provinciaal als op Eekloos niveau de beleidsaanbevelingen op vlak van wonen en socio-economische situatie van woonwagenbewoners omzetten in concrete acties op het terrein (zie werkwijze). In geval geen van de ingediende subsidiedossiers wordt goedgekeurd hopen we onze aanbevelingen geïmplementeerd te zien via tweedelijnswerk van ODiCe. We zullen daaraan vanuit onze knowhow, terreinkennis en contacten de nodige maar beperkte ondersteuning aan geven.
In loop van het voorjaar worden subsidiedossiers ingediend bij Provincie OostVlaanderen en Lokaal Sociaal Beleid Eeklo in de hoop op die manier een aantal van de beleidsaanbevelingen te kunnen omzetten in concrete verbeteracties. Worden de projecten goedgekeurd dan wordt dit project verdere gezet en worden woonwagenbewoners georganiseerd om in overleg met oplossingsactoren een aantal beleidsaanbevelingen te realiseren. In het andere geval blijft onze inzet beperkt tot ondersteuning van acties die andere actoren ondernemen; we zullen dan onze terreinkennis en know-how inzetten op de tweede lijn.
SA-WO-2.1. Project ‘Kwetsbare huurders op de private woningmarkt in Sint-Niklaas’ (WO-PR-KHPH)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Het project ‘Kwetsbare huurders op de private woningmarkt – Sint-Niklaas’ wil maatschappelijk kwetsbare groepen betrekken bij het vormgeven en uitvoeren van een lokaal woonbeleid dat meer rekening houdt met hun noden en behoeften. Het project bouwt daarbij verder op de verworvenheden van het project ‘Recht op wonen voor iedereen’ dat we in Sint-Niklaas hebben uitgewerkt van september 2004 tot augustus 2007. Waar we in dat vorige project vooral de intentie hadden om kwetsbare huurders op de private woningmarkt te versterken en de woonproblematiek vanuit hun beleving in kaart te 73
brengen, willen we nu eerder op het beleid gaan wegen via dialoogtafels met ambtenaren en politici. We willen kwetsbare huurders op de private huisvestingsmarkt in Sint-Niklaas verder versterken, maar de focus verplaatst zich meer naar beleidsgericht werken. De doelstelling is dat kwetsbare huurders op de private woningmarkt erin slagen om - vanuit zelf aangedragen problemen en oplossingsvoorstellen - woon- en beleidsactoren te bewegen tot concrete verbeteringsacties voor hun woonsituatie. We werken daartoe op diverse sporen: enerzijds het opzetten van een dialoog met beleidsactoren rond het lokaal woonbeleid en afstemming wonen en welzijn, en anderzijds het realiseren van concrete verbeteracties in opvolging van de aanbevelingen uit de brochure ‘Recht op wonen voor iedereen’. Ter ondersteuning van die werking zullen we ook blijvende inspanningen doen om de bestaande werkgroep te verruimen en nieuwe doelgroepleden te betrekken. We proberen vanuit het project ook te wegen op Vlaams woonbeleid, onder meer door deelname van de bewonersgroep aan de ‘Overleggroep Wonen’ van het Vlaams Netwerk van Verenigingen waar Armen het Woord Nemen. Werkdoel 1 (agogisch) De doelgroep is voldoende versterkt met het oog op ontschuldiging, empowerment, het woord leren nemen, vergadercultuur, dialoog, ...
Werkdoel 2 (politiek) Diverse beleids-, woon- en welzijnsactoren hebben - in dialoog met de doelgroep of op basis van hun ervaringen en wensen - concrete maatregelen genomen en beleidsvisie ontwikkeld die de woonsituatie van kwetsbare mensen verbeteren.
Werkdoel 3 (politiek) Al dan niet in samenwerking met partners, andere doelgroeporganisaties of oplossingsactoren klinkt de stem van de doelgroep door in beleidsvoorbereiding en – uitvoering.
Indicatoren (verslagen van ) doelgroepbijeenkomsten, huisbezoeken en activiteiten vormingsmomenten aanwezigheid en inbreng van doelgroepleden op dialoogmomenten oplossingsactoren
met
Indicatoren (verslagen van) overlegmomenten met en van actoren aanbevelingen naar diverse beleidsniveaus concrete verbeteringsacties tevredenheid van bewoners over de beleidscorrecties Indicatoren engagement van beleids- en andere actoren om samen de problemen aan te pakken en de doelgroep een forum te geven deelname van de doelgroep aan lokaal en bovenlokaal woonoverleg deelname van de doelgroep aan beleidsbeïnvloeding neerslag van de inbreng van de doelgroep in voorbereiding of uitvoering van beleid
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
74
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
Het was de bedoeling om dit project in 2011 af te ronden. Door bijkomende inzet van de opbouwwerkster op het project ‘Ieders stem telt’ en om de mogelijkheid te bieden om de ervaringen en leerelementen uit dit project in een brochure te gieten wordt het project evenwel verlengd tot augustus 2012.
In 2012 wordt het project afgerond.
In dit afrondingsscenario werd in 2011 veel aandacht besteed aan de toekomst van de ‘‘werkgroep wonen’’ en de rol die de werkgroep kan spelen in het project ‘Wonen aan de onderkant in Waas en Dender’. Daarnaast werden scenario’s ontwikkeld om de verworvenheden van het project een plaats te geven in het woonbeleid, de opvolging ervan te garanderen en ook de voortzetting van het overleg ‘wonen-welzijn’ te verzekeren. Daarvoor zijn we in gesprek gegaan met andere actoren binnen dat overleg; dit resulteerde in een overname van het overleg ‘wonen-welzijn’ door Stad Sint-Niklaas..
Enerzijds zullen de opbouwwerkster op dit project en het project ‘Wonen aan de onderkant in Waas en Dender’ samenwerken aan de overdracht van de ‘werkgroep wonen’ en de nog hangende onderdelen van dit project naar het project ‘Wonen aan de onderkant in Waas en Dender’. Anderzijds zullen we werken aan een brochure die de ervaringen en de leerelementen uit dit project op een aantrekkelijke wijze verhaalt. Bovendien zullen wel met andere woon- en welzijnsactoren overleggen om op een gepaste manier de verworvenheden van het project een plaats te geven in het woonbeleid, de opvolging ervan te garanderen en ook de voortzetting van het overleg ‘wonen-welzijn’ te verzekeren met de Woonwinkel als secretariaat..
Daarnaast gingen in 2011 ook de maandelijkse vergaderingen van de ‘‘werkgroep wonen’’ door en werd de werking rond gelijke behandeling en uithuiszetting verder gezet; dit resulteerde respectievelijk in de ondertekening van een gelijke behandelingsprotocol en de publicatie van de brochure ‘Uithuiszettingen in Sint-Niklaas‘ met tal van lokale en bovenlokale aanbevelingen. Ook het lokaal en bovenlokaal overleg werd voortgezet. Resultaten
Werkdoel 1 (agogisch)
Werkdoel 1 (agogisch)
In 2011 waren er opnieuw de maandelijkse vergaderingen van de ‘‘werkgroep wonen’’; op de 11 vergaderingen waren er in totaal 98 aanwezigen – een gemiddelde van 8 personen (21 verschillende personen). Daarnaast deed de opbouwwerkster ook nog 14 individuele gesprekken met leden van de werkgroep. Deze vergaderingen en individuele gesprekken werden gehouden met het oog op het versterken van de deelnemers in hun eigen woonsituatie en maatschappelijk functioneren en als voorbereiding op gesprekken met beleidsen woonactoren; het waren ook de fora waarop inhoudelijke thema’s werden besproken, ervaringen gedeeld en aanbevelingen werden geformuleerd. Mede in functie daarvan werden ook een aantal vormingen georganiseerd: aan de vorming over verzekeringen namen 16 mensen deel, aan de vorming over ventileren 27. Vanuit de bewonersgroep namen ook 4 mensen deel aan de Trefdag ‘Wonen aan de onderkant in Waas en Dender’ en 6 aan een actie in Brussel naar aanleiding van de Werelddag van Verzet tegen Armoede. Voorts werd met de bewonersgroep de belangrijke afspraak gemaakt om bij de afronding van dit project als bewonersgroep verder mee te werken in het
In 2012 gaan de maandelijkse vergaderingen van de “werkgroep wonen” gewoon door tot het einde van het project. In de loop van het voorjaar zal de begeleiding ervan echter worden overgenomen door de opbouwwerkster die actief is in het project ‘Wonen aan de onderkant in Waas en Dender’. Waar nodig zullen ook de individuele gesprekken met doelgroepleden verder worden opgenomen en naast het inhoudelijke werk in de werkgroep zal er ook tijd en ruimte zijn voor vorming, ontmoeting en randactiviteiten. We plannen in 2012 ook een afscheidsfeest met de werkgroep als dank voor de jarenlange inzet in het project.
75
project ‘Wonen aan de onderkant in Waas en Dender’; de opbouwwerkster op dit project zal de groep vanaf 2012 verder begeleiden en individuele leden van de werkgroep of andere doelgroepleden waar nodig verder ondersteuning bieden bij de verbetering van hun woonsituatie en –positie. Werkdoel 2 (politiek)
Werkdoel 2 (politiek)
De dialoog die de voorbije jaren met de immokantoren en andere woonactoren werd opgezet over gelijke behandeling en die in 2011 nog heel wat overleg vroeg om tot een gedragen tekst te komen, sloten we op 23 november 2011 in het stadhuis van Sint-Niklaas af met een debat over discriminatie op de huisvestingsmarkt en de ondertekening van een gelijke behandelingsprotocol. Dit protocol werd ondertekend door een 50-tal lokale besturen van het Waasland, sociale huisvestingsmaatschappijen, immokantoren, beroepsverenigingen en individuele eigenaars. Het Provinciebestuur engageerde zich om de ondertekening van dit protocol over de rest van de provincie te promoten.
Vanuit het project promoten we verder de ondertekening van een gelijke behandelingsprotocol in andere gemeenten van de provincie, terwijl we ook verder proberen om nog meer eigenaars en instanties te laten intekenen op het gelijke behandelingsprotocol van Sint-Niklaas. Met onze partners en de ‘werkgroep wonen’ onderzoeken we hoe we de naleving van dit protocol verder kunnen opvolgen.
In 2011 werd het dossier ‘Uithuiszettingen in Sint-Niklaas’ in overleg met de werkgroep wonen en diverse actoren verder uitgewerkt en in een brochure gegoten. De aanbevelingen in dit dossier zullen in 2012 worden besproken met gemeente- en OCMW-besturen en andere relevante lokale actoren enerzijds en met Vlaamse en federale beleidsmakers anderzijds.
Op basis van het dossier ‘Uithuiszettingen in Sint-Niklaas’ gaan we de dialoog aan met gemeente- en OCMW-bestuur en relevante woon- en welzijnsactoren. Op Vlaams en federaal niveau treden we in overleg met kabinetten en leden van de commissies justitie, wonen en welzijn om onze Vlaamse en federale aanbevelingen te bepleiten.. Voorts willen we met project en werkgroep inspelen op de actualiteit en van daaruit eventuele beleidsaanbevelingen formuleren, al dan niet samen met andere actoren.
Nog in 2011 voerden we mee het gesprek over de opmaak van een lokaal woonplan en over het opzetten van experimenten ‘solidair wonen’ als een woonvorm die betaalbaar en zeker wonen voor de meest kwetsbaren mogelijk moet maken.
Bij de afsluiting van het project willen we nog een oplijsting maken van onze beleidsaanbevelingen uit voorbije jaren en beleid en andere oplossingsactoren op een afsluitend moment attenderen op nog openstaande aanbevelingen.
Werkdoel 3 (politiek)
Werkdoel 3 (politiek)
Het overleg ‘wonen-welzijn’ zijn we ook in 2011 nog blijven trekken en inhoudelijk stofferen. De ‘‘‘werkgroep wonen’’’ nam er met ondersteuning van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen actief aan deel.
In 2012 blijven we deelnemen aan de lokale Woonraad en het overleg ‘wonenwelzijn’ dat we echter niet langer trekken.. De ‘‘‘werkgroep wonen’’’ neemt er met ondersteuning van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen actief aan deel..
Aan de 5 vergaderingen van 2011 namen in totaal 23 leden van de ‘werkgroep wonen’ deel (gemiddeld 4,5 – 10 verschillende deelnemers). Op de agenda stond telkens de opvolging van punten uit de vorige vergadering, nieuws uit de werkingen en dan een aantal thematische besprekingen, zo bijvoorbeeld over solidair wonen, kwaliteitscontrole, uithuiszettingen, Daarnaast kwamen een aantal diensten zich voorstellen: de energiesnoeiers, het SVK, de Huurdersbond en het straathoekwerk. Ook de toekomst van het overleg ‘wonen-welzijn’ stond geregeld op de agenda. Eind 2011 mochten we tenslotte vaststellen dat de toekomst van dit overleg verzekerd was door de overname ervan door Stad Sint-Niklaas (dat het voorzitterschap voorlopig overneemt en
De ‘‘werkgroep wonen’’ neemt in 2012 ook verder deel aan de maandelijkse bijeenkomsten van de ‘Overleggroep Wonen’ van het Vlaams Netwerk van Verenigingen Waar Armen het Woord Nemen.
76
het secretariaat zal verzorgen via de Woonwinkel). Voorts namen we ook deel aan de vergadering van de stedelijke Woonraad. De ‘‘werkgroep wonen’’ nam in 2011 ook verder deel aan de maandelijkse bijeenkomsten van de ‘Overleggroep Wonen’ van het Vlaams Netwerk van Verenigingen Waar Armen het Woord Nemen. Besluit
Het project werd in 2011 niet afgerond zoals gepland, maar er werden wel belangrijke stappen gezet naar afronding. De ‘werkgroep wonen’ zal worden geïntegreerd in de werking van het project ‘Wonen aan de onderkant in Waas en Dender’. De werkzaamheden rond discriminatie op de huisvestingsmarkt werden afgesloten met de ondertekening door een 50–tal actoren van een gelijke behandelingsprotocol en het dossier uithuiszettingen werd afgerond met de opmaak van een brochure met aanbevelingen die in 2012 aan diverse actoren worden voorgesteld. De voortzetting van het overleg ‘wonen-welzijn’ is verzekerd door overname van de trekkersrol door Stad Sint-Niklaas.
In 2012 willen we het project definitief afronden: de ‘werkgroep wonen’ wordt overgenomen door de opbouwwerkster van het project ‘Wonen aan de onderkant in Waas en Dender’; met een afscheidsfeest willen we onze dank voor hun inzet in de voorbije jaren tonen een brochure wordt opgemaakt waarin het doorlopen proces, de ervaringen en leermomenten van de doelgroep en hun belangrijkste activiteiten en aanbevelingen worden opgenomen. Ze moet andere groepen en besturen in Vlaanderen enthousiasmeren om een gelijkaardig proces op te zetten met een overzicht van nog openstaande aanbevelingen willen we beleid en andere oplossingsactoren tot verdere actie aanzetten.
SA-WO-2.2. Project ‘Sociale huurders in Eeklo’ (WO-PR-SWEE)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Het project ‘Sociaal wonen in Eeklo’ is in 2006 ontstaan vanuit de vraag naar ondersteuning van een aantal bewoners in één van de sociale woonwijken in Eeklo. Met de jaren breidde het project uit naar andere wijken in Eeklo waar we ook werkten aan de verbetering van de woon- en leefomstandigheden van hun bewoners. In 2009 trokken we de werking rond wonen en rond leefbaarheid in sociale woonwijken uit elkaar. Het luik leefbaarheid richtte zich toen op drie sociale woonwijken terwijl we binnen het luik wonen met alle sociale huurders van Eeklo gingen werken aan een grotere bewonersbetrokkenheid bij communicatie en beleid van de ‘Meetjeslandse Bouwmaatschappij voor Volkswoningen’ en een verhoging van de woonkwaliteit. Vanaf 2010 focussen we volledig op wonen en willen we in de toekomst enkel nog inzetten op leefbaarheid indien dit kan binnen een participatief beleidskader en mits extra financiële middelen vanuit OCMW of gemeentebestuur Eeklo. Met het project dat nu voorligt en dat tot 2013 loopt met financiering van het OCMW van Eeklo willen we op de langere termijn bereiken dat sociale huurders in Eeklo structureel een stem hebben in beleidskeuzes en beleidsuitvoering over sociale huisvesting en dat ze vanuit de sociale huisvestingsmaatschappij structureel betrokken worden bij alle voor de huurders en kandidaat-huurders belangrijke beslissingen en ingrepen (op diverse niveaus). We zullen hierbij een bijzondere klemtoon leggen op de positie en de betrokkenheid van de meest kwetsbare huurders en kandidaat-huurders. Daarom zullen we in onze aanpak ook sterk de nadruk leggen op maatwerk en ondersteuning van de maatschappelijk zwaksten. 77
In een aanvangsfase zal dit project voortgaan op pistes die nu al zijn uitgezet en die betrekking hebben op de communicatie tussen de bouwmaatschappij en haar (kandidaat)huurders en op de dienstverlening en de onderhoudsplanning vanuit de bouwmaatschappij. We willen ook de ondersteuning die we al hebben geboden aan huurders bij de renovatie van de appartementen Wilgenpark en de woningen Guido Gezellestraat verder zetten. Deze werking is belangrijk om een doorbraak te krijgen bij de bouwmaatschappij in de richting van een cultuur van betrekken van bewoners bij beleidsplanning en –uitvoering. Daarin is de tevredenheidenquête die we in 2010 en 2011 opzetten een belangrijke schakel. Op een wat langere termijn willen we binnen dit project twee sporen bewandelen: heldere communicatie en participatie van sociale huurders in beleidsplanning en –uitvoering van de sociale huisvestingsmaatschappijen in Eeklo structureel inbedden; werken rond de thema’s kwaliteit, betaalbaarheid, toegankelijkheid en woonzekerheid in sociale huisvesting, in het bijzonder voor de meest kwetsbaren. We willen daartoe kwetsbare huurders organiseren en ondersteunen in hun relatie met de bouwmaatschappij maar ook hun stem laten horen op lokaal woonoverleg en op Vlaamse beleidstafels(deelname aan VIVAS). Deze principes en concrete verwachtingen worden jaarlijks vastgelegd in een jaaractieplan dat tot stand komt in overleg met OCMW Eeklo. Dit project wordt gerealiseerd in samenwerking met en met financiële middelen van het OCMW van Eeklo. Bewoners die actief zijn in dit project nemen ook deel aan lokaal woonoverleg en sturen een afvaardiging naar de stuurgroep van VIVAS, de ‘Vlaamse vereniging van sociale huurders’. Werkdoel 1 (agogisch) De doelgroep van sociale huurders in Eeklo is voldoende gehoord, versterkt en georganiseerd om mee te praten over gewenste en noodzakelijke veranderingen met betrekking tot hun woonsituatie en hun positie tegenover de bouwmaatschappijverhuurder.
Werkdoel 2 (politiek) De Meetjeslandse Bouwmaatschappij voor Volkswoningen en andere woon- en beleidsactoren hebben - in dialoog met de doelgroep en/of op basis van hun ervaringen en wensen - concrete maatregelen genomen en beleidsvisie ontwikkeld die de woonsituatie van en de communicatie met de sociale huurders verbeteren.
Werkdoel 3 (politiek) Al dan niet in samenwerking met partners, andere doelgroeporganisaties of oplossingsactoren klinkt de stem van de doelgroep door in beleidsvoorbereiding en uitvoering.
Indicatoren (verslaggeving van) huisbezoeken en bevragingen (tevredenheidsonderzoek) bij Eeklose sociale huurders (verslagen van ) doelgroepbijeenkomsten en activiteiten vormingsmomenten aanwezigheid en inbreng van doelgroepleden op dialoogmomenten met actoren Indicatoren (verslagen van) overlegmomenten met en van actoren aanbevelingen naar diverse beleidsniveaus nieuwe of vernieuwde communicatiemiddelen (zakboekje voor huurders, website, briefwisseling naar huurders, ...) concrete verbeteringsacties tevredenheid van bewoners over de beleidscorrecties Indicatoren engagement van beleids- en woonactoren om samen de problemen aan te pakken en de doelgroep een forum te geven deelname van de doelgroep aan lokaal woonoverleg deelname van de doelgroep aan beleidsbeïnvloeding neerslag van de inbreng van de doelgroep in voorbereiding of uitvoering van beleid 78
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
In 2011 zetten we de acties van 2010 grotendeels verder, maar daarnaast zijn we ook gestart met de oriëntatie van het project naar de meest kwetsbare sociale huurders.
In 2012 zullen de acties van 2011 grotendeels verder worden gezet. We zullen echter nog meer inzetten op de oriëntatie van het project naar de meest kwetsbare sociale huurders, o.a. op basis van de resultaten van het tevredenheidsonderzoek. We gaan daarvoor werken met methodieken op maat van de verschillende doelgroepsegmenten.
Dit hield onder meer een verdere werking van de bewonersgroep in en het beluisteren van de stem van de meest kwetsbaren via huisbezoeken, vooral in het kader van het tevredenheidsonderzoek dat in 2011 werd verder gezet. De werking 2011 focuste vooral op woonkwaliteit en op prioriteiten die bewoners aangaven via de tevredenheidenquête. Anderzijds werd ook doorgewerkt op de aanbevelingen met betrekking tot communicatie en onthaalbeleid. In 2011 gaven we ook 2 huurderskrantjes uit werd de tevredenheidenquête bij de sociale huurders van Eeklo afgerond en verwerkt. Het rapport met de belangrijkste resultaten werd in het najaar voorgesteld aan bewoners, huisvestingsmaatschappij (MBV) en lokaal beleid. Een samenvattende brochure werd op een voorstellingsmoment in november toegelicht aan al deze partners en de pers. De beleidsaanbevelingen en verbeteracties die in het rapport zijn opgenomen zijn basis voor de verdere werking binnen het project.
Resultaten
De werking 2012 zal blijven focussen op woonkwaliteit en betaalbaarheid maar voorts zullen vooral putten uit de resultaten van de tevredenheidenquête die we samen met bewoners willen bespreken met diverse oplossingsactoren. Anderzijds zal in 2012 ook geïnvesteerd worden in de opvolging van de geplande renovatie- en omgevingswerken in Galgenakker. Vooral bij de realisatie van de omgevingswerken kan de inbreng van de bewoners nog van invloed zijn.. We plannen de uitgave van een 2-tal huurderskrantjes; de omvang ervan wordt uitgebreid en in een extra uitgave worden de resultaten van de tevredenheidsmeting gepubliceerd. We participeren met project en bewonersgroep ook verder aan lokaal woonoverleg en VIVAS, maar ook aan het sectorproject ‘Ieders stem telt’.
We participeerden ook verder aan lokaal woonoverleg en VIVAS.
Vanuit het project zullen we ook participeren aan twee initiatieven (CAW en OCMW) in Eeklo ter preventie van uithuiszetting.
Werkdoel 1 (agogisch)
Werkdoel 1 (agogisch)
In 2011 werkten we verder met de bestaande bewonersgroep, waartoe in 2011 - mede door de huisbezoeken naar aanleiding van de tevredenheidsmeting nieuwe leden toetraden. De bewonersgroep kwam in 2011 9 keer samen met een gemiddelde aanwezigheid van 14 mensen; zo kwamen we op in totaal 125 deelnemers (27 verschillende personen). Deze bewonersgroep werkte hoofdzakelijk aan de presentatie van de WegWijs-brochure (rechten en plichten van de huurder en verhuurder bij onderhouds- en herstellingswerken), de uitvoering van de tevredenheidsbevraging, de presentatie van de resultaten
Ook in 2012 werken verder met de bestaande bewonersgroep, die we voortdurend proberen uit te breiden met nieuwe geïnteresseerden. We plannen maandelijkse vergaderingen van de bewonersgroep en waar aangewezen zal met deelwerkgroepen worden gewerkt. Zo zal de bewonersgroep ook betrokken worden bij het project “De Klimaatclub: sociale schakel in het sensibiliseren en begeleiden van personen in kansarmoede” van Wooncentrum Meetjesland. De bewonersgroep zal als klankbord fungeren bij de uitvoering van het project en actief meewerken aan de werving van de vrijwillige 79
ervan en de opmaak van de twee huurderskrantjes. In het verlengde van de WegWijs-brochure, werd er het afgelopen jaar ook veel aandacht besteed aan de onderhouds- en herstellingspolitiek van MBV. Ook de bijeenkomsten van het lokaal woonoverleg en de VIVAS-bijeenkomsten werden tijdens de maandelijkse bijeenkomsten voorbereid en teruggekoppeld. In 2011 zijn we er ook in geslaagd om de meest kwetsbaren onder de sociale huurders te bereiken via de huisbezoeken die naar aanleiding van de tevredenheidenquête werden gehouden, maar ook door voor de afname van die tevredenheidsmeting een beroep te doen op de medewerking CAW Visserij, OCMW Eeklo, REVAM, Kompas vzw en Psychiatrisch ziekenhuis SintJan. Vanuit deze verschillende organisaties zijn er een tiental mensen toegeleid naar de bevraging. In 2011 gaven we 2 huurderkrantjes uit die werden bedeeld bij alle sociale huurders van Eeklo. De belangrijkste items in die krantjes waren gesprekken met de directeur en de dienst patrimoniumbeheer van de bouwmaatschappij, informatie over energiejacht en energiescans, de huurprijsberekening, het Wegwijsboekje en de voorstelling van leden van de werkgroep.
klimaatmeesters en het samenstellen van de vormingspakketten. In 2012 willen we nog meer inzetten op het bereiken van de meest kwetsbaren. Naast huisbezoeken denken we daarbij o.a. aan variaties op keukentafel- en ganggesprekken en meer informele ontmoetingsmomenten. We zullen ook verder andere organisaties daarbij betrekken. We denken er ook aan om in 2012 te focussen op een aantal specifieke groepen als ex-psychiatrische patiënten en langdurig zieken die ruim vertegenwoordigd zijn in het huurdersbestand en die moeilijk bereikt worden. We plannen de uitgave van een 2-tal huurderkrantjes die alle sociale huurders van Eeklo moeten informeren en sensibiliseren; de omvang ervan is groter dan in het verleden. We voorzien ook een extra bijlage bij een krantje voor de presentatie van de resultaten van de tevredenheidsbevraging. In de bewonersgroep zal ook de voorbereiding van de vergaderingen van VIVAS en het lokaal woonoverleg steeds een plaats krijgen.
Vermeldenswaard is ook dat bijna de helft van de bewonersgroep in 2011 deelnam aan de Energiejacht die in Eeklo werd gehouden, een actie om bewoners aan te zetten om door gedragswijziging energie te besparen.
Daarnaast voorzien we een aantal momenten waarop sociale huurders eerder informeel met mekaar kunnen in contact komen; dit moet de sociale samenhang onder hen bevorderen. Een daarvan is de nieuwjaarsdrink die sociale huurders uit Galgenakker voor deze wijk organiseren in samenwerking met Samenlevingsopbouw en de stedelijke jeugddienst.
Werkdoel 2 (politiek)
Werkdoel 2 (politiek)
Uit de tevredenheidsbevraging blijkt dat er nood is aan meer en begrijpbare In 2012 werken we verder op de resultaten van de tevredenheidsenquête onder communicatie vanuit MBV, voornamelijk rond de thema’s ‘onderhoud en meer rond communicatie (website, opmaak huurderskrantje, begrijpbaarheid herstellingen’ en ‘huurprijsberekening’. Het afgelopen jaar hebben we vanuit geschreven communicatie, klantvriendelijkheid…) en woonkwaliteit (planning het project reeds ingezet op de communicatie rond beide thema’s. en uitvoering van herstellingen, onderhoud en renovatie). Zo willen we samen Begin 2011 werd de brochure WegWijs voorgesteld in aanwezigheid van een met de bewoners van Galgenakker in overleg gaan met MBV over de geplande 70-tal geïnteresseerden, zowel Eeklose huurders van MBV als lokale renovatiewerken in die appartementen. Dit overleg zal gaan over de inhoud van welzijnsorganisaties. Iedere nieuwe en zittende huurder van MBV ontving een de ingrepen en de gevolgen ervan op de betaalbaarheid (huurprijs, huurlasten). WegWijs-brochure. Met deze brochure wordt tegemoet gekomen aan de vraag Vanuit het project willen we huurders ook een leidraad aanbieden bestaande uit naar meer en duidelijke communicatie rond het onderhouds- en tips en voorbeelden voor het organiseren van een verhuis (praktische, herstellingsbeleid van MBV. administratieve en financiële aspecten). Voorts willen we het onderhoudsplan In samenspraak met MBV en een aantal huurders werd de complexe verder bespreken en opvolgen. toelichting bij de huurprijsberekening, vertaald in meer begrijpbare termen. Deze vereenvoudigde toelichting is via het huurderskrantje verdeeld bij alle In 2012 willen we de resultaten van de tevredenheidsbevraging verder huurders van MBV. Ook informatie over de onderhoudsplanning van de analyseren op wijkniveau o.a. via bijkomende gesprekken met bewoners uit die maatschappij werd via het huurderskrantje verspreid. wijken en de reeds aangeknoopte gesprekken met de stadsdiensten en politie Voorts werd er het afgelopen jaar in De Meerling een tentoonstelling verderzetten. georganiseerd over de 3 nieuwe bouwprojecten van MBV (Zuidmoerstraat/Visstraat, Blommekens en Koning Albertstraat). Aan de hand In de wijk Galgenakker zullen we vanuit het project de plannenmakerij met van een folder, fotomateriaal, 3D-schetsen, bouwplannen… werden deze betrekking tot de omgevingswerken opvolgen en het proces van 80
projecten toegelicht. De tentoonstelling lokte een 45-tal bezoekers. Tijdens de zomermaanden is de tentoonstelling overgedaan in twee sociale woonwijken: Galgenakker (Jozefse feesten) en Crielkens (buurthuis). Daar kwamen telkens een tiental geïnteresseerden de tentoonstelling bezichtigen. De tevredenheidenquête bij de sociale huurders van Eeklo werd in 2011 afgerond. De resultaten werden neergeschreven in een rapport dat werd besproken met de bouwmaatschappij, stads- en OCMW-bestuur en politie die zich engageerden om met de resultaten aan de slag te gaan. De belangrijkste bevindingen werden gebundeld in een brochure die op 8 november op een officieel moment werd voorgesteld aan bewoners, MBV en lokaal beleid. Er waren een 60-tal aanwezigen. In 2011 kregen we vanuit het project gedaan dat naar aanleiding van de grondige renovatie van de appartementsblokken Wilgenpark ook omgevingswerken zullen worden uitgevoerd door Stad Eeklo en MBV met 60% subsidie vanuit AGI (Vlaanderen). Het projectgebied betreft de ruime omgeving van het Wilgenpark inclusief de nabije garageboxen en het open plein aan de kinderopvang; ook in de rest van de wijk plant Stad Eeklo enkele kleinere ingrepen. Inmiddels zijn daarvoor in 2011 al een aantal overlegvergaderingen doorgegaan en is er een ontwerpbureau aangesteld. In 2011 namen we ook deel aan de stuurgroep van het bemoeizorgproject van CAW Visserij voor huurders van MBV. Werkdoel 3 (politiek)
bewonersbetrokkenheid trekken. Enerzijds omdat deze werken en de betrokkenheid van de bewoners erbij van groot belang zijn voor de leefbaarheid van deze sociale woonwijk, maar ook omwille van de voorbeeldfunctie ervan voor andere projecten in Vlaanderen trekken we voor dit deel van het project in 2012 meer tijd uit. In 2012 nemen we verder deel aan de stuurgroep van het project ‘bemoeizorg’ en daarnaast willen we onze ervaring rond (preventie van) uithuiszettingen in Sint-Niklaas en de regio Dendermonde inzetten bij de opmaak van actieplan ‘uithuiszetting’ in Eeklo. Mocht MBV in 2012 het bezoek krijgen van de Visitatiecommissie dan zullen we daaraan samen met de bewonersgroep meewerken met het oog op een verbetering van diverse kwaliteitsaspecten die onderzocht worden. Werkdoel 3 (politiek) In 2012 zullen we met een afvaardiging van de bewonersgroep deel nemen aan het lokaal woonoverleg. Omdat dit lokaal woonoverleg evenwel onvoldoende toelaat om de stem van de sociale (kandidaat-)huurder te laten horen, willen we in 2012 in samenspraak met het secretariaat van het lokaal woonoverleg en Wijkcentrum De Kring nagaan hoe bewoners in functie van dit overleg op een meer efficiënte manier kunnen georganiseerd en voorbereid worden. Binnen VIVAS (stuurgroep en congres) zullen we van uit de Eeklose werking de belangen van de meest kwetsbaren op de sociale woningmarkt ter harte nemen.
In 2012 nam een afvaardiging van de bewonersgroep deel aan het ‘lokaal woonoverleg’ van Stad Eeklo, waar we mee sturing gaven aan de opmaak van een woonbeleidsplan en de uitvoering van het sociaal objectief. In 2012 willen we proberen om een samenwerking op te zetten met het provinciebestuur, Samenlevingsopbouw Gent en andere Een van de sociale huurders in de bewonersgroep nam deel aan de huisvestingsmaatschappijen en groepen om hetzij structurele hetzij stuurgroepvergaderingen van VIVAS en vanuit Eeklo namen ruim 20 sociale projectmatige ondersteuning te krijgen voor een bewonerswerking in sociale huisvesting – mogelijks als een provinciale poot van VIVAS. huurders deel aan het VIVAS-congres op 10 december in Gent. We zullen verder de actualiteit van het sociaal wonen in Eeklo en Vlaanderen opvolgen en van daaruit mogelijke acties ondernemen die passen binnen een van de politieke werkdoelen. Zo bijvoorbeeld zullen we vanuit het project actief deelnemen aan het sectorale initiatief ‘Ieders stem telt’ dat de stem van de meest kwetsbaren wil laten horen bij de gemeenteraadsverkiezingen, ook in Eeklo waar dit project wordt opgezet in samenwerking met Wijkcentrum De Kring. Besluit
In 2011 hebben we de tevredenheidsbevraging gefinaliseerd en in een rapport en brochure gegoten. Voorts stelden we ook het Wegwijs- zakboekje ‘rechten
In 2012 zullen we een groot deel van de acties van 2011 verder zetten, maar we zullen het project ook verder oriënteren naar de meest kwetsbare sociale 81
en plichten voor huurder en verhuurder’ voor dat onder alle sociale huurders werd verdeeld. We slaagden erin om ook de heraanleg van de publieke ruimte rond de te renoveren appartementen Wilgenpark op de agenda te plaatsen. Eind 2011 werd al een studiebureau voor deze werken aangesteld. De bewonersgroep werd na de huisbezoeken voor de tevredenheidsmeting verder uitgebreid en de eerste pogingen werden ondernomen om ook de meest kwetsbaren beter te bereiken en te betrekken.
huurders. We zullen daarvoor instrumenten op maat hanteren. Inhoudelijk zullen we vooral werken rond kwaliteit en betaalbaarheid, maar in 2012 zal vooral de wijk Galgenakker extra aandacht krijgen met de renovatiewerken die er van start gaan en het uitwerken van plannen voor de heraanleg van de publieke ruimte in de omgeving. Op lokaal niveau zullen we participeren aan het ‘lokaal woonoverleg’ en op Vlaams niveau aan de besprekingen binnen VIVAS.
Op lokaal niveau namen we verder deel aan het ‘lokaal woonoverleg’ en op Vlaams niveau aan de stuurgroep en het congres van VIVAS.
SA-WO-2.3. Project ‘Ouderen een stem geven bij het uittekenen en uitvoeren van woonbeleid in het Meetjesland. Het kan!’ (WO-PR-PAWO)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Het project is onderdeel van een ruimer project ‘wonen van ouderen’ dat in 2005 werd opgezet in het Meetjeslandse 5B-gebied. Inmiddels werd een belangrijk onderdeel van dit ruimer project - namelijk het ‘Kenniscentrum wonen van ouderen’ - afgewerkt en voor verdere opvolging opgenomen binnen de werking van ‘Wooncentrum Meetjesland’. Met het huidige project zetten we een proces op van participatie van ouderen bij het woonbeleid. Dit moet bijdragen tot een beter zicht op de woonbehoeften en -wensen van ouderen en uiteindelijk ook tot de verbetering van hun woonsituatie. Daarvoor worden enerzijds modellen ontwikkeld en uitgetest voor het betrekken van ouderen bij (boven)lokaal woonbeleid en anderzijds initiatieven genomen om de woonzorgsituatie van ouderen te verbeteren. We willen daarvoor werken op drie sporen. In Bassevelde, deelgemeente van Assenede, werken we in samenspraak met het gemeentebestuur en het lokale Woon- en zorgcentrum aan de participatie van ouderen bij de uitbouw van een woonzorgzone en van een beleid om de woonzorgsituatie van ouderen te verbeteren. In de meer stedelijke kernen Eeklo en Maldegem willen we de situatie van de meest kwetsbare en slechtst gehuisveste ouderen onder de aandacht brengen van de lokale besturen en met de ouderen werken aan voor hen effectieve instrumenten van woonbeleid. Parallel aan deze gemeentelijke werkingen zetten we ook een Meetjeslandse werking op met sociaal gehuisveste senioren, vertrekkende van een bevraging die we hielden bij 60 oudere sociale huurders en een werking die we daarna met hen opzetten. Met een kerngroep die wordt gevormd vanuit die bevraagde senioren werken we verder op de resultaten van de bevraging. We willen met hen concrete beleidsaanbevelingen voor het wonen van ouderen in sociale huisvesting kunnen formuleren. Gelet op het feit dat binnen het instituut echter andere prioriteiten worden gelegd met betrekking tot het thema wonen, zijn de ambities van dit project sinds 2010 echter sterk beperkt en wordt een geschikter moment of gelegenheid afgewacht om het project opnieuw te activeren. 82
Werkdoel 1 (algemeen) De thematiek van ‘wonen van ouderen’ is verder verkend in het Meetjesland en er zijn scenario’s uitgetekend voor een verdere werking op dit thema.
Indicatoren (verslagen van) bevragingen van actoren en doelgroep rapport van bevragingen en bronnenonderzoek
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012 Evaluatie 2011
Planning 2012
Werkwijze en strategieën
In 2011 werd het geplande verkenningswerk niet uitgevoerd wegens inzet op andere projecten. Gelet op weinig perspectief/randvoorwaarden naar mogelijke (verdere) inzet van een opbouwwerker op dit project, werd het project in 2011 afgerond/beëindigd.
Dit project werd in 2011 beëindigd. Wel worden ontwikkelingen rond woonzorgzones en woonzorgnetwerken verder opgevolgd vanuit deelname aan de provinciale commissie ‘wonen-zorg’ en de Eeklose stuurgroep ‘lokaal sociaal beleid’ waarbinnen een deelproject ‘woonzorgzone’ wordt uitgewerkt.
Resultaten
Zie hoger.
Zie hoger.
Besluit
Dit project werd In 2011 beëindigd.
We volgen het onderzoek rond woonzorgzones en woonzorgnetwerken binnen de Provincie en een verkenning in Eeklo vanuit lokaal sociaal beleid op.
SA-WO-3.1. AOA ‘Deelname aan de ‘Overleggroep Wonen’ van het Vlaams Netwerk van verenigingen waar Armen het Woord Nemen (WO-AOA-OWVN)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie De ‘Overleggroep Wonen’ van het ‘Vlaams Netwerk van Verenigingen waar Armen het Woord Nemen‘ is een overlegforum voor ‘Verenigingen waar Armen het Woord Nemen’ die actief zijn rond wonen. De ‘Overleggroep Wonen’ brengt ervaringen van kwetsbare huurder en eigenaars samen wat versterkend werkt op hun positie en kan leiden tot beleidsaanbevelingen. De ‘werkgroep wonen’ van het project ‘Kwetsbare huurders op de private woningmarkt – Sint-Niklaas’ neemt deel aan dit overleg.
83
Werkdoel 1 (agogisch) De doelgroep is voldoende versterkt met het oog op het woord leren nemen, vergadercultuur, dialoog, ...
Werkdoel 2 (politiek) In samenwerking met partners en andere doelgroeporganisaties klinkt de stem van de doelgroep door in beleidsvoorbereiding en -uitvoering
Indicatoren (verslagen van ) doelgroepbijeenkomsten aanwezigheid en inbreng van doelgroepleden oplossingsactoren en beleid
op
dialoogmomenten
met
Indicatoren deelname van de doelgroep aan bovenlokaal woonoverleg deelname van de doelgroep aan beleidsbeïnvloeding neerslag van de inbreng van de doelgroep in voorbereiding of uitvoering van beleid
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012 Evaluatie 2011
Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Een afvaardiging van de ‘‘werkgroep wonen’’ die is opgericht in de schoot van het project ‘Kwetsbare huurders op de private woningmarkt – Sint-Niklaas’ neemt deel aan de ‘Overleggroep Wonen’ van het Vlaams Netwerk van Verenigingen Waar Armen het Woord Nemen en aan overleg met bovenlokaal beleid.
In 2012 zal de ‘‘werkgroep wonen’’’ van het project ‘Kwetsbare huurders op de private woningmarkt – Sint-Niklaas’ verder deelnemen aan de ‘Overleggroep Wonen’ van het Vlaams Netwerk van Verenigingen Waar Armen het Woord Nemen en aan overleg met bovenlokaal beleid. Na stopzetting van het project in Sint-Niklaas zal dit verder worden opgevolgd vanuit het project ‘Wonen aan de onderkant in Waas en Dender’.
Resultaten
In 2011 nam een afvaardiging van de ‘‘werkgroep wonen’’ deel aan de ‘Overleggroep Wonen’ van het Vlaams Netwerk van Verenigingen Waar Armen het Woord Nemen én aan de verticale overlegmomenten die het Vlaams Netwerk organiseert met het kabinet van de Vlaamse Minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie.
In 2012 neemt een afvaardiging van de ‘werkgroep wonen’ deel aan de ‘Overleggroep Wonen’ van het Vlaams Netwerk van Verenigingen Waar Armen het Woord Nemen én aan de verticale overlegmomenten die het Vlaams Netwerk organiseert met het kabinet van de Vlaamse Minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie en eventuele andere beleids- en woonactoren.
In 2011 namen 7 verschillende mensen uit Sint-Niklaas deel aan 7 vergaderingen van de ‘Overleggroep wonen’ (in totaal 16 mensen of dus een gemiddelde van 2 personen per vergadering); 5 personen namen deel aan twee overlegmomenten van het verticaal overleg, waar de ene keer uithuiszettingen op de agenda stonden en de andere keer de Vlaamse huurpremie.
De besprekingen op het Vlaams Netwerk worden voorbereid en nabesproken op vergaderingen van de ‘werkgroep wonen’ zodat ook andere deelnemers van de werkgroep input kunnen geven en feedback krijgen. 84
De besprekingen op het Vlaams Netwerk werden voorbereid en nabesproken op vergaderingen van de ‘werkgroep wonen’. Besluit
In 2011 nam een afvaardiging van de ‘‘werkgroep wonen’’ van het project ‘Kwetsbare huurders op de private woningmarkt – Sint-Niklaas’ deel aan de ‘Overleggroep Wonen’ van het Vlaams Netwerk van Verenigingen Waar Armen het Woord Nemen en aan verticaal overleg.
Bij de afronding van het project in Sint-Niklaas zal dit verder worden opgevolgd vanuit het project ‘Wonen aan de onderkant in Waas en Dender’. Bij stopzetting van het project ‘Kwetsbare huurders op de private woningmarkt’ in Sint-Niklaas’ zal deelname van kwetsbare huurders uit Sint-Niklaas aan de ‘Overleggroep Wonen’ van het Vlaams Netwerk van Verenigingen Waar Armen het Woord Nemen en aan overleg met bovenlokaal beleid verder worden opgevolgd vanuit het project ‘Wonen aan de onderkant in Waas en Dender’.
SA-WO-3.2. AOA ‘Deelname aan de Provinciale Woonraad’ (WO-AOA-PRWR)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie In 2009 werd de Provinciale Woonraad vernieuwd en werd Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw als lid opgenomen. Naast Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen maken tal van woonactoren (sociale huisvestingsmaatschappijen, sociale verhuurkantoren, eigenaars- en huurdersorganisaties, ...) en een aantal welzijnsactoren deel uit van de Provinciale Woonraad. De Provinciale Woonraad heeft als opdracht het provinciebestuur te adviseren bij zijn woonbeleid, zowel op vraag van het provinciebestuur als op eigen initiatief. De Provinciale Woonraad vergadert twee maal per jaar, maar kan in haar schoot – naast een permanente werkgroep woonwagenbeleid - ook ad hoc werkgroepen oprichten. Zo werd in 2010 een ad hoc werkgroep ‘wonen-zorg’ opgericht waarvan Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen deel uitmaakt. Als lid van de Provinciale Woonraad wil Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw bevindingen en aanbevelingen vanuit haar knowhow en projectwerking vertalen naar provinciaal woonbeleid en daar inbrengen. Werkdoel (politiek) Beleids- en oplossingsactoren nemen oplossingsgerichte maatregelen, rekening houdend met de noden van de doelgroep
Indicatoren oplossingsgerichte maatregelen
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee De strategische acties waarin rechtstreeks gewerkt wordt met de doelgroep en waarop deze actie gebaseerd is: 85
WO-PR-WOWD; WO-PR-WWBW; WO-PR-KHPH; WO-PR-SWEE.
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012 Evaluatie 2011
Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Met het oog op het inbrengen van de stem van kwetsbare mensen op zowel de private als de sociale woningmarkt maakt Samenlevingsopbouw OostVlaanderen vzw deel uit van de Provinciale Woonraad en een aantal commissies.
Ook in 2012 zullen we vanuit eenzelfde bekommernis en knowhow deelnemen aan de besprekingen van de Woonraad en de daarbinnen geïnstalleerde commissies.
Resultaten
De plenaire vergaderingen van de provinciale Woonraad gingen door op 29 maart april en 4 oktober. Op de agenda stond onder meer de opvolging van de interne staatshervorming en de gevolgen daarvan voor het grondrecht wonen, de opvolging van de commissievergaderingen, de voorstelling van projecten die worden uitgevoerd met provinciale projectsubsidie, de problematiek van de weekendverblijven en het grond- en pandendecreet.
In 2012 zullen we verder deelnemen aan de vergaderingen van de Provinciale Woonraad en van de commissies ‘wonen en zorg’ en ‘woonwagenbeleid’. We zullen er vanuit onze projectwerking ervaringen en aanbevelingen voor een verbetering van de woonsituatie en –positie van de doelgroep van meest kwetsbare bewoners meenemen.
Sinds 2010 nemen we vanuit onze projectwerking ook deel aan de commissie ‘wonen en zorg’ die in 2011 slechts een paar keer bijeenkwam met vooral de voorstelling van de gesubsidieerde projecten wonen-zorg, een project in Sluiskil en het geplande onderzoek woonzorgzones en woonzorgnetwerken. Vanuit het project 'Oost-Vlaamse woonwagenbewoners tellen (we) mee' nemen we sinds eind 2010 ook deel aan de vaste commissie ‘woonwagenbeleid’. In 2011 kwam deze commissie evenwel niet bijeen. Besluit
In 2010 slaagden wij erin om een plaats te krijgen in bovenlokale beleidsfora om er onze aanbevelingen uit de projectwerking te kunnen aankaarten. Naast onze deelname aan de provinciale Woonraad werden we ook uitgenodigd om te participeren aan de commissies ‘wonen en zorg’ en ‘woonwagenbeleid’.
De projectwerking zal ook in 2012 de basis vormen voor eventuele engagementen in potentiële nieuwe ad hoc commissies.
In 2012 willen we op diezelfde fora de ervaringen en aanbevelingen vanuit de doelgroep een stem kunnen geven.
SA-WO-3.3. AOA Deelname aan het samenwerkingsverband ‘Wonen’ van de sector Samenlevingsopbouw (WO-AOA-SVWO)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Het sectoraal samenwerkingsverband wonen is opgericht in 2009 opgericht en werkt mee aan het realiseren van het recht op wonen voor maatschappelijk kwetsbare groepen met specifieke aandacht voor de woonzekerheid, de betaalbaarheid, de toegankelijkheid en de woonkwaliteit. Het thema wonen wordt benaderd vanuit twee subthema’s: private woningmarkt sociale huisvesting 86
Door binnen de sector Samenlevingsopbouw samen te werken aan het recht op wonen willen we meerwaarde creëren, een extra instrument waardoor elk instituut de doelstellingen van zijn programma beter kan verwezenlijken. De meerwaarde die we nastreven binnen het samenwerkingsverband, situeert zich op 3 vlakken: 1. Het vergroten van invloed op (vooral het Vlaamse) beleid door gezamenlijke standpuntbepaling en beleidswerk en/of het onderschrijven van standpunten van 1 of enkele instituten. 2. Vernieuwen en verrijken van praktijk door gezamenlijke praktijkontwikkeling. 3. Het verhogen van de expertise m.b.t. wonen in de sector d.m.v. studiewerk, vorming, … Aan het samenwerkingsverband nemen deel: RIMO Limburg, RISO Vlaams-Brabant, Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie, Samenlevingsopbouw Antwerpen stad, Samenlevingsopbouw Brussel, Samenlevingsopbouw Gent, Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen, Samenlevingsopbouw Vlaanderen en Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen. Voor Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw maakt de beleidsmedewerker deel uit van de uitgebreide stuurgroep/beleidsgroep en van de kerngroep van dit samenwerkingsverband. Daarnaast nemen zowel beleidsmedewerker als opbouwwerkers vanuit hun projectwerking deel aan eerstelijnswerkgroepen. Werkdoel 1 (politiek) Door gezamenlijke standpuntbepaling en beleidswerk en/of het onderschrijven van standpunten van één of meerdere instituten hebben we het (vooral Vlaamse) beleid beïnvloed. Werkdoel 2 (algemeen) Onze eigen praktijk is vernieuwd en verrijkt door gezamenlijke praktijkontwikkeling en onze expertise inzake wonen is verhoogd door middel van studiewerk, vorming, ..
Indicatoren Dossiers, beleidscontacten, acties, overleggen, visieteksten, gemeenschappelijke projecten
Indicatoren Praktijkuitwisseling en vorming
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee De strategische acties waarin rechtstreeks gewerkt wordt met de doelgroep en waarop deze actie gebaseerd is: WO-PR-WOWD; WO-PR-WWBW; WO-PR-KHPH; WO-PR-SWEE.
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en
Evaluatie 2011
Planning 2012
In 2011 werken we verder in het kader van de stuurgroep/beleidsgroep en als lid
In 2012 werken we verder in het kader van de stuurgroep/beleidsgroep en als lid 87
strategieën
van de kerngroep en nemen we deel aan de werkzaamheden van de eerstelijnswerkgroepen. Vanaf 2011 nemen we ook deel aan de sectorale verkenning van de private woningmarkt.
van de kerngroep en nemen we deel aan de werkzaamheden van de eerstelijnswerkgroepen.
Resultaten
In 2011 zijn 4 stuurgroep/beleidsgroepvergaderingen en 2 kernstuurgroepvergaderingen doorgegaan. De eerstelijnswerkgroep ‘bewonersparticipatie in de sociale huisvesting’ kwam 4 keer samen, de werkgroep ‘energie en woonkwaliteit’ 5 keer en de werkgroep ‘verkenning private woningmarkt’ en alternatieve woonvormen’ 6 keer. Er waren 12 contacten met samenwerkingspartners en 4 beleidscontacten, namelijk met het kabinet Wonen, de FRGE, VEA en de interdepartementale Cel Wonen-Welzijn.
Voor 2012 zijn 4 stuurgroep/beleidsgroepvergaderingen (en voorafgaande kerngroepvergaderingen) gepland en zijn ook al 6 vergaderingen van de eerstelijnswerkgroep ‘Private woningmarkt en alternatieve woonvormen’ gepland en 5 van de werkgroep ‘Energie en woonkwaliteit’. Ook de eerstelijnswerkgroep ‘bewonersparticipatie in de sociale huisvesting’ plant voor 2011 een aantal bijeenkomsten.
Eerstelijnswerkgroep ‘Bewonersparticipatie in de sociale huisvesting’
Eerstelijnswerkgroep ‘Bewonersparticipatie in de sociale huisvesting’
Deze eerstelijnswerkgroep werd in 2011 terug opgestart. De focus in deze werkgroep ligt op uitwisseling en praktijkverrijking (bereik maatschappelijk kwetsbare groepen). Dit sluit aan bij de noden van de deelnemers. Dankzij een ‘gezonde mix’ van staf – en eerstelijnswerkers is het wel mogelijk het niveau van loutere uitwisseling te overstijgen. Thema’s die aan bod zijn gekomen: het Erkenningsbesluit, lokale samenwerking tussen Samenlevingsopbouw en de huurdersbonden, en de visietekst van Samenlevingsopbouw Gent.
In 2012 zal de ondersteuning van VIVAS officieel bij het VOB komen te liggen. Bovendien treedt het Erkenningsbesluit in werking, waarbij de eerste visitatiecommissies bij de SHM’s zullen neerstrijken. Dit alles zal uiteraard niet
Eerstelijnswerkgroep ‘Energie en woonkwaliteit’
De eerstelijnswerkgroep ‘Energie en Woonkwaliteit’ kende ook in 2011 een goede dynamiek. Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen nam in tegenstelling tot vorige jaren in 2011 ook deel aan deze werkgroep. De focus ligt op ervaringsuitwisseling over de praktijk en het ontwikkelen van gemeenschappelijke standpunten voor beleidswerk. De belangrijkste agendapunten in 2011 waren: - Het dakisolatieproject van Eandis - De heroriëntering van de energiescans - De activiteiten voor de convenant van SO Antwerpen Provincie met VEA - De gratis kWh - De problematiek huurder-verhuurder - Het FRGE - De woonsurvey 2013 - De afschaffing van de belastingvoordelen voor energiebesparende maatregelen Er is ook weer heel wat beleidswerk verricht binnen de werkgroep, in de vorm van opiniebijdrages, brieven, standpuntennota’s,… Voor praktijkontwikkeling/verrijking is er in 2011 weinig ruimte geweest.
zonder gevolg blijven voor (de aard van) de verdere inzet van de sector op het vlak van bewonersparticipatie (op lokaal en bovenlokaal niveau), en de relatie met VIVAS. In het voorjaar van 2012 zal er dan ook een denkoefening binnen de sector worden georganiseerd, met als doel een aantal gemeenschappelijke lijnen uit te tekenen voor de volgende jaren. De agenda van de Eerstelijnswerkgroep zal worden afgestemd op de resultaten van deze denkoefening. In 2012 zal werk gemaakt worden van de operationalisering van de communicatiestrategie. Dit zal in samenwerking met het VOB en VIVAS gebeuren. Eerstelijnswerkgroep ‘Energie en woonkwaliteit’
In 2012 zal het spoor van praktijkontwikkeling/verrijking bewust geagendeerd worden binnen de werkgroep. Voorts wordt ook worden verder gewerkt op de drive van het beleidswerk en uiteraard ook op ervaringsuitwisseling over de praktijk.. Eerstelijnswerkgroep ’Private woonmarkt en alternatieve woonvormen’ Na de verkenning in 2011, gaat de eerstelijnswerkgroep In 2012 van start meet een experimenteel traject dat in aanvang wordt gelopen door projecten in Gent, Brussel en Vlaams-Brabant. Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen neemt niet van bij aanvang deel aan dit traject, maar volgt wel dit traject op via deelname aan de werkgroep. Beleidscontacten en praktijkontwikkeling 88
Eerstelijnswerkgroep ’Private woonmarkt en alternatieve woonvormen’
In 2011 werd door deze eerstelijnswerkgroep een verkenningstraject gelopen, waarbij gezocht werd naar de rol en meerwaarde van Samenlevingsopbouw op de private woonmarkt. Het resultaat is een uitgewerkt en gedragen voorstel voor een experimenteel traject, waarin gewerkt zal worden aan de ontwikkeling van gezamenlijk projectwerk. We streven naar de verruiming van het woonaanbod voor maatschappelijk kwetsbare groepen (wonen op maat). De projecten die opgevolgd en bestudeerd zullen worden zijn: Community Land Trust Gent – de Gentse Wooncoöperatie (SO Gent) Kleinschalig wonen en verblijven (RISO Vlaams-Brabant) Collectieve woonvormen CLT Anderlecht (SO Brussel) Er bestaat een reële kans dat er later in het traject nog extra projecten zullen aansluiten, waaronder Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen.
Qua beleidswerk zal er in 2012 vooral toegespitst worden op thema’s die aansluiten bij de bestaande/in ontwikkeling zijnde praktijk. We gaan dus op zoek naar de ‘niche’ waarin we als sector een meerwaarde kunnen betekenen (t.o.v. VOB, Vlaams Netwerk,…). Het inhoudelijk zwaartepunt van het beleidswerk zal in de eerstelijnswerkgroepen (blijven) liggen, waarbij de Beleidsgroep blijft waken over strategie en afstemming. In 2012 wordt verder werk gemaakt van een systematische aanpak op het vlak van praktijkontwikkeling dat op één, nog nader te bepalen, speerpunt ingezet zal worden.
Beleidscontacten en praktijkontwikkeling
Het zwaartepunt van de werking van het Samenwerkingsverband lag in 2011 vooral in de eerstelijnswerkgroepen. Dit is op zich niet problematisch, maar er moet over worden gewaakt dat de Beleidsgroep voldoende dynamiek behoudt. Ondanks de intenties om beleidswerk te verrichten rond betaalbaar wonen en de toegankelijkheid van de sociale huisvesting zijn we er niet in geslaagd om tot goed onderbouwde beleidsdossiers te komen. Redenen hiervoor (en dus meteen ook aandachtspunten) zijn: Gebrek aan draagvlak bij het beleid Te weinig aansluiting bij praktijk/dynamiek in de sector. In 2011 werden binnen Samenlevingsopbouw Vlaanderen de eerste stappen gezet in de richting van een systematische aanpak (en ondersteuningsaanbod) voor praktijkontwikkeling. De finaliteit werd scherp gesteld, en een aantal noodzakelijke voorwaarden werden geschetst. Op welk thema er uiteindelijk ingezet zal worden, hangt af van de dynamiek binnen de Eerstelijnswerkgroepen. Er zijn in ieder geval kansen aanwezig binnen de Eerstelijnswerkgroepen Private Woonmarkt en Energie en Woonkwaliteit. Besluit
In 2011 is het beleidswerk binnen het samenwerkingsverband beperkt gebleven, maar er was een goede werking in de eerstelijnswerkgroepen. ‘Bewonersparticipatie in sociale huisvesting’ vond zijn tweede adem; ‘Energie en woonkwaliteit’ ging op zijn elan door en de verkenning ‘Private woonmarkt en alternatieve woonvormen’ werd afgerond om in 2012 een experimenteel traject
In 2012 worden inspanningen gedaan om het beleidswerk te intensifiëren in de Beleidsgroep. De eerstelijnswerkgroep ‘bewonersparticipatie in de sociale huisvesting’ zal de inbedding van VIVAS in het VOB mee begeleiden en binnen de werkgroep beraadt de sector zich over onze inzet op bewonersparticipatie in sociale huisvesting. De werkgroep ‘energie en woonkwaliteit’ gaat werk maken 89
te lopen.
van praktijkverrijking en de werkgroep ‘private woonmarkt en alternatieve woonvormen’ gaat een experimenteel traject lopen in functie van de verruiming
van het woonaanbod voor maatschappelijk kwetsbare groepen (wonen op maat).
SA-WO-3.4. AOA ‘Deelname aan VIVAS’ (WO-AOA-VIVAS)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie VIVAS is een Vlaams netwerk van en voor sociale huurders. Het is een samenwerkingsverband van georganiseerde lokale bewonersgroepen en actieve bewoners in de sociale huisvesting. VIVAS verdedigt de gemeenschappelijke belangen van sociale huurders en treedt daarvoor in dialoog met beleidsactoren. VIVAS bevordert onderlinge contacten tussen sociale huurders en staat de vorming van huurders centraal. In de VIVAS-werking gaat bijzondere aandacht naar allochtone en kansarme sociale huurders. VIVAS is lid van de ‘Vlaamse Woonraad’. Vanuit onze basiswerking leiden we groepen sociale huurders toe naar VIVAS en we ondersteunen hen daarin. Binnen VIVAS formuleren we – samen met andere groepen en vanuit de eigen praktijk – beleidsaanbevelingen inzake wonen bij de bovenlokale overheid. Werkdoel 1 (agogisch) De doelgroep is voldoende versterkt met het oog op het woord leren nemen, vergadercultuur, dialoog, ...
Werkdoel 2 (politiek) In samenwerking met partners en andere doelgroeporganisaties klinkt de stem van de doelgroep door in beleidsvoorbereiding en -uitvoering
Indicatoren (verslagen van ) doelgroepbijeenkomsten aanwezigheid en inbreng van doelgroepleden oplossingsactoren en beleid
op
dialoogmomenten
met
Indicatoren deelname van de doelgroep aan bovenlokaal woonoverleg deelname van de doelgroep aan beleidsbeïnvloeding neerslag van de inbreng van de doelgroep in voorbereiding of uitvoering van beleid
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
90
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012 Evaluatie 2011
Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Een afvaardiging van de bewonersgroep die is opgericht in de schoot van het project ‘Sociale huurders in Eeklo’ neemt deel aan de vergaderingen van de stuurgroep van VIVAS; een ruimere groep neemt deel aan het VIVAS-congres
In 2012 zal de bewonersgroep van het project ‘Sociale huurders in Eeklo’ verder deelnemen aan de stuurgroep van VIVAS; ook in 2012 zal een ruimere groep sociale huurders deel nemen aan het VIVAS-congres.
Resultaten
In 2011 nam een afvaardiging van de bewonersgroep van het project ‘Sociale huurders in Eeklo’ deel aan de vergaderingen van de stuurgroep van VIVAS. Het belangrijkste gespreksthema op die vergaderingen was de participatie van sociale huurders naar aanleiding van de geplande visitaties aan sociale huisvestingsmaatschappijen. On 2011 namen gemiddeld twee sociale huurders uit Eeklo deel aan de vergaderingen van de VIVAS-stuurgroep. De besprekingen op de VIVAS-stuurgroep worden voorbereid en nabesproken op vergaderingen van de bewonersgroep
In 2012 neemt een afvaardiging van de bewonersgroep van het project ‘Sociale huurders in Eeklo’ verder deel aan de stuurgroep van VIVAS; ook in 2012 zal een ruimere groep sociale huurders deel nemen aan het VIVAScongres. De besprekingen op de VIVAS-stuurgroep worden voorbereid en nabesproken op vergaderingen van de bewonersgroep zodat ook andere deelnemers van de werkgroep input kunnen geven en feedback krijgen.
Op 10 december 2011 namen een 20-tal sociale huurders deel aan het VIVAScongres in Gent dat ook handelde over de participatie van sociale huurders en de geplande visitaties.
Besluit
In 2011 nam een afvaardiging van de bewonersgroep van het project ‘Sociale huurders in Eeklo’ deel aan de vergaderingen van de stuurgroep van VIVAS en namen een 20-tal sociale huurders uit Eeklo deel aan het VIVAS-congres.
In 2012 neemt de bewonersgroep van het project ‘Sociale huurders in Eeklo’ verder deel aan de stuurgroep van VIVAS; ook in 2012 zal een ruimere groep sociale huurders deel nemen aan het VIVAS-congres
SA-WO-3.5. AOA ‘Deelname aan de ‘Transitiearena Duurzaam Wonen en Bouwen’ en het ‘Provinciaal Steunpunt Duurzaam Wonen en Bouwen’ (WOAOA-DUWB)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie In 2004 startte in opdracht van AMINAL (nu departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid) het project transitiemanagement duurzaam wonen en bouwen (DUWOBO). Gedurende 2 jaar hebben een 80 tal deelnemers, afkomstig uit een brede waaier van organisaties, gewerkt aan een transitie-agenda. De dynamiek en de dialoog, die in dit project zijn tot stand gekomen vormen ook kansen voor kruisbestuiving tussen actoren. Op die manier is de facto een platform ontstaan dat onder meer adviezen omtrent duurzaam wonen en bouwen formuleert voor door Vlaanderen erkende en gesubsidieerde stadsvernieuwingsprojecten. Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen neemt deel aan deze ‘transitiearena’ om mee invulling te geven aan de sociale component van het begrip duurzaamheid en meer in het bijzonder de bewonersbetrokkenheid. De inzet op het terrein blijft voorts beperkt tot het verstrekken van adviezen omtrent participatie van zittende of toekomstige bewoners bij de verdere uitwerking van erkende stadsvernieuwings- en woonprojecten in de provincie en eventueel buiten de provincie. Slechts in de mate dat betrokken besturen aan Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen op basis van de verstrekte adviezen een ruimere ondersteuning van bewoners vragen bij hun participatie aan de ontwikkeling van die gebieden, en ze ook bereid zijn ons daarvoor te vergoeden, zullen we hierop ook projectmatig inzetten. 91
Inmiddels hebben ook de provincies de opdracht gekregen van Vlaanderen om promotor te zijn van provinciale steunpunten duurzaam wonen en bouwen (DUWOBO). Het provinciaal steunpunt DUWOBO zal zowel een steunpuntfunctie (verzamelplaats van kennis en technieken) als een netwerkfunctie (uitwisseling tussen de spelers) hebben. De Provincie bouwt daartoe een breed netwerk uit met partners uit verschillende sectoren (milieu, bouw, sociaal). De kerngroep van 9 actoren die dit Steunpunt mee moet aansturen bestaat uit vertegenwoordigers van de Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen, Bouwunie Oost-Vlaanderen, NAV, Eandis, Bond Beter Leefmilieu, Samenlevingsopbouw OostVlaanderen, Woonwijzer Meetjesland en EROV, in samenwerking met MilieuAdviesWinkel en met steun van de Vlaamse Overheid. Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw zetelt in deze kerngroep om de belangen van de meest kwetsbaren in het verhaal rond duurzaam wonen en bouwen in te brengen en er bij de initiatieven van het Steunpunt voldoende aandacht voor te vragen. Werkdoel 1 (politiek) Oplossingsactoren betrekken bewoners en bewonersbelangen bij hun beleidsvoering en nemen duurzame en oplossingsgerichte maatregelen, rekening houdend met de noden van de doelgroep.
Indicatoren De adviezen die we uitbrengen.
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee De strategische acties waarin rechtstreeks gewerkt wordt met de doelgroep waaruit deze actie put zijn alle projecten rond wonen en de projecten leefbaarheid binnen OD-LB-GO- 1 en OD-LB-GO-2.
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
In 2011 werden we niet gevraagd om adviezen te geven voor de Transitiearena duurzaam wonen en bouwen.
In 2012 nemen we deel aan vergaderingen van de transitiearena en stellen wij onze expertise ter beschikking voor nieuwe adviezen over participatie en sociale duurzaamheid in stadvernieuwingsprojecten.
In 2011 traden we toe tot de kerngroep van het Provinciaal Steunpunt Duurzaam Wonen en Bouwen. Daarbinnen vertegenwoordigen de sociale poot van het duurzaamheidsverhaal en vragen we aandacht voor de positie en de situatie van de meest kwetsbaren.
Resultaten
In 2011 gaven we geen adviezen binnen de Transitiearena. Wel namen we op 16 november deel aan een studiedag van de Transitiearena over ‘Betaalbaar duurzaam wonen en (ver)bouwen voor maatschappelijk kwetsbaren (naast
Daarnaast nemen we deel aan de vergaderingen en evenementen van het Provinciaal Steunpunt Duurzaam Wonen en Bouwen (DuWoBo). We proberen zowel binnen de kerngroep als het bredere netwerk en de evenementen die worden opgezet de belangen van de meest kwetsbaren in het verhaal rond duurzaam wonen en bouwen in te brengen en er bij de initiatieven van het Steunpunt voldoende aandacht voor te vragen. In 2012 blijven we partner in de Transitiearena Duurzaam Wonen en Bouwen waar we, op vraag, vanuit onze expertise adviseren over stadsvernieuwings- en bouwprojecten en met name rond sociale aspecten en bewonersbetrokkenheid. 92
‘duurzaam materiaalgebruik in de bouw’ en ‘slimme netwerken in de bebouwde omgeving’). Daarnaast traden we toe tot de kerngroep van het Provinciaal Steunpunt Duurzaam Wonen en Bouwen dat op 10 oktober 2011 tijdens de BIS-beurs boven de doopvont werd gehouden. We namen ook deel aan 3 van de 4 kerngroepvergaderingen in 2011 waar we de kaart van meest kwetsbaren trekken en het sociale luik van duurzaam wonen trachten in te vullen. Zo slaagden wij er alvast in om op een studiedag in 2012 daar specifiek aandacht voor te vragen. Daarnaast is ook de agenda rond duurzaam wonen en bouwen ook al verruimd naar het energievraagstuk. Besluit
In 2011 leverden we geen inhoudelijke input aan de Transitiearena maar traden we wel toe tot de kerngroep van het nieuw opgerichte Provinciaal Steunpunt Duurzaam Wonen en Bouwen waar we garant moeten staan voor aandacht voor de sociale component van duurzaam wonen en bouwen
Daarnaast participeren we in 2012 ook aan de kerngroep van het Provinciaal Steunpunt Duurzaam Wonen en Bouwen waar we aandacht blijven vragen voor de situatie en de positie van de meest kwetsbaren. Op die manier proberen we duurzaam wonen en bouwen in de provincie ook het verhaal van die doelgroep te maken. In 2012 verlenen we onze medewerking aan een studiedag van het Steunpunt onder de titel ‘Beter wonen voor iedereen?’ De studiedag die doorgaat op 12 maart wil met inspirerende praktijkvoorbeelden laten zien dat kwaliteitsvol en energiezuinig wonen in ieders bereik kan liggen. Omdat onze inzet in de Transitiearena afhankelijk is van gevraagde adviezen in stadsvernieuwingsprojecten is de inzet onzeker maar alleszins beperkt.
PROGRAMMA ONDERWIJS
SA-ON-1.1. Project ‘Onderwijsopbouwwerk Ronse – Gelijke onderwijskansen in en rondom de basisschool’ (ON-PR-OOWR)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Op bijna elke socio-economische achterstellingskaart staat Ronse prominent ingekleurd. Zowel qua kansarmoede, werkloosheid, werkzaamheid, opleidingsniveau, gezondheidsindex, vervangingsinkomens, enz. scoort Ronse opmerkelijk hoger ten opzichte van Oost-Vlaamse en Vlaamse gemiddelden. Daarnaast wordt Ronse geconfronteerd met een sterke groene druk. Een aanzienlijk aandeel van die jonge bevolkingsgroep groeit op in een kansarm gezin (1 op de 5 geboorten) en/of meertalige gezinscontext. Naast de meer algemene statistische gegevens op niveau van de stad Ronse, duidt de aanwezigheid van maar liefst 9 Kesteloot-aandachtsbuurten in Ronse (+/- 34% van de totale bevolking) op een woon(omgevings)problematiek die logischerwijs ook haar weerslag heeft op de leer- en ontwikkelingskansen van leerlingen. Tenslotte is Ronse ook een taalfaciliteitengemeente, waardoor de Nederlandse taalverwerving bij meertalige leerlingen moeizamer verloopt dan in een stad of gemeente waar Nederlands de algemene voertaal is. Een grote meerderheid van de Ronsese leerlingen start de schoolloopbaan in het Nederlandstalige basisonderwijs. De samenstelling van de schoolbevolking in het Ronsese basisonderwijs vormt dan ook een afspiegeling van bovengenoemde socio-economische realiteit. Zo’n 35% van de leerlingen heeft het Nederlands niet als thuistaal (K&G maakt zelfs melding van 50%), 59% van alle leerlingen is GOK-indicatorleerling, 49% is GOK-leerling en 1 op de 3 leerlingen heeft een laaggeschoolde moeder. Tenslotte heeft 30% van de leerling minstens 1 jaar schoolse vertraging opgelopen op het einde van de lagere cyclus (dubbel zo hoog als het Vlaamse gemiddelde) en overstijgt het aantal schoolverlaters zonder diploma in het secundair de Vlaamse trend. In het kader van het lokaal sociaal beleidsplan besliste de stad Ronse om in lijn met het gelijke onderwijskansendecreet (GOK) en de principes van het flankerend onderwijsbeleid een team van 4 VTE in te zetten met het oog op de verhoging van de ouderbetrokkenheid van GOK-leerlingen in het Ronsese basisonderwijs (kleuter en lager). 93
Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen werd gesolliciteerd om het werkgeverschap en de inhoudelijke invulling in nauw overleg met de basisscholen, het stadsbestuur en alle belanghebbenden voor haar rekening te nemen. Hiervoor sloten de stad Ronse en Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen eind 2007 een samenwerkingsakkoord af voor een periode van 6 jaar (2008-2013). Begin 2008 startte het onderwijsopbouwwerk een grondige terreinverkenning die resulteerde in een breed gedragen lange termijnplan en een jaarplanning voor het schooljaar 2008-2009. Op 1 september 2008 kon het onderwijsopbouwwerk effectief starten. Vanaf half 2011 worden bovendien extra middelen aan het onderwijsopbouwwerk toegewezen dankzij een subsidiedossier in het kader van het flankerend onderwijsbeleid voor niet-centrumsteden. Het onderwijsopbouwwerk beoogt de gelijke onderwijskansen te bevorderen van GOK-doelgroepleerlingen door op een integrale wijze rond volgende thema’s initiatieven in en rond de scholen uit te werken: ouderbetrokkenheid, kansarmoede & diversiteit, kleuterparticipatie, schooltoelagen, taalactivering, ondersteuningsaanbod voor onderwijsgelinkte welzijnsen derde actoren, buttom-up initiatieven vanuit de doelgroepen en buitenschools leren. De doelgroepouders worden hoofdzakelijk bereikt via oudergroepen, tijdens schoolpoortcontacten, infosessies, thematische actieweken, huisbezoeken en via de organisatie van activiteiten voor doelgroepleerlingen. Hiervoor gaat het onderwijsopbouwwerk de samenwerking aan met talloze partners. Zo onder meer de basisscholen, de ouders, het stadsbestuur, LOP Ronse basis, K&P, K&G, CKG, CLB’s, welzijnsorganisaties, OCMW’s, ODiCe, VWAWN, enz. Het project kadert binnen het lokaal sociaal beleid van de stad Ronse en wordt gefinancierd met middelen uit het gemeentefonds en sinds 2011 ook via het Flankerend onderwijsbeleid voor niet-centrumsteden. Daarnaast wordt voor de opstart van kleine initiatieven ook beroep gedaan op projectenfondsen. Werkdoel 1 (agogisch) Kansarme en meertalige ouders zijn door het opbouwwerk zo georganiseerd dat zij een beter inzicht verwerven in de onderwijssituatie van hun kinderen en hun eigen positie als ‘ondersteunende ouder’, en via hun participatie aan oplossingsgerichte opbouwwerkinitiatieven de onderwijskansen van hun kinderen helpen verhogen Werkdoel 2 (Politiek) Ronsese basisscholen, CLB’s, het lokaal bestuur en welzijnsorganisaties werken (samen) voor kansarme en meertalige GOK-leerlingen concrete oplossingsgerichte maatregelen uit, met het oog op meer gelijke onderwijskansen
Indicatoren In de scholen: oudergroepen, laagdrempelige infomomenten, infocampagnes, … Buitenschools: interscolaire oudergroepen, taalstimuleringsinitiatieven, informatieve en/of sensibiliserende tentoonstellingen voor leerlingen en leerkrachten, sensibiliseringscampagnes, studiebegeleiding aan huis, … Indicatoren Sensibilisering van directies en (zorg)leerkrachten Gestructureerd netoverschrijdend overleg tussen CLB’s, zorgcoördinatoren en onderwijsopbouwwerk Onderwijsopbouwwerk als onderdeel van het stedelijk flankerend onderwijsbeleid Oplossingsgerichte initiatieven genomen door scholen, samenwerkingspartners, … Actieve bijdragen aan LOP-werking
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012 94
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
Naast het voortzetten van de bestaande werking – wat de basis vormt voor onze contacten met zowel scholen als doelgroepouders-, boogden wij in 2011:
In 2012 wensen wij, naast het voortzetten van de bestaande werking – wat de basis vormt voor onze contacten met zowel scholen als doelgroepouders-, op volgende terreinen vooruitgang boeken:
-
Een verhoging van de buitenschoolse ontwikkelingskansen door de participatie van doelgroepleerlingen aan het bestaande jeugd-, sporten cultuuraanbod via een campagne te bevorderen Optimalisatie en uitbreiding van het bestaande taalstimuleringsaanbod door de samenwerking tussen de verschillende initiatieven te faciliteren De drempels voor ouderbetrokkenheid bij het studiekeuzeproces in kaart te brengen via een uitgebreide doelgroepbevraging, uitgevoerd door de Artevelde Hogeschool Gent. Een nieuw initiatief op te starten waardoor wij ook voor de moeilijkst te bereiken doelgroepen een ondersteuningsaanbod zouden kunnen bieden
-
De in september goed gekeurde subsidieaanvraag in het kader van het Flankerend onderwijsbeleid voor niet-centrumsteden, bood ons vanaf oktober extra middelen om de eerste twee actiepunten aan te pakken en een doelgroepbevraging op te starten. Resultaten
-
Opmaak van een breed gedragen onderwijsplan in samenwerking met de stad en het LOP (mogelijks ook een memorandum voor de volgende legislatuur en input voor het toekomstige strategisch plan van de stad) Empowerment van doelgroepouders Campagne lanceren met het oog op verhoogde participatie aan lokaal vrijetijdsaanbod in samenwerking met de stedelijke diensten sport, cultuur diversiteit en jeugd Onderwijzend personeel sensibiliseren rond kansarmoede in samenwerking met CLB en Vereniging waar armen het woord nemen Ouderbetrokkenheid bij het studiekeuzeproces verhogen in samenwerking met de scholen en CLB’s Het aanbod en de kwaliteit van de taalstimuleringsinitiatieven in Ronse verder verhogen in samenwerking met zelforganisaties Opstart van het nieuwe project ‘Naschoolse ouderondersteuning aan huis’ (Noah) na de paasvakantie.
Werkdoel 1 (agogisch)
Werkdoel 1 (agogisch)
In 2011 organiseerden wij met het oog op het versterken van de ouderbetrokkenheid op maat van elke school een doelgroepgericht aanbod. Hetzij onder de vorm van oudergroepen, actieweken, informatieve koffiemomenten, enz.
Wij hopen de doelgroepbevragingen met het oog op de ontwikkeling van een van de campagne ter bevordering van de participatie van doelgroepleerlingen aan het lokaal sport- en vrijetijdsaanbod, in het voorjaar af te ronden. Het plan van aanpak voor de campagne zal tegen de zomervakantie klaar zijn en daarna worden geïmplementeerd.
Naast onze doelgroepwerking in de scholen, startten wij in 2011 een buitenschoolse oudergroep op waarop alle ouders die we via de oudergroepen in de scholen leerden kennen, werden uitgenodigd. Deze interscolaire oudergroep bleek aan te slaan en op die manier vingen wij van de ouders heel wat nieuwe – tot hiertoe ongehoorde – signalen op. Met die zelfde oudergroep zal vanaf 2012 meer empowerend worden verder gewerkt. Op termijn willen wij met deze versterkte oudergroep evolueren richting beleidsparticipatie (toetsgroep, deelname aan LOP-werkgroepen, evaluatie van schoolbeleid, enz). In het kader van de taalinitiatieven werd de onderlinge samenwerking tussen de verschillende taalinitiatieven en de vrijwilligerswerking bevorderd en het luik ouderbetrokkenheid verder uitgediept (evaluaties met ouders, infovergaderingen, infovergaderingen rond studieoriëntatie, …). In 2012 zal
In 2012 werken wij verder aan de optimalisatie van de taalinitiatieven. Er zal in dat verband ook nauwer worden samengewerkt met de stedelijke diensten cultuur en jeugd. Na de paasvakantie wordt Noah opgestart. Dit in samenwerking met CLB, K&G, Speel-o-theek, K&P, de scholen en een groep vrijwilligers. De interscolaire oudergroep is in de loop van 2012 geëvolueerd naar een sterke, empowerende oudergroep ter voorbereiding van latere beleidsparticipatie (LOP-werkgroepen, communicatiebeleid van een school, …)
95
hierop verder worden gewerkt. In 2011 werden de nodige voorbereidingen getroffen voor de opstart van een nieuw initiatief dat zich heel sterk zal focussen op de ondersteuning van de moeilijkst te bereiken doelgroepen (generatiekansarmen en analfabete allochtone ouders). Dit zal tijdens het voorjaar 2012 effectief van start gaan onder de naam ‘Naschoolse ouderondersteuning aan huis’ (Noah). Het is de bedoeling op die manier nog beter de signalen van deze specifieke doelgroepen te capteren, hun maatschappelijke participatie te bevorderen en hen op termijn te empoweren. Werkdoel 2 (politiek)
Werkdoel 2 (politiek)
Het onderzoek naar de geringe ouderbetrokkenheid bij het studiekeuzeproces van doelgroepouders in samenwerking met de Artevelde Hogeschool resulteerde in een onderzoeksrapport. De resultaten werden in samenwerking met het LOP aan alle belanghebbenden voorgesteld. Het is de bedoeling om in de loop van 2012 rond dit thema een afzonderlijke LOP-werkgroep op te starten.
Tijdens het voorjaar wordt het statschot gegeven voor de opmaak van een onderwijsbeleidsplan voor de stad Ronse. Hierbij wordt niet alleen het onderwijs, maar ook het volledige welzijnswerkveld betrokken. Het plan zal als een soort breed gedragen memorandum na de gemeenteraadsverkiezingen worden overhandigd aan de nieuwe coalitie.
Vanuit de vaststelling dat het thema ‘kansarmoede’ zowel van de agenda van de verschillende schoolbesturen als het LOP is verdwenen, startten wij met de Vereniging waar armen het woord nemen en het CLB voorbereidende gesprekken met het oog op de ontwikkeling van een vormingsaanbod voor schoolteams in de loop van 2012.
In de loop van 2012 willen wij een aangepast vormingsaanbod aanbieden aan schoolteams rond kansarmoede op school. In de loop van 2012 willen wij in de schoot van het LOP een werkgroep opstarten rond het thema ‘ouderbetrokkenheid bij het studiekeuzeproces’
Tenslotte legden wij in 2011 de basis voor een grondig en breed gedragen debat met alle stakeholders over de toekomst van het Ronsese onderwijs dat tijdens het voorjaar 2012 zal worden georganiseerd. Met het oog hierop werkten wij samen met de stad en het LOP Ronse aan een omvattende omgevingsanalyse waarin de verschillende pijnpunten worden blootgelegd. Deze eerste noodzakelijke stap kon tegen het einde van 2011 worden afgerond. Besluit
Naast het verderzetten van de bestaande doelgroepwerking in en rondom de Ronsese basisscholen, slaagden we erin om onze politieke en agogische kernopdracht verder uit te diepen.
In 2012 zal het accent hoofdzakelijk liggen op de realisatie van onze politieke kernopdracht.
96
SA-ON-1.2. Project ‘Kleuterparticipatie in Sint-Niklaas’ (ON-PR-KLEU)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie In september 2006 gaf de stad Sint-Niklaas aan dat de kansengelijkheid van maatschappelijk kwetsbare kinderen in het gedrang was. Zij wilden graag dat Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen een rol zou opnemen binnen het Sint-Niklase onderwijswerkveld. Na een intensieve verkenning (januari tot juni 2007) bleek dat er in dat verband inderdaad heel wat uitdagingen voor lagen. Een aantal elementen uit deze verkenning maakten dat Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen ervoor koos om in 2008 een project rond kleuterparticipatie op te zetten: de stijgende maatschappelijke aandacht voor het thema (het jaar van de kleuter en de vele extra maatregelen van de minister in de richting van kleuterparticipatie); de expliciete vraag van het Sint-Niklase onderwijs om hen hieromtrent te ondersteunen (LOP) – (vanuit deze insteek kunnen andere noden en hiaten eveneens aangekaart worden); de vraag van velen (ouders, onderwijs, welzijn) om zo vroeg mogelijk in de schoolcarrière van kinderen in te grijpen, het preventieve aspect vindt men ontzettend belangrijk; de vraag van onderwijs en welzijn naar onderwijsopbouwwerk in Sint-Niklaas. Het project richt zich in de eerste plaats tot autochtone en allochtone kansarme kleuterouders. Het onderwijsopbouwwerkproject probeert in te spelen op de problematiek van (on)gelijke kansen in het kleuteronderwijs. Het project past binnen het kader van het flankerend onderwijsbeleid van de stad Sint-Niklaas en wordt gerealiseerd vanuit een samenwerkingsverband met verschillende Sint-Niklase scholengemeenschappen (basisonderwijs). In de loop van 2010 werd voor het eerst een convenant rond onderwijsopbouwwerk afgesloten met Stad Sint-Niklaas voor de periode van twee schooljaren. Enerzijds willen we met dit project een netwerk helpen uitbouwen in de schoot van het LOP om kleuterparticipatie te stimuleren bij kleuters vanaf 2,5 jaar die nog niet zijn ingeschreven of onregelmatig school lopen in de Sint-Niklase kleuterscholen. Anderzijds willen we zelf in enkele scholen experimenteren om via vernieuwende instrumenten en praktijken de kleuterparticipatie te verhogen. In een aantal andere scholen werken we meer vanuit een adviserende rol. In een latere fase van het project zullen we deze ervaringen bundelen en zo verbreden naar andere scholen. Werkdoel 1 (agogisch) Kansarme en meertalige ouders zijn georganiseerd met het oog op het verwerven van inzicht in hun eigen situatie en die van hun kinderen en hun participatie binnen oplossingsgerichte onderwijsopbouwwerkinitiatieven met het oog op verhoogde onderwijskansen voor hun kinderen Werkdoel 2 (politiek) De oplossingsactoren (i.c. de Stint-Niklase scholen) zijn ondersteund om de problematiek inzake ongelijke onderwijskansen aan te pakken, rekening houdend met de noden van de doelgroepouders en hun kinderen.
Indicatoren Ondersteuning van tien (elf) scholen m.b.t. het organiseren van ouderactiviteiten en het verhogen van de ouderbetrokkenheid in de school.
Indicatoren Vorming aan leerkrachten Overleg met zorgcoördinatoren, directies, leerkrachtenteams Overleg met de brugfiguren Organiseren van netoverschrijdend overleg Overleg met partners inzake specifieke (oplossingsgerichte) initiatieven Deelname aan LOP-initiatieven 97
Deelname aan LOP-vergaderingen Organiseren van LOP-werkgroep Kleuterparticipatie en deelwerkgroepen Ondersteunen van beleidsinitiatieven van scholen Materialen ontwikkelen en ter beschikking stellen via acties, website, publicaties Werkdoel 3 (politiek) De oplossingsactoren en relevante welzijns- en lokale beleidsactoren nemen, met het oog op meer gelijke onderwijskansen, concrete oplossingsgerichte maatregelen, rekening houden met de noden van de doelgroepouders en hun kinderen.
Indicatoren Samenwerkingsovereenkomst met de stad Oplossingsgerichte maatregelen
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
Een belangrijk onderdeel van dit project is het ondersteunen van tien scholen m.b.t. het organiseren van ouderactiviteiten en het verhogen van ouderbetrokkenheid in de school. Dit gebeurt a.h.v. overleg met directies en zorgcoördinatoren/-juffen, via het mee opzetten van concrete activiteiten en het ondersteunen van leerkrachtenteams. Dit concrete, adviserende en beleidsmatige werk in de scholen werd verdergezet. Op basis van gesprekken per school werd vastgelegd wat de ondersteuning concreet zou inhouden. Het ‘begeleiden op maat’ is een onmiskenbare sterkte van het hele project.
Onderwijsopbouwwerk werkt per schooljaren, niet per werkjaren. Zo is veel van de aanpak in 2012 al gestart in schooljaar 2011-2012 en staat dus al beschreven in de kolommen hiernaast. We zetten dus verder in op de ingeslagen weg van 2011 betreffende samenwerking met de scholen (GOK-project) en het zorg+overleg.
In schooljaar 2011-2012 zetten we naast ouderbetrokkenheid verder in op versterken van schoolteams, de werking in het lager onderwijs en het betrekken van sterkere ouders enerzijds en de meest kwetsbare ouders anderzijds. We gingen hier en daar concreet aan de slag met het kader: 7 dimensies van ouderbetrokkenheid.
We werken gaandeweg aan het overdraagbaar maken van onze werking (o.a. naar scholen die niet door ons ondersteund worden). Dit doen we door fiches te ontwikkelen omtrent diverse aspecten van onze werking. We denken na over een methodiek om de opgedane kennis buiten de huidige scholen kunnen verspreiden (Het zou kunnen gaan om een brochure, een studievoormiddag,…). Zo kunnen ook andere scholen mee genieten van de ervaringen en kennis die gedurende verschillende jaren werd opgedaan.
Het ‘zorg+’-overleg is de plek waar al diegenen die de acties rond kleuterparticipatie binnen hun school organiseren, samenkomen. Ervaringen worden uitgewisseld, moeilijkheden besproken, tips gegeven en krachten gebundeld. Goede praktijken worden onder de loep genomen en aan elkaar doorgegeven. Deze uitwisseling van ervaringen wordt door de deelnemende scholen gezien als één van de krachten van dit project. Door parallel in de 10
Verder gaan we in de tweede helft van het jaar (schooljaar 2012-2013) op zoek naar antwoorden voor de schoolteams om hen blijvend te motiveren om structureel in te zetten op ouderbetrokkenheid. Er stapt een nieuwe school in het samenwerkingsverband. Deze school wordt gedurende schooljaar 2012-2013 een testcase waar reeds ontwikkelde methodieken en inzichten worden gelanceerd en doordacht geïnitieerd. Dit om 98
scholen activiteiten uit te bouwen rond kleuterparticipatie en hierover uit te wisselen, kan in de diepte gewerkt worden: ‘wat werkt? Wat werkt niet?’ Het brugfigurenproject van de stad ging van start in april 2010 in 6 scholen waarmee wij ook samenwerken. We evalueerden het samenwerken in deze scholen en stelden vast dat er een goede onderlinge communicatie is, dat we elkaar aanvullen en versterken.
zicht te krijgen op de vertaalbaarheid van onze ervaringen naar andere scholen. De goede samenwerking met de brugfiguren per school en schooloverstijgend wordt verdergezet. We zoeken uit in hoeverre hun ‘consultancyfunctie’ een rol kan spelen in de verzelfstandiging van het kleuterproject.
We startten in 2011 met een denktraject om onze werking overdraagbaar te maken, alsook om onze werking te consolideren in de tien scholen. Dit doen we door fiches te ontwikkelen omtrent diverse aspecten van onze werking. We werkten samen met het Huis van het Kind omtrent hun LIFT-project. Onze inzet was om de meest kwetsbare gezinnen erbij te betrekken en te zoeken naar gepaste financiering van dit project. Ook met betrekking tot het bekend maken van de spelotheek bij onze ouders, wordt sterk samengewerkt met het Huis van het Kind. De deelname aan de diverse werkgroepen, de algemene vergadering en het dagelijks bestuur van LOP-basis St. Niklaas werd verder gezet. De LOP-werkgroep ‘Kleuterparticipatie’ werd verder door ons getrokken, evenals de deelwerkgroepen en deelwerkingen hierbinnen: ‘week van de klok’ en werkgroep Roma. Er werden uitwisselingstafels rond Roma georganiseerd en er ontstond een nieuwe deelwerkgroep omtrent afwezigheden. In de loop van 2010 werd voor het eerst een convenant rond onderwijsopbouwwerk afgesloten met Stad Sint-Niklaas voor de periode van twee schooljaren (2010-2011en 2011-2012). Resultaten
Werkdoel 1 (agogisch) Onze inzet met betrekking tot ouderbetrokkenheid is eerder onrechtstreeks, nl. door de scholen op maat te ondersteunen om allerlei acties omtrent ouderbetrokkenheid op te zetten en op die manier oplossingsgerichte initiatieven te organiseren. Het ‘begeleiden op maat’ van de scholen is een sterkte van het project: de scholen zijn gemotiveerd, de resultaten zijn hoger èn er is veel meer materiaal tot uitwisseling tussen de scholen.
Werkdoel 1 (agogisch) We ondersteunen verder de scholen zodat ouders blijvend de mogelijkheid hebben om deel te nemen aan ouderactiviteiten. We evalueren mee kritisch en houden de scholen alert en attent voor de meest kwetsbaren. We besteden in 2012 expliciet aandacht aan het betrekken van het hele team in de scholen, het wegwerken van weerstanden, het bereiken van de meest kwetsbare ouders in sommige scholen, het versterken van draagkracht en op het inzetten van talenten van ouders.
Uit de evaluaties met de scholen blijkt dat niet alleen de groep ouders die altijd aanwezig is, bereikt wordt, maar dat ook een aantal moeilijker bereikbare ouders nu de weg naar de school vinden. Verder blijkt dat ouders gemakkelijker communiceren met de leerkrachten over van alles en nog wat (en omgekeerd): de drempel naar de school is echt verlaagd. 99
Resultaten op schoolteamniveau: - Leerkrachten gaan op een veel opener manier om met aanwezigheid van ouders op school / in de klas. Ze zien er steeds vaker de meerwaarde van in. - Leerkrachten krijgen energie om zich opnieuw in te zetten voor kwetsbare ouders. - Leerkrachten leren kijken met de bril van ouders. - De ervaringen die werden opgedaan door de leerkrachten in het kleuteronderwijs worden verspreid naar de leerkrachten lager onderwijs. Werkdoel 2 (politiek) We gaan in de scholen het proces aan met de oplossingsactoren zelf (de directies) en met het leerkrachtenteam. Op die manier ondersteunen we structurele veranderingen binnen elke school. Het GOK-project (= onze samenwerking met de scholen) werd opnieuw positief geëvalueerd door alle betrokkenen. De scholen pleiten expliciet voor een samenwerkingsmodel omdat ze ondervinden dat dit een meerwaarde biedt. Er werd een nieuw GOK-project ingediend bij de stad St. Niklaas (en goedgekeurd) voor het volgende schooljaar. Het zorg+-overleg kwam vier keer samen. Het is één van de belangrijkste pijlers binnen het project en wordt door de scholen als heel zinvol ervaren. Behandelde thema’s: uitwisseling omtrent ouderbetrokkenheid in de scholen, teamgedragenheid, engagementsverklaring, uitdagingen m.b.t. ouderbetrokkenheid.
Werkdoel 2 (politiek) We werken verder in de richting van een consolidering van onze werking in de scholen, o.a. door de ingeslagen weg van vorming aan leerkrachten, aanwezigheid op personeelsvergaderingen, overleg met het volledige team, zorgcoördinatoren ondersteunen in het gedragen maken van het project door het leerkrachtenteam,… We willen samen met de school hun aanbod inzake ouderbetrokkenheid analyseren en hieruit lijnen trekken voor de toekomst, uitzoeken welke expertise de scholen nog missen om het project zelfstandig verder te zetten. We zetten de zorg+werking verder en kijken stilaan uit naar een goede vorm van verzelfstandiging ervan. Accenten liggen op prioriteitenbepaling binnen teamwerkingen, draagkracht-draaglastbalans en hoe draagkracht versterken, analyse van ouderactiviteiten en inzetten op talenten van ouders.
We maakten begin 2011 een nieuwsbrief met daarin een actuele stand van zaken van het project en onze resultaten. Werkdoel 3 (politiek) De LOP-werkgroep kleuterparticipatie bleef ook in 2011 een goed draaiend netwerk met diverse samenwerkingspartners. Thema’s die op de agenda stonden: de opvolging van de procedure niet-ingeschreven kleuters, beeldvorming (school-in-zicht), analyse en voorstelling van het onderzoek telaat-komen, afwezigheidsbeleid, uitwisseling van zaken op de snijlijn welzijnonderwijs,… De werkgroep Roma organiseerde twee uitwisselingstafels omtrent kleuteronderwijs, taal en Roma. Er ontstond een nieuwe deelwerkgroep omtrent afwezigheden.
Werkdoel 3 (politiek) We zetten de schooloverstijgende werking van het project verder. In de LOPwerkgroep kleuterparticipatie ligt het accent op een afwezighedenbeleid en de Roma-uitwisselingstafels. + zie vak hierboven.
Er is voor het eerst een convenant rond onderwijsopbouwwerk met de Stad SintNiklaas voor de periode van twee schooljaren (2010-2011 en 2011-2012). Besluit
Het kleuterproject in St. Niklaas is een succesvol project waarin stappen
Voor wat betreft 2012 gaan we verder op de ingeslagen weg (schooljaar 2011100
voorwaarts gezet worden in de richting van blijvende, duurzame resultaten binnen de scholen. Scholen, CLB’s, LOP, de stad en stedelijke diensten, (welzijns)organisaties kennen ons, vinden de weg naar ons, werken graag met ons samen.
2012). In het schooljaar 2012-2013 wordt de basis gelegd voor de consolidering van het project in de scholen waarmee we samenwerken en van het zorg+overleg (verzelfstandiging) en maken we werk van de verbreding en verspreiding van de opgedane expertise.
SA-ON-1.3. Project ‘Onderwijsopbouwwerk Denderleeuw – Gelijke onderwijskansen in en rondom de basisschool’ (ON-PR-OOWD)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie De gemeente Denderleeuw is een dichtbevolkte gemeente van net geen 19.000 inwoners. Ondanks de directe nabijheid van Brussel, bleef de instroom van allochtone inwoners tot voor 5 jaar eerder beperkt. Als gevolg van een aantal verschuivingen op de lokale huisvestingsmarkt, is er sinds 2007 een toenemende instroom merkbaar van nieuwe, hoofdzakelijk Frans- en Engelstalige inwoners met roots in zwart Afrikaanse landen. Voor zowel de lokale bevolking, het lokaal bestuur als de scholen, betekent de nieuwe situatie een hele aanpassing. Enkele jaren geleden installeerde de gemeente Denderleeuw daarom een eigen diversiteitsdienst. Deze startte in samenwerking met de Denderleeuwse scholen een reeds aantal initiatieven op. Hoofdzakelijk met het oog op het verhogen van de taalcompetenties van zowel ouders als kinderen. De problemen waarmee de scholen en nieuwe instromers in het Denderleeuwse onderwijs worden geconfronteerd, beperken zich echter niet alleen tot de taalkennis. Schoolteams beschikken vaak ook over onvoldoende competenties om met diversiteit, kansarmoede of anderstalige leerlingen in de klas om te gaan of vlot te communiceren met allochtone ouders. Anderzijds blijken de zwart Afrikaanse ouders in de meeste gevallen over onvoldoende voorkennis te beschikken van het Vlaamse onderwijssysteem of de verwachtingen van de school. Ook inzake generatiekansarme ouders en hun kinderen in het Denderleeuwse onderwijs stellen zich vanuit het onderwijs gelijkaardige ondersteuningsvragen. In 2011 diende de gemeente Denderleeuw, in nauw overleg met de leden van het scholenoverleg, in het kader van het Flankerend onderwijsbeleid voor niet-centrumgemeenten bij het departement Onderwijs een subsidiedossier in. Deze extra middelen stellen de gemeente in staat om gedurende een periode van meer dan 2 jaar één VTE onderwijsopbouwwerker (in dienst vanaf half januari 2012) in te zetten met het oog op het bevorderen van de gelijke onderwijskansen in de Denderleeuwse basisscholen en de eerste graad van het secundair. Via een samenwerkingsovereenkomst met Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen besteedt de gemeente Denderleeuw het werkgeverschap en de inhoudelijke aansturing aan Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen uit. Aan de hand van een grondige beginsituatieanalyse worden de problemen in kaart gebracht. Tijdens het voorjaar 2012 zal een actieplan voor de komende schooljaren worden opgesteld, met als hoofdaccenten: ondersteuning van scholen bij de ontwikkeling van hun GOK-beleid, stimulering van ouderbetrokkenheid, taalstimulering, samenwerking met welzijn, cultuur en sport en doorstroming en oriëntatie. Volgende samenwerkingspartners komen hierbij in beeld: de Denderleeuwse basis- en secundaire scholen, CLB’s, welzijnsorganisaties, de stedelijke diensten cultuur, sport, vrije tijd, OCMW, ODiCé, zelforganisaties, middenveldorganisaties, … Werkdoel 1 (agogisch) Kansarme en meertalige ouders zijn door het opbouwwerk zo georganiseerd dat zij een beter inzicht verwerven in de onderwijssituatie van hun kinderen en hun eigen positie als ‘ondersteunende ouder’, en via hun participatie aan oplossingsgerichte
Indicatoren In de scholen: oudergroepen, laagdrempelige infomomenten, infocampagnes, … Buitenschools: interscolaire oudergroepen, informatieve en/of sensibiliserende acties voor ouders, leerlingen en leerkrachten, studiebegeleiding aan huis, … 101
opbouwwerkinitiatieven de onderwijskansen van hun kinderen helpen verhogen Werkdoel 2 (Politiek) Denderleeuwse scholen, CLB’s, het lokaal bestuur en welzijnsorganisaties werken (samen) voor kansarme en meertalige GOK-leerlingen concrete oplossingsgerichte maatregelen uit, met het oog op meer gelijke onderwijskansen
Indicatoren Sensibilisering van directies en (zorg)leerkrachten Gestructureerd netoverschrijdend overleg tussen CLB’s, zorgcoördinatoren en onderwijsopbouwwerk Onderwijsopbouwwerk als onderdeel van het gemeentelijk flankerend onderwijsbeleid Oplossingsgerichte samenwerkingsinitiatieven Actieve bijdragen aan Scholenoverleg
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
Niet van toepassing
2012 is een opstartjaar. Tijdens de eerste helft van het jaar wordt volop gewerkt aan een beginsituatieanalyse. In dat kader worden alle betrokken scholen, middenveldorganisaties, OCMW, stedelijke diensten en meer dan 100 doelgroepouders bevraagd. Dit laatste in samenwerking met de Brusselse Erasmus Hogeschool. Op basis van alle verzamelde informatie zal naar het einde van het schooljaar 2011-2012 aan alle stakeholders van het project een concreet actieplan worden voorgesteld.
Resultaten
Besluit
Niet van toepassing
Aangezien het project zich momenteel nog in de opstartfase bevindt, kunnen nog geen concrete resultaten worden voorgelegd. Het project bevindt zich in de opstartfase.
102
SA-ON-2.1. AOA ‘Actieve deelname aan het ‘Meetjeslandse Overleg Welzijn & Onderwijs’ (ON-AOA-MOWO)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie In het Meetjesland is er geen LOP- werking. Toch duiden een aantal achterstellingsindicatoren op de aanwezigheid van een specifieke problematiek inzake ongelijke onderwijskansen: o.a. kansarmoede, bovengemiddeld aandeel schoolse vertraging, schulden op school, … Enkele jaren geleden nam het RWOM het initiatief om alle relevante onderwijspartners en welzijnspartners – naar het model van een LOP - op het regionaal niveau van het Meetjesland bijeen te brengen. Zo ontstond het ‘Meetjeslandse Overleg Welzijn en Onderwijs’ (MOWO). Het MOWO wil de samenwerking en afstemming op vlak van kansenbevordering voor leerlingen tussen de scholen en de welzijns- en gezondheidsactoren bevorderen. Dit onder meer via de organisatie van een structureel en permanent overleg, via het bevorderen van netwerking, de regionale verspreiding van kennis, sensibiliseringsacties, dialoog met kansarmen en het opzetten van concrete acties en projecten. De afgelopen jaren volgden wij het opstartproces van nabij op om de participatie van de doelgroepouders bij het opstartproces te garanderen. Eind 2010 werd de MOWO-werking echter voor onbepaalde duur stopgezet wegens een te geringe investering door de samenwerkende partners in het samenwerkingsverband. Werkdoel 1 (politiek) De werking van het lokale Meetjeslandse onderwijswerkveld en welzijnsorganisaties nemen oplossingsgerichte maatregelen, rekening houdend met de feitelijke noden van de doelgroep.
Indicatoren Vorming rond kansarmoede Actieve deelname aan werkgroep omgevingsanalyse Inbreng ‘good practices’
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee De opstartfase van MOWO verliep van meet af aan moeizaam. MOWO bood onvoldoende perspectief voor georganiseerde doelgroepbevraging/-participatie en de realisatie van onze agogische en politieke kernopdrachten.
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
De werking werd eind 2010 voor onbepaalde duur stopgezet.
--
103
Resultaten
--
--
Besluit
--
--
SA-ON-2.2. AOA ‘Deelnemen aan het sectoroverleg ‘Onderwijs’ van de sector Samenlevingsopbouw’ (ON-AOA-SEOO)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Samenlevingsopbouw Vlaanderen organiseert een overlegplatform voor die instituten die binnen hun werkingsgebied onderwijsopbouwwerkinitiatieven ontwikkelen. Vanuit het sectoroverleg ‘Onderwijs’ trachten we vanuit Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen een actieve bijdrage te leveren aan de afstemming van de onderwijsopbouwwerkpraktijken binnen de sector. Het is de bedoeling om op termijn de opbouwwerkpraktijken hieromtrent meer op elkaar af te stemmen, te komen tot een sterkere resultaatsgerichte werking in beide instituten en gemeenschappelijke dossiervorming, resultaten en aanbevelingen uit de praktijk om te zetten tot beleidsaanbevelingen als basis voor een versterkte belangenbehartiging rond deze thematiek op bovenlokaal niveau. Desgevallend worden ook vernieuwende praktijken ontwikkeld (o.m. met betrekking tot participatie van doelgroepen) gebundeld en verspreid op bovenlokaal niveau. In 2011 ondersteunden wij mee de gemeenschappelijke sector-campagne ‘Gelijke onderwijskansen, een zaak van iedereen’.
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee Acties waarin rechtstreeks gewerkt wordt met de doelgroep en waarop deze actie is gebaseerd: ON-PR-KLEU, ON-PR-OOWD en ON-PR-OOWR
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012 Voor een verslag van de werkzaamheden van deze sectorale overleggroep, verwijzen wij naar het voortgangsrapport van Samenlevingsopbouw Vlaanderen
104
SA-ON-2.3. AOA ‘Oost-Vlaams onderwijsoverlegplatform met het oog op signaaldetectie, beleidssignalering en verspreiding van goede praktijken’ (ONAOA-OVOP)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Binnen de provincie Oost-Vlaanderen zijn een twintigtal brugfiguren, schoolopbouwwerkers en onderwijsopbouwwerkers actief die op een duurzame en procesmatige wijze met scholen en kansarme en meertalige doelgroepen aan de slag gaan. Deze groep professionelen komt heel vaak zowel met scholen, welzijnsorganisaties als met de doelgroep in contact. Dit meervoudig perspectief op de gelijke onderwijskansen-problematiek maakt deze groep vrij uniek. Het is dan ook een groep werkers die dagelijks de vinger aan de doelgroeppols heeft en vaak een duidelijk zicht heeft op de wijze waarop het ‘gelijke onderwijskansen’-beleid zich zowel in de scholen als ten aanzien van de doelgroepouders in de praktijk vertaalt. Hun inzichten kunnen heel relevant zijn met het oog op beleidsignalering. Daarnaast leeft onder deze groep ook een grote vraag naar uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden en concrete ervaringen die verband houden met het organiseren van doelgroepparticipatie. Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen startte daarom samen met Samenlevingsopbouw Vlaanderen en ODiCe een overlegplatform op voor alle brugfiguren, schoolopbouwwerkers en onderwijsopbouwwerkers die binnen de provincie Oost-Vlaanderen actief zijn. Werkdoel 1 (algemeen) De brugfiguren, schoolopbouwwerkers en onderwijsopbouwwerkers die elders in OostVlaanderen actief zijn, ontwikkelen binnen hun eigen werkingen doelgroepparticipatie bevorderende praktijken. Werkdoel 2 (politiek) De signalen in verband met ongelijke onderwijskansen van kansarme en meertalige doelgroepen die brugfiguren, schoolopbouwwerkers en onderwijsopbouwwerkers tijdens hun dagelijkse praktijk opvangen, worden gebundeld en gesignaleerd bij oplossingsactoren
Indicatoren Praktijkoverleggroepen en ervaringsuitwisseling met brugfiguren, schoolopbouwwerkers en onderwijsopbouwwerkers
Indicatoren Dossiervorming Beleidsignalering bij oplossingsactoren
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee De strategische acties waarin rechtstreeks gewerkt wordt met de doelgroep en waarop deze actie gebaseerd is: 105
ON-PR-OOWR, ON-PR-OOWD en ON-PR-KLEU
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
Begin 2011 werd het Oost-Vlaams onderwijsoverlegplatform opgericht met het oog op ervaringsuitwisseling en beleidsignalering.
We werken verder op de opgestarte werking en doelstelling zoals in 2011: een 3 à 4-tal bijeenkomsten, aandacht voor ervaringsuitwisseling en methodiekenuitwisseling, het gedeeld voorzitterschap en de open agenda.
Hierop werden alle brugfiguren, schoolopbouwwerkers en onderwijsopbouwwerkers uitgenodigd die elders in Oost-Vlaanderen actief zijn. We hielden 4 bijeenkomsten. We maakten werk van: - een uitgebreide kennismaking - het uitspreken van verwachtingen t.a.v. het platform - een gezamenlijke missie bepalen - ruime aandacht voor ervaringsuitwisseling (conform vele verwachtingen hieromtrent). Er is gedeeld voorzitterschap (alsook voorbereiding) met ODiCe. We werken met een open agenda en medeverantwoordelijkheid van iedere deelnemer voor het goed functioneren van het platform. Resultaten
Besluit
Werkdoel 1 (algemeen)
Werkdoel 1 (algemeen)
Aan werkdoel 1 werd volop gewerkt. Door ervaringsuitwisseling worden de veldwerkers ondersteund om hun (doelgroep)werking te optimaliseren. Thema’s i.h.k.v. ervaringsuitwisseling waren: de plaats van de veldwerker a.d.h.v. een krachtenveldanalyse, goede startactiviteiten bij begin schooljaar, hoe reageren op negatieve reacties van leerkrachten, werken met aparte of gemende oudergroepen, methodiekenuitwisseling.
Aan werkdoel 1 werken we volop verder. Door ervaringsuitwisseling worden de veldwerkers ondersteund om hun (doelgroep)werking te optimaliseren.
Werkdoel 2 (politiek)
Werkdoel 2 (politiek)
Werkdoel 2 is eerder een langetermijndoelstelling en kwam nog niet aan bod. De onderlinge verschillen in werksetting zijn groot. Hierdoor komen we nog niet tot echte signalen die we beleidsmatig kunnen vertalen.
Eind 2012, begin 2013 evalueren we de werking van het platform in functie van werkdoel 2. Deze langetermijndoelstelling moet ondertussen in het vizier komen, anders heeft het platform volgens ons onvoldoende nut.
De basis voor het platform is gelegd. De verwachtingen van de verschillende deelnemers t.a.v. het platform liggen eind 2011 soms nog ver uit elkaar.
Het in 2011 opgestarte initiatief krijgt in 2012 nog de nodige tijd om uit te groeien tot een platform waar niet enkel uitwisseling centraal staat, maar van waaruit we ook een krachtig beleidssignaal kunnen uitzenden omtrent gelijke 106
onderwijskansen.
PROGRAMMA LEEFBAARHEID
SA-LB-GO-1.1. Project ‘Buurt.aan.zet’ – Wijkwerking Dendermonde’ (LB-PR-BAZD)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie De aandachtswijken in Dendermonde (4) zijn die wijken die hoger scoren op basis van een aantal parameters (vergelijkend wijkenonderzoek uitgevoerd in 2003) vnl. voor wat betreft de samenstelling van de bevolking en de sociale situatie van de wijk en haar bewoners (hogere werkloosheidsgraad, hoger aantal leefloners, ..). Een aantal van de aandachtswijken, of in elk geval grotere delen ervan, zijn sociale woonwijken. In een aantal van deze wijken staat de leefbaarheid onder druk omwille van de zeer diverse samenstelling van de bevolking, de kwaliteit van de woon- en leefomgeving, gebrek aan sociale cohesie in de wijk. Het project beoogt de (verdere) uitbouw van een ‘wijkwerking’ met het oog op de verbetering van de woon- en leefomgeving in 4 Dendermondse aandachtsbuurten. De doelgroep van het project zijn de wijkbewoners van de aandachtswijken, met bijzondere aandacht voor de meer kwetsbare groepen in die wijken. Het project ‘Buurt.aan.Zet’ kadert binnen een samenwerkingsovereenkomst met de stad Dendermonde, afgesloten voor een periode van 6 jaar (2008 -2013). De nieuwe samenwerkingsovereenkomst sluit aan bij het strategisch plan (2008-2013) én het lokaal sociaal beleidsplan (2008-2012) van de Stad Dendermonde inz. m.b.t. het luik ‘wijkontwikkeling’. Binnen de strategische doelstelling rond ‘wijkontwikkeling’ wordt “de versterking van de participatie van bewoners in de Dendermondse aandachtsbuurten, met een verhoogde aanwezigheid van kwetsbare groepen”, expliciet als beleidsprincipe opgenomen. Deze doelstelling vormt het voorwerp van samenwerking met Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen. Meer concreet staat Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen mee in voor het creëren van een kader voor beleidsparticipatie van wijkbewoners in functie van wijkontwikkeling en de ondersteuning van de bewonersparticipatie en –betrokkenheid van bewoners. Alsook de versterking van de sociale samenhang in deze wijken en het aanpakken van een aantal door bewoners aangedragen en ervaren knelpunten in de wijken met inbreng van de betrokken bewoners. De voornaamste betrokken samenwerkings- en oplossingsactoren zijn de stad Dendermonde en de verschillende stadsdiensten (Jeugddienst, Dienst groen en natuur, CC Belgica, Dienst mobiliteit, …), de betrokken sociale bouwmaatschappijen (2: De Dendermondse Volkswoningen en Volkswelzijn), het OCMW van de Stad Dendermonde, de lokale politie, …. Deze partners zijn vertegenwoordigd in een stuurgroep wijkontwikkeling’ aangestuurd door de Stad Dendermonde in nauw overleg met Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen. De verantwoordelijke schepen en ambtenaar voor de wijkontwikkeling en Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen (beleidsmedewerker/ opbouwwerker) vormen de werkgroep wijkontwikkeling (kerngroep) die de stuurgroep en de buurtplannen (inclusief de bewonersbetrokkenheid) concreet voorbereiden en opvolgen. Werkdoel 1 (agogisch) De wijkbewoners van de Dendermondse aandachtswijken zijn ondersteund en versterkt m.b.t. hun inbreng in het kader van de verbetering van de leefbaarheid van hun wijk.
Indicatoren beleidsparticipatief kader de wijze van betrokkenheid van de wijkbewoners 107
de mate van betrokkenheid van de wijkbewoners de mate van impact van bewoners op het wijkbeleid Werkdoel 2 (politiek) Oplossingsactoren nemen concrete maatregelen om lokale noden en problemen, zoals aangedragen vanuit de wijkbewoners, in de aandachtswijken in Dendermonde aan te pakken, en dit alles binnen een participatief beleidskader. Werkdoel 3 (agogisch) De wijkbewoners in de Dendermondse aandachtsbuurten weten zich ondersteund en zijn voldoende toegerust om zelf initiatief te nemen om hun wijk te verbeteren en zijn betrokken bij concrete acties ter verbetering van de sociale en fysieke leefbaarheid in hun wijk.
Indicatoren ondernomen/ gerealiseerde acties in de verschillende aandachtswijken uitgevoerd door de verschillende actoren/ samenwerkende partners
Indicatoren (het aantal) zelfinitiatieven van bewoners (het aantal) bewonerscomités die zich inzetten voor verbetering van de sociale en/of fysieke leefbaarheid en de daarbij geboden ondersteuning specifieke acties in het kader van de verhoging van de sociale en/of fysieke leefbaarheid die in samenspraak met bewoners werden uitgewerkt specifieke project of acties gericht op meer maatschappelijk kwetsbare groepen specifieke projecten of acties rond samenleven in diversiteit
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen lag mee aan de basis voor het uittekenen van dit participatief beleidskader voor de wijkontwikkeling in Dendermonde (het project Buurt aan Zet) . Het werken met tweejaarlijkse buurtplannen en jaarlijkse bewonersvergaderingen in de verschillende aandachtswijken (4) zijn belangrijke bouwstenen van dit participatief beleidskader, naast werken vanuit een integrale aanpak én de realisatie van bewonersbetrokkenheid.
Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen zal in 2012 verder actief deelnemen aan de stuurgroep/kerngroep i.f.v. de opvolging van het beleidsparticipatief kader en de bewonersbetrokkenheid.
Via actieve deelname aan de stuurgroep/kerngroep wordt dit kader verder opgevolgd. Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen bewaakt ook mede de bewonersbetrokkenheid bij de totstandkoming van de buurtplannen. In 2011 werd verder gewerkt binnen het eerder (in 2009) uitgewerkt participatief
Reeds afgesproken werd binnen de stuurgroep wijkontwikkeling dat Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen in 2012 een voorzet zal geven van grondige evaluatie van het geheel van de wijkwerking (voor te bereiden tegen de stuurgroep van oktober 2012), op basis waarvan ook aanbevelingen kunnen worden gedaan naar de nieuw bestuurscoalitie na de gemeenteraadsverkiezingen. Binnen het kader van deze evaluatie en het opmaken van beleidsaanbevelingen 108
beleidskader. De nieuwe (tweejaarlijkse) buurtplannen 2011-2012 voor de verschillende aandachtswijken werden begin 2011 vastgelegd door de stuurgroep wijkontwikkeling. Samenlevingsopbouw maakt deel uit van de stuurgroep wijkontwikkeling. De stuurgroep wijkontwikkeling is ruim samengesteld uit diverse stadsdiensten, politie en derden (w.o. CC Belgica, Samenlevingsopbouw), en dit onder de verantwoordelijke schepen voor wijkontwikkeling. In 2011 kwam de stuurgroep wijkontwikkeling 2 maal samen, op 24 februari en op 6 oktober. In de stuurgroepvergaderingen werden respectievelijk de bewonersvergaderingen voorbereid en geëvalueerd. Verder werden ook de acties per betrokken partner geëvalueerd, via opvolgfiches per uitvoerder ( bedoeld als monitoring systeem i.f.v. opvolging van de vordering van de acties).
voorzien we ook inbreng vanuit de bewoners te realiseren. Uiteraard zal In 2012 ook verder mee gewerkt worden aan de uitvoering en opvolging van de buurtplannen 2011-2012 in de verschillende Dendermondse aandachtswijken. Aangezien 2012 het laatste jaar is waar met buurtplannen wordt gewerkt in de huidige beleidsperiode van de stad Dendermonde willen we sterk mee bewaken dat de meeste acties nog in deze legislatuur zo veel mogelijk worden afgewerkt en/of er voor zorgen dat de een aantal resultaten die we bereikt hebben m.b.t. verbetering van de leefbaarheid in de aandachtswijken ook een meer duurzaam karakter krijgen (m.a.w. dat een aantal verbeteringen ook structureel verder lopen/ worden meegenomen naar de toekomst).
Op de eerste stuurgroep werden de nieuwe buurtplannen 2011-2012 opgesteld. Op de laatste stuurgroep van 2011 werden de buurtplannen 2011-2012 definitief vastgelegd en al een eerste maal geëvalueerd. De voorbereiding en opvolging van de vergaderingen van de stuurgroep en de buurtplannen gebeuren binnen de werkgroep wijkontwikkeling (kerngroep), waar Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen deel van uitmaakt, naast de verantwoordelijke Schepen voor wijkontwikkeling en de verantwoordelijke voor wijkontwikkeling binnen de stad Dendermonde. De kerngroep kwam samen op 15/02, 24/03, 16/06, 17/08, 15/09/2011. De buurtplannen 2011-2012 werden voorgesteld en afgetoetst op de bewonersvergaderingen (in de eerste helft van 2011) in de verschillende aandachtswijken en vervolgens verder op het terrein uitgevoerd en opgevolgd. De voorbereiding van de buurtplannen (en de opvolging ervan) gebeurt ook tussentijds op de bewonerscomités (die door Samenlevingsopbouw worden ondersteund) en via de buurtschakels (netwerk van actoren) in de verschillende wijken. Aandachtspunt voor de nieuwe buurtplannen 2011-2012 was niet te blijven hangen bij bestaande acties maar ook te streven naar voldoende vernieuwing en verdieping van de acties, wat ook effectief gebeurde. Zo werd binnen het luik ‘wonen’ in de nieuwe buurtplannen aandacht besteed aan de lopende maar ook vrij ingrijpende (geplande) renovaties van een aantal sociale huurwoningen/ appartementen in een aantal aandachtswijken ( t ’Keur en Vlotgras-Donck); aan acties ter bevordering van energiezuinig wonen. Op het vlak van ‘woonomgeving’ vermelden we het onderzoek naar de mogelijkheden voor het inplanten van volkstuinen als nieuwe actie. Op het vlak van sociale voorzieningen en het wijkleven is de inzet van een bijkomende opbouwwerker voor maatschappelijk kwetsbare jongeren een nieuw gegeven. 109
Naast het mee helpen uittekenen van een beleidsparticipatief kader (en de opvolging ervan) is Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen (via de wijkwerking) ook één van de betrokken actoren bij de uitvoering van de acties zelf. In 2011 stond (zoals in 2010) de wijkwerking in voor de realisatie van de bewonersbetrokkenheid bij een aantal acties rond de verbetering van de fysieke leefbaarheid in de wijken. Rond de sociale leefbaarheid werden in 2011 de bestaande wijkcomités in de aandachtswijken verder ondersteund en/of activiteiten die ze wensen op te zetten werden verder mee gefaciliteerd. Ook het project Buurtweb (in de Boonwijk- Serbos), opgestart in maart 2010, als een specifiek project vanuit Samenlevingsopbouw gericht naar meer kwetsbare groepen in de aandachtswijken en op het dichten van de digitale kloof, werd in 2011 verder uitgebouwd met vrijwilligers uit de wijk.
Resultaten
Werkdoel 1 (agogisch)
Werkdoel 1 (agogisch)
In de loop van 2011 werden de nieuwe buurtplannen 2011-2012 opgemaakt en voorgelegd op de bewonersvergaderingen in elke aandachtswijk. Rekening houdend met opmerkingen vanuit de bewonersvergaderingen (in de loop van april – mei 2011) werden de buurtplannen 2011-2012 definitief goedgekeurd op de stuurgroep wijkontwikkeling (d.d.6/10/2011).
In 2012 zal Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen blijvend aandacht hebben voor de bewonersinbreng bij de totstandkoming en opvolging van de buurtplannen (inclusief de uitvoering van de acties).
Via deze bewonersvergaderingen werd aldus de mogelijkheid gecreëerd tot dialoog met de buurt/buurtbewoners over de buurtplannen en de uitvoering hiervan. De bewonersvergaderingen vonden plaats op: 31 maart in SintJorisgilde, 6 april in de Boonwijk, 28 april in Vlotgras-Donck, 5 mei in ’t Keur. Bij elke actie werd niet alleen de uitvoerder aangeduid maar ook geformuleerd wie er bij de uitwerking van de actie verder dient te worden betrokken. Vanuit de wijkwerking van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen werd de bewonersbetrokkenheid bij de verschillende acties bewaakt. Op het terrein worden de acties ook opgevolgd binnen de ‘buurtschakels’ (per wijk) en binnen de bewonerscomités, ondersteund door Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen (de wijkwerking). De buurtschakels, opgericht in de loop van 2010 door Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen, vormen een netwerk op het niveau van de wijk, samengesteld uit actieve lokale actoren en instanties die de buurtplannen (en de acties) op het terrein uitvoeren (inclusief bewonersgroepen - of een vertegenwoordiging ervanen/of vrijwilligerskernen). Zij hebben een signaal- en draaischijffunctie vanuit de verschillende wijken naar het beleid toe en omgekeerd en volgen ook meer specifiek de vorderingen mee op van de acties zoals vastgelegd in de
De buurtplannen 2011-2012 zullen opgevolgd en geëvalueerd op de bewonersvergaderingen in elke aandachtswijk (in de loop van april – mei 2012) en via de buurtschakels/ bewonerscomités die Samenlevingsopbouw ondersteunt. In 2012 voorzien we een evaluatie van het beleidsparticipatief kader en de resultaten van de wijkontwikkeling met inbreng van de buurtbewoners ter realiseren (tegen de stuurgroep van oktober 2012) – mede in functie van het opmaken van aanbevelingen naar de nieuwe bestuurscoalitie. Werkdoel 2 (agogisch) In 2012 zal er in elke wijk een bewonersvergadering georganiseerd worden rond de opvolging van de buurtplannen 2011-2012 en de uitvoering van de verschillende acties worden geëvalueerd. Dit zal gebeuren in de loop van april/ mei 2012. Een aantal acties zijn uiteraard nog lopende tot eind 2012. Er dient, in het kader van de opvolging van de acties vooral aandacht besteed aan het finaliseren van de acties tegen eind 2012 en mogelijkheden om een aantal zaken te verduurzamen. Daar waar relevant, zullen ook een aantal acties/ concrete dossiers ter verbetering van de fysieke leefbaarheid verder mee opgevolgd worden in de verschillende wijken, en dit in nauwe samenspraak met de wijkbewoners/ 110
buurtplannen voor hun wijk.
wijkcomités.
De jaarlijkse bewonersvergaderingen in de verschillende aandachtswijken rond de buurtplannen worden ook voorbereid en verder besproken en opgevolgd binnen de bewonersgroepen/ - comités.
Zo zal er in 2012 extra gewerkt moeten worden aan de uitvoering van de inrichting van het speelplein en mogelijks ook een volkstuin in de wijk ’t Keur. Het eventueel realiseren van volkstuinen zal in 2012 ook onderzocht worden in de Boonwijk, maar inrichting ervan zal wellicht in 2012 niet meer haalbaar zijn. Ook zal er in 2012 extra aandacht gaan naar het zoeken van een duurzame oplossing voor de parkeerprobleem in de wijk ’t Keur, een punt dat al langer is aangekaart vanuit de bewoners.
Werkdoel 2 (agogisch) De door de bewoners van de aandachtswijken mee gedragen buurtplannen 2011-2012 omvatten voor elke aandachtswijk acties rond ‘wonen’, ‘woonomgeving’ en rond het ‘sociaal leven/voorzieningen’. We overlopen de voornaamste acties die voorzien zijn in de buurtplannen 2011-2012.
In 2012 zal het project ‘Buurtweb’ in de Boonwijk verder worden uitgebouwd met de opstart van avondopeningen om een breder publiek te bereiken.
Wonen
Werkdoel 3 (politiek)
Rond wonen is er in de buurtplannen 2011-2012 aandacht (nieuw) voor initiatieven in het kader van energiezuinig wonen. De duurzaamheidsambtenaar van de stad heeft hieromtrent in 2011 een aantal initiatieven genomen vnl. m.b.t. bekendmaking van een aantal initiatieven die de Stad hieromtrent heeft lopen (o.m. energiescans, gezamenlijke aankoop energie, …).
In 2012 zal Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen (de wijkwerking) verder inspanningen blijven doen om bewoners, bij het uitwerken van de verschillende acties rond fysieke leefbaarheid, te betrekken en te ondersteunen, zodat er een voldoende draagvlak is bij de wijkbewoners voor de ondernomen acties en de acties ook daadwerkelijk tegemoetkomen komen aan de wensen en noden van bewoners.
Verder werden in de wijken ’t Keur en Vlotgras-Donck de lopende en aankomende renovaties van de sociale huurwoningen door de sociale bouwmaatschappij Dendermondse Volkswoningen (en de communicatie daarrond) als nieuwe actie opgenomen. De bedoeling is dat er regelmatige communicatie/ overleg wordt ontwikkeld vanuit de betrokken bouwmaatschappijen in verband met de dossiers en de uitvoering ervan. Een eerste toelichting van de plannen van gebeurde op de bewonersvergaderingen in 2011. In de wijk Sint-Jorisgilde staat de beveiliging van de parkeergarages en het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimtes in de appartementsblokken van de sociale bouwmaatschappij als nog af te werken punt op de agenda. De conciërge die de sociale bouwmaatschappij Volkswelzijn in dienst nam in 2010 wordt ook in de komende jaren verder aangehouden als belangrijke (tussen)persoon in de (verbetering van de) communicatie tussen bewoners en bouwmaatschappij. Woon- en leefomgeving Op het vlak van woonomgeving blijft in de verschillende wijken het verbetering van het onderhoud van openbaar groen en speelpleinen/tuigen op de agenda staan. Dit werd inmiddels al grotendeels ondervangen door in de verschillende wijken over te gaan tot een meer systematische aanpak van het onderhoud via
In het kader van het verhogen van de sociale leefbaarheid zullen in 2012 de bestaande bewonerscomités verder worden gefaciliteerd en/of ondersteund bij de realisatie van een aantal wijkinitiatieven die ze in belangrijke mate ook zelf (mee) uitwerken. Het betreft verschillende initiatieven om het wijkleven te stimuleren en aantrekkelijker te maken. De bedoeling is dat de bewonerscomités deze activiteiten zo zelfstandig mogelijk kunnen uitvoeren. Het betreft de ondersteuning van de wijkcomités in de wijken DonckVlotgraslaan (zelfstandige vzw), t’ Keur (kermiscomité), Sint-Jorisgilde (nieuw wijkcomité opgestart door Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen in september 2009). Overzicht per wijk van reeds geplande acties/ bewonersinitiatieven In de wijk Sint-Jorisgilde gaat het in 2012 om volgende geplande activiteiten – die vooral het sociaal leven in de wijk willen bevorderen - opgezet vanuit het bestaande bewonerscomité Sint-Joris-Gilde: een nieuwjaarsgebeuren, een wijkontbijt rond Pasen, enkele zomeractiviteiten en een najaarsactiviteit. In de wijk Keur zal er vooral gewerkt worden rond fysieke leefbaarheid in de vorm van de inrichting van het plein aan de Posthoornstraat en de hoge verkeersdruk in de wijk. Het jaarlijkse buurtontbijt (afwisselend rond vader- en Moederdag) zal ook in 2012 opnieuw georganiseerd worden i.s.m. plaatselijk kermiscomité.. 111
een jaarlijkse wijkrondgang met bewoners en het jaarlijks nakijken van de speelpleinen en speeltuigen. Per wijk werden een aantal specifieke acties gepland ter verbetering van de woon- en leefomgeving. We vermelden hier de (verdere) tijdelijke inrichting van een braakliggend terrein van de sociale bouwmaatschappij Dendermondse Volkswoningen in de wijk SintJorisgilde; de herinrichting van bestaande pleinen (’t Keur – inrichting speelplein); het onderzoek naar mogelijkheden voor de aanleg van volkstuinen (Boonwijk en ‘t Keur). In de wijk ’t Keur wordt verder de toegenomen parkeerdruk in deze wijk als knelpunt (verder) op de agenda gezet. Binnen het bewonerscomité werden hieromtrent (begin 2011) een aantal voorstellen tot oplossing uitgewerkt. Hopelijk wordt dit in 2012 omgezet in concrete aanpassingen.
In de wijk Vlotgras-Donck zal het wijkcomité (zelfstandige vzw) naar jaarlijkse gewoonte een groot aantal activiteiten organiseren: o.a.: een wafelenbak, een paasactie, een 4-daagse wijkkermis, breughelbuffet, Kerstman in de wijk,… In de Boonwijk zal er in 2012 verder gewerkt worden rond de verdere uitbouw van laagdrempelige buurtactiviteiten in het buurthuis de Wastijne, dit in samenwerking met de vrijwilligerskern en met het lokaal dienstencentrum van het OCMW (LDC). De succesformule van de wekelijkse ontmoetingsnamiddagen blijft bestaan en er zal verder gewerkt worden aan een uitbreiding van het aanbod binnen het buurthuis met bijzondere aandacht voor het aanspreken van een diverser publiek en voor activiteiten die het samenleven in diversiteit mee helpen bevorderen. Ook de zelfbeheerprojecten in de wijk Serbos- Boonwijk zullen binnen dit kader verder ondersteund worden. In 2012 zal Buurtweb in de wijk Serbos- Boonwijk ook verder worden gecontinueerd en verder uitgebouw i.s.m. vrijwilligers.
In de Boonwijk werden de zelfbeheerprojecten rond de tuin aan het WOC De Wastijne en het kippenproject in het park verder opgenomen in de nieuwe buurtplannen.. Via het (lopende) preventie- en overlastproject van de politie voorziet men een verhoogd toezicht in de verschillende aandachtswijken rond overlast, is er een snellere opvolging van klachten, worden een aantal problemen verder onderzocht (zoals ‘te snel rijden). Op vraag van bewoners en in het geval werden al gepaste maatregelen genomen. Binnen het kader van deze actie wordt door de politie ook nauwkeurig jaarlijkse statistieken per wijk bijgehouden over o.m. verkeersoverlast, diefstallen (inbraken in woningen, fietsdiefstallen, inbraken in voertuigen), overlast (sluikstorten, lawaaioverlast, vandalisme) zodat eventuele knelpunten op dit vlak kunnen aangepakt worden en/of vorderingen in het kader van deze actie kunnen worden opgevolgd. Anderzijds zijn het systematisch bijhouden van data ook een goede manier om de ‘overlast’ te objectiveren; Wijkleven en sociale voorzieningen Op het vlak van het wijkleven/ sociale voorzieningen worden de bestaande wijkcomités (verder) ondersteund en/of getracht wijkcomités in elke wijk te stimuleren. In elke wijk wordt de buurtschakel ook verder georganiseerd. In 2011 en volgende (nieuw) zal meer aandacht gaan naar kwetsbare jongeren via de inzet van een jongerenopbouwwerker. De bedoeling is dat de contacten met (maatschappelijk kwetsbare) jongeren via vindplaats gericht werken worden verhoogd teneinde meer in te kunnen spelen op hun meer specifieke noden en behoeften. Dit wordt uitgewerkt door een medewerker van Uit De Marge (die 112
hierrond een samenwerkingsovereenkomst hebben met de Stad Dendermonde en nauw samen werken met de Jeugddienst van de stad Dendermonde). Er zal verder (cfr voorgaande jaren) worden samengewerkt met de lokale dienstencentra teneinde hun aanbod ook meer in te zetten t.b.v. de verschillende aandachtsbuurten (ook in de buurten waar de lokale dienstencentra niet fysiek aanwezig zijn). Daartoe werden in 2011 in de Boonwijk in samenwerking met LDC De Zonnebloem een aantal infosessies georganiseerd. In de wijk VlotgrasDonck kan het wijkcomité nu ook gebruik maken van de lokalen van het LDC ’t Zilverpand voor een deel van hun activiteiten. In de Boonwijk werd, samen met vrijwilligers en e.a. partners (w.o. LDC), in 2011 verder gewerkt aan een uitgebreid aanbod in het ontmoetingscentrum de Wastijne en Buurtweb (computeratelier). Het cultuurproject in de wijk Sint- Jorsgilde (de rode draad – een project bedoeld om het samenleven in diversiteit te bevorderen), uitgaande van CC Belgica, opgestart in 2010 werd in 2011 helaas stopgezet vanwege te weinig belangstelling/ resultaat. We vermelden tenslotte dat er reeds in 2010 een regeling werd uitgewerkt waarbij wijkcomités - via een eenvoudige aanvraag - kunnen beroep doen op een (beperkt) budget voor het inrichten van een aantal activiteiten in hun wijk/ buurt – een regeling. We stellen vast dat in 2011 hiervan regelmatig gebruik werd van gemaakt. Werkdoel 3 (politiek) De wijkcomités spelen een belangrijke rol in het nemen van diverse initiatieven die de sociale leefbaarheid van de wijk helpen bevorderen. In 2011 werden de verschillende wijkcomités in een aantal wijken (verder) ondersteund. In elke wijk is er nu een bewonerscomité of actieve kern van vrijwilligers actief. Deze groepen vergaderen op regelmatige basis en in de aanwezigheid van het opbouwwerk. De bewonersgroepen en vrijwilligerskernen worden actief door het opbouwwerk ondersteund en/ of gefaciliteerd. Afhankelijk van de wijk verschilt de intensiteit van de ondersteuning vanuit het opbouwwerk. Anderzijds vormen zij een belangrijke kern voor het (meer permanent) overleg met de wijken rond wenselijke veranderingen in hun wijk op het vlak van leefbaarheid, de opvolging ervan, enz. In 2011 werden bewoners(comité’ s) in elke wijk ook actief betrokken bij de realisatie van een aantal voorziene acties in de buurtplannen, onder meer bij het onderhoud van de woonomgeving (vb. door het organiseren van een wijkrondgang met bewoners; via de acties Kleefkruid, via zelfbeheerprojecten 113
w.o. de inrichting en onderhoud van een tuin rond het WOC De Wastijne, …), problemen bij de herinrichting van pleinen, …. Overzicht per wijk Wijk Sint-Joris-Gilde In de wijk Sint-Joris-Gilde werd eind 2009 met succes een nieuwe enthousiaste bewonersgroep opgericht. In 2010 en 2011 werd dit verder ondersteund door het opbouwwerk. In 2011 slaagde deze groep erin om 6 succesvolle activiteiten te organiseren die het samenleven in de wijk positief beïnvloeden. Het jaar startte op 25 januari met een nieuwjaarsreceptie op het pleintje aan de Begijnhoflaan. Op 10 april werd het tijdelijke plein tussen de Sint-Rochusstraat en de Sint-Jorisgilde feestelijk ingehuldigd. Op 17 april was er een Paasontbijt voor iedereen uit de wijk, in de lokalen van Blijdorp (een voorziening voor personen met een mentale beperking die zich in deze wijk bevind). Op 25 mei werd er een zwerfvuilactie georganiseerd. Op 3 juli werd er een wijkbarbecue georganiseerd op het nieuwe tijdelijk ingerichte plein. Het jaar werd afgesloten met een kaas-en wijn avond op 15 oktober. Deze activiteit ging door in het sociaal restaurant ‘TVORK. De groep begint stilaan bekend te geraken bij de buurtbewoners en het aantal deelnemers aan buurtactiviteiten en initiatieven stijgt langzaam maar zeker. Deze trend van activiteiten organiseren zal ook in 2012 worden verder gezet. Het project georganiseerd door CC Belgica (de rode draad) is in 2011 stopgezet. Wijk Donck-Vlotgras In de wijk Donck- Vlotgras is er, inmiddels een tiental jaren, een actief wijkcomité aan de slag. Samenlevingsopbouw treedt eerder faciliterend op t.a.v. dit wijkcomité dat er in slaagt om jaarlijks talrijke succesvolle activiteiten in de wijk op te zetten ter bevordering van het samenleven (w.o. wijkfeesten, Paasactie, Kerstman in de wijk e.d.m.). In 2011 kwam het bewonerscomité 10 keer samen. Wijk Boonwijk- Serbos In de Boonwijk-Serbos is er geen wijkcomité actief, maar wel een beperkte vrijwilligersploeg rond het Wijkontmoetingscentrum De Wastijne, die door het opbouwwerk wordt ondersteund. Deze vrijwilligerskern houdt zich bezig met het organiseren van ontmoetingsnamiddagen (wekelijks) en organiseert, in samenwerking met Lokaal Dienstencentrum (LDC) de Zonnebloem, een 4-tal educatieve activiteiten per jaar. in 2011 waren dit 5 infosessies. Elke 3de dinsdag van de maand organiseert deze groep een breicafé. 114
Verder houdt een kleine groep vrijwilligers zich bezig met het onderhoud van de tuin in het buurthuis ‘de Wastijne’. Deze tuin werd in 2010 volledig opgeknapt. In 2011 stond dezelfde groep vrijwilligers verder in voor het onderhoud van deze tuin. In (maart) 2010 werd vanuit de wijkwerking het project ‘Buurtweb Dendermonde’ (in de Boonwijk) opgestart. Het project kwam in 2010 tot stand met medewerking van een aantal vrijwilligers uit de wijk en werd ondergebracht in het Wijkontmoetingscentrum De Wastijne. Met het project beogen we niet alleen het werken aan het dichten van de ICT-kloof. Het was ook de bedoeling nieuw leven in te blazen in het Wijkontmoetingscentrum, de doelgroep te verruimen (inz. meer kwetsbare groepen), nieuwe vrijwilligers aan te trekken, … . In 2011 werden in Buurtweb 2 basiscursussen georganiseerd, dit is een cursus waarbij in 12 lessen de basis van het werken met computer uit de doeken word gedaan. Deze cursus richt zich dus tot mensen die geen of weinig ervaring met de computer hebben. Verder was er ook een cursus tekstverwerking in het voorjaar. Ook is er elke maandagnamiddag en woensdagnamiddag mogelijkheid om vrij op de computers te komen werken. Op maandag voorbehouden voor volwassenen, op woensdag voorbehouden voor jongeren vanaf 10 jaar. Wijk ‘t Keur Tenslotte zijn er in de wijk ‘t Keur verschillende pogingen ondernomen om het bestaande wijkcomité (ontstaan in 2007) uit te breiden/ te versterken. In 2011 werd de groep uitgebreid met 1 nieuwe vrijwilliger waardoor het comité nu bestaat uit 3 actieve vrijwilligers. Deze kleine groep is vooral bezig rond fysieke leefbaarheid in hun wijk en organiseren minder activiteiten. In 2011 organiseerde deze groep 1 activiteit: een Moederdagontbijt op 8 mei (waar mama’s gratis mogen ontbijten). Wat fysieke leefbaarheid betreft hebben ze in 2011 vooral gewerkt rond parkeeroverlast en groenvoorzieningen in hun wijk, en zullen ze deze trend ook in 2012 verder zetten. Besluit
Het blijft een noodzaak om de randvoorwaarden voor beleidsparticipatie op te volgen en te voorkomen dat de nieuw gecreëerde dynamiek stilvalt. Voor wat dat laatste betreft is een nauwgezette opvolging van de acties een noodzaak. Een voortdurende opvolging van de acties door de verschillende actoren gebeurt via de regelmatige opvolging van de stand van zaken in de stuurgroep, het invoeren van opvolgingsfiches per acties, de opvolging via de buurtschakels/ bewonerscomités per wijk, via de verantwoording naar de jaarlijkse bewonersvergadering. Dit zijn tot nu toe effectieve instrumenten gebleken om de vinger aan de pols te blijven houden.
Zoals hoger al gesteld voorzien we wel een eindevaluatie van we wijkwerking in 2012, inclusief beleidsaanbevelingen naar het nieuwe bestuur. Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen zal hieromtrent een voorzet geven, mede op basis van een evaluatie met de bewoners zelf in de verschillende wijken.
115
SA-LB-GO- SA-LB-GO-1.2. Project wijkwerking Eeklo (PR-EE-WIJK) Werd in 2009 afgerond. SA-LB-GO-2.1. Basisvoorziening ‘Buurtwerk in Ronsese aandachtsbuurten’ (LB-BV-BVRO)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie De realisatie van het buurtwerk in drie aandachtsbuurten van de stad Ronse kadert binnen een samenwerkingsovereenkomst (periode 2008-2013) met het Stadsbestuur Ronse. Het betreft het leveren van een bijdrage vanuit Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen aan het lokaal sociaal beleid van de Stad Ronse en meer specifiek rond de strategische doelstelling ‘het bevorderen van de sociale cohesie in de aandachtswijken in Ronse’. Binnen de samenwerkingsovereenkomst werd expliciet gekozen om de bijdrage van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen te focussen op de uitbouw/ondersteuning van laagdrempelige basisvoorzieningen (buurtwerk) in 4 Ronsese aandachtsbuurten (‘Marijve’, ‘Ninovestraat’, ‘Prinskouter’ en ‘Scheldekouter) en vanuit 3 bestaande ankerpunten: Als laagdrempelige basisvoorzieningen, vervullen de buurtwerken in elke aandachtsbuurt volgende functies: Informatie, onthaal & nuldelijnsopvang; Ontmoeting & ontspanning; Vorming; Sociale acties en buurtacties. Omwille van het inclusieve karakter van de buurtwerking, mikt het buurtwerk met haar aanbod op alle buurtbewoners, maar in het bijzonder op specifieke kansengroepen, zoals kansarmen, volkse groepen, ouderen, allochtonen, vereenzaamde mensen, minder mobielen, eenoudergezinnen en jongeren in moeilijkheden. Het buurtwerk werkt samen met talrijke partners om haar basisfuncties te kunnen realiseren. Zo onder meer, Leerpunt, Lokaal dienstencentrum, VWAWN ‘De Vrolijke Kring’, Vormingplus, OCMW, stedelijke diensten (cultuur, jeugd, preventie, sport, technische dienst, welzijn, …), zelforganisaties, … Werkdoel 1 (agogisch) De buurtbewoners van de 4 aandachtsbuurten zijn betrokken, versterkt en ondersteund bij de uitbouw en de realisatie van een kwalitatief aanbod binnen de laagdrempelige basisvoorzieningen, met het oog op de verbetering van de leefbaarheid en het sociaal leven in de buurt in al haar facetten.
Indicatoren laagdrempelig onthaal/ permanenties doorverwijzing hulpvragen huisbezoeken buurtkrant regelmatige laagdrempelige ontspannings- en ontmoetingsactiviteiten, vraaggestuurd en doelgroepgericht informeel vormingsaanbod vrijwilligersbijeenkomsten vrijwilligersovereenkomsten functioneringsgesprekken vrijwilligers bewonersvergaderingen 116
sociale acties open computerruimtes: buurtweb buurtfeesten Werkdoel 2 (politiek)
Indicatoren
De buurtbewoners hebben een belangrijke signaalfunctie en zijn ondersteund en betrokken bij het formuleren van problemen, oplossingen en beleidsvoorstellen naar het lokale beleid wat betreft de verbetering van de leefbaarheid van de wijk in al haar facetten.
Sensibiliserende en signalerende buurtacties Sociale acties Bewonersvergaderingen Deelname bewoners aan adviesraden
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
In 2011 richtte het buurtwerk in Ronse zich vanuit de laagdrempelige basisvoorzieningen in de verschillende aandachtsbuurten op het betrekken en ondersteunen van bewoners bij het leven en samenleven in de directe woon- en leefomgeving. Met het zicht op de verbetering van de leefbaarheid in de aandachtsbuurten werkte buurtwerk Ronse hierbij vanuit volgende functies:
In 2012 zullen we verder de nodige inspanningen leveren om de ontmoetingskansen voor de buurtbewoners te vergroten via een kwalitatief aanbod van ontmoetings- en ontspanningsactiviteiten, een laagdrempelig en informeel vormingsaanbod en allerhande sociale en buurtgerichte acties. Met de buurtbewoners die bereikt worden en participeren aan de wijkwerking zal ook verder emancipatorisch gewerkt worden.
-
Informatie, onthaal en nuldelijnsopvang Ontmoeting en ontspanning Vorming Sociale acties en buurtacties Ondersteuning van vrijwilligers
In 2011 hebben we ons verder gefocust op het verhogen van de beleidsparticipatie van de verschillende wijkbewoners, in functie tot inspraak bij de ontwikkeling van de buurt. Na vele inspanningen en overleg werd er eind 2011 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met de Stad Ronse afgesloten in functie van de realisatie van het project ‘Participatie in diversiteit’, dit project heeft tot doel de maatschappelijke- en beleidsparticipatie van kwetsbare groepen te versterken in de Stad Ronse.
Verder zullen we in 2012 blijvend aandacht besteden de beleidsparticipatie van de wijkbewoners. Via een gerichte samenwerking met de verschillende stadsdiensten en door middel van gerichte ondersteuning van verschillende bewonersgroepen vanuit het project ‘Participatie in diversisteit’ is het de bedoeling om op een meer gericht en geïntegreerde wijze acties op te zetten in de aandachtsbuurten in overleg met de buurtbewoners en diverse lokale oplossingsactoren. We willen komen tot een integrale aanpak, waarbij er een bijzondere aandacht is voor de participatie van de buurtbewoners.
117
Naast de algemene werking binnen het buurtwerk, werden er in 2011 binnen de 3 verschillende aandachtsbuurten bijzondere accenten gelegd: Prinskouter In de aandachtsbuurt Prinskouter verhuisde de buurtwerking vanuit het kleine benepen woonhuisje naar de polyvalente ontmoetingsruimte van het jeugdcentrum. Er werden heel wat renovatiewerken uitgevoerd om deze polyvalente ruimte om te toveren tot een multifunctioneel buurtcentrum. Het nieuwe centrum biedt heel wat mogelijkheden voor de buurtwerking. Eind 2011 werden buurtvergaderingen georganiseerd, waarbij samen met bewoners werd nagedacht over de invulling en het verruimde activiteitenaanbod in het vernieuwde buurtcentrum. Scheldekouter In de wijk Scheldekouter lag het accent in 2011 op het verder betrekken van jongeren uit de buurt bij de wijkwerking. Zo werd binnen de Wesh-werking, het project ‘kleur in de wijk’ uitgevoerd in samenwerking met vzw V.A.A.K. Met dit project documenteerden jongeren via ateliers rond audiovisuele beeldvorming hun leefwereld en levensstijl aan de hand van zelfgemaakte filmpjes. Ook de oudere bewoners van de wijk werden bij het project betrokken, de jongeren toonden hen het beeldmateriaal in een gezamenlijk toonmoment waardoor de interculturele en intergenerationale dialoog werd bevorderd. Marijve-Ninovestraat Hier werd de focus gelegd op het verder betrekken, versterken en ondersteunen van de buurtbewoners met een sterke nadruk in 2011 op de vrouwenwerking. Met het project ‘Maghrebmoeders aan ’t Spoor’, startten we, ondersteund met middelen van de Provincie Oost-Vlaanderen, een ontmoetingsgroep op van Maghrebijnse moeders, waarbij we ingingen op vragen en noden en behoeften mbt maatschappelijke participatie van deze vrouwen. Via wekelijkse bijeenkomsten doorliepen we een emancipatorische proces dat een bijdrage heeft geleverd tot het versterken van de vrouwen en het verkrijgen van inzicht omtrent de maatschappelijke positie van de Maghrebijnse moeders in de Ronsese samenleving. 3’
Met het textielproject ‘Buurtbewoonsters naaien een weg naar TI0 ’ zijn we er in geslaagd om de verschillende vrouwengroepen (enerzijds vrouwen van vnl Maghebijnse origine in naaiatelier, en anderzijds autochtone senioren van creagroep) binnen de wijkwerking te laten samenwerken. Onder begeleiding van textielkunstenaars werkte een divers samengestelde groep van een 30-tal vrouwen wekelijks samen omvertrekkende vanuit de eigen leefwereld textielwerken te ontwikkelen waarmee verschillende zichtbare elementen in de stad werden ingekleed. 118
Resultaten
Werkdoel 1 (agogisch)
Werkdoel 1 (agogisch)
In 2011 werd er sterk verder gewerkt aan het betrekken, versterken en ondersteunen van de buurtbewoners bij de uitbouw en de realisatie van het aanbod binnen de basisvoorzieningen.
In 2012 willen onze inzet verder zetten in de realisatie van het agogisch werkdoel. In de 3 aandachtsbuurten willen vanuit de basisvoorzieningen blijvend inspanningen leveren om de ontmoetingskansen voor de buurtbewoners te verhogen via een kwalitatief aanbod van ontmoetingsen ontspanningsactiviteiten, een laagdrempelig en informeel vormingsaanbod en allerhande sociale en buurtgerichte acties. Hierbij willen we verder emancipatorisch werken met de buurtbewoners die bereikt worden en participeren aan de wijkwerking, het betrekken, opvolgen en ondersteunen van buurtbewoners is een blijvend aandachtspunt binnen de werking.
Er werden blijvend inspanningen geleverd om een divers en evenwichtig aanbod te realiseren waarbij onthaal, ontmoeting, ontspanning en vorming centraal staan. Zo werd er in de werking een sterke nadruk gelegd op onthaal ontmoeting en ontspanning. Er werden 105 laagdrempelige onthaalmomenten georganiseerd. Met 501 activiteiten was er een gevarieerd en vraaggericht aanbod met het accent op ontmoeting en/ of ontspanning Ter ondersteuning van de vrijwilligers waren er 32 bijeenkomsten. Het totaal aantal deelnames aan deze activiteiten is 7141, waarbij er 723 unieke regelmatige deelnemers geregistreerd werden.
Het vormt een uitdaging voor 2012 om het aanbod van de wijkwerking verder bekend te maken in de buurt en samenwerkingspartners, zodat ook nog niet bereikte bewoners hun weg vinden naar de wijkwerking.
Daarnaast werden er ook 9 sociale acties georganiseerd, die inspeelden op de collectieve wensen, noden en verwachtingen van de buurtbewoners. Het totaal aantal deelnemers aan deze sociale acties wordt geschat op 1700 buurtbewoners. Werkdoel 2 (politiek)
Werkdoel 2 (politiek)
In 2011 hebben we verdere stappen gezet in het creëren van de randvoorwaarden om de nodige ondersteuning van buurtbewoners bij het opkomen voor hun sociale grondrechten en het versterken van de positionering mogelijk te maken.
We willen verschillende buurtbewoners in 2012 (vanuit bestaande groepen zoals de wijkraad, buurtsalam, vrijwilligerswerking, vrouwenwerking, jongerenwerking Wesh!?,...) ondersteunen bij het signaleren van noden en behoeften en het opkomen voor hun sociale grondrechten. Zodat we ook werkelijk een bijdrage kunnen leveren in het versterken van de maatschappelijke positie van de buurtbewoners.
Na vele inspanningen en overleg werd er eind 2011 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met de Stad Ronse afgesloten in functie van de realisatie van het project ‘Participatie in diversiteit’, dit project heeft tot doel de maatschappelijke- en beleidsparticipatie van kwetsbare groepen te versterken in de Stad Ronse (zie SA-LB-TO-1.3. Project ‘Participatie in diversiteit’ Ronse).
Het zal een uitdaging vormen om de bereikte doelgroepen te ondersteunen zodat ze vanuit een versterkte positie klaar zijn om een stap verder mee te zetten in het proces van politisering en beleidsparticipatie dat binnen het project ‘Participatie in diversiteit’ zal uitgevoerd worden. Een belangrijke randvoorwaarde voor het creëren van een kader voor beleidsparticipatie voor buurtbewoners is dat er hiervoor binnen het lokaal beleid voldoende draagvlak is. Dat vergt concrete engagementen van verschillende stadsdiensten om hun werking meer op elkaar af te stemmen. De wijkwerking kan hierbij een belangrijke rol spelen, door sterkere afstemming tussen en met andere diensten/organisaties zal de werking nog verder worden uitgebreid/ 119
versterkt. In 2012 zal dan ook blijvend ingezet worden op deze integrale samenwerkingsverbanden.
Besluit
In 2011 heeft het buurtwerk Ronse, zich naast de agogische kernopdracht (bewonersgroepen organiseren, ondersteunen en versterken), toegespitst op de realisatie van de politieke kernopdracht ( zonder hierbij de agogische werkdoelen uit het oog te verliezen). Er is sterk ingezet op het realiseren van de randvoorwaarden voor het creëren van een kader voor maatschappelijke- en beleidsparticipatie van wijkbewoners. Dit resulteerde in twee nieuwe samenwerkingsovereenkomsten met de de Stad Ronse. (zie SA-LB-TO-1.3. Project ‘Participatie in diversiteit’ Ronse)
In 2012 zullen we verder de nodige inspanningen leveren om het agogisch werkdoel te realiseren. Hierbij zullen we bijzonder aandacht schenken aan nog niet bereikte doelgroepende/bewoners. Daarnaast krijgt ook het politiek werkdoel verder een belangrijke plaats in de werking in 2012. We zullen blijvend aandacht besteden aan de beleidsparticipatie van de wijkbewoners. We willen komen tot een integrale aanpak om de sociale en fysieke leefbaarheid van de aandachtsbuurten te verhogen, waarbij er een bijzondere aandacht is voor de participatie van de buurtbewoners.
SA-LB-GO-2.2. Basisvoorziening ‘Buurtweb Aalst’ (LB-BV-BUWE)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie ‘Buurtweb’ is ontstaan vanuit de bewonerswerking op ‘Rechteroever Aalst’, en meer concreet vanuit een bevraging en behoefteverkenning in de wijk. Uit de bevraging kwamen het creëren van tewerkstelling voor kansengroepen en de toegankelijkheid tot ICT als prioriteiten naar voor. Het huidig project omvat een laagdrempelig computeratelier en is gehuisvest in ontmoetingscentrum ‘De Brug’ in de aandachtwijk ‘Rechteroever Aalst’. Het richt zich in de eerste plaats tot buurtbewoners en mensen zonder computer, ‘ICT-analfabeten’, werkzoekenden, allochtonen, senioren, … ‘Buurtweb’ is een laagdrempelige basisvoorziening die als ‘buurtdienst’ inspeelt op drie aspecten: het wordt voor en met de buurtbewoners uitgebaat, het heeft expliciet tot doel om de sociale contacten tussen buurtbewoners te stimuleren en er wordt gestreefd naar een duurzame lokale tewerkstelling. Het tracht dus een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid van de buurt. ‘Buurtweb’ draagt bij tot een verhoging van de maatschappelijke integratie van kwetsbare groepen (o.a. op de arbeidsmarkt) enerzijds en, zoals al gezegd, tot een verhoogde leefbaarheid van de buurt en van de sociale cohesie anderzijds. Het opende zijn deuren in januari 2003 en is sinds 2008 erkend als initiatief binnen het decreet ‘Lokale Diensteneconomie’ (voor de periode 2008-2011). Hierdoor kan een bijkomende tewerkstelling van 1 VTE projectmedewerker worden gerealiseerd. Onder het begrip ‘buurtdienst’ verstaan we een dienst die tegemoet komt aan de noden van de buurt, gerund wordt via participatie van buurtbewoners en gebruikers en voorziet in duurzame tewerkstelling van kansengroepen. ‘Buurtweb’ biedt een breed en gevarieerd aanbod naar diverse doelgroepen. Men kan er terecht tijdens de open ateliers, waarin men vrij gebruik kan maken van de computers en het internet. Vrijwilligers staan klaar om bezoekers met raad en daad bij te staan. Naast de open ateliers zijn er ook begeleide activiteiten en cursussen. Participatie van de doelgroep wordt gerealiseerd via de persoonlijke contacten met de bezoekers waarbij specifieke behoeften of gespecialiseerde vragen gedetecteerd worden en 120
waarvoor een passend antwoord gezocht wordt. Daarnaast zijn er ook de maandelijkse vrijwilligersvergaderingen. Er is een samenwerking met diverse partners in functie van netwerkvorming en het aanbod naar specifieke doelgroepen. Samenwerkingsverbanden worden ook opgezet met de partners van ontmoetingscentrum ‘De Brug’. ‘Buurtweb’ is als buurtdienst erkend door de stad Aalst, in het kader van de lokale diensteneconomie. Het wordt gefinancierd met middelen van Samenlevingsopbouw OostVlaanderen vzw (werkingsmiddelen), middelen lokale diensteneconomie (stad Aalst en Vlaamse Gemeenschap) en de vzw PWA. Een opbouwwerker draagt de verantwoordelijkheid voor de interne werking en de externe omkadering, hierin ondersteund door een projectmedewerker. Een groep van vrijwilligers beslist enerzijds mee over de uitbouw en het aanbod van de dienst en verzorgt anderzijds alle open ateliers en een aantal cursussen. Het project wordt van nabij opgevolgd door de ‘Stuurgroep lokale diensteneconomie’ van de stad Aalst. Er is tevens een samenwerkingsovereenkomst met de stad Aalst voor de periode 2009-2013. Werkdoel 1 (agogisch) De doelgroep is georganiseerd met het oog op het verwerven van inzicht in hun eigen problematiek binnen een ruimere maatschappelijke context en met het oog op deelname aan oplossingsgerichte initiatieven.
Indicatoren Eigen aanbod: open ateliers, begeleidingsmomenten, vormingen, workshops Samenwerking in het kader van de digitale week Aanbod in samenwerking: bv. in LDC, gericht aanbod naar specifieke doelgroepen. Vrijwilligerswerking (gesprekken, vergaderingen, begeleiding,…) Rechtenverkenning op het internet (vorming, samenwerking,…)
Werkdoel 2 (politiek)
Indicatoren
De oplossingsactoren en partners nemen concrete maatregelen om de problematiek van digitale kloof aan te pakken, rekening houdend met de noden van de doelgroep.
Bovenlokaal: Stuurgroep VSNG Lokaal: Welzijnsforum, samenwerkingsverband in het kader van de digitale week, projectwerkgroep Buurtweb, stuurgroep Werk en Sociale Economie Aalst.
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
Het bestaande aanbod van Buurtweb werd in 2011 verder aangeboden, in samenwerking met partners en/of op initiatief van de eigen vrijwilligers. Tot het vaste aanbod behoren: de open ateliers, cursussen (o.a. Hallo PC, Microsoft Office Word, Microsoft Office Powerpoint) workshops (o.a. kerstkaartje maken, skype,…) en begeleidingsmomenten.
Het huidige aanbod (open ateliers, begeleidingsmomenten) wordt verder gezet.
cursussen,
workshops,
Regelmatige bevraging bij bezoekers en evaluatie bij deelnemers houdt het aanbod actueel en tegemoetkomend aan bestaande noden en vragen van de bezoekers en kansengroepen. We realiseren het met de eigen vrijwilligers en/of 121
In het najaar vond een vorming voor de doelgroep: ’Rechten Verkennen Op het Internet’ (vertrekkende vanuit computerlessen in samenwerking met Leerpunt) plaats. De toeleiding van de deelnemers gebeurt vanuit diverse organisaties: Mensen Voor Mensen, Arbeidszorg, De Kringwinkel- Teleshop en Sociaal Huis. Zij staan ook in voor de nazorg van de deelnemers. Verder blijft e- government en de aandacht voor rechten verkennen via het internet een belangrijk aandachtspunt tijdens begeleidingsmomenten en de workshops internet. De ‘initiatiecursus Linux Ubuntu voor beginners’ voor OCMW-cliënteel (i.s.m. Leerpunt en het OCMW) vond voor de eerste maal plaats. Hierbij volgen mensen een computercursus en betalen hiervoor € 10 (het OCMW draagt de rest van de kosten). Ze krijgen na de reeks hun computer mee naar huis.
in samenwerking met (vormings)partners. Voor het najaar 2012 wensen we opnieuw een 'Initiatiecursus Linux Ubuntu voor beginners’ voor OCMW- cliënteel (i.s.m. Leerpunt en het OCMW) aan te bieden. Met daaraan gekoppeld een aantal lessen rond ’Rechten Verkennen Op het Internet’. Buurtweb neemt opnieuw de coördinatie van de ‘Digitale Week 2012’ voor de regio Aalst op zich, in een samenwerkingsverband met een tiental partners. Een permanent aandachtspunt (waar ook de nodige tijd naartoe gaat) is het werven en inwerken van nieuwe vrijwilligers en de begeleiding van de projectmedewerker (= tewerkstelling via lokale diensteneconomie).
Buurtweb nam in 2011 de coördinatie van de Digitale Week in Aalst op zich. Ook blijft Buurtweb zich engageren in diverse Aalsterse en buurtgebonden initiatieven.
We maken verder werk van een gerichte samenwerking met Mensen voor Mensen.
We sporen partners en oplossingsactoren rechtstreeks en onrechtstreeks aan tot het nemen van initiatieven m.b.t. de digitale kloof; door het coördineren van de digitale week, door samenwerking met diverse welzijnsorganisaties en door onze aanwezigheid op stuurgroepen en overlegfora. Via de stuurgroep VSNG leveren we een bijdrage aan de problematiek op bovenlokaal niveau. Resultaten
Werkdoel 1 (agogisch)
Werkdoel 1 (agogisch)
Eigen aanbod: Open atelier voor volwassenen en jongeren: gemiddeld 25 uren per week. We hielden 94 begeleidingsmomenten in 2011 en 22 vormingsmomenten (van één of meerdere dagen) met een totaal van 201 deelnemers. We telden 335 nieuwe leden in 2011 en 850 unieke bezoekers. Aanbod i.k.v. digitale week: 11 activiteiten
Zoals hierboven beschreven, wensen we in 2012 op een gelijkaardige wijze de dienstverlening verder te zetten en uit te bouwen. We hopen dat dit tot dezelfde kwaliteit zal leiden als in 2011, met een even grote belangstelling bij en opkomst van de doelgroep. Werkdoel 2 (politiek)
Uit de concrete cijfers (zie hierboven) blijkt dat Buurtweb met zijn aanbod een goede werking kan voorleggen. De werking omtrent het e-loket is gecontinueerd met het verderzetten van de vorming voor de doelgroep en het eigen cursusaanbod omtrent rechtenverkenning. Het runnen van de vrijwilligersploeg is intensief en vraagt veel tijd. Daarnaast is er ook de begeleiding van de projectmedewerker (werkbegeleiding en tewerkstellingstrajectbegeleiding).
We willen bereiken dat: we ook in de toekomst medestanders blijven hebben in de strijd tegen de digitale kloof. er gaandeweg zicht komt op de toekomstige rol van Samenlevingsopbouw in Aalst, alsook op de hertekening inzake decreet lokale diensteneconomie, zodat Buurtweb blijvend een erkenning kan krijgen. we onze voortrekkersrol inzake digitale kloof in Aalst, kunnen verder zetten. We nemen opnieuw de coördinatie van de digitale week op ons, werken we 122
Eind december 2011 waren er 11 vrijwilligers actief in Buurtweb. Er vonden vrijwilligersvergaderingen en intake- en opvolgingsgesprekken met vrijwilligers plaats.
samen met de lokale VWAWN ‘Mensen voor mensen’ en sporen aan tot het nadenken over toegankelijke (gemeentelijke) websites,…
Samenwerkingspartners i.k.v. aanbod: Leerpunt Aalst, vzw PAROL, Vormingplus Vlaamse Ardennen - Dender CAWRA vzw – Sociaal Huis –Niemandsland, Steunpunt Welzijn vzw, Mensen voor mensen vzw, De Kringwinkel/ Teleshop vzw, De Loods vzw - Arbeidszorg Aalst, OCMW Aalst. Werkdoel 2 (politiek) Buurtweb nam in 2011 de coördinatie van de Digitale Week in Aalst op zich. Er vonden 11 activiteiten plaats, georganiseerd door 9 verschillende organisaties. De evaluatie was heel positief. We nemen in 2012 opnieuw de coördinatie op ons. Door deel te nemen aan divers overleg op Aalsters niveau wijze we op de aanwezigheid van de digitale kloof als maatschappelijk probleem, en sporen we anderen aan tot het nemen van initiatieven of samenwerking hieromtrent. Samenwerkingspartners in het kader van de digitale kloof, netwerkvorming enz. zijn: dezelfde als de aanbodpartners, en verder ook: Stad Aalst – economische dienst – sectie werkgelegenheid, Stad Aalst, dienst Integratie, dienst Jeugd, vzw PWA, Stad Aalst, dienst Preventie, Werkwinkel, Bibliotheek. Het project Buurtweb kreeg een verlenging qua erkenning als project lokale diensteneconomie tot eind 2013. Besluit
Buurtweb is op buurtniveau en op Aalsters niveau een belangrijke en respectabele speler die zelf acties onderneemt alsook die aanspoort tot initiatieven betreffende de digitale kloof. Met Buurtweb zitten we op de snijlijn tussen enerzijds de insteek leefbaarheid, betrokken op de buurt en de buurtbewoners, met aandacht voor het verbeteren van de sociale cohesie, en anderzijds de thematische insteek nl. digitale kloof. We realiseren op beide terreinen resultaten, o.a. via onze ligging en diverse samenwerkingen. Het project Buurtweb kreeg een verlenging qua erkenning als project lokale diensteneconomie tot eind 2013. Daarna dringt zich wellicht een herstructurering op. Dit betekent dat we twee jaar tijd hebben om op zoek te gaan naar een structurele verankering van het project.
We zetten verder in op een kwalitatieve dienstverlening en aanbod van Buurtweb zelf en ondernemen acties die aansporen tot initiatieven betreffende de digitale kloof. Het project Buurtweb kreeg een verlenging qua erkenning als project lokale diensteneconomie tot eind 2013. Daarna dringt zich wellicht een herstructurering op. Dit betekent dat we twee jaar tijd hebben om op zoek te gaan naar een structurele verandering van het project. De eerste stappen hiertoe worden in 2012 gezet.
123
SA-LB-GO-2.3. Project ‘Dorpshuizen in Oost-Vlaanderen – ondersteuningsaanbod voor gemeenten en dorpsbewoners’ (PR-OV-DHOV) Werd afgerond in 2009
SA-LB-GO-3.1. Project ‘BABBELonië – Dendermonde – interculturele ontmoetingsgroep’ (LB-PR-BABB) 1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie In 2005 startte het opbouwwerk in Dendermonde, vanuit de wijkwerking, het project ‘BABBELonië’ op in nauwe samenwerking met ODiCe en later samen met Vormingplus Waas en Dender. ‘BABBELonië’ werd opgezet als een initiatief ter verbetering van de communicatie tussen de verschillende gemeenschappen in de buurt/wijk/stad. Het initiatief beoogt expliciet een appel te doen op de solidariteit van de medebewoners en om bij te dragen tot een meer solidaire, open en cultureel diverse samenleving. Via wekelijkse bijeenkomsten komen anderstalige en Nederlandstalige (wijk)bewoners samen voor een interculturele ontmoeting. Werkdoel 1 (agogisch) De doelgroep is georganiseerd met het oog op de participatie aan BABBELonië waarin vier doelstellingen centraal staan: sociale cohesie versterken, interculturele uitwisseling verhogen, maatschappelijke integratie bevorderen en taalstimulering.
Werkdoel 2 (politiek) Oplossingsactoren nemen de goede verderzetting van BABBELonië in handen.
Indicatoren Wekelijkse bijeenkomsten BABBELonië, in samenwerking met ODiCe en Vormingplus Waas en Dender, alsook met het lokaal Dienstencentrum Zilverpand.
Indicatoren Overleg met plaatselijke toeleiders Organiseren van de plaatselijke stuurgroep Overleg met stad en OCMW Opvolgen van BABBELonië Dendermonde vanuit LB-NPO-VBAB (zie verder)
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012 124
Evaluatie 2011 Werkwijze en strategieën
Het project werd beëindigd in 2010
Resultaten
Het project werd beëindigd in 2010
Besluit
Het project werd beëindigd in 2010
Planning 2012
SA-LB-GO-3.2. NPO ‘BABBELonië - verspreiding model in regio Waas & Dender en andere regio’s in het werkingsgebied’ (LB-NPO-VBAB)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie BABBELonië is een initiatief waarbij, via wekelijkse bijeenkomsten, anderstaligen en Nederlandstalige (wijk)bewoners samenkomen voor een interculturele ontmoeting. Het beoogt om de communicatie tussen verschillende gemeenschappen in de buurt/wijk/stad te verbeteren. Het doet een appèl op de solidariteit van de diverse bewoners en beoogt om bij te dragen aan een meer solidaire, open en cultureel diverse samenleving. De methodiek BABBELonië is een sterke methodiek, gegroeid uit en dankzij de samenwerking van de drie primaire partners, en de voortdurende aandacht van hen voor kwaliteitsverbetering. Het is een format die de mogelijkheid biedt om op andere plaatsen ook uit te bouwen. Dit is dan ook een doelstelling van alle partners. Met het project BABBELonië Dendermonde als voorbeeld en vanuit de aanwezigheid van gunstige randvoorwaarden in een aantal steden en gemeenten, wordt uitgezocht waar de format BABBELonië kan verspreid worden in ons werkingsgebied. Dit gebeurt steeds in verdere samenwerking met de primaire samenwerkingspartners en lokale actoren. Werkdoel 1 (politiek) Oplossingsactoren nemen oplossingsgerichte maatregelen, rekening houdend met de noden van de doelgroep.
Indicatoren Algemene stuurgroep Coördinatorenoverleg Gesprekken met diverse steden en gemeenten Overleg met primaire samenwerkingspartners: ODiCe en Vorming Plus Intervisie van freelancers Opvolgen lokale stuurgroepen.
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: 125
Ja Nee De strategische acties waarin rechtstreeks wordt gewerkt met de doelgroep en waarop deze actie gebaseerd is: LB-BV-BVRO, LB-BV-BUWE, LB-PR-BAZD, MD-PR-GBLO.
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
Verderzetting van de inzet in de algemene stuurgroep en het coördinatorenoverleg. We laten de (gedeelde) trekkersrol van de algemene stuurgroep steeds meer in handen van ODiCe en Vormingplus.
Onze inzet in 2012 evolueert in de richting van een verdere verzelfstandiging. We blijven deelnemen aan het coördinatorenoverleg. De deelname aan de algemene stuurgroep stopt.
Onze aanwezigheid in de plaatselijke stuurgroepen vindt plaats vanuit de projecten die we met de organisatie ter plekke hebben (Buurtweb in Aalst, Buurtwerk in Ronse, wijkwerking in Dendermonde, vanuit GIB in Lokeren).
Onze aanwezigheid in de plaatselijke stuurgroepen vindt plaats vanuit de projecten die we met de organisatie ter plekke hebben (Buurtweb in Aalst, Buurtwerk in Ronse, wijkwerking in Dendermonde, vanuit GIB in Lokeren).
Er zijn BABBELonië-groepen in Dendermonde, Lokeren, Denderleeuw, Ronse, Aalst (vanaf september), Destelbergen (vanaf maart) en Wetteren.
Via het coördinatorenoverleg volgen we de ontwikkeling van het in de maak zijnde concept- en methodenboek verder op.
De idee voor één of andere databank (website, CD-rom, boek, fiches,…) met goede BABBELonië-werkvormen leeft al langer. In 2011 werd de beslissing genomen om een ‘methodenboek’ te schrijven. Resultaten
Werkdoel 1 (politiek) We willen bereiken dat de diverse opgestarte BABBELoniëgroepen kunnen blijven bestaan. We leveren hiervoor gerichte inspanningen, in samenspraak met de twee andere bevoorrechte partners. Zie hierboven voor de wijze waarop we dit willen bereiken.
Het initiatief BABBELonië is gerealiseerd als er: - een model, methodiek, concept is, - dat neergeschreven is, - mogelijkheid biedt tot verspreiding, van het model zelf en van de aanpak van de bijeenkomsten - met voldoende aandacht voor ontmoeting an sich, buurtbetrokkenheid, solidariteit. We zitten in de laatste rechte lijn qua realisatie. BABBELonië wordt in 2012 tweedelijns opgevolgd. Hierbij gaat vooral aandacht naar de ontwikkeling van het concept- en methodenboek.
Besluit
We leverden een bijdrage aan de verspreiding van het model van BABBELonië, in de regio Waas en Dender en de andere regio's in het werkingsgebied via expertise-inbreng en ondersteuning bij de uitbouw en werking van de diverse BABBELonië-groepen.
2012 is het laatste jaar dat we BABBELonië nog opvolgen. De andere partners hebben de werking opgenomen in hun reguliere werking.
Via samenwerking met de drie primaire partners: ODiCe, Vormingplus en wijzelf bleven we verder sleutelen aan de verfijning van het concept. We speelden 126
actief in op aanbiedende opportuniteiten in diverse steden/gemeenten.
SA-LB-GO-4.1. AOA Deelname aan werkgroepen Interbestuurlijk Plattelands Overleg (LB-AOA-INPO)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Het Interbestuurlijk Plattelandsoverleg IPO is een beleidsdomein- en bestuursniveau overschrijdend overlegorgaan dat ondersteuning geeft aan een Vlaams plattelandsbeleid zoals het in het Vlaams regeerakkoord van juli 2004 en in de beleidsnota 'Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid' van de Vlaamse Minister-president in het vooruitzicht werd gesteld. Het IPO, dat op 27 juni 2005 officieel van start ging, formuleert beleidsaanbevelingen en adviezen voor het Vlaams plattelandsbeleid. Het bestaat uit vertegenwoordigers van het Vlaamse, provinciale en gemeentelijke beleidsniveau en laat zich bijstaan door allerlei werkgroepen van experten die adviezen voorbereiden. Zo nam Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen in 2009 en 2010 deel aan een werkgroep die zich boog over plattelandsvoorzieningen met betrekking tot gezondheid en zorg. Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw wil ook de komende jaren in de schoot van dergelijke werkgroepen, haar bevindingen en aanbevelingen vanuit eigen know-how en projectwerking vertalen naar Vlaams, provinciaal en gemeentelijk plattelandsbeleid en daar inbrengen. Werkdoel 1 (politiek) Beleids- en oplossingsactoren nemen oplossingsgerichte maatregelen, rekening houdend met de noden van de doelgroep
Indicatoren Werkgroepbijeenkomsten, adviezen, concrete maatregelen
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee De strategische acties waarin rechtstreeks wordt gewerkt met de doelgroep en waarop deze actie gebaseerd is: SA-LB-TO-2.2., SA-LB-TO-3.1., SA-LB-TO-3.2.
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012 Evaluatie 2011
Planning 2012
Werkwijze en strategieën
In 2011 en volgende jaren willen we onze knowhow en bevindingen uit projectwerking verder inzetten op het Interbestuurlijk Plattelandsoverleg.
In 2012 en volgende jaren willen we onze knowhow en bevindingen uit projectwerking verder inzetten op het Interbestuurlijk Plattelandsoverleg.
Resultaten
Werkdoel 1 (politiek)
Werkdoel 1 (politiek) 127
Besluit
In 2011 werden we niet betrokken bij de IPO-werkzaamheden. Vandaar ook geen inzet op deze AOA.
We bieden ook in 2012 onze ervaring en doelgroepcontacten aan voor advisering rond nieuwe thema’s. We willen zeker vanuit het project ‘Naar een Oost-Vlaamse vereniging kleine kernen’ ook nieuwe thema’s aandragen bij het Interbestuurlijk Plattelandsoverleg IPO.
In 2011 werden we niet betrokken bij de IPO-werkzaamheden. Vandaar ook geen inzet op deze AOA.
We zullen het IPO ook in 2012 als platform proberen aanwenden om de verzuchtingen van kwetsbare groepen op het platteland op een bovenlokaal beleidsforum te brengen.
SA-LB-GO-4.2. AOA Actieve deelname aan de Plaatselijke Leadergroepen en andere relevante overlegplatforms van ons werkingsgebied (LB-AOALEVM)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Vanuit de kennis en ervaring die we hebben opgebouwd met projectmatig opbouwwerk op het platteland, kunnen we bijdragen tot de ontwikkeling van duurzame oplossingen voor zorgnoden op het platteland, verschraling van dienstverlening, mobiliteitsproblemen, sociale veranderingen en armoede, ... We zullen dit in 2009 en volgende jaren onder meer doen door aanwezigheid van de beleidsmedewerker platteland die in de plaatselijke groepen van de beide Oost-Vlaamse Leadergebieden de sector welzijn vertegenwoordigt. Leadergebieden zijn plattelandsregio’s waar vanuit lokale actoren – in het kader van het ‘Vlaamse Programmeringdocument Plattelandsontwikkeling’ (PDPO 2008-2013) – een ontwikkelingsstrategie voor de regio is uitgetekend die via bottom up projecten concreet vorm krijgt. Door deelname aan die plaatselijke groepen willen we bij de uitwerking van die projecten en strategie aandacht vragen voor participatie en de leefbaarheiddoelstellingen die we in onze programmatie 2009-2015 hebben uitgetekend. Bij de afbakening van Leadergebieden in Meetjesland, Leie en Schelde en Vlaamse Ardennen zijn deelgemeenten gevat van in totaal 33 Oost-Vlaamse gemeenten. Werkdoel 1 (politiek) Beleids- en oplossingsactoren ontwikkelen visie en nemen maatregelen, rekening houdend met de noden van de doelgroep
Indicatoren oplossingsgerichte
Bijeenkomsten Plaatselijke groep en werkgroepen, goedgekeurde projecten, opvolging ontwikkelingsvisie
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee Acties waarin rechtstreeks gewerkt wordt met de doelgroep en waarop deze actie is gebaseerd: 128
SA-LB-TO-2.2., SA-LB-TO-3.1., SA-LB-TO-3.2. en andere projecten die linken hebben met leefbaarheid op het platteland.
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012 Evaluatie 2011
Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Door deelname aan de Plaatselijke Groepen(PG) Leader in zowel Vlaamse Ardennen als Meetjesland-Leie-Schelde waar we als vertegenwoordiger van de sector welzijn optreden, proberen we impact te hebben op de selectie van projecten die uitvoering moeten geven aan de ontwikkelingsvisie in beide plattelandsgebieden. We komen er op voor de belangen van meer kwetsbare groepen en voor bewonersparticipatie in plattelands- en lokaal beleid. We proberen diezelfde opdracht te vervullen op andere fora waarop we worden uitgenodigd.
Door deelname aan de Plaatselijke Groepen(PG) Leader in zowel Vlaamse Ardennen als Meetjesland-Leie-Schelde waar we als vertegenwoordiger van de sector welzijn optreden, proberen we impact te hebben op de selectie van projecten die uitvoering moeten geven aan de ontwikkelingsvisie in beide plattelandsgebieden. We komen er op voor de belangen van meer kwetsbare groepen en voor bewonersparticipatie in plattelands- en lokaal beleid. We proberen diezelfde opdracht te vervullen op andere fora waarop we worden uitgenodigd.
Resultaten
Werkdoel 1 (politiek)
Werkdoel 1 (politiek)
In 2011 namen we deel aan 2 van de 3 vergaderingen van de PG MeetjeslandLeie-Schelde en aan de lezersgroepen die moesten adviseren over de ingediende projecten. In de Vlaamse Ardennen namen we om diverse redenen aan slechts 1 van de 4 vergaderingen van de PG deel; we namen ook deel aan de lezersgroep die moest adviseren over de ingediende projecten. Door onze inbreng slaagden wij erin een aantal projecten die nadrukkelijk op onze doelgroep gericht zijn mee te laten goedkeuren. We namen als PG-lid ook deel aan de Leadercafés waarop potentiële Leaderpromotoren van gedachten wisselden en hun project trachtten te verrijken door overleg met PG-leden. Op het Leadercafé Meetjesland van 18 mei deelde de beleidsmedewerker als panellid zijn ervaringen met bewonersparticipatie en op het Leadercafé Vlaamse Ardennen van 31 mei fungeerde hij als moderator.
In 2012 nemen we verder onze rol op in de PG’s en lezersgroepen van zowel Leader Vlaamse Ardennen als Meetjesland-Leie-Schelde. We zullen ook deelnemen aan communicatiemomenten met de Leaderdoelgroep.
Onze kennis van zaken inzake plattelandsontwikkeling konden we ook het voorbije jaar inzetten op Leaderfora waar we mee een aantal interessante projecten konden initiëren en de middelen ook mee konden draineren naar sociale projecten.
We zullen ook in 2012 de Leaderstrategie en –middelen proberen inzetten voor projecten die meer kwetsbaren ten goede komen
Besluit
SA-LB-TO-1.1. NPO ‘Verkenning van de randvoorwaarden voor beleidsparticipatie in sociale woonwijken’ (LB-NPO-VBSW)
1. Omschrijving en werkdoelen 129
Omschrijving strategische actie Steeds meer sociale huisvestingsmaatschappijen en gemeentebesturen beseffen het belang van betrokkenheid van sociale huurders bij de leefbaarheid van sociale woonwijken en wooncomplexen. In de meeste gevallen hebben deze besturen evenwel de knowhow noch de traditie om deze bewoners in veranderingsprocessen te betrekken. Daarom wordt bij Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen steeds meer gepolst naar samenwerking op dat vlak. Met deze verkenning willen we uitmaken onder welke voorwaarden we een samenwerking met sociale huisvestingsmaatschappijen of gemeentebesturen kunnen aangaan in een aanpak van de leefbaarheid in sociale woonwijken. Elementen van het onderzoek zijn zeker het (participatief) beleidskader waarin dit project zou worden opgezet, de doelstelling, de finaliteit, de verwachte output en outcome én de financiële implicaties. Eens deze (rand)voorwaarden voldoende verfijnd zijn, willen we de vragen van sociale huisvestingsmaatschappijen en gemeentebesturen daaraan toetsen, maar tegelijk ook nagaan hoe we daar proactief kunnen mee omgaan. Werkdoel 1 (algemeen) De randvoorwaarden voor beleidsparticipatie in sociale woonwijken in de provincie zijn verkend en we hebben een toetsingskader uitgewerkt voor eventuele projectwerking op dit thema.
Indicatoren (verslagen van) bevragingen van actoren verkenning van het beleidskader en de terreinsituatie rapport van bevragingen en terreinverkenning toetsingskader
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee Deze strategische actie betreft een verkenning die ons moet toelaten om af te wegen of en onder welke voorwaarden we leefbaarheidprojecten van of voor sociale huisvestingsmaatschappijen en gemeentebesturen mee ondersteunen of zelf opzetten. Deze strategische actie is dus niet rechtstreeks gebaseerd op een andere strategische actie waarin met de doelgroep wordt gewerkt, maar sluit wel aan bij eerdere leefbaarheidprojecten in sociale woonwijken in onder andere Eeklo, Ronse en Sint-Niklaas.
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
Door prioriteiten in andere projecten, een bijkomend leefbaarheidsproject in Aalst en langdurige afwezigheid van de beleidsmedewerker door operatie hebben ertoe geleid dat deze verkenning in 2011 niet is van start gegaan.
In 2012 verkennen we het beleidskader waarbinnen we leefbaarheidsprojecten in sociale woonwijken kunnen opzetten, welke de doelstelling en de finaliteit dan moet zijn en welke output en outcome we daarvan verwachten; uiteraard worden daarbij ook de financiële implicaties in beeld gebracht. Eens deze voorwaarden voldoende verfijnd zijn, willen we de vragen van sociale huisvestingsmaatschappijen en gemeentebesturen daaraan toetsen, maar tegelijk ook nagaan hoe we daar proactief kunnen mee omgaan 130
Resultaten
Besluit
Werkdoel 1 (algemeen)
Werkdoel 1 (algemeen)
In 2011 geen resultaten geboekt omdat de verkenning niet is gestart.
In 2012 willen we een quick-scan maken van de sociale huisvestingswijken in de provincie en van de beleidscontext waarin deze zich situeren. Mede daartoe zullen we een aantal sleutelfiguren binnen beleid en woonactoren bevragen. Op basis van die verkenning zullen we een toetsingskader uitwerken voor eventuele projectwerking rond leefbaarheid en beleidsparticipatie in sociale woonwijken.
De start van de verkenning is uitgesteld naar 2012.
In 2012 werken we een toetsingskader uit voor eventuele projectwerking rond leefbaarheid en beleidsparticipatie in sociale woonwijken vanaf 2013.
SA-LB-TO-1.2. NPO ‘Verkenning van de randvoorwaarden voor beleidsparticipatie in overgangsgebieden tussen stad en platteland’ (LB-NPO-VBOG)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie In de voorbije jaren heeft Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw rond leefbaarheid een uitgebreide werking opgezet in zowel stedelijke als landelijke context. Deze werking was gebaseerd op voorafgaand onderzoek en bewonersbetrokkenheid. Steeds meer echter stellen we vast dat de overgangsgebieden tussen stad en platteland ten gevolge van ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen onder druk komen te staan. Met deze verkenning willen we een beter zicht krijgen op deze processen en op de gevolgen ervan voor de plaatselijke bevolking en willen we bovendien uitmaken onder welke voorwaarden we een samenwerking met gemeentebesturen of hogere beleidsniveaus kunnen aangaan in een aanpak van de leefbaarheid in deze overgangsgebieden. Elementen van het onderzoek zijn zeker het beleidskader waarin dit project zou worden opgezet, de doelstelling, de finaliteit, de doelgroep, de verwachte output en outcome en de financiële implicaties. Eens deze voorwaarden voldoende verfijnd zijn, willen we de vragen van gemeentebesturen daaraan toetsen, maar tegelijk ook nagaan hoe we daar proactief op gemeentelijk of bovengemeentelijk kunnen mee omgaan. Werkdoel 1 (algemeen) De randvoorwaarden voor beleidsparticipatie in overgangsgebieden tussen stad en platteland in de provincie zijn verkend en we hebben een toetsingskader uitgewerkt voor eventuele projectwerking op dit thema.
Indicatoren (verslagen van) bevragingen van actoren verkenning van het beleidskader en de terreinsituatie rapport van bevragingen en terreinverkenning toetsingskader
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: 131
Ja Nee Deze strategische actie betreft een verkenning die ons moet toelaten om af te wegen of en onder welke voorwaarden we projecten van beleidsparticipatie in overgangsgebieden tussen stad en platteland kunnen ondersteunen of zelf opzetten. Deze strategische actie is dus niet rechtstreeks gebaseerd op een andere strategische actie waarin met de doelgroep wordt gewerkt, maar sluit wel aan bij eerdere leefbaarheidprojecten zoals DORP inZICHT en projecten in stadswijken van Ronse of Dendermonde.
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
Steeds meer stellen we vast dat de overgangsgebieden tussen stad en platteland ten gevolge van ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen onder druk komen te staan.
Dit project wordt voorlopig opgeschort tot wanneer er (mede op basis van het sectoronderzoek rond leefbaarheid) meer duidelijkheid is over onze inzet op leefbaarheid in stedelijke en landelijke context en in uitbreiding daarvan de overgangsgebieden, eventueel in samenhang met grondrechten. In 2012 kan een begin van verkenning eventueel meegenomen worden in de verdere uitwerking van het DORP inZICHT project in Merelbeke dat deels in dergelijk overgangsgebied gelegen is.
In 2011 en 2012 willen we met deze verkenning een beter zicht krijgen op de verandering in de overgangsgebieden tussen stad en platteland en op de gevolgen ervan voor de plaatselijke bevolking. We willen bovendien uitmaken onder welke voorwaarden we een samenwerking met gemeentebesturen of hogere beleidsniveaus kunnen aangaan in een aanpak van de leefbaarheid in deze overgangsgebieden. Elementen van het onderzoek zijn zeker het beleidskader waarin dit project zou worden opgezet, de doelstelling, de finaliteit, de doelgroep, de verwachte output en outcome en de financiële implicaties. Eens deze voorwaarden voldoende verfijnd zijn, willen we de vragen van gemeentebesturen daaraan toetsen, maar tegelijk ook nagaan hoe we daar proactief op gemeentelijk of bovengemeentelijk kunnen mee omgaan. In 2011 zijn we niet tot de verkenning gekomen wegens inzet op andere projecten (zie hierboven bij SA-LB-TO-1.1.) Resultaten
Besluit
Werkdoel 1 (algemeen)
Werkdoel 1 (algemeen)
In 2011 zijn we niet tot de verkenning gekomen wegens inzet op andere projecten (zie hierboven bij SA-LB-TO-1.1.)
Dit project wordt voorlopig opgeschort. Als we later deze verkenning toch uitvoeren, nemen we ons voor een quick-scan te maken van de overgangsgebieden tussen stad en platteland in de provincie en van de beleidscontext waarin deze zich situeren. Mede daartoe zullen we dan een aantal sleutelfiguren in beleid, wetenschapswereld en middenveld bevragen. Op basis van die verkenning zullen we een toetsingskader uitwerken voor eventuele projectwerking rond leefbaarheid en beleidsparticipatie in overgangsgebieden tussen stad en platteland.
De verkenning wordt voorlopig opgeschort.
De verkenning wordt voorlopig opgeschort. Uitwerking van een toetsingskader 132
voor projectwerking rond leefbaarheid en beleidsparticipatie overgangsgebieden tussen stad en platteland gebeurt mogelijk toch in 2013.
in
SA-LB-TO-1.3. Project ‘Participatie in diversiteit’ Ronse (LB-PR-PIDR)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Vanuit de werking ‘buurtwerk in de Ronsese aandachtsbuurten’ kwam de nood naar voor om reeds bereikte doelgroepen/buurtbewoners verder te ondersteunen en een stap verder mee te nemen in een proces van maatschappelijke- en beleidsparticipatie. De stad Ronse was eveneens vragende partij om in te zetten op het bevorderen van de maatschappelijkeen beleidsparticipatie van maatschappelijk kwetsbare groepen in de stad. Het project ‘Participatie in diversiteit’ Ronse heeft tot doel de maatschappelijke- en beleidsparticipatie van kwetsbare groepen te versterken in de stad Ronse. We willen met dit project verder stappen zetten in de ondersteuning van kwetsbare groepen bij het opkomen voor hun sociale grondrechten, zodat we ook werkelijk een bijdrage kunnen leveren in het versterken van de maatschappelijke positie van deze groepen. Het project ‘’Participatie in Diversiteit’ bevat twee deelprojecten, gevat in twee samenwerkingsovereenkomsten met de stad Ronse. -
Een eerste samenwerkingsovereenkomst ‘Participatie in Diversiteit, werd afgesloten voor een periode van 2 jaar ( 2012-2013). Deze overeenkomst kadert voor de stad Ronse in de realisatie van haar Integratiebeleidsplan (2012-2014) en haar Lokaal Sociaal beleidsplan (2008-2013), meer bepaald met betrekking tot het voorkomen van achterstelling en sociale uitsluiting van maatschappelijk kwetsbare groepen en het streven naar een verhoogde deelname aan het beleid en het maatschappelijk leven van de beoogde kwetsbare groepen, met bijzondere aandacht voor de etnisch-culturele minderheden.
-
Een tweede samenwerkingsovereenkomst ‘Buurtgericht kansarmoede overbruggen’ werd afgesloten voor een periode van 1 jaar (2012). Deze overeenkomst kader voor de stad binnen haar lokaal sociaal beleidsplan – luik armoedebestrijding/kinderarmoede. Dit project wil het isolement doorbreken waarin kansarme gezinnen met jonge kinderen leven, dit in de drie Ronsese aandachtsbuurten met een buurtgerichte laagdrempelige aanpak. Dit project werd tevens door de Vlaamse Gemeenschap erkend als een project binnen het kader van kinderarmoedebestrijding.
Het project sluit nauw aan bij de bestaande wijkwerking van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen in Ronse in de 4 aandachtsbuurten met sterke focus op samenleven, het versterken van sociale cohesie en interculturaliteit. Eveneens sluit het project nauw aan bij de werking van het onderwijsopbouw, waarbij de nadruk in dit project ligt op gelijke onderwijskansen en ouderparticipatie. Het project wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met de dienst Diversiteit van de stad Ronse. Werkdoel 1 (agogisch) Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn voldoende bereikt, versterkt en ondersteund i.f.v hun maatschappelijke- en beleidsparticipatie
Indicatoren (nog niet bereikte) doelgroepen zijn aangesproken (nog niet bereikte) doelgroepen nemen deel aan activiteiten en worden hierbij ondersteund opzetten van participatieprocessen met betrokken doelgroepen de wijze van betrokkenheid van maatschappelijk kwetsbare groepen de mate van impact van maatschappelijk kwetsbare groepen op het lokaal beleid 133
Werkdoel 2 (politiek) De noden en behoeften van maatschappelijk kwetsbare groepen zijn beter bekend en gekend bij beleids- en oplossingsactoren en deze nemen de nodige maatregelen/initiatieven en/of ontwikkelen een aangepast beleid die de participatie van de betrokken doelgroepen aan het maatschappelijk leven en het lokaal beleid verhogen.
Indicatoren beleidsparticipatief kader er zijn dialoogmomenten georganiseerd met het beleid/betrokken actoren er zijn concrete resultaatgerichte (beleids)veranderingen op basis van de aanbevelingen van de doelgroepen. ondernomen/gerealiseerde acties uitgevoerd door de verschillende actoren/ samenwerkende partners initiatieven die de betrokkenheid van maatschappelijk kwetsbare groepen bij het beleid realiseren mate van tevredenheid door de doelgroep over impact van de genomen initiatieven
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
n.v.t.
Deelproject 1: Participatie in diversiteit Potentiële doelgroepen (vanuit bestaande werking), worden afgebakend via een thema-gerichte doelgroepenmatrix, waarbij trajecten i.f.v participatie kunnen opgezet worden. Van daaruit zullen mogelijke methodieken van beleidsparticipatietrajecten verder uitgewerkt worden. Op basis van de uitgevoerde participatietrajecten met de doelgroepen zullen er aanbevelingen naar beleids- en oplossingsactoren uitgewerkt worden Een dialoogfase met beleid/betrokken actoren vormt het sluitstuk van de doorlopen trajecten van maatschappelijke- en/of beleidsparticipatie.
Deelproject 2: Buurtgericht kansarmoede overbruggen Om de doestellingen van het project te realiseren zal er op 2 sporen gewerkt worden. 134
Enerzijds zullen er 3 wijkbrugfiguren worden opgeleid en ingezet om vanuit een laagdrempelige werkwijze te trachten deuren te openen bij mensen die vandaag nog niet bereikt worden. Via de inzet van wijkbrugfiguren wil het project bruggen bouwen tussen gezinnen die leven in armoede en de diensten en voorzieningen. Hierdoor zal de kennis van de diensten over armoede enerzijds en de kennis van het gezin in armoede over de diensten anderzijds verhogen. Anderzijds wil het project door de ontwikkeling van een toeleidingsnetwerk de samenwerking verhogen met de verschillende organisaties die zich vandaag richten tot kansarme gezinnen met jonge kinderen. Het initiatief wil de toegankelijkheid verhogen van voorzieningen voor kansarme gezinnen met jonge kinderen door te werken aan de drempels aan de aanbodzijde (voorzieningen), de vraagzijde (gezinsgebonden drempels) en de drempels m.b.t. de relatie tussen aanbod en gezin Participatie vormt een belangrijk aspect binnen het in project. Maatschappelijk kwetsbare gezinnen uit de aandachtsbuurten worden betrokken bij het zoeken naar oplossingssporen en bij de uiteindelijke uitwerking ervan. Resultaten
n.v.t.
Werkdoel 1 (agogisch) Deelproject 1: Participatie in diversiteit Het verhogen van het bereik en het versterken van participatie van kwetsbare groepen met bijzondere aandacht voor etnisch-culturele minderheden, aan het socio-culturele leven in de wijken. Er worden beleidsparticipatietrajecten doorlopen waarbij de beoogde doelgroepen empowered en ondersteund worden i.f.v de verhoging van hun maatschappelijke en /of beleidsparticipatie. Met als doel een beter zicht te krijgen op mogelijke drempels die doelgroepen ervaren m.b.t. hun maatschappelijke en/of beleidsparticipatie. Deelproject 2: Buurtgericht kansarmoede overbruggen De wijkbrugfiguren worden ingezet en benaderen gezinnen die voordien nog niet bereikt werden vanuit de bestaande werking. De sterkte van de wijkbrugfiguren ligt erin dat zij de gezinnen in hun leefwereld als gelijke kunnen benaderen. Er wordt ingezet op de realisatie en het versterken van een ondersteunende omgeving voor jonge gezinnen behorende tot de maatschappelijk kwetsbare groepen. 135
Door netwerkversterking van de doelgroep, willen we het isolement bij de doelgroep doorbreken en de draagkracht van gezinnen verhogen. In de drie aandachtsbuurten Marijve, Prinskouter en Scheldekouter is er een geïntegreerd buurtgericht aanbod op vlak van ontmoeten, vrije tijd, vorming, nuldelijnshulpverlening en belangenbehartiging (basisschakel) voor maatschappelijk kwetsbare gezinnen. Dit aanbod streeft naar participatie en empowerment binnen een ruimer aanbod dat zich richt op de hele Ronsese samenleving. Werkdoel 2 (politiek) Deelproject 1: Participatie in diversiteit Het creëren van beleidsparticipatiekansen voor beoogde doelgroepen, aansluitend op hun concrete leefwereld en/of noden en behoeften die zij ervaren in de realisatie van hun sociale grondrechten, via trajecten van beleidsparticipatie. Uitwerken van aanbevelingen vanuit de verschillende doelgroepen op basis van de doorlopen beleidsparticipatietrajecten Op regelmatige en systematische wijze delen van de opgedane expertise met derden, en in zonderheid binnen de Stad Ronse/stedelijke diensten zelf. Organiseren van dialoogmomenten met beleid/betrokken actoren als sluitstuk van trajecten beleidsparticipatie. Deelproject 2: Buurtgericht kansarmoede overbruggen In 2012 zullen we de drempels van maatschappelijk kwetsbare groepen/gezinnen tot het bestaande hulp- en dienstverleningsaanbod van Ronse inventariseren en bekend maken. Er wordt een toeleidingsnetwerk opgezet dat de samenwerking tussen ondersteunende organisaties verhoogt. Dit omvat overleg met verschillende organisaties en diensten die hun aanbod richten naar maatschappelijk kwetsbare jonge gezinnen uit aandachtsbuurten . We zullen van hieruit eerste suggesties voor oplossingen i.f.v drempelverlagend werken ( verhogen van toegankelijkheid, meer proactief werken, ...) formuleren. Er
worden
dialoogmomenten
met
oplossings-
en
beleidsactoren
en 136
maatschappelijk kwetsbare groepen opgezet, waarbinnen er overleg en inspraak mogelijk is omtrent het nemen van maatregelen om het aanbod meer toegankelijk te maken voor maatschappelijk kwetsbare groepen.
SA-LB-TO-2.1. Project ‘5 voor 10. Dorpsparticipatie in Geraardsbergen’ (LB-PR-DPGE)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Het project ‘5 voor 10. Dorpsparticipatie in Geraardsbergen’ is het antwoord van de Stad Geraardsbergen op ons aanbod om toepassingen van ‘DORP inZICHT’ in hun stad te begeleiden. De suggestie om ‘DORP inZICHT’ te hanteren als een instrument voor beleidsparticipatie in een landelijke context resulteerde in het initiatief van het stadsbestuur om in de 10 deelgemeenten van Geraardsbergen, die binnen het Leadergebied Vlaamse Ardennen vallen, de betrokken bewoners samen te brengen om hen te laten nadenken over de leefbaarheid in hun dorp. Deze processen moeten uiteindelijk leiden naar concrete acties op het terrein (dorpsinfrastructuur, voorzieningen, inrichting, verkeersmaatregelen, ..) en ook de basis leggen voor duurzame vormen van bewonersparticipatie (bv. onder de vorm van een bewonersplatform of dorpsraad). Omdat het ene dorp het andere niet is en zowel de problemen als de sterktes van die dorpen zeer verschillend kunnen zijn, hanteren we in ieder dorp een geëigende methodiek zoals ‘DORP inZICHT’, ‘buurtverhalen’, ‘droomtraject’, dorpshuis, dorpsbezoeken, …. Op het einde van het in elk dorp doorlopen proces organiseren we in 2010 een ‘dorpenmarkt’ waarop elk dorp op zijn eigen manier de resultaten van zijn analyse presenteert en ook aangeeft waaraan het in de toekomst wil werken. Tevens zullen de 10 analyses gebundeld worden in één overzichtelijk rapport dat als basis kan gebruikt worden voor toekomstige uitvoeringsprojecten in functie van het versterken van de sociale samenhang en leefbaarheid. Daarnaast zal ook een publicatie worden aangemaakt waarin het doorlopen proces en de opgedane ervaringen worden beschreven als inspiratiebron voor andere initiatiefnemers. Het project ‘Dorpsparticipatie 5 voor 10’ is een project van Stadsbestuur Geraardsbergen in samenwerking met OCMW Geraardsbergen en Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw. Het wordt financieel ondersteund door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling in het kader van het Leaderprogramma voor de Vlaamse Ardennen. Werkdoel 1 (agogisch) Bewoners uit 10 dorpen van Geraardsbergen zijn georganiseerd en versterkt om mee te praten over gewenste en noodzakelijke veranderingen en verdere ontwikkeling van hun dorp.
Werkdoel 2 (politiek) Dorpsbewoners zijn structureel betrokken bij de ontwikkeling van het eigen dorp en beleidsactoren nemen concrete maatregelen die tegemoet komen aan de noden en problemen, zoals aangedragen door de dorpsbewoners.
Indicatoren (verslagen van) bewonersbijeenkomsten, huisbezoeken en andere bewonerscontacten aanwezigheid en inbreng van doelgroepleden op dialoogmomenten met actoren brochures met beschrijving van het doorlopen proces, geboekte resultaten en verwachtingen in elk van de 10 dorpen Indicatoren beleidsengagement voor de oprichting en ondersteuning van bewonersplatforms oprichting van bewonersplatforms (verslagen van) overlegmomenten met oplossingsactoren concrete maatregelen ter verbetering van de leefbaarheid in dorpen
137
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012 Evaluatie 2011 Werkwijze en strategieën
Het project werd afgerond eind juni 2010.
Resultaten
Het project werd afgerond eind juni 2010.
Besluit
Het project werd afgerond eind juni 2010.
Planning 2012
SA-LB-TO-2.2. Project ‘DORP inZICHT, instrument voor beleidsparticipatie in de plattelandskernen van Merelbeke’ (LB-PR-DIZM)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Het project ‘DORP inZICHT’, instrument voor beleidsparticipatie in de plattelandskernen van Merelbeke’ is het antwoord van de Gemeente Merelbeke op ons aanbod om toepassingen van ‘DORP inZICHT’ in hun gemeente te begeleiden. De suggestie om de methodiek te hanteren als een instrument voor beleidsparticipatie in een landelijke context resulteerde in het initiatief van het stadsbestuur om in alle landelijke deelgemeenten van Merelbeke bewoners samen te brengen om hen te laten nadenken over de leefbaarheid in hun dorp. Het is de ambitie van het project via de ‘DORP inZICHT’ toepassingen te komen tot initiatieven van zowel bewoners als gemeentebestuur en andere actoren die leiden tot een verbetering van de leefbaarheid van die kernen en een door de bewoners gedragen beleid. In die context wordt ervoor geijverd om de bewonersgroepen die worden opgericht te laten overgaan in een door de gemeente erkend bewonersplatform. Deze bewonersplatforms worden binnen de overeenkomst met het gemeentebestuur dan ook verder ondersteund door Samenlevingsopbouw. Het project ‘DORP inZICHT’, instrument voor beleidsparticipatie in de plattelandskernen van Merelbeke’ is een project van het gemeentebestuur van Merelbeke in samenwerking met Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw. Het wordt gefinancierd door het gemeentebestuur van Merelbeke. Werkdoel 1 (agogisch) Bewoners uit 5 dorpen van Merelbeke zijn georganiseerd en versterkt om mee te praten over gewenste en noodzakelijke veranderingen en verdere ontwikkeling van hun dorp.
Indicatoren het procesverloop van de methodiek DORP inZICHT (verslagen van) bewonersbijeenkomsten, open
bewonersvergaderingen, 138
huisbezoeken en andere bewonerscontacten rapporten en brochures DORP inZICHT van de diverse dorpen bewonersinitiatieven om medebewoners bij de werking te betrekken aanwezigheid en inbreng van doelgroepleden op dialoogmomenten met actoren Werkdoel 2 (politiek) Dorpsbewoners zijn structureel betrokken bij de ontwikkeling van het eigen dorp en beleidsactoren nemen concrete maatregelen die tegemoet komen aan de noden en problemen, zoals aangedragen door de dorpsbewoners.
Indicatoren beleidsengagement tot het opzetten van participatieprocessen in diverse dorpen beleidsengagement voor de oprichting en ondersteuning van bewonersplatforms oprichting van bewonersplatforms (verslagen van) overlegmomenten met oplossingsactoren concrete maatregelen ter verbetering van de leefbaarheid in dorpen
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
In 2011 werd vanuit het project doorgewerkt op de resultaten van de DORP inZICHT-bevragingen in Schelderode, Munte, en Bottelare waar een bewonersplatform werd opgericht en ondersteund. In Melsen en Lemberge werden de toepassingen van ‘DORP inZICHT’ verder gezet en voorts werd gestart met een nieuwe toepassing in de meer stedelijke wijk Flora. De toepassing in Melse werd afgerond in 2011; die van Lemberge en Flora lopen nog door in 2012.
De huidige samenwerkingsovereenkomst (1 jaar) tussen Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen en het gemeentebestuur van Merelbeke loopt nog tot eind juni 2012; de verwachting is dat ze daarna zal worden voortgezet voor nog een jaar. In 2012 worden toepassingen van ‘DORP inZICHT’ verder gezet in Lemberge en Flora. In Schelderode, Munte, Bottelare en Melsen werken we samen met de bewonersgroepen - die inmiddels door het gemeentebestuur erkend zijn als bewonersplatform - verder aan de implementatie van de bewonersvoorstellen; dat zal in de loop van 2012 ook het geval zijn in Lemberge en Flora als daar een voldoende draagkrachtige groep overblijft; ook voor deze beide buurten zullen we werken aan de oprichting van een bewonersplatform. We zullen in overleg met die groepen en met het gemeentebestuur verder werken aan een duurzaam karakter voor het participatiebeleid van de gemeente.
In 2011 werden bijzondere inspanningen gedaan om de samenwerking tussen gemeentebestuur en bewonersplatforms te optimaliseren en de juiste manieren te vinden om hun inspanningen op mekaar af te stemmen.
In 2012 zullen we ook scenario’s voor een mogelijke verderzetting van het project onderzoeken met het gemeentebestuur van Merelbeke. Daarbij wordt gedacht aan verdere ondersteuning van de bewonersplatforms en de relatie tussen die bewonersplatforms en het gemeentebestuur, en aan de verdieping van de werking van deze groepen naar de problematiek van kwetsbare bewoners en naar hun relatie met lokaal sociaal beleid. 139
Resultaten
Werkdoel 1 (agogisch)
Werkdoel 1 (agogisch)
Schelderode In mei 2010 werd het bewonersplatform van Schelderode door de gemeenteraad erken; enkele weken later ondertekenden beide partijen een samenwerkingsovereenkomst.. In 2011 kwam het bewonersplatform 6 keer bijeen met een gemiddelde aanwezigheid van 7 bewoners (in totaal 47 – 12 verschillende bewoners). Op paasmaandag 25 april 2011 werd opnieuw een druk bijgewoonde paaswandeling georganiseerd voor de Schelderodenaren. Ondertussen is het bewonersplatform meer dan twee jaar actief. Tijdens het werkjaar 2011-2012 wil het platform focussen op volgende punten: Op 18 december 2011 organiseerde het platform opnieuw een open bewonersbijeenkomst met als thema ‘de rol van bewoners(platform) in het gemeentelijk beleid’. Een 50-tal inwoners gingen in gesprek met de burgemeester, de voorzitter van het platform van Schelderode en een beleidsmedewerker van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen. De geslaagde bijeenkomst werd afgerond met een natje en een droogje. Daarnaast bereikte de groep enkele mooie resultaten in hun dossiers. Zo is er de officiële bevestiging voor de komst van een speeltuintje aan de Molen, komt er een fietsenrek bij de bushalte aan de kerk en krijgt de groep inzage in de plannen omtrent de heraanleg van de Gaversesteenweg. Deze verbindingsweg doorkruist het dorp, een heraanleg zal dus belangrijke consequenties hebben voor het toekomstige uitzicht en mobiliteit van Schelderode.
In 2012 werken de bewonersplatforms van Schelderode, Munte, Bottelare en Melsen - en wanneer die worden opgericht, ook die van Lemberge en Flora verder aan de belangenbehartiging van hun dorp en zijn bewoners. Daarvoor komen elke maand samen. De begeleiding door de opbouwwerkster heeft hier vooral betrekking op het functioneren van zo’n platform, de relatie met bestuur en dorpsbewoners en de opmaak en opvolging van een werkplanning – minder op de concrete inhoud.
Munte In de zomer van 2010 werd ook het bewonersplatform door het gemeentebestuur erkend. In 2011 kwam het bewonersplatform 7 keer bijeen met een gemiddelde aanwezigheid van 7 bewoners (in totaal 50 – 12 verschillende bewoners). Ze organiseerden op zondag 9 januari 2011 hun eerste open bewonersbijeenkomst. Dit was een groot succes met 71 aanwezigen; tijdens het ste 1 deel kregen de inwoners informatie over het ruimtelijk structuurplan en de toekomstplannen van de pastorij in Munte. De bijeenkomst werd afgesloten met een gezellige nieuwjaarsreceptie. Het dossier van de Hundelgemsesteenweg is een dorp overschrijdend dossier en daarom werd samenwerking gezocht met de bewonersgroepen van Bottelare en Schelderode. In juni 2011 hielden zij een eerste bijeenkomst om mogelijke gemeenschappelijke acties uit te werken. De werkgroep mobiliteit stelde samen met een betrokken ambtenaar uit de gemeente een dossier op over de verkeersproblemen in Munte. De verschillende verkeersproblemen werden beschreven en oplossingen werden geformuleerd.
Schelderode focust in 2012 op de inrichting van een buurtspeeltuintje bij de Molen, het onderzoeken van de mogelijke bouw van een fietsbrug over de Schelde en voorts blijven ze opkomen voor de belangen van het dorp. Munte plant voor 22 april 2012 een zwerfvuilactie: ‘Munte bruist – Munte kuist’ en in september 2012 willen ze met de gemeenteraadsverkiezingen in zicht een politiek debat organiseren. Zowel in de aanloop naar dit debat als in de opvolging ervan wil men de dorpsbewoners sterk betrekken en er werkpunten uithalen voor dit en volgend werkjaar. Bottelare plant zijn eerste open bewonersvergadering voor 2 maart 2012. Tijdens deze avond zal de groep zich voorstellen aan het dorp en kunnen de aanwezigen met enkele schepenen in gesprek gaan over de mobiliteit in Bottelare. Op basis van deze bijeenkomst zal de groep enkele concrete thema’s detecteren die de agenda voor de komende bijeenkomsten zal kleuren. In Melsen blijft het bewonersplatform kampen met een te kort aan leden; daarom gaat er in 2012 extra aandacht naar de communicatie met de inwoners. Zo hoopt de groep dat het project onder de aandacht blijft en dat ze extra mensen zullen kunnen verwelkomen bij hun werking. Daarnaast ligt de focus op de heraanleg van Gaversesteenweg. Deze verbindingsweg doorkruist het dorp en wordt in 2013 heraangelegd. Het bewonersplatform zal inzage krijgen in de plannen en wil op basis van de resultaten van bevraging de stem van de Melsenaren in dit dossier laten klinken. Lemberge plant de voorstelling van de DORP inZICHT resultaten op 16 februari 2012. Tijdens deze bijeenkomst hopen de projectleden extra inwoners te motiveren lid te worden van het toekomstige bewonersplatform. In maart 2012 wil de groep zich laten erkennen als platform en zullen ze de eerste stappen zetten als spreekbuis van het dorp. In Flora worden in februari de papieren vragenlijsten en logins/wachtwoorden voor de online vragenlijst verdeeld. In april en mei zullen de vragenlijsten worden verwerkt en de resultaten geanalyseerd. In juli zal terug een open 140
Bottelare De resultaten van de DORP inZICHT toepassing waaraan52% van de inwoners van Bottelare deelnamen werden onder grote belangstelling (65 deelnemers) voorgesteld op 27 januari 2011. De eerste helft van het jaar nam de groep nog de nodige tijd om het ledenaantal aan te sterken, om dan in de zomer de erkenning als bewonersplatform aan te vragen. Die erkenning kwam er in de gemeenteraad van 22 november 2011. In een eerste fase wil het platform focussen op de verkeersproblemen in het dorp en de mogelijke heraanleg van het dorpsplein. Op 8 december 2011 vond hierover een bespreking tussen de groep en Schepenen Van Huffel en Jonkheere plaats. Tijdens dit overleg kreeg de groep informatie over het gemeentelijk mobiliteitsbeleid en de toekomstplannen van de gemeente met het dorp. Dit gesprek diende ook als voorbereiding van de eerste open bewonersbijeenkomst. In 2011 kwam het bewonersplatform 5 keer bijeen met een gemiddelde aanwezigheid van 8 bewoners (in totaal 42 – 12 verschillende bewoners)
bewonersbijeenkomst worden georganiseerd om de resultaten bekend te maken aan de inwoners van Flora. In het najaar hoopt men dan een bewonersplatform te kunnen oprichten en de erkenning ervan te krijgen. Omdat er tussen de dorpen en de werking van de diverse bewonersgroepen heel wat raakpunten zijn, zowel op inhoudelijk vlak als op het vlak van hun interne organisatie en externe communicatie willen we de projectgroepen / bewonersplatforms op geregelde tijdstippen samen te brengen, al dan niet in aanwezigheid van het lokaal bestuur.
Melsen In 2011 werd de DORP inZICHT bevraging verder afgewerkt en de resultaten ervan werden op zondag 11 september 2011 in de kerk van Melsen gepresenteerd; de bevraging haalde een respons van 40% en op de presentatie waren er een 60-tal bewoners aanwezig. De projectgroep voelde zich dan ook gesterkt om verder te werken met de resultaten en zich om te vormen tot een bewonersplatform. De groep stelde tijdens de open bewonersbijeenkomst ook haar eigen website voor (www.melsendorp.be). Via deze website wil de groep zich bekendmaken in het dorp en via een online agenda de inwoners informeren over de activiteiten in Melsen. Aangevuld met enkele nieuwe leden zette de groep zijn eerste stappen als bewonersplatform, door de gemeenteraad erkend in zitting van 24 januari. De groep kwam als initiatiefgroep DORP inZICHT in 2011 9 keer bijeen met een gemiddelde aanwezigheid van 6 leden (in totaal 59 – 11 verschillende mensen). Als bewonersplatform kwamen ze 3 keer bijeen met een gemiddelde aanwezigheid van 5 leden (in totaal 17 – 8 verschillende mensen). Lemberge DORP inZICHT Lemberge ging van start in het najaar van 2010. De projectgroep ontwierp een grondige vragenlijst voor de bewoners met enkele specifieke vragen over het verkeersbeleid in Lemberge. In april 2011 kregen alle bewoners van Lemberge een bezoekje van de projectgroep. Door die actie vonden een aantal nieuwelingen de weg naar de projectgroep. Na de zomer werd gestart met de analyse van de resultaten. De respons van de bevraging bleek ook hier vrij hoog (43% van alle uitgedeelde individuele vragenlijsten werden ook beantwoord). Het behoud van het landelijk karakter, meer aandacht voor de zwakke weggebruiker en het creëren van een ontmoetingsplaats zijn de topantwoorden uit de dorpsbevraging. In 141
november/december werkten de projectleden de rapporten af en werd de voorstelling van de resultaten grondig voorbereid. De initiatiefgroep DORP inZICHT kwam in 2011 8 keer bijeen met een gemiddelde aanwezigheid van 4 leden (in totaal 35 – 9 verschillende mensen). Flora De voorstelling door het gemeentebestuur en Samenlevingsopbouw OostVlaanderen van een DORP inZICHT initiatief voor Flora vond plaats in de week van 9 mei 2011 tijdens 3 verschillende bewonersbijeenkomsten op evenveel locaties. 41 mensen gaven hun naam op om mee in de projectgroep te stappen. De projectgroep werd voor het eerst samengebracht op 15 juni 2011; er waren. 26 aanwezigen. op zondag 10 juli en woensdag 24 augustus hadden twee brainstormsessies plaats; telkens waren er een 70-tal aanwezigen en de projectgroep kreeg er nog enkele enthousiastelingen bij.. Het was de eerste keer dat een DORP inZICHT project van start ging in een verstedelijkt gebied en omdat Flora meer dan 2500 +12- jarigen telt, werd ook voor het eerst de kans geboden om de vragenlijst online te beantwoorden. Omdat echter iedereen de kans moest krijgen om zijn mening kenbaar te maken, kreeg iedere 65-plusser en iedereen die geen toegang heeft tot internet een papieren versie van de vragenlijst. In het najaar van 2011 kwam de kerngroep verschillende malen samen om een vragenlijst op te stellen voor Flora. In december was de vragenlijst afgerond en ging me op zoek naar extra vrijwilligers om een vlotte verdeling van de vragenlijsten te garanderen. Uiteindelijk werden 35 vrijwilligers gevonden die in februari 2012 zullen starten met de verdeling de vragenlijsten. De initiatiefgroep DORP inZICHT kwam in 2011 8 keer bijeen met gemiddeld 12 leden (in totaal 96 – 28 verschillende mensen). De bewonersplatforms gingen in 2011 ook twee keer met mekaar in overleg; een eerste overleg was er op 19 april tussen de voorzitters van Schelderode en Munte, een tweede keer op 22 december met vertegenwoordigers uit Schelderode, Munte, Bottelare en Melsen. Op de agenda van die bijeenkomsten stond de evaluatie van de afsprakennota, de bespreking van een communicatieplan, het overlopen van de realisaties en de toekomstplannen van de verschillende bewonersplatformen. Werkdoel 2 (politiek)
Werkdoel 2 (politiek)
In 2010 en 2011 sloot het gemeentebestuur een samenwerkingsovereenkomst af met de bewonersplatforms van Schelderode, Munte en Bottelare; begin 2012 wordt er een overeenkomst afgesloten met de bewonersgroep van Melsen. Intussen gingen deze bewonersplatforms ook in gesprek met het gemeentebestuur om een aantal van de verzuchtingen van de bewoners te realiseren.
In 2012 wordt in Schelderode, Munte, Bottelare en Melsen het gesprek tussen bewonersplatform en gemeentebestuur verder gezet resp. opgestart; ook in Lemberge en Flora wordt de oprichting van een bewonersplatform en het afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst met het gemeentebestuur nagestreefd.
142
Besluit
Uit de beschrijving onder werkdoel 1 blijkt dat daar ook al een aantal concrete resultaten op geboekt zijn.
In 2012 willen de bewonersplatforms ook concrete verbeteringsacties verwezenlijkt zien die ingaan op de noden en behoeften zoals aangegeven in de DORP inZICHT bevraging. De groepen willen ook samen met het gemeentebestuur de verdere ontwikkeling van hun dorp mee aansturen.
In de meeste dorpen van Merelbeke is de DORP inZICHT toepassing goed verlopen. Enkel Melsen doorliep een moeilijk parcours en vroeg veel meer ondersteuning dan de andere dorpen.
In 2012 ondersteunen we verder de bewonersplatforms van Schelderode, Munte, Bottelare en Melsen; in Lemberge en Flora begeleiden we de DORP inZICHT-processen. We proberen vervolgens met deze groepen verder te gaan als door het gemeentebestuur erkende bewonersplatform.
De bewonersgroepen ontwikkelen zich na de toepassing tot bewonersplatforms en het gemeentebestuur heeft inmiddels die bewonersplatforms erkend als structurele gesprekspartner voor het gemeentebestuur. De gesprekken over concrete verbeteracties komen ook op gang en enkele ervan zijn al hee concreet.
SA-LB-TO-2.3. NPO ‘Dorpsontwikkelingsplan Ursel – Bewoners mee aan de ontwerptafel’ (NPO-ME-DOPU - 01/01/2009 t.e.m. 31/12/2009) Beëindigd in 2009. SA-LB-TO-2.4. Project ‘Ontmoetingsparken in Baardegem en Moorsel – Bewoners mee aan de ontwerptafel’ (LB-PR-PABM - 01/04/2011 t.e.m. 31/03/2012)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Met het project ‘ontmoetingsparken in Baardegem en Moorsel’ willen Stad Aalst en Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen tegemoet komen aan maatschappelijke noden in het buitengebied van Aalst. Eén van deze maatschappelijke noden, is het spontaan laten ontmoeten van mensen. Met een vergrijzende en vervoersafhankelijke bevolking enerzijds en tweeverdienende jonge gezinnen anderzijds dient een overheid tegemoet te komen aan uitdagingen als vereenzaming en gebrek aan sociale contacten. Tegelijk leven er heel wat vragen vanuit de dorpsgemeenschappen naar ontmoetingsruimte. Dit gaat verder dan de klassieke verenigingsinfrastructuur, maar slaat ook op de buitenruimte. De pastorijen en bijhorende tuinen van Moorsel en Baardegem zijn niet langer in gebruik. Toch blijven ze belangrijke gebouwen voor de lokale dorpsgemeenschap. De Stad wil daarom een nieuwe invulling geven aan deze pastorijen en pastorijtuinen. Hierin ligt ook de rol van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen. Via een participatieproces met de dorpsbewoners wordt nagedacht over een nieuwe bestemming die beide sites kunnen krijgen en er wordt ook getoetst naar engagementen die de inwoners zelf willen opnemen om een verdere buurtwerking en beheer/onderhoud van beide domeinen te garanderen. Onze bijzondere aandacht gaat hierbij naar ontmoetingskansen en voorzieningen voor oudere, kwetsbare en vervoersafhankelijke bewoners. 143
Tegelijk wordt dit proces aangegrepen om met bewoners een traject af te leggen dat hen sterker betrekt bij de ontwikkelingen in hun dorp. Daarvoor wordt in Baardegem een DORP inZICHT bevraging georganiseerd en in beide dorpen wordt gepoogd een bewonersplatform op te richten dat beleid in en voor het dorp verder mee kan sturen. Werkdoel 1 (Agogisch) Bewoners uit Baardegem en Moorse zijn georganiseerd en versterkt om mee te praten over de gewenste invulling van de resp. pastorijen met aanhorigheden en de pastorijtuinen. In Baardegem zijn ze bovendien georganiseerd en versterkt om mee te praten over gewenste en noodzakelijke veranderingen en verdere ontwikkeling van hun dorp; de bewonersgroep is er ook sterk genoeg om op zelfstandige basis een verdere werking te ontplooien. Werkdoel 2 (Politiek) Dorpsbewoners hebben impact op de herbestemming van pastorij en pastorijtuin in Moorsel en Baardegem en zijn ruimer betrokken bij ontwikkelingen in het eigen dorp. Beleidsactoren nemen concrete maatregelen die tegemoet komen aan de noden en problemen, zoals aangedragen door de dorpsbewoners.
Indicatoren het procesverloop van de methodiek DORP inZICHT in Baardegem (verslagen van) bewonersbijeenkomsten, open bewonersvergaderingen, opendeurdagen en andere bewonerscontacten rapport en brochure DORP inZICHT Baardegem bewonersinitiatieven om medebewoners bij de werking te betrekken aanwezigheid en inbreng van doelgroepleden op dialoogmomenten met actoren Indicatoren beleidsengagement tot het opzetten van participatieprocessen in diverse dorpen oprichting van bewonersplatforms (verslagen van) overlegmomenten met oplossingsactoren concrete maatregelen ter verbetering van de leefbaarheid in dorpen aanwijsbare impact van bewoners in de herbestemming pastorij en pastorijtuin in Moorsel en Baardegem
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
Stad Aalst wil de pastorijen en pastorijtuinen van Moorsel en Baardegem een nieuwe bestemming geven en die daarvoor ook herinrichten. Om tegemoet te komen aan de verwachtingen van de plaatselijke bevolking wordt een participatieproces opgezet door Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen. Daarin wordt ook getoetst naar engagementen die de inwoners zelf willen opnemen om een verdere buurtwerking en beheer/onderhoud van beide domeinen te garanderen. Onze bijzondere aandacht gaat hierbij naar ontmoetingskansen en voorzieningen voor oudere, kwetsbare en vervoersafhankelijke bewoners. Tegelijk wordt dit proces aangegrepen om met bewoners een traject af te leggen dat hen sterker betrekt bij de ontwikkelingen in hun dorp. Daarvoor wordt
In het voorjaar van 2012 zetten we het opgezette proces verder. In Moorsel waar het participatietraject in 2011 werd doorlopen worden verdere ontwikkelingen gewoon opgevolgd. In Baardegem wordt de DORP inZICHT bevraging afgewerkt en wordt met de bewonersgroep verder gewerkt aan de resultaten ervan, zowel met betrekking tot de pastorij(tuin) als met betrekking tot de andere items in de bevraging. We hopen in 2012 ook minstens de bewonersgroep van Baardegem in het stedelijke beleid van bewonersparticipatie te kunnen verankeren.
144
in Baardegem een DORP inZICHT bevraging georganiseerd en in beide dorpen wordt gepoogd een bewonersplatform op te richten dat beleid in en voor het dorp verder mee kan sturen.
Resultaten
Werkdoel 1 (agogisch)
Werkdoel 1 (agogisch)
Het proces dat in Moorsel is doorlopen liep parallel met een traject dat kerkfabriek en stadsbestuur doorliepen met de Vlaamse Bouwmeester; via een wedstrijdformule werd een ontwerpbureau gezocht voor de plannenmakerij rond de herbestemming van de pastorij, de herinrichting van de tuin en de bouw van een nieuwe polyvalente zaal in de tuin. De timing van dit traject was van grote invloed op het participatieproces dat kon worden opgezet. Daarom ook gingen we het eerst van start in Moorsel en bleef het onderwerp van het participatieproces ook beperkt tot pastorij, nieuwbouw en tuin. Na een aantal voorbereidende vergaderingen met stadsbestuur, kerkfabriek en vzw Parochiale Werken, organiseerden wij twee opendeurdagen om van bewoners te horen hoe zij deze site beleven en om eerste indrukken te krijgen over de plannen om ze een nieuwe bestemming te geven. Deze opendeurdagen op zaterdag 8 en zondag 9 april trok een 100-tal geïnteresseerden. Kort daarop, met name op 20 april, hielden we een aantal open space gesprekken waarop 9 kinderen en jongeren aanwezig waren en 20 volwassenen. Met elementen uit deze gesprekken werd met een kerngroep van bewoners een vragenlijst opgemaakt die werd bedeeld bij de inwoners van Moorsel. Aan die bevraging namen ruim 500 inwoners deel. De resultaten van de bevraging werden meegenomen naar de besprekingen met het studiebureau dat was aangeduid om de plannen voor de herbestemming en herinrichting van pastorij en pastorijtuin en de bouw van de polyvalente zaal uit te tekenen. De bewonersgroep die naar aanleiding van dit project was ontstaan nam ook deel aan de besprekingen met het studiebureau. De bewonersgroep kwam in 2011 vier keer samen met een gemiddelde aanwezigheid van 7 bewoners; in totaal namen 14 verschillende bewoners deel aan de besprekingen van de bewonersgroep.
In Moorsel is het werk van de bewonersgroep voorlopig af. Nu moeten de plannen eerst verder technisch worden uitgewerkt en de hele procedure van bouwvergunning worden doorlopen. Daarna zal de bewonersgroep in 2012 opnieuw geactiveerd worden voor verdere inbreng. Samenlevingsopbouw volgt deze gang van zaken op en communiceert daarover met de bewonersgroep die desgevallend opnieuw samenkomt rond concrete items. In Baardegem wordt de DORP inZICHT toepassing verder gezet en zullen de resultaten worden gebundeld in een uitvoerig rapport. De resultaten van de bevraging zullen aan de bevolking worden voorgesteld op een bewonersvergadering in februari. Alle bewoners van het dorp zullen een brochure in de bus krijgen met een samenvatting van de resultaten. In het voorjaar van 2012 zullen wij de bewonersgroep ook ondersteunen in de implementatie van hun voorstellen in de plannenmakerij voor pastorij en pastorijtuin en in hun gesprekken met het stadsbestuur over andere voorstellen uit de DORP inZICHT-bevraging. We zullen hen ook ondersteunen in hun betrachting om continuïteit te steken in hun werking en in een omvorming naar dorpsraad of bewonersplatform.
In Baardegem kwam het proces later op gang omdat voorrang werd gegeven aan het traject in Moorsel. Omdat meer tijd was voor dit proces, maar ook omdat de uitdagingen voor het dorp verder gaan dan de pastorij en pastorijtuin werd besloten om het participatieproces hier aan te grijpen om ook een DORP inZICHT-bevraging te organiseren. De succesformule van de opendeurdag werd ook hier aangegrepen om van bewoners eerste indrukken te krijgen en een bewonersgroep te vormen. De opendeurdag van 26 juni trok een 50-tal bewoners, waarna een bewonersgroep van een 10-tal mensen werd gevormd. Die groep kwam met een gemiddelde aanwezigheid van 7 personen een 8-tal keer bijeen om de DORP inZICHT- en pastorij-bevraging op te maken, te 145
verdelen en weer op te halen; eind 2011 begon al de verwerking ervan.. Werkdoel 2 (politiek)
Werkdoel 2 (politiek)
In het PDPO-dossier (dossier plattelandsontwikkeling met subsidies van Europa, Vlaanderen en de Provincie) gaf het stadsbestuur al duidelijke te kennen bewoners te willen betrekken bij de herbestemming en herinrichting van de pastorij en pastorijtuin van beide dorpen. Dit werd bevestigd door de opgezette processen in beide dorpen.
Het gemeentebestuur heeft zich geëngageerd om de bewoners van Moorsel verder te betrekken bij de uitvoering van de plannen die zijn gemaakt voor pastorij, pastorijtuin en nieuwe polyvalente zaal. We zullen dit zolang het project duurt ook opvolgen en ondersteunen. In 2013 plannen wij nog een evaluatie daarvan met bewonersgroep en stadsbestuur.
In Moorsel leidde dit tot een daadwerkelijke input van bewonersverwachtingen in het programma dat werd opgelegd aan de architectenbureaus die deelnamen aan de internationale wedstrijd van de Vlaamse Bouwmeester. Resultaten van de bevraging werden voor de opmaak van hun plannen ook meegegeven aan het aangestelde bureau en bewoners namen deel aan de besprekingen met studiebureau en opdrachtgevers bij de verdere uitwerking van die plannen. Op die manier hadden bewoners een daadwerkelijke inbreng in de plannen. De uitvoering van die plannen wordt de komende jaren verder opgevolgd vanuit de bewonersgroep.
In Baardegem willen we in 2012 een impact zien van de inbreng van bewoners via de pastorij- en DORP inZICHT-bevraging in de plannen die worden gemaakt voor de herbestemming en herinrichting van pastorij en pastorijtuin en in de realisatie van een polyvalente zaal. We willen ook werken aan de realisatie van een aantal verwachtingen die met betrekking tot andere kwesties in het dorp door bewoners zijn geformuleerd in de DORP inZICHT-bevraging. Tenslotte hopen we van het stadsbestuur ook gedaan te krijgen dat zij de bewonersgroep als aanspreekpunt voor het dorp erkennen.
Voor Baardegem ging het stadsbestuur akkoord om het participatieproces te verruimen naar een DOR inZICHT-bevraging. Ook de uitbouw van een nieuwe polyvalente zaal op de plaats van de garage bij de pastorij kwam op die manier opnieuw op de agenda. Besluit
Zowel voor Moorsel als voor Baardegem slaagden wij erin om bij bewoners beweging en engagement te krijgen voor het mee nadenken over herbestemming, herinrichting en beheer van pastorij en pastorijtuin. In Moorsel hadden bewoners een daadwerkelijke inbreng in de plannenmakerij voor deze site; ze zullen ook betrokken worden bij de verdere uitvoering van deze plannen. Voor Baardegem konden wij het oorspronkelijk opzet verruimen naar een DORP inZICHT bevraging die op termijn meer moet in beweging brengen dan de site van pastorij en pastorijtuin. De bewonersgroep is vastberaden om als groep (bewonersplatform?) door te gaan.
Zowel in Moorsel als in Baardegem zal vanuit de bewonersgroepen worden opgevolgd in welke mate in de uitvoering van de plannen voor pastorij en pastorijtuin ook met hun voorstellen en verwachting rekening wordt gehouden. We zullen bewoners daarin ondersteunen en onze rol spelen naar het stadsbestuur en andere actoren. In Baardegem willen we de bewonersgroep ook op weg zetten naar een erkenning als lokaal aanspreekpunt voor het stadsbestuur en naar realisatie van voorstellen die zijn gedaan in de DORP inZICHT bevraging.
SA-LB-TO-3.1. Project ‘DORP inZICHT – instrument voor beleidsparticipatie in (Oost-) Vlaamse plattelandskernen’ (LB-NPO-DIZI)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie 146
In 2001 ontwikkelde Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen, op basis van de Engelse methodiek ‘Village Appraisals’, de methodiek ‘DORP inZICHT’. ‘DORP inZICHT’ laat dorpsbewoners toe om, met behulp van een internettoepassing en een uitgebreide standaardvragenlijst, een bevraging op maat te organiseren bij hun medebewoners. De resultaten van die bevraging zijn vervolgens aanleiding om vanuit de bewoners en in samenwerking met beleids- en andere actoren verbeteracties voor de leefbaarheid en het samenleven van het dorp op te zetten. Na een aantal toepassingen in het Meetjesland en West-Vlaanderen, werd de methodiek - dank zij de financiële ondersteuning van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) en de Vlaamse minister voor plattelandsbeleid – sinds 2005 ruim verspreid en begeleid in de provincies Oost- en West-Vlaanderen. In 2010 ontvingen wij voorlopig voor de laatste keer een subsidie voor toepassingen in Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant en voor het punt stellen van de internetapplicatie, de vragenlijst en de website. Sindsdien is nog slechts een beperkte ondersteuning van groepen mogelijk vanuit andere leefbaarheidprojecten. Voor de komende jaren hopen we op een Vlaamse ondersteuning die toelaat om minstens een minimale ondersteuning te bieden aan het ‘DORP inZICHT’ pakket en ‘DORP inZICHT-toepassingen in Vlaanderen. Daarvoor wordt gerekend op financiële steun van Vlaanderen. Daarnaast willen we proberen een samenwerking voor DORP inZICHT op te zetten met andere middenveldorganisaties. Werkdoel 1 (algemeen) De methodiek DORP inZICHT is geoptimaliseerd en de bekendmaking ervan verbeterd
Werkdoel 2 (Agogisch) Dorpsbewoners in Vlaanderen zijn via de methodiek DORP inZICHT georganiseerd en versterkt om mee te praten over gewenste en noodzakelijke veranderingen en verdere ontwikkeling van hun dorp.
Werkdoel 3 (Politiek) Dorpsbewoners zijn structureel betrokken bij de ontwikkeling van het eigen dorp en beleidsactoren nemen concrete maatregelen die tegemoet komen aan de noden en problemen, zoals aangedragen door de dorpsbewoners.
Indicatoren een vernieuwde en verbeterde vragenlijst geactualiseerde methodische en technische handleidingen een geoptimaliseerde en gebruiksvriendelijke internettoepassing een geactualiseerde en later volledig vernieuwde website aangepaste bekendmakingfolders briefwisseling en mailverkeer naar gemeentebesturen Indicatoren het procesverloop van de methodiek DORP inZICHT (verslagen van) bewonersbijeenkomsten, open bewonersvergaderingen, huisbezoeken en andere bewonerscontacten rapporten en brochures DORP inZICHT van de diverse dorpen bewonersinitiatieven om medebewoners bij de werking te betrekken aanwezigheid en inbreng van doelgroepleden op dialoogmomenten met actoren Indicatoren beleidsengagement tot het opzetten van participatieprocessen in diverse dorpen beleidsengagement voor de oprichting en ondersteuning van bewonersplatforms oprichting van bewonersplatforms (verslagen van) overlegmomenten met oplossingsactoren concrete maatregelen ter verbetering van de leefbaarheid in dorpen
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: 147
Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Resultaten
Besluit
Evaluatie 2011
Planning 2012
In 2011 werd enkel nog wat opvolging gegeven aan de werking van de voorbije jaren en het afronden van de bijsturing van vragenlijst, internettoepassing en website.
Dit project werd in 2011 afgerond.
Voor een stuk gebeurde die opvolging door opbouwwerkers vanuit de projecten DORP inZICHT in Merelbeke en ‘Naar een Oost-Vlaamse Vereniging Kleine Kernen’ en voor een stuk door de beleidsmedewerker leefbaarheid platteland De vragenlijst en daarmee samenhangend de internettoepassing werd herwerkt en de website grondig herwerkt en online geplaatst. Voor 2011 kregen we geen nieuwe subsidie toegekend door de Vlaamse minister voor plattelandsbeleid. Met restmiddelen van 2010 konden we nog wel de vernieuwing van de website en de internettoepassing (inclusief introductie van de nieuwe vragenlijst) doorvoeren.
Dit project werd in 2011 afgerond. Dit project werd in 2011 afgerond.
SA-LB-TO-3.2. Project ‘Naar een Oost-Vlaamse vereniging kleine kernen’ (LB-PR-OVKK)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Sinds de start van het project ‘DORP inZICHT’ in 2001 hebben in Vlaanderen als bijna 40 bewonersgroepen de methodiek toegepast. In Oost-Vlaanderen alleen al waren/zijn er dat een 20-tal. In de beginjaren was de methodiek in haar toepassingen vooral gericht op de realisatie van concrete verzuchtingen van bewoners, maar de laatste jaren is de aandacht steeds meer komen te liggen op duurzame betrokkenheid van bewoners bij gemeentelijk beleid voor die dorpen. Mede daardoor hebben een groot deel van de bewonersgroepen die de laatste jaren zijn opgericht een permanent karakter aangenomen, al dan niet onder de vorm van een bewonersplatform of dorpsraad. Ook in Geraardsbergen en Merelbeke is dat de ambitie. Anderzijds zijn er in een aantal dorpen in Oost-Vlaanderen bewonersgroepen actief die in 2008 en 2009 ondersteuning kregen van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw voor de uitbouw van een dorpshuis en die daarop nu verder werken. Op de bijeenkomsten van DORP inZICHT- groepen is gebleken dat er bij die groepen een grote nood is om van elkaar te leren en daardoor de eigen praktijk te verrijken, maar ook om door de bundeling van krachten en vanuit eigen werking stem te geven aan de noden en behoeften van landelijk gebied en haar inwoners. Met dit project willen we DORP inZICHT- groepen, maar ook dorpsraden en andere bewonersgroepen die de leefbaarheid van het eigen dorp ter harte nemen bijeenbrengen om eigen praktijk uit te wisselen, goed werkende vormen van duurzame beleidsbetrokkenheid uit te tekenen, en een structureel overlegplatform op te zetten waar bewonersgroepen van kleine dorpskernen samen oplossingen uitwerken voor gedeelde problemen, beleidsaanbevelingen formuleren en de belangen van kleine dorpskernen behartigen. Tegelijk willen we 148
vanuit het project bij lokale, provinciale en Vlaamse overheid doorbraken realiseren voor een meer participatief beleid met betrekking tot de directe leefomgeving van bewoners. Voor de realisatie van deze doelstellingen werken wij voor de bewonersgroepen ook een aantal ondersteunende instrumenten en een helpdesk uit. Vanuit het project wordt ook meegewerkt aan de bijeenkomsten van Vlaamse DORP inZICHT- groepen die occasioneel worden opgezet. Werkdoel 1 (Agogisch) Dorpsbewoners in Oost-Vlaanderen zijn in een netwerkorganisatie georganiseerd en dusdanig versterkt dat ze zowel op lokaal als op bovenlokaal niveau in staat zijn om mee te praten over gewenste en noodzakelijke veranderingen op het platteland en het eigen dorp.
Werkdoel 2 (Politiek) Dorpsbewoners zijn structureel betrokken bij de ontwikkeling van het eigen dorp en het Oost-Vlaamse platteland en beleidsactoren nemen concrete maatregelen die tegemoet komen aan de noden en problemen, zoals aangedragen door de verenigde dorpsbewoners.
Indicatoren overzicht van bestaande, gecontacteerde en deelnemende groepen (verslagen van) bewonersbijeenkomsten, huisbezoeken en andere bewonerscontacten aanwezigheid en inbreng van doelgroepleden op dialoogmomenten met actoren samenstelling van de Oost-Vlaamse kerngroep en hun agenda ontwikkelde ondersteunende instrumenten en helpdesk en het gebruik dat ervan wordt gemaakt Indicatoren beleidsengagementen in verband met het betrekken van bewonersgroepen bij lokaal beleid beleidsengagement in verband met het betrekken van de netwerkorganisatie bij provinciaal plattelandsbeleid (verslagen van) overlegmomenten met beleidsactoren concrete maatregelen ter verbetering van de leefbaarheid in de dorpen en op het Oost-Vlaamse platteland
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
De eerste helft van 2011 werd vooral gewerkt aan het in kaart brengen van bewonersgroepen die actief zijn op het Oost-Vlaamse platteland om die vervolgens bijeen te brengen en te polsen naar een draagvlak voor de oprichting van een overkoepelend overlegplatform en mogelijke functies ervan. Na afloop van die bijeenkomsten werd ook een stuurgroep samengesteld die het verdere verloop van het project mee ondersteunde. In functie van een vervolgtraject bereidden we samen met de stuurgroep een
De bewonersgroepen die in 2011 een duidelijke interesse vertoonden voor de oprichting van een overkoepelende vereniging (zo’n 35-tal) willen we in 2012 op regelmatige basis bijeenbrengen tijdens regionale of provinciale bijeenkomsten. De invulling van die bijeenkomsten zal gebeuren op basis van de verwachtingen en suggesties die in 2011 werden geformuleerd. We willen ook onze stuurgroep uitbreiden en versterken met meer vertegenwoordigers van lokale bewonersgroepen. 149
subsidiedossier voor dat in het najaar werd ingediend bij de Provincie in het kader van het programma voor plattelandsontwikkeling 2007-2013. In 2011 werden een aantal ondersteunende instrumenten zoals een facebookpagina en een website voorbereid en uitgewerkt voor de bewonersgroepen. Er werd veelvuldig gebruik gemaakt van e-mailberichten om bewonersgroepen op de hoogte te houden van interessante projectoproepen, good practices, … In een aantal gevallen werd ingegaan op een vragen vanuit een lokale bewonersgroep. Op die manier konden we als een soort helpdesk fungeren
Resultaten
Naast bewoners willen we in 2012 ook vertegenwoordigers van lokale besturen bij het project betrekken door hen uit te nodigen op een aantal bijeenkomsten en hen een plaats te geven in onze stuurgroep. In 2012 werken we voor de bewonersgroepen en lokale besturen een aantal bijkomende ondersteunende instrumenten uit. Het subsidiedossier in het kader van het programma voor plattelandsontwikkeling werd niet ontvankelijk verklaard, vandaar dat we in 2012 willen inzetten op het zoeken naar de nodige financiële middelen om de vereniging te kunnen oprichten volgens de structuur en financiering die we in ons PDPO-subsidiedossier vooropstelden. Het is onze ambitie om tegen midden 2012 meer duidelijkheid te krijgen over mogelijke financiering om dan tegen eind 2012 de “Oost-Vlaamse vereniging dorpsbelangen” effectief te kunnen oprichten. Voorts willen we uitklaren of Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vanuit deze vereniging verder kan werken aan de positie en situatie van de meest kwetsbaren op het platteland en zo ja, vanuit welke invalshoek.
Werkdoel 1 (Agogisch)
Werkdoel 1 (Agogisch)
Tijdens de eerste maanden van 2011 maakten we een bestand op van de bewonersgroepen die actief zijn op het Oost-Vlaamse platteland. Enerzijds namen we hiertoe contact op met alle lokale besturen, anderzijds contacteerden we de bewonersgroepen zelf via telefoon, e-mail, een huisbezoek of deelname aan bewonersvergaderingen. Op die manier kregen we een goed zicht op het profiel van die groepen en konden we ons project persoonlijk toelichten. Dit bestand werd gaandeweg in 2011 verder aangevuld en verfijnd.
In 2012 willen we de bewonersgroepen verder ondersteunen en versterken door hen bijeen te brengen tijdens regionale en provinciale bijeenkomsten. In functie van die bijeenkomsten zullen we bekijken welke thema’s – in het bijzonder die thema’s die maatschappelijk kwetsbaren aanbelangen – prioritair behandeld zullen worden. Zo zal er bijvoorbeeld een werkgroep worden opgericht rond de gemeenteraadsverkiezingen in oktober 2012. Een aantal bewonersgroepen wil in de aanloop naar die verkiezingen een politiek debat organiseren in het dorp en is vragende partij om hierrond een aantal tips en ervaringen uit te wisselen. Daarnaast willen we vanuit de vereniging een aantal gemeenschappelijke verzuchtingen bundelen tot een soort memorandum dat we tijdens een bijeenkomst voor bewoners en bestuurders in september 2012 willen voorstellen aan de beleidsmakers. Het is nog steeds onze ambitie om vanuit deze bijeenkomsten een structureel overlegplatform op te zetten waar bewonersgroepen van kleine dorpskernen samen oplossingen uitwerken voor gedeelde problemen, beleidsaanbevelingen formuleren en de belangen van kleine dorpskernen en de meer kwetsbaren daarin behartigen.
Tijdens de maanden april en mei organiseerden we drie regionale bijeenkomsten (we deelden de provincie op in drie regio’s: Meetjesland, Leie en Schelde, Vlaamse Ardennen, Waas en Dender) voor die bewonersgroepen. Tijdens die bijeenkomsten konden de bewonersgroepen kennismaken met ons project én peilden we naar hun noden en verwachtingen met betrekking tot zo’n vereniging of netwerkorganisatie. We bereikten in totaal 22 personen die een 17tal bewonersgroepen vertegenwoordigden. De deelnemers gaven aan dat een overkoepelende vereniging op verschillende vlakken een meerwaarde kan betekenen voor lokale bewonersgroepen en de leefbaarheid van kleine, landelijke kernen in het algemeen. Na afloop van de bijeenkomsten werd een stuurgroep opgericht bestaande uit vijf vertegenwoordigers van vier bewonersgroepen. Samen met de stuurgroep werd o.a. de eerste provinciale bijeenkomst voor bewonersgroepen voorbereid. Deze vond plaats op zaterdag 5 november in Zevergem (De Pinte). Tijdens die bijeenkomst konden de deelnemers – we bereikten hier een 25-tal personen die een 15-tal groepen vertegenwoordigden – kennis en ervaringen uitwisselen over een aantal thema’s
In functie van een zelfstandig werkende vereniging willen we in 2012 ook werk maken van een goede bestuursploeg voor de vereniging. We willen de huidige bestuursploeg uitbreiden met extra vertegenwoordigers van bewonersgroepen én lokale besturen en hen de nodige ondersteuning bieden om na afloop van het project zelfstandig verder te kunnen werken. Daarnaast
zullen
we
in
2012
de
reeds
ontwikkelde
ondersteunende 150
die spelen in kleine plattelandskernen (verkeer en mobiliteit, communicatie tussen bewonersgroep en lokaal bestuur, gemeenteraadsverkiezingen 2012, DORP inZICHT). We werkten hiertoe samen met de vzw Mobiel 21. De bijeenkomst werd positief geëvalueerd en de vraag naar meer van dat soort bijeenkomsten rees. In de loop van 2011 werd occasioneel ingegaan op een aantal vragen van lokale bewonersgroepen. Bijvoorbeeld de vraag naar ondersteuning m.b.t. de communicatie tussen het lokaal bestuur en de bewonersgroepen van Balgerhoeke (Balgerhoek inZICHT) en Hamme (Wijkcomité De GeemVlierkouter), de ondersteuning bij de opstart van het bewonersplatform in Zevergem (Overlegplatform Zchakel), de ondersteuning bij het voorbereiden van een politiek praatcafé naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen in Oosteeklo. Dit laatste voorbeeld werd ook gebruikt als insteek en ‘good practice’ tijdens de provinciale bewonersbijeenkomst in november. In 2011 werd een facebookpagina in gebruik genomen als ondersteunend instrument voor de bewonersgroepen. Daarnaast werden – in overleg met de stuurgroep – voorbereidingen getroffen om een website te bouwen die in de loop van 2012 online komt. Werkdoel 2 (Politiek) In 2011 konden we op lokaal niveau een aantal bewonersgroepen ondersteunen in hun overleg met het gemeentebestuur om engagementen af te dwingen in verband met het betrekken van bewonersgroepen bij lokaal beleid. Zo konden we in Zevergem (De Pinte) komen tot het ondertekenen van een samenwerkingsovereenkomst tussen het bewonersplatform en het gemeentebestuur. In Balgerhoeke (Eeklo) werden onderhandelingen tussen bewonersplatform en stadsbestuur hierover opgestart. In een wijkcomité in Hamme konden we tijdens een bewonersvergadering de leden van het comité adviseren met betrekking tot een aantal problemen die er waren in de relatie met het gemeentebestuur.
instrumenten verder uitwerken en onderhouden: de bestaande facebookpagina zal verder geactualiseerd worden om bewonersgroepen te informeren over thema’s die hen aanbelangen; de website wordt verder verfijnd en tijdens de eerste helft van 2012 online gebracht. Verder zullen we een voorstellingsfolder maken die gebruikt kan worden bij gesprekken met allerhande partners en oplossingsactoren. We zullen opnieuw occasioneel bijstand verlenen aan lokale groepen met het oog op het uitwerken van verbeteracties of veranderingsprocessen in het dorp en het aangaan van een dialoog met beleids- of andere actoren. Werkdoel 2 (Politiek) Het is onze ambitie om in 2012 de “Oost-Vlaamse vereniging dorpsbelangen” – en meer in het algemeen structurele bewonersbetrokkenheid - een plaats te geven in het lokaal en bovenlokaal beleid. We zullen hiertoe gesprekken voeren met de Provincie en de Vlaamse Landmaatschappij en hen vragen in welke mate zij zich willen engageren tot het betrekken van de netwerkorganisatie bij provinciaal en Vlaams plattelandsbeleid. Op lokaal niveau blijven we groepen ondersteunen in hun overleg met het gemeentebestuur om engagementen af te dwingen in verband met het betrekken van bewonersgroepen bij lokaal beleid. In het kader van de verkiezingen in oktober 2012 zullen we aan de hand van een memorandum vanuit de “Oost-Vlaamse vereniging dorpsbelangen” een aantal elementen die spelen in kleine plattelandskernen op de politieke agenda, zowel lokaal als bovenlokaal, proberen krijgen.
In de loop van 2011 werden een aantal verkennende gesprekken gevoerd met de Provincie, VVSG en Verenigde Verenigingen over de plaats die een overkoepelende vereniging kleine kernen zou kunnen krijgen binnen een lokaal en provinciaal beleid. In dat opzicht legden we ook contacten met de landelijke vereniging kleine kernen en een aantal provinciale verenigingen kleine kernen in Nederland. Er werd heel wat informatie uitgewisseld over de werking van de overkoepelende verenigingen daar én er werd ook gesproken over eventuele toekomstige samenwerking vanaf het moment dat de Oost-Vlaamse vereniging kleine kernen voldoende uitgebouwd is. Besluit
In 2011 wilden we hoofdzakelijk voldoende zekerheid krijgen met betrekking tot
2012 wordt een cruciaal jaar voor de “Oost-Vlaamse vereniging dorpsbelangen”. 151
het draagvlak van een overkoepelende netwerkorganisatie van bewonersgroepen bij bewonersgroepen en (boven)lokale beleidsvoerders. Na een aantal gesprekken met bewonersgroepen (in een totaal een 35-tal) kunnen we stellen dat zij vragende partij zijn voor de oprichting van dergelijke vereniging. Tijdens onze (beperkte) gesprekken met beleidsvoerders kregen we ook positieve signalen die in de loop van 2012 verder geconcretiseerd moeten worden. Samen met de stuurgroep bereidden we een subsidiedossier voor in het kader van het programma voor plattelandsontwikkeling waarin we de structuur en financiering van de vereniging verder uittekenden en de rol van Samenlevingsopbouw daarin verduidelijkten.
Nu we een voldoende draagvlak hebben gevonden voor de uitbouw van zo’n vereniging bij bewonersgroepen, willen we ook duidelijkheid en zekerheid krijgen over de organisatiestructuur en financiering van de vereniging. De verdere uitbouw en het voortbestaan van de vereniging – in de vorm die wij voorop stellen - zal dan ook in grote mate afhankelijk zijn van de bereidheid tot structurele financiering van een aantal partners zoals de provinciale en Vlaamse overheid.
SA-LB-TO-3.3. AOA ‘Deelname aan het overleg ‘Platteland’ van de sector Samenlevingsopbouw’ (LB-OAO-SOPL – 01/01/2009 t.e.m. 31/12/2015)
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Het ‘Sectoroverleg platteland’ is in 2009 opgericht met het doel resultaten en aanbevelingen uit de praktijk te vertalen tot beleidsaanbevelingen bij de bovenlokale overheid, vernieuwende modellen te ontwikkelen en te verspreiden en een meer afgestemde en/of geïntegreerde praktijk te realiseren. RIMO Limburg, Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen, RISO Vlaams-Brabant, Samenlevingsopbouw Vlaanderen, Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen en Samenlevingsopbouw Antwerpen- Provincie maken deel uit van dit sectoroverleg. Werkdoel 1 (algemeen)
Indicatoren
Onze eigen praktijk is vernieuwd en verrijkt door gezamenlijke praktijkontwikkeling en onze expertise inzake plattelandsmateries is verhoogd door middel van studiewerk, vorming, ..
Praktijkuitwisseling, studiewerk en vorming
Werkdoel 2 (politiek)
Indicatoren
Door gezamenlijke standpuntbepaling en beleidswerk en/of het onderschrijven van standpunten van één of meerdere instituten hebben we het (vooral Vlaamse) beleid beïnvloed.
Dossiers, beleidscontacten, overleg, visieteksten, gemeenschappelijke projecten
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee 152
De strategische acties waarin rechtstreeks gewerkt wordt met de doelgroep en waarop deze actie gebaseerd is: LB-PR-DPGE; LB-PR-DIZM; LB-NPO-DIZI; LB-PR-OVKK 3. Evaluatie 2011 en Planning 2012 Evaluatie 2011
Planning 2012 . In 2012 zal het sectoroverleg in principe slecht 1 keer samenkomen om de aandacht voor het platteland in ander sectoroverleg af te toetsen en te zien waar lacunes zitten. Waar relevant zal het sectoroverleg uitgedaagd worden om beleidsadviezen met betrekking tot platteland te formuleren voor de sector.
Werkwijze en strategieën
In 2011 werd op basis van het praktijkonderzoek en de verkenning van armoede en sociale uitsluiting op het platteland verder overleg georganiseerd, maar tegelijk werd vastgesteld dat leefbaarheid op het platteland als aparte invalshoek overal verlaten wordt en er meer koppelingen worden gemaakt met de grondrechten. Daarom werd besloten om het sectoroverleg in de toekomst nog maar 1 keer per jaar te laten samenkomen om de aandacht voor het platteland in ander sectoroverleg af te toetsen en te zien waar lacunes zitten.
Resultaten
In het voorjaar van 2011 werd het praktijkonderzoek en de verkenning ‘Armoede op het platteland verwerkt worden in één bundel en werd op basis van dit materiaal zal een TerZake cahier opgemaakt (juni 2011) met als thema armoede op het platteland. De resultaten van dit onderzoek werden ook besproken op een studievoormiddag ‘Armoede en sociale uitsluiting op het platteland’ die doorging op dinsdag 20 september. Na een toelichting van de onderzoeksresultaten bogen de deelnemers zich in 4 workshops over outreachend werken, creëren van laagdrempelige ontmoetingsplaatsen en ankerplaatsen, intersectorale en intergemeentelijke aanpak en participatief werken met de doelgroep. De beleidsmedewerker van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen was moderator van de workshop ‘intersectorale en intergemeentelijke aanpak’. In 2011 werd de intensiteit van het sectoroverleg teruggeschroefd naar een paar vergaderingen en werden de bevindingen van het plattelandsoverleg en de plattelandswerking vooral geplaatst binnen de thematische samenwerkingsverbanden van de sector Samenlevingsopbouw.
De piste van praktijkverrijking vanuit het sectoroverleg platteland wordt verlaten, maar de deelnemers van het sectoroverleg zullen vanuit hun plattelandbril wel blijven kijken naar ontwikkelingen binnen ander sectoroverleg en naar aandacht die instituten in hun grondrechten- en leefbaarheidswerking hebben voor de problematiek van het platteland. Het sectoroverleg kan ook gemobiliseerd worden om standpunten en adviezen te formuleren rond grondrechten- en leefbaarheidsthema’s die specifiek of anders zijn voor het platteland; het sectoroverleg wordt ook ingeschakeld om te reageren op ontwikkelingen die op ons afkomen.
Besluit
In 2011 werd de opdracht en de plaats van het sectoroverleg uitgeklaard en op basis daarvan de werking teruggeschroefd. Het sectoroverleg organiseerde samen met Samenlevingsopbouw Vlaanderen ook een studievoormidddag over ‘Armoede en sociale uitsluiting op het platteland’.
In 2012 wordt de werking van het sectoroverleg teruggeschroefd, maar blijven de leden ervan wel attent voor ontwikkelingen in de externe omgeving en voor (het gebrek aan) aandacht voor het platteland in de sectorale werking rond leefbaarheid en grondrechten. Het sectoroverleg zal daarin desgevallend de nodige adviezen en standpunten formuleren.
SA-LB-TO-3.4. AOA ‘Deelname aan de ‘Transitiearena duurzaam wonen en bouwen’ (LB-AOA-TRWO)
1. Omschrijving en werkdoelen 153
Omschrijving strategische actie In 2004 startte in opdracht van AMINAL (nu departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid) het project transitiemanagement duurzaam wonen en bouwen (DUWOBO). Gedurende 2 jaar hebben een 80 tal deelnemers, afkomstig uit een brede waaier van organisaties, gewerkt aan een transitie-agenda. De dynamiek en de dialoog, die in dit project zijn tot stand gekomen vormen ook kansen voor kruisbestuiving tussen actoren. Op die manier is de facto een platform ontstaan dat onder meer adviezen omtrent duurzaam wonen en bouwen formuleert voor door Vlaanderen erkende en gesubsidieerde stadsvernieuwingsprojecten. Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen neemt deel aan deze ‘transitiearena’ om mee invulling te geven aan de sociale component van het begrip duurzaamheid en meer in het bijzonder de bewonerbetrokkenheid. De inzet op het terrein blijft voorts beperkt tot het verstrekken van adviezen omtrent participatie van zittende of toekomstige bewoners bij de verdere uitwerking van erkende stadsvernieuwingsprojecten in de provincie. Slechts in de mate dat betrokken besturen aan Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen op basis van de verstrekte adviezen een ruimere ondersteuning van bewoners vragen bij hun participatie aan de ontwikkeling van die gebieden, en ze ook bereid zijn ons daarvoor te vergoeden, zullen we hierop ook projectmatig inzetten. Werkdoel 1 (politiek)
Indicatoren
Oplossingsactoren betrekken bewoners bij hun beleidsvoering en nemen duurzame en oplossingsgerichte maatregelen, rekening houdend met de noden van de doelgroep
De adviezen die we uitbrengen.
2. Eerstelijnswerk In deze strategische actie wordt rechtstreeks gewerkt met de doelgroep: Ja Nee De strategische acties waarin rechtstreeks gewerkt wordt met de doelgroep waarop deze actie is gebaseerd: LB-PR-DPGR; LB-PR-DIZM; LB-NPO-DIZI; LB-PR-OVKK
3. Evaluatie 2011 en Planning 2012
Werkwijze en strategieën
Evaluatie 2011
Planning 2012
In 2011 nemen we deel aan vergaderingen van de transitiearena en stellen wij onze expertise ter beschikking voor nieuwe adviezen over participatie en sociale duurzaamheid in stadvernieuwingsprojecten.
Idem.
Resultaten Besluit
Omdat onze inzet afhankelijk is van gevraagde adviezen stadsvernieuwingsprojecten is de inzet onzeker maar alleszins beperkt.
in 154
155
DEEL II Voortgang meerjarenplan
156
PROGRAMMA GRONDRECHTEN ALGEMEEN
SD-GR De positie van de maatschappelijk kwetsbare groepen is verbeterd zodat de toegang tot hun sociale grondrechten is verhoogd
Prestatie- en procesindicatoren OD-GR-1. Verkennen van randvoorwaarden en mee helpen tot stand brengen van beleidsparticipatie van maatschappelijk kwetsbare groepen in ons werkingsgebied
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
De randvoorwaarden voor beleidsparticipatie van maatschappelijk kwetsbare groepen in ons werkingsgebied zijn verkend
Doelgerichte activiteiten in het kader van de verkenning van de randvoorwaarden
Er is een bijdrage tot beleidsparticipatie van maatschappelijk kwetsbare groepen in ons werkingsgebied geleverd
Doelgerichte activiteiten in het kader van de ondersteuning van de doelgroep Dialoog met beleid en oplossingsactoren
Voortgang In 2011 is er de strategische actie opgestart. Er wordt een Oost-Vlaamse inventaris gemaakt op gemeenteniveau waar in kaart wordt gebracht waar er welk soort basisvoorzieningen er zijn, welke projecten er lopen met onze doelgroepen. Informatie die wordt gecombineerd met achterstellingsindicatoren. Deze verkenning van de randvoorwaarden wordt actief ingebracht, gelinkt aan bestaande overleggen: zijnde het provinciaal armoedeoverleg, het samenwerkingsoverleg waarmee we over deze verkenning in dialoog gaan met het provinciebestuur, de Oost-Vlaamse Verenigingen Waar armen het woord nemen, de Oost-Vlaamse CAW’s en Uit De Marge. In het najaar van 2011 willen we een zicht hebben in welke gemeentes beleidsparticipatie-initiatieven kunnen worden opgezet, die in 2012 concreet kunnen worden verkend. In overleg met het Provinciebestuur, de CAW’s en de verenigingen waar armen het woord nemen bespreken we een meer functionele aanpak van de overleg- en ondersteuningsstructuren. Het voorstel is om het provinciaal armoedeoverleg, het samenwerkingsoverleg CAW-VWAHWN en het overleg over de provinciale omgevingsanalyse te integreren in één overleg, ondersteund door de provincie met een wisselend voorzitterschap CAW, Verenigingen en Samenlevingsopbouw. Eenmaal de overleg en ondersteuningsstructuur duidelijk is kan er doelgericht met de inventaris aan de slag worden gegaan. Prestatie- en procesindicatoren OD-GR-2. Maatschappelijke achterstelling in ons werkingsgebied zichtbaar maken i.f.v. beleidssignalering en het versterken van de stem van maatschappelijk kwetsbare groepen en dit in samenwerking met de relevante partners w.o. CAW’s VWAWN e.a.
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
Er is een aantoonbaar samenwerkingsverband met relevante partners (w.o. CAW’s en VWAWN) met het oog op het zichtbaar maken van maatschappelijke achterstelling in ons werkingsgebied
Overleg met relevante partners (w.o. CAW’s en VWAWN)
De zichtbaarheid van de maatschappelijke achterstelling in ons werkingsgebied is
Acties en initiatieven in functie van het zichtbaar maken van maatschappelijke achterstelling
Samenwerkingakkoord met de relevante partners
157
verhoogd Dossier De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen in verband met de toegang tot de sociale grondrechten is voldoende gehoord
Deelname aan bovenlokale overlegmomenten Bovenlokale acties en initiatieven
Voortgang Binnen het kader van de Stuurgroep Grondrechtenboom wordt met de relevante partners acties en initiatieven voorbereid gericht op het zichtbaar maken van maatschappelijke achterstelling. De vervroegde federale verkiezingen van 2010 gooiden roet in het eten om in dat kader een initiatief te nemen. Stuurgroep Grondrechtenboom vormt het kader voor de voorbereiding van Ieders Stem Telt. Het is niet haalbaar gebleken om de Stuurgroep Grondrechtenboom te betrekken bij de realisatie van het project. De aandacht en de tijd ging de naar de lokale realisatie. Het structureel overleg met CAW, VWAW is opgestart, er is in 2010 een gemeenschappelijke doelstelling afgesproken (samenwerkingsakkoord) en ter voorbereiding van acties en initiatieven in functie van het zichtbaar maken van maatschappelijke achterstelling wordt in beeld gebracht wat de bestaande en potentiële samenwerkingsmogelijkheden zijn. Daarnaast functioneerden ook het Provinciaal Armoedeoverleg en het Signalenoverleg. In overleg met het Provinciebestuur, de CAW’s en de verenigingen waar armen het woord nemen bespreken we een meer functionele aanpak van de overleg- en ondersteuningsstructuren. Het voorstel is om het provinciaal armoedeoverleg, het samenwerkingsoverleg CAW-VWAHWN en het overleg over de provinciale omgevingsanalyse te integreren in één overleg, ondersteund door de provincie met een wisselend voorzitterschap CAW, Verenigingen en Samenlevingsopbouw. Door een sterkere samenwerking op lokaal, provinciaal en centraal niveau is er een groter potentieel voor 17 oktober.
PROGRAMMA MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
SD-MD Maatschappelijk kwetsbare groepen kunnen meer aanspraak maken op een kwaliteitsvol en voldoende aanbod van maatschappelijke dienstverlening, zodat hun recht op een menswaardig leven beter is gegarandeerd
Prestatie- en procesindicatoren OD-MD-1. Met rechthebbenden, OCMW’s en andere relevante actoren oplossingen uitwerken voor de problematiek van ‘onderbescherming’
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
De problematiek van onderbescherming is verkend
Activiteiten in het kader van probleemverkenning Dossier i.v.m. onderbescherming
Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn
Doelgroepactiviteiten waarbij maatschappelijk 158
betrokken bij de probleemverkenning in verband met de problematiek van onderbescherming
kwetsbare groepen zijn betrokken bij de probleemverkenning
Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn betrokken bij het ontwikkelen van oplossingen voor de problematiek van onderbescherming
Doelgroepbijeenkomsten Dialoogmomenten Bijeenkomsten met oplossingsactoren
Er zijn oplossingen uitgewerkt voor de problematiek van onderbescherming
Acties en initiatieven
Voortgang Via het project onderbescherming & proactief handelen zijn maatschappelijk kwetsbare groepen in 5 gemeentes betrokken bij het verkennen van de problematiek van onderbescherming en bij de opmaak van de actieplannen met concrete verbeteracties. In 2011 is gestart met de concrete realisatie deze verbeteracties. In 2012 wordt verder gewerkt op de realisatie van deze verbeteracties en op de voorstelling van de projectresultaten op diverse wijze voorgesteld en verspreid.
Prestatie- en procesindicatoren OD-MD-2. Maatschappelijk kwetsbare groepen betrekken en versterken bij de ontwikkeling en uitvoering van een ‘lokaal sociaal beleid’ inzake maatschappelijke dienstverlening dat meer rekening houdt met hun noden en behoeften
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
De mogelijkheden voor participatie van maatschappelijke kwetsbare groepen bij het lokaal beleid inzake maatschappelijke dienstverlening zijn verkend
Activiteiten in het kader van de verkenning
Maatschappelijk kwetsbare groepen die door ons worden begeleid en versterkt, zijn betrokken bij de ontwikkeling van het lokaal beleid inzake maatschappelijke dienstverlening
Participatie-initiatieven Lokale initiatieven in het kader van maatschappelijke dienstverlening
Voortgang Binnen het kader van Grondrechtenboom Meetjesland Maatschappelijke dienstverlening worden enkele lokale initiatieven op gezet in diaoog met de maatschappelijk kwetsbare groepen, OCMW’s en andere relevante actoren. Deze bouwen voort op aanbevelingen in de eerste fase van het project. Er worden initiatieven opgezet op het vlak van vrijetijdsparticipatie, gezondheid en aanvullende steun. Telkens bekeken vanuit het perspectief van maatschappelijke dienstverlening en het recht op menswaardig bestaan. Deze initiatieven worden afgerond half 2012. Bedoeling is om vanaf op twee thema’s te focussen een toereikend inkomen en gezondheid (toegankelijke en preventief). Deze twee sporen worden verkend en gepland vanaf de tweede helft van 2012. Beide sporen kunnen worden gerealiseerd binnen een sectorale strategie.
159
Prestatie- en procesindicatoren OD-MD-3 In samenwerking met het OCMW, CAW en relevante lokale partners, een samenhangend en toegankelijk basisaanbod realiseren gericht op de participatie en integratie van maatschappelijk kwetsbare groepen
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
De mogelijkheden voor een samenhangend en toegankelijk basisaanbod, gericht op de participatie en integratie van maatschappelijk kwetsbare groepen, zijn verkend
Activiteiten in het kader van probleemverkenning
Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn betrokken bij de probleemverkenning in verband met de realisatie van een samenhangend en toegankelijk basisaanbod, gericht op de participatie en integratie van maatschappelijk kwetsbare groepen
Doelgroepactiviteiten waarbij maatschappelijk kwetsbare groepen zijn betrokken bij de probleemverkenning
Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn betrokken bij de realisatie van een samenhangend en toegankelijk basisaanbod, gericht op de participatie en integratie van maatschappelijk kwetsbare groepen
Doelgroepbijeenkomsten
Er zijn oplossingen uitgewerkt in functie van de realisatie van een samenhangend en toegankelijk basisaanbod gericht op de participatie en integratie van maatschappelijk kwetsbare groepen
Acties en initiatieven
Dossier i.v.m. basisaanbod
Bijeenkomsten met oplossingsactoren Dialoogmomenten
Voortgang In Lokeren na een lange verkenningsfase: doelgroepenbevraging, bevraging lokale actoren, het opzetten van een samenwerkingsverband, het zoektocht naar een geschikte locatie, het zoeken naar structurele middelen kan het project in 2010 uiteindelijk uit de startblokken. Vanaf 2010 is n samenwerking met doelgroepleden, vrijwilligers en partnerorganisaties wordt het basisaanbod uitgebouwd. In 2011 wordt het basisaanbod uitgebouwd: wekelijks ontbijt, openbare computerruimte, ontmoetingsactiviteit voor vrouwen. Een aanbod dat we zoveel als mogelijk wordt dragen door vrijwilligers en partnerorganisaties. In 2011 startte de werking in Ontmoetingshuis De Moazoart die in het najaar 2011 feestelijk werd geopend. De uitbouw van dit basisaanbod blijft belangrijk waarbinnen beleidspaticipatie een groeiende aandacht krijgt. Met de schenking van een gebouw en de mogelijke erkenning als Vereniging Waar Armen Het Woord Nemen en de oprichting van een vzw zijn belangrijke stappen gezet richt duurzame inbedding van het initatief.
Prestatie- en procesindicatoren OD-MD-4. De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen bij het bovenlokale beleid op het gebied van maatschappelijke dienstverlening versterken.
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen inzake hun recht op maatschappelijke
Deelname aan bovenlokale overlegmomenten 160
dienstverlening is gehoord
Deelname aan bovenlokale acties Acties en initiatieven
Beleids- en andere relevante actoren zijn zich voldoende bewust van het belang van een kwalitatieve en toegankelijke maatschappelijke dienstverlening voor maatschappelijk kwetsbare groepen
Deelname aan bovenlokale overlegmomenten Deelname aan bovenlokale acties Acties en initiatieven
Voortgang Het kader voor de realisatie van deze operationele doelstelling vormt het Sectorsamenwerkingsverband maatschappelijke dienstverlening dat het kader vormt voor de globale bovenlokale werking. Het sectorsamenwerkingsverband vormde het kader waarbinnen kan worden voortgewerkt op de resultaten van het project onderbescherming via het project lokaal proactief kader. Ook rond inkomen wordt er een sectortraject afgelegd waarmee vanuit de werking in het Meetjesland kunnen inspelen.
PROGRAMMA WONEN
SD-WO Maatschappelijk kwetsbare groepen kunnen meer aanspraak maken op een toegankelijke, kwaliteitsvolle en betaalbare huisvesting, zodat hun recht op wonen beter is gegarandeerd
Prestatie- en procesindicatoren OD-WO-1. Met maatschappelijk kwetsbare groepen en relevante beleids-, woon- en welzijnsactoren oplossingen uitwerken voor de problematiek van ‘wonen aan de onderkant’
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
De thematiek van ‘Wonen aan de onderkant’ is verkend
Activiteiten in het kader van probleemverkenning Dossier i.v.m. ‘Wonen aan de onderkant’
Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn betrokken bij de probleemverkenning en dossiervorming in verband met de problematiek van ‘wonen aan de onderkant’
Doelgroepactiviteiten waarbij maatschappelijk kwetsbare groepen zijn betrokken bij de probleemverkenning en dossiervorming
Kwetsbare bewoners zijn betrokken bij de ontwikkelen van initiatieven in verband met de problematiek van ‘wonen aan de onderkant’
Doelgroepbijeenkomsten Bijeenkomsten met oplossingsactoren Dialoogmomenten 161
Er zijn oplossingen uitgewerkt voor de problematiek van ‘wonen aan de onderkant’
Acties en initiatieven
Voortgang De thematiek van ‘Wonen aan de onderkant’ is in de regio Waas en Dender verkend door gesprekken met een 50-tal actoren en bijeenkomsten met zowat 165 doelgroepleden in 2008 en 2009. In 2009 en 2010 werd parallel een literatuuronderzoek gedaan. Dit alles leidde in 2010 tot de opmaak van een zeer omstandig rapport (dossier) en bijlagen én de opmaak van een brochure die in het voorjaar van 2011 op een Trefdag werden voorgesteld aan en besproken met alle relevante beleids- , woon- en welzijnsactoren en doelgroep. In 2011 zijn we met de resultaten van het vooronderzoek en de besprekingen op de Trefdag aan de slag gegaan. Enerzijds hebben we met een aantal OCMW’s gewerkt rond de gemeentelijke en OCMW huurtoelagen en OCMW huurwaarborgen met het oog op een verbetering van de bestaande regelingen, anderzijds hebben we gewerkt rond discriminatie. Daarnaast hebben we in samenwerking met het Regionaal Welzijnsoverleg Dendermonde en CAW regio Dendermonde een onderzoeksproject rond preventie uithuiszetting in de regio Dendermonde uitgewerkt; de resultaten van dit onderzoek worden in 2012 voorgesteld aan allerlei actoren in de regio; daarna gaan we door op de bevindingen van deze verkenning. In 2011 hebben we ook de woonwagenpopulatie in de provincie Oost-Vlaanderen in kaart gebracht. Via huisbezoeken kregen we ook zicht op de woonproblematiek en verwachtingen van deze doelgroep en op hun socio-economische problemen. De resultaten van dit onderzoek werden in een brochure gevat die in 2012 zal worden voorgesteld. In 2012 hopen we met subsidies van de Provincie Oost-Vlaanderen en Stad Eeklo te kunnen doorwerken op de problemen die deze doelgroep ondervindt zowel met betrekking tot hun wonen als met betrekking tot onderwijs en opleiding.
Prestatie- en procesindicatoren OD-WO-2. Maatschappelijk kwetsbare groepen betrekken en versterken bij de ontwikkeling en uitvoering van een lokaal woonbeleid dat meer rekening houdt met hun noden en behoeften
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
De mogelijkheden voor participatie van maatschappelijk kwetsbare groepen bij lokaal woonbeleid binnen ons werkingsgebied zijn verkend
Activiteiten in het kader van de verkenning
Maatschappelijk kwetsbare groepen die door ons worden begeleid en versterkt, zijn betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van lokaal woonbeleid
Participatie-initiatieven Initiatieven in het kader van lokaal woonbeleid
Voortgang Een aantal deelwerkingen van ons project rond ‘wonen van ouderen’ in de regio Meetjesland hebben de voorbije jaren geleid tot een specifieke werking rond ouderen in de schoot van Wooncentrum Meetjesland. De intentie om vanaf 2011 de mogelijkheden voor participatie van ouderen en de verbetering van hun woonsituatie én de mogelijke rol van Samenlevingsopbouw daarin verder te verkennen werd in 2011 niet waargemaakt door het leggen van andere prioriteiten. Het project werd dan ook in 2011 afgerond en beëindigd. In Sint-Niklaas is een groep van kwetsbare huurders en eigenaars via de lokale Woonraad, een commissie ad hoc m.b.t.. het lokaal woonplan en vooral het overleg wonen-welzijn in de schoot van de lokale Woonraad betrokken bij de beleidsvoorbereiding en –uitvoering rond wonen in Sint-Niklaas. Vanuit de werking van deze werkgroep en de dialoog met beleid en woon- en welzijnsactoren zijn door het stadsbestuur en andere actoren diverse initiatieven genomen om de woonsituatie van die kwetsbare bewoners te verbeteren. We noemen er enkele: een woonwinkel opgebouwd met veel inbreng van de ‘werkgroep wonen’, oprichting van een huurwaarborgfonds (CAW – uitvoerder), afschaffing van het commissieloon 162
dat immo-kantoren aan de huurder vroegen, vorming voor huurders van het sociaal verhuurkantoor over sociale huisvesting en de ondertekening van een gelijke behandelingsprotocol huisvesting. Daarnaast is door de werkgroep een dossier uithuiszettingen opgemaakt waarover in 2012 de dialoog zal worden gevoerd met stadsbestuur, OCMW en andere actoren. Even belangrijk is echter het geloof in eigen kunnen en de waardigheid die de leden van de doelgroep hebben opgebouwd en de structurele plaats die ze hebben gekregen in de lokale Woonraad en het overleg wonen-welzijn. Een vertegenwoordiging van de groep laat de stem van kwetsbare huurders van Sint-Niklaas ook horen op Vlaams niveau, onder meer in de ‘Overleggroep Wonen’ van het Vlaams Netwerk van Verenigingen waar Armen het Woord Nemen en (als vertegenwoordiger van het Netwerk) in de Vlaamse Woonraad. In Eeklo participeert een groep sociale huurders aan het lokaal woonoverleg van de Stad Eeklo. Daarnaast echter zijn ze vooral gesprekspartner geworden voor de Meetjeslandse Bouwmaatschappij voor Volkswoningen, eigenaar van alle sociale huurwoningen in Eeklo. Ze hebben vanuit die werking invloed uitgeoefend op de onderhoudspolitiek en het onthaalbeleid van de maatschappij. Concrete verwezenlijkingen tot nu zijn de opmaak van een zakboekje waarin zijn opgenomen de rechten en plichten van huurder en verhuurder bij het onderhoud van de woning (dat werd in 2011 verdeeld bij alle sociale huurders van Eeklo) en de opmaak en verspreiding van een halfjaarlijks huurderkrantje. Daarnaast werden de woonervaringen en –wensen van de sociale huurders in kaart gebracht via een tevredenheidsenquête die ook de stem van de meest kwetsbaren moet laten horen en die moet leiden naar nieuwe verbeteringen aan de woonsituatie van de sociale huurders, de communicatie vanuit de maatschappij en de inbreng van de huurders in de politiek van MBV. De resultaten van die bevraging werden in 2011 in een brochure gevat en aan bewoners, bouwmaatschappij, Stad en andere actoren voorgesteld op trefmoment. In 2011 zijn we er vanuit het project ook in geslaagd om Stad en Bouwmaatschappij te overtuigen om parallel met de renovatie van de appartementen in Galgenakker, de grootste sociale woonwijk van Eeklo, ook de publieke ruimte (straten en groen) daaromheen grondig aan te pakken. De plannen daarvoor worden in 2012 in samenspraak met de bewoners opgemaakt. Daarnaast laat een vertegenwoordiging van de werkgroep ook de stem van de Eeklose sociale huurders op Vlaams niveau in VIVAS, het overleg van sociale huurders in Vlaanderen.
Prestatie- en procesindicatoren OD-WO-3. De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen bij de realisatie van hun recht op wonen versterken op het bovenlokale niveau
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen inzake hun recht op wonen is gehoord
Deelname aan bovenlokale overlegmomenten Deelname aan bovenlokale acties Acties en initiatieven
Beleids- en andere relevante actoren zijn zich voldoende bewust van de woonproblematiek van maatschappelijk kwetsbare groepen
Deelname aan bovenlokale overlegmomenten Deelname aan bovenlokale acties Acties en initiatieven
Voortgang Vanuit de projecten in Sint-Niklaas en Eeklo nemen doelgroepleden aan de bijeenkomsten respectievelijk de ‘Overleggroep Wonen’ van het Vlaams Netwerk van Verenigingen waar Armen het Woord Nemen (en van daaruit ook aan de Vlaamse Woonraad) en VIVAS, het overleg van sociale huurders in Vlaanderen. Ze namen ook deel aan een aantal Vlaamse acties, respektievelijk de Dag van de Armoede en het VIVAS Congres. De beleidsmedewerker wonen maakte in 2011 ook weer deel uit van de Oost-Vlaamse Woonraad en van de commissies ‘wonen-zorg’ en ‘woonwagenwerk’ in de schoot van die Woonraad; hij volgde er actief de besprekingen. Daarnaast was hij lid van de Algemene Vergadering van VOB en nam hij deel aan de bijeenkomsten van het sectoroverleg wonen. Opbouwwerkers namen in functie van hun project ook deel aan deelwerkingen van dit sectoroverleg. In 2011 leverden we geen inhoudelijke input aan de Transitiearena maar traden 163
we wel toe tot de kerngroep van het nieuw opgerichte Provinciaal Steunpunt Duurzaam Wonen en Bouwen waar we garant moeten staan voor aandacht voor de sociale component van duurzaam wonen en bouwen.
PROGRAMMA ONDERWIJS
SD-ON Maatschappelijk kwetsbare ouders en kinderen kunnen meer aanspraak maken op gelijke onderwijskansen in het basisonderwijs, zodat hun recht op onderwijs beter is gegarandeerd
Prestatie- en procesindicatoren OD-ON-1. Met onderwijsactoren en andere relevante welzijns- en lokale beleidsactoren oplossingen uitwerken voor de problematiek van kansenongelijkheid van maatschappelijk kwetsbare kinderen in het basisonderwijs
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
Onderwijsactoren en relevante welzijns- en lokale beleidsactoren zijn zich voldoende bewust van de lokale problematiek inzake ongelijke onderwijskansen in het basisonderwijs
Initiatieven die tot doel hebben lokale onderwijs-, welzijns- en lokale beleidsactoren te sensibiliseren
Onderwijsactoren en relevante welzijns- en lokale beleidsactoren zijn betrokken bij de ontwikkeling van gelijke onderwijskansenbevorderende initiatieven in en rond het basisonderwijs
Samenwerkingsverbanden met relevante partners
De doelgroepouders zijn meer betrokken op het onderwijs van hun kinderen
Initiatieven waarbij de doelgroepouders betrokken zijn
Werkgroepen, overleg
Bereikte doelgroepouders Er zijn voor doelgroepleerlingen concrete gelijke onderwijskansenbevorderende initiatieven ontwikkeld in en rond het basisonderwijs
Onderwijskansenbevorderende initiatieven voor doelgroepleerlingen
De doelgroepleerlingen worden effectief bereikt via de gelijke onderwijskansenbevorderende initiatieven
Bereikte doelgroepleerlingen via onderwijskansenbevorderende initiatieven
De gelijke onderwijskansenbevorderende
Overlegmomenten met 164
initiatieven worden door de betreffende scholen in voldoende mate ondersteund
onderwijsvertegenwoordigers
Gelijke onderwijskansenbevorderende initiatieven zijn als goede praktijkvoorbeeld ruimer verspreid
Verspreide goede praktijken
Voortgang In het kader van deze operationele doelstelling realiseren wij drie grote onderwijsopbouwwerkprojecten in Ronse, Sint-Niklaas en Denderleeuw. In de drie gevallen zijn de projecten ingebed binnen een lokale flankerend onderwijsbeleidscontext en werd het werkkader via langdurige samenwerkingsovereenkomsten vastgelegd. Op de drie plaatsen zijn ook talloze samenwerkingspartners en doelgroepouders betrokken bij de ontwikkeling en realisatie van onze onderwijsopbouwwerkinitiatieven. In Sint-Niklaas gaat het hoofdzakelijk om samenwerking met welzijns- en onderwijspartners. We ondersteunen de school, zorgcoördinatoren, directies en leerkrachtenteams in hun werking m.b.t. ouderbetrokkenheid. Daar de school binnen onderwijs de eerste en belangrijkste oplossingsactor is, betekent dat deze wijze van werken een structurele manier van werken is. Daarnaast zijn we binnen het LOP een sterke actor omtrent gelijke onderwijskansen. In Ronse worden daarenboven binnen het perspectief van een aantal ‘brede school’-initiatieven ook partners betrokken die actief zijn binnen de jeugd-, cultuur-, sport- en vrijetijdssector. Ook met zelforganisaties, Huis van het Nederlands, Inburgering Oost-Vlaanderen en ODiCe wordt ad hoc samengewerkt met het oog op een betere afstemming met ons doelgroepgericht aanbod. Via samenwerking met al deze partners brengen wij de ongelijke onderwijskansenproblematiek van de doelgroepouders en hun kinderen onder de aandacht bij zowel het lokaal beleid als bij de schoolbesturen. De werking in Denderleeuw werd pas eind 2011 opgestart. Qua opzet en doelstellingen is dit project erg vergelijkbaar met het project in Ronse.
Prestatie- en procesindicatoren OD-ON-2. De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen bij de realisatie van hun recht op onderwijs versterken op het bovenlokale niveau
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
De stem van maatschappelijk kwetsbare groepen in verband met het recht op onderwijs is voldoende gehoord
Deelname aan bovenlokale overlegmomenten Deelname aan bovenlokale acties Acties en initiatieven
Eigen goede praktijken en expertise inzake het bevorderen van gelijke onderwijskansen van maatschappelijk kwetsbare leerlingen in het basisonderwijs zijn bekendgemaakt
Deelname aan bovenlokaal overleg
165
Voortgang Binnen het kader van deze operationele doelstelling zijn wij actief betrokken bij het sectoroverleg Onderwijs en het ‘Oost-Vlaams Onderwijsoverlegplatform’. Het sectoroverleg brengt het thema onderwijs steeds meer onder de aandacht binnen de sector Samenlevingsopbouw. Daarnaast werd er in 2011 ook een discussietraject ‘Gelijke onderwijskansen: een zaak van iedereen’ gelanceerd. Met dit discussietraject wil de sector Samenlevingsopbouw in dialoog gaan met alle relevante betrokkenen omtrent een netwerkenmodel dat effectief leidt tot meer gelijke onderwijskansen en waarbij de rechtstreekse doelgroepwerking en dialoog centraal staan. Wij leverden hiertoe een inhoudelijke bijdrage. Wij startten het Oost-Vlaams Onderwijsoverlegplatform in samenwerking met ODiCe op in de loop van 2011. Het is voorlopig nog zoeken naar een goede manier van werken om naast het agogische doel ook ten volle het politieke werkdoel van dit initiatief te realiseren.
PROGRAMMA LEEFBAARHEID
SD- LB-GO De sociale en fysieke leefbaarheid in aandachtsgebieden is op duurzame wijze verbeterd zodat de levenskwaliteit van de bewoners er op vooruitgaat Prestatie- en procesindicatoren OD-LB-GO-1. Initiatieven ontwikkelen die de kwaliteit van de sociale en fysieke woonomgeving in stedelijke en landelijke aandachtsgebieden verhogen binnen een participatief beleidskader
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
De bewoners zijn ondersteund en betrokken bij de wijkontwikkeling
Overlegmomenten met doelgroep Overleg/dialoogmomenten met het lokaal beleid Acties en initiatieven waarbij bewoners betrokken zijn
Het zelfinitiatief van bewoners is ondersteund
Overlegmomenten met doelgroep Acties en initiatieven die uitgaan van de bewoners
Beleids- en andere relevante actoren hebben maatregelen en/of initiatieven genomen die tegemoetkomen aan de noden en behoeften van bewoners in verband met de problematiek van de woon- en leefomgeving
Overleg met beleids- en andere relevante actoren binnen het beleidsparticipatief kader Maatregelen en initiatieven
Voortgang Voor wat betreft de initiatieven rond de kwaliteit van sociale en fysieke woonomgeving in stedelijke aandachtsgebieden valt enkel nog onze projectwerking in Dendermonde (wijkwerking) onder deze OD. Het project in Eeklo (wijkwerking) werd in 2009 afgerond (c.q. geheroriënteerd naar het programma wonen). 166
In Dendermonde wordt de (wijk)werking gerealiseerd binnen het kader van een langere termijn samenwerkingsovereenkomst met de Stad Dendermonde. De wijkwerking wordt gerealiseerd in 4 aandachtsgebieden en dit alles binnen een beleidsparticipatief kader dat hiertoe werd ontwikkeld en waarbij ook de nodige middelen werden voorzien om bewonersbetrokkenheid en initiatieven i.f.v. de verbetering van de sociale en fysieke leefbaarheid in de praktijk te realiseren. Er wordt gewerkt met buurtplannen in verschillende aandachtswijken (2 jaarlijkse buurtplannen) waarbinnen concrete acties t.b.v. de verbetering van de sociale en fysieke leefbaarheid worden geformuleerd/ uitgevoerd en opgevolgd door verschillende partners en de bewoners van de aandachtsbuurten. De acties hebben betrekking op de verbetering van het wonen, de woonomgeving en het sociaal leven. De buurtplannen komen tot stand in overleg met de buurt en worden uitgevoerd door verschillende partners (w.o. sociale bouwmaatschappijen, diverse stadsdiensten e.a. partners). De bewonersbetrokkenheid wordt ondersteund door Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen. Voor wat betreft de projecten in meer landelijke aandachtsgebieden wachten we op resultaten van de geplande verkennende gesprekken (in 2012) – zie OD-LB-TO-1.
Prestatie- en procesindicatoren OD-LB-GO-2. Buurtgerichte laagdrempelige basisvoorzieningen uitbouwen om de maatschappelijke integratie en sociale cohesie te verhogen
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
Binnen de basisvoorziening wordt een kwalitatief aanbod gerealiseerd met het oog op het verhogen van de sociale cohesie en maatschappelijke integratie
Buurtgericht laagdrempelig aanbod
Doelgroepen zijn ondersteund en betrokken bij de uitbouw van de basisvoorziening
Overlegmomenten met doelgroep Acties en initiatieven waarbij bewoners betrokken zijn
Er is samenwerking met beleids- en andere relevante partners met het oog op de uitbouw van de voorziening en de realisatie van het aanbod
Overleg/dialoogmomenten met het lokaal beleid Samenwerkingsverbanden en/of -initiatieven
Voortgang Met Buurtwerk Ronse en Buurtweb Aalst realiseren we een buurtgericht laagdrempelig aanbod. Aan de hand van de resultaten van de opkomst en tevredenheid van de deelnemers weten we dat ons aanbod ten zeerste gewaardeerd wordt. De gebruikers worden betrokken bij de realisatie van het aanbod. De vrijwilligers nemen een duidelijke plaats in in de werking van de basisvoorzieningen. Vanuit de basisvoorziening (en met deelname van buurtbewoners) vindt er regelmatig overleg plaats met beleidsactoren omtrent thema’s gelinkt aan de thema’s leefbaarheid of digitale kloof. Via samenwerking met diverse partners wordt de voorziening uitgebouwd en het aanbod gerealiseerd.
Prestatie- en procesindicatoren OD-LB-GO-3. Vernieuwende initiatieven ontwikkelen die het samenleven in diversiteit helpen bevorderen
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
De mogelijkheden voor vernieuwende
doelgerichte activiteiten in het kader van de 167
initiatieven in het kader van samenleven in diversiteit zijn verkend
verkenning
De nieuw ontwikkelde initiatieven bevorderen het samenleven in diversiteit
Initiatieven
Voortgang Het deelaspect ‘samenleven’ (binnen leefbaarheid) wordt gerealiseerd via de werking omtrent BABBELonië. Het project BABBELonië Dendermonde werd eind 2010 in goede handen overgelaten aan de twee andere bevoorrechte partners van dit project en de coördinator van het LDC Zilverpand. We volgen het nog verder op vanuit onze inzet omtrent de verspreiding van het model. De resultaten hieromtrent zijn heel positief: naast Dendermonde is er ook een initiatief in Lokeren, Ronse, Destelbergen, Denderleeuw, Aalst, Wetteren, Temse (en ev. Ninove). In het kader van de borging van het project zal de aandacht uitgaan naar een goed neergeschreven concept (via een methodenboek) dat de mogelijkheid biedt tot verdere verspreiding van de methodiek op zich, met voldoende aandacht voor ontmoeting an sich, betrokkenheid op de lokale gemeenschap en solidariteit.
Prestatie- en procesindicatoren OD-LB-GO-4. Relevante ervaringen vanuit onze doelgroepgerichte werking rond de verbetering van de sociale en fysieke leefbaarheid in aandachtsgebieden inbrengen op het bovenlokale niveau
Beoogde resultaten Eigen goede praktijken en expertise inzake het bevorderen van de leefbaarheid in aandachtsgebieden zijn bekendgemaakt
Prestatie-indicatoren Deelname aan bovenlokaal overleg
Voortgang Voor wat betreft de inbreng van onze praktijk en ervaring in het werken rond fysieke en sociale leefbaarheid in aandachtsgebieden in meer landelijke context: Onze kennis inzake plattelandsontwikkeling konden we in 2009-2010 inzetten in een door Vlaanderen binnen IPO (Interbestuurlijk Plattelandsoverleg) zelf opgezette adviescommissie rond gezondheidsvoorzieningen op het platteland. We konden er stem geven aan de noden vanuit de doelgroep van de meest kwetsbaren en zo aanzetten geven naar beleidsmaatregelen die aan die noden tegemoet komen. In 2011 werden we niet aangesproken om aan advisering van het IPO mee te werken. De voorbije jaren konden we die kennis en ervaring ook inzetten op de Oost-Vlaamse Leaderfora waar we mee een aantal interessante projecten konden initiëren en de middelen ook mee konden draineren naar sociale projecten. We zullen ook in 2012 de Leaderstrategie en -middelen proberen inzetten voor projecten die meer kwetsbaren ten goede komen. Voor wat betreft de inbreng van onze praktijk en ervaring in het werken rond fysieke en sociale leefbaarheid in aandachtsgebieden in meer stedelijke context: Hiervoor kijken we uit naar het onderzoekstraject van Samenlevingsopbouw Vlaanderen (op te starten in 2011 e.v.) rond leefbaarheid in aandachtsgebieden. In dit onderzoek is het o.m. de bedoeling om de huidige werking in kaart te brengen. Dit biedt wellicht de mogelijkheid om onze werking/ ervaringen in o.m. Dendermonde (wijkwerking), Ronse (buurtwerking), Aalst (basisvoorziening rond ict) onder de aandacht te brengen op bovenlokaal (sectoraal) niveau en kritisch mee te evalueren i.f.v. onze maatschappelijke opdracht.
168
SD-LB-TO In aandachtsgebieden zijn participatiekansen van de bewoners met betrekking tot hun directe woon- en leefomgeving verhoogd en geoptimaliseerd zodat het beleid van (boven)lokale actoren meer is afgestemd op hun noden
Prestatie- en procesindicatoren OD-LB-TO-1. Randvoorwaarden verkennen en mee helpen tot stand brengen voor beleidsparticipatie van bewoners in stedelijke en landelijke aandachtsgebieden
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
De randvoorwaarden voor beleidsparticipatie van bewoners in stedelijke en landelijke aandachtsgebieden in ons werkingsgebied zijn verkend
Doelgerichte activiteiten in het kader van de verkenning van de randvoorwaarden
De randvoorwaarden voor beleidsparticipatie zijn tot stand gebracht
Samenwerkingsovereenkomst met lokale besturen Aanpassingen beleidskader
Voortgang De verkenning van randvoorwaarden voor participatie in sociale woonwijken beperkte zich in 2011 tot enkele gesprekken met betrokken oplossings- en beleidsactoren (o.a. in Aalst), maar heeft nog niet geleid tot concrete resultaten of samenwerking. Het project dat peilt naar randvoorwaarden voor participatie in overgangsgebieden tussen stad en platteland werd voorlopig opgeschort.
Prestatie- en procesindicatoren OD-LB-TO-2. Bewoners van aandachtsgebieden betrekken en/of versterken bij de aanpak van de leefbaarheidsproblematiek van hun directe woon- en leefomgeving
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
Bewoners van aandachtsgebieden zijn versterkt in functie van de aanpak van de leefbaarheidsproblematiek van hun directe woon- en leefomgeving
Doelgerichte activiteiten in het kader van de versterking van de doelgroep
Bewoners van aandachtsgebieden worden betrokken bij de aanpak van de leefbaarheidsproblematiek van hun directe woon- en leefomgeving
Participatie-initiatieven Initiatieven in het kader van de aanpak van de leefbaarheidsproblematiek
Voortgang Het project ‘5 voor 10. Dorpsparticipatie in Geraardsbergen’ is eind juni 2010 afgerond. In elk van de dorpen is – met wisselende intensiteit – een participatieproces doorlopen met een geëigende methodiek en met betrokkenheid van heel wat dorpsbewoners. De meeste bewonersgroepen hebben zich tot bewonersplatform omgevormd of hebben plannen om 169
dat te doen. Het stadsbestuur heeft zich geëngageerd om die bewonersplatforms te erkennen als structureel gesprekspartner voor het bestuur, de oprichting van bewonersplatforms uit te breiden naar andere dorpen en hen met een stadsmedewerker te ondersteunen. In een aantal dorpen zijn ook al concrete leefbaarheidacties gerealiseerd en er is het engagement van het bestuur om nieuwe acties in overleg met de bewoners op te zetten. Ten slotte werden brochures opgemaakt die het proces, de resultaten en de verwachtingen in elk van de dorpen samenvatten en die mobiliserend en sensibiliserend zijn voor de andere bewoners van het dorp. Een algemene brochure wil inspirerend zijn voor andere gemeentebesturen en bewoners in de regio. Het project dat in Merelbeke dorpsbewoners wil organiseren en versterken in hun dialoog met beleid en in de realisatie van concrete verbeteracties voor het dorp loopt in 2012 nog door. In de meeste dorpen is de DORP inZICHT toepassing die er werd opgezet in 2010-2011 goed verlopen. Enkel Melsen doorloopt een moeilijk parcours en vraagt veel meer ondersteuning dan de andere dorpen en buurten. De bewonersgroepen ontwikkelen zich na de toepassing tot bewonersplatforms en het gemeentebestuur heeft inmiddels de bewonersplatforms van een paar dorpen erkend als structurele gesprekspartner voor het gemeentebestuur. De gesprekken over concrete verbeteracties komen ook op gang. Het project ‘Dorpontwikkelingsplan Ursel’ was al in 2009 afgerond, maar de resultaten van dit project werden middels een uitgebreide brochure pas in 2010 ruim bekend gemaakt. Het project Ontmoetingsparken in Baardegem en Moorsel – Bewoners mee aan de ontwerptafel’ dat in 2011werd opgezet en doorloopt tot het voorjaar van 2012 slaagde erin om in beide dorpen bewoners te mobiliseren om mee te praten over de plannen voor herbestemming en herinrichting van pastorij en pastorijtuin. In Moorsel had hun inbreng reële invloed op plannenmakerij door een Nederlands architectenbureau. In Baardegem brachten we een bewonersgroep op de been die naast een bevraging over pastorij en pastorijtuin ook een DORP inZICHT bevraging opzette. De ambitie van de groep is om zich verder te ontwikkelen als bewonersplatform dat blijvend aanspreekpunt is voor het stadsbestuur.
Prestatie- en procesindicatoren OD-LB-TO-3. De beleidsparticipatie van bewoners bij hun directe woonen leefomgeving in de landelijke en stedelijke context, bepleiten en/of verduurzamen op het bovenlokale niveau.
Beoogde resultaten
Prestatie-indicatoren
Door ons ontwikkelde instrumenten voor beleidsparticipatie in een landelijke context zijn verankerd Er is een duurzaam ondersteuningskader voor beleidsparticipatie in een landelijke context ontwikkeld
Structurele basis voor het instrument in de vorm van samenwerkingsverband(en), financiering, regelgeving Kader voor ondersteuning van bewonersgroepen in landelijke context
Het belang van beleidsparticipatie van bewoners in de stedelijke context is bepleit
Deelname aan bovenlokaal overleg initiatieven die tot doel hebben bovenlokale beleidsactoren te sensibiliseren
Voortgang De pogingen om in 2010 de methodiek DORP inZICHT ook ingang te doen vinden in de Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant leverden slechts enkele toepassingen op. We moeten meer tijd kunnen nemen en een grotere aanwezigheid hebben in de regio’s om er ook in die provincies een vaste waarde voor bewonersparticipatie in dorpsontwikkeling van te maken. Vandaar het belang om door samenwerking met Vlaamse partners met regionale afdelingen de toegankelijkheid tot dorpen en gemeentebesturen en andere actoren te verhogen. Hoewel we voor 2011 geen nieuwe subsidie toegekend kregen door de Vlaamse minister voor plattelandsbeleid gingen we het gesprek aan met andere partners om de 170
verdere ontwikkeling en verspreiding van DORP inZICHT te garanderen; de poging leidden voorlopig niet tot een samenwerking, maar we houden ook de piste van inbedding in de Oost-Vlaamse vereniging dorpsbelangen open.. De subsidie 2010 liet ons anderzijds wel toe om de vragenlijst grondig te analyseren en bij te sturen en ook de handleidingen, de internettoepassing en de website een meer doorgedreven opfrisbeurt te geven. Dit werd in 2011 gefinaliseerd. In 2011ging het project ‘Naar een Oost-Vlaamse Vereniging kleine kernen’ ook effectief van start. We zochten via individuele contacten en groepsbijeenkomsten met bewonersgroepen in dorpen draagvlak voor een dergelijke vereniging. In 2011-2012 willen we de werking ervan verder uitgeklaard hebben, zicht krijgen op de verdere organisatiestructuur en financiering en ook de rol van Samenlevingsopbouw in de verdere ontwikkeling ervan beter in beeld krijgen. Of we deze ambities tegen eind 2012 is echter onzeker en daarom blijven we proberen om bijkomende financiering te vinden om het project tot 2013 te laten doorlopen. In 2011 werden alvast enkele regionale bijeenkomsten en een provinciale bijeenkomst georganiseerd en een facebookpagina aangemaakt en een website voorbereid. In 2011 werd de opdracht en de plaats van het sectoroverleg uitgeklaard en op basis daarvan de werking teruggeschroefd.
171
DEEL III Kwaliteitsbeleid
172
Beoogde effecten / effectindicatoren
ISD-EC-1. De externe communicatie versterkt onze profilering en positionering ten aanzien van maatschappelijk kwetsbare groepen, medestanders, probleemoplossers en (lokaal)beleid
Het communicatiebeleid van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen draagt ertoe bij dat de organisatie een grotere bekendheid en erkenning verwerft Bekendheid bij maatschappelijk kwetsbare groepen, probleemoplossers en (lokaal) beleid Waardering bij maatschappelijk kwetsbare groepen, probleemoplossers, (lokaal) beleid Interne evaluatie van de resultaten
IOD-EC-1.1. Ontwikkelen en voeren van een actueel, gefundeerd extern communicatiebeleid dat een weerspiegeling is van ons organisatiebeleid
Prestatie- en procesindicatoren Een externe communicatiestrategie is ontwikkeld en geïmplementeerd.
Communicatieplan. Verslaggeving.
Een mix van instrumenten, kanalen en methodes voor externe communicatie is ontwikkeld en geïmplementeerd.
Communicatie-instrumenten, kanalen en methodes.
Er is een ondersteuningskader voor medewerkers ontwikkeld en gerealiseerd rond ‘externe communicatie’.
Ondersteuningskader, geredigeerde schriftelijke communicatie,…
Strategische actie ISA-EC-1.1.1. Actieve deelname aan het sectorinitiatieven rond externe communicatie
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie In 2007 werd een sectoraal externe communicatiestrategie uitgewerkt, die toelaat de sector en de regionale instituten zichtbaarder te maken, realisaties beter te valoriseren, meer legitimiteit op te bouwen en meer te wegen op de maatschappelijke en politieke agenda. Het verder uitwerken van deze communicatiestrategie werd essentieel. Het is immers fundamenteel een duidelijk, coherent kader te scheppen waarbinnen de externe sectorcommunicatie zal gebeuren. Dit kader dient beschreven in een duidelijke, krachtige sectornota en goedgekeurd te worden door de coördinatoren van alle instituten. Daarna wordt het (verder) ontwikkelen van de communicatie instrumenten en middelen waarmee de standpunten en de identiteit van de sector worden overgebracht, primordiaal. Het sectoroverleg Communicatie wordt gemandateerd om een jaarlijks communicatieplan van de sector op te maken en mee uit te voeren. Het sectoroverleg bestaat uit de communicatieverantwoordelijken van alle regionale instituten, de cel communicatie van Samenlevingsopbouw Vlaanderen en de medewerker van de ‘Beleidsgroep sector 173
Samenlevingsopbouw’. In regel komt het sectoroverleg drie maal per jaar samen. Voor uitwisseling, afstemming, deskundigheidsbevordering en visieontwikkeling is dit voldoende. Voor de uitwerking van concrete sectorale initiatieven zal gewerkt worden met de formule van ad hoc werkgroepen.
Beoogde resultaten Sectorale externe communicatiestrategie Sectoraal communicatieplan Sectorale huisstijl en communicatieinstrumenten Sectorale initiatieven i.f.v. externe communicatie
Evaluatie 2011
Planning
Sectoraal extern communicatieplan
Sectoraal extern communicatieplan voor 2012 wordt geïmplementeerd en geconcretiseerd. Het sectoraal extern communicatieplan voor 2013 wordt door de sectorale werkgroep in het najaar voorbereid en voorgelegd aan de sectorale beleidsgroep. Bij het voorbereiden van het plan gaat de nodige aandacht naar acties en projecten op de vastgelegde vier sporen: ontdek, informeer, opinieer en mobiliseer. Het doel blijft uiteraard een afgestemd en coherente externe sectorale communicatie.
Het extern communicatiebeleidsplan van de sector Samenlevingsopbouw wordt jaarlijks geconcretiseerd in een planning op vier sporen: ontdek, informeer, opinieer, mobiliseer. Het sectoraal communicatieplan werd voor 2011 geïmplementeerd door de sectorale werkgroep communicatie. Het jaarplan voor 2012 werd uitgewerkt en in oktober door de werkgroep en de sectorale beleidsgroep goedgekeurd. Evaluatie en aanpassing sectorale huisstijl – logo/naam Sedert de naamsverandering en de invoering van de nieuwe huisstijl (2006) dragen binnen de sector Samenlevingsopbouw 7 instituten de naam Samenlevingsopbouw en het bijpassend logo. 2 regionale instituten wijzigden in 2006 hun naam noch logo/huisstijl. Vanuit communicatief oogpunt is een oplossing voor deze situatie essentieel om in de nabije toekomst op een eenduidige manier te kunnen communiceren vanuit de sector, de regionale instituten en het ondersteuningsinstituut. Aanpassingen aan huisstijl en logo kan eventueel een mogelijkheid bieden om de andere twee instituten over de streep te trekken en in te stappen in een gezamenlijke huisstijl. Deze kwestie werd opgepakt door het sectoroverleg communicatie en de beleidsgroep in 2011. Een technische projectgroep werd gevormd en ging aan de slag om toepassing van het logo en gebruiksvriendelijkheid te optimaliseren en grafische elementen voor wervende communicatie uit te werken. De beleidsgroep nam de beslissing bij deze hervorming grondig te werk te gaan en de tijd te nemen.
Evaluatie en aanpassing sectorale huisstijl – logo/naam De technische werkgroep logo/naam kreeg eind 2011 het fiat van de beleidsgroep om voorstellen rond optimalisatie van de huisstijl te concretiseren. Deze technische werkgroep, die zich voornamelijk focust op verbeteren van (gebruiksvriendelijkheid van) logo en huisstijl met nodige aandacht voor het behoud van huidige ‘look and feel’ meldt op regelmatige basis terug aan de sectorale werkgroep communicatie waar de communicatiemedewerkers van de verschillende regionale instituten aanwezig zijn. Door het proces op deze manier uit te tekenen willen we garanderen dat deze aanpassingen leiden tot een sectorale huisstijl, logo en naam waar alle instituten zich kunnen achter scharen. Eind 2012 moeten de voorstellen van de projectgroep logo/ de sectorale werkgroep communicatie goedgekeurd worden door de beleidsgroep en zal de implementatie van de sectorale huisstijl en het aangepast logo gestart worden.
Hertalen nieuw referentiekader tot communicatief geheel In het voorjaar 2011 publiceerde Samenlevingsopbouw Vlaanderen, na overleg met de sectorale werkgroep communicatie, een bundel voor iedereen in de sector ‘Aan de slag met het referentiekader’. Het eerste deel van deze bundel zal gaan over het referentiekader als werkinstrument, 174
het tweede deel handelt over een heldere communicatie over het referentiekader en de sector Samenlevingsopbouw. Sectorinitiatief gemeenteraadsverkiezingen ‘Project 2012 Ieders stem telt’’ De regionale instituten hebben een traditie in het nemen van initiatieven n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen. Een ad hoc werkgroep binnen het sectoroverleg Communicatie ging op zoek naar de mogelijkheden om er in 2012 ook een overkoepelend verhaal van te maken. Het resultaat hiervan is een gezamenlijke format waarbij de inhoud lokaal en regionaal – met inbreng van onze doelgroepen zelf – ingevuld wordt. Vanuit communicatief oogpunt kan het welslagen van dit project onze sector voluit op de kaart te zetten.
Sectorinitiatief gemeenteraadsverkiezingen ‘Project 2012 Ieders stem telt’ Deelname aan en inzet op het sectoraal overleg ‘inhoud’ en ‘communicatie’ rond het project 2012 blijven vanuit Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen gegarandeerd. Strategisch communicatieplan voor het project ‘ieders stem telt’ werd voor Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen uitgeschreven eind 2012. Dit strategisch plan kadert binnen de sectoraal opgezette communicatie strategie rond het project.
De ontwikkeling van het project en het uitwerken van het ondersteuningsmateriaal gebeurde in 2011 in 2 werkgroepen, namelijk communicatie, inhoud. Sectorale werkgroep communicatie – BM communicatie algemene ondersteuning m.b.t. communicatie: startnota voor externen, internen , opzet regionale (feb 2012) en nationale persmomenten (september 2012), vormgeving prioriteitennota’s (najaar 2011), memoranda, ... beeld + slogan voor sociale stemtest (najaar 2011) opzetten van en format voor politieke debatten (voorjaar 2012) Besluit
Aanpassingen aan de sectorale huisstijl en het logo werden aangevat in 2011. Dit om twee instituten, die de huidige stijl en logo niet gebruiken, de mogelijkheid te bieden om in te stappen in één gezamenlijke sectorhuisstijl. Met het oog op een coherente externe sectorcommunicatie is dit essentieel. Het Sectorinitiatief gemeenteraadsverkiezingen ‘Project 2012’ werd uitgewerkt en binnen de instituten opgestart. In het voorjaar 2011 publiceerde Samenlevingsopbouw Vlaanderen, na overleg met de sectorale werkgroep communicatie, een bundel ‘Aan de slag met het referentiekader Samenlevingsopbouw,’
Een sectoraal communicatieplan 2012 werd uitgeschreven door de sectorale werkgroep communicatie en goedgekeurd de door de beleidsgroep.. Het plan voor 2013 wordt voorbereid. Voor de evaluatie en aanpassing van de sectorale huisstijl en het logo werd een proces uitgetekend en goedgekeurd in 2011. Dit proces loopt en wordt in 2012 opgevolgd door de sectorale werkgroep communicatie en de beleidsgroep. Eind 2012 wordt dit proces afgerond en kunnen de regionale instituten met de implementatie starten. Het sectorinitiatief ’14-10-2012’ krijgt vorm in het sectoraal overleg ‘inhoud’ en ‘communicatie’. In beide vergaderingen wordt Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vertegenwoordigd door een betrokken beleidsmedewerker.
175
Strategische actie ISA-EC-1.1.2. Komen tot een extern communicatiebeleid en duidelijke strategie, die vertaald worden in een kwaliteitsvol communicatieplan voor Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie De laatste decennia worden gekenmerkt door een toenemende professionalisering van communicatie. Het besef groeit – ook in de non-profit sector - dat communicatie strategisch ingezet moet worden ingezet om een organisatie te profileren en de organisatiedoelen te bereiken. Bij externe communicatie worden het formuleren van een adequate communicatiestrategie, het uittekenen van een realistisch communicatieplan en haalbare communicatiecampagnes, en het uitwerken van doeltreffende communicatie instrumenten steeds belangrijker. Uit SWOT-analyses van buurt- en opbouwwerkers, beleidsmedewerkers en bestuursvrijwilligers blijkt de groeiende nood aan een sterk, specifiek communicatiebeleid voor Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen. In de komende periode wordt het essentieel te focussen op een duidelijke communicatiestrategie, die vertaald wordt in een goed communicatieplan. Dit is een absolute noodzaak voor het nastreven van de belangrijkste communicatiedoelen, namelijk het creëren van onze gewenste identiteit en dito imago bij een ruim publiek en het helpen realiseren van beleidsdoelstellingen op korte en lange termijn. Het is bovendien onontbeerlijk dat deze strategie nauwkeurig wordt afgestemd en ingebed in de sectorale strategie voor externe communicatie.
Beoogde resultaten Externe communicatiestrategie Extern communicatieplan
Evaluatie 2011
Planning
Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen opteerde in het huidig meerjarenplan (2009-2015) om één van de medespelers te zijn bij het uittekenen van een sectoraal extern communicatiestrategie en zo mee richting en inhoud te geven aan de sectorale communicatie.
De Stuurgroep communicatie van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen wil dat het verbeterproject ‘externe communicatie’ in kader van Integrale Kwaliteitszorg ruim gedragen wordt. Dit vergt participatie en focus op externe communicatie van personeel en bestuursvrijwilligers. De stuurgroep communicatie beslist daartoe enkele wijzigingen/uitbreidingen aan de analyse fase aan te brengen. Dialoog met alle personeel opnemen ter verdieping/ aftoetsen van de reeds gebeurde SWOT analyse SWOT analyse Raad van Bestuur Issue bepaling op basis van de SWOT’s en verdiepingsgesprekken Imago onderzoek bij externen Deze verdieping van de analysefase mag geen effect hebben op vooropgestelde einddatum van het verbeterproject.
Het was voor ons eigen instituut van belang de sectoraal externe communicatie strategie en de strategie van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen op elkaar af te stemmen om zo tot een coherent, eenduidig extern communicatiebeleid te komen. Het verbeterproject Integrale Kwaliteitszorg ‘externe communicatie’ binnen het eigen instituut werd daartoe uitgeschreven. De looptijd van het project, werd na bijsturing in 2010, definitief vastgelegd voor de periode van 2011-2012. Voor 2011 werd als analysefase gerealiseerd: Inventarisatie van bestaande situatie (instrumenten/ kanalen, inzet van middelen, beleidslijnen) van
September 2012: besluitvorming Oktober 2012: bekrachtiging Raad van Bestuur 176
Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen – het in kaart brengen van verhoudingen tussen communicatie op sector, organisatie en project niveau. (objectief luik) Personeelsmomenten (subjectief luik) Besluit
Het project Integrale Kwaliteitszorg ‘externe communicatie’ wil een antwoord bieden op de groeiende nood aan een neergeschreven, specifiek communicatiebeleid voor de organisatie, afgestemd op een sterk evoluerend sectoraal beleid). Het werd uitgeschreven als een verbeterproject binnen Integrale Kwaliteitszorg van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen.
Eind 2012 staat het communicatieplan voor Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen, afgestemd en ingebed in de sectorale communicatie, op punt. Daarna kan de implementatie van start gaan.
Door de ontwikkeling van de nota ‘externe sectorcommunicatie’ en de noodzaak om de externe communicatie van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen af te stemmen op en in te bedden in de sectorale communicatie strategie werd deze strategische actie tijdelijk uitgesteld van 2010-2011 tot 2011-2012. In 2011 werd de analyse van zowel het objectieve als het subjectieve luik van de externe communicatie van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen aangevat.
Strategische actie ISA-EC-1.1.3. Opvolgen, ondersteunen en sturen van externe communicatie van de organisatie
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie De externe communicatie van een organisatie dient nauwgezet opgevolgd, ondersteund en gestuurd te worden. Zeker in een werking met verschillende afdelingen is dit primordiaal. Het gaat hier in eerste instantie over de communicatiekanalen en instrumenten die binnen de organisatie gehanteerd worden. Om deze te kunnen opvolgen, ondersteunen en sturen dienen we te beschikken over databanken, input vanuit projecten/basiswerkingen (dit kan enkel door het inbouwen van ‘triggers’ en bewustmaking van de nood aan sterke interne communicatielijnen), analyses van de input in deze databanken, instrumenten (jaarkalender communicatie) en tijd/mankracht.
Beoogde resultaten Ondersteuningskader rond externe communicatie
Evaluatie 2011
Planning
Huisstijl Het proces inzake huisstijl dat op sectorniveau werd doorlopen, werd in Samenlevingsopbouw opgevolgd door beleidscel en stuurgroep communicatie. De medewerker
Huisstijl implementatie van resultaten van het proces inzake huisstijl dat op sectorniveau wordt gevoerd (behoren tot de mogelijkheden: sectoraal aangemaakte sjablonen op 177
Externe communicatie -instrumenten en kanalen Externe communicatie-initiatieven
communicatie maakte deel uit van de sectorale projectgroep logo. Website: opwaardering Automatisering van nieuwsitems (nieuws en in de kijker) sharing (voorjaar 2010) werd gerealiseerd. Dit betekent een grote meerwaarde voor onze webstek. Grafische vormgeving Blijvend aandacht besteden aan gelijkschakeling van lay-out voor eventuele nieuwe initiatieven is noodzakelijk. 2011: jaar van de vrijwilliger Aangezien we vrijwilligerswerk en vrijwilligers bijzonderlijk waarderen, opteerden we er voor om in 2011 onze 95 vrijwilligers expliciet te bedanken en dit in onze externe communicatie uitdrukkelijk te vermelden. Plaatsen artikels over vrijwilligerswerk en onze visie hierop op organisatiewebsite. Bezorgden officiële affiches, jaarkalenders en dankkaarten om lokaal te verspreiden. Inventariseerden alle onze acties die in de week van de vrijwilliger gebeurden om te gebruiken in artikels/mededelingen op de website. Een overkoepelende activiteit voor alle vrijwilligers werd in 2011 niet gezien als een haalbare optie.
huisstijlserver). Databanken (gebruik huisstijlelementen alsook geschreven, audiovisuele pers en publicaties) zijn essentieel voor het maken van analyses en sturen van de externe communicatie. Input krijgen vanuit projectwerkingen/basiswerken is geen sinecure, maar voor het bijhouden van deze databanken onontbeerlijk. Deze interne communicatie zal in 2012 opnieuw nauwgezet dienen opgevolgd te worden om de externe communicatie te kunnen sturen. Website: opwaardering De organisatie website dateert van 2008 (ontwikkeling –layout). De site zal eind 2012 worden aangepast aan de nieuwe huisstijl (secundaire kleuren, nieuw logo). We zullen van de gelegenheid gebruik maken om ook de fotobanner aan te passen zodat de site een moderne “look and feel” krijgt. Ook een automatisering voor enkele toepassingen (waaronder maandkalender, eventueel nieuwsbriefmodule) kunnen bekeken worden. Websites van projecten/ basiswerkingen Opvolgsysteem voor bestaande websites/blogs wordt uitgewerkt. Indien websites of blogs gedateerd zijn, worden medewerkers vanaf 2012 aangespoord deze up-to-daten, om te turnen tot een statische website of te verwijderen. Het aanmaken van nieuwe projectwebsites dient vanaf 2012 aangevraagd te worden. Deze nieuwe webspots dienen conform de huisstijl aangemaakt te zijn. Web 2.0 toepassingen Een beleidslijn voor deze toepassingen, specifiek voor facebook gebruik werd in 2011 uitgeschreven en zal in 2012 besproken en geïmplementeerd worden. Grafische vormgeving Blijvend aandacht besteden aan gelijkschakeling van lay-out voor eventuele nieuwe initiatieven is noodzakelijk. Of dit al dan niet dient te gebeuren door uitbesteding of door een medewerker in huis zal in 2012 bekeken worden. Project ’14-10-2012 Ieders stem telt’ De regionale instituten hebben een traditie in het nemen van initiatieven naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen. In het project ’14-10-2012 Ieders stem telt’ pakken we in 2012 uit met een gezamenlijke 178
sectorale format, waarbij de inhoud lokaal en regionaal wordt ingevuld. Voor Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen werd een strategisch communicatieplan uitgeschreven eind 2011. Dit strategisch plan kadert binnen de sectoraal opgezette communicatie strategie rond het project. Expliciete aandacht ging naar kanalen en instrumenten op sector-, organisatieniveau en bij partners. Dit communicatieplan wordt in 2012 tijdens de verschillende fasen van het project vorm gegeven en uitgevoerd. Belangrijke communicatiemomenten in dit plan: • Voorjaar 2012: kick-off van de 2012 projecten voor pers en ruim publiek in Aalst, Eeklo, Lokeren, Ronse en SintNiklaas. Aanmaken van flyers, placemats en dossiers met beleidsvoorstellen voor de 5 bovenstaande debatsteden. Deze flyers en dossiers worden bekendgemaakt via eigen kanalen (facebook en website), alsook via die van de andere regionale instituten en partners. De website ‘www.iedersstemtelt.be’, beheerd door Samenlevingsopbouw Vlaanderen, bevat eveneens de flyers en dossiers van de 5 Oost-Vlaamse debatsteden. • September: lancering van de sectorale sociale stemtest op Vlaams en lokaal niveau. • Eind september – begin oktober: debatten in de 5 OostVlaamse debatsteden. • Najaar 2012: opvolgen engagementen in de opmaak van de lokale bestuursakkoorden. Binnen Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen volgt de werkgroep sleutelfiguren de communicatieve en inhoudelijke vorderingen van het project op. Op communicatief vlak betekent dit: • Vertalen (aanpassen) en dupliceren van het aangeleverd materiaal van sectorale werkgroep communicatie. • Communicatie binnen de eigen organisatie stroomlijnen (teams, beleidcel, stuurgroep communicatie, Algemene vergadering, Raad van Bestuur) en vorm geven aan externe communicatie naar partners en lokaal beleid. Besluit
Ook in 2011 bleef het opvolgen, ondersteunen en sturen van de externe communicatie essentieel. Het is primordiaal een accuraat beleid uit te werken dat bepaalt hoe we in de toekomst met onze communicatieve
De externe communicatie van Samenlevingsopbouw OostVlaanderen dient in 2012 verder opgevolgd, ondersteund en gestuurd te worden, zodat we deze strategisch kunnen aanwenden om onze organisatie op korte en lange termijn te profileren en onze organisatiedoelen te bereiken. 179
ontluiking omgaan (zie ISA-EC-1.1.2.) In 2011 werden de bestaande communicatiekanalen en – instrumenten geëvalueerd i.f.v. het in 2011 intern op te maken extern communicatieplan (zie verbeterproject) en het af te stemmen met het sectoraal plan rond communicatie.
Het palet aan communicatie instrumenten (digitaal en nietdigitaal) is gegroeid en de noodzaak dringt zich op deze door interne sturing meer en meer op elkaar en op de sector af te stemmen. Aandacht voor en opvolgen van het up-to-date houden van de informatie die via deze Oost-Vlaamse instrumenten wordt verspreid dringt eveneens op. Het project ‘14-10-2012 ieders stem telt’ is een ambitieus sectoraal project gebleken. Het welslagen van het project hangt – naast de essentiële inhoud - eveneens sterk af van de communicatie. Het sectoraal en binnen eigen instituut communiceren, afstemmen en stroomlijnen van informatie en werkwijzen is primordiaal gebleken. Het werken in 5 debatsteden in Oost-Vlaanderen en dit werken communicatief (aantrekkelijk) vertalen naar een extern ruim publiek en naar beleidsmakers is essentieel, maar ook heel tijdsintensief.
Beoogde effecten / effectindicatoren
ISD-PE-2. Het personeelsbeleid bevordert het welbevinden en de retentie van werknemers
De toegenomen arbeidstevredenheid van de werknemers draagt ertoe bij dat de organisatie kwalitatieve resultaten behaalt en haar doelstellingen kan realiseren. Tweejaarlijkse enquête betreffende arbeidstevredenheid; Boordtabel personeelsverloop.
IOD-PE-2.1. Bijdragen tot initiatieven ter verbetering van de loon- arbeidsvoorwaarden voor de werknemers
Prestatie- en procesindicatoren Resultaten/Effecten
Indicator
Er is een structureel intern overleg tussen werkgever en werknemers dat verbetervoorstellen uitwerkt op het gebied van loon- en arbeidsvoorwaarden.
Verslagen interne Werkgroep Personeel. Adviezen aan de Raad van Bestuur.
Er wordt deelgenomen aan het werkgever/werknemersoverleg op het niveau van de sector
Verslagen
180
IOD-PE-2.2. Introduceren van elementen van competentiemanagement in de optimalisatie van HRM-processen
IOD-PE-2.3. Ontwikkelen en voeren van een leerbeleid op maat van de organisatie
Strategische actie ISA-PE-2.1.1.
Prestatie- en procesindicatoren Resultaten/Effecten
Indicator
De selectiecriteria voor het aanwerven van nieuwe werknemers zijn geobjectiveerd.
Competentieprofielen.
De toetssteen voor de beoordeling van werknemers die onderworpen zijn aan evaluatie, is geobjectiveerd.
Competentieprofielen.
De toetssteen voor buurt- en opbouwwerkers die over hun eigen competenties reflecteren in een ontwikkelingsgesprek, is geobjectiveerd.
Competentieprofielen.
Prestatie- en procesindicatoren Resultaten/Effecten
Indicator
Leerdoelstellingen en –trajecten zijn ontwikkeld en geïmplementeerd op niveau van de werknemer en de organisatie.
Leerbeleidsplan. Individuele leertrajecten.
Actieve deelname aan sectorinitiatieven rond het verbeteren van loon- en arbeidsvoorwaarden.
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Binnen de daartoe gecreëerde of geëigende (sectorale) overlegstructuren vindt overleg plaats tussen werkgevers en werknemers op het vlak van loon- en arbeids voorwaarden. Loon- en arbeidsvoorwaarden binnen de organisatie worden vooral bepaald op het niveau van het paritair comité waartoe de sector behoort (PC 329), en - als gesubsidieerde instelling - door algemene randvoorwaarden/ de financiering vanuit de subsidiërende overheid. Met dit gegeven is de marge voor het voeren van een eigen personeelsbeleid op het vlak van loon- en arbeidsvoorwaarden binnen de sector en binnen het eigen instituut eerder beperkt. Op het niveau van de organisatie is er de gemengde werkgroep personeel die regelmatig samenkomt en adviserend werkt naar de Raad van Bestuur inzake personeelsaangelegenheden en –beleid. Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen maakt deel uit van het overleg werkgevers binnen de sector Samenlevingsopbouw (het OWO) en het sectoraal overleg werkgevers/ werknemers (OWO/SSA). 181
Via het OWO wordt een vertegenwoordiger afgevaardigd vanuit de sector Samenlevingsopbouw binnen Sociare, de werkgeversfederatie van de sociaal-culturele sector (PC 329).
Beoogde resultaten Structureel overleg werkgevers/ werknemers Initiatieven /m.b.t. verbetering van loon- en arbeidsvoorwaarden Concrete maatregelen ter verbetering van de loon- en arbeidsvoorwaarden
Evaluatie 2011
Planning
In het kader van het intern overleg tussen werkgever en werknemer kwam de werkgroep personeel in 2011 regelmatig samen (6 maal).
Verder overleg binnen de werkgroep personeel is voorzien in 2012.
We geven hierbij een overzicht van de voornaamste agendapunten in 2011 die betrekking hebben tot algemene loon- en arbeidsvoorwaarden. De uitwerking van een globaal preventieplan (incl. met aandacht voor het psychosociaal welzijn). Met de aanstelling van een interne preventieadviseur en in overleg met de externe preventiedienst werd in 2011 werk gemaakt van de opmaak van een globaal preventieplan 20112016. Dit plan werd eind juni voorgelegd en goedgekeurd binnen de Raad van Bestuur, inclusief de daaraan gekoppelde jaarplannen. in het kader van de uitwerking van het globaal preventieplan werd een psychosociale risicoanalyse opgemaakt door de externe preventiedienst IDEWE (in het voorjaar 2011). Deze analyse bouwde verder op en hield ook rekening met de resultaten van de arbeidstevredenheidsenquête gehouden in 2009 (o.m. met signalen i.v.m. hoge werkdruk). De resultaten en de hieraan gekoppelde acties (voorbereid door de werkgroep personeel/ goedgekeurd door de RVB van juni 2011) werden voorgelegd aan het personeel eind juni 2011. De acties (een 8-tal) hebben o.m. betrekking op: de verdere uitbouw van een IPD; het optimaliseren van de samenwerking met de EPD, de opvolging/evaluatie/ ondersteuning van de medewerkers (inz. m.b.t. evaluatie en bijsturing); het optimaliseren van overlegkanalen en werkstructuren; aandacht voor de caseload/werkdruk van de medewerkers; bijsturen opdrachten van beleidsmedewerkers incl. vorming coachend leidinggeven; comfortverbetering werkplaatsen; een beperkt aantal algemene arbeidsvoorwaarden waar de organisatie zelf vat op heeft
Agendapunten voor 2012 m.b.t. loon- en arbeidsvoorwaarden zijn onder meer de verdere opvolging van de acties in opvolging van het preventieplan/ psychosociale risicoanalyse. Verder staat nog op de agenda: de verdere opvolging van de inzet van overhead (eventuele herschikkingen) binnen het raamkader die werd beslist in 2011 (terugdringen overhead); -
de evaluatie/ bijsturing van de procedures binnen het kwaliteitshandboek rond personeel,
-
de opvolging van de intenties rond invoering van een tijdregistratiesysteem
-
…
Op het vlak van het OWO-SSA zal de concretisering van het VIA IV akkoord voor onze sector verder worden opgevolgd evenals de interne loonstudie.
182
o.m. m.b.t. werkzekerheid, doorgroeimogelijkheden, ….. Voormelde acties werden in de loop van 2011 binnen de werkgroep personeel verder opgevolgd. In het kader van de opvolging van sectorale cao’s van toepassing op onze organisatie werd in 2011 een regeling doorgevoerd m.b.t. dienstverplaatsingen vanaf 01/01/2011 met de fiets - conform cao dienstverplaatsingen pc 329). Binnen het kader van het sectoraal overleg (OWO-SSA) werd in 2011 vooral uitgekeken naar de mogelijkheden/ ruimte binnen het kader van het nieuw af te sluiten VIA-IV akkoord 2011-2015 inzake verbetering van algemene loon- en arbeidsvoorwaarden. Dit akkoord werd uiteindelijk pas afgesloten op 2/12/2011. Het bevat voor onze sector slechts een beperkt aantal maatregelen inzake verbetering van loonen arbeidsvoorwaarden m.n. rond de (verdere) opbouw de eindejaartoelage naar een 13 maand en de (verdere) de uitbouw van de 2 pensioenijler. Verder werd in het akkoord een vergelijkende studie rond functieclassificatie in het vooruitzicht gesteld (tegen eind 2015). Tenslotte stond de (interne) sectorale loonstudie – opgemaakt in 2010- op de agenda voor verdere opvolging. In 2011 werd deze loonstudie besproken. Vanuit de vakbonden werden enkele punten naar voren geschoven voor verdere onderhandelingen in 2012. Besluit
Intern werd in 2011 (binnen het kader van een globaal preventieplan) specifieke aandacht besteed aan de psychosociale risicoanalyse, op basis waarvan een aantal acties werden uitgewerkt die in de loop van de volgende jaren verder dienen opgevolgd te worden.
Het in 2011 opgemaakte globaal preventieplan (inclusief jaarplannen; inclusief acties in opvolging van de psychosociale risicoanalyse 2011) vormen een belangrijke leidraad voor de werking in de komende jaren rond loon- en arbeidsvoorwaarden.
Inmiddels is het VIA-akkoord 2011-2015 eind december 2011 goedgekeurd. De hierin voor onze sector relevante punten dienen in de loop der komende jaren verder opgevolgd.
Idem voor wat betreft het VIA-akkoord.
183
Strategische actie ISA-PE-2.2.1. Actieve deelname aan sectorinitiatieven rond competentiemanagement 1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Werknemers en hun competenties zijn bij uitstek het belangrijkste kapitaal van de organisatie om zijn organisatiedoeleinden te kunnen realiseren. In een steeds competitievere arbeidsmarkt zijn inspanningen nodig om een aantrekkelijke werkgever te zijn en competente medewerkers te kunnen blijven aantrekken en behouden. Competentiemanagement gaat om het erkennen, ontwikkelen en inzetten van competenties van werknemers in functie van zowel de realisatie van de doelstellingen van de organisatie als van persoonlijke wensen en ambities van werknemers. Competentiemanagement is dus een instrument om de organisatie en de werknemers in samenhang te ontwikkelen. Dit werd ingeschreven als strategische actie, voor zover daaromtrent ook initiatieven zouden gepland worden binnen de sector Samenlevingsopbouw. Dit is voorlopig beperkt (in het kader van het vormingsbeleid)..
Beoogde resultaten
Evaluatie 2011
Planning
Deelname aan overleg inzake invoering van een beleid rond competentiemanagement
Binnen het kader van het sectoraal vormingsaanbod is er aandacht voor competentieontwikkeling van de medewerkers.
Verdere opvolging via de sectorale werkgroep ‘Partners in vorming’ in 2012 is voorzien.
Initiatieven inzake competentiemanagement
In de komende jaren zal er, binnen het kader van het leerbeleidsplan 2009-2016, (verder) werk worden gemaakt van een ‘leertraject’ als beleidsinstrument voor VTO en als hulpmiddel om begeleiders in regionale instituten om toeleiding van de individuele werknemer tot het sectorale aanbod te ondersteunen rekening houdend me de al aanwezige en nog noodzakelijk te ontwikkelen competenties van de betreffende medewerker.
Eventuele implementatie organisatie.
van
leertrajecten
binnen
de
Het uitwerken van ‘competentieprofielen’ op sectoraal niveau staat vandaag niet op de sectorale agenda. Besluit
Er is een aanzet om te werken rond ‘competentieontwikkeling’ via het sectoraal leerbeleidsplan.
Voor de implementatie van leertrajecten is een noodzakelijke voorwaarde dat een generiek beleidsmedewerker dit verder kan opvolgen en hiervoor ook de nodige tijd kan nemen.
184
Strategische actie ISA-PE-2.3.1. Actieve deelname aan het sectorinitiatieven rond leren (Partners in Vorming).
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Samenlevingsopbouw is actief lid van Partners in Vorming (PIV), een sectoraal samenwerkingsverband rond ‘vorming/leren’ onder leiding van het ondersteuningsinstituut Samenlevingsopbouw Vlaanderen, dat instaat voor het uitwerken en de regie van een sectoraal vormings- en leerbeleid voor de sector Samenlevingsopbouw en de participerende instituten voor Samenlevingsopbouw. Het sectoraal vormingsaanbod is een samenhangend aanbod van een geheel van inhouden (kennis, vaardigheden en attitudes) die een professional in de sector nodig heeft om z’n job kwalitatief te kunnen opnemen.
Beoogde resultaten Deelname aan initiatieven rond de uitwerking van een sectoraal vormings- en leerbeleid Sectoraal vormingsaanbod
Evaluatie 2011
Planning
Binnen de eigen organisatie wordt vorming en het vormingsbeleid opgevolgd door de beleidsmedewerker personeel. Door het wegvallen van de beleidsmedewerker personeel (vanaf eind 2010) werd in 2011 de werking van de sectorale werkgroep (de PIV) eerder van op afstand opgevolgd door de coördinator.
.In 2012 voorzien we verdere deelname aan de werkzaamheden van de sectorale werkgroep ‘Partners in Vorming’; Intern staat een actualisering/ bijsturing van het intern VTObeleidsplan (verder) op de agenda.
In 2011 werd binnen de PIV, met het leerbeleidsplan 20092016 als leidraad, een vormingsplan voor 2011-2012 uitgewerkt. Intern werden de inschrijvingen voor het jaarplan 2011-2012 opgenomen door het secretariaat en opgevolgd door de coördinator, in afwachting van de aanwerving van een generieke beleidsmedewerker - verantwoordelijk voor vorming. De registratie van de vorming werd in 2011 verder opgenomen door het secretariaat en in overleg met de coördinator verder op punt gesteld. De registratie van de vorming genereert o.m. een VTO-fiche per personeelslid en een overzicht van de jaarlijks gevolgde vorming van al het personeel binnen de organisatie. De opvolging intern van het vormingsbeleid gebeurt verder binnen de werkgroep personeel. De voorziene evaluatie/ bijsturing van onze interne VTO-beleidsnota (laatst goedgekeurde op de RVB van 16/09/2008) werd in 2011 niet 185
opgenomen vanwege beleidsmedewerker personeel. Besluit
tijdsgebrek/
wegvallen
Het vormingsbeleid wordt in grote mate sectoraal uitgewerkt (het kader daartoe is het leerbeleidsplan voor de sector 20092016).
Voor 2012 is het belangrijk dat we duidelijkheid krijgen wie als (generieke) beleidsmedewerker terug kan ingezet worden om ‘vorming’ op zich te nemen.
Binnen het eigen instituut dient het intern vormingsbeleid opnieuw afgestemd/ geactualiseerd rekening houdend met het hoger vernoemde leerbeleidsplan van de sector.
Het opnieuw inzetten van een generieke beleidsmedewerker voor vorming is dringend en noodzakelijk voor een meer kwalitatieve opvolging.
De opvolging van het vormingsbeleid kan binnen de huidige omstandigheden (wegvallen generieke beleidsmedewerker) slechts beperkt worden opgevolgd.
ISD-EX-3. Inhoudelijke en methodologische expertise wordt maximaal ontwikkeld, gedeeld en geborgd
IOD-EX-3.1. Ontsluiten van informatie en borgen van kennis op project-, programma- en organisatieniveau
Beoogde effecten / effectindicatoren De opgebouwde expertise van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen draagt ertoe bij dat de eigen organisatie en de sector een grotere input en impact hebben op het maatschappelijk debat rond kansengroepen.
Prestatie- en procesindicatoren Resultaten/Effecten
Indicator
De noden en behoeften op vlak van expertiseontwikkeling zijn in kaart gebracht
Analyse
Er zijn passende instrumenten, kanalen en methodes ontwikkeld voor het ontsluiten van informatie en borgen van kennis
Instrumenten, kanalen en methodes
De werknemers worden ondersteund in het ontsluiten van informatie en het borgen van kennis
Ondersteuningskader
186
Strategische actie ISA-EX-3.1.1. Actieve deelname aan samenwerkingsverbanden en overleggen binnen de sector Samenlevingsopbouw.
1. Omschrijving en werkdoelen Omschrijving strategische actie Samenlevingsopbouw maakt een bewuste strategische keuze binnen het kader van de het meerjarenplan voor meer inzet in sectorale samenwerking en overleg rond de programma’s waarrond we actief zijn: zie strategische opties geactualiseerd meerjarenplan 2011-2015. Meer inzetten op sectorale samenwerking en overleg heeft tot doel te komen tot meer uitwisseling en bundeling van ervaring en kennis (expertise) opgebouwd vanuit de verschillende instituten rond verschillende programma’s en tot een sterkere onderbouw en organisatie van de belangenbehartiging i.f.v. meer impact op het beleid voor de doelgroepen waarmee en waarvoor we opkomen. Beoogde resultaten Deelname aan sectorale samenwerkingsverbanden
Evaluatie 2011
Planning
We verwijzen naar de betreffende SA’s bij deel III (inhoudelijke werking).
Verder deelname aan de sectorale samenwerkingsverbanden en –overleggen in 2012.
Idem.
Idem.
Deelname aan initiatieven genomen vanuit sectorale samenwerkingsverbanden Besluit
187
BIJLAGEN Inzet personeel programmatie 2012 Boordtabellen als afzonderlijke documenten
188
189