Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond / De Walburg Pers
1
KONINKLIJKE NEDERLANDSE OUDHEIDKUNDIGE BOND 17
Opgericht januari 1899 Beschermvrouwe H.K.H. Prinses Juliana.
Redactie E. J. Nusselder 'Investigare necesse est'
25
in
Overzichtskaart ruïnes Nederland 26
Redactie dr.iFWvan
Prof. Voorden (hoofdredacteur), prof. dr. E.R.M. Taverne (adviseur), mevr. drs. M. Boven, mevr. drs. M. Dolfin, drs. Eising, mevr. drs. J. B. Geerlink, mevr. drs. M.Krauwer, ir. E. J. Nusselder, dr. ir. R. A. F. Smook, prof. dr. ir. C. L. Temminck Grol!, mevr. M. P. Wolff, prof. dr. A. van der Woud.
en
Het
the
Publikaties Building future from past (M. Kamphuis); Nieuwe Bouwen restaureren (N. L. Prak). upthe
het
de
de
vande
Bulletin Tweemaandelijks tijdschrift KNOB, tevens orgaan van de Rijksdienst voor Monumentenzorg en Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek.
J. Kamphuis en D. B. M. Hermans De ruïne van Brederode
27
van
inhet
met
Berichten Archeologie: Onderzoek naar verdwenen kastelen behulp geofysische methoden. Rijksmuseum van Oudheden graaft opnieuw Nabije Oosten. Architectuur en stedebouw: Context and modernity. Overzeese architectuur: Onderzoek paleis Bogor, Indonesië.
van
De
van
inde
35 Tentoonstellingen Onrust, bedrijvig eiland baai Batavia, 1615-1795, Toren formaat, tentoonstelling over renovatie Scheveningse watertoren, verboden stad, hofcultuur Chinese keizers, Nieuwe afdeling 'Cyprus' Allard Pierson Museum
en
HR
Abonnementen Bureau KNOB, Achter St. Pieter 21 3512 Utrecht tel. 030-321756 Abonnement lidmaatschap KNOB: f65,—; /40,— (t/m 27 jr); f 100,— (insteliing etc.). Opzeggingen voor
1 december van het jaar.
Losse nummers en druk De Walburg Pers Postbus 222 7200 AE Zutphen tel. 05750-10522.
Agenda Gebouwde omgeving: dialoog tussen oud en nieuw, Educatieve omroep/Teleac: Steden Tijds, historische stadstypen Nederlanden, Icomos, General Assembly and International Symposium, Studiedag Historische geografie 9th
40 KNOB Mededelingen berichten
en
Summaries Mevr. drs. M.L.A.J.Th. Brekelmans
37
des
Omslagontwerp G ijs Sierman
inde
en
Lay-out vormgeving Walburg Pers.
inhet
vande
O.A
Redactieraad Jhr. ir. L. L. M. van Nispen tot Sevenaer (voorzitter), prof. dr. W. J. H. Wiliems, mr. C. H. Goekoop, drs. U. F. Hylkema, drs. J. F. van Regieren Altena, drs. C. Baron Schimmelpenninck van der Oije, ir. C. J.Vriesman, mevr. drs. M.J.H.Wilfinge.
28
en
Th.M
J.
M.Avan
Recent verschenen
40 Summary 40
Auteurs
Losse nummers M 5,—.
4
BULLETIN KNOB Jaargang 1990, nummer 89,
ISSN 0166-0470
REDACTIE
'Investigare necesse est' E. J. Nusselder
dan
ingrepen 'werkelijkheidswaarde' hebben, doet zich juist bij dit deel van het monumenten-
slecht gedocumenteerd en zal ook een onderzoek naar de restauratie-geschiedenis van het
het
ten
omhet
object nodig zijn. Hoe vreemd het dus ook lijkt, het is wel degelijk nodig Paleis Huis Bosch, Tripvan
-
—
penhuis te Amsterdam, of de Grote Kerk in Veere opnieuw onderwerp bouwhisto-
okindat
zoudie
optil
genof
risch onderzoek te maken, wanneer verbouwinaanpassingen zijn. Zelfs noodzaak in veel gevallen blijven bestaan wanneer restauratie-ethische uitgangspunten niet werden gehanteerd en slechts economische aspecten aanpak bepaalden. Want
de
dat
date
endat
in
vaak principiële kennis en informatie tekort komen. Vooropgesteld dat het uitgangspunt voor ons bouwkundig ingrijpen monumenten blijft behoud vóór herstel gaat bouwkundige ingrepen de toets van architectuur-historische kritiek moeten kunnen doorstaan,
geval zal het inwinnen van gerichte bouwhistorische informatie opportuun zijn: 'kostbare' verrassingen op constructief en materiaalkundig ge-
De bijdrage over de ruïne van Brederode in deze aflevering Bulletin illustreert
moet onderzoek deze categorie monu-
bouwhistorisch onderzoek object waar
menten rekening worden gehouden lange, complexe veranderingsgeschiedenis die gereconstrueerd moet worden schaarse, volledige en verre van directe bronnen en uit bouwsporen meest uiteenlopende aard en schaal. Het feit dat deze objecten al eerder zijn aangepakt, dat er reeds meerdere publikaties over hun bouwhistorie zijn verschenen, verandert daar, anders vermoeden, weinig aan. Meestal kan namelijk de eerder vergaarde informatie geen uitsluitsel geven over vragen die zich hernieuwde herstellingen aanpassingen voordoen. zelfs sommige gevallen eerder onderzoek belemmerend werkt omdat gissingen en feiten vaak niet meer zijn te onderscheiden en omdat het bestaan van ouder documentatiemateriaal zich blokkade vormt voor een hernieuwd onderzoek 'met schone lei'. Tenslotte blijken voorgaande restauraties vaak
zogenaamd alles bekend overduidelijk.
bied kunnen erdoor worden voorkomen; ook kan worden voorkomen, dat ingrepen plaatsvinden die op termijn ernstige gevolgschade en bijgevolg kostbaar herstel met zich mee brengen.
4).
3,
en
alen
hetnuva
vanhet
was
alvn
uit
vande
vande
is
ophet
van
vanos
én
restauratoren; bouwsporen blijken geconstrueerde reminicenties van apocriefe oorspronkelijke situaties en de oudst lijkende moppesteen is juist honderd jaar jong of afkomstig van de gesloopte Groningse vestingwerken. Daarnaast geeft artikel levendig beeld gang van zaken bij de vroegste - 1862 - kasteelrestauratie land. De bouwhistorische informatie, die recentelijk over ruïne Brederode verkregen, levert voor toekomstige restauraties volstrekt andere uitgangspunten op dan tot nu toe aangehouden, óók in financiële zin. De bevindingen gebied oorspronkelijke bouwkundige detaillering zijn daarbij van belang voor het object zelf, maar ook meer algemeen voor de vaderlandse castellologie.
het
on-
Middeleeuws muurwerk blijkt curieus kistwerk
de zuinige koker van de negentiende-eeuwse
de
of
danmezou
vande
uit
metn
vane
van
er
we
iser
nade
bij
en
van
ne
isge-
bestand, waaraan door vele generaties bouwd, veranderd, aangepast en gerestaureerd, het gemis aan die kennis en informatie voelen. Immers, anders dan bij objecten van jongere bouwkunst vaak het geval is, zijn hier de bronniet ruim voorhanden, hier géén fotoserie kort oplevering, beschikken niet over reeks revisie-tekeningen. Nee,
Fragment afbeelding kasteel Brederode, 1499 (zie omslag afb. blz.
BULLETIN KNOB 1990-4
datwijvn
En
wij voor verantwoord onderhoud en herstel ervan
zo,datin
en
zinde
in
Zij
deze 'oude garde' nog lang niet alles weten, dat
op
ine
te
op-
van
dat
de
wijnog van
onderzoeks- en restauratie-ervaringen hebben opgedaan. steeds opnieuw blijkt,
nubij
Er
De
opde
van
en
en
was
vanhet
op
en
okisern
benwij
Maar binnen ruimer veld objecten treffen steeds oude vertrouwde monumenten vóór 1850 aan. vormen zekere
harde kern van ons gebouwde cultuurgoed. Het
zijn de gebouwen waarmee wij onze eerste
Hetis
en
te
en
en
de
is
danihet
en
of
Watbijde
is
de
en
in
zij
de
zeénof
'Onze oude vertrouwde monumenten zijn onderzocht, hun eigenaardigheden kennen wij, alle hebben meerdere restauraties achter rug, zijn daarmee fysieke wetenschappelijke zin veilig gesteld'. Deze passage geeft, enigszin chargerend, mening weer, die men in brede lagen van onze vaderlandse monumentenzorgers-bevolking toegedaan. stellingname belangrijke rol speelt, is het besef, dat er op het gebied van het gebouwde erfgoed zoveel méér is aan te treffen dan de renommées uit de 'Voorloopige Lijst'. En natuurlijk is het zo, dat zorg voor het gebouwde cultuurgoed in de huidige tijd een andere betekenis heeft - en moet hebben - dan vele, zelfs enkele decennia terug: inzichten hebben zich gewijzigd en de tijd schrijdt voort, aanwassende historie achter zich latend. zijn op dit moment veel meer gebouwen met 'monumenten-potentie' begin onze eeuw, toen de voorlopige monumentenlijsten werden opgemaakt. Met name in recente tijd daarbij accent komen liggen jongere objecten. Bovendien heeft het blikveld van monumentenzorg zich verruimd. traditionele, tamelijk mono-disciplinaire benadering van de opgave - onderzoek, documentatie, waardestelling, restauratie - is plaats aan het maken voor aanpak, waarbij stedebouwkundige, geografische historisch-maatschappelijke aspecten meer meer betrokken raken. Die blikverruiming nodig: vaak toch hebmonumenten gerestaureerd overigens in allerlei opzicht teloorgaand stadsdeel. Te vaak bestemmingsplan gesteld voor beschermd gezicht vanuit louter 'fixeren beeld' gerichte benadering. De huidige opgave voor de monumentenzorg vraagt dus om een bredere blik op een ruimer veld van objecten.
De ruïne van Brederode J. Kamphuis en D. B. M. Hermans
deze is aangeduid als 'buitenpoort', bouwdeel 12.
bemoeilijken, heeft deze wél geleid tot het behoud ruïne.
Middentoren (2)
het
énhet
bijde
end
de
open
vande
vandet
én
en
date
is
ande
send
Men
end
van
met
(1)
Binnenpoort De poorttoren van de hoofdburcht; de poort is voorzien van een brugkelder. Door de naam 'binnenpoort' onderscheidt de poort zich poorttoren voorburcht;
de
ten
die
1.
op
zoals aangegeven afbeelding
van
de
De noord-oosttoren draagt onrechte naam 'donjon'. Deze uit de Franse taal afkomstige benaming heeft een betekenis, hier niet geheel toepasing is": - het is de hoofdtoren van een kasteelcomplex, zich door zijn dimensies duidelijk onderscheidt overige fortificaties; - deze toren is bij een belegering het laatste toevluchtsoord;
en
omde
Men
inzicht plattegrondontwikkeling. heeft veel bouwsporen toegevoegd ruïne middeleeuws, weerbaar karakter
Donjon (3)
van gebouw worden toegepast, nummers corresponderen met de coderingen
vande
19de eeuw heeft aangetroffen. Ook de daaropvolgende restauraties vertroebelden
deze bijdrage zullen de volgende namen en
die
en
in
inde
enad
van
schiedenis wordt belemmerd door het ontbreken documentatie schrift beeld vóór ontgraving
De naam noorden binnenpoort gelegen toren berust niet historische grondslag; hij is, bij gebrek aan beter, gemakshalve gekozen omdat toren tuspoorttoren donjon gelegen. In oudere publicaties heeft deze toren weieens de onjuiste benaming 'donjon' gekregen. veronderstelde toren geheel vormde met de noord-oosttoren: beitorens zouden dubbele donjon vormen.3
nummers voor de verschillende gedeelten
vande
en
van het kasteel gewijde, publikaties treft men verschillende interpretaties. Een groot deel van de ruïne is in de vorige eeuw opgegraven vervolgens reconstruerend hersteld. Het onderzoeken van de bouwge-
Het voormalige kasteelcomplex is opgebouwd uit verschillende bouwvolumes. In
vande
ande
inde
gelijk: vele, bouwgeschiedenis
inde
Aanduiding van bouwdelen onderdelen
het
doet een eenvoudige bouwgeschiedenis vermoeden. Deze eenvoud is echter bedrie-
vanwtme
artikel nadruk orde.
en
vanhet
De regelmatige vorm hoofdgebouw
De gang zaken problemen eerste kasteelrestauratie in Nederland ko-
de
burcht is een cirkelvormige grondkeringsmuur in de gracht gelegen.
vande
die
en
rechthoekig hoofdgebouw onregelmatig gevormde voorburcht (afb. 1 en 2). Voorts bevindt zich ten oosten van de voorburcht het omgrachte terrein van de voormalige voorhof. Ten westen van de hoofd-
menidt
van
vane
uitde
in
De Santpoort-Zuid gelegen ruïne Brederode bestaat restanten
het
vande
en
Ondanks constructieve bouwhistorische tekortkomingen reconstructie, thans onderhoud onderzoek de
Inleiding
dat onderzoek. Het artikel is in twee hoofdstukken opgedeeld: een algemeen historisch overzicht, waarin ligging, bouwgeschiedenis, bouwheren en chronologie van de verschillende bouwcampagnes aan de orde komen 2 en een behandeling van een
aantal bijzondere bouwkundige details en anhet
diebjht
constructie-wijzen, zoals onderzoek licht zijn gekomen.
de
en
an
vande
de
zo-
isénvade
Brederode eerste gebouwen die, vanwege hun historische waarde, met gelden van het rijk zijn gerestaureerd. Deze in 1862 aangevangen restauratie werd, als hierboven reeds vermeld, geheel naar geest tijd reconstruerend naar vermeende middeleeuwse situatie uitgevoerd. Door gebrek geld restauratiete
en
vakkennis werden de werkzaamheden op thans bekritiseren wijze uitgevoerd.
of
Binnenpoort 2: Middentoren Donjon Keukenvleugel Ridderzaal, noordelijk gedeelte Kapel- noord-westtoren 7: Ridderzaal, zuidelijk gedeelte Kemenade 9: Tedburgha- of zuid-westtoren Sivaard- ronde toren 11: Binnenplein Buitenpoort
of
1:
3: 4:
5:
6: 8:
10:
Het
Bouwdeel Bouwdeel Bouwdeel Bouwdeel Bouwdeel Bouwdeel Bouwdeel Bouwdeel Bouwdeel Bouwdeel Bouwdeel Bouwdeel
12:
naar de bouw- en restauratiegeschiedenis van de ruïne van Brederode.1 De voorliggende bijdrage doet verslag van
vanhet
documentie, die onder wetenschappelijke verantwoordelijkheid van de Rijksbouwmeester, Rijksgebouwendienst wordt uitgevoerd, hebben auteurs onderzoek verricht
met
isop
vanmo-
vande
het
In kader documentatie numenten in Rijksbezit, een systematische
Afb. 1. Situatietekening. Hierop is aangegeven de Hoofdburcht (A), de Voorburcht (B), het voorhof (C), een cirkelvormige grondkeringsmuur (D) en een eilandje in de gracht (E). Dit eilandje ontstond toen in 1573 de noordmuur van Keukenvleugel gracht storte. Authentiek 14de-eeuws metselwerk deze plattegrond zwart aangegeven. tijdens de restauratie gereconstrueerde muurwerk is gearceerd getekend. De verschillende gedeelten kasteel zijn genummerd: inde
open
zij
hebben diverse onderzoekers verkeerd spoor gebracht.
de
en
en
te geven. Door verwering kregen deze bouwsporen 'valse' authenticiteit
Bouwdeel 13: Beheerderswoning.
Tekening auteurs.
Afb. 2. Plattegrond van Brederode naar een
der
met
zalin
De
Si-
omde
van
OokVander
van
wasvn
hijmetd
van
en
van
en
vandit
vena
zoude
vanhet
inde
die
toren, Tedburghatoren genaamd, getekend niet waarneembaar was. toren 1499 tekening zijn opgenomen zogenaamde Sivaert-Brederode-legende betrouwbaar te laten lijken: Tedburgha van Staveren zou de vrouw zijn van Sivaert, de stamvader huis Brederode. Deze vaert tweede zoon Arnoud, graaf van Holland zijn en daarom zouden de heren van Brederode rechtstreeks van de graHolland afstammen. Aa liet zich in deze bewoordingen uit: 'De oude kronieken willen, dat de Heeren van Brederode uit het gravelijk huis van Holland voortgekomen zijn, en stellen tot eersten stamvader geslacht zekeren Sifried of Sivaart, die door de Friezen Sicco genoemd wordt, zoon Arnoud, Graaf Holland, broeder Dirk III. Deze Sifried zouden zich mishuwelijkt hebben, eene jonge dochter geringen stand, uit het dorp Castricum, genaamd Tetburg, waarover graaf zijnen broean
tohe
dek-
met
opde
(8)
Kemenade Bouwdeel 8 zal, volgens de gebruikelijke indeling van de hoofdvleugel van een middeleeuws kasteel, begane grond menade zijn geweest. De naam kemenade is afgeleid van het middeleeuws latijn 'camera caminata', stenen kamer stookplaats.6
.'
enSi-
en
het
met hem verzoend zijnde, zoude hij van dezen slot Brederode, benevens eenige onderhoorige dorpen andere goederen, zoo in Zuid- als in Noord-Holland gelegen, en onder deze ook Tellingen en Sassenheim, met het regt van hooge heerlijkheid ontvangen hebben. Sifried, in 1033 gestorzijnde, liet twee zonen Diderik mon genaamd, van welke de eerste het geslacht Brederode heeft voortgeplant na,
De
der in onmin geraakte: dan, daarna weder
ven
(9)
is
wasbe-
en
75
van
en
opde
inde
of
Tedburgha- zuid-westtoren De zuid-westtoren heeft vorige eeuw de naam 'Tedburghatoren' gekregen. Ook deze naam werd afgeleid van de 15de-eeuwse plattegrond. Opmerkelijk is vierkante Tedburghatoren plattegrond ronde vorm heeft gekregen. reden deze afwijkende vorm dat, toen de plattegrond werd gemaakt, deze toren ruim jaar onder puin aarde dekt. Met andere woorden, men heeft een
date
van
(5)
BULLETIN KNOB 1990-3
vanA.J
inde
3).
vande
in
eni
Dit
7ishet
(7)
Ridderzaal, zuidelijk gedeelte Bouwdeel zuidelijke gedeelte middeleeuwse grote zaal. gedeelte werd in 1426 verwoest tegenstelling noordelijk gedeelte, 1464 niet hersteld.
de
dieut
in
in
in
vanhet
uiten
sitde
4
Ridderzaal, noordelijk gedeelte Bouwdeel 5 bevatte tot 1426, samen met
de
de
Kapel- of noord-westtoren (6) Na 1464 is de kapel van bouwvolume 4 naar de begane grond van deze toren verplaatst. Ruimte 15de-eeuwse plattegrond wordt 'die Capelle' genoemd (afb.
de
Het
was
inde
die
enzou
end
Dit
de
en
Opde
uitde
vande
Keukenvleugel (4) De kelder noordvleugel bevatte keuken van het kasteel; dit valt af te leiden twee ovens zich zuidwand bevinden. begane grond vóór 1464 mogelijk de kapel gesitueerd. Deze ruimte had hoge vensters, hooggeplaatste kaarsnissen blinde oostwand. vertrek had een hoogte van ca. 6,5 m. Na 1464 werd de kapel omgebouwd tot zaal en werd kapel verplaatst naar noordwesttoren. blijkt tekening 1499 zou dateren. Deze tekening toont de plattegrond noordgevel kasteel zijn vervaardigd opdracht Yolande van Lalaing, weduwe van Heer Reinout van Brederode (afb. 3).5 Blijkens de tekening bevond zich 1499 bouwvolume 'die hal, hier hooghe raede'.
opmeting Allan, daarin aangegeven nummering bouwdelen. Tekening auteurs.
dit
1:2.Na
de
De
7,opde
bouwdeel begane grond grote (ridder)zaal. aanduiding 'ridderzaal' heeft deze ruimte gekregen naar analogie van andere kastelen, waar de vertrekken van hoofdvleugel zijn opgedeeld verhouding 1464 werd gedeelte van de middeleeuwse grote zaal tot een zelfstandig bouwvolume getransformeerd.
1opde
de
van
be-
inde
is
de
vande
en
afte
te
Om
gen
en
Ookde
-
enko
- vanuit de toren wordt het omliggende kasteelterrein beheerst eventuele belegering worden geleid; - de lagere verdieping(en) van de toren bevatten opslagruimten; soms bevat toren woonruimte voor kasteelheer. benaming woontoren hier niet toepassing, omdat de toren niet solitair heeft gestaan waterput toren niet is aangetoond. Het betreft hier dus niet meer dan een hoektoren, die hoogstens, gezien de aparte (raptoren en de ernaast gelezaalbouw, belangrijker functie kleedde dan de andere hoektorens. niet veel wijken ingeburgerde naamgeving ter plaatse, wordt hier de naam 'donjon' aangehouden.
het
in
nae
en
datise
die
dik
istde
23:
21:
nae
uitde
nae
die
2:die
die
isde
128D3.Vandei
in
van
3.De
Atb. oudst bekende plattegrond (met noordgevel) Brederode, volgens onderschrift 1499 vervaardigd opdracht van Yolande van Lalain. Verz. Koninklijke Bibliotheek plattegrond voorkomende nummers verklaring gedeeltelijk verloren gegaan: 1: Cape/te voorhoeve 3: tolle 4: die voerpoen 5: dat endhout 6: traptoerne 7: tot Velse 9: die kooike W: die Schependune 11: Silvaersttoerne 12: die Kampe daer Roelant Staet 13: die Kinhem ofte Rhine 14: Tietburgerstoerne 15: Wege Sinter Aelbertsberghe 16: die waecktoerne 17: Water dune ghekome 18: bidtkaste 19: Wege Santpoort 20: die hal hier sit die hooghe raede Wege brederoesberghe 22: heimmelickhede Welle 24: hiere under swaere gevankenis 25: hier drinkte Sinte Engelmum 26: Slotpoerte 27: geneedigde Graade Gravinne 28: dammen De verklaring voor 29 en de overige nummers is verloren gegaan.
Sivaard- of ronde toren (10) De ronde toren op de zuidoosthoek van het de
inde
binnenplein heeft vorige eeuw
vanhet
de
naam Sivaardtoren gekregen, naar vermeende stamvader geslacht Brederode.
van
Binnenplein (11) Het middeleeuwse binnenplein kasteel Brederode werd aan de noord- en westzijde omsloten door woonvleugels. De oost- en zuidzijde werden gevormd door walmuren. In de hoek tussen de woonvleugels werd
^
h
w,
\I)
;,t
tl»;i! r', «r Ju* ft,' l- irr.ii nt.\if»< r.- HtMtl)
•»««« Dtktott-.r V'i'., > .M „;'!(.•» i I
Van
Het
boven het huidige Perron-niveau lag, niet onderkend. huidige loopvlak bevindt
vande
De
de-
van
van
van
inhet
en
te
Heren van Brederode
to
van
l(v
I(t
De beheerderswoning bevat zeer oude elementen. woning heeft voortdurend deel uitgemaakt van de boerderij, die op de voorburcht stond.
Buitenpoort (voorburcht) (12)
poort voorburcht bevatte evenals
l
enr-
open
Beheerderswoning (voorburcht) (13)
vanhet
het
zich globaal op het niveau van het middeleeuwse maaiveld vóór bouwen kasteel.
Dirk (vermeld 1205 1231) Willem l (f1285) Dirk 1318) Hendrik 1345) Dirk (f1377) Reinout l (t 1390) Jan (f1415) Walraven l (f1417) Reinout II (t 1473) Walraven (f1531) Reinout III (f1556) I
dat
hetop-
men
het
Inde
het Perron. vorige eeuw heeft tijdens graven middeleeuwse loopvlak, juist
Heren Brederode genoemd. Hoewel ze Heren artikel geen onderwerp studie zijn, volgt hier, om de lezer ten dienste zijn, bescheiden genealogie de Brederodes:
I
dan
m
dit
van gedeelte ligt 2,25 lager
vormde houten wand stijlgelwerk afsluiting. Deze houten gevel kon in roerige tijden eenvoudig worden weggenomen, opdat de poorttoren vanuit de hoofdburcht worden gecontroleerd. kon
Dit
het
zuidelijk Perron overige deel van het binnenplein; het loopvlak vanhet
-
teoph
middeleeuwse loopvlak. terrein wordt het Perron genoemd;
de binnenpoort een burgkelder. In tegenstelling tot de binnenpoort bevat de westzijde van de toren geen stenen muur. Hier en
vanc.4m
aan de noordzijde langs de Keukenvleugel strook breed-
en
-
de
Het
waarneembaar. binnenplein kent thans twee niveaus:
De
en
(raptoren opgetrokken. deze traptoren is thans vrijwel geen muurwerk meer
Hendrik In het onderstaande worden regelmatig de
(f 1568; geen mannelijke nakomelingen)
te
en
Uitde
relatief laat in ontginning brengen van het gebied rondom Brederode. resultaten van de opgraving van de westelijke ringmuur in 1969, verricht door de Archeologische Werkgemeenschap Nederland, afdeling Velsen, is gebleken dat het muurwerk uit de vijftiende eeuw dateert. Het betreft hier grondkeringsmuur. van
toe
die
van
het
es,
to
dat
in
Pas 1321 wordt kasteel Brederode voor het eerst genoemd. Blijkens het in jaar opgemaakte contract huwelijkse voorwaarden van Isabella de Fontaines en Hendrik l van Brederode, krijgt Isabella als lijftocht (weduwengoed) 'dat huys enóe won/nghe Brederoede also, a/se gheleghen ende dair hondert pond Hollants tsjaers'.22 Bouwfase 1: 1282-1318.
ge-
De
van
te
Een
zal
hun
ante
date
en
zo
'In
van
opde
-
en
-
5,
en
en oostzijde poorttoren (afb.
Me-
fase 1). Een voor die tijd moderne opzet. De bijna gelijktijdig gebouwde kastelen qua
demblik Muiderslot zijn hoofdvorm en
van
vanhet
omde
de
In 1282 werd vrije heerlijkheid Brederode in het leven geroepen. De aanleg van de dijk en het ontstaan van de vrije heerlijkheid, geven aanleiding bouw
Er werd een gebouw opgetrokken, dat qua plattegrond overeenkomsten vertoont met de huidige ruïne. De plattegrond is vierkant met vermoedelijk langs twee zijden woonvleugels torens vier hoeken ande
of
vanhet
extra dijk bescherming Kennemerland aangelegd; de zogenaamde Santpoorter- Brederodedijk.18 ter
BULLETIN KNOB 1990-4
van
vande
de
district west.
en
in
en
Na grote overstroming 1272 werd
Afb. 4. Geologische kaart met daarop aangegeven ligging ruïne Brederode. Kaart getekend door auteurs naar gegevens van de Rijksgeologische Dienst,
van
=
en
dat
van
zou
het
was
De
in
van
Eénvadie
vanhet
de
dat
Datering eerste bouwactiviteiten in historisch perspectief Het Rijnland was tot omstreeks 1130 Utrechts gebied. Allan vermoedt langs grenzen Rijnland bossen hebben gelegen.15 bossen gelegen tussen Hillegom en Santpoort en aan de oostzijde begrensd door plassen waaruit later het Haarlemmermeer is ontstaan. Dit bos zou vanaf 1221, na het afdammen van het Spaarne, ontgonnen kunnen zijn. De Heren Brederode worden voor eerst noemd 1244. naam Brederode herleid kunnen worden 'brede-rode' breed stuk bosgrond gerooid bewerkt werd om er bouwland van te maken.17
vane
de
vandit
vande
is
van
is
of
van
van
met
is
vanhet
De vorm oudste kasteel Brederode niet behulp topografische archivalische gegevens vast te stellen. Uit het bouwhistorisch onderzoek gebleken, huidige opgaande muurwerk 1350 is. Er zijn echter aanwijzingen die duiden op een oudere bebouwing als met name een vierhoekige toren. Daar muurwerk van deze oudere bebouwing (nog) niet aangetoond, kan deze hypothetische toren niet als bouwfase worden opgenomen. In bijlage l wordt het bestaansrecht van de torenhypothese nader toegelicht. Omstreeks 1300 werd een aanvang gemaakt bouw hoofdburcht. voltooiing kasteel voor 1318 lijkt waarschijnlijk: toenmalige heer Brederode, Dirk II stierf in 1318 te Reims, terugkerend bedevaart. bedevaartstocht voor Dirk moeilijk combineren zijn geweest met het bestieren van de bouw zijn kasteel. Het is echter ook denkbaar dat Dirks opvolger Hendrik l grote kapitalen aan de bouw besteed heeft: april 1326 waren schulden hoog opgelopen graaf zijn ambtenaren moest opdragen Hendrik Brederode zijn vrouw niet slaan . . . Kennelijk ging de aantasting van Brederode's prestige graaf Willem IV toen te metd
in
men
de
den ontzenuwd door te verwijzen naar het
die
m
be-
Met
de
het
Indie
eerste kasteel Brederode in het laatste kwart van de dertiende eeuw te plaatsen. Er bestaan vermoedens over nog vroegere bebouwing op het kasteelterrein. Zo zou er in het begin van de 13de eeuw een ronde burcht Brederode hebben gestaan, waarvan de resten nu nog ten westen van het kasteel zouden zijn te zien.20 De speculaties over deze vroegere bebouwing kunnen wor-
dathe
end
van
0,5a
mend
opde
het
vanhet
vanhet
van
vande
het
konme
van
vande
nog
dan
te
0,5m
in
zone
4).Het
hadn-
wel
-
en
De
konp
de
het
inde
van
de
en
Naen
uitenhIJ
Het
te
van
het ophet
het
de
en
-
Opde
v.
Omstreeks 1500 Chr. ontstond strandwal. De vorming van duinen kwam omstreeks het begin van de jaartelling tot stilstand. strandvlakten tussen achter de strandwallen - vormden zich toen uitgestrekte moerassen en venen. Vanaf de twaalfde eeuw voerde de zee weer veel zand aan.11 Tegelijkertijd steeg zeespiegel. Usselmeer breidde zich daardoor enorm dreigde binnenzee worden. 12 daaruit voortvloeiende overstroming 1220-1221 werden door de graaf van Holland en de bisschop Utrecht maatregelen getroffen om watersnoodrampen in de toekomst te voorkomen. Er werden dijken aangelegd en Spaarne werd afgedamd.13 Met het door de zee aangevoerde zand en daarna drooggevallen door wind - ontstonden op de oude strandwallen en veen jonge duinen (afb. jonge duinzand sommige plaatsen diep veen indringen. mens melijk elfde twaalfde eeuw veel bossen gekapt, die op de - met moeras en veen bedekte strandvlakten stonden. De naam Holland wordt eens verklaard door naar deze natuurlijke rijkdom verwijzen ('Holtland' = houtland).
zalde
vande
na
de de
de
zalnhet
om-
is
tode
de
isnde
te
en
Ligging Waterhuishouding Het kasteel Brederode Santpoort middeleeuwen op een uitloper van een strandwal gebouwd. Santpoort vormde toegang (poort) zandrug waarop Brederode gebouwd werd. De uitloper van de strandwal zuidwest-noordoost georiënteerd en verdwijnt ter plaatse van de ruïne onder het veen (afb. 4).10 Het middeleeuwse kasteel was op deze wijze gelegen op een stevige ondergrond drie zijden geven door veen; een zeer weloverwogen bouwplaats.
ena
Door vorming jonge duinen afdekking van het veen met jong duinzand, steeg de grondwaterspiegel geleidelijk. In drie eeuwen 1100 stijging grondwaterstand ongeveer 0,75 hebben bedragen. In het gebied rondom de huidige ruïne kan het grondwaterniveau zelfs iets meer zijn gestegen vanwege onmiddellijke nabijheid jonge duinen. Door middel beken heeft waterstand rondom de huidige ruïne geregeld; het water werd in noordoostelijke richting op het IJ geloosd. Pas nadat deze afwatering was verzorgd, aanvang maken met ontginnen veen. Aansluitend einde 13de eeuw eerste kasteel Brederode hierboven beschreven uitloper zijn gebouwd. Tussen 1500 en 1800 kwamen de verstuivingen in oostelijke richting tot stilstand. De grondwaterstand was, ondermeer door kwelwater, aan de voet van de jonge duinen zo hoog geworden, dat zij het verder landinwaarts stuiven zand belette. het: beschikbare zand werden reeds staande jonge duinen sterk verhoogd. De oostelijke begrenzing van deze duinen liep vlak langs Brederode. Met het hoger worden van het duinlandschap steeg de grondwaterspiegel. Er mag worden aangenomen dat omstreeks 1500 het middeleeuwse maaiveld rond het kasteel behoorlijk drassig was. In de negentiende en vooral twintigste eeuw is de grondwaterstand verlaagd door het oppompen water door Provinciaal Ziekenhuis, voormalig gesticht Meerenberg. Daarnaast doet zich thans, vooral de zomer, de invloed van het zwembad Velserend gelden. periode pompt grondwater op om het bad te verversen. Met het afvalwater worden de grachten van de ruïne gevoed. Kortom: de huidige (gemiddelde) grondwaterstand is niet natuurlijk en tenminste lager tijdens bouw van het kasteel. de
Bouwgeschiedenis
be-
het
hoe
datin
zaldit
nate
het ontbreken van opgaand metselwerk is niet meer gaan hoog gebouw is geweest. Het gebouw zijn, 1321 werd doeld bij de omschrijving van de huwelijkse voorwaarden van Isabella de Fontaines en Hendrik l van Brederode.
an
las
De
de
in
om
bij
vande
der
der
die
van
den
van
den
het
open
metd
in
dat
in
I
Janlv
het
inde
Bouwfase 2: 1354-ca 1360 Zoals hierboven vermeld mogen periode 1325-1350, in verband met de financiële positie van de Brederodes, niet veel bouwactiviteiten worden verondersteld. Hendrik moest zelfs hele Brederoodse bezit Jan l van Polanen verpanden.25 'Op 13 september 1337 verklaarde Polanen aan de graaf, dat hij Hendrik de goederen die hij in pand hield . . . zou teruggeven.' 26 Dirk volgde 1345 zijn Hendrik heer van Brederode op. Hij was van 1344 tot 1348 baljuw van Kennemerland. De veronderstelling deze Dirk 1346 versterkingen op Brederode heeft aangelegd verband onrust onder Kennemers berust misverstand.27 door Brokken aangehaalde rekening betreft herstel Nieuwburg Alkmaar (dus niet Brederode).28 Wel blijkt uit de bedoelde rekening dat de tijwoelig waren: Heer Dirk heeft kosten gemaakt om huursoldaten (wapentuers) te betalen: 'Item cost Hair Dirc ghedaen heeft op Huyse Brederode om[mel onruste wille tuskefn] minre v[r]uwen Keyserinne en[de] den Kenemaers daer hi die p[er]tikelen van den wapentuers op ov[er]ghelevert heeft coemt tegader LVIbVI ' Vllld.'2*
het
van
pasn12
bij
to
ze-
des
omdie
vande
van
VI
be-
Inhet
vande
te
te
bi
deto
geI
nade
enok
met
der
vande
dit
is
Het binnenplein ontstond door het dertiende-eeuwse maaiveld (eventueel het loopvlak, behorend bij de hypohetische woontoren; zie bijlage 1), op te hogen tot het huidige perronniveau. Voor de verhoging zal onder meer puin zijn gebruikt: '. . . dat men maken fundeering behulp opgegraven grond van ongebruikte bakstenen en keistenen had opgehoogd'." Van kasteel resteren, verwoesting in 1351, thans slechts de funderingen. Door
denhofbijt
to
In
Een
wélen
an
identiek Brederode. tegenstelling deze kastelen heeft Brederode op de hoeken van de woonvleugels vierkante torens in plaats van de door hun vorm steviger ronde torens. Opvallend is, dat de hoektoren van het binnenplein ronde vorm heeft. Dit verschil kan verklaard worden door aan te nemen dat bij Brederode, als 'huis' van een edelman, meer nadruk is gelegd op het woongenot. vierkante kamer immers beter als woonvertrek in te richten dan een ronde ruimte.
den
van
bi
Tekening auteurs
van
metd
óe
in9
van
5.
Afb. Plategrondontwikkeling Brederode fasen. Linksboven hypothetische fase rechthoekige woontoren. Fasen 3 en 4 betreffen het muurwerk op de eerste verdieping.
L
in't
dat
die
van
vanoer
van
-
dit
en
hen
esdat
-en
w ...i
1
date
Van
enop23
van
in
Het
kasteel werd 1351 tenminste drie maanden door Gijsbrecht Nijenrode, maarschalk van Graaf Willem V, belegerd oktober verdrag overgegeven. 30 Volgens Rijen werd juli beleg om het kasteel gelegd. Brokken veronderstelt belegering omstreeks juni medio oktober heeft geduurd.32 Tijdens beleg zijn belegeringswerktuigen blijde evenhoge gebruikt: '[d]it F/orens Alcmade ontfangheeft a/se rentemeist[er]scip van Kennemerland en[de] Vriesland der tijt Florens sine leste rekeninghe sloet dat was des vridaghes voersente Ceciliëndaghe iaer tote donresdagh[es] na s[enjte Thomaesdaghe in 't iaer LI' 'lt[em] henghel[icken] brieve Heemskerke en[de] bider poene Haerlem He[re]n Dieric pape ghegh[even] blide mede te rechte[n] voer Brederoede XXXVII oude scilde en[del Illl vlaemske g[m]te f[aci]t XXII Ib VI s" 'Itfem] meest[er] Ysebrant evenhoge gader lecghen en[de] BrederoeH[er]lem brenghen g[roe]te f [adjt / / / s " . 3 3 Het door Herman Bussche verdedigde kasteel wordt bij verdrag overgegeven; een afschrift van dit verdrag is als bijlaopgenomen. verdrag werd
te
bijhet
enbij
na
7,2cm)end
bijen
vanhet
in
in
vande
menbijd
het
van
Hetop-
vande
De
en
de
en
het
en
en
vande
vande
la-
vande
inde
is
27
vande
Inde
de
per
en
van
uit
Zoals vastgesteld, heeft herbouw gebruik gemaakt van bestaande funderingen c.q. bestaand muurwerk. plaats huidige binnenpoort wordt dit oudere muurwerk aangetroffen: de noordmuur poorttoren, fundament traptoren enkele strekkende meters metselwerk van de oostmuur van de kelder begane grond middentoren (afb. 5, fase 2). De oostmuur vertoont op kelderniveau vallende tand. gaande metselwerk van de middentoren is hier opgezet. Op de begane grond vormt het oudere muurwerk zuidelijke dagkant venster. noordelijke dagkant wordt gevormd door jonger muurwerk van de middentoren. Op het voormalige eerste verdiepingsniveau is het metselwerk van fase 2 van de middentoren gedeeltelijk óp het Blijkens de bouwsporen bevatten de in deze fase opgetrokken donjon middentoren oorspronkelijk (boven de kelder) twee verdiepingen. Over mogelijke aanwezigheid van een zolder onder de weergang kunnen alleen maar vermoedens worden uitgesproken. Want afgezien van het grote aantal privaatkokers (vier) voor twee woonlagen hoge donjon, zijn er geen aanwijzingen (meer) die op een zolder wijzen.
kelderloopvlak een snijlaag. Onder de snijlaag bestaat metselwerk stenen het
De bouwhistorische conclusies sluiten goed aan bij het moment van rehabilitatie van de Brederode's in het Kennemerland. In december 1354 kreeg Dirk III al zijn bezittingen terug. De voorzichtige conclusie is gerechtvaardigd, dat Dirk na zijn vrijlating in 1354 en het weer gunst graaf komen 1355, het kasteel geheel op oude fundamenten heeft herbouwd (afb. 5, fase 2). Dat zijn zoon Reinout 1358 baljuw Kennemerland werd zal een krachtige stimulans (mogelijk zelfs de reden) voor de herbouw zijn geweest.
oudere muurwerk gelegd.
bouwdeel 3) heeft 0,4 m onder het huidige
in
de
30 x ? x 8 cm. Boven de snijlaag is het muurwerk bastaard kruisverband gemetseld;
de toegepaste stenen hebben het formaat a6,5cm.
27x 13x6
vande
de
2. De oostelijke binnenplaatsmuur is op een oudere fundering geplaatst. Kennelijk vond muurdikte fundering niet groot genoeg: middels uitkragingen mend
midden van de 14de eeuw.
vande
het
m
vande
vande
vanhet
Het
dane
2)isopen
vande
open
inde
vande
dat
is
vande
het
het
van de muur zijn gelegd. In dit artikel zal voor dit verschijnsel het begrip 'zwaailaag' worden gehanteerd. Deze metselmethode werd vanaf het midden van de 14de eeuw toegepast, bijvoorbeeld kasteel Merwede uitbreiding 1378 het kasteel Heemstede.36 Naast het toegepaste steenformaat (27 x 13 a 12 x 7 a 6 cm, gem. lagenmaat late detaillering schietgaten wijzen vooral deze zwaailagen op bouwactiviteiten in of na het
Opde
dan
het
m
vande
is
isde
vande
ter
x136,5a7cm;
vanhet
open
keni
vande
ok
van
De genoemde bouwsporen wijzen op herbouw kasteel ouder fundament.35 Het tijdens de herbouw opgetrokken muurwerk bevat kenmerken die duiden ontstaan tweede helft veertiende eeuw. De muren zijn opgetrokbastaard kruisverband. dikte muren donjon, middentoren, de oostelijke binnenplaatsmuur en de kapeltoren zijn, laag wisselend, stenen aangetroffen die onder een hoek van 40 a 50 graden ten opzichte van de lengterichting
enht
isvan
de
inhet
wasen
het
is
mag
7,2cm.
en
van
date
om
met
en
Gezien het feit dat Dirk huursoldaten had aangetrokken, er krijgsgevangenen werden gemaakt Gijsbrecht Nijenrode grootscheeps beleg belegeringswerktuigen Brederode sloeg, worden aangenomen strijd hevig geweest. De oorlogshandelingen zullen kasteel bepaald niet ongeschonden hebben gelaten. De Hoeksgezinde Dirk ongewenst persoon grotendeels Kabeljauwse Kennemerland. Daarom mag het niet worden uitgesloten dat de overblijfselen van het kasteel gedurende hechtenis Dirk (de periode 1351-1354) door de Kennemers zijn geslecht. Deze aanname kan niet door archiefgegevens worden gestaafd. Door het ontbreken van opgaand muurwerk van vóór 1351 deze bouwfase niette bepalen welk gedeelte van het kasteel tijdens het beleg in 1351 is verwoest en welk gedeelte later geslecht zou zijn. De bovenstaande speculaties over oorlogsschade eventueel daaropvolgende slechten van het kasteel door de Kabeljauwen, vloeien voort uit het feit, dat bij het bouwhistorisch onderzoek gebleken kasteel omstreeks midden veertiende eeuw volledig is herbouwd op oudere funderingen: 1. De oostmuur van de donjon (afb.1,
27x
a
to
was
westhoek fundering 0,40 breder het opgaande muurwerk. 5. Het opgaande muurwerk van de zuidmuur donjonkelder vlak onder loopvlak, plaatse doorgang naar middentorenkelder, 0,10 naar noorden verschoven, ten opzichte van de onderliggende fundering. 6. De oostmuur van de binnentoren (afb. 1, bouwdeel vallende tand fundering van de traptoren gezet. Het opgaande metselwerk van deze muur is 0,48 m smaller uitgevoerd tand fundering traptoren. fundament met tand bevatte stenen formaat 27,5 gemiddelde lagenmaat 8 cm. Het metselwerk dat op deze tand was gezet bevatte stenen van een iets ander formaat: 13x6a6,5cm, gemiddelde genmaat
de
van
end
zou
in
van
zouhijen
genva
De
die
vande
paald dat het 'Huus' te Brederode ter beschikking kwam Graaf Holland. De soldaten, gevangen werden gehouden op Brederode, moesten worden vrijgelaten. roerende (persoonlijke) bezittinDirk, zijn kastelein soldaten mochten worden meegenomen. Dirk zou vergiffenis krijgen en niet gevangen worden gezet. Bovendien jaargeld krijgen en deed de Graaf de toezegging dat hij alle schulden Dirk overnemen. Ondanks dit fraaie verdrag werd Dirk, die in 1351 Zeeland gevangen geraakt, 1354 in hechtenis gehouden op kasteel Heemskerk (thans Marquette).34
BULLETIN KNOB 1990-4
2enht
resterende muurwerk fase boven het maaiveld gelegen 19de-eeuwse metselwerk. Tekening auteurs.
datoke
de
uitde
Dit
van5,7m
ment
op
de
1;het
van
isde
Aangegeven fundering fase
is
Afb. 6. Archeologische waarneming op het binnenplein, put 1. oost-westprol'iel'.
van
Inde
plaatselijk smaller uitgevoerd. zuid-
vanhet
en
x126
in
westmuur van de Kemenade (bouwdeel 8) is
de
jon
vande
7,2cm.
het
Aande
7cm;
het
6.De
zie
m
werd rest kasteel oudere fundamenten opgemetseld. Toen het metselen hoogte boven het perronniveau had bereikt, werden eerst de donjon en weillicht ook de middentoren en poorttoren voltooid. blijkt staande tand waarmee donjon aansloot op de Keukenvleugel (zie afb. 7). Het niet onmogelijk Voorburcht tijdens het beleg in 1351 zwaar te lijden heeft gehad. Het muurwerk van de Voorburcht zou daarom ook van na 1354 kunnen
to
Tegelijkertijd met het optrekken van de don-
uitgevoerd; afb. stenen jongere muur hebben formaat 27,5 a gemiddelde lagenmaat 3. Het opgaande muurwerk van de oostmuur van de ridderzaal (afb. 1, bouwdeel 7) is aanmerkelijk smaller uitgevoerd dan de onderliggende fundering. binnenplaatszijde bedraagt verschil muurdikte 0,60m. 4. Ook het opgaande muurwerk van de
de
werd muur maximaal 0,30 breder
Afb. 7. Oostwand van bouwdeel 4, met daarop
de
aangegeven üe staande tanden, dakmoeten, en
de bouwsporen van een ventilatiekanaal en een stookplaats. Foto tekening auteurs.
vane
De poorttoren zelf werd voorzien
met
en
brugkelder doorgang spitsboog. en
die
de
Boven poort bevonden zich twee verdiepingen, middels (raptoren ontsloten
in
okde
de
werden. Daar spiltrap ruimten de middentoren ontsloot, bevinden de vertrekken van de binnenpoort zich op andere vande
dane
niveaus vertrekken middentoren. Bouwfase 4: ca 1360-1464
en
vande
Bouw Keuken- Ridderzaalvleugel
se 2.
zijn in staand verband uitgevoerd. Echter
licht definitief uitsluitsel geven.
precies op de knik gaan koppenlagen van
Blijkens de tanden was bouwdeel 4 bijna even hoog gepland als de donjon. Deze hoogte heeft echter niet bereikt: venste deel van de staande tanden zijn niet gebruikt. zadeldak toen Keukenvleugel is geplaatst, heeft vooral aan de
van
be-
5,7
had
vande
opde
dat
het
Het
én
4
7).
van de aansluiting van het dak op het muurwerk) achtergelaten (afb. Bouwdeel heeft oorspronkelijk slechts (hoge) ruimte boven de kelder gehad. In de kelder bevond zich de keuken van het kasteel en op de begane grond (mogelijk) de kapel. Haaks op de Keukenvleugel stond de grote zaal (afb. 1, bouwdelen 5 en 7). De zaal was
onderkelderd en had een formaat van De
vande
is
xca6m
x
20,85 8,95 (dit uitgaande Rijnlandse voet 66,5x28,5 voet. zaal
ge-
1,
die
was
de
8)is
vandit
1,
inhet
zieht
vande
vande
en
6)haden
(of
ophet
viade
was
6,en
kan, gezien het privaat in de hoek met bouwdeel eerste verdieping hebben had. Deze eerste verdieping toegankelijk traptoren binnenplein. noord-westtoren 'Kapeltoren', afb. bouwdeel eerste verdieping middels muurtrap toegankelijk vanaf begane grond Ridderzaal. Vermoedelijk had de toren ook een tweede verdieping. Deze zal middels een trap vanaf de eerste verdieping Ridderzaal zijn ontsloten; betoog over privaatkokers vervolg artikel. 37 De ten zuiden van de grote zaal gelegen Kemenade (afb. bouwdeel niet tegelijkertijd opgetrokken met deze zaal (afb. 5,
De
4
de
Afb. 8. Oostgevel van bouwdeel 2, met daarin aangegeven tijdens bouwfase ontstane bouwnaad. Foto tekening auteurs. en
ism-
ge-
westzijde een duidelijke dakmoet (sporen
de
de
Dit
De
tussen de laatste muur en de noordmuur middentoren. laatste muur mers zuidmuur iets vroeger bouwde donjon (afb. 5, fase 2).
hetbo-
2van
8).
vanhet
in
zalin
vande
middentoren. verklaart koude naad
vande
bouwspoor tussen de poorttoren en de vensters van de middentoren: de lagen die bij
poorttoren deze tijd zijn vernieuwd. Hetzelfde geldt voor de noordmuur van de poorttoren en de westmuur van de
de
vernieuwd. Dit laatste blijkt uit een verticaal
Ook het bovenste gedeelte van de traptoren
vande
on-
vande
en
het
4m
het
envad
Er
3:ca
Bouwfase 1360-1426 Enige tijd nadat de donjon was voltooid verdween een groot gedeelte van de oude poort. werd nieuwe poorttoren opgetroken oostgevel middentoren werd zuidelijke gedeelte vanaf geveer boven begane grondniveau
van
tenm
anophet
het over strekkenlagen andere vak. envak
isndt
zijn. Aanwijzingen daarvoor zijn echter niet gevonden. Daarom artikel aangenomen, dat de Voorburcht voor het grootste
vande
2.
bij
en
vande
vande
de middentoren (afb. Beide muurvlakken
3
deel intact is gebleven. Toekomstige archeologische waarnemingen kunnen wel-
in
het muurwerk poorttoren horen sluilichte knik, niet geheel waterpas, metselwerk fase
Het fase ontstane metselwerk zuidmuur middentoren vanaf m hoogte een staande tand, 1,45 m westelijk van de poorttoren. Aan de noordzijde van de Keukenvleugel treft men een vrijwel identieke situatie aan: staande tand horende metselwerk donjon bouwfase Beneden deze hoogte waren de noord- en zuidmuur van bouwdeel 4 kennelijk tegelijkertijd opgetrokken met de ten oosten daarvan gelegen muren van bouwfa-
dat
te
zou
in
het
van
de
en
hij
in
konhet
in
op
zij
in
van
en
de
met
bij
de
alhd
die
en
De
op
Aan
5)
de
en
opde
3).De
la-
vande
van
van
van
open
uithe
4
en
end
vande
vanhet
de
De hierboven bedoelde herstelling betreft het noordelijk gedeelte van de hoofdburcht en (vermoedelijk) eveneens het noordelijke gedeelte van de voorburcht. Er was veel bouwvolume verloren gegaan: bouwdelen 7, 8, 9 en 10 (grootste gedeelte van de Ridderzaal, de Kemenade, de Tedburghatoren en de Sivaardtoren; zie afb. 1); de bovenste (derde) verdieping van bouwdeel 6 (Kapeltoren). Het resterende gedeelte kasteel werd rationeler ingedeeld; de zeer grote verdiepingshoogten donjon binnentoren werden gereduceerd; hierdoor ontstond ruimte voor extra, tweede verdieping. bouwdeel (Keukenvleugel) kreeg extra verdieping. oorspronkelijke kapelzaal had een kapconstructie op muurstijlen. Bij de herstelling van 1464 werden de kraagstenen muurstijlen vervangen door balken. ontstonden twee, relatief ge zalen waarvan in de onderste de hoge raad zitting hield (afb. zaal eerste verdieping werd ontsloten door doorgebroken toegang naar traptoren het binnenplein. In 1426 werd het zuidelijke deel van de ridderzaal verwoest. In 1464 werd alleen het noordelijk deel (bouwdeel hersteld. de zuidzijde werd dit gedeelte afgesloten door een nieuwe muur. Zo
De
te
vande
inhet
vanhet
het
Izalerd
enht
in
in
het
vande
uiten
als
is,
plaatsen residentie Brederodes naar slot Batestein Vianen. Brederodes waren 1418 bezit gekomen van dit kasteel. Ook het sneuvelen van Walraven 1417 minderjarig zijn zijn zoon Reinout oorzaak zijn, dat niet meteen na de belegering de schade werd hersteld.40 1464 werd restant kasteel, het noordelijk gedeelte, hersteld. Ter Kuile schrijft hierover: 'Zulks blijkt beschikking Filips van Bourgondië jaar 1464 verzoekschrift van Reinout II, om zijn 'kwade' lenen in 'goede' te veranderen, zoodat zij bij ontstentenis van mannelijke wettige nakomelingen ook in vrouwelijke lijn zouden kun-
Pasn
omen
van
de
en
in
ok
is
1t/m5
De
inde
het
de
8)an
9. Plattegrond van bouwdeel 7, met daarop
aangegeven de kortelingen op ca 1,5 m hoogte boven loopvlak. kortelingen zijn niet haaks muur uitgespaard. Tevens aangeduid waar zich op die hoogte, al dan niet aangetoond, origineel metselwerk in de kern van muren bevind. Tekening auteurs.
en
ophet
ophet
vane
het
als
atop
sat
kande
de
het
Het
enht
de
't
nogals
Het
ge-
De
de
inde
Afb.
vande
ophet
4enht
BULLETIN KNOB 1990-4
nuis,dat
6:
end
hadokin
alshet
op
van
in
de
Bouwfase 5: ca 1360-1426 Na de voltooiing van de Ridderzaal werd de zogenaamde 'Kemenade' (bouwdeel het bouwvolume toegevoegd. Onbekend is hoeveel tijd er verstreken is tussen bouwfase opmetselen Kemenade. In latere tijd werd perron aanbouw opgetrokken: 'huis perron' (afb. 5, fase 5). Dit gebouw bevatte een lessenaarsdak, dat op de zuidmuur van de Keukenvleugel rustte. huis perron bevatte een haard. In het schoorsteenkanaal werden, thans nog waarneembaar, gaten voor klossen uitgespaard goot (tussen schoorsteen zadeldak de Keukenvleugel) op te leggen. Hieruit mag worden geconcludeerd dat het huis op het perron niet, zoals anderen menen, noodbehuizing in de 16de eeuw is opgetrokken, maar vestibule 14de-15deeeuws kasteel.39 Met de bouw van dit huis op het perron als voorruimte heeft kasteel bijna zijn grootste vorm bereikt. Naast binnenpoort
dat
ante
vande
au-
de
De
en
en
vandit
de
In 1426 werd het kasteel belegerd door de stad Haarlem. Daarbij werd het zuidelijke gedeelte kasteel vrijwel geheel verwoest. Dit zal mede de oorzaak zijn van het ver-
De
de
zoude
Bouwfase 1464-1491
nen vererven. Hopende onder meer, Reinout daardoor besluiten "weder doen maken ende yn te richten in goeden state voirsz. huys Brederode, ende dat selve huijs mitsgaders al 't voirsz. land ende heerlickheyt te ontlasten ende te quijten van den lasten, dairmede sij belast ende beswairt is", stond hertog verzoek zoverre toe, dat bij zijn sterven voor één keer erfopvolging vrouwelijke lijn mocht plaats vinden. Hieruit komt tevens naar voren, dat Reinout al evenzeer als wijzen zijn oom Jan met financiële moeilijkheden had te kampen. Reinout ging dan ook niet verder dan een gedeeltelijke herstelling, immers "datselve luttel daer heeft in sijnen tijden wederom doen maken", meld bovengenoemde kroniekschrijver Jan Gerbrandsz. tusschen 1482 1484.' 41 'Al was Brederode dan maar voor een klein gedeelte herbouwd, toch desnoods tijdelijke residentie worden gebruikt. Toen Jolande de Lalaing, weduwe van den in 1473 gestorven Reinout II, het te kwaad kreeg haar mans familie inzake voogdij over haar minderjarige kinderen, haar neef Reinier Broekhuizen haar afwezigheid Vianen en Batestein innam en bezette, vestigde zich 1478 weer Brederode. Zij bleef hier eenige jaren, want toen 1482 bende plunderende Hoeksche ballingen, Hoorn gebrandschat, Haarlem bedreigde, zonden overheden van die stad een bode naar den stadhouder Joost de Lalaing, "die op dese tijt ende huys Brederode sijnre nichten vrouwe Yolandt des Jonckheren van Brederode Moeder".' 42
Ook
to-
Van
-
blijkens de hier aanwezige originele schietgaten, onderkelderd gebouwtje opgetrokken (afb. 5, fase 5). Wellicht mag men hierin poortwachtersvertrek zien. schietgaten in de kelder en de begane grond gebouwtje zijn enige thentieke middeleeuwse schietgaten huidige ruïne. Van deze bouwvolumes is, zonder intensieve archeologische waarnemingen, bezwaarlijk chronologie geven.
vanhet
1t/m
Datde
vandit
9,
9)
ren
1,
vande
de
opde
vande
bouwfasen 4 en 5). Dit blijkt uit de koude aansluiting oostmuur bouwdeel zuidelijke weermuur. zuidoosthoek van de grote zaal als buitenhoek werd gebouwd, kan worden afgeleid uit de schuine oriëntatie van de kortelingengaten in oostmuur (afb. kortelinggaten 5). Door de schuine stand ten opzichte van het muurwerk kon om de hoek gesteigerd worden. Westelijk Kemenade werd, vermoedelijk in één fase met de westelijke weermuur en bouwdeel 6, de Tedburghatoren (afb. bouwdeel gebouwd. deze resteert vrijwel geen origineel metselwerk. Gezien het aantal - in de 19de eeuw gereconstrueerde privaatkokers toren tenminste drie verdiepingen boven kelder hebben bevat. verdiepingen werden ontsloten door een spiltrap tussen de Tedburghatoren Kemenade. De binnenplaats deze bouwfase hetzelfde niveau huidige perron. oorspronkelijke metselwerk van de binnenplaatsmuren deze fase bevindt zich vlak onder het huidige (verlaagde) loopvlak. In de vorige eeuw is de 2,5 m hoge walmuur als vulmuur fasen deze restanten zet. De toen in deze walmuur aangebrachte schietgaten bevinden zich onder het middeleeuwse loopvlak. Het binnenplein is echter, op een enkele uitzondering na, nooit onderkelderd geweest.38 schietgaten zijn, net als de schietgaten van de Kemenade en de Tedburghatoren producten van de 19deeeuwse ridderromantiek. Blijkens poeren waren walmuren voorzien van een weergang op spaarbogen. Op de zuidoosthoek van het plein stond een ronde toren. De kelder van deze toren was, blijkens de gereconstrueerde muurtrap, toegankelijk vanaf het binnenplein. Gezien het aantal, eveneens vorige eeuw gereconstrueerde, privaatkokers toren drie verdiepingen boven kelder hebben gehad.
in
in
mensch Haarlem heeft gewoond, zegt
de
zijn Batavia over Brederode, dat het er treu-
ande
5
van
meni
Mogelijk heeft 1464 verdiepingshoogte bouwdeel aangepast
rig uitziet en zoo goed als een ruïne is, waarvan hij geen andere oorzaak kan opgeven,
nieuwe niveaus van bouwdeel 4; er resteren echter geen bouwsporen die daar op duiden.
dantme
alle onderhoud heeft nagelaten.' 4 6 Omstreeks 1573 zou Brederode opnieuw
Tijdens deze reparaties zal de bovenste verdieping van bouwdeel 6 (de Kapeltoren) zijn gesloopt. De noordelijke privaatkoker van
zijn geplunderd en in brand gestoken, ditto
van
pen
Opde
stad door uithongering nemen.
De
de
indt
de. De Spanjaarden leden tijdens dit beleg zware verliezen. Niettemin slaagden zij er in
te
de
ste verdieping werd het oostelijke venster dichtgezet, hierin werd een schouw gemetseld (zie verderop artikel).
het
waren tijdens beleg Haarlem ver in de omtrek gelegerd. Ook op Bredero-
via
maal door Spaanse troepen. 'Spaanse troe-
dieping werd benut, heeft men toegankelijk gemaakt vanaf begane grond. eer-
die
deze toren, ooit deze bovenste ver-
te
verwoeste bouwdelen zullen veel puin
an
en
dan
ze
hetind
vande
de
zou
vande
Open
ge-
al
ophet
het
de
op
van
van
metd
Brederode het kasteel aan de grafelijkheid van Holland. Na het opheffen van de feodale
rechten werd de Staat der Nederlanden eigenaresse van de ruïne.
Het
hetin
Wel
de
en
te
vanhet
uitde
in:ade
het
dit
had
1600 steeds meer; de grachten en de kelders stuiven vol met duinzand (afb. 5, fase 7). 1679 vervalt dood Wolfert
ervand
de negentiende eeuw ne muren zuidzijde burcht werden boven loopvlak reconstrueerd. Niet alle muren werden echter deze hoogte opgemetseld. muren tussen bouwdelen 4-5, (afb. 1) zijn niet hoger opgemetseld cm. De noordmuur van de Keukenvleugel (afb. bouwdeel Ridderzaal (afb. 1, bouwdeel 5) bereikt zelfs nergens danc90
5-7en8
De
ge-
vande
het
ande
4)envad
de
toca2,5m
de
De
het
het
ren moet 1499 lang onder puin verborgen hebben gelegen, dat niet alleen de restanten geen uitsluitsel over vorm gaven, maar overlevering tekort schoot. Ondanks status 'stamhuis' graven van Brederode werd het kasteel aan het verval prijsgegeven. 'Hadrianus Junius toch, die in 1511 geboren is en als jong-
inde
muurwerk gerestaureerd. De verloren gega-
is
In negentiende eeuw werd opgaande
plattegrond opgenomen. Tedburghato-
1,
huidige hoogte gehad, maar correspondeerde met het loopvlak van het perron;
op het perron waar te nemen (afb. 12). De onbruikbaar geworden ruïne vervalt na
maaiveld; want deze toren correct
de
de
in
het binnenpleinniveau heeft 1464 niet
komt huis perron niet meer voor
(afb. 11). zijn oude prenten balkgaten en andere bouwsporen van het huis
Sivaardtoren nog muurwerk boven het
vande
Op enkele details na geeft bovenstaande de juiste gang van zaken weer:
1600 als zelfstandig gebouw hebben gefunctioneerd. afbeelding tijd, de oudst bekende afbeelding ruïne,
Bouwfase 8: 1862-1903 Restauratie en reconstructie van de ruïne in
van
inde
dusomen
wasnog
enid
.m
3
De bergruimte tussen de muur en de binnenplaatsmuur van de ridderzaal met inbegrip van toren 3 (afb. 1, bouwdeel 9, aut.) bedraagt 3197 Ruimte genoeg en ander weg te stoppen, ook in de binnenplaats ronde toren plaats.'44
gracht gestort, vermoedelijk doordat fun-
lijke deel van de burcht is echter schetsmaaangegeven. Kennelijk stond
alzo
muur. Dit ontstane plateau kreeg dan de
omvang zoals weergegeven schets.
okde
lage muur rondom de puinberg en vlak die berg vervolgens af tot de hoogte van die
Leyden voor doel indrukwekkende genealogie verzonnen. Om de genealogeloofwaardig over doen komen werd plattegrond oude stamhuis tekend (afb. 3). Deze moeilijk te lezen plattegrond geeft gedetailleerd 1464 gereconstrueerde bouwvolume weer. zuide-
in
en
De
berg puin niet onaangeroerd heeft laten liggen. eenvoudigste oplossing: bouw
den van de Graven van Holland. Jan van
gie
doet vermoeden dat men die afzichtelijke
door Duitse soldaten.45 Daarna vervalt het kasteel steeds verder. In 1499 trachtte Jolande de Lalaing te bewijzen dat de Brederodes rechtstreeks afstam-
en
nac40
van het puin zal in de gracht van de ridderzaal hebben gelegen. Bruikbaar was dit materiaal haast niet meer jaar weersinvloeden. De luxe waarmee de herbouw werd voorzien, o.a. houten lambriseringen,
Bouwfase 7: 1491-1862 In 1491 werd kasteel tijdens opstand van het Kaas- en Broodvolk geplunderd
tig
vande
zagmen
Het complex is getransformeerd van weerbare burcht tot edelmanswoning.
gebleven, maar de buitengevel is in de
ophet
ine
vande
hoeij
na
tode
en
.Hetm
vanc
3
als hulpmiddel de maquette had tot resultaat dat dit puin een omvang gehad moet hebben 3500 grootste deel
en
dering door het grachtwater te diep was ingevreten.' 48 De in de gracht gevallen muur is thans in de vorm van een eilandje waarneembaar (afb. 1,E). Het huis perron deze verwaarlozingen overleefd hebben en tot ongeveer
(de
ten westen van de Kapeltoren werden de kelders nieuw gevormde plateau
10
achterliggend deel rechtervleugel is de muur langs de binnenplaats overeind
zijde is het kasteel niet meer te verdedigen.
verwoeste bouwdelen. Enig rekenwerk met
Ter Kuile geeft andere, eveneens niet onwaarschijnlijke lezing over gracht vallen noordmuur: 'Van
de zuidelijke binnenplaatsmuur naar bouwdeel gevoerd ronde toren); vergelijk afb. 10 met de plattegrond op afb. 5, fase 6). Middels trap U-vormige uitbouw
verbonden. De reparatie van 1464 houdt in wezen de ontmanteling burcht zuid-
'Toen in 1464 het gebouw weer voor bewoning geschikt werd gemaakt zich geplaatst voor enorme berg puin
(afb. 1, bouwdeel 4, aut.) in de gracht is gevallen.' 47
het
de
9)
ghatoren (bouwdeel bijna evenwijdig
en
6(de
vande
mag
werd deze muur echter vanaf Tedbur-
meth
op
in
en
date met
de
ine
vande
opde
endat
van
de snijlagen bouwdeel Kapeltoren) stond muur niet gefundeerd was: zij stond vulling (veen) gracht. Bovendien hadden de bakstenen in de muur een te klein formaat om uit de dertiende eeuw te kunnen dateren. Ook uit de dikte muur (steens) worden opgemaakt dat het hier geen vroeg middeleeuws muurwerk betreft. Willems laat tekening zien zich situatie betrekking cirkelvormige grondkeringsmuur 1464 voorstelt (afb. 10).
Willems neemt aan dat alleen ten westen van het kasteel een grondkeringsmuur de puinmassa heeft afgesloten. Vermoedelijk
vande
vande
De
echter tijdens onderzoek 1969-1970 aangetoond cirkelvormige muur
nadat zij het kasteel of wat er nog van restte, in brand hadden gestoken. Daarbij zou de kruitvoorraad zijn ontploft waardoor de gehele noordmuur van de noordvleugel (K/L)
en
dertiende-eeuwse burcht ronde vorm had.43 afdeling Velsen Archeologische Werkgemeenschap Nederland heeft
verlieten. Brederode verlieten niet
In
sommige onderzoekers heeft verleid tot de veronderstelling dat de oudste, vroeg
de Spaanse troepen gedemoraliseerd door verliezen, maar vooral door wanbetaling, muitend, rovend brandschattend Holland
de
die
Hetis
een cirkelvormige grondkeringsmuur omgeven. deze cirkelvormige muur
Afb. W. Reconstructie van kasteel Brederode na afsluiting 1464 aangevangen reparatiewerkzaamheden. Tekening auteurs naar een tekening van C. J. Willems. vandei
vande
len westmuur ridderzaal werd door
de
Deind
hebben opgeleverd. gracht geval-
to
De
omk
daarna ondernomen poging Alkmaar nemen mislukte evenwel, waarna
datmenok
alsde
men
een grotere hoogte van 0,5 m (afb. 2). Het is onduidelijk waarom deze muren niet dezelfde hoogte heeft gegeven overige walmuren. Voor de juiste ruimtelijke beleving van de Keukenvleugel zou het zelfs zeer wenselijk zijn, noordmuur van deze vleugel op hoogte had gebracht.
vande
in.
T" " v ^L-j-,
de
end
-
de-
Omstreeks 1900 stort omstreeks 1870 gereconstrueerde westmuur Ridderzaal Kemenade Deze muur moest daarom voor tweede keer gereconstrueerd worden (afb. 2). Ook werd in de 20ste eeuw de westelijke poortdoorgang van Binnenpoort gereconstrueerd (afb. 2).
.'•
•.>'$$-'
ji
jl
'
:N«teJ|*£
,»
en
,
de
het duinzand (afb. 13). Pas in 1862 ging de
vande
uithe
in
vande
hetna-
Volgens deze tekening waren de kantelen en het dak van de Donjon toen nog grotendeels intact. Verz. Gemeente Archief Haarlem 49/29.
van
het
en
de
of
on-
is.Hj
uit
van
van
in
uithe
van
het
en
be-
vande
van
de
van
en
to
der
de
."!L_L.
in
men
en
enma
er
omde
vande
te
te
vanhet
het
menwas ca
12.
Afb. Ruïne Brederode zuidwesten. Tekening o.i. inkt Nicolaas Berchem 1650. Verz. Gemeente Archief Haarlem 50/57.
end
te
60%vande
BULLETIN KNOB 1990-4
van
Haarlem, wien Haarlemsche historische kunstmonumenten eindig veel verplichting hebben, heeft het te danken, dat het behoud van het Kasteel Brederode thans verzekerd wist 1862 te verkrijgen, dat de Regering een geringe som (f500,—) te zijner beschikking stelde om de ruïne te verzorgen. Op dat de
en
de
het
ren. Aan Mr. A.J.Enschedé, archivaris
die
wasinde
Brederode 19de eeuw eerste ruïne rijksbezit gerestaureerd werd. Het herstel werd onder leiding van de Haarlemse archivaris Mr. A. J. Enschedé uitgevoerd. Uit de briefwisselingen tussen Enschedé en de betrokken ministers blijkt dat er diverse problemen en verschillen van inzicht waren. Door recente bouwhistorisch onderzoek is onder meer vast komen te staan dat de walmuren van de ruïne vrijwel geen middeleeuws muurwerk bevatten maar 19de-eeuwse reconstructies zijn: ruim plattegrond ruïne staat uit gereconstrueerd muurwerk! Gewapend met deze kennis is men in staat de briefwisseling interpreteren zodoende kennis te nemen van de afwegingen, de voortgang tegenslagen tijdens deze negentiende-eeuwse restauratie. 'Gedurende twee halve eeuw werd er niets gedaan instandhouding hetgeen het oorlogsgeweld en de vlammen gespaard hadden. Alleen landschapschilders XVIIe eeuw, die, Haarlem uit, de glorie van den Nederlandschen naam over geheel wereld verspreidden, waren in
gelde zou gemaakt hebben, indien de grond eenige verkoopswaarde had gehad. Toen men in 1805 bevond, dat een hoek van het terrein betrekkelijk vrij puin was, haastte men zich dit stukje lands te verschache-
gevoelig voor schilderachtig aanzien, hetwelk steeds meer meer onder duinzand bedolven en met struikgewas begroeide bouwvallen aanboden, talrijk zijn de afbeeldingen, die zij van den grijzen Brederode penseelden etsten. Hoe zwaar en hecht het Xllle eeuwsche bouwwerk ook was, de tand des tijds zette zijn onverbiddelijk vernietigingswerk voort en het Domeinbestuur, hetwelk tenslotte het bezit Kasteel had, dacht niet aan, iets hoegenaamd doen langzame verwoesting tegen gaan. Integendeel, voor behoud burcht zoo onverschillig, dat men dien gaarne te
indevo-
de
metn
ante
met
van
in
van
vane
het
en
van
de
inde
de
te
als
staat gelden beschikbaar stellen om de ruïne bouwkundig monument voor geslacht behouden. Tijdens consolidatiewerkzaamheden werd, geheel geest van tijd, door middel reconstructies van onder meer schietgaten, weerbare middeleeuwse sfeer opgeroepen. Door dit restaureren naar toenmalige ideaalbeeld middeleeuws kasteel, waren veel deze reconstructies niet overeenstemming met de nog bestaande authentieke bouwsporen. Zo bezit Brederode thans, door onjuiste interpretaties bouwperioden, als enig waterkasteel een binnenplein twee niveaus. Voorts zijn van de 23 bestaande schietgaten slechts twee wijzen redelijk betrouwbare middeleeuwse detaillering. Desondanks hebben bouwactiviteiten rige eeuw bijgedragen tot het behoud en de bekendheid van de ruïne.
Afb. Zuid-oostzijde ruïne. Anonieme tekening o.i. inkt begin 17de eeuw. 1.
de
De negentiende-eeuwse restauratie nader beschouwd In zeventiende, achttiende negentiende eeuw stoof de ruïne steeds verder onder
k
^
4);
in
4);
van
der
'voorzien twee bogen ramen'; van
van
het
en
die
de
end
bijmetselen van de oven in de keuken (de westelijke oven bouwdeel bijmetselen van de stoep naar de 'Groot Zaal' en van de trap naar de kelder (vermoedelijk de stoep met portaal in de noordoosthoek bouwdeel het
van
datmenwl
te
of
met
muurwerk was op funderingsniveau tot
De Stuers geeft voor deze werkzaamheden volgende beschrijving:
de volgende posten voor:
haard. puin, waarin veel leijen
'In het volgend jaar (1863) werd de ontgraving voortgezet en bereikte men den vier-
herstel gemetselde spiltrap binnenpoort. De trap was nog met 32 onbegaanbare treden aanwezig;
vond, bereikte in het eerste vertrek naast de Binnenpoort hoogte 0,8/tot 1,67M. boven vloer. daarop volgend portaal trof men een vloer aan van mode, geele en zwarte verglaasde tegeltjes. De vloer van
kanten hoektoren zuidwesttoren, bouwdeel 9, afb. 1), waar het puin 2.09 M, hoog lag; men vermocht aldaar het puin niet geheel ruimen wege twee eschboomen, die hun wortels zoo diep in het metsel-
te
voor opgaande werk, maar zacht voor het gewelf. Voor dit gewelf liet hij stenen kopen, die afkomstig waren van een oud
inhet
van
(de
de
men
zou
endbij
daar de keukens van het kasteel terug. In een der kelders waren de sporen van brand duidelijk zichtbaar. Overigens keuken elders gelijkmatige laag asch, waarvan de ligging de juiste hoogte lagokinde
omde
losliggende oude vloertegeltjes herplaatst.
leijen aan. Nu was de beurt aan den puinhoop tusschen dezen toren Binnenpoort gelegen gebouwen; men vond al-
en
be-
het
op
Vervolgens werd de steenen trap, welke naast het eerste vertrek ligt en naar de boven-verdiepingen voert, hersteld; portaal vóór dien trap werden eveneens de
daarvan schade aangebracht hebben. Die boomen maakten overigens een schilderachtig effect. De ontgraving van het puin werd voortgezet en ook de N. W. dikke vierkante toren (bouwdeel 6, afb. 1) werd gezuiverd. Alleen op dit punt werden platte dakpannen gevonden; overal elders trof
en
was
den
Indit
M.;in
en
van
wegt
men
van
en
Inhet
en
van
nen. Om aan de benodigde stenen te komen liet hij enkele puinhopen selectief opruimen. De gevonden stenen bleken geschikt te zijn het
den
den
te
datme
ande
op24
worden nagezien.'51 Enschedé schreef juni 1862 werk Buitenpoort werd begon-
oude tegeltjes aan; ook in het portaal weroude tegeltjes nieuw gelegd, terwijl Donjon voorlopig gebruik moest gemaakt worden koolteer open vakken dekken.
den
ge-
endat
dat
te
bevinden verwijderen: verder twee welven die dreigden in te storten noodzakelijk herstelling behoefden alles moet
inde
inde
die
en
de
de
'.hetisnd
eerste plaats noodzakelijk bomen gronden zich ruïne
werk geschoten hadden, dat het wegnemen
tweede vertrek (onder Donjon)
grootendeels verdwenen. portaal reikte puin hoogte 0,63 het tweede vertrek van 1,18 tot 1,49 M. Men herstelde eersten vloer vulde ontbrekende met van elders verkregen het
wasnogmet
de
naast donjon gelegen trap
50 onbegaanbare treden aanwezig; en herstel van de gewelven in de traptoren en voorpoort. 50 Voorts schreef Enschedé:
het
bijde
Het
met
en
vande
herstel van de spiltrap in de 'kijktoren'. Deze
het
end
de tegeltjes, zandsteenen kraagstukken van een schoorsteenmantel. In de kolk van dezen schoorsteen evenals van de andere bevond zich nog de asch van den
dat
het bijmetselen van de toren (vermoedelijk de donjon).58
ande
Binnenlandse Zaken stemde Enschedé erin toe zich te belasten met het toezicht op de werkzaamheden ruïne. Vanaf moment wordt aanvang gemaakt de eerste opgravingen en restauraties. Op de deze brief gevoegde begroting komen
men een gemakkelijken opr/d bekwam. We/dra vond men een vloer van groen verglaas-
bij
In een brief van 1862 aan de Minister van
het
ge-
en
gewelven verkeerden zeer zorgwekken-
de staat. ' 4 g
eenige boomen struiken begroeide heuvels zag, bezwaarlijk plan het gebouw lieten herkennen. ruimde puin boomen vooreerst uit het hoofdgebouw weg en stortte die voorlopig voor Binnenpoort, waardoor
Men
de
het
de
boeren-hofstede getimmerd; het duinzand had grachten gedempt groot deelte van den omtrek der gebouwen onzichtbaar gemaakt; overige muurwerk,
vande
ongeveer 1 m ingevreten);
vande
opgestapeld lagen, verre grachten muren kunnen volgen slechts
en
handen. Tusschen bouwvallen
dieto
(het
enht
bijmetselen fundering donjon
het puin zand, zulk hoogte
wasen
Het was nu zaak het gebouw te zuiveren van
de
oogenblik was werkelijk alles te doen. Een
gedeelte van het terrein was in partikuliere
In september 1862 diende Enschedé zijn declaratie Hieruit blijkt welke werkzaam-
ste reparaties geconfronteerd met zijn gemis aan bouwkundige achtergrond:
heden zijn verricht: herstel voor- binnenpoort, gewel-
vernield. Een onderzoek naar den bodem van het
'Terwijl ik verneem, niet genoeg bouwkun-
ven van deze poorten en het gewelf van de
dig verstand te bezitten om te beoordelen welk gedeelte van de ruïne in de gevaarlijkste toestand verkeert, noch bazen
kapeltoren; herstel van de trappen; uitgraven van grond in de 'voorste vertrekken'; hardmaken grond koolteer; repareren van de beer van de binnenpoort.55
Binnenhof leerde, daar geen kelders ren, doch bij maken
en
eng-
datin
wa-
der
het
datmenhof
dat
vande
vande
met
had
de
en
Daar men de plattegrond van 1499 (afb. 3) kende was men nogal verrast dat de Ted-
burghatoren vierkante vorm had; volgens deze plattegrond hier immers hadmen
Men
en
had
en
andeMi-
ande
(de
funderingen die men aan de westzijde aantrof Ridderzaal Kemenade): hier zich immers blijkens de plattegrond slechts 'die kooike' (hokje) moeten vinden. De restauratie stuitte voortdurend op tegenspoed. Bevriezing veroorzaakte aanzienlijke schade ronde toren. 60 In maart 1864 stortte het zuidelijke deel van het keldergewelf van de donjon in.61 De herstelling werd niet geheel in het vlak van de muur aangebracht en is daardoor nog steeds waarneembaar. In 1865 Enschedé brief nister een uitgebreid verslag van de werkzaamheden. Hij berichtte dat de werken aan de voorpoort: ine
van
'.
Daarop volgde de herstelling van de steunberen van de Binnenpoort.
vande
dit
valte
pen.
ronde toren mogen verwachten. zal zich ook verbaasd hebben over de zware
gaf
En-
op
de
te
en
waserl
de
de
paar openingen ter weerszijden aangebracht om het regenwater te laten weglo-
de
koolteer besmeerd, en daar het niet in het plan lag het dak te herstellen, werden een
vande
met
de boom werd weggenomen, gewelf het
meth
on-
op
vande
vane
end
menr
dat
hetdus
moest geheel nieuw aanleggen;
de
allereerst moest de hand geslagen wor-
den aan hetgeen dreigde in te vallen, en wel aan de Voorpoort, waarvan het tongewelf door inwatering werking daarop gegroeide eschboom zoodanig was verzwakt, het, toen formeel der bracht, naar beneden stortte; men
De tijdens graafwerkzaamheden aangetroffen bodemvondsten waren volgens directeur van het Archeologisch Kabinet te Leiden van weinig waarde.56 In vorige eeuw enige discussie over hoe, beperkte budget, ruïne geconsolideerd diende worden: schedé wilde bijvoorbeeld kelders het, westen Voorburcht gelegen, Voorhof ontgraven, omdat deze niet precies gevuld bleken te zijn'. Binnenlandse Zaken vond echter niet nodig. Doel de werkzaamheden was immers verder vervoorkomen! 57 Op de begroting van 1863 komende volgenposten voor: herstellen trap hoektoren (vermoedelijk de noord-westtoren); ten
det
De
Stuers geeft verrichten werkzaamheden als volgt weer:
'Het
fundering behulp opgegraven
grond en ook van ongebruikte bakstenen en keistenen opgehoogd.'59
en
de
het
te
den
verzocht, toez/gt over werkzaamheden houden.'53
met
verspillen van geld te voorkomen, de provinciale opzigter van Meerenberg Van der Lin-
vande
hebik,omt
te
het kostbaar aanleggen,
van
de
ofde
al
te
kloostergebouw Velsen.52 Kennelijk werd Enschedé tijdens eer-
okuiten
van den beganen grond bepaalde. Het
bleek aantal stapeltjes afgebikte steenen, vroeger tijd sloopers deelte omgevallen muren hadden
in.
Ook de groote trap naar den Zogenaamden Kijktoren werd begaanbaar gemaakt.'54
alsde
op
En
de
de
de
het
en
was
te
het
te
vande
wasok
wasde
en
de
mogelijk maken stelde ' . . . Mr. Enschedé aan de Regering voor. om het naburig weiland, waarop het gebleken was dat uitgestrekte grondslagen van het Buitenhof zich bevonden, en dat in 1805 door Domeinbestuur vervreemd, van den heer L. G. van Hoorn te Amsterdam, die destijds eigenaar er van was, terug te koopen.'71 Om de importantie van de fundamenten van voorhof benadrukken werd tekening gemaakt, waarop aangegeven werd welke muren boven de grond waren aangetroffen en welke muren 'geheel of gedeeltelijk bedekt waren' (afb. 13). Blijkens de tekening voorhof bijna dezelfde afmetingen als de hoofdburcht. De voorhof zou een zwaar gefundeerd dienstgebouw zelfs drie torens bevatten. Kennelijk wens de vader gedachte want deze teke-
op
zo
vande
van
Meth
het
QT
n
.
ensom
inhet
datUwe
inde
en
enokva-
Het
de
'.den
de
der
c u
tohe
en
O
Afb. 13. Plattegrond van Brederode. getekend naar een schets van Enschedé in 1868, met
daarop aangegeven 'muren boven grond' de
het
mendit
vande
het
vanhet
men
nog
.
het
f
is
endatmh
en
Dit
inhet
vande
in
te
dit
dat
vande
dat
uithe
en
van
en
vane
van
ten
het
inhet
der
het
en
Ditzou
an
is
en
en
om
en
dat
de
BULLETIN KNOB 1990-4
Opde
de
En inderdaad blijkt in september van dat jaar deze begroting veel optimistisch was opgesteld: Enschedé declareerde f 598,53 vermeldde voor bedrag eerste vier werken bovenstaande begroting waren uitgevoerd vijfde werk een aanvang was gemaakt. De declaratie over jaar geeft uitgebreider overzicht: 'het inmetselen van een groot gedeelte zeer
Ook opgravingen gingen niet geheel naar wens. negentiende-eeuwse (= middeleeuwse) loopvlak van het binnenplein lag op het niveau van het huidige perron. Het loopvlak was opgehoogd met opgegraven grond gebruikte bakstenen keistenen .', 68 Enschedé verkeerde veronderstelling dat deze 'vulling' niet oorspronkelijk was en heeft veel moeite gedaan om deze te verwijderen: 'In veronderstelling, Excellentie wederom gelijk vorige jaar van 600,— beschikbaar zult stellen voor de werken aan de ruïne van Brederode, heb ik de eer, U voor te stellen deze som dit jaar te beschikken voor opruimen grond zoogenaamde binnenhof. ',69 echter enige tijd vrome wens blijven: 'Van 1866 tot 1869 belette de verpachting van het gras het doen van verdere ontgravingen; bepaalde zich derhalve bevestigen muurwerk, waartoe jaarlijks f 800,— besteed werden'. Pas nadat de verpachting in 1871 was verlopen werd het binnenplein afgegraven. Daarbij heeft men niet bemerkt dat men al gravende middeleeuwse loopvlak passeerde. Wellicht was dit loopvlak verdwenen; authentiek muurwerk walmuren vond men immers pas 2,25 m onder het perronniveau. Toen muurwerk ontgraven had, vond men ook het 'bijbehorende' loopvlak. loopvlak echter niet binnenplaatsniveau maar het (vermoedelijke) grondvlak van de middeleeuwse bouwput. In de veronderstelling dat dit niveau het mid-
de
begroting 1865 opgenomen het maken van een omgang met ijzeren leuning.66 maken ijzeren leuning wilde kennelijk niet vlotten: de begroting van 1876 werd de leuning wederom opgevoerd.67
f600,— 6 3
Om verdere opgravingen in de toekomst
hade
an
an
in
der
die
diean
op
en3
van
(de
gen
andei
de
hetokzij
adf
ste
het
hebikt
ande
en
en
enf
te
en
adf30,
dat
hoe
vanhet
adf
gendr
'.De
post 70,— voor bijmetselen van de trap en het weder in verband brenomsluitingsmuren voorgebouw, heb ik wederom op deze begrooting gebragt, doch verkiesselijk wederom werden overgenomen posten voor het ondermetselen der secreetkoker ad f 20,—, het bevestigen van de losse lagen 90,— 35,—, dringend noodzakelijk geoordeeld deze liever jaar laten rusten deze posten te vervangen door enen ad f 30,—, tot het herstel ene schoorsteen op de vroegere derde verdieping, welke dreigt in te storten, hetgeen welligt niet zonder ongelukken gepaard zoude gaan post 215,— voor herstellingen walmuren, welke nooit zeer deugdzaam geweest zijn, hebben in den afgelopen winter en bij gevolg weder dit jaar door de vorst zodanig geleden, dat het niet raadzaam is de werken langer uit te stellen, daar kosten telke jaren grooter worden. De ciering op f215,— is echter veel te laag, zelfs zoo de overige werkzaamheden niet mogten tegenvallen, hetgeen bijna niet denkbaar door groote kosten die steeds voor steigerwerk word gevorderd.'62 Enschedé voegde begroting deze brief toe: f 90,— boven onder voormalige vensters en deuren van de voorpoort bogen, respectievelijk borstweringen te metselen; f 45,— voor 'het optrekken hoek metselwerk aan de walmuur bij genoemde poort', vermoedelijk stuk muurwerk noorden deze poort; f 120,— 'voor inmetselen bogen borstweringen tusschen de raamgaten hoofdgebouw'; f 30,— 'voor het inmetselen van de voormuren schoorstenen laatste genoemd gebouw'; f 70,— 'voor hoger opmetselen trap omsluitingsmuren voorlocaal van het hoofdgebouw' (de middentoren); f215,— 'voor herstelling van de walmuren rondom het binnenhof; f 30,— 'voor het houden van toezigt'.
deleeuwse binnenplaatsniveau was, zijn in de daaropvolgende jaren walmuren gevonden funderingen opgemetseld. in walmuren werden, corresponderend met nieuwe loopvlak, schietgaten aangebracht.
het
ande
dik muurwerk, linker buiten-zijmuur van de voorpoort, rondom eene gewezen deuropening, op de 1e verdieping (zuidmuur voorpoort, aut.); het opmetselen van 24 nieuwe treden, boinsluitingsmuren voortrap, de ingang van het hoofdgebouw, welke oorspronkelijk, gelijk als nu, naar den omloop mede toegang had ((raptoren tussen binnenpoort en middentoren, aut.); het gedeeltelijk opmetselen der muren van den omgang, vanaf laatstgenoemden trap, tot 1865 declaratie werd 1866 geschreven, aut.) reeds opgewerkte omloop; zijnde voor al deze werken aangekocht 5000 groote kerkmopsteenen; aanbrengen leuning binnenzijde omloop zware muurankers; het doen vervaardigen van 520 nieuwe mopstenen, gelijke afmeting grootsteenen ruïne gevonden worden.'; aankoop van 10.000 oude 'ordinaire mopsteenen' gebruikt worden voor borstwering tegenover de leuning.65 van
nogbijs
ande
f
'tengevolge van verval van f70,— tot 90,—zijn geklommen, terwijl hier moeten gevoegd worden f 45,— voor werkzaamheden fundering, daar anders dit gebouw groot gevaar zoude lopen . . . "
(zwart) en 'muren geheel of gedeeltelijk bedekt' (omkaderd). Verz. ARA. Tekening auteurs. 13
voorwaarde, om bij het publiek enig gezag te kunnen uitstralen, dat hij als buitengewoon Rijksveldwachter werd aangesteld.75 De Minister van Justitie keurde het plan af:
juiste formaat bij de sloop van de walmuren echter beschikbaar komen.83 Het formaat van de stenen dat Enschedé
samengesteld deze eenvoudig
Rijksveldwachter verband diens roep.76 's Nachts zou er toezicht kunnen zijn door Rijksveldwachter ruïne huisvesten.77 Enschedé meende op die manier twee vliegen klap slaan: bewaking
de
te
de
cm.Hijhad
had
of29x
29x
van
der
de
het
te
en
de
Op
er
In
tode
en
het
-en
om-
en
opde
date
pasin
In 1875 was de gracht voor het grootste gedeelte ontgraven ontblote fundeer-
te
van
ande
omde
de-
de
Ookwasde
datvne
damwsbije
zal
Breda voor het herstel van de ruïne te gebruiken. wilde graag persoonlijk naar ze steden toegaan juiste stenen verkrijgen. 82 De stenen van deze vestingen bleken echter niet eisen Enschedé te voldoen. Hij schreef dat de van de sloop deze vestingwerken afkomstige stenen totaal ongeschikt waren voor het herstel van de ruïne van Brederode. In Maas-
In 1876 werd bij het uitgraven van de westelijke gracht een groot deel van een cirkelvormige keermuur gevonden; deze muur wordt circumvallatiemuur genoemd.91 Deze 15de-eeuwse grondkeringsmuur later
door enkele onderzoekers voor restant het
of
op
van
Enschedé stelde voor stenen van de te slovestingwerken Bergen Zoom
werk hersteld. brug naar Voorpoort gemaakt en de dam aldaar verwijderd (deze ontgraving opgeworpen puin ruïne afkomstig met
o.a.
dan
1871 omvatte
Hij
zou
toen
hetmén
van
vandit
en
bewaking overdag stelde hij de Minister voor J. van Baaien, logementhouder van Velserend, met het toezicht te belasten. De
voor onderhoud vergde. 89
van een 13de-eeuwse ringburcht worden aangezien (zie hiervoor). Met het vinden van deze circumvallatiemuur waren de grote opgravingen te Brederode afgesloten.
van
dathe
zou
Het
te
Voor het bewakingsprobleem meende Enschedé oplossing hebben: voor
begroting van
pen
zou
van de hoektoren, na het wegnemen van de bomen (zuid-westtoren); f 200,— voor het herstel van de ringmuur van de hoofdburcht. Zodra de walmuur was gerepareerd zou men het jaar daarop kunnen beginnen met het herstel van de hoofd- en voorburcht.
te
ingang bij de weg een hek worden geplaatst: dit zou f 100,— gaan kosten; voorburchtterrein vrij maken
staan. repareren deze ruimte f 200,— gaan kosten; kamer uitbreiden gebouw bewakerswoning zou f 800,— gaan kosten. 74
overwegingen stond, blijkt wel uit het feit dat beheerderswoning 1951 werd aangesloten op de waterleiding. Als reden voor aansluiting werd aangevoerd, pomp voorburcht jaarlijks veel geld
enht
de
f 100,— voor het bijwerken van de muren
omhet
De
landse ellen sloot). Bovendien moest aan de
gebouw dan aan één zijde open zou komen
voorburcht nieuwe pomp,
kleed met grenen, moest komen.88 Dat deze pomp er niet, zoals nu, uit nostalgische
te
in
pot
'Mogten intusschen de werkzaamheden medevallen, hetgeen nog nimmer is geschied, . . . '81
In de begroting van 1875, ook ingediend door Van der Steur, werd geschreven dat er
opde
kon worden. Vermoedelijk heeft gevroren metselwerk zijn geheel vervangen. In de brief komt de zinsnede voor:
'Moscovische teer'. 87
de
hadit
vande
en
in
vorst. 80 Men mag zich dus in alle rede afvragen wat er in 1870 nog resteerde hersteld
graven grachten moesten overbrugd
worden: - een brug tussen de Voor- en Hoofdburcht; tijdelijke brug tussen Voorhof de Voorburcht het hout van de bruggen werd geteerd met
de
er
vande
het
Zoals hierboven beschreven werd als één eerste werken gewelf Buitenpoort in 1862 hersteld. Uit een in 1870 geschreven brief blijkt dat dit gewelf dan al weer op instorten staat. Ook was de in 1866 aangevangen restauratie van de walmuren in 1870 niet voltooid. Voorts moesten nog reparaties aan de hoofdburcht en de kelders worden verricht. De fundamenten van ronde toren, 1862 opgegraven waren, moesten nog geheel hersteld worden.79 Reeds 1864 1865 metselwerk zwaar lijden gehad
bedragen (voor het graven van 150 neder-
boerderij gesloopt moeten worden. Het gevolg daarvan zijn overblijvende
Haarlem. deze begroting stonden volgende posten: de muren van de Voorburcht met 75 cm verhogen thans bekende hoogte. 1862-1863 had men het bij de opgraving beschikbaar gekomen puin en grond tussen de Hoofd- en Voorburcht gestort. Nu dit terrein gracht werd uitgegraven moesten grondkerende muren worden opgemetseld;
det
vanhet
end
het
ter
aangroeyende kinderen van den veldwachvrij terrein ruïnen slot. . . ' 7 B
van afscheiding zouden f240,— gaan
een groot gedeelte van de 19de-eeuwse
gen bleek dat er weinig voorwerpen waren
to
de
van
end
vande
een wanstaltig modern huisje', voorts: 'Intusschen beschadigen de steeds in aantal
menhtka-
en
pleitte Enschedé voor een bewaker op het complex; het werd noodzakelijk geacht afscheiding te maken tussen de andere gronden van Van Hoorn en die van het rijk; de kosten
rond Voorburcht -hof ontgraven en de muren die bloot kwamen te liggen te herstellen.85 Aan het eind van de ontgravin-
door de architect A. van der Steur jr. uit
te
enr-
vanhet
metd
verband vernielzucht publiek
In 1873 werd voorstel gedaan grach-
De woning kinderen deze plichtsgetrouwe man hebben ooit de aandacht getrokken Rijksadviseur voor Monumentenzorg Fock: 'De door Van den Berg betrokken woning is
diealn
van
van
dien
de
te
en
vanhet
meth
vanV
Menkou,
Van
de
buiten de ruïne bevonden, had verkocht, 'alsmede boomen steenen de hoektoren (zuid-westtoren, aut.) gegroeid waren'.73 Voorts ontruimde c.q. sloopte Hoorn voor beëindiging het huurcontract al zijn gebouwen op rijksgrond. zonder rekening moeten houden met het landbouwbedrijf van de pachter Hoorn, opgravingen paraties verrichten. Echter, aflopen huurcontract en het vertrek van de pachter van de boerderij diende zich aantal problemen aan: er was geen toezicht meer op de ruïne. In
de kunnen dienen'.8"
gevonden.86 De begroting voor 1873 werd ingediend
nog
en
die
zijn vertrek, alle bomen zich binnen
'ze, zoo niet voor het eene, dan toch voor
een ander gedeelte Ruïne Bredero-
toen hij diens zoon tijdens een illegale jachtpartij had bekeurd.
vande
uit
het
In
vanL.G
wasei-
staande boerderij. Deze boerderij gendom Hoorn Amsterdam. 1871 liep huurcontract tussen de Staat met de heer Van Hoorn af. Enschedé schreef de Minister dat Van Hoorn, vóór
had problemen gekregen met zijn huisbaas,
de
op
Op de voorburcht konden tot 1871 niet veel
was
Van Boreel van het buiten Beeckestein,
en
sen, die overeenkomen met de tekening op afb. 13.
met
zijn woning gezet. Deze veldwachter
in
den. Want 1986 werd behulpvan wichelroede muurwerk opgemerkt plaat-
graaf- en metselwerkzaamheden worden uitgevoerd, omdat het terrein in gebruik was bij de pachter van de op de voorburcht
al te strak aan de maat te houden', omdat
ten
dieut
en
huisvesting voor veldwachter
nodig voor ruïne moest zijn: 1 3 x 6 1 3 x 9 4000 stenen nodig. Men hoefde zich echter 'niet
de
be-
te
in
opde
te
iné
en
opde
vond, bes/uiten.'''2 Toch is het niet ondenkbaar dat zich uitgestrekte grondslagen buitenhof bevin-
én
hof
van een omheining of palissadering voorzien. Althans daartoe doen de weinig belangrijke sporen van metselwerk, die men
met
in
die
het
enwas
hij wenste Van Baaien niet te benoemen tot
wel
schrijving Stuers elders zijn publicatie over voorhof geeft: 'Op het Buitenhof bevonden zich denkelijk de boerderij en de stallen; waarschijnlijk waren deze gebouwen van lichte materialen
als
tricht zouden de gewenste stenen met het
Logement gelegen. Baaien stelde Van
toegang tot de ruïne was immers langs het
staan in schril contrast met de nadere be-
end
ning term 'uitgestrekte grondslagen'
Blijkens de begroting werd zogenoemde
slappe basterd naast portland cementspe-
vande
om
vandei
met
danoke
Hetis
ante
in
te
Hetis
uite
om
der
dat
de
de
be-
3
.Ookinm
in
de
De
ne
te
deg-
de
32m
vande
van
de
De
van
het
te
wasde
de
het
om
Dit
te
ande
vanf
de
te
Ookde
toen
te
al
en
(inde
vande
men men
het
hetwa
in
opte
is
vande
is
het
op
den
met
de
uitdeoph
de
bijde
Omal
indemu-
met
de
en
van2cm;
datmen
'dat die muur van den vierkanten toren instort is een gevolg van het vulsel tusschen de muren dat is gaan uitzetten en niet goed in tijd bezorgd geweest omdat zuinig behandeld moest worden'.™ deze problemen gecoördineerd lossen werd Brederode handen gegeven van de Rijksbouwkundige voor de gebouwen van Onderwijs, J. van Lokhorst. Deze geeft uitvoerig verslag van de toestand waarin de ruïne verkeerde: 'wat betreft de bouwvallige muren, waarvan in de Ministeriële missive sprake is, onlangs noordelijk gedeelte zuider-vierkante toren over eene oppervlakte van circa
ishet
te
de
en
wel
vande
de
en
opdie
en
te
de
datmen
het
uit
van
kon
Vanedkop
In 1883 zijn er problemen met de vrije toegang tot de ruïne. Deze toegang verliep via Brederoodseweg over twee weilanden. Bij weilanden doortocht problematisch, omdat het hek door de eigenaar gesloten werd. Enschedé had er zelfs ontslag voor over, als hij maar niet met de onwelwillende eigenaar hoefde onderhandelen over vrije doorgang. In de begroting voor 1883 komen voor het eerst (en niet voor het laatst) posten voor om de kwalijke gevolgen van het, in het begin van de restauratie toegepaste, vulmuursysteem teniet doen: het vernieuwen van enige vakken walmuur: 55 m3 metselwerk; in deze begroting werd post opgenovoor arbeidsloon 'voor opruivervoeren daarin walmuur) aanwezige puin grond'; herstellen van de schoorsteenmantels en -pijpen in het voorgebouw.105 In 1890 werden de beschikbaar gestelde gelden geheel gebruikt ondeugdelijke restauraties herstellen. Enschedé mocht bedrag 500,— declareren. werd besteed aan de bruggen en ingestorte muren. Het juk van de brug van de voorpoort was bezweken en een gedeelte van de vierkante toren was ingestort. recente restauraties vierkantoren bleken eeuwen niet kunnen trotseren: énvade
dit
29x
cm.
x
cmenvad
de
de
omhetdak
dat
vanhet
van1m.
)met
x2m
3
en
van
vanhet
het
de
inde
3
)en30xm
m
BULLETIN KNOB 1990-4
het
ter
Ook
Begroting 1882:
ophalen buitenmuur donjon in portlandcement met oude steen; bekappen van traptorentje in portlandcement met oude steen; hardsteen boven schietgaten ren van de donjon; ophalen binnenmuur donjon nieuwe steen dikte afdekken buiten- binnenmuur en tussen muur gelegen gang hout (asfalt)papier. Hieruit blijkt ruimte tussen spouwbladen met een houten afdekking met daarop asfaltpapier heeft gedicht. Bij deze begroting schreef Enschedé: 'Aangezien volgens gemeentearchief van Haarlem berustende teekening "Brederode ten deele nog in welstand" (welke teekening mij steeds gebleken juist te zijn), blijkt dat het dak op het hoofdgebouw dadelijk rustte op de binnenmuren en dat ruimten, waar kapbinten zich inbevonden, hoogte herstelling mijne last zijn toegemetseld, zoodat zeeker is dat de tinnen alleen een open gaanderij vormden tinnen gedekt endi
meth
vande
er
op
Op de begroting van 1882 komt dan ook geen voor, werd ander voorstel van Cuypers uitgevoerd. Hij stelde voor het traptorentje naast donjon herstellen met een gemetselde spits, zoals te zien is op een prent van Van der Velde naar een tekening van Saenredam.101
kap
in
is
van
2en9;d
enéiht
opde
en
an
die
an
2
18
isdatl
en
men
vanhet
vande
deop
het
te
Opde
te
Groningse stenen 1 4 x 7 cm 26,5 13x6 Ondanks aanbod diverse steenformaten spreekt Enschezijn bezorgdheid over feit de borstwering van de donjon wilde metselen met grote stenen, terwijl de top van de donjon juist kleinere baksteen was.98 De tweede, sobere versie van de bekroning werd uitgevoerd; voor binnenblad de spouwmuur paste men zelfs nieuwe stetoe.99 donjon men nog twintig jaar dromen°, want pas in 1903 werd de donjon overkapt.
van
la-
end
de
vander-
te
te
Omen
er
de
de
van
Enschedé diende in 1880 een plan met bestek in voor de bekroning van de Hoofdburcht. In de begroting zijn posten opgenomen voor wegnemen puin, tussen opgaande muren hoofdgebouw (lees: de donjon) is gelegen en het daarvoor plaats brengen bétonspecie, afgedekt met portlandcement. Voordat dit werk kon worden verricht zou Cuypers eerst de 'bekruining' van de toren moeten ontwerpen 'in overeenstemming met den stijl van het Monument'. Met het puin tussen de opgaande muren werd bedoeld de vulling tussen de bovenste lagen metselwerk, over hoogte Aan metselwerk werd begroot 41,2 x 0,5 x 2 (41,2 0,33 (19,8 stenen afkomstig van de ruïne. Men was
waren bruin-mode zweedsche hardsteen . . .' 1 0 2 Enschedé bedoelt een natekening van de afbeelding uit het begin van de zeventiende eeuw (afb. 11). Hij wilde gedeelte begroting voorgestelde werkzaamheden (nl. laatste twee) niet door laten gaan het geld hierdoor werd gespaard 'beschikbaar te houden voor zandsteen tot het dekken tinnen'. minister geeft toestemming deze werken voeren. echter niet duidelijk of toen de tinnen met natuursteen zijn bedekt. Waarschijnlijk niet, want er werd voorgesteld muren tegen inwatering beschermen, door verglaasde tegels portland-cement brengen.103 niet meer na te gaan of dit voorstel daadwerkelijk werd uitgevoerd, want de huidige tinbevatten geen verglaasde tegels (meer).
uit Muiden waren 25 x 13 x 5 en 26 x 12,5 x 6
dé
en
Hijhad
Hij
en
date
ribvane
inde
J.H
op
5,7en8
In 1876 werd de opdracht gegeven een opmeting van de ruïne en een herstelplan te maken. Op deze plattegrond waren in bouwdelen tongewelven getekend. De opmeting werd enkele plaatsen door P. Cuypers gewijzigd. bijvoorbeeld Kemenade aanzet voor kruisgewelf gevonden. concludeerde hieruit Ridderzaal Kemenade oorspronkelijk kruis(rib)gewelven hebben gehad. Ook waren de ramen in de oostgevel van ruimte 7 vergeten, die, aldus Cuypers, tegenover schietgaten ten.94 idee geven constructielust Brederode: Cuypers trof één authentiek kraagsteentje (noordoosthoek Kemenade); in de huidige ruïne zijn vier bewonderen. Degene opmeting in 1876 heeft gemaakt was dit kraagsteentje ontgaan omdat overige (gereconstrueerde) metselwerk geen aanwijzingen bevatte voor de vorm van het gewelf. plaatsen waar afb. getekende ribben kruisgewelven zouden moeten sluiten op het muurwerk, waren, afgezien hierboven genoemde kraagsteentje, geen sparingen gemaakt om de ribben op te nemen. In de 100 jaar die na 1876 volgden heeft kans gezien Ridderzaal Kemenade sparingen aan te brengen, om de kruisribgewelf-hypothese van Cuypers aannemelijk te maken. Opvallend deze inkassingen evenwijdig aan de muur zijn uitgespaard; behalve enige oorspronkelijke, deze overhoeks (afb. noord-oosthoek de Kemenade). Er zijn twee identieke plattegronden jaartal 1876 bekend, één in de verzameling Peters afdeling Bouwkunde T.U. Delft Gemeente-archief Haarlem.95 Deze tekeningen zijn echter niet de door Cuypers gewijzigde opmetingstekenen, omdat noch tongewelven, noch kruisgewelven aangegeven staan. de ramen van bouwdeel 7 ontbreken.
kennelijk voornemens donjon bekronen met een twee meter hoge spouwmuur; spouwbladen zouden, blijkens noemde dikten 0,33 en 0,5 m, steens respectievelijk anderhalfsteen worden. Volgens Cuypers was een bedrag van f 2400,— noodzakelijk om deze werken uit te voeren. De begroting werd afgekeurd, omdat het bedrag het gereserveerde budget (f 2000,—) te boven ging. Er werd een nieuwe begroting gemaakt die uitging slechts metselwerk. Voor de afdekking hoeken werd gekozen voor natuursteen: 0,25 deze groting is sprake van het verwijderen van het puin tussen de muren over een hoogte van ca 1 m.97 voor restauratie benodigde stenen konden worden verkregen uit de gesloopte vestingwerken Groningen, vestingwerken om het Muiderslot of van het Muiderslot zelf. De afmeting van de stenen
ne
de
+
+
De
+
cie gebruikt. Voor het metselen werd gebruik gemaakt van specie bestaande uit schelpkalk tras zand portlandcement. portland werd gebruikt voor laatste twee lagen, de afdeklagen.
van
er
het
op;er
en
dienut
- de mysterieuze afgeschuinde hoeken
ok
vande
zuid-westtoren;
vele toiletkokers.
nog
-de
deze enthousiaste restauratiepioniers, ruïne Brederode bestaat. van
enaht
-het
de
en
venstertype vóór herstel van 1464 reconstructie vensters vóór 1464, reconstructie vensters na 1464;
Het gebruik van hout in het kasteel
met
inde
in
ophet
eniht
inde
van
inde
was
in
ze
vande
ok
van
vande
vanhetg-
om
en
ge
kelijke niveau van de eerste verdieping. Toen bij het wijzigen van de verdiepings-
er
het
het
de
en
vande
muurwerk voorburcht; het herstellen gedeeltelijk vernieuwen van dunne tegelvloer boven poortgewelf in verband met inwateren; het herstellen van de voormalige bewakerswoning.108 Hetzelfde geldt voor jaar 1897: wer-
meer zeggen over gebruik bouw of over de wijze van bouwen van het kasteel. In dit onderdeel zal nader worden ingegaan enkele deze details. Achtereenvolgens komen aan de orde: - het gebruik van hout in het kasteel
De
van herstel van recente reparaties: het opmetselen van een ingestort gedeelte
bouwsporen besproken. Sommige details zijn buiten beschouwing gelaten, omdat
bouw Donjon gebruik gemaakt van een wapening van houten balken in de muren zijdelingse krachten toren tijdens het verhardingsproces van de mortel te elimeneren (afb. 14). Een dergelijke constructie komt voor torens sommikerken kastelen, bijv. Donjon van kasteel Duurstede kasteel Dever. 112 balken lagen oorspronhet
te verwachten /s.' 107 Ook de begroting van 1895 ademt de geest
derode behandeld. Hierbij zijn de relevante
het
die
wezen, evenmin massief zijn opgehaald en waarvan dus vroeg of laat hetzelfde euvel
Tijdens het onderzoek bleek, dat bij de
van
aanvulling niet bestand te zijn . . . Door de Heer van de Steur werden mij nog wel plus minus 130 strekkende meter muur aange-
Kettingbalken Donjon
In het voorafgaande zijn de hoofdlijnen van bouwgeschiedenis ruïne Bre-
op
tingen bewezen tegen den druk der grond
Brederode detail de
end
het gebruik van kortelingen;
over deze restauraties moet echter worden bedacht, dat het de grote verdienste is
van
ande
zijn opgehaald, buiten- binnenzijde slechts geringe dikte zijn opgemetse/d ruimte daartusschen grond werd aangevuld. Dit zwakke metselwerk is nu door de instor-
houten tochtportalen,
kennis vaardigheden worden steeds meer specialisten ingeschakeld. Naast bedenkingen uiten zijn
te
de
van
dat
vindt zijn oorzaak daarin, toen lagere muren indertijd onder één niveau zijn opgetrokken, deze muren inplaats massief
houten traptreden,
de
Het instorten van de bovenbedoelde muur
kettingbalken in de Donjon,
van
ge-
to-
men
en
losse voegen aan.
men van een weerbaar middeleeuws kas-
teel had. Door ontbreken vakkennis bij restaurateurs gaat zowel bouwtechnisch als bouwhistorisch wel eens iets verkeerd. Pas tijdens de restauraties doet men
date
ne
en
en
van
Aande
9 m2 ingestort en in de gracht gevallen. zuidelijke muur dienzelfde ren bevindt zich eveneens dreigend deelte. Ook aan de binnenzijde zijn stukken uitgevallen hier daar treft losse stee-
den herstellingen uitgevoerd aan boogjes, rollagen, waterlozingen en afdekkingen van de muren van de torens en de walmuren. 109
opde
omde
eng-
de
te
ine
deni
f
en
In 1902 werd voorstel gedaan donjon voor 2000,— overdekken schikt te maken voor expositie van de gevonden voorwerpen. 110 Dit voorstel werd uitgevoerd en in 1903 wergerestaureerde donjon archeologische vondsten kast uitgestald.111 De donjon werd van een tentdak voorzien en
begane grond werden zogenaamde
de
metd,bij
1)en
de
qua
zo
hetn
kloosterkozijnen aangebracht. Ook bij deze laatste reconstructie ging weer ander mis: komen kloosterkozijnen maat niet overeen deze verdiepingshoogte horende, kozijnen van na 1464. Zij zijn te smal uitgevoerd. Bij de dakreconstructie valt op, dat men een tentdakvorm heeft gekozen waar de oudste bekenafbeelding (afb. zadeldak lijkt weer te geven. isen
40
vande
men
de
Met overkapping donjon einde gekomen aan de grote restauratie van de ruïne van Brederode. Van 1862 tot 1903 heeft zich gedurende jaren beziggehouden met opgraven, repareren en reconstrueren. In deze 40 jaar ziet men op
ok
dat
en
Brederode proces zich landelijk vanhet
dat
vanhet
met
van
ter
inde
vanhet
vande
het
van
het
De
het
ter
Afb. Plattegrond Donjon hoogte eerste niveau vóór 1464. daarin aangegeven oorspronkelijk verloop balken muur versteviging metselwerk. In het midden de hoekverbinding van de balken: de kwarthouts loefverbinding met een ijzeren pen. Tekening auteurs. 14.
moeizaam te overtuigen van de noodzaak tot beschikbaarstellen financiële middelen. eerste herstellingen zijn vooral reconstructies naar ideaalbeeld
vande
het
uit
hunbe-
manifesteert: particulieren spreken zorgdheid over verval bouwkundige erfgoed; de overheid is slechts
vande
de
alsde
de
inde
en
structie stonden de kamers in de Donjon in open verbinding met de traptoren. Om koudeval tegen de gaan heeft men de toegangen voorzien van een houten tochtportaal, waarvan de afdruk nog af te lezen is in de west- zuidwand desbetreffende vertrekken. De deur van het tochtportaal bevond zich noordwand (afb. 16). Omdat zowel begane grond eerste en tweede verdieping van de Donjon deze sporen vertonen, mag men aannemen dat de tochtportalen pas na 1464 zijn aangebracht. Immers, vóór deze datum bevatte de Donjon slechts twee verdiepingen boven kelder.
de
ge-
en
de
of
vane
ja-
metn
dan
om
ok
van
be-
al-
end
tode
ren
De hier gevonden formaten van de kortelin-
gen variëren van 8 x 8 cm tot 11 x 12 cm op
de
in
de
de
Tussen Donjon Middentoren vindt zich toegang traptoren daar. vertrekken beide torens zijn hier slechts door één deur van elkaar gescheiden geweest. Deze deur bevond zich aan de zijde van de Middentoren. Door deze con-
de
Houten tochtportalen
vande
vande
is
de
ine
ren nog twee treden heeft waar de hele plank bewaard is gebleven.
De
de
vande
inde
de
inde
De
de
in
hoogten 1464 ramen voor nieuwe eerste verdieping in de muur werden uitgehakt, moesten de balken worden doorgezaagd, omdat deze zich ongeveer halverwege nieuwe vensters muur bevonden. gaten dagkanten vensters werden dichtgezet, maar meeste zijn tijdens het verval van de ruïne weer opengevallen en daardoor zijn op deze plaatsen balken verdwenen. Daar waar de afdichting gehandhaafd zijn balken nog grotendeels aanwezig. Dit is o.a. het geval gedeelte zuidmuur
De
inde
Afb. 15. De sporen van houten planken op de treden in de traptoren van de Middentoren. Het gearceerde gedeelte is bij de restauratie ten onrechte dichtgezet. Bij de op één na onderste trede is in de tekening de gereconstrueerde toestand weergegeven. Foto en tekening auteurs.
alsde
de
de
als
Gebruik van kortelingen Op diverse plaatsen in het kasteel bevinden zich kortelinggaten in het metselwerk. Kortelingen zijn horizontaal geplaatste balken, onderdeel tijdelijke steiger haaks in of tegen de muur geplaatst, waarover steigerdelen horden werden legd. In de drie buitenhoeken van zowel Kapeltoren Donjon zijn kortelinggaten echter diagonaal aangebracht om plaatsing van steigerdelen op de hoeken mogelijk te maken (afb. 17). Een plaatsing haaks op de muur is bij een hoek ongebruikelijk, omdat de kortelingen elkaar bij volle lengte muur zouden moeten kruisen. kortelinggaten bleven soms tientallen open, soms altijd, mede toetreding van lucht in de muur voor het verharden van de kalkspecie mogelijk te maken.114 Aan binnenzijde werden deze gaten afgesloten met een stukje hout of, zoals bij de ruïne Brederode, baksteen op zijn kant.
Donjon (lengte ca 3 m) en een gedeelte van
na-
vane
ofmen
VOOR
is
de
DWARS BALKEN
UITSPARING VOOfc
nog
Inde
ishj
te
omde
het
is
m).
de oostmuur van de Middentoren (lengte ca 11/2 De balken waren op de hoeken gekoppeld middels een kwarthouts loefverbinding. De hoek voorzien smeedijzeren gel die zelfs gedeeltelijk is ingemetseld, waardoor lijkt deze verbinding niet vertrouwde. De nagel zal echter zijn aangebracht kettingbalken tijdens bouw zekeren. noord-westhoek de nagel aangetroffen, in de noord-oost- en zuid-oosthoek mogelijk aanwezig.
HOUTEN
V£R M
H OÜ6TE t/LOER
uit
te
OOR-SPR
BESCHOT
BULLETIN KNOB 1990-4
de
de
énof
De
ten
vande
vande
en
mde
vanhet
Afb. sporen houten tochtportaal zuid- westwand begane grond Donjon. De onderbroken lijnen geven de vermoedelijk oorspronkelijke hoogte van de vloer aan, alsmede de mogelijke vorm van het tochtportaal. Foto auteurs. 16.De
Inde
met
is
is
Houten traptreden Op drie plaatsen in het kasteel zijn de trappen tot op zekere hoogte bewaard gebleven: in de Kapeltoren en in de beide (raptorens. Hoewel gerestaureerd, toch zien hoe de oorspronkelijke constructie van de traptreden geweest. treden bestaan metselwerk daarin opgenomen meerdere houten planken ter dikte van een baksteen (afb. 15). traptoren tegen Binnenpoort zijn nog resten van deze houdekstukken aangetroffen, terwijl trap naar de eerste verdieping van de Kapelto-
17
In de westmuur van de Ridderzaal is de wij-
ge-
kon
en
van
ande
an
omhet
vane
vande
17.
Afb. Plattegrond kelderverdieping van de Kapeltoren met daarin aangegeven de richting en plaats van de kortelinggaten. Tekening auteurs.
zalmenht
18
en
men
inde
enbdva
ren
van
de
Kapeltoren wijkt wijze inmetseling af. Dit is waarneembaar in het tweede kortelinggat rechts westgevel. Omdat de baksteen op dit niveau van de togrotere dikte heeft, heeft eerst, om de hoogte te overbruggen, tussen twee plankjes specie neergelegd dat goed gladgestreken (afb. boven). Toen speciegebied hebben moeten laten drogen hechten korteling te voorkomen, er zijn namelijk geen sporen gevonden plank
Inde
•"-v f
de
zou
hem
men
van
ze van inmetseling van de korteling nog duidelijk zichtbaar. In het metselwerk werd met behulp vier plankjes koker vormd, waarin direct korteling leggen (afb. 18 onder). Dit om te voorkomen dat de korteling zich bij het metselen van de muren aan de specie zou hechten en men niet meer kunnen verwijderen.
ophet
van
ena
meth
pasin
in
en
was
kon
herstel begonnen. Alleen het noordelijke gedeelte worden hersteld daardoor kampte men met een ruimtegebrek, immers zo'n tweederde kasteel verwoest. In de Donjon en Middentoren werden de verdiepingshoogten verkleind, waardoor het aantal verdiepingen in beide bouwdelen
inde
vane
vanhet
20.
Afb. Opmeting gedeelte rode zandstenen dorpel, ingemetseld zuidoosthoek van de Binnenpoort. Getekend zijn bovenaanzicht dwarsdoorsnede. Tekening auteurs. en
vanhet
Nade
kasteel 1426 werd 1464
kon worden gewijzigd van twee in drie. Daarvoor moesten nieuwe lichtopeningen in het muurwerk worden gehakt maakte van de gelegenheid gebruik om de vensterbreedte aan de mode en mogelijkheden van die tijd aan te passen. Een grotere enm
vande
twee lagen boven elkaar op kelderniveau, maar authenticiteit bovenste laag moet worden getwijfeld, meest noordelijke gat in de westgeval na.
venstertype vóór 1464 gedeeltelijke verwoesting
vanhet
De
voor de zuidmuur, waar er zich in de kelderwand nog een korteling op een iets hoger niveau bevindt. In de Donjon komen ze zowel voor op kelderniveau als op het oorspronkelijke eerste niveau. Ridderzaal bevat
Het
op
ze
inde
de
inde
isdate
hoogte niet regelmatig voorkomen. Bij de Kapeltoren komen alleen voor kelderniveau in één laag, met een uitzondering
ande
de plankjes nog duidelijk waarneembaar, inclusief afdruk houtnerf specie. vande
Opmerkelijk kortelingen
van2to
en
onderlinge horizontale afstand
3m.
isde
de
onderzijde. In sommige kortelinggaten plaats
breedte was mogelijk doordat de defensieve
Er
te
is
ben
vanhet
functie kasteel afnam. Welke breedte de vensters vóór 1464 hebgehad niet nauwkeurig bepalen. éni
zijn nog twee vensters met een mogelijk oorspronkelijke breedtemaat, namelijk
de oostmuur van de eerste verdieping van de Kapeltoren: dagmaat ca 68 cm en het tweede in de westmuur op de begane grond van dezelfde toren: dagmaat ca 72 cm.
Waarom het eerste venster niet is verbreed
va-
De
opdeb-
te
van98cmide
is
zal
in 1464 hieronder nader worden toegelicht. Ook de breedte van de lichtopeningen na 1464 moeilijk bepalen. breedte rieert noordmuur
to108cmbij
vande
gane grond kapeltoren het venster in dezelfde muur op de eerste verdieping. Deze maat is de, in het metselwerk uitgehakte, steendag, d.w.z. de dag-
maat inclusief de dikte van de kozijnstijlen. In de Donjon varieert die maat op de eerste van10to35cm.
verdieping
Reconstructie vensters vóór 1464 Bij de restauratie van de Donjon in 1903 zijn
Afb. 19. Huidig venster op de begane grond van de Donjon. Getekend is de situatie kort na 1903 zonder later aangebrachte dief ijzers. de
vande
vande
van
end
inde
de
18.De
Afb. verschillende wijze inmetseling van kortelingen keldermuren Kapeltoren (boven) westmuur Ridderzaal (onder). Tekening auteurs.
Tekening auteurs.
is.
van
en
vanhet
inde
of
en
dan
is
datokine
of
wordt (afb. 25 en 26). Merkwaardig is wel dat noch in de bakstenen stijl, noch in de zandstenen onderdorpel een spoor van een luik- glassponning waarneembaar Met deze reconstructie als basis mag men veronderstellen, rest kasteel dergelijk type toegepast: bakstenen venster met natuurstenen dorpels, maar waarschijnlijk vorm klooster- kruisvenster. en
inde
In
vane
van
vande
en
de
van
isde
de
nogpde
Het
toren. eerdergenoemde venster oostmuur bevat een onderdorpel die zich oorspronkelijke plaats bevindt. dorpel afdruk twee diefijzers waarneembaar (afb. 23), afdruk dwarsijzer is nog zichtbaar in de rechter 'kozijnstijl' (afb. 24). Deze kantstijl is gemetseld in baksteen, waardoor reconstructie vensters vóór 1464 mogelijk
Aib. 21. Reconstructie van de dorpel van aft. 20. Tekening auteurs.
inde
van
metd
vande
inde
en
vane
2.
Afb. Noordzijde vensternis westwand Ridderzaal, restanten drie rode zandstenen dorpels twee duimen. Foto auteurs.
en
vande
vande
ro-
en
--
vane
Ü_l vanhet
vande
inhet
van
vande
de
23.
Afb. Afdruk twee diefijzers restant rode zandstenen onderdorpel venster in oostmuur Kapeltoren. Foto auteurs.
inde
en
De
BULLETIN KNOB 1990-4
en
en
kan
is
bijde
in
De
ande
de
vande
de
20en
vane
inhet
Aande
inde
seniht
en
ten
opde
de smalle vensteropeningen begane grond, onrechte, weer gereconstrueerd 115 (afb. 19). De vensters zijn, alweer ten onrechte, uitgevoerd in baksteen met geloogde tussen- bovendorpel vorm van een halfsteens rollaag (soms een dubbele halfsteens rollaag als bovendorpel). Tijdens het onderzoek zijn op diverse plaatopgaande muurwerk stukken de zandsteen aangetroffen. Zij bevinden zich deels op hun oorspronkelijke plaats als restanten van dorpels en deels als hergebruikt materiaal in gerepareerde gedeelten. De laatst genoemde stukken zandsteen zijn niet gebruikt bij de restauratie eind vorige eeuw, maar zullen bij het herstel in 1464 zijn verwerkt. Een aanwijzing hiervoor vinden we zuid-oosthoek Binnenpoort. binnnenzijde poortdoorgang bevindt zich metselwerk stuk rode zandsteen dat kan worden gezien als een deel onderdorpel (mogelijk tussendorpel, maar dan is het gedeelte waar zich de luiksponning bevindt afgehakt) (afb. 21). Restanten van rode zandstenen dorpels bevinden zich verder in de noord- en westgevel van de Ridderzaal en de westgevel van Binnenpoort (afb. 22). vensters westgevel Ridderzaal hadden hoogte van ca 3,9 m. In het restant van één van vensternissen deze gevel bevinden zich nog een tweetal duimen voor luiken binnenzijde. duimen zijn restauratie van 1968 vernieuwd en helaas te dicht op het muurvlak aangebracht, zodat er thans geen plaats meer voor duimhengsel. Als laatste genoemd worden stuk rode zandsteen dat zich bevindt in de Kapel-
Afb. 24. Afdruk van een dwarsregel van het traliewerk in het venster in de oostmuur van de
Kapeltoren. Foto auteurs.
van
inde
van
na
Reconstructie vensters 1464 De best bewaarde sporen vensters na 1464 bevinden zich Kapeltoren.
Hier is duidelijk zichtbaar dat het metselwerk is uitgehakt om een bredere lichtope-
Hoe
het
nogte
vande
en
staan, overige muren deze toren niet of nauwelijks boven het maaiveld
26.
inde
in het metselwerk geschoten hadden, dat het wegnemen daarvan schade zou aangebracht hebben.' 116 Pas 1872 overige deel toren kunnen opgraven. wortels esdoorns moeten een verwoestende uitwerking hebben gehad muurwerk. vrijlegging van de muren is een foto gemaakt, waarop is te zien dat het restant van de oostmuur van de Tedburghatoren niet boven het maaiveld uitkwam (afb. 29). Door het onderzoek is inmiddels vast komen te
vande
en
Afb. Reconstructie vensters Kapeltoren na 1464 met daarin aangegeven het in 1464 uitgehakte metselwerk. Tekening auteurs. Vgl. afb.
van
datoke
isnde
op-
van
vanhet
ande
isen
als
Het
opde
Alin
de
1m
zoudit
vande
men
de
en
is
uit
van
te-
als
De
na
van
de
[MÓH
Het
_IN
VÓÖK
Afb. 26. Reconstructie van de vensters in de Kapeltoren vóór 1464. Gekozen voor versie mét traliewerk, hoewel niet ieder venster dat bevat hoeft te hebben. Tekening auteurs.
en
RUINt VAM S^EDfcRODE RECONSTRUCTIE VENSTER
V KAPEL-TOREN
de
wasde
inde
opde
opde
is
vande
De eerste informatie over hoek toren zichtbaar genoemde foto ca 1871. Precies zuid-oosthoek de toren heeft een boom zijn 'wortels zoo diep in het muurwerk geschoten' 118 (afb. 29). Volgens een plattegrond uit 1876 heeft de toren drie afgeschuinde hoeken (afb. 31). Blijkens een tekening uit 1879 was alleen de zuid-oosthoek afgeschuind (afb. 32). Merkwaardig genoeg geeft plattegrond publicatie van De Stuers juist alleen aan de westzijde twee afschuiningen weer en aan de zuid-oosthoek niet.119 Blijkens oude prentbriefkaarten afschuining noord-westhoek 1903 weer massieve hoek gerepareerd.120 aanheling kent zich thans nog in het metselwerk af. In de huidige situatie is de zuid-westhoek weer van afschuining voorzien. voormalige nabijgelegen kasteel Ter Kleef bezat bij hoektoren, blijkens topografische afbeelen
en
mend
en
Zoals gezegd: toren heeft geen oorspronkelijk metselwerk in de gevels. In de kern muren metselwerk eventueel het niveau van het kelderloopvlak kunnen bereiken. Het is om die reden onbegrijpelijk 19de eeuw boven dit loopvlak aanwijzingen heeft kunnen vinden, dat de hoeken van de toren afgeschuind waren. Merkwaardig genoeg heeft niet meteen alle hoeken afgeschuind, de toren heeft sinds de opgraving vijf gedaantewisselingen ondergaan voordat huidige vorm werd bereikt (afb. 30). datmeni
Na
vande
vande
ophet
De
zoumenht
in
dus
nog16
de
Vande
en
isdathe
van
nog vande
De mysterieuze afgeschuinde hoeken zuid-westtoren De zuid-westtoren werd in 1863 gedeeltelijk ontgraven. Een gehele ontgraving was onmogelijk, omdat twee essen in het muurwerk waren gegroeid: 'In het volgende jaar (1863) werd de ontgraving voortgezet bereikte vierkante hoektoren (zuid-westtoren), waar het puin 2,09 m hoog lag; men vermocht aldaar het puin niet geheel weg te ruimen vanwege twee eschboomen, die hun wortels zoo diep
uitkwamen. huidige muurwerk vorige eeuw restanten vulmuur getrokken. 1890 deel nieuwe metselwerk noordzijde de toren gedeeltelijk ingestort en daarna weer hersteld.117
de
en
in
uit
ande
lag
op
inde
de
Vande
vande
en
Na
en
ande
isdt
bijhet
de
De
De huidige lichtopeningen hebben aan de bovenzijde een steens of dubbele halfsteens rollaag. Daaronder begint direct de lichtopening. De vensters van na 1464 hadden echter - in ieder geval in de Kapeltoren - onder de rollaag nog drie lagen metselwerk. onderste laag iets terug hier sloot bovendorpel aan. Deze constructie zichtbaar venster oostmuur van de begane grond van de Kapeltoren op een ansichtkaart uit ca 1910. Thans bouwspoor verdwenen. De nis van het bovengenoemde venster in de oostwand op de eerste verdieping van de Kapeltoren bevatte zuidzijde oorsprong stookplaats. ontlastingsboog boven het stookgat is nog één steen aanwezig. 1464 voldeed stookplaats blijkbaar niet meer zijn venster -nis dichtgezet, waardoor de oorspronkelijke breedte lichtopening hier behouden bleef. Aan de voorzijde van de vensternis werd nieuwe stookplaats aangebracht (afb. 28). achterwand hiervan resten vier lagen metselwerk, vóór restauratie 1968 echter lagen! Opvallend vertrek vóór 1464 alleen verwarmd werd door een stookplaats in een vensternis. isnog
Afb. 25. Reconstructie van een gedeelte van het traliewerk in het venster in de oostmuur van de kapeltoren. Tekening auteurs.
vande
de
vande
en
die
en
inde
vande
inde
Sommige kozijnen waren na 1426 mogelijk nog intact of men heeft ze uit kostenbesparing gehandhaafd: zoals gezegd bevinden zich noordgevel Ridderzaal de westgevel Binnenpoort resten van dorpels uitgevoerd in rode zandsteen. Het venster noordgevel Ridderzaal heeft tussendorpel bestaande drie stukken, boven elkaar gelegen zandsteen, alle drie luiksponning buitenzijde hebben.
27,
van1m
is
is
De
ning te krijgen (afb. 27). In de uitgehakte delen heeft men echter wel een kozijn geplaatst. sporen specie waartegen dit kozijn aangedrukt zijn zien. de detaillering van de vensters er na 1464 uitzag niet bekend, noch materiaalgebruik, omdat sporen ervan ontbreken. Ook over de indeling is niets bekend. Een vensterbreedte maakt glas-in-lood raam bijna onmogelijk, maar voor een kruiskozijn of bolkozijn is het net weer te smal.
alsbij
dingen, vergelijkbare afschuiningen Brederode gesuggereerd.
van
bij
het
de
is
noge
zou
de
Eén
inde
was
dat
vande
men
daten
Hij
isde
isokng
vanhet
inde
bij
inhet
isduna
de
de
gen
dan
dat
van
is
de
op
inhet
op.
De vele toiletkokers Bekijkt men de plattegrond van het kasteel, dan valt onmiddellijk het grote aantal toiletkokers Daar waar torens andere kastelen algemeen aantal verdiepingen is af te lezen aan het aantal toiletkokers, namelijk één per verdieping, gaat dit niet voor ruïne Brederode. Uit onderzoek gebleken bijv. Donjon vóór 1426 niet meer twee verdiepinboven kelder had. Mogelijk derde, de zolderverdieping. De oostmuur bevat de koker behorend bij de begane grond, de oostelijke koker in de noordmuur behoort bij het oorspronkelijke eerste niveau. Waartoe andere kokers behoren niet duidelijk. De koker in de westmuur behoort bij het huidige eerste niveau en de toegang hiertoe 1464 muurwerk uitgehakt. Waar deze koker hoorde vóór 1464 is niet duidelijk en voor de westelijke afvoer noordmuur geen verklaring. C.J.Willems, die een maquette heeft gemaakt kasteel rond 1300, eerste die zich met het vraagstuk van de vele afvoeren heeft beziggehouden. meent deel kokers bestemd voor de afvoer van regenwater. Wanneer echter bedenkt, twéé kokers Donjon in oorsprong niet aansloten op een toilet, namelijk de westelijke in de noordmuur en de koker in de westmuur, dan lijkt deze mogelijkheid niet aannemelijk. van kokers kunnen hebben gediend
Afb. 29. Zuid-westzijde van de ruïne vóór 1871. Op de voorgrond een boom, die precies op de zuidoosthoek van de Tedburghatoren staat. Verz. Gemeente-archief Haarlem.
BULLETIN KNOB 1990-4
en
dan
De
De
mend
inde
vanhet
dan
dani
ispan
Een andere verklaring is volgens Willems het metselen van de kokers voor het optisch effect. torens zouden hoger steviger lijken. Het feit dat de kokers hol zijn pleit hiertegen, immers waarom zou men bij het metselen van de muren de kokers niet direct massief maken? enige, niet zeer waarschijnlijke, reden hiervoor zou kunnen zijn, dat men bij de bouw nog niet wist waar toiletten wilde plaatsen. Een derde mogelijkheid die Willems oppert, is het gebruik van kranen op het werk. De constructie van deze kranen bestond volgens hem o.a. uit dikke houten balken die in, muur uitgespaarde, gaten stonden.123 Bij Brederode zouden deze balken speciaal daarvoor gemetselde kokers buitenzijde eigenlijke muurwerk hebben gestaan. De balken gingen met het metselen van de muren mee omhoog en moesten dus aan de onderzijde
ande
vande
vande
ande
na
de
stookplaats gemaakt.
is
het
van
de
de
zuidzijde stookplaats. Onder situatie verbouwing 1464: raam dichtgezet en aan de voorzijde is een nieuwe grotere
opde
Afb. 28. De vensternis in de oostmuur van de Kapeltoren vóór 1464 (boven), met aan de
van
het
opde
het
Opde
inde
voor een toilet op de weergang en dan tegelijkertijd als hemelwaterafvoer. Voor de andere koker is dan nog steeds geen oplossing. Daar komt nog bij dat de zuidelijke afvoer noordelijke koker Middentoren óók uitmondde op de weergang en twee toiletten zo dicht bij elkaar lijkt niet aannemelijk. Een dergelijk probleem speelt ook bij de Kapeltoren. begane grond bevond zich vóór 1426 geen toilet; huidige 1464 in de noordmuur uitgehakt. Tot nu toe is aangenomen dat de koker behoorde bij een toilet verwoeste tweede verdieping, maar bestaan deze verdieping is nooit aangetoond. Wanneer de toren géén tweede verdieping heeft gehad, zou de koker afkomstig zijn van de weergang, maar zuidzijde toren bevindt zich een koker die eveneens uitmondde weergang.
worden gestut. Dichtmetselen van de kokers was dan echter niet meer mogelijk en sporen van een andere ondersteuning zijn
dus
hetwas
vandet
te
uitde
vanhet
de
ten
alde
Men
niet aangetoond. moet gebruik hebben gemaakt van balken, die bij voorbaat lengte hadden verwachhoogte gebouw, maar dan onmogelijk deze balken na beëindiging van bouw kokers verwijderen, als
waardoor gebruik toiletafvoer niet meer mogelijk was. Ook deze oplossing lijkt niet
aannemelijk. FASEIZ: n.ATTE610KD
IN |8- l
V. Ot STUERS
I:
FASE FOTO VOOR ONTSRAVIN6
Een laatste(?) verklaring zou kunnen zijn, dat men bij de bouw van de torens meer verdiepingen heeft gepland dan uiteindelijk zijn
KiSO
de
met
ge
ditanho-
gerealiseerd. Uitgaande van de oorspronkelijke verdiepingshoogten zouden torens zijn geworden voor bijv. Donjon een hoogte van ruim 30 m.
FASE HUIDIGE SITUATIE
UIT
NA
"X.:
FA3E31 : A N O N I E M E
vande
de
Vooralsnog blijft aanwezigheid vele kokers een raadsel.
( 8 76
1503
RUÏNE VAN BREDEROPE GEPAANTE VERWISSELINGEN
JOH
Z-WTOR.EN
fi:
FASE TEKEMIN6 VAM ArRIL
SINDS ONT6RAV/NG
van
vandek-
van
on-
het(d
Hij
J.A
de
peltoren en de latrinekokers).
was
vande
ge-
ophet
date
van
vande
Inde
reaclie Kunstbode ingezonden stuk Alberdingk Thijm werd suggereerd, tekening hand van Klaas Kolijn. Deze had ook al een uiterst onbetrouwbare kroniek geschreven. wanOok
dathij
Inde
ophet
de
duXlea
en
artikel in de Kunstbode nr. 7 van de hand van AlberdingkThijm. meende 'dat prent) een ellendig verdichtsel is, waarin de misschien betrouwbare bestanddeelen bruikbaar worden door de domme toerusting der stoffeering, die volstrekt in de XVe eeuw niet thuis behoort'. Hij was dus de mening toegedaan, dat de prent mogelijk wel betrouwbaar gezien detaillering ondermeer gevels (opklapbare luiken was
34
van
de
3J.S
De
Kunstbode (1876) 7, 54-55.
Over de echtheid van deze tekening is in de vorige eeuw een forse discussie ontstaan. Sommigen meenden dat de tekening volledig verzonnen was; anderen meenden toch wel betrouwbare elementen bevatte. Kunstbode verscheen kritiek nr.8
terb-
vanhet
opde
gaand onderzoek. De door hem vervaardigde opmeting is tijdens het onderzoek als basis voor tekeningen gebruikt. Visser, ruïne Brederode, Santpoort 19332, e.v. 4 Viollet-le-Duc, Dictionnaireraisonnéderarchitecture Francaise XVIe siècle, deel V, Parijs 1875, 34-96. 5 Berichten en mededeelingen, Nederlandsche
E.
enir.J
de
hem
2Mr.
is
irD.BM
Noten 1 Het bouwhistorisch onderzoek werd verricht door het Bureau Hermans en Kamphuis, in opdracht van de Centrale Directie van de Rijksgebouwendienst. Het onderzoek is gezamenlijk door Hermans Kamphuis uitgevoerd. Het eerste deel van het artikel betreffende de bouwgeschiedenis en de 19deeeuwse restauratie geschreven door Kamphuis. Het tweede deel 'Brederode in detail' is van de hand van Hermans. A.J.AIlan stelde resultaten door verrichtte onderzoek geheel schikking voor nader bouwhistorisch onderzoek. Zijn heldere visie bouwgeschiedenis was een goed uitgangspunt voor verder-
JU
vande
30.
Afb. Overzicht gedaantewisselingen van de zuid-westtoren sedert de ontgraving in de vorige eeuw. Tekening auteurs.
vande
Afb. Plattegrond ruïne Brederode uit 1876: de zuid-westtoren (linksboven) is voorzien van drie afgeschuinde hoeken. Verz. Peters, Delft. Foto auteurs. 31
HILVERDINK
kano
van
59V.de
442, 26-02-1863.
Stuers (o.c.), 7-8. ARA, archief BiZa, Onderwijs 1848-1876, 475, 29-03-1864.
61 Ibid. 62 Ibid., 503, 24-01-1865.
63 Ibid. 64
Ibid., 525, 08-09-1862. 65 Ibid., 553, 07-06-1866. 66 Ibid., 540, 15-01-1866. 67 Ibid., 579, 24-01-1867.
Stuers (o.c.), 7-8. 69 ARA, archief van BiZa. Onderwijs 1848-1876,
68V.de
te
is
94,
47
36
van
Ibid., 1366, jaar 1863. ARA, archief BiZa, Onderwijs 1848-1876, van
58
57
schappen, 1875-1918, 1366, 07-06-1862.
60
van
van
430, 19-09-1862.
56 ARA, archief van BiZa, Kunsten en Weten-
613, 21-01-1868.
datmenbij
8.
70V.de
Stuers (o.c.), 71 Ibid. Stuers (o.c.), 9-10. 73 ARA, archief van BiZa, Onderwijs 1848-1876,
72V.de
inhet
van
De
53 Ibid. 54 V. de Stuers (o.c.), 6-7. ARA, archief BiZa, Onderwijs 1848-1876,
de
vanhet
van
ishet
datok
de
of
was
die
vane
3,18.
vande
en
43P.Evan 47 48E.Hter 49V.de
met
De
no.
20.
93.
6.
van
1848-1876, 417, Ibid., 417, 07-04-1862. 52 Ibid., 424, 25-06-1862.
51
5.
de
kokers onbenut gelaten. V. de Stuers (o.c.), 8. A.J. Allan (o.c.), 37. P. E. van Reijen (o.c.), 9. E. H. ter Kuile, Brederode, Elseviers geïllustreerd maandschrift, (1937), 158. 42 Ibid. Reijen (o.c.), 44 C. J. Willems, De ruïne van Brederode, een reconstructie bouw maquette naar de situatie rond 1300, niet uitgegeven verantwoording reconstructie, Zutphen 1986, 4. 45 A.J. Allan (o.c.), 25. 46 E. H. ter Kuile (o.c.), 158. A.J. Allan (o.c.), e.v. Kuile (o.c.), 160. Stuers, Ruïne Brederode, Haarlem 1880 [2], 5. 50 Algemeen Rijksarchief (ARA), archief van Binnenlandse Zaken (BiZa), Afdeling Onderwijs,
38 39 40 41
5
vanhet
de
van
De
25P.Evan
28
van
30
De
De
236
te
3en18.
van
en
vande
I,
van
Het
Ookmag
van
vande
5.
1.
15A.J
vande
end
6.
6.
14
A.J
13 Allan (o.c.), 'Enerzijds zijn vooral door invloed ontbossing en het uitzetten van konijnen verstuivingen ontstaan . . .'; M.F. Mörer Bruijns & R.J. Benthem, Spectrumatlas Nederlandse Landschappen, Utrecht 1979, 211. Allan (o.c.), Ibid., 17 J. Verdam, Middelnederlandsch Handwoordenboek, 's-Gravenhage 19813, 497. 18 A. J. Allan (o.c.), 13. 19 Ibid., 30. 20 P. E. van Reyen, De Ruïne van Brederode, Vermande Zonen, Umuiden 1965, 21 A. J. Allan (o.c.), 30. 22 F. van Mieris, Groot charterboek der graaven van Holland, Zeeland heeren Vriesland, deel Leyden 1754, 251-252, 260. 23 Brokken, ontstaan Hoekse en Kabeljauwse twisten, Walburg Pers, Zutphen 1982, e.v. De financiële nood Brederodes
16
31P.Evan
ir.W
ofthe
van
De
A.N.W.B. s.l. 1983,
lem 1802, 8.
Rijen (o.c.), 26 H. M. Brokken (o.c.), 236 e.v. 27 Ibid., 32. Algemeen Rijksarchief (ARA), archief Graven Holland 889-1581, inv. 1933, fol. 21r26v. Over Nieuwburg: J.G.N. Renaud, Nieuwburg bij Oudorp, opgraving en historische achtergrond, Alkmaars Jaarboekje, Alkmaar 1971, 50-66. 29 Ibid. In dezelfde inventaris komen meer rekeningen voor betreffende wapenknechten met paarden. Zeven soldaten worden zelfs naam genoemd. A.J. Allan (o.c.), Rijen (o.c.), H.M. Brokken (o.c.), ARA, archief Graven Holland 889-1581, inv. no. 1540, fol. 26. 34 A.J. Allan (o.c.), 20. 35 Analogie met het Muiderslot lijkt hier aanwezig. J.G.N. Renaud. bouwgeschiedenis het Muiderslot, Buil. Kon. Ned. Oudh. Bond, serie 6, 7 (1954), 193-211. 36 Vriendelijke mededeling prof. dr. J.G. N. Renaud. 37 Het bestaan van de tweede verdieping van de Kapeltoren wordt afgeleid bestaan de noordelijke privaatkoker van deze toren. Deze koker (oorspronkelijk) niet vanuit kelder, begane grond eerste verdieping benutten. De Donjon (afb. 1, bouwdeel 3) beschikt over twee kokers niet vanaf oorspronkelijke verdiepingen te gebruiken waren. Hieruit kan afgeleid worden, deze toren hoger geweest. Door het ontbreken van metselwerk op deze hoogte bestaan deze verdieping niet bewijzen. niet uitgesloten worden, de bouw zeer hoge torens in gedachten had daarvoor benodigde kokers muurwerk uitspaarde. De uitvoering kan minder groots zijn geweest: daarom werden enkele
32
is
The
ter
vande
10De 1S.
A.J
1970, 147. 12 Allan, ruïne Brederode', serie 'Nederlandse Kastelen', deel XLVIII, N.K.S.l
ontstaan zijn door ambitieuze bouw kasteel. Stuers, Ruïne Brederode, Haar-
3
1981, 74.
Geologische kaart getekend naar gegevens Rijksplanologische Dienst, district west. Het concept van deze door A. P. Pruissen samengestelde geologische kaart is vriendelijk beschikking gesteld door de Gans. Jelgersma e.a., coastal dunes western Netherlands: geology, vegetationalhistory and archeo/ogy, Mededelingen Rijks Geologische Dienst, nieuwe serie nr.21,
H.M
24V.de
dathe
en
9,
8A.Jvander,
7
6E.J
is
men
neer de tekening niet uit 1499 dateert, dan zou toch mogen aannemen misschien een kopie naar niet meer voorhanden zijnd origineel. Haslinghuis, Bouwkundige termen, Bohn, Scheltema & Holkema, Utrecht/Antwerpen 19862, 198. J.S. Visser (o.c.), 112. Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, tweede deel, Gorinchem 1840, 710. 9 J. W. Groesbeek, Middeleeuwse Kastelen van Noord-Holland, Elmar B.V. Rijswijk, Haarlem
74 75 76 77
664, 18-04-1871. Ibid., 661, 20-01-1871. Ibid., 662, 24-02-1871. Ibid., 664, 18-04-1871. Ibid., 662, 24-02-1871.
78 ARA, archief van BiZa, K. en W. 1875-1918, 1366, jaar 1873.
79 ARA, archief van BiZa, Onderwijs 1848-1876,
83
81
650, 02-02-1870. 80 Ibid., 503, 24-01-1865. Ibid., 650, 02-02-1870. 82 Ibid., 661, 20-01-1871. Ibid., 664, 18-04-1871. 84 Ibid., 665, 13-05-1871. 85 Ibid., 691, 22-04-1873.
86
Ibid., 716, 18-02-1871. 87 ARA, archief van BiZa, K. en W. 1875-1918, 1366, jaar 1873.
BULLETIN KNOB 1990-4
no.
en
vande
94 Ibid., 1366, 30-12-1880.
31.
95 afb. Zie
Afb. 32. Zuidzijde van de ruïne in april 1879. Tekening van Joh. Hilverdink. A/leen de zuid-oostelijke hoek zuid-westtoren vertoont afschuining. Verz. Rijksprentenkabinet Amsterdam 18.751.
van
Oud
88 Ibid. 89 Rijksgebouwendienst, Centrale directie 's-Gravenhage (RGD). archief Ruïne Brederode, brief gedateerd 19-10-1951. 90 ARA, archief van BiZa, K. en W. 1875-1918, 1366, jaar 1873. 91 Ibid., 1366, jaar 1876. 92 Ibid., 1366, jaar 1873. 93 Ibid., 1366, jaar 1876.
de
ir.
Onderzoek uitgevoerd door E.J.Nusselder. 125 P.E. van Reijen (o.c.), 6.
124
I
de
vanhet
mit
van
vande
vande
jn
sal
is.
die
wj
diebhmopn
vande
van
ofsalwj
is,
die
alswivno-
van
wjden
te
te den soe
al
de
sal
ge-
ofdie
af
bi
wide
alsdie
si
ons
die
Wyf
datsl
mit
mit
hem
hem
jnma-
dieslhm
van
metons
den
vanNu-
dieop
te
alsdie
van
met
in
en
opden
het
Hetzou
metn
5is
op
lenom
met
122 Willems (o.c.), 7-8. 123 Willems (o.c.), 7-8.
die
10.
7.
19V.de
18V.de
Stuers (o.c.), Stuers (o.c.), tegenover pag. 120 De foto's zijn dateerbaar, omdat in 1903 de Donjon werd voorzien van een dak, dat zichtbaar is op de bedoelde ansichten, 121 Willems, (o.c,), 7-8. Ongepubliceerde verantwoording voor reconstructie.
datsi
13 14
117 ARA. BiZa, K & W 1875-1918, inv, nr. 1367. 25-04-1880.
die
N.K.S./A.N.W.B., s.l. 1977.
Haslinghuis (o.c.), 217. Haslinghuis (o.c.), 217. 115 De huidige verdiepingshoogten en de verdeling van de lichtopeningen dateren van na 1464 en de huidige smalle vensters horen bij het uiterlijk van het kasteel van vóór 1426. 116 V. de Stuers, De Ruïne van Brederode, W. C. de Graaf, Haarlem 18802, 7,
die
op
vande-
8,6cm.
dehy-
date
cm;
die
na
het
Dit
van
De
R.J
1
110 Ibid., 1367, jaar 1902. Ibid., 1367. jaar 1903. 112 Top, donjon Kasteel Duurstede. Castellogica 1986, 175 en A . M. Hulkenberg. Dever, Nederlandse kastelen deel XXX.
De hypothese kreeg zijn bestaansrecht door een met de wichelroede uitgevoerd onderzoek.124 Dit onderzoek wees op het bestaan van muren, zoals afb. weergegeven. kunnen handerechthoekige toren afmeting van + 7.5 x 8 ,5 m. Om deze theorie te staven heeft de Stichting RAAP (Regionaal Archeologisch Archiverings Project) een geo-fysisch onderzoek op het binnenplein uitgevoerd. Deze december 1989 uitgevoerde weerstandsmeting leverde echter niet het 'gewenste' resultaat. Omdat de middeleeuwse ophogingen in de vorige eeuw zijn weggegraven, zullen mogelijke alternatieven voor toren, zoals motte daarop een toren, speculatief blijven. de
vanhet
109
1367. jaar 1885. Ibid., 1367. jaar 1887.
'Willem, Hertoge enz., maken cond enz.: dat wij verdraghen sijn mitten Here Brederoede, Harman Busche, Casteleyn Huse Brederode, ende anders metten Ghesellen (krijgsknechten) ghemeenliken, die, nv ter tyt, op Huse Brederoede mede legghen, manieren als hier na gheschreuen staet. In den eersten sullen Here brederoede voorschreuen nemen jn onser ghenaden, behouden syns lijfs ende sijnre ghesonde (gezondheid, welvaart), ende ongeheft (ongebonden) buten vanghenissen te varen ende te keren jn onsen Lande. Ende wj sellen hem guen, wj sinen goede, Illc ende L. (350) pond Hol tsjaers, daer hi seker an is, in sulcken paymente (betalingen) sen renten sullen nemen. Ende wj sullen hem enen Rentemeester setten, sijn oirbaer (bloedverwant) ende jaerlix rekeninghe doen voir ons, voir den Here van Brederoede ende voir sine vrienden. Voirt alsulke tilhaue (draagbaar goed) als die Here van Brederoede op den Huse heeft, ende tot sijnre Gamere (persoonlijke inboedel) behoirt, of dat anders sijn is, dat sal hem veyligh volghen. Voirt dat Huus te Brederoede ende anders sijn goet sal wesen tot onsen wille ende Raets, endaer betalen, alle kenlike scout (schulden), Heer Brederoede sculdich Voirt Harman Busche ende ghemene ghesellen, Huse sijn, sullen doen veylich gheleyden buten onsen palen (grenzen) Hollant, behouden hoirs lijf ende horen ghesonde. Ende (hen) volgen half hoir goet, horen wiuen ende horen Kinderen, endeonuercofttebliuen. Ende moghen bruken hoir ende hore Kinderen ghene, sijs betrouwen, vytgheset (uitgezonderd) Kinder, die alsoe groet sijn, dat si opo den Huse gheweest Hebben ende gheweapent geweest hebben jeghens ende onse hulpers. Ende hier sullen betalen half hoir scoude, ende ander helfte. Voirt alsulke Tilhaue Ghesellen hem Huse hebben, diehairwas, doeditoirloghe anestac (begon), volgen, nieren dat elc houden sel met sinen ede wat doe sine was. Voirt alle die Gevanghen, die op Brederoede legghen, die sullen quite wesen vri sonder cost. Voirt alsulc goet, Ghesellen after laten, die op Brederoede legghen ende oueruede (of Oorvede, eed om alla haat af te leggen en zich over gevangen nemen niet wreken) doen, dair enich recht op gevordert is, dat sel staen an die Scepene jn elke Stede, daert recht gewordert is. Voirt sullen Ghesellen Brederode legghen oueruede doen na oirloghesrecht. Ende alle dese voirscreuen voirwarden ende ponten (punten) ghelouen (beloven) wj te houden ende te doen houden, sonder al argelist. In oircond desen brieve beseghelt met onzen seghele. Ende om die meere zekerhede hebben wj ghebeden onsen lieven ende ghetrouwen Heren Ghisebrecht wenroede, onse Marscalc voir Huse voirsreuen, ende onsen Steden als Hairlem, Aemsterende Medenblyc, desen brief beseghelen willen met haren seghelen. Ende wi ghisebrecht voorscreuen, Ridder, Steden Hairlem, Aemsterdam ende Medenblic voirsc. hebben, om bede ons liefs Heren, des Hertoghen Willems van Beyeren, Grave van Hollant vorsz. dezen Brief bezeghelt onsen zeghelen. Ghegheuen jnt jair ons Heren M.CCC.LJ., des Sonnendaghes na der elfdusend magheden dach (23 october 1351).' 125 van
ishet
Dit
uiten
end
de
vanhet
in
Het
zouphet
zou
re-
van
de
ofhet
de
ande
Men
inhet
de
isoknug
in
en
isnhetb-
en
Slechts 20 strekkende meter, de westmuur ridderzaal kemenade, gin van de 20ste eeuw vervangen nadat zij in de gracht was gegleden. De overige vulmuren staan dankzij intensieve kostbare paraties nog steeds overeind. In deze eeuw verkeerde men bijvoorbeeld in de veronderstelling dat de walmuren massief opgemetseld waren. Om kapotvriezen van de muren te voorkomen werden in 1981 de lagere walmuren geïmpregneerd tegen vocht; totaal is 1050 m 3 walmuur behandeld. Impregneren beschermt de muren echter niet tegen het optrekkende vocht in de muurvulling (aarde puin). Daarom bevriezing van vochtige muurvulling oorzaak grote scheurvorming metselwerk. moet zich gaan afvragen verantwoord is, tot in lengte van jaren door te blijven gaan met het repareren van muurwerk, dat vanwege zijn gebrekkige constructie geen lang leven is beschoren. Bij het onderhoud ruïne wordt daarom vraag steeds actueler, of restauratie (= vernieuwing) hier op zijn plaats zou zijn. Restauratie zal immers bijna totale vervanging 19de-eeuwse reconstructiewerk betekenen. 108 ARA, archief van BiZa, K. en W. 1875-1918,
-de
107
105 Ibid., 1366, jaar 1883. 106 Ibid., 1367, 22-02-1890. Ibid., 1367, 25-04-1890.
vande
vande
nevad
10
Ibid., 1366, jaar 1882. Ibid., 1366. jaar 1882. Ibid., 1366, jaar 1883.
en
De aanleiding voor hypothese opvallende verschil plattegrond kasteel voorburcht. hoofdgebouw bestaat regelmatige rechthoek. De voorburcht echter lijkt een segment te zijn van twee concentrische veelhoeken. De segmentvormige plattegrond kan voortvloeien aanpassing bestaand gebouw. gebouw snijpunt middelloodlijwalmuren voorburcht gezocht kunnen worden. middelpunt bevindt zich het binnenplein, precies in het midden van het kasteelcomplex (afb. 5, hypothetische toren). Het kelderniveau (middeleeuws maaiveld) van dit bouwvolume zou op het niveau van het huidige plein gezocht moeten worden. Bijkomende argumenten voor bestaan ze bouwfase: - zoals hiervoor betoogd zou het eerste kasteel van Brederode 1282 ontstaan kunnen zijn. Het opgaande muurwerk van de huidige ruïne is echter niet ouder dan het midden van de 14de eeuw. Het toen, in fase 2, gebouwde kasteel zou de hypothetische toren hebben kunnen vervangen; voorburcht. gedeeltelijk rondom pothetische toren ligt, bevat metselwerk met een groter steenformaat dan in het opgaande muurwerk van de hoofdburcht is verwerkt: 3 0 x 1 3 x 9 gemiddelde lagenmaat Dit erop kunnen duiden voorburcht ouder is dan de hoofdburcht. vande
Nu
en
100 Ibid., 1366. 13-08-1881. Ibid., 1366, 05-08-1881.
102
Tekst van het op 23 oktober 1351 opgemaakte verdrag betreffende overgave kasteel Brederode
vane
met
nog
te steeds twee spouwbladen daar-
tussen door puin gevulde ruimte. werd ook de functie van de zware ankers duidelijk (afb.8).
103
Hypothese betreffende 13de-eeuws, torenvormig gebouw op het huidige binnenplein
uiten
vande
de
98
Ibid., 1366, jaar 1880. 99 Tijdens een in 1988 door de Rijksgebouwendienst verricht onderzoek, bleek dat de spouw van de Donjon inmiddels massief was volgemetseld. Doch het bovenste gedeelte van oostmuur Middentoren bevat-
104
Bijlage en
97 Ibid., 1366, 28-12-1880.
Bijlage l
dam
K.enW
van
96
ARA, archief BiZa, 1875-1918, 1366. jaar 1880.
enA.
D.BM
te
in
in
3.
Afb. Overzichtskaart ruïnes Nederland. Voorlopig overzicht. Niet opgenomen zijn goede staat verkerende overblijfselen van een kasteel, zoals een hoektoren van het kasteel Goudenstein Haatten. (samenstelling Hermans Viersen, 1990).
en
(gedeeltelijk) opgemetselde geconsolideerde funderingen
te
Groningen 1. Wedderborg Wedde
te
Noord-Holland
BULLETIN KNOB 1990-4
te
te
te
Noord-Brabant 43. Asten 44. Bokhoven 's-Hertogenbosch 45. Groot Kasteel te Deurne 46. Heusden 47. Seldensathe Middelrode Strijen Oosterhout 49. Tilburg
48.
te
Brederode Santpoort Egmond Heemstede Kleef Haarlem Medemblik Nuwendoorn te Krabbendam Oosterwijk te Beverwijk Purmerend te
Ter
19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.
76. Wel l
te
te
te
De
59. 60. 64.
Zeeland 39. Haamstede 40. Hellenburg te Baarland 41. Moermond te Renesse 42. Westhove
72.
38.Te
Utrecht 15. Duurstede te Wijk bij Duurstede 16. Heemstede te Houten 17. Vredenburg te Utrecht 18. Wickenburgh te Goyse Dorp
Limburg 50. Annendael te Echt 51. Bleijenbeek te Afferden 52. Bongard Bocholtz 53. Born 54. Broekhuizen 55. Daelenbroeck te Herckenbosch 56. Epen 57. Eyckholt te Heerlen 58. Gebroken Slot Grubbenvorst Genneperhuis Gennep Geijsteren 61. Gronsveld 62. Horn 63. Horst Kessel 65. Lichtenberg te Maastricht 66. Merum te Herten 67. Millen 68. Montfort 69. De Ouborg te Swalmen 70. Schaesberg 71. Stein Stevensweert 73. Valkenburg 74. Walborg te Laak Weert
75.
te
Zuid-Holland 27. Batenstein te Vianen 28. De Burcht te Leiden 29. Dever Lisse 30. Heenvliet 31. Hillegersberg 32. Leerdam 33. Mathenesse Schiedam 34. Te Merwe te Dordrecht 35. Oostvoorne 36. Teylingen te Sassenheim 37. Te Vliet te Haastrecht Woude Slikkerveer te
te
te
7.
Gelderland 5. Batenburg 6. Brakel Groot-Keil Angerlo 8. Hedel 9. Nederhemert 10. Nettelhorst te Laren 11. Nijenbeek 12. Swanenburg te Megchelen 13. Valkhof te Nijmegen 14. Waliën Winterswijk
te
3.
Overijssel 2. Backenhagen te Delden Toutenburg Vollenhove 4. Waardenborg te Holten
PUBLIKATIES
de
van
te
in
be-
on
vanRo-
of
and
en
vande
ok
in
die
okbij
deze bundel hopelijk iedereen zich
de nog met deze regio zal bezighouden tot een zo noodzakelijke 'sense of place and people'. Mariëtte Kamphuis.
is
van
De
de
van
inde
het
isdat
vande
opde
ring van de bouw. Hoewel het snelle roesten van stalen ramen in 1926 goed bekend was. vond Duiker een bescherming met menie en verf voldoende. Het storten van het beton en de controle plaats wapening kist met onvoorstelbare nonchalance uitgevoerd. Het gevolg daarvan 'behoud Zonnestraal' alleen mogelijk lijkt door afbraak tot op het fundament en reconstructie in de oude vorm (waarmee gebouw automatisch buiten subsidieregelingen van Monumentenzorg valt). Voor deze reconstructie worden een aantal mogelijke varianten aangedragen, die vergeleken worden met het oorspronkelijke gebouw en getoetst aan de bedoelingen van de architect. Deze laatste zijn zelf eveneens 'gereconstrueerd', omdat er geen door Duiker opgestelde analyse gebouw bestaat. ingreepmodellen variëren getrouwe reconstructie (met vanhet
in
metn
at
en
isno
opde
in
isvande
in
die
the
of
Daarbij maakte Rietveld gebruik (klimatologische) kwaliteiten van de traditionele Antilliaanse architectuur doordat hij in de overkapping van de allesoverheersende galerijen het traditionele, bijzonder goed warmte-isolerende 'palu di maishi' toepaste. Het kindertehuis van Rietveld kan daarmee als inspirerend voorbeeld dienen voor moderne Antilliaanse architectuur. Met de bijdrage aan een grotere kennis en meer aandacht voor de Caribische architectuur, leidt
ishet
Den en
end
anhet
vande
van
en
het
de
en
het
De kern van het rapport is een minutieuze analyse van alle bouwtechnische en bouwfysische gebreken van één travee van het Dresselhuyspaviljoen. Deels zijn de problemen van Zonnestraal veroorzaakt door de geleidelijk veranderde functie, waardoor gebouw voortgaande reeks van verbouwingen aan zijn nieuwe bestemming moest worden aangepast (overigens volstrekt normaal verschijnsel gebouwen voor gezondheidszorg). Deels zijn zij gevolg verwaarlozing vandalisme. Maar belangrijk deel problemen valt toe schrijven ontwerp uitvoete
danhij
dit
nu.
be-
De
meth
en
zalde
in
er
wein
Al jaren zitten Nederland probleem Zonnestraal. Dit internationaal bekende monument staat treurig bij. gebruikers leven er niet veel plezier aan, maar anderen evenmin Henket schreef 1982 over 'Zonnestraal restaureren'; 'Wanneer probleem, oorzaak, oplossing en gevolg op een zakelijke wijze op een rij zijn gezet, uiteindelijke keuze eenvoudiger zijn beter bespreekbaar worden'. Het bleek minder eenvoudig dacht. Maar acht jaar later verschijnt rapport waarin hij de hierboven geciteerde belofte inlost
nu
en
dier
(.)'A
uite
op
de
inde
de
mag
and
onehast
wat
specifieke cultuur en het klimaat van Curagao.
de
de
we
you
en
de
an
van
op
de
ophetg-
en
vande
ofthe
usifnthe
vanhet
and
desillusies Henriquez zijn lange staat dienst als pleitbezorger voor Curagao's monumenten al heeft meegemaakt. Reden temeer om zijn observaties overweging nemen. Een ander belangwekkend artikel, zeker in het kader van het motto van de bundel 'Building up future from past' hand nald Gill: 'The Architecture Rietveld Curagao; Sense Place People'. Gill schrijft wijze waarop Rietveld zijn opdracht voor ontwerp voor tehuis voor gehandicapte kinderen (Mgr. Verriet Instituut) met een bijzonder functioneel gebouw inspeelde op de
the
op
van
vande-
meth
a
in
of
uitde
en
nu
van
en
de
van
-Het
vande
W.de
H. Henket, Jonge Nieuwe Bouwen restaureren. Het bepalen gevolgen restauratiemogelijkheden. Uitgave: Rijksdienst voor Monumentenzorg, Zeist/SDU, Haag, 1990. ISBN 9012065402. Restauratie-vademecum deel 10, f45,—. A.J
van Willemstad is begrijpelijk gezien de vele
A
isokdatn
te
en
hun
nealsd
and
en
het
and
op
An
hun
te
en
Ina
de
de
ofer-
to
Hetis
anbod
inhetvak
to
als
waterop
in
meth
opde
vande
inhu
zal
inhet
en
en
to
de
Om
ishetnu
van
die
en
enht
gao datbij
reizigers als Temminck Groll heeft kunnen rijpen, maar bij vele anderen nog slechts moeizaam begint dagen. Waardevol de bundel een uitgebreide bibliografie is opgenomen van boeken en tijdschriftartikelen over de Caribische architectuur in ruime zin. Tussen de historische beschrijvingen van verschillende stadsdelen, godshuizen, fortificaties, woonhuizen en interieurs enkele incidentele fenomeweinig lucratieve goudmijnen Aruba en de verwoestingen van een orkaan op St. Maarten 1819, vallen twee artikelen door hun totaal andere toon en inhoud. 'Exchange Letters with Building' correspondeert Dito Abbad gebouw 'Belvédère', daterend tweede helft gentiende eeuw sinds enige decennia vergaand verval onderhevig. Door middel deze briefwisseling maakt Abbad balans van heden werkelijk bied van de monumentenzorg in Willemstad is gerealiseerd. Belvédère schrijft namens de architectuur Willemstad verwoordt haar angst en wanhoop, omdat ondanks veel ophef er toch intussen meer verloren is gegaan dan gered. antwoord hierop spreekt Abbad hoop uit dat men in Willemstad nu werkelijk op weg is naar een effectieve aanpak van de monumentenzorg in samenhang met een omvangrijke stadsvernieuwing en worden de voorwaarden opgesomd die hierbij van belang zullen zijn. Propaganda en publiciteit (naar bevolking en overheid), benadrukken sociale economische aspecten stadsherstel ('And will understand forgive future might over-emphasize the economie and social aspects, talk less cultural importance. That will be for strategie reasons.'), een strikt gehanteerde Monumentenwet en een doordachte financiële en bestuurlijke structuur en organisatie. Minder poëtisch maar scherper door Percy Henriquez geschreven 'What Future for CuraIne
Opgedragen aan prof. dr ir C. L. Temmmck Groll
verscheen deze zomer een Engelstalige bundel van vierentwintig artikelen over de Antilliaanse architectuur- en kunstnijverheidsgeschiedenis. Sinds zijn eerste verblijf Antillen 1967 heeft Temminck Groll zich intensief historisch onderzoek Antilliaanse monumenten beziggehouden. De redacteuren stellen inleiding terecht dat dit laatste decennium van de twintigste eeuw belangrijk tijdperk blijken voor monumenten van de Nederlandse Antillen. Met alle krachten momenteel voor monumentenzorg stadsherstel Willemstad/Curaworden gebundeld erop onder. enige ordening grote aantal zeer uiteenlopende artikelen te brengen, werden deze door redacteuren onder drie thema's gebracht, 'Urban Architecture of the Islands'. 'From Traditional Modern Architecture Historie Monuments' 'Interiors, Antillean Furniture and Jewellery'. De indeling van de artikelen in de eerste twee hoofdstukken brengt echter meer verwarring dan helderheid teweeg. Waarom valt artikel over goudmijnen Aruba onder 'Urban Architecture'? En waarom het artikel 'From Priest Architect. Architectural Review of the Roman Catholic Churches of Curagao' in het eerste hoofdstuk en het artikel 'The Last Catholic Houses of Prayer of Curacao 1 in het tweede hoofdstuk is me een raadsel. Het streven van de redacteuren om artikelen op te nemen over alle zes de Nederlandse Antillen is beslist prijzenswaardig. Hoewel het overgrote deel (twaalf artikelen) over Curagao handelt de andere eilanden in het gunstigste geval met twee artikelen komen, draagt opzet bij tot een beter overzicht over de Caribische architectuur geheel. interessant ontdekken hoe verschillen en overeenkomsten tussen deze eilandengroepen (benedenwinds en bovenwinds) stand kwamen: overzicht oude rotten hartstochtelijke
gao's Architectural Monuments?' Henriquez durft zich algemene euforie momenteel heerst over stroomversnelling vooruitgang waar monumentenzorg Curagao zich over verheugen, kritisch laten over vorm waarin het beleid gestalte krijgt. Hoewel ik een aantal van zijn standpunten discutabel vind, verdienen zijn waarschuwingen zeker serieus te worden genomen. perhaps even more fundamental difficulty is that we have to do with a small gommunity displaying an intricate network of connections and vested interests. In this situation complications are bound to arise when take enforce subjecfive decisions; especially when there entity hand well versed in doing this kind of things.' (. . .) Zijn cynische kijk mogelijkheden onmogelijkheden van een effectief stadsherstel
het
enM.
M.A
Building up the Future from the Past; Studies on the Architecture and Historie Monuments in the D u te h Caribbean. H.E.Coomans, Newton Coomans-Eustatia (redactie), De Walburg Pers, Zutphen 1990, 268 blz., ISBN 906011.702.6.
behoud van een groot aantal van de bouwtechni-
RECENT VERSCHENEN
kruistabellen kon ik de zin er van niet ontwaren.
en
de
zalhem
van
in
vane
be-
en
ter en duurzamer. Dit boek levert een belangrijke bijdrage gang brengen proces.
vane
N. L. Prak
Jans, Everhard. Burgerhuizen tussen Ussel en Eems 1400-1850, Zutphen. De Walburg Pers, 1989. Natuurbeleidsplan: beleidsvoornemens, 's-Gravenhage, Ministerie van Landbouw/SDU, 1989, Nelissen, Vocht, Bouwkunst en Monumentenzorg: Nederlands Cultuurbeleid Europese eenwording, Rijswijk, Ministerie van WVC, 1989. N.JM,CLFde
bijde
en
van
de
Het
de
dieht
van
nestraal herbouwen, in de vorm die Duiker heeft ontworpen, maar technisch liefst beetje vandt
te
en
en
ter
nam
slechte bouwtechnische en bouwfysische kwali-
anhetop
vande
alson-
Aande
end
Ikhebd
als
van
Het
en
die
heid van Duiker bewust geaccepteerd zou hebben.
teiten Zonnestraal laten visie nieuwe open wereld gebouw uitstraalde, nog volledig overeind. Natuurlijk moeten we Zon-
Dat Duiker, wille lage prijs, bewust grote risico's (zoals gemeniede sta-
A.
le-
en
vande
diebjht
Duiker Bijvoet aanbeval. lijkt niet waarschijnlijk dat het armlastige Koperen Stelenfonds na de soliditeit van Berlage, de kwetsbaar-
Niet alle architectuurhistorische uitspraken zijn even goed onderbouwd. hand
detaillering niet hebben geraadpleegd.
J.PCM
enopd
Inhet
andthe
86:'De
vande
weop
vervolgopdracht diamantwasserij
Diemen. De oorspronkelijk beoogde architect daarvoor Berlage, wegens tijdgebrek
Wij hoeven de bouwwerken van het Nieuwe Bouwen niet meer volledig door een functionalistische bril te bekijken. De (ook oorspronkelijk)
was, lijkt gewaagd. Wiebenga was de constructeur voor Zonnestraal, Duiker over
P.Gde
map
Waten
en
loste
en
is
Het
en
of
te
de
geaccepteerd hebben, lijkt mij. Zonnestraal is
Het rapport opent met een aantal ingewikkelde schemata, waarop evenmin wordt teruggekomen. matrixen schemata nodige ballast ervaren. bouwfysische bouwtechnische kennis constateren dat ook Duiker zich van alle bezwaren van koudebruggen condensvocht bewust
in
to
dat
mijn
vande
Ik heb ook een aantal punten van kritiek. In de
tekst komen 'matrixen' voor met allerlei gegevens, waarmee echter in de tekst niets wordt gedaan. Ook na langdurige studie van deze
het Koperen Stelenfonds, opdrachtgever Zonnestraal, nooit 'wegwerpgebouw' nade
elk
en
enzo
endaisr
ikte
len, waag betwijfelen. Niet monument blijft als Zonnestraal decennium na decennium wachten of de redding ooit nog komt. Meestal moeten beslissingen in hoog tempo genomen worden voor uitvoerige kostbare analyse geen tijd meer.
Hoof, van, Luttik, Utrecht militaire stad, 's-Gravenhage, Landmachtstaf Sectie Militaire Geschiedenis, 1989.
levensduur is in het rapport niet onderbouwd, en - voor zover ik het Nieuwe Bouwen ken - valt niet onderbouwen. bestuur zou
Of deze werkwijze zoveel onmiddellijke praktische waarde heeft als de auteurs veronderstel-
Peeters, Archeologie in Midden-Brabant, Gemeente Tilburg, 1989.
functionele behoeften korte technische vensduren, Nieuwe Bouwen gestalte heeft gekregen, behoort tot de belangrijkste architectuurontwikkelingen twintigste eeuw'. Deze vergaande uitspraak over de korte
was
dies
De
date
zijn niet ongebruikelijk, maar het is voor het eerst verschillende mogelijkheden voor restauratie naast elkaar zijn gezet. methode, grote nauwkeurigheid waarmee toegepast, verdient de aandacht van allen die in dit veld werkzaam zijn.
Cultuurhistorie en milieu in 2015: op weg naar een landschap zonder verleden? SymposiumStichting R.A.A.P., Amsterdam, 1990.
Dries, Francois van den, Niek Gielsen, Ronald
bouwmarkt (zie hiervoor mijn boek: Architects: the Noted Ignored, 1984). rapport lezen blz. consequente bouwkundige vertaling relatie tussen kortdurende
en
in
het
ande
twijfel een belangrijke en originele bijdrage geleverd discussie over restaureren Nederland. Variantoplossingen voor nieuwbouw
te
zet, aan de hand van de bijgevoegde tekeningen. Met deze rapportage hebben de auteurs zonder
auteurs weinig kritisch benaderd. architect zegt schrijft voor deel overtuiging, voor deel propaganda voor deel verkoopverhaal. valt niet zien zijn positie tussen andere architecten
dieok
schoven. De varianten kunnen door de lezer zélf worden vergeleken met de oorspronkelijke op-
Nieuwe Bouwen worden naar mijn mening door
en
ge-
als
worden enkele inadequaat terzijde wel
al
geen keuze gedaan voor één van de modellen,
end
Holland 1915-1970: provinciale monumenten Noord-Holland, Haarlem, Provinciaal bestuur Noord-Holland, 1990.
bellum nog niet zo eenvoudig, omdat de bouwmarkt de meeste tijd uitgesproken slap was (met uitzondering van de woningbouw). De uitspraken architecten
van
en
prijskaartje. rapport zelf wordt Inhet
vane
de
van (veronderstelde) bedoeling, voorzien
prijs wilde blijven bouwen. Dat was in het inter-
erg
en
vanhet
van afwijking oorspronkelijke beeld
Boer, Hildebrand (samenstel!, red.), Historische verdedigingswerken Noord-
vanhet
opde
als onderdeel van een nieuw gebouw. De verschillende varianten zijn beoordeeld mate
len ramen) lijkt meer waarschijnlijk. Van Eesteheeft 1971 verteld Duiker elke
ren
viaen
en
sche bouwfysische bezwaren), 'verbeterde' versie tot aan hergebruik van de ruïne
en
Hoofdgebouw Zonnestraal, 1928.
-in
Nijhof, Peter, Industriële monumenten dustrial monuments, Amsterdam, Fragment, 1989. en
Monumentenzorg volkshuisvesting, Almere, Nationale Woningraad, 1990. A.G,enC
Schulte, J.M.Schulte-van Wersch, Een bolwerk tussen rails en Rijn, Arnhem, E. W. M.van Amerongen, 1990.
in
Santen, Bettina van, Marieke Knuijt, Utrecht ontwikkeling 1850-1940, beknopte geschiedenis van de vooroorlogse wijken in Utrecht, Utrecht. Gemeente Utrecht, 1990.
lagder
-
Wohlleben, Marion, Konservieren oder Restaurieren?: zur Diskussion über Aufgaben, Ziele und Probleme der Denkma/pflege um die Jahrhundertwende, Marion Wohlleben Zürich: VerFachvereine, 1989. Veröffentlichungen des Instituts für Denkmalpflege an der Eidgenössischen Technischen Hochschule Zürich; Bd. 7. Met noten en literatuur.
BULLETIN KNOB 1990-4
BERICHTEN
Onderzoek naar verdwenen kastelen met behulp van geofysische methoden
Weerstandsonderzoek kasteel 'Schalkwijk' Als voorbeeld wordt het resultaat getoond van
Inleiding
een Weerstandsonderzoek dat door de Stichting R.A.A.P. is uitgevoerd op het kasteelterrein 'Schalkwijk' (gemeente Houten, Utrecht), dracht Landinrichtingsdienst. Het kasteel, dat stamt uit de Middeleeuwen, is eind begin eeuw afgebroken. oppervlak was nauwelijks nog te zien waar het kasteel gestaan heeft, alleen de grachten rond het kasteel waren nog vaak in het terrein zichtbaar. oude gravure (fig. eind de 18e eeuw laat een middeleeuws slot zien, geheel omringd door water en opgebouwd uit inop-
Aanhet
van
Het bijgevoegde kaartje (fig. 3) toont de resulta-
diten
Inde
beeld op dat hoge weerstandswaarden donker
afbeeldt en lage weerstandswaarden als lichte
uit
Bij
end
vanhet
te
plekken laat zien. Van een afstand zijn hierin het duidelijkst patronen herkennen. Weerstandsonderzoek naar kasteelterreinen worden hoge weerstandswaarden meestal veroorzaakt door muurresten. De omgrenzing kasteel komt duidelijk het weerstandspatroon naar voren. Bovendien zijn binnenmuren brug goed zichtbaar evenals de hoektorens. In het weerstandspatroon is een grote ronde toren te zien in de ZW hoek. pentekening niet voorkomt. Deze toren kwam graven proefsleuven echter wel boven water, evenals de brug, binnenmuren en twee andere hoektorens. Eén heektoren niet duidelijk weerstandspatroon terug vinden, voor overige kwamen de resultaten van het Weerstandsonderzoek vrijwel exact overeen van
het
metd
te
inhet
bijhet
erg
was
om
dan
kan
Een
te
en
kan
en
zal
er
dane
ofen
het
grijswaarden. praktijk levert kaart-
dieop
Eenuit
Vochtige organische stof heeft in het algemeen
met
Weerstandsonderzoek behulp van isolijnen, met daar overheen verschillende
tenvah
vande
uithe
2.Een
droge grond. Klei is gewoonlijk vochtiger dan zand, zodat klei een lagere weerstand heeft dan zand, terwijl grote keien een nog hogere weerstand zullen hebben. natuursteen of baksteen opgebouwde muur in de ondergrond detecteren zijn door zijn hogere elektrische weerstand. een lage weerstand. Een oud slotenpatroon dat is opgevuld, meer organische stof bevatten grond omheen, daardoor lagere weerstand hebben, zodat het met een weerstandsmeter opgespoord worden. Afvalkuilen huisplaatsen kunnen dezelfde reden opgespoord worden. Lineaire structuren, gevormd door muren, slootpatronen e.d. zijn meestal makkelijker interpreteren willekeurig verspreide kuilen. opgebrachte laag sterk verromrnelde bovengrond weerstandspatroon sterk verstoren. Weerstandsonderzoek wordt meestal in een regelmatig grid uitgevoerd, waarbij iedere meter
werkelijkheid.
de
vanhet
met
ishet
vane
vande
1986.
de
Aan de hand van de resultaten van het Weerstandsonderzoek kasteel door Landinrichtingsdienst visueel gemaakt middels het uitdiepen van de oude grachten en het ophogen kasteel aarde. Hierdoor zijn con-
Fig. Schematisch diagram Wenner vier-electroden opstelling en de stroomlijnen voor bepalen elektrische weerstand in een uniforme bodem. Bron: Weymouth, J. W. 1.
Op het terrein is een oppervlak van ca 60 bij 60 meter, om de meter met een weerstandsmeter onderzocht.
de
de
en
Met weerstandsmeter wordt weerstand
van de bodem om elektriciteit te geleiden geme-
Fig. gravure eind 18e eeuw van het kasteel 'Schalkwijk'. Gezien vanuit het oosten.
zalte
Weerstandsonderzoek
2)uithe
Een
meerdere bouwblokken.
datzij
diemt
nieken elkaar gemeen hebben non-destructief werken, dus informatie leveren over het archeologisch bodemarchief in de ondergrond zonder die ondergrond te verstoren. De Stichting R.A.A.P. heeft de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met weerstandsonderzoek, vooral bij onderzoek naar fundamenten van verdwenen kastelen.
19e
18eof
vande
hetind
is
en
te
De beste manier om het archeologisch bodemarchief beschermen meestal door grond te laten zitten, maar soms is het noodzakelijk om informatie te verkrijgen over de ligging, grootte of structuur van een site. Een opgraving is duur. arbeidsintensief en vernietigt het bodemarchief meestal geheel. 'Geofysisch onderzoek' is nogal ruim begrip, waaronder verschillende technieken vallen, zoals geo-elektrische weerstand, magnetometrie en grondradar. Tech-
het
of iedere halve meter meting verricht wordt. Van deze metingen kunnen kaartjes gemaakt worden, waarop het patroon van verschillen in weerstand van de ondergrond naar voren komt. en
ARCHEOLOGIE
en
inde
geworden. Langs het op deze wijze gerestaureerde kasteel wordt toekomst fiets-
enmt
route aangelegd.
het
Drs. Karin Anderson
ok
dane
de
M.S
of
for
on
Carr, Chr. 1982. Handbook soit resistivity surveying, Center American archaeology press, Evanston, Illinois. Tite, 1972. Methods physical
vande
examination in Archaeology. Seminar press,
In:
and
vanhet
3.
Fig. Grijswaardenkaart Weerstandsonderzoek op kasteelterrein 'Schalkwijk'.
London and New York. Weymouth, J. W. 1986. Geophysical methods of archaeological site surveying. Schiffer, M.B. (ed.) Advances archaeological method theory, Academie press. Inc.. 311-395.
in
De
De
Literatuur
vane
van
-de
is
a1
opde
het
1)
de
op
De
ten. weerstandsmeter heeft vier electroden: twee electroden wordt stroom gezet twee andere electroden wordt spanningsverschil gemeten, (zie fig. Hieruit kan de weerstand van de bodem om de stroom te geleiden berekend worden. Omdat elektrisch geladen deeltjes elkaar afstoten, gaat de stroom niet alleen langs aardoppervlak, maar dieper door de bodem. De afstand tussen de electroden bepaalt de dikte van de bodemlaag die invloed heeft gemeten weerstand. weerstandsmeter kan echter niet dieper dan ca 0.5 meter diep meten. weerstand bodem afhankelijk aantal factoren, nl. - het totale vochtgehalte van de grond. - de poriënverdeling en -grootte. - de concentratie van de in het bodemvocht opgeloste electrolyten. aanwezigheid organische stof. Vochtige grond geleidt stroom beter
het
vanhet
touren kasteel voor publiek zichtbaar
Rijksmuseum van Oudheden graaft opnieuw in het Nabije Oosten de
on-
dat
Het
Afb.2
In de droge en dorre steppe van Noord-Syrië zal opgravingen gaan uitvoeren
een groot aantal complete stukken aardewerk
en
Totnueisg
dan ook een unieke kans inzicht te krijgen in de
van
structuur nederzettingen deze landbouwers Nabije Oosten.
opgravingen in 1986 en 1988 hebben uitstekend
De
van
tienduizenden fraai beschilderde potscherven en
van
Het
Informatie: Rijksmuseum voor Oudheden, afd. PR Educatie, Postbus 11114, 2301 Leiden (tel. 071-146246). EC
gebleven. huizen zijn onder andere Ineomd
Afb. 2. Ronde bouwwerken aangetroffen in een proefsleuf te Kh/rbet esh - Shenef, ca. 4500 v.Chr. (foto: Rijksmuseum Oudheden, Leiden).
den vanuit kleine centra bestuurd. De vondsten die tijdens de proefopgraving zijn gedaan, waaronder Assyrische kleitabletten met spijkerschrift, rolzegels en graven met rijke grafgiften, zien er veelbelovend uit voor verder onderzoek.
&
gen
bij
1.Het
Afb. landschap Teil Sabi Abyad, gelegen in het droge steppegebied van noord-Syrië (Bal/kh-val/ei) (foto: Rijksmuseum van Oudheden, Leiden).
Rond 1.270 v. Chr. veroverden Assyrische koningen Noord-Syrië. De veroverde gebieden wer-
vande
anhet
geconserveerde resten van een prehistorische nederzetting licht gebracht. resten zijn gedateerd tussen 5.400 en 5.000 v. Chr, waarschijnlijk toe te schrijven aan de zogenaamde 'Vroege Halaf'-cultuur. Het dorp heeft bestaan uit een aantal grote, geïsoleerd liggende boerderijen. Van de vermoedelijk twee verdiepinhoge gebouwen zijn resten muren tot ongeveer anderhalve meter hoog bewaard
riode worden onderzocht. Op het hoogste punt van heuvel staan muren drie meter hoog tweeënhalve meter dik. betreft hier vermoedelijk een deel van een Assyrische vesting. de
enca.
vier hectare grote ruïneheuvel, Teil Sabi Abyad - 'De heuvel van de witte jongen'. Proef-
en
Het veldwerk gaat zich voornamelijk richten op
pe-
vane
okde
Bovendien zullen resten monumentaal gebouw Midden-Assyrische
uitde
grens. Naast de specialisten van het RMO wordt aan het onderzoek deelgenomen door medewerkers van onder andere het Amsterdamse Instituut voor Prae- en Protohistorie en een aantal buitenlandse instituten en universiteiten.
aangetroffen. nooit dergelijke Vroeg-Halaf nederzetting compleet blootgelegd. Het nieuwe onderzoek van het RMO biedt vande
tweetal ruïneheuvels nabij de Syrisch-Turkse
inhet
open
Afb. 1
hetRMO
vane
de
inde
menaht
vande
van
Het Rijksmuseum van Oudheden (HMO) gaat onder leiding drs. Peter Akkermans, conservator afdeling Nabije Oosten, deelneinternationale archeologische derzoek in het Noord-Syrië. De Syrische Oudheidkundige Dienst heeft een oproep gedaan om noodopgravingen uit te voeren in een gebied Eufraat-vallei wordt bedreigd door aanleg stuwdam. Rijksmuseum van Oudheden is van plan aan dit verzoek gehoor te geven.
&
ARCHITECTUUR STEDEBOUW
Contekst en Moderniteit; een kwestie van termen? Terugblik op het Delftse Symposium 'Context and Modernity'
BULLETIN KNOB 1990-4
de
vande
dit
de
is
waarde voor helderheid architectuurdiscussie. Omdat organisatie juist type discussie wilde voorkomen, was de gespannen verhouding tussen 'contekst' en 'moderniteit' als uitgangspunt gekozen voor het symposium. Tijdens de twee dagen durende workshops volop waser
wel
Het
dat
en
onalisme', zal haar operationaliteit echter nog
moeten bewijzen. Al tijdens de plenaire discussie waarmee het symposium besloten werd, waren de nieuwe begrippen aanleiding tot uitgebreide analyses. Voorzitter Kenneth Frampton werd verleid het kritisch regionalisme uit de afgelopen jaren nog eens uitvoerig ter tafel te brengen. maakte duidelijk consensus over gehanteerde terminologie voorde
de
De
en
en
er
Het architectuurdebat heeft voor komende jaren nieuw begrippenpaar bij. term 'kritisch realisme', door Alexander Tzonis en Liliane Lefebre tijdens het Delftse Symposium 'Context and Modernity' op ludieke wijze aangereikt als opvolger van het eveneens door hen gelanceerde inmiddels moegestreden 'kritisch regi-
gelegenheid een groot aantal onderwerpen na29
ko-
bij
Zo
de
de
en
in
en
do-
okde
of
en
en
en
als
het
die
de
en
eni
en
vandit
de
en
to
van
den
men
in
Continuïteit stedelijke fragmenten De workshop 'Continuity urban fragments' kon wellicht als tegenpool van het hierboven gein
van
de
ophet
inde
het
het
vanhet
Dat
Inhet
het
is
zoude
Eénvade
en
opde
vande
en-
en
Het
de
en
zijou
en
Een die
te
als
wor-
de
fa-
te
omalsen
to
te
van het ons omringende materiële systeem enerzijds en het systeem van onze persoonlijke en collectieve leefwereld anderzijds elkaar men. Beide systemen kenmerken zich door negatieve door positieve invloeden. bevinzich onze leefwereld naast (vanuit filosofie Habermas beschouwde) positieve mogelijkheden onderlinge relatie communicatie, ook het (meer vanuit de negatieve visie van Lyotard bekeken) negatieve risico van onderling geweld onoplosbare conflicten. Voor het materiële kader onderscheidt Kunneman positieve en de negatieve factoren binnen de verworvenheden van het moderne economische en politieke systeem. Het gevaar soort analyses modellen schuilt in de onmogelijkheid van een bruikbare vertaling naar de praktijk van stad en architectuur. Er wordt een wetenschappelijk model aangereikt dat niet in staat is de werkelijke problemen bij de naam te noemen, maar slechts een schijnoplossing biedt in de vorm van een compromis, waarbij de uit de dialectische traditie geputte invloedssferen in positieve en negatieve stromen onderscheiden worden gelijke sis vertegenwoordigd moeten zijn om tot een verantwoorde architectuur te komen. Het houdt vooralsnog geen 'hoopvolle' belofte voor de verzoening van contekst en moderniteit in. De hoop moet kennelijk toch voor belangrijk deel voortkomen uit de hoek van de architecten en stedebouwkundigen zelf en kan hooguit versterkt worden door marges binnen bestuurlijke apparaat geboden worden en de mate waarin begeleidende wetenschappen architectuur- stadsgeschiedenis, maar critici voor historisch verantwoord, nauwkeurig beschreven kritisch kader zorgen. Tijdens het openbare gedeelte van het symposium kwadeze aspecten echter nauwelijks slechts zijdelings aan de orde.
eni-
ande
ok
op
en
de
en
kan
watnogel
en
in
en
tenvad
de
dienal
kande
ine
de
open
enosd
de
om
vanhet
Als algemene doelstelling symposium gold dat een analyse van de huidige postmoderne samenleving vanuit de begrippen contekst en moderniteit zou moeten leiden 'tot het vinden van adekwate methodes architectuur produceren'.2 De in 'dialectische spanning' tot elkaar staande fenomenen contekst en moderniteit werden door organisatie gedefinieerd herkenning, individuele of collectieve identiteit en gebondenheid aan een bepaalde plek, landschap of vorm enerzijds en emancipatie, vervreemding en uniformisering anderzijds. De dialectische relatie tussen beide begrippen bestaat in zoverre dat de contekst haar beperkingen aan de veranderingen oplegt moderniteit daardoor specifieke, door omstandigheden bepaalde, wijze laat ervaren. Vertaald naar architectuur vraag gesteld den of, en in hoeverre, nog sprake is van een contekst maatschappij haar cetten verstikt lijkt achter nivellerende sluier van het moderne. Economische productieprocessen, verregaande mediatisering en uniformisering van bouwmethoden lijken een aantal aspectraditionele contekst hebben afgezwakt zelfs geheel doen verdwijnen Toch blijven topografische, geografische, morfologische of typologische eigenschappen van een bepaalde plek, de topos, steeds potentiële mogelijkheden zich dragen specifieke en herkenbare identiteit te worden gedefinieerd aanknopingspunten bieden voor daarop toegesneden architectonische produktie. Eerste voorwaarde voor een beter onderscheid tussen wellicht niet rneer het specifiek onderscheidbare. 'Ie différend' of de contekst gerekend worden, ligt opnieuw in het duidelijk afbakenen en definiëren van de begrippen. Naast deze meer algemene vraagstelling zou binnen tiental workshops getracht worden discussie verschillende aspecten veaus van de maatschappij en het bouwproces toe te spitsen. Zo kwamen in de werkgroepen respectievelijk het sociaal-filosofisch kader, de maatschappelijke achtergronden, economische marktgerichte condities, maar methodologische en meer specifiek op het architectonisch ontwerp gerichte onderwerpen orde.
en
date
opde
an
alsénvde
isde
Hoe
flexibel moderne ingreep
rende uniformisering binnen het sociaal-filosofische discours geplaatst. De wanhopig aandoende negatieve beoordeling van de moderniteit, zoals die uii de meeste van de lezingen en als vijand van de contekst - naar voren kwam, biedt echter een uiterst smalle basis voor een realistisch architectuurdebat. Toch wordt het (eventueel) ontbreken van een vergelijkbaar denkkader binnen de humane wetenschappen oorzaken slechte conditie van de steden gezien. In een recente Franse publikatie, waarin keur twintigste eeuwse filosofen haar visie stad geeft, wordt voudigweg gesteld toekomst stad noodzakelijkerwijs beroep doet filosofie 4 : 'Deze verlamming (van het stedelijk denken, A.M.), deze stagnatie wordt desalniettemin versluierd door de publikatie van ontelbare werken van architectuurhistorische aard, fotoalbums en poëtische teksten die vaak bol staan van nostalgie. betreft hier eerder soort van geïllustreerde uitnodiging om op reis te gaan dan een oproep tot politieke actie of filosofisch onderzoek.' voordelen dergelijk onderzoek relatieve objectiviteit van het beschrevene kunnen zijn, de mogelijkheid om tot een rationele beschrijving van de stad als een menselijke realiteit te komen. dergelijk begrippenkader zoals gezegd noodzakelijk binnen architectuur (historische) debat. geval symposium ging daarbij om een confrontatie tussen de filosofische kennis of begrippen en de architectonische oplossingen met betrekking tot het hedendaags modernisme. De architectuurvisie van Rem Koolhaas kon zo met de denkbeelden van Frederic Jameson of Harry Kunneman geconfronteerd worden. deze confrontatie over algemeen - en in meer wetenschapstechnische zin - moeilijker is dan het lijkt bleek bijvoorbeeld toen de dialectische (Marxistische) wetenschapstraditie werd losgelaten op het modernisme om haar vanuit haar eigen historische dynamiek te analyseren. De filosoof Harry Kunneman kwam uiteindelijk tot een soort van model waaraan architectuur binnen de huidige (conflictueuse) samenleving zou moeten voldoen; zich moeten situeren zone zich ontwikkelt punt waar impulsen vande
der te bestuderen, variërend van de maatschappelijke achtergronden tot het concrete architectonisch ontwerp. In dit bericht voor het Bulletin KNOB wordt verslag gedaan van het onderdeel betreffende continuïteit in stedelijke fragmenten. Voor goed begrip wordt eerst op enkele algemene aspecten van het symposium ingegaan.
Een beroep op de filosofie
en
als
De
vande18
het
Gezicht Parijs tegen eind eeuw. stadsmuur scheiding tussen landschap stad. tussen orde en chaos. De muur maakt beide leesbaar, (uit: B. Fortier. Un atlas de Paris, Brussel 1989) op
de
en
van
Zoals Hans van Dijk al aangaf 3 waren voor het symposium vooral historici, critici, filosofen en sociale wetenschappers uitgenodigd. Hiervan bepaalden de laatste drie in belangrijke mate het openbare deel van het vier dagen durende evenement. In de inleidende lezingen van de eerste anderhalve dag konden hierdoor inderdaad vraagstukken meer maatschappelijke aard aan de orde komen en werden tegenstellingen tussen contekst moderniteit, tussen individuele of collectieve identiteit en de voortwoeke-
uithe
to
inde
Het
bijen
van
In
de
de
die
de
Hij
ka-
het
vane
is
Inhet
en
de
te
ande
vande
alsen
hem
te
om
hetr
en
tode
en
zo
met
eni
in
okdein
uiten
te
eno-
op
de
of
die
het
van
het
vande
en
de
de
nog
de
Zij
vanhet
op
in
of
het
ophet
dien
de
de
de
het
'The ugly periphery' en de 'forma urbis' de
Jan
bij
het
de
dite
te
Het zoeken naar minimale rationaliteit lijkt makkelijker voor de in het glooiende Toscaanse landschap ingebedde, nauwelijks aangetaste, middeleeuwse stad, dan voor de op het eerste gezicht ongestructureerde perifere stedelijke randgebieden. Willem Neutelings detineerde, in een uitleg van zijn ontwerp voor het Europese Patent Kantoor bij Den Haag. de verschillen tussen stad en periferie dan ook vanuit het feit dat in de periferie de verschillende fragmenten niet, zoals in de stad, door een strakke morfologische structuur elkaar gehouden wornog
ofmet
Het
als
date
vanhoetwlzu
vande
de
te
toen
in
Ookde
en
vande
vande
van
de
de
tigen
ne
te
nog
de
isde
BULLETIN KNOB 1990-4
van
okin-
het
op
en
toen
inde
de
vande
vande
vande
en
hem
vande
het
an
en
ineva
die
inde
ren schuilen rationalistische, maar dividualistische neigingen moderne ingrepen kenmerken. De Parijse architect/historicus Bruno Fortier maakte zijn zeldzame lezingen heldere wijze duidelijk waar wanneer verlies stedelijk identiteit heeft plaats gevonden, waar keerpunt ligt klassieke de moderne stedelijke ruimte. De geleidelijke ontmanteling steden sinds achttiende eeuw heeft volgens uiteindelijk, jaren dertig veertig twintigste eeuw volledige uitholling klassieke tegenstelling tussen stad en landschap, tussen geometrie en chaos geleid. Het verdwijnen van de muur ontnam de stad bovendien haar identiteit, datgene wat haar in evenwicht hield. En hoewel de negentiende eeuw de stad, volgens de uit de Renaissance stammende traditie, steeds zag in termen van geometrie en als het ware coördinaten uitzette in de vorm van parken of kanalen waarlangs uitbreiding zich geleidelijk kon uitwikkelen, twintigste eeuwse stad zichzelf door haar onevenwichtige, ongecoördi-
ande
an
van
omuiten
ophet
de
dat
en
die
anhet
de penid
de
de
ets
la
vande
het
Gezicht vanuit Parijs naar voormalige landschap. Het vroeg 19de-eeuwse Canal St. Martin, aansluitend op de Rotonde de la Villette van Claude-Nicolas Ledoux (een onderdeel laat 18de-eeuwse stadsbegrenzing), (uit: Paris, ville projets, Pavillon l'Arsenal, 1988).
sieke stad vanzelfsprekende elementen als geometrie, selectieve vormkeuze en concentratie op de (tussen) ruimte lijken richtlijnen te bieden, die klein aantal architecten bevredigende resultaten hebben geleid. zijn deze, vocabulair van de stad zelf naar voren komende, elementen die Fortier's Italiaanse collega Bernardo Secchi bestaande stedelijke realiteit terug tracht te vinden om ze als uitgangspunt voor nieuwe ingrepen te beschrijven en in kaart brengen. Waar Fortier zich niet meer waagt volgens deprimerende ervaring het stedelijk ontwerp, zet Secchi de historische analyse uitdaging tegenover uniformiserende tendens moderne ingreep. een toelichting bij zijn stedebouwkundig plan voor Sienna liet Secchi zien hoe hij voor elke plek tracht haar minimale rationaliteit, datgene wat structuur geeft gefragmenteerde ruimte, bloot leggen. onderscheidt daarbij enerzijds regels volgens welke vormen van de opeenvolgende nederzettingspatronen zijn georganiseerd anderzijds welke fundamentele structuur van de stedeljke en de rurale ruimte bepalen. nederzettingspatroon vooral sprake constante wisselwerking tussen open en gesloten ruimte, van geometrische systemen binnen de verkaveling en haar relaties tot de onderliggende bodem; de onderliggende structuur is op haar beurt vooral historisch bepaald door geomorfologisch rakter land, haar geleidelijke bezetting en in gebruikneming. Deze structuren zichtbaar maken is 'de poging die nodig is om tot een beschrijving van de stad en haar landschap te komen, richtlijnen te geven voor datgene wat behouden, veranderd, getransformeerd of vernieuwd zou kunnen worden. Een dergelijk pakket van richtlijnen zou een coherente politiek met betrekking stedelijke planning kunnen opleveren'.6 Het 'projetto del suolo' voor Sienna tracht de marges aan te geven waarbinnen het stedelijke gebied van buiten de middeleeuwse muren zich, hoewel onder totaal verschillende bureaucratisch, technische sociale condities, toch volgens het voor de oude stad kenmerkende proces van geleidelijke transformatie zou kunnen ontwikkelen. Hierbij gaat niet de geschiedenis als een onaantastbaar goed te koesteren haar reproduceren, maar haar opnieuw interpreteren combinatie de eigen logica van de bodem als uitgangspunt voor nieuwe situaties te beschouwen. Een 'projetto del suolo', een ontwerp van de bodem, omdat van het gebouwde gevraagd wordt zich te richten naar de mogelijkheden die haar vanuit bodem worden aangereikt. Secchi neemt de stad, haar architectuur als uitgangspunt voor het stedelijk ontwerp. Historische analyse en stedelijk ontwerp vinden wisselwerking naast elkaar plaats.
de
van
tohe
vane
inde
inde
vande
en
omngte
de
de
het
de
van
an
alsen
New
ge-
Dit
en
Al
Hetis
en
vande
De
diean
of
neerde geïsoleerde ingrepen noodgedwongen steeds meer als haar eigen vijand gaan beschouwen; 'Comment penser une ville en déséquilibre et qui veut sa propre mort?'.5 De volledige desintegratie stedelijke ruimte en de geringe bestuurlijke marges maken het volgens Fortier huidige samenleving onmogelijk denken termen klassieke stedelijke ruimte. Daarnaast karakteriseerde klassieke stad zich begin twintigste eeuw door haar bescheidenheid, haar opmerkelijke gave veelheid mogelijke vormen er steeds slechts een beperkt aantal te selecteren. Fortier geeft het voorbeeld van York, tijdens bouwexplosie na 1890 voortborduurt koloniale gridschema uit 1808 en binnen de marges van een aantal types (Sullivan, Saarinen) overzichtelijke selectieve keuze komt geometrische stylistische zin. Parijse architectuur hoewel meer gevarieerd, gebaseerd een zeer beperkt aantal architectuurvormen en heeft bovendien haar eigen herkenbaarheid de complexe gebouwen met een bouwgeschiedenis meerdere eeuwen, zoals Louvre het Palais Royal. Deze traditionele leesbaarheid van stad lijkt verloren gegaan moment dat de formele diversiteit in architectuur en stedebouw tot een houding heeft geleid die zich het best laat vergelijken met die van een collectioneur. Een derde onderscheid maakt Fortier wanneer hij heeft over klassieke stad haar stedebouwkundige ontwikkeling uitging van de (openbare) ruimte, terwijl twintigste eeuw ruimte steeds meer heeft ingewisseld voor object. Hierdoor ontstaat gevaar verwaarlozing organisatie ruimte tussen objecten, waardoor chaotisch leesbaar beeld wordt gecreëerd. Deze objectgerichte benadering gaat veelal voorbij probleem 'vides', plekken grens twee fragmenten, moeilijk definieerbare overgangszones, vaak ingenomen door stedelijke infrastructuur, maar het huidige debat zeer actuele perifere gebieden. Fortier is zeer pessimistisch over het ingrijstad. Sinds tweede wereldoorlog traceert hij twee belangrijke ontwikkelingen die de discontinuïteit in de stedelijke fragmenten hebben versterkt. Enerzijds vloeit reactie op Modernen zich sterker isolerende object voort, nu laat- of postmodern en vallend onder 'architecture collection', anderzijds werd in een verwoede poging van de architecten om in de naoorlogse woningcrisis een nieuwe stedelijke woonvorm te bedenken, en in combinatie met het gemeentelijke gronduitgiftebeleid, het beroemde 'grand-ensemble' uit de jaren vijfzestig geboren. vormen collectieve vertaling totale ontkenning; ontkenning van ruimte, van stad. van context, van mens, van wonen, van alles. Niet voor niets noemt Fortier op het eerste oog totaal verschillende hedendaagse architecten als Christian de Portzarnparo of Henri Gaudin en zelfs Rem Koolhaas als voorbeelden kunnen. gaat hem om de nadrukkelijke voorwaarde in het discontinue gebied van de transitiezones te kunwerken zonder relaties tussen de bestaande fragmenten worden genegeerd en waarbij ruimte uitgangspunt geldt. Eigenlijk doet Fortier niet anders dan datgene wat ook vanuit de sociale wetenschappen als wens naar voren werd gebracht, namelijk trachten om opnieuw tot een leesbaarheid van de stad komen, omdat enige mogelijkheid is haar te begrijpen en als referentiepunt nieuwe ontwikkelingen zien. Voor klasis,
vane
dit
alswevn
was
schetste, meer filosofisch getinte kader gelden. Hierin niet zozeer sprake achtenveertig-uurs discussie, presentatie door architecten en historici, soms in één persoon verenigd, van hun werk of visie met betrekking tot de continuïteit van de stedelijke fragmenten. Uitgangspunt voor thema werd vormd door het beeld van de stad als een verzameling van relatief homogene, maar onderling gerelateerde fragmenten waarbij ieder fragment zich kenmerkt door haar eigen, specifieke, historische transformatieproces. wordt zichtbaar in haar morfologische typologische, haar formele geschiedenis. deze fragmenten lijken echter verbonden door een algemene en onderscheidbare structuur, verankerd in de geografische, topologische, economische of, kort gezegd, stedelijke contekst. deze structuur stad haar herkenbare collectieve identiteit verleend. individuele fragmenten elementen stad zouden echter nooit ondergeschikt gemaakt mogen worden een te nadrukkelijk vormgegeven of gedachte eenheid, noch gereduceerd mogen worden tot zichzelf onafhankelijk deel. Beide geva-
den Het verschrl tussen stad en landschap IS rn de perrferre vaak dermate vervaagd, dat de archrtectlstedebouwkundrge hrer alleen nog bepaalde referentiepunten kan ontdekken, die In zijn plan als ankerplaatsen geaccentueerd kunnen worden om meuwe programma’s te absorberen. De funche van de stad zal volgens Neutelings rn deze randstadachtrge gebreden gelerdelijk overgenomen worden door de megastructuren van grote kantoorcomplexen, die in hun scherpe silhouet op hun beurt als metropolen gaan functroneren. De vraag is dus of gefragmenteerdherd van de perrfere gebreden, het fert dat hier sprake IS van relatief autonome fragmenten en het mogelijk ontbreken van een specrfreke contekst, als een (posrtreve) strategie Ingezet moet worden om de ervarmg van het burtengebred te intensrveren. Betekenen de mogelrjkheden van interventre dre door de perrferie geboden worden wellrcht het urterndelrjke behoud van de oude stad? Drt rmplrceert tegelijkertijd de vraag of we bl] het bestuderen van de pertferie een andere termmologie, maar ook een andere vorm van onderzoek moeten hanteren dan gebrurkelrjk was bij de
ingebed in de Italiaanse traditie, de mogelijkheden voor typische metropool-periferies zoals die van Napels en Milaan. De ‘forma urbis’ is hier haast onherkenbaar geworden. Toen echter na de aardbeving van begin jaren tachtig een nieuw structuurplan voor een groot deel van Napels gemaakt moest worden, zich uitstrekkend van het oude historische centrum tot het einde van het gemeentelijk grondgebied, bleek het met adviseurs als Bernardo Secchi en uitvoerende stedebouwkundigen als Bazzi mogelijk binnen zeer korte tijd een grondige analyse van de bestaande typologiën en morfologiën van de bestaande stedelijke ruimte te maken. Hoewel onderliggende structuren soms daar opeenvolgende ingrepen letterlijk opgegraven moesten worden, kwam men vanuit de aan hen ten grondslag liggende regels tot een aantal mogelijke vormen volgens welke de stad en de architectuur zich zouden moeten ontwikkelen zonder door het bestaande te worden ‘afgewezen’. Niet alleen werden bestaande typologische systemen voor herinterpretatie in de buitengebieden aangedragen, maar ook het zorgvuldig creëren van nieuwe stedelijke, openbare ruimtes zou tot een herken-
Luchtfoto van het landschappelyk/stedelf]k fragment van de m d!t artfkel geplaatste hfstonsche afbeeldmgen De Isde-eeuwse dok- en mdustnegebouwen verdwenen ge/e,de/yk. Oblectmatfg ontwfkkelde meuwbouw lufdt de chaos KI van Parrs extramuros (ut Parrs, la vrlle et ses projets, Panllon de I’Arsenal, 1988) analyse van de traditionele stad. Hoe definiëren we hier de ruimte? De Amerikaanse historicus Richard Ingersoll sprak van het niet reproduceerbaar zijn van de ruimte en doelde daarbij op het probleem van de moderne openbare ruimte, zoals die in nieuwe steden als Dallas of Almere worden aangelegd. Het zijn plekken geworden die wel de nadrukkelijke vorm, maar niet meer de functie van een historisch gegroeide openbare ontmoetingsruimte hebben. Ingersoll sprak van een symbolische architectuur, die als een substituut voor de stedelijke ervaring aan de consument wordt aangeboden. Of van het op iedere willekeurige plek aanbrengen van herkenningspunten met het automatische geheugenstempel, waardoor alle bekende elementen van een historische en complexe stad opnieuw geïntroduceerd worden, zonder ooit een eenheid te vormen. Deze zogenaamde ‘consumerscontext’ kan voor enkele uren geproefd worden, alvorens met de snelle wagen naar de doorzonwoning aan de stadsrand terug gereden wordt. De relatief onbekende Milanese architecte en stedebouwkundige Agata Bazzi toonde, duidelijk
32
bare collectieve ervaring moeten lelden, in het buitengebred werden oude, brjna verdwenen, morfologrsche (agrarrsche of dorps-) structuren opnieuw In kaart gebracht en geherdefinreerd, waardoor ze ondermeer mrddels het verleggen van grote verkeersassen hun ontmoetrngsfunctre terug kregen.
Een nauwkeurig vocabulaire Het is kenmerkend voor de Italraanse en de Franse onderzoekstraditie dat deze, vertaald naar de praktrjk van de stedehjke Ingreep, urtgaat van de archrtectuur als basis voor het begrip van de stad Er IS een contrnue wrsselwerking tussen het klemste fragment van het gebouw, vla het perceel en de straat of het plein, en de alles overheersende, maar moerlrjk aan te geven basrsstructuur, die de stad haar beeld verleend. Het zichtbaar maken van deze elementen blrjkt een waardevolle pogrng de uniformrserende tendens van de moderne Ingreep
af te wenden. Bovendien onderstrepen architecten als Secchi en Bazzi het belang van de historische analyse, niet alleen als wetenschappelijke discipline, maar ook als essentieel onderdeel van het stedelijk ontwerp. De meer rationeel ingestelde (noordelijke?) wetenschapper, die de metafysica als grondlegger van alle denken, maar ook van alle maatschappelijke processen beschouwd, zal zich volgens ‘the second law of dynamics’ neerleggen bij de autonomie van de ontwikkeling of tegen wil en dank proberen de diverse maatschappelijke fenomenen binnen de tastbaarheid van zijn wetenschappelijk discours te plaatsen. Het is de vraag of dit een oplossing biedt voor het tijdens het symposium gelanceerde probleem. Het is tragisch wanneer er binnen het Nederlandse onderzoekssysteem geen ruimte of initiatief is om tot een eigen architectuuren stadshistorische theorie te komen, die haar operatiönaliteit naar het werkterrein van de stad toe kan bewijzen. Bovendien zouden, zoals Secchi eerder aangaf, analyse en ontwerp samen, door de kennis die ze zouden moeten bezitten, een bijna autonome positie ten opzichte van de politieke organen dienen in te nemen.’ In de werkelijke situatie lijkt echter steeds meer sprake van het tegendeel. Ed Taverne voegde daar in zijn inleidende lezing voor de hier behandelde workshop aan toe dat het typerend voor Nederland is dat ‘op dit moment geen dimensies van het vak op internationaal niveau aan de orde worden gesteld’ en dat er ‘geen afzonderlijk tijdschrift’ is, een orgaan waarin de verschillende ervaringen gecentraliseerd zouden kunnen worden. Vooralsnog kon ook deze workshop niet met een pasklare oplossing komen. Wel bestond eensgezindheid over de noodzakelijkheid van een adekwaat idioom als voorwaarde voor zowel een beter begrip van de stad als voor een vernieuwende rol van de historische analyse binnen het stedelijk ontwerp. Vervagingen tussen stad en landschap, verlies van stedelijke identiteit, fragmentarisatie en ondefinieerbare plekken in de zogenaamde tussenruimte of de periferie leiden tot een andere perceptie van de ruimte. Deze vraagt op haar beurt om een werkbare terminologie. Pas wanneer we met de termen van de stad en vanuit de stedelijke ruimte zelf in staat zijn tot het analyseren en het beschrijven van haar transformaties, zullen we een zinvol antwoord kunnen geven op de uitdaging van de postmoderne stad. Marijke
Martin
1 Het symposrum ‘context and modernrty’ vond plaats aan de Facultett der Bouwkunde van de T.U.Delftop12,13,14en15jun11990enwas georganiseerd door de werkgroep Sylos 2 Zre Inleidende tekst op het symposrum. 3 Hans van Dijk, Het bamer ‘krrtisch regronalisme’ gestreken, In: Archfs 7/90, pp. 3-4 4 Pierre Ansy, René Schoonbrodt, Penser la Wle, chofx de textes ph/losophques, Brussel, 1989 5 Lezmg Fortrer trjdens de workshop ‘Continurty in urban fragments’, 14 juni 1990. 6 Bernardo Secchi, Srenna, tekst In het Produktreboek van het Sympostum, juni 1990. 7 Urt ‘Een vraaggesprek met Bernardo Secchr’, Maarke Drcke en Ed Taverne, In’ Archls 12/89, p. 25
OVERZEESE ARCHITECTUUR BOGOR een verbreding
van de interculturele
samenwerking
Als een symbool van hoogheid, staat boven den Plantentuin de woning van de Landvoogd van Nederlandsch-Indië, te midden van haar park, zoo idyllisch schoon, dat de verbeelding wel rijk en verheven zou moeten zijn, welke zich zulk een schoonheid in den geest zou kunnen scheppen (. .). Hier staat het wonder van waar de albeheerschende macht zich uitstrekt over geheel het Indische volk; hier wordt het we/ en wee over Europeanen en over Indiërs beslist; de draden geweven over duizender lot, over millioener levens, in de uitgestrekte landen van het Oosterrijk. (Uit het tijdschrift ‘Nederlandsch-Indië, oud en nieuw’ van april 1923, en daarin het artikel ‘Buitenzorg’ van C. M. Vissering).
Mutual Heritage De culturele contacten tussen Indonesië en Nederland hebben zich tussen 1949 en heden aanvankelijk in een neergaande en vervolgens in een opgaande lijn bewogen. Werd in 1949 door Hare Majesteit Koningin Juliana nog gesproken: ‘Niet langer staan wij gedeeltelijk tegenover elkander, wij zijn nu naast elkaar gaan staan, hoezeer ook geschonden en gescheurd en vol van de littekens van wrok en spijt’ (N.R.C. van 27.12.1949), thans is sprake van een cultureel akkoord tussen beide landen. Geconstateerd moet worden dat de monumentenzorg (de gebouwde cultuur) daarin vooralsnog geen rol speelt. De wederzijdse belangstelling daarvoor is
Afb. 1 Plattegrond Baedeker 1914)
van Butenzorg
BULLETIN KNOB 1990.4
(ut
Afb 2 AanzIcht van het pa/e!s (foto P van Dun, 1989)
vanut
het zuden,
er overigens wel. Zij is nadrukkelijk uitgesproken op een in september 1988 gehouden conferentie te Jakarta, genaamd ‘Change and Heritage in Indonesian Cities’. Dit symposium werd georganiseerd door de Ikatan Arsitek Indonesia en de Bond van Nederlandse Architecten (BNA). Politieke betrokkenheid bij de waarde van het gebouwde cultuurgoed kwam hierbij niet aan de orde, doch de benadrukking van de specifieke ‘Indische stedebouw en het Indische bouwen’ maakte duidelijk dat na het congres een bestuurlijk vervolg onvermijdelijk was. Sindsdien lijkt zich, in ieder geval in Indonesië, ook een politiek draagvlak voor de gebouwde cultuur te gaan vormen. Dat wordt gestimuleerd door de Indonesische minister van Onderwijs en Cultuur prof. dr. Fuad Hassan. Van hem is het begrip ‘mutual heritage’ afkomstig, waarbij de nadruk ligt op het gemeenschappelijke aspect van de culturele erfenis op grond waarvan een samenwerking tussen Indonesië en Nederland ware te realiseren. Dit betreft dan zowel de scholing als de mogelijkheid tot het leveren van technische expertise. De maatschappelijke uitwerking van het begrip ‘mutual heritage’ betreft daarbij niet alleen conserveringstechnische aktiviteiten, maar vooral ook een zorgvuldige integratie van de historisch waardevolle stedebouw en architectuur in de zich turbulent ontwikkelende leefomgeving. Hierbij gelden uitgangspunten als identiteit en herkenbaarheid niet als nostalgisch restauratie artikel, maar als stimulator voor eigentijdse, maar identificeerbare culturele vernieuwing. In dit kader gelden reeds werkovereenkomsten tussen de Technische Universiteit Delft enerzijds en de Technische Hogeschool Bandung en de Universiteit van Surabaya anderzijds. Daarnaast vindt er een samenwerking plaats tussen Indonesië en Nederland in zogenoemd workshopverband, op het gebied van de volks-
het vooraanzicht
van het palels
hulsvesting, het milieubeheer, de rurmtelrjke ordenrngswetgevrng, het kadaster en de aanpak van publrek-private samenwerkrng, waarrn van Nederlandse overherdszrtde de Rjksplanologrsche Drenst partrcrpeert Het wachten IS op een ‘jornt venture’ (zoals de Indonesrsche minister het noemde) op het gebred van monumentenzorg, of beter gezegd op het gebred van het beheer en de ontwrkkeling van het wederzrjdse culturele erfgoed Een eerste stap werd onlangs gezet met betrekkmg tot de restauratre van Bogor
Bogor Bogor (rn de Nederlands-lndrsche tijd Buitenzorg geheten) IS gelegen op ca 60 km ten zuiden van Jakarta en IS als nederzettrng gegroepeerd rondom het Istana (paleis) en de Kebun Raya (botanische of ‘s Lands Plantentuin). De plaats IS rn het begrn van de negentrende eeuw door gouverneur-generaal H. W Daendels infra structureel ontsloten door de Groote Postweg, de eerste landverbinding op Java tussen Batavra en Soerabaja In 1873 kwam de spoorverbinding tot stand. De Nederlands-lndische Spoorweg Maatschapprj explorteerde de lijn vanaf 1925 met electrische trer nen (nu de Indonesische Staatsspoorwegen) Met name deze spoorlrjn maakte een effectieve resrdentrele status van Bogor mogelijk Er ontstond een grote ‘Europese’ wljk met kerken, kantoren, scholen, een gevangems en woonwrjken Sinds de zeventrger jaren bestaat er een autoweg tussen Jakarta en Bogor. De eerste nederzetting ontwrkkelde zrch rondom het Paleis, de Groote Postweg en het spoorwegstatron. In deze eeuw werd Bogor stedebouwkundrg nader vormgegeven door Ir. H. Th Karsten.
33
van
is,
ICsUr,
der
ge-
van
op
date
R.
Afb. 5, Schetsmatig voorstel voor renovatie van Bogor (tekening GUI. 1989).
metb-
an
minof
a
kane
P.van
het
(foto Dun. 1989).
er
wit
vanhet
3.
Afb. Interieur paleis, hoofdingang
ishet
en
vane
De
zo
de
en
der
den
ze
al
de
de
te
en
de
de
verband is een verslag van H P. Berlage opgenomen in 'Mijn Indische Reis' uit 1923: 'Hoewel Buitenzorg residentie Indië zijn toch regeringsdepartementen, behalve dat van landbouw, te Batavia gevestigd. Er is echter 'strooming' zetel regeering naar Bandoeng over brengen, deze stad tot hoofdstad van Indië te promoveeren. Om allerlei redenen, vooral oeconomische, en een begrijpelijk verzet van Batavia. wordt hierover nu niet meer gesproken. Toch zal in de toekomst dit denkbeeld zich misschien vanzelf verwezenlijken. Het paleis van den Gouverneur-Generaal is natuurlijk apotheose onder paleizen verschillende residenten, en ten slotte ook die der rijke partikulieren. De stijl dezer gebouwen zou de koloniale kunnen heten, zoals Amerika een 'colonial style' bezit. Maar de Indische is tegenover Amerikaansche niet belangrijk, hebben enkele elementen gemeen. stijl is, zooals reeds gezegd, nuchter pleisterd klassicisme, getypeerd door een voorgalerij met Toskaansche kolommen. Daar de 'politieverordening' een jaarlijksche 'opwitterij' voorschrijft, als schijnbare bevoorrechting van het stucadoorsberoep, bovendien alle gebouwen zijn, duidelijk gaafheid klassieke karakter niet vooruitgaat. Toch zekere statigheid, door elke collonade priori meer gewaarborgd, deze gebouwen niet worden ontzegd.' Thans zijn slechts minimale ingrepen trekking tot de hemelwater verwerking, de bliksembeveiliging en de marmer vloeren noodzake-
Samenwerking vanhet
opde
ophet
ande
Datis
ge-
vande
van
De
de
to
anhet
de
te
insa-
Peter van Dun
indat
to
en
metd
de
De opzet van het herbestemmingsplan (waartoe Rijksdienst voor Monumentenzorg menwerking Technische Universiteit Delft advies mocht uitbrengen) houdt het paleis ingericht wordt een: - Nationaal Monument
de
De ontvankelijkheid aan Indonesische zijde voor Nederlandse expertise terrein omgaan met de bestaande gebouwde omgeving is groot. merkbaar reacties aktiviteiten Technische Universiteit Delft en Rijksplanologische Dienst. Gezien de positieve attitude van de Indonesische overheid met betrekking tot de samenwerking voor Bogor. mag verwacht worden dat een geformaliseerde 'joint venture' zoals eerder noemd, voor beide landen op het gebied van kennisuitwisseling, educatie, stedelijk beheer monumentenzorg vruchtbaar zal uitwerken. Het kan daarenboven leiden tot een versterking van de sociaal-culturele betrekkingen. Rijksdienst voor Monumentenzorg heeft Minister Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur voorgesteld gevolg geven verzoek structurele samenwerking op het brede terrein van cultuurhistorisch kwaliteitsbeheer. en
in
en
de
en
te
als
Afgezien van wat ondergeschikte (comfort verbeterende) wijzigingen is de hoofdopzet van het negentiende eeuwse paleis nauwelijks veranderd. Het paleis functioneert formeel gezien nog steeds residentie, alhoewel huidige President ei nauwelijks gebruik van maakt. Reden voor de Indonesische regering om een andere bestemming ontwikkelen tegelijkertijd enige constructieve gebreken te laten wegnemen
vanhet
vanhet
en
De voor de functie 'Internationaal Conferentie Centrum' benodigde logies mogelijkheden zijn met name te vinden in het tegenover het paleis gelegen en te renoveren Hotel Salak - het voormalige Hotel Dibbets, gebouwd in de twintiger jaren. einde dergelijke revitalisering niet op zich zelf te laten staan is voor de stedelijke omgeving Paleis algeheel renovatievoorstel gedaan. Hiermee wordt ook de karakteristiek stedelijke Bogor kwalitatieve en functionele zin bestendigd. Ten
en
en
isde
of
In
depr
te
toen
meni
-
de
-en265m.
metd
isop
menHt
Het paleis is in meerdere fasen tot stand gekoeerste huis naam 'Buitenzorg' dateert uit het midden van de achttiende eeuw en maagdelijk terrein hoog plateau, begrensd door rivieren Ciliwung Cisadene gebouwd door gouverneur-generaal Eerens. Hieraan voegde 1890 portico einde koets rijtuig arriverende gasten een droge entree in het regenrijke klimaat bieden 1952 portico vervangen.
-
Literatuuroverzicht
Internationaal conferentie centrum 'National Art Gallery'
gen
van
of
indt
in:
(foto P. van Dun, 1989).
vande
7,
-
en
Afb 4- Hotel Salat. voormalig hotel Dibbets
tig witten goed noemen Opmerkelijk
inhet
meubilering Hoofdblok gehandhaafd blijven. In dit deel van het paleis zijn de voor het bestaan van de prille Republiek van belang zijnde 'Decisions State' genomen. De bouwtechnische staat van het paleis is tengevolge van regelmatig onderhoud en regelma-
van
alte
is
vanhet
inde
door Soekarno ingebrachte uitmonstering
te
C. M. Vissering - het artikel 'Buitenzorg', in 'Nederlandsch-lndië. oud en nieuw', jaargang afl. april 1923. - H. P. Berlage. Mijn Indische reis, Rotterdam 1931. Kroniek 20ste eeuw, Elsevier-Amsterdam/Brussel 1985. - P. C. Wieringa, P. van Dun, R. Gill, Istana Bogor. Report. T.U. Delft/Rijksdienst voor de Monumentenzorg, oktober 1989. - Ir. S.C. Buijs, De stedebouwkundige ontwikkeling Jakarta, Ruimtelijke Verkennin1990. Ministerie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, 's-Gravenhage 1990. 12,
-
De bestemmingswijziging zonder nadrukkelijke ingrepen structuur gebouw te realiseren Het betekent wel dat de logiesmogelijkheden, die nu de beide zijvleugels bieden, elders gevonden moeten worden. De status 'Nationaal Monument' houdt in dat de
TENTOONSTELLINGEN
ONRUST van
van
het
te
Onrust cultureel centrum bouwen, waarin de geschiedenis eiland zichtbaar wordt gemaakt. De werkgroep Onrust streeft ernaar de in Nederland verworven kennis historisch en
de
op
vanhet
met
in
werd Onrust 1795 ontruimd. Halverwege 19de eeuw vestigde marine de
Gouvernement van Jakarta, dat overweegt op en
en
en
de
hospitaal. Vanwege oorlog Engeland
archeologisch gebied te bundelen en vervolgens ter beschikking van de Indonesische collega's te stellen.
Mekka-gangers. De tentoonstelling ONRUST maakt deel
Amsterdams Historisch Museum, Kalverstraat 425, 11 september tot en met 21 oktober. Openingstijden: iedere dag van 11.00 tot 17.00 uur.
van
uitvan
als
Inhet
an
er zijn basis, echter geleidelijk betekenis inboette door aanleg nieuwe marine-etablissementen elders Java. begin deze eeuw functioneerde Onrust quarantaine-station voor onder meer Indonesische
een projekt dat wordt uitgevoerd door de werkgroep VOC-Oostenburg-Onrust, van de Stichting Cultuurgeschiedenis Nederlanders Overzee (CNO). en wordt geleid door J B. Kist. De werk-
Gezicht op het eiland Onrust 1772 naar tekening van H. Kobell gegraveerd door M. Sallieth in 1779.
BULLETIN KNOB 1990-4
kanv
met
vande
Inde
2
en
pakhuizen, woonhuizen, kerk eigen
van
vens de thuishaven voor de VOC-schepen die voor de inter-Aziatische handel het vervoer der goederen verzorgden. Aangezien de stad zelf voor grotere schepen niet goed bereikbaar was, vormden de eilanden in de baai van Batavia een ideale locatie voor goederenoverslag en voor het repareren schepen.
grootste eiland. loop 17de eeuw groeide hier compleet scheepsbedrijf scheepshellingen, zaagmolens, tientallen
groep doet vanuit diverse disciplines onderzoek naar onder meer de bedrijfsgeschiedenis van Onrust in de tijd van de VOC. De hiermee verworven kennis betekenis zijn voor
op
de
per
retourvloten naar Nederland. De stad was te-
met zijn afmetingen van 300 bij 400 meter het
die
vande
het Aziatisch bedrijf Verenigde Oostindi-
sche Compagnie. Van de rede van Batavia vertrokken tweemaal jaar vaak rijkbeladen
Het 14 kilometer van de stad gelegen Onrust is
de
van
nu
van
en
rolinde
de
Deze kleine tentoonstelling belicht geschiedenis van het eiland Onrust, gelegen in de Javazee voor de kust van Jakarta. Het behoort tot een groep kleine koraaleilanden die de 'Duizend Eilanden' worden genoemd en vervulde een belangrijke geschiedenis Batavia, Jakarta. Batavia was in de 17de en 18de eeuw het bestuurlijk, militair commercieel centrum
3
inde
Een bedrijvig eiland baai Batavia, 1615-1795
M.P.WoIff
VAN
TOREN FORMAAT
in
ande
vanhet
inde
De
end
in
te
het tend
Duinwaterbedrijf Zuid-Holland 1988 besluitoren renoveren.
Er
f
Dit
f
vande
ande
Het Gemeentelijk Bureau Monumentenzorg geeft een boekje uit: VOM-reeks 1990-2 'De Watertoren Pompstationweg'. kost 10,—. is bouwplaat watertoren verkrijgbaar voor 3,50.
oken
zet
vande
en
van
duinen Pompstationweg
Scheveningen. slechte staat bouwwerk ijzeren reservoirs toren deed
ishet
de
en
september tijdens herfstvakantie okp
museum maandag geopend.
vanhet
an-
van
met
De tentoonstelling is te bezichtigen van dinsdag t/m zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur. Tot en met
30
en
Adres: Museum Scheveningen. Neptunusstraat Scheveningen (tel. 070-3500830). 92,
end
de
vande
ande
vande
de
de
van
genuitd
van
van
de
de
Van 7 september t/m 8 december 1990 organiseert Haagse Werkgroep voor Monumenten van Bedrijf en Techniek in opdracht van de NV Duinwaterbedrijf Zuid-Holland-West een tentoonstelling over renovatie Scheveningse watertoren in Museum Scheveningen. Aanleiding voor de tentoonstelling is de renovatie van de watertoren. De Haagse Werkgroep Monumenten Bedrijf Techniek haar vijfjarig jubileum luister bij door de uitvoering van deze tentoonstelling. 'Toren formaat' toont originele bouwtekeninperiode 1872-1874 fotomateriaal vóór renovatie toren. Daarnaast geeft tentoonstelling hand foto's een overzicht renovatie onder dere spectaculaire plaatsing nieuwe waterreservoir kap.
deni
Tentoonstelling over renovatie Scheveningse watertoren
De watertoren is gebouwd in 1874 en ligt mid-
DE VERBODEN STAD Hofcultuur van de Chinese keizers
vande
en
nua-
uit
In
het
en
in
in
en
als
in
De tentoonstelling is een vervolg op eerder gehouden grote manifestaties Museum BoymanBeuningen 'Goden Farao's' 1979 (265.000 bezoekers), 'Het Goud van de Thraciërs' (213.000 bezoekers) 1984 'Meesterwerken uit de Hermitage' in 1985 (185.000 bezoekers). De tentoonstelling is tot en met 25 november 1990.
Museum Boymans-van Beuningen, Mathenesserlaan 18-20, postbus 2277. 3000 Rotterdam CG
en
-met
De
keizerlijk hof. Rotterdam kunnen thentieke objecten deze geheimzinnige sprookjesstad worden bekeken.
van
en
en
de
van
uiten
uit
het
van
te
inde
die
en
deni de
denva
'De
datbe-
van
en
van
leven Verboden Stad. Een tentoonstelling met dergelijk uniek materiaal uit China is nog niet eerder buiten de Verboden Stad zien geweest. recent vertoonde film Bertolucci over leven laatste Chinese keizer confronteerde breed publiek voor het eerst met het fascinerende leven aan
hof
van het hofceremonieel én van het alledaagse
dienog
anhet
de
inhet
hun
toanhe
ventiende eeuw begin deze eeuw (1644-1911). De keizers resideerden met uitgebreide familie, concubines hofhouding in een omvangrijk, van de buitenwereld afgesloten complex hart Peking kend staat onder veelzeggende naam Verboden Stad'. Het leven Keizerlijke wordt belicht aan de hand van een groot aantal uitermate kostbare objecten, steeds bewaard worVerboden Stad slechts sporadisch aan het publiek worden getoond. Centraal staat hofkledij: ceremoniële kledingstukken
keizers bij de uitoefening van verschillende van hun officiële functies gedragen hebben, gewakeizerinnen, concubines kinderen; voorts een staatsieharnas en een keizerlijk uniform. Verder worden meubelen symbolische objecten troonzaal tentoongesteld, alsmede kostbare keizerlijke 'gebruiksvoorwerpen' zoals zegelstempels, regalia en gouden sieraden. Beschilderde rollen - veelal van uitzonderlijk groot formaat keizerlijke portretten scènes plechtigheden geven beeld
en
is
van
vandez-
het
de
vande
'De
De tentoonstelling Verboden Stad' georganiseerd door Museum Boymans-van Beuningen en zal uitsluitend in Rotterdam te zien zijn. De tentoonstelling geeft een uitvoerig en gevarieerd beeld mysterieuze hofcultuur Chinese keizers vanaf midden
(tel. 010-4419400).
NIEUWE AFDELING 'CYPRUS' het
in Allard Pierson Museum
bezoeker kan, voor eerste keer Nederland in het Allard Pierson Museum, gebruik maken van de zogenaamde 'Time-Machine': een walkman die het Antieke verleden van Cyprus doet spreken (in het Nederlands en in het Engels).
De
in
vijf grote potten (ca. 2500-1900 v. Chr.): met de hand gemaakte rood gepolijste, aardewerk potten, die vanwege hun grote formaat een rituele functie moeten hebben gehad; een 1 :1 reconstructie van een koninklijke wagen (ca. 700 v. Chr.), gevonden in de toegangsweg zogenaamd 'koningsgraf'. spannen paarden werden tijdens de begrafenisceremonie geslacht en met wagen en al begraven; en een grote collectie gouden sieraden uit verschillende perioden, waaronder een complete set
de
met edelstenen bezette sieraden uit het graf van een rijke Romeinse dame. De
Topstukken in de nieuwe afdeling zijn onder andere:
Al/ard Pierson Museum, Oude Turfmarkt 27, 1012 Amsterdam (tel. 020-5252556). GC
vane
opte
isnde
die
in
metca.60
en
Het
ande
Vanaf 15 juni 1990 is de nieuwe Cyprus-afdeling van het Allard Pierson Museum, Archeologisch Museum van de Universiteit van Amsterdam, te bezichtigen. Deze geheel nieuwe opstelling geeft hand van voorwerpen een beeld van de ontwikkeling van de Cypriotische cultuur van ca. 4000 v. Chr. tot 500 n. Chr. Allard Pierson Museum gelegenheid gesteld geheel nieuwe afdeling zetten, doordat de eigen Cypriotische verzameling is uitgebreid voorwerpen heer Th. N. Zintilis, Honorair Consul van Cyprus in Nederland, bruikleen heeft gegeven.
AGENDA
Gebouwde omgeving: dialoog tussen oud en nieuw
in
en
endatou
vange-
metdg-
hoeind
tohe
inde
en
en
men
vane
De studiedag
Indit
f
5
De studiedag vindt plaats in Orpheus Congrescentrum Apeldoorn, vrijdag oktober 1990, aanvang 10.00 uur. De kosten van deelname aan de studiedag bedragen 95,—. bedrag zijn begrepen: deelname studiedag, koffie, lunch, thee en expositie met drankje en hapje. ande
van
Hoe
Expositie Het programma voorziet in een expositie over de projecten prijs hebben behaald kader Architectuurprijs Apeldoorn 1990. dien
vande
inhet
zalinde
de
en
uit
eropdit
De
op de problematiek van de dialoog tussen oud nieuw gebouwde omgeving zullen informeren stimuleren ontwikkelen dachten over eigen situatie noemde dialoog om te gaan.
opde
van
inde
van
ophet
De doelgroepen van de studiedag zijn met name deskundigen gebied architectuur, stedebouw, ruimtelijke planning, monumentenzorg, stadsvernieuwing, stedelijke vernieuwing, welstandszorg, vastgoed etc. Verder politici, bestuurders, ambtenaren gemeenten, provincies en Rijk, belast met de dialoog tussen oud en nieuw gebouwde omgeving, alsmede particuliere instellngen (beleggers, ontwikkelaars, e.d.) op dit gebied.
Inlichtingen Inlichtingen kunnen worden ingewonnen
bijhet
Steeds meer wordt nadruk gelegd integrale zorg voor de kwaliteit van de gebouwde omgeving. Eén van de zaken die daarbij centraal staat, is de zorg voor de onderling afstemming van oud en nieuw. Er zijn op dit gebied allerlei opvattingen. Sommigen vinden dat oud en nieuw ieder hun eigen waarde hebben en ook apart moeten worden benaderd. Anderen vinden dat er voor oud geen plaats is in een dynamische samenleving. Weer anderen vinden dat nieuw vaak kwaliteit mist ongeschonden moet worden geconserveerd eventueel
Gekwalificeerde vormgevers met een eigen visie
wordt gesproken over een 'dialoog' tussen oud en nieuw. Men wil in de gebouwde omgeving bewust de samenspraak tussen oud en nieuw aangaan. Maar hoe dat te doen? Welke methodische benadering is daarbij gewenst? Welke ervaringen zijn gebied? gaat daarbij te werk? Gedurende de studiedag zullen ervaringen verschillende landen Europa de revue passeren zullen vooraanstaande deskundigen oordeel over wenselijkheid en het karakter van de genoemde dialoog naar voren brengen. Verder vorm ronde-tafel-gesprek een verdere aanscherping van de methodiek en de betekenis van een dialoog tussen oud en nieuw worden uitgewerkt.
secretariaat van de PCES, Weezenhof 37-01, 6536 Nijmegen (080-44058, 080-512019). H
Het thema
oude glorie worden hersteld. laatste jaren
hun
insa-
indeg-
De
de
vande
het
dit
inde
De
de
omin
to
meth
de
ouden
Op vrijdag 5 oktober 1990 wordt in Orpheus te Apeldoorn een studiedag gehouden over het onderwerp: 'dialoog tussen nieuw bouwde omgeving'. Deze studiedag wordt georganiseerd door de Permanente Conferentie voor Europese Stadsvernieuwing (PCES) menwerking Gelders Genootschap. PCES heeft taak Europa discussie te stimuleren over kwaliteit gebouwde ogeving. PCES doet door organiseren van studiedagen en door het uitgeven van het tijdschrift 'Eurostad'. Tijdens de studiedag wordt de discussie gericht op de dialoog tussen oud en nieuw gebouwde omgeving.
RESTORAÏÏÖN 90 en
van
ophet
Int. vakbeurs gebied herstel behoud van gebouwen, kunstwerken, boeken en archieven en natuurmonumenten.
22-24 oktober 1990 Openingstijden: maandag 22 oktober en woensdag 24 oktober van 10 tot 17 uur en dinsdag
23 oktober van 10 tot 21 uur.
90
van
Als bezoeker Restoratiou kunt u tevens tegen een de
gereduceerd tarief PAN'90, de Nationale Kunst-
en Antiekbeurs, bezoeken.
AMSTERDAM BULLETIN KNOB 1990-4
en
Steden vorstelijke huizen: Brussel.
EDUCATIEVE OMROEP/TELEAC:
des
Steden Tijds, historische stadstypen in de Nederlanden
en
als
dan
ine
Het
kanme
men
inde
ciaal doel gesticht. Willemstad, vernoemd naar haar stichter Willem van Oranje, was bijvoorbeeld eerste plaats bedoeld vesting lag op een zeer strategische plaats. Als vanuit deze invalshoek naar steden kijkt, onderscheid maken tussen verschillende stadstypen. cursusboek valt ook aantal delen uiteen: Gestichte steden (Tongeren, Willemstad), Stadsontwikkeling en het water (Zierikzee. Gent, Dordrecht), Stadsontwikkeling verre handel (Kampen, Hoorn), Steden en vorstelijke residenties (Brussel, 's-Gravenhage). Samenvattend hoofdstuk: Breda. end
op
en
datlosvne
De serie 'Steden en hun Verleden', de eerste cursus stadsgeschiedenis van Teleac, krijgt een vervolg, een uitdieping en verbreding. De titel is nu: 'Steden des Tijds, historische stadstypen in de Nederlanden'. De nieuwe cursus die op maandag 1 oktober a.s. start, is een geheel op zichzelf staand projekt, eerste cursus gemakkelijk is te volgen. Het is wel een wezenlijke aanvulling, andere kijk stadsgeschiedenis.
Stadstypen vane
3.
urop
Televisielessen: 1 oktober t/m 3 december 1990 elke week op maandag 21.25-21.55 Nederlands van
en
in
van
Cursuspakket
5.
urop
van
Radiolessen: 3 oktober t/m 5 december 1990 wekelijks op woensdag 15.00-16.00 Radio
ane
f
f
Het
cursusboek kost 63,50 ISBN 90-6533-235-9, wandelgids kost 19.75 ISBN de
vane
ofte
vanhu
ante
Nuis
en
de
ande
In de eerder uitgezonden cursus 'Steden en hun Verleden' werd hand aantal thema's samenleving 'de' Nederlandse stad tot 1800 in beeld gebracht: Hoe woonden, leefden werkten mensen destijds steden? gekozen voor andere invalshoek. Voor de groei en bloei van steden zijn vaak duidelijk oorzaken wijzen. Sommige steden ontwikkelden zich doordat graven, hertogen en prinsen er hun residentie kozen, door bepaalde privileges of door de groei van de handel. Andere profiteerden gunstige ligging landof waterweg midden vruchtbare streek. En weer anderen werden met een spe-
*
hetb-
vanhet
vande
te
te
of
vanhet
en
90-6533-236-7 zijn bestellen door drag gewenste boek beide over maken op postrekeningsnummer 544232 t.n.v. Teleac, Utrecht onder vermelding titel boek.
meth
Voor meer informatie kan men tijdens kantooruren contact opnemen Teleac-informatienummer 030-946946.
Gestichte steden: Willemstad.
ICOMOS
and
9th General Assembly International Symposium Lausanne 6-11 october 1990
ani-
On
RESTORATION CONSERVATION RENEWAL?
Experience and education: the question here is how to extend experience in the field of restoration order ensure proper education further education those responsible with preservation architectural heritage (curators, architects, restorers, archaeologists, etc.). This is a crucial problem because experience in the field of architectural preservation is as difficult to acquire transmit. therefore imperative to elaborate a method both valid and efficiënt.
beim-
it
the
and
the
of
to
in
of
Itis
of
ofthe
the2nd
'.
althe
asto
OR
=
one
teAm-
Inlichtingen: Nederlands ICOMOS-Comité sterdam, tel.: 020-277706 (B. Verfürden).
andl
to
the
to
the
On
to
Venice Charter: this sub-theme wishes
Similary, would discuss articles Charter which might prove impossible to implement in particular countries and examine the reasons for this, taking into account paragraph Charter, viz.: with each country being responsible for applying the plan within the framework of lts own culture and traditions'. In reflexion upon this sub-theme will portant integrale other fundamental ICOMOS documents which have evolved from the Charter, such as the Historical Cities' Charter, Historical Gardens' Charter other the
the
re-
in
to
be
be
has
of
an
ofa
the
to
Achievements and future prospects: This subtheme ought allow objective depth flexion upon activities ICOMOS over past quarter century. What been realized or what hasn't been achieved or what could or should have been done will evaluated. the basis of the analysis of achieved missions it will necessary define future tasks, measure their importance and urgency, and to plan (or at least to sketch) a programma of desirable future activities for ICOMOS. The
for
recommendations. indeed essential ICOMOS 1o ensure the abiding by the fundamental texts fostered during this first quarter of century in order for their message not to remain a dead letter but to become a lively reality.
as,e.g:
Sub-themes:
examine the way in which the principles of the Venice Charter are understood, interpreted and implemented in the various parts of the world. The aim is not to challenge the principles themselves but to answer methodological questions arising from their application, such
Itis
The 1990 General Assembly coincides with ICOMOS' 25th anniversary. this occasion ternational symposium will be devoted to the following theme: ICOMOS. a quarter of century.
Studiedag Historische geografie
met
BULLETIN KNOB 1990-4
en
ofals
van
genese: toepassing van historische geografie bij landschapsbehoud -ontwikkeling. Daarnaast ligt het in de bedoeling enkele afgestudeerden te vragen vanuit hun werkervaring hun visie te geven op de opleiding in de historische geografie. Inlichtingen: Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Universiteit Amsterdam. Jodenbreestraat 23, 1011 NH Amsterdam. van
met
van
vande
inde
ande
als
historische geografie afstudeerrichting bijvak (zowel Universiteit Amsterdam als aan de Vrije Universiteit), maar ook andere belangstellenden zijn welkom. Centraal in het programma staan verschillende nieuwe ontwikkelingen historische geografie. Diverse onderzoekthema's taakgroep komen vorm voordrachten aansluitend discussie aan de orde; binnenwater; kustinde
de
der
de
vande
12
Op
vrijdag oktober 1990 organiseert taakgroep historische geografie Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Universiteit van Amsterdam voor de eerste keer een studiedag gewijd aan de historische geografie. Deze dag is bedoeld voor de ruime kring van allen die hetzij door opleiding, hetzij door werkkring, hetzij anderszins belangstelling hebben voor historische geografie. Niet alleen afgestudeerden
39
SUMMARY of
ur
14.15 14.45
ur
15.30
has
ani-
and
has
two
the
isa
of
is
the
be
ap-
ofthe
tohe
of
asthe
de
vane
te
The
athe
bythe
onthewayf
onthe
of
andthe
on
not
the
the
of
the de
met
ur
urT.
urJ.
tohe
en
Het
ur
Plaats: Provinciehuis Haarlem. Datum: december 1990.
Het artikel over ruïne Brederode werd geschreven door D. B. M. Hermans en J. Kamphuis. Zij studeerden aan de TU Delft, faculteit der Bouwkunde, specialisatie-richting architectuur en restauratie. Zij hebben een zelfstandig bureau voor bouwhistorisch onderzoek dat voor overheid en particulieren opdrachten uitvoert. van
C.Jvan
AUTEURS
de
13.45
Historische structuuranalyse, deel van beleid? uur M. J. M. van Rooy, architectuurcriticus: Kanttekeningen bij diverse projecten. Thee. uur Forumdiscussie o.l.v. Ir. C. J. Vriesman, KNOB, aan de hand van stellingen. Borrel rondvaart. en
ur
12.15 uur Lunch. 13.15 Drs. Haaften (Maastricht):
12.15 uur Discussie.
12.30 Lunch, mogelijkheid bezichtigen van het Provinciehuis en het bezichtigen van de film over het Neoclassicisme en de video over het Provinciehuis. 14.00 uur F.Tielrooy, Gedeputeerde Provincie Noord-Holland: de visie vanuit de provincie. 14.30 Meindersma, directeur Oversticht: Monumentencommissie Welstandstoezicht. 15.00 uur A. P. Marselje, Wethouder van Haarlem: de visie van een gemeentelijk bestuurder. 15.30 uur Theepauze. 16.00 Discussie 16.30 uur. toca.
de
van
urD.RAF
urI.S
urI.Avan
ur
9.30 uur Ontvangst met koffie. 10.00 Welkom door (Vice) Voorzitter KNOB. 10.15 Kuyvenhoven (MABON BV): Onroerend goed - Erfgoed. 10.45 Buijs (Min. VROM): Functionele continuïteit en vormcontinuïteit. 11.15 uur Prof. Ir. Tj. Dijkstra: Stedebouw en hoogbouw, de U-oevers. 11.45 Smook: Stedebouwkundige consequenties van projecten.
urH.
als
Het definitieve programma van de studiedag is volgt:
10.00 Ontvangst koffie. 10.25 uur Opening door de voorzitter KNOB. 10.30 uur Drs. R. J. de Wit, voorzitter van de Rijkscommissie voor monumenten/Commissaris van de Koningin in Noord-Holland: de visie vanuit het Rijk. 11.00 Harteveld, voorzitter gem. Monumentencommissie Utrecht: de visie vanuit de commissie zelf. 11.30 uur Koffiepauze. 11.45 Walraad, architect Brielle: visie architect.
ur
te
22 september 1990 Amsterdam.
has
vande
Het programma van de studiedag is als volgt:
14
Studiedag 'Holland op zijn Hoogst', Historische Continuïteit en Stadsontwikkelingen
the
vande
met
in
end
van
the
op
isde
ten
hebben deskundigheid aanzien verzwaarde taak, mede relatie andere gemeentelijke commissies, zoals die voor het Welstand. Een probleem dat regelmatig wordt gesignaleerd afbakening taken onderlinge afstemming. Sommige gemeenten zijn er toe overgegaan om beide commissies tot één te laten samensmelten, terwijl andere gemeenten werk Monumentencommissie extern hebben ondergebracht.
dagmetls
Op14
de
De KNOB heeft voor najaar 1990 twee studiedagen geïnitieerd. Als eerste vindt op 22 september 1990 studiedag 'Holland zijn Hoogst' plaats (al aangekondigd in Bulletin nr. 3, blz. 38). december 1990 tweede studieonderwerp 'Monumentencommissies. Deskundigheid gewenst?'
en
weld
of deze commissies juiste samenstelling
athe
of
de
de
commissies betekende veranderingen taakverzwaring gezien het belang van een goede en deskundige advisering. Rijst de vraag
het
Studiedagen
vanhet
isbj
ter
Als
gemeentebestuur. Voor reeds bestaande
isde
dr.i
dr.
ir.A
mr.TN
G.J
J.Fvan
Ch.
Algemeen Bestuur: Drs. Dumas, mevr. Mazzola, drs. T. A. S. M. Panhuysen, mevr. drs. M.M. A. van Boven, drs. Regteren Altena, prof. Borger, Schelhaas, prof. F. W. van Voorden.
zorg. gevolg hiervan veel gemeenten de behoefte aan een afzonderlijke Monumentencommissie ontstaan advisering
qua
U.F
Mr.C
Dagelijks Bestuur: H.Goekoop, voorzitter Drs. Hylkema, vice-voorzitter H. J. Jurriëns, secretaris Mr. G. A. A.Conijn, penningmeester.
at
Asthe
vande
rolphet
spelen de gemeenten tegenwoordig een belangrijkere gebied monumenten-
in
vande
vande
HR
als
M.Ede
de
Door decentralisatie monumentenzorg naar de gemeenten en de huidige regelgeving gevolg nieuwe Monumentenwet
to
Drs. Th. M. Eising, directeur. Mevr. drs. Haas Achter St.Pieter 21 3512 Utrecht tel. 030-321756.
ofthe
was
of
on.The
Bureau:
and
Studiedag Monumentencommissies, deskundigheid gewenst?
the
Beschermvrouwe: H.K.H. Prinses Juliana.
castle Brederode built about 1300. The castle's regular plan makes one suspect a simple building history. Historical research however proved the building history of the castle to contain at least seven building phases. It is remarkable that most of these phases comprise renewal c.q. heightening of extant walls. Therefore after 1300 plan castle not changed radically. The castle decayed trom 1500 ruins been excavated restored since 1862. Missing mural works with loop-holes and other building traces have been reconstructed according 19th century insights on a defensible castle. Thereby occasionally one did violence to the castle's architectural characteristics. only water-castle Holland present Brederode possesses ner square with levels, which been caused by incorrect interpretations during the excavations. Because this inner square many other time executed building traces Brederode unique document. Thus the 20th century protectioner of monuments acquires insight into problems 19th century restoration pioneers were confronted with. The ruins of Brederode still contains many interesting building traces, which survived decay from 1600 both sometimes very careful restorations 1862. Part these building traces tells story building history, another part building and the castle's function. Traces which indicate the way of building are the usage of chain-beams to strengthen the masonry and the walling up of couplings as basis for hanging scaffolds. In 1464 the comfort of donjon been improved making of wooden draught porches junctions with stairtower. restoration being looked at critically by pointing at the wrong reconstruction of the windows in the donjon and the continually changing shape south-west tower, which changes came into being because of the missing data with respect tower's pearance. Some details cannot explained such many toilet-tubes castle possesses. has
f75—
en
in
en
Landelijke vereniging tot bevordering der kennis van archieven, musea, archeologie, architectuur- stedebouwgeschiedenis monumentenzorg, opgericht 1899.
ruins Brederode
J.Kamphuis, D.B.M. Hermans The
Koninklijke Nederlandse
Oudheidkundige Bond
Kosten: 55,— p.p. (KNOB-leden), p.p. (niet leden), giro 140380 KNOB Utrecht (Holland op zijn Hoogst). Locatie: Scheepvaartmuseum Amsterdam. Opgave van deelname bij Bureau KNOB Utrecht. f
Mededelingen en berichten
The
KNOB
KAN
HOE REGEREND NEDERLAND ZIJN RISICO'S BEPERKEN te
en
Datis
vande
opuw
Compleet beveiligingsconcept Op basis van de gemaakte analyse ontwerpen wij een beveiligingsconcept, afgestemd individuele situatie.
Belons
ine
uw
meop.
het
Interesse gezamenlijke oplossing van beveiligingsproblematiek? voor een afspraak.
De flexibiliteit van het leveringsprogramma garandeert situatiegerichte oplossing ondersteund door een doelmatige
alarmorganisatie met adequate verbindingstechnieken en informatieverwerking. Desgewenst zal onze Service Centrale het betrouwbaar functioneren op afstand bewaken. Afhankelijk van uw situatie zal het accent liggen op brandbeveiliging,inbraakbeveiliging, toegangscontrole, terreinbeveiliging, meldsystemen of op een combinatie daarvan.
Siemens Nederland N.V. Afdeling Beveiliging Postbus 16068, 2500 Haag Centraal informatienummer: 070-3333333 BDen
uitvan
Enva
to
metu.
dat
isvane
en
beveiligingsdeskundige onderzoeken of er binnen uw gebouwen sprake verhoogd brand- en inbraakrisico. Siemens doet graag Wij maken naast deze inventarisatie diepgaande analyse specifieke situatie van uw gebouw. geheel vrijblijvend.
vaneopht
meest uiteenlopende gebieden een grote verantwoordelijkheid. Deze verantwoordelijkheid strekt zich Binnenhof stadhuis. schouwburg tot museum. Het is dan ook realistisch om samen met
Dit gaat vergezeld van een kostenindicatie. Als u ons het concept laat realiseren kunt u zeker zijn risico afgestemde beveiliging. Maar daar houdt niet
en
opde
en
de
alsop
op
Zowel landelijk provinciaal gemeentelijk niveau draagt overheid
Waarom Siemens? Tot nu toe hebben we ruim 4000 objecten beveiligd: kantoorgebouwen, historische objecten, musea, schouwburgen, ziekenhuizen, scholen, enzovoort. Op het gebied van brandbeveiliging zijn we zelfs de grootste van Nederland. U mag van ons dan ook de nodige know-how verwachten en after sales tot in lengte van dagen.
en
Siemens: adviseur voor brand- inbraakbeveiliging
• • BB Fnmmm