De Verbinding Utrecht goes green. Duurzaam ondernemen. Docentenhandleiding

© De Verbinding 2014

Utrecht goes green ‘Duurzaam ondernemen’ Docentenhandleiding


Dit lesmateriaal is ontwikkeld door De Verbinding en Stichting Technotrend

Zie voor meer informatie www.educatie-deverbinding.nl

Bezoekadres Beukenlaan 63 1231 BW Loosdrecht

Postadres 1231 BW Loosdrecht T: +31 35 888 4204 E: [email protected]


Inhoudsopgave Aanwijzingen docentenhandleiding ............................................................................ 4 Leerniveau .................................................................................................................. 4 Voorkennis.................................................................................................................. 4 Vakoverstijgend samenwerken ................................................................................... 4 Indicatie voor de benodigde tijd .................................................................................. 5 Tijdsbesteding ......................................................................................................... 5 Oriëntatie en probleemanalyse ............................................................................... 5 Definitie ................................................................................................................... 5 Ontwerpen .............................................................................................................. 5 Uitvoering ................................................................................................................ 6 Oplevering en presentatie ....................................................................................... 6 Nazorg en reflectie .................................................................................................. 6 Leerdoelen.................................................................................................................. 7 Waar het omgaat .................................................................................................... 7 Algemene leerdoelen .............................................................................................. 7 Leerdoelen fase 1 – Oriëntatie ................................................................................ 7 Leerdoelen fase 2 – Definitie .................................................................................. 7 Leerdoelen fase 3 - Ontwerp ................................................................................... 8 Leerdoelen fase 4 – Uitvoering ............................................................................... 8 Leerdoelen fase 5 – Oplevering en presenteren ..................................................... 8 Leerdoelen fase 6 – Nazorg en reflectie ................................................................. 8 Samenhang met andere vakken ................................................................................. 9 Nederlands.............................................................................................................. 9 Engels ..................................................................................................................... 9 Rekenen en wiskunde ............................................................................................. 9 Mens en natuur ..................................................................................................... 10 Mens en Maatschappij .......................................................................................... 11 De ontwerpopdracht ................................................................................................. 12 Wat houdt de ontwerpopdracht in? ....................................................................... 12 Hoe beoordeel je de uitwerking van de ontwerpopdracht? ................................... 12 Wat heb je nodig om het project te kunnen uitvoeren? ......................................... 12 Computers ......................................................................................................... 12 Materialen.......................................................................................................... 13 Inrichting ............................................................................................................ 13 Het gebruik van de digitale leeromgeving Moodle ................................................ 13 Het gebruik van interactief lesmateriaal ................................................................ 14 Interactief lesmateriaal activeren ....................................................................... 14 Navigatie van het interactief lesprogramma ...................................................... 14 Beëindigen van het interactieve lesprogramma ................................................. 14 Nakijken van het interactief lesprogramma door de leerling zelf ....................... 14 Afsluiten interactief lesprogramma .................................................................... 14 Nakijken van het interactief lesprogramma door de docent ............................... 14 Het gebruik van de app ......................................................................................... 15


Aanwijzingen docentenhandleiding Hieronder volgen aanwijzingen voor het werken met het project ‘Utrecht Goes Green’ en het vereenvoudigen of uitbreiden van de opdrachten. Deze aanwijzingen staan per ontwerpfase en ontwerpstap genoemd. Daarnaast vindt u verwijzingen naar websites en mogelijkheden voor gastlessen en excursies.

Leerniveau De lesinhoud is het meest geschikt voor klas 2,3 en 4 van HAVO-VWO. En is tevens geschikt voor klas 3 en 4 van het VMBO. Binnen deze opdracht is er een aantal mogelijkheden om te vereenvoudigen of juist uit te breiden, zowel qua moeilijkheid als qua tijd. Binnen het bijbehorend interactief lespakket kun je selecteren op VMBO en HAVO/VWO niveau. Wanneer dit lespakket wordt ingezet op het VMBO, is het aan te raden om gebruik te maken van de vaste ontwerpvoorbeelden. Deze zijn te vinden op het interactieve gedeelte van het lesmateriaal. Sommige woorden in het informatieve gedeelte kunnen voor VMBO leerlingen lastig te begrijpen zijn. Het is aan te raden om leerlingen de teksten goed te laten lezen. De moeilijke woorden kun je door de leerlingen laten onderstrepen. Door een verklarende woordenlijst te laten maken van deze woorden kunnen leerlingen hun vocabulaire kennis uitbreiden. Een docent kan de opdracht aanpassen voor individuele leerlingen of het gehele project aanpassen aan de beschikbare tijd of mogelijkheden van die leerlingen. Belangrijk is dat er per leerling een projectboekje is dat ook goed wordt ingevuld en bewaard gedurende de opdracht. Bij ontwerpen gaat het immers niet alleen om het resultaat van de opdracht, maar zeker ook om het proces dat leidt tot dit resultaat. Er kan gekozen worden om de opdrachten digitaal in te laten vullen en in te leveren of via het fysieke projectboekje.

Voorkennis Om ervoor te zorgen dat de leerlingen dit project sneller kunnen doorlopen is enige voorkennis noodzakelijk op het gebied van:      

Wat techniek is Algemene kennis over de effecten van broeikasgassen op het milieu Wat economie is Weten wat biodiversiteit is Google Sketch up begrijpen Een ontwerptekening kunnen maken

Wanneer deze kennis en vaardigheden ontbreken bij de leerlingen, raden wij u aan hier wat extra tijd aan te besteden om de leerlingen deze kennis en vaardigheden alsnog bij te brengen.

Vakoverstijgend samenwerken Dit project is vakoverstijgend. Meerdere disciplines en vakgebieden komen erin terug. U kunt dit project ook inzetten tijdens een projectweek. Samenwerking met verschillende vakdocenten is ook een mogelijkheid. Wij denken hierbij aan de vakken (algemene) techniek, biologie, en handvaardigheid. Eventueel kunnen ook de vakken geschiedenis, maatschappijleer, natuurkunde, scheikunde, aardrijkskunde en economie erbij betrokken worden.


Indicatie voor de benodigde tijd

Fase 1

Opdracht

Tijdsbesteding

Oriëntatie en probleemanalyse

Per opdracht ongeveer 60 minuten.

Ontwerpprobleem onderzoeken via oriënterende opdrachten. (Maak eventueel een keuze tussen en/of binnen de oriëntatie opdrachten, om de tijdsduur van het project in tekorten)

   

Oriëntatie 1a: Milieuproblemen Oriëntatie 1b: Werken in de techniek Oriëntatie 1c: Duurzaam ontwerpen Oriëntatie 1d: Duurzaam ondernemen

Totaal uur: 4 uur ( 2,5 blokuren van 90 Ter aanvulling van oriëntatie opdracht D kan een minuten en 40 minuten huiswerk. Wat in de les niet af is gekomen, kan tevens als duurzame techniekroute worden gedaan langs huiswerk worden opgegeven. tien bedrijven in de binnenstad van Utrecht.

Fase 2

Fase 3

Definitie Het analyseren en beschrijven van het ontwerpprobleem. (Voor wie is dit een probleem? Waar wordt het door veroorzaakt? Zijn er problemen die hier op lijken? Ken je daar lossingen van?).Het opstellen van een programma van eisen waaraan het ontwerp moet voldoen. Eventueel kunnen leerlingen een regionale bedrijf bezoeken om meer informatie voor hun ontwerp in te winnen. In deze opdracht is het belangrijk dat taken worden verdeeld en dat er wordt samengewerkt.

Ontwerpen Het bedenken van ideeën voor de taken en eigenschappen waaraan het ontwerp moet voldoen. De beste ideeën uitwerken in deelfuncties. Het formuleren van een ontwerpvoorstel op basis van een goede combinatie van deeluitwerkingen. In deze opdracht is het belangrijk dat taken worden verdeeld en dat er wordt samengewerkt.

   

Stapvragen Definitie invultabel adviezen Programma van eisen Moodboard

Zonder bedrijfsexcursie: Totaal uur 1,5 uur (1 blokuur van 90 minuten). Dit onderdeel is in z’n geheel geschikt om als huiswerk mee te geven. Met bedrijfsexcursie: Totaal 3 uur. (2 blokuren van 90 minuten).    

Functietabel en keuze maken Duurzame waarde beschrijven Biologische en technische kringloop Technische ontwerptekening

Totaal 1,5 uur (1 blokuur van 90 minuten). Wanneer de schets van de ontwerptekening niet af is, kan de tekening thuis (huiswerk) afgemaakt worden.


Fase 4

Uitvoering Het realiseren van het ontwerp als prototype of model.

  

Bestellijst Werkplan Prototype maken en uitproberen

Totaal uur: 3 uur (2 blokuren van 90 minuten).

Fase 5

Fase 6

Oplevering en presentatie



Afname rapport

 

Stapvragen Verslag

Het beproeven van het ontwerp en het zo nodig  Presentatie met verbetervoorstellen komen. Het controleren van het prototype aan de hand van Totaal uur: 90 minuten. De voorbereiding de PVE. Het ontwerp (proces en product) van de presentatie kan als huiswerk worden presenteren. meegegeven.

Nazorg en reflectie Het reflecteren op het ontwerpproces. Beroepsoriëntatie.

Totaal uur 30 minuten Het verslag kan thuis afgemaakt worden. Totale tijdsbesteding: ongeveer 8 blokuren van 90 minuten, waarvan ongeveer 4 uur als huiswerk mogelijk is. In te korten tot minimaal 3 blokuren van 90 minuten (cursief gedrukte onderdelen kunnen weggelaten of ingekort worden), waarbij ongeveer 2 tot 3 uur huiswerk dient te worden opgegeven.


Leerdoelen Waar het omgaat Technologie speelt een grote rol in de moderne samenleving. Kennis over technologie is in de moderne samenleving van belang voor elke burger: bij het aanschaffen en gebruik van producten maar ook om mee te kunnen praten en beslissen over technische ontwikkelingen die grote gevolgen kunnen hebben voor de toekomst, zoals voor het klimaat, het milieu, de gezondheid en de beschikbaarheid van grondstoffen en energie. Ons land heeft ook veel deskundige mensen nodig om technologie te ontwikkelen, toe te passen en te onderhouden. Dit project leert leerlingen bewuster nadenken over nieuwe technologieën en het maatschappelijk kader rond deze vernieuwende technologie. Leerlingen werken hiervoor een praktische ontwerpopdracht uit. Dit project gaat specifiek over de technologie van het duurzaam ontwerpen en ondernemen.

Algemene leerdoelen De leerling kan: 1. bij het ontwerpen van een product gebruik maken van vakbegrippen en redeneervormen. 2. een product maken door te beredeneren met welke materialen en bewerkingen dit het best kan gebeuren, daarbij gebruik makend van relevante vakbegrippen (bijvoorbeeld materiaalen vormeigenschappen); 3. aan de hand van een redenering bepalen wat de oorzaak is van een storingsprobleem en met behulp van vakbegrippen (bijvoorbeeld de relatie tussen systeem en deelsysteem) dit probleem verhelpen; 4. een product beoordelen op relevante waarden, waaronder duurzaamheid en normen, met behulp van redeneringen m.b.t. structuur en functie van het product; 5. een model of prototype van een te ontwerpen product maken en onderzoek doen aan dat model of prototype om te beredeneren op welke punten het ontwerp verbeterd kan worden, daarbij gebruik makend van relevante vakbegrippen (bijvoorbeeld terugkoppeling).

Leerdoelen fase 1 – Oriëntatie De leerling kan: 1. Vragen formuleren, informatie opzoeken en verwerken. 2. Analyseren van bestaande producten en ideeën. 3. Principes en concepten uitleggen van foute souvenirs, VN klimaatverdrag, Kyoto protocol, industrialisatie, duurzame ontwikkelingen, lineaire economie, circulaire economie, ecologisch leven, Cradle to Cradle, eco-effectief ontwerpen, biomimicry, de life’s principles, keurmerken, afval verwerken.

Leerdoelen fase 2 – Definitie De leerling kan: 1. Een programma van eisen afleiden uit een gegeven probleemformulering (behoeften), aangevuld met zelf uit de situatie afgeleide aanvullende gegevens. 2. Door middel van een onderzoek de gebruikerswensen voor een duurzaam geschenk in kaart brengen en visualiseren middels een moodboard.


Leerdoelen fase 3 - Ontwerp De leerling kan: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Een concept bedenken dat een oplossing biedt voor een behoefte. . Een fysieke structuur bedenken, waarmee een gewenste functie gerealiseerd kan worden Ideeën verbaliseren en/of visualiseren. Overleggen, beargumenteren en overtuigen. Gemotiveerd een keuze maken. De duurzame waarde bepalen. De biologische en technische kringloop tekenen van een ontwerp.

Leerdoelen fase 4 – Uitvoering De leerling kan: 1. Op grond van een gegeven representatie van een technisch artefact (schets, tekening, etc.) het bedoelde artefact maken uit materialen met de daartoe meest geëigende gereedschappen. 2. Voor dat doel verschillende typen materialen, zoals hout, metaal, textiel en kunststof bewerken. 3. Voor dat doel verschillende typen verbindingen realiseren. 4. Een product demonteren, de technische conditie bepalen, onderhoud plegen en daarna weer assembleren. 5. Hoeveelheid benodigd materiaal berekenen.

Leerdoelen fase 5 – Oplevering en presenteren De leerling kan: 1. Observeren, testresultaten omzetten in verbeterpunten. 2. Presenteren, feedback geven en reflecteren.

Leerdoelen fase 6 – Nazorg en reflectie De leerling kan: 1. Het proces waarlangs een ontwerp tot stand gekomen is kritisch beoordelen. 2. Mogelijke morele aspecten van de maatschappelijke invoering van een nieuwe technologie benoemen en beoordelen, daarbij rekening houdend met onzekerheden en de beperkingen van de mogelijkheden tot waarderen. 3. Een bestaand product beoordelen op gebruiksvriendelijkheid, functionaliteit (effectiviteit), duurzaamheid, veiligheid, esthetische kwaliteiten, efficiëntie (qua werking en kosten), mogelijke effecten op individuele gebruiker en samenleving. 4. Een verantwoorde beslissing nemen over de aanschaf van een product op basis van een zelf opgesteld programma van eisen, bestaande uit ten minste: -

functievervulling (incl. gebruiksvriendelijkheid) kosten veiligheid duurzaamheid.

5. Van technische beroepen aangeven in hoeverre het beroep past bij de eigen kwaliteiten.


Samenhang met andere vakken Nederlands De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken. De leerling leert zich te houden aan conventies(spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten. De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen. De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning, discussie in een groep. De leerling leert een mondelinge presentatie te geven. De leerling leert informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoet komen en zijn belevingswereld uitbreiden. De leerling leert taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig voor te bereiden en uit te voeren. De leerling leert te reflecteren op de manier waarop hij zijn taalactiviteiten uitvoert en leert, op grond daarvan en van reacties van anderen, conclusies te trekken voor het uitvoeren van nieuwe taalactiviteiten.

Engels De leerling leert in Engelstalige schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen.

Rekenen en wiskunde De leerling leert passende wiskundetaal te gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan anderen, en leert de wiskundetaal van anderen te begrijpen. De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen. De leerling leert exact en schattend rekenen en redeneren op basis van inzicht in nauwkeurigheid, orde van grootte en marges die in een gegeven situatie passend zijn. De leerling leert meten, leert structuur en samenhang doorzien van het metrieke stelsel, en leert rekenen met maten voor grootheden die gangbaar zijn in relevante toepassingen.

© De Verbinding 2014 De leerling leert meten, leert structuur en samenhang doorzien van het metrieke stelsel, en leert rekenen met maten voor grootheden die gangbaar zijn in relevante toepassingen. De leerling leert te werken met platte en ruimtelijke vormen en structuren, leert daarvan afbeeldingen te maken en deze te interpreteren, en leert met hun eigenschappen en metingen te rekenen en te redeneren. De leerling leert gegevens systematisch te beschrijven, ordenen en visualiseren, en leert gegevens, representaties en conclusies kritisch te beoordelen.

Mens en natuur De leerling leert vragen over natuurwetenschappelijke, technologische en zorggerelateerde onderwerpen om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp uit te voeren en de uitkomsten daarvan te presenteren. De leerling leert kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit het gebied van de levende en niet-levende natuur, en leert deze sleutelbegrippen te verbinden met situaties in het dagelijks leven. De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden. De leerling leert onder andere door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie met omgeving en milieu. De leerling leert te werken met theorieën en modellen door onderzoek te doen naar natuurkundige en scheikundige verschijnselen. De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hem relevante technische producten en systemen, leert deze kennis naar waarde te schatten en op planmatige wijze een technisch product te ontwerpen en te maken. De leerling leert verbanden te leggen met het bevorderen van lichamelijke en psychische gezondheid, en daarin een eigen verantwoordelijkheid te nemen. De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving, en hoe hij de veiligheid van zichzelf en anderen in verschillende leefsituaties (wonen, leren, werken, uitgaan, verkeer) positief kan beïnvloeden.


Mens en Maatschappij De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen. De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren. De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien.


De ontwerpopdracht Wat houdt de ontwerpopdracht in? De leerlingen verdiepen zich in duurzaam ondernemen en duurzame ontwerpen. De leerlingen ontwerpen een duurzaam geschenk voor de organisatie Fairtrade.

Hoe beoordeel je de uitwerking van de ontwerpopdracht? Het project kan op verschillende manieren worden beoordeeld.  



Beoordeling van het ontwerp, het prototype en de presentatie middels een beoordelingsformulier. Het beoordelingsformulier vindt u in de bijlage. Het beoordelen via het interactief lesmateriaal. U kunt nadat leerlingen de opdrachten hebben gemaakt, de opdrachten digitaal na laten kijken. De meeste vragen worden automatisch nagekeken. De open vragen kunt u alleen zelf nakijken. De antwoorden op de open vragen staan dikwijls in het docentengedeelte bij de opdracht geschreven. De leerling kan zichzelf beoordelen middels een evaluatieformulier. Dit formulier is te vinden in de digitale leeromgeving van Moodle.

Wat heb je nodig om het project te kunnen uitvoeren? Computers Onder aan de opdrachtpagina’s ziet u regelmatig weergegeven dat de leerlingen de beschikking dienen te hebben over een computer. De ervaring leert dat u hiervoor een paar oplossingen kunt kiezen: -

-

-

Flip the classroom: deze veel in Amerika gebruikte werkverdeling maakt gebruik van de computers bij de leerlingen thuis. De gedachte hier achter is dat leerlingen thuis de theoretische achtergrond opdoen zodat ze de tijd die ze op school zijn kunnen gebruiken voor praktijkopdrachten. Bring your own: Veel leerlingen hebben tegenwoordig de beschikking over een eigen smartphone. Als het draadloos netwerk van de school hier op ingericht is kunt u overwegen leerlingen te laten werken op hun smartphone. Een nadeel hiervan is dat u minder controle heeft over het gebruik van social media tijdens de les. Gebruik een laptopkar: Veel scholen zijn tegenwoordig uitgerust met een laptopkar. Deze kar is vaak voorzien van een eigen accesspoint waarop de laptops uit de kar kunnen inloggen. Gebruik de computers van de mediatheek. Maar maak hierover eerst afspraken met de medewerkers. Organisatorisch is deze oplossing soms een uitdaging. Gebruik een computerlokaal: Ook deze oplossing is soms organisatorisch lastig. Echter voor bijvoorbeeld de lessen die u besteed aan het tekenen met Google SketchUp kan juist de strakke opzet van een dergelijk lokaal er voor zorgen dat de les meer gestructureerd verloopt.


Materialen Diverse materialen die benodigd zijn voor de maquette zijn eenvoudig bij de bouwmarkt of de schoolmaterialen leverancier te vinden. -

Dunne triplexplaat: Te gebruiken als ondergrond of bouwmateriaal. Klei: Hiermee kan eenvoudig een protoype gefabriceerd worden. Dik karton: Voor de presentatie en/of het maken van een protoype. Behangstalen: voor het decoreren van het prototype. Eigen inbreng: Voor specifieke onderdelen van het protoype kunnen de leerlingen zelf van thuis materialen meenemen.

Inrichting Daar u per klas circa 15 prototypes zult krijgen is het verstandig een of meerdere opbergrekken te maken waar u de prototypes in kunt schuiven.

Het gebruik van de digitale leeromgeving Moodle Bij dit project is een digitale leeromgeving ontwikkeld in Moodle. Om toegang te krijgen tot de digitale leeromgeving, moet je een inlogcode aanschaffen. Je kunt per project een inlogcode aanschaffen. Het is niet noodzakelijk per project in te loggen. De elektronische leeromgeving herkent aan de inlogcode welke projecten een leerling/docent heeft aangeschaft en geeft na het inloggen toegang tot de aangeschafte onderdelen. U kunt in de digitale omgeving de volgende onderdelen vinden:      

Het digitale magazine De bijpassende digitale opdrachten Verrijkingsopdrachten Een pearltree over het thema met verwijzingen naar andere bijpassende bronnen Inlevermogelijkheden voor de opdrachten Interactief lesmateriaal passend bij het thema


Het gebruik van interactief lesmateriaal Het interactief lesmateriaal is opgedeeld in zes ontwerpstappen. Sommige ontwerpstappen zijn opgesplitst in deelstappen. De verschillende deelstappen die bij een ontwerpstap horen, staan onder de ontwerpstap en hebben een volgletter zoals 1A of 1B. Je kiest voor een deelstap door op de titel te klikken. Iedere stap start met een introductiepagina.

Interactief lesmateriaal activeren Het is noodzakelijk om na het lezen van de introductiepagina op de button ‘probeer de test nu’ te klikken om het interactieve lesmateriaal te activeren. Zodra op deze button is geklikt, start het interactieve lesprogramma van deze stap.

Navigatie van het interactief lesprogramma Links bovenaan ziet de leerling een navigatiemenu met de naam ‘testnavigatie’. Hierin staat het aantal vragen en opdrachten. Je kunt door de vragen en opdrachten navigeren door op een opdrachtnummer te klikken. Na het klikken op het nummer, verschijnt de bijbehorende opdracht. Een leerling kan ook bij opdracht 1 beginnen en na het maken van deze opdracht op de button ‘volgende’ te klikken, die helemaal onderaan de pagina van de vraag of opdracht staat.

Beëindigen van het interactieve lesprogramma Na het afronden van de taak krijgt de leerling te zien welke opdrachten beantwoord zijn, en welke opdrachten niet beantwoord zijn.

Nakijken van het interactief lesprogramma door de leerling zelf Na het drukken op de button ‘bewaar alles en beëindig test’ en het bevestigen via de ‘ja’ button, krijgt de leerling een overzicht van de goede en foute antwoorden. In het navigatiemenu zijn de foute antwoorden rood gekleurd en de goede antwoorden groen. Geel is deels goed en wit moet door de docent nagekeken worden. De leerling kan de vragen van de taak zelf nakijken door alle vragen nogmaals te doorlopen. Het juiste antwoord van de vraag en een tip over de vraag, staan in het gele vlak onder de opdracht. In de vragen van de taak worden goede antwoorden groen gekleurd en foute antwoorden rood of geel.

Afsluiten interactief lesprogramma De leerling sluit het interactief lesprogramma door op de keuze ‘nakijken beëindigen’. De test wordt gesloten en de leerling ziet de tussentijdse resultaten. Eventueel kan de leerling de test opnieuw doen door te klikken op de button ‘probeer de test opnieuw’.

Nakijken van het interactief lesprogramma door de docent Log in met het docentenaccount door bovenaan in de zwarte balk (rechts) te klikken op inloggen en vervolgens ‘username’ en ‘wachtwoord’ in te vullen met de inloggegevens die zijn opgestuurd. Klik op inloggen. Kies eventueel voor de gewenste taal links in de zwarte balk. In het linkerkolom vindt u het navigatiemenu. In dit menu vindt u onder ‘home’ de button ‘mijn cursussen’. In het middenveld kunt u de inhoud van de beschikbare cursussen zien. Onder ‘mijn cursussen’ staan de voor u beschikbare cursussen. Klik op de titel van de gewenste cursus. U komt dan in de desbetreffende cursus. Kies uit de ontwerpstappen welke stap u na wilt kijken door op de titel ervan te klikken.

© De Verbinding 2014 In het navigatiemenu onder instellingen vindt u de link ‘resultaten’. Er verschijnt een uitvouw menu. Klik hier in vervolgens op ‘manuele beoordeling’ En kies boven aan de pagina bij ‘gescheiden groepen’ voor uw klas U ziet de nog door de docent te beoordelen antwoorden. -

Achter de te beoordelen vraag vindt je een button ‘beoordeel’. Klik op ‘beoordeel’. U ziet het ingeleverde antwoord. In het groene vlak kunt u een opmerking en een cijfer toekennen. Dit cijfer kan nooit hoger zijn als het aantal te behalen punten voor deze vraag. Klik vervolgens op bewaar en ga naar de volgende pagina. Hier staat het volgende te beoordelen antwoord.

Het gebruik van de app Via de firma en schoolboeken distribiteur Van Dijk is het mogelijk een app aan te schaffen over dit project. De app kan alleen op Ipads worden geïnstalleerd. De app bevat het digitiale bronnenboek en het interactieve lesmateriaal. Deze app is apart te bestellen bij van Dijk, of in combinatie met het fysieke leerlingmagazine. Nadat de app is besteld bij van Dijk, krijgt u de gegevens waarmee u de app kunt installeren. De app heeft een aantal voordelen:  

Het is eenvoudig op een Ipad (tablet) te installeren. (De digitale magazines zijn via Moodle niet in te lezen met een tablet vanwege de flash bestanden.) Er zijn extra mogelijkheden ingebed. Zoals het kunnen maken van aantekeningen en tekeningen bij de opdrachten en het eenvoudig kunnen navigeren tussen werkboek en tekstboek. Let op: de app is alleen bij de firma van Dijk te bestellen!


De Verbinding Utrecht goes green. Duurzaam ondernemen. Docentenhandleiding

Recommend Documents