Nederlandse Culturele Sportbond sectie zwemmen
De Watervrienden, een sterk merk!
Strategisch beleidsplan 2010-2013 van de sectie Zwemmen aangesloten bij de Nederlandse Culturele Sportbond
De Watervrienden-Nederland community: De beste zwemopleidingen en instructeurs in Nederland en een bijzonder programma van activiteiten in en rond het zwembad. Zestig zwemverenigingen in Nederland bundelen hun krachten, werken nadrukkelijk samen, bij verbetering van hun aanbod, marketing en communicatie met als doel op termijn meer clubs en meer leden aansluiting te laten vinden bij de Watervrienden-Nederland community.
NCS... sport voor iedereen
De NCS is ons dierbaar en zo sterk als de samenstellende delen! - SBNZ
2010
-
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
1
Inhoudsopgave
pagina
1.
Leeswijzer
3
2.
De plannen samengevat
4
3.
De markt van het zwemmen
6
4.
Hoe staat NCS zwemmen er voor
10
5.
Strategie, doelstellingen en activiteiten
14
6.
Het onderscheidende aanbod
16
7.
Marketing en communicatie
17
8.
De organisatie van Watervrienden Nederland
18
9.
Financieel plan Watervrienden Nederland
20
10.
Naar plannen van aanpak
21
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
2
1- Leeswijzer In 2009 is door Menno Schermer van de Nederlandse Sport Alliantie (NSA), in samenwerking met Harry Claassen (vice-voorzitter) en Normen Rotteveel (penningmeester) en in overeenstemming met de andere leden van het Sectiebestuur NCS-Zwemmen (SBNZ), gewerkt aan een nieuw beleidsplan voor de periode 2010-2013. Een plan dat richting moet geven aan de koers van het SBNZ en kan bijdragen aan een succesvolle toekomst voor alle NCS zwemverenigingen. Onder hoofdstuk 2 vindt u een samenvatting van de plannen. In hoofdstuk 3 wordt een beeld geschetst van de situatie in Nederland in relatie tot alle mogelijke activiteiten in en rond zwembaden, omschreven als ‘de markt van het zwemmen’. Hoe ziet die markt er uit? In dit derde hoofdstuk ook aandacht voor de interne situatie van het SBNZ en de NCS zwemverenigingen. Hoofdstuk 4 beschrijft de kansen en bedreigingen voor de sectie NCS-Zwemmen. Hoe de beleidsuitgangspunten geconcretiseerd worden in doelstellingen voor de komende jaren wordt beschreven in Hoofdstuk 5 – ‘Strategie, doelstellingen en activiteiten’. In hoofdstuk 6 wordt vervolgens kort uitgelegd hoe NCS zwemmen en het SBNZ zich met hun aanbod van activiteiten kunnen onderscheiden van de andere zwemverenigingen welke zijn aangesloten bij de KNZB, KNBRD en andere aanbieders van wateractiviteiten. In hoofdstuk 7 wordt aandacht besteed aan de marketing en communicatie. Marketing van het aanbod en profilering van een unieke community van NCS zwemverenigingen. Op deze plek ook advies over de wijze waarop het SBNZ het beste kan communiceren met de aangesloten zwemverenigingen en ‘naar buiten’ kan treden naar de potentiële leden op de markt van het zwemmen. In hoofdstuk 8 staat de organisatie centraal. Hoe pakt het SBNZ zaken aan? Welke taken liggen bij bestuurders van de aangesloten zwemverenigingen? Welke deskundigheid en capaciteit is nodig om de taken en werkzaamheden uit te voeren? In hoofdstuk 9 wordt het gewenste beleid, de noodzakelijke activiteiten en werkzaamheden vertaald naar geld. Naar kosten, naar benodigd budget en naar de te verwachten, noodzakelijke dekking. Ten slotte; dit plan beschrijft de ambities. Na de vaststelling van dit document - tijdens de voorjaarsvergadering in april 2010 - zullen gedetailleerde uitwerkingsplannen worden opgesteld volgens de lijn zoals in hoofdstuk 10 aangegeven.
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
3
2. De plannen samengevat Op de Nederlandse markt van zwemmen is het aanbod van zwembaden en activiteiten op en rond het water groot. Een kleine, gewone, zwemclub gaat ‘kopje onder’ bij zoveel mogelijkheden. NCS zwemmen is met 60 verenigingen en ruim 19.500 leden geen grote sterke organisatie. Wordt het een strategie van ‘ieder voor zich’ en overleven of, … is er bestaansrecht voor deze toch bijzondere club, deze community, van zwemverenigingen? In dit beleidsplan wordt toegelicht hoe het SBNZ en NCS zwemmen met ‘oude’ vaste waarden een nieuwe weg in kunnen slaan. ‘Behoud het goede’, zorg voor onderscheidend vermogen en heb ook vooral aandacht voor communicatie en de verpakking. En vooral,… werk samen! Als je de strategie in twee zinnen zou moeten samenvatten. Een: Begin met het (er)kennen van je eigen organisatie! Wat hebben wij als NCS zwemmen te bieden? Hoe hebben we dat georganiseerd? Wat zijn daarvan de resultaten? Wat wil het grote publiek, de markt van het zwemmen, eigenlijk? Spelen wij daar als NCS zwemmen eigenlijk wel op in? We lijken als SBNZ en NCS zwemverenigingen vooral bezig met wat we al jaren doen en waarvan we denken dat we het goed doen. Als positieve punten worden opgemerkt: - De kwaliteit van het zwemonderwijs bij NCS zwemverenigingen wordt als zeer goed ervaren - Ook de kwaliteit van de instructeurs wordt ervaren als heel goed - NCS zwemverenigingen worden beoordeeld als laagdrempelig, heel toegankelijk. Dit punt komt tot uiting door een betaalbare contributie, de vorm van het aanbod en het feit dat zonder veel voorbereiding en moeite kan worden deelgenomen aan wedstrijden - Het SBNZ biedt voor iedere aangesloten vereniging mogelijkheden tot activiteiten over onze landsgrenzen heen - Ten slotte ervaren de kaderleden dat er, meer dan bij andere verenigingen, aandacht is voor speciale groepen. NCS zwemverenigingen hebben een ‘sociaal gezicht’ Twee: Kies voor een marktgerichte aanpak! SBNZ en NCS zwemverenigingen moeten duidelijk kiezen voor een meer marktgerichte aanpak. Die activiteiten organiseren waar voldoende vraag naar is. Maar wel op een eigen ‘watervriendenwijze’ en vooral ook in samenwerking met elkaar als een hechte community. Dat vraagt om een conceptuele benadering, de ‘watervrienden-aanpak’, eenheid in visie, uitstraling en profilering. Marketing en communicatie zijn daarbij sleutelwoorden. BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
4
Wat is nu eigenlijk die ‘watervrienden-aanpak’? Het zal in de komende jaren meer concreet moeten worden maar duidelijk is dat de volgende kenmerken centraal staan: - de beste instructeurs en zwemopleiding - een breed aanbod van activiteiten in en rond het zwembad - een voor iedereen toegankelijk aanbod - hechte zwemverenigingen met een duidelijk sociaal gezicht, oog voor maatschappelijke aspecten
Een echte Watervrienden-zwemschool1, de Watervrienden- lifeguards, Watervriendenzwemwedstrijden. NCS zwemverenigingen kunnen met dit aanbod voor de dag komen. Overal in het land - nu al op 60 plaatsen, bij de watervriendenverenigingen - maar vooral ook via het internet met een functionele ‘portalwebsite2’ en een directe link naar herkenbare websites van de aangesloten zwemverenigingen. Vooral de zichtbaarheid van heel herkenbare Watervrienden- producten die aansluiten op de vraag zal veel resultaat opleveren. Watervrienden zwemverenigingen moeten ook binnen hun accommodatie(s), hun zwembad een echte, fysieke, plek krijgen om zich als echte club te onderscheiden van andere aanbieders. Deze nieuwe aanpak vraagt om extra inzet en specifieke deskundigheid van bestuursleden, kader bij de clubs en een kleine professionele staf voor de totale organisatie (Watervrienden/NCS). Uiteraard vergt deze nieuwe strategie investeringen en brengt hogere jaarlijkse kosten met zich mee. Dat zal gedekt moeten worden met hogere inkomsten uit ledenaanwas en andere inkomstenbronnen.
1
Het begrip zwemschool heeft voor sommigen een negatieve klank. Als zou het een commercieel begrip zijn. Wij bedoelen met het begrip zwemschool, het opleidingendeel van het zwemmen, het met kwaliteit en structuur opleiden van kinderen (en volwassenen). 2 Een portalwebsite is een website die toegang biedt naar andere websites op het Internet
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
5
3. De ‘markt van het zwemmen’ De markt van het zwemmen. Wat bedoelen we daar mee? Alle organisaties, mensen, deelnemers, bezoekers, kaderleden van activiteiten die worden georganiseerd in en rond zwembaden en buitenwater. ‘Markt’ moet niet worden gezien als een economisch begrip, maar als een plaats waar consumenten met hun vraag (zwemmers, verenigingen, anderen) en aanbieders met een aanbod (de watervrienden), elkaar ontmoeten. Sport(participatie) in Nederland Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport (VWS) rapporteerde begin 2009 over sportparticipatie in de Tussenrapportage 2008 Sportbeleid. In het rapport werd onder andere geconstateerd dat de algehele sportparticipatie van 61% is toegenomen tot 65%, “maar dat naar verhouding minder sporters lid worden van een sportvereniging.” Een soortgelijke conclusie werd getrokken in de Rapportage Sport 2008 van het Sociaal Cultureel Planbureau. Georganiseerde sport kwam vooral in opkomst gedurende de verzuiling in de 20e eeuw. Sindsdien is echter sprake geweest van de ontzuiling. Inmiddels mag geconstateerd worden dat de oude zuilen nauwelijks meer bestaan. Religie, geloofsovertuiging lijkt geen invloedrijke rol meer te hebben op de wijze waarop sport wordt georganiseerd. De samenleving wordt continu meer individualistisch. De nadruk ligt eerder op het individu dan op het collectief. Teamsporten en georganiseerde sport lijken daarom minder attractief dan sporten die meer individueel beoefend worden. Ontwikkelingen met betrekking tot het zwemmen Volgens de Rapportage Sport 2008 is zwemmen nog altijd de populairste solosport, die door 40% van de vrouwelijke bevolking jaarlijks wordt beoefend, tegenover 32% van de mannelijke bevolking. 4,67 miljoen Nederlanders zwemt wel eens een keer per jaar, meegerekend de mensen die dit doen op vakantie. Echter van die 4,67 miljoen Nederlanders gaat ongeveer 3 miljoen minimaal 1 keer per maand naar een zwembad (SCP, 2008). Slechts 13% van degenen die jaarlijks zwemmen zijn daadwerkelijk aangesloten bij een zwemvereniging. Zwemmen werd in 2007 27 uur op TV uitgezonden, waarmee het 12e staat op de ranglijst. Bezoeken aan openlucht zwembaden zijn vooral recreatief van aard. Omdat schoolzwemmen niet langer een verplichting is, is het aantal scholen dat deelneemt aan schoolzwemmen afgenomen van 90% in 1991 naar 57% in 2005.
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
6
Ontwikkelingen elders in de markt. Het grootste deel van de Nederlandse Zwemverenigingen is aangesloten bij de KNZB. Het is goed om daarom in het kader van dit beleidsplan de stand van zaken binnen die sportbond te bekijken. Verder is ook gekeken naar ontwikkelingen binnen de KNBRD. Het millennium begon voor de KNZB en haar verenigingen goed. Maar sindsdien is het aantal leden tussen 2000 en 2007 flink afgenomen. Van 150.428 naar 143.099, een afname van 4,87%. Vooral de laatste jaren worden gekenmerkt door sterke daling van het aantal leden. Er bestaat eigenlijk geen reden om te verwachten dat een verandering in deze trend aanstaande is. Een belangrijke conclusie is dat de ambitie van 5% ledengroei binnen de KNZB niet behaald is. Er wordt binnen de KNZB gewerkt met 4-jaarlijkse beleidsplannen genaamd Waterkracht. In het jaar 2008 werd ook een grootschalig marktonderzoek uitgevoerd om de ontwikkelingen binnen de KNZB en haar verenigingen in kaart te brengen. Beslissingen en conclusies worden duidelijk aangegeven op de website www.knzb.nl. De KNZB en haar verenigingen besteden relatief veel tijd aan het ontwikkelen van nieuwe producten die voornamelijk zijn gericht op het binnenhalen van nieuwe leden en het vasthouden van huidige leden. De voornaamste doelstelling van de KNZB is zich te onderscheiden op het gebied van kwaliteit binnen het elementair zwemmen, omdat de jongste doelgroep de grootste mogelijkheden biedt met betrekking tot ledenwerving. Er is echter geconstateerd dat zowel de KNZB als de verenigingen onvoldoende presteren wanneer het aankomt op het behouden van leden na het behalen van elementaire zwemdiploma’s. De potentie van de zwemsport, namelijk 3 miljoen mensen, is enorm. De KNZB heeft echter maar 143.000 leden. Het blijft kennelijk moeilijk om de potentiële groep te binden aan een vereniging. Vele zwemmers gaan meestal op eigen gelegenheid en zijn niet verbonden aan een vereniging.
Tabel 1: Ontwikkeling ledenbestand en aantal zwemverenigingen aangesloten bij de KNZB
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
7
Zoals eerder opgemerkt. De binding van zwemmers aan de zwemverenging is een moeilijk verhaal. Uit de volgende tabel is af te lezen dat de bindingskracht (het aantal beoefenaars van een sport gedeeld door het aantal leden van een bond) maar 4,7% betreft. (van Straaten 2009).
Tabel 2: Bindingskracht sportbonden
Uit onderzoek van van Straaten (2009) is gebleken dat ouders een belangrijke functie vervullen met betrekking tot de sportkeuze van kinderen. Zie hieronder een overzicht van de verschillende invloeden en interacties. van Straaten (2009) stelt dat kinderen voornamelijk kiezen voor de zwemsport vanwege het plezier dat zij hieraan beleven. Het plezier wordt positief dan wel negatief beïnvloed. Positief door ouders, vriendjes en vriendinnetjes, negatief door Buitenschoolse opvang (BSO), trainers en school. Factoren die nauwelijks invloed hebben zijn de accommodatie en buurt. Verder hebben de ouders aangegeven welke factoren van belang zijn met betrekking tot de sportbeoefening van hun kind. Hieronder een overzicht van de resultaten.
Tabel 3: factoren van invloed op sportbeoefening
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
8
Ontwikkelingen bij de KNBRD De situatie bij Reddingsbrigades in Nederland is vergelijkbaar met die van KNZB of NCS zwemverenigingen. Reddingsbrigades houden zich allen met hetzelfde doel bezig: de bestrijding van verdrinkingsdood. Het aantal brigades in Nederland is 163 en iets teruggelopen in de afgelopen jaren. Het aantal leden loopt in de afgelopen jaren terug en staat nu op ruim 30.000. Kern van de activiteiten is gericht op: - Zwemles en zwem (top)sport - Bewaking en hulpverlening - Rampenbestrijding
Enkele conclusies uit beschouwing van de markt van het zwemmen Bij het analyseren van de ontwikkelingen rond NCS zwemverenigingen duikt altijd de afhankelijkheid van zwembadexploitanten op. Verder wordt altijd de relatie gelegd naar ‘een samenleving’ waar het vrijwilligerswerk onder druk staat. Daar staat tegenover dat zwemverenigingen als geen andere tak van sport in staat zijn om hun aanbod onder de aandacht te brengen van bijna alle Nederlandse kinderen via het leszwemmen. Kennismaking met zwemmen via het leszwemmen, lijkt weinig voordeel op te leveren in de fase van ledenwerving daarna. Aanknopingspunten uit bovenstaande voor de te kiezen strategie: 1. Het zwemmen bij een vereniging moet meer kenbaar gemaakt worden bij het kind. 2. Scholen en buiten-/naschoolse opvang worden op dit moment nauwelijks betrokken bij het onder de aandacht brengen van de zwemsport. 3. Vriendjes en vriendinnetjes zijn belangrijk. Hoe kun je groepen kinderen meer aanspreken en enthousiasmeren. 4. Wervingsbeleid van verenigingen moet worden verbeterd. 5. Spelenderwijs zwemmen meer doorvoeren en verbeteren. 6. Rol van de ouders meer benadrukken en gebruiken.
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
9
4. Hoe staat NCS zwemmen er voor? Bezien vanuit de ledenvergaderingen van de afgelopen drie jaar: Een beeld van de sterke en zwakke punten van SBNZ en NCS zwemverenigingen wordt onder meer geschetst op basis van de stukken van de ledenvergaderingen die tweemaal per jaar, voorjaar en najaar, worden gehouden. De aandacht van SBNZ en aangesloten zwemverenigingen lijkt uit die informatie vooral te gaan over structuur, over de positie binnen de NCS, voorwaarden, contributiebijdragen enzovoort. Er lijkt maar weinig echte aandacht voor de terugloop van het aantal leden, aanbod van de eigen activiteiten, profilering van de NCS zwemverenigingen en ontwikkelingen op de markt van het zwemmen. Uit een vragenlijst aan sleutelfiguren en een strategiebijeenkomst: Op 16 mei 2009. werd op het KNVB Sportcentrum Zeist een strategie bijeenkomst georganiseerd voor bestuursleden van het SBNZ en bestuursleden van enkele bij de NCS aangesloten zwemverenigingen. In de week daaraan voorafgaand is een vragenlijst verzonden aan een 14tal sleutelfiguren binnen NCS Zwemmen. Dezelfde vragen zijn voorgelegd aan de deelnemers van de bijeenkomst in Zeist. Beschouwing van het beleid van de afgelopen jaren, de mening van betrokken kaderleden en sleutelfiguren en de eerder geschetste ontwikkelingen worden hierna in een SWOT analyse opgenomen. De SWOT benadering In de regel geldt voor de conclusies uit een SWOT analyse dat met behulp van de sterke punten van een organisatie de kansen in de markt worden benut en bedreigingen zoveel mogelijk worden afgewend. Aandachtspunten dienen te worden aangepakt en zoveel mogelijk weggewerkt. Vervolgens kan een duidelijke ‘strategische richting’, worden afgeleid uit de opgestelde SWOT.
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
10
De sterke punten van NCS zwemmen: 1. NCS zwemmen bestaat uit bijna 60 clubs met in totaal ongeveer 19.500 leden (is voldoende omvang om een eigen identiteit te ontwikkelen en te promoten. 2. NCS zwemverenigingen bieden kwalitatief goed zwemonderwijs en de instructeurs zijn goed opgeleid. 3. De activiteiten van de NCS zwemverenigingen zijn toegankelijk, laagdrempelig, Er is aanbod voor ‘bijzondere groepen’. In beginsel kan iedereen deelnemen aan internationale activiteiten. 4. Het SBNZ bestaat uit een kleine groep deskundige, ervaren bestuurders met een duidelijke visie op de kernwaarden van NCS zwemmen 5. Belangrijke activiteit van de aangesloten clubs is het aanbieden van zwemlessen volgens een gedegen (pedagogische) aanpak 6. Bij het aanbieden van activiteiten staat plezier en beleving centraal en niet de prestaties 7. NCS Zwemmen heeft zwemaanbod waar anderen (gemeenten, commerciële scholen…) stoppen 8. NCS zwemmen is de grootste afdeling van de Nederlandse Culturele Sportbond. 9. NCS zwemmen is een financieel gezonde organisatie en kan externe deskundigheid inzetten (via het bondsbureau of anderszins)
Aandachtspunten: 1. Het aanbod van activiteiten onderscheidt zich in de markt nauwelijks van wat andere organisaties aangesloten zwemverenigingen te bieden hebben. 2. Het aanbod van zwemlessen is onvoldoende onderscheidend ten opzichte van de activiteiten die gemeentelijke zwembaden organiseren. 3. SBNZ mist specifieke, professionele, deskundigheid en capaciteit om als organisatie, bundeling van zwemverenigingen, te groeien, te veranderen. 4. Partnerships en sponsoring blijken moeilijk te realiseren bij NCS zwemverenigingen. 5. De kosten voor het gebruik van zwembaden stijgen. (Zie ook bedreiging 1) Dat betekent dat zwemverenigingen steeds vaker gedwongen worden die kosten door te berekenen aan hun leden. Dat kan leiden tot noodzakelijke contributieverhogingen. Dit leidt tot een verslechtering van de concurrentiepositie ten opzichte van de andere aanbieders. 6. De unieke sterke punten van de NCS zwemverenigingen (USP) zijn er niet of zijn onvoldoende zichtbaar. BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
11
Kansen: 1. Leren zwemmen is en blijft in Nederland een heel belangrijke doelstelling van ouders. Zij willen over het algemeen niet wachten op aanbod van basisscholen. Dat aanbod is op te hoge leeftijd, of helemaal niet aanwezig. 2. Nederlanders groeien op met het zwembad. Velen komen gedurende bepaalde fasen van hun leven in het zwembad en hebben interesse in bepaalde activiteiten daar. 3. Aanbod en spreiding van zwembaden is in Nederland zeer goed. 4. Er lijkt een toenemende belangstelling te zijn voor het reddend zwemmen, het vak van lifeguard en toezichthouder op stranden en rond meren. Verder blijkt het duiken en het behalen van duikbrevetten steeds populairder te worden. 5. Senioren, ouderen in onze Nederlandse samenleving zijn steeds actiever en vinden bewegen belangrijk.
Bedreigingen: 1. Zwembaden zijn dure sportaccommodaties. Bij gemeenten en andere eigenaren is in de afgelopen decennia meer en meer het beleid ontstaan dat de gebruiker een meer marktconforme prijs moet betalen voor het gebruik van de voorzieningen. De afhankelijkheid van eigenaren is groot. 2. Het aantal leden van zwemverenigingen kent de laatste jaren een dalende trend. De concurrentie met bij de KNZB aangesloten zwemverenigingen wordt groter. 3. Door de enorme diversiteit van sport– en andere vrijetijdsactiviteiten is concurrentie in het algemeen sterker 4. Voor heel veel leden van sportverenigingen is het deelnemen aan wedstrijden het behalen van prestaties een belangrijke drijfveer. 5. Privatisering van zwembaden maakt dat zwemverenigingen soms niet meer aangesloten hoeven te zijn bij een bond om in aanmerking te komen voor subsidies of aangepaste tarieven. Daarnaast kan privatisering de programma’s van zwemverenigingen bedreigen, omdat exploitanten zelf activiteiten willen organiseren. 6. Hoewel goed gespreid is het landelijke aanbod van zwemwater gelimiteerd. Een sterke ledengroei zou kunnen stuiten op de beperkingen van het beschikbare wateraanbod voor verenigingen
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
12
Aanbeveling ten aanzien van de te volgen strategie. Welke strategie blijkt nu het beste te kunnen worden gevolgd vanuit deze SWOT-analyse: Versterk het bestaande aanbod en biedt het herkenbaar aan Geen nieuwe markt benaderen. Zeker ook niet, als strategie, nieuwe producten gaan aanbieden. Zorg voor een gedegen profilering. Ga op de bestaande markt, voor het beste aanbod waarbij ‘het beste’ zich kenmerkt door een herkenbare hoge kwaliteit en toegankelijkheid. Aanvullingen op en in lijn van het bestaande activiteitenpakket kan hiervan onderdeel zijn. Doe dat op een wijze die aansluit bij deze tijd. Uit het invullen van de SWOT matrix blijkt dat de NCS zwemverenigingen een goed aanbod van activiteiten hebben en goede instructeurs. Vanuit de markt weten we dat heel veel Nederlanders geregeld een zwembad bezoeken. Je mag aannemen dat het zwemmen en daaraan gerelateerde activiteiten positief worden beoordeeld. Waarom halen NCS zwemverenigingen dan een laag markaandeel? Er is geen, te weinig, aandacht voor de profilering, voor marketing, van de activiteiten en het specifieke karakter! NCS zwemverenigingen investeren niet genoeg in ledenbinding. Zij hebben wellicht ook niet de goede instrumenten en het SBNZ zet de benodigde expertise niet in. Belangrijke conclusies uit de SWOT analyse nog even op een rijtje: - Bijna 60 zwemverenigingen met 19.500 leden en een vaste kern van een paar duizend kaderleden vormen de huidige basis. Het SBNZ moet er voor zorgen dat deze basis sterk en hecht is. - Een hechte, sterke basis en aandacht voor de sterke punten van het aanbod van activiteiten en de positieve, pedagogisch verantwoorde wijze, waarop binnen de zwemverenigingen met elkaar wordt omgegaan maken een goede profilering mogelijk. - Het beleid voor de komende jaren dient gericht te zijn op ´het bijzondere aanbod van de clubs´, de unieke ´community van watervrienden´, een daarop afgestemde SBNZen cluborganisatie - Verhogen van andere inkomsten dan contributies om te voorkomen dat leden meer moeten gaan betalen en het prijsvoordeel ten opzichte van de andere aanbieders van zwemlessen verloren gaat. Bovendien zal er veel meer budget beschikbaar moeten komen voor marketing en promotie. - NCS zwemmen zal zich veel nadrukkelijker moeten onderscheiden van de ´andere´ zwemverenigingen met haar ‘bijzondere’ aanbod: hoge kwaliteit elementair zwemmen, kwaliteit van de instructeurs, laagdrempelig, de internationale activiteiten en het sociale gezicht van Watervriendenclubs. Hoe het SBNZ en clubs dat kunnen doen volgt in de volgende hoofdstukken. BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
13
5. Strategie, doelstellingen en activiteiten In de vorige hoofdstukken is op basis van een analyse van ontwikkelingen een SWOT analyse gebruikt om richting te geven aan het beleid van NCS zwemmen en het SBNZ. In dit hoofdstuk worden de conclusies uit de SWOT analyse ‘vertaald’ naar strategie en doelstellingen voor de periode 2010 – 2013. Een langetermijnstrategie is afgeleid van de visie en missie van het SBNZ en de aangesloten zwemclubs. Visie en missie zijn in de regel onbeperkt ‘houdbaar’. Uit de informatie en stukken zijn geen eerder beschreven visie en missie gevonden. Daarom in het kader van dit nieuwe beleid een eerste aanzet tot het beschrijven van de visie en missie van het SBNZ en de aangesloten zwemverenigingen. Visie en missie: Bij NCS zwemverenigingen en daarom dus ook binnen het SBNZ staat (leren) bewegen in het zwembad centraal. De NCS zwemverenigingen bieden een ‘totaalbeleving’. Daarmee wordt bedoeld: Bij NCS zwemverenigingen vind je een echt clubgevoel. Zwemvormen voor iedereen. Van heel jong tot oud. Met bijzondere aandacht voor de kwalitatieve wijze waarop de activiteiten worden begeleid. De NCS zwemverenigingen vormen samen een hechte gemeenschap, een community, waar alle zwemactiviteiten een relatie hebben met ons waterrijke land. Het vrijwillige kader van de clubs maakt de kwaliteit van het aanbod en daarmee het succes voor de community in zijn geheel. De activiteiten van de clubs zijn laagdrempelig en betaalbaar. Niemand wordt uitgesloten. Het SBNZ en haar landelijke commissies zullen de profilering van de community op nationaal en lokaal niveau ondersteunen. De doelstellingen die in de komende periode 2010-2013 zullen worden gerealiseerd, zijn: 1. Het SBNZ werkt samen met de aangesloten zwemverenigingen aan het tot stand komen van een echte watervriendencommunity. 2. NCS Zwemmen profileert zich onder de naam ‘Watervrienden-Nederland’ 3. Het SBNZ neemt het initiatief bij het uitrollen van vernieuwd of nieuw aanbod in de vorm van (marketing)concepten, opleidingen, beheer en exploitatie van een nieuwe website (www.watervrienden-nederland.nl) en advisering en ondersteuning van de aangesloten zwemverenigingen
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
14
4. Het aantal NCS zwemverenigingen groeit van 60 in 2010 naar minimaal 66 per eind 20133. Het totale aantal leden neemt toe van 19.500 in 2009 naar minimaal 21.450 per eind 2013. 5. De bundeling van clubs kiest een passende juridische entiteit en kiest op basis van haar beleid passende partners (NCS, KNZB, bedrijven, etc.) 6. De organisatie wordt ingericht op basis van visie, missie en doelstellingen en beschikbaar budget. 7. Het uitvoeren van een ambitieus beleid met aansprekende veranderingen vergt investeringen. In tijd (van bestuurders en van een professionele staf) en in geld. Het budget voor het uitvoeren van het beschreven beleid dient te worden gevonden. 8. SBNZ zal verenigingen, die moeite hebben om een kwalitatief aanbod te (blijven) organiseren, extra bijstaan. Voorbeeld: Het SBNZ zoekt een partnerschap met een bedrijf dat past bij haar eigen doelstellingen en belangen heeft in de wereld van zwembaden. Voorbeeld 2: Sportfondsen Nederland werkt aan een format om ouderen ‘te binden’ aan hun zwembaden. Het concept van een ‘Watervrienden zwemclub’ zou daar prima in kunnen passen.
3
Berekeningsgrondslag: De investeringen vergen ca. € 28.000,-, verdeeld over 4 kalenderjaren = € 7.000,- per jaar. Het gemiddelde aantal leden per NCS Zwemvereniging is 325. Het contributiebedrag (sectiebijdrage) per lid per jaar = € 6,80 = € 2.210,- per vereniging Benodigde structurele groei om de initiële investeringen te compenseren bedraagt minimaal 3 verenigingen. Deze groei zal niet bij aanvang zijn gerealiseerd. Uitgegaan is van een gelijkmatige, geleidelijke groei. Noot: het kiezen van een identiteit moet leiden tot groei, tot aanwas met leden en verenigingen die zich in die identiteit herkennen. Het zal, bij de aanvang, aanleiding kunnen zijn tot verlies van huidige leden die zich niet (meer) in de identiteit herkennen. Om te groeien richten de Watervrienden zich op het aanspreken van nieuwe verenigingen, meer dan op ledengroei bij bestaande NCS-Zwemverenigingen. De feitelijke beschikbaarheid van zwemwater beperken daarvoor de mogelijkheden te veel. Behoud van leden binnen de bestaande verenigingen, door een aantrekkelijk en kwalitatief aanbod, behoort nadrukkelijk wel tot de ambities!
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
15
6. Het onderscheidende aanbod van de Watervrienden Het zal duidelijk zijn dat het succes van de Watervrienden in de komende jaren afhankelijk zal zijn van wat de NCS zwemverenigingen te bieden hebben, de wijze waarop de activiteiten worden aangeboden en of dit aanbod ook voldoende aantrekkelijk wordt gebracht op ‘de markt van het zwemmen’. De Watervrienden Nederland kunnen zich onderscheiden met een basispakket aan activiteiten en een aantal additionele activiteiten. 1. De beste zwemopleidingen in Nederland voor kinderen en volwassenen. De Watervrienden Zwemschool 2. Watervrienden wedstrijdzwemmen 3. Watervrienden waterpolo 4. Watervrienden synchroonzwemmen 5. Watervrienden recreatiezwemmen
Binnen het aanbod wordt steeds gekozen voor de benaming in combinatie met de naam ‘Watervrienden’. Achter die term moet duidelijk zichtbaar zijn wat dit bijzondere aanbod echt is. De activiteit zelf, de begeleiding, pedagogische aanpak, maar ook de communicatie over de activiteiten en de ‘verpakking’ zijn belangrijk. Bij alle activiteiten van de watervrienden staat het ‘clubconcept’ centraal. De eigen plek in de accommodatie, in het zwembad, elkaar ontmoeten en kennen, sociale activiteiten, internationale contacten en uitwisselingen, twinning met buitenlandse clubs, werken/bijdragen aan zwembaden/zwemscholen die dat op eigen kracht niet kunnen (mogelijk zelfs over de grenzen, bijvoorbeeld in de 3e wereldlanden). Een hechte ‘ Watervrienden’ familie!
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
16
7. Marketing en communicatie Niet alles helemaal anders doen. Nee zeker niet. Wel een andere, herkenbare verpakking. Een eenvoudige duidelijke boodschap. Het Watervriendenformat. Duidelijk aanwezig en zichtbaar op internet. Een website die samenwerking stimuleert en faciliteert. Watervriendenclubs die Watervriendenconcepten ‘kopen’ in de centrale Watervriendenshop (het kantoor, de ‘verkooporganisatie’). In een marketing en communicatieplan zullen alle instrumenten meer in detail worden uitgewerkt en opgenomen in een integraal Plan van Aanpak. Op basis van de in dit document gekozen beleidsrichting zal als eerste (mogelijk voor de start van seizoen 2010-2011) essentiële marketinginstrumenten dienen te worden ontwikkeld en gebruiksklaar moeten zijn. Dit zijn: - Een ‘ Watervrienden’ huisstijl - Een nieuwe ‘eigen’ website www.watervrienden-nederland.nl - Een e-mailsysteem voor digitale nieuwsbrieven gekoppeld aan de website - Koppeling van de portalwebsite aan de websites van de aangesloten Watervrienden zwemclubs - ‘Aanbodconcepten’ waarmee verenigingen zich als onderdeel vanWatervriendenNederland kunnen profileren
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
17
8. De organisatie van Watervrienden Nederland Nieuw beleid, nieuwe taken, nieuwe werkzaamheden. Keuzes die consequenties hebben voor de wijze waarop het werk binnen SBNZ is georganiseerd. Ook voor de aangesloten zwemclubs betekent dit beleid aanpassen van taken en werk binnen de eigen verenigingsorganisatie. Uitgangspunt moet daarbij zijn dat het de Watervriendenverenigingen niet substantieel meer werk oplevert. Uiteraard zullen bij succesvol beleid de clubs meer leden gaan krijgen en dat brengt natuurlijk meer werk met zich mee. Voor SBNZ betekent de gekozen strategie wel een flinke organisatorische aanpassing. Daarbij dient ook de huidige professionele ondersteuning van de NCS te worden bezien. Er is binnen NCS en NCS zwemmen geen professionele capaciteit en deskundigheid op het gebied van marketing, internet, e-mailmarketing en dergelijke. Het primaire administratieve en sporttechnische proces lijkt weinig aanpassing nodig te hebben. Al dient op dat vlak wel gekeken te worden naar efficiëntie in relatie tot de kosten. De organisatie van Watervrienden Nederland (SBNZ en aangesloten verenigingen) wordt gedragen door de grote groep vrijwilligers. Het bestuurlijke kader wordt gevormd door het SBNZ. Dit zijn allen vrijwillige bestuurders. Echter de organisatie zal niet kunnen zonder de steun van enkele deskundige professionals. De kleine professionele organisatie dient het ‘toegewijde’ ambitieuze personeel van ‘Watervriendenwinkel’ te zijn. De winkel wordt gerund door een manager die de markt van het zwemmen door en door kent en ‘wordt aangenomen’ om de afgesproken resultaten te behalen. Belangrijke plek in de winkel heeft de medewerker marketing en communicatie. Hij/zij beheert de website en verzorgt de communicatie met de clubs en ‘naar buiten’. Hij/zij verkoopt ook de aanbodconcepten aan de Watervriendenclubs. Uiteraard dienen alle administratieve processen optimaal te verlopen en moet er controle zijn op in- en uitgaven. De professionele staf van de ‘Watervriendenwinkel’ zou er qua formatie als volgt uit kunnen zien: 1. Manager 2. Medewerker marketing en Communicatie 3. Medewerker (financiële) administratie 4. Medewerker Sporttechnische zaken, activiteiten en evenementen
16 uur per week 20 uur per week 20 uur per week 16 uur per week
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
18
De professionele ondersteuning (ad. 1,8 fte) zal in beginsel geleverd worden door de medewerkers van het bondsbureau (met totaal meer dan 4 fte, tbv. de gehele NCS). De benodigde bureauformatie wordt gefinancierd, deels uit de basiscontributie en deels uit de sectietoeslag. De kosten voortvloeiend uit het beleidsplan zullen worden gedekt uit al geaccordeerde begrotingen en ledenaanwas.
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
19
9. Financieel paragraaf bij Watervrienden Nederland Een beleidsplan zonder relatie met de financiën is geen goed plan. De te nemen besluiten hebben financiële consequenties. Het nieuwe beleid vraagt om eenmalige investeringen die kunnen worden afgeschreven in de komende jaren. Het beleid zal ook hogere jaarlijkse kosten met zich meebrengen. Daarbij moet vooral gedacht worden aan de inzet van capaciteit op het gebied van marketing en communicatie. In het bijzonder op het terrein van concept ontwikkeling, website-beheer, e-mailmarketing. Deze professionele capaciteit is nu (binnen de NCS) niet voorhanden. Hoe gaan we noodzakelijke investeringen financieren? Hoe gaan we hogere exploitatiekosten dekken? Hoe kan NCS Zwemmen meer inkomsten genereren. Er kan daarbij gedacht worden aan alternatieve vormen van inkomsten via de clubs bijvoorbeeld door de clubs een vergoeding van de kosten te vragen bij het afnemen van ‘aanbodconcepten’. Iedere club neemt een minimaal aantal concepten af en kan er daarnaast voor kiezen om (later) extra concepten af te nemen. Je zou dit een soort franchiseconstructie kunnen noemen. Uiteraard zullen inkomsten ook moeten stijgen. Uit contributies van meer leden, een partnerschap met één of meerdere bedrijven en andere (incidentele) inkomstenbronnen. De eenmalige investeringen worden in deze fase van het schrijven van het beleidsplan geschat op 20 tot 28.000 Euro (over 4 jaren verdeeld). De jaarlijkse kosten zijn op dit moment nog moeilijk in te schatten. Op te stellen plannen van aanpak zullen een financiële paragraaf bevatten, met daarin een indicatie van de te maken kosten en de te verwachten opbrengsten. In het kader van dit strategische plan zullen de financiële consequenties ter goedkeuring aan de algemene vergadering worden voorgelegd. Relevant zijn; -
Investeringskosten (€ 7.000,- voor de jaren 2010-2013 is al in de lopende begroting gereserveerd) Begroting seizoen 2010 (al vastgesteld) Begroting 2011 (in najaarsvergadering in 2010) Specifieke en jaarlijkse uitgaven op basis van nader op te stellen plannen van aanpak.
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
20
10. Naar plannen van aanpak. Dit beleidsplan van NCS-zwemmen zal na vaststelling (april 2010) worden uitgewerkt met gedetailleerde plannen van aanpak. Het SBNZ start per april 2010 in een hernieuwde samenstelling. Met de SBNZ-leden zullen afspraken worden gemaakt over portefeuilles en de verdeling daarvan. In elk geval zullen daar (naast de traditionele functies) de volgende elementen in terug keren: -
PR/marketing sponsoring in- en externe communicatie doelgroepen internationale relaties
-
kwaliteit in aanbod en organisatie vrijwilligersbeleid verenigingsondersteuning
De uiteindelijke portefeuillehouders zullen plannen opstellen waarmee zij de inhoud van hun agenda vormgeven en zullen uitvoeren. Op de gebruikelijke wijze zullen de voortgang en kwaliteit van de activiteiten worden bewaakt en met de algemene vergadering worden besproken.
Tot slot: Het SBNZ wil zich graag inzetten voor een sterke toekomst van de organisatie Watervrienden-Nederland. Wij geloven er in een organisatie te kunnen neerzetten die een ‘warm thuis’ en een herkenbare identiteit biedt voor vele zwemmers en zwemverenigingen in Nederland. Het SBNZ kan dat echter niet alleen. Wij vertrouwen er op in 2014 met u te kunnen terug kijken op een vernieuwend proces, dat dan heeft geleid tot de sterke organisatie die wij samen hebben gerealiseerd!
BELEIDSPLANNCSZWEMMEN2010Ͳ2013
21