De versnellingsweergave Deze beschrijving heeft vooral betrekking op de suzuki GSX600F. Bij andere motoren die geen versnellingsweergave hebben maar wel en neutraalstandlampje zal de uitvoering niet veel verschillen. De uitvoering zoals die op de 600F is toegepast is m.i. het eenvoudigste, het goedkoopste, het zekerste en het doeltreffendste. Ik denk dat daarom 9 van de 10 motorfietsen een zelfde soort uitvoering hebben dan de 600F. Het is slechts zaak om de onderdelen op het motorblok te vinden. In de meeste gevallen zal de neutraalstandschakelaar in de buurt van de versnellingspook te vinden zijn. Dus rij je op een andere motor dan een 600F en wil je ook de versnellingsweergave installeren, dan is het zaak om je motor met de foto’s te vergelijken. Het aanbrengen/ inbouwen van het display zal op de verschillende modellen afwijken van de foto’s, dit is geheel afhankelijk van de mogelijkheden van het dashboard of de wens van de berijder. Voor dat je begint, lees deze beschrijving eerst goed door zodat je weet wat je te wachten staat. Het moeilijkste, belangrijkste en nauwkeurigste is het boren. Als je dit zelf niet kunt, twijfelt of niet over het goede gereedschap beschikt, LAAT DIT DAN DOEN. Je kent vast en zeker wel iemand die het wel aankan. Omdat niet van elke situatie foto’s beschikbaar zijn, zijn er enkele tekeningen toegevoegd. Het is al met al een lang verhaal geworden, voor sommige misschien wel te lang. Bedenk echter dat sommige onder ons veel woorden en detail’s nodig hebben om iets dergelijks, waaraan ze anders zelf nooit zouden beginnen, tot stand te kunnen brengen. En voor ieder die er zich aan waagt, Succes, ’t loont de moeite. Christ van Kessel
Maar, beginnen bij het begin, wat staat er allemaal te gebeuren. 1 2 3
De neutraalstand-schakelaar Een printplaat met componenten Het display
1
De Neutraalstand-schakelaar
Deze kun je vinden net onder het voorste kettingwiel. Het is niet meer dan een kunststof deksel met daarin een contactpen die contact maakt met massa zodra de motor in N(eutraal) staat.
Het rood omcirkelde deel is de N-schakelaar, Het voorste kettingwiel is verwijderd, dit kan overigens gewoon blijven zitten..
Op bovenstaande foto is de N-schakelaar gedemonteerd.
In deze situatie loop de motorolie door het kogellager, het is dus zaak dat je de motor iets naar rechts laat overhellen. Veiliger(omvallen) is het om de olie vooraf af te tappen, b.v. bij een oliewissel.
Foto A
foto B
Op foto A zie je een kogellager en de schakel-as. In de schakel-as is uit het midden een verende pen geplaatst(rode cirkel) deze pen zit met een zwak veertje erachter los in de as, zorg dat je die niet kwijtraakt. Als je van versnelling veranderd zal ook de plaats van deze pen veranderen. Voor elke versnelling heeft deze pen een vaste plaats. De as verdraaid totaal over een hoek van 300°. Tussen 2 versnellingen is de verdraaiing 60° Op foto B is de binnenkant van de N-schakelaar zichtbaar. In de gele cirkel zie je een pen zitten, deze zit op die plaats waar de verende pen in de schakelas in de Nstand staat. Zodoende wordt er een contact gemaakt tussen het elektrisch N-circuit en massa en gaat het N-lampje branden en kun je de motor starten. Door nu de N-schakelaar te voorzien van 6 extra contacten (voor elke versnelling 1) kun je hiermee een display op het dashboard aansturen. We zetten er echter niet 6 pennen bij, we vervangen ook de bestaande pen, dus 7 nieuwe pennen in totaal.
Foto C
Foto D
Foto C toont de omgebouwde N-schakelaar met 6 extra contacten. Foto D toont de zichtzijde (die zijde die je ziet als de schakelaar op de motor gemonteerd zit) van de N-schakelaar, in dit geval reeds dichtgegoten met 7 gemerkte draden. Het ombouwen Demonteer de N-schakelaar, zorg dat de olie niet uit het blok loopt. Om de N-schalaar zit nog een O-ring, haal ook die eraf. Neem nu een transparant stuk kunststof, de deksel van een oud CD-doosje of iets dergelijks voldoet perfect. Maak dat kunststof ongeveer in de vorm van de omtrek van de N-schakelaar en maak hier ook de bevestigingsgaten in. Monteer kunststof plaatje nu op de plaats van de N-schakelaar, een CD-doosje wil nogal gauw splijten dus houdt hier rekening mee. Als je nu door de versnellingen schakelt zie je dat de verende pen van plaats veranderd. Zet nu met een watervaste stift een klein puntje op de plaats van het midden van de verende pen in elke versnelling. Zorg dat je zuiver schakelt, dus niet tussen 2 versnellingen zit. En zet daar meteen het nummer van de versnelling bij. De mal is nu klaar Op het plaatje staan nu 7 punten waarvan er 3 dicht bij elkaar liggen, dit zijn de 1e, N en 2e versnelling. Als je de N even vergeet zie je een mooie verdeling, is het geen mooie verdeling dan heb je waarschijnlijk ergens tussen 2 versnellingen gezeten. Pak nu de N-schakelaar en kijk naar de zichtzijde, je ziet dat daar een draad uitkomt die is ingegoten. Peuter deze draad helemaal los, het hars waarmee deze is ingegoten peuter je dus weg. Je ziet de draad nu aan de contactpen gesoldeerd zitten. De draad knip je net boven de plaats waar deze uit het blok komt door, het deel dat aan de N-schakelaar zit heb je niet meer nodig, het deel dat nog aan je motor hangt WEL Verwijder ook de soldeerpunt en maak de rest schoon. De soldeerpunt en de bestaande draad zitten namelijk bij het vervolg in de weg. Nu komt het belangrijkste en meest nauwkeurige werk van de ombouw, het boren van de gaten in de Nschakelaar. Leg de mal met de beschreven zijde op de achterkant(NIET zichtzijde) van de N-schakelaar, let daar bij op de plaats van de montage-gaten Als de N-punt nu mooi overeen komt met de plaats van het N-contact is het goed. Leg de mal aan de kant en sla een center in het midden van het N-contact. Wat je nu nodig hebt is een kolom boormachine met een klem die aan de bovenzijde goed vlak is en een boortje van 1mm. Leg de N-schakelaar met het montagevlak(het vlak waar ook de schroeven inzitten) op de bovenkant van de klem en zet hem vast. Het boortje staat nu haaks op de achterzijde van de N-schakelaar. Boor nu helemaal door de contactpen, zodat er een “hulsje” overblijft.
Pak nu het materiaal dat je als contactpen wilt gaan gebruiken. In mijn geval waren dat koperen pennen van 2.9mm dik. Elk elektrisch geleidend materiaal voldoet overigens maar koper heeft de voorkeur omdat dit ook gemakkelijk te solderen is. Neem wel materiaal dat tussen de 2.5 en 3mm dik is en zo’n 15mm lang. Meet de diameter van het gebruikte materiaal op en boor de contactpen helemaal door met een boor die ongeveer 0.1mm dikker is dan het gebruikte materiaal, in mijn geval dus een boor van 3mm. De bestaande contactpen is nu helemaal uitgeboord, verwijder evt. resten en controleer of het te gebruiken materiaal in het gat past. Plaats nu de mal met de beschreven kant op de achterzijde( in de juiste positie) van de N-schakelaar en schroef deze vast. Om splijten en kromtrekken te voorkomen kun je de ruimte tussen de mal en schakelaar opvullen met ringetjes of een moertje. Plaats het geheel weer onder de boormachine en boor de overige gaten in het midden van de punten op de mal, dit kan meteen met de juiste diameter boor.
boor mal
beschreven zijde machineklem
machineklem
verwijderde draad Opbouw voor het boren
Zaag nu de nieuwe contactpennen op de juiste lengte af. Dit wil zeggen, aan de contactzijde laat je hem iets doorsteken (ongeveer een papierdikte) Aan de andere zijde (de zichtzijde) genoeg (zo’n 5mm)om nog een draad aan te kunnen solderen. Aan 1 zijde zaag je de pen een stukje (zo’n 3mm) in waarin je de draad legt en vastsoldeert. Zorg dat je de isolatie van de draden niet te ver afstript, een contactpen-dikte is genoeg, en dat het gestripte deel niet uitsteekt. De lengte van de draden moet zodanig zijn dat in gemonteerde toestand de draden in weggewerkte toestand tot boven de carburateurs komen. Denk hier “beter te lang dan te kort” Zo’n 5mm vanaf de onderkant tik je nu een centertje en wel zo dat de pen met lichte tikjes in het gat van de N-schakelaar past (wel vast, maar niet te vast) Op deze wijze zal het kunststof van de N-schakelaar niet kapot gaan en blijven de pennen lang genoeg op z’n plaats zitten.
gestript gedeelte solderen
isoliatie centerpunt contactpennen met aangesoldeerde draad
plaats nu de 7 contactpennen in de 7 gaten van de N-schakelaar en draai de pennen zodanig dat de draden aan de buitenzijde van de N-schakelaar bij elkaar gebonden kunnen worden. Zorg ook dat de ongeïsoleerde delen elkaar niet raken.
draden bij elkaar binden
Zichtzijde van de omgebouwde N-schakelaar
controleer visueel EN met een multimeter of de pennen onderling GEEN contact maken. Als dit wel zo is dan dient dit NU verholpen te worden. In werkelijkheid zitten de pennen en draden dichter bij elkaar als op de tekening. Een klein stukje isolatietape kan hierbij helpen. Maak nu een mal en klem deze vast op de N-schakelaar. Zorg dat deze mal boven de draden uitsteekt. De ruimte die je nu ziet wordt volgegoten met een epoxyhars of 2-componenten hars. Zorg ervoor dat als de gietmal is geplaatst de schroeven waarmee de N-schakelaar op de motor wordt bevestigd nog te plaatsen zijn. Zeer waarschijnlijk zul je de gietmal niet meer kunnen verwijderen. Controleer nogmaals of de pennen onderling GEEN contact maken. Het geheel ziet er dan uit zoals op de eerdere foto’s C en D.
gietmal
deze ruimte dichtgieten
Voor het dichtgieten (slechts 1 contactpen getekend)
Aan de onderzijde steken nu nog de contactpennen een papierdikte uit. Waarschijnlijk is het gietmiddel ook tussen de pennen en het kunststof gelopen en zal aan de onderkant zichtbaar zijn. Verstandig is om voor het dichtgieten een stuk plakband aan de onderkant te plakken zodat in elk geval niet al het gietspul eruit kan lopen Neem dan een mooie vlakke ondergrond, leg daar een vel niet te grof schuurpapier op en schuur de onderzijde mooi glad tot de pennen gelijk liggen met het kunststof en evt. giethars o.i.d. verwijderd is. Bewerk ook de zichtzijde van de N-schakelaar, het teveel van de mal haal je weg en misschien dat je ook nog de bovenkant wat vlak kunt maken. Monteer dan de N-schakelaar weer op de motor. Vergeet daarbij niet de O-ring om de N-schakelaar.
Als het goed is komen de draden op dezelfde plaats uit de schakelaar als waar de originele draad eruit kwam. Het gedeelte van de draden dat achter het tandwieldeksel zit wordt voorzien van een mantelkabel of goede isolatietape en vastgezet aan of achter het beugeltje waarachter de originele draad liep. Als je vooraf de zaak hebt bekeken weet je wel wat ik bedoel.. Pak nu weer je multimeter en sluit 1 meetpen hiervan aan ergens op de massa van je motor (bv. Aan de accu). Zet je versnelling in N en meet welk van de 7 draden contact heeft met massa, deze draad merk je met N. Doe hetzelfde met de andere 6 draden en versnellingen. Er mag/moet telkens maar 1 draad contact maken. Knip nu de N draad iets boven het motorblok door en koppel de 2 einden met de bestaande N draad die nog aan je motor hangt. Het maken van een draadverbinding om een goede verbinding te maken of om draden te verlengen, maken we gebruik van ader-eind-hulsjes. Dit zijn vertinde koperen buisjes die net over de kern Van de draad passen en worden vastgeknepen. Om 2 draden op deze wijze aan elkaat te koppelen Dient het adereindhulsje wel de juiste diameter te Hebben. Strip de beide einden van de te koppelen draden iets af als zo’n hulsje lang is, de draad moet er helemaal doorheen steken. Steek de beide draden tegenover elkaar in het hulsje en knijp Dit dicht, hiervoor zijn speciale tangen beschikbaar maar een gewone waterpomptang of combinatietang ook goed te gebruiken. Schuif over de verbinding een krimpkous, dit is een kunstof huls dat na verwarmen de helft in diamet krimpt, En verwarm deze met een soldeerbout of aansteker. Als je meerdere draden bij elkaar wilt houden schuif je over de meerdere verbindingen een grotere maat krimpkous. Zorg dan wel dat de afzonderlijke verbindingen iets ten opzicht van elkaar zijn verschoven. Je kunt op deze manier ook 3 draden koppelen, nodig voor de N-draad.
gestript gedeelte
adereind-huls
isoliatie
verder krimpkous
is krimpkous
Deze verbinding wordt wederom goed geïsoleerd. Het voorste kettingwiel kan weer gemonteerd worden en het deksel geplaatst. Aan het motorblok hoef je nu niet meer te zijn. In deze situatie, met 7 loshangende draden en de doorverbonden N draad kun je weer gewoon motorrijden zoals je het altijd hebt gedaan. Zet het contact aan en zet de motor in N, het N-lampje moet gewoon gaan branden en uitgaan als je eender welke versnelling inschakelt. Startveiligheid zoals starten in de versnelling met je zijstandaard uit moeten ook gewoon werken, probeer dit uit. Als alles naar behoren werkt soldeer je de connector aan de draden volgens de nummering in het schema. De draden worden bij elkaar gebonden en de bundel draad wordt met tape geïsoleerd. Dan de zaak op de motor wegwerken en de connector op de plaats waar de printplaat komt wegleggen Mocht iets van bovenstaand niet werken dan betekend dit dat er ergens een verkeerd contact(N lampje brand niet alleen bij N) wordt gemaakt of dat er geen contact(N lampje brand niet) wordt gemaakt. Je zult dan e.e.a. weer uit elkaar moeten halen om te herstellen of in het ergste geval een andere Nschakelaar aan moeten schaffen. Daarom is het boren en plaatsen van de nieuwe contactpennen een belangrijk en nauwkeurig werk.
2 printplaat en componenten Nu de klus die je aan de keukentafel kunt doen, het maken van de printplaat. Het mooiste is als je een printplaat kunt (laten)etsen. Als dit niet kan, geen nood, op de hieronder beschreven wijze kan het ook. Als je geen printplaat kunt etsen, neem dan een printplaat met een 2.54mm gaatjespatroon Hierin zitten gaatjes van 1.1mm met daaromheen koperen ringetjes die elkaar niet raken. De zijde met de koperen ringetjes is de soldeerzijde(foto E), de andere kant is de niet-soldeerzijde(foto F) Zaak is dat je goed licht op je werkplek hebt, een goede soldeerbout met een niet al te grote soldeerstift en vooral geduld. Plaats de componenten zoals op het schema op de printplaat en teken de omtrek van de plaat af. Display Nummeriek LED Centrale Anode U=2.2V type SA52-11 GWA
c d
3 7
7
6
6
2
1
2
1
+12V 7812 0
3
6
5 9
9
8
8
7
7
6
6
4
4
3
3
2
1
2
1
massa + 12-15V
5
5
4
4
6
8
3
3
8
4
1 2 3 4 5 6 7 9
1
9
2
5 9
0
5
N
Schakelwals
e
b
1 2 3 4 5 6 7 9
1 9 2 3 4 5 6
g
5
1 9 2 3 4 5 6
f
a b c d e f g anode
4
1N4001
a
2
1
0.25W 820ohm
bestaande kabel vrijstandschakelaar
Schema (op het laatste blad staat een vergrote uitvoering)
Maak de printplaat op maat, een dremel is hiervoor handig, een ijzerzaagje of figuurzaag werkt ook prima. Zorg bij het bepalen van de buitenmaten dat je genoeg ruimte overlaat om de uitstekende draden aan de printplaat te kunnen binden, bij wijze van trekontlasting.
Foto E (soldeerzijde, links = ingang, rechts = uitgang))
Foto F (niet-soldeerzijde, links = uitgang, rechts = ingang)
Probeer de verdeling van de componenten aan te houden zoals op de bovenstaande foto’s te zien is. De printplaat blijft dan klein maar er is toch genoeg ruimte over om te solderen. Zorg dat je genoeg draad hebt om sporen te trekken. Pak hiervoor een draad met massieve kern van max. 0.5mm dik, er moeten er namelijk 2 door een gaatje van de printplaat passen (hierna sporendraad genoemd). Haal van deze draad de isolatie af zodat je de blanke kern overhoud. Een draad zoals aan de drukknop van je deurbel zit is prima. Begin met de weerstanden. Op het schema staan weerstanden van 820Ω, als het display door lichtinval slecht leesbaar is kun je hiervoor 680Ω kiezen. Je kunt er ook voor kiezen om een lichtafhankelijke weerstand te plaatsen in de voedingsdraad van het display. Hiervoor zul je zelf even aan het rekenen moeten gaan. Deze lichtafhankelijke weerstand wordt overigens niet op de printplaat geplaatst maar ergens in het licht, dat moge duidelijk zijn. Buig de pootjes van de 7 weerstanden om, een malletje is hiervoor handig en voor een paar dubbeltjes te koop . Knip nu van de sporendraad 7 stukken af die zeker lang genoeg om van de weerstand naar het laatste gaatje van de printplaat te leggen, hierdoorheen te steken en om te buigen om ze op de plaats te houden (op foto E de meest linkse rij gaatjes) Zorg wel dat de sporendraad op dezelfde horizontale rij gaatjes zit als de betreffende weerstand waaraan deze wordt gesoldeerd. (met enige moeite zijn op foto E de sporendraadjes zichtbaar) Steek de weerstanden op de juiste plaats op de printplaat en steek 1 eind van de sporendraadjes naast het pootje van de weerstand in hetzelfde gaatje. Soldeer dit nu vast en knip het pootje van de weerstand net boven de soldeerpunt af. Trek de sporendraad strak, steek het door het laatste gaatje en soldeer het hier ook vast. Bij het solderen op een printplaat zal het duidelijk zijn dat er geen grote druppels soldeertin thuis horen. Het andere pootje van de weerstand laat je voorlopig ongemoeid. Plaats nu de diodes, let hierbij goed op de richting. de grijsgekleurde band op de diode geeft de kathode aan, deze laten we bij alle diodes naar buiten wijzen. Een diode laat de stroom in slecht 1 richting door, namelijk van anode naar kathode. Buig ook hiervan de pootjes om en plaats ze volgens schema op de printplaat. Soldeer het pootje aan de binnenkant van de printplaat vast en knip het af. Het pootje aan de buitenkant laat je ook ongemoeid. Aan de pootjes die je ongemoeid laat komen later de dikkere draden(blauw, rood en zwart) die e.e.a. met elkaar gaan verbinden. Het is lastig om in dit stadium deze draden in de weg te hebben zitten.
Nu zijn alle componenten vastgesoldeerd op de printplaat m.u.v. de spanningsregelaar, die komt als laatste met de gekleurde draden. Nu worden de verticale sporen uit foto F verbonden met de horizontale sporen uit foto E. Gemakkelijk is als je de weerstanden en daarmee de horizontale sporen merkt volgen het schema, liefst aan beide zijden van de printplaat om vergissingen te voorkomen. Soldeer de sporendraad aan de niet-soldeerzijde van de printplaat vast aan het binnenste pootje van de diode, en steek de andere kant door het gaatje waarachter de horizontale sporendraad vanaf de weerstanden loopt. Als je foto F bekijkt zie je dat in sommige gaatjes 2 draadjes vanaf de diodes door hetzelfde gaatje zijn gestoken waarbij van alle sporendraadjes er slecht 1 geïsoleerd moet blijven omdat hier 2 draadjes elkaar kruisen. Zorg dat de te trekken sporendraad enigszins recht blijft. Als je deze draadjes hebt gelegd draai je de printplaat om. Je ziet dan horizontale lange sporendraad met op enkele plaatsen de verticale sporendraad door de gaatjes steken, op sommige plaatsen 1 op andere plaatsen 2. Op deze plaatsen soldeer je de draden vast en knipt het teveel aan draad weer af. De horizontale en verticale sporen heb je nu klaar. Plaats nu de spanningsregelaar. Soldeer deze vast en buig de pootjes om in de richting van de draden. 2 pootjes richting ingang en 1 pootje richting uitgang van de printplaat. Op foto F is de ingang rechts, op foto E links. Soldeer aan deze pootjes de (rood)ingang- en (zwart)massa en de (rood)uitgang. Soldeer aan de vrije pootjes van de weerstanden de draden en knip het uitstekende deel van de pootjes af. Soldeer nu de draden aan de vrije pootjes van de diodes, daarbij rekening houden dat per groep diodes alle vrije pootjes aan elkaar worden verbonden. Hiervoor strip je de te solderen draad zover af als een groep lang is. De uitstekende delen van de pootjes knip je weer af.. Bind de draden aan de in- en uitgang van de printplaat bij elkaar aan de printplaat vast. Soldeer nu aan de draden de connectoren volgens het schema aan. Bind ook hier de draden bij elkaar. De printplaat is nu klaar.
3 het display
de foto toont een uitvoering met pootjes aan de lange zijde, de door mij gebruikte heeft de pootjes aan de korte zijde. Beide zijn toepasbaar. Als je niet weet welk pootje voor welk segment is kun je dit opzoeken in het betreffende datablad op de site van Conrad.nl Heb je een multimeter waarmee je diodes kunt testen. Kun je dit gemakkelijk zelf uitvogelen. Belangrijk is dat je een display hebt met CENTRALE ANODE.
Dit zijn is in elke rij pootjes het middelste pootje, welk van de 2 je neemt is niet belangrijk. Sluit je meter aan op dit pootje, de andere meetpen houd je op elk van de andere pootjes en het betreffende segment zal oplichten. Licht niks op dan de meetpennen omwisselen. Als je niet weet welke meetpen op de anode moet pak dan een diode op de printplaat. Als er een waarde op het scherm van de multimeter verschijnt anders dan 1, dan is de meetpen die aan de kant van het grijze streepje op de diode zit de meetpen waarmee je de pennen van het display afgaat. De andere meetpen komt dan op het middelste pootje. Noteer welk pootje overeenkomt met welk segment. Soldeer de draden dan aan de betreffende pootjes op een manier dat ze in het midden van het display samengebonden kunnen worden. Soldeer aan het andere eind van de draden de connector. Bind de draden bij elkaar en isoleer de draadbundel. Verbind nu de connectoren met elkaar en sluit de + en – van de printplaat aan. Als je nu door de versnellingen gaat zal het juiste cijfer oplichten, als je tenminste nauwkeurig te werk bent gegaan. Als niets oplicht heb je, of geen spanning, of je zit tussen 2 versnellingen in, of een verkeerd display(centrale kathode i.p.v. centrale anode) Lichten verkeerde segmenten op dan heb je niet zuiver genoeg gewerkt aan de uitgang van de printplaat of het display. Lichten verkeerde cijfers op dan zit de fout aan de ingang van de printplaat. Zaak is dan om e.e.a. op te sporen en te herstellen. Het verstandigste is om te wachten met het isoleren van de draadbundels en printplaat tot alles getest is en werkt. De printplaat kan als alles naar behoren werkt worden ingebouwd of geïsoleerd en ergens onder de tank worden geplaatst Als alles op z’n plaats zit kan het display worden ingebouwd. Op de oude F modellen kan dat in het bestaande signaallamp-blok.
Heeft je motor een andere uitvoering zul je zelf een mooi plaatsje moeten zoeken en het misschien het display zelf ook nog moeten isoleren. Haal het signaallamp blok uit het instrumentenpaneel. Het gemakkelijkst gaat dat door de 2 kleine schroefjes aan de achterzijde, waarmee de lampjes op z’n plaats worden gehouden, er uit te draaien. Het binnenwerk kan er nu uitgetrokken worden. De lampjes zitten in een rubber fitting die aan elkaar gekoppeld zitten.
Knip de fitting die op de lege positie zit er tussen uit. Knip ook het gat waar deze loze fitting inzat aan 1 zijde open, hierdoor moet nl de draadbundel van het display. Knip ook het klemmen-frame waarmee het blok geklemd wordt aan dezelfde kant open. het openknippen van de beide metalen delen gebeurt aan die kant waar 2 klembeugels zitten. Nu moet het glaasje eraf. Dit zit aan de onderzijde op een 6-tal plaatsen vastgesmolten. Kras met een mes deze punten los en werk voorzichtig het glaasje eraf.. Je ziet dan dat op de loze positie de opening aan de onderzijde niet doorloopt. Neem een niet te grote boor en boor vanaf de achterkant 4 gaatjes in de hoeken en enkele gaatjes langs de zijkanten. Snij of zaag dan het te verwijderen deel eruit. Als je het rechthoekige gat opmeet kom je tot de ontdekking dat het display net wat te groot is om erin te passen, geen nood, we maken gewoon het rechthoekige gat een klein beetje groter door het met een 4-kant vijltje uit te vijlen. probeer regelmatig of het display soepel in het gat past. Als je zover bent dat het display mooi in het gat past kun je er nog een rood-filtertje opleggen zodat vanaf de buitenkant het display niet meer zichtbaar is maar de oplichtende segmenten wel. Plaats dan het glaasje weer op z’n plaats en lijm of smelt het vast. Plaats het binnenwerk weer terug en schroef het vast. Druk dan het geheel in de opening in het instrumenten-paneel. Je versnellingsaanduiding is nu geplaatst en klaar.
wat heb je zoal nodig. In onderstaande materiaallist zijn ook de bestelnummers van Conrad opgenomen. Hier vind je ook diverse databladen van de gebruikte componenten
WWW.conrad.nl Alle gebruikte componenten zijn ook bij de electronica-onderdelen handel verkrijgbaar. 1 7
printplaat weerstand 820Ω 0.25W
52 77 77-08 40 32 45-08
33
diodes 1N4001
16 22 13-08
1
spanningsregelaar 7812
17 92 30-08
1
2 2
numeriek LED display 18 10 05-08 (dit is niet het door mij gebruikte display, het typenr. daarvan is niet bij conrad verkrijgbaar, deze voldoet echter ook) 9-pins sub D connectoren male 74 20 66-08 9-pins sub D connectoren female 74 20 82-08
1
draadbuigmal
42 58 69-08
Draad 0.35mm2 Draad met massieve kern van max 0.5mm Bindbandjes Isolatieband 2-componenten of epoxy hars Koperen pennen van 2.5-3 mm dik 15mm lang (koperen M3 schroeven of bouten voldoen ook)
Beschrijving van het schema. we gaan even uit van de 4e versnelling. We willen dan het volgende op het display zien verschijnen.
f
g
b
de segmenten b, c, f, g, moet oplichten. c De anode is aangesloten via de Spanningsregelaar 7812 op een constante spanning van 12V, de kathode van b, c, f, g, moeten dus aan massa komen, de stroom door de afzonderlijke segmenten moet tussen 10-15mA liggen en de spanning over de afzonderlijke segmenten moet zo’n 2.2V zijn. Even rekenen, U = 2.2V De weerstand die geplaatst moet worden moet dus 12-2.2= 9.8V van het geheel afnemen. R=U/I =9.8V/0.01A = 980Ω We willen iets meer licht van het display dus we hebben 820Ω genomen. De spanning over, en de stroom door de afzonderlijke segmenten wordt dan iets hoger. Deze weerstand moet bij elk van de segmenten worden geplaatst. a f
g
e
b c
d
a b c d e f g anode
1 2 3 4 5 6 7 9
5
5 9
9
4
4 8
8
7
7
3
3
2
2 6
6
1
1
1 2 3 4 5 6 7 9
+12V 7812
Om nu de gewenste segmenten op te laten lichten moeten de juiste draden stroom gaan voeren. Dit kan alleen als er een gesloten stroomkring is, dat wil zeggen, spanningsbron, verbruiker, massa. De spanningsbron en verbruiker hebben we, rest nog de massa. Om de segmenten b,c,f,g, aan massa te leggen zullen draad 2,3,6,7, doorverbonden moeten worden. Om nu te zorgen dat als je na de weerstanden 2 of meer draden aan elkaar verbind er een verkeerde massa wordt gelegd waardoor ongewenst segmenten oplichten, hebben we de diodes nodig.
4 e
7
3
2
2 6
1
6 1
5 6
8
7
1
8 3
4
4
3
9
2
5 9
4
0
5
1 9 2 3 4 5 6
1 9 2 3 4 5 6
We bekijken nu het diodeblok voor de 4 versnelling Horizontaal de sporen die vanaf de weerstanden komen. Vertikaal de sporen die naar de diodes gaan. De punten geven de soldeerverbindingen aan. Op de kruispunten waar geen punt staat wordt geen verbinding gemaakt omdat de H en V sporen elk aan een andere kant van de printplaat liggen. Horizontale sporen 2,3,6,7, zijn verbonden met 4 diodes Van de 4e versnelling en 3 diodes van de 5e versnelling.
N
5
Omdat alleen diodeblok 4 via de N-schakelaar contact maakt met massa, is alleen hier de stroomkring gesloten. Dus, de stroomkring bestaat uit, de boordspanning van 13-15V die door de spanningregelaar op 12V wordt gebracht, de segmenten b,c, f, g, die oplichten, de weerstanden die een gedeelte van de 12V afpakken, de diodes van diodeblok 4, via de 4e pen van de N-schakelaar naar massa. En dit dus voor elke stand van de versnellingsbak. Zoals je ziet is, als alles goed is aangebracht en gesoldeerd en er nergens verkeerde verbindingen worden gemaakt, het hele systeem idioot-bestendig. Zelfs als je bij snel opschakelen een misser maakt en tussen 2 versnellingen in zit is dat zichtbaar, er is dat geen weergave op het display.
De opbouw van de verschillende weergave’s
a
a
a
b
f
b
c
e
c
b
g
g
c
e d
d
d 0 is neutraal
a f
g
b
f
a f
g
c
c d
b
g
e
c d
bestaande kabel vrijstandschakelaar
Schakelwals 6
1
5
0 2
4
N
3
massa + 12-15V
2
1 6 6
2
1
3 7
8
7 3
4
8
9
9
4
5
1 9 2 3 4 5 6 5
De nummers bij de connectoren staan voor de verschillende versnellingen waarbij nummer 9 de neutraal aangeeft.
1 9 2 3 4 5 6 1 1
2
c e
d
g f
De nummers bij de connectoren staan voor de verschillende segmenten van het display waarbij nummer 9 de + draad is.
6
6
2
3 7
8
7
8 3
4
b
a b c d e f g anode a
Display
Nummeriek LED Centrale Anode U=2.2V type SA52-11 GWA
1 2 3 4 5 6 7 9
5
9
9
4
5
1 2 3 4 5 6 7 9
+12V 7812
0.25W 820ohm
1
0
2
3
4
6
5
1N4001 De nummers bij de diodegroepen staan voor de verschillende versnelling waarbij nummer 0 de neutraal aangeeft.
De letters bij de verschillende segmenten komen overeen met de letters van de betreffende aansluitpen en zijn te vinden op de databladen. De punt op het display wordt niet gebruikt.