Pijler Nummer 10 - november/december 2012
Nieuwbouw Haags PKC-complex bijna klaar Het Nieuwe Werken: de stand van zaken
Colofon Pijler is een uitgave van het Commando DienstenCentra, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Hoofdredactie Dave Coenen Eindredactie Jack Oosthoek Vormgeving
Inhoudsopgave 4 Het Nieuwe Werken
Het Commando DienstenCentra vervult binnen Defensie een pioniersrol bij Het Nieuwe Werken. Een evaluatie van Gedragswetenschappen leert dat deze methode bij veel CDC’ers nog moet inburgeren.
8 Mishandelde CDC-burger knokt voor herstel
CDC-burger Willem Poulisse werd vorig jaar vlakbij zijn huis mishandeld. De Paresto-medewerker wil graag re-integreren, maar gezien zijn verwondingen is het de vraag of dat lukt.
Grafische Dienst, Audiovisuele Dienst Defensie, Den Haag Druk Deltahage, Den Haag
10 Nieuwbouw Haags PKC-complex bijna klaar
Het heeft door tegenslagen even geduurd, maar de renovatie van het Plein Kalvermarktcomplex in Den Haag is bijna klaar. Begin 2013 gaat waarschijnlijk de laatste spijker de muur in.
Oplage: 10.500 Redactieadres: Dienstencentrum Defensiemedia Gebouw Binckhorsthof Binckhorstlaan 135
16 Succesvolle re-integratie
Soldaat 1 Rahmon Zondervan raakte in de zomer van 2007 zwaar gewond bij een aanslag in Uruzgan. Met hulp van het CDC kwam hij er weer bovenop en werkt nu als kapitein-fysiotherapeut in Garderen.
2516 BA Den Haag Telefoon 070.339.78.01/DSN *06-580-7801 Email:
[email protected]
En verder:
Redactionele bijdragen van:
3 Column commandant CDC, vice-admiraal Erik Kopp.
Dave Coenen (Communicatie CDC), Suzan van der Weij (Divisie Vastgoed en Beveiliging), Cynthia den Blanken (Divisie Defensie Gezondheidszorg Organisatie), Wouter Kalkman (Divisie Facilitair & Logistiek), Petra Huijser (Divisie Personeel & Organisatie Defensie), Ferry Robbers (Nederlandse Defensie Academie). Overname van artikelen en foto’s is toegestaan na overleg met de redactie en onder bronvermelding. Aan artikelen kunnen geen rechten worden ontleend. De
7 Kort Nieuws. 11 Integer Geregeld over ongewenst gedrag tegenover collega’s. 20 In de rubriek Mijn werkplek komt sergeant-majoor Erik Laadstra (CLSK), hoofd Inwendige Dienst van de Staf van DVVO, aan het woord. 22 Dank zij het CDC kan het Veterinair Reddingshonden Team bij Defensie trainen. 24 In Op Uitzending aandacht voor de juridische missie van kolonel mr. Aart Jan de Haan inKaboel. 27 Kort Nieuws. 28 Foto van de maand.
inhoud van de Pijler weerspiegelt niet
Voorpagina
noodzakelijk de mening van het Ministerie van Defensie. De redactie behoudt zich het
Blik in het futuristische trappenhuis van het gerenoveerde Plein Kalvermarktcomplex in Den Haag.
recht voor om ingezonden artikelen in te korten, niet, gedeeltelijk of gewijzigd te plaatsen. Adreswijzigingen: Via intranet: P&O Selfservice
Pijler Nummer 10 - november 2012
Nieuwbouw Haags PKC-complex bijna klaar Het Nieuwe Werken: de stand van zaken
Foto: korporaal der mariniers Rob van Eerden (AVDD).
3
Van de commandant
Licht De donkere dagen voor kerst zijn weer aangebroken. Terwijl ik dit schrijf is het pas drie uur’s middags, maar begint de schemering alweer in te zetten. In de transparante kantoren van de Kromhout Kazerne gaan de lichten aan en dat ziet er sfeervol uit. Als het goed is bent u of is uw voertuig ook goed verlicht wanneer u straks naar huis toegaat, met de fiets, de auto of de trein; Daardoor kunnen andere mensen zien dat u er bent. U bent zichtbaar. Begin deze maand ontving minister Jeanine HennisPlasschaert de petitie ‘Handen af van Defensie’. Dat initiatief is ook als een licht in het donker. Steeds meer wil Defensie laten zien waar het voor staat en zichtbaar zijn. En wat zo mooi is aan dit initiatief: het is vanuit defensiepersoneel zelf gekomen. De minister zei hierover: “Defensie doet er toe. Handelsland Nederland heeft een fitte krijgsmacht nodig.” CDC draagt hier zijn steentje aan bij door de operationele onderdelen van cruciale producten en diensten te voorzien. Mede dankzij ons doet Defensie er toe. Ik wens zowel de minister als de nieuwe secretaris-generaal, dhr. Erik Akerboom, heel veel succes in hun nieuwe functie en bij het neerzetten van die sterke krijgsmacht. Inmiddels gloort er een licht aan het einde van de tunnel die reorganisatie heet. Begin deze maand heb ik weer verschillende Definitieve Reorganisatieplannen getekend en daarmee een stap gezet naar de definitieve reorganisatie die volgend jaar zijn beslag moet krijgen. Hoewel een aantal reorganisaties vertraging heeft opgelopen, ben ik erg blij te kunnen constateren dat er zo hard en constructief is gewerkt, dat de vertraging gering is en dat de implementatiefase nadert. Door de wens van de bonden om de reorganisaties van de staven van de Defensieonderdelen en de DPOD in tijd te synchroniseren, is de implementatie van de reorganisaties van OG&K en de DPOD enkele maanden vertraagd. Hoewel de wens begrijpelijk is, betekent het voor deze twee organisatiedelen een latere start. Ik hoop dat de flow om te vernieuwen en te verbeteren ondanks de vertraging blijft bestaan. Ik streef er naar degenen die zich hier in bevinden in 2013 zo snel mogelijk meer duidelijkheid te kunnen geven. U heeft daar gewoon recht op.
Kerst is het feest van het licht. De Germanen hielden al rond het begin van onze jaartelling midwinterfeesten, waarbij het boze werd verjaagd en het licht werd begroet. Met zijn allen hebben we een jaar achter de rug dat nogal onstuimig was. Des te meer waardeer ik uw inzet voor het CDC van afgelopen jaar. Ik wens u en allen die u dierbaar zijn hele fijne feestdagen. Ik zie u graag in goede gezondheid terug in het nieuwe jaar. Erik Kopp Vice-admiraal Commandant CDC Ps. Oh ja. Kerst is ook een tijd van geven. Daarom krijgt u bij deze Pijler de Quest! Deze speciale editie van de Quest is gemaakt in samenwerking met Defensie. Dit kijkje achter de schermen biedt de lezer de mogelijkheid om de wereld van Defensie te leren kennen. Ik ben trots op het resultaat. Veel leesplezier!
4
Het Nieuwe Werken op de Kromhoutkazerne
Wennen aan het kantoor van de toekomst
Een kantoor wordt een plek waar creatieve oplossingen worden bedacht voor problemen.
5
Met loungeplekken, concentratieruimten en gedeelde archiefkasten is Het Nieuwe Werken de toekomst. Defensie doet mee aan dit werkconcept, dus ook het Commando DienstenCentra op de Kromhoutkazerne in Utrecht. Volgens een onderzoek van Gedragswetenschappen zijn de CDC-medewerkers gematigd positief. Tekst: tweede luitenant Rosalien van Damme Foto’s: archief AVDD Het nieuwe kantorencomplex op de Kromhoutkazerne is volgens de eisen van HNW ingericht. In theorie zijn er minder werkplekken dan werknemers aanwezig.
Dankzij Het Nieuwe Werken (HNW) kunnen werknemers waar dat mogelijk is in overleg met hun leidinggevende hun eigen rooster indelen en zo efficiënter met hun tijd omgaan. Via internet en mobiele telefonie blijven ze in contact met hun leidinggevende en collega’s. Het resultaat is dat er productiever gewerkt wordt met minder stress en verspilde tijd. Een werknemer voelt zich geen gevangene van het kantoor, maar een kantoor wordt een plek waar creatieve oplossingen worden bedacht voor problemen. Samenwerking en productiviteit komen op een hoger niveau te liggen. Een win-winsituatie. Essentieel is de rol van de leidinggevende. Die maakt duidelijke afspraken met medewerkers om het beoogde doel en de deadlines te halen.
HNW toolkit Om het concept van Het Nieuwe Werken te laten slagen, is er een verandering nodig in denken, doen en laten. HNW is geen recht, maar gebaseerd op duidelijke afspraken tussen medewerker en leidinggevende. Om daar samen uit te komen heeft het CDC een toolkit HNW ontwikkeld. Daar zitten onder andere cursussen in om personeel te begeleiden in het maken van de overstap. Sinds de verhuizing van het CDC naar Utrecht begin dit jaar, is de gedragsverandering nog weifelend op gang gekomen, blijkt uit een onlangs door Gedragswetenschappen (GW) opgestelde evaluatie. Het Nieuwe Werken is nog niet helemaal ingeburgerd. Het personeel van het CDC is gematigd
positief. Maar er zijn ook medewerkers die de omschakeling al toejuichen. Petra de Koster, werkzaam op de Kromhoutkazerne als stafmedewerker van de directie Personeel en Organisatie (CDC), is zeer enthousiast. “Als ik
“Om het concept van Het Nieuwe Werken te laten slagen is een verandering nodig in denken, doen en laten” naar Den Haag moet voor een vergadering, kan ik er nu voor kiezen om daar verder te werken in plaats van terug te reizen naar Utrecht. Dat scheelt tijd”, vertelt ze. “Het gaat in Het Nieuwe Werken om het op tijd leveren van producten en voldoen aan kwaliteitseisen. Er is meer vrijheid, maar dat betekent niet vrijblijvendheid. Mijn werkweek bestaat uit twee vaste dagen in Utrecht op de Kromhoutkazerne. Aanlanden op de kazerne in Den Haag of thuiswerken kan niet zomaar, daar moeten goede afspraken over gemaakt worden met de leidinggevende. Zoals gezegd speelt die een cruciale rol in de uitvoering van HNW.”
De Koster volgde met het hele team een cursus output-gericht werken uit de HNWtoolkit. Het hielp haar de omslag naar het nieuwe systeem te maken. “HNW betekent werken, onafhankelijk van tijd en plaats. De cursus hielp mij bij het stellen en behalen van doelen in deze nieuwe werkcontext.”
Eigen werkplek Het nieuwe kantorencomplex op de Kromhoutkazerne is volgens de eisen van Het Nieuwe Werken ingericht. Dat betekent dat er in theorie minder werkplekken beschikbaar zijn, dan er werknemers aanwezig zijn. Mensen zijn namelijk niet meer gebonden aan een vast kantoor. Toch houden veel werknemers in de praktijk vast aan een eigen werkplek, blijkt uit de evaluatie van Gedragswetenschappen. Er is genoeg ruimte beschikbaar, zodat iedereen een eigen vaste werkplek kan bemachtigen. De Koster: “Het is handig om bij de collega’s te zitten met wie je samen bepaalde werkzaamheden uitvoert of dossiers deelt. In praktijk gaat iedereen bij zijn persoonlijke archiefkast zitten, omdat dit nu eenmaal handiger is.”
Communicatie Een heldere en soepele communicatie tussen werknemers onderling en met de werkgever is in het concept van Het Nieuwe Werken essentieel. Mensen werken namelijk in een dynamische omgeving waarin ze elkaar minder zien. Dat heeft consequenties voor saamhorigheid en overleg. Om HNW te laten slagen is daarom een goed
6
Aanlanden op een kazerne of thuiswerken kan niet zomaar, daar moeten afspraken over gemaakt worden met de leidinggevende.
gebruik van nieuwe ICT-middelen een belangrijke voorwaarde. “Je kunt niet naar Den Haag rijden en verwachten dat je daar collega’s aantreft”, vertelt De Koster. “Bij ons is iedereen verplicht de outlook-agenda bij te houden. Zo weet je waar collega’s zich bevinden en wanneer mensen tijd hebben
“Het gaat in Het Nieuwe Werken om het op tijd leveren van producten en voldoen aan kwaliteitseisen” voor overleg. Op die manier kun je altijd prima (telefonisch) afstemmen. Een gevaar van Het Nieuwe Werken is wel dat je collega’s minder ziet, wat samenwerking en saamhorigheid in de weg kan staan. Dit kun je opvangen door met elkaar in contact te blijven en op de hoogte te zijn van elkaars werkzaamheden.”
Thuiswerken Dat flexibiliteit en werken zonder gebonden te zijn aan tijd en plaats als een rode draad door HNW lopen, betekent ook dat medewerkers makkelijker thuis kunnen werken en zo files ontwijken en kantoorkosten besparen. Er wordt dan wel een beroep gedaan op de eigen
verantwoordelijkheid. Het kan ook moeilijk zijn voor thuiswerkers om werk en privéaangelegenheden te scheiden. De Koster heeft daar geen last van, ze vindt thuiswerken ideaal. “Behalve dat je geen last hebt van files, kun je tussen het werk door bijvoorbeeld even een privéafspraak plannen en daarna eenvoudig weer aan de slag gaan. Belangrijk is wel dat je je werk doet en het op tijd af hebt. Thuiswerken is niet voor iedereen weggelegd. Het werk moet zich lenen om op verschillende plekken mee bezig te zijn en sommige mensen zijn meer gebonden aan locatie dan anderen. Ook de persoonlijke werkstijl en de omstandigheden thuis spelen een rol bij de keuze om thuis te werken of op kantoor.”
Duidelijke afspraken over HNW Om Het Nieuwe Werken een kans van slagen te geven, zijn er drie aandachtspunten. Ten eerste is HNW gebaseerd op duidelijke afspraken tussen medewerker en leidinggevende. Ten tweede ligt bij HNW de nadruk op resultaat. De leidinggevende stuurt daar dus op. Ten derde moet er goed nagedacht worden over het effect van HNW op de saamhorigheid en de overlegmomenten. Er zijn minder vanzelfsprekende contactmomenten, omdat mensen minder vaak op de werkplek zijn. Dit kan opgevangen worden door het maken van duidelijke afspraken.
ICT-ontwikkelingen Het Nieuwe Werken wordt mogelijk gemaakt door recente ontwikkelingen in de informatietechnologie en nieuwe ICT-mogelijkheden. Door hun smartcard, mulan-account, laptop en uiteraard mobiele telefonie zijn defensiemedewerkers flexibel als het gaat om de plek waar zij hun werk doen. Ze blijven dan toch in contact met hun collega’s. Verder is bij het Het Nieuwe Werken de telestick onmisbaar, een USB-stick met software van Defensie. Met behulp van je smartcard en een smartcardreader kun je op elke gewenste plek inloggen en aan de slag gaan. Ook kunnen medewerkers thuis inloggen op intranet, de gezamenlijke schijf en outlook-berichten openen. Tot slot vraagt HNW om een nieuwe vorm van leiding geven: meer eigen verantwoordelijkheid, minder hiërarchie, delegeren en oplossingsgericht werken.
7
Kort & Krachtig Bouw sportcomplex MRC Doorn op volle toeren
De bouw van het nieuwe sportcomplex van het Militair Revalidatie Centrum Aardenburg (MRC) in Doorn vordert gestaag. De staalconstructie is bijna gereed en onlangs werd het hoogste punt van het gebouw bereikt. Om dat te vieren bevestigde de commandant van het Commando DienstenCentra waaronder het MRC valt, viceadmiraal Erik Kopp, de vlag van het revalidatiecentrum aan de laatste stalen balk van de dakconstructie (foto). Door het nieuwe sportcomplex krijgt het MRC Aardenburg meer mogelijkheden om sport en bewegen tijdens en na het revalidatieproces te verbeteren. De nieuwe accommodatie is voorzien van een 25 meter revalidatiezwembad met een flexibele vloer, een multi functionele sportzaal en een sportzaal met fitness- en cardioapparatuur. Hoewel de naam anders doet vermoeden, kunnen in het
MRC Aardenburg ook ‘revalidanten’ uit de burgersector terecht. Het MRC had onlangs nog wat te vieren. Tijdens de European Game Awards in Amersfoort sleepte dat een nominatie in de wacht voor de applicatie Ticket to ride voor CAREN. CAREN is een virtuele omgeving waarin een (militaire) patiënt op een beweegbare console revalideert. Ticket to ride is een wedstrijd in spelapplicaties die in de zorgsector kunnen worden gebruikt. In de applicaties leren ‘revalidanten’ omgaan met onverwachte situaties. Zo kunnen ze plaatsnemen in een virtuele bus, om vervolgens de snelheid en het rijgedrag ervan met hand- en armbewegingen te beïnvloeden. Dat komt het coördinatievermogen van de ‘revalidant’ ten goede. Ook het CARENsysteem draait op de applicatie Ticket to ride.
Defensie Vaarschool verhuist naar KIM
Om de samenwerking tussen het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) en de Defensie Vaarschool (DVS) te optimaliseren, verhuist de DVS medio 2013 naar het KIM. De twee opleidingen gaan nauwer samenwerken op het gebied van militaire zeemanschappelijke en navigatorische opleidingen en trainingen. Vooruitlopend hierop ondertekenden de commandant Opleidingen KIM kapitein-ter-zee Kees Turnhout (op de foto links) en hoofd Opleidingen Koninklijke Marine kolonel der mariniers Peter Jan de Vin onlangs een overeenkomst. De partijen gaan samen de in aanbouw zijnde Ship Handling Simulator gebruiken. Deze vervangt de huidige, verouderde brugsimulator en de radarsimulatoren van de DVS. Op de nieuwe scheepssimulator kan het brugpersoneel zich voorbereiden op missies. Bovendien stelt het adelborsten in staat om al tijdens hun opleiding het varen te oefenen. Bijkomend voordeel is dat kennis, personeel en de schaarse dure opleidingsmiddelen en trainingsfaciliteiten nu efficiënter ingezet kunnen worden. Daarmee kan makkelijker aan de groeiende behoefte aan basisvaaropleidingen en militaire zeemanschappelijke en navigatorische trainingen worden voldaan. De DVS blijft echter onderdeel van de CZSK-onderwijsorganisatie.
Nieuw boek helpt bij terugkeer van een missie Deze zomer is het boek ‘Na de missie’ verschenen. Hoewel de meeste militairen geen last ondervinden van een uitzending, kost het tijd om te wennen aan de thuissituatie in Nederland. Een minderheid heeft moeite om de bijzondere ervaringen in het buitenland een plek te geven. ‘Na de missie’ is bedoeld als wegwijzer voor militairen die na een uitzending het leven van alledag in Nederland weer oppakken.
Het boek, met een voorwoord van oorlogsverslaggever Joeri Boom, staat vol met praktische tips en tools. Ook het thuisfront komt aan bod. Tevens helpt het boek om de overgang naar het dagelijks leven te plaveien. Auteurs luitenant-ter-zee 1 drs. Erwin Kamp en dr. Michaela Schok zijn deskundig op het gebied van veteranenzorg. Kamp is meerdere malen als humanistisch geestelijk verzorger op uitzending geweest. Over zijn
eerdere ervaringen schreef hij het boek ‘Raadsman, heeft u nog raad?’ Kamp werkt op dit moment als coördinator Geestelijke Verzorging bij het Veteraneninstituut. Schok, wetenschappelijk medewerker bij hetzelfde instituut, promoveerde in 2009 op het onderzoek Meaning as a mission. Ze onderzocht de uitzendervaring van circa 1500 veteranen. ‘Na de missie’ is verkrijgbaar via www.eburon.nl | Prijs: 15,00 euro
8
Paresto-medewerker Poulisse zwaar in lappenmand na mishandeling
“Zonder Defensie zou ik in een diep gat vallen” Het leven van Paresto-medewerker Willem Poulisse (47) staat sinds mei 2011 volkomen op zijn kop. Die maand tuigde een jongeman hem in een park bij zijn huis in Apeldoorn af met een kruissleutel voor het verwisselen van een autoband. De gevolgen waren desastreus. Door zijn verwondingen is het de vraag of Poulisse zijn werk als restaurant- annex barmedewerker op de Generaal-majoor Kootkazerne in Garderen ooit weer kan hervatten.
Tekst: Jack Oosthoek Foto's: Rob Gieling
9 < Poulisse (geheel rechts) met echtgenote
Renske en zoon Dave voor hun woning in Apeldoorn.
Poulisse knokt voor zijn herstel.
Op rustige toon legt de nog steeds zichtbaar gehavende Poulisse uit dat hij de jongen alleen maar vroeg om te stoppen met het maken van lawaai en rommel. En om samen met zijn makkers weg te wezen. Dat was niet de eerste maal en ook Poulisse’s echtgenote Renske had de ‘heren’ al eens gevraagd te verdwijnen. “Omdat het de zoveelste keer was, gedroeg ik me niet echt vriendelijk”, vertelt Poulisse. Achttien maanden na het incident herinnert het slachtoffer zich nog weinig van het incident. De ‘film’ start in het ziekenhuis, waar een ambulance hem (vrijwel) bewusteloos naartoe had gebracht. Zijn verwondingen logen er niet om. Een zware hoofdwond; een nagenoeg afgescheurd linkeroor; een scheur in een neusbijholte;
“Na een bezoek van vrienden of collega’s ben ik dagenlang doodmoe” kneuzingen in de hersenen; zwellingen. Later kwam daar geheugenverlies bij en bleek Poulisse’s aangezichtszenuw kapot geslagen. Ondanks de kwetsuren mocht Poulisse het ziekenhuis ‘s nachts verlaten. Echtgenote Renske werkt in de verpleging en kon een professioneel oogje op hem houden.
Weinig vruchten In de weken na het incident zat Poulisse aan huis gekluisterd, tot niets in staat. Zelfs het kauwen van voedsel lukte moeilijk. Met hulp
van zijn huisarts en zijn bedrijfsarts van Defensie begon hij na enige tijd met revalideren. De behandeling is afgelopen zomer gestopt en werpt tot nu toe weinig vruchten af. Poulisse zit nog steeds zwaar in de lappenmand. “Na een bezoek van vrienden of collega’s ben ik dagenlang doodmoe. Ik slaap slecht en als dit wel lukt, droom ik over het incident. Dan zie ik rare beelden als een passerende brandweerauto. Ook mijn lichaamscoördinatie laat te wensen over. Ik leg mijn pakje shag in de koelkast en als ik de stofzuiger wil aanzetten, druk ik op een lichtknop. Een arts heeft een ernstige vorm van het Post Traumatisch Stressstoornis geconstateerd.” Intussen heeft Poulisse bij het bedrijf LYTTON aan de hand van een psychologisch en fysiek onderzoek een belastbaarheidtest ondergaan. Hij wil namelijk uit de ziektewet en re-integreren bij Paresto. Het wachten is op de uitslag van het onderzoek. Poulisse wil een afkeuring per sé voorkomen. “Ik werk sinds 1989 bij Defensie en heb het altijd naar mijn zin gehad. Ik houd stug vol dat het me lukt om te re-integreren. Dat moet ook wel, anders heb ik geen doel meer voor ogen. Volgens mijn huisarts is op termijn een verbetering in mijn toestand mogelijk. Daar houd ik me ook aan vast.”
Diep gat Welk onderzoeksresultaat er ook uit de bus komt, aan de begeleiding door Defensie ligt het niet, vertelt Poulisse. “Het Dienstencentrum Re-integratie geeft me alle benodigde informatie en duidelijkheid. Mijn begeleider Frank Deenen steunt en stimuleert me enorm. Dat helpt bij mijn genezing. Zonder de hulp van Defensie zou ik in een diep gat vallen. De steun die ik krijg is een voorbeeld van
goed werkgeverschap. Defensie is ondanks alle reorganisaties een uitstekend werkgever.” Poulisse’s collega’s bij Paresto en kennissen elders bij de krijgsmacht laten zich evenmin onbetuigd. Zij zoeken hem op, bellen en sturen beterschapkaarten.
“Ik houd stug vol dat het me lukt om te re-integreren” Omdat het bloed kruipt waar het niet gaan kan, ‘meldt’ Poulisse zich af en toe in Garderen, waar hem telkens weer een warm welkom wacht. “De saamhorigheid bij Defensie is óók een reden waarom ik weer wil werken.”
Hoger beroep De jongen van toen negentien jaar die Poulisse de klappen toediende is in een rechtszaak poging tot doodslag ten laste gelegd. De uitspraak luidde: ‘zware mishandeling’. De officier van justitie ging daar tegen in hoger beroep, een procedure die bij het ter perse gaan van deze Pijler nog liep.
10
Re-integratiebegeleider Frank Deenen:
“Willem heeft nog een hele lange weg te gaan”
Met de hulp van Frank Deenen probeert Willem Poulisse de weg omhoog weer te vinden.
kreeg hij van echtgenote Renske te horen. Gaandeweg het gesprek werd Poulisse inderdaad doodmoe en het kostte het hem moeite om alles op een rij te zetten. “Ik dacht: hoe moet dit verder?”, verzucht Deenen. “Willem wil terug in zijn functie bij Paresto. Maar of dit lukt…?” Toen het wel kon deed de op de Oranjekazerne in Schaarsbergen werkzame Deenen Poulisse in een gesprek onder meer het reintegratiebeleid van Defensie uit de doeken. Maar ook wat het DCR van hem verwacht. Verder regelde Deenen de revalidatie van Poulisse in Apeldoorn. Die bestond uit verschillende therapieën en gesprekken met psychologen en maatschappelijk werkers. “Willem maakte daarin kleine stapjes”, weet de voormalige P&Ofunctionaris.
“Het wordt heel moeilijk om hem weer in het arbeidsproces te krijgen.” De begeleider van Willem Poulisse bij het Dienstencentrum Re-integratie, Frank Deenen, laat er geen misverstand over bestaan. Hoewel de mishandeling alweer meer dan een jaar geleden plaatsvond, verloopt het herstel van Lange weg Poulisse uiterst moeizaam. “Maar we halen er Inmiddels heeft Poulisse zoals al aangegeven een voor hem alles uit wat er in zit.” Tekst: Jack Oosthoek Foto: Rob Gieling
Poulisse kwam met Deenen in contact, nadat zijn leidinggevende hem na het incident voor de Interne Poortwachters Toets (IPT) bij het Dienstencentrum Re-integratie (DCR) van het Commando DienstenCentra had aangemeld. Daarbij maken een bedrijfsarts en de commandant van de persoon in kwestie een analyse van het probleem. En een plan van aanpak. Vervolgens gaat het expertisecentrum van het DCR op de Mari-
nekazerne Amsterdam na of de cliënt in aanmerking komt voor begeleiding door Defensie. In het geval van Poulisse was het antwoord direct ja. “Willem was ongeschikt voor het uitvoeren van zijn functie”, vertelt Deenen. Vervolgens startte de re-integratie.
Slechte dag Toen Deenen Poulisse voor het eerst bij hem thuis sprak, schrok hij. Poulisse had een slechte dag,
belastbaarheidonderzoek bij het bedrijf LYTTON achter de rug. Psychologische en fysieke testen moeten aantonen in hoeverre hij geschikt is om te werken. De uitslag komt begin 2013. Verder wacht Poulisse nog een neurologisch onderzoek. Zijn hersenen hebben immers een zware dreun gehad. “Willem heeft een hele lange weg te gaan”, maakt Deenen de balans op. “Tot nu toe schiet het herstel niet erg op. In 2013 volgt meer duidelijkheid. In mei is Willem twee jaar arbeidsongeschikt. Dan bestaat wettelijk gezien de kans
dat Defensie afscheid van hem moet nemen. Veel hangt af van het UWV. Verklaart dat Poulisse duurzaam arbeidsongeschikt of niet? Zo ja, dan krijgt Willem ontslag en komt hij in de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) terecht. Goed werkgeverschap eindigt een keer. Hoe hard deze realiteit ook is.” Het kwartje kan ook de goede kant op rollen, merkt Deenen op. Bijvoorbeeld als het UWV vaststelt dat Poulisse kans maakt op herstel. Dan krijgt hij weliswaar ook ontslag, maar begeleidt het DCR hem nog tien jaar.
Geen oordeel Deenen hamert er in elk gesprek met Poulisse op dat hij arbeidsongeschikt kán raken en dat het defensieboek dan dichtklapt. “Maar of mijn verhaal beklijft? Moeilijk te beoordelen. In elk geval ben ik zo duidelijk mogelijk.” De re-integratiebegeleider wil als niet-medicus geen oordeel vellen over de toekomst van Poulisse. De bij de kwestie betrokken specialisten hakken de knopen door, benadrukt hij. “Wel weet ik dat Willem op dit moment een goed sociaal vangnet heeft en dat hij vooruit wil. Ja, het is allemaal nogal wat, dat kun je wel stellen. Ik heb een geval als dit nog nooit meegemaakt. Willem was voor het incident een gezellige en sociale vent. Dat probeert hij nog steeds te zijn, maar het valt hem zwaar. Heel zwaar.”
11
Integer geregeld Elke maand stellen de Centrale Adviseurs Integriteit Defensie (CAID), Liesbeth de Stoppelaar en majoor Marcel Hendriksen, en de Functionaris Integriteitzorg (FIZ) mr. Nynke Wygman, een onderwerp over integriteit aan de kaak. Dit keer een stuk van Marcel Hendriksen over ongewenst gedrag tegen anderen.
Tot zo ver… en niet verder! Henk heeft een functie waarbij hij op tijdelijke basis het management van een eenheid of afdeling begeleidt en ondersteunt. Hij komt daardoor in contact met steeds weer andere collega’s en managers. Henk is sinds een paar weken bezig met een nieuwe klus en heeft hiervoor een afspraak met Bob. Bob is het hoofd van een afdeling waar Henk nu werkt. In het gesprek met Bob komen de huidige directe collega’s van Henk ter sprake. Bob vertelt ongevraagd over Marc en Tessa. Bob benoemt ze regelmatig erg negatief en hij gebruikt daarbij bewoordingen als: incompetent, lui, waardeloze medewerkers, onzelfstandig en zelfs onbetrouwbaar. Van zichzelf laat Bob weten dat hij nogal direct is en dat hij zegt wat hij denkt. Hij noemt dat recht door zee. Henk staat perplex van deze uitlatingen en geeft aan dat dit toch echt niet kan. Maar Bob vindt dat hij gelijk heeft en dat de waarheid mag worden gezegd.
Ongemakkelijk Henk vindt het nogal schokkend dat er zo over Marc en Tessa wordt gesproken. Hij vindt de ongenuanceerde uitlatingen van
Bob ronduit beschadigend voor hen. Henk voelt zich door de uitlatingen van Bob erg ongemakkelijk in zijn rol als collega. Henk slaapt er een nacht over en besluit een dag later om Marc en Tessa te informeren over de uitlatingen van Bob. Daarnaast wil Henk advies inwinnen wat hij er verder nog mee zou moeten. Hij maakt daarvoor een afspraak met een vertrouwenspersoon en bespreekt de situatie. Samen komen ze tot de conclusie dat er door Bob grenzen zijn overschreden. Het roddelen en de stemmingmakerij over deze collega’s is een vorm van ongewenst gedrag. Henk wil hiermee niets van doen hebben en geeft aan dat hij dit wil vertellen aan Bob. Hij besluit om een afspraak te maken met Bob om hem mee te delen dat hij niet gediend is van dergelijke praktijken. Ook wil hij Bob laten weten dat hij niet meer met dergelijke uitlatingen geconfronteerd wenst te worden. Boven-
dien geeft hij aan dat hij Marc en Tessa heeft geïnformeerd. Een praktijkvoorbeeld waarbij een medewerker zijn verantwoordelijkheid neemt nadat hij werd geconfronteerd met ongewenst gedrag tegen anderen. Wegkijken en negeren was voor Henk geen optie. Hij trok een streep.
Verstandig Er zijn geen standaardreacties. Elke situatie is anders en elk mens is anders. Zo had Henk ook melding kunnen maken van het voorval bij de leidinggevende van Bob, of via het Meldingssysteem Voorvallen in Peoplesoft, of via de meldtelefoon Integriteit van de COID (*06 733, optie 4). Ook had hij Bob gelegenheid kunnen geven om zelf naar Marc en Tessa te gaan. In elk geval is het verstandig om bij twijfel over zulke situaties eens te sparren met een vertrouwenspersoon. Marc en Tessa zijn overigens ook altijd welkom bij een vertrouwenspersoon.
Vertrouwenspersonen CDC zijn te vinden via http:// intranet.mindef.nl/cdc/ service/welzijn/vertrouwenspersoon/Lokale_Vertrouwenspersonen.aspx
12
Opgefrist Plein Kalvermarktcomplex begint aan tweede jeugd
Oplevering megaproject ‘Een lik verf erover en ander behang’. Dat was het motto toen er in 2006 voor het eerst werd gesproken over de opknapbeurt van het Plein Kalvermarktcomplex (PKC) van het Ministerie van Defensie in Den Haag. ‘Strippen tot het casco en moderne,
eigentijdse werkplekken’ is de nieuwe leus. Tijd voor een actuele situatieschets van de renovatie van het PKC.
Tekst: eerste luitenant Jaap Wolting
13
bijna in zicht “De toiletten zijn luxe hoor, maar ik vind het wel jammer dat er nog geen handdoekjes zijn.” Mariëtte Poll, projectleider renovatie PKC, reageert met een glimlach op deze opmerking van een ‘bewoner’ van het opgeknapte complex en vervolgt snel haar weg. De renovatie van het PKC heeft veel voeten in de aarde. Voordat het eerste busje bouwvakkers jaren terug het terrein op reed, was er al ontzettend veel gezegd en geanalyseerd, bekeken en geraamd. Neem de aanbestedingsprocedure. Iedereen dacht dat het project naar de Breijer Groep zou gaan, maar dat liep spaak. Reden: de Rijksgebouwendienst (als eigenaar verantwoordelijk voor de aanbesteding) beëindigde de onderhandelingen, omdat er een zeer hoge prijs op tafel kwam. Uiteindelijk kreeg de firma Heijmans
“Het toverwoord voor deze grootschalige klus is modern” het bouwkundige en de firma Homij het installatietechnisch werk. Ondanks alle andere tegenslagen, zoals volgelopen kelderbakken en weerbarstige bouwdelen, lijkt de oplevering van het renovatieproject nu echt in zicht. Alle firma’s, waaronder de Dienst Vastgoed Defensie, Paresto, het Facilitair Bedrijf Defensie, IVENT en de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie, zetten alle zeilen bij.
Transparant “Het toverwoord voor deze grootschalige klus is modern”, aldus Poll. “Het PKC voldeed niet meer aan de huidige eisen. In opdracht van de Bestuursstaf, de hoofdgebruiker, creëren we daarom een transparante en eigentijdse huisvesting. De nieuwe ruimtes sluiten beter aan op de hedendaagse manier van werken.” De gewenste nieuwe huisvesting is ingevuld door een combinatie te maken van open en gesloten werkplekken en kantoorwanden
< De renovatie van het PKC is groots aangepakt. Wat begon met ‘een lik verf erover en ander behang’ werd ‘strippen tot het casco’. Foto: sergeant-majoor Gerben van Es (AVDD).
die deels van glas zijn. Voor de facilitaire ondersteuning zijn op centrale plaatsen in de kantooromgeving pantry’s ingericht met koffiemachines, printers en kopieerapparaten. Op de werkverdiepingen zijn formele en informele overlegmogelijkheden gerealiseerd. Daarnaast zijn er ook nog eens zestien vergaderruimten in de kelder en op de begane grond.
Hefplateau “Defensie”, vertelt Poll, “gaf meteen bij de start van het project aan dat het PKC goed toegankelijk moest zijn voor mindervalide medewerkers. Daar hebben we rekening mee gehouden.” Bij de hoofdingang van het C-gebouw is speciaal voor deze groep een hefplateau gerealiseerd. Alle werkverdiepingen in de gerenoveerde gebouwen zijn via liften bereikbaar. Uiteraard zijn er in het gerenoveerde PKC ook speciale toiletten.
Restaurant Bijzonder is ook het restaurant. De één eet daar het oer-Hollandse broodje kaas, de ander een frisse salade. Het nieuwe restaurant huist op de begane grond van het H-gebouw. De gevel daarvan is naar buiten geplaatst en in lijn gebracht met de bovengelegen etages. Daardoor ontstaat meer ruimte op de begane grond. Het leeuwendeel van de benodigde zitplaatsen ligt aan de kant van de Korte Houtstraat. Waar je ook zit, de essentie blijft hetzelfde. Lekker een hapje eten in een prettige omgeving.
Verhuizing Wanneer de laatste spijker in het PKC wordt geslagen is niet bekend. Poll: “De komende maanden wordt er hard gewerkt om de puntjes op de i te zetten. Het personeel dat tot nu toe in het E-gebouw zat, werkt in ieder geval al in het nieuwe complex, te weten in het H-gebouw.” De kersverse minister van Defensie Janine Hennis-Plasschaert heeft ook al het goede voorbeeld gegeven. Meteen na haar beëdiging sprak ze het personeel van de Bestuursstaf voor de eerste keer toe in het nieuwe bedrijfsrestaurant in het H-gebouw. Langzaam maar zeker zal ook het personeel van de Binckhorsthof en de Julianakazerne naar het PKC verhuizen. En omdat in 2011 is besloten dat marechausseepersoneel van de Beatrixkazerne in Den Haag naar het PKC komt, zal dat voor een deel nogmaals verbouwd worden.
14
Het C-gebouw van het Ministerie van Defensie aan de Kalvermarkt in 1968. Op de foto is goed te zien dat de voorgevel extra allure kreeg door de plaatsing van vier levensgrote betonnen beelden op hoge pylonen. Foto Nederlands Instituut voor Militaire Historie.
Historie C-gebouw onder loep Het verleden van het Plein Kalvermarktcomplex (PKC), dat in de loop der decennia vele duizenden burgers en militairen heeft gehuisvest, is indrukwekkend. Een stukje historie van het C-gebouw. In 1746 liet de stad Rotterdam een pand in Den Haag neerzetten voor haar afgevaardigden bij de Staten van Holland. Tweeënhalve eeuwen later huist het Ministerie van Defensie er en is het gebouw flink ‘uitgedijd’. In 1938 viel het besluit om de Defensiegebouwen aan de Kalvermarkt te vervangen door nieuwbouw. De werkzaamheden aan het C-gebouw startten in 1940. Vanwege de Duitse inval waren de omstandigheden moeilijk. Toch lukte het de aannemer om het westelijke deel te voltooien, inclusief een deel van de voorgevel en de loopgang naar gebouw B. Tussen 1948 en 1950 gingen de bouwvakkers verder met de oostelijke vleugel van het gebouw. De straat waaraan het C-gebouw ligt, de Kalvermarkt, werd een belangrijke route naar het nieuwe regeringscentrum. Het C-gebouw werd daardoor niet meer gezien als een ‘achtergebouw’, maar als
een ‘voorgebouw’. De architecten hadden echter beperkte financiële middelen. Ze konden niet anders dan de ene voorgevel van het gebouw kopiëren en de vleugels verbinden door een monumentale middenpartij. De gevel kreeg extra allure door de plaatsing van vier levensgrote betonnen beelden op hoge pylonen. Waakzaamheid, Vrede, Oorlog, en Bescherming. De beelden zijn inmiddels vervangen door replica’s. Vanwege de slechte staat van het beton bestond gevaar voor vallend gesteente. De ingangen en doorritten van zowel het C- als het D-gebouw zijn uitgerust met gebeeldhouwde portretten van prins Willem III, prins Frederik Hendrik, Willem de Zwijger, prins Maurits en prins Willem II. Ornamenten van het tijdens het bombardement van 3 maart 1945 zwaar beschadigde gebouw van de Hogere Krijgschool werden naar de nieuwbouw overgebracht. Het Wapen van Holland werd boven de hoofdingang aangebracht als gevelbekroning. Onder dit ornament kwam een regel uit het Wilhelmus in archaïsche spelling te staan: ‘Mijn schilt ende betrouwen sijt Ghij, o Godt mijn Heer’.
15
Het nieuwe kantoorconcept sluit beter aan op de hedendaagse manier van werken. Foto korporaal Rob van Eerden (AVDD).
Het splinternieuwe bedrijfsrestaurant: lekker een hapje eten in een prettige omgeving.
“De komende maanden wordt er hard gewerkt om de puntjes op de i te zetten”.
Voor de facilitaire ondersteuning zijn op centrale plaatsen in de kantooromgeving pantry’s ingericht met koffiemachines, printers en kopieerapparaten. Foto korporaal Rob van Eerden (AVDD).
De moderne overlegzuil is perfect voor werkoverleg tussen twee collega’s. Foto korporaal Rob van Eerden (AVDD).
16 Gewonde infanterist aan de slag als fysiotherapeut
“Weer op eigen benen staan
Zondervan heeft geen moment overwogen de krijgsmacht te verwisselen voor de burgermaatschappij. Hij is bij Defensie helemaal in zijn element.
Rahmon Zondervan raakte in 2007 als pantserinfanterist zwaargewond in Uruzgan. Eind oktober is de voormalige soldaat 1 aan de slag gegaan als kapitein-fysiotherapeut op de Generaal-majoor Kootkazerne te Garderen. Met dank aan onder meer het Commando DienstenCentra. “Als persoon denk ik wel iets mee te kunnen geven aan revaliderende militairen.” Tekst: kapitein Klaas Daane Bolier Foto’s: Robert Koelewijn, Studio Nijkerk
10 juli 2007. Op het marktplein van Deh Rhawod blaast een zelfmoordenaar zichzelf op. Bij de aanslag vallen acht Nederlandse gewonden. Onder hen eerste luitenant Tom Krist die op 12 juli alsnog aan zijn verwondingen bezwijkt in het Centraal Militair Hospitaal te Utrecht. Één van de andere gewonden is soldaat 1 Rahmon Zondervan. Er zijn uiteindelijk 260 hechtingen en dertien operaties voor nodig om hem weer op te lappen. Zijn rechteroog is onherstelbaar beschadigd en wordt vervangen door een kunststof exemplaar. Een jaar na de aanslag meldt Zondervan zich in 2008 aan de Hogeschool van Amsterdam voor de studie fysiotherapie.
17
voelt goed” Waarom fysiotherapie? Had je die interesse al langer of is die ontstaan doordat je zelf gewond bent geraakt? “Nee hoor, toen ik klaar was met de HAVO was het mijn tweede keus. Als ik niet door de keuring was gekomen zou ik dat toen al zijn gaan studeren. Het liefst was ik natuurlijk infanterist gebleven, maar dat zit er niet meer in.”
Hoe is je herstelperiode verlopen na de aanslag? “Die heeft ongeveer een jaar geduurd. Afgezien van mijn rechteroog, gescheurde trommelvliezen en beschadigde pols, had ik heel veel oppervlakkige en wat diepere verwondingen. In de tweeënhalf jaar na de aanslag ben ik dertien keer geopereerd. Dat varieerde van operaties aan mijn oog tot het verwijderen van stukjes boxershort die door de klap mijn lichaam binnengedrongen waren. Tussendoor was ik gewoon thuis of in Oirschot waar ik nog een tijdje bij mijn oude peloton zat. Oefeningen in Nederland draaide ik bijvoorbeeld gewoon mee. Na een tijdje werd dat toch een beetje een vreemde situatie. Je zit niet echt thuis, maar je bent ook niet echt aan het werk. Je maakt niet meer volwaardig deel uit van het peloton, dat natuurlijk van samenstelling veranderde. Uiteindelijk was dat niet echt bevredigend, voor zowel mezelf als het peloton. Toen heb ik nog een half jaar bij Medische Keuringen in Amsterdam gewerkt. Vervolgens heb ik bij mijn re-integratie begeleider aangegeven dat ik fysiotherapie wilde gaan studeren. Toen is het balletje gaan rollen en ben ik aan het begin van het schooljaar begonnen aan de studie. Ik heb overigens veel te danken aan de reintegratiebegeleiders en de case-coördinatoren van het Commando DienstenCentra en van het Commando Landstrijdkrachten. Zij stelden mij op de hoogte van regelingen en hielpen mij de juiste wegen te bewandelen. Daarnaast is de re-integratiebegeleider het aanspreekpunt voor onder andere contractverlengingen, declaraties en heel veel andere praktische zaken. Ik kon altijd bij hen aankloppen met mijn vragen.”
Hoe was die overgang van infanterist naar student? Viel het je zwaar om zo opnieuw te moeten beginnen met allemaal nieuwe mensen die je geschiedenis niet kenden? “Dat viel wel mee. Ik heb vanaf het begin open kaart gespeeld en gelijk verteld wat er met me gebeurd was. Dat is wel een voordeel van mijn soort verwondingen; iedereen ziet gelijk dat er iets met je gebeurd is. Veel mensen vragen daar dan ook naar en ik doe dus vaak mijn verhaaltje. Dat is makkelijker dan als je er geestelijk wat aan overgehouden hebt. Dat laatste was bij mij gelukkig niet het geval.
“In de tweeënhalf jaar na de aanslag ben ik dertien keer geopereerd” Daarnaast zat ik natuurlijk ook gewoon voor mezelf in die opleiding. Ik wilde zo snel mogelijk dat diploma halen. Wat dat betreft had ik het dan weer makkelijker dan veel van mijn klasgenoten. Die moesten de studie combineren met bijbaantjes of vette leningen. Problemen die ik allemaal niet had, want Defensie betaalde mijn opleiding en ik kreeg mijn salaris gewoon doorbetaald. Daar ben ik erg dankbaar voor.”
Heb je nooit overwogen om je heil in de burgermaatschappij te zoeken nu je niet meer als infanterist kunt functioneren? “Nee, geen moment, hoewel het wel een mooie bijkomstigheid is dat je met fysiotherapie zowel binnen als buiten Defensie aan de slag kan. Natuurlijk is dit niet de weg die ik gekozen zou hebben als ik niet gewond was geraakt. Dan was ik waarschijnlijk pelotonscommandant bij de infanterie geworden. In het kader van mijn studie heb ik stage gelopen
in Roosendaal. En ja, als je het Korps Commandotroepen dan zo bezig ziet, dan begint het weleens te kriebelen hoor! Aan de andere kant heb ik ook stages gelopen buiten Defensie en dan weet ik weer zeker dat ik wil blijven. Ik heb gewoon meer met de doelgroep. Daarnaast kan ik door mijn ervaring ook wel wat zaken meegeven aan revaliderende militairen.”
Zoals? “Trek niet bij voorbaat al een grens van je mogelijkheden. Ik heb gemerkt dat veel mensen de neiging hebben om gelijk uit gaan van het ergste. ‘Oh, ik mis een oog dus ik kan dit niet meer en dat niet meer, enzovoort.’ Mijn advies is; probeer het gewoon! Kijk maar waar de grens ligt. Ik ben nu vijf jaar verder en ben er nog steeds niet tegen aangelopen. Ik kan autorijden, ben met de motor deze zomer door achttien landen getrokken en laatst heb ik weer geschoten. Daarvoor slaagde ik met vlag en wimpel. Je kunt dus vaak veel meer dan je denkt.”
Ook fysiotherapeuten gaan op uitzending, geldt dat ook voor jou? “Dat is nog niet geheel zeker. Ik heb nog steeds geen eenduidig antwoord of dat verzekeringstechnisch en dergelijke wel mag of niet.”
Zou je het willen? “Hmm, voor mezelf zeg ik volmondig ja. Afghanistan heeft niet direct de voorkeur, maar een uitzending naar bijvoorbeeld Afrika lijkt me ook een mooie uitdaging. Mijn familie heeft daarentegen natuurlijk ook genoeg meegemaakt door wat mij is overkomen. Dus ik denk niet dat ik snel vrijwillig mijn hand op zal steken. Ik moet wel zeggen dat ik daar ook nog niet mee bezig ben. Ik heb gewoon erg veel zin in mijn werk in Garderen; weer vol aan de bak te gaan en ervaring op te doen. De afgelopen vijf jaar voelde het alsof er een hand boven mijn hoofd werd gehouden. Aan die periode komt nu een eind. Nu moet ik het allemaal weer zelf doen. Ik sta weer op eigen benen en dat voelt goed!”
18
Sourcing: zelf doen, samenwerken, uitbesteden of een mix?
Terug naar de kern Wie is de beste, de goedkoopste en de meest flexibele leverancier? Dat is de kernvraag van sourcing, momenteel een hot item binnen het CDC. Blijven we dingen zelf doen of besteden we ze uit? Maken we een mix hiervan of gaan we intern efficiënter samenwerken? Sourcingadviseurs Frans Nederhof en Dave van den Berg vertellen dat Defensie niet over één nacht ijs gaat bij het maken van deze beslissing.
Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk Foto: Wim Salis
De sourcingsadviseurs Frans Nederhof (links) en Dave van den Berg.
“Sourcing is eigenlijk niets nieuws”, vertelt Nederhof. “Feitelijk weegt iedereen al eeuwenlang af of hij de dingen beter zelf kan doen of dat het slimmer is om ze uit te besteden. Zakelijk maar ook privé. In beide gevallen wil je het liefst het beste voor de laagst mogelijke prijs. En wie slim is lukt dat ook.” “Maar niet tegen élke prijs”, vult Van den Berg aan. “Zo mogen we de wet niet overtreden, niet tornen aan het geweldsmonopolie van de overheid en mag de veiligheid niet in het geding komen. Er komt ook nog een sociaal aspect bij kijken: we willen zo goed mogelijk omgaan met het personeel.” Niet elke dienst leent zich hierdoor voor uitbesteding. Een voorbeeld is de dienstverlening van de vorig jaar opgerichte Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie (DBBO). Private bedrijven mogen alleen onbewapende taken uitvoeren, zoals de toegangscontrole bij Defensiecomplexen. De func-
19
ties die daarbij horen geeft de DBBO dan ook veelal uit handen aan marktpartijen. Voor de bewapende taken, zoals de terreinbeveiliging van vliegbases en kazernes, werken de krijgsmachtdelen nu intern efficiënter samen door de oprichting van één organisatie, de DBBO. “Door bepaalde taken uit te besteden kan Defensiepersoneel efficiënter ingezet worden voor operationele taken. Dit heeft voor Defensie de grootste prioriteit”, vertelt Van den Berg. “Alle ondersteunende functies kunnen we dus in principe ter discussie stellen om binnen- of buitenshuis te laten vervullen.”
Voors en tegens Voordat Defensie besluit een dienst al dan niet uit te besteden, weegt een projectgroep de financiële en niet-financiële voors en tegens tegen elkaar af. Dit gebeurt in een zogenaamde sourcingstoets. Die bestaat onder meer uit een beoordelingsinstrument van het Ministerie van Financiën en het horen van alle belanghebbenden. Denk aan de gebruiker, de leverancier, de beleidsverantwoordelijke, de afdelingen Financiën, P&O, Verwerving, maar ook het overkoepelende programmabureau Sourcing van de ministeries van Defensie en Financiën. De medezeggenschapscommissie let daarbij op de bedrijfsvoering, de bonden behartigen de belangen van het personeel dat het besluit mogelijk treft. Na de grondige afweging neemt de secretaris-generaal, na advies van de medezeggenschapsraad, een besluit. Bij uitbesteding gaat vervolgens een aanbestedingstraject van start om de meest geschikte marktpartij te selecteren. De overdracht, interne reorganisatie en het operationeel maken van de nieuwe bedrijfsvoering, neemt maanden of soms zelfs jaren in beslag.
Van werk naar werk Voor defensiepersoneel hoeft het uitbesteden van hun takenpakket niet altijd ontslag of werkloosheid te betekenen. Nederhof: “Sourcing geeft veel mensen een gevoel van onzekerheid. Dat begrijpen wij heel goed. Defensie helpt personeel bij uitbesteding van diensten echter zoveel mogelijk van werk naar werk. Behalve dat de mensen soms intern een andere baan vinden, probeert Defensie ze te laten overnemen door de nieuwe externe leverancier. Dat is ook aantrekkelijk voor de marktpartij, waar kennis en praktische ervaring van Defensie welkome aanvulling is op de al aanwezige kennis. Een dergelijke overname levert echter geen levenslange baangarantie op. Die hangt af van de ontwikkelingen binnen dat bedrijf. Maar dat geldt binnen Defensie intussen ook.”
De hele Nederlandse overheid gebruikt sourcing als managementinstrument. Onder druk van de markt- en economische ontwikkelingen lijkt het kostenaspect belangrijker dan ooit. Zelf doen, samenwerken of uitbesteden kan soms financieel verschil uitmaken. Ook helpt het organisaties zich te richten op hun kernactiviteiten en stimuleert uitbesteding de economie.
Lopende CDC sourcingtrajectenP&O Het P&O-domein onderwerpt de komende twee jaar acht verschillende diensten en activiteiten aan een sourcingsonderzoek. Het betreft gedragswetenschappen, juridische dienstverlening, bedrijfsmaatschappelijk werk, integriteitzorg, formatieadvies, het contactcenter human resources, de personele instroomketen van werving, keuring en selectie en de door-/uitstroomketen. In november is het onderzoek naar gedragswetenschappen gestart. Naar verwachting wordt dat eind april 2013 afgerond. Aan de hand daarvan maakt de secretaris-generaal de afweging om de dienst al dan niet (gedeeltelijk) uit te besteden.
Dienst Vastgoed Defensie Na een grondig sourcingsonderzoek blijkt een aantal activiteiten van de Dienst Vastgoed Defensie in aanmerking te komen voor uitbesteding. Het gaat om voorbereiding en uitvoering van bouw- en onderhoudsprojecten, het technisch toezicht daarop, inspectie en de 24-uurs service-/storingsdienst. Momenteel onderzoekt het CDC welke regietaken en risico’s (kunnen) worden belegd bij Defensie en welke bij de markt. Een zorgvuldig proces dat tijd vergt. Defensie ‘weegt’ hierbij zowel de organisatiebelangen als die van het personeel. Een daadwerkelijke uitbesteding is voor 2015 niet aan de orde.
Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie De Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie (DBBO) voerde onlangs een sourcingsonderzoek uit naar het gehele takenpakket Bewaking en Beveiliging. Hieruit blijkt dat, rekening houdend met wetgeving, beheersbaarheid van taken en risico’s, alleen het elektronische bewakings- en beveiligingssysteem met de daarbij behorende beheertaken kan worden uitbesteed. In de voorbereiding naar de daadwerkelijke uitbesteding loopt er momenteel een kwaliteitsonderzoek naar dergelijke systemen en bijbehorende ondersteuning van externe marktpartijen. Belangrijke aandachtspunten zijn een duidelijke taak- en risicoverdeling tussen Defensie en de betreffende leverancier. Het gaat ten slotte om de te beschermen belangen van Defensie (terreinen, gebouwen en objecten), toegang tot Defensielocaties en zorgvuldigheid naar het personeel. Medio 2014 vervangt het nieuwe Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem waarschijnlijk de huidige systemen.
Paresto Al sinds de oprichting van de Paarse Restaurantorganisatie (Paresto) wordt nagedacht over een mogelijke uitbesteding van deze cateringdienst. Inmiddels is besloten om de ‘groene’ operationele catering voor heel Defensie vanaf 2013 door het Commando Landstrijdkrachten te laten faciliteren. De zogenaamde ‘witte’ reguliere catering wordt naar verwachting in de loop van 2014 uitbesteed. Hiervoor worden sinds 2011 voorbereidingen getroffen. De belangrijkste redenen om tot uitbesteding over te gaan zijn de volgens onderzoek lagere kosten en het meer vernieuwde karakter van de markt. Het financiële aspect is momenteel nog punt van discussie, daarom zal hierover opnieuw een analyse plaatsvinden. Een van de grootste uitdagingen bij uitbesteding is omgaan met de belangen van het personeel. Behalve het probleem van de huidige overcapaciteit door sluiting van locaties en het verkorten van openingstijden, zijn de arbeidsvoorwaarden van een catering-CAO beduidend minder goed dan die voor ambtenaren. De reparatie van onder meer deze voorwaarden moet plaatsvinden op basis van het Sociaal Statuut Uitbesteding waarover de hoofddirecteur Personeel momenteel in gesprek is met de bonden.
20
Mijn werkplek Elke maand komt in de Pijler een CDC’er aan het woord over zijn werk. Wat doet hij? Wat maakt hij mee en wat zijn de aantrekkelijke kanten van zijn baan? Deze maand sergeant-majoor Erik Laadstra van de Koninklijke Luchtmacht. Hij is hoofd Inwendige Dienst van de Staf van de DefensieVerkeers- en Vervoersorganisatie op Camp New Amsterdam bij Huis ter Heide. Tekst: Jack Oosthoek
Door de reorganisaties en inkrimpingen bij DVVO moet Laadstra het zonder ‘hulptroepen’ stellen. “Ik ben een soort Zelfstandige Zonder Personeel.” Foto Wim Salis.
Een gedreven man De symboliek kan nauwelijks beter. Tijdens het gesprek kloppen er regelmatig DVVO’ers met een vraag bij Laadstra aan. Een HID van een militaire organisatie is een duizendpoot met vele taken. Dat de dagelijkse stapel verzoeken soms de spuigaten uitloopt laat Laadstra koud. “Ik ben dienstbaar ingesteld.”
Aan het rijtje taken van Laadstra lijkt geen eind te komen. De ene keer regelt hij een request for visit voor een DVVO’er die op reis moet. Dan weer is hij bezig met interne bedrijfsveiligheid en -hulpverlening en de screening van personeel. Of met de organisatie van een afscheidsbijeenkomst voor een vertrekkend personeelslid en het op poten zetten van een cursus. Door de reorganisaties en inkrimpingen moet Laadstra het zonder ‘hulptroepen’ stellen. Hij kan voor hulp en advies echter altijd een beroep op collega’s doen. “Ik ben binnen de staf van DVVO een soort zelfstandige
zonder personeel”, lacht hij. “Dat ik er taken bij heb gekregen komt trouwens ook omdat ik geen nee kan zeggen. Dat is mijn valkuil, maar ik wil de mensen nu eenmaal graag helpen.”
Sail Amsterdam Waarschijnlijk om deze reden krijgt Laadstra (veel) hulpverzoeken voor werk dat niet direct in zijn portefeuille hoort. Zo benaderde de commandant van DVVO hem eens om mee te helpen bij de logistiek voor Sail Amsterdam. Het verzoek kwam oorspronkelijk van de Koninklijke Marine, nauw betrokken bij de
21
Ondanks alle taken die op zijn bord liggen, heeft Laadstra weinig last van stress. “Als ik de poort van Camp New Amsterdam uitrijd, laat ik alle dagelijks besognes los.” Foto korporaal 1 Rick Smulders.
organisatie van het evenement. Ook levert hij namens de krijgsmachtadjudant elk jaar een aandeel in de organisatie van de jaarlijkse onderofficiersconferentie. Laadstra’s opvallendste ‘uitstapje’ tot nu toe: het uit
“Ik ben een soort zelfstandige zonder personeel” naam van de Luchtmachtadjudant begeleiden van een asverstrooiïng bij het monument op de vliegbasis Soesterberg. “Ik vind het belangrijk om Defensie goed te vertegenwoordigen.”
Extra werk
Nieuwe baan
Door ja te zeggen tegen aanvragen van buiten zadelt Laadstra zichzelf met veel extra werk op. Soms misschien teveel. “Ik ben nu eenmaal een gedreven man die veel werk tegelijk kan combineren. Time management ligt me ook wel. Als ik het erg druk heb, kan ik zoals gezegd voor hulp en advies altijd aankloppen bij mijn collega’s van DVVO. Zonder hen zou ik mijn werk niet kunnen doen.” Voor de duidelijkheid: Laadstra honoreert ‘buitenschoolse’ verzoeken alleen als het dagelijks werk het toelaat en de commandant van DVVO er zijn goedkeuring aan hecht. “Daar let ik sterk op.”
Laadstra werkt intussen vijf jaar op Camp New Amsterdam. Zoals het er nu uitziet, komen er nog drie bij. Daar kleeft tegelijkertijd een nadeel aan. Tegen die tijd heeft hij lang buiten het Commando Luchtstrijdkrachten gewerkt en ook nog eens in een niet-operationele
Vrije loop De vele taken moeten Laadstra welhaast stress bezorgen. Zelf vindt hij het meevallen. “Als ik de poort van Camp New Amsterdam uitrijd, laat ik alle dagelijks besognes los. Krijg ik een klus niet af, dan ga ik de volgende dag gewoon verder. Maar moet er iets per sé voor het einde van de dag af, dan ga ik dóór, ook al wordt het laat.” Dat Laadstra weinig of geen last heeft van stress komt ook omdat hij zich als een vis in het water voelt. “Geweldig, die verscheidenheid aan taken. Ik weet ’s ochtends niet wat de middag zal brengen. Ook kan ik in deze baan mijn creativiteit de vrije loop laten. Als ik de hele dag achter een pc zit, word ik ongelukkig.”
“Als ik de hele dag achter een pc zit word ik ongelukkig” functie. Daardoor zal het volgens hem lastig worden om een nieuwe baan binnen het krijgsmachtdeel te vinden. Een rol speelt ook dat de functies voor een sergeant-majoor daar door alle reorganisaties en inkrimpingen dun gezaaid zijn, aldus Laadstra. Persoonlijk ervaart hij het echter als een groot voordeel om één of twee functies buiten de KLu in een ‘paarse’ organisatie te vervullen. “Van de nieuwe kennis en ervaring die ik daar opdoe kan het Commando Luchtstrijdkrachten profiteren. Ik zie wel hoe het loopt.”
22
CDC helpt Veterinair Reddingshonden Team uit de brand “Defensie is voor ons een steun in de rug”, concludeert John Dirkse, terwijl hij één van zijn Mechelse herders naar zijn mand dirigeert. Dank zij de hulp van het CDC kan de trainer en hondengeleider van het Veterinair Reddingshonden Team regelmatig op militair (oefen) terrein trainen. Daar is hij heel dankbaar voor. Dirkse hoopt in de toekomst op meer locaties terecht te kunnen, want in militair gebied ontplooien honden en geleiders zich beter. Tekst: Jack Oosthoek Foto’s: Hans Lebbe
Een Mechelse herder van het Veterinair Reddingshonden Team vindt een (oefen)- slachtoffer, in dit geval Dirkse’s dochter Daniek.
23
De ‘bemanning’ komt in actie op plaatsen waar mensen in de regel spoorloos verdwijnen. Dat zijn bossen, rivieren, plassen en sloten. Meestal gebeurt de inzet op aanvraag van een of meerdere politiekorpsen. Ook particulieren bellen het team. Of Dirkse komt zelf in het geweer, bijvoorbeeld na een amber alert of een bericht in de media over een vermissing. Dan biedt hij zijn diensten aan de politie aan, waarbij het ene korps enthousiaster reageert dan het andere. Dat komt door
Dirkse en dochter Daniek trainen vrijwel dagelijks met hun eigen reddingshonden, de Mechelse herders Desmo en Iskan.
Dank zij de bemiddeling van het Commando DienstenCentra kan het Veterinair Reddingshondenteam terecht op de Vlasakkers en de Bernhardkazerne in Amersfoort, de Van Braam Houckgeestkazerne en het Militair Revalidatiecentrum in Doorn en op het Wallaardt Sacré Kamp in Zeist. In de bossen en in de vele gebouwen en auto’s daar kunnen oefenslachtoffers zich prima verstoppen. In elk geval (veel) beter dan op een particulier ‘erf’, waar de mogelijkheden beperkter zijn en de
“We zijn allemaal gedreven, sociaal ingesteld en dol op honden” kosten hoger. Dirkse kwam bij Defensie terecht via de brandweer in Zeist, die ook op defensieterrein oefent. Contactpersoon Arie van Veldhuizen, locatiemanager van het Facilitair Bedrijf Defensie, vond het team maatschappelijk van grote waarde en zette het licht op groen. “De samenleving heeft er belang bij dat de leden en honden van het Veterinair Reddingshonden Team goed getraind zijn. Defensie is blij dat het daarbij kan helpen”, stelt Van Veldhuizen.
Sociaal ingesteld Het Veterinair Reddingshonden Team is in 1999 in het leven geroepen door studenten Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. De zeventien leden zijn allemaal vrijwilliger en betalen de kosten voor de inzet van honden en materieel uit eigen zak. “Iedereen is gedreven, sociaal ingesteld en dol op honden. Sommigen, zoals ik, zijn zelfs zo gek om voor een zoekactie een snipperdag op te nemen”, lacht Dirkse die zelf bij een producent van kunststof machineonderdelen werkt. Van Veldhuizen: “Het Veterinair Reddingshonden Team is een bijzonder team.”
“Voor veel mensen is het Veterinair Reddingshonden Team een laatste strohalm” miscommunicatie of onbekendheid met het team, weet Dirkse. “De politie is bang dat wij op de plaats delict sporen wissen. Maar dit gebeurt zelden, aangezien de leden van het Veterinair Reddingshonden Team een cursus op dit gebied hebben gevolgd. Zij lopen de politie niet voor de voeten.” De equipe rukt gemiddeld acht á tien keer per jaar uit. Soms roept hij voor alle zekerheid de hulp in van één van de acht landelijke reddingshondenteams waarmee het Veterinair Reddingshonden Team een convenant heeft. “Samen hebben we één doel voor ogen: het vinden van vermiste mensen”, onderstreept Dirkse.
Vermiste leraar Als opvallendste gebeurtenis uit de tien jaar dat hij bij het team werkt, noemt Dirkse de zoektocht naar een vermiste leraar in Noord-Holland. Toen die onvindbaar bleef, besloot hij de situatie met de echtgenote van de man te bespreken. “Zitten we aan tafel en komt die leraar plotseling binnenlopen…. Iedereen was met stomheid geslagen. Hij maakte geen excuus, zelfs een bedankje kon er niet af. Wij boos, we hadden hoge kosten gemaakt. Geen idee trouwens waar de man had uitgehangen”, verzucht Dirkse. Meer voldoening schonk de vondst op de Veluwe van een dood gewaande man van negentig jaar. Het Veterinair Reddingshonden Team trof hem aan, liggend in een greppel waar hij na een valpartij op eigen kracht niet meer uit kon komen. Ook de ontdekking van het lichaam van een overleden persoon in de duinen bij de kust van Noord-Holland schonk een soort bevrediging. Dirkse: “De familie was dankbaar dat er door ons een einde kwam aan een onzekere periode. Voor veel mensen is het Veterinair Reddingshonden Team een laatste strohalm.”
Zie www.reddingshonden.com.
24
Vreemdeling tussen Op uitzending In deze rubriek staat een militair of burger van het Commando DienstenCentra centraal die naar het buitenland is uitgezonden (geweest), of daarvoor op de nominatie staat. Dit keer kolonel mr. Aart Jan de Haan. De landmachtmilitair is sinds oktober als enige Nederlander op het Amerikaanse Camp Phoenix in Kaboel geplaatst. Zijn functie: chef staf van de NATO Rule of Law Field Support Mission Afghanistan (NROLFSM-A). In april keert hij terug naar Nederland. Mogelijk krijgt hij dan opnieuw een baan bij het CDC.
Tekst: Jack Oosthoek Foto: collectie Aart Jan de Haan De Haan (tweede van links) met (Amerikaanse) militairen van de commandogroep van NROLFSM-A. “Het blijft apart om als enige Hollander op een basis met
De Haan was vlak voor het zomerverlof op weg met de auto. De landmacht aan de telefoon. Of hij naar Kaboel kon…? Een complete verrassing, omdat hij erop rekende tot zeker maart 2013 commandant te zijn van het Dienstencentrum Internationale Ondersteuning (DCIOD) van het Commando DienstenCentra. De Haan dacht ook meteen aan de gevolgen van de missie voor zijn gezin. “Aan de andere kant”, bekent hij, “begon het direct weer te kriebelen. Elke uitzending is een bijzondere ervaring.”
Hoe ervoer u de Missie Gerichte Opleiding (MGO)? “Hoewel nuttig, was die ‘meer van hetzelfde’. Daarnaast had ik van de klassikale opfriscursus Engels meer verwacht. Bij een eerdere missie was er een individueel leerprogramma. Daar haal je meer uit, ook al deden aan deze klassikale training maar zes leerlingen mee. De cursus had al met al wel wat diepgaander mogen zijn. Defensiepersoneel werkt vaak in een internationale omgeving en moet daarom goed Engels spreken. Ook deed ik mee aan de
25
de Amerikanen tot onduidelijkheid over wat je voor je vertrek precies moet doen. Twee weken voordat ik ging hoorde ik toevallig via de bedrijfsarts dat ik autoplastieken (oordoppen) moest laten aanmeten en een gehoortest moest doen. Zo werkt het kennelijk als je als eenling op reis gaat. Maar belangrijker dan het benadrukken van alle ‘hobbels’ is dat iedereen bereid was ze weg te werken. Ik heb veel waardering voor Bureau Individuele Uitzendingen, dat bij vragen altijd direct reageerde.”
Wat is de taak van de NATO Rule of Law Field Support Mission? “NROLFSM-A wil de rechtsstaat in Afghanistan verder ontwikkelen. Dat bereik je onder andere door de samenwerking in de juridische sector te intensiveren en door opsporing, vervolging en berechting als een ‘keten’ te zien. Wil je oordelen over de ontwikkeling van een rechtsstaat, dan kun je leger en politie onder de loep nemen. Maar je kunt ook nagaan of de totale overheid de bevolking veiligheid kan bieden. Hoe positiever het antwoord op deze vraag is, des te meer de mensen het overheidsoptreden legitiem vinden. Om dit in Afghanistan voor elkaar te krijgen stuurt NROLFSM-A teams met militaire juristen, genisten en paralegals (militaire juridische assistenten) de provincie in. Zij begeleiden juridisch personeel, leiden dit op
een paar duizend Amerikanen en andere nationaliteiten te verblijven.”
digitale NAVO-cursus Joint Advanced Distributes Learning. Die maakt je wegwijs in de commandostructuur van ISAF, de cultuur, geografie en geschiedenis van Afghanistan, counter IED, gezondheidsrisico’s en een stukje Rule of Law. Heel nuttig allemaal.”
Hoe kijkt u op de voorbereiding terug? Wat ging goed, wat kon beter? “In mijn ogen kloppen er nog steeds veel zaken niet. Variërend van aanwijsbrieven met verschillende vertrekdata en standplaatsen,
“Iedereen was bereid om alle hobbels weg te werken” en voeren kleinschalige infra-projecten uit. Zo komen er veiligheidsmuren om rechtbanken en betere sanitaire omstandigheden in de (overvolle) gevangenissen. Tevens wil NROLFSM-A het bewustzijn bij de bevolking over opsporing en vervolging verbeteren. Dat betekent mensen stimuleren om rechtszittingen bij te wonen en radiozenders vragen in
uitzendingen aandacht te schenken aan belangrijke processen. In ons werk is duurzaamheid het sleutelwoord. Na het
“De internationale gemeenschap zal Afghanistan na het vertrek van ISAF nog jarenlang moeten steunen” vertrek van ISAF in 2014 moeten de Afghanen onze projecten overnemen. Het is de vraag of dit helemaal lukt en op tijd. De internationale gemeenschap zal Afghanistan na het vertrek van ISAF waarschijnlijk nog jarenlang moeten steunen.”
Hoeveel mensen werken er bij de NROLFSM-A? Welke functie vervult u? “Circa 150, voornamelijk Amerikanen. De deputy commander is een Deense kolonel, de chef staf een Nederlander. Mijn voorganger was kolonel mr. Ben Klappe. Ook werken er twee Poolse en drie Finse officieren bij NROLFSM-A. Verder telt de eenheid zes regionale teams met daarin Rule of Law Field Support Officers en een aantal ‘functionele’ teams. Ze leiden Afghanen op in forensische technieken als het afnemen van vingerafdrukken en het controleren van paspoorten op vervalsingen. Als chef staf vervul ik een algemene functie, waarbij mijn juridische achtergrond goed van pas komt, bijvoorbeeld als het om bewijsvoering gaat. Ik vind het een uitdaging om de complexe wereld van de Rule of Law in Afghanistan te doorgronden. Maar ook om samen te werken met ambassades, Afghaanse ministeries, VN-organisaties en EUPOL. NROLFSM-A heeft in Afghanistan namelijk niet het alleenrecht op Rule of Law.”
26
De Haan (links) met zijn voorganger kolonel Klappe voor een op de Bushmaster lijkend Mine Resistant Ambush Protected Vehicle.
Hoe bevalt het werken in de door de VS gedomineerde NROLFSM-A? “De hiërarchie in het Amerikaanse leger is simpel. Een meerdere spreek je aan met Sir of Ma’am, ranggenoten en lagere officieren met hun voornaam en onderofficieren met hun rang. Nederlandse militairen zijn anders gewend, maar de Amerikaanse aanpak is wel helder. Er bestaat binnen NROLFSM-A veel respect voor de bijdrage van andere landen aan ISAF. Daarnaast sprak de commandant van ISAF onlangs nog zijn waardering uit voor de Nederlandse Police Training Group (PTG) in Kunduz. Hoewel ons land niet meer groot-
schalig in ISAF is vertegenwoordigd, moeten we niet de underdog spelen. Maar het blijft apart om als enige Hollander op een basis met een paar duizend Amerikanen en andere nationaliteiten te verblijven.”
Welke gebeurtenis in Afghanistan maakte tot nu toe de meeste indruk op u? “Een foto in een krant van een jongetje van tien jaar. Hij was in zijn mooiste witte gewaad op weg naar de viering van een Islamitische feestdag in een moskee, toen een zelfmoordterrorist (suicide bomber) zichzelf opblies. Zijn
vader kwam om het leven, het jongetje liep na de aanslag volkomen verdwaasd rond, mooie kleren helemaal onder het bloed. Als je dat ziet, dan weet je weer waar je hier voor werkt.”
Viert u Kerstmis in Afghanistan of thuis bij uw familie? “In Afghanistan. Helaas. Kerst is de periode bij uitstek waarin zowel het thuisfront als de uitgezonden militair merken dat ze niet bij elkaar zijn. Gelukkig zijn de contactmogelijkheden beter dan in mijn vorige uitzending. Dat maakt de situatie tijdens de feestdagen hopelijk net wat makkelijker.”
27
Kort & Krachtig Defensiecampagnes vallen in de prijzen Defensie heeft onlangs tijdens de manifestatie Employer Branding Experience 2012 in het Circustheater in Scheveningen twee ‘Magneten’ in de wacht gesleept. De Stichting Jaarprijzen Personeelscommunicatie (SJP) reikt deze prijzen jaarlijks uit voor de creatiefste campagnes in arbeidsmarktcommunicatie. De eerste Magneet voor Defensie was voor Base X, een virtuele tour over een Luchtmachtbasis met daarin alle aspecten van het werken bij de Koninklijke Luchtmacht. De tweede Magneet ging naar de nieuwe campagne ‘Technicus bij Defensie. Je moet het maar kunnen.’ Hierbij worden Marktplaatsadvertenties voor bijvoorbeeld een F-16 motorblok plotseling omgetoverd tot een video over het werken in de technieksector van Defensie.
Deen decaan Faculteit Militaire Wetenschappen Professor Henrik Rudolph (54) is op 1 november aangetreden als decaan van de Faculteit Militaire Wetenschappen (FMW), een onderdeel van de Nederlandse Defensie Academie. De van oorsprong Deen volgt professor Wouter van Rossum op, die onlangs met emeritaat ging. Eerder was de natuur- en scheikundige Rudolph hoogleraar molecuulen atoomfysica aan de Universiteit Utrecht. Als decaan heeft hij de algemene leiding over de faculteit. Ook coördineert hij het onderwijs en onderzoek.
Vragen over Kerstcadeau Het personeel van het Commando DienstenCentra kreeg begin december de gelegenheid om via de website www. mijnkadoklikken.nl/defensie een kerstcadeau te bestellen. Is er wat misgelopen? Ga naar de rubriek ‘veelgestelde vragen’ op de genoemde
site die tot 28 februari 2013 open is. Onder vermelding van uw bestel ID kunt u uw vraag ook mailen naar
[email protected]. Bellen met de helpdesk kan ook, tel. 010.524.34.99 (ma. t/m vrij van 08.30 uur tot 17.00 uur).
Er waren dit jaar 54 inzendingen voor de Employer Branding Experience. Veertien daarvan ontvingen een nominatie. Daarvan werden er vijf bekroond met de felbegeerde Magneet, waaronder dus de twee voor Defensie. De drie andere winnaars waren Ahold met ‘Gewoon bij Albert Heijn’, Achmea met ‘Achmea betrekt klanten bij werving trainees’ en PostNL met ‘Postmedewerker. Deel van je leven’.
Nieuwe koffieautomaten Defensie krijgt nieuwe koffieautomaten. Douwe Egberts voorziet de krijgsmacht de komende jaren van nieuwe warmedrankenautomaten. Behalve warme dranken plaatst de firma ook koude dranken- en warenautomaten en zogeheten full vendingwanden voor verse producten. Douwe Egberts levert hiervoor zowel de ingrediënten als de ondersteuning. De totale levering van de automaten bij alle Defensieonderdelen is naar verwachting voor 1 februari afgerond. Vanwege het contract tussen Defensie en Komfort zullen de koffieautomaten op de Kromhout Kazerne niet worden vervangen door de koffieautomaten van Douwe Egberts.
Foto van de maand Terwijl Duitse Fuchs pantservoertuigen posities innemen waaieren leden van de Bijstandseenheid Koninklijke Marechaussee uit over het oefenterrein bij Letzlingen in Duitsland. Een groep van circa honderd opgewonden standjes houdt daar, gewapend met stenen en stokken, een protestdemonstratie. Aan de marechaussees en hun collega’s van de Duitse Feldjäger de taak om het terrein schoon te vegen. Prikkeldraad, wapenstokken, schilden, traangaspatronen,
gewonden, arrestaties: het lijkt allemaal net echt. De oefening in Crowd and Riot Control vond medio oktober plaats en was op touw gezet om de Bijstandseenheid KMar, de Feldjäger en een bataljon Gebirgsjäger (infanterie) in elkaars keuken te laten kijken. Maar ook om de onderlinge samenwerking te verbeteren. Foto korporaal der mariniers Rob van Eerden (AVDD).